virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
Virtuoos ManiĂŤrisme prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
1
Virtuoos ManiĂŤrisme prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
Voorwoord (door Till-Holger Borchert)
5
Haarlem en de prentkunst in de 16de eeuw (door Manfred Sellink)
6
Goltzius invenit, fecit et excudit (door Virginie D'haene)
10
Naar ItaliĂŤ (door Evelien de Wilde)
20
Rondom Goltzius (door Evelien de Wilde)
26
Checklist (door Evelien de Wilde en Virginie D'haene)
35
Selectieve bibliografie
62
VOORWOORD
De Brugse collectie van prenten en tekeningen – traditioneel bekend als het Steinmetzkabinet – is qua omvang en qua diversiteit de grootste deelcollectie van het Groeningemuseum. Omdat werken op papier niet permanent tentoongesteld worden vanwege van hun grote lichtgevoeligheid is deze merkwaardige collectie bij het publiek minder bekend dan de referentiecollectie schilderijen in ons museum. Sinds meer dan een decennium worden werken uit deze verzameling via tentoonstellingen en/of tijdelijke collectiepresentaties regelmatig aan het publiek voorgesteld op de benedenverdieping van het Arentshuis en soms in de kabinetten van het Groeningemuseum. Het was een bewuste beleidskeuze om juist op deze collectie in te zetten en het Groeningemuseum op Vlaams niveau te positioneren als de plaats waar ook kunst op papier een waardige plek krijgt. Naast enkele belangrijke bruikleententoonstellingen (De eeuw van Titiaan (2003) en Stradanus (2008)) en de tweejaarlijkse Europese Grafiekbiënnale, georganiseerd in samenwerking met de Brugse Rotariale, brachten we ook kleinere presentaties. Onze intussen gepensioneerde collega Willy Le Loup stelde een mooie selectie van 18de- en 19de-eeuwse stadsgezichten samen, die in het Arentshuis getoond werd. De belangrijke collectie tekeningen van de neoclassicisten werd niet alleen op onze tentoonstelling Joseph Benoît Suvée en het neoclassicisme in Brugge en Enschede getoond, maar figureerde ook prominent in Luc Tuymans’ expositie Het verboden rijk in het Brusselse BOZAR en het prestigieuze Palace Museum in Beijing. Een door mezelf samengestelde tentoonstelling in het Arentshuis was gewijd aan de prenten van en naar Albrecht Dürer in de Brugse collectie. Een andere expositie, georganiseerd door Tine van Poucke, stelde onze prenten van Rembrandt en zijn tijd in de kijker. Twee onderzoeksters hebben sinds kort het team van de Brugse Musea vervoegd: Virginie D’haene en Evelien de Wilde. Zij maken deel uit van het Vlaams onderzoekscentrum van de kunst van de Bourgondische Nederlanden en spitsen zich toe op teken- en prentkunst. Door hun komst is de publieke ontsluiting van onze collectie tekeningen en prenten in een stroomversnelling terechtgekomen: exposities over de prentkunst van Jacques Callot, over de grafiek naar Rubens en de Vlaamse barokschilders en de passieprenten van Stradanus zijn daar mooie voorbeelden van. Het is dan ook met groot genoegen dat zij in dit extra nummer van het museumbulletin een blijvende catalogus voorleggen van een van de meest indrukwekkende deelcollecties van het Steinmetzkabinet, namelijk de prenten van Hendrick Goltzius. Dat Manfred Sellink, één van de wereldspecialisten van de prentkunst uit de Lage Landen, hier met grote deskundigheid een kunsthistorische situering van de Haarlemse prentkunst in de 16de eeuw geeft, verleent aan deze publicatie nog extra allure. Ik hoop dat we ook in de toekomst de mogelijkheid hebben om onze prentencollectie, waar we ook qua aanwinsten meer en meer belang aan hechten, met het publiek te delen. Till-Holger Borchert conservator Groeningemuseum
fig. 1 Jacob Matham (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), Portret van Hendrick Goltzius, gravure, 1617.
5
haarlem en de prentkunst in de 16de eeuw
haarlem en de prentkunst in de 16de eeuw een korte inleiding
Manfred Sellink directeur Musea Brugge
Grafiek is een van de nieuwe uitvindingen – nova reperta, zoals men dat dan noemt – die in de tweede helft van de 15de eeuw in Europa tot stand zijn gekomen en een ware revolutie hebben ontketend in de productie van beelden. De prentkunst is immers een techniek – of beter een repertorium van verschillende technieken – waardoor één en hetzelfde beeld in een veelvoud geproduceerd kan worden en zo een oneindig veel grotere verspreiding kan krijgen dan beelden die tot dan in niet-reproduceerbare technieken werden gemaakt, of dat nu als tekening, tapijt, schilderij, miniatuur of sculptuur was. De opkomst en ontwikkeling van de prentkunst vallen niet toevallig samen met die andere technologische revolutie: de boekdrukkunst.
6
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
In de tweede helft van de 15de en de vroege 16de eeuw zijn er min of meer gelijktijdig drie regio’s in Europa waar de prentkunst tot bloei komt: de Nederlanden, midden-Duitsland en het noorden van Italië (vooral Venetië en Rome). De technieken die zich dan ontwikkelen, leggen de basis voor de grafiek tot aan het begin van de 19de eeuw: de houtsnede, de (koper)gravure en de ets. Ook ontstaan er grofweg drie categorieën kunstenaars die zich met dit medium bezighouden. Enerzijds is er de schilder en/of tekenaar die zich af en toe aan het nieuwe medium waagt en daarin experimenteert, bijvoorbeeld Jan Gossart (1478-1532) in het noorden en Andrea Mantegna (1430/31-1506) in Italië. Daarnaast zijn er die schilders die zich intensief met het maken van grafiek bezighouden en de prentkunst duidelijk als een volwaardig onderdeel van hun kunstenaarspraktijk beschouwen. Lucas van Leyden (c. 1494-1533), Martin Schongauer (c. 1435/50-1491) en Albrecht Dürer (1471-1528) zijn daar sprekende voorbeelden van. In beide gevallen spreekt men in de kunstgeschiedenis sinds de late 18de eeuw van de peintre-graveur, de schilder-graficus. Die wordt dan traditioneel geplaatst tegenover de professionele prentkunstenaar – iemand die zich geheel en al toelegt op het maken en drukken van grafiek, en zich dan ook meestal toelegt op één techniek, namelijk de ets, de houtsnede of de kopergravure. Men spreekt dan veelal over reproductiegrafiek, omdat het in tegenstelling tot de eerste twee categorieën gaat om het maken van prenten naar ontwerp van anderen. Deze tegenstelling is nogal kunstmatig en correspondeert absoluut niet met de meer complexe werkelijkheid, waarbij de verschillende genres door elkaar lopen. Zo zijn er veel professionele prentkunstenaars die uitstekende tekenaars zijn en veel van hun eigen ontwerpen in prent brengen, zoals verderop zal blijken. Ook zijn er kunstenaars – bijvoorbeeld Hendrick Goltzius (1558-1617) – die alles gedaan hebben: zowel het maken van ontwerpen die andere graveurs in het koper snijden als het graveren van composities die aangeleverd zijn door derden, het graveren van eigen inventies en daarnaast het tekenen en schilderen zonder dat er een rechtstreekse band is met zijn grafische activiteiten. In ieder geval is het een feit dat overal in Europa de prentkunst zich in de eerste helft van de 16de eeuw in een razend tempo ontwikkelt en professionaliseert, en dat er steeds meer hooggespecialiseerde prentkunstenaars zijn die het niveau van maken en afdrukken van grafiek steeds verder opkrikken. Ook komen er gaandeweg prentuitgevers, met name in Italië en in de Lage Landen. Zij coördineren het hele productieproces – het laten maken van ontwerptekeningen, het laten schrijven van eventuele teksten en bijschriften, het laten snijden van de koperplaten of houtblokken, het afdrukken van de prenten – en staan ook in voor de verkoop en distributie. En die is internationaal. Prenten gemaakt in Antwerpen zijn een paar maanden later al te koop in Italië, Spanje of op de Buchmesse in Frankfurt. Deze prentuitgevers bepalen ook de inhoud en strategie van het fonds: voor wie en welke markt en voor welke doelgroep prenten met bepaalde onderwerpen op de markt gebracht worden.
Deze snelle opkomst en bloei kan niet los gezien worden van de enorme honger naar (gedrukte) afbeeldingen die in de loop van de 16de eeuw aanzwelt. Gevoed door demografische en economische ontwikkelingen groeien met name in de Nederlanden en in Italië steden uit tot belangrijke intellectuele en culturele centra. Het is hier dat een steeds groter publiek ontstaat dat de doelgroep bij uitstek is van de enorme stroom van geïllustreerde boeken, prenten en prentreeksen: een internationale, humanistisch georiënteerde culturele, intellectuele en religieuze bovenlaag, onder wie men kooplieden, geleerden, geestelijken en gespecialiseerde ambachtslieden kan rekenen. Wat ook zeker is, is dat de religieuze strijd die met de Reformatie en later de Contrareformatie heel Europa in zijn greep houdt de gretigheid bij het publiek voor gedrukte afbeeldingen zeker gestimuleerd heeft. Het vermenigvuldigen van grafiek – en uit cijfers uit de latere 16de eeuw weten we dat oplages konden oplopen tot vele duizenden – maakt het tot een machtig medium. Dat de kerkelijke en wereldlijke overheden zich dat goed realiseerden, blijkt ook uit de parallelle ontwikkeling van een systeem van controle op de productie van boeken en prenten, met name daar waar ze gevoelige religieuze en/of politieke connotaties kon hebben. In de Nederlanden is het – niet onverwacht, gelet op de positie die de stad economisch en machtspolitiek inneemt – Antwerpen dat zich in de eerste helft van de 16de eeuw ontwikkelt tot het veruit belangrijkste centrum voor de productie van boeken en prenten. In het noorden zijn de ontwikkelingen meer bescheiden en concentreren ze zich aanvankelijk in Leiden (rondom Lucas van Leyden) en Amsterdam (rondom Jacob Cornelisz. van Oostsanen (c. 1472/77-1533)). Haarlem volgt in de jaren 1540, en dat is met name te danken aan twee kunstenaars die een nauwe band met Antwerpen hebben. De belangrijkste schilder in de Spaarnestad is op dat moment Maarten van Heemskerck (1498-1574). Deze veelzijdige schilder en tekenaar – die net als voor hem Jan Gossart en Jan van Scorel (1495-1562) naar Italië was geweest en daar zeker had gezien wat de betekenis van de prentkunst voor een kunstenaar kon zijn – werkt vanaf 1537 samen met Cornelis Bos (c. 1510 (?) - voor 22 april 1566), een graveur en gelegenheidsuitgever uit Den Bosch die zich in 1540 in Antwerpen vestigt. Van Heemskerck gaat zich als een van de eerste toonaangevende schilders in de Nederlanden toeleggen op het tekenen van ontwerpen voor prenten met religieuze en moraliserende strekking. En met succes. Naast Cornelis Bos werkt hij vanaf de late jaren 1540 samen met zijn stadsgenoot Dirck Volckertsz. Coornhert (1522-1590). Deze veelzijdige en getalenteerde duizendpoot – notaris, prentkunstenaar, humanist en schrijver van zowel toneelstukken als geleerde teksten over moraal en religie – zal een spil blijken te zijn in de ontwikkeling van Haarlem als centrum van de prentkunst in de noordelijke Nederlanden. Wanneer Cornelis Bos om geloofsredenen Antwerpen moet ontvluchten, zoekt Heemskerck toenadering tot zijn jonge stadsgenoot om diens rol als graveur over te nemen. Maar de banden met Antwerpen blijven behouden.
