Fiche 0
Gebruikstips
HIV
aids
Dit lespakket over HIV/aids bestaat uit een reeks didactische en geïllustreerde fiches die complementair zijn, maar ook afzonderlijk kunnen worden gebruikt. De fiches zijn enkel te vinden op de website van Artsen Zonder Grenzen (www.azg.be). U kan ze gratis downloaden en afdrukken. Het formaat van deze fiches werd speciaal met het oog op dit gebruik ontworpen.
Meer informatie Verantwoordelijke jeugdprojecten AZG Dupréstraat 94, 1090 Brussel Tel: 02-474 74 74 www.azg.be
Hartelijk dank voor uw interesse en veel succes!
Lay-Out © Babylone: 32-2-772.72.72
Aidsactivisten tijdens het bezoek van Nelson Mandela. Zuid-Africa (Foto©Mariella Furrer)
¹ Foto©Wayne Conradie. Lefa (12) op consultatie bij dokter Pillay. Lefa is het eerste patiëntje dat ARV’s ontvangt in het AZG-project in Lesotho.
Page 1
Fiche 1
HIV/aids beter begrijpen
HIV
aids
Wat is HIV? HIV (Humaan Immunodeficiëntie Virus) is een levensbedreigend virus dat verantwoordelijk is voor de ziekte aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome, of verworven Immunodeficiëntiesyndroom). Dit virus tast geleidelijk het afweersysteem aan dat het lichaam tegen microben moet beschermen. De patiënt kan jarenlang met het virus leven zonder ziek te worden. We zeggen dan dat hij met HIV is besmet of seropositief is. Na verloop van tijd raakt het afweersysteem steeds verder aangetast door het virus en wordt het lichaam niet langer beschermd tegen de aanvallen van microben die de meest uiteenlopende ziekten veroorzaken, zoals tuberculose, huidziekten en talrijke andere infecties. Dat zijn de zogeheten "opportunistische" infecties, die wij zo noemen omdat zij zich ontwikkelen wanneer het afweersysteem verzwakt is (zij profiteren van de zwakke gesteldheid van het lichaam).
Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen microben
De besmette persoon wordt nu steeds vaker ziek. Aids is de verzamelnaam voor deze ziekten die je krijgt wanneer je besmet bent met HIV.
Page 1 Pagina
Fiche 1
Enkele cijfers... Meer dan 40 miljoen mensen overal ter wereld zijn besmet met HIV/aids. Elke dag sterven 8.000 mensen aan de ziekte. Subsaharaans Afrika heeft het zwaarst te lijden onder het virus. In West-Afrika hebben meer dan een half miljoen mensen HIV/aids. De helft van alle nieuwe infecties wereldwijd treft jongeren tussen 15 en 24 jaar. Velen van hen worden besmet tijdens onbeschermde seks, d.w.z. seks zonder condoom. Elke dag raken zo'n 1.700 kinderen besmet. Geschat wordt dat 2,2 miljoen kinderen onder de 15 jaar HIV/aids hebben. Maar ook voor de kinderen zonder HIV/aids, zijn de gevolgen rampzalig: 15 miljoen kinderen jonger dan 18 zijn zogeheten "aidswezen" (zij hebben één of beide ouders aan aids verloren). Ongeveer 80% van hen leeft in subsaharaans Afrika. In België worden elke dag zo’n drie mensen seropositief getest.
Schatting van het aantal mensen met HIV in 2005
Noord-Amerika 1,2 miljoen
West-Europa 720.000
Caraïben 300.000
Latijns-Amerika 1,8 miljoen
Oost-Europa en Azië 1,6 miljoen Oost-Azië 870.000
Noord-Afrika en Zuid- en het Midden-Oosten Zuid-Oost Azië 510.000 7,4 miljoen Afrika onder de Sahara 25,8 miljoen
Oceanië 74.000
Totaal: 40,3 miljoen Bron: UNAIDS - December 2005 ©Crips Ile-de-France
Pagina 2
Fiche 1
Hoe wordt HIV overgedragen? Bij seropositieve personen is het aidsvirus aanwezig in de lichaamssappen: bloed, sperma, vaginale afscheidingen en moedermelk. Besmetting met het virus vindt op de volgende manieren plaats: Het Aids-virus wordt overgedragen ...
