Wereldwijde Medische Noodhulp

Page 1

WERELDWIJDE MEDISCHE NOODHULP


© Brendan Bannon

Coverbeeld © Julie Rémy - Eliane Mansur, chirurg, verzorgt een patiënt met een open botbreuk in de geïmproviseerde operatiezaal in het ziekenhuis van Martissant in Port-auPrince, Haïti, vlak na de aardbeving. Januari 2010

|2


INHOUD 3 INHOUD 5 WIE ZIJN WIJ? 6 KLEIN INITIATIEF WORDT INTERNATIONALE BEWEGING 7 ONZE GESCHIEDENIS Groei Wantoestanden aanklagen De Nobelprijs De 21ste eeuw 10 OP HET TERREIN 11 NOODHULPVERLENING

12 ONZE HULPVERLENING Gewapende conflicten Natuurrampen Epidemieën, endemieën, pandemieën Voedselhulp Uitsluiting van gezondheidszorg – migranten Het einde van een hulpoperatie 20 voor ons werken Gezochte profielen Aanwervingscriteria Werken met lokaal personeel 22 Zonder jouw steun STAAN we nergens

3|


|4

Š Spencer Platt/Getty Images


WIE ZIJN WIJ? Artsen Zonder Grenzen biedt al veertig jaar medische hulp aan mensen die lijden in levensbedreigende situaties: slachtoffers van gewapende conflicten, van epidemieën of natuurrampen, maar ook mensen die uitgesloten worden van gezondheidszorg. Die hulpverlening vraagt om aanzienlijke medische en logistieke middelen. Artsen Zonder Grenzen is onafhankelijk van politieke, militaire of religieuze machten en werkt altijd neutraal en onpartijdig, op basis van onze eigen inschatting van de noden. We kiezen geen partij in gewapende conflicten en vragen volledige toegang tot de patiënten en tot de plaats die we nodig hebben om ons werk goed te kunnen uitvoeren. De onafhankelijkheidsgarantie zit verankerd in onze financiering, die (in 2010) voor 90 procent afkomstig was van private giften. Voor het werk in conflictgebieden aanvaardt Artsen Zonder Grenzen enkel private giften en nooit geld dat afkomstig is van partijen die betrokken zijn bij het conflict. Als getuige van ernstig geweld of crisissen waaraan nauwelijks aandacht wordt geschonken, eist Artsen Zonder Grenzen het recht op om hierover in het openbaar te spreken, om te verhinderen dat de crisis vergeten geraakt, om het publiek te waarschuwen en te informeren over wantoestanden die uit het zicht van de camera’s plaatsvinden, en om kritiek te geven op de ontoereikendheid van de hulp of het niet geven van de juiste hulp omwille van politieke belangen. Artsen Zonder Grenzen ontving de Nobelprijs voor de Vrede in 1999. In meer dan 60 landen overal ter wereld zijn er meer dan 22.000 medewerkers actief. Alle teams van Artsen Zonder Grenzen onderschrijven hetzelfde handvest en zijn samengesteld uit medisch, logistiek en administratief personeel van tientallen verschillende nationaliteiten. Het gaat zowel om expats als om mensen die in eigen land actief zijn.

Het Handvest van Artsen Zonder Grenzen Het centrale idee van het Handvest van Artsen Zonder Grenzen is dat elke mens recht heeft op humanitaire hulp. Daaraan ontleent Artsen Zonder Grenzen haar opdracht om slachtoffers in oorlogen en crisissen bij te staan. Verder onderstreept het Handvest dat Artsen Zonder Grenzen een neutrale, onpartijdige en onafhankelijke organisatie is. Alle Artsen Zonder Grenzen onderschrijven de volgende principes: Artsen Zonder Grenzen verleent hulp aan volkeren in nood, aan slachtoffers van menselijke of natuurrampen en van oorlogsgeweld, en doet dit zonder enig onderscheid van ras, religie, levensbeschouwing of politieke opvatting. Artsen Zonder Grenzen is steeds neutraal en onpartijdig in naam van de algemeen erkende medische ethiek en het recht op humanitaire hulp, en eist de algehele vrijheid om haar taken uit te voeren. De Artsen Zonder Grenzen verbinden zich ertoe de medische gedragscodes van hun beroep te respecteren en een volledige onafhankelijkheid ten opzichte van alle politieke, economische of religieuze machten te handhaven. De Artsen Zonder Grenzen begrijpen de risico’s en gevaren van hun werkzaamheden en eisen voor zichzelf of hun rechthebbenden geen enkele andere vergoeding dan deze welke de organisatie hen zou kunnen geven.

Onafhankelijkheid is een ingesteldheid, de manier waarop we werken, wie we zijn, hoe we een probleem aanpakken. Maar het is ook een absolute noodzakelijkheid.

Christopher Stokes, fragment uit de film “Achter de grenzen”

5|


KLEIN INITIATIEF WORDT INTERNATIONALE BEWEGING Artsen Zonder Grenzen is een nietgouvernementele organisatie die in Frankrijk in 1971 werd opgericht door artsen en journalisten. Vandaag is Artsen Zonder Grenzen een internationale beweging met 23 onafhankelijke nationale afdelingen die verenigd worden door hetzelfde handvest. Van deze 23 afdelingen zijn er vijf zogenaamde operationele centra: Brussel, Parijs, Amsterdam, Genève en Barcelona. De andere afdelingen zetten zich in voor communicatie, fondsenwerving en recrutering van medewerkers. Op het terrein beheert elk operationeel centrum haar projecten onafhankelijk, waarbij steeds informatie wordt uitgewisseld met de andere. Bij heel grote noodsituaties

verdelen de operationele centra de taken onder mekaar om zo efficiënt mogelijk te werken. Op dezelfde manier kan, wanneer teams van Artsen Zonder Grenzen getuige zijn van grootschalige schendingen van het humanitaire recht of gebrek aan hulpverlening, een gezamenlijk publiek standpunt ingenomen worden door alle afdelingen. In Genève zetelt het Internationaal Bureau van Artsen Zonder Grenzen, dat de organisatie vertegenwoordigt op internationaal niveau. De internationale president wordt voor drie jaar verkozen. Het Internationaal Bureau leidt ook de debatten binnen de internationale beweging. Meerdere malen per jaar zien de voorzitters en directeurs van de verschillende afdelingen mekaar om van gedachten te wisselen en de samenwerking te bespreken. Op medisch vlak zijn er werkgroepen over specifieke thema’s zoals tuberculose of hiv/aids. Zij zetten onderzoeksprojecten op en werken samen aan nieuwe strategieën die geschikt zijn voor de soms moeilijke situaties waarin de teams op het terrein werken. Alle afdelingen worden beheerd door een Raad van Bestuur die wordt verkozen op een jaarlijkse Algemene Vergadering. Dit zijn de nationale afdelingen.

