Psl306

SOUND

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELG BELGIE Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

Audient

Juni 2014 Juin 2014

GRATIS

GRATUIT

iD22

Miktek C1 & CV3

DAP-Audio CX-1500

Allen & Heath Xone:23

JB Systems

Invader

2

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

INHOUD - SOMMAIRE 4

4

RECORDING & PRODUCING Audient iD22 AD/DA interface & monitoring system ........................... 4

Miktek 8

C1 & CV3

condensor microphones .............................................. 8

LIVE SOUND DAP-Audio CX-1500

12

power amplifier ....................................................... 12

21

DJ GEAR Allen & Heath Xone:23 DJ mixer .................................................................. 16

LIGHT GEAR JB Systems Invader

17

LED-, strobe & laser effect..................................... 18

HILITES ............................................................. 22 MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Andy “DJ ND” Vercauteren Hans Lauwens Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” Jaspar Luc Henrion Roger Roland Wiebe “DJ Dysfunkshunal” Hennes Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

PRO SOUND & LIGHT

M-Works ........................ 9

Titan ............................. 19

Fentex.......................... 17

Adam Hall .................... 11

Mills Audio ................... 10

Viladco ......................... 13

Kawai ........................... 21

Beglec.......................... 15

RSL.............................. 13

MEET MUSIC MAGAZINE

K18 .............................. 25

Cymatic Audio .............. 7

Sound 7 ....................... 22

Alhambra ..................... 11

Peavey........................... 7

Heremans AV .............. 22

ST Audio ...................... 21

BMI .............................. 15

Sound Service .......... 9,19

Highlite International...2,13,23

Studio Factasy............. 22

EMD............................... 5

Voerman ........................ 2

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

www.meetmusic.com

3

RECORDING & PRODUCING

Audient iD22

Audient iD22

AD/DA INTERFACE & MONITORING SYSTEM Misschien kent u Audient wel? Dit Britse merk uit Hampshire bestaat sinds 1997 en sprong er al snel uit door grote analoge consoles te bouwen in een tijd waarin alle andere merken zich op de digitale wereld hadden gestort. We weten dat de Britten links rijden en niet vies zijn van tegendraads doen, maar het was een gedurfde zet om op dat moment met zo’n producten uit te pakken. Maar, de tijd heeft hen gelijk gegeven. De Audient-producten vallen in de smaak bij professionals over heel de wereld. De fabrikant heeft ook andere consoles en andere producten (bijvoorbeeld een achtvoudige preamp) gelanceerd. Op de test-

ROGER ROLAND Peut-être connaissez-vous Audient ? Cette marque anglaise basée dans le Hampshire a été créée en 1997 et s’était de suite fait remarquer en proposant de grosses consoles analogiques à une époque où toutes les marques étaient passées ou passaient au numérique. On sait que les britanniques roulent à gauche et qu’ils ne sont pas à une incongruité près, mais il fallait oser sortir un tel produit à l’époque. Et le temps leur a donné raison : les produits Audient sont appréciés de professionnels partout dans le monde. Le constructeur a sorti d’autres consoles et d’autres produits (un octuple préampli par exemple). Ce que je reçois aujourd’hui est une interface audio destinée à être bran-

bank heb ik nu een audio interface om aan de computer aan te sluiten. En ik hoor u al denken: “Nog één???”. Inderdaad, nog één. Maar, ze komt van bij Audient en is dus niet helemaal zoals de andere.

c h é e sur votre ordinateur. J’entends déjà les remarques : « une de plus » ! De fait : une de plus. Sauf qu’elle vient de chez Audient et ne sera donc pas tout-à-fait comme les autres.

PRESENTATIE

Audient stelt met de iD22 een USB2-audio interface (Mac en PC) voor met twee microfooningangen en evenveel converters, een monitorcontroller en een hoofdtelefoonversterker. Er is ook een optische ingang/ uitgang die kan gebruikt worden voor ADAT of S/PDIF. Dit alles met maar één doel voor ogen: een goede kwaliteit in combinatie met gebruiksgemak. Laten we dat samen ontdekken…

BESCHRIJVING

Het eerste dat bij het uitpakken opvalt, is de stevigheid van dit toestel.

De look is sober, met een kwaliteit die (om even als een marketeer te praten) superieur oogt ten opzichte van wat we gewend zijn. Het gewicht bedraagt 3 kilogram en de afmetingen zijn 23 x 18 x 6 cm (L x B X H).

Het ontwerp is simpel. Het is voornamelijk een zwarte doos met een zilverkleurig lijntje. De voeten zijn bedekt met een antisliplaagje.

De adapter en een USB-kabel zijn inbegrepen, samen met een erg mooie USB-stick in de vorm van een sleutel waarop de drivers en de handleiding staan. We zien onmiddellijk de grote centrale knop die gebruikt wordt om het monitorvolume af te stellen. Daarnaast zitten een “status”-led en een aantal andere leds voor de piekmeter. Daaronder zien we de “dim”- en “cut”-knop. Aan de rechterkant zit de niveauregeling voor de hoofdtelefoon en drie knoppen met de markeringen “F1”, “F2” en “F3”. Deze zijn allemaal verlicht. Aan de linkerkant zien we twee keer deze reeks: een regelaar voor de gain input en vier schakelaars die we dadelijk zullen bespreken.

Het geheel is luchtig, overzichtelijk en oogt aangenaam… Kortom, een succesvol design. De gebruiker zal er makkelijk zijn weg in vinden. Als we naar de achterkant kijken, gaat er een nieuwe wereld voor ons open.

Uiterst links zit de aansluiting voor de externe voeding, een hoofdtelefoonaansluiting en een USB-poort. Een optische ingang/uitgang (ADAT of S/PDIF) is ook aanwezig. Er zijn twee stereo-uitgangen voor TRSjack, alsook twee microfoon)- en line-ingangen (gecombineerd XLR/ jack) en een DI-ingang op input 2. Dit is een speciale connector voor DI, maar het is geen extra kanaal. Tenslotte, en dit is bijzonder: elke ingang heeft een fysieke send/return. Twee per track dus. Ik denk niet dat er een andere interface is die deze mogelijkheid biedt. Er zit ook software bij, maar daarover praten we zo dadelijk in detail.

GEBRUIK

De installatie ging heel makkelijk. Ik heb ze getest op Mac en op PC. In beide gevallen “rolt het zoals een taart”, om maar even als mijn zoon te praten die nog niet alle kneepjes van de taal onder de knie heeft. Zodra de interface via USB is aangesloten, knippert de statusled kort om daarna groen te

4

www.meetmusic.com

PRESENTATION

Audient propose donc une interface audio en USB2 (pour Mac ou PC) disposant de deux entrées « micro », et autant de convertisseurs, plus un contrôleur de monitoring et un ampli casque. Il y a également une entrée/sortie optique pouvant accueillir de l’Adat ou du S/Pdif. Avec bien entendu un objectif clairement affirmé : offrir de la qualité tout en restant simple au niveau de l’utilisation. Découvrons cela ensemble…

DESCRIPTION

La première chose qui surprend au déballage est l’apparente solidité de l’interface. Le look est sobre, avec une « qualité perçue » (pour parler comme un agent de marketing) supérieur à ce qui se fait habituellement. Le poids n’y est pas étranger : l’iD22 accuse un kilo et demi sur la balance, et ses dimensions L x l x H donnent 23 x 18 x 6 cm au point le plus haut. Le design est sobre : principalement noir encadré d’argent foncé. Le poids et les pieds recouverts d’une matière antidérapante assurent une excellente stabilité.

Un transfo et un câble USB sont fournis, de même qu’une clé USB très jolie (elle a la forme d’une vraie clé) qui contient les pilotes et le mode d’emploi. On remarque immédiatement le gros potard central qui servira à doser le volume des moniteurs. Il est surmonté d’une led « status » et de quelques leds pour le crêtemètre. En-dessous on trouve un bouton « dim » et un autre « cut ». A droite on voit le réglage de niveau pour le casque et trois boutons nommés « F1, F2, F3 ». Tous es boutons sont rétro-éclairés. A gauche on trouve en double: un réglage de gain d’entrée, et quatre petits interrupteurs dont nous reparlerons.

L’ensemble est aéré, lisible, convivial…bref : réussi au niveau de la conception, et l’utilisateur trouvera ses marques aisément. Passons à l’arrière, il y a du monde! A l’extrême gauche se trouve la prise pour l’alimentation externe, la prise casque et la prise USB. Une entrée et une sortie optiques sont présentes (Adat ou S/pdif). Puis deux sorties stéréo en jack TRS. Il y a également deux entrées « micro » ou « ligne » en connecteur « combo » (XLR/jack), de même qu’une entrée DI sur l’entrée n° 2. Il s’agit d’un connecteur spécifique pour la DI, mais pas d’un canal supplémentaire. Enfin, et ceci est particulier : chaque entrée compte un point d’insertion physique, via un jack « send » et un autre « return » (deux jack par piste donc).

Je ne pense pas qu’il existe une autre interface de ce type à proposer cela.

Un software est également présent, nous en reparlerons plus en détails.

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Audient iD22

blijven branden. Gewoon om te bevestigen dat alles OK is. De interface is aangenaam en iedereen die al eens geluid heeft opgenomen, is meteen vertrokken. De anderen nemen er even de handleiding bij. Ze is goed geschreven, maar alleen verkrijgbaar in het Engels. Op de website vind je nog wel een Duitse versie. Geen Nederlandse of Franse handleiding.

De instellingen zijn eenvoudig: voor elk van de twee kanalen vinden we: een gain control, fantoomvoeding, 10dB pad, fase-inverter en een hoogfilter (100 Hz). Het geluidsniveau van de monitors wordt ingesteld met de grote centrale knop: logisch. Het hoofdtelefoonniveau regel je met de knop waar je een tekening van een hoofdtelefoon ziet: ook logisch! Het is mogelijk om de monitor te muten via de “cut”-knop (die dan rood wordt) of je kan ook het niveau verlagen via de “dim”-toets (die geel oplicht).

Tot nu toe geen verrassingen. De drie F-knoppen aan de rechterkant zijn een beetje mysterieuzer. De gebruiker kan er zelf een functie aan toewijzen, zoals bijvoorbeeld naar de mix luisteren in mono, of een tweede uitgang gebruiken om een track te beluisteren. Of je kan er een talkbackfunctie aan toewijzen.

Er is wel geen geïntegreerde microfoon, maar het is mogelijk om er een tweede aan te sluiten op de ingang. In dit geval kan je de tweede ingang natuurlijk niet

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

RECORDING & PRODUCING

UTILISATION

L’installation se passe aisément. J’ai testé sur Mac et sur PC, dans les deux cas, cela roule comme sur du gâteau, comme le dit mon fiston qui n’a pas encore saisi toutes les subtilités du langage. Aussitôt que l’interface est branchée en USB, la led « status » s’illumine en vert, clignote brièvement avant de rester allumée, histoire de confirmer que tout baigne. L’interface est conviviale et tout qui a déjà effectué une prise de son prendra immédiatement ses repères. Pour les autres: voir le mode d’emploi, qui est très bien rédigé, mais uniquement en anglais. On peut aussi charger une version allemande sur le site web Audient. Français et néerlandais sont pour le moment absents.

Les réglages sont simples: pour chacun des deux canaux, sont à disposition : un réglage de gain, une alimentation fantôme, un pad de -10 dB, un inverseur de phase et un filtre passe-haut à 100 Hz. Le niveau sonore des moniteurs se règle via le gros potard « Monitor » (logique) et le niveau casque via le potard où l’on voit l’icône d’un casque (tout aussi logique). Il est possible de couper le son des moniteurs via l’interrupteur « cut » (qui s’allume en rouge) ou de baisser le niveau via le

www.meetmusic.com

5

RECORDING & PRODUCING

Audient iD22

voor iets anders gebruiken. Jammer!