- Seksuele betrekkingen met een besmet persoon zonder gebruik van een condoom. - Van een besmette moeder op haar baby, tijdens de zwangerschap, de bevalling of de borstvoeding. - Via contact met besmet bloed tijdens een bloedtransfusie, of door het delen van besmette naalden (zoals bij druggebruikers), scheermesjes of ander snijdend materiaal.
Het aidsvirus kan niet worden overgedragen: Het Aids-virus wordt niet overgedragen ...
- Door elkaar aan te raken of samen te spelen - Door iemand te kussen - Door uit hetzelfde glas te drinken of uit hetzelfde bord te eten - Door hetzelfde toilet te gebruiken - Door insectenbeten (bijvoorbeeld van muggen)
Maar al te vaak voelen aidspatiĂŤnten zich alleen. Ze durven niet met hun omgeving over hun ziekte te spreken uit angst om met de vinger te worden nagewezen of zelfs te worden verstoten. Mensen zijn bang voor de ziekte omdat ze er weinig van af weten. Velen weten bijvoorbeeld niet hoe het virus wordt overgedragen en overdrijven of overschatten het risico op besmetting. Je kunt heel goed samenleven met een seropositieve persoon, thuis, op school, in een sportvereniging, zonder ooit het risico te lopen besmet te raken.
Page 31 Pagina
Fiche 1
Hoe weet je of je het virus in je bloed hebt? De enige manier om te weten of je besmet bent met het HIV-virus, is het afnemen van een aidstest. Deze test laat toe, door middel van een bloedstaal, vast te stellen of het virus zelf, of de antilichamen die het organisme aanmaakt om zich te verdedigen bij infectie, aanwezig zijn. Twee resultaten zijn mogelijk: Testen op het HIV-virus. Arua, Oeganda (FotoŠJake Price)
Een positief resultaat ... Een positief resultaat betekent dat het HIV-virus in het bloed zit en dat de geteste persoon dus seropositief is (besmet met het virus). Een negatief resultaat ... Een negatief resultaat betekent dat het aidsvirus niet in het bloed zit en dat de geteste persoon dus seronegatief is (niet besmet met het virus). Als een test negatief is, doet de persoon die een risico heeft genomen er altijd beter aan om zich drie maanden later nog eens te laten testen, om er 100% zeker van te zijn dat hij negatief is (het kan immers even duren voordat de te detecteren antilichamen in het bloed verschijnen).
Page4 1 Pagina
Fiche 1
Kan je van aids genezen? Aids kan behandeld worden, maar is nog niet te genezen… Er bestaat een behandeling om het aidsvirus te bestrijden. Hierbij moet je elke dag drie verschillende soorten geneesmiddelen innemen (vandaar de naam: tritherapie): dit zijn antiretrovirale medicijnen (afgekort ARV's). ARV's verhinderen dat het virus zich vermenigvuldigt en dat het afweersysteem verder aangetast wordt. Het lichaam kan zich hierdoor geleidelijk herstellen en weer de strijd aanbinden met microben en virussen. Je wordt niet meer ziek en komt weer helemaal op krachten, zodat je verder een normaal leven kan leiden.
Een meisje van 11 bereidt zelf haar ARV-behandeling voor. Prachomklao, Thailand. (Foto©Joanne Wong)
Op thuisbezoek bij een patiënt die ARV’s ontvangt. Siem Reap, Cambodja. (Foto©Espen Rasmussen)
Antiretrovirale geneesmiddelen moeten elke dag op hetzelfde tijdstip worden ingenomen, voor de rest van je leven. Wie de behandeling stopzet of de geneesmiddelen niet op vaste tijdstippen inneemt, geeft het virus de kans zich opnieuw te vermenigvuldigen. En dan word je weer ziek. Momenteel zijn er nog geen geneesmiddelen om aids te genezen en het virus volledig uit het lichaam te verwijderen. Maar de wetenschap boekt voortdurend vooruitgang en de laatste jaren is een hele reeks geneesmiddelen op de markt gebracht die de vermenigvuldiging van het virus afremmen (het virus slaapt als het ware in, zodat het afweersysteem ongemoeid blijft). Dankzij deze behandeling blijven seropositieve mensen langer gezond, en neemt de levensverwachting toe van mensen die al aids hebben ontwikkeld. Natuurlijk hopen we dat er in de toekomst een vaccin of een geneesmiddel komt dat ons tegen deze infectie kan beschermen of ervan kan genezen. Bijna 6,5 miljoen zieken hebben op dit ogenblik een tritherapie nodig om te overleven. Maar slechts een beperkt aantal van hen krijgt deze geneesmiddelen ook: meer dan 80% van de mensen met aids zijn door een gebrek aan behandeling ten dode opgeschreven.