© Vali

• Frankrijk (opgericht in 1971) • België (1980) • Zwitserland (1981) • Nederland (1984) • Luxemburg; Spanje (1986) • Verenigde Staten; Griekenland (1990) • Canada; Italië (1991 – ook het Internationaal Bureau wordt dat jaar opgericht) • Japan (1992) • Zweden; Denemarken; Duitsland; Verenigd Koninkrijk (1993) • Australië; Oostenrijk; Hong Kong (1994) • Noorwegen, Verenigde Arabische Emiraten (1995) • Brazilië; Argentinië (2001) • Zuid-Afrika (2007)

|6


ONZE GESCHIEDENIS In Biafra – nu een deel van Nigeria – woedde begin jaren ‘70 een oorlog waarbij een deel van de bevolking doelbewust wordt uitgesloten van voedselhulp. Franse dokters zijn hier als hulpverleners van het Rode Kruis getuige van. Vanwege de neutraliteit van het Rode Kruis kunnen ze zich niet uitspreken. Een gelijkaardige situatie doet zich voor in Oost-Pakistan, het huidige Bangladesh, waar in 1970 een zware tyfoon honderdduizenden levens eist. Door nalatigheid van de centrale overheid zien 10 miljoen mensen geen andere oplossing dan naar India te vluchten. Ook de hulp van de Verenigde Naties is laattijdig en ontoereikend. Het medische tijdschrift Tonus lanceert al snel een oproep aan Franse artsen om hulp te gaan bieden aan de miljoenen mensen in nood. Journalisten en dokters zijn in 1971 als eersten actief betrokken bij de oprichting van Médecins Sans Frontières (Artsen Zonder Grenzen) in Frankrijk, een medische hulporganisatie die een grotere vrijheid van handelen wil hebben én zich publiek wil uitspreken over bepaalde situaties. Enkele artsen richten in 1980 de Belgische tak van Artsen Zonder Grenzen op. Vanuit een piepklein kantoortje in Brussel stuurt de organisatie haar eerste hulpverlener uit. Het is een dokter die gaat werken in de vluchtelingenkampen in Thailand.

Groei Artsen Zonder Grenzen is niet van de ene dag op de andere een internationale beweging geworden. Tijdens de eerste jaren was het aantal medische acties erg beperkt. De eerste projecten volgden op natuurrampen in CentraalAmerika. Later biedt Artsen Zonder Grenzen ook hulp aan de Cambodjaanse vluchtelingen in Thailand, aan de slachtoffers van de Libanese burgeroorlog en aan de Afghaanse bevolking na de invasie door de Sovjet-Unie. Halverwege de jaren tachtig biedt Artsen Zonder Grenzen hulp bij de hongersnood in Ethiopië. Maar de organisatie staat voor een moreel dilemma, want de teams zijn getuige van de rampzalige gevolgen van de gedwongen volksverplaatsingen door de Ethiopische overheid. Tienduizenden mensen sterven van honger, ziekte en koude.

Op het einde van de jaren tachtig werkt Artsen Zonder Grenzen een stevige logistieke basis voor haar medische projecten uit. De noodsitaties volgen elkaar op en Artsen Zonder Grenzen reageert onvermoeibaar en bereidt haar capaciteiten uit. Het is het begin van een periode van sterke groei van de organisatie. Tegelijk diversifieert Artsen Zonder Grenzen haar activiteiten. Dankzij de vastbeslotenheid, het idealisme en de creativiteit van haar medewerkers, kan Artsen Zonder Grenzen hulp bieden bij noodsituaties overal te wereld. Bij de aardbeving in Armenië in 1988 laat de toenmalige Sovjet-Unie voor de eerste maal buitenlandse hulpverleners toe. Artsen Zonder Grenzen is er als één van de eersten om de enorme noden te lenigen. De hulpactie van Artsen Zonder Grenzen is heel grootschalig en heel gediversifieerd: onderdak voor wie dakloos geworden is, mobiele hulpposten, geestelijke gezondheidszorg, kinesitherapie, herstelchirurgie, de installatie van laboratoriummateriaal en dialysemachines... en deze lijst is verre van volledig. De val van de Berlijnse Muur in 1989 opent ook de grenzen naar het uiteenvallende Oostblok. Niet langer richt Artsen Zonder Grenzen zich alleen op ontwikkelingslanden; ze start nieuwe projecten in Oost-Europa.

Alles wat wij hebben kunnen doen in Armenië, dat was uitzonderlijk voor mij. Het leek wel magie. We voelden ons gedragen door een groep met een energie die ons dingen liet doen die verder gingen dan we al gedaan, die verder gingen dan de grenzen die we voor onszelf hadden kunnen stellen.

Marie-Christine Férir, fragment uit de film “Achter de grenzen”

7|


© Cédric Gerbehaye

Wantoestanden aanklagen

De Nobelprijs

In de daarop volgende jaren zijn de medewerkers van Artsen Zonder Grenzen getuige van de etnische zuiveringen in voormalig Joegoslavië, de genocide in Rwanda, de uitroeiingspolitiek van Irak tegen de Koerden… Dergelijke gruwelijke gebeurtenissen noodzaken Artsen Zonder Grenzen zich herhaaldelijk in het openbaar uit te spreken en de internationale gemeenschap op haar verantwoordelijkheden te wijzen.

In de jaren ’90 maakt Artsen Zonder Grenzen een stormachtige groei door. De schaalvergroting en de hogere eisen die aan de organisatie worden gesteld, nopen tot verdere professionalisering op gebied van rekrutering, voorbereiding en begeleiding van veldmedewerkers.

