LEVEN EN DOOD OVER GODEN EN MENSEN
NL
Het getuigenbos Verspreid als bomen in een bos, zijn op verschillende plaatsen getuigenissen te horen. Mensen uit Antwerpen geven een persoonlijke mening over wat er mogelijk na de dood gebeurt. Ze zijn niet gebonden aan één bepaalde cultuur of religie. Getuigenissen: Stijn Punt, Jamuna Mampaey, Evans Eguavoen, Teutë Kllokoqi, Nadine Iarchy, Patricia Lopez, Ramona Verma, Bobette Ngiedi Lelo, George Nuku, Sona Shah Concept: Isabelle van den Broeke en Chris De Lauwer Realisatie en productie: BAI – MAS – Tempora, 2010
LEVEN EN DOOD - OVER GODEN EN MENSEN -
Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Mythes en religies, filosofen en wetenschappers gaan sinds eeuwen op zoek naar antwoorden op deze vragen. Elke cultuur probeert te begrijpen, te verklaren, zin te geven. De antwoorden verschillen sterk, maar er zijn ook gelijkenissen. Zo verbinden ze de dood vrijwel altijd met nieuw leven. Kunstobjecten en rituele voorwerpen, verhalen en muziek weerspiegelen de verscheidenheid aan zingeving, en de intense behoefte aan beleving. Ook in Antwerpen, smeltkroes van culturen, klinken de grote vragen en antwoorden in alle talen.
1
OCEANIË - p. 44 AFRIKA - p. 22 -
EGYPTE - p. 4 -
2
AZIË - p. 75 -
AZIË - p. 58 -
JODENDOM
M DO EN IST CH R
AM
ISL
RELIGIES VAN HET BOEK - p. 94 -
VRIJZINNIG HUMANISME - p. 128 -
3
EGYPTE
4
EGYPTISCHE OUDHEID - LEVEN NA DE DOOD Voor de oude Egyptenaren was sterven niet het einde. Zij leefden verder in een wereld na de dood en hoopten uiteindelijk te mogen vertoeven bij de goden, zoals de zonnegod Amon-Re en Osiris, de heerser van de dodenwereld. Eerst maakten doden een lange en gevaarlijke reis door de onderwereld (Doeat). Daarom kregen ze in hun graf het Dodenboek mee, waarin stond hoe je de reis het best aanpakte. Met het oog op een rijkelijk leven na de dood kregen ze ook voedsel en uitrusting. Tot lang na het overlijden bezocht de familie de voorkamer van het graf, om er voedsel en drank te schenken en te bidden. Een graf was dan ook erg belangrijk. Met name de graven van de elite kregen veel aandacht. De farao's werden eerst begraven in en onder grote piramides, en later in uitgebreide gangenstelsels, uitgehouwen in rotswanden. Zo ontstonden echte dodensteden, bijvoorbeeld in de Vallei van de Koningen.
5
Wereldbeeld: harmonie in de natuur
Achter de rijke Egyptische mythologie en de vele goden schuilt een sterk geloof in de harmonie van de natuur. Zoals de Nijl het ontstaan gaf aan eilanden, had de Noen of oeroceaan ooit de oerheuvel voortgebracht. Daarop waren dieren, planten, mensen en goden tot leven gekomen. Maar de nieuwe orde kon altijd weer in de oude chaos verzakken. Eerst was er de zonnegod. Uit zijn kinderen en kleinkinderen kwamen de goden Osiris, Isis, Seth en Nephthys voort. Deze goden en de mensen leefden samen op aarde, tot de mensen in opstand kwamen. Bij de goden vermoordde Seth Osiris, maar die werd met de hulp van Isis, zijn zus en vrouw, herboren. Als overwinnaar van de dood werd hij heerser van de dodenwereld, waar de overleden mensen een tweede leven kregen. Het herstellen van de harmonie op aarde was de voornaamste taak van de farao en de priesters. Dat moest generatie na generatie gebeuren. Osiris, heerser van de dodenwereld De god Osiris was de heerser van de Egyptische dodenwereld. Daarom werd hij ook vaak verbonden met nieuw leven voor mens, plant en dier. Hij was de broer en echtgenoot van Isis en de vader van Horus. Osiris werd vaak voorgesteld als een mummie.