Page5 1 Pagina
Fiche 2
Wat doet AZG?
HIV
aids
AZG heeft in haar strijd tegen HIV/aids een groot aantal programma’s ontwikkeld, met uiteenlopende activiteiten.
Curatieve activiteiten De curatieve activiteiten omvatten consultaties voor de behandeling van opportunistische infecties en de antiretrovirale behandeling, de opvolging van de patiënten en hun reacties op de behandeling.
Opleidingen AZG organiseert opleidingen voor de eigen medewerkers, het gezondheidspersoneel van het ministerie van Volksgezondheid en van overige organisaties en partners die betrokken zijn bij de behandeling van HIV/aids.
Preventie van de overdracht van moeder op kind Activiteiten ter preventie van de overdracht van moeder op kind om te voorkomen dat het HIV-virus tijdens de zwangerschap, de bevalling en de borstvoeding wordt overgedragen (via het geven van ARV’s en soms van poedermelk). Een voorlichtingsactiviteit over aids. Vila Dos Pinheiros, Brazilië. (Foto©Marleen Daniels)
Gezondheidsbevorderende activiteiten De gezondheidsbevorderende activiteiten met betrekking tot HIV/aids zijn meestal gericht op de patiënt en diens gezin en draaien rond het verbeteren van kennis (over de ziekte, de behandeling en de verschillende preventiewijzen) en het aanleren van vaardigheden (gebruik van condoom, enz.).
Aanvullende activiteiten Aanvullende activiteiten worden eveneens ontwikkeld, vooral op het gebied van psychosociale counseling en ondersteuning (informatie over HIV/aids, testmogelijkheden, thuiszorg, hulpgroepen, counseling en ondersteuning om de patiënt te helpen zijn behandeling correct te volgen, enz.).
Page 1 Pagina
Fiche 2
Siama Musina (30) heeft HIV. Ze maakt deel uit van een groep vormers van AZG. Kibera, Kenia. (Foto©François Dumont)
Een verpleegster bereidt de geneesmiddelen voor die nodig zijn voor de behandeling van patiënten. Kinshasa, Congo. (Foto©Layla Aerts)
Getuigenis afleggen Hiermee kunnen ervaringen en gegevens worden uitgewisseld om bewustmakings- en voorlichtingscampagnes te starten rond de toegang tot geneesmiddelen. Veel politici zijn namelijk nog niet overtuigd van de noodzaak om personen met HIV/aids in armere landen te behandelen. Zij denken dat de behandeling te duur, te ingewikkeld en niet doeltreffend is, dat de mensen deze geneesmiddelen niet hun hele leven kunnen slikken, enz. Met haar projecten hoopt AZG aan te tonen dat de behandeling wel degelijk haalbaar is en politici te overtuigen geld vrij te maken om meer mensen toegang te geven tot een medische behandeling. De geneesmiddelencampagne Gezondheid is een recht van iedereen: rijk én arm. In tal van landen heeft de bevolking echter geen toegang tot de geneesmiddelen en de verzorging die zij nodig heeft om te overleven. AZG wil hierin verandering brengen heeft daarom sinds enkele jaren een voorlichtings- en lobbycampagne lopen: de geneesmiddelencampagne probeert te bewerkstelligen dat meer mensen toegang krijgen tot ARV's, dat de prijzen van deze geneesmiddelen worden verlaagd, enz... Operationeel onderzoek Gelijktijd investeert AZG ook in operationeel onderzoek in de strijd tegen HIV/aids.