Artsen Zonder Grenzen beschouwt het als een deel van haar taak om publiek te getuigen over ernstige schendingen van mensrechten en medische wantoestanden in gebieden waar we werken. Het gaat bijvoorbeeld om de uitsluiting van groepen mensen van toegang tot gezondheidszorg (zoals vluchtelingen) of het verwaarlozen van ernstige medische problemen (zoals hiv/aids). Artsen Zonder Grenzen brengt problemen onder de aandacht van de internationale gemeenschap om haar de ogen te openen voor wat er zich afspeelt in bepaalde situaties en om haar aan te sporen actie te ondernemen om het probleem aan te pakken. Dat maakt onvervreemdbaar deel uit van het mandaat van Artsen Zonder Grenzen.

|8

Artsen Zonder Grenzen krijgt erkenning wanneer de organisatie in oktober 1999 de Nobelprijs voor de Vrede krijgt. De onderscheiding geldt niet alleen voor haar medische werk, maar ook en vooral voor haar optreden als pleitbezorger voor bevolkingsgroepen in nood. Het geldbedrag dat verbonden is aan de prijs wordt besteed aan een internationale campagne voor de toegang tot geneesmiddelen. De campagne wil de beschikbaarheid en ontwikkeling van geneesmiddelen, diagnostische tests en vaccins voor ziektes die commercieel blijkbaar niet interessant zijn, helpen promoten.


De 21ste eeuw

Aan het begin van het derde millennium worden humanitaire organisaties geconfronteerd met zeer omvangrijke uitdagingen. Behalve de interventies in conflictgebieden en de menselijke crisissen en drama’s moet Artsen Zonder Grenzen ook uitdagingen aangaan zoals medische uitsluiting, de verwoestingen door aids, de toename van epidemieën als tuberculose en malaria, de afwezigheid van betaalbare of beschikbare geneesmiddelen voor heel wat patiënten… Tegelijk krijgen ngo’s die hulp willen bieden bij conflicten, epidemieën of natuurrampen te maken met hindernissen die hun werk sterk bemoeilijken of verhinderen. Moorden, ontvoeringen, beperkingen van bewegingsvrijheid, en verplicht stilzwijgen zijn zaken die er volgens sommigen toe leiden dat de zogenaamde ‘humanitaire ruimte’ inkrimpt. Het is een symbolische ruimte, die staat voor het respect voor humanitaire werk en de vrijheid waarmee het gedaan kan worden.

Zeggen wat je ziet gebeuren is een morele plicht, anders ben je medeplichtig. Dus deden we dat in Rwanda. Die getuigenis komt dus niet alleen recht uit ons hart, maar is ook de uitdrukking van onze waarden. Wanneer die waarden geschonden worden en niemand reageert, dan kunnen wij niet zwijgen.

Alex Parisel, fragment uit de film “Achter de grenzen”

© Misha Friedman

Voor Artsen Zonder Grenzen is er geen legitieme ‘humanitaire ruimte’ maar wel een ‘onderhandelingsruimte’ tussen hulpverleners en de autoriteiten in een land. De manouvreerruimte van hulpverleners wordt onderhandeld en hangt af van het nut van de organisatie en, in het geval van Artsen Zonder Grenzen, van de erkenning van de neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de medische hulpverlening.

Het is dankzij die benadering dat Artsen Zonder Grenzen in 2009 weer aan de slag kon in Afghanistan, nadat alle activiteiten waren stopgezet in 2004, toen er vijf van onze medewerkers vermoord werden.

9|


OP HET TERREIN Hulp bieden op duizenden kilometers afstand vereist een goede organisatie en aanzienlijke middelen. Of het nu gaat om het opvangen van vluchtelingen in Darfur of om miljoenen mensen in te enten tegen meningitis in West-Afrika, Artsen Zonder Grenzen steunt op een internationaal netwerk dat, indien nodig, snel gekwalificeerde medewerkers en de nodige financiën kan vrijmaken. Onze hulpoperaties krijgen vorm op het het terrein als projecten. In een project zorgt een team voor het goede verloop van de dagdagelijkse activiteiten en de verstandhouding met de lokale overheden. In de hoofdstad volgt een coördinerend team alle projecten binnen dat land op.

© Siegfried Modola

De globale oriëntatie van die projecten wordt grotendeels vastgelegd op de hoofdzetels van de operationele centra. De verantwoordelijken voor die projecten worden ondersteund door een medisch departement en andere departementen, die waar nodig expertise en ondersteuning bieden.

|10

Van de arts tot de logistieke medewerker over de vertaler: mensen met verschillende profielen en nationaliteiten moeten samenwerken. Op het terrein kan een team bestaan uit enkele tientallen of zelfs honderden medewerkers: alles hangt af van het project zelf. Maar de structuur blijft altijd hetzelfde: iemand is verantwoordelijk voor het project en superviseert de activiteiten, samen met de coördinatie in de hoofdstad, en waakt over de veiligheidsrichtlijnen. Het hart van het werk van Artsen Zonder Grenzen is het veldwerk, maar de schaal en de complexiteit van de operaties vragen soms om medisch of technisch heel gespecialiseerd personeel. Op de hoofdzetel werken de verantwoordelijken voor de hulpprojecten en specialisten van verschillende departementen, om vanop afstand maar altijd in contact met het veld ondersteuning te kunnen bieden aan onze medewerkers ter plaatse.


IN NOODSITUATIES In de loop der jaren heeft Artsen Zonder Grenzen een grote expertise uitgebouwd op het vlak van hulpverlening in crisissituaties. Maar niet alle noodsituaties behoren tot dezelfde categorie.

Mankracht

In sommige gevallen gaat het om opflakkerende conflicten in chronisch onstabiele landen. Humanitaire hulpverleners leggen zich dan vooral toe op wat in het vakjargon ‘emergency preparedness’ is gaan heten: het paraat staan in het land zelf wanneer zich een crisis zou voordoen. Andere noodsituaties zijn plotse, onvoorspelbare rampen. Hier spreken we meer over ‘emergency response’, het onmiddellijk ingrijpen in geval van nood.

Naast het opstellen van noodhulpprocedures en het opleiden van mensen, volgt het noodhulpteam van nabij de situatie in chronisch instabiele landen en helpt het de Artsen Zonder Grenzen-medewerkers ter plaatse om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op nieuwe crisissen.

