SOUND
April 2014 Avril 2014
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
PRO
&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ
Cymatic Audio
Dynacord A-Line
GRATIS
GRATUIT Coda Audio
CoRAY4 G18 C5
LR-16
Scratch Live Chauvet Geyser RGB
vs
Serato DJ
2
www.meetmusic.com
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
INHOUD - SOMMAIRE 4
8
RECORDING & PRODUCING Cymatic Audio LR-16 live recorder ................................................................ 4
LIVE SOUND Coda Audio CoRAY4, G18 & C5
4
line source column system ........................................... 8
12
Dynacord A-Line
active speaker cabinets.......................................... 12
DJ GEAR Scratch Live vs Serato DJ DJ software............................................................. 17
20
LIGHT GEAR Chauvet Geyser RGB effect fogger............................................................ 20
HILITES ............................................................. 24
17
MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele
De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com
Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com
Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com
Redactie/Rédaction: Andy “DJ ND” Vercauteren Hans Lauwens Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” Jaspar Luc Henrion Roger Roland Wiebe “DJ Dysfunkshunal” Hennes Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch
ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
PRO SOUND & LIGHT
Mafico ............................ 7
Teac/ART ....................... 9
Fentex.......................... 15
Beglec.......................... 21
RSL.............................. 15
Viladco ......................... 15
Kawai ........................... 23
Cymatic Audio .............. 9
Sound 7 ....................... 24
Yamaha ....................... 13
Peavey......................... 11
Heremans AV .............. 25
Studio Factasy............. 24
MEET MUSIC MAGAZINE
Roland ......................... 21
Highlite International. 2,23
Titan ............................. 19
Alhambra Guitarras ....... 9
Sound Service ............... 7
M-Works ...................... 25
Teac/Tascam.................. 5
EMD............................. 17
Voerman ........................ 2
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
3
RECORDING & PRODUCING
Cymatic Audio LR-16
Cymatic Audio LR-16 LIVE RECORDER
ROGER ROLAND
Muzikanten weten dit maar al te goed: je eigen concert opnemen hele karwei, maar het kan toch zeer bevredigend is altijd een zijn. Meestal moet je je tevreden stellen met een stereo-opname via de console zelf, met een zeer onevenwichte mix als resultaat (stem te hard op de voorgrond, drums en gitaren ergens helemaal acheteraan). De beste oplossing is nog steeds de multitrackopname. Recorders zijn echter duur en soms erg ingewikkeld in gebruik. Maar dan kent u de LR-16 nog niet... Lees vooral verder!
Les musiciens le savent: enregistrer son propre concert est toujours un peu galère, mais cela procure souvent énormément de satisfactions. Le plus souvent, il faut se contenter d’une captation stéréo via la sortie de console, avec des balances souvent déséquilibrées (voix surmixées, batterie et guitares en arrière). La meilleure solution reste encore la captation multipistes. Mais les enregistreurs sont onéreux et parfois compliqués à utiliser. Le LR-16 amène des idées intéressantes. Lisez la suite…
PRESENTATIE
PRESENTATION
BESCHRIJVING
DESCRIPTION
GEBRUIK
UTILISATION
Iets eenvoudig maken kan soms toch zo ingewikkeld zijn. Bij het uitpakken en het eerste gebruik van de LR-16 vraag je je af waarom nog niemand eerder zo’n toestel heeft gemaakt. De Live Recorder kan zestien gelijktijdige tracks opnemen en afspelen in 44,1 of 48 kHz, en zelfs 96 kHz. Het is een standalone recorder, maar je kan hem ook gebruiken in combinatie met een computer, of gebruiken als geluidskaart. De tracks worden opgenomen via een externe harde schijf of een USB-stick. De interface is gebruiksvriendelijk en betaalbaar. Klinkt goed, toch? Wat is er nog meer? Laten we hem eens op de testbank leggen. Ga vooral niet lopen! Zwart en glanzend... dat is het eerste wat ons opvalt. Met een geel verlicht beeldscherm en retro bedieningsknoppen. Het ziet er alvast allemaal erg mooi uit... en het oppervlak registreert ook erg nauwkeurig je vingerafdrukken. Best geen frietjes eten wanneer je met de LR-16 aan de slag bent. De medaille heeft namelijk twee kanten: hoe mooier het toestel, hoe minder graag we er vingerafdrukken op zien. Het apparaat meet 24,3 cm in de lengte, is 16,7 cm diep en meet ongeveer 7 cm op z’n hoogste punt. Het oppervlak is licht hellend, waardoor we op het laagste punt met een hoogte van ongeveer 4 cm zitten. De LR-16 weegt 905 gram (excl. adapter). In de doos vinden we ook nog een adapter en een beknopte handleiding. Een meer complete versie kan je downloaden op de website van Cymatic Audio. Aan de voorkant zitten een USB-aansluiting en een hoofdtelefoonaansluiting met bijhorende volumeknop. Het mooie controlepaneel heeft een scherm van een redelijk formaat (7 x 3,5 cm) met aan weerskanten drie knoppen: “mode”, “menu”, “back” aan de linkerkant, en aan de rechterkant “select” en twee pijlen (één naar boven, één naar beneden). Op de onderste balk zien we vijf knoppen voor de recorder. De achterkant van de LR-16 is goed gevuld: zestien ingangen in TRS jack, een stereo jackuitgang, een USB-aansluiting een een on/off-schakelaar. Vlak daaronder zit de aansluiting voor de adapter. De ruimte is net groot genoeg om dit alles te herbergen. Jullie kennen me: ik doe niets liever dan aan de slag gaan zonder handleiding. Het is een goede manier om de ergonomie van een toestel te beoordelen. Ik zet de LR-16 dus aan en op het scherm verschijnt: “sluit pc of opnameapparaat aan”. Ik neem de eerste USB-stick die ik op mijn bureau kan vinden en stop die in de ingang. Er wordt meteen een test uitgevoerd en de LR-16 vertelt me wat de gebruiksmogelijkheden zijn met mijn stick. Je gaat automatisch werken in 16 bit, de standaard bij gebruik van een USB-stick. Wanneer je werkt met een computer of harde schijf, zal dit 24 bit zijn. Het toestel heeft iets gezien op mijn
4
www.meetmusic.com
Faire simple est souvent compliqué. Quand on déballe le LR-16 et qu’on l’utilise, on se dit qu’il aurait fallu inventer plus tôt ce type de machine audio. Le Live Recorder permet d’enregistrer (et de jouer) un maximum de seize pistes simultanées, en 44.1 ou 48 kHz, et même en 96 kHz. Il travaille tout seul, comme un grand, mais peut aussi se brancher sur un ordinateur et servir de carte son. Les pistes s’enregistrent via un disque dur externe ou une clé USB. L’interface est conviviale et le prix abordable. Que demander de plus? Un test, ce sera utile… histoire de découvrir ce que la jolie bestiole a dans le ventre. Ne bougez pas, je m’en occupe! Black and glossy… avec un écran et des commandes rétro éclairées en jaune. Nous sommes en présence d’un très bel objet, dont la surface de contrôle prend merveilleusement les empreintes digitales. Evitez de manger vos frites avec les doigts avant de manipuler cet engin, ou alors lavez-vous soigneusement les mains. Chaque médaille a son revers: plus c’est joli, moins on aime les traces de doigt. L’appareil mesure 24,3cm de long pour 16,7cm de profondeur et près de 7cm au point le plus haut. En effet: la surface est légèrement inclinée et fait moins de quatre centimètre au point le plus bas. Le poids du LR-16 est de 905 grammes sans le transfo. Un transfo est fourni ainsi qu’un mode d’emploi succinct. Mais une version plus complète peut se charger via le site Cymatic. A l’avant, la face verticale comporte une prise USB, une prise casque et un réglage de volume pour celui-ci. La très jolie surface de contrôle compte un écran de bonnes dimensions (environ 7 x 3,5 cm) et trois bouton de part et d’autre, nommés “mode”, “menu”, “back” à gauche et “select” à droite plus deux flèches. Une vers le haut et une vers le bas. Sur la ligne inférieure se trouvent les cinq boutons habituels des commandes d’enregistreur. L’arrière est bien rempli: seize entrées en jack TRS, une sortie en jack stéréo, une prise USB et un interrupteur “power”, juste au-dessus de la prise d’alimentation venant du transfo externe. Tout cela sur un espace minimum (mais suffisant). Vous me connaissez: j’adore faire un premier test sans ouvrir le mode d’emploi. Un bon moyen de se rendre compte de l’ergonomie de la machine. J’allume donc l’engin, et l’écran affiche “Please, connect PC or USB storage device”. Damned, je suis repéré! J’introduis donc la première clé USB qui traine sur le bureau et un test se réalise sous mes yeux. Cymatic analyse ma clé et me propose ce qui est possible. Spontanément, la quantification par défaut avec une clé USB est en 16 bit, tandis que via un ordinateur ou un disque dur, ce sera 24 bit. La machine a dû détecter quelque chose sur ma
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
5
RECORDING & PRODUCING
Cymatic Audio LR-16
pro
USB-stick, want op het scherm verschijnt de boodschap “USB-Flash drive too slow. Format?”. Nou zeg, deze oude stick zou te traag zijn en nu krijg ik de vraag of ik wil format• geweldig idee teren. Ik ga akkoord en na een korte nieuwe • prijs test verschijnt er dat ik op deze stick gelijktijdig op zestien sporen kan opnemen in 16 bit • gebruiksgemak en 48 kHz. Ik ben stomverbaasd! Je krijgt ook meteen de beschikbare opnametijd te zien, en die is niet erg lang. Daarom ga ik even om een USB3-stick van 64 GB - en ik hoop dat mijn baas deze terugbetaalt. Ik heb de aankoop im• beperkte monitormogelijkmers gedaan in het belang van de wetenschap! heden Met deze stick kan ik op zestien sporen acht uur opnemen in 44.1kHz/24 bit. Als de stick te langzaam is, verschijnt er een melding op het scherm. De functies zijn makkelijk en intuitief bereikbaar. Het standaardscherm visualiseert zestien vlakken die overeenkomen met de sporen. Als je aan het opnemen bent, staat er een aanduiding bij elk actief spoor. Je kan kiezen hoeveel tracks je opneemt en die kan je aanduiden in het menu. Je krijgt de keuze tussen twee, vier, acht of zestien sporen. De selectie “sample rate & width” biedt de mogelijkheid om de samplefrequentie te kiezen, tussen 44.1 kHz, 48 kHz en zelfs 96 kHz (maar dit enkel in de “twee sporen” modus). Verder is er ook de mogelijkheid om het ingangsniveau te kiezen, voor het geheel of voor elk spoor apart (tot -12 dB). Dit gebeurt allemaal erg intuïtief met een eenvoudige visualisering. De volgende functie betreft de monitoring. Die gebeurt zonder latency en je kan voor elk kanaal het volume, de mute/solo en de panning regelen. Helaas gebeurt dat niet erg nauwkeurig. Het volume gaat bijvoorbeeld van -1 dB naar -3 dB, en dan van -7 dB naar -15 dB. Hetzelfde geldt voor de panning: je kan vier stappen naar links of naar rechts gaan. Bij het afspelen krijg je beschikking over een playlist die erg handig zal zijn op concerten en in het theater. Ik heb het nog niet gezegd, maar het is niet mogelijk om aan “re-recording” te doen met de LR-16, tenzij je hem gebruikt als geluidskaart. De ontwerpers tonen hiermee zeker hun originaliteit. Na het installeren van enkele drivers ben je meteen vertrokken. Indien je de opgenomen sporen wenst te mixen, kan dat, maar dan wel met een aantal kanttekeningen. Zoals hierboven al gezegd, ontbreekt er enige finesse bij het regelen van o.a. het volume. Maar een ruwe mix is zeker geen probleem. Wil je een “serieuzere” mix maken, dan zal je daarvoor een ander toestel moeten gebruiken. De LR-16 is nu eenmaal vooral een recorder!
contra
GELUIDSKWALITEIT
Ik ga het eerst even over de hoofdtelefoonaansluiting hebben. Je krijgt een behoorlijk volume met de nodige reserve. Dit is zeker belangrijk bij concerten, gezien het daar soms behoorlijk rumoerig kan zijn en we zo riskeren van niet veel te horen door onze hooftelefoon. Maar daar hoeven we ons dus geen zorgen over te maken. Voor het overige zal de geluidskwaliteit vooral afhangen van de keuzes die je maakt bij het instellen van het apparaat. Hoewel je met 16 bit meer opnametijd krijgt, gaat dit ten koste van de kwaliteit. Wanneer je kiest voor 24 bit / 44.1 kHz of 48 kHz (dit toestel is immers de perfect bij video-opnames) bekom je een verbluffende kwaliteit. Toch als je rekening houdt met de omvang en de prijs van dit beestje. Dus ja, je kan altijd beter vinden, maar dat zal je voelen in je portemonnee. En het gaat hier om een geluidskwaliteit die enkele tientallen jaren geleden gewoon nog ondenkbaar was.
PRIJS
De grote prijsvraag: hoeveel kost de LR-16 nu juist? €475 (incl. BTW). Dit is zeker dé verrassing van de test. Ik was ermee aan de slag gegaan zonder een idee te hebben van de prijs en ik had eerlijk gezegd gedacht dat hij een pak duurder zou zijn. En plotseling vind ik het jammer dat we er geen twee kunnen synchroniseren... Maar dus, financieel is dit zeker een goede deal.
clé USB car le message “USB Flash drive too slow, format?”. Allons donc, cette vieille clé serait trop lente, et on me propose de la formater. J’accepte et après un nouveau test, le verdict • Idée géniale apparait à l’écran: je peux enregistrer sur cette • Prix clé un maximum de seize pistes simultanées en 16 bit en 48 kHz. Je suis bluffé. On me • Simplicité d’utilisation donne également la durée d’enregistrement possible. Ici c’est très court mais je vais de ce pas chercher une clé USB3 de 64 GB (j’espère que mon directeur vénéré acceptera de ma la rembourser, car j’ai fait cet achat dans l’intérêt • Réglages limités en écoute de Science, bien entendu). Avec une telle clé, il est possible d’enregistrer 8 heures en 16 pistes/44.1 kHz/24 bit. Si la clé semble trop lente, un message d’avertissement apparait à l’écran. Les fonctions sont aisément accessibles, de manière intuitive. L’écran par défaut visualise 16 rectangles correspondant à autant de pistes. Si vous enregistrez, la présence de signal fait apparaitre un témoin pour chaque piste dans chaque rectangle. Vous pouvez choisir combien de pistes vous allez enregistrer, en appuyant sur le sélecteur “menu” qui vous propose la configuration de l’enregistreur. C’est là que vous choisirez entre deux, quatre, huit ou seize pistes. La sélection “sample rate & width” vous permet de choisir la fréquence d’échantillonnage entre 44.1 et 48 kHz, et même 96 kHz (mais uniquement en mode “deux pistes”) et la quantification 16 ou 24 bit. Ensuite il est possible de choisir la sensibilité d’entrée. En une seule fois pour l’ensemble des pistes ou piste par piste. En fait, l’utilisateur choisit d’appliquer ou non un pad de -12 db. Ceci se fait de manière simple et intuitive, avec une visualisation basique à l’écran. La fonction suivant concerne le monitoring. Celui-ci se fait sans latence et il est possible pour chaque canal de régler le volume, le mute/solo, et le panning. Hélas, ceci se fait par pas assez important. Le volume par exemple passe de -1 dB à - 3 db, puis - 7 db et -15 dB. Idem pour le panoramique: au centre ou de un à quatre pas dans chaque direction. En lecteure, vous disposez d’une « play list » qui sera très utile en régie, que cela soit en concert ou en théâtre. Je ne l’ai pas encore précisé, mais il n’est pas possible de faire du re-recording avec cette machine. Sauf si vous l’utilisez comme carte son. Car cette machine peut aussi s’utiliser en tant que carte son. Décidément, les concepteurs ont fait preuve d’originalité. Il vous suffit d’installer les pilotes et le tour est joué. Et si vous souhaitez réaliser un mix interne des pistes enregistrées, c’est possible, avec quelques réserves: je l’ai signalé plus haut, on manque quelque peu de finesse dans les réglages. Un mix « à la grosse louche » est possible (c’est suffisant en captation). Mais si vous voulez réaliser un mixage sérieux, il vous faudra le faire sur une autre machine. Le LR-16 est avant tout un enregistreur, vous l’aviez compris.
