Psl294

SOUND

Juni 2013 Juin 2013

PRO

&.L.I.G.H.T MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

iCon

QCon Pro

Electro-Voice Live X Series

SAE Institute

BST

i-7205

Practical Creative Media Education

GRATIS

GRATUIT

DAP-Audio

CORE Kontrol D1

JB Systems

LED Light Effects

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

7

INHOUD - SOMMAIRE p.4

EDUCATION SAE Institute

pratical creative media education ............................ 4

RECORDING & PRODUCING iCon QCon Pro

USB-MIDI controller station ................................... 10

p.16

p.12

LIVE SOUND Electro-Voice Live X 112P, 115P, 118P

loudspeaker cabinets & subwoofer........................ 12

BST i-7205

power amplifier ....................................................... 16

p.18

p.10

DJ GEAR DAP-Audio CORE Kontrol D1

MIDI controller ........................................................ 18

LIGHT GEAR JB Systems LED ClubScan, LED ClubHead, Super LED Rainbow LED light effects ..................................................... 22

p.22

HILITES ............................................................. 24

MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com USA correspondent: Kris Provost

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Diederik Van Lembergen Hans & Ludo Lauwens

Kevin “A.L.F.” Jaspar

Roger Roland Wim “Little Billy” Kleyn Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Noach Thierry Stiévenart Michel Van den Bosch

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

PRO SOUND & LIGHT

Mafico .......................................9

MEET MUSIC MAGAZINE

PB Music .............................5,19

Apex .........................................7

M Works .................................11

Alhambra Guitarras ..................7

Peavey....................................11

ADJ .........................................25

RSL.........................................24

EMD........................................17

Roland ....................................22

Beglec.....................................19

Shure ......................................13

EMP ..........................................9

SAE ..........................................9

E-Audio ...................................17

Sound 7 ..................................24

Fentex.....................................16

Studio Factasy........................22

Highlite International.................2

Sound Service ........................21

Kawai ......................................21

The Roadhouse ........................6

LGO ........................................25

Teac/Tascam.............................5

Magnet Records .....................23

Voerman ..............................2,13

Lotronic ...................................15

Teac/ART ..................................8

MilesTones Music .....................9

Yamaha .............................14,17

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

www.meetmusic.com

3

EDUCATION

SAE Institute Amsterdam

SAE Institute Amsterdam Practical Creative Media Education

ISABELLE BERNAERTS

INTRODUCTION

Récemment, MMM a rendu visite au SAE Institute situé à Amsterdam, un acteur important - et même connu dans le monde entier - dans le domaine des formations ayant trait aux médias.

Nous y avons été chaleureusement accueillis par Dennis Beentjes, le ‘National Director’, et par Mehdi Benkirane, le ‘European PR Officer’. Nous avons tout d’abord fait le tour des locaux de cours, ainsi que des nombreux studios présents dans l’institut.

Ce qui nous a frappés dès le départ, c’est l’ambiance détendue, presque familiale, qui y règne. Les étudiants vont et viennent, exécutent tranquillement leurs tâches dans la salle informatique, bavardent avec convivialité pendant la pause café, ou font leurs expériences en groupe dans l’un des studios. Tout cela déborde de créativité et d’enthousiasme: voilà bien une attitude que l’on ne rencontre que dans peu d’autres écoles ! Quel est donc le secret du SAE ? Nous avons cherché à le découvrir!

INLEIDING

Onlangs ging Meet Music op bezoek bij het SAE Institute te Amsterdam, wereldwijd een belangrijke speler op het gebied van mediaopleidingen. We werden er warm onthaald door Dennis Beentjes, de National Director, en Mehdi benkirane, European PR officer. Eerst kregen we een rondleiding langsheen de klaslokalen en de vele studio’s die het instituut telt. Wat ons onmiddellijk opviel, was de open en haast familiaire sfeer die er heerste. Studenten komen en gaan, werken er rustig aan hun taken in de computerruimte, kletsen gezellig bij tijdens een koffiepauze of experimenteren in groep in één van de studio’s. Het gonsde er van de creativiteit en het enthousiasme, iets wat je niet in veel andere scholen op die manier ervaart. Het geheim van SAE? We gingen er achteraan!

GESCHIEDENIS

Laten we beginnen bij het begin. In 1976 startte Tom Misner de eerste SAE school op in Sidney. Op dat ogenblik was er nog geen enkele andere school in Australië met gelijkaardige opleidingen. Misner was altijd al bezig geweest muziek; naast een uitstekende gitarist, was hij ook professioneel actief bij verschillende studio’s. Op die manier had hij de juiste kennis ontwikkeld om SAE op te starten. Hij realiseerde zich dat er een gebrek was aan mogelijkheden voor mensen die binnen die branche werk zochten. Er was toen eigenlijk maar één manier om sound engineer te worden: je moest bij wijze van spreken beginnen met poetsen of koffie maken in een studio, om je zo stilletjes aan verder op te werken naar de gedroomde job. Tom Misner zocht een oplossing voor dit tijdrovende proces en riep daarom een volwaardige opleiding in het leven. Zijn school werd uiteindelijk zo populair dat er al snel een tweede kwam in Brisbane. In de vroege jaren 80 reisde Misner richting Londen, waar hij via zijn contacten ontdekte dat er ook in Groot-Brittannië nog geen soortgelijke school was. Zo richtte hij in 1981 al snel de eerste overzeese vestiging op in Londen. SAE bleef groeien en opende na verloop van tijd nog meer scholen in Australië. Uiteindelijk waagde Misner zich aan een sprong in het diepe. Hij opende in Duitsland (München) de eerste school waar in een andere taal werd lesgegeven dan het Engels. Dit kon hij mogelijk maken doordat hij was opgegroeid in Oostenrijk en dus ook Duits sprak.

Momenteel telt het SAE Institute wereldwijd 54 scholen, met vestigingen op elk continent. Daarvan liggen er 26 binnen Europa, waarvan Duitsland met 8 scholen de meeste telt. De vestiging in Amsterdam werd opgericht in 1993 en is ondertussen al twee keer verhuisd. Momenteel ligt de school in Amsterdam-Noord, het creatieve mediacentrum van de stad. Een perfecte locatie voor de school, met als buren o.a. MTV Networks Europe, Red Bull Nederland en Boomerang. In 1997 kwam er in Rotterdam nog een tweede school bij en 3 à 4 jaar later was ook België aan de beurt met een vestiging in Brussel. Momenteel is er in Luxemburg (nog) geen SAE Institute, maar pendelen er van daar wel heel wat studenten naar de buurlanden. Vandaag de dag is Tom Misner nog steeds de voorzitter van het bedrijf, al werd SAE in 2010 overgenomen door de Navitas groep. Deze wereldwijde speler op vlak van educatie vond met SAE een mooie meerwaarde voor haar “creative media” departement. Ondertussen bestaat SAE al bijna 37 jaar en kunnen ze dus binnenkort hun veertigjarig bestaan vieren!

DE OPLEIDINGEN

Wat voor opleidingen biedt het instituut aan? “SAE” staat voor School of Audio Engineering, het gebied waar oorspronkelijk op werd gefocust. Maar ondertussen zijn de verschillende disciplines binnen de entertainment industrie steeds meer naar elkaar toe gegroeid. Zo is film zonder geluid nu haast ondenkbaar, hoort er bij een song bijna altijd een muziekvideo, worden games steeds ondersteund door muziek en heeft een artiest een eigen website nodig. SAE probeert elke tendens op de voet te volgen en breidt daarom haar opleidingen steeds uit. Als het gaat om onderwijs op vlak van pro audio, wordt er bij SAE vooral gefocust op studiowerk. Uiteraard wordt er ook ingegaan op live audio. Dit kan via een aanvullende, kortere opleiding die geschikt is voor professionele sound engineers of afgestudeerde studenten. Om deze opleiding te kunnen volgen, moet je dus al over de juiste voorkennis beschikken.

SAE’s aanbod bestaat uit verschillende Diploma en Degree opleidingen, met daarnaast nog enkele korte Certificaatcursussen (short courses). Elk van deze opleidingen heeft andere toelatingseisen.

Hieronder zullen we het opleidingsaanbod kort uit de doeken doen. Voor meer info kan je terecht op hun website.

Certificaatcursussen

Deze kortere opleidingen duren 3 tot 6 maanden en zijn open voor iedereen, met een minimumleeftijd van 16 jaar. Deze cursussen vormen een soort van introductie op de langere opleidingen.

Op deze manier kunnen studenten ontdekken waar hun interesses en voorkeuren liggen. De cursus Home Studio Productie duurt 6 maanden en is de enige cursus die wordt gegeven in het Nederlands. Ook de cursussen Elektronische Muziek Productie, Audio For Games en het Live Audio Certificaat duren 6 maanden. Die twee laatste zijn enkel geschikt voor mensen met de juiste voorkennis. Daarnaast kan je er nog andere short courses volgen die niet rechtstreeks gelinkt zijn aan audio. Bij 3D Graphics & Animatie (6 maanden) leer je o.a. animaties ontwerpen voor websites. Na het volgen van Digital Video Production (3 maanden) moet je professioneel ogende video’s kunnen maken voor online gebruik. Binnenkort wordt er ook een cursus in Digital Photography gelanceerd.

Diploma & Degree opleidingen

Hierbij krijg je de keuze tussen Geluidstechniek, Digitale Film Productie, Web Ontwerp & Ontwikkeling, Cross Media Communicatie & Productie (het creëren van content voor sociale media) en Interactive Game Design. Momenteel wordt er ook gewerkt aan een cursus Mobile Development, waarbij er o.a. wordt ingespeeld op de enorme populariteit van de mobiele apps. Deze cursus is ondertussen al van start gegaan aan het SAE te Brussel.

Deze academische opleidingen bestaan uit twee stadia: het Diploma niveau (1 jaar, of 2 jaar indien

4

www.meetmusic.com

HISTORIQUE

Mais commençons par le commencement… En 1976, Tom Misner fonda la première école SAE à Sydney : à cette époque, il n’y avait pas encore en Australie la moindre école prodiguant des formations de ce type. Misner avait toujours été impliqué dans le domaine de la musique : en plus d’être un excellent guitariste, il travaillait en tant que professionnel dans de nombreux studios. C’est ainsi qu’il avait « intégré » l’ensemble des connaissances adéquates pour fonder SAE, tout en se rendant compte qu’il existait un « vide » pour les gens qui cherchaient à travailler dans ce domaine. Jadis, il n’y avait en effet qu’une seule « voie » pour devenir ingénieur du son: il fallait, pour ainsi dire, commencer par prendre les poussières et servir le café dans un studio, en espérant, avec le temps, se « rapprocher » du boulot dont on rêvait… Tom Misner rechercha alors une solution pour ce projet qui lui prenait beaucoup (trop !) de temps, et il mit ainsi sur pied une formation complète. Avec le temps, son école étendit tellement sa renommée qu’il en fonda une deuxième à Brisbane. Au début des années 80, Misner se déplaça à Londres où il se rendit compte, aidé par ses contacts, qu’il n’existait pas encore d’école de ce type en Grande-Bretagne. Très rapidement, il créa donc en 1981 sa première localisation « outremer », à Londres. SAE semblait croître sans répit, car avec le temps, d’autres écoles avaient vu le jour en Australie. Finalement, Misner eu le cran nécessaire pour aller un pas plus loin : il ouvrit sa première école en Allemagne, à Munich, où les cours étaient donnés dans une autre langue que l’anglais. Cette possibilité lui était donnée du fait qu’il avait grandi en Autriche, et de ce fait, il parlait allemand.

A l’heure actuelle, SAE compte 54 écoles réparties dans le monde entier, avec des localisations présentes sur chaque continent. Parmi celles-ci, 26 se trouvent en Europe, où l’Allemagne, avec ses huit unités, en compte le plus. L’école d’Amsterdam fut fondée en 1993 et a déjà déménagé deux fois depuis: pour l’instant, elle se situe au nord d’Amsterdam, dans le centre spécialisé en créations médias de la ville. Il s’agit donc de l’endroit idéal pour cette école, dont les voisins ne sont pas des moindres. Citons, entre autres: MTV Networks Europe, Red Bull Nederland et Boomerang. En 1997, une seconde école fut créée à Rotterdam, et 3 à 4 ans plus tard, ce fut au tour de la Belgique, avec une localisation à Bruxelles. Pour l’instant, il n’y a pas encore de SAE Institute au Luxembourg, mais pas mal d’étudiants qui en proviennent trouvent place dans les pays voisins. A l’heure actuelle, Tom Misner est toujours le président de l’entreprise, mais celle-ci vient d’être reprise par le groupe Navitas. Cet acteur mondial dans le domaine de l’éducation a trouvé dans SAE une plusvalue parfaite pour son département des « médias créatifs ». Entretemps, SAE se développe depuis 37 ans : leurs membres auront donc bientôt le plaisir de fêter leurs quarante ans d’existence!

LES FORMATIONS

Mais en fait, quelles sont les formations proposées par l’institut ? Les lettres ‘SAE’ signifient ‘School of Audio Engineering’, le domaine sur lequel, à l’origine, SAE se concentrait. Mais depuis, les différentes disciplines faisant partie de l’industrie des divertissements se sont multipliées et diversifiées : tout comme un film est aujourd’hui impensable sans sa bande sonore, chaque chanson se doit de posséder sa version en vidéo. Autres exemples : les jeux informatiques sont systématiquement « soutenus » par des séquences musicales, et tout artiste qui se respecte se doit d’avoir son propre site internet. SAE s’emploie donc à emboîter le pas à chaque nouvelle tendance : par conséquent, il est logique que ses formations s’étoffent sans cesse. Comme il s’agit d’enseignement dans le domaine de l’audio professionnel, SAE met avant tout l’accent sur le travail en studio. Mais bien entendu, le domaine de l’audio ‘live’ est lui aussi pris en compte : ce créneau fait l’objet d’une formation complémentaire, plus courte, qui est accessible aux ingénieurs du son professionnels et aux étudiants à la fin de leurs études. Pour pouvoir suivre cette formation, il est donc indispensable de posséder les connaissances pré-requises adaptées.

L’offre de SAE se compose de différents diplômes et ‘degrees’, avec en sus encore quelques cours faisant l’objet d’un certificat (‘short courses’). Chacune de ces formations a ses propres critères d’admission. Dans les lignes qui suivent, nous allons brièvement évoquer l’ensemble des formations proposées, mais pour ceux qui seraient intéressés par plus de détails, tout se trouve sur le site de la firme.

Cours avec obtention d’un certificat

Ces formations de type court durent de trois à six mois, et elles sont ouvertes à tout le monde, l’âge minimum exigé étant de seize ans. Ces cours forment une sorte d’introduction aux formations plus longues, et de cette manière, les étudiants ont l’occasion de se rendre compte de ce qui les intéresse le plus, donc de découvrir leurs domaine de prédilection. Le cours de Production en Home Studio dure six mois, et c’est le seul cours qui est donné en néerlandais. Les cours suivants durent également six mois : Production de Musique Electronique, Audio For Games, et Certificat en Live Audio. Ces deux derniers cours sont seulement accessibles aux personnes ayant les bases requises. Par ailleurs, on peut également suivre d’autres cours de type court qui ne sont pas directement en rapport avec l’audio. Le cours 3D Graphics & Animation (six mois) enseigne, entre autres, à concevoir des animations pour les sites internet. Et après avoir suivi pendant trois mois le cours de Digital Video Production, un étudiant doit être en mesure de créer des vidéos de niveau professionnel pour une utilisation en ligne. Sous peu, un cours de photographie digitale fera aussi partie de l’offre.

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

EDUCATION

SAE Institute Amsterdam part time) en een bijkomend Bachelor jaar (1 jaar). Tijdens het eerste niveau wordt er vooral gefocust op technische en creatieve vaardigheden. Tijdens het Bachelor jaar hanteert men een meer academische aanpak, waarbij wordt gefocust op research.

Hierbij verwerf je o.a. kennis op vlak van marketing, legal copyright en contracting.

Eén van de opdrachten tijdens dit laatste jaar bestaat uit het maken van een documentaire. Daarbij maakt het niet uit of je er de juiste vaardigheden voor hebt. Er wordt verwacht dat je met je (achtergrond) kennis de juiste mensen kan aantrekken die je erbij kunnen helpen. Make it happen!

Master Degree

Master of Arts in Creative Media Practice.

Uiteindelijk kan je nog kiezen voor een Masteropleiding. De projecten binnen deze Master worden gelinkt aan het beroep van de student, dus er wordt van hem of haar verwacht al actief te zijn binnen de sector. Elke student krijgt een mentor die zal zorgen voor assistentie gedurende de hele Master. De studie gebeurt voornamelijk online, maar natuurlijk heeft de student ook professioneel materiaal nodig om de opleiding te voltooien. Het mooie hierbij is dat waar ter wereld de student zich ook bevindt, hij of zij gebruik mag maken van de faciliteiten en het materiaal binnen alle vestigingen van SAE. Wanneer je deze opleiding hebt voltooid, ben je officieel een

Is het diploma officieel?

Het slaagpercentage verschilt van jaar tot jaar, er wordt dus geen rekening gehouden met bepaalde quota. Gemiddeld slaagt zo’n 85 tot 90% van de studenten. Is het diploma dat je uiteindelijk na de opleiding ontvangt officieel? Voor de meeste jobs is het immers belangrijk dat je de juiste, geldige papieren op tafel kan leggen. Deze regels verschillen overal ter wereld. In Europa is het hoger onderwijs in theorie gestandaardiseerd. Scholen moeten hier aan bepaalde regels en voorwaarden voldoen. Om haar studenten een officiële Degree te kunnen geven, werkt SAE samen met de Middlesex University of London. Deze universiteit heeft de opleidingen van SAE gedurende enkele jaren geanalyseerd en goedgekeurd. Hierdoor erkent Middlesex het Diploma programma van SAE en krijg je officieel certificaat wanneer je er afstudeert. Het grappige is dat je je diploma dan in Londen kan gaan afhalen tijdens de typische afstudeerceremonie, inclusief toga en square cap!