De schaal, frequentie en het plotse van dergelijke noodsituaties stellen zware eisen aan de logistieke en organisatorische capaciteit van Artsen Zonder Grenzen. Bij elke crisis moeten voedsel, water, sanitaire voorzieningen, onderdak en medische hulp zeer snel kunnen worden aangevoerd op de meest ontoegankelijke plaatsen, in uitzonderlijk moeilijke omstandigheden. Het leven van de slachtoffers hangt af van de snelheid en efficiëntie van de noodhulpinterventies. Om goed voorbereid te zijn, ziet Artsen Zonder Grenzen er op toe dat de organisatie steeds beschikt over voldoende en goed opgeleid personeel dat onmiddellijk inzetbaar is, over aangepaste voorraden en voldoende logistieke en financiële spankracht.

Financiën Noodsituaties worden in een eerste fase gefinancierd met eigen fondsen, die niet voor één welbepaald project zijn voorbestemd. Dat geld komt uit het zogenaamde noodhulpfonds. Het is meteen beschikbaar en er moet dus niet gewacht worden op schenkingen van het publiek. Dat maakt het mogelijk om sneller in te grijpen.

Een speciaal noodhulpteam, met mensen uit verschillende disciplines, is onmiddellijk inzetbaar. Het team wordt tijdens de eerste weken van een crisis uitgestuurd om de noodhulpoperatie op te starten. Een klein verkenningsteam evalueert snel de toestand ter plaatse: hoe erg is de situatie, welk materiaal is nodig, hoeveel mensen zijn nodig, welk budget moet worden voorzien, hoe krijgen we het materiaal ter plaatse?

Materiaal Eén van de belangrijkste middelen om snel op te kunnen te reden in crisissituaties zijn de gestandaardiseerde noodhulpkits, die – afhankelijk van de situatie – zijn samengesteld uit geneesmiddelen, voedsel of overlevingsmateriaal. Bij overstromingen gaan bijvoorbeeld generatoren en plastic zeilen voor onderdak naar de plaats van de ramp. De toegankelijkheid van een gebied en de aard van de ramp bepalen uiteindelijk of hulpgoederen gewoon ter plaatse worden uitgedeeld dan wel worden gebracht met vrachtwagens, boten of vrachtvliegtuigen. Speciaal voor de bevoorrading van grote hoeveelheden heeft Artsen Zonder Grenzen MSF Supply opgericht. Die aan Artsen Zonder Grenzen verbonden aankoopcentrale staat in voor de aankoop, kwaliteitscontrole en het transport van hulpgoederen. De oprichting van MSF Supply bleek nodig omdat geen enkel ander bedrijf in Europa op zulke korte termijn zulke grote hoeveelheden materiaal kon leveren.

In bepaalde gevallen werkt Artsen Zonder Grenzen echter met aparte fondsen die door overheden of andere organisaties ter beschikking worden gesteld voor specifieke landen of projecten. Soms wordt ook het publiek een financiële bijdrage gevraagd, of storten mensen spontaan geld in ons noodhulpfonds.

11|


ONZE HULPVERLENING Gewapende conflicten Sinds de oprichting van Artsen Zonder Grenzen vormen gewapende conflicten de belangrijkste reden voor onze hulpverlening. In zo’n omstandigheden is het een grote uitdaging om toegang te krijgen tot de patiënten en hen directe medische hulp te bieden. Humanitair werk is er maar mogelijk als het neutraal, onafhankelijk en onpartijdig is, met maar één duidelijk doel: de bevolking helpen. In conflictgebieden is het systeem van gezondheidszorg vaak beschadigd of vernield, hoewel een grote nood aan medische, chirurgische en psychologische verzorging bestaat. Het gevolg is een bevolking die geen toegang heeft tot medische diensten. Afhankelijk van de situatie zorgt Artsen Zonder Grenzen voor spoedchirurgie, werken we in ziekenhuizen en gezondheidscentra, sturen we mobiele medische hulpposten uit, werken we in vluchtelingenkampen of zorgen we voor gespecialiseerde hulp, bijvoorbeeld bij ondervoeding. Onze teams kunnen als het nodig is ook voor tenten en de levering van zuiver water zorgen. Maar Artsen Zonder Grenzen kan ook het geweld van de strijdende partijen tegen burgers aan de kaak stellen.

Voorbeeld: Sinds juni 2009 is Artsen Zonder Grenzen weer actief in Afghanistan, na een pauze van vijf jaar. In 2004 was onze organisatie uit het land vertrokken, nadat er vijf medewerkers vermoord waren. Artsen Zonder Grenzen nam de beslissing om opnieuw naar Afghanistan te gaan op basis van de dringende medische en humanitaire noden in het land. De heropstart van de projecten in Afghanistan begon met twee projecten in Afghanistan: een ziekenhuis in de hoofdstad Kaboel en één in de zwaar door de oorlog getroffen provincie Helmand. Omdat het land verscheurd wordt door een lang aanslepend conflict tussen de regering en haar westerse bondgenoten en gewapende oppositiegroepen, kan Artsen Zonder Grenzen slechts werken dankzij haar neutraliteit en volledige onafhankelijkheid.

|12

© Peter Casaer © Nichole Sobecki

Humanitaire hulpverlening stopt niet met het einde van het geweld of met de ondertekening van een vredesakkoord. Soms blijft Artsen Zonder Grenzen nog jarenlang actief na het eigenlijke einde van het gewapende conflict. Omdat het systeem van gezondheidszorg niet meteen weer naar behoren functioneert of omdat de bevolking nog andere grote noden heeft. Zo werken de teams van Artsen Zonder Grenzen al meer dan twintig jaar onophoudelijk in Congo.


13|

Š Peter Casaer


© Ron Haviv/VII

Natuurrampen Aardbevingen, orkanen, overstromingen, vulkaanuitbarstingen… om hulp te kunnen bieden bij dergelijke rampen, heeft Artsen Zonder Grenzen kant-en-klare noodhulpkits klaarstaan. Zo kan binnen de 48 uur een vrachtvliegtuig met hulpgoederen opstijgen. Eerst moet het materiaal aankomen in havens of luchthavens, daarna kan het vervoerd worden naar de plaatsen waar er nood is aan voedselhulp, gezondheidszorg of logistieke ondersteuning. De prioriteiten zijn op zo’n moment de toegang tot de slachtoffers, hulpverlening, de bevoorrading met voedsel, water en electriciteit en het radiocontact. In het algemeen bestaat hulpverlening bij natuurrampen uit gezondheidszorg aan de ene kant en logistieke en sanitaire hulp aan de andere kant. Daarna kan er mentale gezondheidszorg geboden worden aan overlevenden van de ramp die alles verloren hebben.

