Mmm306 by Dirk De Paepe

MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.306

27e jaargang - Juni 2014 27ième année - Juin 2014

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Angel Lopez

Roland

Eresma

FA-08

LTD

BB-4

DV Mark

DVM Compressore & Guitar Tube Marker

Ludwig Signet 105

INHOUD - SOMMAIRE 4

GUITAR Angel Lopez Eresma acoustic guitars......................................................... 4

DV Mark DVM Compressore & Guitar Tube Marker effect pedals ............................................................11

BASS LTD BB-4 13

bass guitar .............................................................. 13

DRUMS & PERCUSSION Ludwig Signet 105

acoustic drums ....................................................... 16

KEYBOARD INSTRUMENTS Roland FA-08 synthesizer workstation .............................................. 20

HILITES ............................................................. 24

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Dennis Boxem Diederik Van Lembergen Jean-Philippe Komac Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

K18 .............................. 25

Beglec.......................... 15

RSL.............................. 13

Alhambra ..................... 11

Peavey........................... 7

Cymatic Audio .............. 7

Sound 7 ....................... 22

BMI .............................. 15

Sound Service .......... 9,19

Heremans AV .............. 22

ST Audio ...................... 21

EMD............................... 5

Voerman ........................ 2

Highlite International...2,13,23

Studio Factasy............. 22

Fentex.......................... 17

PRO SOUND & LIGHT

M-Works ........................ 9

Titan ............................. 19

Kawai ........................... 21

Adam Hall .................... 11

Mills Audio ................... 10

Viladco ......................... 13

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

www.meetmusic.com

Angel Lopez Eresma

GUITAR

Angel Lopez Eresma ACOUSTIC GUITARS

De eerste mooie dagen van het jaar zijn net gearriveerd, en meteen krijgen we bijpassende instrumenten aangeleverd: een paar klassieke (bij dit warme weer denken we liever aan “Spaanse”) gitaren van Angel Lopez. Deze reeks is nog maar een klein half jaar geleden gelanceerd en heeft als kern een massieve ceder top die op alle modellen aanwezig is. Wij bekijken alvast even twee modellen voor jullie: de ERE-S en de ERE-CFI S.

ALGEMEEN

Concept Met de Eresma reeks mikt men bij Angel Lopez net boven het beginnersbudget, namelijk tussen €300 en 500. Deze prijsklasse kent reeds een moordende concurrentie, en de vraag is of de Angel Lopez Eresma reeks genoeg te bieden heeft om boven de concurrentie uit te komen. De massieve ceder top is in elk geval een eerste punt waarmee men de concurrentie het vuur aan de schenen kan leggen. Toebehoren/Opties Zoals meestal bij goedkopere modellen wordt er geen gigbag, draagtas of koffer meegeleverd. Je krijgt enkel een klein stuk gereedschap om de hals mee bij te stellen. Verder vind je nog wat korte informatie over de verschillende modellen, maar niets dat je niet ook op het internet zou kunnen vinden. Imago Voor mij was Angel Lopez een nieuwe naam. Zoals altijd komt er dan meteen wat opzoekwerk bij kijken, maar over het merk zelf vind ik zeer weinig. Er is geen officiële website en de info die te vinden is, is meestal afkomstig uit persberichten van de importeur. Dan gaan we maar zelf op onderzoek uit! Afwerking Op het eerste zicht heeft men in elk geval geen moeite gespaard om de Eresma modellen netjes af te werken. Een zeer modern ogend rozet is de eerste blikvanger, maar ook de laklaag en tuners van de gitaar verraden een meer moderne aanpak van het klassieke instrument. Nergens vinden we sporen van een onzorgvuldige werkwijze en alle onderdelen zitten stevig op hun plaats. Een goeie start dus! Garantie Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.

BOUW

Kop/Hals Voor de hals blijft men bij de klassieke en gek e n d e methode: een 3-delig laminaat waarbij de hals uit een groot stuk bestaat, en de nekhiel en de stemkop aan de hals worden vast gekleefd. De mahonie hals is voor beide gitaren trouwens volledig identiek, en is voorzien van een truss rod om grote problemen te voorkomen. De stemkop is bij beide modellen voorzien van een toplaag van palissander, iets wat steeds een zeer stijlvol resultaat oplevert. De stemkop heeft, uiteraard, een open constructie. Maar voor een klassieke gitaar mag

dat allesbehalve een verrassing zijn!

www.meetmusic.com

TIM VAN ROY Les premiers beaux jours viennent juste d’arriver, et immédiatement, voilà que nous recevons des instruments “dans l’air du temps”: je veux parler de deux guitares classiques en provenance d’Angel Lopez... Ben oui, quoi: par des chaleurs pareilles, on pense plus facilement à des guitares “espagnoles”, non? Cette série n’a été lancée que depuis un semestre à peine, et en guise de “marque de fabrique”, tous les modèles bénéficient d’une table d’harmonie en cèdre massif. Pour ce test, nous allons nous pencher sur deux modèles: l’ERE-S et l’ERECFI S.

GÉNÉRALITÉS

Concept Chez Angel Lopez, la série Eresma vise le créneau juste au dessus du budget du débutant, c’est-à-dire entre 300 et 500 euros. Cette catégorie de prix connaît déjà une concurrence acharnée, et la bonne question, c’est de savoir si la série Eresma d’Angel Lopez possède des arguments suffisamment persuasifs pour dominer cette concurrence... De toute évidence, la table d’harmonie en cèdre massif est clairement un premier point qui pourrait faire mettre le genou à terre aux concurrents. Accessoires / options Comme c’est le cas pour les modèles les moins chers, il n’y a ni sac, ni housse, ni coffre à la livraison. On a juste droit aux petits outils destinées à régler le manche. En plus, il y a quelques brèves informations sur les différents modèles de la gamme, mais en tout cas, rien que l’on ne puisse trouver sur Internet. Image Pour moi, Angel Lopez, c’est un nouveau nom. Et comme chaque fois dans ces cas-là, on se lance dans quelques recherches. Mais en ce qui concerne la marque elle-même, on trouve très peu de choses... elle n’a pas de site officiel, et les infos disponibles sont le plus souvent des communiqués de presse de l’importateur. Qu’à cela ne tienne: nous ferons nos propres recherches! Finition A première vue, on ne s’est en tout cas épargné aucune peine pour que les modèles Eresma bénéficient d’une finition exemplaire. La première chose qui frappe le regard, c’est une rosace au look très moderne, mais tant le vernis que les mécaniques de la guitare trahissent une approche résolument moderne de l’instrument classique. Nulle part, nous n’arriverons à trouver la moindre trace d’un travail bâclé, et tous les composants se trouvent solidement fixés à leur place. Bref, voilà un bon début... Garantie Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.

CONSTRUCTION

Tête / manche Pour ce qui est du manche, on en reste à la bonne vieille méthode classique: une pièce laminée, en trois parties, dont la plus grande partie est le manche proprement dit, et auquel le talon et la tête sont collés. Le manche en acajou est totale-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

Angel Lopez Eresma

GUITAR

Toets De toets van beide gitaren is eveneens identiek, met een fraaie, donkere strook rosewood als sobere maar stijlvolle keuze. Hier krijgen we een eerste moderne toets: de laatste frets

voor de topsnaren steken een stukje boven het klankgat uit. Dit is op zich niet echt uitzonderlijk, maar de schuine snede die naar de bassnaren loopt is dat wél. Dit “diagonaal” snijden van de toets aan het klankgat zorgt ervoor dat er een paar noten worden toegevoegd. Op die manier hebben we een fret extra en een paar “bespeelbare” noten erbij. En het geeft de gitaren voorzijde van wel meteen een modern kantje mee in de uitstraling. De de toets is ongemoeid gelaten, maar aan de zijkant van de toets zijn de positiemarkeringen reeds aangebracht (wat niet altijd het geval is bij klassieke gitaren). Bovenaan de toets vinden we de topkam die, eerder uitzonderlijk, ook zwart i s van kleur en daardoor uitstekend bij de kleur van de toets past. Body Zoals reeds gezegd maakt men bij Angel Lopez vooral een zaak van de massieve ceder top die op elke gitaar in deze reeks aanwezig is. Ook de zijen achterkanten van de ERE-S en ERE-CFI S zijn gemaakt uit hetzelfde materiaal: mahonie. In het geval van de zijen achterkanten gaat het echter om een laminaat, en geen massieve houtsoort. Zowel de top als de achterzijde zijn netjes afgezoomd met een donkere, kunststoffen binding. Dit past qua stijl perfect bij de donkere toets en de toplaag op de stemkop. Andere details, zoals het afwerken van de nekhiel in diezelfde kleur, dragen allemaal bij tot een zeer grondig uitgedachte (en zeer goed uitgevoerde) styling. Tel daarbij nog dat opvallende, moderne rozet en je krijgt een klassieke gitaar met een zeer smaakvol, modern karakter. Ook wat betreft de laklaag heeft men gekozen voor een minder traditionele oplossing. Een “gewone” klassieke gitaar is doorgaans afgewerkt met een gepolijste laklaag, terwijl men hier voor een matte en minder dikke laag heeft gekozen. Dit is iets dat is overgewaaid vanuit de klassieke sector, waar men al jaren experimenteert met alternatieve laklagen om de resonantie van de gitaar te optimaliseren. Tot daar zijn beide modellen gelijk… Maar er is wel degelijk een verschil! De ERE-S is wat je zou verwachten van een klassiek model: men heeft aan de bodyvorm niets veranderd. Maar de ERE-CFI S is voorzien van een cutaway waardoor je makkelijker aan de hoogste frets kan. Dit is op zich al een zeer sterk punt: klassieke gitaren met een cutaway binnen deze prijsklasse komen veel minder voor dan de traditionele variant, waardoor dit model meteen zal opvallen! En een ander pluspunt: als je de ERE-CFI omdraait, zie je in de zijkant een klein controlepaneel zitten waarop “Fishman” staat. Jep, de CFI is voorzien van een pickupsysteem! Het Fishman Isys+ systeem bevat een 2-bands EQ (bass, treble), een fase-schakelaar en een ingebouwde tuner.

HARDWARE & ELEKTRONICA

Stemmechanieken De tuners van beide modellen zijn eveneens identiek en maken gebruik van een open constructie. Daarmee willen we zeggen dat het raderwerk van de tuners niet is afgeschermd. Bij een akoestische gitaar is dit zeldzaam, bij een klassieke gitaar eerder de norm. De tuners reageren zoals het

www.meetmusic.com

ment identique sur évipour

les deux guitares, et il est équipé d’une barre de renfort ter tout problème majeur. La tête, sur les deux modèles également, bénéficie d’un placage en palissandre, un détail qui amène toujours un bon résultat au niveau de l’esthétique. Bien entendu, cette tête est de type “ouvert”. Mais s’agissant d’une guitare classique, c’est tout... sauf une surprise! Touche La touche des deux guitares est tout aussi identique, c’est une belle pièce sombre de palissandre, un choix aussi sobre qu’élégant. C’est ici qu’on remarque une première touche (sans jeu de mots!) moderne: les dernières frettes des cordes les plus aiguës surplombent une partie de la rosace. En soi, ce n’est pas vraiment exceptionnel, mais ce qui l’est, c’est la coupe en biais vers les cordes basses. Cette portion supplémentaire de la touche en diagonale au dessus de la rosace fait que l’on peut jouer quelques notes plus aiguës: car ainsi, on dispose d’une frette en plus, et donc, de quelques notes “jouables” en prime. Et cela donne immédiatement au look de la guitare une côté plus moderne. La surface de la touche reste exempte de tout repère, mais sur le côté, les repères de position habituels sont bien présents, ce qui n’est pas toujours nécessairement le cas sur les guitares classiques. En haut de la touche, on a veillé, et c’est de nouveau assez exceptionnel, à choisir un sillet de tête de couleur noire, ce qui convient parfaitement à la couleur sombre de la touche. Corps Comme cela a déjà été dit, on fait grand cas chez Angel Lopez de la table d’harmonie en cèdre, qui est donc présente sur chaque modèle de la série. Les éclisses et le fond de l’ERE-S et de l’ERE-CFI S sont de la même essence: de l’acajou. Dans le cas des éclisses et du fond, il s’agit de bois laminé, et donc, pas de bois massif. Tant la table d’harmonie que le fond sont soulignés par un filet de couleur sombre en matière synthétique qui en fait le tour. Ce qui est parfaitement assorti à la touche et au placage de la tête, toutes deux de couleur sombre. D’autres détails, comme la finition du talon dans cette même couleur, contribuent tous à un look aussi bien pensé qu’exécuté. Ajoutons à cela la rosace, à la fois attirante et moderne, et nous obtenons une guitare classique au caractère aussi élégant que moderne. Au niveau du vernis, la firme a aussi opté pour une solution s’écartant quelque peu de la tradition. En effet, une guitare classique “commune” est entièrement recouverte de vernis consciencieusement poli, alors qu’ici, la couche de vernis est matte et beaucoup plus fine. Et c’est une tendance qui provient du secteur classique lui-même, où depuis des années déjà, on tente des expériences avec des vernis alternatifs afin d’améliorer la résonance des instruments. Jusqu’ici, les deux modèles sont identiques... Mais il y a pourtant une fameuse différence! L’ERE-S représente ce que l’on attend d’un modèle classique: on n’a rien changé à la forme du corps. Tandis que l’ERE-CFI S, elle, possède un pan coupé, ce qui permet évidemment un accès plus facile aux notes aiguës. Voilà déjà un très bon point: les guitares classiques à pan coupé dans cette catégorie de prix sont bien plus rares que leur variante traditionnelle. Ce modèle se distinguera donc immédiatement de ses consœurs traditionnelles. Et voici un autre atout: quand on retourne l’ERE-CFI S, on remarque sur l’éclisse supérieure un petit panneau de commandes, où la marque Fishman est bien visible. Super: cette ERE-CFI S est donc équipée d’un système d’amplification! Le système Fishman Isys+ possède une égalisation à deux bandes (bass & treble), un inverseur de phase et un accordeur intégré.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

GUITAR

Angel Lopez Eresma moet, en eventuele problemen zijn bij zo’n open constructie makkelijk op te sporen. Maar ook hier is er extra aandacht geweest voor de styling: de tunerknoppen zijn gemaakt uit kunststof en lijken erg sterk op hout. Ze val-

len echter een stuk sterker uit en hebben weer exact dezelfde kleur als de binding en de toplaag van de stemkop. Blijkbaar heeft men bij Angel Lopez aan alles gedacht! Brug De brug van beide modellen is dan weer zo traditioneel als het maar kan zijn: een simpel “blok” palissander met daarin de kam gemonteerd. Voor die kam opteert men dan weer wel resoluut voor moderne technologie: Tusq. Deze kunststof, die de akoestische kwaliteiten van ivoor moet recreëren, wordt eveneens gebruikt op de topmodellen van vele andere merken (met gitaren die vlotjes voorbij de €3000 gaan). Ook die zwarte topkam, bovenaan de toets, is Tusq. Over de kwaliteit hoef je je dus geen zorgen te maken.

