NL
V.U.: vul hier uw verantwoordelijke uitgever in aub
Hedendaagse kunstenaars bewandelen koloniale sporen 29 mei – 3 oktober
Bezoekersgids
13 14 15 16
Free WIFI _Antwerp Free Wi-Fi
Braempaviljoen
11 12
17 10
Openluchtdepot
Collectiepaviljoen WC
2
Kasteel P
F REE END LIND
FLORA
6
Artiesteningang
Aubette
N
LAA
EIM
LH
DE
MID
Gloriette MIDDELHEIMLAAN
5 Het Huis Hortiflora
BEUKENLAAN
AN LIËNLA
8 7
LIND E
NDR
EEF
4 UA Campus Middelheim gebouw A
Educatieve ruimte
19
Franchise Unit
3
18
WC
1
BEUKENLAAN
9
Gehandicaptenparking Info / Shop Plan Café MIKA Lockers WC Ingang Bibliotheek
Inhoud Welkom in Congoville
4
Congoville
6
Flaneren door Congoville1
8
Congoville door de ogen van de kunstenaars
10
Congoville op de Middelheimsite
42
Congoville Hedendaagse kunstenaars bewandelen koloniale sporen 29.05 – 3.10.2021 De Middelheim-site draagt een eigen koloniaal verleden met zich mee. In de zomertentoonstelling Congoville onderzoeken vijftien internationale kunstenaars deze fysieke en mentale koloniale sporen. Ook al zie je ze vaak niet meer, toch blijven ze voelbaar in de maatschappij van vandaag. De kunstwerken bieden nieuwe, andere perspectieven op een historisch verhaal dat vaak veel te eenduidig wordt verteld. Ontdek de expo!
Basali-ntoki ya lelo bazali kolanda banoko belesi. “Boya kotala Litalesi!”
3
Prentkaart van de Koloniale Hogeschool in Antwerpen, ca. 1935, © Collectie Bob Vermerght
Welkom in Congoville Als hedendaagse erfgoedinstelling vraagt het Middelheimmuseum zich dagelijks af welke verhalen en kunstwerken vandaag meer inzicht kunnen geven in ons cultureel erfgoed. In dat kader onderzoekt de tentoonstelling Congoville de koloniale sporen op de Middelheimsite. Een groeiend besef van de complexe geschiedenis van het opmerkelijke art-decogebouw net buiten de omheining van het Middelheimmuseum, was de directe aanleiding. Het gebouw is nu onderdeel van de Universiteit Antwerpen, maar was vroeger de Koloniale Hogeschool. De bredere Middelheimsite speelde dus een centrale rol in de koloniale organisatie en opleiding in België, maar wie weet dat nog? Welke koloniale sporen zijn hier nog te vinden? Wie ziet ze? Wat betekenen ze vandaag? Hoe willen we er in de toekomst mee omgaan? Het Middelheimmuseum nodigde de Belgisch-Congolese kunsthistorica Sandrine Colard uit om een tentoonstelling te maken rond deze en verwante vragen. Vanuit haar expertise in koloniale en postkoloniale visuele cultuur en kunsten, onderzoekt zij de elementen die de hedendaagse kijk bepalen op Congo en op Afrikaanse mensen en mensen van Afrikaanse herkomst in België. Zij bracht 15 kunstenaars samen die op hun beurt het publiek uitnodigen om hen te vergezellen in Congoville. 5
Hank Willis Thomas, Antwerp, Belgium to Boma, Congo at Dakar, 2019, © Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
Congoville “Ook al is België een van de Europese landen met de grootste diversiteit, toch is het grootste deel van de bevolking zich er totaal niet bewust van hoezeer het stedelijk landschap op koloniale fundamenten rust.” Sandrine Colard, curator Congoville
Sandrine Colard ontwikkelde voor deze groepstentoonstelling het concept Congoville als thema. Congoville bestaat voor haar uit de fysieke en mentale sporen van ons koloniaal verleden en strekt zich over heel België uit. Het zijn de gebouwen en
landschappen zoals de chique hoofdkantoren van rubbermaatschappijen op de Antwerpse Meir, die zijn betaald met de rijkdommen uit de door België gekoloniseerde gebieden. Het zijn de gebouwen die werden ingezet in de koloniale organisatie, zoals de Koloniale Hogeschool. Het zijn de monumenten en straatnamen die onkritisch eer bewijzen aan figuren zoals Leopold II. Het zijn de raciale stereotypes die nog altijd doorleven in alle lagen van de samenleving. Congoville is dus overal om ons heen, en heeft nog steeds een structurele impact op de maatschappij waarin wij leven. Maar hoeveel mensen zien die erfenis echt? Deze tentoonstelling stelt 15 bijzondere kunstenaars voor, die Congoville zichtbaar en bespreekbaar maken. Ze delen hun perspectieven op de bestaande situatie, en doen voorstellen voor de toekomst. 7
Metropool In een koloniale context wordt het woord ‘metropool’ (grootstad) gebruikt voor het ‘moederland’ dat een ander geografisch gebied overheerst. België was dus ‘de metropool’ van Belgisch Congo. Congoville is ook een verwijzing naar de koloniale Europese gewoonte om steden in Afrika een naam met ‘ville/stad’ te geven, gecombineerd met de naam van invloedrijke koloniale figuren en veroveraars, zoals Léopoldville/Leopoldstad. Die steden gaven dan op hun beurt hun naam aan de grote schepen die tussen Antwerpen en de kolonies heen en weer voeren, zoals de SS Thysville.
Flaneren door Congoville Sandrine Colard nodigde 15 kunstenaars uit om over Congoville en de Middelheimsite te reflecteren. Als zwarte flâneurs en flâneuses gidsen zij ons doorheen de site en de tentoonstelling. Colard verwijst hier naar de flâneur zoals die in 1863 door de Franse dichter Charles Baudelaire werd beschreven: een wandelaar die het moderne stedelijke leven observeert en ermee versmelt. Die moderne steden kregen mee vorm door de economische exploitatie van de koloniale gebieden. De door Baudelaire verbeelde (mannelijke, witte) flaneur slenterde – flaneerde – over boulevards en door parken en genoot van die grandeur. Congoville draait de rollen om en stelt de vraag hoe zwarte flaneurs (en beslist niet alleen mannen) vroeger en nu de stad en het Middelheimpark ervaren.