|14

Voorbeeld: Op 12 januari 2010 werd de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince getroffen door een zware aardbeving. Bij die ramp vielen meer dan 200.000 doden. Artsen Zonder Grenzen had al projecten in de stad en kon dus meteen na de aardbeving slachtoffers beginnen verzorgen. Het was echter meteen duidelijk dat de aanwezige teams nooit zouden volstaan om aan de enorme behoeften te voldoen. Artsen Zonder Grenzen stuurde dan ook snel extra medewerkers naar het rampgebied. Het aantal internationale medewerkers steeg van 30 naar 400 en er gingen meer dan 3000 Haïtiaanse medewerkers aan de slag. In de eerste fase legde Artsen Zonder Grenzen zich toe op noodchirurgie voor de vele zwaargewonden. Daarna werden de projecten uitgebreid met revalidatie en kinesitherapie voor wie geopereerd was, psychologische bijstand voor de getraumatiseerde bevolking, en het opnieuw bieden van basisgezondheidszorg – ook die moet immers doorgaan. Omdat er ook meer dan één miljoen Haïtianen dakloos was geworden, verdeelde Artsen Zonder Grenzen bovendien hulpgoederen zoals tenten en hygiënekits.


Epidemieën, endemieën, pandemieën Miljoenen mensen blijven sterven aan ziektes die nochtans te genezen zijn, zoals hersenvliesontsteking, mazelen, gele koorts, cholera, tuberculose, slaapziekte… In sommige landen duiken dan weer dodelijke ziektes zoals Ebola op. Artsen Zonder Grenzen ontwikkelt preventieve programma’s, maar onderneemt ook actie om uitgebroken epidemieën een halt toe te roepen, met vaccinatiecampagnes, de verbetering van de hygiënische omstandigheden of de voorziening van proper drinkwater. Massale vaccinatiecampagnes vereisen aanzienlijke logistieke middelen, want er moeten dan elke dag 2000 tot 3000 mensen ingeënt worden. Voorbeeld: In augustus 2008 begon in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare een cholera-epidemie. Die verspreidde zich snel naar andere steden, en tastte ten slotte het platteland aan. Door de ineenstorting van de gezondheidszorg in Zimbabwe, en door de slecht onderhouden waterleidingen en riolen, kon de epidemie snel om zich heen grijpen. Bijna 100.000 mensen werden besmet. Ondanks een aantal bureaucratische hindernissen, slaagde Artsen Zonder Grenzen erin om efficiënt in te grijpen. Er werden op grote schaal centra opgezet om patiënten op te vangen. Half februari had Artsen Zonder Grenzen al meer dan 45.000 zieken verzorgd.

Hiv/aids Wereldwijd lijden naar schatting 33 miljoen mensen aan hiv/aids (UNAIDS, Wereldgezondheidsorganisatie). De ziekte blijft verwoestingen aanrichten, vooral in zuidelijk Afrika, waar ongeveer 70% van alle mensen met hiv/aids leeft. Maar de behandeling is nog lang niet beschikbaar voor iedereen die haar nodig heeft. Zeven miljoen mensen die dringend aidsremmers nodig hebben, krijgen die niet. Tien jaar na de massale internationale mobilisatie die het mogelijk maakte vijf miljoen mensen aidsremmers te geven, lijkt de strijd tegen hiv/aids opgegeven sinds 2009. De grootste financiers van die strijd weigeren hun budgetten nog op te trekken. In 2000 toonde Artsen Zonder Grenzen aan dat het mogelijk was om patiënten in ontwikkelingslanden te behandelen met aidsremmers. In landen waar de ziekte vaak voorkomt, hebben we strategieën ontwikkeld om zoveel mogelijk mensen met hiv/aids te kunnen verzorgen. Op dit moment behandelt Artsen Zonder Grenzen zo’n 160.000 mensen met hiv/aids in 32 landen. Onze projecten bestaan uit sensibilisering, de verdeling van voorbehoedsmiddelen, testen op hiv/aids met begeleidende gesprekken voor en na, het voorkomen en de behandeling van opportunistische ziektes (vooral tuberculose), het voorkomen dat moeders of zwangere vrouwen hun kind besmetten, en de behandeling van patiënten in een gevorderd stadium van de ziekte met aidsremmers.

In mei 2001 startten we ons behandelingsprogramma met aidsremmers en onmiddellijk stroomden de zieken toe – extreem zieke mensen, gedragen op brancards.

Eric Goemaere, fragment uit de film “Achter de grenzen”

In samenwerking met lokale activistengroepen, doet Artsen Zonder Grenzen ook aan lobbywerk bij de overheden om hen bewust te maken van het hiv/aidsprobleem en de zorg voor mensen met hiv/aids te verbeteren. De campagne ‘Toegang tot Basisgeneesmiddelen’ speelt een cruciale rol in het verkrijgen van kwaliteitsgeneesmiddelen aan betaalbare prijzen. Gelijktijdig investeert Artsen Zonder Grenzen ook in operationeel onderzoek naar de strijd tegen hiv/aids. Voorbeeld: Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie hebben in Congo meer dan 280.000 mensen een behandeling met aidsremmers nodig. Toch krijgen maar 35.000 patiënten – amper twaalf procent – die behandeling. De cijfers tonen aan hoe enorm de kloof tussen de beschikbare en de nodige behandelingen tegen hiv/aids is in Congo. Congo is, zoals veel landen, sterk afhankelijk van internationale financiële steun voor zijn hiv/aidsprogramma. Artsen Zonder Grenzen pleit dan ook voor het opvoeren van de internationale steun aan aidsprogramma’s. Daarnaast is Artsen Zonder Grenzen zelf ook actief rond hiv/aids in de hoofdstad Kinshasa. Behalve de behandeling van 2.000 patiënten, organiseert Artsen Zonder Grenzen er preventie- en voorlichtingsactiviteiten, en steungroepen voor patiënten.