7
haarlem en de prentkunst in de 16de eeuw
Regelmatig worden prenten van Coornhert naar ontwerp van Heemskerck op de markt gebracht door Hieronymus Cock (1518-1570), die met zijn uitgeverij Aux Quatre Vents vanaf 1548 actief is in Antwerpen. Cock groeit razendsnel uit tot de belangrijkste en meest innovatieve prentuitgever in Europa, met een productie van grafiek die gekocht en verzameld wordt in alle intellectuele centra die er enigszins toe doen. Het is voor het Haarlemse duo dus zeker interessant om in dit fonds aanwezig te zijn, al geven ze gezamenlijk ook zelf grafiek uit in Haarlem – wellicht die uitgaven die Cock commercieel minder interessant achtte. In het kielzog van Coornhert komen er twee jonge getalenteerde graveurs die hij in Haarlem opleidt als kopergraveur: Philips Galle (1537-1612) (fig. 2), afkomstig uit Haarlem zelf, en Cornelis Cort (1533-1578), geboren in het nabijgelegen Hoorn. Beide breken al snel internationaal door en werken vanaf de late jaren 1550 – allicht via Coornhert en Heemskerck – als graveur in dienst van Cock, al blijft in ieder geval Galle vooralsnog in Haarlem wonen en werken. Cort vertrekt een aantal jaren later naar Venetië, waar hij de belangrijkste graveur in opdracht van Titiaan (c. 1488/90-1576) wordt. Galle, Coornhert en Heemskerck werken in de jaren 1560 nauw samen, zowel in opdracht van Hieronymus Cock in Antwerpen als in Haarlem zelf. Daar positioneert Galle zich vanaf 1563 steeds meer als zelfstandig graveur én uitgever, en ontpopt hij zich al snel als een geduchte concurrent voor zijn Antwerpse collega. Door dit drietal weet Haarlem zich in de kijker te plaatsen als een opkomend centrum voor de prentkunst. Een aantal politieke ontwikkelingen gooien roet in het eten. In het kielzog van de Beeldenstorm in 1566/67 brengt de geuzenopstand tegen de wijze waarop namens de Spaanse monarchie de Nederlanden bestuurd worden de economische en culturele ontwikkeling van Hollandse steden als Haarlem een gevoelige slag toe. Het is tekenend dat omstreeks 1569/70 Philips Galle – primair om economische redenen – zijn activiteiten naar Antwerpen overbrengt en daar uitgroeit tot de opvolger van Cock als internationaal de meest toonaangevende prentuitgever in de Nederlanden. Coornhert moet in 1568 vanwege zijn maatschappelijke en religieuze opvattingen Haarlem verlaten. Heemskerck sterft in 1574. De combinatie Haarlem en prentkunst lijkt na een pril maar veelbelovend begin geen toekomst meer te hebben. Toch is het via Coornhert en Galle dat Haarlem na amper tien jaar aan een tweede en nog veel sterkere bloeiperiode zal beginnen. In zijn ballingschap in Xanten weet Coornhert een uitzonderlijk getalenteerde jonge kunstenaar aan zich te binden en op te leiden als graveur: Hendrick Goltzius. Wanneer Coornhert in 1577 kan terugkeren naar Haarlem, volgt dit natuurtalent zijn leermeester en vestigt zich in de Spaarnestad, die in het laatste kwart van de 16de eeuw een snelle economische opmars maakt. Het is zeker via Coornhert dat Goltzius – werkend in Haarlem – in 1577/78 een groot aantal opdrachten als graveur uitvoert in dienst van Philips Galle in Antwerpen. Het Haarlemse netwerk biedt zekerheid, maar de rollen zijn al snel omgedraaid. Het tot dan machtige Antwerpen duikt vanaf 1575 in een politieke, religieuze en economische crisis, die uiteindelijk leidt tot de bezetting en val van de stad in 1585. Goltzius weet te profiteren van de opmars van
8
2
Haarlem en bovenal van zijn eigen talent – hij heeft geen derden meer nodig om zich zelfstandig te ontwikkelen als graveur, tekenaar en later schilder met grote internationale reputatie. Hij staat aan de wieg van een uitzonderlijke bloeiperiode van Haarlem als artistiek centrum, met een bijzondere plaats voor de prentkunst.
fig. 2
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Philips Galle, gravure, 1582.
fig. 3
Theodor Matham (fec.), Jan Philipsz. van Bouckhorst (inv.), De stedenmaagd van Haarlem, gravure en ets, c. 16151676.
goltzius invenit, fecit et excudit
goltzius invenit, fecit et excudit Virginie D'haene adjunct-conservator Groeningemuseum, Prentenkabinet
‘Hy is een (…) die uyt overtreffende liefde der Const geern rust-sieligh, stil en alleen is, dewijl de Const den heelen Mensch tot haer vereyscht te hebben.’ Aldus omschrijft kunsttheoreticus Karel van Mander (1548-1606) de graveur Hendrick Goltzius (1558-1617) in Het Schilder-boeck (1604), een van de belangrijkste eigentijdse bronnen die ons informeren over de biografieën van kunstenaars uit de Nederlanden in de 16de eeuw. Het is uitgerekend in Brugge dat de auteur in 1580 voor het eerst een werk van Hendrick Goltzius ziet. Enkele jaren later worden beide kunstenaars goede vrienden en collega’s. Dankzij Van Manders uitvoerige relaas in Het Schilder-boeck zijn we vandaag goed op de hoogte van Goltzius’ leven en artistieke loopbaan.
10
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
4
de prille jeugd- en debuutjaren Hendrick Goltzius wordt in 1558 geboren in het Duitse Bracht, net over de grens met Nederland, ten zuiden van Venlo. Als eenjarige peuter verbrandt hij zijn handen aan gloeiende kolen. Door een slechte behandeling kan hij zijn rechterhand sindsdien niet meer naar behoren gebruiken. Goltzius geniet zijn eerste artistieke opleiding bij zijn vader, de glasschilder Jan Goltz II (1534/5-na 1609). Vervolgens leert hij de graveerkunst bij de humanistische graveur Volckertsz. Coornhert (1522-1590), die vanwege zijn onorthodoxe religieuze en politieke opvattingen van Haarlem naar Xanten verbannen is. Het is de periode van de Nederlandse Opstand tegen de Spaanse katholieke overheersing, ook wel de Tachtigjarige Oorlog (15681648) genoemd. Haarlem valt in 1573 in Spaanse handen. Wanneer in 1577 de Spaanse bezetting ten einde loopt, keert Coornhert terug naar de Spaarnestad. Goltzius volgt zijn leermeester enige tijd later en installeert zich eveneens in Haarlem. Hij debuteert als graveur voor de Antwerpse uitgeverijen van Philips Galle (1537-1612) en van Volcxken Diericx (c. 15251600), de weduwe van Hieronymus Cock (1518-1570). Tussen 1577 en 1581 graveert hij ongeveer negentig prenten. Zijn verfijnde graveerstijl is in die jaren gelijkaardig aan die van Antwerpse graveurs, zoals de broers Wierix. Verschillende prenten uit zijn beginperiode echoĂŤn het gedachte-
fig. 4 Hendrick Goltzius (inv. et fec.), De triomfwagen van de Oorlog,
gravure, 1578, cat. nr. 1.
goed van zijn humanistische leermeester, die vrede en verdraagzaamheid als remedie tegen tirannie en religieus fanatisme voorstond.
de triomfwagen van de oorlog Een voorbeeld hiervan is De triomfwagen van de Oorlog (fig. 4; cat. nr. 1), gegraveerd in 1578 en uitgegeven door Philips Galle. Naar aanleiding van het Eeuwig Verdict van 1577, dat een veelbelovende wapenstilstand inhoudt, worden er prenten gedrukt die getuigen van geloof en vertrouwen in een vredevolle toekomst. Hiervan is De triomfwagen van de Vrede, in 1577 gegraveerd door Wierix naar ontwerp van Willem van Haecht I (c.15271583/93), een getuigenis. Nog in 1577 zelf laait de strijd echter opnieuw op. De triomfwagen van de Oorlog uit 1578 weerspiegelt de teleurstelling over de mislukte vredesonderhandelingen. Waar in de optimistische prent uit 1577 vrede en gerechtigheid heersen, is in de prent van een jaar later de personificatie van de Oorlog de koning te rijk. Hoewel er geen expliciete verwijzingen naar de toestand in de Nederlanden zijn, maken het tijdstip waarop en de plaats waar de prent wordt uitgegeven de allusie duidelijk. De figuren die in een stoet voor de triomfwagen lopen, symboliseren de oorzaken en gebeurtenissen die aan de oorlog voorafgaan: Oppressio, de verdrukking, met het hart in een pers; Rebellio, de opstandigheid, met een gebroken scepter; Munitio Civitatum, de versterking van de steden; Ambitio, met een kroon in haar hand; Astus, de listigheid, met een muizenval (fig. 5). De prent uit het Groeningemuseum is langs de zijkanten ingekort. Hierdoor is niet zo goed zichtbaar dat de triomfwagen in feite rechtstreeks uit een hellemond de wereld ingereden komt. Achter de wagen lopen enkele gevolgen van de oorlog: Servitus, de slavernij, met een juk op
11
goltzius invenit, fecit et excudit
van Juno, de Romeinse godin van het huwelijk. Het Latijnse opschrift rond het portret verduidelijkt de onderdanige positie van Josina als echtgenote: ‘Hac una lex est coniugi virum sequi’. De(ze) enige wet voor de echtgenote is haar man te volgen.
