MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
Nr.307
27e jaargang - Juli 2014 27ième année - Juillet 2014
GRATIS
GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX
Kawai MP 7
Peavey Custom
Raptor
Markbass
MB Octaver, Compressore & Super Synth
Paiste
PST-7
INHOUD - SOMMAIRE 4
GUITAR Peavey Raptor Custom electric guitars........................................................... 4
BASS Markbass MB Octaver, Compressore & Super Synth effect pedals ............................................................. 8
8 11
DRUMS & PERCUSSION Paiste PST-7 cymbals ....................................................................11
KEYBOARD INSTRUMENTS Kawai MP 7 stage piano ............................................................... 15
15
HILITES ............................................................. 20
MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele
De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com
Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com
Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com
Redactie/Rédaction: Dennis Boxem Diederik Van Lembergen Jean-Philippe Komac Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch
www.meetmusic.com
ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
MEET MUSIC MAGAZINE
PB Music ..................... 17
PRO SOUND & LIGHT
Mills Audio ..................... 7
Adam Hall ...................... 5
Sound Service ............. 12
Beglec.......................... 19
Peavey......................... 15
EMD............................... 7
The Roadhouse ............. 9
BMI .............................. 13
Sound 7 ....................... 25
EMP ............................. 10
Voerman ........................ 2
Cymatic Audio .............. 7
Sound Service ............... 5
Fentex.......................... 14
Yamaha ....................... 13
Heremans AV .............. 25
ST Audio ...................... 21
Kawai ........................... 21
.........................................
Highlite International........2,23
Studio Factasy............. 25
K18 .............................. 19
.........................................
M-Works ........................ 9
Viladco ......................... 17
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
www.meetmusic.com
3
Peavey Raptor Custom
GUITAR
Peavey Raptor Custom ELECTRIC GUITAR
Met alle nieuwigheden die ons constant rond de oren vliegen, vergeten we af en toe wel eens dat een “simpele” gitaar die goed gebouwd is, nog altijd een vaste waarde zou moeten zijn in het arsenaal van elke gitarist. Al die speciale snufjes zijn wel heel leuk, maar geregeld snak je toch naar een “no nonsense” gitaar, nietwaar? De Peavey Raptor Custom past perfect bij deze beschrijving… Dus waarom bekijken we die gitaar niet even wat beter?
ALGEMEEN Concept
Als we spreken over een “simpele” gitaar is dat zeker geen belediging, integendeel! We verwijzen dan vooral naar gitaren die qua concept gestoeld zijn op klassieke ontwerpen, zoals de eerste modellen van Fender en Gibson. Het zal allicht wel duidelijk zijn waar men voor deze gitaar de inspiratie heeft gehaald... De rondingen zijn iets aangepast, maar roepen nog steeds het beeld van de Fender stratocaster op. Verder gaat men voluit voor de beginnersgroep: men probeert allereerst de prijs goed in de gaten te houden en rond een beperkt budget een zo goed mogelijk instrument te bouwen. Maar we kunnen al wel verklappen dat Peavey ondanks de lage prijs toch enkele extra’s heeft toegevoegd!
Toebehoren/Opties
Bij budgetgitaren is de koffer of draagtas het eerste dat sneuvelt, en dat is ook bij de Peavey Raptor Custom het geval. De gitaar komt, verpakt met de grootste zorg, aan in een kartonnen doos. Je krijgt een korte jack-kabel mee met de gitaar. Aangezien deze gitaar allicht je eerste elektrische gitaar zal worden, is dat altijd een leuk gebaar. Verder krijgen we enkel het standaard gereedschap dat nodig is om de hals af te stellen.
TIM VAN ROY En raison de toutes les nouveautés qui assaillent nos oreilles sans répit, nous oublions de temps à autre qu’ne “simple” guitare, bien construite, restera toujours une valeur sûre dans l’arsenal de n’importe quel guitariste. Tous ces gadgets si spéciaux, c’est une très bonne chose ... ce qui n’empêche pas que régulièrement, on aspire à un petit retour à une ‘no nonsense guitar’, non ? La Peavey Raptor Custom répond parfaitement à cette appellation ... Alors, pourquoi ne pas examiner cette guitare de plus près ?
GÉNÉRALITÉS Concept
Quand nous parlons d’une “simple” guitare, ce n’est pas une injure, bien au contraire ! Dans la plupart des cas, nous voulons par là désigner des guitares dont le concept repose sur des instruments devenus des classiques, comme les premiers modèles de Fender et de Gibson. Assurément, il ne sera pas très difficile de comprendre pourquoi on s’est si souvent inspiré de ces guitares ... Les contours sont quelque peu modifiés, mais l’image, claire et nette, de la Fender Stratocaster “crève les yeux” ! La firme a clairement choisi pour groupe cible les débutants : son premier souci a été de garder les prix sous contrôle, et à partir d’un budget mineur, de construire le meilleur instrument possible. Mais nous pouvons déjà vous dévoiler que, malgré un prix très compétitif, Peavey ne s’est pas privé d’ajouter quelques petits “plus” !
Accessoires / options
Pour les guitares à petit budget, le coffre ou la housse est la première “victime”, et c’est aussi le cas de notre Peavey Raptor Custom. La guitare nous parvient dans une boîte en carton, mais néanmoins, emballée avec le plus grand soin. La guitare est livrée avec un câble jack, assez court. Etant donné que cette guitare sera certainement votre première guitare électrique, c’est toujours bon à prendre. A part ça, il y a aussi le petit matériel standard qui sert à régler le manche.
Imago
Peavey is zonder twijfel een merk dat z’n sporen al heel uitgebreid heeft verdiend. Hartley Peavey bouwde al versterkers in de jaren ’50, en het bedrijf werd gestart in de jaren ’60. Sindsdien heeft Peavey een hele reeks producten op de markt gebracht in zowat alle verschillende categorieën: van versterkers tot software, van gitaren tot mengtafels. Het bedrijf heeft een bijzonder goede reputatie in de lagere prijsklasses, met robuuste en stevige producten die de experimenten (en bijhorende fouten) van beginnende muzikanten steeds weer overleven. Benieuwd of we deze conclusie ook hier kunnen trekken!
Image
Peavey est sans aucun doute une marque qui a déjà gagné ses galons dans bien des domaines. Hartley Peavey construisait déjà des amplis dans les années 50, et l’entreprise elle-même est née dans les années 60. Depuis, Peavey a injecté toute une série de produits dans le marché, dans des catégories extrêmement différentes : cela va des amplis aux softwares, des guitares aux tables de mixage, etc. Cette entreprise possède une solide réputation dans les gammes de prix les plus modestes, grâce à ses produits extrêmement solides, ce qui leur permet de ... “survivre” aux premières expériences - et donc, aux erreurs que cela implique ! - des musiciens qui débutent. Je suis très impatient de voir si nous pourrons tirer les mêmes conclusions à la fin de ce test !
Afwerking
De Peavey Raptor Custom is afgewerkt in wat men bij Peavey “Northeast Red” noemt. Het is niet exact dezelfde kleur, maar het komt toch aardig dicht in de buurt van de rode stratocaster van op de vroege Mark Knopfler platen. Q u a stijl kennen ze er wel iets van bij Peavey, en de slagplaat met parelmoeren motief steekt uitstekend af tegenover de rode kleur. Als we dan een snelle eerste inspectie uitvoeren, kunnen we de gitaar ook niet op constructiefouten betrappen. Tijd om alles van wat dichterbij te gaan bekijken!
Finition
La Peavey Raptor Custom a pour finition ce que l’on appelle chez Peavey ‘Northeast Red’. Ce n’est pas exactement la même couleur, mais cela se rapproche très fort de la Stratocaster rouge dont Mark Knopfler (Dire Straits) se servait sur ses premiers disques. Question élégance, on en connaît un rayon chez Peavey : la plaque de protection aux motifs nacrés ressort parfaitement par rapport à la couleur rouge. Après avoir fait rapidement une première inspection, nous n’avons décelé aucun problème au niveau de la construction. Il est donc temps à présent de la regarder de plus près.
Garantie
Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.
BOUW
Kop/Hals
En de eerste verrassing krijgen we al meteen bij de hals. Niet wat het constructiemateriaal betreft: men gebruikt “hard maple” voor de hals, wat wij allicht mogen interpreteren als maple of esdoorn. Ook de mensuur van de hals is gelijk aan die van een standaard stratocaster, namelijk 25,5” of 648 mm. Je krijgt 22 frets, wat ook “normaal” is, en die zijn één voor één netjes geplaatst en afgewerkt. Het bijzondere zit echter op een plaats die meestal zo “gewoontjes” is dat we er nauwelijks aandacht aan besteden: de achterzijde van de stemkop. Daar heeft men de nieuwe PowerPlate aangebracht. Deze nieuwe toevoeging moet er voor zorgen dat de sustain van de gitaar verbeterd én dat de gitaar luider gaat klinken. De exacte werking is natuurlijk een geheim, maar het komt er op neer dat de metalen plaat ervoor moet zorgen dat de snaren meer (en langer) energie krijgen om door te trillen. Of dat ook zo is, gaan we grondig bekijken bij de klanktest. Als laatste geven we nog mee dat een stemkop die in dezelfde kleur is afgewerkt als de body van de gitaar, in de beginnerscategorie toch eerder uitzonderlijk is! Een mooi detail dus.
Toets
Voor de toets blijft men bij de standaard combinatie van maple (esdoorn) met rosewood (palissander). Al wat we hier nog kunnen vertellen, is dat de keuze van de toets ook mee bepaald wordt door de kleur van de gitaar. Voor de “Northeast Red” is het steeds palissander, maar voor sommige andere kleuren krijg je dan weer een esdoorn toets. Ben je dus een fervent voorstander van de ene of de andere, heb je geen andere keuze dan je kleur mee aan te passen!
Body
Zoals we in het begin al aanhaalden, is de body “ongeveer” gebaseerd op een Fender Stratocaster. Men heeft de rondingen en het basisontwerp overgenomen, maar er tegelijk ook een eigen invloed op uitgeoefend. Het resultaat is een model dat ergens tussen een Fender Stratocaster en een Music Man Silhouette zit. Voor de body gebruikt men “basswood”, een houtsoort uit de linden-familie. Vroeger werd er wat op deze houtsoort neergekeken, vooral dan omdat het niet
4
www.meetmusic.com
Garantie
Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.
CONSTRUCTION
Tête / manche
La première surprise survient immédiatement en inspectant le manche ... Non pas en raison des matériaux choisis : pour le manche, il s’agit de ‘hard maple’, que nous traduirons simplement en français par le terme ‘érable’. Le diapason du manche est lui aussi semblable à celui d’une Stratocaster standard, soit 25,5 pouces, ou 648 mm si vous préférez. On a posé 22 frettes, ce qui est aussi la “norme”, et elles sont parfaitement placées et polies. Non, non : ce qui est particulier à ce manche se trouve à un endroit auquel, la plupart du temps, on ne pense même pas à prêter attention : je veux parler de la face arrière de la tête. Peavey y a implanté sa nouvelle PowerPlate. Ce nouvel ajout est censé améliorer le sustain de la guitare, ainsi que son volume. Le fonctionnement exact de ce procédé est naturellement classé “Secret Defence”, mais il va de soi que cette plaque de métal doit permettre aux cordes de vibrer plus (et plus longtemps). Savoir si tel est bien le cas, nous le vérifierons en détail dans les chapitres réservés au son. Précisons une dernière chose : la finition de la tête est identique à celle du corps de l’instrument, ce qui est plutôt une exception pour une guitare de débutant. Un détail, oui, mais un détail de classe ...