Page2 1 Pagina
Fiche 3
Activiteiten voor de leerlingen
HIV
aids
GOED of FOUT?
Hieronder staan 10 beweringen over HIV/aids. Sommige zijn fout. Omcirkel telkens de letter die bij het juiste antwoord hoort. Kopieer vervolgens alle letters die je omcirkeld hebt in het rooster. Je vindt dan een woord dat verband houdt met HIV/aids.
GOED
FOUT
1. HIV kan worden overgedragen van een moeder op haar baby
A
Z
2. Aids komt alleen in Afrika voor
T
I
3. HIV kan worden overgedragen door hetzelfde bestek te gebruiken
W
D
4. Aids is niet te genezen
S
U
5. Je kunt zonder risico’s met een seropositieve persoon samenleven
L
A
6. Er bestaat geen test om het HIV-virus te detecteren
Y
I
7. Als de HIV-test negatief is, betekent dit dat je het virus hebt
O
N
8. ARV-geneesmiddelen moeten elke dag worden ingenomen
T
N
9. ARV's zijn gemakkelijk overal ter wereld te kopen
V
J
10. Gezondheid is een recht van iedereen, arm ĂŠn rijk
E
X
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Page 1 Pagina
Fiche 3
WOORDZOEKER
Al deze woorden hebben hun plaats in het rooster. Vind ze en streep ze door. Je kunt in alle richtingen zoeken! Met de overgebleven letters, vorm je een woord. Spelen maar !
A
W G E
Z O N D H
E
I
I
P
E
E
P
I
V
I
H
V
N E
D
R
A
I
A
S
E
E
I
A
F
O
S
L
I
P
T
Y
V K
L
C
E
L
W
C
R A
I
N
I
D D
C
C
B
E
O
O R
E D
E
I
T
L
Z
N
T
U S B
N
I
O
E
D
C H T O S
E
A I
E O
N
O
I
T D O S
T
S
S B
T
O
V
I
L
A W
I
M
I
M G R
E M E D
I
E
S
Y
F
E
I
S O P O
R
E
S
I
E N R
T
R T
A M A
D
D
BESMET
ZIEK
SEROPOSITIEF REMEDIES
VACCIN
MALAWI
BLOED
SYNDROOM
SYMBOOL
INFECTIES
GEZONDHEID
VICTORIA
VIRUS
PATIENT
AIDSWEZEN
CONDOOM
PAPA
HILDE
FIT
TEST
TRITHERAPIE
HIV
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Page2 1 Pagina
Fiche 4
Getuigenissen
HIV
aids
Het verhaal van Victoria Fragment uit "Mijn leven met HIV" "Mijn naam is Victoria Greshan en ik ben 13 jaar oud. Ik woon met mijn moeder in Magombo, een dorpje in Malawi. Toen ik 9 was, ontdekte ik dat ik seropositief was. Ik heb drie zussen en een broer en ze zijn allemaal negatief getest. Ik ben dus de enige – samen met mijn mama – die seropositief is.
Victoria met haar zusje (Foto©Cécile Duvivier)
Mijn papa stierf twee jaar geleden. Hij was winkelier. Ik herinner me nog dat hij toen hij nog leefde alles voor me kocht wat ik maar wilde. Het laatste wat hij voor me heeft gekocht, was een mooi paar schoenen. Ze zijn nu behoorlijk oud. Ik heb dit jaar de lagere school afgemaakt en nu wacht ik op het resultaat van mijn examens. Ik zou graag verpleegster worden. Ik zie ze werken in het ziekenhuis en dat maakt grote indruk op mij. Als ik eenmaal verpleegster ben, zou ik graag in het ziekenhuis willen werken met mensen die aids hebben. Vier jaar geleden kreeg ik ademhalingsmoeilijkheden. Omdat het maar niet beter werd, bracht mijn moeder me naar het ziekenhuis. Daar deden ze een HIV-test en ontdekten ze dat ik seropositief was. Maar op dat moment gaf niemand me verdere uitleg. Ik ging terug naar huis, maar de ademhalingsproblemen bleven voortduren. Na enkele maanden keerde ik terug naar het ziekenhuis en toen heb ik acht maanden lang een tuberculosebehandeling ontvangen. Lange afstanden lopen, werd erg moeilijk voor mij. Vaak leende ik de fiets van mijn beste vriendin om naar de markt of naar het medisch centrum te gaan.