6
– EGYPTE –
1 Houten sarcofaag van Nesi-Chonsoe
Mummie
Thebe, westoever, Egypte 21ste dynastie (ca. 1000 v. Chr.) Hout van de vijgenmoerbei, verf, vernis en bladgoud Schenking L. Meeùs, 1888 MAS (AV.1888.001a)
Thebe, westoever, Egypte Vóór de 21ste dynastie (vóór 1070 v. Chr.) Linnen, beenderen en schedel van een vrouw Schenking L. Meeùs, 1888 MAS (AV.1888.001b)
De mummie en de kist In 1888 schonk likeurstoker Louis Meeùs de sarcofaag toegeschreven aan Nesi-Chonsoe aan het Antwerpse ‘Musée d’Antiquités’. De kist komt wellicht uit de verborgen priester-begraafplaats van de 21ste dynastie (1070-945 v. Chr.) van Deir el-Bahari. Radiografisch onderzoek wees uit dat de beenderen en de schedel van de mummie ouder zijn dan de kist. De mummie ligt dus in een grafkist die mogelijk niet voor haar bestemd was.
Egyptomanie in Antwerpen Interviews met J. Buermans (begraafplaats Schoonselhof) en R. Lorentsen (Antwerpse zoo). Productie: T8 en MAS, 2011
Zangeres van de Zonnegod De zangeres Nesi-Chonsoe was betrokken bij de cultus voor de zonnegod Amon-Re. Haar houten sarcofaag is waarschijnlijk een serieproduct. Pas bij de begrafenis werd een naam ingevuld, en soms helemaal niet. Belangrijk bij deze sarcofaag zijn de vele teksten en afbeeldingen uit het Dodenboek. Die moesten de overledene naar het rijk van Osiris leiden. Daar kwam de mummie, gevoed door drank- en voedseloffers, weer tot leven.
– LEVEN NA DE DOOD –
7
Bronzen beelden
2 Kat van Bastet
6 Visotter
Abydos (?) Laatfaraonisch tot Ptolemaeïsch (712 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.114)
Memphis Laatfaraonisch tot Ptolemaeïsch (712 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.068)
3 Valk met dubbele rijkskroon van Opper- en Neder-Egypte
7 Thot in baviaangedaante
Memphis Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.022)
4 Valk Memphis Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr) Brons en goud MAS (AV.1879.001.004)
5 Galopperende Apis-stier Memphis 26ste dynastie (?) (664-395 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.076)
8
Sakkara Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.063)
8 Schorpioen Memphis Ptolemaeïsch (332 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.071)
9 Spitsmuis Memphis Laatfaraonisch tot Ptolemaeïsch (712 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.080)
– EGYPTE –
Amuletten De Egyptenaren beschermden zich tegen boze krachten, zoals talloze opgegraven amuletten aantonen. Vele stellen goden voor, andere dieren met goddelijke eigenschappen, gebruiksvoorwerpen, vruchtbaarheidssymbolen… Vaak stopte men amuletten tussen de mummiewindsels. De hartscarabee, in de vorm van een mestkever, verwees naar nieuw leven. Liggend op het hart kon hij nieuwe energie schenken voor het leven in de onderwereld. Erg populair was het oedjat-oog. Dat had kwaadafwerende en genezende kracht.
10 Godenamuletten
13 Zittende Isis die haar kind zoogt
Sakkara; Athribis; Zagazig; Memphis; Boebastis Derde tussenperiode tot Ptolemaeïsch (1070 tot 30 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.212-157-182-241-239242-238-185-181-229-228)
Athribis Ptolemaeïsch (332 tot 30 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.246)
11 Thot
Memphis; Sakkara; Athribis Ramessidische periode tot Ptolemaeïsch (1307 tot 30 v. Chr.) Faience; serpentijn MAS (AV.1879.001.164-187-373-183)
Sakkara Saïtisch of later (664-525 v. Chr. of later) Faience MAS (AV.1879.001-237)
12 Staande Thot Memphis Ptolemaeïsch of Romeinse periode (332 v. Chr. tot 395 n. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.243)
14 Diverse amuletten
15 Erotische figuren (amuletten) Sakkara; Memphis Ptolemaeïsch (332 tot 30 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.261 en 193)
– LEVEN NA DE DOOD –
9
Mestkever als amulet en stempel Scarabeeamuletten hebben de vorm van een mestkever. Voor de Egyptenaren leek die immers op onverklaarbare wijze geboren te worden uit ballen mest. Dat maakte van de kever een symbool van nieuw leven. Bovendien duwde de mestkever een bal mest voort, zoals de zonnegod de zon langs de hemelboog duwt. De scarabeevorm werd ook gebruikt voor stempels. Op de onderkant staat dan een tekst in hiërogliefen.