goltzius excudit Vanaf 1582 geeft Goltzius in Haarlem zijn eigen prenten uit. Hij doorbreekt hiermee het Antwerpse monopolie op het uitgeven van prenten. Goltzius’ atelier groeit al snel uit tot een groot bedrijf met verschillende leerlingen en medewerkers, onder wie zijn stiefzoon Jacob Matham (1571-1631), Jan Harmensz. Muller (1571-1628) en Jacques de Gheyn II (c.1565-1629). Goltzius graveert zowel naar eigen ontwerp als naar ontwerpen van andere kunstenaars, zoals Anthonie Blocklandt van Montfoort (1533/34-1583) of zijn collega Cornelis Cornelisz. van Haarlem (1562-1638). Door middel van een ‘adres’ geeft hij aan wie de prent heeft ontworpen (invenit), gemaakt (fecit of sculpsit) en uitgegeven (excudit). Zo luidt het volledige adres op De boetvaardige Maria Magdalena (fig. 7; cat. nr. 3): ‘HGoltzius inven. et sculptor [excudebat] A° 1585’. Goltzius heeft ontworpen, gemaakt [en 5 fig. 5 Detail uit De triomfwagen van de Oorlog. fig. 6 Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Portret van Josina Hamels,
gravure, 1580, cat. nr. 2. haar schouders; Praeda, de oorlogsbuit, of plundering; Pestis, de pest. Op de achtergrond woedt de oorlog te land en te water. Uit het gebergte rechts komen de oudtestamentische legeraanvoerders de triomfwagen groeten. Het vers dat oorspronkelijk onder aan de prent geschreven stond, eindigt met de sombere conclusie dat de mens ondanks alles toch altijd de oorlog boven de vrede verkiest.
portretten Portretten zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de beginnende graveur. Goltzius portretteerde vooraanstaande figuren uit verschillende milieus. Hij slaagde er als geen ander in persoonlijke uitdrukkingen en gemoedstoestanden vast te leggen. Portretten in een ovale omlijsting waren erg in zwang in Goltzius’ tijd. Dit ontwerp genoot ook de voorkeur van Jacques de la Faille en Josina Hamels, die zich naar aanleiding van hun huwelijk in 1580 door Goltzius lieten portretteren. Terwijl Jacques zich laat afbeelden met enkele martiale insignes die verwijzen naar zijn functie als Antwerpse burgerwacht, refereert de iconografie rond het portret van Josina aan het net gesloten huwelijk (fig. 6; cat. nr. 2). In haar rechterhand houdt Josina een zakdoek als teken van welstand en echtelijke trouw. Haar linkerhand rust op een schedel, symbool voor de vergankelijkheid van het leven. Op de achtergrond is de oudtestamentische scène afgebeeld met de ontmoeting bij de bron tussen Rebecca en Eliëzer, die op zoek is naar een bruid voor Isaac. In de omlijsting zitten enkele pauwen, het attribuut
12
6
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
uitgegeven] in het jaar 1585. De elegante, gedraaide houding van Maria Magdalena in deze prent kondigt al de invloed van Bartholomeus Spranger (1546-1611) aan, die zich vanaf 1586 ten volle zal laten gelden.
de sprangerjaren (1586-1590) In 1583 vestigt Karel van Mander zich in Haarlem. Hij introduceert er het werk van de Zuid-Nederlandse schilder Bartholomeus Spranger, die aan het keizerlijke hof in Praag werkt. Met zijn elegante figuurstijl lanceerde Spranger een noordelijke variant van het Italiaanse maniërisme. Zijn sensuele, uitgelengde figuren met gedraaide houdingen maken een onuitwisbare indruk op Goltzius en zijn Haarlemse collega Cornelis Cornelisz. van Haarlem. Samen met Karel van Mander ontwikkelen deze kunstenaars een op Spranger geïnspireerde stijl, die bekendstaat als het Haarlems maniërisme. De vier zogenaamde Sprangerjaren (1586-1590) zijn een hoogtepunt in de carrière van Goltzius. Op amper vier jaar tijd geeft hij ongeveer 208 prenten uit, waarvan hij de meest virtuoze en originele zelf graveert en de rest aan zijn medewerkers overlaat. Goltzius en zijn atelier graveren wijd uiteenlopende onderwerpen, waaronder bijbelse iconografie, allegorieën, mythologie, landschappen en genreachtige voorstellingen. De hieronder besproken prenten illustreren stuk voor stuk de bijzonder opvallende aandacht van de kunstenaar voor onderwerpen uit de klassieke oudheid. Daarbij kiest hij steevast thema’s die zich goed lenen voor het in beeld brengen van naakte figuren. Net als de andere Haarlemse maniëristen drijft hij de lichamelijkheid van het naakte mannen- of vrouwenlichaam op de spits door het af te beelden met excessieve spierbundels of uiterst elegante vrouwelijke curves.
cupido en psyche: het huwelijk tussen spranger en goltzius Het sleutelwerk uit Goltzius’ Sprangerjaren is het Huwelijk van Cupido en Psyche (fig. 8; cat. nr. 23), dat de kunstenaar in 1587 graveert naar een ontwerptekening van Spranger. Het is een uitzonderlijk grote prent, geconcipieerd uit drie platen en gedrukt op drie afzonderlijke bladen. Het Groeningemuseum bezit enkel het middendeel van de prent die het mythologische huwelijksbanket voorstelt. Centraal aan de tafel zitten de Romeinse oppergod Jupiter en zijn vrouw Juno. Het pas gehuwde stel zit minder prominent rechts in beeld. Naast de echtelijke verbintenis tussen Cupido en Psyche illustreert deze prent voortreffelijk het huwelijk tussen Sprangers elegante vormentaal en de virtuoze graveerstijl van Goltzius. Uit dit partnerschap komt het ultieme schoolvoorbeeld van de maniëristische prentkunst voort. Goltzius neemt het complexe compositieschema en de uitgelengde, elegante figuren met gedraaide houdingen van Spranger over. De graveur vertaalt deze gemaniëreerde vormen in prent door middel van aanzwellende en spits toelopende gebogen graveerlijnen en kruisarceringen (fig. 9). Deze door hemzelf ontwikkelde graveertechniek stelt hem in staat een heel persoonlijke en gemakkelijk herkenbare stempel te drukken op het ontwerp dat hij in prent brengt. Door deze krachttoer evenaart de gravure het ontwerp van Spranger in virtuositeit en complexiteit. De in
7
fig. 7 Hendrick Goltzius (inv. et fec.), De boetvaardige Maria Magda-
lena, gravure, 1585, cat. nr. 3.
dikte variërende graveerlijnen benadrukken de welvingen en de musculatuur van de figuren. Ze lenen zich perfect voor het in beeld brengen van de naakte, getorste Sprangeriaanse lichamen. In de volgende jaren worden Goltzius’ opgeblazen spiermassa’s groter en zijn zwellende lijnen virtuozer. Hiervan getuigen De vier vallers, een serie prenten die Goltzius graveert naar ontwerp van Cornelis Cornelisz. van Haarlem. Deze reeks vormt een mooie illustratie van het gezegde ‘Hoogmoed komt voor de val’. Voorgesteld is de letterlijke en figuurlijke val van vier mythologische personages die door hun hoogmoed de goden hebben getart: Icarus (fig. 10; cat. nr. 25) vliegt met zijn zelfgemaakte vleugels te dicht bij de zon en valt in de zee; Phaëton steelt de zonnewagen van zijn vader en stort naar beneden; Tantalus test de alwetendheid van de goden door hen zijn zoon voor te schotelen en wordt net als Ixion, die de vrouw van de oppergod probeert te verleiden, in de Tartarus, de brandende hel van de onderwereld, geworpen.
13
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
Republiek van de Romeinse auteur Titus Livius (c. 59 v.C.-17 n.C.), die in 1541 voor het eerst in het Nederlands was verschenen onder de naam De Roemsche historie. Net als bij De vier vallers lijkt in deze serie steeds hetzelfde atletische, sculpturale lichaam vanuit verschillende gezichtspunten in beeld te zijn gebracht. Het laatste blad toont een allegorie met de Faam en de Deugd, die in een geschiedenisboek leest. Het bijschrift legt uit dat de roem van Rudolf II – net als die van de Romeinse helden - door Goltzius’ verdiensten vereeuwigd is.
clair-obscurhoutsneden
9 Goltzius had kennelijk de ambitie om de vaste graveur van het Praagse hof te worden. Hij droeg het Huwelijk van Cupido en Psyche op aan Wolfgang Rumpf, de kanselier van keizer Rudolf II (1552-1612), die vaak bemiddelde bij contacten met kunstenaars. Zijn reeks met Romeinse helden die hij een jaar eerder graveerde, droeg hij op aan de keizer zelf. Deze serie portretteert een reeks befaamde strijders uit de Romeinse Republiek. De titelprent van de serie stelt de personificatie van Rome voor, die gehuldigd wordt door Europa, Afrika en Azië. De bijschriften proclameren Rudolf II als een rechtstreekse afstammeling van het oude Rome en dus de legitieme keizer van het Heilig Roomse Rijk. De Romeinse helden zijn in chronologische volgorde voorgesteld. Ze zijn stuk voor stuk exemplarische voorbeelden van militaire moed en opofferingsgezindheid voor de Romeinse zaak. Op de achtergrond van iedere figuurvoorstelling wordt steeds de heldendaad van de strijder in kwestie afgebeeld. Horatius Cocles (fig. 11; cat. nr. 4) – letterlijk vertaald: Horatius de Eenogige – verdedigde in zijn eentje een brug over de Tiber in Rome tegen de Etrusken, terwijl Marcus Curtius (fig. 12; cat. nr. 5) om het Romeinse volk te redden zichzelf vrijwillig opofferde aan de goden door zich met zijn paard in een put op het Forum Romanum te storten. Goltzius heeft zich voor deze serie helden waarschijnlijk geïnspireerd op Ab urbe condita, de kroniek van de vroege geschiedenis van de Romeinse
fig. 8
fig. 9
Uit Goltzius’ oeuvre spreekt een grote voorliefde voor het werken met toon en kleur. In het feitelijk weinig kleurrijke medium van de gravure introduceert hij tijdens zijn maniëristische periode uitgesproken licht-donkercontrasten door zijn in dikte variërende graveerlijnen en afwisselende stippelpatronen, die sterk afsteken tegen het witte papier. Eveneens onder invloed van Spranger gaat hij halfweg de jaren 80 in zijn tekeningen toon boven lijn verkiezen bij het modelleren van volumes. Hij experimenteert met het wassen van bepaalde zones met penseel, met het met kleur prepareren van het papier en het aanbrengen van witte gouachehoogsels. Met deze techniek maakt hij spectaculaire tekeningen die de schilderachtigheid van schilderijen evenaren, zoals de Offerscène in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, en die waarschijnlijk als zelfstandige kunstwerken beschouwd mogen worden. In dezelfde periode begint Goltzius ook clair-obscurhoutsneden te vervaardigen. Een houtsnede is een prent die ontstaat door het afdrukken op papier van een houten lijnblok, waarbij het volledige negatieve beeld uit de drukplaat wordt weggesneden. In een clair-obscurhoutsnede wordt dit beelddragende lijnblok ofwel gecombineerd met een of meerdere toonblok-
Hendrick Goltzius (fec.), Bartholomeus Spranger (inv.), Huwelijk van Cupido en Psyche, gravure, 1587, cat. nr. 23. Detail uit Phaeton.
fig. 10 Hendrick Goltzius (fec.), Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.),
Icarus, gravure, 1588, cat. nr. 25.