QUALITE SONORE
Une fois n’est pas coutume, je vais d’abord parler de la prise casque. L’utilisateur dispose d’un volume sérieux, avec de la réserve. Ceci est important car en concert, le niveau sonore est parfois tel que l’on risque de ne pas entendre grand-chose. Ici pas de souci: on a de la réserve. Pour le reste, la qualité sonore dépendra principalement des choix effectués à l’enregistrement. Le 16 bit offre certes plus d’espace, mais c’est au détriment de la qualité sonore. Le son en 24 bit 44.1 ou 48 kHz (car cette machine est le complément idéal d’une captation vidéo) offre une qualité assez épatante quand on voit les dimensions de la bestiole et le prix. Alors, certes, on peut trouver mieux, mais c’est plus cher. C’est une qualité sonore qui était tout simplement impensable il y a une dizaine d’années.
BUDGET
La question qui tue: combien d’argent en moins pour cette machine en plus ? €475 (TVA incluse). C’est assurément la bonne surprise du test. Ayant réalisé les essais sans connaitre le prix, je pensais qu’elle coûtait bien plus cher. Du coup, on vient à regretter que l’on ne puisse pas en synchroniser deux… Une très bonne affaire sur le plan financier, donc.
BESLUIT
Als je zestien sporen op een eenvoudige manier wil opnemen, zoek dan niet verder! De LR-16 biedt alles wat je nodig hebt om comfortabel te werken, zonder daar een kanjer van een prijs voor te betalen. En indien Cymatic Audio niet de enige fabrikant is die dit type recorder produceert, zal je al goed moeten zoeken om beter te vinden. De LR-16 presteert goed op vlak van klank, mogelijkheden én prijs. En je op zoek bent naar een 24-sporenrecorder, heeft Cymatic Audio er ook een. Daarnaast zullen sommigen een opnamefunctie misschien niet nodig hebben, maar wel willen beschikken over een betrouwbare multitrack player. Bijvoorbeeld voor gebruik in theaters, of voor concertfragmenten (sequencers beginnen uit de mode te geraken). Cymatic Audio heeft daaraan gedacht en heeft daarvoor de LP-16 ontwikkeld. Dit model is quasi identiek aan de LR-16, met als verschil dat de LP-16 niet kan opnemen. Wat wil je nog meer? PSL
6
CONCLUSIONS
Si vous voulez enregistrer en seize pistes de manière simple et conviviale, ne cherchez plus. Le Live Recorder LR-16 vous offre tout ce dont vous avez besoin pour travailler de manière confortable, à un prix défiant toute concurrence. Et si Cymatic Audio n’est pas le seul à proposer ce type d’enregistreur (et d’autres viendront sans doute), il réalise une réelle performance. Pour le son, les possibilités et le prix. Il sera difficile de faire mieux. Et si vous cherchez un vingt-quatre pistes, la marque en propose un. Certains n’ont pas besoin de la fonction « enregistreur » mais apprécieraient de disposer d’un lecteur multipistes fiable. Par exemple pour le théâtre, ou pour des séquences en concert (les sequencers commencent à passer de mode). Cymatic a pensé à cela et propose le LP-16 qui est quasi identique à la machine testée ici, sauf qu’il n’enregistre pas. Que demander de plus? PSL
www.meetmusic.com
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
7
PA & LIVE SOUND
Coda Audio CoRAY4, G18 & C5
Coda Audio CoRAY4, G18 & C5 LINE SOURCE COLUMN SYSTEM Vandaag zijn we de trotse eigenaar geworden van een compleet systeem van Coda Audio! Nu ja, eigenaar… Jammer genoeg wordt de set binnenkort terug opgehaald door de importeur. Al krijgen we wel de tijd om alles eens uitgebreid op de rooster te leggen. Gezien onze vorige, uiterst positieve ervaring met Coda (review te lezen in MMM286) ben ik heel benieuwd naar deze testset. Coda heeft me toen sterk kunnen verrassen. Ik ben vooral benieuwd of we die lijn kunnen doortrekken naar de andere producten in het gamma. Of was het een eenmalig toeval? We testen de CoRAY topkasten, vergezeld van G18 subs en aangestuurd door de C5 systeemversterker.
ALGEMEEN Concept
Onze testset is een passief systeem. Zonder ingebouwde versterkers dus. In tijden waarin actieve speakers toch wel een beetje de bovenhand nemen, blijf ik eerder voorstander van passief. De “geweldige” weercondities in ons landje en het hogere gewicht zijn twee argumenten die maken dat ik niet zo graag actieve systemen gebruik. Vooral dan in ‘open air’ toepassingen kan je gauw last hebben van dergelijke nadelen. Tegenwoordig vallen ook meer en meer hybridesystemen in de smaak, waarbij passieve topkastjes worden gebruikt en alle versterkers en de overige elektronica in de sub worden ingebouwd. Onze testset zou qua afmetingen en toepassingsgebied mooi in dat plaatje passen, ware het niet dat het dus een passief systeem betreft, aangestuurd door de externe C5 versterker. Niet ‘zo maar’ een versterker trouwens, maar een echt ‘powerbeest’! De amp beschikt over vier kanalen die ieder 450W RMS kunnen leveren bij een 8 Ohm belasting. Uiteraard kunnen telkens twee kanalen in bridge worden geschakeld, wat de mogelijkheden op vlak van vermogen heel uitgebreid maakt. Voor de test schakel ik bijvoorbeeld kanaal 3 en 4 in bridge, waarop ik de G18 subs aansluit, parallel met elkaar verbonden. De G18 heeft een impedantie van 8 Ohm. Dat maakt dat het gebrugde kanaal op 4 Ohm (intern draait de amp dus op 2 Ohm per kanaal) een maximaal vermogen van 2500W RMS naar de subs kan sturen. 1250W per stuk, wat gelijk is aan de RMS belastbaarheid van de G18. De CoRAY’s worden stereo op kanaal 1 en 2 aangesloten. Met hun 4 Ohm impedantie krijgen ze van de C5 maximaal 800W RMS te verwerken. De kastjes zijn 700W RMS belastbaar. Dit aansluitvoorbeeld lijkt me voor onze testcombinatie het meest geschikt. De versterker bevat (uiteraard) een uitgebreide processor. Deze is gebaseerd op de Sharc technologie en biedt een volledige controle via netwerk of USB. Dat brengt ons bij een opmerkelijk puntje: op de versterker vinden we buiten de aan/uit-schakelaars geen enkel knopje terug. Alle instellingen gebeuren via pc! Waarover straks natuurlijk meer… Kijken we eens naar de speakers? Daarbij draait alles om het bijzonder handige formaat. Zeer compacte kasten, erg handelbaar. Maar vergis je niet! De G18 sub is bijvoorbeeld een echte wolf in schapenvacht. Hij is ontwikkeld om een extreem diep en laag fundament aan het klankbeeld toe te voegen. Op papier zou hij maar liefst tot 28 Hz moeten kunnen duiken. Zijn hoge belastbaarheid, zijn prima ontwerp en zijn oerdegelijke componenten maken van de G18 een echt “basbeest”. Het laag zou zeer strak en accuraat moeten zijn. Ik ben benieuwd! En over benieuwd gesproken… De topkastjes, de CoRAY4, intrigeren mij enorm! Het concept is zeker niet nieuw, maar momenteel wel erg populair. Eigenlijk gaat het om een spreekzuiltje, zoals we dat in praktisch elke kerk tegenkomen. Maar dan wel een highpower versie, uiteraard. Officieel heet dat een ‘line source column system’. Een CoRAY topje is geladen met vier boven elkaar geplaatste 5” woofertjes en twee 4” planar wave drivers. Een tweeweg ontwerp dus. Eén van de interessante aspecten is dat de kast over een asymmetrische verticale spreiding van 12° beschikt: 1° naar boven, 11° naar beneden. De horizontale spreiding kan je kiezen. De geluidsbundel wordt als het ware op je publiek geprojecteerd, precies daar waar je hem hebben wil! Het richteffect of de ‘steering’ is daardoor goed controleerbaar. De CoRAY werd ontwikkeld om als uiterst compact kastje in akoestisch moeilijke omgevingen te werken. Zonder ook nog maar één muzieknoot gehoord te hebben, krijg je als geluidsman al spontaan een beetje kippenvel wanneer je dit zuiltje in de hand neemt voor de montage op een statief: gebouwd als een tank, stevig, met erg rigide aanvoelende structuurlak afgewerkt. Vooraan zit een grille die geen krimp geeft als je er met je hand op klopt of duwt. Onderaan vinden we de flens voor montage op een statief of tussenpaaltje, en achteraan stevige Neutrik Speakons. De kasten zijn overigens ook leverbaar in de standaard RAL-kleuren en desgewenst zelfs met een weerprotectie. Samen met het passieve concept levert zo een weerbestendige uitvoering toch wel een zeer interessant systeem op. Er is ook een CoRAY4L beschikbaar. Die behoort niet tot onze testset, maar is wel het vermelden waard. Het kastje ziet er hetzelfde uit als onze CoRAY en werd ontwikkeld als low extension unit voor de ‘gewone’ CoRAY4. De L-versie bevat vier 5” woofers en logischerwijze geen hoogdrivers.
Afwerking, ergonomie, aansluitingen & bediening
De afwerking? Daar kunnen we voor de kasten dus heel kort in zijn: super! Ongelooflijk robuuste behuizingen, heel eenvoudig, maar enorm doeltreffend. De subkast heeft op de rugzijde stevige wielen. Toch straalt de versterker diezelfde klasse uit. Niet te veel
8
www.meetmusic.com
HANS LAUWENS Aujourd’hui nous sommes devenus les heureux propriétaires d’un ensemble complet de Coda Audio ! Enfin quand je dis propriétaire… Malheureusement celui-ci retournera très bientôt chez l’importateur, mais nous aurons suffisamment de temps que pour le mettre sur le grill et voir de quoi il retourne. Vu notre expérience très positive du test précédent (voir mmm 286), je suis très curieux de découvrir ce nouveau set, qui je l’espère nous surprendra comme dans le passé. Était-ce un coup unique ou une qualité générale reproduite dans toute la gamme ? Nous allons tester les CoRAY4 satellites accompagnés des Sub G18, le tout alimenté par l’amplificateur spécifique C5.