16 Scarabeezegels
19 Dierenamuletten
Egypte (precieze herkomst onbekend) Tweede tussenperiode tot Ptolemaeïsch (1640 tot 30 v. Chr.) Steatiet; faience MAS (AV.6421, AV.4765.01-29, AV.4765.15-29, AV.1923.010.043.18-22; 06-22; 13-22)
Sakkara Derde tussenperiode tot Ptolemaeïsch (1070 tot 30 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.234-179-799-449197-387-209 en AV.4764.56-3/6)
17 Diverse amuletten Memphis of Egypte (herkomst onbekend) Amarnaperiode tot Ptolemaeïsch (1400 tot 30 v. Chr.) Kornalijn; faience; hematiet MAS (AV.1879.001.404-471, AV.4752.0125, AV.4749.1-3; 2-3; 3-3, AV.4711)
18 Grote funeraire hartscarabee Memphis Laatfaraonisch (712-332 v. Chr.) Steatiet of groene glazuursteen MAS (AV.1879.001.369)
∂ 10
– EGYPTE –
Stèles: herinneringsplaten
Een stèle is een stenen of houten plaat met daarop vaak een afbeelding van de overledene te midden van zijn familie. Zo’n stèle werd meegegeven in het graf of in een tempel geplaatst ter herinnering aan het leven van de overledene.
20 Stèle van Seneb Abydos Middenrijk, 13de dynastie (1783-1640 v. Chr.) Beschilderde kalksteen MAS (AV.1879.001.262)
Afgebeeld zijn de financieel ambtenaar Seneb en zijn echtgenote Renseneb, gehurkt en zittend voor een offertafel.
21 Stèle met drie personages Abydos 26ste dynastie (664-395 v. Chr.) Kalksteen MAS (AV.1879.001.263)
De tekst op deze stèle is een gebed voor Re, “de Grote God, Heer van de Hemel die in de Horizon woont”.
22 Stèle van Saamon Abydos Middenrijk (2030-1640 v. Chr.) Beschilderde kalksteen MAS (AV.1879.001.264)
De overleden Saamon zit op een stoel. De lotusbloem op de offertafel stond symbool voor de wederopstanding.
23 Echtpaar: rechtstaande vrouw en zittende man Abydos Middenrijk, 13de dynastie (1783-1640 v. Chr.) Kalksteen MAS (AV.1879.001.287)
24 Fragment van een vrouwelijk beeld Sakkara 26ste dynastie (664-395 v.Chr.) Dioriet MAS (AV.1879.001.284)
25 Stèlefoor Thebe Nieuwe Rijk, midden 18de dynastie (ca. 1500-1400 v. Chr.) Dioriet MAS (AV.1879.001.283)
Een stèlefoor is de afbeelding van een knielende persoon die een stèle vasthoudt.
26 Handvat van een boogsistrum Memphis Derde Tussenperiode of Laatfaraonisch (1070-712 of 712-332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.054)
Een sistrum is een U-vormig percussieinstrument. – LEVEN NA DE DOOD –
11
27 Beeld van staande man met embleem (sistrum van Hathor) Abydos Laatfaraonish (712-332 v. Chr.) Serpentiniet met sporen van verguldsel Schenking A. Kuster, 1924 MAS (AV.1924.001.001)
Hoofd en lichaam van dit beeld waren lang gescheiden. Pas 35 jaar geleden werden ze samengevoegd.
28 Achom-valk Giza Laatfaraonisch of Ptolemaeïsch (712-332 of 332-30 v. Chr.) Hout, pigment en stuc MAS (AV.1879.001.276)
29 Tweezijdig stèle van Paser Tanis Nieuwe Rijk, 19de dynastie (1307-1196 v. Chr.) Fijne kalksteen of aardewerk MAS (AV.1879.001.440)
Paser was onder Seti I en Ramses II hoofd van de administratie. Hij werd later hogepriester van de zonnegod Amon.