Page 1 Pagina
Fiche 4
Het verhaal van Victoria (vervolg) Ik lag de hele tijd op bed. Normaal heb ik geen kamer voor mezelf, slaap ik op de grond in de zitkamer. Maar omdat ik zo ziek was, mocht ik mama's bed gebruiken. Mijn schoolvriendjes en een paar mensen uit mijn familie kwamen me soms opzoeken. Wanneer ik op bed lag, dacht ik aan mijn leven en dan vroeg ik me af: gaat deze ziekte ooit over? Enkele maanden later ging ik terug naar het ziekenhuis. Mijn moeder vroeg me of ik in staat zou zijn om elke dag om 6 uur 's ochtends en 6 uur 's avonds medicijnen in te nemen. In het begin schudde ik mijn hoofd, want ik begreep niet waarom ik dat moest doen. Toen legde de dokter mij uit dat ik seropositief was. Nu neem ik die pillen twee maal per dag in. In het begin kostte het me veel moeite om ze door te slikken, want ze waren zo groot. Nu ben ik eraan gewend. Sinds ik deze behandeling volg, zie ik de veranderingen. Ik voel me beter, ik heb meer energie en ik kan weer de handen uit de mouwen steken. Ik help mijn mama zoveel mogelijk. Ik ga naar de markt, ik zorg voor mijn jongste zusje. Ik haal het liefste water uit de put omdat ik daar mensen ontmoet en met ze kan praten.
Het huis van Victoria (Foto©Cécile Duvivier)
Elke ochtend om 6 uur neem ik mijn pillen in. Daarna doe ik de afwas en ga ik water halen. Dan kom ik thuis en doe ik nog wat andere klusjes. Ik doe de belangrijkste dingen ‘s morgens want dan kan ik ‘s middags buiten spelen. Mijn lievelingsspel is "Vliegen". Daarvoor gebruik je een plastic bal. Je moet er met zijn drieën voor zijn. Een persoon staat in het midden en probeert de bal te vangen. Je moet heen en weer "vliegen" om hem te pakken te krijgen. Ik speel vaak met mijn beste vrienden. Ik heb ze nooit verteld dat ik seropositief ben. Ik ben altijd bang dat ze dan lelijke dingen over mij zullen zeggen, dus zeg ik maar liever niets. Wanneer ik mijn school heb afgemaakt, blijf ik mijn moeder helpen. En dan zou ik graag een huis willen bouwen en twee kinderen willen krijgen. Een jongen en een meisje. Ik zou tegen andere seropositieve mensen willen zeggen dat deze ziekte niet betekent dat je leven voorbij is."
Page2 1 Pagina
Fiche 4
Hilde Cuppens, arts bij AZG Naam: Hilde Cuppens Leeftijd: 31jaar Opleiding: Geneeskunde en Tropische Geneeskunde Werk voor AZG: Zuid-Soedan, Zuid-Afrika, Mozambique, België, Indonesië
Hilde tijdens een raadpleging (Foto©Layla Aerts)
Vertel ons iets over je eerste ervaring in een aidsproject. Mijn eerste ervaring was in Zuid-Afrika, in de sloppenwijk Khayelitsha. Ik was erg verrast en geschokt door het aantal mensen dat met het virus was besmet, en door de omvang van de ziekte. Wat mij ook erg heeft geraakt, was hoe ziek iemand kan worden van opportunistische infecties, zoals huidziekten en tuberculose. Dat was in het begin erg moeilijk en triest. Triest omdat ik gewoon niet verwacht had zoveel seropositieve mensen te zien: bejaarden, ouders en kinderen.