Kostprijs: beperkingen versus vrijheid

Hoeveel kost zo’n opleiding bij SAE? Voor het Diploma niveau betaal je ongeveer €12.000, voor de Bachelor betaal je €6000. De Master kost €6500. Voor iemand uit de Benelux lijken deze prijzen enorm hoog. Maar wat velen vergeten, is dat bij ons de overheid enorme bedragen pompt in het onderwijs. Studenten aan het SAE kunnen geen gebruik maken van deze subsidies, waardoor de prijzen van deze opleidingen even hoog blijven. Uiteraard is dit een nadeel, maar het zorgt er ook voor dat SAE geen rekening moet houden met de strikte regels waaraan gesubsidieerde scholen zich moeten houden. Op die manier kan het instituut moeiteloos van de ene dag op de andere inspelen op nieuwe trends. Binnen de branche is dat een enorm voordeel, gezien alles er enorm snel evolueert. Daarnaast investeert SAE behoorlijk in degelijk materiaal. Het materiaal in de studio’s binnen de school, is steeds equivalent aan het materiaal dat wordt gebruikt in professionele studio’s. Ook krijgt elke student een eigen MacBook Pro. Die is inbegrepen in het studiegeld en mogen ze na hun opleiding dus behouden.

DE DOCENTEN

Hoe worden de leerkrachten gerekruteerd? Velen onder hen zijn ex SAE-studenten. Zij hebben reeds een aantal jaren gewerkt en keren dan terug naar de school, om er hun kennis over te brengen aan de nieuwe studenten. Deze docenten weten hoe het er in de school aan toe gaat en zijn vertrouwd met de manier van lesgeven. Ze krijgen veel individuele vrijheid, maar moeten uiteraard ook lesplannen volgen en de leerdoelstellingen bereiken. Daarnaast zijn er ook docenten met een rijke achtergrond binnen de industrie. Een goed voorbeeld hiervan is de Brit Tom Pearce, die o.a. 15 jaar heeft samengewerkt met Elton John, met Eric Clapton, Jeff Beck, Stanley Clarke en - meer recent - Faithless. Pearce woont momenteel in Nederland en komt nog elke week lesgeven in het SAE te Amsterdam. De docent die lesgeeft over copyright en contracting, is een advocaat die gespecialiseerd is in intellectuele eigendom. Bij het rekruteren van leerkrachten wordt er dus niet alleen gekeken naar kennis, ervaring en competenties, maar ook naar de bekwaamheid op vlak van lesgeven.

Daarnaast worden er ook heel wat gastcolleges gegeven, vaak door bekende namen binnen de branche. Zo tourde Bob Katz, een legende op vlak van audio mastering, een tijdje langs SAE’s Europese vestigingen. Andere bekenden zijn bijvoorbeeld Alan Parsons (o.a. producer van Pink Floyd), Steve Hackett (lid van de rockband Genesis) en Morten Lindberg (voormalig Grammy winnaar). Dat het SAE Institute er in slaagt om zulke bekende namen aan te trekken, maakt de school natuurlijk nog aantrekkelijker.

6

www.meetmusic.com

Formation avec diplôme & ‘degree’

Ici, on a le choix entre Technique Sonore, Production de Films Digitaux, Création et Développement de Sites Internet, ‘Cross Media Communication & Production’ (création de contenu pour les réseaux sociaux), ainsi que ‘Interactive Game design’. Pour l’instant, SAE travaille également à la création d’un cours de ‘Mobile Development’ qui, comme son nom l’indique, a pour créneau l’énorme popularité des applications mobiles (‘apps’). Entretemps, ce cours a déjà été lancé au SAE de Bruxelles.

Ces formations académiques comportent deux étapes : le niveau ‘Diplôme’ (en un ou deux ans si le cours est suivi à mi-temps), et le niveau Bachelier (un an). Durant le premier niveau, l’accent est surtout mis sur les valeurs techniques et créatives. Lors du second, SAE adopte une approche plus académique, où l’on insiste plus sur la recherche. On se tourne alors entre autres vers les notions de marketing, ainsi que vers des notions légales en matière de droits d’auteurs et de contrats. Un des objectifs de cette année consiste à réaliser un documentaire. A ce niveau, peu importe si vous avez les qualifications requises ou pas : on attend de vous que grâce à vos connaissances (de base), vous soyez en mesure d’attirer les personnes qui sont à même de vous aider … A vous de vous débrouiller!

Master Degree

En fin de parcours, on peut aussi opter pour une formation de niveau Master. Les projets établis pour ce Master sont liés au métier de l’étudiant, donc on attend de lui (ou d’elle) qu’il soit déjà actif dans le secteur envisagé. Chaque étudiant se voit attribuer un mentor dont le rôle est de lui fournir assistance pendant toute la durée du Master. Les études ont lieu principalement en ligne, mais naturellement, l’étudiant a aussi besoin de matériel professionnel pour mener sa formation à bien.

L’avantage dans cette situation, c’est que, où que l’étudiant soit dans le monde, il bénéficie des facilités fournies et du matériel présent dans toutes les localisations de SAE. Quand on a terminé cette formation, on devient officiellement ‘Master of Arts in Creative Media Practice’.

Le diplôme a-t-il une valeur officielle?

Le pourcentage de réussite varie d’année en année : aucun quota n’entre en ligne de compte. En moyenne, entre 85 et 90 % des étudiants réussissent. Mais en fin de compte, le diplôme délivré à la fin de la formation a-t-il une valeur officielle ? Car pour la plupart des embauches, il est capital de pouvoir montrer le « bon » papier, celui qu’il faut. Ceci dit, les règles diffèrent selon les pays.

En Europe - mais cela reste de la théorie -, l’enseignement supérieur est standardisé : les écoles doivent se soumettre à certaines règles et à certaines conditions. Pour pouvoir délivrer un ‘degree’ officiel à ses étudiants, SAE travaille avec la ‘Middlesex University of London’ : pendant quelques années, cette université a analysé, puis validé les formations du SAE. Grâce à cette procédure, cette université reconnait donc les programmes du SAE donnant droit à un diplôme. Les étudiants reçoivent par conséquent un certificat officiel à la fin de leur formation. Le côté comique de la chose, c’est que l’on va chercher son diplôme à Londres, et ce, au cours de la cérémonie typique de fin d’études, toge et couvre-chef de circonstance à l’appui !

Les prix: les limites en regard de la liberté

Combien coûte une telle formation chez SAE ? Pour le niveau « diplôme », il faut compter environ 12.000 euros, pour celui de bachelier, environ 6.000 euros, et pour celui de Master, environ 6.500 euros. Pour quelqu’un qui fait partie du Benelux, ces prix paraissent incroyablement élevés. Mais ce que d’aucuns oublient, c’est que chez nous, les communautés subventionnent très largement l’enseignement. Pour ce qui en est des étudiants du SAE, ils n’ont aucun subside qui leur vienne en aide, et donc, le prix de ces formations reste très élevé. Bien entendu, c’est un inconvénient de taille, mais cela permet au SAE de ne pas devoir tenir compte des règles très strictes auxquelles sont soumises les écoles subsidiées. Ainsi, du jour au lendemain, l’institut peut, sans le moindre problème, se permettre de suivre de nouvelles tendances. Dans la branche concernée, c’est un avantage énorme, étant donné que tout y évolue à une vitesse très élevée! De plus, SAE investit pas mal dans du matériel de qualité. Dans les écoles, le matériel présent dans les studios est toujours d’un niveau équivalent au matériel utilisé dans les studios professionnels. Cerise sur le gâteau : chaque étudiant reçoit son propre MacBook Pro: il est compris dans le coût des formations, et les étudiants peuvent donc le conserver à la fin de leur formation.

LE CORPS PROFESSORAL

De quelle manière le personnel enseignant est-il recruté ? Beaucoup d’entre eux sont d’anciens étudiants d’un institut SAE : après un certain nombre d’années d’expérience, ils reviennent vers leur école pour y transmettre leurs connaissances à de nouveaux étudiants. Ces enseignants savent donc d’avance comment fonctionne l’école, et ils connaissent aussi la manière dont les cours sont donnés. On leur laisse beaucoup de liberté, mais bien entendu, ils doivent aussi suivre un programme de cours et atteindre les objectifs des formations. Par ailleurs, on rencontre aussi un autre type d’enseignants: ceux qui ont de longues années d’expérience dans l’industrie. Un bon exemple de ce genre se retrouve dans la personne de Tom Pearce, un Britannique qui a travaillé, entre autres, quinze ans avec Elton John, Eric Clapton, Jeff Beck, Stanley Clarke, et récemment, avec Faithless. Pearce vit pour l’instant aux Pays-Bas, et il vient donc donner cours chaque semaine dans le SAE d’Amsterdam. Quant à l’enseignant qui donne cours sur les droits d’auteurs et les rédactions de contrats, il s’agit d’un avocat qui est spécialisé dans le domaine de la propriété intellectuelle. Le recrutement du corps professoral ne se limite pas à des critères de connaissance, d’expérience et de compétence, mais aussi sur les aptitudes pédagogiques des professeurs. De plus, beaucoup de cours sont donnés par des professeurs « invités » : ceux-ci sont souvent des noms connus dans leur spécialité. A titre d’exemple, voici quelque temps, Bob Katz, une véritable légende dans le domaine de l’audio mastering, a fait le tour de nombreuses localisations européennes. Parmi d’autres « pointures » très connues, citons Alan Parsons (entre autres producteur pour Pink Floyd), Steve Hackett (ex-membre du groupe rock Genesis) et Morten Lindberg (détenteur d’une récompense « Grammy »). Le fait que l’institut SAE arrive à compter de telles sommités parmi ses professeurs rend évidemment l’école encore plus attractive.

LES ÉTUDIANTS

SAE compte une grande diversité d’étudiants. Leur âge moyen se situe entre 25 et 28 ans. Les cours de type cours sont suivis par des personnes de tous les âges allant de 16 à … 50 ans ! Certains étudiants ont déjà suivi une précédente formation, d’autres sont déjà professionnellement actifs, que ce soit dans la brancher concernée ou pas. Par exemple, on trouve des gens ayant un passé dans la finance ou dans l’architecture, alors que d’autres veulent opérer un tournant dans leur carrière, et que certains, parallèlement à leur travail principal, ont une véritable passion pour la musique. Pour l’instant, le site d’Amsterdam compte 280 étudiants qui proviennent principalement d’Europe. Néanmoins, certains viennent par exemple aussi des Etats-Unis. Au total, l’école accueille la bagatelle de… 34 nationalités différentes! SAE recourt énormément aux réseaux sociaux pour montrer quelles sont les matières abordées par les étudiants et de quelles capacités ils disposent. De plus, les événements y sont annoncés, comme les journées « portes ouvertes » : n’hésitez donc pas à aller jeter un coup d’œil sur leur page Facebook!

PERSPECTIVES D’EMBAUCHE

Quelles sont les attentes des étudiants vis-à-vis de leur future carrière professionnelle ? Bien entendu, cela dépend du type de formations qu’ils ont suivies. Les étudiants détenteurs d’un diplôme sont à même de devenir ingénieurs (assistants) du son, opérateurs radio, ou ils peuvent commencer à travailler dans l’industrie de la publicité (par exemple en réalisant des ‘jingles’), etc. Pas de limites, tant qu’elles sont de type technique. Les bacheliers peuvent envisager des postes un peu

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

7

EDUCATION

SAE Institute Amsterdam

DE STUDENTEN

SAE kent een grote verscheidenheid aan studenten. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 25 à 28 jaar. De short courses worden gevolgd door mensen van alle leeftijden; variërend tussen de 16 en 50 jaar. Sommige studenten hebben nog geen eerdere opleidingen gevolgd, andere hebben reeds gewerkt - al dan niet binnen de branche. Er zijn bijvoorbeeld mensen met een achtergrond in financiën of architectuur. Sommigen willen hun carrière omgooien, anderen hebben naast hun job een passie voor muziek. De vestiging in Amsterdam telt momenteel 280 studenten en trekt voornamelijk mensen uit Europa aan. Toch komen er bijvoorbeeld ook leerlingen uit de Verenigde Staten. In totaal telt de school 34 nationaliteiten. SAE maakt intensief gebruik van sociale media om te tonen waar de studenten mee bezig zijn en welke capaciteiten ze bezitten. Ook worden er evenementen aangekondigd, zoals de opendeurdagen. Ga dus zeker eens een kijkje nemen op hun Facebookpagina!

JOBPERSPECTIEVEN

Wat kunnen studenten verwachten als toekomstige professionele carrière? Uiteraard is dit afhankelijk van welke opleiding ze hebben gevolgd. De Diploma studenten worden (assistent) audio ingenieurs, broadcasting operators, ze kunnen beginnen werken binnen de reclame-industrie (bijvoorbeeld voor het maken van jingles), etc. The sky is the limit, zo lang het maar technisch is.

De Bachelors kunnen gaan voor de iets hogere posities, op vlak van media management, project coördinatie, marketing, etc. De Bachelor bevat ook een stage, waar de studenten na hun studie vaak meteen aan de slag kunnen. Eén van SAE’s voormalige studenten werkt nu voor Wisseloord Studio’s, een iconische studio gelegen in Nederland.

Het spreekt voor zich dat sommige opleidingen meer kansen bieden op het vinden van werk dan andere. Binnen de sound engineering is het moeilijk om een job te vinden waarbij je in een studio enkel met muziek bezig bent. Niet alleen omdat dit een populaire job is, maar ook doordat steeds meer studio’s verdwijnen. Ondertussen kan je ook makkelijk zelf een kleine studio bouwen bij je thuis en hierbij gebruik maken van je computer. Daarnaast heeft het internet gezorgd voor een revolutie binnen de muziekindustrie. Marketing is vandaag de dag sterk gefocust op het visuele en het creëren van content. Hiervoor is er nood aan professionals die video’s kunnen maken, in de hoogst mogelijke kwaliteit. Die moeten dezelfde dag nog online gezet worden via verschillende sociale media. Dit creëert nieuwe jobs, gezien er mensen voor nodig zijn met de juiste competenties.

Of je snel een job kunt vinden na je opleiding, hangt ook af van land tot land. Zo heeft binnen België de post productie (voor video, film en games) veel potentieel op de arbeidsmarkt. In Nederland is dat de gaming industrie, met meer dan 188 game development studio’s. We zagen al dat SAE niet alleen up to date probeert te blijven op technologisch vlak, maar ook wil inspelen op de vraag van de arbeidsmarkt. Een goed voorbeeld hiervan is hun nieuwe cursus die zich focust op audio voor video games. Audio begint een steeds prominentere rol begint te spelen in video games, niet enkel als achtergrondmuziek of geluidseffecten, maar als een actief element binnen het spel. Audio creëren voor games is een totaal verschillende discipline dan audio creëren voor video’s. Er een opleiding aan wijden was voor SAE dus een logische stap.

Op welke manier onderscheidt het SAE Institute zich van andere scholen die gelijkaardige cursussen geven? SAE concentreert zich voornamelijk op het praktische en wijdt geen maanden aan theorielessen. De studenten belanden al snel in de studio en leren er individueel te werken. Ze moeten alles zélf kunnen doen en veel oefenen. Hiervoor heeft de school de nodige faciliteiten. Daarnaast biedt SAE àl die cursussen aan onder één dak en voorziet het een platform waarop alle studenten elkaar kunnen ontmoeten. Dit zorgt ervoor dat er een soort van “microkosmos” wordt gecreëerd waarbij studenten die uitblinken in verschillende disciplines met elkaar kunnen samenwerken. Zo wordt hun kennis gebundeld en kunnen ze elkaar inspireren en stimuleren. Dit verklaart meteen de creatieve sfeer waarin we terecht kwamen toen we de school bezochten. De wapenkreet van SAE? Fun education, serious qualification! amsterdam.sae.edu PSL

8

www.meetmusic.com

plus élevés, dans le domaine de la gestion des médias, de la coordination de projets, du marketing, etc. Le grade de bachelier comprend également un stage dans unz entreprise … où les étudiants trouvent souvent une place dès que leur formation est terminée. Par exemple, un ancien étudiant dune institut SAE travaille à présent pour les studios Wisseloord, un studio de renommée légendaire aux Pays-Bas. Il va de soi que certaines formations offrent de meilleures perspectives d’embauche que d’autres.

Pour les techniciens son, il est difficile de trouver un studio où on ne s’occupe que de musique : non seulement parce que c’est une activité très recherchée, mais aussi parce que de plus en plus de studios disparaissent … En attendant mieux, vous pourrez toujours créer facilement un petit studio chez vous et vous servir de votre ordinateur. Par ailleurs, internet a provoqué une révolution dans l’industrie musicale : de nos jours, le marketing mise énormément sur le visuel et sur la création de contenu. Et pour ce faire, on a besoin de professionnels capables de réaliser des vidéos de la plus haute qualité … qui doivent, le jour même, être disponibles sur différents réseaux sociaux ! Ces exigences créent de nouveaux « métiers », étant donné que cette situation requiert des personnes détentrices des compétences adéquates.