30 Apis-stèle Sakkara Derde Tussenperiode of Laatfaraonisch (1070-712 of 712-332 v. Chr.) Beschilderde kalksteen MAS (AV.1879.001.457)
Van ‘perfecte’ stieren acht men dat ze de stiergod Apis waren. Ze woonden in een tempel en werden na hun dood gemummificeerd.
Een dreigend breekpunt De dood was letterlijk een breekpunt in Egypte. Wat tot dan toe één was, kon op dat moment uiteenvallen. Lichaam en ziel moesten bij elkaar gehouden worden: daarom conserveerde men het lichaam en vormde het om tot een mummie. Ook de ziel zelf liep het gevaar gesplitst te worden: de ka en de ba, haar twee bestanddelen, dreigden het omhullende lichaam te verlaten. De ba was het bewustzijn en dat wat iemands karakter bepaalde. De ka was iemands levenskracht. Drank- en voedseloffers onderhielden de ka. Om te beletten dat hij of zij het graf zou verlaten, werd er een beeld gezet als verblijfplaats.
∂ 12
– EGYPTE –
Chaos in de godenwereld
De Egyptische godenwereld is dichtbevolkt en nogal verwarrend. In de periode van de farao’s was er nauwelijks sprake van een nationaal godendom, zoals de Grieken of Romeinen dat hadden. Op een paar uitzonderingen na waren de goden streek- of zelfs plaatsgebonden. De behoefte om de godenwereld wat meer structuur te geven kwam vrij laat. Hierdoor ontstonden er ‘nationale godentrio’s’, zoals Amon-Moet-Khonsoe of Osiris-Isis-Horus.
Voor wat hoort wat Deze bronzen beeldjes zijn de trots van de Antwerpse Egypteverzameling. Ze stellen goden, mensen, dieren en mensdieren voor. Mensen offerden ze en hoopten op een goddelijke wederdienst. Alle sociale klassen deden dit. Vaak vermelden de beeldjes de schenker en de aangeroepen god: Osiris was populair, maar ook Isis en Horus, moeder en kind, waren dat. Er zijn tevens beschermheiligen, zoals Imhotep, de architect van de eerste piramide en een gids naar de goden.
31 Neith en twee verschijningsvormen van Harpocrates Athribis Laatfaraonisch tot Grieks-Romeins (712 v. Chr. tot 395 n. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.056)
32 Staande Neith met de kroon van Neder-Egypte Omgeving van Abydos Laatfaraonisch tot Ptolemaeïsch (712 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.119)
33 Zittende Moet Memphis Derde tussenperiode of later (vanaf 1070 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.060)
34 Zittende Horus Abydos Ptolemaeïsch (332 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.100)
– LEVEN NA DE DOOD –
13
35 Zittende Osiris-lah met maansikkel en –schijf op het hoofd
40 Staande Neferhotep, zoon van Hathor
Thebe 26ste dynastie of later (664 tot 525 v. Chr. of later) Brons
Memphis 22ste tot 23ste dynastie (945 tot 715 v. Chr.) Brons met inlegsels van goud of elektron MAS (AV.1879.001.013)
36 Staande Osiris
41 Thot in mensengedaante met ibiskop
MAS (AV.1879.001.035)
Memphis Laatfaraonisch tot Grieks-Romeins (712 v. Chr. tot 395 n. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.091)
Sakkara 22ste tot 23ste dynastie (945 tot 715 v. Chr.) Brons en goudverf MAS (AV.1879.001.019)
37 Zittende Isis met Horus op schoot
42 Zittende Thot-lah
Athribis Derde tussenperiode tot Laatfaranoisch (1070 tot 332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.002)
Memphis Saïtische of Ptolemaeïsche periode (664 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.018)
38 Staande Osiris
43 Staande Bastet (?) in leeuwengedaante
Abydos 30ste dynastie tot Ptolemaeïsch Brons MAS (AV.1879.001.023)
39 Staande Neferhotep, zoon van Hathor
Boebastis 30ste dynastie of Ptolemaeïsch (380 tot 30 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.126)
Sakkara Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.124)
14
– EGYPTE –
44 Staande Anubis in mensengestalte met jakhalskop Sakkara Derde tussenperiode (1070 tot 712 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.113)
45 Staande Ptah met was-scepter en ankh-teken in de hand Memphis Derde tussenperiode of laatfaraonisch (1070 tot 332 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.117)
46 Zittende Ptah Athribis Derde tussenperiode (1070 tot 712 v. Chr.) Brons met inlegsels van goud of elektron MAS (AV.1879.001.053)
47 Zittende Imhotep Memphis Laat-Saïtisch periode (664 tot 525 v. Chr.) Brons MAS (AV.1879.001.040)
De verzameling Allemant De Franse tolk, leraar en kunsthandelaar Eugène Allemant werkte in Egypte, waar hij een verzameling Egyptische oudheden aanlegde, vooral bronzen beeldjes. Die bood hij in 1878 aan de stad Antwerpen aan voor 75 000 frank. Uiteindelijk werd slechts 22 000 frank betaald, de helft door de Belgische Staat. De verzameling (462 stuks) werd eerst opgenomen in de collecties van het Steen, later in het Vleeshuis. Alle tentoongestelde voorwerpen komen uit deze verzameling, tenzij anders vermeld.