15|


Voedselhulp Er is sprake van een voedselcrisis wanneer de graad van ondervoeding bij kinderen de nooddrempel bereikt, die door de Wereldgezondheidsorganisatie is vastgelegd. Officieel wordt het aantal acuut en zwaar ondervoede kinderen wereldwijd geraamd op 20 miljoen. Dat zijn 20 miljoen kinderen in levensgevaar. Artsen Zonder Grenzen neemt ernstig ondervoede kinderen worden op in therapeutische voedingscentra. Daar blijven ze ongeveer vier weken. Ze krijgen acht maal per dag te eten, eerst speciale melk en daarna speciale energierijke voeding. Die kinderen zijn zodanig verzwakt dat ze geen eetlust meer hebben en geen grote hoeveelheden voedsel in één keer kunnen opeten. Daarom moeten ze vaak en in kleine hoeveelheden worden gevoed. Ondervoede kinderen zijn extra gevoelig voor infecties. De eenvoudigste ziekte kan dus dodelijk zijn voor een ondervoed kind. Wanneer het kind weer wat op krachten is gekomen en weer eetlust heeft, kan het de behandeling thuis voortzetten: zijn moeder moet het dan het therapeutische voedsel toedienen en met het kind een keer per week naar een voedingscentrum komen. Natuurlijk zijn er ook zwaar ondervoede volwassenen. Ook zij worden in deze centra verpleegd, waar ze een aangepaste behandeling krijgen.

© Brendan Bannon

Bij een ernstige voedselcrisis worden er interventies van korte duur georganiseerd om te vermijden dat de situatie

|16

verder uit de hand loopt indien er geen algemene voedselbedeling plaatsvindt, of wanneer deze ontoereikend is of ondoeltreffend verloopt. De voedseldistributie wordt gericht op kinderen jonger dan vijf jaar omdat zij het meest kwetsbaar zijn. Tegenwoordig bestaan er twee vormen van gebruiksklare therapeutische producten: een koekje en een notenpasta in een zakje. De voedingskwaliteit van deze gebruiksklare producten is vergelijkbaar met die van therapeutische melk. Deze producten kunnen overal worden meegenomen en opgegeten, zonder dat er water moet worden toegevoegd. Deze voeding moet ook niet worden gewogen en moet niet met een recipiënt worden toegediend. De sterke concentratie aan voedingsmiddelen in een klein volume is geschikt voor ondervoede kinderen. Voorbeeld: In Somalië heerste in de zomer van 2011 een ernstige voedselcrisis door een samenloop van omstandigheden: de uitzonderlijke droogte, het aanhoudende geweld en een gebrek aan medische voorzieningen. Teams van Artsen Zonder Grenzen vingen ondervoede kinderen op in gezondheidscentra in Somalië, maar ook in vluchtelingenkampen in Ethiopië en Kenia, waar veel Somalische gezinnen naartoe gevlucht waren. Ernstig ondervoede kinderen werden opgenomen in speciale voedingscentra, maar wie er niet zo erg aan toe was kon met een poliklinische behandeling geholpen worden.


Uitsluiting van gezondheidszorg – migranten Overal ter wereld bevinden miljoenen vluchtelingen, migranten en asielzoekers zich in moeilijke situaties. Ze wonen in kampen, vechten voor hun overleven in steden of op het platteland, en hebben geen toegang tot basisgezondheidszorg. © Mattia Insolera

De hulpverlening van Artsen Zonder Grenzen in vluchtelingenkampen richt zich in de eerste plaats op de belangrijkste noden van de vluchtelingen: water, voedsel en onderdak. Eenmaal dat in orde is, kan er aan projecten rond gezondheidszorg of sanitair gedacht worden. Maar slechts een derde van alle vluchtelingen ter wereld verblijft in een vluchtelingenkamp. Het stijgend aantal vluchtelingen dat in stedelijke gebieden verblijft, vormt een uitdaging voor hulpverleners. Het is moeilijk om de vluchtelingen daar te identificeren en te registeren, omdat ze erg verspreid raken en onzichtbaar worden. Desalnietemin hebben ze vaak geen toegang tot basisdiensten, zoals gezondheidszorg. Voorbeeld: Door de opstanden in Noord-Afrika in 2011 probeerden 57.000 vluchtelingen Europa te bereiken via de gevaarlijke oversteek over de Middellandse Zee. Minstens 2000 vluchtelingen vonden daarbij de dood. De meerderheid van de overlevers strandde op het Italiaanse eiland Lampedusa. De toestroom van vluchtelingen uit NoordAfrika werd ‘illegaal’ genoemd, hoewel deze mensen werkelijk nood had aan hulp en juridische bescherming. Op Lampedusa gaf Artsen Zonder Grenzen hulp aan deze erg kwetsbare vluchtelingen, in het bijzonder aan slachtoffers van foltering, seksueel geweld en mishandeling. Vluchtelingen en asielzoekers die de instabiliteit van hun thuisland ontvluchten, riskeren vaak hun leven tijdens hun reis. Zij hebben vaak geen enkele toegang tot aangepaste medische zorg of mentale gezondheidszorg. De stijging van het aantal vluchtelingen in stedelijke gebieden blijft aan uitdaging voor humanitaire organisaties, omdat het er moeilijk is om zo’n verspreide groep te identificeren. Artsen Zonder Grenzen is erg bezorgd over de algemene trend om de bewegingsvrijheid van vluchtelingen en asielzoekers zoveel mogelijk in te perken en om hen de noodzakelijke hulp, waar zij trouwens recht op hebben, te ontzeggen. In functie van de specifieke context biedt Artsen Zonder Grenzen humanitaire, medische en psychologische hulp aan vluchtelingen.

Artsen Zonder Grenzen in België Artsen Zonder Grenzen was twintig jaar lang actief in België, tussen 1989 en 2009. In vier steden, Verviers, Luik, Brussel en Antwerpen, werden activiteiten opgezet om de toegang tot gezondheidszorg voor kwetsbare bevolkingsgroepen te verzekeren. Oorspronkelijk ging het vooral om daklozen, nadien om mensen zonder papieren. Enerzijds voerde Artsen Zonder Grenzen zelf medische en psychosociale consultaties uit, maar de voornaamste activiteit bestond erin om aan de bevoegde autoriteiten te tonen waar het systeem schortte en wat er eventueel aan gedaan kon worden. Het is immers niet aan Artsen Zonder Grenzen om permanente, structurele oplossingen te bieden in verband met gezondheidszorg, in België net zo min als elders ter wereld. Intussen zijn al die projecten overgedragen aan andere actoren. Maar Artsen Zonder Grenzen blijft de situatie in België wel nauw opvolgen, en grijpt in als dat nodig is. Zo zette Artsen Zonder Grenzen in november 2009 een vluchtelingenkamp op in het centrum van Brussel. Dat gebeurde om de aandacht te vestigen op de politieke impasse rond de opvang en accommodatie van asielzoekers in België. Desondanks houdt het opvangprobleem aan. Artsen Zonder Grenzen zal verder met andere ngo’s samenwerken om ervoor te zorgen dat de Belgische regering haar belofte houdt om aan de noden van migranten tegemoet te komen.