Le fait de trouver du boulot rapidement ou non varie selon les pays : c’est ainsi qu’en Belgique, la postproduction (pour les vidéos, les films et les jeux) offre un excellent potentiel sur le marché du travail. Aux Pays-Bas, c’est plutôt l’industrie des jeux : le pays compte plus de 188 studios de développement de jeux ! Nous avons déjà souligné le fait que SAE s’emploie non seulement à rester au plus près des nouveautés dans le domaine des technologies, mais que l’institut veut également suivre de tout aussi près les demandes présentes sur le marché du travail. En voici un excellent exemple : SAE a créé un nouveau cours qui se concentre exclusivement sur l’audio destiné aux jeux vidéos. En effet, la composante audio assume un rôle de plus en plus important dans les jeux vidéos, non seulement en tant que musique de fond et bruitages, mais aussi en tant qu’élément actif au sein du jeu. Et créer de l’audio pour des jeux est une discipline totalement différente que de créer de l’audio pour de la vidéo. Y consacrer une formation spécifique s’est donc imposé comme une démarche logique pour SAE. En quoi l’institut SAE se distingue-t-il des autres écoles donnant le même type de cours ? Réponse : SAE se concentre essentiellement sur le côté pratique des choses et ne passe donc pas de longs mois sur l’aspect théorique. Les étudiants « débarquent » très vite dans un studio ou l’autre pour y apprendre à travailler individuellement. Ils doivent être capables de tout faire eux-mêmes et font beaucoup d’exercices dans cette optique. Et l’école dispose évidemment des facilités nécessaires pour ce faire… Autre atout, SAE dispense tous ses cours sous le même toit et dispose d’une plateforme où tous les étudiants peuvent se rencontrer. Cela permet de créer une sorte de « microcosme » où les étudiants qui excellent dans les différentes disciplines peuvent travailler ensemble.

De cette manière, leurs connaissances se renforcent mutuellement et cela entraîne stimulation et inspiration réciproques. Cela met clairement en évidence l’ambiance créative que l’équipe MMM a immédiatement ressentie lors de la visite de cette école. Et voici, pour terminer, le « cri de guerre » de SAE : ‘Fun education, serious qualification’! amsterdam.sae.edu PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

www.meetmusic.com 4 MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

PRO SOUND & LIGHT 2013/02 7

www.meetmusic.com

RECORDING & PRODUCING

iCON Qcon Pro

iCON Qcon Pro STUDIO CONTROLLER

ROGER ROLAND

Zij die nooit gemixt hebben met een analoge tafel, kennen het gelukzalige gevoel van “one button, one function” niet. Het doet me denken aan de slogan van een Frans kledingmerk uit lang vervlogen tijden: “Une femme, une pipe, un pull.” Zoek maar eens op het internet. De advertentie is grappig, maar ook vuil en seksistisch. “One button, one function” is dat helemaal niet, maar is wel erg praktisch. Digitaal heeft zo zeker ook z’n voordelen, zoals het geheugen en de automatisering. Toch is het soms moeilijk om enthousiast te blijven tijdens het mixen. Controllers, zeer handige toestellen, zijn er gelukkig om het beste van beide werelden samen te brengen. We zien steeds vaker zeer goed ontworpen toestellen die ook financieel aantrekkelijk zijn. De iCon QCon Pro is hier een mooi voorbeeld van!

PRESENTATIE

Om eerlijk te zijn doen de reclamefoto’s deze controller geen recht aan, zelfs op de doos zijn ze niet erg aantrekkelijk. In de werkelijkheid gaat het echter om een zeer geslaagd en indrukwekkend toestel. Het gaat dus om een controller die je via USB aan je digitale werkstation kan koppelen. De fabrikant heeft zelfs gedacht aan een aantal geperforeerde en geplastificeerde kaartjes met de commando’s van de meest gebruikte DAW’s (Cubase/Nuendo, Pro Tools, Samplitude, Logic Pro en Ableton Live). Dit vergemakkelijkt het werken aanzienlijk. Het doel van deze controller is eenvoudig: een directe toegang tot alle mogelijke functies van je opnameprogramma. Als je nog niet over audiosoftware beschikt: Samplitude 11 Silver is meegeleverd. Tegen betaling kan je deze basisversie upgraden. Maar met de “light” versie kan je al prima aan de slag.

BESCHRIJVING

De QCon ziet er dus goed uit en valt best op. Met zijn afmetingen van 51 x 47,5 x 8,2cm en gewicht van 7kg gaat het dus niet om een compact model. De moderne aluminium look geeft het geheel een zekere sérieux mee. Qua afwerking zijn er misschien nog een paar verbeteringen mogelijk: we zitten dichter bij een Oost-Europese auto, dan bij een Japanse... Een mooi voorbeeld hiervan is het plaatje aan de bovenkant dat niet helemaal symmetrisch is aangebracht. De blauwe horizontale band is beter geslaagd, alsook het rode schermpje met de tijdweergave aan de rechterkant en de acht faders, elk voorzien van vier soft-touch buttons en een knop omgeven door leds. Bij de master fader horen dan weer 6 knoppen. Het rechtergedeelte is zwaar geladen: 48 knoppen en een grote jog/shuttle draaiknop. Kortom, heel wat mogelijkheden en een directe toegang tot de verschillende functies. Fantastisch!

Ceux qui n’ont jamais mixé sur une console analogique ne peuvent imaginer le bonheur de disposer du système « un bouton, une fonction ». Voilà un slogan qui vaut bien celui tant de la glorieuse vantant une marque de vêtements masculins (daépoque analogique) qui disait « une femme, une pipe, un pull ». Cherchez sur internet, histoire de vérifier qu’à une époque, la pub savait être drôle, sexiste, bête et méchante. « Un bouton une fonction », cela n’est ni bête ni méchant, mais c’est tellement pratique ! Le numérique possède pourtant bien des avantages : la mémorisation et l’automation par exemple. Mais qu’il est pénible de mixer à la souris ! Les télécommandes sont heureusement là pour nous offrir le meilleur des deux mondes…et de plus on trouve maintenant des modèles bien conçus et très abordables financièrement, comme la QCon Pro que je reçois en test. En voiture, Simone …

PRESENTATION

A vrai dire, les photos de cette commande ne lui rendent pas justice. Même sur la boite, elle semble un peu moche et mal foutue. En vrai, heureusement, elle est très réussie et impressionnante. Il s’agit donc d’une télécommande à relier via USB à votre station de travail audio numérique préférée. Le constructeur fournit même quelques feuillets plastifiés et perforés prévu pour quelques modèles courants de DAW (Cubase/Nuendo, Pro Tools, Samplitude, Logic Pro, Ableton Live). Ceci facilite la prise en main de la commande, bien entendu. Le but de cette QCon est simple : donner un accès direct à un maximum de fonctions. Si vous ne possédez pas encore de logiciel audio, une version « Samplitude 11 Silver » est fournie, que vous pourrez éventuellement upgrader moyennant finances. Mais même avec la version « light » vous pourrez faire joujou immédiatement.

DESCRIPTION

La QCon est donc jolie et ne passera pas inaperçue : il ne s’agit pas d’un mini modèle, ses dimensions étant de 51 x 47,5 x 8,2 cm pour un poids de 7 kilos. Le look aluminium rend un aspect sérieux et moderne, avec parfois des ajustements à réaliser concernant la finition : nous sommes plus près d’une voiture d’Europe centrale que d’une japonaise…Cela sent un peu la Chine qui en veut, mais ne peut pas (toujours). Une plaque supérieure par exemple ajustée de manière pas trop symétrique, et qui pourra accueillir une évolution, mais qui pour l’instant donne un effet « cela viendra peut-être, mais en attendant, on place un cache ». Le bandeau horizontal d’affichage sur fond bleu est plus réussi, de même que l’écran d’affichage temporel rouge à droite, les huit faders individuels surmontés de quatre boutons « soft touch » et d’un potard entourés de leds. Le fader « master » est quant à lui surmonté de six boutons. La partie droite est chargée: quarante-quatre boutons et une grande molette « jog/shuttle ». Soit des tas de possibilités et autant d’accès directs. Génial!

UTILISATION

L’installation se fait sans trop de problèmes. J’ai vu plus simple, mais j’y suis parvenu après deux heures, sans trop bien comprendre pourquoi tout-à-coup cela a fonctionné alors que cinq minutes avant, cela semblait improbable. Le mode d’emploi pourrait être plus clair sur ce plan. Bref : l’essentiel est que cela fonctionne, pas vrai ? A l’allumage, on peut sélectionner le logiciel que l’on utilise. Il faut être assez récif, car si l’on tarde un peu, le chargement se poursuit et l’on ne pourra choisir le logiciel qu’en éteignant et rallumant la commande. Par contre, une fois ce poste fixé, la QCon s’allumera par défaut avec la configuration choisie précédemment. Les faders bénéficient d’une longue course (onze centimètres) et ils sont motorisés. Le toucher est plutôt agréable et précis.

Il est possible d’avancer par pas de 8 : la première page sert aux huit premières pistes, la suivante aux huit suivantes, etc. Mais il est possible également de décaler d’une seule piste si vous le souhaitez. Les quatre boutons assignés à chaque fader servent à la sélection de la piste, au «mute », au « solo » et au « rec », soit les fonctions essentielles.

L’encodeur supérieur est de type « sans fin » et peut également s’enfoncer. Par défaut il sert au panoramique avec des leds rouges placées en cercle autour de la commande pour indiquer la position du potard. Si vous êtes au centre, la led passe au rose. De même : un simple appui sur ce potard et votre panoramique sera placé au centre. Simple et clair !

Les mêmes potards pourront servir à l’égalisation de la piste sélectionnée. Le bandeau supérieur indiquera différentes choses : le nom de la piste, le niveau du volume, les envois d’auxiliaires ou l’égalisation. Les caractères sont très lisibles, même en pleine lumière. La partie droite comprend les habituelles fonctions d’avance/recul rapides, play, stop et rec, mais aussi la fonction « loop » (boucle). Puis viennent les fonctions permettant d’insérer des marqueurs (un accès séparé de 1 à 8), d’appeler la table de mixage virtuelle sur votre ordi, la section « plug in », auxiliaire, panoramique, idem pour la partie « automation » ou vous pourrez choisir lecture/écriture, et les célèbres « latch, touch, trim » que connaissent ceux qui ont déjà travaillé avec une automation.

De plus, pas moins de huit boutons plus un « shift » (ce qui double les possibilités) sont disponibles pour une programmation personnelle : par exemple les fonctions que vous utilisez souvent. Dans la pratique, cette surface de contrôle fait remarquablement son travail. Les faders sont très réactifs et lorsqu’on a travaillé quelques jours avec la QCon Pro, la vraie difficulté est de revenir à l’âge de la souris. Si vous installez le satellite optionnel « Umix 1008 » (dont le modèle d’essai était dépourvu, mais sera disponible dès octobre), vous disposerez en plus d’une interface sonore dotée de huit préamplis et

10

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

iCON Qcon Pro

RECORDING & PRODUCING

GEBRUIK

De installatie verloopt zonder grote problemen. Toch heb ik even m’n weg moeten zoeken. Na wat proberen werkte alles plots, zonder dat ik goed wist hoe ik het had klaargespeeld. Vijf minuten ervoor leek het nog een onmogelijke zaak! Een duidelijkere handleiding zou het installeren toch makkelijker maken, nu leek het eerder een lucky shot.

Maar goed, het werkt en dat is wat telt! Bij het opstarten kan je kiezen welke software je gebruikt. Je moet hier behoorlijk snel zijn, want als je even aarzelt gaat de opstartprocedure verder zonder dat je je software kan kiezen. De faders zijn ruim (11 centimeter) en gemotoriseerd. Ze voelen aangenaam aan en je kan er zeer precies mee werken. Je kan telkens mixen in 8 sporen. Op de eerste page staan de eerste 8, op de tweede de volgende 8, etc. Maar het is ook mogelijk om een spoor te verschuiven indien gewenst. De vier knoppen die aan elke fader zijn toegewezen, hebben als functie “select”, “mute”, “solo” en “rec”. De belangrijkste functies dus. De bovenste encoder is een oneindige draaiknop, maar is eveneens indrukbaar. Standaard is hij ingesteld voor panning. De rode leds eromheen dienen om de positie van de knop aan te duiden. Als je hem naar het midden draait, wordt de led roze. Je zet hem trouwens onmiddellijk in het midden door een simpele druk op de draaiknop. Dezelfde knoppen kunnen dienen als equalizer van het geselecteerde spoor. De band bovenaan toont verschillende zaken: de naam van het spoor, het volume, de AUX-ingangen of de equalizing. Deze letters zijn goed leesbaar en verlicht. De rechterkant bevat de gebruikelijke functies: rewind, fast forward, play, stop en record, maar ook een loop-functie. Vervolgens zijn er de toewijsbare knoppen, waarmee je de virtuele mixtafel in je computer kan bedienen. Verder zijn er de secties plug in, aux, panning, EQ, etc. Daaronder zien we het automatisatie-onderdeel, met functies als Group, Read en de bekende Write, Latch, Touch en Trim. In de praktijk doet deze controller perfect waarvoor hij ontworpen is. De faders zijn zeer gevoelig en wanneer je een paar dagen in de weer bent met de QCon, is het moeilijk om niet te glimlachen. Wanneer je ook de optionele “Umix 1008” installeert, beschik je eveneens over een interface met 8 preamps en evenveel converters (24 bit/192 kHz) plus een monitorsysteem en twee hoofdtelefoonaansluitingen. Nu we toch bezig zijn over extra opties, laten we ons even gaan. De Qcon Ex is een extensie-module waarmee je acht extra faders kan aansluiten.

Allemaal gemotoriseerd, met boven elk kanaal een rotary coder. Op die manier kan je naar eigen wens een soort van controlepaneel creëren, met 8, 16, 24 of meer faders. We hebben hier dus een zeer goed doordacht systeem voor onze neus staan. En dat voor een zeer interessante prijs.

d’autant de convertisseurs 24 bit/192 kHz plus un système de monitoring et deux prises « casque ». Tant qu’on parle d’options, si la climatisation et les sièges en cuir ne sont pas encore au programme, il est par contre possible d’ajouter une extension « QCon Ex » qui amène huit faders motorisés supplémentaires avec pour chacun les quatre boutons supérieurs plus l’encodeur rotatif. Vous pouvez donc vous créer une surface de contrôle adaptée à vos besoins, de huit, seize ou vingt-quatre faders voire plus… Nous sommes donc en présence d’un système très bien pensé, et ceci pour un prix ramené à des proportions raisonnables : lisez ce qui suit.

BUDGET

BUDGET

BESLUIT

CONCLUSIONS

Deze controller is de jouwe voor €599. Je kan niet zeggen dat dat een oneerlijke prijs is.

Het lijkt alsof deze Qcon een beetje in de schaduw staat van de concurrentie, maar dat geldt dus ook voor de prijs!

Een uitstekende controller voor een eerlijke prijs. En de mogelijkheid om hem om te vormen tot een audio interface maakt het helemaal interessant. De robuustheid en het design van de QCon maken ons instant gelukkig. Als je op zoek bent naar dit soort toestel, dan moet je deze absoluut testen. Je zal niet teleurgesteld huiswaarts keren.

pro • prijs/kwaliteit • geslaagd design • eenvoudig in gebruik

• rapport qualité /prix • design réussi • simplicité d’utilisation

contra • installatie kan makkelijker

• installation un rien ardue

Cette surface de contrôle sera vôtre pour : 599 € (prix brut TVA incluse). On ne peut pas dire que cela soit onéreux. Il me semble que cette QCon risque de faire de l’ombre à la concurrence également au niveau du prix.

Une excellente surface de contrôle pour un prix modeste. Et la possibilité de la transformer en interface audio en option. La robustesse et le design de cette QCon ne devraient faire que des heureux. Si vous êtes à la recherche de ce type de produit, il vous faut absolument tester cette excellente surface de contrôle : vous ne serez pas déçus.

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

PSL

www.meetmusic.com

11

PA & LIVE SOUND

Electro-Voice Live X 112P, 115P & 118P

Electro-Voice Live X 112P, 115P & 118P LOUDSPEAKERS & SUBWOOFER

HANS & LUDO LAUWENS Des marques d’enceintes, il y en a des tonnes. Mais, tout comme pour les voitures, certains noms vous emballent.

J’ai devant moi une palette bien chargée avec six grandes boîtes et deux petites, toutes arborant fièrement le logo ‘EV’. Je lie connaissance avec la gamme Live X. Elle existe en version passive, mais nous disposons de la variante active. L’importateur nous a livré des tops à deux voies de 12” (ELX 112P) rayonnant sur 90°x50°, ainsi que la version 15” ELX 115P avec une couverture similaire. Nous avons deux pièces de chaque modèle. Deux boîtes plus grandes contiennent les subwoofers actifs, les ELX 118P, avec, eh oui, un driver 18”.

GÉNÉRAL

Concept, finition et connections

Luidsprekermerken zijn er bij de vleet. Maar het is net als bij auto’s: bepaalde emblemen doen de hartslag van de liefhebber lichtjes stijgen. Voor mij staat vandaag zowaar een volgeladen europallet, met zes grote dozen en twee kleintjes, waarop fier ‘EV’ prijkt. Het wordt een kennismaking met de Live X Serie. De actieve versie, maar de kasten bestaan ook in een passieve variant. De importeur bezorgde ons zowel een 12” tweeweg topkastje (ELX 112P) met een 90°x50° afstraling, als de 15” versie ELX 115P met een gelijkaardige afstraling. We kregen van beide een set. Twee wat grotere dozen blijken de actieve subwoofers van dienst te bevatten: de ELX 118P, waarin (hoe voorspelbaar toch!) een 18” baspaardje werkt.