Tot nu toe hebben we het enkel over de hardware gehad, maar er is natuurlijk ook nog de software. Geen plug-in of iets dergelijks, maar een mooie virtuele console waar je de namen van de tracks en enkele extra functies kan beheren, zoals bijvoorbeeld de cue of de luisterniveaus van de verschillende mono- en stereosporen (de overgang van mono naar stereo gebeurt door het indrukken van een virtuele knop die er erg leuk uitziet). Deze mixer is een erg mooie aanvulling op je favoriete DAW. In mijn ogen is de zeer goede leesbaarheid een enorm voordeel (zie screenshot). Er zijn vier tabbladen aan de bovenkant van het venster: File, View, Setup, Help. Duidelijker kan niet! Laten we nu teruggaan naar de hardware: de inputfunctie op de analoge ingangen biedt je de mogelijkheid om je computer en je favoriete equalizer te gebruiken. Audient heeft namelijk goed begrepen dat het analoge nog wel degelijk veel mensen interesseert en dat er dus helemaal geen reden is om dat te ontkennen, zelfs als je gewoon thuis opneemt.

De ADAT in- en uitgangen laten toe om meer in- en uitgangen te creëren en dat is een groot pluspunt. Het enige minpuntje (en het is maar miniem) zijn de leds voor de levelmeter. Het is op zich een goed idee, maar vier leds (twee groene, een gele en een rode) is misschien een beetje weinig. Qua gebruikscomfort is de iD22 zeer bevredigend: de knoppen zijn stevig en aangenaam om aan te raken en de schakelaars zijn gesloten, wat de indruk van stevigheid alleen maar ten goede komt.

6

www.meetmusic.com

bouton « dim » qui s’allume en jaune. On reste dans l’évidence. Les trois boutons « F » sur la droite sont plus mystérieux. Ils sont en fait assignables à la fonction choisie par l’utilisateur. Par exemple : écouter le mixage en mono, ou utiliser une seconde sortie pour passer sur une seconde paire d’écoutes. Ou encore assigner un micro d’ordres (talkback). A savoir qu’aucun micro n’est intégré dans l’ID22 mais qu’il est possible d’en brancher un sur l’entrée numéro deux. Dans ce cas, bien entendu, vous ne pourrez plus utiliser la seconde entrée pour autre chose. Dommage!

Nous avons jusqu’ici parlé de la partie hardware, mais il y a également une partie « software ». Aucun plug in ou autre, mais une très jolie console virtuelle où vous pourrez nommer les pistes, et piloter certaines fonctions supplémentaires comme la gestion des cue ou des niveaux d’écoute de chaque piste Il est possible de créer des pistes mono ou stéréo (le passage de mono à stéréo se fait en appuyant sur un bouton virtuel avec une brève animation très réussie). Cette console de mixage s’ajouter à celle de votre DAW favorite, et la complète utilement.

Elle dispose d’une grande qualité à mes yeux : la lisibilité. Voir copie d’écran ci-jointe. On compte quatre onglets en haut de la fenêtre : « File, View, Setup, Help », c’est plutôt clair! Revenons au hardware : la fonction d’insertion sur les entrées analogique vous permettra d’utiliser votre compresseur et votre égaliseur favoris dès l’enregistrement. Audient a bien compris que l’analogique intéresse encore (à raison) beaucoup de monde, et qu’il n’y a donc aucune raison de s’en priver, même si l’on enregistre à la maison.

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Audient iD22 GELUIDSKWALITEIT

pro

RECORDING & PRODUCING

Les entrées et sorties Adat permettront de gérer plus d’entrées en enregistrement ou lecture, ce qui est un indéniable avantage. Le seule regret (et il est minime) concerne les leds du crêtemètre. C’est une bonne idée d’en avoir prévu un, mais quatre leds, comme disait Cyrano, c’est un peu court : deux vertes, une jaune, une rouge. Au niveau confort d’utilisation, l’iD22 donne entière satisfaction : les potards semblent robustes et sont agréables au toucher, et les interrupteurs sont fermes, ce qui renforce l’impression de solidité.

Ik zal er geen • Simplicité d’emploi • gebruiksgemak doekjes om win• Qualité sonore • geluidskwaliteit den: je wordt niet teleurgesteld.

• Insertion sur chaque canal • input op elk kanaal Integendeel! De preamps zijn dezelfde als die op de consoles van • handleiding enkel in En• Mode d’emploi en anglais Audient, niet gels en Duits et allemand QUALITE SONORE meer, niet min• geen papieren handleiding • Pas de mode d’emploi Je ne vais pas tourner autour du pot: pas de quoi être der. Dus niet “on« papier » déçu ici, bien au contraire ! Les préamplis sont idengeveer gelijk aan” tiques à ceux utilisés sur les consoles Audient, ni plus of “gebaseerd ni moins. Pas une version « qui est presque la même », op”... Neen, idennon ! Identique, tout est dit. Un son propre, détaillé. J’avoue avoir été tiek! Het geluid is helder en gedefinieerd. Ik moet toegeven dat ik onder de indruk ben. De maximale gain bedraagt 60 dB. Er is geen achter- impressionné. Le gain maximum est de 60 dB. Pas de bruit de fond, et un rendu plaisant: la coloration est subtile, mais réelle. Le son n’est pas grondnoise en de klankkleur is subtiel en echt. Het geluid is niet steriel zonder extreem gekleurd te worden. Ik ben niet gewend om zo’n kwa- du tout stérile, sans que l’on soit dans la coloration extrême. On n’a pas liteit tegen te komen bij kleine interfaces. De converters kunnen wer- l’habitude de cette qualité sur les petites interfaces. Les convertisseurs peuvent travailler jusqu’à une fréquence de 96 kHz, et à nouveau on perken tot een frequentie van 96 kHz en opnieuw is er dat uitgesproken çoit une excellente définition, un joli rendu des détails, que cela soit via gedefinieerde geluid en een goede weergave in de monitors, waarbij de gebruiker beschikt over voldoende reservevolume. De converter in A/N les sorties « moniteurs » ou même via le casque, où l’utilisateur dispose d’une réserve de volume suffisante. La plage du convertisseur en A/N zit op 120 dB, in N/A is dat 114 dB. est de 120 dB (pondération A). En N/A nous en sommes à 114 dBA.

contra

PRIJS

Aan alles komt een einde, ook aan testen zoals deze. Laten we het eens over de fincanciën hebben. Hoeveel gaat er van uw rekening als u de iD22 koopt? €664,29 (inclusief BTW). We kunnen niet zeggen dat dit veel geld is voor wat je krijgt. Toegegeven, we hebben niet met een instapmodel te maken. Gezien de kwaliteit is dit een mooi zaakje omdat je er lang plezier aan zal beleven. En dat terwijl u bij instaptoestellen al na een paar maanden meer wilt.

BESLUIT

Uitstekende interface voor een betaalbare prijs. Een mooie en robuuste constructie, goed uitgedokterde functies en verzekerd gebruiksgemak.

Wat wil je nog meer? Nadat ik er een paar dagen mee gespeeld heb, kan ik bevestigen dat het elke keer weer een plezier was om ermee aan de slag te gaan. Als je op zoek bent naar een interface die steeds weer uitblinkt, moet je zeker de iD22 proberen.

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

BUDGET

Tout a une fin, y compris les tests. Parlons finances: combien d’argent en moins sur votre compte pour obtenir cette interface en plus? €664,29 (TVA incluse). On ne peut pas dire que cela soit cher. Certes, ce n’est pas de l’entrée de gamme, mais qui a dit que les radins payaient toujours deux fois ? Vu la qualité proposée, c’est carrément une affaire, car la qualité s’amortira sur le long terme, alors qu’un modèle entrée de gamme lasse en général après quelques mois.

CONCLUSIONS

Une excellente interface à un prix abordable. Jolie construction robuste, fonctions bien étudiées et convivialité assurée, que demander de plus ?

Pour l’avoir utilisée plusieurs jours, je peux affirmer que c’est un modèle que l’on apprécie chaque fois qu’on l’utilise. Si vous cherchez une interface qui se démarque quelque peu de ce qui se fait habituellement, il vous faut absolument essayer cette iD22.

PSL

www.meetmusic.com

7

RECORDING & PRODUCING

Miktek C1 & CV3

Miktek C1 & CV3 CONDENSER MICROPHONES

Ongeveer een jaar geleden testte ik de uitstekende CV4, waarvan de klank me echt beviel. Voor het geval je deze review nog eens wil lezen, hij staat nog steeds op onze website. Het merk was tot nu toe niet erg bekend bij ons, maar begint stilaan zijn plekje onder de zon op te eisen. Ik heb nu twee modellen aangekregen: de C1 en de CV3.

PRESENTATIE

Miktek is een Amerikaans merk, de microfoons worden gemaakt in Nashville.

We hebben hier te maken met twee microfoons met een groot membraan. De CV3 is een buizenmodel en heeft twee richtingskarakteristieken. De C1 is een transistormodel. Het zijn allebei breed inzetbare microfoons die zonder problemen hun weg vinden in de studio.

BESCHRIJVING

De C1 en de CV3 zijn overduidelijk broertjes. De ene is zilver (C1), de andere zwart (CV3), maar voor de rest zien ze er identiek uit. En dat geldt waarschijnlijk ook voor een groot deel van de componenten. Ze zijn ook behoorlijk indrukwekkend: ongeveer 21 cm hoog met een gewicht van 740 gram. Ze zijn allebei mooi afgewerkt en zien er zeer degelijk uit. De 1 inch Mylar capsule met goud gecoat is verschillend: de CV3 gebruikt de MK9 (net zoals de CV4), terwijl we in de C1 de nieuwe MK1 terugvinden. Beide zijn ontworpen door Miktek zelf.

Achteraan elke microfoon zitten twee schakelaars: een voor de hoogfilter van 100 Hz, een tweede voor de attenuator (-10dB). Het essentiële verschil is eerder te zoeken in het feit dat de CV3 een miniatuurbuis gebruikt, terwijl de C1 beroep doet op field effect transistors (FET). En dan zijn er ook nog de directionele patronen: de C1 heeft alleen de cardioïde richtingskarakteristiek, terwijl de CV3 beschikt over negen patronen om uit te kiezen.

De voeding is dezelfde als die van de CV4 en draagt de naam PS4 en het label “made in China”, wat niet wil zeggen dat ze niet robuust is (en er voor een voeding eigenlijk best geslaagd uitziet). De buismicrofoons hebben een externe fantoomvoeding nodig in verschillende spanningen. Een 48 voltvoeding volstaat dus niet. Er zit een zevenpolige kabel bij om de microfoon aan te sluiten om hem zo van de nodige voeding te voorzien en om de richtingskarakteristieken te kunnen kiezen. Dit alles zit in een mooie aluminium koffer, of je kunt de microfoon zelf in zijn mooie houten kistje stoppen. De C1 heeft enkel het houten doosje en een ophanging en heeft genoeg aan 48 volt fantoomvoeding. Allebei de microfoons zijn vergezeld van een handleiding in het Engels en een frequentieresponscurve.

Elke m i crofoon die de fabriek buitengaat is dus nagemeten en je krijgt de exacte curve van je microfoon erbij. Het is door dit soort details dat Miktek laat zien dat het hun menens is.

GEBRUIK

Deze microfoons zijn natuurlijk ideaal om stemmen op te nemen, maar eigenlijk schitteren ze bij elk instrument: gitaar, cello, klarinet, saxofoon, piano,… Ze klinken zeer aangenaam, zelfs

8

www.meetmusic.com

ROGER ROLAND Il y a un an, je testais Miktek l’excellent CV4, dont le son m’avait enthousiasmé. Le test est toujours disponible sur le site web du magazine, si vous souhaitez le (re)lire. La marque était peu connue chez nous, mais elle se fait peu à peu une place au soleil et je reçois aujourd’hui deux nouveaux modèles: le C1 et le CV3.