10
15
goltzius invenit, fecit et excudit
fig. 11
16
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Horatius Cocles, gravure, 1586, cat. nr. 4.
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
9
fig.12
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Marcus Curtius, gravure, 1586, cat. nr. 5.
17
goltzius invenit, fecit et excudit
ken in verschillende kleuren, ofwel vervangen door verschillende toonblokken die gezamenlijk het volledige beeld creëren. Voor iedere kleur wordt een aparte toonblok gebruikt. Deze kleurrijke houtsnedetechniek ontwikkelt zich in de vroege 16de eeuw in Duitsland en Italië, en doet pas rond het midden van de eeuw haar intrede in de Nederlanden. Aan het einde van de 16de eeuw introduceert Goltzius de techniek in de Noorde13 lijke Nederlanden. Hij mag beschouwd worden als de belangrijkste ontwerper van clair-obscurhoutsneden in de Nederlanden in de 16de en 17de eeuw. Het kleine maar fijne ensemble clair-obscurhoutsneden van Goltzius in het Groeningemuseum illustreert hoe de kunstenaar tot deze techniek is gekomen en hoe deze zich in de loop van de tijd ontwikkelt. Zijn vroegste clair-obscurhoutsneden tonen een duidelijke link met de tekeningen die hij in dezelfde periode vervaardigt. Het zijn gewone lijnblokhoutsneden die hij afdrukt op blauwgekleurd papier en in sommige gevallen met witte gouache hoogt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vroegste staat van de oorlogsgod Mars, die omstreeks 1588 wordt gedrukt. In de volgende drukken voegt Goltzius twee toonblokken aan het lijnblok toe (fig. 13; cat. nr. 7). Deze worden nu afgedrukt op wit papier. De in 1588 vervaardigde Hercules doodt Cacus (fig. 15; cat. nr. 6) is de eerste prent die van meet af aan als clair-obscurhoutsnede wordt gedrukt. Ook hier werkt de kunstenaar met een onafhankelijk lijnblok dat de belangrijkste ‘ingrediënten’ van het beeld bevat. Het beeld is evenwel niet langer helemaal volledig zonder de toegevoegde toonblokken, die de afbeelding van volume en diepte voorzien. De prent verbeeldt een episode uit de twaalf werken van Hercules. De vuurspuwende Cacus, de zoon van de Romeinse god Vulcanus, heeft enkele runderen van Hercules gestolen en in zijn grot verstopt. Wanneer Hercules hem vindt, vermoordt hij hem met zijn befaamde knots. In Goltzius’ volgende prenten vermindert de prominente rol van het onafhankelijke lijnblok enigszins, hoewel het steeds een belangrijke beelddrager blijft. Bepaalde beeldelementen worden wel overgedragen naar de toonblokken. Dit is goed te zien in de serie Demogorgon en de goden, waartoe de prent Pluto behoort (fig. 14; cat. nr. 8). In de voorgrond staat Pluto, de Romeinse god van de onderwereld, met zijn rug naar de toeschouwer. Hij staat tegenover de ingang van Hades, de onderwereld. Naast hem ligt een urne met vier monden. Het is de bron van de vier rivieren die door Hades stromen. De zwarte contouren en arceringen in de figuur van Pluto en de urne zijn van een lijnblok afkomstig, het brandende schimmenrijk in de achtergrond van een toonblok. De Pluto-
18
fig. 13
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Mars, clair-obscurhoutsnede, c. 1588, cat. nr. 7.
fig. 14
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Pluto, clair-obscurhoutsnede, c. 1588-1590, cat. nr. 8.
fig. 15
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Hercules doodt Cacus, clairobscurhoutsnede, 1588, cat. nr. 6.
prent uit het Groeningemuseum is een vroege druk. Goltzius gebruikte voor zijn vroegste drukken vaak gedempte kleuren, die ook overeenstemmen met het beperkte kleurenpalet van zijn tekeningen uit dezelfde periode. Latere drukken, zoals de prenten van Hercules doodt Cacus en Mars uit het Groeningemuseum, hebben vaak contrastrijkere kleuren. Het is goed mogelijk dat niet Goltzius, maar een latere drukker hier de hand in had. Vanaf 1589 begint Goltzius in een meer ingetogen, late renaissancestijl te werken en inspireert hij zich steeds meer rechtstreeks op de Italiaanse kunst. In 1590 vertrekt hij naar Italië. Die reis betekent een definitieve breuk met het Sprangeriaanse maniërisme en het begin van een nieuwe, nog virtuozere fase.
14
naar italië
naar italië
Evelien de Wilde adjunct-conservator Groeningemuseum, Prentenkabinet
‘Aldus dan is Goltzius, met grooten lust gedreven, gecomen in Italien, te Venetien, Bolognen, Florencen, en eyndlinge den 10en Ianuarij 1591. in zijn gewenschte Room (…)’ (Karel van Mander – Het Schilder-boeck). Goltzius moet buitengewoon naar deze reis hebben uitgekeken. Al in 1584 had de kunstenaar plannen om met twee leerlingen naar het zuiden af te reizen, maar volgens Van Mander zou dat er vanwege medische kwalen, zijn huwelijk en verschillende verplichtingen op dat moment niet van gekomen zijn. De reis stelt Goltzius in de gelegenheid persoonlijk de werken te bestuderen die tot inspiratie dienden voor kunstenaars uit de Nederlanden die hij bewondert, zoals Maarten van Heemskerck (1498-1574), Bartholomeus Spranger (1546-1611), Frans Floris (1519-1570) en Anthonie Blocklandt van Montfoort (1533/34-1583).
20
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
een stilistische ommekeer In 1588 begint Goltzius aan een nieuwe prentenreeks. Daarin is te zien dat zijn belangstelling voor het verder perfectioneren van zijn sprangeriaanse maniëristische stijl afneemt en dat hij meer geïnteresseerd is in de ingetogen en harmonieuze vormentaal van de Italiaanse kunst. Het betreft voorstellingen van de Metamorfosen van Ovidius (43 v.C.-17 n.C.), een reeks verhalen waarin gedaanteveranderingen centraal staan. De Metamorfosen duiken vanaf midden 16de eeuw op in de noordelijke prentkunst. De Franse prentmaker Bernard Salomon (1506-c. 1561) maakt een invloedrijke geïllustreerde uitgave van de Metamorfosen met emblemata, kleine afbeeldingen met een begeleidend vers. Dit werkje biedt inspiratie voor graveurs als Virgil Solis (1514-1562) en Pieter van der Borcht (c. 1532-1610), die hun versies op die van Salomon baseren. Goltzius beoogde voor zijn serie waarschijnlijk een reeks van driehonderd composities – een aanzienlijke uitbreiding van het tot dan toe traditionele aantal van 178 illustraties in de voorgaande edities. Goltzius ontwerpt uiteindelijk slechts 52 composities voor de reeks. Vermoedelijk zijn ze door medewerkers van zijn atelier gesneden. De meeste prenten zijn uitgegeven in 1589 en 1590, voordat Goltzius naar Italië vertrekt. Twaalf prenten zijn postuum gepubliceerd. In de 16de eeuw worden mythologische onderwerpen steeds populairder in de prentkunst in de Nederlanden. Goltzius en zijn kring spelen een belangrijke rol bij de introductie van nieuwe thema’s in de kunst. De Metamorfosenreeks, die met nieuwe, nog niet eerder afgebeelde onderwerpen wordt uitgebreid, draagt hiertoe bij. Een voorbeeld is de prent Jupiter en Juno consulteren Tiresias (fig. 16; cat. nr. 36). In deze mythe vragen Jupiter en Juno zich af welke sekse het meest genot in de liefde beleeft. Zij gaan te rade bij de oude Tiresias, die door een wonderlijke gedaanteverandering zeven jaar van zijn leven als vrouw heeft geleefd. Er wordt vermoed dat Goltzius deze prent samen met drie andere composities na zijn reis naar Italië gemaakt heeft. De invloed van de Italiaanse meesters is in deze voorstelling duidelijk terug te zien in de ingetogen compositie en de stilering van de figuren.
17
Jupiter en Juno consulteren Tiresias is illustratief voor de vele zinnenprikkelende thema’s die door de maniëristische kunstenaars worden afgebeeld. De werken van Ovidius zijn hiervoor een dankbare bron. Zo heeft Goltzius ook de mythe rond Perseus en Andromeda, een onderwerp van Ovidius dat niet tot de Metamorfosenreeks behoort, in vier afzonderlijke composities uitgevoerd. De hulpeloze Andromeda is vastgeketend aan een rots om als voer te dienen voor een gruwelijk monster dat de kusten van Ethiopië teistert (fig. 17; cat. nr. 37). Op het mythische vliegende paard Pegasus komt de dappere held Perseus haar te hulp schieten. Onderwerpen als deze bieden kunstenaars een uitstekende gelegenheid om hun vaardigheden in het afbeelden van het vrouwelijk naakt te demonstreren.
fig. 16
Atelier van Goltzius (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), Jupiter en Juno consulteren Tiresias, gravure, c. 1590, cat. nr. 36.
fig. 17
Atelier van Hendrick Goltzius (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), Perseus bevrijdt Andromeda, gravure, c. 1590, cat. nr. 37.
