6 minute read
Zwarte katten en gezellen
In de pittoreske Sint-Annawijk in Brugge liggen twee musea, die al jarenlang beroep doen op vrijwilligers voor een specifiek deel van hun werking. De Gezellen onderhouden de ecologische moestuin van het Gezellemuseum, terwijl de vrijwilligers van het Volkskundemuseum er de herberg ‘In de Zwarte Kat’ draaiende houden. Beide vrijwilligersgroepen zijn in grote mate zelf-organiserend.
De herberg van het Volkskundemuseum is ingericht als een typisch volkscafé uit de late 19de eeuw. Bezoekers van het museum kunnen er even pauzeren en een kopje koffie, bier of frisdrank drinken. De naam van de herberg, ‘In de Zwarte Kat’ is afgeleid van het Brugse literaire en artistieke genootschap 'Chat Noir'. Dit gezelschap kwam tussen 1894 en 1900 samen in een achterzaaltje van de 'Lion Belge' in de Langestraat om gedichten voor te dragen, muziek te spelen, te kaarten en uiteraard een pint te pakken. Verschillende attributen in de museumherberg zijn afkomstig uit het stamcafé van de ‘zwarte katten’. In 2014 besliste de Stad Brugge om geen stadspersoneel meer in te schakelen in de herberg. De opbrengsten wogen niet op tegen de personeelskost. Tom Allewaert, een Bruggeling met een horeca-verleden, nam toen het initiatief om vrijwilligers in te schakelen voor de bediening in de museumherberg. Hij lanceerde een oproep bij de Brugse Autonome Bierproevers, kortweg BAB, waar hij zelf lid van is. Direct boden zich een tiental geïnteresseerd aan. Een bericht in
Advertisement
1 De gezellen op het terras in de tuin van het Volkskundemuseum
2 Tom Allewaert, vrijwilligerscoördinator van museumherberg ‘In de Zwarte Kat’
3 Etienne Claes en Jeannine Dekeijzer, vrijwilligers in de Zwarte Kat. Foto Jozef Meyns
4 Burgemeester Renaat Landuyt met de vrijwilligers van de Zwarte Kat. Foto Sarah Bauwens
Tom Allewaert, vrijwilligerscoördinator van museumherberg ‘In de Zwarte Kat’
Na een beroepsleven in de horeca vind ik dit eigenlijk een gedroomde bezigheid voor tijdens mijn pensioen. Het is mijn ambitie om de Zwarte Kat te laten uitgroeien tot een plek waar Bruggelingen en toeristen elkaar ontmoeten, om iets te drinken, een kaartje te leggen, te breien, oude caféspelen te beoefenen of een spelletje petanque te spelen in de prachtige binnentuin. Net zoals ikzelf, zijn verschillende vrijwilligers lid van de Brugse Autonome Bierproevers. Zij laten de bezoekers in een sfeervolle omgeving kennismaken met de rijke Belgische biercultuur. Een pilsje kost hier nog altijd 1,50 euro. Dit maakt de Zwarte Kat een van de goedkoopste volkscafés van Brugge.
Intussen zijn een aantal vrijwilligers ook actief als spekkenbakker en verhalensprokkelaar voor het Volkskundemuseum. De werking van de herberg is dus een mooie opstap naar het inzetten van vrijwilligers in de bredere werking van het museum.
2
4
de lokale pers deed de rest. In luttele tijd werden 35 vrijwilligers gevonden, voldoende om de herberg tijdens de zes openingsdagen van het museum open te houden. Sindsdien is de herberg, nog meer dan voorheen, een gezellig trefpunt voor buurtbewoners, Bruggelingen en internationale bezoekers. Het engagement en enthousiasme van de vrijwilligers geven het Volkskundemuseum een extra uitstraling. Dat is onder meer te merken aan de vele positieve bezoekersreacties op Tripadvisor en in het gastenboek. Ook financieel boert de herberg goed, met elk jaar een stijgende omzet. De vrijwilligers van de museumherberg zijn redelijk autonoom. Tom Allewaert stelt de agenda van de vrijwilligers op, geef bestellingen door, controleert de voorraad en springt regelmatig binnen om te luisteren naar eventuele vragen of ideeën van de vrijwilligers. Bij evenementen zoals het jaarlijkse Midwinterfeest, Autoloze Zondag en bij openingen van tentoonstellingen verzorgen de vrijwilligers de catering. Een aantal van hen hebben intussen ook andere taken opgenomen in het museum. Zo zijn vijf vrijwilligers opgeleid als verhalensprokkelaars. Gewapend met een microfoon en bandopnemer trekken zij erop uit om getuigenissen van Brugse senioren over hun kindertijd te registreren. Een andere vrijwilliger maakt één keer per maand ambachtelijk snoep in de spekkenbakkerij van het Volkskundemuseum.
