7 minute read
Musea Brugge Centre for Collection Research
VAN SERVERS EN SPINNEN
HET MUSEA BRUGGE CENTRE FOR COLLECTION RESEARCH
Advertisement
In het vorige nummer deed Musea Brugge Magazine de plannen rond BRUSK uit de doeken. Daar kon u lezen dat op de site ook het Musea Brugge Centre for Collection Research (MBCCR) een plek zal krijgen. Directeur Collectie Anne van Oosterwijk en museumbibliothecaris Björn Hinderyckx geven tekst en uitleg.
— Interview: Inge Geysen
In de persmededeling werd meegegeven dat het Musea Brugge Centre for Collection Research (MBCCR) gehuisvest wordt op de BRUSKsite. Maar, eigenlijk is het sterker: MBCCR zal zich als eerste in de Garenmarkt vestigen?
Anne van Oosterwijk: ‘Dat klopt. Het MBCCR hoopt in het najaar van 2024 zijn intrek te nemen op de site. Het centrum zal ondergebracht worden in een schoolgebouw uit 1931. Leuk detail: dat is ook het bouwjaar van het Groeningemuseum. De werken aan het MBCCR-gebouw moeten eerst gebeuren, omdat het in een hoek van het plein ligt die niet meer bereikbaar zal zijn als BRUSK gebouwd wordt. Onze onderzoekers zullen dus op de eerste rij zitten wanneer BRUSK verrijst.’ Wie krijgt onderdak in het MBCCR?
AvO: ‘Het wordt de thuishaven van de medewerkers van de afdeling Collectie en de museumbibliotheek. In het gebouw krijgen de conservatoren, de consulent religieus erfgoed, de (aan te werven) digital content medewerker, de museumbibliothecaris en zijn (aan te werven) medewerker hun werkplek. Ook het Vlaams onderzoekscentrum voor de kunst in de Bourgondische Nederlanden (Vloc) zal er huizen, net als het team Conservatie en de registratoren. Het onmisbare technisch atelier van Musea Brugge krijgt er een voorpost. Er zal een fysieke verbinding zijn met BRUSK. Dat is belangrijk voor de werking en de afdeling.’
Björn Hinderyckx: ‘Voor de museumbibliotheek betekent dit een grote stap vooruit. Tot nu toe zat de bibliotheek diep weggestopt en vonden weinigen de weg er naartoe. Daar komt nu verandering in.’
Het wordt het gezicht van de afdeling Collectie van Musea Brugge?
AvO: ‘Inderdaad. De afdeling Collectie werkt veelal achter de schermen. Door fysiek aanwezig te zijn op de BRUSK-site, zullen bezoekers en passanten merken dat het museumbedrijf niet stilvalt op maandag, wanneer onze locaties gesloten zijn. Tegelijkertijd zal deze nieuwe stek de afdeling ook nauw verbinden met de werking van BRUSK.
Voor de tentoonstellingen in BRUSK zal bijvoorbeeld meer een beroep worden gedaan op de eigen collectie, die veel potentie heeft. Met conservatoren die zich specialiseren in een bepaald vakgebied, zullen uiteenlopende ideeën voor tentoonstellingen aangedragen kunnen worden. De conservatoren zullen dus aan de inhoudelijke invulling van BRUSK bijdragen. In BRUSK zal de wissel- en samenwerking tussen de afdelingen van Musea Brugge (Collectie, Publiek & Tentoonstellingen, Onthaal & Uitbating) volop renderen. En, met het MBCCR vlakbij, krijgen de expo’s van BRUSK meteen een kwaliteitslabel: het maakt duidelijk dat de tentoonstellingen gedegen en onderbouwd zijn.’
BH: ‘Tijdens ons voorbereidingstraject, kregen we een hele mooie vergelijking te horen, die we eigenlijk wel willen blijven gebruiken: het MBCCR is de ‘server’ die alle schermen (de museumlocaties) laat draaien.’
BRUSK gezien vanuit het museumpark. Design by Robbrecht en Daem architecten & Olivier Salens architecten, Image by MakeMe
BRUSK met links in de hoek het gebouw van het MBCCR. Design by Robbrecht en Daem architecten & Olivier Salens architecten, Image by MakeMe
De inrichting van het gebouw wordt nog volop uitgetekend, maar kunnen jullie ons al een virtuele rondleiding geven? BH: ‘De begane grond zal functioneren als lobby, een soort ontmoetingsplaats. Je kunt er een babbel doen, er is ruimte voor interactie. Daar staan ook de publicaties opgesteld die we prominent naar voren willen brengen: dan denk ik aan eigen publicaties, maar aan de werken die aan de basis liggen van de tentoonstellingen, het vooronderzoek zeg maar. Op de eerste en de tweede verdieping komen de kantoren van de conservatoren en de consultatieruimte van het Prentenkabinet. Daar loopt ook de museumbibliotheek door en komen ruimtes voor onderzoek en stilteplekken (‘reading rooms’), afgewisseld met brainstormhubs. Dat zijn creatieve ruimtes waar projecten kunnen rijpen en waar iedereen die met de collectie bezig is, met collega’s kan ‘doorbomen’ over bepaalde projecten of onderwerpen. Het zal een digitale omgeving zijn, waar je ideeën kunt opslaan op een digitaal whiteboard, zodat je ze later weer kunt oproepen en uitwisselen. Er komt ook een vergaderzaal waar skypemeetings met een grote groep mogelijk zijn – handig voor internationale projecten. Je ziet, de coronapandemie heeft voor voortschrijdend inzicht gezorgd!