16
21
naar italië
Niet alleen sculpturen uit de oudheid, maar ook werken van renaissancistische meesters, met name Michelangelo (1475-1564) en Rafaël (14831520), zijn voor Goltzius een bron van inspiratie. In 1592 publiceert hij bijvoorbeeld een prent met de profeet Jesaja naar een fresco van Rafaël in de Sant’Agostino in Rome (fig. 18; cat. nr. 28). Onder deze voorstelling staat ‘(…) per Gasparem Celij ibidem adnotatum, et ab H. Goltzio eri inschulptum’. De prent is door Goltzius gegraveerd, maar is gebaseerd op een tekening door Gaspare Celio (1571-1640). Vanwege deze prent wordt vermoed dat Goltzius Celio – en wellicht ook andere collega’s – ter plaatse inschakelde om werken na te schetsen die hij later zou gebruiken als basis voor prenten.
fig. 18
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), De profeet Jesaja, gravure, 1592, cat. nr. 28.
fig. 19
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Visitatie, gravure, 1594, cat. nr. 10.
fig. 20
Hendrick Goltzius (inv. et fec.), Besnijdenis, gravure, 1594, cat. nr. 12.
18
in italië Wanneer Goltzius in 1590 naar Italië afreist, is zijn naam als kunstenaar al internationaal gevestigd. Hij zal zich in Italië vooral de Italiaanse vormentaal eigen maken. Deze reis biedt hem bovendien de mogelijkheid om de werken die hij enkel van reproducties of verhalen kent zelf te bekijken en zich een beeld te vormen van de Italiaanse kunst in haar geheel. Goltzius bezoekt Venetië, Bologna, Florence en ten slotte Rome. In die stad bezoekt hij locaties die van belang zijn voor zijn studie van antieke en renaissancistische kunst, zoals het Vaticaan, de Campodoglio en Palazzo Farnese. Goltzius toont vooral veel belangstelling voor antieke sculpturen. Dat is niet opmerkelijk, aangezien hij regelmatig beeldhouwkundig gestileerde figuren in zijn werken verwerkt. In Italië maakt hij een groot aantal tekeningen naar sculpturen. Vier daarvan – Hercules Farnese, Apollo Belvedere, Hercules en Telephos – door Goltzius in prent uitgevoerd, zijn postuum uitgegeven. Met deze gravures beoogde Goltzius waarschijnlijk een uitgebreide prentenreeks naar beeldhouwwerken uit de oudheid, maar die heeft hij nooit voltooid.
22
19
naar italië
21
Naast Gaspare Celio ontmoet Goltzius ook veel andere kunstenaars in Italië. Van sommigen tekent hij in Italië hun portret, zoals van Giambologna (1524-1608), Pietro Francavilla (1547-1614) en de Brugse kunstenaar Johannes Stradanus (1523-1605), die in Italië werkte. Tijdens het laatste deel van zijn reis wordt Goltzius bovendien vergezeld door oudheidkundige Philips van Winghe (1560-1592) en brouwer en zilversmid Jan Matthijsz. Ban.
proteus van de kunst Eenmaal terug in Haarlem vertaalt Goltzius samen met zijn medewerkers in het atelier de tekeningen die hij in Italië heeft gemaakt naar prenten. Daarnaast begint hij aan zijn beroemde prentenreeks met Het leven van de maagd Maria (fig.18 en 19; cat. nr. 9 en 14). Deze prenten worden ook wel Goltzius’ Meisterstiche genoemd, in navolging van de Meisterstiche van Albrecht Dürer (1471-1528), die een proeve waren van diens excellente graveurschap. De reeks bestaat uit zes prenten met episodes uit het leven van Maria. Goltzius baseert vier van deze prenten op gegraveerde reproducties van werken van Rafaël, Parmigniano (1503-1540), Jacopo Bassano (1510-1592), Titiaan (1485/90-1576) en Federico Barocci (1528-1612), gemaakt door graveurs uit de Nederlanden. De twee andere prenten, de Besnijdenis en de Aanbidding door de Koningen, zijn gebaseerd op het werk van twee grootheden van de prentkunst uit het noorden: Albrecht Dürer en Lucas van Leyden (c. 1494-1533). De reeks voldoet perfect aan het destijds gangbare principe van imitatio en aemulatio. Volgens dit principe proberen kunstenaars in hun werk andere meesters te evenaren en
24
fig. 21
Detail uit Besnijdenis.
fig. 22
Anonieme graveur (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), Christus op de Olijfberg, gravure, 1597, cat. nr. 61.
fig. 23
Anonieme graveur (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), Geseling, gravure, 1597, cat. nr. 65.
te overtreffen. Met Het leven van de maagd Maria overtreft Goltzius de reproductiegraveurs in de benadering van de schilderstijl van de Italiaanse meesters. Zijn composities zijn bovendien geen exacte kopieën, zoals die van de reproductiegraveurs, maar eigen inventies. Goltzius’ reeks wordt zeer gewaardeerd en hertog Wilhelm van Beieren (1493-1550), aan wie de reeks is opgedragen, beloont Goltzius zelfs met een gouden ketting. Van Mander schrijft vol lof over de reeks en beschrijft een anekdote waarmee hij Goltzius’ poging tot imitatio en aemulatio als succesvol bestempelt: toen Goltzius zijn Besnijdenis in de trant van Dürer en Aanbidding der koningen in de trant van Lucas van Leyden voor het eerst bij het publiek onder ogen bracht, zou hij de prenten met rook hebben bewerkt om ze oud te doen lijken. Zijn zelfportret in de Besnijdenis en zijn monogram had hij laten wegbranden (fig. 21; detail cat. nr. 12). Kunstkenners en -liefhebbers zouden deze prenten gekocht hebben als zijnde van de oude meesters zelf en gezegd hebben dat Goltzius’ werk er niet aan kon tippen. Toen Goltzius hen de frisse drukken van zijn prenten toonde, voelden ze zich bedot. Goltzius toont zijn vaardigheden in imitatio en aemulatio in 1597 nogmaals in een passiereeks, waarvan het Groeningemuseum getrouwe kopieën bezit (fig. 22-23; cat. nr. 61 en 65). De passiereeks kent een lange beeldtraditie in de prentkunst en werd vanaf de 15de eeuw zeer regelmatig door prentmakers uitgegeven. Goltzius combineert in zijn versie de verfijnde graveerstijl uit de Passie van Lucas van Leyden met de compositionele inventiviteit van Dürer. Goltzius probeert hier niet alleen de oude meesters te overtreffen, maar wedijvert ook met zijn voormalige leerling en medewerker Jacques de Gheyn II (c. 1565-1629), die op dat moment ook net een passiereeks op de markt heeft gebracht, gebaseerd op composities van Van Mander. Net als bij Goltzius’ Meisterstiche gaat het ook in zijn passiereeks om nieuwe inventies, en Goltzius zou het publiek met deze reeks opnieuw op het verkeerde been hebben weten te zetten. Vanwege zijn vermogen om zich andere stijlen aan te meten en zich te ‘vermommen’ als een andere kunstenaar wordt Goltzius door Karel van Mander ook wel de Proteus of Vertumnus van de kunst genoemd, naar mythologische figuren die van gedaante konden veranderen.
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
22
23
25
rondom goltzius
rondom goltzius Evelien de Wilde adjunct-conservator Groeningemuseum, Prentenkabinet
Het portret van Goltzius, gebaseerd op een zelfportret van de meester, wordt geflankeerd door Mercurius als Spirito en Disegno (fig. 1). De figuren verwijzen respectievelijk naar Goltzius’ creatieve geest en ontwerpkunst. Boven het portret van Goltzius prijken de drie Gratiën. Zij verbeelden drie kunstdisciplines: links de schilderkunst, rechts de tekenkunst en prominent in het midden de prentkunst. Goltzius is hier voorgesteld als innovator in deze drie kunstdisciplines, in het bijzonder in de prentkunst. Goltzius’ stiefzoon Jacob Matham (1571-1631) maakt dit portret in 1617 als eerbetoon aan zijn pas overleden stiefvader. Matham baat dan al ongeveer 17 zeventien jaar het prentbedrijf van Goltzius uit, dat de meester aan hem overgedragen heeft. Goltzius zelf richt zich vanaf 1600 namelijk – op een handvol prentontwerpen na – volledig op de schilderkunst. Als prentmaker heeft Goltzius een belangrijke invloed gehad op zijn leerlingen, die hij in zijn atelier tot graveurs opleidde in zijn markante maniëristische graveerstijl. Na hun opleiding werkten de graveurs allemaal enige tijd als medewerker in het atelier en zetten ze hun carrière vervolgens als zelfstandige prentmakers voort.
26
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
jacob matham Wanneer Mathams moeder in 1579 met Goltzius trouwt, is Jacob acht jaar oud. Er wordt vermoed dat Matham rond zijn zestiende voor het eerst kleine taken krijgt in het atelier dat Goltzius in 1582 in Haarlem heeft opgericht. Voordat Mathams naam in 1589 voor het eerst op een gravure uit het atelier van Goltzius verschijnt, zijn al in verschillende prenten stijlkenmerken van de jonge graveur te bespeuren. Tot 1599 zal Matham voornamelijk ontwerpen van Goltzius graveren. De prent De verloren zoon ontvangt zijn erfenis (fig. 24) is hierop een uitzondering. Deze gravure dateert uit 1592 en is gemaakt naar een ontwerp van Karel van Mander (1548-1606). Op de prent is te zien hoe een zoon zijn deel van zijn vaders vermogen verzilvert, dat hij eerder bij zijn vader heeft opgeëist. Op de achtergrond van de prent vertrekt de zoon vervolgens te paard de stad uit om het geld te verbrassen. De prent maakt deel uit van een reeks over de parabel van de verloren zoon, die na een reis vol excessen uiteindelijk berooid tussen de varkens belandt. Als hij besluit terug te keren naar zijn vader om berouw te tonen, wordt hij vergeven voor zijn onverstandige daden. Na 1600 begint Matham op meer regelmatige basis ontwerpen van andere meesters, zoals Van Mander, uit te voeren. Tussen 1599 en 1601 neemt Matham geleidelijk het atelier van Goltzius over. Hij rondt onvoltooide projecten af, maar begint ook zijn eigen ontwerpen te graveren. Matham heeft een iets realistischere graveerstijl dan zijn stiefvader. Zijn figuren zijn massiever en hebben natuurlijke onvolmaaktheden, in tegenstelling tot de bovenmatig gespierde lijven van Goltzius’ figuren.