© Maurice Mbikayi
“Congoville nodigt kunstenaars uit om stads- en parkbewoners te worden, om oude paden in vraag te stellen en te betreden, maar ook om nieuwe vormen van stedelijke en sociale gemeenschappelijkheid en herdenking uit te stippelen. Bezoekers worden uitgenodigd om de publieke ruimte van de stad te bekijken door de ogen van deze kunstenaars-flaneurs – in het verleden, het heden, en onvermijdelijk ook de toekomst.” Sandrine Colard, curator Congoville
9
Congoville door de ogen van de kunstenaars De 15 kunstenaars zijn Congolees, Afrikaans, van Afrikaanse oorsprong, of ze hebben een belangrijke praktijk rond de koloniale erfenis en hoe die doorwerkt. Met hun werk maken ze Congoville tastbaar: sommige kunstenaars werken letterlijk met het koloniale verleden van de site, anderen leggen bredere verbanden. Ze vertellen de verhalen die verteld moeten worden en openen perspectieven op een andere toekomst. “Als gratis toegankelijk openluchtkunstmuseum heeft het Middelheimmuseum tegenwoordig het democratische potentieel om diverse bezoekers uit te nodigen om de koloniale en postkoloniale geschiedenis te bekijken door de ogen van zwarte flaneurs van de wereld, en om Congoville om te vormen van resultaat van koloniale exploitatie tot routekaart voor een toekomstig postkoloniaal Utopia.” Sandrine Colard, curator Congoville
Wandelroute doorheen de tentoonstelling Congoville
Pascale Marthine Tayou Geboren in 1966 in Nkongsamba (Kameroen), woont en werkt in Gent (België) en Yaoundé (Kameroen). 1
Le Chemin du Bonheur (2012)
De tentoonstelling begint (en eindigt) met een optimistische noot: er is een weg naar een gelukkigere toekomst. Tayou tekent met zijn typische felle kleuren een alternatief pad uit waarover we samen kunnen flaneren, in het Middelheimmuseum en daarbuiten. Hij schetst een beeld van een leven met “elke dag de eeuwige zon onder onze voetstappen”. Voor Tayou kan het museum een plek zijn waar we elkaar ontmoeten, waar we ideeën uitwisselen en waar we van elkaar leren. Le Chemin du Bonheur suggereert een mogelijke toekomst van verzoening, één met een gezamenlijke route die het koloniale verleden overstijgt. © Pascale Marthine Tayou & Galleria Continua
11
Maurice Mbikayi Geboren in 1974 in Kinshasa (Democratische Republiek Congo), woont en werkt in Kaapstad (Zuid-Afrika). 2
© Maurice Mbikayi
The Aesthetic Observer (2021)
In de kledij van deze figuur zien we toetsen van oude computerklavieren. Het is een verwijzing naar de grondstoffen die nodig zijn in de hedendaagse technologie: het zijn nog steeds uitgebuite arbeiders die in Congo de ertsen uit de grond halen, en zo de westerse manier van leven mogelijk maken. En nadien dumpt het Westen de materialen dikwijls terug in Afrika als giftig afval. Mbikayi verzamelt de restanten en verwerkt ze in zijn kunst. Op die manier klaagt hij niet alleen deze scheefgetrokken situatie aan. Het is ook een hulde aan de veerkracht van het Afrikaanse volk, dat oneindig veel manieren heeft gevonden om het maximale te halen uit beperkte middelen. De ‘esthetische observeerder’ is een flaneur én een dandy, zoals de beroemde Congolese sapeurs. De dandy besteedt veel aandacht aan zijn uiterlijk, als een teken van verzet en onafhankelijkheid.
Locatie: AVL Franchise Unit – Atelier Van Lieshout
KinAct Collective KinAct is een internationaal festival en een kunstenaarscollectief, opgericht in 2015 in Kinshasa door Eddy Ekete en Aude Bertrand, die met wisselende performers samenwerken. Eddy Ekete werd in 1978 geboren in Kinshasa (Democratische Republiek Congo) en Aude Bertrand werd in 1988 geboren in Valréas (Frankrijk). Ze wonen en werken afwisselend in Parijs (Frankrijk) en in Kinshasa. Voor Congoville werkt KinAct samen met de performers Louis Van Der Waal (°1979, Nederland), Precy Numbi (°1990, Democratische Republiek Congo) en Charlien Adriaenssens (°1988, België). 3
© KinAct Collective
La maison du chef / Ndaku ya Mokonzi (2021)
Het project La maison du chef / Ndaku ya Mokonzi bestaat uit een installatie die het huis van een traditionele Congolese chef voorstelt, een radioprogramma waarin je als bezoeker jouw Congoville kan delen, gefilmde performances en performancepersonages. Het huis van de Mokonzi is opgebouwd uit het afval dat het Westen in Afrika dumpt: KinAct geeft het ons terug. Dit ‘schenken’ verwijst naar de kolonisten die de chefs in hun huizen bezochten met 13
geschenken (spiegels, alcohol of geweren) in ruil voor rechten op hun land. Net zoals het afval vandaag giftig is voor mens en milieu, waren het toen ook vergiftigde geschenken. KinAct wil de uitwisseling opnieuw invullen. Zij nodigen ons uit om onze eigen fragmenten Congoville met hen en hun luisteraars te delen: we kunnen verhalen en herinneringen vertellen tijdens hun radio-uitzending op 24 juli. Zo creëert hun werk ruimte om te verzamelen, uit te wisselen en te herstellen. KinAct is vooral bekend van performances in de straten van Kinshasa, met figuren als de Homme Canette en Papa Miracle (zie de performances op video). Voor het Middelheimmuseum hebben ze ook verschillende personages bedacht. Het zijn uitbundige figuren die de toeschouwer prikkelen; geen dandy’s maar gekleed in afvalmateriaal. Deze materialen hebben ook weer een betekenis, van het rubber uit de tijd van Leopold II tot het elektronisch afval van vandaag. Als deze figuren in beweging zouden komen, dan zouden ze luid en energiek zijn en bezoekers betrekken in bevreemdende ontmoetingen.