GÉNÉRALITÉS Concept
Notre set quoique actif n’est pas auto-amplifié, l’amplification n’étant pas incorporée dans les enceintes. Avec le temps les configurations actives ont pris la main sur le concept conventionnel et pourtant je reste un partisan de ces derniers. Les conditions météo et les risques qui en découlent ainsi que le poids sont deux arguments qui me confortent dans ma préférence et ce principalement lors de l’emploi en « plein air ». Toutefois actuellement nous trouvons de plus en plus de systèmes « hybrides » avec l’amplification incorporée dans les caissons de basses, les satellites restant eux passifs. Vu les dimensions et le domaine d’application, notre set de test trouverait parfaitement sa place dans cette catégorie mais l’amplification prise en charge par le C5 étant externe, nous restons dans la config. conventionnelle passive. Le C5 n’est pas exactement un amplificateur mais bien une « bête de puissance » ! L’amplificateur dispose de quatre canaux, pouvant fournir chacun 450W sous 8 Ohm. De plus ceux-ci peuvent être couplés (bridgés) deux par deux, rendant l’amplificateur encore plus versatile dans ses emplois possibles. Pour ce test j’ai ainsi couplés les canaux 3 et 4 afin d’y brancher les Subs G18, eux-mêmes couplés en parallèle. Ceux-ci ayant une impédance de 8 Ohm, nous avons donc une charge de 4Ohm sur « le » canal basse. Puissance disponible de 2500W ce qui est parfait pour les deux sub de 1250W chacun…CQFD. Les satellites CoRAY, sont eux, raccordés aux canaux 1 et 2 du C5, leur impédance de 4 Ohm s’accordant avec les 800W/4Ohm du C5. Avoué que cette config est idéale pour un test intensif et révélateur. Le C5 est comme vous l’avez deviné pourvu d’un processeur interne, basé sur la technologie Sharc, totalement paramétrable par réseau ou USB. Ceci nous amenant à une caractéristique assez rare, pour ne pas écrire plus, car ce « bloc », à part les interrupteurs « on/off » ne présente en face avant ou arrière aucun, boutons, switch, ou accès. Tout est émulé dans le pilotage informatique (PC)…..Suite d’info plus loin, soyez patient. Et si on se penchait un peu sur les enceintes ! Ici tout tourne autour du format. Des caisses très compactes, ergonomiques et facilement transportables. Attention, ne vous y trompez pas, Le G18 est par exemple un vrai loup dans la bergerie. Développé pour ajouter un grave puissant et extrême au spectre musical, suivant les specs. papier il descendrait même jusqu’à 28 Hz et ce même sous des conditions de charges élevées. Un sub ou une « bête » de graves, nous verrons. Je suis très curieux…. Et à propose de curieux, les satellites CoRAY m’intrigue assez. Le concept, populaire actuellement, n’est pas nouveau puisqu’il s’agit de petites colonnes sonores similaires à celles que nous trouvons dans nos église ou salles de conférences avec toutefois une caractéristique spécifique qui est la puissance admissible. Officiellement cela s’appelle un « line source column system » et on y trouve en effet, 4 haut-parleurs de 5’’ et 2 moteurs planar de 4’’, le tout étant aligné verticalement pour l’effet colonne. Un point trés intéressant à souligner est la dispersion verticale de
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
9
PA & LIVE SOUND
Coda Audio CoRAY4, G18 & C5
toeters en bellen, maar de hele set is gewoon een overzichtelijk geheel, opgebouwd uit sterke en oerdegelijke elementen. Het lijkt in sommige opzichten een beetje ‘handmade’ te zijn. Het enige nadeel is dat die klasse zich waarschijnlijk wel behoorlijk in de prijs zal laten vertalen, maar verder zie ik niets dan voordelen. Nooit gedacht trouwens dat een amp zonder bedieningselementen mij zo zou kunnen bekoren! Zoals eerder gezegd, staat er naast de on/off switches (één switch per versterkerpaartje) geen enkel knopje op de versterker. Dat heeft voor- en nadelen. Aanvankelijk was ik er niet zo voor te vinden, maar nu ben ik fan. Het systeem kan door de eigenaar/plaatser perfect en veilig worden afgeregeld. De gebruiker kan zich amuseren, maar kan helemaal niets aan de instellingen veranderen. De processorinstellingen, de volumes, de configuratie, het bruggen van de kanalen, de limiting… Letterlijk ALLES moet je via pc regelen. Hiervoor installeerde ik de nodige software (te vinden op de website) op mijn laptop. Via een USB kabeltje wordt de versterker dan in communicatie gebracht met de laptop. Dat vraagt even tijd en eigenlijk ook wel wat uitleg, maar eens je er mee weg bent, werkt het handig, fijn en snel. De versterker ondersteunt ook het Dante protocol via een Ethernet verbinding, maar dat heb ik niet verder uitgeprobeerd. Zo gauw de verbinding tussen de versterker en de laptop tot stand gekomen is, krijg je op je laptop zeer overzichtelijk en uitgebreid alle instelmogelijkheden voorgeschoteld. Zo is het instellen van de equalizing bijvoorbeeld een fluitje van een cent, omdat je gewoon een tekening van de frequentie-as op je scherm ziet. Daarin kan je de kantelpunten verslepen naar de gewenste frequentie, net zoals je ook de curve bij die kantelpunten enkele dB naar boven of naar onder kunt slepen. Je hebt steeds een duidelijke visuele voorstelling van wat je nu precies aan het doen bent, en je hebt bovendien veel flexibelere mogelijkheden dan wanneer je gewoon een afzonderlijke equalizer zou gebruiken. Ook de verdere gebruikelijke processing ‘items’ zijn present, zoals bijvoorbeeld een delay instelling. Te veel om op te noemen! En het leuke is dus inderdaad dat je al die instellingen als technicus ter plaatse van op je laptop realiseert. Maar zo gauw je je laptop afkoppelt, heeft de gebruiker geen enkele kans meer om stiekem achter je rug te gaan prutsen aan de instellingen. Je kan op het versterkerfront wel nog een knopje induwen om de instellingen te bypassen, maar ook die functie kan je op je laptop uitschakelen. Ik vind het een mooi staaltje van ‘fool proof’ luidsprekertechniek. Alleen al daarvoor kan je de versterker als ‘speciaal’ bestempelen. Maar dat is niet zijn enige eigenschap. Hij weegt, zeker in relatie tot zijn eindvermogen, echt onvoorstelbaar licht. En toch voelt hij rock-solid aan als je hem in de hand neemt. Je moét de boxen, dixit de importeur, trouwens met zo’n versterker aansturen: de set hoort als het ware bij elkaar. Stout als we zijn, hebben we tijdens de test de kasten ook wel eens via een normale lineaire versterker laten spelen. Maar neen, dat was een wereld van verschil en we hebben de C5 snel terug aangeschakeld met de ingestelde processing. Het aansluiten van de set op zich gaat ook heel vlot. Wanneer je het geheel als een soort vaste setup gebruikt, waarbij je praktisch nooit iets aan de instellingen moet wijzigen, dan gaat het wel erg makkelijk. Je hebt je laptop niet nodig, je draait en prikt de kabels in de juiste gaatjes (dat is echt niet zo moeilijk) en je bent vertrokken voor uren plezier. De keerzijde van de medaille is in mijn ogen wel dat de set zich beperkt tot de professionals. Zonder kennis van zaken krijg je geen klank uit deze combinatie. Maar de prijs, de bouwkwaliteit en het totaalconcept sturen sowieso richting professioneel gebruik. Een (pro) verhuurder kan de set dan weer wel aan een huurder (leek) verhuren. Dat is een echte win-win situatie. De verhuurder stelt alles veilig in en kan met een gerust hart zijn set verhuren, de huurder heeft geen kopzorgen en kan rustig ‘zijn ding doen’. Het plaatje lijkt op alle vlakken te kloppen, dat is wel erg bijzonder. En had ik al vermeld dat de speakers hier zijn toegekomen in prachtige, stevige beschermhoezen, voorzien van grote Coda logo’s?
Doelgroep/toepassing
Systemen zoals dit zijn ideaal voor heel wat klankversterkingssituaties. De mooie beam steering van de zuiltjes maakt deze set zeker geschikt voor zalen met een wat moeilijkere akoestiek. Het systeem leent zich eigenlijk voor zowat alle soorten toepassingen, of het nu PA, DJ of vast installatiewerk is, het is een allesvreter. Daarbij is de geteste set nog relatief compact en vlot transporteerbaar te noemen. Wordt je publiek wat groter dan enkele honderden personen, dan kan je de set naar hartelust uitbreiden. Uiteraard betekent dat dat je twee of meer subs kan inzetten i.p.v. de ene sub die wij bij de test hadden. Maar ook handig is dat je op de topkast nog zo’n tweede zuiltje kan bevestigen, waardoor de zuillengte verdubbelt en waardoor je dus in moeilijke zalen een grotere draagkracht zal bereiken. Zeer interessant voor de versterking van orkesten, bigbands, etc. omdat daardoor stemmen en details penetrant doordringen tot achteraan, zonder dat je vooraan de boel moet opblazen qua geluidssterkte. Gezien de huidige reglementeringen op dBvlak, is dit dus een zeer universeel inzetbaar PA- en DJ-systeem. Anderzijds is de styling ook zo mooi, dat je de zuiltjes erg goed bij vaste installaties kan inzetten, zoals in auditoria en culturele centra. En ook het feit dat ze in verschillende kleuren leverbaar zijn, is daarbij een plus!
KLANK
Vol verwachting gaan we nu eens checken of de importeur ons stiekem geen dummy kasten geleverd heeft. Maar hola, er zitten echt wel luidsprekers in en… wat voor luidsprekers! Al bij het allereerste testnummer hoort zelfs de grootste muzikale leek dat
10
www.meetmusic.com
12° assymétrique, 1° vers le haut et 11° vers le bas. La dispersion horizontale est elle paramétrable ! L’avantage de cette dispersion verticale assymétrique est que le signal sonore est directement projeté vers le public, ne se perd pas en réflexions inutiles vers les parois et que l’effet filtre en peigne est contrôlable. Les CoRay furent développées dans le but de répondre à vos besoins dans des conditions acoustiques compliquées tout en gardant la compacité des enceintes. En tant qu’homme du son et sans avoir encore ouï le moindre son de ces colonnes, j’ai ai presque la chair de poule en les montant sur les pieds de sol : construction irréprochable, solide et protégée par une couche de peinture « laque » structurée. La face avant est protégée par une solide grille, la surface inférieure présente le pot d’insert pour un pied ou la barre de jonction sub/satellite tandis que la face arrière nous offre les deux connecteurs SPEAKON. Sur commande les enceintes peuvent vous être livrées en couleur RAL de votre choix et une option «intempérie » est également disponible. Associé au concept passif, cette option rend les satellites bien adaptés à nos contrées humides !!!! Il existe aussi un CoRAY4L qui vaut la peine d’être signalé car il s’agit ici d’une extension basse au CoRAY4, qui est équipé uniquement de 4 woofers de 5’’.
Finition, ergonomie, raccordement et commande
Pour la finition, nous pouvons être court et succinct : Super ! Des « enveloppes » robuste, simples, mais très fonctionnelles, le Sub étant équipé de roues sur la face arrière. L’amplificateur est dans la même veine, rien que de l’utile, l’ensemble rendant une impression de compacité, sérieux et solidité. Un sentiment de « fait main » peut être ressenti, avec l’inconvénient d’une influence négative sur le prix. Mais vous en saurez plus en fin d’article. Parallèlement, je ne m’imaginais pas qu’un bloc ampli sans aucune commande ni contrôle puisse me charmer à ce point. En effet à part les interrupteurs On/Off, un part canal, c’est le royaume de l’absence. Ni boutons, ni switch, ni contrôle. Ca présente du pour et du contre, initialement je n’étais pas très « fan », mais après utilisation j’ai changé mon fusil d’épaule et défend l’idée. Le propriétaire/installateur place le système, le raccorde et le règle comme il doit. L’utilisateur profite du « jouet » mais ne peut en rien modifier les paramètres. Corrections, niveaux, configuration, bridging, limiteurs, …..tout ceci n’est accessible que par PC. J’installe donc le logiciel dédié (via leur site web) sur mon portable, je raccorde le câble USB et c’est parti. Un poil de patience et quelques explications sont nécessaires, mais quand ça tourne, ça tourne. A titre d’information, le C5 accepte aussi le protocole DANTE avec une connexion Ethernet, mais nous ne l’avons pas testé. Aussitôt l’installation et le raccordement terminés, l’écran affiche tous les accès et possibilités de programmation. Les corrections de fréquences sont par exemple, aussi simples que bonjour, puisque la représentation graphique vous montre la fréquence, l’efficacité et le facteur de pente de votre correction. L’image vous montre ce que vous faites et rend la correction très intuitive, avec de nombreux accès habituellement inexistants avec des égaliseurs indépendants. Le processeur dispose en outre de tous les « blocs » habituels et nécessaires tels que délais, limiteur, ….. trop nombreux pour être tous cités. C’est très agréable de savoir qu’une fois le processeur réglé et le système optimalisé, il suffit de déconnecter le câble et votre système devient inviolable, quoique qu’un petit poussoir sur la face avant de l’ampli mette l’amplificateur en mode bypass, mais cette fonction aussi peut être rendue inaccessible par la programmation. L’amplificateur est donc totalement dédicacé à l’utilisation et à l’application désirée. Tout ceci n’est pas son unique qualité, car lors de la prise en main, malgré son poids réduit par rapport à la puissance délivrable, une impression de « rock-solide » se dégage rapidement. Dixit l’importateur, les enceintes et l’amplificateur doivent être considérés comme un tout et de fait, lors de l’écoute, nous avons raccordé un ampli « linéaire » et mal nous en pris. Un monde de différence avec le C5 !! Nous sommes donc revenu en arrière et avons reraccordé le C5 avec les réglages dédicacés. Le raccordement en lui-même est également très rapide, si le set est configuré d’une manière standard, l’installation est rapide et facile. Le portable n’est pas nécessaire, raccordez les enceintes, allumez l’ampli et vous êtes parti pour des heures de plaisir. L’inconvénient d’un tel concept, vu le prix, la qualité sonore et de construction fait qu’il est destiné initialement à des professionnels qui maitrisent leur sujet. Sans connaissance, pas de son !!(Pas de bras, pas de chocolat !!!!). Du côté des avantages, il est évident qu’un loueur peut sans crainte, louer un tel set à à toute sa clientèle puisqu’il programme et protège totalement son bien de toute fausse manœuvre. De son côté le client ou utilisateur n’a pas à s’en faire et évite toute prise de tête. Un scénario Win-Win. N’ai-je pas également oublié de vous signaler que le kit Coda nous a été livré avec des housses de protection arborrant un superbe logo ?
Public cible et applications.
Les concepts tel que le CoRAY sont véritablement des outils dédicacés a toutes les situations acoustiques délicates et ce grâce au contrôle de la dispersion et du lobe de rayonnement. Ce set est pratiquement utilisable dans toutes les applications qu’elles soient amplification « live » mobile, Dj et même en installation fixe. C’est un couteau suisse de la sono. Inutile de revenir sur la compacité du set vis-à-vis de la pression acoustique délivrable et donc de l’audience visée. Si toutefois le set de base n’est pas suffisant, rien ne vous empêche avec un seul C5 de doubler les satellites et de vous retrouver aux commandes de 4 CoRAY4 et 2 G18, un ensemble très puissant et compacte lorsque le public est important et que que vous ne tenez pas
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
Coda Audio CoRAY4, G18 & C5
pro
dit iets speciaals is. Wat een rust en wat een verfijning in de muziek! Muzikaliteit met een hele grote “M”. We spelen onze gebruikelijke testmuziek, maar de weergave is van zo’n hoog • bijzonder professioneel niveau, dat we ijverig speuren naar een moeikarakter lijk stukje muziek... Maar Coda blijft stand • gebruiksgemak houden! Met rustige maar drukkende bassen. Droog, krachtig, super gedefinieerd. Basgita• klankkwaliteit ren spelen loopjes die op geen enkel moment • bouwkwaliteit verdrinken in resonanties. Je voelt de bassen, ook op een gewoon niveau. De topkasten la• het totaalplaatje chen je uit wanneer je hen wil doen crashen met stemmen. Ragfijn klinkt het, alsof de artiesten echt voor ons staan. Ook bij een opgedreven niveau speelt deze set eigenlijk zoals • absoluut rechtvaardig een topklasse auto rijdt: het gaat harder, maar je voelt dat eigenlijk niet. Alles blijft correct geprijsd, maar niet voor onder controle, geen enkele muzieknoot mist ieders budget de bocht. De zuilstructuur van de topkasten ‘plaatst’ ook erg mooi de verschillende instrumenten in een stereobeeld. Wat wil je nog meer horen? Moeten we er een naam voor verzinnen? Wel, dit is gewoon ‘hifi’ klank. Met dat verschil dat we doodrustig een PA-niveau kunnen aanhouden. We hebben tamelijk uitgebreid ‘gespeeld’ met onze laptop, om de instellingen van de versterker te manipuleren. Alles wat je doet, vertaalt zich onmiddellijk en haarfijn in wat je hoort. Knap! En nog een opvallend feit: Coda claimt toch wel serieuze vermogens met deze versterker. We hebben dat niet nagemeten, maar we geloven de fabrikant. De set gaat echt wel behoorlijk hard. Maar die C5 versterker, die lijkt wel behekst. Hij is weliswaar in digitale techniek opgebouwd (cfr het lichte gewicht), maar je verwacht toch wel ergens dat zo een beest gaat opwarmen als je een hele poos aan een stuk de sterren van de hemel staat te spelen. Niet dus. Hij lijkt wel ontworpen door een fabrikant van koelkasten. Dus geen enkel nadeel? O, jawel, jawel: als je de versterker uitschakelt, hoor je een niet erg zacht tikje in de boxen. En de ventilatie is ook niet muisstil. Voilà, we hebben een ‘negatief puntje’ gevonden. Maar met die opmerking gaan we uiteraard in de praktijk wel uitgelachen worden…
contra
BUDGET
Dat dit materiaal stevige prijskaartjes draagt, zal allicht geen verrassing zijn. We bevinden ons immers op topklasse niveau, waar voor kwaliteit betaald moet worden. Voor onze testset mag je in totaal welgeteld €15.679 (incl. BTW) opzij leggen om jezelf eigenaar te maken. Een CoRAY4 topje kost afgerond €3686 per stuk, voor een G18 sub betaal je €2057 en voor de versterker €4194. Dat is dus effectief stevig geprijsd, maar volgens ons wel 100% in verhouding tot de producten. Voor een quasi perfect systeem is dat een zeer rechtvaardige prijs!