Grieks de spreuk ‘Ken uzelf’ te lezen is, Chilons lijfspreuk. De spiegel die hij in zijn handen houdt, verwijst naar dit gezegde. De karakteristieke pokdalige kop en grote pezige handen die Muller Chilon in dit fantasieportret heeft aangemeten, zouden de beschouwer moeten aansporen om verder te kijken dan het uiterlijk.
fig. 24
Jacob Matham (fec.), Hendrick Goltzius (inv.), De verloren zoon ontvangt zijn erfenis, gravure, 1592.
jan harmensz. muller Vergeleken met Matham hanteert Jan Harmensz. Muller (1571-1628) in zijn prenten eerder een overdreven variant van Goltzius’ graveerstijl met zwellende lijnen. Hij voert de stijl soms zo grondig door dat de lijnen lijken te dansen. Dit wordt een moiré-effect genoemd, naar het waterachtige patroon in zijde (moiré). Muller groeit op in een familie die actief is binnen de prent- en boekdrukkunst. Rond 1589 werkt hij enige tijd in het atelier van Goltzius. Nadat hij dit in 1590 verlaten heeft, worden de meeste van zijn prenten door zijn vader, Harmen Jansz. Muller, gedrukt. Die runt in Amsterdam het drukkersbedrijf De Vergulden Passer. Een van de prenten die door Jans vader worden uitgegeven is Kaïn vermoordt Abel uit 1589 (fig. 23). Muller maakte de prent met de Bijbelse broedermoord naar Cornelis Cornelisz. van Haarlem (1562-1638). Vervaarlijk hangt Kaïn boven Abel terwijl hij zijn knots opheft om Abel de genadeslag toe te brengen. Abel ligt op de grond. Zijn lichaam is verkort afgebeeld om diepte te suggereren. De overdreven gespierde naakte figuren zijn typerend voor de maniëristische stijl. Hoewel Goltzius zelf na zijn reis naar Italië een meer ingetogen stijl aanneemt, blijft Muller werken in de virtuoze maniëristische graveerstijl die hij van zijn meester heeft geleerd. Tussen 1594 en 1596 reist Muller zelf door Italië. In 1596 maakt hij Chilon, als tegenhanger van de eveneens door hemzelf ontworpen Harpocrates uit 1593 (fig. 25). Chilon is een van de zeven Griekse wijzen. Hij is afgebeeld in een ovale omlijsting waarop in het
1 24
27
rondom goltzius
Muller is een favoriete graveur van schilders aan het Praagse hof, zoals Bartholomeus Spranger (1546-1611) en Hans von Aachen (1552-1616). De prent met het Martelaarschap van de heilige Sebastiaan, door Muller rond 1600 gemaakt naar een schilderij van Von Aachen, is hier een voorbeeld van (fig. 27). Op deze gravure is te zien hoe de heilige Sebastiaan, die in een elegante pose tegen een boom staat, wordt beschoten door een Romeinse troepenmacht. Muller heeft ook portretten van een aantal contemporaine prominenten gemaakt. Het zijn veelal werken op groot formaat, waarin de gelaatstrekken en de kleding van de geportretteerden zorgvuldig uitgewerkt zijn. Het Groeningemuseum bezit een tegendruk van een portret van Isabella van Oostenrijk (1566-1633) (fig. 31). Een dergelijke gespiegelde afdruk ont-
staat door een vel papier tegen de natte inkt van een net gedrukte prent te drukken. De prent behoort tot een dubbelportret van Albrecht (15591621) en Isabella naar schilderijen van Rubens. Van een portret van koning Christiaan IV van Denemarken (1577-1648), naar Pieter Isaacsz. (15681625), bezit het Groeningemuseum een uitzonderlijke uitgave in rode inkt, vermoedelijk gedrukt in de 18de eeuw (fig. 30). fig. 25 Jan Harmensz. Muller (fec.), Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.),
KaĂŻn vermoordt Abel, gravure, 1589. fig. 26 Jan Harmensz. Muller (inv. et fec.), Chilon, gravure, 1596.
ď ľ
25
28
rondom goltzius
jan saenredam In vergelijking met andere leerlingen en medewerkers van Goltzius is Jan Saenredam (1565-1607) zeer trouw aan de stijl van zijn meester. Na een akkefietje met Goltzius verlaat Saenredam diens atelier rond 1590 om met Jacques de Gheyn II (1565-1629) te gaan samenwerken in Amsterdam. Goltzius zou er achteraf spijt van hebben gehad dat hij zijn getalenteerde leerling liet gaan. Saenredam blijft vanuit Assendelft, waar hij woont, platen snijden voor Goltzius en ook voor Cornelis Cornelisz. van Haarlem en Van Mander. Het Groeningemuseum bezit twee prenten van Saenredam naar ontwerp van Van Mander. De eerste prent (c. 1589-1607) toont hoe het volk van Lystra een stier wil offeren ter ere van de goden omdat Paulus en Barnabas een verlamde man de kracht in zijn benen hebben teruggegeven (fig. 29). Terwijl de stier wordt binnengebracht, scheuren Barnabas en
Paulus hun kleding om de menigte ervan te overtuigen dat zij geen goden maar mensen zijn. Ze sporen de menigte aan geen afgoden maar God te vereren. Hoewel Barnabas en Paulus de menigte aanvankelijk voor zich winnen, verliezen ze uiteindelijk toch het vertrouwen. Op de achtergrond van de voorstelling is te zien hoe Paulus door het volk wordt gestenigd. Op de tweede prent, Elisa ontvangt de mantel van Elia die vertrekt in een vlammende wagen uit 1604, is ook een oudtestamentisch verhaal afgebeeld (fig. 28). Elisa kijkt geknield op de grond toe hoe zijn meester, de profeet Elia, de aarde verlaat in een wagen omgeven door vuur. Bij zijn uittocht verliest Elia zijn mantel. Die wordt opgeraapt door Elisa, die de rol van Elia zal overnemen.
28
27
30
7
29
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
30
31
fig. 27
Jan Harmensz. Muller (fec.), Hans von Aachen (inv.), Het martelaarschap van de heilige Sebastiaan, gravure, c. 1600.
fig. 30
Jan Harmensz. Muller (fec.), Pieter Isaacsz. (inv.), Portret van Christiaan IV van Denemarken, gravure, 1625 (18de eeuw?).
fig. 28
Jan Saenredam (fec.), Karel van Mander (inv.), Elisa ontvangt de mantel van Elia die vertrekt in een vlammende wagen, gravure, c. 1604.
fig. 31
Jan Harmensz. Muller (fec.), Peter Paul Rubens (inv.), Portret van Isabella van Oostenrijk, tegendruk van een gravure, 1615.
fig. 29 Jan Saenredam (fec.), Karel van Mander (inv.), Paulus en
Barnabas in Lystra, gravure, c. 1589-1607.
31
rondom goltzius
fig. 32
32
Jacques de Gheyn II (fec.), Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.), Acis en Galathea, gravure, c. 1589.
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
33
34
jacques de gheyn II Jacques de Gheyn II zou tussen 1585 en 1587 zijn opgeleid in het atelier van Goltzius. Rond 1588 begint De Gheyn te graveren voor de Amsterdamse uitgevers Jan Pitten en Joos de Bosscher (actief 1581-1600). Voor De Bosscher maakt De Gheyn omstreeks 1589 de prent Acis en Galathea, naar een schilderij van Cornelis Cornelisz. van Haarlem (fig. 32). In een grot aan het water bemint Acis zijn geliefde, de nimf Galathea. Door de opening van de grot is de cycloop Polyphemus te zien, die op zijn panfluit blaast. Polyphemus heeft ook zijn zinnen op Galathea gezet. De cycloop zal zijn rivaal vermoorden, waarna Galathea het bloed van haar geliefde verandert in een rivier, de Acis genaamd. De geforceerde houdingen van de figuren en de merkwaardige manier waarop Acis liefkozend de knie van Galathea vastgrijpt, sluiten aan bij de maniëristische voorkeur voor welvingen
en plooien. Acis en Galathea is waarschijnlijk gemaakt voordat De Gheyn Goltzius’ atelier in Haarlem verliet. De Gheyn vestigt zich als zelfstandig graveur in Amsterdam, waar hij in 1592 een succesvol atelier opricht. Vanaf dan publiceert hij prenten onder zijn eigen naam, vooral naar eigen ontwerp. Voorbeelden zijn de evangelisten Marcus en Mattheus, onderdeel van een reeks van vier evangelisten, die rond 1595 gegraveerd werden in het atelier van De Gheyn (fig. 33 en 34). Opvallend zijn de overdreven elegante en daarom bijna krampachtige poses van de handen van de evangelisten. In 1595 verhuist De Gheyn van Amsterdam naar Leiden. Wanneer hij kort na 1600 Leiden verruilt voor Den Haag, stopt hij net als Goltzius met het maken van prenten.
fig. 33 Atelier van Jacques de Gheyn II (fec.),
Jacques de Gheyn II (inv.), Evangelist Marcus, gravure, c. 1595.
fig. 34 Atelier van Jacques de Gheyn II (fec.),
Jacques de Gheyn II (inv.), Evangelist Mattheus, gravure, c. 1595.