PRESENTATION

Miktek est une marque américaine et les micros sont montés à Nashville.

Nous sommes ici en présence de deux micros « large membrane ». Le CV3 est à lampe et dispose de plusieurs directivités, tandis que le C1 est un modèle « transistor ». Dans les deux cas il s’agit de modèles « à tout faire » qui seront à l’aise en studio. Voyons cela en détails…

DESCRIPTION

Le C1 et le CV3 se ressemblent comme des frères : l’un est argenté (C1) l’autre noir (CV3), mais ils sont identiques pour le reste du look, et sans doute également pour une partie des composants. Ce sont des modèles assez imposants : environ 21 cm de haut et près de 740 grammes sur la balance. L’un et l’autre sont dotés d’une excellente finition. Ils dégagent une impression de sérieux indéniable. La capsule 1 pouce en Mylar recouvert d’or évaporé est différente: le CV3 utilise la MK9 identique au CV4, tandis que le C1 emploie la nouvelle MK1. Les deux sont conçues par Miktek.

A l’arrière, chaque micro dispose de deux interrupteurs : le premier pour le filtre passe-haut à 100 Hz, le second pour l’atténuateur (-10 dB). La différence essentielle concerne d’une part la technologie employée : à lampe pour le CV3 (une pentode miniature) et à transistors à effet de champs (FET) pour le C1. Et d’autre part les directivités : le C1 ne dispose que de la directivité cardioïde tandis que le CV3 propose neuf directivités, à choisir depuis le boiter d’alimentation.

Celui-ci est identique au boitier qui accompagnait le CV4. Il porte le nom de PS4 et est « made in china » ce qui ne l’empêche pas d’être robuste et très joli (pour un boitier d’alim. c’est même plutôt réussi). Les micros à lampe ont besoin d’une alimentation externe pour alimenter le tube en différentes tensions : l’alimentation fantôme de 48 volts ne suffit pas. Un câble 7 broches accompagne le micro pour le relier au boitier assurant le choix des directivités et l’alimentation, de même qu’une jolie valise assez imposante en aluminium ou l’on pourra ranger le micro dans son très joli réceptacle en bois. Le C1 ne reçoit que le coffret en bois et la suspension, mais nécessite une alimentation 48 volts pour fonctionner. Il est à noter que chaque micro est livré accompagné d’un mode d’emploi en anglais, et d’une courbe de réponse en fréquences unique. Chaque micro est donc mesuré et vous recevez la courbe de votre micro. C’est à ce genre de détail que l’on voit que Miktek prend son travail très au sérieux.

UTILISATION

Ces micros seront bien entendu dans leur élément pour enregistrer la voix, mais aussi n’importe quel instrument : de la guitare au violoncelle en passant par la clarinette, le saxophone ou le piano. Ces micros sont très à l’aise même dans le grave. La courbe de réponse est quasi plate de 20 à 20 kHz. Juste une légère bosse vers les 10 kHz. Il s’agit de micros de studio dans le sens usuel du terme : à savoir qu’ils sont polyvalents. Le CV3 offrira plus de possibilités via le choix de l’une des neuf directivités. En effet, si en home studio, on utilise habituellement la directivité cardioïde, les autres possibilités apportent un « plus » indéniable.

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Miktek c1 & cV3 in de lage tonen. De responscurve is bijna plat 20-20 kHz. Er is enkel een klein schokje te zien tot 10 kHz. Dit zijn studiomicrofoons in de letterlijke zin van het woord. Dit wil zeggen dat ze zeer veelzijdig zijn. De CV3 zorgt voor een iets grotere flexibiliteit door de mogelijkheid van negen directionele patronen. Sterker nog, in de studio wordt sowieso vooral de cardioïde karakteristiek gebruikt. Alle extra mogelijkheden zijn dan ook echt extra.

De omgevingsgeluiden worden mooi opgenomen, tenminste als de kamer over een goede akoestiek beschikt. De achtvorm wordt ook vaak gebruikt in professionele studios, maar eigenlijk ook bij iedereen die een beetje met geluidsopnames bezig is, zelfs thuis.

De C1 heeft een verborgen functie: je kan de spanning van de capsule switchen tussen 48 en 60 Volt. Als je de microfoon open schroeft, zie je de schakelaar.

De twee verschillende mogelijkheden hebben elk hun eigen geluidskenmerken. Het is dus een interessant gegeven, maar het is jammer dat de schakelaar zo moeilijk bereikbaar is.

GELUIDSKWALITEIT

Ik herinner met het geluid van de CV4 nog goed en de sound van de CV3 lijkt me iets minder typerend. Ik weet niet goed wat de rol van de NOS-lamp (New Old Stock) van Telefunken is in de CV3, maar de CV4 beschikt niet

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

recording & producing

Une prise en omni sonne de manière très naturelle, pour autant que le local dispose d’une bonne acoustique. La figure en huit aussi est souvent utilisée en studio pro, mais tout qui pratique un peu de prise de son saura s’en servir avantageusement, même à la maison.

Le C1 possède une fonction cachée, qui lui permet de faire varier la tension de la capsule entre 48 volts et 60 volts. Il faut dévisser le corps du micro pour découvrir un interrupteur permettant de choisir.

Chacune des deux possibilités amenant ses propres caractéristiques sonores.

C’est une idée intéressante, mais il est dommage que l’interrupteur soit si difficilement accessible.

QUALITE SONORE

Je garde en mémoire le son du CV4 et le son du CV3 est moins typé selon moi.

J’ignore le rôle joué par la lampe NOS (New Old Stock) Telefunken dans le CV 4 mais le CV3 ne dispose pas d’une telle lampe NOS. Il s’agit d’une lampe de production actuelle. Ceci a probablement un impact favorable sur le prix.

Le son est assurément chaud, aéré et défini, avec une brillance qui devra selon moi être un peu corrigée à l’égaliseur. Ce côté à la fois chaud en bas et détaillé en haut aide à placer une voix dans un mix, mais peut parfois poser problème sur les sifflantes en enregistrement vocal. Il faudra prendre le temps de placer idéalement le micro par rapport à la source, et il n’est nul besoin de se coller au micro pour obtenir de la définition : même à 40cm de distance on obtient énormément de détails.

Le C1 sonne un peu plus doux mais également un peu plus mat, du moins en 48 volts. Quand on place l’interrupteur en « 60 volts » le son change et le rendu

www.meetmusic.com

9

RECORDING & PRODUCING

Miktek C1 & CV3

over zo’n NOS-lamp. Hij heeft een lamp van de huidige productie en dat zal waarschijnlijk een gunstiger effect hebben op de prijs.

Het geluid is zeker warm, luchtig en gedefinieerd, met een zekere helderheid die naar mijn mening licht gecorrigeerd moet worden met een equalizer. Hij heeft aan de ene kant een mooi laag en gedetailleerde hoge tonen. Ideaal om een stem mooi in de mix te krijgen, maar het kan ook een probleem zijn bij sisklanken. Het is dus nodig om je tijd te nemen om de microfoon precies te plaatsen ten opzichte van de geluidsbron. Het is namelijk helemaal niet nodig om ze pal tegen elkaar te zetten, want zelfs over een afstand van 40 cm krijgen we nog altijd veel details. De C1 klinkt een beetje zachter, maar ook een beetje matter. Tenminste bij 48 Volt. Wanneer we naar 60 Volt schakelen, verandert het geluid en krijgen we meer details te horen. We gaan hier niet van wit naar zwart, maar je hoort het verschil toch, en dat zowel bij spraak als akoestische gitaar of gelijk welk ander instrument.

Deze microfoons hebben geen last van ruis, zelfs niet bij een hoge gain. De C1 heeft zelfs een 13 dB aan eigen noise (EIN), terwijl dat bij de CV4 16 dB is.

In beide gevallen uitstekende prestaties. De geluidsweergave is heel verschillend van model tot model, maar ze vallen allebei in de categorie van professionele microfoons. Na een paar dagen testen gaat mijn voorkeur naar de CV3 omdat hij meer mogelijkheden biedt.

Maar die is natuurlijk duurder.

Als het budget eerder beperkt is, is de C1 een mooie keuze. Het is zonder twijfel degene die de beste prijs/kwaliteitverhouding biedt.

BUDGET

Moeten we je nog langer in spanning houden? Wij, Belgen, hebben maar twee vragen: “Wanneer hebben we een regering?” en “Hoeveel kosten deze microfoons nu?”

De CV3 is van u voor €1208,79 (incl. BTW), de C1 is met zijn €724,79 (incl. BTW) ietwat voordeliger geprijsd. Dit kan hoog lijken, maar ze zijn allebei hun geld meer dan waard. We hebben immers te maken met professionele microfoons, waarbij de C1 echt een heel goeie deal is.

Superkwaliteit voor een betaalbare prijs. Echt een mooi alternatief voor de instapmodellen van sommige andere merken. Niet enkel innovatief, maar ook een goede geluidskwaliteit.

Een test zoals ik ze graag heb! We ontdekken nieuwe producten die probleemloos de concurrentie in de schaduw zetten. Als dit het budget is dat je voor een microfoon in gedachten had, dan zijn ze absoluut het overwegen waard. Hun kwaliteit is echt goed, zowel op het vlak van geluid als qua constructie en afwerking. Ze uitproberen, betekent waarschijnlijk ook dat je ze in huis zal nemen. Ik hoor het wel van jullie!

PSL

RECORDING SPECIALIST Soundcards..... Protools, RME, Presonus, Tascam, ART, Steinberg, Focusrite, Roland, Motu

Monitoring...... Neumann, Genelec, Fostex, JBL,

Presonus Microphones..Neumann, Rode, Sennheiser, AKG, Shure, Golden Age Headphones... Sennheiser, Beyer, Shure, Sony, Audio-Technica, Koss Peripherals...... SPL, ART, Presonus, Focusrite, dbx, Tascam, Korg, Zoom

SECOND HAND & REPAIR SERVICE De Bruynlaan 51, 2610 Wilrijk - 03 825 48 38 - millsaudio@skynet.be - www.millsaudio.be

www.meetmusic.com

BUDGET

Est-il besoin de faire durer le suspense ? Si la première question des belges est actuellement: « quand aurons-nous un gouvernement », l’autre question qui vient juste après est « que coûtent ces micros » ?

Le CV3 sera vôtre pour €1208,79 (TVA incluse). Le C1 se positionne plus avantageusement au prix de €724,79 (TVA incluse). Cela peut sembler élevé pour le CV3 mais c’est selon moi tout-à-fait justifié. Nous sommes en présence d’un micro rempli de qualités, qui se place dans une catégorie « pro », clairement.

Le C1 se présente comme une excellente affaire : d’indéniables qualités avec un prix très abordable. Une vraie alternative aux entrées de gamme de certaines grandes marques de microphones, où l’on ne vend pas qu’une image de marque, mais aussi de l’innovation et des qualités sonores réelles.

CONCLUSION

BESLUIT

10

semble plus détaillé encore, en s’ouvrant un peu. On ne passe pas du noir au blanc, bien entendu mais la différence est audible, que ce soit pour une voix, mais également pour une guitare acoustique ou tout autre instrument.

Notons que ces micros ne posent aucun problème de souffle, même à gain élevé.