ALGEMEEN

Concept, afwerking en aansluitingen

Het concept van de Live X lijn is dus vrij klassiek. Tweeweg topkasten met een woofer en een hoorngeladen hoog-unit, en een direct afstralende baskast. EV leverde er ook (de kleine doosjes) de ‘tussenpaaltjes’ bij, waarmee we de topkast op oorhoogte boven de sub kunnen monteren. Die paaltjes kunnen met een stevige insteekpin via een aantal gaten in het paaltje vergrendeld worden op de juiste hoogte, zodat je voor de stabiliteit niet uitsluitend van de spankracht van de schroefknop afhankelijk bent. Alleszins zijn het tussenpaaltjes die je eenvoudig in de huls op de bovenzijde van de sub laat glijden. Persoonlijk had ik hier liever een inschroefbaar paaltje gezien, omdat dat toch altijd iets minder ‘wankelt’, vooral wanneer je er een forse (in dit geval 15”) kast bovenop zet. De afwerking van de kasten is mooi en oogt stevig. Enkele details en het typeschildje verraden dat de ‘design en engineering’ bij onze oosterburen gebeurde, maar dat de ‘makers’ nog verder naar het oosten toe wonen. Dat hoeft zeker in dit geval geen bezwaar te zijn, want EV behoort ondertussen al enkele jaren tot de Bosch groep. En die heeft in eigen beheer een productie-eenheid in China waar we al verschillende prima producten van gezien en gehoord hebben. De kasten zijn allemaal uitgevoerd in hout, met een krasvaste zwarte laklaag er overheen. Vooraan zit er een metalen grill die over de zijhoeken ombuigt en de kast een vrij elegant uitzicht meegeeft. Eens uitgepakt, zijn ze verrassend beter hanteerbaar dan dat de dozen deden vermoeden. Op de grill prijkt het EV logo. Als verleidertje heeft EV dit logo fraai wit verlicht (uitschakelbaar), wat in een half verduisterde ruimte toch wel mooi oogt. De kasten doorstonden onze ‘klopklop’ test, zodat we al met een gerust gemoed aan de beluistering kunnen beginnen: stevig materiaal zonder resonerende delen. Achteraan zitten de actieve modules ingebouwd. Versterkermodules met stevige knoppen en schakelaartjes, die betrouwbaar robuust aanvoelen als je ze bedient. Beide topkasten hebben twee ingangen met elk een aparte volumeregelknop. De XLR ingangen zijn van het combi-type: er past ook een jack in. Ingang 1 heeft als extra zelfs een paar cinch connectoren, terwijl input 2 dan weer als micro/lijn input omschakelbaar is. Er is ook een lijnoutput voorzien (XLR) waarbij je met een schakelaartje kan kiezen of je hierop alleen input 1 ofwel input 1+2 naar buiten brengt. Er is natuurlijk ook een processing voorzien in de versterkerunit, en met twee schakelaartjes kunnen we hier kiezen of we het laag van de topkast wegfilteren (‘with sub’) of niet, en of we de kast een vlakke weergave meegeven of een gebooste curve. In dat laatste geval duidt een icoontje onmiskenbaar aan dat zowel bij de laag- als bij de hoogzijde de weergave wat opgetrokken wordt. Verder treffen we nog een limiterLEDje aan en een schakelaartje dat toelaat om de logoverlichting aan of uit te schakelen. De sub houdt het bij een volumeregelknop, het limiterlichtje, een boostschakelaar en de logo aan/uit schakelaar. De sub beschikt over een ingang en een link uitgang. Er zitten voldoende en goed ontworpen handvaten op alle kasten. Het bleek geen probleem om b.v. de top zonder helper op het tussenpaaltje te zetten. Onder de boxen zitten rubberen voetjes. Het is misschien een detail, maar ik had nog graag gezien dat de bovenzijde van de sub op de gepaste plaatsen uitgefreesde uitsparingen had, waarin de potjes van een extra subwoofer of een topkast konden wegzinken. Ik zie voor mij al een leuke stack staan, met twee subs en daar bovenop bijvoorbeeld de 15” topkast.

De tussenpaaltjes vervangen door een extra sub dus.

En dan zou zo’n stack wel steviger op elkaar staan met die uitsparingen in de bovenzijde.

Le concept de la famille Live X est donc assez classique.

Des tops à 2 voies avec un woofer et un tweeter à pavillon, et un sub à rayonnement direct. Les petits cartons contiennent les petites potences avec lesquelles on place les tops sur les subs, à hauteur d’oreille. La hauteur est réglable avec une pige robuste qui prend dans plusieurs trous du poteau, vous ne dépendez donc pas entièrement du verrouillage à molette. Les tubes se fixent par simple insertion dans le sub, j’aurai préféré un système à vissage, qui est plus stable, surtout avec un top conséquent comme le 15”. La finition des caissons est belle et d’apparence solide. Quelques détails revèlent que le ‘design and engineering’ sont allemands, mais que la fabrication se fait en Extrème-Orient. Ceci ne pose en ce cas aucun problème, EV appartient depuis quelques années au groupe Bosch.

Ce groupe dispose d’une unité de production propre en Chine, dont j’ai pu apprécier plusieurs produits de première qualité. Le mobilier est en bois, protégé par une peinture noire résistante aux griffes. En façade, une grille métallique recouvre les montants et infuse une certaine élégance à l’ensemble. Une fois déballées, ces enceintes se manipulent avec une aisance insoupçonnée. La grille porte le blason EV. Le logo est joliment éclairé (peut être désactivé) ce qui est séduisant dans une salle obscure. Les enceintes ont passé notre test “toc toc”, nous pouvons commencer l’écoute en toute sérénité: c’est du solide, sans parties résonnantes. Les éléments actifs sont encastrés à l’arrière, des modules d’amplification avec des commandes solides, dont émane une robustesse fiable. Les deux tops ont deux entrées, chacune avec son propre réglage de volume. Les entrées sont du type combo jack/XLR. L’entrée 1 dispose en outre d’une paire de RCA, l’autre peut être commutée micro/ligne. Une sortie ligne est également prévue en XLR, un commutateur donne le choix entre l’entrée 1 et les entrées 1 et 2 à sortir. Le processing n’a pas été oublié, deux interrupteurs permettent de filtrer les basses des tops (‘with sub’) ou non, le second donne le choix entre une courbe plate ou boostée. en ce cas, une icone indique clairement que les basses et les aiguës sont légèrement relevées.

Pour terminer, mentionnons une LED indiquant l’action du limiteur et l’interrupteur commandant l’éclairage du logo. Le sub se limite à un réglage de volume, la LED du limiteur, un commutateur Boost et l’interrupteur du logo. Il dispose d’une entrée et d’une sortie “Link”.

Tous les caissons disposent de poignées bien placées en suffisance. Je n’ai pas eu de problème pour mettre le top sur la colonnette sans aide. La base des enceintes comporte des pieds en caoutchouc. C’est peut-être un détail, mais j’aurai aimé voir des empreintes correspondantes fraisées dans la face supérieure des subs, permettant d’ancrer les pieds d’un top ou d’un sub. Je vois un beau stack de deux subs, surmontés par un top de 15”. Je remplacerai donc les colonnettes par un sub supplémentaire. Ce stack serait plus stable avec les empreintes pour les pieds.

Public cible/application

Un concept comme la série Live X ouvre toutes les portes. Ce n’est pas un ‘grand’ système de PA, mais il a toutes les qualités pour amplifier des groupes ou sonoriser des événements.

Le marché des DJs ne dédaignera pas cette gamme. Les tops (surtout les ELX 112P) sont également bien adaptés aux applications simples où la parole domine et où on peut se passer de sub. J’ai fait et vu faire une multitude de ces jobs avec les classiques SX d’EV (les trapézoïdes bien connus en PVC, ou une des nombreuses imitations. Je me dois de vous le dire: les ELX sont nettement plus beaux. Le design est plus net et à jour. Cet ensemble se situe dans un nouveau créneau d’entrée de gamme chez EV, le prix sera abordable pour un grand public. Ces cabinets sont sans le moindre doute des “all round”. EV renforce cette idée, au vu de la simplicité des commandes qui sont pourtant efficaces. Simplicité et efficacité, sans devoir suivre un cours pour comprendre les boutons. En principe, si vous avez un minimum de connaissance en PA, vous devez être à même de mettre ce set en service en deux temps,

Doelgroep/toepassing

Met een concept zoals de Live X serie kan je eigenlijk alle kanten op. Het is uiteraard geen ‘groot’ PA systeem, maar kwalitatief is alles in huis om bandjes te versterken of het geluid bij events te voorzien. Ook de DJ markt zal een dergelijk systeem beslist toejuichen. De

12

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

Electro-Voice Live X 112P, 115P & 118P

PA & LIVE SOUND

topkasten (en dan vooral de ELX 112P) zijn ook prima geschikt voor eenvoudige toepassingen waarbij spraak de bovenhand haalt en waar je dus niet echt een sub nodig hebt. Ik heb oneindig veel van dit soort jobs gedaan en zien doen met de intussen klassieke SX-speakers van EV (de gekende PVC trapeziumkastjes). Of met één van de talloze imitatoren, en het moet me van het hart: de ELX’jes zijn duidelijk mooier. Het design is frisser en up to date. De set zit in een soort nieuw ‘instaplevel’ bij EV, dus het prijskaartje zal voor heel wat mensen haalbaar zijn. Laten we deze kasten gerust allrounders noemen. EV heeft ergens ook wel deze ‘kaart’ getrokken, want de instelmogelijkheden van de processoren zijn vrij ‘fool-proof’ te noemen, en toch blijken ze efficiënt te zijn. Eenvoud en doeltreffendheid, zonder dat je eerst een snelcursus moet volgen om uit de instelmogelijkheden wijs te raken. In principe moet iedereen die een beetje met PAmateriaal vertrouwd is, deze set op een-twee-drie aan de praat hebben zonder het boekje te lezen en zonder gevaar dat de klank door een ‘foute’ instelling beroerd gaat klinken.

KLANK

Kwaliteit, weergave en output

Vol verwachting gooien we de eerste noten in de 12” topkast, ondersteund door broeder-sub.

De eerste luistertests gebeurden volgens de regels van het boekje: de schakelaar achterop de kast netjes in ‘with sub’ gezet, de equalizer flat. Het klankbeeld valt meteen mee. Een goede eerste indruk. Geen opvallend snijdende hoogpieken, geen net té bonkende basweergave, maar een uitgebalanceerd geheel. Stemmen komen mooi geschaafd uit de ELX 12P, en de sub levert een mooie drukvolle bas die niet vermoeit. Dat blijft ook zo wanneer we het volume wat opdrijven om te flirten met de decibelwetgeving. De sub is een directe afstraler en verliest op grotere luisterafstand wat van zijn druk, maar dat is niet dramatisch. Dit effect vermindert indien je twee subs op elkaar stapelt. Vandaar uiteraard de eerder gemaakte opmerking over de gladde bovenkant van de submodule. De HF hoorn in de topkast heeft dus een horizontale uitstraalhoek van 90° en dat houdt hij in de praktijk behoorlijk goed aan over zijn frequentiebereik. We konden op het gehoor vrij nauwkeurig de verschillen constateren bij kleine verdraaiingen van de top op het tussenpaaltje, wat erop wijst dat de topkast geschikt is om het geluid netjes in de richting van het publiek te sturen, zonder al te veel ‘ontsnappende’ frequenties die niet gehoorzamen aan de nominale hoek en voor kleuringen zorgen.

Bij sommige muziekgenres, met een prominent aanwezige mannenstem, twijfelden we welke instelling van de processor we het beste vonden klinken: die met de weggefilterde bassen (‘with sub’) of gewoon de topkast in fullrange zetten en de sub parallel hierop laten meelopen.

Het laatste gaf een iets vollere sound, wat uiteraard begrijpelijk is. Dat zal natuurlijk ook te maken hebben met het feit dat een combinatie van een 12” top met een 18” sub een wat meer ‘bruuske’ overgang van sub naar top kent dan bijvoorbeeld een combinatie van de 15” top met de sub. In die zin was dan ook die laatste combinatie onze voorkeur. Met de 15” top gaat het setje vanzelfsprekend ook net wat harder, maar toch vonden we ook de maximale output van de 12” topkast best OK. Zoals altijd hebben we ook even de touwtjes in handen gegeven van ons slecht karakter. Dat slecht karakter is al dikwijls op cursus geweest bij halfdove PAmensen en rodelichtjes-DJ’s die de schizofrene neiging vertonen om hun mooie geluidssetjes over de grenzen heen te jagen, waar de eeuwige (luidspreker)jachtvelden helaas op de loer liggen. Maar dat was een hopeloze opdracht: onze destructieve neigingen werden in de kiem gesmoord door hardnekkige limiters, die netjes ingrepen zonder dat de zaak beroerd ging klinken. Eigenlijk kwam alleen het knipogende ‘limit’-LED’je verklikken dat we de grens naderden. Vervorming, of agressiviteit, of enige andere onbalans in de klank konden we niet waarnemen bij dit (net niet) grensoverschrijdend gedrag. De versterkermodules bleven daarbij ook mooi beheerst qua temperatuur en dit zonder dat er lawaaierige ventilatoren bij te pas komen. Uiteraard zal bij het gros van de toepassingen het geluidsniveau van de box een ventilator onhoorbaar maken, maar ventilatoren zijn ook stofzuigers, die ervoor zorgen dat na verloop van tijd toch iemand zich moet bekommeren om de reiniging van de ingewanden.

Op een bepaald ogenblik konden we vaststellen dat de combinatie sub/top behoorlijk wat output in het laagste laag durft te pompen, maar vlak in de buurt van de set hoorden we iets resoneren. Dat leek vreemd, omdat de kasten stevig gebouwd zijn. Het bleek uiteindelijk de vergrendeling van de tussenpaaltjes te zijn die wat mee in dance-stemming kwam. Geen drama, twee meter verderop was dat effect alvast verdwenen uit het geluidsbeeld.

We beluisterden beide topkasten ook fullrange zonder de sub te laten meedoen. Dat neemt natuurlijk een deel van de basdruk weg, maar zoiets weet je uiteindelijk vooraf al. Feit is dat de weergave van de topkast nog heel geloofwaardig blijft. De ELX 115P heeft in de lagere regionen uiteraard een straffere adem dan de ELX 112P. Hier hebben we wel geëxperimenteerd met de ‘eq’-schakelaar. Vooral bij een lager volume zorgt de stand waarbij hoog en laag wat geboost worden voor een aangenamere warmte in het klankbeeld. Een beetje met een knipoog naar de vroegere loudness oplossingen in de hifi wereld, hoewel het hier blijkbaar om een ‘vaste’, niet volumegebonden instelling gaat.

BUDGET

De ELX 112P kost rond de €700. Voor de ELX 115P betaal je om en bij de €800. De subs krijg je mee naar huis voor ongeveer €900 per stuk. Dit zijn prijzen die ergens tussen de officiële en de straatprijs in liggen. Zoals eerder gezegd vormt de Live X Series een soort instapreeks. Het is echter wel een steengoede serie, van een absoluut topmerk.

Dat we geen weggeefprijs mochten verwachten, lijkt me dan ook logisch. Hoewel ik het prijskaartje persoonlijk bijzonder aantrekkelijk vind! Zonder meer eerlijk. Je krijgt waar voor je geld. Je krijgt zelfs meer… En dat is toch meestal een doorslaggevende factor bij de aanschaf van een nieuwe set?!

BESLUIT

De Live X serie van EV zou het wel eens kunnen maken.

Het is een reeks fraai ogende boxen met een heel bruikbaar en aangenaam klankbeeld. De output is ruimschoots voldoende voor veel klussen, en vooral: je betaalt je daar niet echt blauw voor. De prijs/kwaliteitsverhouding is dus mooi. In veel gevallen zal bij de opdrachtgever de naam EV in combinatie met de geproduceerde klankkwaliteit zeker leiden tot een overschatting van de prijs die je diende neer te tellen voor je aankoop.

Misschien kan je daardoor zelf ook je factuurtje wat opdrijven.

Ik zou dus zeker de Live X reeks eens gaan beluisteren indien ik voor een nieuwe aankoop stond in deze klasse.

pro • prijs-kwaliteitverhouding • mooi design met verlicht logo • echte allrounders • professioneel karakter

• rapport prix/qualité • beau désign, logo éclairé • vraiment all round • caractère professionnel

• tussenpaaltje niet inschroefbaar

• colonnette non vissable

contra

trois mouvements, sans avoir recours au manuel, et sans risquer un son affreux à cause d’un mauvais réglage.

SON

Qualité, restitution et output

Plein d’appréhension, nous écoutons les premiers sons sortant du top 12”, épaulé par le sub. Les premières écoutes ont été faites suivant les règles: le commutateur sur ‘with sub’, l’égalisation neutre. L’image nous plait immédiatement, une bonne première impression. Pas d’aiguës qui saignent les tympans, juste pas de basses trop percutantes, mais un ensemble équilibré. Les voix sortent proprement du ELX 12P, et le sub fournit une belle basse avec de la pression qui ne fatigue pas. Ceci ne change pas quand nous poussons le volume au risque de se faire coller une contravention pour infraction à la loi des décibels. Le sub est à rayonnement direct et perd de sa pression à des distances plus importantes, mais ce n’est pas dramatique. Cet effet diminue en empilant deux subs, ce qui confirme ma remarque sur les empreintes. Le pavillon HF dans le top disperse à 90° horizontaux, ce qu’il maintient bien en pratique, sur l’ensemble de son régistre. Nous pouvions bien constater les différences suite à de petites rotations du top sur la colonnette, ce qui indique qu’il est bien possible de diriger le son sur le public, sans fréquences échappant à l’angle nominal avec des colorations comme conséquence. Pour certains genres de musique avec une voix puissante d’homme, nous n’étions pas toujours certains du meilleur choix de réglage du processeur, celui avec les basses filtrées (‘with sub’) ou alors le top en full range avec le sub en parallèle, ce qui résulte en un son un peu plus plein, ce qui est normal. C’est également causé par la combinaison d’un top 12” et un sub 18”, ce qui donne un passage un peu plus brutal entre les deux. Les essais avec le 15” confirment cela, nous préférons cette combinaison. Le set est alors un peu plus puissant, mais la puissance du 12” ne nous a pas laissé sur notre faim. Comme toujours, nous avons laissé jouer nos bas instincts avec ce matériel. Cette partie de nous-même a été à l’école avec des sonorisateurs à moitié sourds et des DJs qui aiment voir flasher les témoins d’alerte, qui de puls ont l’habitude de malmener leur beau matos, quitte à l’envoyer au recyclage. Mais nos bas instincts ont été déçus: les limiteurs très efficaces ont travaillé sans ruiner le son. On devait regarder le témoin ‘limit’ pour nous assurer que la limite était atteinte. Ni distortion, ni agressivité ni autre défaillance audio ont été décelé par nos oreilles lors de ce traitement “limite”. La température des modules d’amplification restait tout à fait dans les normes, sans avoir recours à des ventilateurs bruyants. Bien entendu, le bruit d’un ventilateur sera généralement couvert par le volume généré par l’enceinte, mais les ventilos sont également des aspirateurs de poussière, ce qui exige un nettoyage régulier des entrailles. A un moment, nous constations que la combinaison sub/top génère pas mal de volume dans le fin fond des basses, mais à proximité du set, nous entendions une résonance. Bizarre, les caissons sont bien construits. C’était le verrouillage des colonnettes qui aimait danser. Pas de quoi s’en faire, à 2 mètres c’était inaudible.