SPEELCOMFORT

Ergonomie Om deze gitaren een eerlijke kans te geven, moeten we ze eigenlijk testen in de klassieke houding. Dus: voetbankje terug van onder het stof en de gitaar op het linkerbeen. Dit levert meteen een aantal flashbacks op aan de eerste muzieklessen! Maar meteen kunnen we vaststellen dat het ook allemaal erg bekend aanvoelt. De dikkere en bredere hals van een klassieke gitaar is altijd even wennen als je overstapt van een elektrische gitaar, maar ook dit komt snel weer terug. Met de ERE-CFI zetten we ons toch even in de “pop”-houding, en ook dat levert geen problemen op. De gitaren zijn licht en liggen makkelijk in de schoot. Actie Beide gitaren hebben een opvallend lage actie, waardoor de gitaren recht uit de doos zeer makkelijk spelen. Als dit bij jouw model echter niet het geval is, aarzel dan niet om bij de aankoop van de gitaar aan de winkelier te vragen of hij dit even wil bijstellen. De actie van een akoestische of klassieke gitaar aanpassen is immers een onomkeerbaar proces en wordt best door een ervaren technicus uitgevoerd.

KLANKKWALITEIT Kleur We beginnen met de ERE-S… Met nylon snaren zijn sommige van de klankeigenschappen die het hout kan bieden iets subtieler, en bijgevolg moeilijker te onderscheiden. De typische klank van de nylon snaren overheerst het klankbeeld, en de houtsoorten voegen daar een lichte kleur aan toe. Zo ook met de ERE-S. De gitaar klinkt

www.meetmusic.com

ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE

Mécaniques Les mécaniques des deux modèles sont également identiques et sont de type “ouvert”: comprenez par là que les engrenages des mécaniques sont visibles et non pas recouverts par un couvercle. Sur une guitare acoustique,

c’est assez rare, mais sur une classique, c’est plutôt la norme. Ces mécaniques réagissent comme il se doit, et les problèmes qui surgiraient éventuellement dans le cas d’une construction de type ouvert sont faciles à maîtriser. Mais ici aussi, la firme a tout particulièrement soigné le look: les boutons des mécaniques sont en matière synthétique et ressemblent très fort à du bois. Ils ont l’air nettement plus solide et possèdent exactement la même couleur que les filets et le placage de la tête. Manifestement, chez Angel Lopez, on pense à tout! Chevalet De nouveau, le chevalet des deux modèles est on ne peut plus traditionnel: un simple “bloc” de palissandre avec le sillet monté à l’intérieur. Et pour ce sillet, la firme opte de nouveau résolument pour une technologie moderne: le Tusq. Cette matière synthétique, qui arrive à se rapprocher de façon très convaincante des qualités acoustiques de l’ivoire, est également utilisée sur les modèles supérieurs dans beaucoup d’autres marques... et ce, notamment sur des guitares qui coûtent presque 3.000 euros! Quant au sillet de tête, il est lui aussi en Tusq. Aucun souci à se faire sur donc sur la qualité de ces composants!

CONFORT DE JEU

Ergonomie Pour être honnête vis à vis de cette guitare, il faut en fait la tester en adoptant la position classique, soit: aller rechercher mon petit support ad hoc, en éliminer la poussière, y poser le pied et poser la guitare sur la cuisse gauche. Ce qui me procure d’emblée une série de flashbacks ayant trait à mes premières leçons de musique! Mais immédiatement, il faut dire que cette position est ressentie comme quelque chose de bien connu. Il faut toujours un minimum de temps pour se réadapter à l’épaisseur et la largeur, plus importantes, d’une guitare classique, quand on “vient” d’une guitare acoustique, mais cela aussi, cela revient très vite. Mais pour l’ERE-CFI S, nous adoptons plutôt la position “pop”, et cela ne pose aucun problème non plus. Ces guitares sont légères et se “calent” facilement contre le corps du musicien. Action Les deux guitares ont une action particulièrement basse; du coup, dès qu’elles sont sorties de leur boîte, elles sont très faciles à jouer. Si ce n’est pas le cas de votre modèle, n’hésitez pas, lors de votre achat, à demander au patron du magasin pour que l’on s’occupe de ce réglage: en effet, adapter l’action d’une guitare acoustique ou classique est un processus irréversible (on lime le sillet!), et il vaut donc mieux confier l’opération à un technicien expérimenté.

QUALITÉ DES SONORITÉS

Couleur Commençons par l’ERE-S... Avec des cordes en nylon, certaines des caractéristiques sonores offertes par les essences de bois en présence se révèlent de manière plus subtile, et par conséquent, elles sont plus difficiles à distinguer. En général, le son typique des cordes en nylon domine le spectre sonore, et les essences de bois choisies y ajoutent un brin de couleur

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

GUITAR

Angel Lopez Eresma

dik en warm, wat zonder twijfel het resultaat is van de mahonie constructie gekoppeld aan de ceder top. Meer gevorderde gitaristen zouden allicht een tikkeltje meer hoge tonen willen om het instrument een betere projectie te verlenen, maar die gevorderde gitaristen gaan allicht ook niet in deze prijsklasse komen zoeken. We lopen wat voor op de feiten, maar als je de klank (en al de rest) in verweinig van de kritiek zich houding tot de prijs bekijkt, kan er maar staande houden. De ERE-CFI gaat grotendeels dezelfde toer op, maar meer hoog dan de EREbeschikt al wel over een tikkeltje gitaar te noemen, maar S. Het is nog steeds geen heldere pickupsysteem doen de de toevoeging van de cutaway én het Over dat pickupsysteem gitaar er ruim bovenuit springen. gesproken: de kwaliteit van die klanken is prima. Met een undersaddle pickup valt een groot deel van het effect van de klankkast altijd weg, waardoor de ERE-CFI ingeplugd eigenlijk is. Als we dan klinkt als een veel duurdere gitaar dan ze gaat het eigenlijk enkel één puntje van kritiek moeten geven, dan staat nu aan de rechterom de plaatsing van de jack-output. Deze bereikbaar batterijonderzijde van de gitaar (met een makkelijk compartiment!). Als deze exact in het midden had gestaan, had de output ook meteen kunnen dienen als straphouder, mocht je met de gitaar rechtstaand willen spelen. Het is iets kleins, maar we moeten toch iets kunnen zeggen, niet? Respons Laten we meteen even verder gaan over die pickup: pickupsystemen in nylonstrings zijn over het algemeen zeer gevoelig en reageren op het allerminste. Ook dat is bij de ERECFI geen uitzondering. Als je op hogere volumes gaat spelen, is daarom een feedbackbuster ook geen slechte voorzorg! Anders zou de gitaar wel eens oncontroleerbaar gaan feedbacken. Akoestisch zijn beide gitaren perfect vergelijkbaar: een klassieke gitaar is streng maar rechtvaardig! Heb je een goede en zuivere speeltechniek, dan ga je hier weinig problemen ondervinden. Maar als je een aantal slechte gewoontes hebt (bijv. je vingers niet dicht genoeg tegen de frets plaatsen) dan ga je allicht aardig wat problemen ondervinden.

qui leur guitare a possible, en acajou plus explus pour guitaristes ne cette gamme bœufs, quand regard du prix, Passons à caractérisplus que l’EREment clair, mais place ce modèle cernant ce sysqualité des sons chevalet, une si, une fois que d’une guitare S’il fallait rel’endroit où est férieure droite la pile, très milieu des

BUDGET

Eigenlijk hebben we nog niet veel anders dan goede punten kunnen opnoemen. Dan houden we meestal ons hart vast voor de prijzen. Dit blijkt gelukkig niet nodig te zijn: de ERE-S kost €395 en de ERE CFI-S gaat over de toonbank voor €475 (beide prijzen incl. BTW). Dit blijft ook perfect binnen de doelgroep van de instrumenten, net boven de beginnersklasse. De bouw, bespeelbaarheid en klank zijn bijna foutloos en heel erg goed voor deze prijs, de styling en het oog voor detail werkelijk uitzonderlijk. Maar dan is het nog de vraag of de gitaren boven de concurrentie gaan uitspringen. Voor de ERE-S is dat moeilijk te voorspellen, omdat de gitaar op de styling na enkel een scherpe prijs te bieden heeft (en zo zijn er vele modellen). Maar de ERE CFI-S zal zonder twijfel wél opvallen, aangezien die naast de styling ook nog een cutaway én een pickupsysteem voorziet. Dat is zonder twijfel die extra Euro’s wel waard!

pro

CONCLUSIE

Een eerste kennismaking, maar wat voor een! Uitstekend gebouwd, toffe klanken, verschillende variaties én een zeer geslaagde styling. Hoeveel pluspunten kan een model (of zelfs een volledige reeks) van bij de eerste keer te bieden hebben? We kunnen in elk geval stellen dat Angel Lopez een heel sterke eerste indruk heeft nagelaten!

• Bouw • Massieve ceder top • Zeer geslaagde styling • Cutaway én pickupsysteem voor ERE-CFI

PRIX

En fait, une fois de plus, nous n’avons rien d’autre que de bonnes nouvelles à annoncer: retenons donc notre souffle à l’annonce des prix! Pas besoin d’avoir peur, rassurez-vous: l’ERE-S coûte 395 euros, et l’ERE-CFI S, 475 euros, ces deux prix étant TVA comprise. Cela nous semble parfait pour le créneau de l’instrument, soit juste au dessus du niveau des débutants. La construction, le confort de jeu et le son font presqu’un “sans faute”: tout cela est excellent pour un tel prix, et l’esthétique et le souci du détail sont vraiment exceptionnels. Reste alors la question de savoir si ces guitares sont capables de “survivre” face à la concurrence. Pour l’ERE-S, c’est difficile à prévoir, car à part son esthétique, cette guitare n’a qu’un prix intéressant à proposer... et il y a beaucoup de modèles de ce type. Par contre, l’ERE-CFI S se fera plus remarquer, sans aucun doute possible: en plus de l’esthétique, il y a le pan coupé et le système d’amplification. Ce qui justifie d’ailleurs pleinement les quelques euros en plus!