Le C1 dispose même d’un excellent 13 dB de bruit de fond propre (EIN) tandis que le CV4 fait 16 dB, soit de très bonnes performances dans les deux cas. Le rendu sonore est très différent d’un modèle à l’autre, mais nous sommes dans les deux cas dans la catégorie « pro ». Après quelques jours, ma préférence allait vers le CV3, qui offre plus de possibilité. Le prix de celui-ci est toutefois plus élevé et si le budget est plus limité, le C1 titre très bien son épingle du jeu. C’est sans doute celui des deux qui offre le meilleur rapport qualité/prix. Lisez la suite…

Un test comme je les aime : on découvre des produits quasi inconnus et qui vont sans doute faire de l’ombre à la concurrence. Si ces micros sont dans la zone de budget que vous envisagez pour acquérir un bon micro, il faut absolument les essayer. Leurs qualités sont réelles, qu’il s’agisse de qualité de construction, de finition ou de sonorité. Les essayer, c’est très probablement les adopter.

Vous m’en direz des nouvelles…

PSL

pro • geluidskwaliteit • prijs-kwaliteitsverhouding • daagt de bekende merken uit

• Qualité sonore • Rapport qualité/prix • Challenger aux marques connues

contra • 48/60 Volt)switch niet goed bereikbaar • plastic ophanging

• Interrupteur 48/60 volts peu accessible • Suspension en plastique

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

PA & LIVE SOUND

DAP-Audio CX-1500

DAP-Audio CX-1500 POWER AMPLIFIER

HANS LAUWENS

Enige tijd geleden mocht ik een DAP Palladium versterker op de rooster leggen. Op zich was dat misschien niet zo speciaal, aangezien een lineaire versterker zonder al te veel hoogtechnologische snufjes eerder een ‘één in een dozijn’ gevoel oplevert dan dat hij me doet verlangen naar meer… Mààr toch kon de Palladium bekoren: er werden reeds meer dan 50.000 exemplaren van verkocht! Ga er dus maar vanuit dat DAP wel degelijk weet wat een versterker moet doen en moet kunnen om in de smaak te vallen. Behoorlijke kwaliteit aan zeer scherpe prijzen, dat is kort samengevat wel een toepasselijke leuze voor de Palladiums. De nieuwe CX-reeks bouwt zonder meer verder op de knowhow van DAP. Met de CX-Series gaan ze misschien zelfs nog een tikkeltje verder...

Il y a quelques temps, j’ai eu l’occasion de tester un ampli DAP Palladium. En soi, cela n’avait sans doute rien de très particulier: un ampli linéaire ne contient pas énormément d’avancées technologiques et à ce titre, il provoquerait donc un sentiment qui frise l’indifférence plutôt qu’un intérêt marqué... Néanmoins, ce Palladium avait su me séduire: et d’ailleurs, 50.000 exemplaires avaient déjà été vendus. Partons donc de l’idée que DAP sait pertinemment bien ce que se doit de faire un ampli afin de séduire son petit monde... Une qualité convenable à des prix très agressifs, voici, en condensé, un slogan tout à fait approprié aux Palladiums.

Sans se poser de questions, la nouvelle série CX capitalise sur l’expérience de DAP. Et même, via cette série CX, peut être même la marque va-t-elle un peu plus loin!

CONCEPT

CONCEPT

Wij kregen van de importeur een CX-1500 toegestuurd. Die zit middenin de reeks. Een vrij complete reeks mag ik wel zeggen: er zijn twee lichtere types (CX-500 en CX-900) en twee zwaardere varianten (CX-2100 en CX-3000). Op vlak van vermogen gaan we van 150W RMS bij 8 Ohm belasting tot 1250W. Per kanaal, uiteraard. Ons testexemplaar levert volgens de documentatie 500W RMS per kanaal, eveneens bij een 8 Ohm last. De ‘1500’ in de typenaam refereert naar de twee keer 750W, het maximum leverbare vermogen aan 4 Ohm.Ik specificeer echter liever op 8 Ohm, omdat de meeste PA-luidsprekers een impedantie van 8 Ohm hebben. Fabrikanten zien uiteraard liever een ‘groter getalletje’ tussen de specs pronken, dat spreekt voor zich. Dat brengt me trouwens meteen tot een opmerkelijk detail. De dag van vandaag kan zowat iedere serieuze PA-versterker perfect stabiel ‘draaien op 2 Ohm’, zoals we dat in de volksmond zeggen. Voor de CX-reeks geeft DAP echter aan dat een 2 Ohm belasting ‘not allowed’ is. Ik durf er voorzichtig van uit te gaan dat het wel kan, maar ssssht, dat mag ik eigenlijk niet zeggen. Het mag niet van DAP, en wie ben ik om dat tegen te spreken!

Ik zou graag iets meer willen meegeven over de klasse waarin de versterker werkt, om het ontwerp ook op technisch vlak te benaderen, maar DAP geeft hierover geen info vrij. Al denk ik dat ik redelijk juist gok als ik over een klasse AB praat… Waarom? Omdat het verdorie redelijk zware jongens zijn! En ook wel omdat ik toch ergens heb gelezen dat de versterkers over een transformatorvoeding beschikken. Een veilig klassiek ontwerp dus. Dat zou moeten resulteren in een aangename, warme sound met goede prestaties op het laag. En dus ook in een redelijk hoog gewicht… De eerste aanblik deed nochtans anders vermoeden. De CX-versterkers zijn immers in een opvallend ondiepe 2U-behuizing ondergebracht: slechts 25,6cm! Ze zijn daardoor uiterst geschikt voor het mobiele gebruik, of om met verschillende exemplaren samen in een handig rack in te bouwen. Ware het niet dat ons testexemplaar in de praktijk toch al een slordige 13,5kg op de balans zet. Vrij zwaar dus, maar anderzijds boezemt dat misschien ook wel wat vertrouwen in. Zware dingen zijn immers altijd beter, toch?! Misschien even voor de volledigheid: het zwaarste model, de CX-3000, heeft als enige binnen de reeks een inbouwdiepte van 32,3cm.

OPBOUW EN AFWERKING

DAP lanceert de CX-reeks in het entry-level, onder de Palladiums, maar met een zeer sterke knipoog naar de P’s. De knowhow werd duidelijk verder ontwikkeld. CX bouwt verder op het succes, en is misschien zelfs nog wat efficiënter doorontwikkeld… De tijd staat immers niet stil! CX-versterkers moeten een professionele kwaliteit neerzetten aan een low-budgetprijs.

Misschien vat dat het geheel vrij goed samen. Een versterker waar je op kan vertrouwen, de keuze tussen lage vermogens en echte ‘werkpaarden’ en ‘stampers’. Een product dat zowel mobiel (dj’s, muzikanten, etc.) als in vaste installaties (clubs, horeca etc.) zijn mannetje kan staan.

Maar te allen tijde betaalbaar.

De bouwkwaliteit zit in die context alvast snor! De ‘bak’ voelt stevig aan en heeft een professionele uitstraling. Niet te veel afleidende kerstboomverlichting en showelementen, maar wel gewoon met voldoende aandacht voor het elementaire. Zoals

12

www.meetmusic.com

Pour l’occasion, l’importateur nous a envoyé un CX-1500; celui-ci se situe “au milieu” de la série, une série vraiment très complète, devrais-je dire: il y a deux modèles plus “légers” (CX-500 et CX-900), et deux variantes plus puissantes (CX-2100 et CX-3000). En ce qui concerne la puissance, nous allons donc de 150 watts RMS à 1250 watts, et ce, sous 8 ohms et par canal, bien entendu. Selon la documentation, notre exemplaire en test délivre 500 watts RMS par canal, toujours sous 8 ohms. Le chiffre ‘1500’ fait en fait référence à 2 X 750 watts, la puissance maximale atteignable sous 4 ohms. Mais je préfère mettre l’accent sur la puissance délivrée sous 8 ohms, puisque la plupart des haut-parleurs de sonorisation ont une impédance de 8 ohms. Ceci précisé, il va de soi que pour un constructeur, plus ses chiffres est élevé, mieux c’est! Ce qui m’amène immédiatement à signaler un détail étonnant.

En effet, de nos jours, pratiquement n’importe quel ampli un peu “sérieux” peut, de manière satisfaisante, “tourner sous 2 ohms”, comme on dit dans le métier. Mais en ce qui concerne la série CX, DAP précise clairement qu’ne impédance de 2 ohms n’est pas autorisée! Tout en restant prudent, j’aurais tendance à croire que c’est possible, mais... chut! Je ne peux pas le dire! DAP ne vous le dit pas, et qui suis-je pour pouvoir les contredire?

Je voudrais donner quelques précisions quant à la classe dans laquelle se trouve cet ampli, afin d’aborder également sa conception d’un point de vue technique, mais DAP ne donne aucune info à ce sujet. Disons juste qu’il est raisonnable de penser qu’il s’agit de la classe AB... mais pourquoi donc, direz-vous? Tout simplement parce que, nom d’un petit bonhomme, ces amplis sont... vachement lourds! Et aussi parce que j’ai lu quelque part que ces amplis disposaient d’un transfo d’alimentation. Il s’agirait donc d’une conception vraiment classique, ce qui devrait avoir pour résultat un son agréable et chaud, avec de bonnes prestations dans les fréquences graves. Et donc, avoir également pour résultat un poids relativement élevé...

Pourtant, à première vue, cela n’avait pas l’air d’être le cas. En effet, les amplis CX sont construits dans un boîtier étonnamment peu profond, et de deux unités de hauteur: 25,6 cm seulement! Cette caractéristique les destine particulièrement à être employés dans des installations mobiles, ou à être assemblés par plusieurs unités dans un rack, ce qui est toujours pratique. Tout cela... à condition que ce ne soit pas démenti par notre exemplaire en test, qui “accuse” la bagatelle de 13,5 kilos sur la balance! Vraiment lourd, donc, mais d’un autre côté, cela confère peut être un sentiment de confiance: on a toujours tendance à croire que plus c’est lourd, mieux c’est, non? Ajoutons ceci pour être complet: le modèle le plus lourd, le CX-3000, est le seul, dans la série, a nécessiter une profondeur de 32,3 cm.

CONSTRUCTION ET FINITION

DAP lance sa série CX en tant que qu’amplis d’entrée de gamme, en dessous donc des Palladiums, mais tout en leur adressant un clin d’œil appuyé: l’expertise acquise est clairement “reportée” dans cette nouvelle série. La série CX capitalise donc sur le succès de ses prédécesseurs, et à ce titre, est peut être même un rien plus efficace... Dans un tel cas, le temps qui passe est un atout! Les amplis CX ont donc pour objectif de proposer une qualité de niveau professionnel pour un budget modéré. Peut être cela va-t-il bien ensemble. Nous sommes face à des amplis qui inspirent confiance, et où on a le choix entre de faibles puissances et de véritables “montagnes” de watts. Face à un produit qui convient aussi bien à des installations mobiles (DJ, musiciens, etc.) que fixes (discothèques, secteur Horeca, etc.). Mais dans tous les cas, face à des produits qui restent abordables.

Dans un tel contexte, on peut déjà dire que le niveau de qualité est bon! La “bête” paraît solide et dégage un look très “pro”. Il n’y a pas trop de lumières genre “sapin de Noël” pour faire illusion, mais plutôt, une attention de principe, mais bien pensée, visant à soigner la “base de la base”. En fait, c’est comme ça que ça doit aller, non? En face avant, voici l’interrupteur de mise sous tension, ainsi que deux boutons de volume, bien costauds; et en face arrière, les connexions et quelques inverseurs. Les entrées et les ‘links’ du signal font appel à la norme XLR; pour les sorties haut-parleurs, c’est la norme Speakon. Les fonctions de liaison (‘link’), très pratiques, montrent clairement

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

www.meetmusic.com

13

PA & LIVE SOUND

DAP-Audio CX-1500

pro

het hoort dus eigenlijk… Vooraan vinden we een power switch en twee redelijk robuuste volumeknoppen terug; achteraan de • Prijs-kwaliteitverhouding aansluitingen en enkele keuzeschakelaars.