BESLUIT
Coda heeft voor mij bewezen dat de lat zeer hoog wordt gelegd bij de ontwikkeling en de productie van hun materiaal. De CoRAY’s, de subs en de versterker hebben elk op hun manier een enorm positieve ervaring opgeleverd. Ik begin eerlijk gezegd stilaan fan te worden van Coda… Het gamma is natuurlijk veel uitgebreider dan wat we tot nu toe voorgeschoteld kregen, maar na twee zeer verrassende en uiteenlopende testen, durf ik de kwaliteitsconstante toch al voorzichtig door te trekken naar de overige producten. Ik ben overtuigd op vlak van klankkwaliteit, bouwkwaliteit en gebruiksgemak. De prijs kan misschien voor sommige mensen een struikelblok blijven. De prijzen zijn wel ongeveer vergelijkbaar met onze referentiesystemen. En de kwaliteit en de luisterervaring zijn dat ook. Dat is iets wat ik doorgaans niet gauw toegeef… Ik kan alleen maar besluiten dat de Duitsers goed weten waar ze mee bezig zijn. Misschien nog even meegeven dat je dit Coda systeem niet moet zien als ‘een dure aankoop’, maar wel als een nuttige investering. En investeren in kwaliteit en duurzaamheid kan nooit kwaad, toch?!
• Caractéristiques professionnelles indubitables • Facilité d’emploi • Qualité mécanique et sonore • Cohérence du package
PA & LIVE SOUND
à assourdir les premiers rangs (attention à la règlementation) tout en garantissant un niveau sonore nécessaire aux derniers rangs. En outre, vu la qualité de finition des colonnes, et l’option « couleur au choix », celles-ci ne dépareilleront pas et s’intègreront parfaitement dans un centre culturel ou auditorium.
SON
Enfin le moment d’écouter est arrivé, et nous allons maintenant savoir si tout ce ressenti se vérifie. Dès les premières secondes même un profane dans le domaine musical devrait reconnaitre que nous somme en présence de quelque chose de spécial. Quelle clarté, quelle • Un budget conséquent transparence, une musicalité avec un grand mais justifié. « M ». Nous jouons nos pièces de test habituelles mais le niveau est tel que nous nous appli• Malheureusement pas pour quons à trouver des pièces musicales exceptitoutes les bourses. onnelles et plus ardues à reproduire. Mais le Coda résiste. Les basses sont pesantes mais précises, puissantes mais sèches. La guitare basse est réelle, vrai et n’est en aucun moment noyée dans des résonnances parasites. Les satellites se rient de vous si vous voulez les prendre ne défaut sur les voix. Tout est subtil et l’impression d’avoir les artistes en face de vous n’est pas exagérée. Même à forte puissance cet ensemble se comporte comme une voiture haut de gamme, ça va vite, ça pousse mais on ne se sent pas proche de la limite. Tout est sous contrôle, pas de dérapage, tranquille !!!! L’image stéréo est bien là, large précise, stable. Que dire de plus que nous sommes face à un son fidèle, une qualité « Hi-Fi », si cela vous parle, avec une pression acoustique bien supérieure à celle de votre living. En jouant de manière approfondie avec les paramètres du processeur, nous ne pouvons que confirmer que toute modification s’entend et se ressent précisément. Attention donc aux corrections exagérées. La pression acoustique, quant à elle, semble correspondre réellement à celle annoncée (nous ne l’avons pas mesurée). La pression acoustique atteinte est très honorable. L’ampli, le C5, est lui très étonnant car quoique construit autour d’une plateforme totalement digitale, on pourrait s’attendre à le voir chauffer, peiner ou s’essouffler lors d’un emploi continu à pleine puissance. Mais que nenni, ce bloc a sans doute été développé par un fabricant de frigo. Alors docteur pas de défaut : Oh mais si ! Lorsque vous coupez l’ampli, un très désagréable « clic » ou « clac » se fait entendre dans les enceintes, et Ah oui aussi il faut mentionner que la ventilation n’est pas un exemple de silence. Voilà en toute honnêteté ce qui pourrait apparaître comme négatif mais dans la pratique ces remarques vont faire sourire.
BUDGET
Dire que ce matériel est couteux n’est pas une lapalissade. Nous sommes ici en présence de produits de haut niveau, ou la qualité se paie. Le set tel que testé est valorisé à 15679,-€ (TVA comprise). Un satellite CoRAY4 vaut 3686€, un G18, 2057€ tandis que l’ampli/processeur est disponible pour 4194€. C’est cher mais c’est très bon, comme disait mon grand-père. Pour un ensemble quasi parfait aux multiples possibilités, c’est très convenable.
CONCLUSION
Coda m’a convaincu qu’ils mettent la barre très haut tant au niveau conception que réalisation de leurs produits. Les CoRAY’s, le G18 ainsi que le C5 ont chacun à leur niveau montrés de réelles qualités Deviendrais-je fan de Coda ? La gamme bien plus complète que ce que nous vous avons fait découvrir après deux tests seulement, doit, avec la constance de qualité et solidité déjà confirmée, nous réserver encore bien d’autres surprises. Le prix sera bien sûr pour certain la pierre d’achoppement à l’achat, mais sachez que son niveau est dans la même classe en prix et qualité comparé à notre système de référence. Remarque que nous ne faisons ni souvent ni volontiers! Il ne nous reste qu’à ajouter que les Allemands savent de quoi ils parlent et savent ce qu’ils font. Le Coda ne peut être vu que comme un achat couteux, mais bien plutôt comme un investissement utile et à long terme. Ca ne peut pas faire de tort!
PSL
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PSL
www.meetmusic.com
11
PA & LIVE SOUND
Dynacord A-Line
Dynacord A-Line ACTIVE SPEAKER CABINETS
Hoeveel luidsprekermerken zouden er bestaan? Heb je dat ooit al eens in vraag gesteld? Ontelbaar veel, dat is het meest eenvoudige antwoord. Sommige merken doen je huilen, andere doen je hart sneller slaan. Er zijn er die je ongerust maken, er zijn er andere die je ongelooflijk veel vertrouwen inboezemen. Een sterk imago? Dat kan je alleen opbouwen door jezelf te bewijzen. Dynacord is een merk dat tot die laatste categorie behoort. Wij krijgen vandaag van de importeur een greep uit de A-Line voorgeschoteld. Twee top/fullrange/monitor kasten en een subwoofer. Het speciale aan de A-Line is dat het de instapserie van Dynacord is. Zoiets wekt mijn interesse op! ‘Instap’ betekent doorgaans ook ‘betaalbaar’. Maar een betaalbaar product van een topmerk, hoe ziet er dat nu precies uit? Lost dat de eisen en de verwachtingen wel in die schuilgaan achter het merkimago? Laat het ons ontdekken
ALGEMEEN
Concept, afwerking en aansluitingen
De A-Line is een vrij complete speakerserie, bestaande uit twee topkasten en een subwoofer, allen zowel actief als passief leverbaar. Wij testen de A 112A, de A 115A en de A 118A. Iets in mij zegt me dat het vrij overbodig is om de configuratie van de kasten te verduidelijken, maar voor al wie echt niets uit de typebenaming kan halen, toch even kort samengevat: de eerste, de kleinste telg van de familie, is een tweeweg ontwerp met 12” woofer en 1,5” titanium driver voor het hoog. De A 115A kreeg een 15” woofer ingebouwd en maakt gebruik van dezelfde hoogdriver. De sub werd voorzien van een 18” woofer. Wanneer je de laatste A-tjes in de typenaam wegneemt, bekom je de naam van de passieve varianten, die verder natuurlijk gewoon dezelfde componenten bevatten. Wij testen enkel de actieve kasten. De beide tops zijn uitgerust met een 500 W klasse D module, de sub heeft een 400 W versterker aan boord. Alle versterkermodules zijn processorgestuurd. De topkasten beschikken zelfs over FIR filters. FIR (Finite Impulse Response) filters zijn digitale filters die bekend staan voor een mooie lineaire faserespons in functie van de frequentie. Dat leidt ertoe dat de ontwerper de filter erg steil kan maken (4de orde) zonder dat er moeilijkheden ontstaan met de bijbehorende fasezwaai. In de praktijk maken zulke steile filters het overlappingsgebied van de hoge en de lage tonen rond het crossover-punt aanzienlijk kleiner. Dat vertaalt zich in een strakkere klank in het gebied rond de crossover-frequentie. Dynacord is al sinds de jaren ‘80 enorm sterk op vlak van processing. De implementatie van FIR technologie ken ik uit hun duurdere systemen en het resultaat kon me altijd bekoren. De technologie terugvinden in de instapserie, mag je op zijn minst verbazingwekkend noemen. FIR filtering vraagt immers onder andere meer processorkracht dan eenvoudigere filters, wat automatisch ook de prijs de hoogte zou moeten injagen. En toch weet Dynacord die prijzen bij deze reeks luidsprekerkasten net te beperken. Ik word nu toch serieus benieuwd naar de luistertest… Al moet ik eerst nog een aantal dingen nuanceren en verduidelijken. Zo spreek ik bijvoorbeeld over topkasten. Wat eigenlijk een beetje kort door de bocht is. Achteraan op de modules kan je namelijk een low cut in- of uitschakelen, wat maakt dat je de kasten zowel ‘top’ alsook ‘fullrange’ kan inzetten. Daarnaast kan je ook nog kiezen tussen ‘main’ en ‘monitor’. De behuizingen beschikken immers over een afgeschuinde zijde, wat natuurlijk noodzakelijk is voor monitorgebruik. Een minpuntje? Ik zie geen pootjes op die afgeschuinde zijde, wat maakt dat de behuizingen met de grootste zorg dienen neergelegd te worden om beschadigingen te voorkomen. Even terug naar de modules… De bediening wijst zichzelf uit. Er staan niet al te veel toeters en bellen op, alles blijft goed overzichtelijk. Zo’n keuzemogelijkheden op vlak van processorinstellingen zijn slechts kleine details, maar ze maken de kasten wel een stuk breder inzetbaar. Onze topkasten hebben een klein mengpaneeltje aan boord. Twee ingangskanalen die afzonderlijk kunnen worden afgeregeld. Input 1 neemt XLR, jack of RCA aan. Input 2 werd enkel van een combi XLR/jack voorzien en kan geschakeld worden tussen mic en line. Dat schakelaartje kan enkel met een scherp voorwerp worden ingedrukt. Verder is er een master volumeknop aanwezig. Een door de gebruiker instelbare toonregeling werd niet voorzien. Door de low cut is dat ook niet echt nodig, maar een (beperkte) toonregeling bij microfoongebruik bijvoorbeeld, is wel altijd mooi meegenomen (denk bijvoorbeeld aan het proximiteitseffect bij richtmicrofoons, wat je meestal noopt om wat laag weg te snijden). Op zich vind ik de bedieningsmogelijkheden best wel aangenaam. Het is altijd een keuze die je maakt. Of je voorziet alle mogelijke functies en beperkt de gebruikersgroep, of je stelt de producten open voor een breed publiek, maar probeert een overzichtelijk geheel te bewaren. Commercieel gezien is de tweede oplossing natuurlijk de meest interessante. De kasten beschikken ook over een ‘line out’ op XLR, waarbij kunnen laten bestaan uit het gemengde signaal we het uitgangssignaal van beide ingangen, of uit het signaal van ‘input 1’. De bediening van de 12” versie en van de 15” versie is geheel gelijk. Dat vind ik wel een pluspunt, want dikwijls zijn er enkele verschillen tussen de varianten binnen een bepaalde serie. Om het overzicht te behouden vind ik een zekere uniformiteit wel belangrijk. De subwoofer
12
www.meetmusic.com
HANS LAUWENS Combien existe-t-il de marques de haut-parleurs ? Vous êtes-vous déjà posé la question ? Elles sont innombrables, c’est la réponse plus simple. Certaines marques vous tirent les larmes des yeux, d’autres accélèrent votre rythme cardiaque. Il y a celles qui vous inquiètent, il y en a d’autres qui inspirent confiance de manière incroyable. Une image forte ? Vous ne pouvez la construire par vous-même qu’en faisant vos preuves. Dynacord est une marque qui appartient à cette dernière catégorie. La confiance, c’est l’essentiel, non ? Nous recevons aujourd’hui de l’importateur quelques exemplaires issus de la A-Line : 2 enceintes top/full range/moniteur et un caisson de basses. La particularité de la A-Line, c’est que c’est la série d’entrée de gamme de Dynacord. Voilà qui éveille mon intérêt ! « Entrée de gamme » signifie également « abordable ». Mais un produit abordable d’une marque haut de gamme, comment cela se présente-t-il ? Est-ce qu’on fait fi des exigences et des attentes qui se cachent derrière l’image de marque ? Voyons voir cela de plus près...!