CONCLUSION • La construction • La table d’harmonie en cèdre massif • L’esthétique, très réussie • Le pan coupé et le système

contra • Plaatsing output ERE-CFI

MMM

taines

est propre... et c’est aussi le cas de notre ERE-S: la un son plein et chaud, ce qui, sans le moindre doute est le résultat de l’association entre la construction et la table d’harmonie en cèdre. Les guitaristes périmentés voudront peut être un brin d’aiguës en assurer une meilleure projection, mais ces mêmes rechercheront sans doute pas un instrument dans de prix! Au risque de mettre la charrue avant les on considère le son (et tout le reste, d’ailleurs!) en peu de critiques résistent à l’analyse. l’ERE-CFI S, qui affiche grosso modo les mêmes tiques, mais qui possède déjà un brin d’aiguës en S. On ne peut pas encore appeler cela un son vrail’ajout du pan coupé et le système d’amplification pas mal d’échelons au dessus de sa variante. Contème d’amplification, disons sans ambages que la est impeccable. Avec un micro piezo placé sous le grande partie du son du corps disparaît déjà. Ainl’ERE-CFI S est branchée, le son amplifié est celui nettement plus chère que son prix réel. tenir un point de critique, ce serait uniquement placé le jack de sortie: il se situe sur la partie inde la guitare, juste à côté du compartiment pour facile d’accès. Si ce jack était placé exactement au éclisses, la sortie aurait pu également servir de bouton pour une bandoulière, au cas où l’on voudrait jouer debout. Ce n’est qu’un petit détail, mais il faut bien trouver quelque chose, non? Réponse Terminons directement nos considérations sur le micro: les systèmes d’amplification installés dans les guitares à cordes en nylon sont en général très sensibles et ils réagissent à la moindre nuance. Et c’est bien le cas aussi de cette ERE-CFI S: si l’on joue à des volumes élevés, obturer la rosace avec un ‘feedback buster’ n’est pas une vaine précaution! Sinon, la guitare risque de devenir très vite sujette au feedback et de se rendre ainsi incontrôlable. D’un point de vue strictement acoustique, les deux guitares sont tout à fait comparables: une guitare classique a un côté austère, mais elle est aussi équitable! Donc si vous avez une bonne technique, sûre, vous ne rencontrerez que peu de problèmes. Mais si vous avez quelques mauvaises habitudes, comme par exemple, ne pas placer les doigts assez près des frettes, vous irez à l’encontre de cerdifficultés...

www.meetmusic.com

• L’emplacement du jack de sortie de l’ERE-CFI S

Voilà une première prise de contact, mais je m’en souviendrai, de celle-là! Une construction parfaite, des sons du tonnerre, plusieurs variantes, et une esthétique très réussie. Combien de points remarquables un modèle voire toute une série - peut-il proposer dès sa sortie, telle est la question! En tout cas, sans y répondre vraiment, disons qu’Angel Lopez nous laissera une première impression des plus positives! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

DV Mark DVM Compressore & Guitar Tube Marker

GUITAR

DV Mark DVM Compressore & Guitar Tube Marker

EFFECT PEDALS

TIM VAN ROY

Terwijl DV Mark zich onlangs ook op de markt van mini-pedalen begaf, blijft deze fabrikant ook vlotjes pedalen van “normale” grootte produceren. Meer zelfs, ze zijn er ook niet vies van een pedaal te produceren dat stukken GROTER uitvalt dan

wat doorgaans als “normaal” wordt beschouwd. We bekijken van elk formaat een specifiek voorbeeld: de Guitar Tube Marker (met gebruikelijke afmetingen) en de DVM Compressore, een zwaar uit de gewassen compressorpedaal.

Alors que DV Mark s’est récemment penché sur le marché des mini-pédales, ce constructeur n’en continue pas moins à produire des pédales de taille “normale” à un rythme soutenu. Je dirais même plus: la firme n’a pas hésité à construir e

une pédale qui est nettement plus encombrante par rapport aux “normes” généralement admises. Et aujourd’hui, nous allons examiner un exemplaire de chaque format: le Guitar Tube Marker, de taille normale, et le DVM Compressore, une pédale de compression aux dimensions “pas piquées des vers”! kluiten

DVM COMPRESSORE

We beginnen met de grootste van de twee: de DVM Compressore. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het om een compressorpedaal. Maar er zijn een aantal bijzonderheden aan dit model! Al gauw wordt duidelijk waarom dit pedaal zo groot uit valt. Je krijgt enerzijds een groot a a n t a l d r a a i k nop pen voorgeschoteld en, wat belangrijker is, het pedaal huisvest een echte ECC81 lamp. Het is dus niet zomaar een compressor, maar een lampencompressor. Dit, gekoppeld aan het aantal parameters dat je kan instellen, geeft dit pedaal meteen de allures van een studiocompressor. Terwijl de compressor alle pieken in je lijnen of akkoordpartijen uitvlakt, voegt de lamp dus ook die typische warmte en sponzige respons toe aan je klank. Dat is een voordeel, maar kan voor sommige gitaristen ook iets zijn dat ze niet zoeken. Als je een

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

DVM COMPRESSORE

Nous commencerons donc par la plus imposante des deux: le DVM Compressore. Comme son nom permet de le supposer, il s’agit d’une pédale de compression. Mais ce modèle comporte toute une série de particularités! On comprend assez rapidement pourquoi cette pédale est si volumineuse: d’une part, il y a un grand nombre de potentiomètres, et d’autre part, la particularité la plus marquante, c’est que le boîtier abrite une “vraie” lampe, de type ECC81. Ce n’est donc pas “juste” un compresseur, mais un compresseur... à lampe! Et cette caractéristique, associée au nombre de paramètres que l’on peut régler, donne immédiatement à cette pédale des allures de compresseur de studio. Alors que le compresseur proprement dit “gomme” tous les pics de volume de vos solos ou de vos accords, la présence de la lampe ajoute cette “chaleur” et cette “élasticité” qui lui sont si caractéristiques. C’est sans doute un avantage pour certains, mais ce n’est pas ce que recherchent tous les instrumentistes... En effet, si votre priorité est de trouver un compresseur super “transparent” - qui “colore” donc le son le moins possible -, il existe des options plus adéquates que ce Com-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06 www.meetmusic.com 11

DV Mark DVM Compressore & Guitar Tube Marker

GUITAR supertransparante (en dus zo weinig mogelijk kleurende) compressor nodig hebt, zijn er allicht betere opties dan de Compressore. Maar wie die extra lampenwarmte wel kan waarderen, gaat waarschijnlijk weinig alternatieven vinden die het beter doen dan de DV Mark Compressore. De klankkwaliteit is fantastisch en de controls reageren zeer fijn. Als je overstapt van een “Dynacomp”-type compressor (met 1 knop) zal het wel even zoeken zijn om alle instellingen te vinden, maar als je met dit type speelgoed aan de slag wil, is een bepaalde leerperiode nu eenmaal niet te vermijden. Voor pedalen van prokwaliteit betaal je wel prijs, en dat is voor de anders: voor deze perfantastisch klinkende €289 (incl. BTW). Niet weinig, maar in de wereld van de top-gitaareffecten ook zeker niet heel veel!

fessionele een bepaalde Compressore niet fect gebouwde én compressor betaal je

GUITAR TUBE MARKER

Met de DV Mark Guitar Tube Marker keren we terug naar de “standaard” afmetingen van gitaarpedalen. Gelukkig blijft de bouwkwaliteit wel hetzelfde: net als bij de Compressore krijg je een volledige metalen behuizing waar je schijnbaar met een tank over zou kunnen rijden. De gebruikte knoppen zijn net dezelfde als bij de Compressore, met ook diezelfde aangename respons en weerstand wanneer je je instellingen aanpast. Ook niet onbelangrijk: bij zowel de Compressore als de Guitar Tube Marker wordt je voorzien van een “true bypass” schakeling, waardoor je gitaargeluid geen kwaliteitsverlies oploopt als het effect uit staat. Veel valt er over de controls niet te vertellen, want we zitten op erg bekend terrein: je krijgt enkel draaiknoppen voor “drive”, “level” en “tone”. Iedereen die ooit al een overdrive- of distortionpedaal heeft gehad, weet wel wat deze knoppen doen. Je regelt er de hoeveelheid gain, het volume en de basis-EQ van je klank mee. Dan pluggen we de Tube Guitar Marker tussen onze gitaar en versterker in en gaan we aan de slag! De Guitar Tube Marker is duidelijk een overdrive-pedaal en genereert dus vooral warmere en meer organische klanken. Geen venijnige en scherpe distortion-sounds hier! Toch levert dit pedaal meer gain dan ik oorspronkelijk had verwacht. We steken de standaard “Tubescreamer”-klanken vlotjes voorbij en halen er al snel dikkere klanken uit. Je kan de gain helemaal open draaien, maar daar zit het sterke punt van het pedaal niet echt. Hou de gain grofweg tussen een kwart en driekwart open en je wordt overladen met muzikale geluiden uit zowat elk verschillend type gitaar. Je kan die typisch snijdende blijklank uit een telecaster of stratocaster makkelijk wegwerken met de “tone”-functie, maar tegelijk is het lichter maken van een Les Paul-geluid ook geen probleem. Als je dan ook nog weet dat de DV Mark Guitar Tube Marker voor €155 (incl. BTW) over de toonbank gaat, maakt dat de deal nog indrukwekkender. True bypass schakeling, uitstekend gebouwd en zeer goede klanken… De Guitar Tube Marker zou wel eens een zeer geduchte concurrent kunnen worden voor de gevestigde merken. Tegen deze prijs-kwaliteitverhouding kunnen niet veel andere producten zich staande houden. MMM

289 eupas rien, mais peu quand on aborde le niveau.

pressore. Mais pour ceux qui apprécient la chaleur supplémentaire due à la lampe, ils trouveront difficillement de meilleures alternatives que ce DV Mark Compressore. En effet, la qualité du son est tout simplement fantastique, et les contrôles réagissent vraiment au “carat” près! Si on passe d’un compresseur de type ‘Dynacomp’ - à un seul bouton, donc! - à cette pédale, il faudra quelques recherches pour maîtriser tous ces réglages, mais si on veut apprivoiser ce type de matériel, il est impossible d’éviter un certain temps d’apprentissage. Pour les pédales de qualité professionnelle, il faut toujours concéder un certain prix, et il n’en est pas autrement pour ce Compressore: ce compresseur, de construction parfaite et au son inouï, coûte ros (TVA comprise). Ce n’est pourtant, c’est relativement petit monde des effets de top

www.meetmusic.com

Via le DV Mark Guitar Tube Marker, nous opérons à présent un retour aux effets pour guitare de taille “normale”. Fort heureusement, la qualité de la construction reste la même: tout comme pour le Compressore, le boîtier est totalement en métal, on dirait même qu’on pourrait passer avec un tank dessus sans occasionner de dégâts! Les boutons choisis sont aussi les mêmes que ceux du Compressore, avec la même réponse et la même résistance, très agréable, quand on adapte les réglages. Autre point à ne pas sous-estimer: tant pour le Compressore que pour le Guitar Tube Marker, la firme a opté pour un inverseur de type ‘true bypass’: autrement dit, quand l’effet n’est pas activé, il n’y a aucune perte de qualité dans votre son. Il n’y a pas grand-chose à dire sur les contrôles, car nous évoluons en terrain connu: on a juste droit au trio habituel, ‘drive’, ‘level’ et ‘tone’. Tout qui a déjà approché une pédale d’overdrive ou de distorsion sait déjà à quoi servent ces boutons: grâce à eux on règle le taux de distorsion, le volume de sortie, et l’égalisation de base. Il suffit donc d’insérer ce Tube Guitar Marker entre la guitare et l’ampli, et... “c’est parti, mon kiki”! Ce Guitar Tube Marker est clairement une pédale d’overdrive, elle délivre donc plutôt des sons “organiques”, emprunts d’une certaine “chaleur”: bref, pas de sons trop agressifs ou stridents au programme! Néanmoins, cette pédale possède plus de gain que ce à quoi je m’attendais au départ: on atteint sans problème des sons très voisins du ‘TubeScreamer’ de référence, et les sons plus “lourds” ne sont pas exclus. On peut évidemment pousser le gain à fond, mais ce n’est pas le point fort de cette pédale: il est préférable de “naviguer”, grosso modo, entre un niveau allant du quart au tiers de la course du potentiomètre, et on est alors gratifié par une flopée de sonorités d’une excellente musicalité, quel que soit le type de guitare. On peut sans difficulté “gommer” le caractère typiquement incisif d’une Telecaster ou d’une Stratocaster via le contrôle ‘Tone’, mais en même temps, l’utilisation d’une Les Paul ne posera aucun problème. Quand on sait en plus que ce DV Mark Guitar Tube Marker ne coûte que 155 euros (TVA comprise), l’offre se révèle d’autant plus alléchante! Inverseur de type ‘true bypass’, construction impeccable, excellents sons... ce Guitar Tube Marker pourrait devenir un redoutable concurrent pour les marques bien établies, car face à un tel rapport qualité / prix, peu de produits sont en mesure d’aller à une confrontation sans battre en retraite! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

LTD BB-4

BASS

LTD BB-4

BASS GUITAR

We mochten de laatste tijd al redelijk wat proeven van LTD, en dan vooral van hun standaard en vintage modellen. Recent testten we nog de Vintage 214. Dat ESP goede basgitaren maakt was al duidelijk, en de goedkopere LTD reeks zorgt ervoor dat het prijskaartje wordt gedrukt zonder aan kwaliteit in te boeten. Deze keer ontvangen we nog eens een LTD bas, maar dan eentje op steroïden én met een eigenzinnige look. Ben je er klaar voor?

CONCEPT

De LTD Series vormt eigenlijk de budgetreeks van ESP, en net zoals bij vele grote merken wordt deze goedkopere reeks in het Verre Oosten geproduceerd. Dat de kwaliteit van dit soort instrumenten aanzienlijk verbeterd is, mochten we hier bij Meet Music zelf ondervinden. Je krijgt tegenwoordig meer waar voor je geld en dat is bij LTD niet anders. Ik heb zelfs het gevoel dat ze bij ESP hun LTD-budgetreeks een niveau hoger aan het tillen zijn en deze modellen behoorlijk worden opgewaardeerd. Dat zie je ook aan het aanbod op hun website. Ze zijn hun concurrentie een stapje voor! Deze opvallende BB-4 is een conceptuele, door LTD ontworpen bas, waarbij gebruik werd gemaakt van hoogwaardige componenten. Dit model wijkt ook af van de vorige LTD basgitaren die ik al heb mogen testen. De BB-4 werd voorzien van enkele eigen snufjes die hem erg interessant maken. Welke dat zijn, krijg je zo meteen te horen!