Het MBCCR zal dus in een heel divers gebouw huizen, dat verschillende manieren van werken mogelijk maakt. Het wil een inspirerende omgeving voor onderzoek aanbieden. En, wie weet zal de werking zich ook tot buiten ontplooien. Het pleintje voor het gebouw zal in een park geïntegreerd worden. Coronaproof vergaderen is dus een optie!’
Een inspirerende plek voor onderzoek, zeg je. Zijn onderzoekers de prioritaire doelgroep?
BH: ‘Inderdaad. Of, misschien moeten we zeggen: mensen die de collectie van Musea Brugge onderzoeken. Want, we zien het breed. Onderzoekers verbonden aan universiteiten en andere onderzoeksinstellingen, studenten… zijn in het MBCCR welkom en zullen er meteen met de juiste mensen kunnen praten – de conservatoren, restauratoren... Op die manier komen we sneller van elkaar te weten welke onderzoeks- en tentoonstellingsprojecten er smeulen en kunnen er synergieën ontstaan. De bedoeling is maximaal op de hoogte te blijven van wat er leeft in het veld. Het Prentenkabinet zal een consultatieruimte krijgen in het MBCCR. Daar zul je dus heel letterlijk met de collectie in contact kunnen komen.
Om het met een vergelijking te zeggen: het MBCCR is de spin in het web voor informatie-uitwisseling over de collectie van Musea Brugge en de geschiedenis van Brugge. We zullen een servicebibliotheek zijn voor een specifieke doelgroep (onderzoekers) en willen voor hen ook een meerwaarde zijn (en vice versa).’
AvO: ‘Die synergiën zijn inderdaad belangrijk. Het MBCCR moet een levendige plek worden. Daar ligt zeker ook een rol voor het Vloc, dat de voorbije tien jaar heel wat onderzoekers naar Brugge bracht, en jong talent stimuleert via de Musea Brugge Research School en de Summer Course (zie MBM, jg. 40, sept. 2020). Op termijn hopen we samen ook ‘scholarships’ aan te bieden. Zo willen we een frisse blik behouden. We hopen ook dat het MBCCR, door zijn aanwezigheid op de BRUSK-site, letterlijk in het oog van bezoekende studenten zal springen. Via mond aan mond-reclame kunnen zij het MBCCR meer bekendheid geven. In het ideale scenario komen studenten naar de site voor een expo en maken ze daaraan gekoppeld een opdracht.’
BH: ‘Nog een belangrijke doelgroep zijn de gidsen en andere gepassioneerde liefhebbers. Ook die willen we bereiken. Recent startte Musea Brugge een traject op om een eigen gidsenpool uit te bouwen. Het MBCCR zal voor hen een belangrijke bron voor inhoudelijke informatie worden. Maar, we willen ook letterlijk een plaats zijn waar ze kunnen ‘bekomen’ van een gidsbeurt, waar ze kunnen nakaarten met onderzoekers… De vergaderruimtes en brainstormhubs zullen ook voor hen ter beschikking staan.
Samengevat: als je de geschiedenis van Brugge of de Vlaamse primitieven bestudeert, moet een bezoek aan het MBCCR een reflex worden. Het MBCCR zal ook
Anne van Oosterwijk en Björn Hinderyckx. Foto: Ellen De Meulemeester
een doorgeefluik worden en mensen doorverwijzen waar nodig. Daarvoor zullen we ons netwerk binnen en buiten Brugge aanspreken.’
En de inhoudelijke speerpunten?
AvO: ‘En, de Vlaamse primitieven zullen uiteraard een belangrijke focus zijn, maar uiteindelijk zullen we kennis verzamelen rond alle onderdelen van onze collectie. Een en ander zal bepaald worden door de klemtonen die gelegd zullen worden in het collectieplan, dat we tegen eind 2021 op punt willen stellen, en waarbij we ons vragen stellen als ‘hoe gaan we om met hedendaags verzamelen’, ‘wat met het erfgoed van alledag’, ‘wat met het internationale perspectief’. Verder kijken we ook naar alle informatie die context geeft aan onze collectie en de geschiedenis van
Musea Brugge en de geschiedenis van Brugge. ”
Brugge. Ook de wetenschappelijke dossiers en het museumarchief krijgen een plaats in het MBCCR.’
Dat zijn mooie ambities. Waarschijnlijk komt er bij de realisatie meer kijken dan een gebouw inrichten?
AvO: ‘Zeer zeker. Op dit ogenblik wordt er hard gewerkt aan het voorbereiden van de verhuis van de collectie, naar de Erfgoedfabriek enerzijds en naar de BRUSK-depots anderzijds. Alle collectiestukken worden gecheckt en digitaal geregistreerd, als dat nog niet gebeurd is. Om kennis te delen, moeten we zelf weten wat we in collectie hebben. Ik heb al van meerdere conservatoren gehoord dat ze ontdekkingen hebben gedaan. Later zal deze snel-registratie verder verrijkt kunnen worden.’
BH: ‘Hetzelfde geldt voor de bibliotheekcollectie. Daar wordt op dit ogenblik een grote sprong voorwaarts gemaakt. Twee BIS-stagiairs zijn de collectie digitaal aan het registreren. Weldra zal 90% digitaal opzoekbaar zijn! Maar, als digitale bibliotheek willen we bovendien nog verder gaan. Naast de databanken die we al aanbieden, willen we onderzoek online beschikbaar stellen en zelf content creëren. Het MBCCR moet een inspirerende plek worden waar je in dialoog kunt gaan met de collectie, waar kennis gedeeld wordt en expertise organisch kan groeien.’