4 minute read
‘t Klein Beenhouwerke vindt geen overnemer
1996
Ondertussen zijn ze 90 jaar, maar Leo Rooman en Lea Pardaen wonen nog steeds op de Turnhoutsebaan. Van 1958 tot 1996 baatten ze ‘t Klein Beenhouwerke uit. De zaak werd in 1932 opgericht door de vader van Leo. Die is toevallig de stiel ingerold. Hij zocht werk, kwam met zijn fiets van het Waasland naar Borgerhout, stapte een beenhouwer binnen om werk te vragen en leerde zo het beroep. Zo eenvoudig ging dat nog in die tijd. Ze noemden hun winkel ‘t Klein Beenhouwerke omdat het letterlijk een klein slagerswinkeltje was... En zo is het altijd in het geheugen van de mensen gebleven.
Beenhouwer worden
Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde ‘t Klein Beenhouwerke van de Turnhoutsebaan 24 enkele panden verder naar nummer 38. De naam bleef dezelfde en de klanten ook.
Toen Leo 16 was en met school stopte, vroeg zijn vader of hij verder wilde leren. Maar Leo wilde beenhouwer worden en leerde dus de stiel van zijn vader. Hij deed zelfs buitenlandse stages bij een beenhouwer in Utrecht en in Augsburg om worsten te leren maken. In die tijd gebeurde alles nog ambachtelijk. Ze gingen met een stootkar naar de Lange Lobroekstraat en kochten daar de beesten. Alles van het beest, tot de paté toe, verwerkten ze zelf. Niets kwam van elders, niets werd ingekocht. Later veranderde dat.
Koekenbak
Lea was een bakkersdochter. Haar ouders hadden een bakkerij op het Zuid. Zij runde de bakkerswinkel. In die tijd organiseerden de unie van de bakkers en van de beenhouwers gezamenlijke bals. Het is op zo’n bal dat slagerszoon Leo en bakkersdochter Lea
Etalage ‘t Klein Beenhouwerke vol huisgemaakte producten - foto Leo en Lea Rooman.
mekaar leerden kennen… en het koekenbak werd. Lea stapte mee in de zaak. Ze was gewoon om een winkel te runnen, maar als nieuwkomer moest ze achteraan in de zaak staan. Dat was in het begin toch wel wat wennen. Dat eerste jaar was Lea niet altijd blij, maar alles kwam goed.
Het was steeds hard werken, maar ze hebben het altijd graag gedaan. Ze waren niet de enige beenhouwer in de buurt, maar ze verdienden er goed hun kost mee. Zo konden ze op vakantie gaan tijdens de drie weken zomersluiting. Er werkten ook gasten in de beenhouwerij en winkeljuffrouwen vooraan om alles te kunnen bolwerken. De gasten kregen ook kost en inwoon. ‘t Klein Beenhouwerke stond bekend voor een ruime keuze aan salades, wel 20 verschillende. Die maakten ze allemaal zelf. Klanten kwamen daarvoor speciaal naar Borgerhout. Een vleesje van de beenhouwer
Leo en Lea waren ook actief in allerlei verenigingen: die van de slagers, maar ook die van de Turnhoutsebaan. Een plezante tijd met braderijen en stoeten. Met de feestdagen versierden ze hun winkel. De laatste tien jaar, tot de stopzetting in 1996, ging het wat minder met de zaak. Dat is ook logisch vinden Leo en Leo. Ze waren een kleine winkel, er was de concurrentie van supermarkten, islamitische mensen uit de buurt aten ander vlees… Leo en Lea zagen er de opportuniteit in om rustig af te bouwen. Een jaar lang plaatsten ze een annonce in de krant op zoek naar een overnemer, maar die werd niet gevonden. In 1996 sloten ze de zaak. Ze bleven er aanvankelijk nog even wonen. Nadat ze het pand op nummer 38 verkocht hadden, verhuisden ze naar een appartement op de Turnhoutsebaan.
De langste smos
Leo: “Een heel mooie herinnering hebben we aan de langste smos. Dat was nogal een evenement. We wilden een record breken. De beenhouwers leverden vlees, de kaaswinkels kaas, de bakkers stokbrood…. Ik denk dat er wel 1000 eieren nodig waren. Die moesten allemaal gekookt, gepeld en gesneden worden en iedereen hielp mee. Dat was een smos van het begin tot het einde van de Turnhoutsebaan!”
Advertentie uit de Borgerhoutse Septemberfeesten folder 1987.
‘t Klein Beenhouwerke, waar de deur altijd open stond - foto Leo en Lea Rooman.
In hun oude pand zit nu een elektriciteitswinkel. “Vriendelijke mensen,” zeggen Leo en Lea. Op een dag stond Leo naar het pand te kijken. De nieuwe eigenaar sprak hem aan en toen Leo vertelde dat hij 60 jaar in dat pand gewoond had, kreeg hij een rondleiding door het volledig gerenoveerde huis. “Het is goed dat jonge mensen hier nog altijd zaken starten en dat moet niet hetzelfde zijn als in onze tijd,” zegt Leo. Ze wonen nog altijd graag op de baan, want de baan is nog altijd goed. Er is geen leegstand en de mensen komen van overal. Ze gaan hier beiden nog naar de kapper, doen hier hun boodschappen, gaan lekker eten met de kinderen en kleinkinderen in het Reuzenhof. “Er is altijd veel leven en volk op de baan. Dat is het belangrijkste,” zeggen ze. En nog steeds komen ze mensen tegen die hen herkennen als die van ‘t Klein Beenhouwerke, die er als kind een vleesje kregen. “Dat doet deugd. Wij zijn hier graag commerçant geweest, hebben hier altijd graag gewoond en nu nog steeds.”
Op dit adres vind je nu: Zenasni Elektro.
Abdelillah en Mohamed Achkif