BOUW

De look van deze basgitaar is alleszins al vrij eigenzinnig, wat het model erg herkenbaar maakt. Het opvallendst zijn de kop en de achterste flank van de body. De onderste achterflank steekt ter hoogte van de jack-ingang wat uit. Maar goed, over naar de specificaties! De bas werd volHierdoor ledig in een satin black laklaag gedompeld. kan je de tekening van de verschillende hout s o or ten niet zien, maar er is wel een naturel v e r s i e je meer beschikbaar én op LTD’s website vind een vaak info. De body bestaat uit swamp ash, gebruikte houtsoort die gekend is voor z ’ n A lder transparante klank. Ergens zou er ook in de body gebruikt zijn, maar ik kan niet meteen zien waar. Waarschijnlijk ergens binnenin als toneblock. Dit wordt vaker gedaan bij high end en handgemaakte basgitaren. De nekconstructie loopt door de body, niet geschroefd maar gelijmd aan de twee flanken. Deze constructie zorgt voor meer sustain en is heel sterk en stabiel. De hals is opgebouwd uit drie stukken maple en twee stukken walnoot. Bij de naturel versie zie je dat allemaal beter tot zijn recht komen. De toets is zoals gebr uikelijk van rosewood, telt 21 frets en loopt ook iets verder door in de body. Verder hebben we de chrome hardware die een combinatie is van materiaal van ESP en andere fabrikanten. De brug is ontmet aparte worpen door ESP zelf en is een standaardbrug zadeltjes per snaar. Hij heeft de string-thru-body optie om de snaren te bevestigen via de achterzijde van de body. Dit zorgt ervoor dat de snaartrillingen meer door heel soepel en de body worden opgenomen. De Grover stemmechanieken werken er twee soorten: blijven redelijk goed in stemming. Van de zwarte regelknoppen zijn die met een wit streepje ter indicatie, en de gewone zonder indicatie. De pick-ups zijn van Seymour Duncan en hebben een P-configuratie aan de nek en een J pickup aan de brug. Het beste van beide werelden dus. Qua afwerking heb ik geen slordigheden te melden. Langs de bovenzijde metalen vingersteun van de nek pick-up werd een koperkleurige bevestigd. De slagplaat heeft ook een eigenzinnige vorm meegekregen de naturel versie is dit en valt op doordat hij transparant is. Vooral bij mooi, omdat het hout niet wordt weggestoken achter een slagplaat. voorzien voor de Aan de achterzijde is er nog een afdekplaatje zeggen over de batterij en de elektronica. Er valt dus veel te bouw, met een accent op de eigenzinnigheid van dit model.

REGELMOGELIJKHEDEN

Deze actieve bas heeft heel wat regelmogelijkheden en werkt ook op batterij. De pick-ups zijn wel passief, maar het is dus de toonregeling die actief is. Een combinatie waar ik wel van hou. Ten eerste hebben we een volumeDaarnaast een blendknop om de knop om het uitgaand volume van de bas te regelen. voorste en achterste pick-ups met elkaar te mixen. Hoe meer je naar voren opendraait, hoe meer je een knorrende brugsound krijgt. In het midden is er een klikstand die aangeeft dat beide pick-ups ten volle worden benut, en daarover naar achteren draaiend bekom je een meer

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

STIJN DELDAELE Ces derniers temps, nous avons déjà eu l’occasion de voir de quoi LTD était capable, et ce, avant tout sur des modèles standard et ‘vintage’. Tout récemment, nous avons aussi testé le modèle Vintage 214. Qu’ESP construisait de bonnes basses, ça, on le savait déjà, tout comme le fait que la série LTD, meilleur marché que les “vraies” ESP, arrivaient à comprimer les prix sans pour autant “lâcher du lest” au niveau de la qualité. Cette fois, nous allons une fois de plus nous pencher sur une basse LTD, mais il s’agit d’un modèle dopé aux stéroïdes et doté d’un look tout à fait unique. Etes-vous prêts?

CONCEPT

La série LTD est donc en fait la série bon marché d’ESP, et comme c’est déjà le cas pour d’autres grandes marques, cette série plus accessible est produite en Extrême-Orient. Le fait que la qualité de tels instruments se soit fortement améliorée, nous avons eu l’occasion de nous en rendre compte ici même, lors de divers tests pour Meet Music. A l’heure qu’il est, on “en a plus” pour son argent qu’auparavant, et il n’en va pas autrement pour les instruments LTD. J’ai même l’impression que chez ESP, ils sont en train d’encore élever le niveau de cette série LTD, et que ces modèles sont sérieusement revalorisés. Et cela se voit aussi à l’offre qu’ils affichent sur leur site: ils ont un temps d’avance sur la concurrence! Cette basse BB-4, qui a le don d’interpeler les regards, a été conçue par LTD, et la firme n’a p a s hésité à recourir à des composants de top niveau. Ce modèle a aussi des traits communs avec les guitares basses LTD que j’ai déjà eu l’occasion de tester. Mais cette BB-4 a été conçue avec quelques caractéristiques qui lui sont bien propres et qui la rendent d’autant plus intéressante. Vous allez tout de suite savoir de quoi il s’agit...

CONSTRUCTION

Le look général de cette guitare basse est assez particulier, ce qui la rend immédiatement reconnaissable, et ce, surtout grâce aux formes de la tête et du contour du corps à l’arrière du cordier. En effet, à hauteur de l’entrée du jack, une sorte de pointe “ressort” de la courbe générale du corps. Bien, ceci précisé, continuons à passer les spécifications en revue! La basse est complètement “noyée” dans une couleur noire satinée. De ce fait, il est impossible reconnaître les différentes essences de bois en présence, mais il existe aussi une version en “naturel”, et de plus, il y a des infos supplémentaires sur le site de LTD. Le corps est donc en frêne des marais, une essence souvent utilisée et bien connue pour sa sonorité transparente. Il devrait aussi y avoir de l’aulne quelque part, mais pour l’instant, je ne vois pas où cela pourrait être. Vraisemblablement quelque part à l’intérieur, en tant que “bloc sonore”... Cette solution est souvent mise en œuvre sur les guitares basses de top niveau, voire faites à la main. La construction comporte un manche “traversant”, donc pas de vis à l’horizon: simplement, deux flancs viennent se coller de chaque côté de la partie qui prolonge le manche proprement dit. En plus d’être très solide et très stable, ce type de construction génère un sustain plus long. Le manche est constitué de trois couches d’érable et de deux couches de noyer. Sur la version en naturel, on voit évidemment tout cela beaucoup mieux. Comme c’est souvent le cas, la touche est en palissandre; elle compte 21 frettes et elle se prolonge un peu sur le corps de l’instrument. Passons à présent à l’accastillage, qui est en chrome, et qui fait appel à la fois à des composants d’ESP et d’autres marques. Le chevalet a été conçu par la firme elle-même: il s’agit d’une conception “standard”, avec des pontets séparés pour chaque corde. L’extrémité des cordes passe à travers le corps et est donc fixée à l’arrière du corps; ici aussi, cette option renforce le sustain dans la mesure où les vibrations sont mieux transmises vers le corps de la basse. Les mécaniques, de marque Grover, réagissent avec souplesse et la basse reste relativement bien accordée. L’instrument comporte deux types de boutons de réglage noirs: ceux avec une petite ligne blanche comme repère, et ceux sans la moindre indication. Les micros proviennent de l’écurie Seymour Duncan: la configuration allie un micro de type P au manche, à un de type J au chevalet. Bref, le meilleur des deux mondes. Au niveau de la finition, je n’ai remarqué aucun défaut. Juste au dessus du micro manche, il y a une pièce couleur cuivre qui sert a reposer le pouce. La plaque de protection possède elle aussi sa propre forme et elle se distingue également de par le fait qu’elle est transparente. C’est surtout intéressant pour la version en naturel, car grâce à cette plaque, le bois n’est pas abîmé par les coups de médiator. En face arrière, il y a aussi une plaque de protection, pour la pile et pour l’électronique. En résumé, il y avait pas mal de choses à dire sur la construction, avec un accent particulier à mettre sur le caractère “unique” de ce modèle.

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE

Cette basse est active, elle propose beaucoup de possibilités de réglages et elle fonctionne aussi sur piles. Les micros eux-mêmes sont passifs, mais c’est l’égalisation qui est active: voilà une combinaison que j’apprécie au plus haut point! Tout d’abord, nous avons un bouton de volume pour régler le signal sortant de la basse. Ensuite, un bouton qui mélange

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06 www.meetmusic.com 13

LTD BB-4

BASS

wollige P-sound van de neck pick-ups. En het feestje is nog niet gedaan! We hebben nog een 3-bands equalizing, bestaande uit Bass om de lage frequenties te regelen en Treble voor de hoge. Maar dan hebben we nog de stacked (ofte “op elkaar gestapelde”) mid regeling met beneden de Lo-mid knop om het lage midden te regelen en daarboven Hi-mid voor de hoge midden tonen. Je kan dus wel stellen dat we beschikken over een vrij uitgebreide toonregeling, ontworpen door ESP zelf. Heb je genoeg van die actieve toonregeling? Geen paniek, er is een actief/passief switch waarmee je dit allemaal kan uitschakelen, om zo een passieve klank te bekomen. Spijtig genoeg werken de toonregelingen niet in de passieve stand. Dat zou wel de kers op de taart geweest zijn!

SOUND

De combinatie van de Seymour Duncan passieve pick-ups en de actieve ESP elektronica is alleszins geslaagd. Seymour Duncan pick-ups hebben een zeer heldere en bijtgrage klank. Dat in combinatie met een actieve toonregeling zorgt ervoor dat je alle kanten uit kan. De toonregeling zorgt ervoor dat je heel diep kunt gaan

les volumes du micro manche et du micro chevalet: au plus on “ouvre” le potentiomètre, au plus on entend le ronronnement du micro chevalet. Au milieu, il y a un petit déclic qui signale que les deux micros sont tous deux à pleine puissance, et que si l’on va plus loin, le son devient plus “cotonneux”, signe que le micro manche commence à prendre le dessus. Mais ce n’est pas encore tout: nous avons aussi une égalisation à trois bandes, avec le bouton Bass pour les fréquences graves et Treble pour les aiguës. Et puis pour les médiums, nous avons un double réglage, communément appelé ‘stacked’ (deux potentiomètres placés l’un au dessus de l’autre): en position normale, ce sont les médiums graves qui sont affectées, et quand on tire le bouton vers le haut, ce sont les hauts médiums. Il est clair qu’il s’agit d’une égalisation vraiment fouillée, et elle a été conçue par la firme ESP elle-même. Et si on en a marre de tous ces réglages actifs? Pas de panique, il y a un inverseur actif / passif qui permet de débrancher le système actif, de manière à passer à un son passif. Juste un regret: il n’y a aucun réglage de tonalité possible en mode passif... C’eût été la cerise sur le gâteau!

SON

L’association des micros passifs Seymour Duncan et de l’électronique active ESP est en tous points réussie. Les micros Seymour Duncan ont un son à la fois très clair et mordant. En y adjoignant l’égalisation active, on peut aller dans toutes les directions imaginables! En effet, une telle égalisation permet d’aller très loin dans le réglage des fréquences. Les genres abordés peuvent aller du dub, du reggae et du vieux rock à un son très agressif qui convient allors pour le funk (en slap), le métal, etc. Le son du micro chevalet émet un ronronnement à se pourlécher les babines; avec les deux micros, on obtient un bon son pour “slapper”, et le micro manche délivre une sonorité profonde, presque tonitruante, caractéristique des micros de type Precision. Par ailleurs, le sustain obtenu grâce au manche traversant contribue cer-

qua sound. Die gaat van dub, reggae of oldschool rock, tot een heel heldere agressieve sound voor funk (slap), metal, etc. De brugsound geeft een lekkere knor, een goeie slapsound met beide pick-ups gecombineerd en een diepe, dreunende P-sound van de voorste pick-ups. Verder draagt de sustain door de doorlopende hals zeker ook veel bij aan de sound. De leuke extra van de Lo- en Hi-mid regelingen maken het geheel af en zorgen ervoor dat je je sound echt kan fijnstellen. En als je een zachte, passieve basklank wenst, is dit dus ook mogelijk. De BB-4 is een zeer veelzijdige bas!

BESPEELBAARHEID

Rechtopstaand spelend met een draagriem hangt de basgitaar heel goed in balans. De kop weegt niet door zodat je geen extra werk moet doen met je linkerhand. De actie van de nek is alvast goed afgesteld, al mochten de snaren van mij persoonlijk nog iets lager en dichter bij de toets liggen. Maar dat is in een oogwenk opgelost door de verstelling van de trussrod. Het extra duimsteuntje zorgt voor nog meer speelcomfort. De hals laat zich heel soepel en moeiteloos bespelen. Het enige minpuntje voor mij is de satijnen lakafwerking aan de achterzijde van de hals. Het geeft een ietwat kunststoffen gevoel zoals je dat hebt bij halzen van carbon... Maar ik denk dat als je hier niet van houdt, je wel tevreden zal zijn met de naturel versie! Ik heb zelf het liefst een niet al te zwaar gelakte, glossy hals. Maar dit is natuurlijk een persoonlijke voorkeur!

tainement beaucoup au son de l’instrument. L’heureuse surprise que constitue le double réglage des médiums (Lo et Hi) renforce les possibilités qui permettent d’arriver à un réglage très fin du son. Et si vous désirez un son “tout doux”, c’est aussi possible en passant en mode passif. Bref, cette BB-4 est une basse des plus polyvalentes!