Wat is het moeilijkst voor een arts in een aidsproject? Voor mij is het moeilijkst om te weten dat wat ik ook doe, een patiënt nooit weer seronegatief zal worden. Wanneer het virus eenmaal in je lichaam zit, ben je de rest van je leven seropositief; je raakt het nooit meer kwijt. Als die mensen geen toegang hebben tot antiretrovirale middelen, zal het afweersysteem steeds verder verzwakt raken en worden zij erg ziek. Zodra de patiënt een ARV-behandeling krijgt, wordt dit proces onderbroken en verbetert zijn gezondheidstoestand. Maar hij zal nooit weer 100% gezond worden. En dat is erg frustrerend.
Raak je nooit ontmoedigd? Ontmoedigd, nee. Er zijn ook veel positieve dingen: ik kan heel wat veranderingen teweegbrengen. Ik kan bijvoorbeeld opportunistische infecties behandelen en mensen onder ARV-behandeling plaatsen. Hierdoor kunnen zij een beter leven leiden, zonder steeds ziek te worden. Wat jammer is, is dat deze ziekte zich zo snel verspreidt. Het is de situatie die ontmoedigend is. Ik wil in aidsprojecten blijven werken omdat ik het gevoel heb dat dit noodzakelijk en nuttig werk is. Zonder deze projecten zouden de meeste mensen geen toegang hebben tot een goede behandeling.
Hoe vertel je aan een patiënt dat hij besmet is met het HIV-virus? Het is altijd moeilijk om iemand te moeten vertellen dat hij het virus heeft. Zelfs bij een lange uitleg blijft het een droevige boodschap om te moeten meedelen én om te moeten aanhoren.
Pagina 3
Fiche 4
Hilde Cuppens, arts bij AZG (vervolg) Hoe spreek je de mensen moed in? Ik vertel hen dat een leven met het aidsvirus heel goed mogelijk is, dat je een “positief” leven kan hebben door op je gezondheid te letten, goed te eten en regelmatig naar de dokter te gaan. Ook is het belangrijk om je diagnose met iemand te delen, al is dat niet altijd gemakkelijk. Seropositieve mensen worden soms door hun vrienden, familie of werkgevers verstoten. Die gevoelens van schaamte en angst zijn overal ter wereld dezelfde.
Wat is jouw sterkste herinnering?
Hilde tijdens een raadpleging (Foto©Layla Aerts)
Dat was in Zuid-Afrika, tijdens mijn eerste opdracht voor AZG. Er was een meisje dat nog maar net 13 was. Zij was seropositief omdat ze door haar oom was verkracht. Op een dag kwam ze alleen aan in het medisch centrum. Ze leek wel acht, zo klein en mager was ze. Ik herinner me dat ze een huidinfectie in haar gezicht had, rondom haar neus. We zijn een antiretrovirale behandeling begonnen en hebben haar infecties behandeld. Beetje bij beetje kreeg kwam ze weer wat op gewicht en vond ze voldoende zelfvertrouwen om met haar omgeving over haar ervaringen te spreken.
Als je een boodschap over aids zou kunnen geven, hoe zou die dan luiden? Ik denk dat iedereen moet weten dat deze ziekte kan worden voorkomen door je te beschermen en condooms te gebruiken. Wanneer je eenmaal besmet bent, is er geen weg terug.
Pagina 4
Fiche 5
Wist je dat...?
HIV
aids
Het rode lintje Het rode aidslintje is wereldwijd hét symbool van aidsbewustzijn. Mensen dragen dit om te laten zien dat ze hun steun en solidariteit betuigen aan HIV/aidspatiënten: ze herdenken de aidsslachtoffers, drukken hun bezorgdheid uit voor de zieken en herinneren eraan dat de strijd tegen aids nog niet gestreden is. Tevens is dit lintje – dat de kleur van bloed heeft - het symbool van de hoop dat aids ooit geen slachtoffers meer zal eisen: het lintje wordt als een omgekeerde “V” gedragen, tot de dag dat er een remedie wordt gevonden. Dan zal de “V” voor “Victorie” (overwinning) staan.