Touche
Pour la touche, on reste également dans les combinaisons classiques : soit de l’érable, soit du palissandre. Tout ce que nous pouvons dire à ce propos, c’est que la nature de la touche est conditionnée par la couleur du corps de la guitare : pour “notre” ‘Northeast Red’, c’est toujours du palissandre, mais pour certaines autres couleurs, c’est une touche en érable. Si vous êtes un fervent partisan de l’une ou l’autre option, vous n’avez d’autre solution que d’accepter les couleurs qui vont avec votre préférence !
Corps
Comme cela a déjà été dit au début, le corps est “plus ou moins” basé sur celui d’une Fender Stratocaster. La firme a repris à son compte les contours et la conception de base, mais en même temps, elle a néanmoins imprimé ses propres influences. Le résultat, c’est un modèle qui se situe quelque part entre la Fender Stratocaster et la Music Man Silhouette. Pour le corps, l’essence choisie est le ‘basswood’, de la famille des tilleuls. Dans le passé, cette essence de bois était regardée avec une certaine suspicion, mais avant tout parce que elle n’avait jamais été beaucoup utilisée par Fender ou Gibson. Mais depuis lors, plusieurs grandes marques
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
Peavey Raptor Custom
GUITAR
veel door Fender of Gibson werd gebruikt. Intussen gebruiken verschillende grote merken het hout, en sommige bouwers reserveren het zelfs voor hun duurste modellen. De gitaar is afgewerkt in een ondoorzichtige rode laklaag, dus we kunnen je helaas niet veel meer vertellen over de kwaliteit van het hout. Als de gitaar de klanktest goed doorstaat, zal dat echter alle geruststelling zijn die wij nodig hebben.
HARDWARE & ELEKTRONICA
ont utilisé ce bois, et certains constructeurs le réservent même à leur modèles les plus chers. La guitare a pour finition une couche de couleur rouge opaque, donc, nous ne pouvons pas dire grand-chose sur la qualité du bois employé. Mais du moment que la guitare passe haut-la-main les épreuves sonores, nous aurons là tous les apaisements qui nous importent réellement.
ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE Mécaniques
Stemmechanieken
De tuners van de Peavey Raptor Custom worden in eigen huis maakt. Ze houden trouwens ook die PowerPlate op z’n plaats,
ge-
Les mécaniques de la Peavey Raptor Custom sont produites par la maison elle-même. Bien entendu, c’est Peavey qui a aussi choisi l’emplacement de la PowerPlate, et cela vaudrait peut être la peine d’être mentionné clairement si d’aventure, vous devez déposer l’instrument chez un réparateur. Nous sortons donc l’instrument de sa boîte et nous l’accordons pour la première fois. Lors du premier contact, certaines clefs donnent une impression de résistance, mais dès qu’elles ont “bougé”, il n’y a plus le moindre problème. Cela va très vite et très facilement pour accorder cette guitare, et pendant la durée du test, nous n’avons dû réaccorder que très rarement. C’est super, tout ça …
Chevalet
Pour le chevalet, Peavey n’a pas lésiné pour choisir le meilleur : un chevalet en acier ! Pas de “chipoteries” comportant de l’aluminium ou d’autres métaux : porter directement son choix sur de l’acier, c’est choisir l’option de la qualité. Il
wat misschien het vermelden waard is als je de gitaar ooit moet inleveren voor herstelling. We nemen de gitaar uit de doos en stemmen het instrument voor de eerste keer. Bij de eerste aanraking geven sommige tuners even een weerspannige indruk, maar van zodra ze los gegooid zijn, is er geen enkel probleem meer. De gitaar stemmen gaat snel en vlot, en gedurende het verloop van de test hebben we amper moeten bijstemmen. Prima dus!
Brug
Voor de brug kiest men bij Peavey meteen voor het echte werk: een stalen brug! Geen gezooi met aluminium of andere metalen. Meteen gaan voor staal is duidelijk gaan voor kwaliteit. Je krijgt een stratocasterbrug die vast zit met zes schroeven (dus onder elke snaar eentje) in plaats van met twee pivot-punten. Is dat beter of slechter? Die discussie gaat al jaren heftig door. Waar we wel zeker van zijn, is dat deze bevestiging steviger is en de tremolo niet laat los zitten als je, om een of andere reden, alle snaren moet verwijderen. Aangezien we hier met een beginnersgitaar te maken hebben, lijkt ons dit de beste keuze!
SPEELCOMFORT Ergonomie
De Peavey Raptor Custom mag dan wel losjes gebaseerd zijn op een Fender Stratocaster, eenmaal de gitaar in de schoot ligt, lijkt het model toch net wat kleiner dan het voorgenoemde model. We hebben beide modellen vergeleken, en het verschil over de hele lengte is niet meer dan enkele millimeters. Toch valt de body op sommige punten drastisch smaller en/of kleiner uit. Dit heeft voor een beginnende gitarist meer voor- dan nadelen: de gitaar ligt wat makkelijker in de schoot en het gewicht wordt ook redelijk beperkt gehouden. Dit maakt het aangenamer om zowel zittend als rechtstaand te spelen.
Actie
De actie van de gitaar is afgesteld op een middelmatige hoogte. Op zich is dit onderdeel puur smaak, en wat jij graag onder je vingers krijgt als gitarist. Ikzelf vond de combinatie van de lichte snaren en de middelmatige actie wat lastiger onder de vingers vallen, maar er zijn allicht hopen mensen die het tegendeel zullen beweren. Kijk even wat de gitaar voor jou zegt, en vraag bij de aankoop van de gitaar eventueel even om de actie bij te stellen. Dat zou normaal gezien in de service moeten inbegrepen zijn!
KLANKKWALITEIT Kleur
Dan op naar de klanktest. Een basswood body met maple hals en rosewood toets, wat gaat dat geven als resultaat? Wel, om eerlijk te zijn, het klinkt allemaal best bekend. Sommige bouwers hebben de afgelopen jaren al durven opperen dat de elektronica bij elektrische gitaren een veel grotere invloed heeft op de klank dan het hout, en ze hebben ergens wel een punt. Laten we dus eens kijken naar de pickups. Bij Peavey heeft men gekozen voor “USA Designed” pickups, wat wil zeggen dat men de ontwerpen in Amerika maakt en dan de constructie (onder strenge supervisie) laat uitvoeren in China. Het resultaat is een pickup die een goede kwaliteit garandeerd, maar aan een veel lagere prijs. Men heeft in Amerika de pickups zelfs aangepast om enkele veel voorkomende problemen aan te pakken. Zo zijn de polepieces (dat zijn de magnetische rondjes onder de snaren) groter gemaakt om meer volume en betere balans tussen de snaren te voorzien. Het resultaat mag er zijn: de gitaar klinkt zeer overtuigend, zeker als je rekening houdt met het feit dat men hier op volledige beginners mikt. Men heeft ook de knoppen beperkt gehouden, wat voor veel beginners ook zeker een troef is: je krijgt slechts één volume-regeling en één toonregeling. De verschillende pickupcombinaties leveren allemaal deze verwachte en verhoopte typische klanken op: van de country-twang van de brug via de Knopfler-sound, naar de ronde en warme neck pickup. Het is allemaal aanwezig! Let op: we gaan niet stellen dat dit een 5-sterren concertinstrument is… Maar een beginner kan hier echt wel een heel eind mee weg!
Respons
Doet die PowerPlate nu echt wat hij belooft? Wel, om dat echt te kunnen testen moeten we eigenlijk de gitaar demonteren en een andere hals gebruiken. Dat valt wat moeilijk bij onze importeur, schatten we zo. We kunnen wel zonder twijfel zeggen dat de Raptor Custom heel levendig klinkt, en inderdaad luider dan zowat elke andere elektrische gitaar in deze prijsklasse. Aangezien we ook een betere en langere sustain opmerken, durven we Peavey nog wat extra lof toewuiven voor dit concept. Om te kijken of het echt op alle gitaren werkt, is echter nog wat meer research nodig!
BUDGET
We kunnen de Peavey Raptor Custom dus op maar zeer weinig fouten betrappen. Maar hoeveel wil men bij Peavey nu eigenlijk krijgen voor deze beginnersgitaar? Wel, eigenlijk helemaal niet veel. Voor €189 (incl. BTW) kan je hem al aanschaffen, in gelijk welke kleur. Op zich is dit een behoorlijke sterke prijs: de gitaar is prima gebouwd, levert goede hardware op de juiste plaatsen en kan zelfs aanspraak maken op een eigen karakter. En zeg nu zelf, voor deze prijs kan je toch niet veel meer vragen dan dat? Toch wel? Ok, vergeet dan zeker de USA Designed pickups, de stalen brug en de PowerPlate niet!
CONCLUSIE
We kunnen de Peavey Raptor Custom niet veel aanwrijven, en al helemaal niet als we de prijs mee in overweging nemen. Het enige waar we ons wat zorgen over maken, is dat de concurrentie in deze prijsklasse absoluut moordend is. Hopelijk krijgt deze gitaar voldoende de kans om zich te tonen én zich te bewijzen. Het zou een grote zonde zijn mocht ze verdrinken tussen het aanbod van andere gitaren! MMM
6
pro • Stalen brug • PowerPlate-concept • Meegeleverde kabel • Perfecte beginnersgitaar • USA Designed pickups
s’agit donc d’un chevalet de type Stratocaster qui est fixé par six vis (donc, il y en a une en regard de chaque vis) au lieu de deux à pointe pivotante. Est-ce mieux ou moins bien ? Cette discussion dure depuis des années ! Ce dont nous sommes sûrs, c’est que ce type de fixation est plus solide, et qu’elle ne laisse pas le tremolo se dérégler quand, pour une raison ou une autre, il faut enlever toutes les cordes. Et étant donné que dans le cas présent, nous avons affaire à une guitare pour débutants, cela nous paraît le meilleur choix !
CONFORT DE JEU Ergonomie
Cette Peavey Raptor Custom a beau être basée, de loin, sur la Fender Stratocaster, une fois que la guitare se trouve contre soi, le modèle semble être un peu plus petit que la guitare de référence. Nous avons comparé les deux modèles, et la différence de longueur hors-tout n’est que de quelques millimètres ! Cependant, à certains endroits, le corps semble nettement plus étroit et/ou plus petit. Pour un guitariste débutant, cela a plus d’avantages que d’inconvénients : la guitare se loge plus facilement contre le corps, et le poids est d’autant mieux réduit. Cela rend le confort de jeu plus agréable, que l’on joue assis ou debout.