CONFORT DE JEU

TOEPASSING

Dankzij de vele regelmogelijkheden is deze bas op vlak van muziekgenres zeer ruim toepasbaar. Je kan zowel een heel diepe en boomy sound, als een scherpe en agressieve sound uit deze bas toveren. Zowel live als in de studio zal de BB-4 goed werk leveren. Door zijn veelzijdigheid is hij wel niet meteen weggelegd voor beginnende bassisten. Je moet al wat notie hebben van sound en weten waar je naartoe wil.

BUDGET

De BB-4 beschikt over heel wat extra features, zeker voor een model binnen een budgetreeks. Dit zorgt ervoor dat deze bas niet extreem goedkoop is: hij kost je €906,29 incl. BTW. Mààr rekening houdend met de afwerking, de pick-ups en de sound is dit toch een rechtvaardige prijs. LTD hoort bij het Japanse ESP dat staat voor kwaliteit, en dat zie en voel je aan dit instrument. De kostprijs is misschien niet meteen weggelegd voor iedereen, maar je krijgt er wel een goede basgitaar voor in de plaats.

Quand on joue en position debout avec une bandoulière, la basse reste bien en équilibre: la tête ne “pèse” pas, ce qui évite un travail de soutien supplémentaire de la part de la main gauche. L’action du manche est réglée correctement à la livraison, mais ceci dit, personnellement, les cordes auraient pu être encore un peu plus bas, plus près du manche. Mais la solution se met en place en un clin d’œil, quand on règle la barre de renfort du manche. Le point d’appui supplémentaire pour le pouce offre encore plus de confort au musicien, car le manche en lui-même permet un jeu souple et sans difficulté. Pour moi, le seul point de critique à signaler, c’est la présence du verni satiné à l’arrière du manche: cela donne un peu une impression d’être en contact avec une matière synthétique, comme quand on joue sur un manche en carbone... Mais je pense que si on n’aime pas ce genre de matière, on peut se tourner avec bonheur vers la version “naturel”. Ce que je préfère en la matière, c’est un manche avec une fine couche de vernis brillant. Mais bien entendu, il ne s’agit que d’un choix personnel!

CHAMP D’APPLICATION

CONCLUSIE

En weer kon LTD ons bekoren met deze BB-4. In één woord: eigenzinning. Een eigen look, zowel in zwarte lak als naturel verkrijgbaar. Vele soundmogelijkheden en leuke features, zoals een doorzichtige slagplaat, duimsteun en de vorm van de body. Een veelzijdige bas die zich moeiteloos laat bespelen. Moest er nog een toonregeling zijn in passieve stand, dan zou dat echt de kers op de taart geweest zijn. De kostprijs is niet voor iedereen weggelegd, maar rekening houdend met de afwerking en onderdelen is dit zeker een rechtvaardige prijs. Toch zal dit potentiële kopers misschien wat afschrikken. Testen zou ik zeggen, en zien of deze bas je kan behagen. Voor beginnende bassisten zou ik deze bas nog wat afraden. De vele regelmogelijkheden geven je een breed klankenspectrum en daarvoor moet je al wat weten welke richting je uit wil met je sound. De heren van LTD zitten blijkbaar niet stil, want op hun website mocht ik weer een nieuwe verrassing ontdekken... Maar dat is misschien iets voor een volgende review, wie weet. LTD legt de lat alleszins hoog en dat kunnen wij alleen maar toejuichen. MMM

pro

Grâce à ses nombreuses possibilités de réglage, cette basse se trouvera à l’aise dans un très grand nombre de genres musicaux. On peut tout aussi bien “composer” une sonorité profonde, bourrée de basses, qu’un son plus tranchant, voire carrément agressif. Que ce soit sur scène ou en studio, cette BB-4 sera à la hauteur. Grâce à cette même polyvalence, elle n’est d’ailleurs peut être pas à recommander pour les bassistes débutants: en effet, il faut déjà maîtriser pas mal de notions techniques et savoir vers quoi on veut aller.

PRIX

Cette BB-4 possède donc quelques atouts qui sortent des sentiers battus, en tout cas pour un modèle situé dans une série à budget modéré. Cela a pour conséquence que cette basse n’est pas particulièrement bon marché: elle coûte 906,29 euros, TVA comprise. Mais attention: en tenant compte de son degré de finition, de ses micros et de son excellent son, il s’agit d’un prix tout à fait justifié. N’oublions pas que LTD fait partie du groupe japonais ESP, un garant de qualité, et cela se sent dans cet instrument. Le prix n’est sans doute pas à la portée de tout le monde, mais votre argent sera clairement investi dans un basse qui “vaut le coup”!

CONCLUSION

• Sound • Look • Features • Regelmogelijkheden • Bespeelbaarheid

• Le son • Le look • Les fonctionnalités • Les possibilités de réglage • Le confort de jeu

contra • Geen passieve toonregeling • Prijskaartje niet voor iedereen weggelegd

• Pas de réglage de tonalité en mode passif • Payer un tel prix n’est pas donné à tout le monde

Une nouvelle fois, LTD nous a séduits via cette BB-4. S’il fallait la définir en une seule expression, ce serait: unique en son genre! Un look propre, tant dans la version noire que dans la version naturelle. Enormément de possibilités sonores et des caractéristiques intéressantes, comme une plaque de protection transparente, un support pour le pouce, et une forme de corps spécifique. Une basse polyvalente que l’on joue sans le moindre effort. Si en plus, la firme avait proposé un réglage de tonalité également en mode passif, on atteignait le nirvana pour de bon! Le prix à payer n’est pas “piqué des vers”, mais en tenant compte de tout ce qui est offert, le prix est franchement correct. Néanmoins, cela risque quand même de faire peur à certains acheteurs potentiels... Le mot d’ordre est donc: faites un essai et voyez si cette basse vous convient. Pour les bassistes débutants, je ne recommanderais pas cette basse: le grand nombre de possibilités de réglages débouche sur une palette sonore particulièrement large, et pour en tirer profit, il faut d’abord savoir à quoi doit ressembler le son que l’on veut. Manifestement, les équipes de LTD ne restent pas inactives, car sur leur site, j’ai déjà repéré une nouvelle surprise... mais ce sera peut être pour un banc d’essai à venir, qui sait? A tous égards, LTD met la barre très haut, et nous ne pouvons que nous en réjouir. MMM

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

www.meetmusic.com

DRUMS & PERCUSSION

Ludwig Signet 105

Ludwig Signet 105 ACOUSTIC DRUMS

DENNIS BOXEM

Het was zonder twijfel een van de meest besproken drumkits van de afgelopen NAMM show: de Ludwig Signet 105. Een betaalbare middenklassedrumkit die in één doos past en die je zelf in elkaar moet zetten. Waar hebben we dat eerder gehoord?

Lors du dernier NAMM à Anaheim, un des sujets de conversation de la communauté des batteurs était sans aucun doute la Ludwig Signet 105. Un kit batterie complet de prix moyen tenant dans une seule boite et que l’heureux acheteur doit assembler lui-même. Novateur mais pas nouveau!

CONCEPT

Inderdaad, je zou kunnen zeggen dat de Signet 105 ’s werelds eerste drumkit in Ikea-stijl is. Het Zweedse woonwarenhuis dankt zijn succes aan het feit dat de prijs van zijn producten heel laag gehouden kan worden. Dat komt voor een groot deel doordat er bespaard wordt op zowel de transport- als de montagekosten. Bij de Signet 105 doet Ludwig precies hetzelfde. Een drumstel is een relatief duur instrument om te verschepen; je stopt een hol, cilindervormig instrument in een vierkante doos, en daardoor bestaat het grootste gedeelte van de inhoud van die doos uit lucht. Bij goedkopere drumstellen wordt dat deels ondervangen door een aantal trommels in elkaar te plaatsen. Door de spanbokken en tomrozetten passen echter niet alle ketels in elkaar en hou je uiteindelijk nog best een fors pakket over. De oplossing? De ketels zonder spanbokken in elkaar stapelen en al het ketelbeslag los meeleveren. Dat is precies wat Ludwig bij de Signet 105 doet, en daardoor past de hele kit gemakkelijk in een doos die even groot is als een bassdrum.

Novateur car c’est sans doute la première batterie usant du concept Ikea. La société danoise doit en grande partie son succès à des prix très bien maitrisés (vers le bas). Ceci est dû en grande partie aux économies réalisées sur les frais de transport et de montage. Ludwig a donc emboité le pas au géant du meuble avec la nouvelle Signet 105. Une batterie est ne effet un ensemble volumineux et donc cher à transporter par bateau ou camion, car la majorité des caisses est occupée par de l’air ! Pour des kits aux prix «abordables», on y remédie en emballant les fûts montés les uns dans les autres, toutefois les tirants, cerclages et autre mécanique empêchent une réelle optimisation de l’occupation de l’espace. La solution ? Insérer les fûts les uns dans les autres mais sans mécanique ou ferrure. Les accessoires et la mécanique étant emballés et livrés à part. Exactement ce que Ludwig réalise avec la Signet 105, avec comme résultat que le kit batterie tient dans une boite de la dimension d’une «grosse caisse»…..euh ! bassdrum.

BOUW & AFWERKING

Dan stuit je natuurlijk wel op een ander probleem: niet iedereen heeft de kennis, handigheid of behoefte om zelf alle spanbokken en het ketelbeslag op zijn drumstel te schroeven. Ook dat probleem loste Ludwig op door naar de woongigant te kijken. De Insta-lite Snap-in spanbokken vertonen een opvallende gelijkenis met een plankendrager uit sommige boekenkasten. Je schroeft hem niet vast, maar haakt de spanbok simpelweg door een vrij fors gat in de ketel. Als je de spanbouten in de spanbok draait, zorgt een metalen lip dat de spanbok muurvast in de ketel blijft zitten. Bij het verwisselen van de vellen merk je wel dat de spanbokken gewoon los in de ketel zijn gehaakt, maar ze zitten strak genoeg om er niet uit te vallen. Of dat na een paar jaar ook nog zo is moet de praktijk uitwijzen, maar met de vellen gemonteerd zullen de spanbokken nooit los kunnen komen van de ketel. De Triad Suspension Mount tomrozetten en rozetten voor de floortompoten zijn wel geschroefd, maar die schroeven zet je vast met een drumsleutel. Je hoeft dus niet op zoek naar een drumsleu-

TION ET FINITION

Nous nous confrontons à ce stade à un n’avons pas tous les capacités, dextépour monter et visser les tirants et ferIci également, Ludwig s’est inspiré l’habitat. Les tirants Insta-lite Snap-in des supports de planches d’une biblimais simplement un «clipssage» de la logement avec un solide trou précision.

CONSTRUCautre dilemme. Nous rité ou connaissances rures sur les fûts. du géant suédois de s’inspirent fortement othèque. Pas de vissage mécanique dans un guide pour plus de Lors

tel. Ludwig beweert zelf dat je het ketelbeslag in tien minuten op de ketels kunt zetten. In de praktijk zul je misschien iets langer nodig hebben, ook omdat je alle spanbok-

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

Ludwig Signet 105 ken nog uit het karton waarin ze verzonden worden moet frummelen, maar heel moeilijk is het echt niet. De vellen monteren en stemmen is aanzienlijk meer werk. Ludwig maakt al jaren betaalbare drumkits in het Verre Oosten, maar op die sets valt kennelijk niet veel meer te besparen. Bij de Signet 105 maakt Ludwig gebruik van zo veel mogelijk Amerikaanse onderdelen. De ketels worden gemaakt in dezelfde fabriek in Monroe waar ook de ketels van bijvoorbeeld de ruim twee keer duurdere Classic Maple sets gemaakt worden. De meegeleverde vellen zijn Ludwigs eigen merk vellen die je ook op de high-end Amerikaanse drums aantreft. Het ketelbeslag is in orde. De tomrozetten en rozetten voor de floortompoten zijn een soort afgeleide van de Atlas Mount. Ze hebben een gelijksoortige constructie, waardoor de ketel toch geïsoleerd is opgehangen, maar ze zijn net een slagje kleiner dan de originele Atlas Mount. De poten van de bassdrum zijn niet in lengte te verstellen, en ze kunnen maar in één stand worden uitgeklapt, waarbij de voorkant van de ketel een fors eind van de grond wordt getild. Het chroomwerk op het ketelbeslag had iets netter gemogen: als je de spanbokken van heel dichtbij bekijkt, zie je dat er vóór het verchromen iets beter gepolijst had mogen worden. Gestreepte ﬁnish De testset ziet er keurig uit. Het gebruikte esdoorn is van eersteklas kwali-

DRUMS & PERCUSSION des réglages et tension de la peau, une lèvre métallique assure une fixation définitive du tirant. Lors du remplacement de la peau, il est évident que les tirants sont uniquement accrochés au fût toutefois sans risques de tomber. L’avenir nous dira si ceci se vérifie avec le temps, mais avec la peau montée et tendue, aucun risque que le montage se déglingue! Parallèlement les rosaces des toms et floortoms, les Triad Suspension Mount, sont-elles déjà vissées sur les fûts mais il vous incombe de les visser et serrer avec la clé livrée (merci Ikea). Ludwig dans sa littérature nous assure que le montage complet de la mécanique ne prendra pas plus de dix minutes, ce dont nous doutons vu les emballages de protection qu’il faut dépiauter, simplement de la patience… Monter et tendre les peaux prendra considérablement plus de votre temps. Ludwig fabrique depuis de nom-

années ses kit en dans le cas de la la délocalisaplus la chanemploi autant des accessoires d’or ig ine ricaine. Les sont fabriqués l’usine de