Signaal binnenbrengen en doorlinken doe • Maakt een koelkast jaloers, je via XLR; de speakers kan je via Speakon ook na langdurig gebruik aansluiten. De handige doorlusfunctie benadrukt nog maar eens dat de CX-verster• Heel complete versterkerkers zich prima lenen tot een samenwerking serie tussen verschillende exemplaren, mooi samengebracht in een rack. De koeling verloopt ook van voor naar achter, ideaal voor inbouw! Achteraan de behuizing zijn nog extra bevestigingspunten voorzien, zodat • Toch nog wat zwaar de amp veilig in het rack kan worden vastgeschroefd, zonder dat het hoge gewicht de • 2 Ohm belasting (of 4 Ohm frontplaat al te zeer belast. Dat verhoogt bridge) zijn ‘not allowed’ zonder meer het roadproof karakter. De bediening van de amps is alvast poepsimpel: vooraan kan je dus de volumes van de beide kanalen afregelen; achteraan stel je de gebruiksmodus in, waarbij je kan kiezen uit ‘stereo’, ‘parallel’ en ‘bridge’, en kan je de ingangsgevoeligheid schakelen tussen 0,775V en 1,4V. Omdat veel gebruikers allicht niet zullen weten in welke stand ze de ingangsgevoeligheid best zetten, had DAP misschien beter een korte uitleg voorzien in de handleiding. Een handleiding die verder trouwens vrij compleet is. Maar goed, je kan niet alles willen natuurlijk. Waarschijnlijk rekent DAP er op dat je dergelijke info wel ergens op het wereldwijde web kan vinden. En dat is niet gelogen. Voilà, meer is het niet, eenvoud troef voor de CX! En dikwijls ligt eenvoud aan de basis van succes…

contra

que les amplis CX se prêtent à merveille à un fonctionnement combinant plusieurs exemplaires, que l’on peut, facilement et utilement, ras• Le rapport qualité / prix sembler dans un rack. Le refroidissement s’opère de l’avant vers l’arrière, un autre atout pour • Rendrait un frigo jaloux, encastrer ces appareils! A l’arrière du boîtier, il même après une utilisation y a encore des points de fixation supplémentaiprolongée res, de manière à ce que l’ampli soit bien vissé à l’intérieur d’un rack, sans que le poids élevé ne • La série constitue une offre pèse sur le panneau frontal. Cela augmente le très complète caractère “à l’épreuve de la route” de l’appareil.

L’utilisation de ces amplis est presqu’enfantine: à l’avant, on règle donc les volumes des deux canaux, et à l’arrière, on définit le mode de fonc• Quand même assez lourd tionnement, où on a le choix entre ‘stereo’, ‘parallel’ et ‘bridge’. De plus, on peut régler la sensi• Impossibilité de travailler bilité d’entrée entre 0,775 et 1,4 volt. Etant donné sous 2 ohms (ou 4 ohms en que pas mal d’utilisateurs ne sauront pas quelle mode “bridgé”) est la “bonne” sensibilité à utiliser, DAP aurait sans doute dû rédiger une courte explication sur le sujet dans sa notice d’emploi.

A ce détail près, celle-ci est d’ailleurs très complète. Mais bon, on ne peut pas tout avoir, naturellement! Vraisemblablement, DAP estimet-il que l’on doit pouvoir facilement trouver ce genre d’info sur Internet... Ce qui n’est pas un mensonge, d’ailleurs! Voilà, il n’y a pas matière à d’autres développements, l’atout des CX, c’est la simplicité! Et souvent, la simplicité est à la base du succès...

FONCTIONNEMENT

Bij het inschakelen van een versterker is het altijd even hout vasthouden. Komt hij of komt hij niet, die fameuze ‘plop’ - soms een dooddoener voor je luidsprekers. Maar nee hoor, de CX beschikt over een ‘soft-start’. Dat had ik reeds gelezen, maar je moet zo’n dingen toch eerst even in de praktijk toetsen om zeker te zijn. Dat gezegd zijnde, kunnen we er aan beginnen.

Ik laat de amp een tijdje zijn werk doen. Hoofdzakelijk op een bescheiden volume. Af en toe, als er een liedje dat ik graag hoor de revue passeert, mag het volume even serieus worden opgetrokken. Na enige tijd valt vooral op dat de versterker ijskoud is gebleven. Nu ja, ik moet niet gaan overdrijven natuurlijk. Hij is niet warm geworden, zo zullen we het stellen… De ventilators heb ik ook niet gehoord. Het zijn ‘intelligente’ ventilators. Als dat allemaal werkt zoals het hoort, zou je er dus geen last van mogen hebben. Dat zit goed!

En de klank? Die mag ook gehoord worden! Het was weer even wennen, dat wel… De meeste actieve kasten van tegenwoordig gooien allerlei processing naar je hoofd, waardoor het klankbeeld van een lineaire versterker bij veel mensen niet echt vertrouwd meer overkomt.

Het valt allemaal wel mee hoor… Ik mis absoluut druk in het laag en ‘power’ in het middengebied, maar anderzijds wordt het hoog mooi gedefinieerd weergegeven en blijft alles goed onder controle. Alleszins een goede basis! Wil je er meer uithalen (vooral dan in het laag), dan moet je er maar een processor voorgooien. Wanneer de versterker tegen de clip aanloopt, blijft het geheel mooi overeind. Mijn geoefend oor wordt de limiters wel gauw gewaar. Het kan trouwens niet meteen kwaad om eens gek uit de hoek te komen met deze amp, want DAP zorgde voor een redelijk volledig beveiligingscircuit. De CX geeft me een veilig gevoel. Op hele lage volumes presteert de amp merkwaardig genoeg wat minder uitmuntend. Het laag lijkt de weg door de hoge tonen niet meteen te vinden… Misschien speel ik nu wel een beetje te stil. Je koopt zo’n versterker nu eenmaal niet om stil te spelen, toch?!

Lorsqu’on met un ampli en route, on ne sait jamais trop à quoi s’attendre... Ce fameux “plop” va-t-il se produire, ou pas? Et c’est souvent une menace grave pour les haut-parleurs... Mais rien de tout cela ici: les CX disposent d’un dispositif ‘soft start’. Je l’avais déjà lu quelque part, mais dans ce genre de situations, il vaut mieux vérifier les choses dans la pratique afin d’être sûr de ce que l’on raconte! Ceci posé, nous pouvons continuer... Je laisse un peu de temps à l’ampli pour l’observer, surtout à volume modéré. De temps à autre, quand c’est un morceau que j’aime bien qui “passe”, je monte le volume assez fort. Après un certain temps d’utilisation, on remarque que l’ampli reste froid comme de la glace! Ok, naturellement, il ne faut pas exagérer! Disons plutôt qu’il n’est pas devenu chaud... Je n’ai d’ailleurs pas entendu les ventilateurs. Il s’agit en fait de ventilateurs “intelligents”: si tout fonctionne normalement, vous n’aurez pas à subir leur vrombissement. Et c’est clairement une bonne chose!

Qu’en est-il du son? Cela se laisse écouter, mais il est vrai qu’il faut un peu s’y habituer, ça, oui... Et pour cause: la plupart des enceintes actives actuelles sont bourrées de processeurs, et elles envoient tout cela vers nos oreilles! Du coup, pour une grande partie du public, le spectre sonore d’un ampli linéaire n’est plus vraiment quelque chose de familier.

Dans l’ensemble, ce n’est pas si mal que ça... L’absence totale de pression dans les graves me manque, ainsi que de la puissance dans les médiums. Ceci dit, les aiguës sont agréablement restituées, bien définies, et le tout reste bien sous contrôle. A tous égards, voilà une bonne base pour démarrer! Si on en veut plus - et avant tout dans les graves -, il faut s’adjoindre un processeur. Quand l’ampli arrive au seuil de sa puissance maximale, le tout reste néanmoins bien stable. Mon oreille exercée est bien vite consciente que les limiteurs sont à l’œuvre... Il serait d’ailleurs difficile de vraiment faire des bêtises avec un tel ampli, car DAP a veillé à l’équiper d’un circuit de sécurité relativement complet. Ce CX me donne un sentiment de confiance. A des volumes très faibles, assez curieusement, l’ampli se comporte de manière moins brillante: les graves ne semblent pas trouver leur chemin par rapport aux aiguës... Peut être suis-je vraiment à trop bas volume? Et puis, c’est vrai: dans le fond, on n’achète pas un tel ampli pour s’en servir à bas volume, n’est-ce pas?

BUDGET

PRIX

WERKING

Voor de CX-1500 tel je €441,65 neer. De CX-500 en de CX-900 kosten je respectievelijk €308,55 en €393,25. Wil je het graag zwaarder dan ons testexemplaar, dan neem je de CX2100 of de CX-3000 mee naar huis voor respectievelijk €470,69 en €623,15. Adviesprijzen, allemaal inclusief BTW.

BESLUIT

Bekijk nog snel even de bovenstaande prijzen… Kunnen we daar nu voor sukkelen? Wel nee, natuurlijk niet! Ik denk dat de CX versterkers hun prijs meer dan waard zijn. Enerzijds vind ik het zwaardere gewicht toch een nadeel. Zeker wanneer je rekening houdt met het feit dat de versterkers eigenlijk heel eenvoudig kunnen worden ‘doorgelust’. Ideaal dus om een rackje te vullen met enkele leden van de CX-familie. Maar praktisch gezien is dat door het hoge gewicht dan toch weer niet de meest aangename oplossing.

Anderzijds mag ik absoluut niet ontkennen dat de CX-serie heel wat mogelijkheden biedt.

Verschillende beschikbare vermogens, op het eerste gezicht stevig en degelijk gebouwd, een geluidskwaliteit waar je gerust mee gezien gehoord mag worden en last but not least: DAP bouwt enigszins verder op de immens populaire Palladiums, wat ons toch een gerust gevoel geeft. Die bakjes hebben zich immers door de jaren heen bewezen! Het merendeel van de representatieve bevolking linkt een Palladium versterker immers aan betrouwbare kwaliteit voor een klein prijsje. En laat dat nu precies de conclusie zijn waartoe ook de CX-1500 ons net heeft gebracht…

PSL

14

www.meetmusic.com

Le CX-1500 coûte 441,65 euros. Quant aux CX-500 et au CX-900, ils coûtent respectivement 308,55 et 393,25 euros. Et si vous désirez plus de puissance que celle de notre exemplaire en test, tournez-vous alors vers le CX-2100 ou le CX-3000, qui coûtent respectivement 470,69 et 623,15 euros. Tous ces chiffres correspondent à des prix conseillés et TVA comprise.

CONCLUSION

Regardez bien les prix ci-dessus... Serait-il justifié de les critiquer? Naturellement, non, non et encore non! Je pense que les amplis CX ont une valeur bien supérieure à leur prix. D’un côté, je trouve que leur poids assez élevé constitue un inconvénient. Et surtout quand on tient compte du fait qu’un groupe de tels amplis sont aussi prévus pour être aisément raccordés ensemble! C’est donc l’idéal pour “bourrer” un rack rempli de plusieurs membres de la série CX. Mais d’un point de vue pratique, vu le poids élevé auquel on arrive, ce n’est peut être pas la solution la plus agréable.

Mais d’un autre côté, je ne peux absolument pas nier que la série CX possède pas mal de qualités: ces amplis proposent différentes puissances; à première vue, ils sont solides et bien construits; ils produisent un son de qualité et ils inspirent confiance. Et puis, last but not least: DAP se base sur l’expérience des ses amplis Palladium, au succès incontestable, et cela ne peut que nous rassurer. Année après année, ces “bêtes de travail” ont toujours eu l’art de s’imposer. La majorité des utilisateurs associe les Palladiums à la notion de qualité fiable pour un prix modéré. Utilisons donc cette phrase en guise de conclusion, car c’est aussi exactement ce que le CX-1500 nous a montré...