Action
L’action de la guitare est réglée en position moyenne. En soi, cet élément n’est qu’une pure question de goût personnel : c’est ce que vous, vous aimez “sentir” en dessous de vos doigts en tant que guitariste. Personnellement, j’ai trouvé que la combinaison entre un jeu de cordes légères et une action moyenne est un peu embarrassante, mais il y a certainement des tas de gens qui émettront un avis diamétralement opposé. Regardez donc quelles sont vos préférences, et demandez éventuellement qu’on vous règle l’action lors de l’achat de la guitare. Normalement, cette prestation devrait être comprise dans le service …
QUALITÉ DES SONORITÉS Couleur
Voyons maintenant ce que donne le son. Un corps en tilleul, avec un manche en érable et une touche en érable : qu’est-ce que cela va bien pouvoir donner ? Eh bien, pour être franc, cela produit un son très bien connu. Ces dernières années, certains constructeurs ont déjà osé prétendre que sur une guitare électrique, l’électronique a beaucoup plus d’influence que les essences de bois choisies, et quelque part, ils ont marqué un point. Penchons-nous donc d’abord sur les micros. Peavey a opté pour des micros ‘USA Designed’, ce qui signifie que la conception a été assurée en Amérique, et qu’ensuite, la construction s’est déroulée - sous une étroite surveillance ! - en Chine. Le résultat, c’est un micro dont la bonne qualité est garantie, mais dont le prix est nettement inférieur. La firme a elle-même adapté ces micros en Amérique afin de prévenir l’émergence éventuelle de certains problèmes. Par exemple, les ‘polepieces’ (ce sont les petites pièces rondes, ‘pôles magnétiques’ en français, qui se trouvent juste sous les cordes) ont été volontairement agrandies afin de générer un volume supérieur et assurer une meilleure balance sonore entre les cordes. Le résultat sonore est le suivant : le son de la guitare est très convaincant, et en particulier si l’on tient compte du fait qu’ici, le créneau visé n’est autre que celui des débutants. La firme a aussi pensé à limiter le nombre de réglages, ce qui, pour les débutants, est aussi un atout : il n’y a qu’un bouton de volume et un de tonalité. Les différentes combinaisons de micros produisent toutes les sonorités typiques du genre, aussi attendues qu’espérées : du ‘country twang’ avec le micro chevalet - proche du son de Knopfler - au son rond et chaud du micro manche. Bref, tout est là ! Attention : nous n’irons évidemment pas jusqu’à dire qu’il s’agit d’un instrument de concert “cinq étoiles” ... Mais avec un tel instrument, un débutant peut déjà parcourir un sacré bout de chemin !
Réponse
La ‘PowerPlate’ tient-elle vraiment ses promesses ? En fait, pour pouvoir vraiment tester cela, il faudrait démonter la guitare et utiliser un autre manche ... ce qui nous paraît difficilement réalisable pour l’importateur. A défaut, nous pouvons affirmer que la Peavey Raptor Custom a un son très vivant, et en effet, plus puissant que pratiquement n’importe quelle guitare dans cette catégorie de prix. Etant donné que nous entendons également un meilleur sustain, plus long, nous ne pouvons qu’attribuer quelques louanges de plus pour ce concept. Ceci dit, pour vérifier si cela fonctionne sur toutes les guitares, il faudrait encore quelques recherches supplémentaires !
• Le chevalet en métal • Le concept de la ‘PowerPlate’ • Le câble livré avec l’instrument • Instrument parfait pour le débutant • Les micros, ‘USA Designed’
contra • Zware prijsklasse om in op te vallen!
• La difficulté de s’imposer dans la catégorie des pre-
www.meetmusic.com
PRIX
Nous avons donc relevé très peu de manquements face à cette Peavey Raptor Custom. Mais tout compte fait, combien la marque demande-t-elle pour cette guitare de débutant ? Eh bien, en fait, vraiment pas “des masses” : pour 170 euros TVA comprise, la guitare sera à vous, quelle qu’en soit la couleur. En soi, c’est un prix très raisonnable : la guitare bénéficie d’une construction parfaite, elle possède un bon accastillage là où c’est nécessaire, et elle peut même revendiquer un caractère original ! Et dites-moi, pour un tel prix, peut-on décemment réclamer plus ? Oui, quand même, vous trouvez ? Bon, alors, vous avez sûrement dû oublier la présence des micros ‘USA Designed’, du chevalet en métal, et de la ‘PowerPlate’ ! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
Markbass MB Octaver, Compressore & Super Synth
BASS
Markbass MB Octaver, Compressore & Super Synth EFFECT PEDALS
STIJN DELDAELE
Dat Markbass kwalitatieve producten voor bassisten op de markt brengt, daar zijn we het volgens mij allemaal over eens. Hun lichtgewicht versterkers en speakercabinets zorgden voor een nieuwe revolutie op gebied van basversterking. Naast het versterken heeft Markbass zich de laatste jaren ook gestort op het ontwikkelen van effecten voor bassisten. We kregen drie van hun pedalen toegestuurd voor een korte test: de MB Octaver, de Super Synth en de Compressore.
TOEBEHOREN
Deze pedalen worden geleverd met een hand-
Selon moi, tout le monde s’accorde pour dire que Markbass propose des produits de qualité aux bassistes: ses amplis et ses enceintes, hyperlégers, ont tout simplement eu un effet révolutionnaire dans le domaine de l’amplification de la basse. Ces dernières années, en sus de ses amplis, Markbass s’est aussi tourné vers la conception d’effets dédiés aux bassistes. C’est ainsi que, dans le cadre d’un “flash test”, nous avons eu l’occasion d’essayer trois de leurs pédales: l’Octaver, le Super Synth et le Compressore.
ACCESSOIRES
Ces pédales sont livrées avec une notice d’emploi où les possibilités de réglages sont clairement détaillées. Chaque pédale est aussi livrée avec des strips autocollants antidérapants. Quant à l’alimentation, le Compressore et le Super Synth sont livrés avec leur adaptateur secteur, alors que l’Octaver doit se contenter d’une pile.
CONSTRUCTION
Les couleurs - reconnaissables entre toutes! - de Markbass, le noir et le jaune-orange, font partie du design de ces pédales. L’Octaver a les dimensions d’une simple pédale d’effet standard, tandis que les deux autres ont une largeur qui fait pratiquement le double. Fabriquées dans un boîtier en métal, solide mais néanmoins léger, ces pédales ne craignent pas les “mauvais coups”. Et le côté “malin” de leur conception, c’est que les boutons de réglage sont placés dans une “gorge” en contrebas du boîtier: ils ne “dépassent” donc pas. L’avantage de cette démarche
leiding waarin duidelijk de regelmogelijkheden worden besproken. Bij ieder pedaal worden enkele zelfklevende antislipstrips meegegeven. Verder worden de Compressore en de Super Synth vergezeld van een adapter, bij de Octaver krijg je een 9 Volt batterij.
BOUW
Ook de herkenbare kleuren van Markbass, namelijk zwart en geel, ontbreken niet in het design van de pedalen. De Octaver heeft de afmetingen van een gewoon standaard effectpedaal, de andere twee pedalen zijn in de breedte dan weer dubbel zo groot. Opgetrokken in een stevige maar lichte metalen behuizing, kunnen de pedalen alvast tegen een stootje. Het is ook slim gezien dat de regelknoppen dieper ingewerkt zijn en niet uitsteken. Dit heeft als voordeel dat de regelknoppen beter beschermd zijn en minder snel ontregeld worden.
FUNCTIES
MB Octaver Wat doen deze pedalen precies? De kleinste van de drie, de Octaver, voegt aan de gespeelde noot twee octaven toe die elk afzonderlijk kunnen geregeld worden. We spreken hier van octaven die lager zijn dan de gespeelde noot. Verder kan het signaal van de Octaver qua hoeveelheid afgestemd worden ten opzichte van het cleane bassignaal. Dit doe je via de dry/ wet regelknop. De Octaver is analoog en doet zeer goed z’n werk. Hij voegt een lekkere, vette, diepe en lage sound toe aan je bassignaal. Klinkt best leuk als je bijvoorbeeld melodielijnen speelt in een hoger octaaf, om die toch van een
8
www.meetmusic.com
e s t q u e l e s boutons sont mieux protégés, et donc, moins vite déréglés.
FONCTIONS
MB Octaver Quelle est l’action de ces pédales sur le son? La plus petite des trois, l’Octaver, ajoute deux octaves à la note jouée, chaque octave ayant son propre réglage de volume. Il s’agit d’octaves en dessous de la note jouée. Le signal traité de l’Octaver peut donc être “dosé” en quantité par rapport au signal non traité, et ce, via le bouton de mélange, ‘dry / wet’. Cet Octaver est analogique et il fait très bien son boulot: au signal d’origine de la basse, il ajoute un son agréable, bien gras et profond. Son usage est du plus bel effet quand, par exemple, la basse joue une ligne mélodique dans les octaves supérieures, tout en conservant au son une certaine profondeur. Vous pouvez vous tains réglages intérendre sur YouTube pour découvrir cerressants qui vous aideront à créer d’excellentes sonorités. Super Synth Ce Super Synth représente en fait deux pédales en une: il renferme à la fois un synthé et un effet d’octave. Bon... Y a-t-il une différence avec la “petite” pédale Octaver? Absolument: sur la pédale
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
Markbass MB Octaver, Compressore & Super Synth bepaalde diepgang te voorzien. Op Youtube kan je enkele leuke regelinstellingen vinden die je op weg helpen met het creëren van bepaalde sounds. Super Synth De Super Synth is eigenlijk een dubbel effectpedaal. In dit pedaal huist zowel een synthesizer- als een octavereffect. Maar is er dan wel een verschil met het MB Octaver pedaal? Jazeker: bij de MB Octaver is het enkel mogelijk om de octaven ònder de gespeelde noot te regelen. Bij de Super Synth kan je zowel een octaaf hoger als een octaaf lager gaan. Wat interessant is bij dit pedaal, is dat je negen synth presets hebt en drie octaver presets. Die kan je niet alleen via het pedaal aanpassen, maar ook met de gratis Markbass software. Dit via de USB-aansluiting, waarna je de presets via de software kan instellen en rechtstreeks opslaan op je pedaal. Op deze manier kan je echt alles aanpassen - en veel gedetailleerder dan op het pedaal zelf. Dit stelt je in staat zeer verschillende synth en octaver effecten creëren. Verder is er nog een gain knop (met clip ledje) waarmee je het inkomend signaal regelt. Met de “Cut freq/oct”knop regel je, in synth modus, de cut off frequentie. In octaver modus kan je dan de octaaf lager zetten qua volume. De “tone/oct+” knop dient om in synth modus zeven verschillende settings (qua detune, amp en panning) te selecteren, alsook een gebruikerssetting die je zelf kan maken. In octaver modus kan je het octaaf dan hoger bijstellen. Tenslotte is er nog de “wet/dry” knop. Een zeer interessant pedaal!