Nous avons également écouté les deux tops en fullrange sans les subs. C’est téléphoné, il y a moins de puissance dans les basses. Mais la restitution des tops reste très appréciable. Vous l’avez deviné, l’ELX 115P en a plus dans le ventre que l’ELX 112P. Nous avons un peu joué avec le commutateur ‘eq’. C’est surtout aux faibles volumes que la position boostée offre une chaleur agréable en plus. C’est un clin d’oeil aux anciennes solutions loudness dans le monde de la hifi, le réglage étant ici fixe et pas lié au volume.

BUDGET

L’ELX 112P revient à environ €700. L’ELX 115P vous coûtera plus ou moins €800. Les subs seront les vôtres pour quelque €900 par pièce. Ce sont ici des prix qui se situent entre le prix officiel et le prix de vente réèl. Comme je l’avais mentionné plus haut, la série Live X est une sorte d’entrée de gamme. Ce n’en est pas moins une série de très haut niveau, d’une marque de grand renom. On ne devait pas s’attendre à un prix cadeau, c’est logique. Mais je trouve le tarif très séduisant, honnête aussi. Vous en avez pour votre argent, et d’avantage… ce qui est un facteur important lors de l’achat d’un nouveau PA, non?

CONCLUSION

La série Live X d’EV pourraît faire un carton. C’est une gamme d’enceintes attractives avec un son très utilisable et agréable. La puissance suffira à de nombreuses situations, et vous ne serez pas au bord de la faillite. Le rapport prix/qualité est excellent. En de nombreux cas, en voyant le logo EV, votre client pensera que vous avez déboursé bien plus pour votre système, ce qui vous permettra peut-être de demander un peu plus cher. Si vous compter vous (ré) équiper dans cette catégorie, n’oubliez pas d’écouter les Live X. PSL

PSL

14

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

7

PRODUCTGROEP

BST i-7205

BST i-7205 POWER AMPLIFIER

HANS & LUDO LAUWENS

De merknaam BST prijkt ondertussen toch ook al gedurende een respectabel aantal jaren (42 om precies te zijn) op diverse audioproducten. Het merk komt oorspronkelijk uit Frankrijk, maar heel recent werd het volledige BST gamma ondergebracht bij Lotronic groep. Deze Waalse firma heeft een erg omvangrijk assortiment dat tegen verbazend interessante prijzen op onze markt wordt aangeboden. Lotronic bezorgde ons de i-7205 versterker, de lichtste telg uit de nieuwe Infini-reeks van BST.

CONCEPT EN BOUW

... Al is de term ‘licht’ hier misschien niet zo gepast, gezien de versterker 17kg weegt en het afgegeven vermogen ook niet van de poes is. Het beestje hoest 2 x 590W uit zijn transistoren, bij een belasting van 8 Ohm. Bij 4 Ohm loopt het afgegeven vermogen al vlotjes op tot 2 x 980W. Zeer interessant: de i-7205 verteert ook moeiteloos een 2 Ohm-belasting zonder dat hij daarbij zichzelf in gevaar brengt. Het afgegeven vermogen van 2 x 1000W brengt dan met gemak vier normale boxen van 8 Ohm per kanaal tot leven. Hierdoor kan je hem zelfs in bridged mode met 4 Ohm belasten (elke eindtrap ‘ziet’ in bridged mode namelijk slechts de helft van de echte belastingsimpedantie). Daarbij heb je dan 2500W ter beschikking. Bij een belasting van 8 Ohm in bridged mode is het beschikbare vermogen van 2000W nog steeds respectabel.

Het gewicht van de i-7205 maakt ons meteen duidelijk dat deze versterker een klassieke voeding aan boord heeft, met een forse transformator die adem genoeg heeft om de beloofde vermogens vlot op de uitgangsklemmen te brengen. Smaken verschillen, maar de versterker heeft een design dat ik het best als ‘mooi’ kan omschrijven. De afwerking en bouw van het toestel stralen vertrouwen en degelijkheid uit. Een redelijk zacht lopende ventilator zorgt voor de koeling. In een stille omgeving, bijvoorbeeld bij gebruik tijdens een concert met klassieke muziek, zou de ventilator wel storend kunnen overkomen, maar al bij al valt dat best mee. De versterker is uiteraard monteerbaar in een 19” rack (2 units hoog) en heeft vooraan aan elke zijde een stijlvol en efficiënt handvat. De zijkanten van de kast lopen achteraan wat door en hebben daar fixeeropeningen, zodat het toestel ook probleemloos achteraan vastgemaakt kan worden in het rack. Wie niet de gewoonte heeft om bijzonder voorzichtig om te springen met zijn racks-on-the-road, weet zich dus gerustgesteld dat de BST niet elke mechanische belasting uitsluitend zal overbrengen op zijn frontpaneel. Vooraan op de versterker vinden we twee bijzonder stevige volumeregelknoppen, waarboven een mooi blauw display werd geplaatst. Hierin kunnen we zelfs aflezen met hoeveel dB we het ingangssignaal verzwakken met die ingangsknoppen. Tussen de twee knoppen zitten twee LED-boompjes, met voor elk kanaal respectievelijk een clip-LED, een signaal-LED, een protection-LED, een power LED-indicator en tenslotte nog een LED die aanduidt of we in bridge mode werken of in parallel. Origineel vind ik de plaatsing van de aan/uitschakelaar: vooraan op het frontpaneel, verstopt achter het rechter rack-oor. Handig dat je niet ‘ergens’ achteraan op de versterker op de tast moet graaien naar die schakelaar, maar hem ook niet ‘per ongeluk’ kan uitschakelen dankzij de ietwat weggestopte switch.

Achteraan vinden we, naast een IEC netaansluiting, alle in- en uitgangen. De ingangen zijn beschikbaar op een XLR connector per kanaal, telkens met een XLR (male) output om het inkomende signaal door te lussen naar een ander toestel. De uitgangen L en R laten de gebruiker de keuze: er werden turnlock-aansluitingen gemonteerd, naast heel stevige schroefklemmen. Die schroefklemmen mochten van mij gerust een beetje verder van de turnlocks verwijderd staan.

Het is immers niet voor iedereen gemakkelijk om een speaker aan te sluiten, omdat de draadklemmen echt heel dicht tegen de turnlocks staan, wat het aandraaien wat bemoeilijkt. De rugzijde heeft een schuifschakelaartje, ‘hi-pass 30Hz’, waarmee we een soort subsonicfilter kunnen inschakelen (30Hz is wel aan de lage kant). Met een tweede switch kunnen we kiezen voor de ‘bridged’ mode, de ‘stereo’ mode of de ‘parallel’ mode. Wanneer de versterker in ‘bridged’ mode of in ‘parallel’ mode wordt geschakeld, kunnen we dat, zoals eerder gezegd, zien aan de bijhorende LED op het frontpaneel. Wanneer geen van beide LED’s oplichten, staat de versterker in ‘stereo’.

Verder kan je met een derde toets ook nog de ingangsgevoeligheid vastleggen op 1 Volt en 1,4 Volt, of kan je ook kiezen voor een constante versterking (+32dB) over heel het bereik.

Elektronisch is de versterker opgebouwd als een variant op de ‘klassieke’ A-B klasse, die door BST netjes een ‘klasse I’ versterker genoemd wordt. Het doel van die klasse I bestaat in het realiseren van een groter rendement, waardoor de gedissipeerde warmte dan vanzelf kleiner zal zijn. En het werkt! Zelfs na langdurig testen op vrij hoge geluidsniveau’s, bleef de versterker haast ‘ijzig’ koel.

In het display werden bescheiden temperaturen van rond de 35° C aangegeven. Daarnaast zitten zowat alle mogelijke, zinvolle beveiligingen op dit toestel. Ik denk dat je de Infini-reeks dan ook met een gerust hart op je speakers kan loslaten. Toch geen onbelangrijk detail!

KLANK

We lieten de BST draven met op zijn ene kanaal een topkast aangesloten en aan het andere kanaal twee zware 18” subs. Die combinatie stuurden we in mono aan, en behalve dat de versterker echt koel bleef, viel ons ook op dat de basweergave behoorlijk wat druk leverde. Dat ligt natuurlijk deels ook bij onze boxen, maar toch lieten in het verleden sommige (vooral low budget) versterkers hier steken vallen. Laten we vooral niet vergeten dat de versterker zelf geen processing aan boord heeft. Dan is dit zeker een opvallend feit. We kunnen ons gemakkelijk voorstellen dat wanneer je een externe processor neemt, gevolgd door bijvoorbeeld een versterker voor de topkast en een tweede voor de subs, deze BST tot opmerkelijke prestaties zal leiden. Onze test liet in elk geval een mooi geluid horen, dat misschien op hoog volume een streepje meer dicht liep dan bij onze eigen (veel duurdere) versterkers op deze set, maar dat zich tegelijkertijd hoorbaar distantieerde van wat we met een low budget versterker met deze boxen wel eens hoorden. Ook interessant om weten is dat deze versterker de opgegeven vermogens toch ook wel vrij effectief levert. Op het gevoel en het gehoor toch alleszins. Ik benadruk nogmaals dat we werken met het lichtste model uit de reeks (er zijn 2 zwaardere types beschikbaar). En in dat opzicht vind ik het toch opmerkelijk dat de versterker voldoende ‘ademruimte’ heeft. Bij dure versterkers van toonaangevende fabrikanten liggen de effectief gemeten vermogens meestal goed in de buurt van de opgegeven vermogens op papier. Ietwat goedkopere producenten durven op papier wel vaker overdrijven.

BST lijkt me vrij eerlijke cijfers te hebben meegegeven!

BUDGET

De BST i-7205 kost €699, BTW inclusief. Dat is niet echt low budget, maar anderzijds is die prijs absoluut beduidend lager dan wat je zou denken als je het toestel ziet en vooral als je het hoort!

Le nom BST est depuis un nombre respectable d’années (42 ans pour être précis) celui de divers produits audio. La marque a ses origines en France, mais il y a peu, les activités BST ont été reprises par le Groupe Lotronic. Cette société Wallonne dispose d’une très grande gamme, proposée à des prix très intéressants. Lotronic nous a fait livrer l’amplificateur i-7205, le modèle le plus léger de la nouvelle série Infini de BST.

CONCEPT ET FABRICATION

... Même si “léger” n’est pas vraiment le terme le plus adéquat, étant donné que l’ampli pèse 17kg et que la puissance de sortie n’est pas en reste. Sous 8 ohms, les transistors de l’animal crachent 2 x 590W. Sous 4 ohms, on arrive sans peine à 2 x 980W. Très intéressant: le i-7205 digère sans problèmes une charge de 2 ohms sans risquer sa vie. La puissance de 2 x 1000W lui permet de faire bouger 4 enceintes normales de 8 ohms par canal. Vous pouvez donc l’utiliser en bridged mode sous 4 ohms (chaque étage final ne voit alors que la moitié de la vraie impédance de charge). Vous disposez ainsi de 2500W. En bridged mode sous 8 ohms, la puissance disponible est de 2000W, excusez du peu.

Le poids du i-7205 dissipe tous les doutes: cet ampli est équipé avec une alimentation classique, avec un gros transformateur qui a assez de ventre pour amener la puissance promise aux bornes de sortie. Les goûts diffèrent, mais j’aime assez le design de cet ampli que je qualifie de ‘beau’.

La finition et la fabrication de cet engin respirent la confiance et la solidité. Un ventilateur assez discret assure la ventilation. Dans un environnement silencieux, comme par exemple un concert classique, le ventilateur pourrait être gênant, mais, somme toute, il n’est pas très bruyant. L’ampli peut évidemment être installé dans un rack 19” (hauteur 2 unités) et dispose à l’avant de deux belles poignées efficaces. Les flancs de l’ampli se prolongent un peu à l’arrière, et ont des trous de montage, ce qui permet de fixer aisément l’arrière de la bête. Si vous n’êtes pas des plus attentionnés lors de la manipulation de votre matériel en route, sachez donc que le BST répartira tout impact mécanique entre l’avant et l’arrière de son logement. A l’avant, il y a 2 réglages de volumes particulièrement robustes, surplombés d’un bel affichage bleu. Celui-ci nous indique même l’atténuation du signal d’entrée en dB, réglée avec les boutons. Entre les réglages, vous voyez 2 colonnes LED, chaque canal disposant d’une LED clip, une pour la présence de signal, une LED de protection, puis encore une LED indiquant la mise sous tension, et deux autres signifiant le fonctionnement en mode bridged ou parallèle. La position de l’interrupteur général est originale: il se trouve en face avant, mais bien caché par l’oreille rack droite. Très bien trouvé, il ne faut pas chercher aveuglement à l’arrière de l’ampli, et il est impossible d’éteindre l’ampli par accident.

Au dos se trouvent, en plus de la connexion secteur IEC, toutes les entrées et sorties. Les entrées sont exécutées en XLR, un par canal, et autant de sorties XLR pour chainer le signal d’entrée vers un autre appareil. Les sorties gauche et droite vous laissent le choix: vous pouvez utiliser des connections ‘turnlock’, ou alors des bornes à vis très solides. Ces bornes auraient pu être un peu plus éloignées des turnlocks. Pour certains, il ne sera pas facile de raccorder une enceinte, la distance entre les bornes et les turnlocks étant très réduite, ce qui ne facilite pas le serrage. Il y a également un petit commutateur, ‘hi-pass 30Hz’, qui enclenche une sorte de filtre subsonique (30Hz, c’est vraiment bas). Un second sélecteur permet de choisir les modes, ‘bridged’, ‘stereo’ ou ‘parallel’. Quand l’ampli est en mode ‘bridged’ ou ‘parallel’, cela est signalé en face avant par les LEDs montées à cet effet, comme je l’ai dit plus haut. Quand les deux sont éteintes, l’ampli est en mode ‘stereo’. Avec un troisième bouton, vous pouvez choisir la sensibilité d’entrée (1V ou 1,4V) ou choisir pour un gain constant (+32dB) sur toute la portée.

Electroniquement, cet ampli est conçu comme une variante de la classe A-B classique, appelée joliment “classe I” par BST. Le but du classe I est de réaliser un rendement plus élevé, ce qui résulte en une dissipation de chaleur moindre. Et ça marche! Même après avoir testé longuement à des volumes élevés, l’ampli était presque froid. L’affichage indiquait timidement 35°C. De plus, cet ampli comporte toutes les protections possibles et utiles. Je pense que vous pouvez brancher la gamme Infini sur vos enceintes sans vous faire de soucis, ce qui n’est pas négligeable!

SON

Nous avons testé le BST avec une enceinte satellite sur un canal et deux gros Subs 18” sur l’autre.

Nous avons piloté cette combinaison en mono, et nonobstant la température très basse de l’ampli, les basses étaient fort puissantes. Ceci est partiellement dû aux enceintes, mais par le passé, plusieurs amplis (principalement low budget) ont montré leur faiblesse. N’oublions pas que l’ampli ne dispose pas de processing, le résultat est donc d’autant plus remarquable. Il est facile de s’imaginer qu’en utilisant un processeur externe, suivi d’un ampli pour le top et un autre pour les subs, ce BST offrira des performances impressionnantes. Notre test dévoilait un beau son, peut-être un peu plus confus aux volumes élevés que nos propres amplis (bien plus chers) avec ces mêmes enceintes, mais audiblement loin au-dessus des performances d’amplis d’entrée de gamme. Il est intéressant de savoir que cet ampli respecte fort bien les puissances indiquées, en tout cas, à l’oreille et à la sensation. Je vous rappelle encore que nous avons testé ici le plus petit modèle de la gamme, il y en a deux autres, plus puissants. De ce point de vue, je suis impressionné par la réserve offerte par cet appareil. Les amplis chers de fabricants de grande renommée offrent généralement des puissances fort proches des chiffres sur papier. Les marques moins coûteuses ont tendance à exagérer les spécifications “papier”. Il me semble que les puissances données par BST sont assez honnêtes!

BUDGET

Le BST i-7205 coûte €699, toutes taxes comprises. Ce n’est pas vraiment du “low budget”, mais ce prix est nettement plus bas que la vision et l’écoute de cet ampli font supposer!

CONCLUSION

La ligne ‘Infini’ de BST est une gamme très intéressante si vous cherchez un ampli de puissance de meilleure qualité, sans que le prix n’atteigne le même niveau que les performances et la qualité de fabrication. Ces amplis ont à mon avis assez de “caisse”, ce qui les rend également intéressant pour les DJs haute puissance actuels.

PSL

BESLUIT

BST zet hier met zijn Infini-lijn een zeer interessant gamma op de markt voor wie op zoek is naar een ‘betere’ vermogensversterker, waarbij enkel de prijs niet dezelfde hoogte haalt als de prestaties en de bouwkwaliteit. De versterkers kunnen mijn inziens mooi doordrukken, waardoor ze ook een nuttige partner kunnen zijn voor de high power DJ’s van tegenwoordig.

PSL

16

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

DAP-Audio CORE Kontrol D1

DJ GEAR

DAP-Audio CORE Kontrol D1 MIDI CONTROLLER

WIM “LITTLE BILLY” KLEYN Nous avions vu le Kontrol D1 à la foire de Francfort, voilà que ce contrôleur de la série Core de DAP Audio se trouve devant moi.

C’est un beau contrôleur MIDI DJ à 2 canaux compact, aux grandes roues et au design très réussi. Le logiciel Virtual DJ LE est fourni d’origine, ce qui est très bien.

Vite, je le branche sur mon ordinateur portable, et en avant!