1 december De Wereldgezondheidsorganisatie heeft 1 december uitgeroepen tot Wereldaidsdag. Het is een dag met vele boodschappen: van hoop, solidariteit, begrip en medeleven voor iedereen die wereldwijd door de epidemie wordt getroffen. Deze dag wil meer zijn dan een dag van symbolische bewustmaking, maar wil ook aanzetten tot concrete initiatieven. Het is de enige gezamenlijke actiedag tegen aids. Nairobi, Gezondheidscentrum van Upendo. Kenia (Foto©Laurence Hugues)
Wil je meer weten? www.sensoa.be
Page 1
Fiche 6
Mini-woordenboek
HIV
aids
Afweersysteem
Verdedigingsmechanisme van het lichaam tegen ziekten
Aids
Acquired Immune Deficiency Syndrome (ofwel: Verworven Immunodeficiëntiesyndroom)
Antilichamen
Elementen van het afweersysteem dat bacteriën en virussen bestrijdt (de “soldaten van het lichaam").
Antiretroviralen (ARV's)
Geneesmiddelen die de vermenigvuldiging van het HIV-virus afremmen, waardoor het afweersysteem opnieuw goed functioneert.
Condoom
Rubberen voorbehoedsmiddel dat bescherming biedt tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (zoals HIV/aids).
HIV
Human Immunodeficiency Virus (ofwel: Humaan Immunodeficiëntievirus)
Immunodeficiëntie
Verzwakking van het afweersysteem
Opportunistische infectie Ziekten die van de verzwakking van het afweersysteem profiteren om zich te ontwikkelen (bv: tuberculose, diarree,…). Persoon met aids
Persoon die de ziekte heeft ontwikkeld ("ziek")
Persoon met HIV
Persoon die het virus bij zich draagt ("nog niet ziek")
Seronegatief
Niet-drager van het HIV-virus
Seropositief
Drager van het HIV-virus (dat aids veroorzaakt)
Syndroom
Geheel van tekenen en symptomen
Tritherapie
Naam van een behandeling die uit drie verschillende geneesmiddelen bestaat.
Vaccin
Chemische of organische stof die wordt ingeënt om de natuurlijke weerstand tegen bepaalde ziektes te stimuleren.
Page 1
Fiche 7
Geef ons uw mening
HIV
aids
Naam leraar: .......................................................................................................... Klas: .......................................................................................................................... Aantal leerlingen: .................................................... School: ..................................................................................................................... Adres: ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... PrivĂŠ-adres: ............................................................................................................ Tel: ............................................................................... E-mail: ........................................................................
1. Hoeveel lesuren hebt u aan het thema aids besteed? 1 Ă 2 lesuren 2 Ă 4 lesuren meer dan 4 lesuren ander: ..................................... 2. In het kader van welke les/lessen? ............................................................................................................................................. 3. Hebt u alle fiches gebruikt? Ja
Nee
Indien niet, welke onderwerpen hebt u niet behandeld en waarom? ............................................................................................................................................. ............................................................................................................................................. 4. Van welke fiches/informatie vond u dat zij: het meest nuttig waren ..................................... ..................................... ..................................... ..................................... ..................................... .....................................
het minst nuttig waren ..................................... ..................................... ..................................... ..................................... ..................................... .....................................
5. Vindt u het nuttig dergelijke dossiers rond andere onderwerpen te ontwikkelen? Ja Nee
Page 1 Pagina
Fiche 7
6. Indien ja, welke onderwerpen zouden u interesseren? Noodsituaties (natuurrampen, conflicten, ...). Water Vluchtelingen AZG in het algemeen Andere: : ..............................................................................................................
7. Wat vindt u van het formaat van dit dossier?
Ja Nee De vormgeving met fiches is praktisch Het downloaden en afdrukken van de fiches vanaf de AZG-site is eenvoudig Het downloaden en afdrukken van de fiches vanaf de AZG-site is voordelig Er dient een papieren versie te bestaan. Het aantal illustraties is voldoende. De uitleg is duidelijk en aangepast aan de leerlingen. Overige: ................................................................................................................. ................................................................................................................
8. Hebt u nog andere opmerkingen? ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
Hartelijk bedankt om dit formulier ingevuld terug te sturen naar AZG - Afdeling Communicatie Verantwoordelijke Jeugdprojecten DuprĂŠstraat 94 - 1090 Brussel Fax: 02 474 75 75 Dank u voor uw medewerking!
Page2 1 Pagina