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
BASS précédente, on ne pouvait disposer que d’octaves en dessous de la note jouée, tandis que sur le Super Synth, on dispose d’une octave en dessous, mais aussi d’une octave... au dessus! Ce qui est particulièrement intéressant dans cette pédale, c’est que le bassiste dispose de neuf présélections pour le synthé, et de trois pour l’effet d’octave. Tous les réglages que cela implique peuvent être opérés via la pédale elle-même, mais aussi via le software fourni gratuitement par Markbass: cela est rendu possible grâce à la connexion USB qui permet d’adapter les réglages des présélections et de les injecter directement vers la pédale. De cette manière, l’utilisateur peut donc absolument tout adapter, de façon beaucoup plus détaillée que via la pédale ellemême. Tout cela
www.meetmusic.com
9
Markbass MB Octaver, Compressore & Super Synth
BASS
Compressore Als laatste hebben we de Compressore, die voorzien is van, jawel: een lamp! Geen simulatie, maar een echte lampencompressor in een compacte behuizing. Deze compressor helpt je om het bassignaal te controleren, zodat je geen pieken krijgt bij een vrij wisselende stijl van spelen. Het voordeel van een tube compressor is dat deze meer punch en definitie geeft aan je signaal. Je beschikt hier over een gain om het inkomend signaal te regelen, threshold om het volume bij te stellen vanaf het volumesignaal waar gecompresseerd wordt, ratio om de intensiteit van de compressie te regelen en attack en release om de snelheid van de compressie te regelen. Tenslotte is er nog een knop waarmee je het volume van de compressor afstelt ten opzichte van het clean, ongecompresseerd volume. Handig als je van slappen naar fingerstyle overgaat!
BUDGET & CONCLUSIE
Markbass bezorgt ons zeer leuke, mooie en nuttige effecten! Maar hoe zit het met het prijskaartje? We gaan van klein naar groot. De MB Octaver kost €160, de Compressore €247 en de Super Synth maar liefst €371 (adviesprijzen incl. BTW). Niet bepaald goedkoop, maar voor goede en kwalitatieve effectpedalen betaal je nu eenmaal wat meer dan voor standaard modellen. De vraag is of je zoveel wil investeren in een pedaal? Wel, als een echt goede sound één van je vereisten is, zijn deze Markbass pedalen het zeker waard! MMM
pro • Sound • Gebruiksvriendelijk • Kwaliteit • Look
• Le son • La facilité d’emploi • La qualité • Le look
contra • Prijskaartje
• Le prix permet de créer des effets de synthé et d’octaves extrêmement différents. Signalons également la présence d’un potentiomètre de gain avec sa LED dédiée afin de régler le niveau du signal entrant. En mode synthé, via le bouton ‘Cut freq / Oct -1’, on règle la fréquence de coupure; en mode octave, le même bouton règle le volume de l’octave du dessous. Quant au bouton ‘Tone / Oct +1’, en mode synthé, on règle sept paramètres différents (comme “Detune’, ‘amp’ et ‘panning’), de même que des réglages utilisateur, que l’on peut donc déterminer soi-même; en mode octave, le même bouton règle le volume de l’octave du dessus. Et pour terminer, le bouton ‘wet / dry’ règle le mélange entre signal non traité et signal traité. Voilà donc une pédale pour le moins très intéressante! Compressore Le dernier de la bande, le Compressore, est équipé de... oui, oui: d’une lampe, s’il vous plaît! Pas de simulation au programme, mais une “vraie” lampe donc, dans un boîtier compact. Ce compresseur aide à contrôler le signal de la basse, de manière à ce qu’il n’y ait pas de pics sonores lors, par exemple, d’un passage comportant des styles de jeu très différents. L’avantage d’un compresseur à tube, c’est qu’il confère plus de punch et de définition au signal. On dispose d’un ‘gain’ pour régler le signal entrant, d’un ‘threshold’ pour déterminer à partir de quel volume le signal doit être compressé, d’un ‘ratio’ pour régler l’intensité de la compression, et de ‘attack’ et ‘release’ pour régler la vitesse avec laquelle la compression intervient. Et enfin, il y a un dernier bouton qui règle le volume de sortie du compresseur par rapport au volume du son non traité. Voilà qui est bien pratique quand on arrête de jouer en slap pour passer à un jeu aux doigts.
BUDGET & CONCLUSION
Markbass nous propose des effets à la fois amusants, élégants et utiles! Mais qu’en est-il au niveau des prix? Nous irons du moins cher au plus cher. L’Octaver coûte 160 euros; le Compressore, 247 euros; et le Super Synth, pas moins de 371 euros. Tous ces montants représentent des prix conseillés TVA comprise. Ce ne sont pas des prix particulièrement bon marché, mais pour acquérir des pédales d’effets d’une telle qualité, il est normal de payer plus cher que pour des modèles “standard”. Dès lors, la question est de savoir si vous désirez ou non investir dans de telles pédales... En fait, si le fait d’avoir un excellent son est l’une de vos exigences, ces pédales Markbass valent absolument le détour! MMM
10
www.meetmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
Paiste PST-7
Paiste PST-7 CYMBALS
Waar Paiste op de NAMM show nog een hele reeks bekkens lanceerde voor drummers met diepe zakken, lag de focus op de Musikmesse bij veel betaalbaarder nieuws. De PST-7 is een betaalbare middenklasser met een mooie knipoog naar de beroemde 2002-serie. Paiste maakte in het verleden wel vaker verwijzingen n a a r deze serie als het bekkens van B8 -brons betrof. Bij de PST-7’s gaat het merk een stapje verder, want ook het scheerpatroon en de rode logo’s lijken o p die reeks te zijn gebaseerd. Natuurlijk kun je in dit prijsbereik geen echte 2002’s verwachten, maar zo op het eerste gezicht zien de bekkens er indrukwekkend uit. Zoals vaker levert Paiste bij de introductie van de PST-7 een vrij complete set af, want er is keuze uit drie verschillende diktes, en naast de standaard crash, ride en hihat zijn er ook splashes en china’s verkrijgbaar.
HIHATS
De 14” Light hihat is opvallend dun, waardoor hij een mooie lage en brede sound heeft met een prettige bite en een ontzettend snelle respons. Door het dunne bovenbekken is hij vrij gevoelig voor de hoeveelheid druk die je met je voeten uitoefent. Hij wordt er zelfs een beetje nerveus van. Trap je de bekkens wat harder op elkaar, dan hoor je de klank verbuigen en uiteindelijk afknijpen. De hihat is ook niet bijster luid, en dat maakt hem met name geschikt voor wat lichtere muziek, variërend van jazz tot pop. Halfopen bespeeld is het een vrij explosieve hihat, maar ook hier blijft het volume redelijk binnen de perken. De gewone 14” hihat is een flinke stap zwaarder, maar dat zit ’m met name in het stevige onderbekken. Het bovenbekken is nog redelijk dun en dat zorgt ervoor dat hij vlot reageert met een lekkere crispy en funky hihatklank. Halfopen bespeeld is de klank aanmerkelijk scherper dan die van de Light, en ook de geluidsdruk is een stuk hoger. De Heavy hihat is pittig van gewicht, maar zeker niet log. Hij heeft op de rand bespeeld een lekkere chunky sound die mooi contrasteert met de puntige top - ideaal voor snelle zestienden in een stevige groove. Halfopen bespeeld is de klank stuwend, scherp en venijnig. Precies wat je in een stevige rockband nodig hebt.
CRASHES
De gewone en zwaardere heavy PST crashes zijn verkrijgbaar in 16” en 18”, maar de Thin crash is er ook in 14”. Dit kleine bekkentje is werkelijk heel erg dun, en laat zich gemakkelijk overspelen. Met een subtiele tik geeft hij een mooie afgeronde en korte crashklank, maar haal je wat steviger uit, dan gaat het ding compleet over zijn nek, en houd je een wat gongige, afgeknepen klank over. De 16” en 18” Thin crashes hebben daar veel minder last van. Deze lijken hun energie wat beter kwijt te kunnen, en dat resulteert in een heerlijk volle en splashy crash, die voldoende snijkracht heeft om het tegen een pop- en rockbandje op te nemen, maar tegelijkertijd ook beheersbaar genoeg is om in een subtielere omgeving te gebruiken. De gewone crashes zijn stevig en scherp. Ze zijn hoger van klank dan
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
DRUMS & PERCUSSION
DENNIS BOXEM Alors que Paiste lança lors du NAMM à Anaheim une série complète de cymbales pour batteurs ‘’fortunés’’, lors du Musikmesse de Francfort l’accent fût mis sur quantité de produits bien plus accessibles. La PST-7 est une série abordable avec un joli clin d’œil à la série 2002 très connue. Paiste a, dans le passé, régulièrement fait référence à cette série en ce qui concerne la B8bronze. Avec la PST-7, Paiste va encore plus loin car aussi bien le profil que les logos rouges semblent résolument s’inspirer de cette série référence. Il est entendu que dans cette gamme de prix vous ne pouvez espérer une vraie 2002, mais l’impression visuelle est très convaincante. Comme souvent avec Paiste, une gamme étendue est immédiatement disponible car le choix nous est donné entre les habituelles crashes, ride et hihat complétées par les splashes et china.
HIHATS
L a 14’’ Light hihat est étonnamment fine, qui nous donne une belle sonorité basse et aérée avec une belle attaque et une réponse très rapide. Grâce à la partie supérieure fine, le hihat est très sensible à votre pression de pied, parfois même à la limite de la nervosité. Si vous les jouez plus violement, le son fléchit légèrement pour s’éteindre de manière homogène. Ce charley n’est pas non plus très puissant ce qui le destine plus à la musique ‘’légère’’ allant du jazz au pop. Entre-ouvert l’explosivité est présente tout en restant dans les limites du bon goût. La 14’’ normale est-elle bien plus lourde, mais ceci est dû princip a le me nt à la solide soucoupe inférieure. La c y m b a le supérieure est plus fine donnant une belle vitesse de réaction avec comme résultat une délicieuse sonorité crispy et funky. Joué entreouvert, le son est plus tranchant que la Light avec un niveau sonore supérieur. Le hihat Heavy est imposant mais certainement pas trop lourd. Joué sur la tranche, il procure un son chunky agréable qui contraste agréablement avec la sonorité pointue du dessus – idéale pour les rapides seizièmes d’un groove soutenu. Entre-ouvert, le son est explosif, tranchant, précisément ce qu’attendent les groupes de rock.
CRASHES
La normale et lourde Heavy Crashes PST sont disponible en 16’’ et 18’’, tandis que la thin l’est également en 14’’. Cette petite cymbale est réellement fine et se laisse facilement « surjouer ». Avec un tik subtil, elle nous rend un crash beau et rond, mais si vous en demandez plus, le ding s’écroule et donne un son de gong très court. Les 16 et 18’’ ont beaucoup moins de problème de ce côté. Elles sonnent bien plus haut que la thin tout en étant bien plus puissantes. Elles
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07 www.meetmusic.com 11
DRUMS & PERCUSSION
Paiste PST-7
de Thins en ze kunnen ook flink harder, maar dat hoeft niet. Ook met subtiel spel gaan ze namelijk al prachtig open. Als er Heavy op een bekken staat, betekent dat meestal dat je een flinke plaat brons onder je stokken hebt. Bij de P S T-
7’s valt dat alles mee; de Heavy’s zijn zelfs nog redelijk flexibel en ze spreken dan ook relatief makkelijk aan. Het volume van deze twee bekkens is indrukwekkend: ze zijn luid, venijnig en messcherp. Als rock- en metaldrummer kun je er mee lezen en schrijven.
le cas avec la PST-7. Toutefois cela ne pose pas de problème car elle reste assez flexible et plaisante. Le volume de ces deux cymbales est assez impressionnant, elles sont puissantes, méchantes et affutées. Très bon outils pour un batteur rock ou métal.