Radio KinAct Connect Leden van KinAct verzorgen een live radioprogramma vanuit het AVL. Je kan de show online beluisteren, in het park of van thuis. Er zijn drie afleveringen: #1: 30/05/2021: 13u-16u: eerste radio-uitzending. #2: 30/06/2021: 13u-16u: radio-uitzending ‘indépendence’ met liveverbinding met Kinshasa. #3: 24/07/2021: 13u-16u: radio-uitzending ‘Parlement Debout Day’ waarop luisteraars hun emoties rond en herinneringen aan Congo (vanaf de koloniale tijd tot vandaag) kunnen delen.
Documentaire Elie Mbansing, KinAct (2019), documentairefilm over het Performancefestival KinAct in Kinshasa. KinAct is de afkorting van Kinshasa-in-actie en wil uitwisseling stimuleren tussen kunstenaars uit Afrika en Europa. Grote Afrikaanse steden zoals Kinshasa hebben een bloeiende artistieke scène met kunstenaars die hun werk rechtstreeks aan het publiek tonen, zonder galeries of musea zoals dat in het Westen gebruikelijk is. De KinAct-deelnemers creëren hun (straat)performances onmiddellijk voor de ogen van – en in interactie met – een miljoenenpubliek. Maatschappelijke thema’s zoals milieu, gezondheidszorg, bijgeloof, geweld, Afrikaanse identiteit en de strijd om te overleven staan daarbij centraal. Er wordt ook veel aandacht besteed aan workshops voor kinderen, die zich op verschillende manieren leren uitdrukken. Ook in Europa groeit de interesse voor deze aanpak, met een stijgend aantal straatperformancefestivals, sommige rechtstreeks geïnspireerd op KinAct. De Congolese filmmaker en fotograaf Elie Mbansing is sinds het begin betrokken bij KinAct. In deze film geeft hij een Afrofuturistisch sfeerbeeld van de verschillende edities in Kinshasa. De deelname van KinAct Collective aan de tentoonstelling werd mogelijk gemaakt door diverse partners zoals Maarten Vanden Eynde (ICC, Brussel - Lubumbashi), Philip Buyck (Lumumba Bibliotheek, Brussel), Gia Abrassart (Café Congo) en Anne Wetsi Mpoma.
15
Ibrahim Mahama Geboren in 1987 in Tamale (Ghana), woont en werkt in Accra, Kumasi en Tamale (allemaal in Ghana). 4
UNTITLED (2019)
De vlaggen vormen een plechtige laan waarlangs je kan flaneren, ze wapperen hoog en fier in de lucht. Tegelijk zien ze er wel heel versleten uit. Deze tegenstelling maakt zichtbaar hoe nationale trots gebaseerd kan zijn op ellende en ongelijkheid. De vlaggen staan hier immers niet symbool voor een land, maar voor uitbuiting. Ze zijn gemaakt van met de hand aan elkaar genaaide jutezakken. Jutezakken werden gebruikt om Afrikaanse producten in te vervoeren. Zo waren koffie en cacao typische exportproducten uit het geboorteland van de kunstenaar, Ghana. Maar de natuurlijke rijkdommen van Centraal-Afrika hebben ook België verrijkt. De jutezakken herinneren aan die uitbuiting, zowel vroeger, als heel vaak ook nog in de ongelijke wereldhandel vandaag. © Ibrahim Mahama & White Cube, London
Locatie: Artiesteningang – John Körmeling
KinAct Collective 5
Toza kaka / On est (encore) là (2021)
Copyright film: de kunstenaars en Noud Wynants.
Archieffilm: Les Marins congolais à Anvers door Gerard De Boe & Emile Degelin (1952) Collectie Cinematek Koninklijk Belgisch Filmarchief, Brussel; copyright Gerard De Boe en Cinematek.
© KinAct Collective & Noud Wynants
Rond 1950 werd een aantal koloniale propagandafilms gedraaid, waarvan je er hier één ziet. In die films werden geselecteerde Afrikanen langs Belgische ‘hoogtepunten’ gedirigeerd, in dit geval Congolese zeelieden met verlof in de haven van Antwerpen. De bezoeken gaan van culturele bezienswaardigheden naar monumenten die de kolonisatie verheerlijken. De voice-over zet de opgelegde bewondering van de bezoekers voor de zogenaamd onovertroffen westerse beschaving extra in de verf. 17
In een nieuwe gefilmde performance gaat KinAct Collective in dialoog met deze archieffilm. In tegenstelling tot de matrozen van toen die braaf het script moesten volgen, claimen ze met hun eigen lichaam en zelfgecreëerde kostuums de publieke ruimte. Met de energie van de straten van Kinshasa maken ze zich als radicale antiflaneurs heel erg zichtbaar en hoorbaar in het Antwerpen van vandaag. © KinAct Collective & Noud Wynants, foto: Ans Brys
“Toza kaka betekent zowel ‘we zijn samen’ als ‘we zijn er (nog)’. Het is een verwijzing naar onze toekomstgerichte samenwerking als collectief, en het historisch samenzijn van België en de Democratische Republiek Congo – dat ook nog steeds doorgaat; ‘we zijn er nog’ is ook het afval dat door de straten wandelt en niet vergaat, en het is een uitspraak van veel van onze collega’s en vrienden in Kinshasa: de regering kijkt niet naar ons om, onze verhalen worden genegeerd, het leven is al eeuwen een strijd, maar toch zijn we er nog.” Charlien Adriaenssens, performer KinAct Collective
Locatie: Universiteit Antwerpen – Campus Middelheim (voormalige koloniale hogeschool) De route gaat nu naar de voormalige Koloniale Hogeschool van België, opgericht in 1920 en opgedoekt in 1962. De school leidde topambtenaren op die de Belgische kolonies moesten runnen. Daarbij werd de Europeaan als superieur voorgesteld met huidskleur als hét criterium om een onderscheid te maken tussen ‘beschaafd’ en ‘primitief’. Uit die redenering volgde dat de ‘beschaafde westerling’ de plicht had om de ‘primitieve ander’ te beschaven, wat als excuus diende om die ander te overheersen en uit te buiten en hun natuurlijke rijkdommen te stelen. Naast het hoofdgebouw met symbolen als de koloniale ster, staat in de tuin onder andere nog de directeursvilla in koloniale stijl. Je vindt er ook de lege sokkel van het beeld van baron Dhanis, vicegouverneur-generaal van Congo-Vrijstaat, dat werd weggehaald en in het openluchtdepot van het Middelheimmuseum belandde.