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Allen & Heath Xone:23

DJ GEAR

Allen & Heath Xone:23 2-CHANNEL DJ MIXER

Andy “DJ ND” Vercauteren L’édition 2014 du NAMM qui a eu lieu en Californie en janvier dernier a, cette année encore, été riche en matière d’innovations. Il est vrai que ce salon est l’occasion pour les marques de présenter leurs tous derniers produits à un public de professionnels et de connaisseurs. Et c’est cette occasion qu’Allen & Heath a choisi pour positionner sa nouvelle table de mixage Xone:23. Nouvelle venue dans la gamme Xone (dont les modèles Xone DB2 et DB4 sont d’ores et déjà des valeurs sûres), la Xone 3 est une table d’entrée de gamme dont le principal atout sera le rapport qualité/prix. En lançant la Xone:23, riche de leur expérience sur la Xone:22, Allen & Heath a voulu positionner un produit plus complet, mieux pensé et plus ergonomique tout en tablant sur ce qui a fait la renommée de la marque anglaise: la qualité sonore de ses produits.

De editie van de NAMM 2014 die in januari plaatsvond, kon weer pronken met heel wat innovaties. Het is waar dat deze show een kans biedt aan de fabrikanten om hun nieuwste producten te presenteren aan een publiek van professionals en kenners. En van die kans heeft Allen & Heath gebruik gemaakt om haar nieuwste mixer, de Xone:23, voor te stellen. Dit is een nieuwkomer in het Xone-gamma waar de DB2 en DB4 al gevestigde waarden zijn, en de Xone 3 een instapmodel met als belangrijkste troef de prijs-kwaliteitverhouding. Met de lancering van de Xone:23, die kan bogen op de uitgebreide ervaring van de Xone:22, wil Allen & Heath nu een meer compleet product aanbieden. Eén dat beter doordacht en ergonomisch een pak beter is. En dit alles terwijl het Engelse merk trouw blijft aan haar basis: een goede geluidskwaliteit.

EEN UPGRADE VAN DE XONE:22

Vijf jaar na de lancering van zijn voorganger (de Xone:22) wordt nu dus de Xone:23 gelanceerd. In de eerste plaats als een verbeterde versie: op het eerste gezicht lijkt de nieuwkomer steviger gebouwd, robuuster, beter afgewerkt en ergonomischer. Voor een entry-level tafel is er echt een grote inspanning geleverd, ook op het vlak van verpakking en de handleiding. Een detail voor sommigen, maar belangrijk om dicht bij de marketingbelofte te blijven: een eenvoudig te gebruiken maar goed toestel.

EEN KORTE BLIK OP DE SPECIFICATIES

- 2+2 kanalen met twee ingangen phono/line - VCF filters met hoog- en laagfilter en resonantiecontrole - Driebandsequalizer met Kill - VCA kanaalfaders - Vervangbare crossfader met Innofader-comptabiliteit (en optioneel) met curveschakelaar - Monitoring controls: cue mix, Peakmeter met 9 segmenten - XLR microfooningang met tweebandsequalizer - Mixuitgang op gebalanceerde XLR - Booth output met apart volume - Recorder uitgang - Twee hoofdtelefoonuitgangen (jack en minijack) - Loop voor externe effecten - Stalen constructie - Knoppen met kleurverlichting

ERGONOMIE

Wat het ontwerp betreft, heeft de Xone:23 een volledige facelift ondergaan in vergelijking met zijn voorganger. Het metalen frame is agressiever, moderner en het leunt meer aan bij de andere mixtafels in het gamma van Allen & Heath. De betere plaatsing van de draai- en filterknoppen geven meer structuur en bieden ruimte aan een microfooningang op de bovenkant, tussen de volumeregeling en de verschillende kanalen.

Op dezelfde manier zijn de volumeregeling van de hoofdtelefoon en de Cue/Mix ook op de bovenkant van de mixer geplaatst, naast de andere functies, zoals de afregeling van de microfoon en de filters. De schakelaar Cue/Master (aanwezig op de Xone:22) is hier vervangen door een Cue-knop boven elk kanaal apart. De voorkant van de Xone:23 is op zijn beurt uitgerust met een minijack uitgang voor meer comfort.

Twee andere belangrijke ergonomische verbeteringen met betrekking tot de knoppen zijn: - De keuze van het materiaal. Zowel de Cue-knop als de

UN UPGRADE DE LA XONE:22

5 ans après le lancement de son prédécesseur (la Xone:22), la Xone:23 se présente avant tout comme une version améliorée de la Xone:22. De prime abord, cette nouvelle version semble plus robuste, mieux finie et plus ergonomique que la précédente. Pour une table d’entrée de gamme, on notera un réel effort sur le packaging et le manuel d’utilisation.

Un détail pour certains mais qui a son importance pour rester proche de la promesse marketing : proposer un outil simple à l’emploi et efficace dans son rendu.

LE POINT SUR LES SPÉCIFICATIONS

- 2+2 canaux avec deux entrées phono/ligne - VCF avec filtres passe-haut et passe-bas et contrôle de la résonance - Égaliseur trois bandes avec Kill - Faders de canaux VCA - Crossfader remplaçable compatible Innofader (en option) avec switch de courbe - Contrôles de monitoring: cue mix, Peak-mètres 9 segments - Entrée micro sur XLR avec égaliseur deux bandes dédié - Sortie Mix sur XLR symétrique - Sortie Booth avec volume dédié - Sortie enregistreur - 2 sorties casque sur jack et mini jack - Boucle pour effets externes - Construction en acier - Boutons rétro-éclairés en couleur

ERGONOMIE

En ce qui concerne le design, par rapport à la version précédente, la Xone:23 a subi un lifting complet. Son châssis en métal la rend plus agressive, plus moderne et plus proche des autres tables de mixage de la gamme Allen & Heath. La meilleur disposition des potentiomètres à 9 signals et des boutons filtres, lui donne plus de structure et a permis de faire de la place pour une entrée micro sur la face supérieure, entre le volume de sortie des différents canaux. De la même façon, les volumes du casque et le choix Cue/Mix ont également été placés sur la face supérieure de la table de mixage, à côté des autres fonctionnalités de réglage du micro et des filtres par canal. Le switch Cue/Master (présent sur la Xone:22) a ici été remplacé par un bouton Cue situé au-dessus de chaque canal. La face avant de la Xone:23 est, quant à elle, désormais équipée d’une alternative jack/mini-jack pour plus de confort.

Deux autres améliorations ergonomiques majeures sont à noter en ce qui concerne les boutons: - Le choix du matériel utilisé: au touché, le bouton Cue comme les boutons Filtres affichent une résistance douce très agréable.

- L’éclairage: pour plus de visibilité, les principaux boutons (tels que le Cue et le Filtre) sont désorrentes couleurs mais éclairés par diffé-

filterknoppen voelen heerlijk zacht aan.

- Verlichting: voor een betere zichtbaarheid zijn de belangrijkste knoppen (zoals Cue en filter) verlicht in verschillende kleuren, zodat de gebruiker makkelijker kan navigeren en beter ziet wanneer een effect geactiveerd is.

FUNCTIES

Vergeleken met de Xone:22 zijn de belangrijkste kenmerken hier echter hetzelfde gebleven. Het is vooral op het vlak van ergonomie en kwaliteit van de interne circuits dat er een grote stap voor-

16

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Allen & Heath Xone:23 waarts is genomen. Al even geniaal als eenvoudig: de Xone:23 is een tweekanaalsmixer met op elk kanaal een switch line/phone (dus vier uitgangen in totaal).

Naast de algemene master heeft elke uitgang ook nog eens zijn eigen master die aangeduid worden door de knoppen input 1 tot en met 4 aan de bovenkant van de mixer bij de twee kanalen. Op elk kanaal kunnen de phonouitgangen worden aangepast om zo een extra line te creëren. In de handleiding kun je duidelijk lezen hoe je dit moet aanpakken.

Fader en crossfader

pro • Tegelijkertijd licht én robuust • Gebruiksgemak

• Geluidskwaliteit • Mogelijkheid om externe effecten toe te

DJ GEAR

ce qui permet à l’utilisateur de mieux s’y retrouver et de savoir si un effet est oui ou non allumé.

• Son côté à la fois léger et robuste • Simplicité d’utilisation • Qualité sonore • La possibilité d’ajouter des effets externes

contra

FONCTIONNALITÉS

En comparaison avec la Xone22, les principales fonctionnalités de la Xone:23 restent quasiment inchangées. C’est surtout en termes d’ergonomie et de qualité des circuits internes que le produit a subi une série d’améliorations majeures. A la fois simple mais originale, la Xone:23 est un mixer 2 canaux, équipé d’un switch line phono sur chaque voie (soit 4 sorties au total). En plus du master général, chaque sortie à son propre master, identifié par les boutons Input 1 à Input 4 situés sur le haut du mixer et qui surplombent les 2 canaux. Sur chaque voie, les entrées phono peuvent être modifiées afin d’avoir 2 sorties line supplémentaires (soit une double sortie line par canal au lieu d’un switch phone/line par canal). Le manuel d’utilisation explique clairement comment procéder pour réaliser cette customisation possible.

• Een gebrek aan flexibiliteit • Un manque de souplesse De kwaliteit van de crossfader is bijna doorbij de faders au niveau des faders slaggevend bij het bepalen van de kwaliteit • Idealiter: een alternatief • Idéalement, une alternavan een mixer. En Allen & Heath weet dat!

Naast de essentiële curveregelaar die we om de effectsloop te scheitive pour séparer les effets voor het eerste tegenkomen in het gamma den van de filters loops des filtres van Allen & Heath, is dit toestel ook compatibel met Innofader (een erkend merk van Crossfader et fader crossfaders). En enorm voordeel dat vooral bij scratchers zeer in de smaak zal vallen, waarmee de doelgroep aanzienlijk wordt uitgebreid. Over de faders zijn we dan weer een beetje teleurLa qualité du crossfader est des faders a une importance capitale pour déterminer la qualité gesteld. Niet alleen de lengte is eerder beperkt, ze missen ook een zekere flexibiliteit. d’une table de mixage. Allen & Heath l’a bien compris. Outre l’indispensable régulateur de courbe, pour la première fois sur sa gamme Xone, la marque anglaise offre une compatibilité Effecten avec l’Innofadeur (marque reconnue de crossfaders). Un avantage de taille qui sera notamNaast de basisfuncties biedt de Xone:23 de mogelijkheid om effecten toe te voegen met de ment apprécié par les scratcheurs et qui permet d’élargir considérablement la cible des utilisaExt-On-knop. Wanneer deze is ingeschakeld, is het mogelijk om externe effecten toe te voegen teurs. Petite déception en revanche en ce qui concerne les faders. Si la longueur de course de en ze door de filter te sturen. Dit is een zeer eenvoudig te gebruiken functie, maar ze heeft ook ceux-ci semble avoir été raccourcie, au touché, ils manquent de souplesse. haar nadelen. We komen hier dadelijk op terug.

Effets

Filters

Zoals elke mixer die naam waardig heeft ook de Xone:23 een filter die in te stellen is per kanaal, en die de mogelijkheid van een “total kill” biedt wanneer de filter volledig naar links is gedraaid. Het is aangenaam om filters te gebruiken die volledig aan de verwachtingen van dj’s voldoen. De high-lowregeling kruidt het geheel een beetje met behulp van de Mild vs. Wild knoppen, om deze basisoptie zo wat meer sexy te maken. De effecten zijn niet mindblowing, maar ze doen perfect wat ze moeten doen. Niets op aan te merken, het is gewoon goed spul!