RIDES
RIDES
De rides zijn net zo verschillend van karakter als van gewicht. De Light ride is dun, maar heeft een fijne, bijna glasachtige aanslag met een mooie ronde sustain. Het bekken is heel controleerbaar en laat zich gemakkelijk sturen. Op de rand geeft hij een mooi beheerste crash en de cup is duidelijk onderscheidend van het blad. De gewone ride heeft een veel stevigere, cleane aanslag met een heldere sustain en een gecontroleerde hoeveelheid wash. De rand is nog net dun genoeg om op te crashen, al moet je duidelijk meer moeite doen dan bij de Light ride. De cup is fel en glashelder en dat geeft hem in een bandsituatie heel wat power. De Heavy ride heeft
een brede en hoge ping met een beheerste en gecontroleerde wash. Crashen zit er met deze ride niet echt meer in; daar is hij te stug voor. De cup is luid en breed. Een prima ride voor het stevige rock- en metalwerk.
CHINA’S & SPLASH
De china’s zijn er in 14” en 18”. Beide zijn redelijk dun en hebben een vrij smalle omgebogen lip. De 14” is een lekker kort en bijtend effectbekkentje dat je in een stevige rockband overal tussendoor kunt gooien. Hij is luid genoeg om goed hoorbaar te zijn, maar niet alles overstemmend. De sustain is superkort en daardoor zit hij niet snel in de weg. De 18” china heeft heel wat meer body. Je kunt hem gebruiken voor een fel accent, maar ook voor een funky ridepartij, die je naar wens op de knik of voor nog meer volume op de rand
12
s’adaptent très bien à un jeu subtil. Si « HEAVY » est gravé sur une cymbale, vous devez vous attendre à jouer sur à un bon gros disque de bronze, et c ’e s t
www.meetmusic.com
Les Rides se différencies aussi bien par leurs caractères que par leurs poids. La Light est fine, avec un toucher délicat pratiquement transparent complété par un substain bien arrondi. La cymbale est facilement maitrisable et se laisse aisément dominer. Jouée sur la tranche, elle donne un crash bien contrôlé et la cup est bien différenciée de la feuille. La Ride Normale, quant à elle, propose un rendu bien plus puissant avec un substain transparent et un wash bien contrôlé. La tranche est encore suffisamment fine pour les crashes mais il faut toutefois y mettre bien plus du sien qu’avec le Light. La cup est vive et transparente, ce qui lui confère une situation privilégiée dans un groupe. La
ride Heavy possède un ping large et haut perché avec un wash bien maitrisé et contrôlé. La rigidité de la cymbale empêche les crashes mais c’est on ne plus normal. La cup est elle puissante et bien large. Une très bonne ride pour les rockers puissants ou métaleux.
CHINAS ET SPLASHES
Toutes disponibles en 14 et 18’’, elles sont normalement fines et possèdent une lèvre plate. La 14’’ est une cymbale amusante et attractive que vous pouvez facilement insérer dans tout kit de rock. De puissance suffisante sans être écrasante. Le substain étant super court, elle ne gênera pas les autres. La China 18’’ a beaucoup plus de coffre. Utilisable pour sa vivacité, elle a sa place dans un jeu plus funky aussi, jouable à la cassure ou sur la tanche pour encore plus de volume. La Splash
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
DRUMS & PERCUSSION
Paiste PST-7
pro • cleane sound • muzikale bekkens
• sonorité propre • cymbales musicales
contra • Light en Normal hihat vrij gevoelig voor druk met voet speelt. De 10” splash bewijst maar weer eens dat de Zwitsers heel goed zijn in de kleine effectbekkentjes. Hij is lekker dun en watervlug. Meer hoeft een splash ook niet te zijn.
• Light et Normal hihat sursensible au pied Splash 10’’ prouve une fois de plus que les suisses maîtrisent bien les petites soucoupes d’effets. Nous avons ici un petit objet très fin et hyper rapide. On n’en demande pas plus à une Splash.
BUDGET
Voor de 14” bekkens betaal je €89,75, voor de 16” modellen €122,50, €153 voor die van 18” en de 20” bekkens kosten €182,50. Voor de 14” hihats tel je €179,50 neer, voor de 10” splash € 60,25. De PST-7’s zijn betaalbare middenklassers, maar dat zie en hoor je er eigenlijk niet aan. De bekkens zijn net als de duurdere series gemaakt in de Zwitserse Paiste-fabriek, en daar zijn ze niet gewend half werk te leveren. Het enige waardoor je hoort dat je niet met echte high-end bekkens te maken hebt, is een lichte en subtiele lage toon die vooral in de crashes en rides naar voren komt. Die toon is echter zo zacht dat je hem in het volume van een complete drumkit nauwelijks hoort, en in een bandsituatie al helemaal niet. In vergelijking met de 2002’s hebben de PST7’s minder karakter, maar er zijn in de klank zeker overeenkomsten. Met een prijs die minder dan de helft is dan die van de 2002-reeks, mag je dat van de PST-7’s ook niet verwachten.
CONCLUSIE
Paiste levert met de PST-7’s een betaalbaar alternatief zonder dat je aan sound echt veel hoeft in te boeten. Daarmee zijn het prima bekkens voor de beginner, maar ook voor de gevorderde drummer met een kleiner budget zijn ze erg interessant. De PST-7’s zijn gefocust, clean en behoorlijk muzikaal, en hebben een sound waarmee je op het podium en in de oefenruimte prima uit de voeten kunt. * Deze test is tot stand gekomen in samenwerking met Slagwerkkrant. MMM
14
www.meetmusic.com
BUDGET
La 14’’ est annoncée à 89,75€, la 16’’ à 122,50€, la 18’’ à 153,50€ et la 20’’ se trouve à 182,50€. Le charley 14’’ est fixé à 179,50€ et la Splash 10’’ à 60,25’’. Quoique la série PST7 se situe dans la gamme de prix moyens il faut bien reconnaître que ça ne se voit et ne s’entend pratiquement pas. Ces cymbales sont produites comme le reste des produits Paiste, dans l’usine en suisse où on n’a pas l’habitude de faire les choses à moitié. La seule petite différence perceptible par rapport à des produits haut de gamme se situe au niveau dans les fréquences basses des crashes. Ces fréquences sont si douces et discrètes qu’elles sont à peine perceptibles dans le kit batterie et totalement absentes dans un groupe. En comparaison avec la série 2002, les PST-7 ont moins de caractère mais sont de sonorité très respectable. Avec des prix moitiés moindre que les 2002, les PST-7 répondent à l’attente de la plupart des batteurs.
CONCLUSION
La série PST-7 est une alternative attrayante qui ne sacrifie que très peu à la qualité sonore. Cymbales idéales pour les batteurs débutants et même plus expérimentés, les PST-7 sont bien bien ciblées, propres et de belle musicalité. Le batteur et le groupe apprécieront leur intégration musicale. *Ce test a été réalisé en collaboration avec le “Slagwerkkrant”. MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
Kawai MP-7
KEYBOARD INSTRUMENTS
Kawai MP-7 STAGE PIANO
Kent je de Kawai MP-6? Dan zou je de volgende test kunnen samenvatten als ‘de MP-7 is er de opvolger van en Kawai heeft alles verbeterd’. Voilà. Maar let op: echt àlles werd verbeterd! En daarom is het de moeite om deze review te lezen. De MP-6 was al een uitstekende piano, maar de MP-7… Wow!
BOUW
Dat wow-gevoel begint al bij het kijken naar het instrument. Zelfs als je naar piano’s van andere merken kijkt, vraag je je af waarom nog nooit iemand eerder op dat idee is gekomen. Zo is de rand van het bedieningspaneel hoger, waardoor een rand van enkele centimeters boven het klavier uitkomt, met daar - in grote blinkende letters - de merknaam op. Net zoals bij... een echte piano! Waar bij andere merken meestal een schuin of gebogen randje zit, speelt Kawai hier met het echte pianogevoel. Het is wellicht psychologisch, maar je ogen bevestigen wat je hoort: je zit achter een piano! Het klavier is uiteraard van uitstekende kwaliteit met een touch die aanvoelt als echt ivoor. Het voelt inderdaad een beetje satijnachtig aan. Het is niet zo glad als de meeste kunststoffen klavieren. Voor mij hadden ze daar zelfs nog wat verder in mogen gaan, maar hey ik ben nu aan het vergelijken met een piano van vijftig jaar oud. Het klavier is een “Responsive Hammer 2” (RH2), ook een evolutie van het vorige model. Maar met één groot verschil: drie sensoren in plaats van twee. “Big deal”, hoor ik je denken. Helemaal niet! Een derde sensor, geplaatst op ongeveer twee derde van de lengte van een toets, laat je toe van met veel meer gemak noten zeer snel te herhalen. Het is niet nodig van de toets te laten terugkeren tot aan haar bovenste positie, voordat je ze opnieuw bespeelt. En het feit dat niet alleen Kawai deze technologie biedt, betekent maar één ding: voor een doorwinterd pianist is het verschil gewoon enorm. Voor de rest is het design sterk geïnspireerd op het vorige model. De MP-7 ziet er ook zeer klassiek uit: zwart met houten zijkanten en een goed gevuld bedieningspaneel, vooral als je weet dat het een piano is. Je zou bijna denken dat het een “workstation” is. Een kort overzicht van het bovenste paneel: de pitch en modulatie zitten naast twee toewijsbare knoppen en twee volumeregelaars (de tweede regelt het volume van een inkomend signaal via de line-in). Verder zien we nog vier sliders die vier zones van het klavier regelen (main en sub 1-3). Dan zijn er nog wat knoppen voor het transponeren, EQ, effecten, enzovoort. Het LCD scherm met achtergrondverlichting meet 128 x 64 pixels. Daar zitten ook nog enkele toewijsbare knoppen en draaiknoppen waarvan de functie wordt weergegeven op het LCD-scherm. Aan de rechterkant vinden we nog een indrukwekkende verzameling knoppen. Deze zijn voor navigatie tussen de verschillende sounds en voor opname. Onder het klavier aan de voorkant, krijg je de mogelijkheid om een USB-
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
LUC HENRION Vous connaissiez le piano Kawai MP-6 ? Alors le test qui suit peut tenir en deux lignes à peine : le MP-7 est le successeur du MP-6, et Kawai a tout amélioré. Voilà. Mais attention : je dis bien : tout, absolument TOUT !!! Et c’est là que ça vaut tout de même la peine d’écrire quelques lignes de plus ! Le MP-6 était déjà un excellent piano, alors le MP-7… mais lisez la suite.