GÉNÉRALITÉS
Concept, finition et connexions
La A-Line est une série de baffles assez complète, composée de 2 satellites et d’un caisson de grave, tous disponibles sous forme tant active que passive. Nous testons les modèles A 112A, le A 115A et le A 118A. Quelque chose en moi me dit qu’il est tout à fait inutile de préciser la configuration des enceintes, mais pour tous ceux qui ne peuvent vraiment rien extraire de la désignation du modèle, voici un bref résumé: le premier, le plus petit membre de la famille, est une conception deux voies avec woofer 12” et tweeter 1” en titane. Le A 115A a reçu un woofer 15” et utilise le même tweeter. Le caisson de grave a été doté d’un woofer 18”. Quand vous avez retiré le dernier « A » dans le nom du modèle, vous obtenez le nom des variantes passives, qui, sinon, contiennent bien sûr les mêmes composants. Nous testons seulement les versions actives. Les deux satellites sont équipés d’un module 500 W de classe D, le sub possède un amplificateur de 400 W à bord. Tous les modules d’amplification sont pilotés par processeur. Les satellites ont même des filtres FIR. Les filtres FIR (Finite Impulse Response) sont des filtres numériques qui sont connus pour une réponse en phase bien linéaire en fonction de la fréquence. Cela entraîne que le concepteur peut faire un filtre très raide (4ème ordre) sans que des difficultés de déphasage ne surgissent. Dans la pratique, ces filtres raides permettent que la zone de chevauchement des tonalités hautes et basses autour du point de coupure soit significativement plus petite. Ce qui se traduit par un son plus défini dans la zone autour de la fréquence de coupure. Dynacord est, depuis les années 1980, incroyablement fort en termes de traitement numérique. La mise en œuvre de la technologie FIR, je la connais de leurs systèmes plus chers et le résultat m’a toujours comblé. Mais retrouver cette technologie dans la série d’entrée de gamme, c’est à tout le moins étonnant. Le filtrage FIR requiert plus de puissance de traitement que d’autres filtres plus simples, ce qui devrait sensiblement en augmenter le prix, automatiquement. Et pourtant Dynacord est arrivé à limiter les prix pour cette série de hautparleurs. Je suis maintenant sérieusement curieux de connaître les résultats du test d’écoute... Mais je dois d’abord encore nuancer et clarifier certaines choses. Ainsi, par exemple, je parle de satellites. En fait, c’est un peu simpliste. À l’arrière des satellites,
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
13
PA & LIVE SOUND
Dynacord A-Line
houdt de bediening nog eenvoudiger. Input via XLR/jack, output link via XLR, volumeregelaar en faseswitch. Meer valt daar niet over te vertellen. Omdat ik nogal fan ben van de gekende LPN-functie in de processing van Dynacord, had ik ergens een soort ‘boost’ functie verwacht op de sub, maar Dynacord heeft de instellingen zelf gekozen. In de wetenschap dat we een instaplijn bespreken, is het werken met vaste processorinstellingen overigens een keuze die het geheel behoorlijk ‘fool-proof’ maakt. Toen Dynacord destijds de uitgebreid regelbare processorversterkers P550 en P1050 in het gamma had, kregen we wel eens vragen van mensen die niet echt goed hun weg vonden in de verschillende kantelpunten. We kunnen dus best leven met vaste processorinstellingen op de subkast… De draaiknoppen voelen allemaal stevig en solide aan. De sub en de 15” topkast beschikken over twee handvaten. De 12”-er kreeg er maar eentje mee. In de praktijk niet echt een probleem, want de A-Line zet wel een erg laag gewicht op de weegschaal, niettegenstaande de stevige constructie in multiplex. Daar zitten natuurlijk de lichtgewicht versterkermodules voor iets tussen. Al mocht de sub toch gerust van een stel wielen worden voorzien. Het design van de kasten is vrij klassiek. Niet vernieuwend, maar het oogt allemaal wel erg professioneel. De grille loopt een stukje door langs de zijkanten. Een designelement dat we de laatste tijd wel eens vaker zien. Het geeft een soort speelse touch. De A-Line wordt in China geassembleerd. Ik ben altijd erg trots geweest op het ‘made in Germany’ label van Dynacord, maar sinds enkele jaren is er een Bosch fabriek operationeel in China, waar enkele Dynacord producten worden geassembleerd. Alles gebeurt daar trouwens in eigen beheer van Bosch, de moederonderneming van Dynacord. Het voordeel is dat de prijzen merkelijk lager kunnen worden gehouden, maar dat de kwaliteit van de afgeleverde producten niet moet onderdoen voor de producten die in Duitsland de fabriek verlaten. Dynacord staat bijvoorbeeld ook gekend voor een zeer doorgedreven testprocedure van alle producten, voor ze worden uitgeleverd. Die controle is ook in China aanwezig, waardoor we gerust mogen uitgaan van de vertrouwde Dynacord kwaliteit.
Doelgroep/toepassing
Met een klassiek concept zoals dat van de A-Line kan je eigenlijk alle kanten op. De speakers zijn goed voor PA en voor DJ. Voor alle mobiele toepassingen, zeg maar. Het feit dat de kasten zich als instappers positioneren, maakt de doelgroep redelijk breed. Het toepassingsgebied is heel uitgebreid. Echte allrounders. Wanneer de passieve speakers zouden kunnen worden aangestuurd door de versterkers van de actieve varianten, zou dat misschien nog meer deuren openen, maar die mogelijkheid hebben we dus niet. We moeten het doen met wat we hebben, en daar zijn we zeer blij mee! Riggingpunten werden niet voorzien in de A-Line. De kasten zijn dus echt bedoeld voor mobiel gebruik. Of beter: staand gebruik (op statief).
KLANK
Kwaliteit, weergave en output
Wel, ik ben echt benieuwd! Gauw even mijn testmuziek door de speakers jagen… En daarbij ieder knopje uiteraard eens verzetten, en terugzetten, en verzetten, en terugzetten… Wat denk je? Natuurlijk klinkt dat goed! Dynacord ‘verbrandt’ zich niet aan dergelijke situaties. Een lagere prijs, en toch een bovengemiddelde kwaliteit blijven neerzetten. Ik ben meteen in de ban van de A 115A. Die produceert namelijk een hele warme klank. Loepzuiver, voldoende laag, strak. En dat zowel op lage als op hoge volumes. En luid speelt hij wel hoor, wees gerust! Ik heb meteen even de grens opgezocht (uiteraard…). Als je het limit ledje wil zien oplichten, moet je echt moeite doen. En dat terwijl ik in de specs lees dat de A 115A een maximum SPL haalt van 124 dB. Dat bewijst nog maar eens dat Dynacord dergelijke berekeningen realistisch uitvoert en dat er niet met hoge waardes wordt getoverd, zoals we dat bij zoveel merken zien… De A 112A lijkt me meer een echte topkast dan een fullrange. Zuiver en snoeihard. Het laag krijg ik er precies niet meteen naar behoren uit. Ook niet in fullrange mode. De klank komt daardoor agressiever over. Maar de EQ op de mengtafel trekt dit wel grotendeels recht. En de subwoofer? Die zorgt voor een stevige basis! Dat valt echt wel op (en we hadden toch ‘slechts’ één exemplaar ter beschikking voor de test): de sub ‘plukt’ en ‘drukt’ mooi afgelijnd. Je voelt de bassen, je hoort ze met een duidelijke toonhoogte die niet verdrinkt in een resonantiebrij, en ook onze bas bijt zich meer dan behoorlijk door de decibels. Als set valt er zowel met de A 115A als met de A 112A samen met de subkast een behoorlijk hoog ‘genietbaarheidsniveau’ te bereiken. Om het even met andere woorden te zeggen: er gaat je zeker niemand vragen of je ‘de instaplijn’ gekocht hebt. Niet op basis van het uitzicht en de stevigheid, maar zeker ook niet op basis van de klank. Een meer dan bovengemiddelde kwaliteits/prijs-verhouding dus. Vermoedelijk zijn de eerder genoemde FIR-filters hier toch wel voor een flink deel verantwoordelijk voor. De processing doet hoorbaar ‘meer’ dan (om het cru te zeggen) gewoon maar wat
14
www.meetmusic.com
vous pouvez activer ou désactiver une coupe-bas, ce qui rend les enceintes utilisables en « top » ou en « full range ». En outre, vous pouvez choisir entre « main » et « monitor ». Les enceintes ont en effet un côté biseauté, ce qui est bien sûr nécessaire pour l’utilisation comme moniteur. Un point négatif ? Je ne vois pas de pieds du côté biseauté, ce qui fait que les baffles doivent être déposés avec le plus grand soin pour éviter tout dommage. Pour en revenir aux satellites... L’utilisation est suffisamment explicite. Il n’y a pas de fioritures, tout est d’une clarté exemplaire. Un tel choix en termes de paramètres du processeur ne sont que de petits détails, mais ils rendent ces enceintes beaucoup plus polyvalentes. Nos satellites ont un petit mélangeur à bord. 2 canaux d’entrée qui peuvent être réglés séparément. Entrée 1 sur XLR, jack ou RCA. L’entrée 2 a juste reçu un combi XLR/jack et peut être commutée entre micro et ligne. Ce commutateur peut seulement être utilisé avec un objet pointu. Il y a aussi un bouton de volume master. Un contrôle de la tonalité par l’utilisateur n’est pas prévu. Vu le coupe-bas, ce n’est pas vraiment nécessaire, mais un contrôle de tonalité (limité) en utilisation avec microphone est toujours le bienvenu (pensez, par exemple, à l’effet de proximité dans les micros directionnels, ce qui vous demande en général de couper un peu de grave). Mais en soi, j’ai trouvé les options de contrôle tout à fait agréables. C’est toujours un choix à faire. Soit on fournit toutes les fonctions possibles et on limite le groupe d’utilisateurs, soit on propose les produits à un large public, mais on essaie alors de préserver un ensemble simple d’utilisation. Commercialement, la deuxième solution est bien sûr la plus intéressante. Les enceintes ont également une « line out » sur XLR, qui permet soit d’obtenir la sortie du signal mixé des deux entrées, soit le signal de l’entrée 1. Les fonctions de la version 12” et de la version 15” sont totalement identiques. Je pense que c’est un « plus » car souvent il y a quelques différences entre les versions au sein d’une même série. Pour conserver la vue d’ensemble, je trouve qu’une certaine uniformité est importante. Le subwoofer offre un contrôle encore plus facile. Entrées via XLR/jack, sortie via XLR, réglage du volume et inversion de phase. Point n’est besoin d’en dire davantage. Vu que je suis assez fan de la fonction « LPN » bien connue dans le traitement des Dynacord, j’attendais quelque part une fonction « boost » sur le sub, mais Dynacord a choisi les paramètres lui-même. Sachant que nous discutons d’une ligne d’entrée de gamme, le fait de travailler avec des paramètres fixes pour le processeur est, en outre, un choix qui rend le tout plutôt « fool proof ». En leur temps, lorsque les amplificateurs Dynacord avec processeur largement réglable P550 & P1050 faisaient partie de la gamme, nous avons reçu beaucoup de questions de gens qui ne s’y retrouvaient pas. Nous pouvons donc très bien vivre avec des paramètres fixes dans le processeur du sub... Tous les boutons semblent robustes et solides. Le sub et le 15” ont 2 poignées. Le 12” n’en a qu’une. Dans la pratique, ce n’est pas vraiment un problème, vu que la A-Line n’accuse qu’un très faible poids sur la balance, malgré la construction solide en contreplaqué. Une des raisons en est bien sûr le module d’amplification léger. Quoique le sub eût pu bénéficier de roulettes. La conception des enceintes est assez classique. Rien d’innovant, mais tout semble très professionnel. La grille déborde un peu le long des côtés. Un élément de design que l’on voit de plus en plus souvent ces derniers temps. Il donne une sorte de touche ludique. La A-Line est assemblée en Chine. J’ai toujours été très fier de l’étiquette « made in Germany » de Dynacord, mais depuis quelques années, il y a une usine Bosch opérationnelle en Chine, où certains produits Dynacord sont assemblés. Tout ce qui s’y passe est d’ailleurs sous la gestion de Bosch, l’entreprise « mère » de Dynacord. L’avantage est que les prix peuvent être maintenus considérablement plus bas, mais que la qualité des produits livrés ne doit pas pour autant être inférieure aux produits issus de l’usine en Allemagne. Dynacord est par exemple également connu pour une procédure de test très complète de tous les produits, avant leur livraison. Ce contrôle est également présent en Chine, ce qui nous met en confiance quant à la qualité des produits Dynacord qui en proviennent.
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
Dynacord A-Line
equalizen, en het middengebied blijft mooi strak. Bij het n au w k e u r i g beluisteren viel trouwens nog een bijzonder leuk detail op. Zoals elke elektronische schakeling produceren ook hier de ingebouwde versterkermodules onvermijdelijk ergens ver op de achtergrond een spatje eigenruis. Deze Dynacords houden echter blijkbaar hun input constant in de gaten, en zolang je geen signaal aanlegt, gaat de versterker na het inschakelen in een soort mute-mode. Komt er dan wel een signaal aandraven, dan schiet hij vliegensvlug in actie. Dat leidt ertoe dat de box, wanneer er geen signaal is, echt muis-muisstil blijft. Dat lijkt een onbelangrijk detail, want boxen dienen om te spelen zal je zeggen, maar ik zie bijvoorbeeld de A 112A al ergens staan als klankkast voor de presentator van een klassiek concert, waar geheid wel iemand met gouden oren zijn zitje naast je box heeft en nadien komt vertellen dat het wat stoorde dat je de box heel de tijd aan hoorde staan. Dat verhaal ga je hier dus niet te horen krijgen.
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PA & LIVE SOUND
Groupe cible/applications
Avec un concept classique comme celui de la A-Line, vous pouvez réellement affronter toutes les situations. Les haut-parleurs sont utilisables en P.A. et D.J. Pour toutes les applications mobiles, en fait. Le fait que les enceintes se positionnent en « entrée de gamme » fait que le public cible est assez large. Le champ d’application est très vaste. Vraiment des baffles polyvalents. Si les enceintes passives avaient pu être contrôlées par les amplificateurs des variantes actives, cela ouvrirait peut-être d’autres portes encore, mais nous n’avons donc pas cette option. Nous devons faire avec ce que nous avons, et nous en sommes déjà très heureux ! La A-Line n’est pas équipée de points d’accrochage. Les enceintes sont donc vraiment conçues pour une utilisation mobile. Ou mieux : un usage permanent (sur trépied).
www.meetmusic.com
15
PA & LIVE SOUND
Dynacord A-Line
SONORITÉ
BUDGET
De A 112A kost €629 (excl. BTW), voor de A 115A betaal je €739. De A 118A maakt je portefeuille €849 lichter. In mijn ogen zijn dat hele eerlijke prijzen, die het merk zonder meer toegankelijk maken voor geïnteresseerden die betrouwbare kwaliteitskasten met een oerdegelijke merknaam willen aanschaffen, maar die zich geen exotische prijzen kunnen permitteren.
BESLUIT
Wel, de A-Line mag er best zijn! Ik heb heel wat ervaring met het topsegment van Dynacord, waardoor ik aanvankelijk toch een beetje schrik had voor deze test. Je ziet grote merknamen namelijk wel eens vaker de mist in gaan wanneer ze een instapreeks op de markt trachten te zetten. Dynacord heeft een sterk imago, zowel op vlak van klank als op vlak van bouwkwaliteit en duurzaamheid. En ja hoor, de Duitsers hebben het voor elkaar gekregen! Natuurlijk voel je op een aantal vlakken dat je niet naar de duurdere modellen aan het luisteren bent, dat kan ik niet ontkennen, maar anderzijds vind ik wel dat de kasten boven hun prijsniveau presteren. Zuiver, hard, goed beveiligd en met steengoede versterkers aan boord. Vooral dat laatste is niet zo evident. Bij een actieve kast verplicht de fabrikant je immers om de ingebouwde versterker te gebruiken. Daar kan je niet rond. Als die eigen versterker dus niet al te veel voorstelt, dan zal het eindresultaat ook niet veel voorstellen, ongeacht de kwaliteit van de gebruikte speakers. En het is natuurlijk het eindresultaat dat telt, ook daar kan je niet rond. De passieve varianten klinken dan vaak stukken beter met een degelijke eindtrap, dan de actieve kasten met hun eigen versterker. En dat is niet de bedoeling, de ingebouwde versterker mag nooit de beperking zijn. Op dat vlak scoort de A-Line dus echt wel goede punten. Wil je de budgetklasse overstijgen, zoek je een leuke set die iets te bieden heeft, maar kan je (nog) niet echt doorinvesteren in het topsegment? Dan kan je best de ALine bovenaan je verlanglijstje plaatsen!