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

breuses Asie, mais Signet 105, tion ne vaux delle. Ludwig que possible et ferrures améfûts dans Monroe là m ê m e

www.meetmusic.com

DRUMS & PERCUSSION

Ludwig Signet 105

teit en heeft een mooie gelijkmatige tekening. De Signet 105 is verkrijgbaar in drie finishes: Macassar Ebony, Indian Teak, en het Alpine Blue van de testset. Ludwig noemt deze fineerlaag X-Otec, maar feitelijk is het een samengestelde fineerlaag. Het fineer is niet gemaakt van een plank die in z’n geheel uit een boom is gezaagd, maar van verschillende houtsoorten die eerst gekleurd zijn en vervolgens aan elkaar gelijmd voordat het fineer wordt gesneden. Dat levert een hele consistente tekening op, waardoor het fineer makkelijker te verwerken is. Bijkomend voordeel is dat het minder belastend is voor het milieu, en er zijn zelfs dingen mogelijk die je in de natuur niet tegenkomt. Een mooi voorbeeld daarvan is het Alpine Blue van de testset. Die groen-blauw gestreepte finish zul je niet snel op een boom kunnen vinden, maar het ziet er wel heel aantrekkelijk uit. De ketels zijn afgewerkt met een waterdunne zijdeglanslak die de fineerlaag beschermt. Zegelring De naam van de Signet verwijst naar de bijzondere, onopvallend kleine badge die je op de trommels aantreft. Die is gemaakt van gegoten messing en lijkt een beetje op de afdruk van een zegelring (in het Engels: signet). De toevoeging 105 duidt op de 105de verjaardag van Ludwig, een duidelijke verwijzing naar het verleden van het merk. Toch zullen de diehard fans van de kenmerkende klassieke Ludwig-look bij het zien van de Signet 105 even moeten slikken, want daarvan is niet veel bewaard gebleven. De badges, de karakteristieke spanbokken, het heeft allemaal plaats moeten maken voor kostenbesparing en eenvoud. Toch ziet de Signet 105 er niet goedkoop uit. Hij heeft een echt eigen look die behoorlijk fris en modern aandoet.

KLANK

De ketels van de Signet zijn maar een fractie dunner dan die van de Classic Maple: 5,5 millimeter en zes laagjes tegenover 6 millimeter en zeven laagjes. Er zijn echter veel verschillen tussen de beide series en daardoor is de klank wel anders. Zeker als je kijkt naar de hoeveelheid metaal die er op de ketel zit, scoort de Signet 105 heel laag. De spanbokjes zijn ontzettend klein, en ook de tomrozetten en floortompoten hebben heel weinig gewicht. Dat is heel prettig met vervoeren, want de Signet 105 is een echte lichtgewicht, maar het heeft ook z’n invloed op de klank. Hoe minder hardware er op de ketel zit, hoe minder deze gedempt wordt. De toms van de Signet 105 hebben dan ook een prachtige open en ronde klank. Ze spreken snel aan en klinken mooi vol en warm. Ludwig levert de Signet 105 met transparante enkellaags vellen van de vrij stugge, heavy variant. Daarmee krijg je pas echt veel toon vanaf een gemiddelde tot hoge stemming. Met wat dunnere vellen blijkt de set wel degelijk ook heel wat laag in huis te hebben. Vooral de floortom duikt opvallend ver de diepte in. In vergelijking met de Classic Maple hebben de Signet 105 toms wat minder punch, en dat zorgt ervoor dat je in een echt luide band misschien

www.meetmusic.com

où les fameux kits deux fois plus chers des Classic Mapple naissent ! Les peaux livrées sont de Ludwig même et sont les mêmes que celles livrées avec les modèles haut de gamme de la marque. La mécanique des fûts est en ordre, allons voir plus loin... Les rosaces ou cerclages des tom et tom de sol sont dérivés des Atlas Mount. Leur construction est similaire, quoique légèrement plus petites que les originaux, avec une isolation mécanique des fûts. Les pieds du bassdrum ne sont pas réglables en longueur et n’ont qu’une position en situation dépliée. Cela garanti une inclinaison unique mais solide du bassdrum par rapport au sol. Le chromage quoique sans doute de qualité aurait pu être un peu mieux soigné afin de d’obtenir un poli impeccable. Finition rayé Notre batterie offre un look irréprochable et attrayant. Le bois d’érable employé est de toute haute qualité et son dessein homogène. La Signet 105 est disponible en trois versions différentes: Ebène Macassar, Teck Indien et notre Alpine Blue. La couche finition appelée X-Otec est une couche plaquée composite. Le plaquage n’est donc pas une couc h e de bois homogène coupée d’un tronc, mais est composée de plusieurs sortes d’essences qui sont colorées, assemblées et collées afin d’obtenir le plaquage de finition. Celui-ci sera poli et collé sur le corps du fût. Cette technique offre l’avantage d’avoir une empreinte écologique plus légère et d’offrir de finition impossible à obtenir avec une tranche entière de bois. Un bel exemple est notre Alpine Blue. La finition vert-bleu lignée est très attrayante mais rarement rencontré dans la nature (!!!!!). La finition et protection finale est assurée par une couche de vernis laqué du plus bel effet. Cachet Le nom de la Signet se réfère à l’empreinte ou badge présent sur les fûts. En effet cela ressemble à un cachet, le creux étant rempli de laiton. Le 105 fait lui référence aux 105 ans d’existence de la marque, un bien long passé!!! Pourtant pour les afficionados de la marque auront quelques réticences à accepter le look de la Signet 105. En effet il ne reste pas grand-chose des références de la marque. Les badges, les tirants et la mécanique en général a dû être adaptée afin de répondre aux réductions de coût et de simplicité. En tout état de cause, la Signet 105 attire le regard par sa finition moderne et sérieuse.

SONORITÉ

Les fûts de la 105 sont un poil plus mince que ceux de la Classic Maple: 5,5 mm en 6 couches plutôt que 6 mm en 7 couches. Mais il y a beaucoup plus d’autres différences entre ces deux séries, ceci justifiant la grande différence de sonorité rencontrée. Rien qu’en observant les ferrures des fûts, on se doute déjà des répercussions sonores. Les tirants ainsi que les cerclages des toms ayant été réduits en dimensions et donc en poids, économie oblige, les fûts sont beaucoup moins amortis que sur la série d’origine. Toutefois, il me faut reconnaître que les toms de la 105, procurent quand même un son ouvert et chaleureux. Ils répondent vite, sonnent joliment et agréablement. Ludwig livre la 105 avec des peaux monocouche assez épaisses et rêches.

pro • innovatief design • goed klinkende Amerikaanse ketel voor een middenklasseprijs

• Conception innovante • Un bon son américain pour un produit milieu de gamme

contra • geleverde vellen zijn aan de dikke kant

• Les peaux livrées semblent bien épaisses

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

Ludwig Signet 105

net een fractie te kort komt. Ook de set een uitgespro maar dat het prijsverDe 22”x16” vige en diepe vellen hebdempring, opdroogt dat demping novoorvel krijg je sonante klank te zetten is. is een klein voldoende.

heeft minder ken karakter, mag ook wel gezien schil. bassdrum heeft een stesound. De meegeleverde ben een ingebouwde waarmee de klank zozeer je eigenlijk geen extra dig hebt. Met het dichte een lekker ronde en redie heel veelzijdig in Voor wat meer punch gat in het voorvel al

BUDGET

De Ludwig Signet is verkrijgbaar in twee verschillende set-ups: de GigaBeat (met 12”x8½” tom, 14”x14” floortom en 20”x15” bassdrum) en de TeraBeat (met 10”x7,5” en 12”x8” toms, 16”x16” floortom, 22”x16” bassdrum). Deze kosten respectievelijk €1234,12 en €1410,60, beide adviesprijzen inclusief BTW.

BESLUIT

De Signet 105 is een bijzonder drumstel, daar kun je niet omheen. Ludwig heeft er alles aan gedaan om de kostprijs zo laag mogelijk te houden, zonder dat er grote concessies zijn gedaan aan de sound, en dat hoor je. De set klinkt te gek, zeker gezien het prijskaartje dat eraan hangt. Verder werkt alles naar behoren, en ziet de finish er behoorlijk gelikt uit. De Signet 105 is misschien een wat vreemde eend in de Ludwig-familie, het is er wel een die zeker de moeite waard is. MMM

* Deze test is menwerking

tot stand gekomen in samet Slagwerkkrant.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

DRUMS & PERCUSSION

Celles-ci génèrent des sonorités fortes des mediums aux aigues. Avec des peaux plus fines, les basses se développent mieux et plus particulièrement le floortom se révèle prometteur en basses. En comparaison avec la Classic Mapple, les toms de la Signet 105 sont moins punchy avec comme conséquences qu’avec un groupe très sonore.... le batteur devra sans doute user de plus de muscles! Il est évident que ce kit a moins de caractère exprimé que son grand frère, mais quoi de plus normal vu la différence de prix. La grosse caisse 22”x16” procure un son solide et profond, tandis que les peaux livrées sont équipées d’un amortisseur, asséchant suffisamment le son, évitant par là même tout autre amortissement supplémentaire. Avec la peau avant totalement close, on produit un son agréable, chaud et riche assez universel. Une petite ouverture dans la peau avant est suffisante pour y ajouter un soupçon d’agressivité et de punch.

BUDGET

La Ludwig Signet est disponible en deux configurations: la GigaBeat (avec les toms 12”x8,5”, floortom14”x14” et bassdrum20”x15”) et la TeraBeat (avec les toms 10”x7,5” et 12”x8”, floortom16”x16” et bassdrum22”x16”). Ces deux kits sont disponibles respectivement aux prix conseillés TVA comprise de 1234,12€ et 1410,60€.

CONCLUSION

La Ludwig Signet 105 est vraiment un kit étonnant, nous en sommes persuadés. Ludwig a vraiment tout fait pour contenir le prix aussi bas que possible et ceci sans grande concession à la qualité et sonorité. L’ensemble sonne bien et même très bien par rapport à l’étiquette de prix qui y pend. A côté de cela, pas de miracle, le résultat est très honnête mais pas exceptionnel. La 105 est étonnante dans la gamme Ludwig, mais vaut certainement le détour pour le rapport qualité/prix. MMM

*Ce test a été réalisé en collaboration avec le “Slagwerkkrant”.

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Roland FA-08

Roland FA-08 SYNTHESIZER WORKSTATION

De ambities van Roland zijn groot voor hun nieuwe workstation, de FA08. Op hun website lezen we dat ze van het woord “work” af willen en dat ze “een nieuwe workstation hebben herbedacht en ontworpen, op basis van een nieuwe filosofie… door creativiteit voorop te stellen.” Het is vanzelfsprekend dat ik enthousiast ben om te verifiëren of dergelijke beweringen wel kloppen!

BOUW

Of het nu gaat om de versie met 61 toetsen (F-06) of die met 88 toetsen (F-08), ze gaan niet onopgemerkt voorbij. Ze zijn uiteraard helemaal zwart, maar we zien veel helder rode elementen, waaronder het pitchwieltje. Ik geef toe dat ik eerst dacht dat het een beschermingssticker voor het transport was. Maar neen, het is een bewuste esthetische keuze. Voor sommigen misschien een beetje kitscherig, anderen zullen het mooi vinden. Smaken verschillen! Vooral omdat dit rood terugkomt op het datawiel en de zes encoderknoppen aan de linkerkant van het scherm (5 inch, grafisch en in kleur). Nog meer rood, deze keer in de vorm van leds onder de 16 pads van de samplersectie. Tot zover de look! Meer technisch nu: op het bovenste paneel, naast de reeds genoemde elementen, zitten een “D-Beam” van Roland, het mastervolume en ongeveer vijftig controlebuttons, waarover zo dadelijk meer. De knoppen onder het scherm vervullen verschillende functies: het selecteren van een instrumentencategorie, of zeg maar twee categorieën: bijvoorbeeld akoestische piano’s en elektrische piano’s, of orgels en diverse klavieren. Het volstaat om een tweede keer te drukken en je gaat van de ene naar de andere categorie. Deze toetsen kunnen ook andere functies aannemen. Deze worden aangegeven op het scherm, zoals bijvoorbeeld het l a -

den van een sequentie. Dit alles is zeer overzichtelijk georganiseerd in secties: modificatie aan de linkerkant van het scherm, arpeggio’s en ritmes aan de rechterkant. Verder naar rechts zien we de sequencer en helemaal aan de rechterkant zit de samplersectie met de 16 reeds vermelde pads en nog vijf andere: pad utility, sampling, clip board, bank en hold. Tot hiertoe weet Roland ons volledig te overtuigen met een zeer overzichtelijke, gebruiksvriendelijke en makkelijk toegankelijke layout. Laten we het achterpaneel nu eens bekijken: de voeding komt van een externe adapter, die gelukkig klein en licht is. Dit zorgt voor een besparing in kosten, maar ook in gewicht. Nu we het toch over het gewicht hebben, de versie met 88 toetsen weegt 16,5 kilo. Een lichtgewicht tussen de grote keyboards, dus. Wat een zaligheid! Naast de voedingssectie die wordt vergezeld door de on/off-switch, vinden we de hoofdtelefoonaansluiting en de uitgangen. Grote verrassing: niet alle aansluitingen zijn van het TRS-type (symmetrisch), waardoor je het zonder DI’s kan stellen, zelfs wanneer je lange kabels gebruikt. Je hebt enkel XLR-adapters nodig. Verder is er nog een sub-output waarmee je de monitoring op jouw maat kan afstellen, bijvoorbeeld met een metronoom die (bij voorkeur!) niet naar de front wordt gestuurd. Echt een super idee! Merk op: de volumeknop heeft geen invloed op het niveau van deze uitgang - de nodige voorzichtigheid wordt hier in acht genomen. Verder zien we bij de sampling natuurlijk de audio-ingang: jack voor gitaar en microfoon en stereo mini-jack voor lijnniveau. De FA-08 heeft drie jacks voor pedalen: één voor de aansluiting van een footswitch en twee voor pedalen voor continue controle. Verder zijn er twee MIDI-aansluitingen (in en out, niet thru) en twee usb-poorten met de naam “computer” en “for update”. Duidelijker kan niet. En ik heb het beste als laatste bewaard: een sleuf voor een SD-kaart. Deze bevat een heleboel instellingen (en eventueel samples) van het apparaat en wordt gebruikt in plaats van een harde schijf. Dit maakt het mogelijk om de F-08 heel snel operationeel te maken. Weer goeie punten voor Roland!

www.meetmusic.com

LUC HENRION Les ambitions de Roland pour leur nouvelle « workstation » FA-08 sont grandes : sur leur site, ils prétendent retirer le mot « work » (travail) de « workstation » et sur leur guide de démarrage rapide, ils assurent avoir (je cite) « repensé et reconçu une nouvelle station de travail sur la base d’une nouvelle philosophie (…) en plaçant la créativité au premier plan ». Rien que ça. Inutile de dire que je suis assez pressé de vérifier de telles assertions!