Eerder dit jaar zagen we de Kontrol D1 nog op de Musikmesse, nu staat deze controller uit de Core serie van DAP audio hier voor mij. Een mooie, kleine tweekanaals DJ MIDI-controller met grote wielen en een vet design. De software van Virtual DJ LE wordt er standaard bijgeleverd, wat nooit slecht kan zijn. Vlug aansluiten op mijn laptop en spelen maar!

BOUW/ DESIGN

Met de Kontrol D1 wordt de mooie, strakke lijn van de Core serie verder gezet. Hij is bestaat uit twee decks met aanraakgevoelige wielen en een mengtafelgedeelte. De behuizing is van matzwart, gehard kunststof. Bovenaan donkerzwart, zodat je duidelijk het verschil ziet tussen de mengtafel en de rest. Je krijgt een goed overzicht van alle mogelijke functies. De draaiknoppen zijn van stevig rubber. Zowel op de backlit druktoetsen als de crossfader zit een goede weerstand en ook de regelschuiven zitten lekker stroef. De pitch is niet al te groot, maar heeft wel een 0-click en staat schuin rechts (of links) boven de wielen. Op deze kleine controller zijn die wielen best opvallend. Ze zijn aanraakgevoelig, waarbij je de gevoeligheid kan instellen via een regelknopje achteraan. De controller is rechthoekig, met afgeronde zijkanten zodat je hem beter kan vastnemen. Onderaan zitten vier anti-slip rubbervoeten. Hij weegt 1,62kg en meet 375 x 294 x 56mm. De Kontrol D1 is uitgerust met een vierkanaals geluidskaart (16bit / 44.1kHz).

AANSLUITINGEN

Aan de voorzijde zitten zowel een hoofdtelefoon- als een microfooningang (1/4” jack) met volumeregeling voor de microfoon. De andere aansluitingen vinden we op de achterzijde.

Er is een USB-aansluiting om je PC en/of laptop aan te sluiten en waarmee de controller van stroom wordt voorzien. Daarnaast zien je een gebalanceerde TRS masteruitgang en een ongebalanceerde RCA masteruitgang.

HANDLEIDING

De Engelstalige handleiding bevat nuttige informatie en tips om met de Kontrol D1 en Virtual DJ LE te kunnen werken. De foto’s zijn jammer genoeg niet in kleur, waardoor er toch een beetje info verloren gaat. Gelukkig is de pdf die je online kan downloaden (www.highlite.nl) wel in kleur!

MOGELIJKHEDEN EN SPECIFICATIES

CONSTRUCTION/ DESIGN

Le Kontrol D1 perpétue la belle ligne de la série Core. Il consiste en 2 decks avec des roues tactiles et une section de mixage. Le boîtier est fabriqué en plastique dur noir mat. Le haut est encore plus noir, pour distinguer la table de mixage du reste. Vous avez un bon apperçu de toutes les fonctions disponibles. Les commandes rotatives sont en caoutchouc robuste. Les touches rétro-éclairées et le crossfader offrent assez de résistance, tout comme les faders. Le réglage du pitch n’est pas très grand, mais il a un declic au zéro et se trouve à gauche (ou à droite) au-dessus des roues. Ces molettes ne passent pas inaperçues sur ce petit contrôleur.

Elles sont tactiles, la sensibilité se règle avec un petit bouton sur la face arrière. La machine est rectangulaire aux faces latérales arrondies pour une meilleure prise en main. Il est posé sur 4 pieds en caoutchouc anti-glisse. Il pèse 1,62kg et mesure 375 x 294 x 56mm. Le Kontrol D1 intègre une carte audio à 4 canaux(16bit / 44.1kHz).

CONNECTIONS

La face avant offre une sortie casque ainsi qu’une entrée micro, tous deux en jack 1/4”, ainsi que le réglage de niveau du micro. Les autres connections se trouvent sur la face arrière. Il y a une prise USB pour brancher votre PC (portable) et alimenter le contrôleur. Nous y trouvons également une sortie master symétrique en jack TRS et une autre, asymétrique, en RCA.

MANUEL

Le guide en Anglais reprend les infos et des renseignements utiles pour pouvoir travailler avec le Kontrol D1 et Virtual DJ LE. Les photos ne sont malheureusement pas en couleur, ce qui cause une certaine perte d’information. Heureusement, vous pouvez télécharger un pdf en couleur sur le site www.

We are looking for a highlite.nl!

dj/light editor

POSSIBILITES ET SPECIFICATIONS

En regardant la machine, vous voyez immédiatement toutes Als je even naar de controller kijkt, zie je meteen alle mogeles possibilités et les fonctions standard. Ajoutez le logiciel lijkheden en standaardfuncties. Neem daarbij nog eens de Virtual DJ et vous avez tout ce que désire le DJ virtuel. Le reVirtual DJ software en je hebt alles wat je virtueel DJ-hartje tard (latence) entre PC, portable ou Mac est quasi-inexistant. verlangt. De latency tussen je PC, laptop of Mac is zo goed als You have a profound knowComme toujours, Virtual DJ est adapté de telle manière au onbestaande. Dankzij de uitstekend aangepaste controllerledge of DJ & light gear contrôleur que vous voyez immédiatement ce que vous faites. software, behoud je steeds perfect het overzicht. De controlLe contrôleur est également utilisable avec d’autres logiciels ler is ook bruikbaar met andere DJ software. Op de website DJ. Vous trouverez plusieurs mappings MIDI sur le site de van DAP kan je verschillende MIDImappings terugvinden, You love to test new products DAP, comme celui pour Traktor. Avec les 2 roues, vous pouvez zoals die van de Traktor software. Met de twee wielen kan je faire des recherches, du pitch bending ou du scratching. Par zoeken, pitch benden of scratchen. Per deck heb je vier hotdeck, vous disposez de 4 hotcues, sous lesquels vous pouvez You write fluently cues voorhanden, waar je ook samples achter kan stoppen placer des samples avec la touche sample. Vous pouvez définir met de sampletoets. Je kan hotcues “in pause” of on-the-fly les hotcues “en pause” ou sur le champ. Le volume des samples vastleggen. Het volume van de samples kan je snel per sample You want to be part se laisse rapidement régler par échantillon, en utilisant la touregelen. Dit door gebruik te maken van de shifttoets en dan che shift avec les réglages EQ et filtre. Les effets disponibles of this magazine de EQ draaiknoppen en filter te gebruiken. De effecten waarsont flanger, echo, brake, backspin, over-loop, flippin double et uit je kan kiezen, zijn flanger, echo, brake, backspin, overbeatgrid - les effets usuels chez Virtual DJ. Faciles à sélectionloop, flippin double en beatgrid - de gebruikelijke effecten bij Contact us immediately! ner et à activer avec la commande rotative sans fin Select, que Virtual DJ. Gemakkelijk te selecteren en te activeren met de vous pouvez également enfoncer. Vous êtes maître des paramèSelect, een eindloze draaiknop die je ook kan indrukken. De tres de ces effets. La tonalité, Key, peut être modifié sans chantel. 014 28 29 49 (Isabelle Bernaerts) parameters voor deze effecten kan je zelf instellen. De toonger la vitesse. Pour conserver la même tonalité en changeant hoogte, Key, kan je ook aanpassen zonder de snelheid op te e-mail: editor@meetmusic.com la vitesse, vous utilisez la touche Keylock. Avec cette touche, drijven. Om de toonhoogte hetzelfde te houden bij versnelling vous pouvez également régler la répartition de la tonalité, de van de pitch, gebruik je de Keylock toets. Via deze toets kan 0 à 100%. Les effets Reverse et Bleep peuvent également être je ook de pitchindeling van instellen 0 tot 100%. De Reverse utilisés comme pitch bend, en combinaison avec la touche Shift. C’est peut-être en double, en Bleep effecten kunnen, in samenwerking met de shifttoets, ook als pitch bend gebruikt pour ma part, je fais toujours le pitchbending avec la roue, mais je peux m’imaginer que vous worden. Misschien wat dubbel - ik pitchbend bijvoorbeeld steeds via het wiel - maar ik kan préférez avoir les mains libres pour autre chose. Faire des boucles n’est pas plus compliqué. me wel voorstellen dat je je handen liever voor wat anders wil gebruiken. Loops maken is ook Vous pouvez en diminuer par moitié ou doubler le temps ou en faire un beat loop. Le Kontrol vrij simpel. Je kan ze halveren of verdubbelen in tijd of er een beat loop van maken. De KontD1 propose également une fonction smartcue, que vous pouvez couper si vous le souhaitez. rol D1 heeft ook een smartcue functie die je, indien gewenst, kan uitzetten. Met deze functie Avec cette fonction, la piste sera toujours prète sur le premier beat. Pour les synqeurs, vous zal de track altijd klaarstaan op de eerste beat. Voor de synqers onder ons is dit ook mogelijk avez aussi de quoi vous réjouir, mais il faut indiquer le master sur lequel les BPM sont basés met deze controller, maar dan moet je via de shifttoets wel zelf de master aanduiden waarop avec la touche Shift. Feuilleter la bibliothèque des pistes est simple, et avec les touches de de BPM wordt afgesteld. Het browsen in de trackbibliotheek gaat heel eenvoudig en via de A chargement A et B vous chargerez très rapidement vos pistes par deck. En combinant la touen B inlaadtoets kan je zeer snel je tracks per deck inladen. In combinatie met de shifttoets che A et le Shift, vous pouvez feuilleter pour trouver vos pistes. La touche B permet alors de kan je de A-toets gebruiken om je tracks al bladerend op te zoeken. Via de B-toets selecteer sélectionner la section des effets. Par deck, vous disposez d’une égalisation à 3 bandes et un je dan het effectenpaneel. Per deck heb je nog een drietraps EQ en een filter. Tenslotte kan je filtre. Pour finir, vous pouvez brancher un micro et un casque. ook een microfoon en hoofdtelefoon aansluiten.

18

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

7

DAP-Audio CORE Kontrol D1

DJ GEAR KLANK

Deze Kontrol D1 bevat een ingebouwde 16bit44.1kHz vierkanaals lage latency USB geluidskaart. De klankkwaliteit van de gedownloade tracks blijft behouden. Zo hangt de kwaliteit van het uitgangssignaal - en dus de geleverde klank - volledig af van je eigen opnames. De controller zette tijdens de test goede klankprestaties neer, zonder nevengeluiden of metaalklank. De effecten en samples waren helemaal in orde. Dit alles resulteert in een neutrale, geruststellende en vertrouwde klank die we momenteel als standaard kunnen aannemen bij alle controllers in het Core segment van DAP.

ERGONOMIE

pro

SON

• Prijs • Design • Mogelijkheden • Grote wielen • Directe volumecontrole per sample • Ingebouwde vierkanaals geluidskaart16 bit / 44.1 kHz • Kwaliteit van knoppen en toetsen • Low latency

• Prix • Design • Possibilités • Grandes roues • Contrôle de volume direct par échantillon • Carte audio 4 canaux 16bits/44.1kHz interne • Qualité des touches et boutons • Low latency

Le Kontrol D1 a une carte son à USB 4 canaux basse latence sous 16bit/44.1kHz. La qualité sonore des pistes téléchargées est conservée. La qualité du signal de sortie, et donc le son final, dépend donc entièrement de vos propres enregistrements. Le contrôleur a fourni un bon son, sans bruits parasitaires ou sonorité métallique.

Les effets et échantillons étaient tout à fait bons. Ceci résulte en un son neutre, rassurant et familier, que nous pouvons considérer comme standardisé pour tous les contrôleurs du segment Core de DAP.

ERGONOMIE

De DAP Audio Kontrol D1 is gebruiksvriendelijk - tot op zekere hoogte. Ik ben nooit echt een voorstander geweest van dubbele functies achter bijna elke (draai)knop. Bij deze • Heel veel dubbele functies controller is dat wel het geval en moet je er al de handlei• Geen automatische Masding bijnemen om op te zoeken hoe je een bepaalde functie teraanduiding bij Synqkan triggeren. Deze nevenfuncties staan wel goed aangegebruik geven in een wit kadertje, wat het al makkelijker maakt.

Uiteraard snap ik DAP’s keuze: als je voor elke functie een toets of draaiknop moet voorzien, heb je een veel groter oppervlak nodig en verdwijnt de essentie van deze compacte controller. Gewoon even memoriseren en veel mee spelen! Zo leer je snel hoe je dit alles kan bedienen op je eigen manier. Met de opstelling op zich is niets mis. Ook zijn alle toetsen, draaiknoppen, regelschuiven en wielen zeer goed bespeelbaar. Er is zelfs genoeg plaats voor dikke vingers! Heel leuk zijn de grote aanraakgevoelige wielen, waarbij je de gevoeligheid per wiel zelf kan instellen. De wielen zijn zeer accuraat en kunnen ook het stevigere werk aan. Verder zorgen de lichtjes ervoor dat je in het donker weet waar je mee bezig bent. Het inladen van de tracks naar deck A of B verloopt prima en vrijwel onmiddellijk, zowel bij Virtual DJ als bij andere DJ software, zoals Traktor.

L’Audio Kontrol D1 de DAP est ergonomique sous certaines réserves. Je n’ai jamais été un amateur de fonctions doubles sur la plupart des commandes. C’est le cas pour ce contrôleur, il faudra donc potasser le manuel • Beaucoup de fonctions pour savoir comment utiliser certaines fonctions. Ces doubles fonctions secondaires sont bien indiquées dans un pe• Pas de sélection automatit cadre blanc, ce qui facilite les choses. Bien entendu, tique du Master lors de je comprend le choix de DAP: si il faut une touche ou synqing bouton pour chaque fonction, il vous faut une plus grande surface, et l’essence même de cette machine, sa compacité, est perdue. Il suffit de mémoriser et de beaucoup l’utiliser! Vous apprendrez alors rapidement comment commander cet appareil à votre manière. La disposition en soi est sans reproches. Tous les boutons, touches, faders et roues sont très accessibles, même les gros doigts ont assez de place! Les grandes roues tactiles, dont vous ajusterez la sensibilité individuelle, sont très agréables. Elles sont très précises et supportent de travailler dur.

Les témoins vous informent bien de ce que vous faites dans le noir. Le chargement de pistes dans les decks A et B est sans problèmes et presque immédiat, tant avec Virtual DJ qu’avec d’autres logiciels DJ, comme Traktor.

BUDGET

BUDGET

BESLUIT

CONCLUSION

contra

De Kontrol D1 kost €199. Een meer dan uitstekende prijs voor een op en top professionele MIDI controller.

Een ideale controller voor alle beginnende virtuele dj’s. Zelfs de doorgedreven professionele dj kan hier heel wat mooie dingen mee laten zien en vooral horen. Dit is een topspeler in het low-low budget segment. DAP Audio houdt hiermee de reputatie van de Core serie hoog.

Meet Music Magazine zoekt een PSL

20

www.meetmusic.com

Le Kontrol D1 coûte €199. C’est un prix plus qu’excellent pour un contrôleur MIDI vraiment professionnel.

Un contrôleur idéal pour tous les DJs virtuels débutants. Même le DJ pro chevronné pourra montrer et faire entendre bien de belles choses avec cette machine. C’est un haut de gamme dans le segment des budgets restreints. DAP Audio confirme ici la réputation de la série Core.

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

PRO SOUND & LIGHT 2013/05

www.meetmusic.com

7

LIGHT GEAR

JB Systems LED ClubScan, LED ClubHead, Super LED Rainbow

JB Systems LED ClubScan, LED ClubHead, Super LED Rainbow LED LIGHT EFFECTS Dat lichteffecten ook kunnen worden geüpgraded, hebben we hier zelf aan den lijve kunnen ondervinden. Beglec stuurde ons drie JB Systems LED effecten toe: de LED Clubscan, de LED Clubhead en de LED Rainbow. Als je ze ziet, gaat er onmiddellijk een belletje rinkelen. We hebben ze al wel eens ergens zien hangen, maar toen hadden ze een andere naam. Nu heeft JB Systems hier en daar wat verbeteringen aangebracht en vooral ook de lichtkwaliteit verbeterd. We zullen eens kijken of deze effecten ons ook nu nog kunnen blijven inspireren en verrassen!

BOUW & DESIGN

De LED Clubscan is een klein lichteffect met als afmetingen 333 x 165 x 177mm en een gewicht van 3kg. Hij is mooi gestroomlijnd en lekker compact. Er werd geopteerd om te werken met 2 kleuren: blauwgrijs op de afgeronde hoeken en zwart voor alle andere onderdelen, uitgezonderd het spiegelgedeelte. Onderaan is er een kleine sectie koelribben voorzien om de witte 25W CREE LED module af te koelen. Aan de zijkanten zitten verluchtingsgaten. Bovenop zien we een kleine uitstulping waarin de snelle stappenmotor zit om vlotte en snelle bewegingen van de scanspiegel te verkrijgen. Met enkele schroeven werd hier een kunststoffen beschermkapje over gezet. Het spiegelgedeelte is matgrijs.

Onder de spiegel heb je de optische lens, waar je handmatig de lichtstraal kan scherpstellen. Op het lensgedeelte zit ook nog een klein microfoontje. Er werd eveneens een stevige ophangbeugel voorzien. Mocht je een déjà vu beleven: in 2010 werd in dezelfde behuizing de LED Micro Scanner gepresenteerd, z’n voorloper.

Die werd toen voorzien van een 10W CREE LED module. Om tot aan de gobo’s of aan de 25W LED te raken, moet je het plaatje met het JB Systems logo onderaan losschroeven. Als je dan het klepje wegschuift, kan je aan de LED. Aan de andere kant zie je nog een metalen kapje, net boven de DIP-schakelaars. Hierachter zitten de gobo’s. Het kleurenwiel werd hier gecombineerd met het gobowiel om zo plaats uit te sparen.

De LED Clubhead is een kleine, futuristische movinghead waarvan we ook al eens eentje hebben zien passeren, maar dan onder de benaming Lynx. Ook hier wordt de CREE LED module opgewaardeerd van 20W naar 25W. De afmetingen van het toestel zijn 248 x 228 x 329mm, met een gewicht van 5,3kg. De behuizing bestaat uit metaal met een donkergrijze kleur.