Le A 112A coûte 629 €, HT. Vous payerez 739 € HT pour le A 115 A. Le A 118A allégera votre portefeuille de 849 € plus TVA. A mes yeux, ce sont là des prix très honnêtes, qui rendent la marque plus accessible aux personnes intéressées qui souhaitent des enceintes fiables et de qualité, d’une marque réputée mais qui ne peuvent se permettre des prix exotiques.
CONCLUSION
pro • Un juste prix qui rend accessible la qualité • Bonne amplification et traitement • Aspect professionnel • Poids
contra • A 112A soms wat agressief (maar kan aangepast worden) • wieltjes op de sub zouden handig zijn
16
de sortie
Eh bien, je suis vraiment curieux ! Vite envoyer la musique de mon test à travers les haut-parleurs... Et bien sûr tourner à tous les boutons, dans tous les sens et... A quoi vous attendiezvous ? Bien sûr que ça sonne bien ! Dynacord ne va pas se couper l’herbe sous le pied dans de telles situations. Un prix inférieur, et encore parvenir à fournir une qualité supérieure à la moyenne, je trouve cela très fort. Je suis immédiatement captivé par les A 115 A. Ils produisent un son très chaud. Sans faille, suffisamment de grave, défini. Et aussi bien à faible niveau qu’à des volumes élevés. Et ils jouent assez fort, rassurez-vous ! J’ai immédiatement tenté d’atteindre la limite (bien sûr...). Si vous voulez voir s’allumer la LED de « peak », vous devez vraiment faire un effort. Et ceci, alors que j’ai lu dans les spécifications des A 115 A un niveau SPL maximum de 124 dB. Ce qui prouve encore une fois que Dynacord livre des chiffres réalistes et qu’on ne triche pas avec des valeurs élevées, comme nous le voyons avec tant d’autres marques... Le A 112A par contre me semble plus être un satellite qu’un « full range ». Pur et dur. Le grave, je ne l’obtiens pas correctement tout de suite. En mode « full range » non plus. Le son est du coup plus agressif. Mais l’égalisation sur le mélangeur corrige largement ce manque. Et le caisson de basses ? Celui-là, il fournit un grave solide ! C’est vraiment évident (et encore, nous avons eu « seulement » 1 exemplaire disponible pour le test): le sub est bien aligné et propre. Vous sentez la basse, vous l’entendez avec une clarté qui ne se noie pas dans un magma de résonance et les basses ont aussi plus qu’assez de décibels. Comme configuration complète, que ce soit avec le A 115Aou avec le A 112A, le caisson de graves donne la possibilité d’atteindre un niveau très appréciable et de grand confort. En d’autres mots : personne ne vous demandera si vous avez acheté du matériel « d’entrée de gamme ». Non seulement pas sur base de l’aspect et de la solidité, mais certainement pas sur la base du son. Un rapport qualité/prix supérieur à la moyenne donc. Sans doute que les filtres FIR susmentionnés jouent ici un rôle non négligeable. Le traitement en fait audiblement « plus » (pour le dire crument), il faut juste égaliser un peu et le médium reste bien défini. À l’écoute attentive un autre détail particulièrement agréable est apparu. Comme n’importe quel circuit électronique à découpage, les modules amplification intégrée produisent un peu d’inévitable bruit de fond, loin derrière. Toutefois, apparemment ces Dynacord gardent constamment un regard sur leur entrée et ne tant que vous n’envoyez aucun signal, l’amplificateur se commute dans une sorte de mode “mute”. Toutefois, dès qu’un signal apparaît, il entre en action à la vitesse de l’éclair. Ce qui permet à l’enceinte, quand il n’y a aucun signal, de rester vraiment muette comme une carpe. Cela semble un détail sans importance, parce que les enceintes servent à jouer, direz-vous, mais j’imagine déjà par exemple le A 112A utilisé comme amplification pour le présentateur d’un concert de musique classique, où, à tous les coups, quelqu’un avec des « golden ears » aura son siège juste à côté de votre baffle, et viendra vous dire qu’il a été dérangé pendant tout le concert par votre système d’amplification. Voilà le genre d’histoire que vous n’allez donc pas entendre ici.
BUDGET
PSL
• Eerlijke prijs maakt kwaliteit toegankelijk • Goede versterking en processing • Professionele uitstraling • Gewicht
Qualité, restitution et niveau
• Le A 112A parfois un peu agressif (mais ceci peut être modifié) • Des roulettes sous le sub seraient utiles
www.meetmusic.com
Eh bien, la A-Line porte bien son nom ! J’ai beaucoup d’expérience avec le segment supérieur de la gamme Dynacord, et j’ai donc eu quelques appréhensions au début de ce test. On voit tout de même de temps en temps de grandes marques qui ratent leur coup lorsqu’ils tentent de mettre une série d’entrée de gamme sur le marché. Dynacord a une image très forte, tant en termes de son qu’en termes de qualité de construction et de durabilité. Ces points, à tout le moins une certaine base de ces points, je voudrais les retrouver dans TOUS les produits de la marque, indépendamment des prix. Et bien sûr, les Allemands ont réussi ! Bien sûr, vous sentirez dans un certain nombre de domaines que vous n’êtes pas en train d’écouter les modèles les plus chers, on ne peut pas le nier, mais en revanche, je trouve que ces baffles sont performants, bien au-dessus du niveau de leurs prix. Purs, durs, bien définis et avec des très bons amplificateurs à bord. C’est surtout ceci qui n’est pas si évident. Une enceinte active vous oblige toujours à utiliser l’amplificateur intégré. Pas le choix. Si l’ampli en question n’est pas trop performant, le résultat final sera également décevant, quelle que soit la qualité des haut-parleurs utilisés, qui souvent ne sont pas trop mauvais, et souvent meilleurs que vous ne le pensez. Mais c’est, bien sûr, le résultat final qui compte, rien à faire. Les variantes passives ont souvent un meilleur son avec un ampli de puissance correct que les enceintes actives avec leur propre amplificateur. Et ce n’est pas le but, l’amplificateur intégré ne doit jamais être à la traîne. Au contraire, il doit fournir un supplément de qualité. Dans ce domaine, la A-Line marque vraiment des points. Vous souhaitez dépasser un peu la catégorie « budget », vous cherchez un bel ensemble qui a vraiment quelque chose à offrir, mais vous ne pouvez pas (encore) vraiment investir dans le segment supérieur, alors la ALine comblera vos souhaits! PSL
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
Scratch Live vs. Serato DJ
DJ GEAR
Scratch Live vs. Serato DJ MIXING SOFTWARE
ANDY “DJ ND” VERCAUTEREN
Tien jaar geleden veroorzaakten Serato en Rane een revolutie in de dj-wereld met de Serato mixing software en de Rane interface. Hiermee kon je dan het lezen van muziekbestanden controleren via CD of vinyl. Dit idee sloeg snel aan. DJ’s namen deze formule over, de clubs volgden enkele jaren later. Serato Scratch Live maakt deel uit van de standaardsystemen die wereldwijd verspreid zijn. Toch ontplofte begin dit jaar nog een bommetje. Ondanks het verdiende succes van zijn vlaggenschip, kondigde Serato aan geen updates meer uit te brengen. Maar het merk komt wel met iets nieuws op de proppen: de veelbelovende Serato DJ software, vergezeld van een reeks extra functies. Enkele maanden na de lancering, is de tijd gekomen om een eerste balans op te maken. Scratch Live vs Serato DJ: evolutie, of een nieuwe revolutie? Om daar een antwoord op te krijgen, legden we beide systemen eens naast elkaar.
SCRATCH LIVE EN SERATO DJ: WHAT’S IN A NAME?
Serato Scratch Live en Serato DJ zijn twee programma’s ontworpen voor zowel professionele dj’s als amateurs. Deze programma’s stellen je in staat om je computer (voorzien van de software) aan te sluiten op een draaitafel, een controller of een cd-speler, en dit met behulp van bepaalde hardware. Dat kan eenvoudige interface zijn, maar ook een controller of mengpaneel dat deze interface bevat. Dankzij dit systeem, en afhankelijk van de gebruikte software, kunnen dj’s een bestand (MP3, WAV,...) rechtstreeks verzenden naar de gewenste drager (draaitafels, CD-decks,...), met de bedoeling ze te gebruiken in een mix. Een revolutie, in die zin dat alle nummers die opgeslagen staan op je ccomputer, dus kunnen worden verzonden naar de drager naar keuze. Voor dj’s is het belangrijkste voordeel dat ze niet met een koffer vol platen of cd’s moeten sjouwen. Hij kan al zijn muziek makkelijk afspelen, zonder zijn nummers te moeten wegschrijven op een opslagmedium.
EEN BREED SCALA AAN PRODUCTEN
Voor Serato Scratch Live bestaat er, zowel qua keuzes als qua prijs, een erg breed gamma:
Serato Scratch Live SL2
Een pakket met de Scratch Live software, een module met twee ingangen, twee Serato vinyls, twee Serato cd’s, vier cinchkabels en een usb-kabel.
Serato Scratch Live SL3
Een pakket met de Scratch Live software, een module met drie ingangen en een microfoonaansluiting, twee Serato vinyls, twee Serato cd’s, vier cinchkabels en een usb-kabel.
Serato Scratch Live SL 4
Een pakket met de Scratch Live software, een module die je toelaat om twee laptops te linken, twee Serato vinyls, twee Serato cd’s, vier cinchkabels en twee usb-kabels.
Mengtafels met een geïntegreerde Serato module
Zo hebben we de Rane Sixty One, Sixty Two en Sixty Four, om ons even enkel tot de laatste modellen te beperken. De Sixty Four is enkel compatibel met Serato DJ en niet met Scratch Live. Voor Serato DJ bestaat het aanbod uit twee grote groepen:
Serato DJ Intro
Dit is een gratis versie met compatibele controllers uit het instapsegment van Pioneer, Numark, Reloop, Denon, Vestax en Novation.
Serato DJ 1.6
Il y a dix ans, Serato et Rane, révolutionnent le monde du djing en lançant un logiciel de mixage (Serato) et une interface (Rane) capables de contrôler la lecture d’un fichier musical par un support vinyle ou cd. Très vite, l’idée plaît. Les dj’s adoptent la formule, les clubs suivent et en quelques années, Serato Scratch Live fait partie des systèmes « standards » mondialement répandus. Cependant, un coup de théâtre marque ce début d’année. Malgré le succès incontesté de son produit phare, Serato annonce que la marque ne fournira désormais plus de mise à jour pour Scratch Live. Elle propose alors Serato DJ (un nouveau logiciel) comme sa relève prometteuse et l’équipe d’une série de fonctionnalités supplémentaires. Quelques mois après la sortie, l’heure est venue de faire un premier bilan. Scratch Live vs Serato DJ: évolution ou nouvelle révolution? Pour y répondre, nous avons testés en détails les 2 logiciels.
SCRATCH LIVE ET SERATO DJ: QU’EST-CE QUE C’EST?
Serato Scratch Live et Serato DJ sont deux logiciels de mixage développés pour les dj’s professionnels et amateurs. Ces logiciels permettent de relier un ordinateur (pourvu du logiciel) à une platine, un controller ou un lecteur cd par le biais d’un « hardware » qui peut être un simple boitier interface, une table de mixage contenant l’interface ou un controller. Grâce à ce système, depuis leur logiciel, les dj’s peuvent envoyer un fichier (MP3, Wave,…) directement vers le support de leur choix (platines vinyl, platine cd,…) dans le but de le mixer. Une révolution car toutes les chansons stockées sur l’ordinateur du dj peuvent donc être envoyées vers le support de son choix. Principal atout pour le dj : il ne doit plus transporter ses caisses de disques ou de cd’s et il peut très facilement jouer ses propres productions sans devoir les presser sur un support.
UNE GAMME ÉTENDUE DE PRODUITS
Pour Serato Scratch Live, en terme de choix comme en terme de prix, la gamme est très vaste:
Serato Scratch Live SL2
Un package regroupant le logiciel Scratch Live, un boitier simplifié à 2 entrées, 2 vinyls Serato, 2 cd’s Serato, 4 cables cinch et un câble USB.
Serato Scratch Live SL3
Un package regroupant le logiciel Scratch Live, un boitier à 3 entrées et une prise micro, 2 vinyls Serato, 2 cd’s Serato, 4 câbles cinch et un câble USB.
Dit betreft de betalende upgrade waarbij je de volledige formule krijgt. Deze is beschikbaar op de website van Serato, of bij de verkooppunten (geleverd op een USB-stick van Serato van 8GB!). Alle professionele modellen worden origineel geleverd met Serato DJ.
Serato Scratch Live SL 4
SCRATCH LIVE EN SERATO DJ: EEN KIJK OP DE MOGELIJKHEDEN
Rane Sixty-One, Sixty-Two et Sixty-Four pour ne citer que les derniers modèles. Le modèle Sixty-Four n’est lui, compatible qu’avec le logiciel Serato Dj, pas Scratch Live.
In de loop der jaren is Serato Scratch Live dankzij zijn verbeteringen bekend geworden. In de laatste versie vinden we volgende mogelijkheden:
Mixing en basisfunctionaliteiten
De hoofdfunctie is dat Serato Scratch Live dj’s de mogelijkheid geeft om een bestand (MP3, WAV,...) naar een cd of een vinyl te sturen om ermee te gaan mixen of scratchen.
Drie leesmodi, naargelang de noden en wensen van de dj
Net als bij een doorsnee speler, maakt de “internal” modus simpelweg het lezen van een bestand mogelijk, onafhankelijk van de gebruikte vinyl of cd. De “absolute” modus volgt puur de gebruikte drager. De “relative” modus stelt je in staat om tot vijf cues toe te voegen per track.
Cues
In de “relative” modus kunnen dj’s vijf herkenningspunten (cues) aanbrengen om bepaalde passages te markeren. Op die manier kunnen ze onmiddellijk naar deze punten terugkeren.
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
Un package regroupant le logiciel Scratch Live, un boitier permettant de raccorder 2 ordinateurs portables, 2 vinyls Serato, 2 cd’s Serato, 4 câbles cinch et 2 câbles USB.
Les tables de mixage avec boitier Serato intégré
Pour Serato DJ, l’offre est divisée en deux grandes options:
Serato DJ Intro
Une version de gratuite, fournie avec les controllers compatibles, d‘entrée de gamme des marques: Pioneer, Numark, Reloop, Denon, Vestax et Novation.
Serato DJ 1.6
L’upgrade payant vers la formule complète est disponible pour ces modèles sur serato.com ou chez les revendeurs (livré sur un superbe stick usb Serato de 8Gb). Tous les modèles Pro sont livrés d’origine avec Serato Dj.
SCRATCH LIVE ET SERATO DJ: LE POINT SUR LES FONCTIONNALITÉS
Au fil des années, Serato Scratch Live a connu bien des améliorations. Dans sa version finale, notons comme principales fonctionnalités:
www.meetmusic.com
17
Scratch Live vs. Serato DJ
DJ GEAR
Le mixage, sa fonction de base
Dans sa fonction de base, Serato Scratch Live donne la possibilité aux dj’s d’envoyer un fichier (MP3, Wav) sur un support de leur choix (vinyl, cd) dans le but de le mixer/scratcher.