19
Prentkaarten van de Koloniale Hogeschool in Antwerpen, ca. 1935, © Collectie Bob Vermerght
De Koloniale Hogeschool was een van de centrale plekken in België waar de imperialistische visie werd ontwikkeld. Het Belgisch kolonialisme werd (zoals elders in Europa) gedreven door imperialisme: de politieke, economische en culturele macht van een staat uitbreiden naar andere gebieden. De Belgische (en Europese) bevolking werd via onderwijs, kerk, media, kunst en (wereld)tentoonstellingen zodanig doordrongen van de zogenaamde Europese superioriteit, dat deze vaak onbewuste koloniale kijk vandaag nog steeds mee vorm geeft aan de realiteit. De voormalige kolonisatie werkt nog altijd door in bestaande machtsstructuren, en het imperialisme blijft voortbestaan in hedendaagse vormen, zoals ongelijkwaardige handelsverhoudingen tussen Europa en Afrika. Zo wordt het woord dekolonisatie vandaag gebruikt in betekenissen die verder reiken en complexer zijn dan alleen die van het uitroepen van de onafhankelijkheid.
Prentkaart van de Koloniale Hogeschool in Antwerpen, ca. 1935, © Collectie Bob Vermerght
Ibrahim Mahama 6
Dokpeda 2012-2021, 2021
Mahama doorbreekt de ‘monumentale stilte’ van deze koloniale site. De missie en zelfs het bestaan van de voormalige Koloniale Hogeschool zijn in de vergetelheid geraakt, gecamoufleerd door het feit dat het gebouw nu van de Universiteit Antwerpen is. Door een deel van de gevel te bedekken met zijn typische jutezakken, focust Mahama net op die camouflage. Hij prikkelt de toeschouwer om zich af te vragen wat er achter het scherm schuilgaat. Door de zakken te bevestigen aan een onderwijsinstelling, verwijst dit donkere scherm ook naar het gebrek aan aandacht voor de koloniale geschiedenis in ons onderwijs, én naar het opleggen van westerse kennissystemen aan de rest van de wereld.
© Ibrahim Mahama & Apalazzogallery
21
Pélagie Gbaguidi Geboren in 1965 in Dakar (Senegal), is van Beninse afkomst, woont en werkt in Brussel (België).
The Missing Link. Dicolonisation Education By Mrs Smiling Stone (2017-21) 7
Gbaguidi gaat dieper in op de rol van het onderwijs in het imperialisme en het bijhorende racisme. Hier op deze plek werd de koloniale kijk aangeleerd, zoals het promofilmpje uit 1939 Sous l’étoile d’or illustreert. Ook de brede Belgische bevolking kreeg onder andere via het onderwijs ingelepeld dat de koloniale onderneming respectabel was. De waarheid werd verborgen, zoals de gesluierde beelden van gestrafte zwarte mensen in de installatie getuigen. Met die erfenis leven we nog steeds. Zolang ons onderwijs niet méér inzet op koloniale geschiedeniseducatie en het ontkrachten van stereotypering, zullen witte mensen hun zwarte medemensen als minderwaardige wezens blijven zien. Gbaguidi neemt zelf het voortouw met een workshop over stereotypering in een Brusselse klas – de tekeningen van de jongeren zijn in de installatie verwerkt.
Met: archieffilm Sous l’étoile d’or door Hélène Schirren (1939) Collecties Cinematek Koninklijk Belgisch Filmarchief, Brussel en AfricaMuseum, Tervuren; copyright Hélène Schirren, AfricaMuseum, Tervuren en Cinematek.
© Pélagie Gbaguidi
23
Zahia Rahmani Geboren in 1962 (Algerije), woont en werkt in Parijs en de Oisestreek (Frankrijk).
Seismography of Struggle, Towards a Global History of Critical and Cultural Journals (2017-21) i.s.m. INHA, Parijs 8
© Zahia Rahmani & INHA, Paris
In deze installatie zien we meer dan 900 covers, manifesten, teksten en pamfletten passeren. Het zijn allemaal vormen van politiek en cultureel verzet tegen het westerse kolonialisme en imperialisme. Ze komen uit magazines en ander drukwerk van over de hele wereld, van de achttiende tot het einde van de twintigste eeuw. We zijn hier getuigen van het herschrijven van de koloniale geschiedenis. Koloniale overheden verdoezelden de tekenen van beschaving en van verzet om de leugen in stand te houden dat de ‘beschaafde westerling’ de plicht had om de ‘primitieve ander’ te beschaven. Rahmani heeft jarenlang onderzoek gedaan om dit materiaal te verzamelen en te ontsluiten en zo het beeld bij te stellen. Deze installatie brengt eindelijk, zestig jaar na de sluiting, het Afrikaanse perspectief binnen in de voormalige Koloniale Hogeschool van België.
Na deze verkenning van Congoville in de voormalige Koloniale Hogeschool, brengt de route ons terug het Middelheimmuseum in.
Locatie: Collectiepaviljoen
Bodys Isek Kingelez Geboren in 1948 in Kimbembele Ihunga in Belgisch Congo, verhuisde in 1970 naar Kinshasa (Democratische Republiek Congo), waar hij overleed in 2015. 9
Atandel (2000) Prismacongo (2000) 2001 (2001) Mickaël (2001) Armostrong Ville (2001) Sète en 3009 (2000) © Bodys Isek Kingelez & Miam
25
Kingelez creëerde schaalmodellen, van gebouwen tot volledige steden. Het zijn architecturale fantasieën die elementen uit zijn thuisstad Kinshasa vermengen met componenten die hij over de hele wereld tegenkwam of die hij zelf bedacht. Het zijn geen escapistische droomwerelden, maar utopische alternatieven voor de soms sombere stedelijke realiteit. Deze kartonnen maquettes zijn voorstellen die proberen om de gebroken idealen van de postkoloniale wereld toch nog waar te maken. Hoe kunnen we beter onderwijs en betere gezondheidszorg bieden? Maar ook: hoe kunnen we vrolijke, kleurrijke steden verbeelden die vrijheid, rechtvaardigheid en vrede voor iedereen beloven? Kingelez’ werk herinnert ons eraan dat we alternatieven kunnen bedenken, dat de wereld niet hoeft te zijn zoals die nu is.