CONSTRUCTION
Dès le design, la différence est évidente, même par rapport à tous les autres pianos du marché, ne serait-ce qu’à cause d’un détail du genre « mais pourquoi n’y avoir pas pensé plus tôt ? » : le rebord du panneau de commande juste derrière le clavier, est un panneau vertical de quelques centimètres, ce qui permet d’y inscrire en grandes lettres claires sur fond noir brillant la marque Kawai. Exactement comme… sur un piano ! Là où toutes les autres marques (à ma connaissance) utilisent un tout petit rebord, souvent incliné ou courbe, Kawai joue la réminiscence « piano », et c’est une réussite. Rien à faire : psychologiquement, on a davantage tendance à croire à la véracité du son de piano, si les yeux s’y retrouvent aussi! Et bien sûr, le clavier est excellent, avec un toucher censé imiter l’ivoire, et en effet, il est un peu satiné, il n’est pas aussi glissant que les claviers en plastique standard. Pour moi, on aurait même pu y aller un peu plus fort, un peu plus de rugosité, mais bon, c’est vrai que je compare avec mon piano qui a plus d’un demi-siècle ! Le modèle de clavier dont il s’agit ici est baptisé « Responsive Hammer 2 » (RH2), c’est une évolution donc du RH du modèle précédent, et avec une très grosse différence en prime : il s’agit d’un clavier à trois capteurs au lieu de deux. La belle affaire, me direz-vous ? Pas du tout ! Un troisième capteur placé environ aux deux tiers de la course d’une touche permet avec infiniment plus d’aisance des trilles et des répétitions de notes très rapides. Pas besoin de laisser la touche revenir jusqu’à sa position supérieure avant de rejouer. Et si Kawai n’est d’ailleurs pas le seul à proposer ce type de clavier, c’est qu’il y a une raison : pour un pianiste un petit peu chevronné, la différence est tout simplement énorme. Pour le reste, on retrouve un design très inspiré du précédent modèle, et très classique également : noir, flancs en bois, un panneau de commande très bien garni tout de même, surtout pour un instrument présenté comme un « piano » ; on n’est pas très loin d’un panneau de « workstation » et en fait, l’instrument n’en est pas loin non plus, nous le verrons. Un petit tour d’horizon du panneau supérieur : les molettes de pitch et de modulation côtoient deux boutons assignables, et deux curseurs de volume, le second contrôle le niveau d’un éventuel signal audio entrant par les prises « Line in ». Quatre curseurs encore, qui contrôleront le niveau respectif de quatre zones de clavier (« main » et « sub » 1 à 3). Suivent d’autres boutons (transpose, EQ, effets, etc.) et puis un affichage LCD (rétro-éclairé, 128 x
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07 www.meetmusic.com 15
KEYBOARD INSTRUMENTS
Kawai MP-7
stick en een hoofdtelefoon aan te sluiten. Er is geen versterking voorzien, net zoals bij de meeste professionele keyboards. Het is de bedoeling dat dit instrument wordt aangesloten op een externe versterker of P.A.-installatie. De achterkant is ook goed voorzien: een voedingsaansluiting met schakelaar (geen externe voeding - zeer goed!), drie MIDI-aansluitingen, een USB-poort en niet minder dan vier pedaalaansluitingen, twee uitgangsjacks en twee ingangsjacks. En hier kunnen we hem betrappen op een klein minpuntje: gezien het niveau van de piano, had ik hier graag symmetrische uitgangen gezien (jack of XLR). Maar bij Kawai moeten we daarvoor nog hoger opklimmen, naar de MP11. Die heeft trouwens nog meer voordelen, houten toetsen bijvoorbeeld. Maar goed, gezien de kwaliteit van dit instrument had ik dit wel verwacht. Niet dat DI-boxen zo duur zijn, maar we zijn weer in de weer met kabels en dat zorgt voor mogelijke problemen. Eindelijk heb ik iets gevonden om over te klagen! Maar goed, nog wat basisinfo: de piano is uitgerust met een pupiter, een F-10Hpedaal (met “half pedal”-functie), maar je kan even goed het F-30H triplepedaal aansluiten. De MP-7 is, dankzij de knoppen op het voorpaneel, niet te groot: 135 cm breed, 34 cm diep en 17 cm hoog. Op de weegschaal lezen we 21 kg. Hij is dus zelfs een halve kilo kwijtgespeeld tegenover de MP-6!
MOGELIJKHEDEN
Eerst een opmerking: hoe groot de indrukwekkende lijst van mogelijkheden ook is, in het begin lijkt het een beetje eng. Maar, vergis je niet. De toegang tot de geluiden en diverse mogelijkheden is zeer eenvoudig. En die mogelijkheden zijn inderdaad talrijk. Je vindt hier niet meer geluiden dan bij de MP-6: 256. Maar, de polyfonie steeg van 192 naar 256 en de effecten gingen van 23 naar… 129 (main) + 22 (sub). Hetzelfde geldt voor de instelbare parameters: we gaan van 45 interne naar 116 en van 24 externe naar 64. Dit alles werkt zeer makkelijk, ook al lijkt het allemaal een beetje op een workstation. Ik ben er zonder problemen mee aan de slag gegaan, nog voor ik de handleiding van 150 pagina’s opende. Een belangrijk detail: je hebt eigenlijk twee keer 256 opslagmogelijkheden. Je kan alle wijzigingen op alle parameters en alle klanken namelijk ook opslaan, op de plaats van de fabrieksinstellingen in de “sound”-modus. Verder worden alle parameters van het instrument, met inbegrip van de zones, de knoptoewijzingen en de EQ, opgeslagen in de “setup”-modus. En natuurlijk zijn alle courante functies aanwezig: transponeren, stemmen, temperament, velocity, local on/off en verdelen van sounds over het klavier (maximaal vier). En dit alles is makkelijk bereikbaar dankzij de veelheid aan knoppen. Wat zeer interessant is, is dat er voldoende ruimte overblijft voor synth-achtige mogelijkheden, maar ook voor een goede simulatie van een piano of andere klavieren. Een voorbeeld: je kunt kiezen om te spelen met gesloten, open of half open vleugel. Ok, dit is misschien een slecht voorbeeld, in mijn geval maakt deze mogelijkheid maar matig indruk. Het verschil is hoorbaar, maar het lijkt eerder het timbre te beïnvloeden en niet zozeer het niveau. En geloof me, als ik mij babyvleugel openzet, hoor je een verschil in niveau. Vraag maar aan mijn buren!
16
www.meetmusic.com
64 pixels) surplombant quelques boutons assignables, et entouré de quatre contrôleurs rotatifs dont la fonction est affiché sur ce même LCD. Encore une collection imposante de boutons plus à droite, pour la navigation dans les sonorités et enfin la section enregistrement. En-dessous du clavier, à l’avant donc, une prise USB « to device », pour accueillir une clé USB et une sortie écouteurs sur jack 6,35. Pas de système d’amplification donc, c’est un choix assez courant pour des claviers « pro » : le public auquel s’adresse cet instrument est supposé déjà équipé d’un système d’amplification à la hauteur. Le panneau arrière est complet : prise secteur et interrupteur (pas de transfo externe, très bien), les 3 prises MIDI et une prise USB « to host », pas moins de 4 jacks pour pédale, dont une pédale à contrôle continu, deux jacks de sortie et deux jacks d’entrée. Un tout, tout petit bémol ici : vu le niveau de ce piano, j’aurais aimé voir des prises symétriques en sortie, soit des jacks « TRS », soit une paire de prises XLR. Mais pour cela, Kawai a estimé qu’il faut grimper plus haut encore dans la gamme, autrement dit le MP-11. Qui, soit dit en passant, bénéficie encore d’autres atouts en plus, dont un superbe clavier avec des touches en bois. Personnellement, au vu de la qualité de l’instrument et du public auquel il s’adresse, il me semble que des sorties symétriques se justifiaient, non que des « DI-boxes » soient fort coûteux, mais ça représente toujours des câbles (donc des soucis potentiels) en plus. Enfin voilà, il fallait bien que je trouve quelque chose à redire, sinon Kawai faisait un « sans faute »! Quelques informations de base encore : le piano est livré avec un pupitre et une pédale F-10H (avec fonction de « demi-pédale »), mais on peut également se procurer la triple pédale F-30H. Le MP-7 n’est pas trop imposant, grâce aux molettes placées sur le panneau frontal : 135 cm de largeur pour 34 cm de profondeur environ. Pas plus que 17 cm de hauteur, et 21 kilos sur la balance, ce qui est raisonnable ; il a même maigri de 500 grammes par rapport au MP-6!
POSSIBILITÉS
Tout d’abord une remarque : même si cette liste impressionnante de contrôles paraît un peu effrayante de prime abord, ne vous y trompez pas, au contraire, cela permet d’accéder très facilement et très rapidement aux nombreuses sonorités et possibilités du MP-7. Et elles sont en effet nombreuses. Par apport au MP-6, il n’y a pas davantage de sons : 256, mais la polyphonie par contre est passée de 192 à 256 notes, les effets de 23 types à...129 (zone « main ») + 22 (« sub ») ! Pareil pour les paramètres modifiables par l’utilisateur : on passe de 45 (interne) à 116 ( !) et de 24 (externe) à 64. Tous ces boutons sont donc extrêmement bienvenus et, même si comme je le disais, on s’approche des possibilités d’une « workstation », le maniement est vraiment des plus aisés : j’ai effectué les premiers tests de l’instrument avant d’avoir ouvert le mode d’emploi (qui fait tout de même pas loin de 150 pages). Un détail important : vous avez en réalité deux fois 256 mémoires : tous les changements opérés sur tous les paramètres de toutes les sonorités peuvent être mémorisés, en lieu et place des paramètres d’usine en mode « sound », et tous les paramètres de l’instrument, y compris ceux de zones, des affectations de boutons, EQ global, etc… seront mis en mémoire en mode « setup ». Et bien entendu, toutes les fonctions courantes sont à votre disposition : transposition, accordage, tempérament, courbe de vélocité, mode local on/off, partage ou superposition de sons sur le clavier (4 maximum), et le tout est facilement accessible, grâce à cette multitude de boutons dédiés. Ce qui est extrêmement intéressant dans cet instrument, c’est que beaucoup de place est laissée non pas à des paramètres de type « synthé » (ils sont présents aussi) mais bien à une simulation approfondie du piano ou des autres claviers. Un exemple : vous pouvez choisir de jouer avec le couvercle fermé, ouvert ou entr’ouvert ! Bon, pour être honnête l’exemple n’est peut-être pas très bien choisi ; en ce qui me concerne, c’est un des paramètres qui m’a le moins impressionné. Certes la différence est audible, mais elle ne m’a semblé affecter guère que (légèrement) le timbre, pas tellement le niveau. Or, croyez-moi, quand j’ouvre mon demi-queue à la maison, la différence de niveau est sensible, demandez aux voisins ! Mais bon, c’est peut-être un choix délibéré de la part de Kawai. Quoi qu’il en soit, tout le reste est vraiment convaincant, leur « technicien virtuel » est absolument remarquable : déjà présent dans le MP6, il est plus puissant encore, il permet par exemple ici d’ajuster jusqu’à l’accord et le niveau individuel de chaque note, note par note ! Par ailleurs, l’aspect un peu « workstation » qui existait déjà sur le modèle précédent est encore accru ici aussi, puisqu’on a non seulement un système d’enregistrement MIDI, assez simple tout de même, une seule piste, 10 « songs » et 90.000 notes environ. Mais on a aussi une possibilité d’enregistrement audio, et en prime la possibilité de convertir les premiers (MIDI donc) au format du second (audio). Et la possibilité d’enregistrer ce qui arrive en « line in » y compris en mode « overdub ».