Hier wordt afgestapt van de traditionele movinghead-opstelling. Op de basis wordt een arm geplaatst die kort bij die basis 90° naar buiten uitwijkt, om dan weer opwaarts te gaan. De spot zelf werd niet bovenaan geplaatst, maar zijdelings aan de arm bevestigd. Ze heeft de vorm van een hoekige spacehelm met vooraan een bolle lens. Er zitten koelventilatoren in de basis en op de spot heb je koelopeningen. De movinghead werd voorzien van vier rubberen voetjes, handig wanneer je hem op de grond wil zetten. Daarnaast kan je het toestel ook ophangen. Er werd een speciale klem voorzien om hem onderaan te monteren. Deze doet dan meteen ook dienst als veiligheidsoog. Op de klem kan je de bevestigingsklem monteren. In de voet werd bovenaan een bedieningspaneel geplaatst met LED display, 4 LED lichtjes en 4 menutoetsen. De LED Clubhead is voorzien van een vlotte stappenmotor voor vloeiende, snelle bewegingen en heeft nu ook roterende gobo’s en een kleurenwiel.

De Super LED Rainbow is een geweldige upgrade van het LED Rainbow effect. Het effect heeft nu zes 10 Watt RGBW LED’s i.p.v. 3 Watt RGB LED’s.

Het toestel meet 418 x 233 x 122mm en heeft een gewicht van 4,2kg. De behuizing bestaat uit metaal en heeft de vorm van een trapezium, waarbij de voorste zijde licht gebogen is. Die zijde werd voorzien van 6 ronde gaten met daarin een bolle lens, met daarachter de RGBW LED modules. Je ziet dat elk van de 6 modules vooraan in een vierkant worden ingebouwd, met de lens in het midden. Om een betere koeling te verkrijgen en ook omdat deze LED modules ietwat meer plaats innemen, heeft men bovenop de oorspronkelijke behuizing van de LED Rainbow nog een zwarte rechthoekige bak gezet. Hierop staat ook de naam van het model. Achteraan op deze bak zitten de aansluitingen en een klein LED display met 4 menutoetsen. Er is een ingebouwde microfoon aanwezig. Aan deze bak werd de ophangbeugel stevig bevestigd. In de beugel werd een inkeping gemaakt om het effect in een bepaalde hoek te draaien en te fixeren. Er is eveneens een veiligheidsoog voorzien. Achteraan zit de ingebouwde koelventilator, voor een optimale koeling van de LED modules.

AANSLUITINGEN

De aansluitingen voor deze LED Clubscan zijn te vinden naast de koelribben. Je hebt de XLR DMX in- en uitgang aan de ene zijde en 2 remote control-aansluitingen aan de andere. Je hebt hierin een 1/4jack aansluiting voor de CA-8 of je kan de DIN 5 aansluiting gebruiken voor de draadloze remote control RF-8Set. Je kan echter ook opteren voor de RF/DMX Converter, die gewoon via de DMX ingang wordt aangesloten (alle drie zijn optioneel).

Verder heb je de IEC stekker met geïntegreerde zekering (250V6.3A fast blow). Bij de LED Clubhead heb je in de vlakke zijkant van de voet een DMX in- en uitgang van het XLR type. Verder heb je hier nog een 6.3mm microfoon jack aansluiting voor de optionele CA-8 afstandsbediening. Het netsnoer zit vast aan het toestel - wel een beetje jammer. Er is ook een zekering voorzien (250V/2A traag).

Bij de Super LED Rainbow zitten de aansluitingen achteraan op de toegevoegde bak. Hier heb je gelijkaardige aansluitingen als bij de LED Clubscan voor de afstandsbediening en DMX. Je kan de stroom doorlinken dankzij de toevoeging van een IEC netstroom-uitgang.

22

www.meetmusic.com

WIM “LITTLE BILLY” KLEYN Certains effets lumineux peuvent être mis à jour, nous l’avons déjà constaté. Beglec nous a envoyé 3 effets à LEDs de JB Systems: le LED Clubscan, le LED Clubhead et le LED Rainbow.

Leur vue vous fait penser que vous les connaissez. En effet, nous les avions vu quelque part, mais avec un autre nom. JB Systems a apporté ci et là quelques améliorations, et, surtout, amélioré la qualité de la lumière. Voyons si ces effets nous inspirent et surprennent toujours autant!

CONSTRUCTION & DESIGN

Le LED Clubscan est un petit effet faisant 333 x 165 x 177mm pour 3kg. Il est beau et compact. On a choisi de travailler en deux tons, du gris-bleu pour les bords arrondis et noir pour le reste, hormis la partie à miroirs. La base comporte quelques ailettes de refroidissement pour la LED CREE de 25W. Les flancs sont perforés, également pour le refroidissement.

Le haut comporte une petite bosse qui cache le moteurs à pas rapide pour les mouvements fluides du miroir du scan. Quelques vis fixent le capot de protection en plastique. La section du miroir est gris clair. Sous le miroir se trouve la lentille optique, avec une mise au point manuelle. Cette partie porte également un petit micro. Une béquille de suspension solide n’a pas été oublié. Si cela vous donne un effet de déjà: en 2010 le même boîtier servait au prédécesseur, le LED Micro Scanner, équipé alors d’un module LED CREE de 10W. Pour atteindre les gobos et la LED de 25W, il faut dévisser la plaquette portant le logo JB Systems. Si vous glissez la plaquette, vous avez accès à la LED. De l’autre côté, il y a un petit couvercle métallique, juste au-dessus des sélecteurs DIP. Ici se cachent les gobos. La roue des couleurs a été combinée à celle des gobos, afin de gagner de la place.

Le LED Clubhead est un movinghead compact et futuriste, que nous connaissions sous le nom de Lynx. Ici aussi, une LED CREE de 25W remplace celle d’origine, une 20W. L’appareil mesure 248 x 228 x 329mm, et pèse 5,3kg. Le boitier est en métal de couleur gris foncé. Le montage movinghead traditionnel à été délaissé. La base porte un bras qui est déporté vers l’extérieur près de la base, et qui remonte ensuite. Le spot même n’est pas au bot de ce bras, mais sur le côté. Il a la forme d’un casque spatial angulaire avec une lentille convexe à l’avant. Il y a des ventilateurs dans le socle, et des ouïes de ventilation dans le spot. Le movinghead est équipé de petits pieds en caoutchouc, ce qui est une bonne chose lors d’une utilisation au sol. Vous pouvez également le suspendre, il y a une pince spéciale, qui fait également office de fixation de sûreté, à monter sous le socle. Sur cette pince, vous pouvez alors monter la pince de montage. La base comporte un tableau de commande avec un affichage LED, 4 LEDs et 4 touches de menu.

Le LED Clubhead est équipé d’un moteur à pas rapide pour des mouvements fluides et rapides; il dispose aussi de gobos rotatifs et d’une roue de couleurs.

Le Super LED Rainbow est un superbe upgrade de l’effet LED Rainbow. L’effet porte maintenant 6 LEDs RGBW de 10W, au lieu de 3W RGB. L’engin mesure 418 x 233 x 122mm et accuse 4,2kg sur la balance. Le boîtier est métallique et trapézoïdal, la face avant est légèrement courbe.

Cette face comporte 6 trous ronds pour les 6 modules LED RGBW. On voit que les modules sont chacun montés dans un carré, avec la lentille au centre. Pour un meilleur refroidissement et aussi parce que ces modules sont un peu plus grands, on a surmonté le boîtier d’origine du LED Rainbow d’un bac rectangulaire noir, qui porte le nom du modèle. La face arrière de ce bac porte les connections et un petit affichage LED avec ses 4 touches de menu. Un micro incorporé fait partie du lot. Le bac porte également le support de suspension solide, qui permet de tourner l’effet sous un angle et de le fixer. Une fixation de sûreté n’a pas été oubliée. L’arrière renferme le ventilateur pour un refroidissement optimal des modules LED.

CONNECTIONS

Les connections du LED Clubscan sont placées à côté des ailettes de refroidissement. L’entrée et sortie DMX en XLR se trouvent d’un côté, les deux prises pour la commande à distance de l’autre. Vous avez ici le choix entre un jack 1/4” pour la CA-8 et un DIN 5 pour une commande sans fil RF-8Set. Ou alors, choisissez le convertisseur RF/DMX à brancher dans l’entrée DMX. Toutes les trois sont optionelles. N’oublions pas la prise IEC à fusible intégré (250V6.3A fast blow). Le LED Clubhead propose ses prises dans la face latérale plate du socle. Il y a bien entendu l’entrée et sortie DMX en XLR, et un jack 1/4” pour la commande à distance CA-8 en option. Le cordon d’alimentation est solidaire de l’appareil, ce qui est dommage. Un fusible (250V/2A slow) ne manque pas à l’appel. Le Super LED Rainbow se connecte sur la face arrière du bac rajouté. Les connections DMX et commande à distance sont les mêmes que sur le LED Clubscan. L’alimentation peut être chaînée grâce à l’ajout d’une sortie IEC.

MANUEL

Le site WWW.JB-SYSTEMS.EU vous propose les manuels des 3 appareils. Ils sont également fournis dna sl’emballage, au format A5, en Néerlandais et en Français. Tout est bien expliqué, et des images ont été utilisées utilemant. Les schémas DMX sont des aides pratiques pour le LJ qui cherche les bon réglages rapidement.

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

JB Systems LED ClubScan, LED ClubHead, Super LED Rainbow HANDLEIDING

Op de website WWW.JB-SYSTEMS.EU vind je de handleidingen van de drie producten. In de doos vind je ook de traditionele A5-formaat handleidingen. Beschikbaar in het Nederlands en Frans. Alles staat mooi uitgelegd en er werden afbeeldingen geplaatst waar nodig. DMX schema’s e.d. zijn handige hulpmiddelen om als LJ snel de juiste instellingen te vinden.

MOGELIJKHEDEN & ERGONOMIE

De Micro Scan van JB Systems werd geüpgraded naar de LED Clubscan en wordt nu voorzien van een CREE 25W witte LED-module. Zo bekom je een nog betere lichtopbrengst. Het energieverbruik en de warmteontwikkeling zijn nog steeds verwaarloosbaar ten op zichte van de traditionele lampen. Je kan de LED Clubscan gebruiken in stand-alone via een geluidgestuurde modus, ingebouwde programma’s of in Master/slave modus. Ook kan je hem aansturen via DMX of een optionele afstandsbediening, zoals de CA-8 controller en de RF-8T draadloze ontvanger en zender. Via DMX krijg je de keuze uit 5 opties: pan, tilt, kleur/gobo, stroboscoop en dimmer.

De gobo’s zijn nog steeds niet uitwisselbaar (8 gobo’s + open) en zijn gecombineerd met het kleurenwiel. Daarnaast is er ook nog de gobo shaking functie. Dankzij de grotere lichtopbrengst rijkt de scherpte en felheid van de lichtbundels en projecties veel verder, waardoor ze nog beter afgetekend zijn. Erg fraai! De snelle stappenmotor zorgt voor een vlotte beweeglijkheid van de scanspiegel.

Door het toepassen van een betere stappenmotor zijn de bewegingen ook veel vloeiender dan bij zijn voorganger.

Bij de LED Clubhead werd de Lynx heruitgevonden en heeft men de 20W LED module vervangen door een CREE 25W witte LED-module, zoals bij de Clubscan. Verder heeft men ook 6 roterende gobo’s + open toegevoegd.

Deze zijn uitgerust met de gobo shaking functie. Samen met het kleurenwiel (8 kleuren+ wit) verkrijg je zeer heldere kleurenbundels en een krachtige lichtopbrengst zonder kleurenschaduw

bij de projecties. Die zijn overigens zeer scherp en dragen ver. Ook hier heb je een stand alone mogelijkheid waarbij vooraf geprogrammeerde lichtinstellingen op het geluid kunnen worden afgespeeld dankzij de ingebouwde microfoon. Master/slave is eveneens mogelijk. Nieuw is echter de DMX-master/ slave mogelijkheid. Dit is een zo goed als nieuwe techniek waarbij je meerdere Clubheads in master/slave kan laten werken, terwijl ze toch nog via 1 of 4 DMX kanalen worden bestuurd. Hiervoor heb je wel een DMX splitter nodig. In DMX mode kan je deze LED Clubhead via 7 kanalen aansturen. De movinghead herpositioneert telkens automatisch de X/Y assen. Je hebt hier een afstralingshoek van 17° en een pan/tilt bereik van 540° om 270°.

En dan hebben we nog de Super LED Rainbow waar de 3 Watt RGB LED’s werden vervangen door 10 Watt RGBW LED modules, waardoor de 6 waaierbundels nog veel strakker zijn en de kleuren warm en fel. Dit zorgt voor heldere projecties op de muren en de grond. Toch heb ik hier en daar nog een beetje kleurenschaduw ontdekt op de bovenrand van elk van de 6 witte projecties. Ook dit lichteffect kan je gebruiken in stand alone modus, op maat van de muziek. De kleuren glijden door de projectie en het lijkt alsof iedere straal ook nog ietwat beweegt. Maar dat zijn eigenlijk de afzonderlijke RGBW-onderdelen per LED module, die door de lenzen worden uitvergroot en zo de illusie doen ontstaan dat er ook in de lichtbundel beweging ontstaat. Dit stoort me helemaal niet, in mijn ogen is het zelfs een meerwaarde. De kleurenbundels zijn in ieder geval spectaculair. Je hebt een afstralingshoek van slechts 9° en daarmee kan je echt gericht gaan werken. Je kan ook werken in Master/slave modus, waarbij je de stroom kan doorlinken naar een volgend toestel. Bij DMX aansturing kan je kiezen uit 1, 8 of 28 kanalen.

BUDGET

De LED Clubscan kost je €267 incl. BTW, een beetje meer dan de microscanner, maar daarvoor krijg je wel een krachtige scanner met felle lichtbundels en mooie projecties. Hetzelfde voor de LED Clubhead, die je de jouwe kan noemen voor €421 incl BTW. Het lijkt veel geld, maar voor een movinghead van deze klasse en met zulke prestaties, heb je het ervoor over. En vergeleken met andere movingheads is dit peanuts! Voor het waaiereffect, de Super LED Rainbow, geldt ook de betere lichtopbrengst en de toevoeging van het warme witte licht. Daar tel je een kleine €374 incl BTW voor neer - met de glimlach!

BESLUIT

Hebben de upgrades aan deze 3 LED effecten van JB Systems me kunnen verrassen? Zijn ze er in geslaagd om nog mooiere en fellere lichtbundels te verkrijgen met scherpe projecties? Jawel, en hoe! De LED Clubscan en LED Clubhead gaan er fameus op vooruit qua lichtkwaliteit en lichtopbrengst. Ook de projecties zijn nog scherper en dat zonder kleurschaduw. De lichtbundels zijn fel, hel en kleurrijk. Daarbovenop zijn ze nog eens lekker compact.

Bij de Super LED Rainbow zijn de 6 afzonderlijke lichtbundels mooi afgelijnd en missen ze hun effect niet op de dansvloer. Alle drie de effecten zijn ideaal voor zowel de beginnende als reeds professionele LJ of mobiele DJ. Deze effecten zullen zeker niet misstaan in clubs en discotheken.

De Super LED Rainbow is bovendien ook perfect voor podiumgebruik!

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

LIGHT GEAR

POSSIBILITES & ERGONOMIE

Le Micro Scan de JB Systems a été mis à jour et devient donc le LED Clubscan, équipé d’une LED CREE blanche de 25W, ce qui augmente encore son rendement lumineux. La consommation d’énergie et la dissipation de lumière sont toujours négligeables par rapport aux lampes classiques. Vous pouvez utiliser le LED Clubscan en standa lone (pilotage par le son, des programmes internes ou en mode Master/slave). Ou alors, pilotez-le par DMX ou une commande à distance en option, comme le CA-8 câblé ou l’émetteur-récepteur RF-8T. En DMX, vous disposez de 5 possibilités: pan, tilt, couleur/gobo, stroboscope et dimmer. Les gobos ne sont toujours pas échangeables (8 gobos + ouvert) et sont combinés à la roue de couleurs. Il y a également la fonction gobo shake. Grâce à la plus grande luminosité, la portée de la netteté et de l’intensité des faisceaux lumineux est bien plus grande, ce qui améliore la qualité des dessins. Très beau! Le moteur à pas rapide engendre une belle mobilité du miroir du scanner. Par l’utilisation d’un meilleur moteur à pas, les mouvements sont bien plus fluides que ceux du modèle précédent.

Pour le LED Clubhead, on a réinventé le Lynx, et on a remplacé le module LED de 20W par un module de 25W LED CREE, comme dans le Clubscan. On a également ajouté 6 gobos tournants (+ ouvert), ainsi que le gobo shaking. Combiné à la roue de 8 couleurs + blanc, les faisceaux de lumière sont très clairs avec un rendement très élevé, sans ombre colorée lors des projections, très nettes et à grande portée. Ici aussi, vous avez le choix entre une utilisation stand alone, où des réglages préprogrammés peuvent être activés par le son grâce au micro intégré. Le Master/slave est également possible. La possibilité DMX-master/slave est par contre nouvelle. C’est une technique assez récente, qui permet de faire fonctionner plusieurs Clubheads en Master/slave, tout en ayant le contrôle par 1 ou 4 canaux DMX. Il vous faudra utiliser un splitter DMX. En mode DMX, vous pouvez piloter le LED Clubhead sur 7 canaux. Le movinghead repositionne chaque fois les axes X/Y automatiquement. L’angle d’ouverture est de 17°, le pan couvre 540° et le tilt 270°.

Pour terminer, le Super LED Rainbow. Les LEDs RGB de 3W ont été remplacées par des modules LED RGBW de 10W, les 6 éventails sont encore plus nets et les couleurs plus chaudes et intenses. Vous obtenez des projections claires sur les murs et au sol. J’ai pourtant découvert çà et là un peu d’ombre colorée sur le bord supérieur de chcune des projections blanches.