∂ – LEVEN NA DE DOOD –
15
Een reisgids: het Dodenboek
De hedendaagse term Dodenboek verwijst naar een verzameling teksten waaruit een selectie werd gemaakt om mee te nemen in het graf. Ze wezen de weg naar de andere wereld en vertelden hoe zich te verdedigen tegen kwade geesten en ander onheil. Het ging meestal om spreuken, dikwijls met afbeeldingen. Doorgaans werden de Dodenboeken op papyrus geschreven, maar tijdens de Grieks-Romeinse periode kwamen ze ook voor op windsels rondom mummies.
48 Mummie van een ibis
50 Twee fragmenten uit het boek “van wat in de onderwereld is”
Sakkara Grieks-Romeinse periode (332 v. Chr. tot 395 n. Chr) Papyrus besmeerd met lijm en gesso (kartonnage), linnen, vulmateriaal en beenderen van de ibis (Threskiornis Aethiopica L.) MAS (AV.1879.001.260)
21ste dynastie (?) (1070 tot 945 v. Chr.) Papyrus en inkt Legaat baron Charles J. Stier d’Aertselaer, 1847 Replica Erfgoedbibliotheek H. Conscience K.9376
De stoffen oplegsels beelden de god Thot af met hemhem-kroon en een baviaan.
49 Vier fragmenten van het Dodenboek op mummiewindsel
Opmerkelijk is de sterke band tussen de overledene en de zon. Vormelijk springt de vereenvoudigde lineaire stijl in het oog.
Memphis Ptolemaeïsch (332 tot 30 v. Chr.) Linnen en vlas MAS (AV.4943.1-2 en AV.4943.2-2/ AV.4946.1-2 en AV.4946.2-2)
16
– EGYPTE –
Weegschaal van het hart Na de tocht door de onderwereld of Doeat leidde de jakhalsgod Anubis de dode naar een weegschaal. Daar moest hij zijn hart laten wegen. De god Osiris was hierbij aanwezig en de god Thot noteerde het resultaat. Als de zonden in het hart niet te zwaar doorwogen, mocht de dode door een vijftiental poorten een paradijselijk dodenrijk binnengaan.
Hartweging en zonneboot Deze papyrus toont hoe de overledene offers brengt. Daarna volgt het wegen van het hart, in aanwezigheid van de goden Anubis en Osiris. Ook de zonneboot is voorgesteld. Hij vervoert de zon ’s nachts door de dodenwereld. De overledenen hoopten dat het wegen van het hart gunstig voor hen uitviel. Dan mochten ze de dodenwereld van Osiris betreden en misschien de zon op haar dagelijkse reis vergezellen.
51 Mummievoet Opper-Egypte Nieuwe Rijk/Laatfaraonisch (?) 1550 tot 1070/712 tot 332 v. Chr (?) Papier, linnen en inkt Schenking E. Odeurs, 1921 MAS (AV.1921.009.001)
De stoffen oplegsels beelden de god Thot af met hemhem-kroon en een baviaan.
∂ – LEVEN NA DE DOOD –
17
Mummificeren
Voor het overleven van de ziel moest het lichaam intact blijven. Daarom conserveerden de Egyptenaren lijken en vertraagden ze het rottingsproces door bepaalde organen te verwijderen. Het hart, zetel van het leven, werd niet verwijderd. Dit mummificeren deed men vanaf de 4de dynastie, rond 2500 voor Christus. Zowat 3000 jaar later, toen het christendom zich verspreidde en de Arabieren in de 7de eeuw Egypte binnenvielen, hield men ermee op.