Trois modes de lecture selon les besoins et les préférences des djs
A l’instar d’un simple lecteur, le mode « internal » propose une simple lecture du fichier, indépendamment du support vinyl ou cd utilisé. Le mode « absolute » suit la lecture du support utilisé. Enfin le mode « relative », qui permet d’ajouter jusqu’à 5 points de repères (point Cue) par track.
Les points Cue
En mode relative, 5 points de repères permettent aux dj’s de pointer certains passages intéressants de la chanson sur lesquels ils peuvent revenir instantanément.
Loops & rolls
Loops & rolls
Parallel aan de cues biedt Serato de mogelijkheid om loops en rolls te maken. Met de loopfunctie kan je herhalingslussen maken van verschillende lengtes en deze bewaren. Wanneer de lus gedaan is, gaat de song gewoon verder. De rollfunctie dient hoofdzakelijk voor het maken van iets kortere loops. Ze zijn vooral bedoeld voor het bekomen van een glitcheffect, om een mix wat levendiger te maken. In tegenstelling tot de loops, zal de song hier automatisch terugkeren naar de plaats waar hij zou zijn geweest indien de optie niet was ingeschakeld.
Een Midi-ingang
Deze stelt je in staat om een midisequencer aan te sluiten (in het bijzonder met de bedoeling de cues te activeren en te controleren).
Serato Video
Parallèlement aux points Cue, Serato offre la possibilité d’effectuer des loops (boucles) et des rolls (boucles automatiques). L’option loop permet de réaliser des boucles de différentes longueurs et de les sauvegarder. Une fois la boucle retirée, la chanson continue normalement. L’option roll sert essentiellement à faire des boucles de moins longue durée. Cette option peut davantage être considérée comme un effet (glitch) ajouté pour pimenter un mix. A la différence des loops, en désactivant le roll, la chanson se remet automatiquement à l’endroit ou elle serait arrivée si l’option n’avait pas été enclenchée.
Une entrée Midi
Elle permet l’ajout d’un séquenceur midi (notamment pour l’activation et le contrôle des points Cue).
L’option Serato vidéo
Ce plug-in, donne aux dj’s la possibilité de mixer des clips vidéo.
L’enregistrement
Idéale pour immortaliser les lives, cette fonction permet d’enregistrer un set au format AIFF.
Les différences avec Serato DJ
Deze plugin geeft dj’s de mogelijkheid om videoclips te mixen.
Opnemen
Ideaal om livemomenten vast te leggen. Je kan sets opnemen in AIFF-formaat.
Présenté comme la relève de Scratch Live, Serato DJ reprend les fonctionnalités de son prédécesseur. Malgré quelques modifications ergonomiques, le set up est assez similaire. En terme d’innovations, notons:
De verschillen met Serato DJ
Les points Cue
Voorgesteld als een verbeterde versie van Scratch Live, heeft Serato DJ dezelfde mogelijkheden als zijn voorganger. Afgezien van enkele ergonomische verbeteringen, is de setup vrij gelijkend. We zien wel enkele innovaties:
Cues
Je kan er acht per track toevoegen en een bijkomende functie stelt je in staat om ze namen te geven.
Opnemen
Je kan nu opnemen in de AIFF en Wave formaten.
Il est dorénavant possible aux formats AIFF et Wave (nouveauté).
L’option Synq
Serato DJ offre la possibilité de synchroniser automatiquement le tempo des chansons uploadées. Pour plus de précision, l’option Quantize rectifie automatiquement une loop (lorsqu’elle est mal encodée manuellement) ou ajuste automatique un point Cue en le déplaçant légèrement vers le point souhaité.
Serato DJ kan automatisch de tempo’s van de geüploade songs synchroniseren.
Quantize
Voor meer precisie is er de optie Quantize. Ze corrigeert automatisch een lus (wanneer deze manueel slecht was gecodeerd), of past automatische een cue aan door deze lichtjes naar het gewenste punt te verplaatsen.
Weergave van de golven
L’affichage des ondes
Le choix de l’affichage des ondes (choix de couleurs notamment).
Les effets
Une nouvelle liste d’effets de base est proposée. Celle-ci peut être étendue depuis le set up par l’achat de packs supplémentaires (depuis le bouton « Get more FX »).
De keuze voor het weergeven van de golven (voornamelijk de kleuren).
Effecten
Je hebt beschikking over een lijst basiseffecten. Deze kan worden uitgebreid met nog meer effecten wanneer je supplementaire pakketten aankoopt (met de knop “Get more FX”).
BUDGET
Als je Serato DJ wil gebruiken op je front end controller (standaard geleverd met Serato DJ Intro), moet je de Software kopen voor $129 (te downloaden). Maar, alle professionele apparatuur wordt geleverd met Serato DJ, zonder extra kosten. Hier horen ook alle modellen van Rane bij. Indien je reeds gebruik maakt van een model van Rane met Scratch Live, wordt de compatibiliteit gewaarborgd en is de download van Serato DJ gratis.
CONCLUSIE
Scratch Live vs Serato DJ: het verdict! Uit deze praktische test blijkt dat de twee pakketten erg aan elkaar gewaagd zijn. Het is dus moeilijk om er een te kiezen. Bij de Scratch Live herinner ik me vooral de makkelijke installatie, het gebruiksgemak en de stabiliteit. Een uitgebreid pakket is leuk, maar de updates zullen na 2014 niet meer gegarandeerd worden door Serato. Toch een niet onbelangrijk detail. Daarnaast heeft Serato DJ meer mogelijkheden, zelfs in de basisversie. Maar bij een nieuwe software heb je dan weer vaak kinderziektes en stabiliteitsproblemen. Voor de Apple-aanhangers: Serato DJ draait enkel op OS X 10.7.5 of hoger. Voor zij die in het andere kamp zitten: Scratch Live en Serato DJ draaien enkel in Windows 7. Tot op heden lijken ze niet compatibel te zijn met Windows 8 of 8.1. Nog een minpuntje: de Serato SL1 en de Rane TTM 57 mengtafel zijn niet compatibel met deze versie. Ook de mapping lijkt nog erg onstabiel voor de meeste hardware. Voor de liefhebbers van Ableton: de Bridge die Scratch Live met deze software laat draaien, bestaat niet. Maar, we herinneren ons dat Scratch Live zo’n tien jaar geleden met ongeveer dezelfde problemen kampte. Geen paniek dus! Het is door z’n verbeteringen en updates dat Serato aan zijn goede naam is gekomen! PSL
www.meetmusic.com
L’enregistrement
L’option Quantize
Sync
18
Ils passent au nombre de 8 par track et une fonction supplémentaire permet désormais de les nommer.
BUDGET
Si vous voulez faire tourner Serato Dj sur votre controlleur d’entrée de gamme (livré d’origine avec Serato Dj Intro), il vous faudra acheter le logiciel pour la somme de 129 Dollars (par download). En revanche, tous les appareils professionnels sont livrés d’origine avec Serato Dj, sans supplément de prix. Ceci comprend tous les modèles de la gamme Rane. Si vous utilisez déjà un modèle Rane avec Scratch Live, la compatibilité est assurée et le téléchargement de Serato Dj est gratuit.
CONCLUSION
Scratch Live vs Serato DJ: le verdict! De ce test pratique, il ressort qu’au final, les 2 logiciels sont très semblables. Difficile dès lors de réellement les départager. De Scratch Live on retiendra la simplicité d’installation et d’utilisation et la grande stabilité. Un produit complet et apprécié mais dont les mises à jours ne seront à l’avenir plus supportées par Serato après 2014 . Un détail dont il faudra tenir compte. De son côté, Serato DJ présente plus de fonctionnalités même si, dans ses premières versions, le nouveau logiciel devra encore faire ses « maladies de jeunesse » en terme de stabilité. Pour les aficionados d’Apple, Serato Dj ne tourne actuellement que sur OS X 10.7.5 ou ultérieur. Pour ceux de l’autre camp, tout comme Scratch Live, Serato Dj ne tourne que sous Windows 7, aucune compatibilté n’est, à ce jour, annoncée pour Windows 8 ou 8.1 Autre bémol, l’interface Rane SL1 et la table de mixage Rane TTM 57 ne sont pas compatibles avec Serato Dj et le mapping semble encore instable pour la plupart des hardwares sensés tourner sur Serato DJ. Pour les aficionados d’Ableton, le Bridge qui permet à Scratch Live de tourner conjointement avec ce logiciel, n’existe pas. Toutefois, on se souvient de débuts identiques pour Scratch Live il y a 10 ans… Pas de panique donc, c’est aussi sa réactivité et la multiplication des updates qui a fait de Serato une marque de renom! PSL
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
Powered by
G. Raeymaekersstraat 52 1030 Brussel Tel: +32 (0) 2 242 15 22 Fax: +32 (0) 2 242 01 25
LIGHT GEAR
Chauvet Geyser RGB
Chauvet Geyser RGB EFFECT FOGGER
KEVIN JASPAR Chauvet, voici un fabricant dont j avais entendu parler à l’occasion, mais je ne me souvenais pas en avoir déjà eu en main. Je suis donc allé découvrir leur stand à la musique mess de Frunkfurt. Quelle fut ma surprise en me rendant compte qu’en fait Chauvet est une marque que l’on utilise très souvent. En particulier leurs barres Led nommées “Colorado”. Ils sont présents sur différents marchés, de l’amateur au professionnel. Vite, vite, vite, ouvrons cette boite!
Chauvet is een fabrikant waar ik al wel van heb gehoord, maar het is de eerste keer dat ik er een product van in handen krijg. Ik ben dus een kijkje gaan nemen op hun stand op de Musikmesse in Frankfurt. Ik moet toegeven dat ik erg verbaasd was om vast te stellen dat dit eigenlijk een zeer vaak gebruikt merk is. Vooral de led-balken die de naam Colorado dragen, zijn erg populair. Ze worden zowel gebruikt op de professionele als op de amateurmarkt. Snel, snel, snel. Laten we deze doos hier openmaken!
CONSTRUCTION
BOUW
De Geyser RGB is een rookmachine (geen mistmachine) die een verticale jet met 21 gekleurde tri-leds aanstuurt. Zijn metalen chassis is volledig zwart en ziet er zeer professioneel uit. Met zijn afmetingen van 475 x 318 x 198 mm, zijn twee handgrepen en een logram gewicht van 21 kiis dit een zeer robuuste machine. Aan de bovenkant zien we de stalen mond waar de rook uitkomt en het paneel w a a r o p de leds geplaatst zijn. Vlak daarnaast zit een tank van een liter die op zijn plaats
wordt gehouden door een metalen klem met e e n schroef. Op twee van de ventilatieopeningen op de lange zijde staan markeringen waarop je kan zien hoe het is gesteld met de inhoud van het reservoir. Aan de andere kant bevinden zich alle andere functies: DMX-aansluitingen, voeding, afstandsbediening, een scherm, vier drukknoppen een een metalen haak.
AANSLUITINGEN
De Geyser RGB heeft zes aansluitmogelijkheden: een IEC-voedingsaansluiting (die overigens aanpasbaar is tussen 120 Volt of 230 Volt, afhankelijk van het land). De volgende vier zijn gewijd aan het DMX-signaal. Er is een input en output, beide in vijfpins XLR3. De laatste is vergelijkbaar met een DIN-aansluiting die dient voor de afstandsbediening. Ik zie niet in wat ze nog meer hadden kunnen toevoegen.
HANDLEIDING EN ACCESSOIRES
Wanneer we het pakket openen, vinden we naast de machine zelf ook nog een voedingskabel, een handleiding, een zender en ontvanger (draadloos) en natuurlijk de garantiekaart. De handleiding is eerder beknopt, maar alle informatie die ik nodig had, staat erin. Een kleine tekening maakt me duidelijk hoe ik alles moet installeren in diverse posities, hoe ik de tank moet vullen en onderhouden. Verder vinden we ook nog tips in verband met de veiligheid. We moeten er natuurlijk altijd rekening mee houden dat deze machine erg heet kan worden. Het is dus maar best om deze instructies nauwgezet op te volgen. De handleiding is beschikbaar in
20
www.meetmusic.com
Le Geyser RGB est une machine à fumée (et non à brouillard) qui envoi jet vertical colorée par 21 tri-LEDs RGB. Son châssis métallique est entièrement teinté de noir, offre un design que je qualifierai de professionnel. En effet avec des mensurations de 475 x 318 x 198 mm, il suffit de la prendre en main par ses deux poignées et ses 21 kg vous prouveront qu’ il s’agit là d’une machine très robuste. Sur la face supér ieure on peut distinguer embouchure d’où sort i ra
le jet de fumée, ainsi que le panel sur lequel sont placé les LEDs. Juste à coté un bidon d’une contenance d’un litre qui fait office de réservoir. Réservoir qui est tenu en place par une patte métallique vissé à sur le châssis. Sur deux des cotés en longueur se trouvent les prises d’air, sur un des plus petits une des poignées et une petite fente donnant un point de vision sur l’état du réservoir. C’est à l’opposé que se trouve toutes les autres fonctions. Bien sur les connections DMX, d’alimentation et de la remote, un écran, quatre boutons poussoirs, l’interrupteur et un crochet métallique pour placer l’élingue de sécurité.
CONNECTIONS
La Geyser RGB possède en tout et pour tous six connections, La première et dans un certain sens la plus importante, une IEC pour l’alimentation qui cela dit en passant est adaptable suivant le pays d’utilisation (120 Volt ou 230 Volt). Les quatre suivantes elles sont dédiées au signal DMX, il s’agit d’une entrée et d’une sortie au deux formats standard qui sont l’XLR 3 et 5 pines. La dernière de ces connections ressemble fortement à un DIN est prévue pour la télécommande. Je ne vois pas ce que l’on pourrait y ajouter.
MANUEL & ACCESSOIRES
En ouvrant votre colis, outre la machine, vous pourrez y découvrir à l’intérieur, un cordon d’alimentation, le manuel, un émetteur et récepteur (commande sans fils), et bien sur la fiche de garantie. Le manuel lui est assez court, mais toutes les informations dont j’ai eu besoin s’y trouvaient. Des petits dessins vous ex-
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
www.meetmusic.com
21
LIGHT GEAR
Chauvet Geyser RGB
verschillende talen, waaronder Nederlands, Frans en Engels. Aanvullende informatie is tevens beschikbaar op de website van Chauvet. Nog een aandachtspuntje: de benodigde vloeistof is niet meegeleverd.
MOGELIJKHEDEN
Normaal zou ik zeggen dat een rookmachine rook maakt… Maar de Geyser RGB doet toch iets meer dan alleen maar rookwolken produceren. Het belangrijkste effect is een verticale rookstraal die tot enkele meters hoog kan gaan en die gekleurd wordt door de leds. De rook verdwijnt heel snel. De naam “Geyser” lijkt hiermee inderdaad heel goed gekozen. Ik heb dit effect ooit al eens moeten creeren op een podium. Daarvoor moesten we CO2-gas gebruiken en de belichting zeer nauwgezet instellen. Enfin, je begrijpt dat dit toen een behoorlijk complexe installatie was. De Geyser is aan te sturen via DMX via acht kanalen. Mist, rood, groen, blauw, color mix, snelheid, strobe en dimmer zijn de parameters waarmee we kunnen werken. Als je niet over een console beschikt, kan de Geyser zelfstandig gebruikt worden met behulp van de afstandsbediening. Je moet er enkel zelf nog het kabeltje bijkopen.