33
goltzius invenit, fecit et excudit
34
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
checklist Deze checklist omvat de prenten uit het Prentenkabinet van het Groeningemuseum die ontworpen en/of gegraveerd zijn door Hendrick Goltzius. De catalogus is ingedeeld in vier categorieën: 1) prenten die Goltzius zelf heeft ontworpen en gegraveerd (Goltzius invenit et fecit), 2) prenten die Goltzius heeft gemaakt naar het ontwerp van andere kunstenaars (Goltzius fecit), 3) prenten die andere graveurs hebben gemaakt naar het ontwerp van Goltzius (Goltzius invenit) en 4) kopieën naar prenten van Goltzius. Binnen deze categorieën zijn de prenten steeds chronologisch gerangschikt volgens de (originele) vervaardigingsdatum. Bij reeksen met meerdere gravures primeert de plaats van de prent in de serie boven de (originele) vervaardigingsdatum. De volgende gegevens van de prenten zijn opgenomen: titel, plaats in een bepaalde reeks, ontwerper (inv.), graveur (fec.), uitgever indien vermeld op de prent zelf (exc.), techniek, staat, afmetingen, originele vervaardigingsdatum (datum van de eventuele latere uitgave), inventarisnummer, en ten slotte het referentienummer van de prent in de recente New Hollstein-publicatie over Hendrick Goltzius (2012), samengesteld door Marjolein Leesberg. We bedanken deze auteur voor haar hulp bij het bepalen van de specifieke varianten van de clair-obscurhoutsneden. Evelien de Wilde Virginie D’haene
35
checklist
GOLTZIUS INVENIT ET FECIT 1
Currus belli (De triomfwagen van de Oorlog) Theodoor Galle (exc.) Gravure, tweede staat van vier, 197 x 348 mm 1578 (1595-1633) 0000.GRO4069.III New Hollstein 204.II
2
Portret van Josina Hamels Pendant van Portret van Jacques de la Faille Gravure, tweede staat van drie, 199 x 131 mm 1580 0000.GRO4029.III New Hollstein 217.II
3
De boetvaardige Maria Magdalena Hendrick Goltzius (exc.) Gravure, eerste staat (?) van twee, 270 x 193 mm (plaatranden en marge onderaan afgesneden) 1585 0000.GRO4068.III New Hollstein 50.I
36
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
4
Horatius Cocles Tweede prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Gravure, eerste of tweede staat van twee, 356 x 235 mm (marge onderaan afgesneden) 1586 0000.GRO4073.III New Hollstein 165.I of II
5
Marcus Curtius Vierde prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Gravure, tweede staat van twee, 370 x 239 mm 1586 0000.GRO4072.III New Hollstein 167.III
6
Hercules doodt Cacus Clair-obscurhoutsnede, lijnblok met twee toonblokken in geel en groen, eerste staat van drie, 411 x 333 mm 1588 0000.GRO4067.III New Hollstein 304.I/variant h
37
checklist
7
Mars Clair-obscurhoutsnede, lijnblok met twee toonblokken in licht- en donkergroen, derde staat van drie, 247 x 177 mm c. 1588 0000.GRO4065.III New Hollstein 303.III/variant b
8
Pluto Vierde prent uit Demogorgon en de goden (reeks van zeven clair-obscurhoutsneden) Clair-obscurhoutsnede, lijnblok met twee toonblokken in bruin- en donkergrijs, eerste staat van twee, 345 x 262 mm c. 1588-1590 0000.GRO4066.III New Hollstein 297.Ia
9
Annunciatie Eerste prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, tweede staat van zes, 473 x 353 mm 1594 0000.GRO4030.III New Hollstein 8.II
38
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
10
Visitatie Tweede prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, tweede staat van twee, 477 x 354 mm 1593 0000.GRO4031.III New Hollstein 9.II
11
Aanbidding door de herders Derde prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, tweede staat van twee, 473 x 353 mm 1594 0000.GRO4032.III New Hollstein 10.II
12
Besnijdenis Vierde prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, eerste staat van twee, 472 x 354 mm 1594 0000.GRO4033.III New Hollstein 11.I
39
checklist
13
Aanbidding door de koningen Vijfde prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, eerste staat van twee, 474 x 354 mm c. 1593 0000.GRO4034.III New Hollstein 12.I
14
Heilige Familie met de jonge Johannes de Doper Zesde prent uit Meisterstiche of Het leven van de maagd Maria (reeks van zes gravures) Gravure, derde staat van drie, 477 x 355 mm 1593 0000.GRO4035.III New Hollstein 13.III
15
Ecce homo Achtste prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Gravure, enige staat, 198 x 133 mm 1597 0000.GRO4052.III New Hollstein 24
40
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
17
Landschap met een boerderij Derde prent uit Vier kleine landschappen (reeks van vier clair-obscurhoutsneden) Clair-obscurhoutsnede, lijnblok met twee toonblokken in licht- en donkergroen, tweede staat van twee, 116 x 145 mm c. 1597-1600 0000.GRO4064.III New Hollstein 309.II
18
De apostel Andreas Tweede prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 149 x 104 mm 1589 0000.GRO4058.III New Hollstein 36
16
De apostel Thomas Achtste prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 149 x 104 mm 1589 0000.GRO4059.III New Hollstein 42
41
checklist
19
De apostel MatteĂźs Negende prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 150 x 104 mm 1589 0000.GRO4060.III New Hollstein 43
20
De apostel Jakobus de Mindere Tiende prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 149 x 104 mm 1589 0000.GRO4061.III New Hollstein 44
21
De apostel Simon Elfde prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 149 x 104 mm 1589 0000.GRO4062.III New Hollstein 45
42
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
22
De apostel Matthias Dertiende prent uit Christus, de apostelen en Paulus (reeks van veertien gravures) Gravure, enige staat, 150 x 104 mm 1589 0000.GRO4063.III New Hollstein 47
43
checklist
GOLTZIUS FECIT 23
Huwelijk van Cupido en Psyche Bartholomeus Spranger (inv.) Gravure, middendeel van een driedelige prent, onduidelijke staat, 409 x 284 mm (marge onderaan afgesneden) 1587 0000.GRO4028.III New Hollstein 341
24
Tantalus Eerste prent uit De vier vallers (reeks van vier gravures) Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.) Gravure, eerste staat van drie, diam. 332 mm 1588 0000.GRO4022.III New Hollstein 325.I
25
Icarus Tweede prent uit De vier vallers (reeks van vier gravures) Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.) Gravure, enige staat, diam. 333 mm 1588 0000.GRO4023.III New Hollstein 326
44
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
26
PhaĂŤton Derde prent uit De vier vallers (reeks van vier gravures) Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.) Gravure, tweede staat van drie, diam. 331 mm 1588 0000.GRO4024.III New Hollstein 327.II
27
Ixion Vierde prent uit De vier vallers (reeks van vier gravures) Cornelis Cornelisz. van Haarlem (inv.) Gravure, enige staat, diam. 331 mm 1588 0000.GRO4025.III New Hollstein 328
28
De profeet Jesaja Raphael (inv.) Gravure, tweede staat van drie, 310 x 193 mm 1592 0000.GRO4071.III New Hollstein 333.II
45
checklist
GOLTZIUS INVENIT 29
Christus en de Samaritaanse vrouw Julius Goltzius (fec.) Johannes Baptista Vrints I (exc.) Gravure, tweede staat van twee, 286 x 203 mm 1586 0000.GRO4027.III New Hollstein 433.II
30
De arts als god Eerste prent uit AllegorieĂŤn op het medische beroep (reeks van vier gravures) Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Claes Jansz. Visscher (exc.) Gravure, tweede staat van twee, 188 x 230 mm (1587) voor 1652 0000.GRO5621.III New Hollstein 706.II
31
De arts als engel Tweede prent uit AllegorieĂŤn op het medische beroep (reeks van vier gravures) Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 186 x 229 mm (1587) voor 1652 0000.GRO5622.III New Hollstein 707.II
46
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
32
De arts als mens Derde prent uit Allegorieën op het medische beroep (reeks van vier gravures) Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 188 x 230 mm (1587) voor 1652 0000.GRO5623.III New Hollstein 708.II
33
De arts als duivel Vierde prent uit Allegorieën op het medische beroep (reeks van vier gravures) Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 190 x 231 mm (1587) voor 1652 0000.GRO5624.III New Hollstein 709.II
34
Rust op de vlucht naar Egypte Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Cornelis Danckerts I (exc.) Gravure, derde staat van vier, 183 x 128 mm c. 1589 (1630-1656) 0000.GRO4026.III New Hollstein 423.III
47
checklist
35
Heilige familie met Elisabeth, Zacharias en Johannes de Doper Jacob Matham (fec.) Gravure, enige staat, 372 x 282 mm (marge onderaan afgesneden) 1590 0000.GRO5538.III New Hollstein 447
36
Jupiter en Juno consulteren Tiresias Zevende prent uit Ovidius, Metamorfosen, Boek III (reeks van twaalf gravures) Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 176 x 255 mm c. 1590 (1615) 0000.GRO4089.III New Hollstein 578.II
37
Perseus bevrijdt Andromeda Atelier van Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, enige staat, 216 x 155 mm c. 1590 0000.GRO4037.III New Hollstein 586
48
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
38
Juno Derde prent uit De drie godinnen van het oordeel van Paris (reeks van drie gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 208 x 141 mm c. 1595 0000.GRO5596.1.III New Hollstein 608.II
39
Het huwelijk gebaseerd op lichamelijke liefde Eerste prent uit Drie verschillende huwelijken (reeks van drie gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, eerste staat van drie, 227 x 158 mm (plaatranden afgesneden) c. 1595 0000.GRO5607.III New Hollstein 525.I
40
Middag Derde prent uit De vier getijden van de dag (reeks van vier gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, onduidelijke staat, 197 x 149 mm (plaatranden en marge onderaan afgesneden) c. 1595-1598 0000.GRO4036.III New Hollstein 686
49
checklist
41
Nar Jan Saenredam (fec.) Gravure, eerste staat van drie, 254 x 178 mm c. 1595-1600 0000.GRO5604.III New Hollstein 728.I
42
De cultus van Bacchus Derde prent uit De culten van Ceres, Venus en Bacchus (reeks van drie gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, eerste of tweede staat van twee, 402 x 296 mm (plaatranden en marge onderaan afgesneden) 1596 0000.GRO5598.III New Hollstein 611.I of II
43
Lot en zijn dochters Jan Saenredam (fec.) Gravure, eerste staat van drie, 205 x 258 mm 1597 0000.GRO5603.III New Hollstein 390.I
50
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
44
Kracht (Fortitudo) Zesde prent uit De zeven deugden (reeks van zeven gravures) Jacob Matham (fec.) Gravure, enige staat, 152 x 104 mm 1597 0000.GRO4087.III New Hollstein 510
45
Perseus bevrijdt Andromeda Jacob Matham (fec.) Claes Jansz. Visscher II (exc.) Gravure, tweede staat van drie, 268 x 370 mm 1597 (1601-1652) 0000.GRO5573.III New Hollstein 587.II
46