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
KEYBOARD INSTRUMENTS
Kawai MP-7
Maar hey, het kan een bewuste keuze zijn van Kawai. Hoe dan ook, alles is echt overtuigend. Hun “virtuele technicus” is absoluut opmerkelijk. Hij was al aanwezig in de MP-6, maar is nog straffer geworden. Hij maakt het bijvoorbeeld mogelijk om het niveau van elke noot apart aan te passen. Bovendien is het workstation-aspect dat ook in de vorige versie te vinden was, hier nog verder uitgewerkt. Er is niet alleen een MIDIsysteem om op te nemen, hoe eenvoudig ook: een enkel spoor (10 songs en ongeveer 90.000 noten), er is ook een mogelijkheid voor audio-opnames. Mét de mogelijkheid om te converteren (MIDI of audio). En er is de mogelijkheid om op te nemen in combinatie met wat er via de line-in binnenkomt, met inbegrip van een overdubmodus. Tot slot kunt u SMF (Standard Midi File) afspelen vanaf een MIDI-bestand, met mogelijkheden tot mixen en knippen/plakken. Voeg daarbij de 100 rhythm patterns en het doet helemaal aan een workstation denken.
RESPONS EN KLANKKLEUR
Zoals ik in het begin al aangaf: ook hier zien we verbeteringen. Meer geheugen, meer parameters, meer effecten en dus… meer en beter geluid! Eerlijk gezegd, ik was danig onder de indruk. Ik ben nochtans geen gemakkelijke op dit vlak. Hier kan ik echter één ding zeggen: bravo! Vanaf dat ik mijn vingers op het klavier leg, gaat er pure gelukzaligheid over mij heen. En dat nog voordat ik ook maar iets aan de instellingen wijzig. En toch is die “virtueel technische” kant echt leuk, dus laten we er puur voor het plezier ook even mee aan de slag gaan. We kunnen er inderdaad erg uiteenlopende pianoklanken mee bekomen (waarbij verschillende harmonieën mogelijk zijn, meer of minder hamergeluid, simulatie van een open of gesloten vleugel, etc.), maar ook een verschillende respons op het pianospel (resonantie, dempergeluid, etc). En hoe zit het met de andere (niet-piano) geluiden? De virtuele technicus kan ook hier aan de slag gaan met geluiden van elektrische piano, klavecimbel (keyoff geluid), Hammond (wijziging van klik en tonewheel), enzovoort. Ik ken weinig echte pianostemmers die dat kunnen! Wat de Hammond-simulatie betreft, is de “Drawbar” modus een uitzonderlijk sterk punt van de MP-7. Hiermee kan je de harmonischen in real time aanpassen, waarbij de cursors (die normaal gezien dienen voor het controleren van de zones) en de draaiknoppen rond het scherm als drawbars fungeren. Het is niet 100% hetzelfde als bij het originele instrument, maar het komt er toch heel dichtbij. En natuurlijk is er een erg goede simulatie van de rotary speaker, alsook van de percussie. Zoals gewoonlijk heeft Kawai gebruik gemaakt van z’n “huistechnologie”, namelijk “Harmonic Imaging”. Maar deze keer gaat het om de XL-versie, waarin ze, ik lach er niet mee, meer ruimte hebben gelaten voor onder andere de attack van het geluid. Onthoud gewoon dat Kawai op niets beknibbeld heeft. Elk van de 88 tonen van de piano werd apart gesampled. En geloof me, dat hoor je. Daarnaast zijn er nog de meest voorkomende sounds (in SMF-mode, ze voldoen aan de GM-standaard) en ze zijn allemaal goed! OK, er zijn natuurlijk ook de geluiden als “car crash”, “bird tweet” en “barking dog” die je maar twee keer gebruikt. Eén keer per ongeluk en één keer om je vriendin aan het lachen te brengen. Ik denk niet dat je er op andere momenten iets mee bent. Laten we het nu eens over de effecten hebben, de MP-7 heeft er namelijk heel wat in huis. De hoofdsectie (main) is voorzien van de gebruikelijke zaken als reverb en EQ (vierbands), en natuurlijk de virtuele technicus, maar ook van een effect dat de naam “amp” draagt. Het is misschien niet meteen iets om te gaan gebruiken wanneer je met akoestische pianosounds speelt, maar voor de elektrische piano’s en orgels is het zeker een mooie bonus. En anders zijn de effecten de usual suspects, niets ontbreekt. Je hebt zelfs meerdere multi-effecten. In de hoofdsectie belet er je dus niets om bijvoorbeeld achtereenvolgens een overdrive, phaser, compressor, wah, versterkersimulatie, reverb en een svierbandsequalizer te gebruiken. Of dat nog mooi klinkt, kan ik niet meteen zeggen. Maar als je het zou willen, het kan! Workstation? Nee nee, dit is een piano!
PRIJS
De Kawai MP-7 koop je voor €1600. Voor een instrument van deze kwaliteit is dat bijna een geschenk uit de hemel. Akkoord, het is best veel geld, maar deze piano is elke Eurocent meer dan waard!
BESLUIT
Enfin, un mode de lecture « SMF » (Standard MIDI File) vous permet de lire les 16 pistes d’un fichier MIDI, avec possibilité de mixage et coupure de pistes. Ajoutez à cela les quelques 100 « patterns » rythmiques disponibles, et ça fait tout de même furieusement penser à une « workstation », non?
RÉPONSE ET SONORITÉS
Comme je vous l’avais annoncé d’emblée, des améliorations ici aussi : plus de mémoire, plus de paramètres, plus d’effets possibles et donc… plus de qualité sonore ! Franchement, là, j’ai été impressionné. Pourtant, je suis assez difficile sur la question, mais dans un cas comme celui-ci, on ne peut dire qu’une chose : bravo ! A peine les doigts posés sur le clavier avec le premier son de piano et c’est le bonheur. Même avant de toucher à quelque paramètre que ce soit. Pourtant leur « technicien virtuel » mérite qu’on lui donne un peu de travail, juste pour le plaisir. On peut en effet obtenir réellement des pianos très différents de sonorité (différentes harmonisations possibles, plus ou moins de bruit de marteau, simulation de couvercle ouvert ou fermé, etc.) mais aussi de réponse différente au jeu (résonance et bruit des étouffoirs, résonance par sympathie). Et les sonorités autres que celles de piano ? Elles sont loin d’être à la traîne. Leur fameux « technicien virtuel » a même l’obligeance d’être polyvalent, puisqu’il pourra s’occuper également de peaufiner les sonorités de piano électrique et de clavecin (avec modification dans ce cas du « key-off noise ») ainsi que de l’orgue type Hammond (modification du « clic » et du bruit des roues phoniques). Je connais peu d’accordeurs de pianos qui pourraient en faire autant ! A propos de la simulation de Hammond, un point très, très fort du MP-7 est la possibilité qui est offerte, via le mode spécial « Drawbar », de moduler les tirettes harmoniques en temps réel, via les curseurs normalement assignés au contrôle de niveau des zones ainsi que les encodeurs rotatifs qui entourent l’écran. Ce n’est donc peutêtre pas à 100% exactement comme sur l’instrument d’origine donc, mais on est très, très proche ! Et bien entendu, une très bonne simulation de haut-parleur rotatif est de la partie également, ainsi que le mode « percussion ». Comme d’habitude, Kawai a a fait appel à leur technologie « maison » dite « Harmonic Imaging », mais cette fois il s’agit d’une version « XL » -sans rire, et donc, avec davantage de place laissée notamment à la reproduction de l’attaque du son. Rappelez-vous tout de même que Kawai ne lésine pas : chacune des 88 notes du piano a été échantillonnée individuellement puis travaillée par leur technologie. Et croyez-moi, ça s’entend. En dehors des sonorités de type « clavier » dont je ne taris pas d’éloges, il y a encore toutes les sonorités les plus courantes (en mode SMF, elles répondent au standard GM), et toutes sont de qualité. Bon, les effets genre « car crash », « bird tweet » et « dog barking » serviront sans doute deux fois en tout et pour tout : une fois par erreur, et une fois pour amuser la copine. Pas sûr qu’elle apprécie d’ailleurs. Mais voilà, standard GM oblige (mais qu’est-ce qu’il leur a pris à l’époque ?!). Parlons un peu des effets à présent, puisque le MP-7 en a reçu une quantité impressionnante. En fait, la section principale (« main ») est privilégiée, avec, outre les effets généraux de reverb et d’égalisation (4 bandes), ainsi que le « technicien virtuel », pas moins de deux effets supplémentaires ET un effet particulier baptisé « amp ». Celui-ci est donc effectivement une simulation d’ampli. On ne va peutêtre pas nécessairement l’employer sur le son de piano acoustique (quoique ?) mais pour les pianos et orgues électriques, c’est certainement un atout de plus. Sinon, les effets sont les grands classiques du genre, rien ne manque à l’appel, et vous avez même plusieurs multi-effets. Par conséquent, sur la zone « main » en tout cas, rien ne vous empêche, à titre d’exemple, d’avoir, dans l’ordre : un overdrive + phaser, un compresseur + wah, une simulation d’ampli, une reverb et un EQ 4 bandes (dont deux paramétriques). Je ne garantis pas le résultat, mais c’est possible ! Vous avez dit « workstation » ?! Non, non, ceci est un piano!
PRIX
Le Kawai MP-7 est annoncé à 1600 €. Pour un instrument de cette qualité, c’est tout simplement une aubaine. D’accord, c’est un budget, mais l’instrument vaut chaque centime demandé, et largement.