OUTPUT
Het lijkt me belangrijk om nog eens te benadrukken dat de rook heel snel verdwijnt. Je kan dit effect dus de hele nacht opnieuw gebruiken zonder dat de rook storend wordt. De 21 RGB leds bieden een breed scala aan kleuren. Ik ben alleen
22
www.meetmusic.com
pliqueront comment l’installer dans divers positions, la recharger et l’entretenir, ainsi que les consignes de sécurité. Il faut bien garder à l’esprit que c’est une machine qui chauffe fortement, il y a donc un véritable danger et est donc préférable de respecter ces instructions à la lettre. Ce manuel est écrit en huit langues différentes dont le néerlandais, le français et l’anglais. Un complément d’information est disponible sur le site officiel de Chauvet. Attention le liquide n’est pas fourni avec la machine.
POSSIBILITÉS
En temps normal je vous dirait qu’un fumigène fait de la fumée point bar. La Geyser RGB est bien plus qu’une simple machine à fumée qui à pour but de vous envoyer dans les nuages. Son effet principal est un jet de fumée vertical de quelque mètres de haut que l’on colore à notre guise à l’aide du panel LEDs et dont la fumée se dissipe très rapidement. Elle porte donc bien son nom de Geyser. J’ai déjà dû créer ce genre d’effets sur scène. Pour se faire nous devions utiliser du gaz CO2 et y additionner des projecteurs de différentes couleurs suivant se que l’on désirait. Je vous laisse imaginer la complexité de l’installation... Le Geyser RGB est pilotable par un réseaux DMX via ses huit canaux, Brouillard, rouge, vert, bleu, color mix, vitesse, stroboscope et gradateur sont les différents paramètres sur les quels vous pourrez agir. Si vous ne possédez pas de console, vous pourrez laisser Le Geyser RGB fonctionner de manière autonome grâce à sa télécommande sans fils fournie à l’achat, cette petite commande de poche vous donnera également accès à tous ces paramètres.
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
LIGHT GEAR
Chauvet Geyser RGB OUTPUT
een beetje teleurgesteld in de lichtsterkte. De lichtbundel draagt iets minder ver dan de rookwolk.
ERGONOMIE
Compact en zwart. Het is perfect mogelijk om de Geyser verborgen te houden tot op het moment dat je het effect wil ontplooien. De twee handvatten zorgen ervoor dat je het hete apparaat makkelijk kan verplaatsen, maar ze zijn ook erg handig na een vulling. Er zal altijd wel iemand voor je geweest zijn die de vloeistof zowat overal heeft uitgesmeerd. De tank kan in twee verschillende richtingen worden gedraaid, afhankelijk van de richting waarin je hem wilt gebruiken, en hij kan worden vastgemaakt met een veiligheidskabel (die niet is meegeleverd).
PRIJS & BESLUIT
De Geyser RGB kost slechts €429 (excl. BTW). dat dit toestel zowel door amateurs als profeskan worden gebruikt. De Geyser RGB is zeer en zorgt, vergeleken met andere producten één van de mooiste effecten. De op water gegenereert een propere rook en de geur is een de meeste andere dampen.
Il me parait important d’insister sur le fait que la fumée se dissipe rapidement, vous pourrez donc user et abuser de cet effet tous au long de la nuit. Ses 21 LEDs RGB offrent une large palette de couleurs. Je suis juste un peu déçu par sa puissance lumineuse, en effet le faisceau lumineux porte un peu moins loin que le jet de fumée.
ERGONOMIE
Compact et teinté de noir, le Geyser se dissimulera parfaitement jusqu’au moment fatidique de dévoiler l’effet. Les deux poignées permettent de manipuler la machine facilement à chaud, mais seront également bien utiles après quelques remplissages, il y aura toujours bien quelqu’un pour vous mettre du liquide un peu partout. Le réservoir peut être mis dans deux sens différents suivant la position que vous donnerai au Geyser et il est prévu pour être facilement sécurisé au moyen d’une élingue de sécurité (non fournie).
We kunnen besluiten sionele entertainers makkelijk in gebruik op de markt, voor baseerde vloeistof pak aangenamer dan PSL
BUDGET
& CONCLUSION
Le Geyser RGB coûte seulement €429 (hors TVA). Comme conclusion j’en tirerai que c’est un produit qui convient tant aux professionnels du spectacle qu’aux amateurs. Très simple d’utilisation, très vite pris en main. Le Geyser offre un effet des plus attractif. Son liquide à base d’eau génère une fumée facilement respirable et son odeur est bien plus agréable que la majorité des autres fumées. PSL
pro • gebruiksgemak • geur
• facilité • odeur
contra • zwakkere lichsterkte
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
• puissance lumineuse
www.meetmusic.com
23
Allen & Heath Xone:23C
HILITES
Hilites
ALLEN & HEATH
ALLEN & HEATH
Enorm veel nieuws deze maand, want de Prolight + Sound beurs in Frankfurt is net achter de rug! Ook Allen & Heath was daar weer van de partij. De Xone:23, hun recent gelanceerde DJ mixer, kreeg er met de Xone:23C een gloednieuw broertje bij. Het betreft hier eveneens een 2-kanaals mixer, met dezelfde kenmerken als de Xone:23. Het verschil ligt in de toevoeging van een interne soundcard met vier stereokanalen, X:Link om compatibele Xone producten te verbinden en een bijgeleverde kopie van de Mixvibes Cross LE software. www.allen-heath.com
Ce mois-ci une foison de nouveautés. La faute à notre grand-messe, le « Prolight + Sound » qui vient de fermer ses portes. Nous y avons bien sûr retrouvé Allen & Heath qui était de la partie. La récemment apparue mais déjà bien connue Xone:23, console DJ, se voit secondée, déjà par une « grande » sœur en la Xone:23C. Même caractéristiques que la 23, la 23C est dotée en plus d’une carte son interne avec quatre canaux stéréo. La X:Link rend cette console compatible avec tous les autres produits de la famille X:one et le package comprend également le logiciel de montage et mixage Cross LE de Mixvibes. www. allen-heath.com
KRK ROKIT G3
Electro-Voice ETX Series
Dynacord PM 502
Cerwin-Vega! P1000X
CERWIN-VEGA!
De P1000 luidspreker is de meeste recente toevoeging aan de P-Series van Cerwin-Vega! Dit model is een compacte versie van de P1500X en beschikt over een 1000 Watt Klasse D versterker. De P1000 is geschikt voor verschillende toepassingen, gaande van live concerten tot public speeches. Daarnaast lanceerde Cerwin-Vega! met de XD4 en XD5 (respectievelijk 4” en 5”) twee full range systemen, en een actieve subwoofer met de 8” XD8. www.cerwinvega.com
DYNACORD
Nieuw bij Dynacord is de AXM 12A, een multifunctionele en veelzijdige actieve monitor. Deze nieuwe luidspreker biedt niet alleen heldere en gedetailleerde monitoring, maar ook een gepaste geluidssterke die uitputting van de stem van de performer voorkomt. Daarnaast verzoent dit model compacte afmetingen en een laag gewicht met een hoge SPL. Dankzij de kantelhoek van 33 graden is de AXM 12A ideaal voor gebruik op kleinere podia. Verder presenteerde Dynacord ook nog de PM 502, een powered mixer. Dit enorm krachtige en veelzijdige systeem bevat vijf MIC/Lines, drie stereo inputs en drie master outputs - elk met een individuele 7-bands EQ. www.dynacord.com
ELECTRO-VOICE
Op de beurs in Frankfurt stelde Electro-Voice de volledig nieuwe ETX familie voor. Deze reeks actieve luidsprekers is ideaal voor live entertainment locaties, verhuurbedrijven, professionele muzikanten en DJ’s. Daarnaast zijn deze modellen ook geschikt voor de installatiemarkt. De reeks bevat drie tweeweg modellen (10”, 12” en 15”), een 15” drieweg model en twee subs van 15” en 18”. Alle modellen bevatten EV’s technologie voor concert- en touring systemen. www.electrovoice.com
KRK
De ROKIT G3 is de derde generatie van de KRK ROKIT studio monitors. Het model is verkrijgbaar in drie versies: 5”, 6” en 8”. Deze nieuwe actieve tweeweg monitor bevat tal van vernieuwende upgrades en kreeg, net als z’n andere ROKIT broertjes, een gele lichtgewicht woofer ingebouwd. De unieke tuning van de G3 zorgt ervoor dat de woofer, het cabinet en de ingang zich gedragen als één geheel - dit met een extreme vocale helderheid en een uitgebreide basweergave als resultaat. www.krksys.com
L’enceinte P1000 est l’ajout le plus récent à la gamme P-Series de Cerwin-Vega! Il s’agit d’une version compacte du P1500X équipé d’un amplificateur de 1000Watt en Classe D. Le P1000 est destiné à quantité d’applications, allant des concerts Live jusqu’à la conférence. En complément, Cerwin-Vega! met sur le marché les XD4 et XD5 (respectivement en 4’’ et 5’’), systèmes full range et un subwoofer auto-amplifié avec un 8’, le XD8. www.cerwinvega.com
DYNACORD
Nouveau chez Dynacord ; le AXM12A. Il s’agit d’une enceinte monitor multifonctionnelle. Cette enceinte ne se caractérise pas seulement par une clarté et une transparence sonore, mais aussi par une réponse dédicacée afin de mettre en avant la ou les voix des artistes. Enceinte compacte et légère, elle délivre néanmoins de fortes pressions acoustiques. Son angle de 33° la rend idéale pour l’emploi sur petit podium. Dynacord a également présenté sa nouvelle console amplifiée, la PM502. Console compacte mais puissante offrant pas moins de cinq entrées MIC/Ligne, trois entrées stéréo et trois sorties Master, chacune dotées d’un égaliseur 7 bandes. www.dynacord.com
ELECTRO-VOICE
Lors du salon de Francfort, Electro-Voice a présenté une toute nouvelle série d’enceintes sous le nom de ETX. Cette famille d’enceintes actives développée pour la location, les musiciens professionnels et les DJ fera également sa route dans le marché de l’installation. La série est constituée de trois modèles deux voies (10’’, 12’’, 15’’) et d’un trois voies 15’’, le tout étant complété par deux subwoofers de 15’’ et 18’’. Tous les modèles bénéficient de la toute dernière technologie EV pour les concerts et systèmes de touring. www.electrovoice.com
KRK
PROEL
Met de FREE8LT en de FREE10LT lanceert PROEL twee draagbare en compacte combo geluidssystemen die werken op batterij. Beide modellen bevatten een media player die je kan controleren via afstandsbediening. Je kan MP3-bestanden afspelen vanaf een USB-stick, een SD-kaart of een bluetooth apparaat. Verder zagen we op de beurs nog de FREEPASS6, eveneens een compact combo sound systeem met enorm veel opties. Daarnaast stelde PROEL een volledig nieuwe reeks voor: de LT Series bestaat uit actieve en passieve speakers met een gunstig prijskaartje! Ten slotte werd de V Series uitgebreid met de V8A, een compact en lichtgewicht cabinet met Klasse D versterker. www.proel. com
24
CERWIN-VEGA!
www.meetmusic.com
Nous voici déjà à la troisième génération du ROKIT avec le ROKIT G3. Disponible en trois tailles, 5’’, 6’’ et 8’’, ce monitor studio actif bénéficie de plusieurs améliorations par rapport à la version précédente mais garde toujours son fameux woofer de couleur jaune. Le nouveau design du ROKIT G3 a comme résultat que l’enceinte bois, le woofer et l’entrée ellemême sont fortement couplés et réagissent comme un tout. La résultante en est une grande transparence dans les fréquences de la voix et un rendu grave étendu. www.krksys.com
PROEL
PROEL nous a présenté deux nouveaux ensembles portables et compacts combo sous les dénominations de FREE8LT et FREE10LT. Ces deux unités dotées de batteries, reçoivent un média-player télécommandable, compatible MP3 via USB, carte SD ou Bluetooth. Nous avons découvert sur le stand le FREEPASS6, combo également très complet et versatile. PROEL profite également du salon pour lancer sa nouvelle famille LT, il s’agit d’une série complète d’enceintes actives et passives dans une gamme de prix très attrayante. Et
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
HILITES SENNHEISER
YAMAHA
SENNHEISER
Le nouveau MK8 vient chapeauter le bien connu MK4. Ce nouveau micro condensateur studio est construit autour de deux diaphragmes et offre cinq caractéristiques polaires différentes, allant de l’omni à l’hyper-cardio, rendant ce micro compatible avec toutes les conditions acoustiques en studio. Les basses intempestives et l’effet de proximité sont eux réduits ou éliminés par un filtre passe/haut/roll-off. www.sennheiser.com
YAMAHA
Les QL1 et QL5 de Yamaha sont les deux premiers modèles de la gamme QL. Celle-ci est la nouvelle série de consoles numériques du constructeur Japonais, et offre la même qualité, puissance processeur et flexibilité que les CL Series. La différence majeure réside dans l e s taill e s d e consoles, les QL étant principalement destinées à des utilisations plus légères ou des applications plus réduites. www.yamaha.com
PSL
PRO SOUND & LIGHT 2014/04
PSL
www.meetmusic.com
25
Yamaha QL5
De QL Series is Yamaha’s nieuwste reeks digitale consoles. Deze modellen bieden dezelfde kwaliteit, processorkracht en flexibiliteit als die van Yamaha’s CL Series. Het verschil tussen beide reeksen ligt o.a. in de grootte van de modellen, gezien de z e nieuwe reeks bedoeld is voor kleinere en lokalere toepassingen. Momenteel bevat de QL Series twee modellen: de QL1 en QL5. www.yamaha. com
pour finir, il faut signaler que la série V est nouvellement agrandie avec le V8A, une enceinte compacte et légère dotée d’une amplification en classe D. www.proel.com
Sennheiser MK 8
Met de MK 8 stelde Sennheiser het nieuwe broertje voor van de MK 4. Deze condenser studiomicrofoon heeft een dubbel diafragma en kan in vijf richtingen worden ingesteld: omni-directioneel, cardioïde, super-cardioïde, etc. Op deze manier kan je de microfoon aanpassen aan elke opnamesituatie. Daarnaast bevat de MK 8 een low-cut/roll-off filter die ervoor zorgt dat geluid met een lage frequentie wordt geëlimineerd, en het proximity-effect wordt gereduceerd. www.sennheiser.com
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
Nr.304
27e jaargang - April 2014 27ième année - Avril 2014
GRATIS
GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX
Recording King RK-G25-BR
DV Mark
MULTIAMP
Tech 21
Bass Pedals
Ludwig
Breakbeats
Kawai
ES-100