Microfooningang

In vergelijking met de Xone:22 zijn er heel wat ergonomische verbeteringen gebeurd, waaronder de microfooningang aan de bovenkant van de mixer, zodat deze veel makkelijker te bereiken is. Om het nog gebruiksvriendelijker te maken is er een microfoonspoor voorzien met aanpassing van het volume en de hoge en lage frequenties. Een must voor dit soort modellen!

Uitgangen

Wanneer we de uitgangen bekijken, kunnen we stellen dat de Xone:23 zeer compleet is. Op het achterpaneel zien we achtereenvolgens: - XLR gebalanceerde uitgang links/rechts - een monitoruitgang - REC-uitgang (deze is nieuw in vergelijking met de Xone:22)

Andere nieuwigheden

We noteren even de andere verschillen met de Xone:22: - de aanwezigheid van een powerswitch om het toestel aan en uit te zetten (aan de achterkant) - de intensiteit van de outputgain: sinds er een gebalanceerde XLRuitgang is voorzien, heeft de Xone:23 een maximaal vermogen van +28 dBu, terwijl de Xone:22 piekte op 25 dBu.

BUDGET EN BESLUIT

Wanneer we het toestel uitpakten, waren vooral zijn lichte gewicht en toch robuuste constructie de eerste kenmerken die ons opvielen. Dit weerspiegelt perfect waar het merk voor staat: een goede prijs-kwaliteitsverhouding. Want hier blinkt Allen & Heath echt uit. Robuust, compact, ergonomisch en toch slechts €361,79 (incl. BTW). De Xone:23 is een instapmodel mét de nodige kwaliteit in huis.

Zowel door beginners als door ervaren dj’s wordt de Xone:23 gewaardeerd om zijn gebruiksgemak, de nauwkeurigheid van de instellingen (ondanks een gebrek aan flexibiliteit bij de faders), een goede geluidskwaliteit en aanpasbare opties, zoals bijvoorbeeld een Innofader voor de scratchers onder ons.

De mogelijkheid om externe effecten toe te voegen is een extra voordeel, handig voor dj’s die spelen met controllers of externe effectboxen. Een klein minpuntje in dit verband: een alternatief om de effectsloop te scheiden van de filters was wenselijk geweest, om het gebruik te vergemakkelijken en om de effecten beter te kunnen mixen of toevoegen. Hier is nog verbetering mogelijk. Maar over het algemeen is dit een heel goed uitgerust product voor een lage prijs!

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Parallèlement aux fonctionnalités de base, la Xone:23 offre la possibilité d’ajouter des effets grâce au bouton Ext-ON. Lorsque celui-ci enclenché, il est possible d’ajouter des effets externes en les faisant passer par le filtre. Une fonctionnalité très simple à utiliser mais qui a également ses inconvénients. Nous y reviendrons dans notre conclusion.

Filtres

Comme sur toute table de mixage qui se respecte, la Xone:23 propose un réglage de filtre par canal et offre la possibilité de “total kill” lorsque les filtres sont complètement tournés vers la gauche. Agréable à l’utilisation, les filtres répondent parfaitement aux attentes que peuvent en avoir les dj’s. L’ajustement « high »/ « low » à l’aide du bouton Mild vs Wild vient pimenter un rien cette option de base pour la rendre un rien plus sexy. Pas d’effet époustouflant mais un rendu très propre. Rien à dire, c’est du bon boulot.

Entrée Micro

En comparaison avec la Xone:22, les améliorations ergonomiques ont permis de placer une entrée micro sur la face supérieure de la table de mixage ce qui rend cette option plus facile d’accès. Pour plus d’aisance, une tranche micro a été prévue avec un ajustement possible du volume et des hautes et basses fréquences. Un must pour sur ce genre de modèles.

Sorties

En terme de sorties, la Xone est très complète. Sur le panneau arrière, nous notons: - une sortie XLR balancée droite gauche - une sortie monitor - une sortie REC (nouveauté en comparaison avec la Xone:22)

Autre nouveautés

Parmi les autres différences avec la Xone:22, on notera: - la présence d’un bouton « Power Switch » pour allumer ou éteindre la table de mixage (situé à l’arrière de la table de mixage).

- l’intensité du gain de sortie: depuis sa sortie XLR balancée gauche/droite, la Xone:23 offre un output maximum de +28 dBu là où la Xone:22 plafonnait à +25 dBu

BUDGET & CONCLUSION

En déballant le produit, c’est tout d’abord son côté à la fois léger et robuste qui attire l’attention. Cette impression reflète parfaitement le prestige de la marque et renforce, dès la première utilisation, la satisfaction de bon rapport qualité prix. Car c’est avant tout sur ce point qu’Allen & Heath frappe fort.

Robuste, compacte, plus ergonomique: pour un prix annoncé de €361,79 (TVA incluse), la Xone:23 est une table d’entrée de gamme qui tient la route.

Destinée aux mixeurs débutants et confirmés, la Xone:23 sera appréciée pour sa simplicité d’utilisation, sa justesse dans les réglages (malgré un manque de souplesse au niveau des faders), sa qualité sonore et ses possibilités de customisation: notamment l’ajout possible d’un innofader pour les mordus du scratch.

La possibilité d’ajouter des effets externes est un atout supplémentaire, utile pour les dj’s qui jouent avec des controllers ou des boîtes à effets externes. Petit bémol cependant : idéalement, une alternative pour séparer les effets loops des filtres aurait été la bienvenue pour plus d’aisance et de possibilité dans les rapports mixes/ajout d’effets. Une amélioration possible donc pour un produit bien ficelé et qui n’a pas fini de faire parler de lui auprès de ceux qui recherchent la qualité à prix réduit.

PSL

www.meetmusic.com

17

LIGHT GEAR

JB Systems Invader

JB Systems Invader LED-, STROBE & LASER EFFECT

KEVIN JASPAR

De toestellen van JB Systems vinden we zowat overal in het uitgaansleven, en dat zowel met geluid als met licht. Deze keer krijgen we een driein-eentoestel. De Invader is uitgerust met de drie technologieën van het moment: led, strobe en laser.

Les

BOUW

De Invader is een “flower” lichteffect, waarbij het effect wordt geproduceerd door quad kleurenleds van 3 Watt. De acht witte leds van 1 Watt zorgen voor het stroboscoopeffect en zitten rond de cylinder waaruit de tweekleurige laserstraal komt (rood en groen). Het toestel is volledig gemaakt in zwart metaal en meet 25 x 25 x 21 cm. Aan beide zijden zitten draaiknoppen waarmee je de focus kan afstellen. We maken even een omweg langs de achterkant. Daar zien we de verschillende aansluitingen, zowel de voeding als de DMX. Verder zien we een ledscherm, de verplichte veiligheidshaak en de noodstop.

AANSLUITINGEN

De Invader heeft drie types aansluitingen. De eerste is bedoeld voor de voeding: twee IEC’s (een mannetje en een vrouwtje). Het is dus vrij makkelijk om ze met een daisy chain aan elkaar te linken. Dan zijn er de XLR-aansluitingen die gebruikt worden om de DMX-informatie te ontvangen en te versturen. Tot slot is er een kleine aansluiting waarbij ik geen naam kan vinden, maar ze dient voor de noodstop van de laser.

HANDLEIDING EN ACCESSOIRES

De Invader komt in een doos en zit goed vast met schuimblokken. Je kan ze als flightcase gebruiken. De handleiding is beschikbaar in verschillende talen waaronder Nederlands, Duits, Engels en Frans. Verder in de doos: een stroomkabel, twee sleutels voor het beveiligen van de laser en een reserveconnector voor de noodstop.

MOGELIJKHEDEN

Je kan de Invader op verschillende manieren gebruiken. Het makke-

18

www.meetmusic.com

appareils JB Systems s’étendent sur l’entièreté des secteurs du monde de la nuit. Qu’il s’agisse de son ou encore de lumière. Cette fois, la marque nous propose une machine « trois en un », car l’Invader est équipé des trois technologies du moment, c’est-à-dire : le led, le stroboscope et le laser.

CONSTRUCTION

L invader est un effet lumière de type « Flower » muni de 8 lentilles d’où s’échappe cet effet flower produit par les leds quadri-colors de 3 watts.

Les 8 leds blanches de de 1 watts chacune donneront l’effet stroboscopique et sont montées tout autour du cylindre d’où sort le laser deux couleurs, en l’occurrence rouge et vert.

Entièrement teinté de noir le châssis est construit en métal et a pour mensurations 25 X 25 x 21 cm. De part et d’autre de l’appareil se trouvent les deux molettes qui permettent de serrer la lyre au focus désiré. En faisant un détour par la face arrière, on peut remarquer les différentes connections, qu’elles soient d’alimentation électrique et de DMX. C’est également sur cette face que se situent les différentes commandes, son écran LED, le crochet de sécurité obligatoire et le processus d’arrêt d’urgence.

CONNEXIONS

L’Invader posséde trois types de connexions. Le premier est destiné à l’alimentation. Il a donc deux IEC : une mâle et une femelle. Il est donc

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

PERFORMANCE VINYLS 12” vinyls ______________________________________________________________

blue green yellow pink purple ________________________________________________________________________

pastel blue

red

___________________

Manifesto Series

glow in the dark

black

clearly lost your marbles

10” Glass Series ___________________________________

clear

green

G. Raeymaekersstraat 52 1030 Brussel

purple

red

Tel: +32 (0) 2 242 15 22 Fax: +32 (0) 2 242 01 25

LIGHT GEAR

20

JB Systems Invader

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

JB Systems Invader

LIGHT GEAR

assez facile de les connecter en chaîne. Viennent ensuite les connexions XLR qui servent à véhiculer les informations DMX, entrée et sortie bien évidement. Et enfin une petite connexion dont je ne trouve pas le nom, qui elle est dédiée à l’arrêt d’urgence du laser.

MANUEL ET ACCESSOIRES

L’invader est fourni dans une caisse sécurisée par des blocs de mousse qui pourront vous servir pour la réalisation du flight case. Son mode d’emploi en plusieurs langues dont le néerlandais, l’allemand, l’anglais et le français. Son câble d’alimentation, deux clés destinées à sécuriser le laser et le connecteur de réserve pour l’arrêt d’urgence.

POSSIBILITÉS

lijkste is de automatische modus die de effecten door elkaar gebruikt en reageert op de muziek. Het is uiteraard mogelijk om de gevoeligheid aan te passen, naargelang het geluidsvolume. Als je ze met meerdere tegelijk zou willen gebruiken, er is een slave-functie voorzien. De manier die mij het meeste boeit is de DMX-modus. Hier kan je je verbeelding de vrije loop laten en elke parameter afzonderlijk bedienen. Kwestie van inspiratie en de juiste timing.

OUTPUT

De Invader is een lightshow op zich. Ik schat dat de laser een hoek heeft van 110°. Hij biedt ons een wirwar van rozetten, spiralen, cirkels, punten en andere vormen die overgaan van de ene in de andere. Het is bijna hypnotiserend om naar te kijken. Het “flower”-deel bestrijkt een minder grote oppervlakte, maar geeft wel zeer heldere kleuren en veel bewegingen en rotaties. Deze functie doet me een beetje denken aan de “LED Devil” van hetzelfde merk. Het meeste plezier beleef ik aan de acht witte leds die voor een strobe-effect zorgen en die ook als blinder kunnen gebruikt worden. Ze kunnen worden gecontroleerd los van de “chase” effecten en worden gecombineerd met de strobe. Hier kan ik meteen de opmerking maken dat de output van de verschillende functies niet goed met elkaar in verhouding staat. Zo vind ik bijvoorbeeld dat de strobe de neiging heeft om het lasereffect te absorberen.

PRIJS

Voor een bedrag van €239 (incl.