CONSTRUCTION

Que ce soit dans sa version 61 (Fa-06) ou 88 touches (Fa-08), il ne passera pas inaperçu. Tout de noir vêtu, certes, mais agrémenté de nombreux éléments rouge vif, notamment sur la molette de pitch/modulation… J’avoue que j’ai été tenté un moment de croire qu’il s’agissait d’un autocollant de protection pour le transport ! Mais non, il n’en est rien, c’est bel et bien un choix esthétique délibéré. Certains trouveront la chose un peu kitch, d’autres tomberont sous le charme, j’avoue que j’appartiendrais plutôt à la première catégorie mais bon, il n’y a là rien de rédhibitoire non plus, d’autant plus que cette couleur rouge se retrouve sur la molette « data » et autour des 6 encodeurs rotatifs à gauche de l’écran (5 pouces, graphique et en couleurs). Toujours du rouge, mais cette fois sous forme de LED’s en dessous des 16 « pads » d e la section « sampler ». Voilà pour la déco. Plus

techniquement, on a sur le panneau supérieur, outre les éléments déjà mentionnés, un « D-Beam » cher à Roland, le contrôle de volume général, et environ 50 touches de contrôle de toutes les fonctions que j’aurai l’occasion de détailler par après. Mentionnons toutefois le fait que les touches en dessous de l’écran remplissent plusieurs fonctions: d’abord le choix d’une catégorie d’instruments, ou plutôt de deux; par exemple pianos acoustiques et pianos électriques, ou encore orgues et claviers divers. Il suffit d’appuyer une seconde fois pour passer d’une catégorie à une autre. Ces mêmes touches peuvent également remplir d’autres fonctions, clairement indiquées à l’écran, par exemple le chargement d’une séquence. Tout cela est en fait très clairement organisé par sections : la section modification de son, à gauche de l’écran ; la gestion des sons autour de l’écran ; les arpèges & rythmes à droite de l’écran plus à droite encore le séquenceur ; et pour clôturer tout au bout à droite la section « sampler » avec les 16 pads mentionnés ainsi que 5 autres : pad utility, sampling, clip board, bank, et hold. Pour l’instant en tout cas, c’est un sans-faute de la part de Roland : tout est limpide, facilement accessible et on s’y retrouve tout de suite. Examinons le panneau arrière à présent : l’alimentation est confiée à un transfo externe – petit et léger, heureusement – ce qui permet d’alléger le coût et le poids de l’instrument. A propos de poids justement, j’en profite pour le signaler : la version 88 touches n’accuse que 16,5 kilo sur la balance ! Décidément, la mode est aux grands claviers poids plume, quel bonheur! Après le prise secteur donc, accompagnée de son interrupteur général on/off, la prise écouteurs et les sorties. Excellente surprise ici : non seulement les jacks sont de type « TRS » (donc symétriques), ce qui vous permet de vous passer de DI-boxes, même avec de grands longueurs de câbles (il faudra juste des adaptateurs XLR), mais en plus il y a une sortie « sub » qui permet de se faire un petit « monitoring » sur mesure, par exemple avec un métronome guide, qui ne sera donc (de préférence !) pas envoyé dans la salle. Excellent, vraiment ! Remarque: le bouton de volume n’influence pas le niveau de cette sortie, prudence tout de même… Suivent les entrées, car, oui, qui dit « sampling » dit évidemment entrée audio: sur jack pour micro ou guitare, et sur mini-jack stéréo pour niveau ligne. Le Fa-08 possède 3 jacks pour pédale, une de type interrupteur et deux pour contrôle continu. Viennent encore deux prises MIDI (« in » et « out », pas de « thru » donc) et deux prises USB baptisées : « compu-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Roland FA-08

ter » et « for update » ; voilà qui est clair. J’ai gardé le meilleur pour la fin : un logement pour carte SD. Celle-ci contient en fait une foule de réglages (et éventuellement d’échantillons) de l’appareil et c’est son utilisation en lieu et place d’un disque dur qui permet au Fa-08 d’être très rapidement opérationnel. Encore un bon point pour Roland! Puisque le modèle de test était la version 88 touches, un mot encore concernant le clavier « Ivory Feel-G », qu’on connaît bien à présent, et qui ne démérite pas. Agréable de toucher et de réponse.

POSSIBILITÉS

Ons testmodel telt 88 toetsen en beschikt over een “Ivory Feel-G” klavier - een type dat we goed kennen en dat perfect z’n werk doet. Leuke touch en respons!

MOGELIJKHEDEN

Ik vraag me stiekem weleens af hoe men dat twintig jaar geleden deed (of langer, maar dat durf ik niet luidop te zeggen), met slechts een paar MB of zelfs KB geheugen. Ik weet niet precies hoeveel basisgeheugen we hier ter beschikking hebben, maar het moet enorm zijn. En dan nog biedt Roland de mogelijkheid om via import duizenden (ja, u hoort het goed) geluiden te gebruiken uit hun “Integra 7” expander, met inbegrip van de prachtige “Supernatural” klanken uit de laatste Jupiter. Standaard hebben we 128-stemmige polyfonie, een 16-sporensequencer en talloze effecten. In feite is er een multi-effect voor elk van de 16 kanalen en elk daarvan biedt de keuze uit 60 effecten. En voor de eindmix kan je nog reverb, chorus, EQ,… toevoegen. Kortom, je hebt een complete studio onder de vingers. Een klein woordje over de sequencer: het type is conventioneel (lees: lineair), maar Roland heeft uitstekend gebruik gemaakt van de grafische display om de ergonomie te verbeteren. Degenen die liever werken met “patterns” zullen misschien een beetje teleurgesteld zijn, maar eerlijk gezegd, met een beetje oefening bereik je al snel wat je wil bereiken - en meer dan dat! Wacht, ik vergeet de producerskant nog, aangezien de FA-08 niet alleen een synth met dubbele sequencer is, maar ook een sampler. In feite vinden we ruwweg de SP-555 van dezelfde fabrikant terug op het bedieningspaneel. Als bonus wordt het samplergedeelte min of meer geïntegreerd in de sequencer, want het is perfect mogelijk om samples van een bepaald sequencerspoor te gebruiken. Voor de import worden WAV, AIFF en MP3 herkend. Exporteren kan enkel in WAV. Laten we even terugkeren naar de sequencer. Ook al zijn er geen “patterns”, toch is het mogelijk om in een lus op te nemen. Dat compenseert dan weer. En dan is er de usb met alle nieuwste mogelijkheden: overdracht van gegevens, maar natuurlijk nog veel meer. Eenmaal aangesloten op de computer, wordt de FA-08 gewoon omgezet in een geluidskaart met audio in- en uitgangen. Hij kan dus tracks van je computer lezen en via de uitgangen ook exporteren naar een mixer of in de formaten WAV of MIDI naar de computer. Tot slot zijn er nog diverse DAW-types die we kunnen afstellen met de knoppen van onze FA-08. Kortom, de integratie is perfect.

RESPONS EN KLANK

Na het opsommen van al deze mogelijkheden, wilde ik eigenlijk maar

www.meetmusic.com

J’en viens parfois à me demander comment on s’y prenait il y a 20 ans (ou plus, mais je n’ose pas le dire !), avec juste quelques MB, voire KB ( !) de mémoire à sa disposition… Ici, je ne sais quelle est la capacité mémoire de base, mais elle doit être énorme et de toute façon Roland offre la possibilité d’utiliser/importer des milliers (j’ai bien dit « des » !) de sons issus de leur expandeur « Integra 7 », y compris les superbes sons « Supernatural », issus donc à leur tour des derniers Jupiter. Ajoutez au tableau, comme c’est un peu la norme actuellement, 128 voix de polyphonie, un séquenceur 16 pistes et d’innombrables effets d’insertion ou globaux. En fait on a un multi-effet pour chacun des 16 canaux, et chacun vous propose le choix entre plus de 60 effets. Et pour le mixage final, on dispose encore de reverb, chorus, égaliseur etc. En bref, un studio complet. Un petit mot par rapport au séquenceur : le type de séquenceur est conventionnel (entendez par là « linéaire »), mais Roland a fait un excellent usage de l’afficheur graphique pour en améliorer l’ergonomie. Ceux qui préfèrent l’utilisation de « patterns » seront déçus mais honnêtement, avec un peu d’entraînement, on doit arriver facilement à ses fins, d’autant plus que, attendez, j’oubliais le côté « producer », puisque non seulement le Fa-08 est un synthé doublé d’un séquenceur, mais aussi d’un « sampler ». En fait on retrouve grosso modo l’aspect du SP-555 de la firme sur le panneau de commandes du Fa-08, ce qui est tout de même déjà pas mal ! En prime, la section « sampler » est en quelque sorte intégrée au séquenceur, puisqu’il est parfaitement possible de déclencher des samples depuis une des pistes du séquenceur. A titre d’information, les formats d’importation de samples sont le WAV, AIFF et mp3. En exportation, seul le WAV est supporté. Pour revenir un instant au séquenceur, si les « patterns » sont absents, il est toutefois possible d’enregistrer en boucle ; l’un compense donc largement l’autre. Et puis, il y a l’USB avec toutes les nouvelles possibilités que cela implique : transfert de données bien sûr mais bien davantage encore. Une fois connecté à un ordinateur, le Fa-08 se métamorphose tout simplement en carte-son, avec entrées et sorties audio. On peut donc, par exemple, lire des pistes audio depuis l’ordinateur via les sorties audio du Fa-08, on peut aussi, autre exemple, exporter sous forme de mixage ou individuellement, en format WAV ou MIDI les pistes du séquenceur du Fa-08 vers l’ordinateur. On peut enfin contrôler plusieurs types de « DAW » à partir des boutons du Fa-08 ; bref, vous l’avez compris, l’intégration est très poussée.

RÉPONSE ET SONORITÉS

Après avoir énuméré toutes ces possibilités, il me tardait de passer au « vrai » test : l’écoute ! Le clavier, pas de surprise : toucher agréable, réponse aussi, on est d’emblée à l’aise, même pour un son de piano

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

Roland FA-08

pro

één ding: spelen en luisteren naar de klank. Het klavier is geen verrassing: aangename feel, goeie res• ergonomie pons, meteen comfortabel, ook voor akoestisch pianoklanken. Wat die • mogelijkheden pianoklanken betreft: niet slecht, • uitbreidbare klankbibliomaar naar mijn gevoel is Roland nog steeds niet de beste in klassieke pianoklanken: je verkrijgt al meteen een meer “rock”-achtige • basisklanken soms wat klank. Dit is niet per se slechte kriongelijkmatig tiek, maar je moet er toch ook niet meteen een Prelude van Debussy of Chopin op gaan spelen. Anderzijds zijn de snaarinstument-klanken van Roland - die ik altijd al heb geapprecieerd op andere van hun synths - zijn er dan weer enorm op vooruit gegaan door hun nieuwe Supernatural technologie. De Marcato-preset zorgt voor een enorme expressiemogelijkheid tijdens het spelen. Ik hou er echt van en hiermee kunnen we wél aan de slag voor bepaalde klassieke stukken. Ik heb door talloze sounds gebrowsed en mijn strikt persoonlijke mening is dat de kracht van Roland niet te zoeken is in de instrumentensounds (zelfs de Supernatural), maar wel in de synth-sounds. Evenals de “SN”-klanken, gezien deze de modelering vormen van de Jupiter en Juno analoge synths van weleer. De FA-08 straalt hier in al zijn pracht en de geïntegreerde demo’s stellen helemaal niet teleur. We kopen de FA-08 dus niet om Scarlatti te spelen. Tussen haakjes: het geluid van de clavecimbel lijkt er zelfs niet op… En dat terwijl Roland wel degelijk een digitaal clavecimbel in zijn gamma heeft. Onbegrijpelijk! Daarentegen is alles wat de stempel “Juno” of “Jupiter” draagt, compleet onweerstaanbaar. Hetzelfde geldt voor alles wat met slagwerk te maken heeft. Roland heeft immers zijn geluiden altijd al erg punchy gemaakt. Zoals we al eerder schreven, is de FA-08 ook een sampler en kan hij een indrukwekkende bibliotheek aan geluiden importeren uit Axial, niet meer of niet minder dan alle bibliotheken van de Integra-7. Ik durf wedden dat er daar nog wel ergens een goed clavecimbel tussen te vinden is (ja, ik hou van barokmuziek. Dus mijn beoordeling is relatief). Dit gezegd zijnde, de huidige voorgestelde bibliotheek is duidelijk gericht op vintage synths, dance, world,… En dat was natuurlijk te voorspellen. Klassiek heb ik niet gevonden, barok al helemaal niet. Een aandachtspuntje: de door de FA-08 opgenomen samples kunnen alleen via de sampler worden gebruikt. Jij vindt dit ongetwijfeld logisch en dat is het in zekere zin ook. Maar het betekent dat je ze kan afspelen door gebruik te maken van de pads en niet via het klavier. Dus de FA-08 beschikt inderdaad over een sampler, maar geen geïntegreerde sampler in de klassieke zin van het woord. Op het klavier kan je enkel aan de slag met de geluiden die Roland je levert. Het leek me nuttig om dit even te vermelden.

contra

PRIJS

Nog meer goed nieuws! Voor niet meer dan €1612 (incl. BTW) haal je dit model met 88 toetsen in huis. Voor de versie met 61 toetsen betaal je €1007. Het lijkt wel Kerstmis!