© Bodys Isek Kingelez & Ferdinand Fabre
Jean Katambayi Geboren in 1974 in Lubumbashi (Democratische Republiek Congo), woont en werkt in Lubumbashi. 10
© Jean Katambayi
MM / Afrolampe (2021)
MM staat voor Ma Maison (mijn huis) en voor Middelheimmuseum. Katambayi creëert een verkleinde kopie van het mijnwerkershuis waarin hij opgroeide bij de Katanga-mijnen, en hij gebruikt koper uit diezelfde mijnen voor de gevels. Zo verplant hij een stukje van het mijnwerkersleven in Congo naar een park in België. Daarmee legt hij een link tussen het zware werk van Congolese arbeiders, de plundering van grondstoffen in Congo, en het ontspannen leven in Europa. De indrukwekkende gloeilamp in het huis is een nieuwe sculptuur gebaseerd op zijn tekeningenreeks Afrolampes. De lamp staat voor elektriciteit en licht, maar de ingewikkelde bedrading verwijst ook naar het frequente gebrek daaraan in het Congo van vandaag. De rijke kopervoorraden van Katanga (koper is een belangrijk materiaal voor elektriciteitsbedrading) komen nog altijd vooral anderen ten goede, niet de plaatselijke bevolking.
27
Sven Augustijnen Geboren in 1970 in Mechelen (België), woont en werkt in Brussel (België). 11
© Sven Augustijnen & SMAK
AWB 082-3317 7922 (2012)
Dit werk is een ‘politiek spookschrijn’ voor Patrice Lumumba (1925-1961), de eerste premier van Congo na de onafhankelijkheid. Lumumba werd vermoord door een coalitie van Belgische, Amerikaanse en Katangese autoriteiten, maar tot op heden heeft hij geen graf gekregen. De fiets was zijn favoriete vervoermiddel. De zakken houtskool en de boom waaraan de fiets is vastgemaakt, verwijzen naar de boom waartegen hij samen met twee politieke medestanders werd geëxecuteerd, en die waarschijnlijk in de as is gelegd om alle sporen uit te wissen. Tegelijk is een fietser die achterop zelfgemaakte houtskool vervoert, een alledaags beeld op de Congolese wegen. De titel verwijst naar het luchtvrachtnummer van het pakket met een fiets en houtskool, dat vanuit het dorp waar Lumumba werd vermoord naar België werd verzonden. Het pakket is nooit aangekomen. Dat verlies onderweg van Afrika naar Europa, samen met de serialiteit en de anonimiteit van de administratieve code, zijn de echo van de ‘cold case’ van deze moord, en in ruimere zin van de BelgischCongolese postkoloniale geschiedenis.
Ângela Ferreira Geboren in 1958 in Maputo (Mozambique), vestigde zich in 1975 in Kaapstad (Zuid-Afrika), verhuisde begin jaren negentig naar Lissabon (Portugal) en pendelt nu tussen Kaapstad en Lissabon. 12
© Ângela Ferreira
Independence cha cha (2014 / 2021)
Deze installatie-sculptuur is een kopie in hout van de gevel van een benzinestation in Lubumbashi (DRC). De Belgische architect Claude Strebelle ontwierp dit modernistische gebouw in de jaren vijftig, voor wat toen nog Elisabethville was. Het moderne lijnenspel stond symbool voor optimisme en een zogenaamd progressief kolonialisme. Door van het gebouw enkel de gevel te tonen, maakt Ferreira zichtbaar dat dit loze beloftes waren. Elisabethville was immers een gesegregeerde stad, voorbehouden voor witte mensen. Dat idee werkt de kunstenaar verder uit in de video’s. In de ene video zingen twee inwoners van Lubumbashi op het dak van het benzinestation een traditioneel lied over de verschrikkingen van het werken in de mijnen – symbool voor de loze belofte dat het kolonialisme vooruitgang en welvaart zou brengen voor Congo. In de andere video horen we een treurige versie van de hitsong over de onafhankelijkheid van Congo – symbool voor de lege doos die de onafhankelijkheid bleek te zijn. 29
Locatie: Braempaviljoen Ter inleiding worden in het Braempaviljoen nog twee archieffilms getoond:
Albert et André visitent Bruxelles, door SOFIDEC (1949) Collectie Cinematek Koninklijk Belgisch Filmarchief, Brussel; copyright Cinematek & Memento Productions.
En Belgique, Les Notables congolais, door Paul Lonchay voor INFORCONGO (1956) Collectie AfricaMuseum, Tervuren; copyright AfricaMuseum, Tervuren & Paul Lonchay.
Dit zijn koloniale propagandafilms zoals we eerder al Les Marins congolais à Anvers zagen. Congolese bezoekers worden ook hier langs Belgische bezienswaardigheden en monumenten gedirigeerd, zoals de Brusselse Grote Markt en het Graf van de Onbekende Soldaat (waar de Congolese soldaten die sneuvelden in WO I niet worden herdacht). We zien hier hoe monumenten niet alleen herdenken en eren, maar ook uitsluiten, kwetsen en vernederen.
De kunstwerken in het Braempaviljoen reflecteren op de gebeurtenissen en personen die we herdenken en eren in verhalen en monumenten. Lang voor het recente protest tegen koloniale monumenten, waren kunstenaars al bezig met welke verhalen we wel en niet vertellen. Zij nodigen ons uit om daar samen over na te denken.