Ook de vrijwilligers van het Gezellemuseum organiseren zichzelf. Elke zondagochtend steken zij de handen uit de mouwen in de moestuin van het museum, onder de deskundige begeleiding van Heidi Demeyer van de stedelijke groendienst (eveneens als vrijwilliger) en biotuinier Rolle De Bruyne. Tot 2016 runde Rolle De
Bruyne De Hogen Akker in Oedelem, het oudste biotuinbouwbedrijf van Vlaanderen. In 2007 zette hij mee zijn schouders onder de aanleg van de kruiden- en groentetuin van het Gezellemuseum. Met dit project wilde hij de oorspronkelijke tuinen, die de vader van Guido Gezelle op dit domein onderhield, herstellen. De voorkeur van de Gezellen gaat dan ook uit naar oude en vergeten groenten en kruiden, die in de tijd van Gezelle geconsumeerd werden.
Met een ecologische moestuin in de stad, willen de Gezellen Bruggelingen, kinderen en scholen inspireren om zelf aan de slag te gaan in hun stadstuin. De moestuin van het Gezellemuseum brengt niet alleen allerlei lekkers voort, maar is ook een lust voor het oog. Heidi Demeyer leerde de Gezellen vlechten met wilgentenen. De afboording van de percelen met vlechtwerk en een spiraalvormige schutting rond de notenboom geven de museumtuin de charme van de stadstuinen van weleer.
1
1|5 De moestuin in het Gezellemuseum. Foto Heidi Demeyer
2 Vlechtwerk met wilgen in de tuin van het Gezellemuseum. Foto Heidi Demeyer
3 Rolle De Bruyne en Guido in de Gezelletuin. Foto Heidi Demeyer
4 Heidi Demeyer, vrijwilligerscoördinator van de gezellen.
2
Rolle De Bruyne en Heidi Demeyer van de Gezellen
Rolle :’In de moestuin van het museum zetten we een unieke vorm van samen tuinieren neer. In tegenstelling met de meeste volkstuinen waar iedereen groenten en kruiden kweekt op z’n eigen perceeltje werken alle vrijwilligers hier samen op één perceel. Op deze manier kan je veel leren van elkaar en ontstaan er leuke babbels onder de vrijwilligers. Wat voor de één te zwaar of te moeilijk is wordt door de ander spontaan overgenomen. Iedereen is welkom en kan zonder of met kennis van zaken een meerwaarde betekenen in de groep. Dit jaar zijn we gestart met het elfde seizoen en ik merk dat de vrijwilligers er duidelijk terug zin in hebben. Met deze moestuin bewijzen we dat je in een kleine stadstuin een aanzienlijke hoeveelheid lokaal geteelde groenten en kruiden van de beste kwaliteit kan telen zonder het gebruik van pesticiden. Daarmee beschouw ik de opzet alvast geslaagd!’ Heidi: ‘Het is heerlijk om contact te maken met de aarde, de kleine zaadjes voorzichtig onder te stoppen en jonge plantjes een passend plaatsje te geven in de tuin. Het is ongelofelijk om te zien hoe moeiteloos alles er groeit. Met deze moestuin willen we graag deze ervaring delen met anderen en inspireren om zelf aan de slag te gaan. Elke vrijwilliger vindt er op eigen ritme wel iets leuks om te doen. Ik merk dat mensen bij de vrijwilligers en ook bij de Groendienst vaak veel meer kunnen dan ze aanvankelijk dachten maar dat ze soms net dat extra duwtje nodig hebben. Fijn toch om te zien hoe mensen dan vrij vlot hun grenzen verleggen? Wat je graag doet doe je met passie en dat geeft betere resultaten en gelukkigere mensen!
4
5
colofon
Museumbulletin is een driemaandelijks tijdschrift van Musea Brugge, uitgegeven door vzw Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge
Verantwoordelijke uitgever: Bertil van Outryve d’Ydewalle, p/a Dijver 12, 8000 Brugge
Coördinatie: Sibylla Goegebuer
Eindredactie: Aleid Hemeryck & Geert Souvereyns
Redactie: Till-Holger Borchert, Rudy De Nolf, Hubert De Witte, Sibylla Goegebuer, Aleid Hemeryck, Ruud Priem, Geert Souvereyns museumbulletin.redactie@brugge.be
Opmaak: Agates, Brugge
Musea Brugge Dijver 12, 8000 Brugge T 050 44 87 43 F 050 44 87 78 www.museabrugge.be musea@brugge.be