17|


Diversifiëring van medische hulp

Het einde van een hulpoperatie

Als medische organisatie moet Artsen Zonder Grenzen voortdurend haar strategieën en projecten aanpassen aan de wijzigende context en aan de uitdagingen die de teams op het terrein zien. De constante evolutie van de medische aanpak blijft belangrijk voor Artsen Zonder Grenzen.

Artsen Zonder Grenzen kan een project overdragen of sluiten als lokale of nationale overheden en andere actoren de nodige gezondheidszorg kunnen en willen organiseren. De redenen om te vertrekken kunnen van project tot project verschillen. Maar steeds controleert Artsen Zonder Grenzen of het probleem correct zal worden aangepakt door degene die het project over zal nemen.

Artsen Zonder Grenzen heeft bijzondere aandacht voor specifieke gezondheidsproblemen. Het gaat in het bijzonder om mentale gezondheidszorg, de strijd tegen malaria en de behandeling van patiënten die zowel hiv/ aids als tuberculose hebben.Daarnaast kijken we ook naar chronische ziektes (zoals suikerziekte of bloeddrukproblemen). Ook de gezondheid van zwangere en net bevallen vrouwen en hun baby’s blijft belangrijk voor Artsen Zonder Grenzen. We ontwikkelen een aantal programma’s in verschillende landen, met onder meer pre- en postnatale zorg, het begeleiden van bevallingen en familiale planning. Voorbeeld: Een gebrek aan medische opvolging kan heel ernstige gevolgen hebben voor zwangere vrouwen wanneer er complicaties optreden. Een fistel kan één van die gevolgen zijn. Fistels zorgen voor permanent urineverlies. Ze zijn dus een fysiek probleem, maar één met grote sociale gevolgen. Om deze vrouwen te helpen heeft Artsen Zonder Grenzen speciale hulpprojecten, voornamelijk in Burundi. Gespecialiseerde chirurgen behandelen er uitsluitend vrouwen met fistels.

We wilden dichter bij de patiënt zijn, hem beter verzorgen en alle dimensies van zijn ziekte beter begrijpen. Dat was zo voor hiv/aids, waarvoor in de jaren 2000 snel behandelingsprogramma’s openden. Maar dat was ook zo voor andere besmettelijke ziektes.

Jean-Marie Kindermans, fragment uit de film “Achter de grenzen”

|18


Soms vertrekken teams ook om het misbruik van hun hulp voor andere dan humanitaire doelen aan te klagen. Dat was bijvoorbeeld het geval in het toenmalige Zaïre in 1995. Ook geweld tegen Artsen Zonder Grenzen zelf kan teams dwingen het land te verlaten, zoals in 1997 in Somalië en in 2004 in Afghanistan.

© AZG

Voorbeeld: In Mali heeft Artsen Zonder Grenzen vijf jaar een project geleid om malaria te bestrijden en gratis gezondheidszorg te verstrekken aan de zwakste groepen. Dankzij het project is de sterftegraad onder kinderen tot vijf jaar met de helft gedaald en het bezoek aan de gezondheidscentra steeg met 800%. Vandaag wordt het project verdergezet door een Malinese ngo.

19|


voor ons werken Vertrekken voor Artsen Zonder Grenzen doe je niet zo maar. Er gaat heel wat aan vooraf. Verder dan de nodige vakbekwaamheid, getuigt vertrekken van een oprecht en uitgesproken engagement voor bevolkingsgroepen in nood, met respect voor de grondbeginselen van het Handvest van Artsen Zonder Grenzen. Om haar operaties tot een goed einde te brengen, is Artsen Zonder Grenzen voortdurend op zoek naar geschikte kandidaten.

Gezochte profielen

© Ron Haviv/VII

Artsen Zonder Grenzen is een medische organisatie. Logisch dus dat ongeveer 60% van de uitgestuurde mensen een medisch of paramedisch profiel heeft. Het gaat om artsen, verplegers, vroedvrouwen, apothekers, psychologen, chirurgen, anesthesisten…. De overig 40% wordt

|20

ingevuld met logistiek medewerkers, financieel verantwoordelijken en administratief personeel of mensen met een specifieke opdracht (water, sanitaire voorzieningen, hygiëne). Maar er werken ook laboranten, maatschappelijk werkers of gezondheidseconomen voor ons.

Aanwervingscriteria Kwalificaties – Het medisch en paramedisch personeel moet in het bezit zijn van een erkend diploma, in de meeste gevallen aangevuld met een opleiding tropische geneeskunde. De logistieke medewerkers moeten kunnen aantonen dat ze op bepaalde vakgebieden (mechanica, elektriciteit, bouw, informatica…) over organisatorische en praktische vaardigheden beschikken. Gewoonlijk wordt de nadruk op polyvalentie gelegd, maar voor sommige projecten zijn specifieke vaardigheden vereist.


Om onze projecten te beheren hebben we ook een administratie nodig en moeten personeel en financiën goed beheerd worden. Voor medewerkers in deze functie vragen we diploma’s in management, economie of boekhouden. Ook de overheid van het gastland kan, naast de eisen van Artsen Zonder Grenzen, verlangen dat de medewerkers een diploma van universitair of hoger onderwijs hebben. Dit is met het oog op de werkvergunning. Ervaring – Voorafgaande beroepservaring is een noodzakelijke voorwaarde om een voldoende niveau van praktische bekwaamheid en een zekere professionele maturiteit te garanderen, en om over de nodige geloofwaardigheid voor de lokale gesprekspartners te beschikken. De vereiste ervaring varieert, naar gelang het profiel van de kandidaat en van de aangeboden functie, over het algemeen van minimum een tot twee jaar. Engagement – Het is voor Artsen Zonder Grenzen belangrijk dat de kandidaten zich engageren voor langere periodes. Meestal duurt een eerste missie voor Artsen Zonder Grenzen tussen de zes en negen maarden, maar kandidaten moeten zich engageren voor een periode van 24 maanden (om opnieuw te vertrekken op andere missies, met rustpauzes tussenin). Alleen voor specifieke profielen, zoals arts-specialisten, wordt op deze regel een uitzondering gemaakt. Talenkennis – De kandidaten die door de hoofdzetel in Brussel worden aangeworven, spreken vlot Frans of Engels, de twee meest gebruikte talen in de projectlanden. Kennis van het Arabisch of Spaans is een belangrijke troef.