52 Volledige set canopen van Horemachet Sakkara (plaats van aankoop), wellicht Giza 26ste dynastie (664 tot 395 v. Chr.) Kalksteen MAS (AV.1879.001.153 tot 156)
Ingewanden in kruiken Tijdens de mummificatie werden longen, lever, maag en darmen verwijderd, gedroogd en gepekeld. Men bewaarde ze in canopen. Het ging telkens om een reeks van vier vazen: één met een mensenhoofd als deksel, de andere met de kop van een aap, een jakhals en een valk. De beeltenissen stelden de vier beschermde zonen van de god Horus voor. In collecties buiten Egypte is zo’n volledige set zeldzaam.
Horus, god met veel facetten De god Horus verenigt in zich veel aspecten. Hij was de god van de hemel, de oorlog en de bescherming tegen gevaar. Het zogeheten oedjat-teken op veel amuletten is een afbeelding van zijn oog. De kindergod Horus – door de Grieken Harpocrates genoemd – stond symbool voor de opkomende zon. Hij was de zoon van Isis en Osiris.
∂
18
– EGYPTE –
Oesjabti’s
Tijdens het Middenrijk verschenen de oesjabti’s, letterlijk ‘beantwoorders’, als grafgift. Ze droegen meestal een opschrift met de naam, en soms de functies, van de overledene. Dergelijke beeldjes verrichtten, in de plaats van de overledene, allerlei taken in het hiernamaals. De rijkste graven bevatten er meer dan vierhonderd: één man per dag en met soms opzichter-oesjabti’s die de anderen leidden. Het Middenrijk: ca. 2030-1640 v. Chr.
53 Oesjabti
56 Oesjabti van Penamon
Herkomst onbekend Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV. 4713)
Herkomst onbekend Ramessidische periode (1307 tot 1070 v. Chr.) Grijze steen Schenking P. Michaux (?) MAS (AV.2008.008)
54 Oesjabti van Djed-Chonsoe-ioef-anch Thebe (?) 21ste Dynastie (1070 tot 945 v. Chr.) Faience MAS (AV. 4745)
55 Oesjebeti van Neferkasokar Sakkara Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.253)
57 Oesjabti van Pediese Egypte Precieze herkomst onbekend Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Zandsteen (?) MAS (AV.1935.013.003)
58 Opzichter-Oesjabti Thebe 21ste dynastie (1070 tot 945 v. Chr.) Faience MAS (AV.1926.001.016)
– LEVEN NA DE DOOD –
19
59 Oesjabti van Weren
64 Oesjabti
Benha Nieuwe Rijk (1550 tot 1070 v. Chr.) Kalksteen MAS (AV.1879.001.275)
Neder-Egypte Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.256)
60 Oesjabti
65 Oesjabti
Herkomst onbekend Laatfaraonisch (712-332 v. Chr.) Faience Schenking P. Michaux, 1926 MAS (AV.1926.001.017)
Neder-Egypte Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.254)
61 Oesjabti van Psametik Sakkara 27ste dynastie (525 tot 404 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.258)
62 Oesjabti van Chaem-Chonsoe Neder-Egypte 26ste dynastie (664 tot 525 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.257)
66 Oesjabti Giza (?) Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.249)
67 Oesjabti Neder-Egypte 30ste dynastie of later (380 tot 30 v. Chr.) Faience MAS (AV.1879.001.255)
63 Oesjabti Herkomst onbekend Laatfaraonisch (712 tot 332 v. Chr.) Faience MAS (AV.4715)
∂ 20
– EGYPTE –
68 Radiografische foto's Schedel en beenderen van de vrouwelijke mummie. Opnames gemaakt in 1974 door de medischsociale dienst van de Stad Antwerpen
21
AFRIKA
22 22
- AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD Uit deze Afrikaanse kunstvoorwerpen spreekt de cyclische levensbeschouwing van veel volken die dicht bij de natuur leven: alles komt altijd terug, zoals de zon en de maan. Hun kunst heeft een rituele betekenis. Ze brengt scheppingsmythes tot leven, zorgt voor vruchtbaarheid en houdt de herinnering aan de voorouders intact. Er is een zichtbare en een onzichtbare wereld, en een bezielende kracht verbindt die met elkaar. Die anima – geest of ziel – huist in levende wezens, natuurkrachten en levenloze dingen, zoals stenen en woorden. Vruchtbaarheid en geboorte, leven en dood hangen af van acties uit de geestenwereld. De communicatie tussen mensen en geesten, levenden en doden verloopt via offers, waarzeggerij, rituele dansen en inwijdingsceremonies. De verspreiding van islam en christendom in Afrika leidde soms tot hevige conflicten of tot een versmelting met het traditionele geloof in de voorouder- en geestenwereld. Vandaag de dag combineren sommige volken probleemloos verschillende geloofspraktijken.