BESLUIT

Zodus, is Roland in z’n eerder vermelde opzet geslaagd? Wel, ja en nee. Roland heeft zeker het onderste uit de kan gehaald om je leven achter het klavier makkelijker te maken. Het bedieningspaneel is een toonbeeld van ergonomie. Maar een workstation blijft een workstation, met véél mogelijkheden. Dus als je een simpel nummer wil spelen of naar demo’s luisteren, kan je de handleiding gerust dicht laten. Toch zou het wel wat jammer zijn, moest je het daartoe beperken, nietwaar? Want indien je dit instrument ten volle wil benutten - hetzij voor het schrijven van een rock opera, of de soundtrack van de volgende “Avatar” film - dan kan je best beginnen studeren op de handleiding. Maar geen paniek: de Quick Reference Manual is erg goed gemaakt en rijkelijk geïllustreerd! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

KEYBOARD INSTRUMENTS

acoustique. A propos de piano, ceux que propose Roland dans le Fa-08 ont une belle présence, mais à mon • Ergonomie goût, Roland n’est tout de même pas le grand maître du piano « clas• possibilités sique » : on a tout de suite un son • sonorités extensibles plus « rock ». Ce n’est pas nécessairement une critique, mais il faut savoir qu’on ne choisira peut-être pas le Fa-08 pour jouer un Prélude • Sonorités de base parfois de Debussy ou un Nocturne de Choinégales pin! A l’inverse par exemple, les « cordes » de Roland, que j’aimais déjà beaucoup sur plusieurs autres de leurs synthés antérieurs, ont vraiment beaucoup gagné encore avec la technologie « supernatural ». Leur preset « marcato » pour ne prendre que celui-ci, permet énormément d’expressivité selon la manière dont on joue, de quasiment legato à réellement marcato ; j’aime beaucoup, beaucoup, et ici on arriverait bel et bien à reproduire certaines pièces classiques! Pourtant, en parcourant les innombrables sonorités, mon avis strictement personnel est que la force du Roland n’est pas nécessairement les sons acoustiques (même « supernatural ») mais les sons de « synthèse »…. Tout aussi « SN », puisqu’il s’agit ici de modéliser la synthèse analogique des (extraordinaires) Jupiter et Juno d’antan. Là, le Fa-08 brille de toute sa splendeur, et les démos inclues dans l’appareil ne trompent pas sur ce point. On n’achètera donc pas un Fa-08 pour jouer du Scarlatti non plus : entre parenthèses d’ailleurs, le gars qui a pondu le son de clavecin n’a aucune idée de ce à quoi ressemble l’instrument ; franchement non, alors que Roland produit un clavecin numérique, c’est à n’y rien comprendre ! A l’inverse, toutes les nappes signées « Jupiter » ou « Juno » sont irrésistibles. Pareil pour tout ce qui est percussions évidemment, Roland a toujours su concocter des sonorités bien « pêchues », et on ne s’en lasse pas. Au demeurant, comme on l’a dit, le Fa-08 est aussi un sampler et peut également, par ailleurs, importer une librairie impressionnante de sonorités issues de la bibliothèque de sons Axial – ni plus ni moins que toutes les librairies du Integra-7. Gageons que l’on y dénicherait tout de même un meilleur clavecin par exemple (oui, j’adore la musique baroque !!!), donc ma critique est à relativiser. Ceci dit, les bibliothèques proposées (pour l’instant en tout cas) sont elles aussi clairement orientées : « vintage synths », « dance » « world » etc. Abondance de Juno, Jupiter, SH101, TB303 et consorts, bien entendu, c’était prévisible. Mais je n’ai pas vu de « classical » et encore moins de « baroque »… c’était prévisible aussi! Une précision tout de même : les samples enregistrés par le Fa-08 ne sont utilisables que via le sampler. Vous allez dire que c’est logique. Oui, en un sens, mais cela veut dire aussi qu’on ne peut les jouer QUE via les pads (ou le séquenceur) de la section sampler, PAS

sur le clavier, autrement dit. Donc le Fa-08 dispose d’un sampler « en marge » de la section synthétiseur mais n’est pas un échantillonneur au sens ancestral du terme. Sur le clavier ne sont disponibles que les sonorités concoctées par Roland, la précision me semblait utile à mentionner.

PRIX

Et voilà… une fois encore une excellente nouvelle : moins de €1612 pour le modèle 88 touches et environ €1007 pour le modèle 61 touches! C’est Noël!

CONCLUSION

Alors, pari gagné? Hum… à la réflexion, oui et non : certes a Roland a fait un maximum d’efforts pour vous rendre la vie plus facile. Le panneau de commandes est un modèle d’ergonomie. Mais une « workstation » reste une « workstation », avec de très, très nombreuses possibilités. Alors, oui, si vous voulez simplement jouer « au clair de la lune » ou écouter les démos, pas besoin d’ouvrir le mode d’emploi. Mais ce serait un peu dommage non ?! Par contre si vous voulez exploiter au maximum votre nouvel instrument, que ce soit pour écrire un opéra-rock ou la bandeson du prochain « Avatar », il faudra tout de même un peu vous plonger dans la lecture du mode d’emploi ! Pas de panique tout de même : tant le guide de démarrage rapide que le manuel de référence sont très bien réalisés et abondamment illustrés. MMM

www.meetmusic.com

HILITES

Hilites

LINE 6

Line 6 AMPLIFi FX100

LINE 6

Met de AMPLIFi FX100 breidt Line 6 de AMPLIFi reeks uit die eerder dit jaar werd voorgesteld op de NAMM Show. Deze reeks werd ondertussen al meermaals bekroond. De FX100 is een multi-effectpedaal waarmee gitaristen, gecombineerd met de AMPLIFi Remote iOS app, op een snelle en leuke manier klanken kunnen oproepen en in contact kunnen komen met een wereldwijde community van gitaristen. Het pedaal biedt heel wat interessante features, zoals automatische tone matching, cloud-connectiviteit en draadloze controle. www. line6.com

TC Electronic Flashback Mini Delay

Sabian Stick Flip

SABIAN

Sabian zorgt er met de Stick Flip voor dat het leven van drummers weer een beetje wordt vereenvoudigd. De Stick Flip ziet er op het eerste zicht uit als een simpele opbergtas voor drumstokken, maar wanneer je hem openritst en draait, wordt hij een drumstokkenhouder die gebruik en transport vereenvoudigd. Het (gepatenteerde) ontwerp zorgt voor een snelle en makkelijke transformatie, zonder dat je bijvoorbeeld gebruik moet maken van drukknoppen. Wanneer je de Stick Flip rechtzet, staat hij stevig op de grond en heb je al je stokken binnen handbereik. of zwart/grijs. Verkrijgbaar in twee versies: zwart/rood www.sabian.com

SABIAN

Grâce à son Stick Flip, Sabian s’investit pour que la vie des batteurs soit quelque peu simplifiée. En effet, si, à première vue, le Stick Flip semble être un simple sac de rangement pour baguettes, quand on ouvre la fermeture éclair et qu’on le retourne, il devient un support pour baguettes qui permet à la fois leur utilisation et leur transport. Cette conception - qui a fait l’objet d’un brevet - permet une transformation rapide et facile, sans que l’on ait à recourir à, par exemple, des boutons à pression. Quand on place ce Stick Flip en position “debout”, il se dresse solidement sur le sol et toutes vos baguettes restent ainsi à portée de main. Cet article est disponible en deux versions: noir/rouge, ou noir/gris. www. sabian.com

TC ELECTRONIC

TC kondigt de lancering van een nieuwe reeks Mini Pedals aan die in Europa beschikbaar zullen zijn vanaf juni. De serie bevat de Flashback Mini Delay, de Shaker Mini Vibrato, de Corona Mini Chorus en de Vortex Mini Flanger. Hiermee komt TC’s volledige assortiment van TonePrint stomboxes aan bod in de vorm van mini pedals. De TonePrint technologie stelt je in staat klanken up te loaden die werden gecreëerd door enkele van de meest invloedrijke en creaartiesten ter wereld. naast kan je zelfs je nature sounds creëgratis TonePrint Edideze kleine pedalen meer mogelijkheden eerste zicht zou kunnen tcelectronic.com

tieve D a a r eigen sigren via de tor. Kortom, bevatten veel dan je op het denken! www.

TC-HELICON

TC-Helicon Play Acoustic

A travers son modèle AMPLIFi FX100, Line 6 élargit sa gamme AMPLIFi , qui avait été présentée plus tôt dans l’année lors du NAMM Show. Entretemps, cette série a été acclamée de toutes parts! Le FX100 est un pédalier multi-effets avec lequel les guitaristes, en le combinant avec l’application AMPLIFi Remote iOS, sont à même d’appeler des sonorités aussi rapidement que facilement. D ’a u t r e part, ils peuvent aussi entrer en cont ac t avec une communauté mondia le de guitaristes. Ce pédalier propose bon nombre de caractéristiques i n téressantes, comme un choix aut o matique des sons selon le morceau, une connectivité vers les mémoires de ty pe ‘Cloud’, et un contrôle sans fil. www. line6.com

De nieuwe Play Acoustic zorgt voor een complete processing van vocals en gitaar, ideaal voor akoestische gitaristen. Hij combineert al het nodige om een akoestische live performance te doen slagen. TC-Helicon belooft rijke vocale klanken, perfecte achtergrondharmonieën, best-selling gitaareffecten en een unieke processing die de gitaarklanken analyseert zodat alle 6-snarige gitaren perfect in harmonie gaan klinken met de zangstem. De klank van resonerend hout is wat een akoestische gitaar typeert, en het is net daar waar TC-Helicon’s “BodyRez”-technologie een rol speelt. Meer info hierover vind je op www.tc-helicon.com MMM

www.meetmusic.com

TC ELECTRONIC

TC Electronic lance une nouvelle série de mini-pédales qui seront disponibles en Europe à partir de juin. Cette série comprend les pédales suivantes: Flashback Mini Delay, Shaker Mini Vibrato, Corona Mini Chorus et Vortex Mini Flanger. Grâce à cette série, l’entièreté de l’assortiment des pédales ‘TonePrint’ de TC Electronic se retrouve sous forme de mini-pédales. La technologie TonePrint permet de charger des sonorités qui ont été créées par quelques-uns des artistes les plus créatifs et les plus influents au monde. Par la suite, il est loisible à l’utilisateur de créer ses propres sons grâce à l’éditeur TonePrint gratuit. Bref, ces petites pédales renferment bien plus de possibilités qu’elles ne le laissent supposer à première vue! www.tcelectronic.com

TC-HELICON

La nouvelle pédale Play Acoustic se charge de traiter tous les sons émanant non seulement de la voix, mais aussi de la guitare, ce qui est l’idéal pour les guitaristes acoustiques. Cet appareil combine tout ce qu’il faut pour qu’une prestation acoustique sur scène soit un succès total. TC-Helicon nous promet des sonorités vocales particulièrement riches, des harmonies de soutien parfaites, les effets pour guitare les plus appréciés, et un processus unique qui analyse les notes de la guitare afin que les harmonies vocales restent parfaitement accordées par rapport à ce que joue les six cordes de la guitare. Le son du bois qui résonne est l’élément qui donne ses caractéristiques au spectre sonore d’une guitare acoustique, et c’est à ce niveau que la technologie ‘BodyRez’, propre à TC-Helicon, est amenée à jouer son rôle. Vous trouverez plus d’informations sur le sujet en vous rendant sur le site www.tc-helicon.com MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/06

SOUND

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELG BELGIE Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

Audient

Juni 2014 Juin 2014

GRATIS

GRATUIT

iD22

Miktek C1 & CV3

DAP-Audio CX-1500

Allen & Heath Xone:23

JB Systems

Invader