Een jonge vrouw wijst een oude man af Pendant van Een jongeman die het geld van een oude vrouw weigert Jacob Goltzius (fec. et exc.) Gravure, tweede staat van drie, 185 x 142 mm c. 1597 0000.GRO4084.III New Hollstein 717.II
51
checklist
47
Zomer Tweede prent uit De vier seizoenen (reeks van vier gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 224 x 160 mm 1601 0000.GRO5605.III New Hollstein 681.II
48
Winter Vierde prent uit De vier seizoenen (reeks van vier gravures) Jan Saenredam (fec.) Gravure, tweede staat van twee, 224 x 160 mm 1601 0000.GRO5606.III New Hollstein 683.II
49
Portret van Hendrick Goltzius Jacob Matham (fec. et exc.) Gravure, eerste staat van twee, 438 x 292 mm 1617 0000.GRO5541.III New Hollstein 750.II
52
virtuoos maniërisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
kopieën naar prenten van goltzius 50
Een jongeman speelt op een psalterium Anonieme kopie naar: Christoffel van Sichem I (fec.), Hendrick Goltzius (inv.) Houtsnede, 296 x 206 mm 1600 (na 1600) 0013.GRO0006.III New Hollstein 734 (kopie niet vermeld)
51
Saturnus Eerste prent uit De zeven planeten (reeks van zeven gravures) Giovanni Giacomo de’ Rossi (exc.) Kopie naar: Jacob Matham (fec.), Hendrick Goltzius (inv.) Gravure, 121 x 90 mm 1597 (c. 1652 – 1691) 0000.GRO4088.III New Hollstein 664 (kopie niet vermeld)
52
Allegorie van Rome Titelpagina van De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 246 x 158 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4038.III New Hollstein 163/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
53
checklist
53
Horatius Cocles Tweede prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 248 x 157 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4039.III New Hollstein 165/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
54
Mucius Scaevola Derde prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 251 x 158 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4040.III New Hollstein 166/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
55
Titus Manlius Torquatus Vijfde prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 248 x 158 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4041.III New Hollstein 168/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
54
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
56
Marcus Valerius Corvus Zesde prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 247 x 158 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4042.III New Hollstein 169/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
57
Titus Manlius op een paard Zevende prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 248 x 158 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4043.III New Hollstein 170/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
58
Calphurnius Achtste prent uit De Romeinse helden (reeks van tien gravures) Jochem Ottens en Frederick de Wit (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 249 x 159 mm 1586 (voor 1706) 0000.GRO4044.III New Hollstein 171/kopie a.7 (vermeld als niet getraceerd)
55
checklist
59
Diana heerst over de scheepvaart en de visvangst Laatste prent uit De zeven planeetgoden en hun kinderen (reeks van zeven prenten) Heinrich Ulrich (fec.) Kopie naar: Jan Saenredam (fec.), Hendrick Goltzius (inv.) Gravure, 244 x 175 mm 1596 0000.GRO5599.III New Hollstein 663 (kopie niet vermeld)
60
Laatste avondmaal Eerste prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 135 mm 1598 0000.GRO4045.III New Hollstein 17/kopie a
61
Christus op de Olijfberg Tweede prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 199 x 133 mm 1597 0000.GRO4046.III New Hollstein 18/kopie a
56
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
62
Verraad van Christus Derde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 199 x 133 mm 1598 0000.GRO4047.III New Hollstein 19/kopie a
63
Christus voor Kajafas Vierde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 133 mm 1597 0000.GRO4048.III New Hollstein 20/kopie a
64
Christus voor Pilatus Vijfde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 135 mm 1596 0000.GRO4049.III New Hollstein 21/kopie a
57
checklist
65
Geseling Zesde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 133 mm 1597 0000.GRO4050.III New Hollstein 22/kopie a
66
Doornenkroning Zevende prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 133 mm 1597 0000.GRO4051.III New Hollstein 23/kopie a
67
Ecce homo Achtste prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 199 x 133 mm 1597 0000.GRO4053.III New Hollstein 24/kopie a
58
virtuoos maniĂŤrisme - prenten van hendrick goltzius uit het groeningemuseum
68
Kruisdraging Negende prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 133 mm 1596-1598 0000.GRO4054.III New Hollstein 25/kopie a
69
Kruisiging Tiende prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 133 mm 1596-1598 0000.GRO4055.III New Hollstein 26/kopie a
70
Graflegging Elfde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 199 x 133 mm 1596-1598 000.GRO4056.III New Hollstein 27/kopie a
59
checklist
71
Verrijzenis Twaalfde prent uit De Passie van Christus (reeks van twaalf gravures) Anonieme, eigentijdse kopie naar: Hendrick Goltzius (inv. et fec.) Gravure, 200 x 134 mm 1596 0000.GRO4057.III New Hollstein 28/kopie a
72
Frederik de Vries Rafaello Guidi (fec.) Cesare Capranica (exc.) Carlo Losi (exc.) Kopie naar: Hendrick Goltzius (fec.) Gravure, derde staat van vier, 357 x 265 mm 1597 (1773) 0000.GRO4070.III New Hollstein 256/kopie b.III
73
Christus Prentafdruk op het tekstblad Beeldische Vertooningh der gedaente Jesu Christi uit Den Grooten Emblemata Sacra Gravure, 114 x 85 mm c. 1600 (1653-54) Spiegelbeeldige kopie naar: Christus, eerste prent uit Buste van Christus, de Maagd Maria en Johannes, Hendrick Goltzius (fec.), Jacob Matham (inv.) 0000.GRO4090.III New Hollstein 451/kopie
60
SELECTIEVE BIBLIOGRAFIE Nancy Bialler, Chiaroscuro Woodcuts. Hendrick Goltzius and his time, Amsterdam (Rijksmuseum), Cleveland, Ohio (The Cleveland Museum of Art), 1992/93. Reindert Falkenburg, Jan Piet Filedt Kok en Huigen Leeflang (red.), ‘Goltzius-Studies: Hendrick Goltzius (1558-1617)’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, vol. 42-43, 1992/93. Friedrich Wilhelm Hollstein, Dutch and Flemish etchings, and engravings and woodcuts, ca. 1450-1700, 58 dln., Amsterdam, Roosendaal en Rotterdam, 1949-2001. Daniel Horst, De opstand in zwart-wit: propagandaprenten uit de Nederlandse opstand (1566-1584), Zutphen, 2003. Jan Piet Filedt Kok, ‘Hendrick Goltzius – Engraver, Designer and Publisher 1582-1600’, Nederlands kunsthistorisch jaarboek, vol. 42-43, Zwolle, 1993, pp. 159-218. Jan Piet Filedt Kok, ‘Jan Harmensz. Muller as Printmaker (I)’, Print Quarterly, vol. 11, nr. 3 (1994), pp. 223-264. Jan Piet Filedt Kok, Erik Hinterding en Jan van der Waals, ‘Jan Harmensz. Muller as Printmaker (II)’, Print Quarterly, vol. 11, nr. 4 (1994), pp. 351378. Jan Piet Filedt Kok, Ger Luijten e.a., The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700.The Muller dynasty, 3 dln, Rotterdam en Amsterdam, 1999. Jan Piet Filedt Kok en Marjolein Leesberg, The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. The De Gheyn Family, 2 dln., Rotterdam en Amsterdam, 2000. Huigen Leeflang, Ger Luijten e.a., Hendrick Goltzius (1558-1617). Tekeningen, prenten en schilderijen, tent. cat. Rijksmuseum Amsterdam, Zwolle, 2003. Marjolein Leesberg en Huigen Leeflang, The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Hendrick Goltzius, 4 dln., Ouderkerk aan den IJssel en Amsterdam, 2012. Walter S. Melion, ‘Memorabilia aliquot Romanae strenuitatis exempla: The Thematics of Artisanal Virtue in Hendrick Goltzius’s Roman Heroes’, Modern Language Notes, vol. 110, nr. 5 (December 1995), pp. 1090-1134. Hessel Miedema, ‘Karel van Mander, Het leven van Hendrick Goltzius (1558-1617) met parafrase en commentaar’, Nederlands kunsthistorisch jaarboek, vol. 42-43, Zwolle, 1993, pp. 12-76. Jürgen Müller e.a., Die Masken der Schönheit: Hendrick Goltzius und das Kunstideal um 1600, tent. cat. Hamburger Kunsthalle, Hamburg, 2002. Lawrence Nichols, The paintings of Hendrick Goltzius (1558-1617). A Monograph and Catalogue Raisonné, Doornspijk, 2013. Johan Quiryn van Regteren Altena, Jacques de Gheyn, three generations, Den Haag, 1983. Timothy Riggs en Larry Silver, Graven images: The rise of professional printmakers in Antwerp and Haarlem, 1540-1640, Evanston (Mary and Leigh Block Museum of Art, Northwestern University), Chapel Hill (Ackland Art Museum, University of North Carolina), 1993. Manfred Sellink, Philips Galle (1537-1612): engraver and print publisher in Haarlem and Antwerp, 3 vols., Gouda en Rotterdam, 1997 (dissertatie, Vrije Universiteit Amsterdam). Manfred Sellink, ‘Introduction’, in: Manfred Sellink en Marjolein Leesberg, The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Philips Galle, 4 dln., Rotterdam en Amsterdam, 2001. Eric Jan Sluijter, “Herscheppingen’ in prenten van Hendrick Goltzius en zijn kring (I)’, Delineavit et sculpsit, nr. 4 (1990), pp. 1-23. Eric Jan Sluijter, “Herscheppingen’ in prenten van Hendrick Goltzius en zijn kring (II)’, Delineavit et sculpsit, nr. 5 (1991), pp. 1-19. Gert Jan van der Sman, ‘Dutch and Flemish Printmakers in Rome 1565-1600’, Print Quarterly, vol. 22 nr. 3 (2005), pp. 251-264. Walter Strauss, Hendrick Goltzius, 1558-1617, The Complete Engravings and Woodcuts, New York, 1977. Ilja Veldman, De wereld tussen goed en kwaad: late prenten van Coornhert, ’s Gravenhage, 1990. Léna Widerkehr, ‘Jacob Matham graveur et ses rapports avec Hendrick Goltzius’, Nederlands kunsthistorisch jaarboek, vol. 42-43, Zwolle, 1993, pp. 219-260. Léna Widerkehr, The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Jacob Matham, 3 dln., Ouderkerk aan den IJssel en Amsterdam, 2007/8.
62
bijzondere begunstigers
colofon Dit extra nummer van het Museumbulletin werd uitgegeven naar aanleiding van de collectiepresentatie Virtuoos Maniërisme. Prenten van Hendrick Goltzius en tijdgenoten uit het Groeningemuseum (Groeningemuseum, Arentshuis, 21 juni 2014 - 19 oktober 2014).
Museumbulletin is een driemaandelijks tijdschrift van Musea Brugge, uitgegeven door vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge Verantwoordelijke uitgever: Bertil van Outryve d’Ydewalle, p/a Dijver 12, 8000 Brugge Coördinatie: Virginie D’haene Eindredactie: Mia Verstraete Redactie: Till-Holger Borchert, Evelien de Wilde, Virginie D’haene, Manfred Sellink Opmaak: Agates, Brugge Druk: De Windroos, Beernem
Musea Brugge Dijver 12, 8000 Brugge T 050 44 87 43 F 050 44 87 78 www.museabrugge.be musea@brugge.be