CONCLUSION
Si vous êtes à la recherche d’un piano numérique transportable, que ce soit d’ailleurs à usage domestique (pourquoi pas) ou professionnel, il est bien un Als je op zoek bent naar een draagbare digitale piano, voor thuis of voor op het modèle à côté duquel il ne faut surtout pas podium, is het deze die je moet passer, et c’est celui-ci. Vraiment. Inutile de hebben! Echt, ik kan het niet verle cacher : je suis entièrement séduit. bergen, ik ben verkocht! Er is niet alleen de geluidskwaliteit en het Tout y est : qualité du son, du toucher, mul• uitmuntende kwaliteit van • Qualité extraordinaire du grote aanbod aan sounds, maar titude de sonorités, multitude et qualité des klavier en klanken clavier et des sonorités ook de touch, de kwaliteit van de effets, multitude des paramètres modifia• “virtuele technicus” • “technicien virtuel” effecten, de vele mogelijkheden, bles et mémorisables, séquenceur MIDI, ende mogelijkheden met de MIDI seregistreur audio, raccordements complets et quencer en audiorecorder,… Echt malgré tout cela, une grande aisance de maalles! Wat kan je eigenlijk nog meer niement. Franchement, que peut-on vouloir wensen? de plus? • geen symmetrische uit• Pas de sorties symétriques
pro
contra
MMM
18
www.meetmusic.com
MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
HILITES
Carl Martin Purple Moon
Adam Hall Rolling Stones Cable
Hilites
ADAM HALL
The Rolling Stones en Bravado zijn een samenwerking aangegaan met Adam Hall voor de creatie van een strikt gelimiteerde reeks kabels. The Rolling Stones bestaan al sinds 1962 en of ze nu live op een podium staan of in de studio: hun songs, tours en performances zijn steeds weer legendarisch. Deze exclusieve Rolling Stones Cable Series komt tegemoet aan de hoge standaarden van de band, en zo ook aan de behoeften van elke muzikant. Bij het ontwikkelen van de kabels waren o.a. de levensduur en een onvervormde geluidstransmissie belangrijke doelstellingen. Nu tijdelijk in de winkels! www.adamhall.com
CARL MARTIN
Carl Martin luistert in z’n vrije tijd graag naar oude platen uit de jaren ‘60 en ‘70. Vaak vindt hij dan een plaat of een artiest die hem inspireert tot het creeren van een nieuw pedaal. Denk eens terug aan Jimi Hendrix en de Band of Gypsys, aan Robin Trower’s album Bridge of Sighs, of quasi alles van David Gilmour... Hierop baseerde Carl Martin zijn nieuwste pedaal: de Purple Moon. Dit volledig analoge pedaal, dual speed Vibe met Fuzz, stelt je in staat om dezelfde klassieke gitaarklanken te produceren die Carl Martin hebben geïnspireerd. Het nieuwste pedaal binnen de Vintage Series! www.carlmartin.com De MR Series akoestische gitaren wordt gezien als Cort’s fraaiste reeks instrumenten tegen een betaalbare prijs. Nu voegen ze aan ght model is deze reeks de MR600F toe. Dit dreadnouuitgerust met de Fishm a n
Isys Plus voorversterk e r e n een Sonicore pickup. De Venetiaanse cutaway zorgt voor een ongehinderde bespeelbaarheid op een neer de toets. Wordt geleverd met D’Addario USA EXP16 snaren. www. cortguitars.com
Cort MRF600F Moog MF-104M Super Delay
Le groupe des Rolling Stones et Bravado ont travaillé ensemble pour concevoir une série de câbles dont la production serait strictement limitée. Les Rolling Stones existent depuis 1962 déjà, et qu’ils montent sur un podium ou qu’ils entrent en st udio, leurs compositions, leurs tournées et leurs per for ma nc e s f o n t désormais partie intégrante de la lé ge nde d u rock. Cette ‘Rolling Stones Cable Ser ies’ exclusive répond aux standards élevés du groupe, et par conséquent, aussi a u x exigences de n’importe quel musicien. L o r s de la conception de ces câbles, les objectifs visés furent, entre autres, la durée de vie et une transmission du son exempte de toute déformation. Le résultat est à présent disponible dans les magasins ! www.adamhall.com
CARL MARTIN
CORT
MOOG
Met de MF-104M Super Delay lanceert Moog een effectenmodule in gelimiteerde oplage. Deze analoge delay is gebaseerd op Moog’s best verkopende MF-104M. De Super Delay versie beschikt over 1,2 seconden vintage, analoge delay time, geleverd door zes NOS Panasonic Bucket Brigade chips. Hij bevat alles wat je kan vinden op de oorspronkelijke MF-104M, inclusief MIDI controle van alle functies, een 6 Waveshape LFO, tap tempo van de delay time, etc. Er zijn slechts 560 stuks verkrijgbaar, dus snel zijn is de boodschap! www.moogmusic.com
POPPUNT
Auteursrecht en publishing: twee begrippen die al menig wenkbrauw deden fronsen. En misschien wel terecht, want de materie slikt niet bepaald gemakkelijk weg. Daarom bundelde Poppunt alles wat je over het onderwerp moet weten in z’n nieuwe themapublicatie ‘auteursrechten en publishing’. De brochure wordt als e-publicatie aangeboden en is
20
ADAM HALL
www.meetmusic.com
Pendant son temps libre, Carl Martin écoute avec plaisir de vieux disques des années 60 et 70. Il n’est pas rare qu’il découvre lors de ces écoutes un disque ou un artiste qui le pousse à concevoir une nouvelle pédale. Il suffit de penser à Jimi Hendrix et Band of Gyspsys, à l’album Bridge of Sighs de Robin Trouwer, ou à pratiquement tout ce qu’a fait Davis Gilmour ... C’est sur ces bases que Carl Martin a conçu sa dernière pédale en date : la Purple Moon. Cette pédale, analogique à 100 %, est de type ‘dual speed Vibe’ avec un Fuzz : elle permet ainsi de produire les mêmes sons - ô combien classiques ! - qui ont inspirés Carl Martin. Voilà donc une toute nouvelle pédale dans la série Vintage ! www.carlmartin.com
CORT
La série MR - des guitares acoustiques -, est présentée par Cort comme sa plus belle série d’instruments. La firme ajoute à présent la MR600F à cette série. Ce modèle dreadnought est équipé du préampli Fishman Isys Plus et d’un micro Sonicore. Le pan coupé à la vénitienne autorise un accès aisé aux frettes les plus aiguës. L’instrument est livré avec des cordes D’Addario USA EXP16. www.cortguitars.com
MOOG
Moog lance un module d’effets à série limitée, le MF-104M Super Delay. Ce retard analogique est basé sur un de ses produits les mieux vendus, le MF-104M. La version Super Delay dispose d’un retard analogique de type vintage et allant jusqu’à 1,2 seconde. Il est obtenu grâce à une batterie de six circuits intégrés de type NOS Panasonic Bucket Brigade. L’appareil renferme toutes les caractéristiques de la MF-104M originelle, y compris le contrôle MIDI de toutes les fonctions, un LFO à six formes d’ondes, une fonction tap tempo pour le temps de retard, etc. Seules 560 pièces sont disponibles, il y a donc intérêt à réagir très vite ! www.moogmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03
www.meetmusic.com
23
Premier Modern Classic
HILITES raadpleegbaar op elke mobiele device. Te koop via shop.poppunt.be
PREMIER
Premier stelt de Modern Classic drum set voor, een selectie van 3-piece retro shell packs met zuivere tonen en een moderne bouwkwaliteit. De oorsprong van de Modern Classic ligt in 2001, toen die werd gelanceerd als een specifiek snarenassortiment. De vernieuwde Modern Classic drum set is gebaseerd op het originele concept, maar werd herontworpen om tegemoet te komen aan de hedendaagse drummer. www.premier-percussion.com
Sabian Jojo Mayer 13” Hoop Crasher
Radial Bassbone OD
RADIAL
De Bassbone OD is een voorversterker voor bas met twee instrumentinputkanalen, waarvan elk is uitgersut met een level control, een krachtige passief-interactieve EQ en een low-frequency filter die de resonantie helpt te elimineren. Voor bassisten die gebruik maken van effecten, kunnen beide inputkanalen dezelfde pedalen delen. Dit doe je door te verbinden via de ingebouwde send & receive effects loop. Dit wordt dan nog eens opgedreven met de on-board basoverdrive, met controle over de drive level en tone. w w w.radialeng.com
POPPUNT
SABIAN
PREMIER
In 2012 begon Sabian met de productie van het Hoop Crasher effectenbekken. Die werd geïntroduceerd als een 14” model, maar al snel werd duidelijk dat er heel wat vraag was naar een 13” model. Sabian komt hieraan tegemoet en zal op de Summer NAMM de 13” Jojo Mayer Hoop Crasher voorstellen. Zoals de naam al doet vermoeden, werd dit model ontworpen door Jojo Mayer zelf. Dit dual-ring effectenbekken is enorm veelzijdig en heeft een breed palet aan klankkleuren. www.sabian.com
SCHERTLER
De DYN-AG6 transducer is het laatste nieuwe model binnen de Magnetico pickup serie van Schertler. Deze actieve, dynamische contactmicrofoon werd speciaal ontwikkeld voor gebruik met de AG6 pickup voor akoestische gitaar. De DYN-AG6 past discreet op de body van de gitaar, waarbij je het volumeniveau rechtstreeks kan controleren via de EXT potmeter op de AG6. Ideaal voor “percussieve” speelstijlen en voor gebruik bij live performances en recording. www.schertler.com MMM
Les droits d’auteurs et les publications : voilà bien deux matières qui ont fait froncer les sourcils de pas mal de monde ! Et peut être à juste titre, car on ne “digère” pas vraiment une telle matière facilement ... C’est pourquoi Poppunt a rassemblé tout ce que l’on doit savoir sur le sujet dans sa nouvelle publication, ‘Auteursrechten en Publishing’. Cette brochure est proposée sous forme de publication virtuelle, et elle est consultable sur n’importe quel appareil mobile. On peut l’acheter via le site shop.poppunt.be Premier présente son set de batterie Modern Classic : il s’agit d’une sélection d’ensembles de trois fûts à caractère rétro et aux sons purs, mais dont la qualité de construction répond à des impératifs résolument modernes. L’origine de cette série Modern Classic remonte à 2001, lorsqu’elle a été lancée en tant qu’assortiment spécifique de caisses claires. Ces nouveaux éléments Modern Classic sont basés sur le concept d’origine, mais ils ont été “revisités” afin de répondre aux besoins des batteurs contemporains. www.premier-percussion.com
RADIAL
La pédale BassBone OD est un préampli pour basse. Elle possède deux canaux, dont chacun est équipé d’un contrôle de niveau, d’une puissante égalisation passive et interactive, et d’un filtre passe-bas qui aide à éliminer les résonances. Pour les bassistes qui utilisent des effets, les deux canaux d’entrée peuvent partager les mêmes pédales, et ce, grâce à une boucle d’effets (‘send’ et ‘receive’) présente à bord. Le tout peut encore être agrémenté par un effet intégré supplémentaire : un overdrive pour basse dont le taux de saturation et la tonalité sont réglables. www.radialeng.com
SABIAN
En 2012, Sabian à commencé à produire sa série Hoop Crasher, des cymbales à effets spécifiques. La première cymbale était un modèle de 14”, mais très vite, il est apparu qu’il y avait une forte demande pour un modèle de 13”. Sabian répond donc à cette demande : la firme présentera au NAM M d’été sa Jojo Mayer Hoop Crasher de 13”. Comme son nom l’indique, ce modèle a été conçu par Jojo Mayer en personne. Cette cymbale à effets, de type ‘dual ring’, est extrêmement polyvalente et possède une très large palette de couleurs sonores. www.sabian.com
SCHERTLER Schertler DYN-AG6
Le transducteur DYN-AG6 est le dernier modèle en date au sein de la série des micros Magnetico de Schertler. Ce micro de contact est actif et dynamique, et il a été spécialement conçu pour être utilisé avec le micro AG6 destiné aux guitares acoustiques. Ce DYN-AG6 se “fond” discrètement sur le corps de la guitare, et il permet ainsi de contrôler directement le niveau du volume via le potentiomètre EXT de l’AG6. Voilà qui est idéal pour un style de jeu “percussif”, que ce soit sur scène ou en studio. www.schertler.com MMM
22
www.meetmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07
SOUND
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE Turnhout P509335
PRO
&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ Cerwin-Vega!
Juli 2014 Juillet 2014
GRATIS
GRATUIT
XD3
Stagg Keith McMillen QuNexus
Proteus & Triton DAP-Audio
Reloop
mini-GIG
Nowsonic
Stagg
Stage Router
SPS90-ST LFT BK
RP-8000