Werken met lokaal personeel Onze medewerkers zijn niet alleen maar expats. We hebben ook veel medewerkers die lokaal gerekruteerd worden, ook voor verantwoordelijke functies. © Mathieu Fortoul/MSF

Er zijn trouwens meer dan tien keer zoveel lokale als internationale medewerkers. Maar het project wordt steeds geleid door expats, om de neutraliteit van ons werk te garanderen. Lokale medewerkers zijn van belang omdat zij de context zeer goed kennen en langer in een project blijven werken.

INTERESSE? Artsen Zonder Grenzen zou niet bestaan zonder de mensen die er deel van uitmaken. Als het je iets zegt om met Artsen Zonder Grenzen mee te werken, aarzel dan niet om naar onze website www.azg.be te surfen. Wie extra vragen heeft, kan die stellen aan recruitment@brussels.msf.org. Het solliciteren zelf gebeurt enkel online. Vul de formulieren in, en voeg de nodige digitale documenten toe.

21|


Zonder jouw steun komen we nergens Het verlenen van medische hulp kost veel geld. Het ter plaatse krijgen van geneesmiddelen en andere hulpgoederen, het inzetten van artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners, en het inrichten van vluchtelingenkampen brengen veel kosten met zich mee. Artsen Zonder Grenzen heeft hiervoor een solide financiële basis nodig: privégiften (van particulieren, bedrijven en stichtingen) staan in voor negentig procent van ons budget. De zowat 400.000 Belgische donateurs die ons steunen met hun giften zijn dus van cruciaal belang voor Artsen Zonder Grenzen. Zij zorgen ervoor dat er geld is om hulp te bieden, maar ook dat onze financiële onafhankelijkheid gewaarborgd blijft. We maken er een erezaak van om zoveel mogelijk inkomsten rechtstreeks ten goede te laten komen van de eigenlijke hulpacties. Een speciaal ‘noodhulpfonds’ laat Artsen Zonder Grenzen toe onmiddellijk te helpen waar dat nodig is. Of het nu gaat om de slachtoffers van een ramp die veel media-aandacht

krijgt, of om situaties waar onvoldoende over bericht wordt. Door dit fonds aan te vullen, ondersteunen sympathisanten onze interventies tijdens noodsituaties en geven ze ons tegelijkertijd de kans om door te gaan met onze wereldwijde hulpverlening. 2,60 € dekt de kosten van onze fondsenwerving.

89,88 € dekt de kosten van onze hulpverlening wereldwijd.

1,14 € gaat naar sensibiliseringsacties. 6,38 € dekt de werkingskosten van onze organisatie.

© Brendan Bannon

(gemiddelde over 3 jaar)

|22


© Espen Rasmussen

Mensen die zin hebben om ons werk een duwtje in de rug te geven, kunnen de methode kiezen die het beste bij hen past.

Eenmalige steun U kan kiezen voor een eenmalige steun ons algemene rekeningnummer: BE73-0000-0000-6060. Als schenker en sympathisant houdt Artsen Zonder Grenzen u regelmatig op de hoogte van de acties die we dankzij u verwezenlijken, en van het precieze gebruik van uw financiële steun (de rekeningen van de vereniging worden na onze algemene vergadering in juni gepubliceerd op onze website). Ook als bedrijf kan u Artsen Zonder Grenzen steunen. Om meer te weten te komen over de voorwaarden en de voordelen van een partnership, neem contact op met de afdeling Corporate Fundraising op het nummer 02/474.74.90. Indien u of uw vereniging een substantiële gift willen schenken ten voordele van een specifiek project, dan kan u contact opnemen met de verantwoordelijke op het nummer 02/474.75.45.

Regelmatige steun Door ons elke maand een vast bedrag te schenken, maakt u ons werk op lange termijn mogelijk. Het staat ons toe om onze financiën efficiënter te beheren en beschikken meteen over het nodige geld om snel in te grijpen Op dezelfde manier kunt u als lid bent van een vereniging ook een evenement op poten zetten ten voordele van Artsen Zonder Grenzen. Organiseer een fuif, een muziekfestival of een sportmanifestatie, een leuke manier om Artsen Zonder Grenzen te steunen. Artsen Zonder Grenzen kan u helpen met de promotie van uw evenement. U kan ons bereiken op het nummer 02/474.74.91 of via mail: events@azg.be

Andere manieren om te steunen Elk jaar is er wel een gelegenheid waarop we met onze familie en vrienden feest vieren. Een geboorte, een communie, verjaardagen en huwelijksfeesten, een pensionering,… Op die gelegenheden kan u vragen een schenking over te maken aan Artsen Zonder Grenzen. Minder leuke omstandigheden zoals een sterfgeval geven ook aanleiding tot een gebaar ten voordele van Artsen Zonder Grenzen (bloemen noch kransen, doe een gift aan Artsen Zonder Grenzen). Indien u wenst, is er eveneens een informatiebrochure over de praktische kant van een legaat ten voordele van Artsen Zonder Grenzen bij uw notaris of op aanvraag bij Artsen Zonder Grenzen beschikbaar. Heeft u belangstelling voor één van deze formules? Neem dan gerust contact met ons op. U kan bellen naar onze schenkersdienst op het nummer 02/474.74.76 of e-mailen naar schenkers@azg.be. Indien het totaal van uw giften (of het nu om een eenmalige gift of regelmatige steun gaat) 40 euro of meer bedraagt, dan ontvangt u automatisch een fiscaal attest in de loop van de maand maart van het jaar dat op de gift volgt.

Wie meer over ons werk wil weten, kan de film ‘Achter de grenzen’ op YouTube bekijken.

23|


© Brendan Bannon

www.facebook.com/azgbelgie www.twitter.com/azgbelgie www.youtube.com/azgbelgie

Artsen Zonder Grenzen Dupréstraat 94 - 1090 Brussel - België www.azg.be - BE73 0000 0000 6060


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.