BTW) is dit toestel het jouwe. Een belachelijke prijs als je rekening houdt met de mogelijkheden. Je hebt er immers drie toestellen voor.

BESLUIT

De Invader is een polyvalent lichttoestel dat overigens erg weinig stroom verbruikt, niet warm wordt en zeer weinig geluid produceert.

Het bestrijkt een indrukwekkend groot oppervlak. Het is alleen jammer dat de leds en de laser niet hetzelfde gebied bestrijken.

pro • zuinig • stil • polyvalent

contra • ongelijke sterktes • bestrijkt verschillende oppervlaktes

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

Il est possible d’utiliser l’Invader de plusieurs manières. La plus simple sera le mode automatique, qui fera défiler les effets les uns après les autres en réagissant sur le son. Il vous sera bien sûr possible d’ajuster la sensibilité par rapport aux niveaux sonores ambiants. Dans le cas où vous les utiliseriez en nombre, une fonction slave est prévue. Mais le mode qui m’excite le plus est le mode DMX qui permet de laisser libre cours à notre imagination, en pilotant chacun des paramètres indépendamment au moment choisi et suivant votre inspiration.

OUTPUT

L’invader est un light show à lui tout seul, le laser couvre un angle de 110° selon mon estimation, et nous offre ainsi un enchevêtrement de rosaces, spirales, cercles, points et autres formes qui mutent de l’une vers l’autre. C’est assez hypnotique à regarder ! La partie flower couvre une surface un peu moins large et offre des couleurs très vives, ses mouvements et rotations me font fortement penser au « LED Devil » de la même marque. La fonction qui m’a le plus amusé est celle où les 8 leds blanches dédiées aux effets stroboscopiques, qui peuvent en un sens être aussi utilisées comme blinder. Elles sont pilotables indépendamment des effets « chase » et sont donc combinables aux effets strobe. Si j’avais une petite remarque à faire, ce serait à propos de la puissance des différentes fonctions qui ne sont pas toutes bien proportionnées. En effet je trouve que les effets stroboscopiques ont un peu tendance à absorber l’effet laser.

BUDGET

Pour la somme de €239 (TVA incluse) ce petit combo sera en votre possession. Un prix dérisoire vu le nombre de tâches et d’effets possibles. Gardons bien à l’esprit qu’il s’agit dans le cas présent de trois machines en une seule.

• économique • silencieux CONCLSION • polyvalent L’invader est une machine polyvalente. Qui consomme très peu d’énergie, ne chauffe pas et produit très peu de bruit. Elle couvre une surface impressionnante. Il est • puissances inégales juste quelque peu dommage que le • surfaces de couvertures laser et les leds ne couvrent pas la différentes même surface.

PSL

www.meetmusic.com

21

HILITES

Hilites

DAP-Audio Mini-GIG

DAP-AUDIO

DAP introduceert met de GIG-reeks een nieuwe serie live mixers. Deze modellen bieden een aantal voordelen ten opzichte van hun voorgangers.

Zo is de effectmodule verbeterd en uitgebreid, zijn er vanaf de 8-kanaals versie compressors beschikbaar en kunnen de mixers naar wens uitgerust worden met een opname- of afspeelmodule. Verder introduceerde DAP op het entry-level, onder de enorm succesvolle Palladium serie, de nieuwe CX-versterkerserie. Deze betaalbare, compacte versterkers bieden een breed scala aan features. Ontdek ze in deze editie van Meet Music! www.highlite.nl

DAP-AUDIO

DAP introduit avec la série GIG une nouvelle gamme de consoles live. Ces modèles offrent quantités d’avantages comparés à la gamme précédente. Le module d’effet a ainsi été amélioré et renforcé, à partir du modèle 8 canaux, des compresseurs sont disponibles et les cons ole s peuvent être équipées d’un m o dule

IK Multimedia iRing

Gibson “Win a Studio” Contest

Focusrite Saffire PRO 26

FOCUSRITE

Saffire PRO 26 is de recentste toevoeging aan Focusrite’s reeks audio interfaces, compatibel met FireWire en Thunderbolt. Deze interface werd ontworpen met zowel studio recording als live muzikanten in het achterhoofd. Uitgerust met 18 inputs en 8 outputs, bedoeld voor vier voorversterkers, twee instrument-inputs, ADAT & S/PDIF twee hoofdtelefoon-outputs, zes line outputs en connectiviteit. Hiermee kan je je recording of live set alvast makkelijk uitbreiden! www.focusrite.com

GIBSON

Gibson Brands viert dit jaar z’n 120e verjaardag, dus aan de fans kon niet uitblijven! Met de “Win a Studio” vikunnen deelnemers elke maand een volledige home resetup winnen. Enkele van de te winnen stuks zijn de KRK Rokit 5 Studio Monitors, de TASCAM TMPC1 condensatormicrofoon en de Stanton DJC.4 Virtual DJ digitale workstation. Op het einde van de wedstrijd, eind november 2014, wordt er een grote winnaar gekozen die de Gibson Double Diamond H-Guitar mag ontvangen. Om deel te nemen moet je een originele video insturen. Deze opdracht verschilt van maand tot maand. Voor alle spelregels surf je naar www.gibson.com

een bedankje deowedstrijd cording

P a l Pro Sound & Le Saffire PRO gamme Focuscette interface pour la scène. à 4 préam-

La marque Gibson fête cette année son 120ème anniversaire, un grand «merci» aux fans et clients ne pouvait donc se faire longtemps attendre. Avec le concours “Win a Studio”, les participants peuvent, chaque mois, gagner une configuration home studio.

Celle-ci est composée d’une paire de moniteurs studio KRK Rokit 5, d’un micro à condensateur TASCAM TM-PC1 et d’une station numérique Stanton DJC.4 Virtual DJ. Fin Novembre 2014 à la fin du concours, un grand gagnant sera désigné, avec comme super récompense, une Gibson Double Diamond H. Pour participer il vous faut envoyer une vidéo originale dont le thème principal change de mois en mois. Règlement et infos sur www.gibson.com

Nieuw bij IK Multimedia is de iRing, een betaalbare motion-tracking controller voor iOS apparatuur. Met de iRing kan je met simpele handgebaren muziek apps controleren in realtime. Je draag de iRing (bestaande uit twee dubbelzijdige ringen) comfortabel om je vingers, en gebruikt hem met een app die in staat is om iRing’s exacte posities te detecteren. Bijhorende apps zijn de iRing Music Maker en de iRing FX/Controller. www.ikmultimedia.com

IK MULTIMEDIA

PIONEER

22

www.meetmusic.com

FOCUSRITE

26 est la plus récente interface ajoutée dans la rite. Compatible en FireWire et Thunderbolt, a été développée aussi bien pour le studio que Equipée de 18 entrées et 8 sorties destinées plis, 2 entrées instrument, 2 sorties casques, 6 sorties haut niveau, le tout est complété par des connectiques ADAT & S/PDIF. Un outil pour élargir toutes vos solutions d’enregistrement! www.focusrite.com

GIBSON

IK MULTIMEDIA

Pioneer brengt de DDJ-SB controller voor Serato DJ Intro uit in drie nieuwe, levendige kleuren. Behalve het klassieke zwart kunnen dj’s nu kiezen uit een zilverkleurig, rood en blauw model - allemaal voorzien van een geborstelde afwerking in parelmoer. De compacte en gemakkelijk draagbare DDJ-SB biedt twee kanalen en een intuïtieve toegang tot alle gebundelde Serato DJ Intro cues, loops, FX en samples. Bovendien kunnen begin-

d’enreg istrement et de reproduction. De plus DAP nous présente sa nouvelle gamme d’ampli entrée de gamme sous le nom de CX, poursuivant de la gamme ladium. Découvre-les dans cette édition de Light! www.highlite.nl

timedia.com

Nouveauté chez IK MultiMedia avec le iRing, un contrôleur “motion-tracking” compatible iOS. Le iRing vous permet de contrôler simplement vos applications audio. Tout se passe sur l’écran grâce à deux anneaux qui vous suivent aux doigts mais pas à l’œil!!! En complément on trouve aussi les applications iRingMusic Maker et le iRing Fx/Controller. www.ikmul-

PIONEER

Pionneer propose son contrôleur DDJ-SB pour Serato DJ Intro en trois nouvelles couleurs différentes. En plus du classique noir, les dj’s ont maintenant accès à l’argenté, rouge ou bleu et toujours en finition nacrée. Le DDJ-SB compacte, fa-

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

HILITES cilement transportable, offre deux canaux pour un accès facile et intuitif aux fonctions des bundles Serato telles que Cues, Loops et Samples. En plus les dj’s débutants peuvent ajouter des filtres, fades et un high-pass au cross-fade habituel. Un seul bouton pour effectuer vos mixages. www.pioneerdj.com

RCF

SHOWTEC

SHOWTEC

RCF

PSL

Sur grand podium, les effets de faisceaux spots précis ne sont plus impossibles. Showtec dispose d’une série complète de projecteurs à tête mobile et même depuis peu d’un modèle très économique, le Phantom 20 LED Beam.

Celui-ci offre de nombreuses possibilités pour un petit budget ! L’effet possède une LED blanche d e 20W, qui ga ra nt it une belle puissance concentrée en un angle de 5°. Grâce à sa forme compacte et sa légèreté, la tête réagit à la vitesse de l’éclair et les poursuites rapides sont à sa portée. Le tout est contrôlé en précision et vitesse par un logiciel de commande en 16-bit. www.highlite.nl PSL

PRO SOUND & LIGHT 2014/06

www.meetmusic.com

23

RCF V-MAX Series

Strakke beam-effecten zijn niet meer weg te denken op grote podia. Binbeam moving heads te nen Showtec zijn een flink aantal krijgen en sinds kort is er een zeer betaalbare beam beschikbaar: de Phantom 20 LED Beam. Instap mogen voor weinig betekent in dit geval veel vereen 20W witte LED. geld! Het effect is voorzien van de kleine afstraalDat lijkt niet veel, maar door gebundeld op hoek van 5° wordt alle power de compacte een klein oppervlak. Vanwege beweegt de vorm en het geringe gewicht bewegingen kop pijlsnel. Chases met snelle deze heads. zijn dus geen probleem voor de bundel Dankzij de 16-bit besturing is heel precies te richten. www. highlite.nl

Showtec Phantom 20 LED Beam

De V-MAX serie is een uiterst geavanceerde lijn van compacte near field en midfield luidsprekersystemen. Bij deze modellen ligt de focus op hoorndirectiviteit en krachtige subwooferprestaties, ontworpen voor zowel portable als installatie-toepassingen. De cabinets zijn opgetrokken uit berkenhout en werden bekleed met weerbestendige polyurea verf. De V-MAX serie blinkt uit in vocale reproductie en biedt een natuurlijke sound in live situaties en bij opgenomen muziek. www.rcf.it

La série V-MAX est une gamme spécifique de moniteurs near et mid field compactes. Le focus de la gamme est porté sur la directivité et la pression acoustique des ons subwoofers avec le touring et les installaticomme applications préconisées. Les enceintes sont fabriquées en bouleau et finies par une couche de peinture polyuréthane.

Les V-Max brillent pour la reproduction vocale et sont idéales dans des applications live ou sur un programme musical enregistré. www.rcf.it

Pioneer DDJ-SB blue

nende dj’s voor naadloze mixen met Filter Fade een high-pass filter toevoegen aan de crossfade.

Op deze manier kunnen ze vlottere overgangen maken met een enkele knop. www.pioneerdj.com

MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.306

27e jaargang - Juni 2014 27ième année - Juin 2014

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Angel Lopez

Roland

Eresma

FA-08

LTD

BB-4

DV Mark

DVM Compressore & Guitar Tube Marker

Ludwig Signet 105