Hank Willis Thomas Geboren in 1976 in New Jersey (Verenigde Staten), woont en werkt in New York (Verenigde Staten). 13
In 2019 heeft Thomas een reeks werken gemaakt rond de relatie tussen Antwerpen en Congo. De blik van deze kunstenaar is doordrongen van het koloniale bewind van Leopold II in Congo. Dat bepaalt zijn perceptie van de plek die handen, losgemaakt van een lichaam, hebben in de visuele symboliek van de stad. Deze persoonlijke en artistieke associatie kan ook als pijnlijk of overtrokken worden ervaren. De betekenis achter deze Antwerpse symbolen kent immers een heel andere oorsprong, die door de Antwerpse en Vlaamse bevolking veel beter gekend is. In Antwerpen is de hand een symbool dat de naam van de stad verklaart, of de stedelijke vrijheden en rechten vertegenwoordigt. Het gaat terug tot de 13de eeuw. © Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
31
Het koekje dateert van 1934 en is de uitvinding van een Joodse bakker. Het is vandaag een officieel streekproduct. De chocolade-versie is in de jaren 2000 mee doorgebroken als de Antwerpse lekkernij bij uitstek. De praktijk van handen afkappen behoorde tot de gruwelijkste periode van de Belgische koloniale geschiedenis tijdens het bewind van Koning Leopold II over de Congo vrijstaat. De associaties verwijzen voor de kunstenaar naar de rol die de stad speelde in de import van ruwe, waardevolle materialen uit de kolonie. Door de beelden visueel met elkaar te verbinden in zijn kunstwerken, wil de kunstenaar zijn perspectief op de geschiedenis zichtbaar maken en verschillende interpretaties ervan naast elkaar laten bestaan. © Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
500 Euros Ivory Tower (2019) Brabo and the Ivory Tower (2019) Antwerp, Belgium to Boma, Congo at Dakar (2019) De drie fotowerken zijn zeefdrukken op retroreflectief vinyl. Dat heeft als eigenschap dat je een tweede beeld onder het eerste kan plaatsen, dat pas verschijnt onder de flits van een gsmcamera. Die gsm is een verwijzing naar de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van Congo voor de verrijking en het comfort van westerlingen. We zien die exploitatie vroeger (ivoor in het werk 500 Euros Ivory Tower), maar ook nu (coltan voor onze gsm). In Brabo and the Ivory Tower wordt een link gelegd tussen die exploitatie (ivoor) en naargelang je perspectief ofwel de verrijking van Antwerpen (fraaie fontein op de Grote Markt), ofwel de meedogenloze uitbuiting van arbeiders. Antwerp, Belgium to Boma, Congo at Dakar vestigt de aandacht op de Antwerpse haven die, tot de luchtvaart tot ontwikkeling kwam, de poort tussen België en de kolonies was. Mensen vertrokken en arriveerden, maar vooral: alle goederen kwamen hierlangs het land binnen en droegen bij tot de welvaart van Antwerpen. © Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
33
Antwerpse Handjes (sculptural wall piece inspired by Belgian Antwerpse Handjes) (2019)
© Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
De Antwerpse handjes vormen een patroon dat verwijst naar het beroemde textiel uit het Koninkrijk Kuba (te situeren in het zuidoosten van wat nu de Democratische Republiek Congo is). De geschiedenis van België en die van Congo zijn met elkaar verweven, maar het is een geschiedenis van geweld, zelfs als het er mooi uitziet.
Justice, Peace, Work (Stolen Sword Punctum) (2019)
© Hank Willis Thomas & Maruani Mercier
Dit beeld zoomt in op het triomfantelijke gebaar van Ambroise Boimbo die op Onafhankelijkheidsdag de sabel van koning Boudewijn stal, een actie die door de Duitse fotograaf Robert Lebeck werd vereeuwigd. Hier ziet de kunstenaar het motief van de hand niet langer als een icoon van geweld en lijden, maar van overwinning en bevrijding. Dit zou een nieuw monument kunnen zijn voor Congoville, eentje dat vanuit Afrikaans perspectief is gemaakt.
Simone Leigh Geboren in 1967 in Chicago (Verenigde Staten), woont en werkt in Brooklyn, New York (Verenigde Staten). 14
© Simone Leigh
No Face (cobalt) (2016)
In het werk van Leigh staat de onzichtbaarheid van de ervaring van zwarte vrouwen centraal. De vrouwenfiguur heeft geen gezicht: zwarte vrouwen moesten hun gedachten en gevoelens verbergen om te overleven. Tegelijk houdt de figuur het hoofd trots omhoog op haar lange nek, een verwijzing naar de antieke bustes van Egyptische koninginnen, en naar de schoonheid van een donkere huid. De keuze voor keramiek en handgemaakte rozenknopjes versterkt deze betekenis: ze behoren tot de typisch vrouwelijke materialen en technieken die heel lang niet voor vol werden aangezien. Vrouwen maakten zogezegd niet meer dan anonieme gebruiksvoorwerpen. Door deze materialen en technieken in haar kunst te gebruiken, geeft Leigh het werk van vrouwen de status die ze verdienen. 35
Sammy Baloji Geboren in 1978 in Lubumbashi (Democratische Republiek Congo), woont en werkt afwisselend in Brussel (België) en Lubumbashi. 15
The Other Memorial (2015) Monumenten verheerlijken specifieke herinneringen, ze vertellen niet de (hele) geschiedenis. Zo herdenkt de Église du Sacré-Coeur de Cointe in Luik de gesneuvelde geallieerde soldaten van WO I. De koepel van de kerk is gemaakt uit dertien ton koper uit de Katanga-mijnen, opgedolven door Congolese dwangarbeiders. De Congolese soldaten die voor België sneuvelden in WO I, worden echter niet in de kerk herdacht. Baloji heeft met hetzelfde koper een nieuwe, halve koepel gecreëerd om hen te eren. In het oppervlak staan kerfmotieven zoals de Luba en Lunda uit zijn geboortestreek Katanga die op hun lichamen © Sammy Baloji & Sindika Dokolo Foundation
aanbrachten. Dit ‘onchristelijke’ lichaamsritueel werd door de koloniale autoriteiten verboden. De betekenis ervan is grotendeels verloren gegaan, maar de kunstenaar vond de patronen terug in etnografische fotoarchieven. Zo zijn in dit werk zowel de soldaten als de mijnwerkers aanwezig.