Cet effet peut également être utilisé en stand alone, au rythme de la musique. Les couleurs glissent à travers la projection, il semble que chaque rayon bouge un peu. Ceci est causé par les éléments RGBW individuels des modules, agrandis par les lentilles. On dirait donc qu’il y a du mouvement dans le faisceau de lumière. Celà ne me gène pas du tout, j’estime que c’est une plus-value. Les rayons de couleur sont en tous cas spectaculaires.

L’angle d’ouverture est de 9° seulement, vous pouvez vraiment diriger la lumière. Vous pouvez également travailler en mode Master/slave et chaîner l’alimentation à l’appareil suivant. Le pilotage DMX se fait au choix sur 1, 8 ou 28 canaux.

BUDGET

Le LED Clubscan coûte €267 TVAC, un peu plus que le microscanner, mais vous disposez d’un scanner puissant avec des faisceaux clairs et de belles projections. Il en est de même pour le LED Clubhead, qui change de mains pour €421 TVAC. Cela semble beaucoup d’argent, mais pour un movinghead de cette classe et avec de telles performances, ça vaut le coup. Comparé à d’autres movingheads, c’est un cadeau! L’effet éventail, le Super LED Rainbow, offre également plus de rendement et l’ajout de lumière blanche chaude. Vous en êtes le propriétaire heureux pour à peine €374 TVAC!

CONCLUSION

Les upgrades de ces 3 effets LED de JB Systems m’ont-ils surpris? Ont-ils réussi à produire des rayons encore plus beaux et encore plus intenses avec des projections nettes? Oui, et comment! Les LED Clubscan et LED Clubhead p r o gress e n t • prix • prijs énormément en matière de • qualité • kwaliteit qualité de la lumière et ren• compact (Scan et Head) • compact (Scan en Head) dement. Les projections sont • consommation • verbruik encore plus nettes, et sans om• dissipation de chaleur • bijna geen warmteontwikbres colorées. Les faisceaux très faible keling sont puissants, clairs et riches • connection pour com• aansluiting remote control mande à distance en couleurs. Et ces effets sont • leuke gobo’s (scan en head) • gobos sympas (scan en très compacts. Les 6 rayons in• roterende gobo’s (head) head) dividuels du Super LED Rain• stappenmotor (scan en • gobos rotatifs (head) head) bow sont bien dessinés, et font • moteur à pas (scan en • RGBW LED (rainbow) leur effet sur la piste de danse. head) Les 3 effets sont idéaux, pour • LED RGBW (rainbow) le LJ ou DJ mobile, débutant ou professionnel. Ces effets feront... leur effet dans les • Gobo’s niet uitwisselbaar • Gobos pas échangeables clubs et discothèques. Le Su(scan) (scan) per LED Rainbow est de plus • Een weinig kleurenscha• Un peu d’ombre colorées parfait pour la scène! duw (rainbow) (rainbow)

pro

contra

www.meetmusic.com

23

L-Acoustics LA4X

Focusrite Scarlett 6i6

American Audio ELX2000

HILITES

Hilites

ADJ

ADJ

ADJ heeft dit jaar zeker niet moeten onderdoen op de Frankfurt Messe. Met meer dan 5 standen die samen 460m² ruimte innamen, 85 medewerkers en meer dan 50 tentoongestelde producten, kon je er amper naast kijken. Bij American Audio was de belangrijkste eye catcher de ELX Amplifier Series, een reeks klasse A/B versterkers bestaande uit 3 modellen: de ELX2000, ELX3000 en ELX4000. Bij American DJ waren dat 3 lichteffecten: de Inno Color Beam 12, Mega Go Flood Par en Mega Tri38 Sys. Nog iets helemaal anders! Begin mei organiseerde ADJ haar eerste opendeurdag te Kerkrade, Nederland. De genodigden, die waren komen opdagen vanuit heel Europa, konden er o.a. genieten van een optreden van DJ Cassey Doreen en talloze lichtshows. Een succes! www.americandj.com

ADJ n’est pas passé inaperçu au salon de Francfort. Avec plus de 5 stands couvrant au total 460m² au sol, 85 collaborateurs et plus de 50 produits exposés, difficile de ne pas les voir. Le produit le plus proéminent d’American Audio était la série d’amplificateurs ELX, une gamme de 3 modèles d’amplis de classe A/B: les ELX2000, ELX3000 et ELX4000. American DJ flambait avec 3 effets lumineux: les Inno Color Beam 12, Mega Go Flood Par et Mega Tri38 Sys. Autre chose à mentionner ici: début mai, ADJ a organisé sa première journée portes ouvertes à Kerkrade, au Pays Bas. Les invités, venus de partout en Europe, ont pu apprécier, parmi d’autres, un spectacle du DJ Cassey Doreen et d’innombrables lichtshows. un succès! www.americandj.com

ALCONS

ALCONS

De QR24 is de nieuwste telg in de Q-Series van Alcons. Dit modulaire tweeweg kolomluidsprekersysteem kan je toepassen als een vertical array, voor zowel permanente als mobiele toepassingen.

Het systeem heeft een natuurlijke en dynamische geluidsweergave. Dit in veeleisende akoestische omstandigheden, zonder de noodzaak van een DSP-gebaseerde projectiemanipulatie. De QR24 is slechts 66cm hoog en is uitgerust met 4 stuks 6.5”/16cm woofers en 2 stuks 12”/30cm ribbon drivers.

Specifiek voor dit systeem werd het “RBN03” pro-ribbon luidsprekerplatform ontwikkeld, waarbij de geluidskwaliteit blijft behouden en er tegelijkertijd aanzienlijk minder inbouwdiepte nodig is.

De coherente horizontale afstralingscontrole vergroot de stereobeleving (“sweet spot”) voor het publiek dat buiten de asafstraling zit. www. alconsaudio.com

BEHRINGER

Behringer heeft zichzelf we producovertroffen op vlak van nieuten! Even een beknopt overzicht.

Hun EUROLIVE reeks van professionele luidsprekers werd onlangs uitgebreid met twee nieuwe exemplaren: de B115W en B112W. Deze actieve luidsprekers kunnen werken ook met bluetooth! Daarnaast werd ook de EUROPORT iP40PRO gelanceerd, een alles-in-één draagbaar PA-systeem. Nu ook beschikbaar in de winkels, is de XENYX CONTROL1USB. Deze studio monitor controller doet je kopzorgen over rondslingerende kabels verdwijnen! Voor info over meer nieuwe producten, zoals de EUROPORT EPS500MP3 en de EUROLIVE B207MP3, surf je best naar www.behringer.com

FOCUSRITE

de 18i8 heeft er respectievelijk 18 en 8. Beide voorversterkers van Focusen re-

Nieuw in de Scarlett reeks van Focusrite zijn de 6i6 en de 18i8, twee USB 2.0 audio interfaces. Ze hebben allebei hun naam niet gestolen: de 6i6 heeft 6 ingangen en 6 uitgangen, interfaces bevatten de bekroonde microfoonrite. De 18i8 werd ontworpen voor producers cording artiesten of bands, waarbij er meerdere bronnen (microfoons, instrumenten) tegelijkertijd moet opgenomen worden. De 6i6 is geschikt voor recording op kleinere schaal. www.focusrite.com

Le QR24 est le dernier arrivé des séries Q d’Alcons. Ce système modulaire d’enceintes à 2 voies en colonnes peut être employé comme vertical array, tant en installation fixe que mobile. Le système a un son naturel et dynamique, sous des conditions acoustiques éprouvantes, sans avoir recours à une manipulation de la projection par DSP. Le QR24 ne feit que 66cm de haut, et comprend 4 woofers de 6.5”/16cm et 2 drivers à ruban de 12”/30cm. La plateforme de haut-parleurs pro-ribbon “RBN03” a été spécifiquement développé pour ce système; la qualité sonore est conservé, tandis que la profondeur d’encastrement est diminuée. Le contrôle de rayonnement horizontal cohérent augmente la perception stéréophonique (“sweet spot”) du public situé hors de l’axe de rayonnement. www. alconsaudio.com

BEHRINGER

Behringer s’est surpassé pour ce qui est des nouveaux produits! En très bref: la gamme d’enceintes professionnelles EUROLIVE s’enrichit de 2 nouveaux exemplaires: les B115W et B112W. Ces modèles actifs fonctionnent également avec bluetooth! On a introduit l’EUROPORT iP40PRO, un système PA portable tout-en-un. Vous trouverez également le XENYX CONTROL1USB chez les dealers. Ce contrôleur de moniteurs de studio résoud vos problèmes de câbles en pagaille! Pour en savoir plus sur encore d’autres nouveautés, comme les EUROPORT EPS500MP3 et EUROLIVE B207MP3, tapez www.behringer.com

FOCUSRITE

Nouvelles dans la série Scarlett de Focusrite, les 6i6 e 18i8, deux interfaces audio USB 2.0. Les noms sont, comme souvent, explicites: la 6i6 a 6 entrées et 6 sorties, la 18i8 respectivement 18 et 8. Les deux disposent des préamplis micro primés de Focusrite. La 18i8 a été développée pour les producteurs et les artistes et groupes qui s’enregistrent, quand il faut enregistrer plusieures sources (microphones, instruments) simultanement. La 6i6 convient pour des projets plus modestes. www.focusrite.com

L-ACOUSTICS

Le LA4X est un nouveau contrôleur amplifié dans la gamme de L-Acoustics. Ce modèle combine les avantages des enceintes actives à la flexibilité d’un DSP et d’une amplification externes. Il est basé sur une structure 4 entrées x 4 sorties. Il utilise une alimentation commutante universelle, fonctionnant sur une tension secteur comprise entre 90V et 265V. Comme partenaire officiel de CRESTON et AMX, L-Acoustics prévoit également des modules logiciels qui permettent l’intégration du contrôleur dans le système d’automatisation, ce qui le rend utilisable dans les centres culturels, universités, salles de sports et autres. www.l-acoustics.com

LIVID Alias 8

L-ACOUSTICS

De LA4X is een nieuwe versterkte controller binnen het gamma van L-Acoustics. Dit model combineert de voordelen van “self-powered” speakers met de flexibiliteit van een outboard DSP en versterking. Het model is gebaseerd op een 4 inputs x 4 outputs opbouw. De LA4X beroept zich op een universele swith mode stroomvoorziening, geschikt voor een netspanning van 90V tot 265V. Als erkend partner van CRESTON en AMX, voorziet L-Acoustics ook software-modules die je toelaten van de controller te integreren in je automation system. Zo is het geschikt voor gebruik in culturele centra, universiteiten, sportcentra, etc. www.l-acoustics.com

LIVID

De ALIAS 8 is een veelzijdige MIDI controller van hoge kwaliteit, in een stevige en compacte behuizing. Je kan er de basisfuncties mee uitvoeren. Er zijn 8 kanaalstrips die elk uitgerust zijn met analoge 30mm faders, 2 draairegelaars en 2 veelkleurige drukknoppen met achtergrondverlichting.

Daarnaast is er ook nog een analoge 60mm master fader. De ALIAS 8 is uitgerust met twee uitbreidingspoorten voor Livid‘s XPC Controllers, waarbij het mogelijk is tot zestien analoge controllers te integreren. Zijn veIe vrij toewijsbare elementen maken hem enorm handig. De ALIAS 8 is geschikt voor gebruikers die op zoek zijn naar een snelle, eenvoudige en draagbare setup. De perfecte tool voor mixen, produceren en het managen van live sets. www.lividinstruments.com

MIXVIBES

Mixvibes lanceerde onlangs met de Cross 2.4 een nieuwe update van haar DJ software voor Mac en pc. Deze nieuwe versie beschikt nu over 4 volledige decks die je kan aansturen via de CDJ’s van Pioneer en MIDI controllers. Je krijgt ook de mappings mee van de populairste vierdecks controllers, zoals bijvoorbeeld de Numark MixTrack. Deck C en D kan je schakelen tussen speler of sampler. Ook nieuw bij deze versie, is de Sync Link. Bij het ontwikkelen van Cross 2.4 vond men inspiratie in de werking van de CDJ-2000 Nexus van Pioneer. Elk deck in sync modus volgt de Master, waarbij de status van de Master automatisch

24

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

HILITES

SSL AWS 916

LIVID

L’ALIAS 8 est un contrôleur MIDI polyvalent de haute qualité, dans un boîtier compact et solide. Vous avez accès aux fonctions de base.

Il a 8 canaux, chacun ayant son fader analogique de 30mm, 2 commandes rotatives et 2 touches multicolores rétroéclairées. Un master fader de 60mm fait partie des commandes. L’ALIAS 8 dispose de 2 ports d’expansion pour des contrôleurs XPC de Livid, ce qui permet d’intégrer jusqu’à 16 contrôleurs analogiques.

Les nombreux éléments libremant assignables font que cet appareil est très pratique. L’ALIAS 8 sera utile pour les utilisateurs à la recherche d’un setup rapide, simple et portable. L’outil parfait pour le mixage, la production et la gestion de sets live. www.lividinstruments.com

wordt toegekend. Ook kan je met de pitch-bend de fase van elk deck handmatig aanpassen.

Toch is de klassieke trigger modus nog steeds beschikbaar, waardoor je kan kiezen welke je prefereert! Cross 2.4 bevat hiernaast nog enkele andere nieuwigheden! Om ze te ontdekken, surf je naar www.mixvibes. com

Vestax HMX-05

SSL

Solid State Logic stelt met de AWS 916 een nieuw model voor binnen haar succesvolle AWS Series, die in 2004 werd gelanceerd. Deze reeks combineert SSL’s klassieke SuperAnalogue console-technologie met uitgebreide DAW controle hardware. De AWS 916 is geschikt is voor een nog breder publiek, van commerciële studio’s tot docenten. Deze console bevat dezelfde functies als de AWS 924, met als enige verschil dat het frame 16 kanalen telt in plaats van 24. www. solid-state-logic.com De HMX-05 is een nieuwe stereo hoofdtelefoon van Vestax. Het ontwerp is strak, in rode en zwarte kleuren. Dankzij de comfortabele oorkussens en het inklapbare model is deze hoofdtelefoon uitermate geschikt voor DJ’s. Het opzet van dit model is het zo eerlijk mogelijk weergeven van de muziek,De HMX-05 bevat 40mm drivers kunnen zowel zware bas als hoge tonen aan, ideaal voor de hedendaagse muziekgenres. Je kan de vergulde minijack-connector vergroten met de meegeleverde 6.3mm jack-adapter. www.vestax.com

ZOOM

SSL

VESTAX

Zoom IQ5

MIXVIBES

Mixvibes a récemment introduit Cross 2.4, une nouvelle mise à jour de son logiciel DJ pour Mac et PC. Cette version dispose de 4 descks complets, pilotables par les CDJ de Pioneer et des contrôleurs MIDI. Des mappings des contrôleurs à 4 decks les plus populaires, dont le Numark MixTrack, sont fournis. Les decks C et D peuvent être commutés entre lecteur et échantilloneur. Autre nouveauté de cette version, le Sync Link. Lors du développement de Cross 2.4, on s’est inspiré du fonctionnement du CDJ-2000 Nexus de Pioneer. Chaque deck en mode sync suit le Master, l’état du Master étant automatiquement assigné. Vous pouvez également adapter manuellement la phase de chaque deck avec le pitch-bend. Le mode trigger classique est toujours présent, vous utiliserez donc la méthode de votre choix! Cross 2.4 offre encore d’autres nouveautés! Pour les découvrir, visitez www.mixvibes.com

Zoom presenteerde eerder dit jaar al de IQ5, een professionele stereomicrofoon. Dit model verandert de nieuwste generatie iPhone, iPod Touch en iPad in volwaardige, kwalitatief hoogstaande opnameapparatuur voor stereo opnames. Met behulp van een zowel horizontaal als verticaal te positioneren microfoonelement, bereikt de iQ5 een goede klankkwaliteit in vele situaties. De iQ5 is zowel verkrijgbaar in het zwart als in het wit, waardoor je hem dus kan aanpassen aan de kleur van je iPhone5! www.zoom.co.jp PSL

Solid State Logic présente l’AWS 916, un nouveau modèle de la série à succès AWS, lancée en 2004. Cette série combine la technologie de console classique SuperAnalogue de SSL avec du hardware de contrôle DAW étendu.

L’AWS 916 satisfaira un public encore plus vaste, de studios commerciaux aux professeurs. Cette console comprend les mêmes fonctions que l’AWS 924, la seule différence étant que le chassis compte 16 canaux au lieu de 24. www.solid-state-logic.com

VESTAX

Le HMX-05 est un nouveau casque d’écoute de Vestax. Le design est soigné, les couleurs sont le rouge et le noir. Grâce aux coussinets confortables et les coquilles rabattables, ce modèle est très adapté aux DJs. Le casque veut offrir une restitution de la musique aussi fidèle que possible. Le HMX-05 a des drivers de 40mm, capables de reproduire des basses puissantes et de belles aiguës, l’idéal pour les styles de musique contemporains.

L’adaptateur 6.3mm fourni vous permet d’utiliser des prises 1/4” et 3.5mm. www. vestax.com

ZOOM

Zoom a presenté l’IQ5 au début de l’année, un micro stéréo professionnel. Ce modèle convertit les dernières générations d’iPhone, iPod Touch et iPad en un équipement d’enregistrement stéréo de haute qualité. A l’aide d’un élément positionnable tant horizontalement que verticalement, l’iQ5 obtient un son de bonne qualité dans de nombreuses situations. L’iQ5 est disponible en blanc comme en noir, vous choisirez la couleur en fonction de celle de votre iPhone5! www. zoom.co.jp PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/06

www.meetmusic.com

25

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.294

26e jaargang - Juni 2013 26ième année - Juin 2013

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Peavey AT-200

Mesa Boogie Stomp Boxes

Istanbul Alchemy Sweet & ION

Eden WTX-264,

WTX-500 & EX-110

Korg KingKORG