Untitled (2015 / 2021) Congolees koper was ook een onmisbare grondstof voor de artillerie van de twee wereldoorlogen. Het zat onder andere in patroonhulzen. Soldaten graveerden vaak figuren in die hulzen: om de angst op afstand te houden in de loopgraven of tegen de verveling tijdens hun herstel. Die hulzen vinden we vandaag nog terug in Belgische woonkamers en cafés, zeker in West-Vlaanderen. Ze staan op de schoorsteenmantel of dienen als bloempot. Baloji zet ook planten in de hulzen: planten uit Congo in Congolees koper. Zelfs de ‘oer-Vlaamse’ sanseveria blijkt een erfenis van de Belgische kolonisatie! Congoville bevindt zich overal. © Sammy Baloji & Imane Farès
37
© Elisabetta Benassi & Magazzinno Arte Moderna
Elisabetta Benassi Geboren in 1966 in Rome (Italië), woont en werkt in Rome. 16
Elke laatste zaterdag van de maand zal performer Douglas Park hier voorlezen uit King Leopold’s Soliloquy (1909) van de Amerikaanse schrijver Mark Twain. In die tijd was dat de meest venijnige aanklacht tegen koning Leopold II.
M’FUMU (2015)
M’Fumu was de bijnaam van de Congolese activist en nationalist Paul Panda Farnana (1888-1930). Hij was de eerste Congolees die in België een hoger diploma behaalde. Het is mogelijk dat hij ook het koloniale museum in Tervuren heeft bezocht met tram 44. Benassi heeft een macaber tramhokje ontworpen voor deze populaire tramlijn, die Brussel verbindt met het AfricaMuseum. Dat museum is nog altijd het grootste en ideologisch meest uitgesproken overblijfsel in België van het Belgische kolonialisme. Als landbouwkundige was Farnana zich wellicht goed bewust van de vernieling van de natuur die gepaard ging met de kolonisatie, waarvan we een echo zien in de afgietsels van botten van exotische dieren waarmee het hokje is opgebouwd. Het tramhokje is een plek om te rouwen, de waarheid te spreken en gerechtigheid te eisen.
Kapwani Kiwanga Geboren in 1978 in Ontario (Canada), is van Tanzaniaanse afkomst, woont en werkt in Parijs (Frankrijk). 17
Flowers for Africa: Rwanda (2019)
Deze triomfboog is een kopie van de boog die in 1961 in Rwanda werd opgericht bij het uitroepen van de Republiek (de onafhankelijkheid werd bekrachtigd in 1962). De onafhankelijkheid werd op uiteenlopende manieren gevierd in de Afrikaanse landen, maar Kiwanga focust in haar reeks Flowers for Africa op een van de meest vergankelijke: de bloemenarrangementen. De boog is bekleed met eucalyptus, een plaatselijke plant in Rwanda. Vanzelfsprekend verwelken de bloemen en planten na een tijdje, zowel toen als nu. Dat verdorren staat symbool voor de onafhankelijkheid die al snel haar glans verloor, maar het is ook een reflectie op wiens verhalen en herinneringen wel en niet worden bewaard en mee geschiedenis schrijven. © Kapwani Kiwanga
39
Pascale Marthine Tayou 18
La Paix des Braves (2019 / 2021)
Straatstenen staan symbool voor protest en revolutie. Met stenen gooien maakte deel uit van opstanden doorheen de geschiedenis: de Julirevolutie van 1830 in Frankrijk, Mei ‘68 en de Palestijnse Intifada bijvoorbeeld. Maar de moedigen hebben de opstand gestaakt: ze hebben de witte vlag, het internationale vredessymbool, gehesen. Het moment waarop de wapens zwijgen, is het enige moment dat Tayou bevalt. “De rest is onzin en overbodig.” Het getuigt van moed om de strijdbijl te begraven en niet langer de hakken in het zand te zetten. De installatie combineert de noodzaak van herstel – wat verkeerd zat werd afgebroken – met de wens tot verzoening – alle kleuren in deze stapel stenen werken samen om tot vrede te komen.
© Pascale Marthine Tayou & Galleria Continua
Locatie: Gloriette
Maurice Mbikayi 19
Princesse Mathilde La Kinoise (2018) Mademoiselle Amputée (2019)
© Maurice Mbikayi & Galila Barzilai Hollander & Officine dell’Imagine, Milano
Deze twee vrouwenfiguren belichamen de relatie tussen de verrijking van de Belgische hogere klassen en de uitbuiting van Congo. Ook zij zijn gekleed in gerecycleerd elektronisch afval uit de eenentwintigste eeuw, zoals The Aesthetic Observer. Maar hun kostuums verwijzen naar het einde van de negentiende eeuw, toen Leopold II de plak zwaaide in Congo. Zo wordt een boog gemaakt tussen de uitbuiting toen en nu. Van het kind met de afgehakte handen onder het bewind van Leopold II naar de kinderen die vandaag coltan opgraven voor elektronische apparaten. De huidige Belgische koningin Mathilde wordt voorgesteld als een dame uit Kinshasa: omdat Congo de koninklijke familie rijkdom heeft gebracht, is iedere koninklijke nakomeling een Kinois(e). En omgekeerd verdient de Congolese dame koninklijke eer voor het overwinnen van alle moeilijkheden. 41
Verdieping
Congoville op de Middelheimsite “De stad Antwerpen, en de Middelheimsite in het bijzonder, bieden een krachtig prisma waardoor je de contouren van een onzichtbare stad kan zien en opnieuw verbeelden. Lange tijd was Antwerpen als havenstad de Belgische poort naar Congo. Schepen vertrokken hier met imperialistische overtuigingen, mensen en wapens. (…) Maar de schepen keerden ook terug (…). Ze ontscheepten een ongelooflijke hoeveelheid materiaal, grondstoffen, kostbaarheden, propaganda in beeld en woord, en ervaringen.”
De tentoonstelling vertrekt van Congoville op de Middelheimsite (het gebied dat bekend staat onder de naam ‘Middelheim’ is groter dan het museum). Welke koloniale sporen zijn hier te vinden?
De opvallendste link staat naast het Middelheimmuseum: de voormalige Koloniale Hogeschool, opgericht in 1920, waar ambtenaren voor de koloniale gebieden werden opgeleid. De oprichtingsakte van de Koloniale Sandrine Colard, curator Congoville Hogeschool werd getekend in Kasteel Middelheim. Het Kasteel diende ook als locatie om belangrijke gasten te ontvangen en de terreinen van het museum werden gebruikt voor sportactiviteiten van de school. Maar de school en waar die voor stond, zijn in de vergetelheid geraakt. De eerste wetenschappelijke studie is er nu pas over gemaakt, in opdracht van het Middelheimmuseum. Het heeft dus
zo’n zestig jaar sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid van Congo, Rwanda en Burundi geduurd, voor België dit belangrijke stuk koloniaal erfgoed echt intensief onder de loep neemt.
De Belgische kolonisatie in vijf data: 1885 Internationale erkenning van de privékolonie van koning Leopold II: Congo-Vrijstaat.
Een tweede link is het park waarin het Middelheimmuseum in 1950 werd gesticht. De stad Antwerpen kocht het domein in 1910 en stelde het in 1912 open voor het publiek. Deze data zijn niet zonder betekenis. Sinds 1908 is België een koloniale grootmacht en dat straalt af op de stedenbouwkundige ontwikkeling van lanen, monumenten, parken en pleinen. Het ontstaan van het Middelheimpark loopt parallel met de geboorte van de Belgische koloniaal, zo merkt Sandrine Colard op.
43
1908 Onder internationale druk om een einde te maken aan de wantoestanden neemt België de kolonie over: Belgisch Congo. 1916 België verwerft twee Duitse kolonies: Ruanda en Urundi, die als één gebied gerund en geëxploiteerd worden. 1960 Officieel einde van de kolonisatie en onafhankelijkheid Congo. 1962 Officieel einde van de kolonisatie en onafhankelijkheid RuandaUrundi. Zij gaan als twee aparte landen verder: Rwanda en Burundi.
Verdieping
“De grootste ambitie van de tentoonstelling is om de bezoeker mee te nemen op een tocht waarop hij afstand leert te nemen van het imperialistische verhaal dat nog altijd kritiekloos verheerlijkt wordt in deze stad. En tegelijk wordt er aan de diverse zwarte gemeenschappen getoond hoezeer de publieke ruimte ook de ‘hunne’ is.” Sandrine Colard, curator Congoville
Een derde link is in de geschiedenis van het museum zelf te vinden. Het Middelheimmuseum verzamelt en toont volgens de missie uit 1950 een internationaal overzicht van de beeldhouwkunst van de eigen tijd. Onder ‘internationaal’ begrijpen we vandaag echter iets anders dan toen. Het collectieprofiel en de tentoonstellingen zijn momenteel nog erg op Europa gericht, maar dat willen we in de toekomst anders aanpakken. Congoville past in dat nieuwe perspectief op de programmatie en het verzamelbeleid.
© Pascale Marthine Tayou & Galleria Continua
Met Congoville onderzoekt het Middelheimmuseum wie een stem heeft in de verhalen die we vertellen over onze cultuur en samenleving. Het Middelheimmuseum engageert zich tot meerstemmigheid en meer specifiek tot het betrekken van mensen met Congolese en Afrikaanse roots. Het doel is om nieuwe, langetermijnrelaties voor het museum te verkennen, het netwerk en kennisspectrum van het museum uit te breiden en als instelling te leren wat onze blinde vlekken zijn. Het concept van onze gastcurator zorgde voor de aanleiding om deze partners te zoeken, en met hen in gesprek te gaan. Concreet leverde dat niet alleen een tentoonstelling en nieuwe kunstwerken op, maar ook een uitgebreid publieksprogramma.
45
De tentoonstelling, de publicatie en het publieksprogramma zijn tot stand gekomen dankzij het enthousiasme, de toewijding en de steun van medewerkers en collega’s. Het museumteam wil nadrukkelijk erkenning en dankbaarheid overbrengen aan alle gesprekspartners: zij namen de tijd en moeite om ons te informeren, te begeleiden, te waarschuwen, te bevragen, te onderzoeken en uit te dagen. Met hun hulp en bijdragen wil het Middelheimmuseum park, verzameling en publiek samenbrengen in een open ruimte waar verschillende perspectieven op een veilige manier kunnen worden gedeeld. Onze speciale dank gaat ook uit naar de bruikleengevers, SB BOF Decor Atelier, Groendienst, Team Behoud en Beheer van de musea en erfgoedinstellingen van de stad Antwerpen, Universiteit Antwerpen en in het bijzonder Linda Schools, MAS (Museum aan de stroom) - Els De Palmenaer, Nadia Nsayi Madjedjo en Tammy Wille, Pascale Obolo, Louis Van Broekhoven en alle medewerkers aan het publieksprogramma: Yao Issifou, Sarah Agyemang, Omar Ba, Lies Busselen, Judith Elseviers, Ruth Felter, Billy Kalonji, Stef Mabo, Benedicte Moussa, Steve Nzitunga, Souleymane Ouattara, Acces ngo, Mirandolo, Sérine Mekoun, Bitshilualua Kabeya, Primrose Ntumba.
Voor meer inzicht in de concepten, achtergronden en contexten van de tentoonstelling, inclusief het onderzoek naar de Koloniale Hogeschool, en voor meer informatie over de kunstenaars en kunstwerken, inclusief een aantal interviews: zie de Congoville-publicatie uitgegeven door Leuven University Press (2021). Deze publicatie is te koop in de museumshop en te bekijken op de museumwebsite, www.middelheimmuseum.be.
Colofon Tekstredactie: Marijke Van Eeckhaut Feedbackteam: Pieter Boons, Sandrine Colard, Yao Issifou, Ama Koranteng-Kumi, Serine Mekoun, Greet Stappaerts, Sara Weyns. Foto’s kunstwerken: Léonard Pongo Archieffoto’s: privécollectie Bob Vermerght, fotograaf onbekend Wettelijk depotnummer: D/2021/0306/49 V.U.: Sara Weyns, Middelheimmuseum 61, 2020 Antwerpen | 2021 | 17834499 47