23
Vruchtbaarheid, geboorte en huwelijk
Veel kinderen hebben is dé wens van talrijke Afrikaanse echtparen. Wie geen kinderen heeft kan niet opklimmen tot vooroudergeest en staat onderaan op de sociale ladder. Een kinderloos gezin is een dode tak aan de familieboom. Vruchtbaarheid, kinderwens en een geslaagd huwelijk stonden en staan nog altijd centraal in rituele voorwerpen. De vrouw, als schenkster van het leven en moeder, speelt de hoofdrol. Binnen de vruchtbaarheidscultus herdenken beelden van moederfiguren de levengevende kracht van de stichteres van de clan: de vooroudermoeder. Talrijke beelden tonen oude schoonheidsidealen, zoals gevijlde tanden en geraffineerde kapsels. Sommige littekenpatronen waren in werkelijkheid een centimeter dik. Ze maakten de vrouw niet alleen mooi, maar bewezen ook haar moed tijdens het pijnlijke aanbrengen van de littekens. Een mooie vrouw was voorbestemd om een voorbeeldige echtgenote of moeder te worden. De lichaamsversieringen gaven bovendien haar volksgroep of sociale rang aan. 1 Vruchtbaarheidspop (mwana hiti) Zaramo, Tanzania 20ste eeuw Hout Schenking M.L. Felix, 1987 MAS (AE.1987.0004)
2 Vruchtbaarheidspop (akua-ba)
Kind van hout Het popje van de Zaramo, in fallusvorm en met borsten, is een mwana hiti of 'kind van hout'. Het werd traditioneel gebruikt bij de seksuele opvoeding van meisjes en tijdens de huwelijksnacht in
24
bed gelegd. Ook kinderloos gebleven vrouwen deden er een beroep op. Vandaag de dag worden ze tevens gesneden voor toeristen.
Ashanti, Akan, Ghana Midden 20ste eeuw Hout Aankoop Galerie à la Reine Margot, 1962 MAS (AE.1962.0052)
– AFRIKA –
Kind van Akua Tot voor kort droegen jonge vrouwen bij de Akan-volken houten poppen als ze een kind wensten of zwanger waren. Deze vruchtbaarheidspoppen verwezen naar de legende van een kinderloze vrouw, Akua. Door een rituele houten pop op haar rug te dragen kon zij zwanger worden en kreeg ze een mooie dochter. De akua-ba, letterlijk 'kind van Akua', werd als een levend kind verzorgd en gekleed maar was voorgesteld als een volwassene.
3 Rituele pop Bamana, Mali Begin 20ste eeuw Was, klei en been (?) Aankoop N.V. Vandevelde, 1977 MAS (AE.1977.0003)
4 Vrouwelijke buste Luluwa, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en oliepatina Aankoop P.J. Vandenhoute, 1960 MAS (AE.1960.0014)
Vruchtbaarheid en bescherming Om het ontluikende leven te beschermen gebruikten de Luluwa vrouwelijke sculpturen op een pin. Ze deden dienst in een vruchtbaarheidscultus en boden bescherming tijdens de zwangerschap en aan het pasgeboren kind. In het kind kon een voorouder reïncarneren. De sculpturen werden aan de kledij bevestigd of naast het bed bewaard. Geregeld werden ze ingewreven met palmolie.
5 Beeld van een moeder met kind (wenyi of gihalu giwenyi) Mbala, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout en rood pigment Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0520)
Dit beeld werd gebruikt bij de machtsoverdracht van een chef.
6 Zittende moeder met kind (pfemba) Yombe, Kongo, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, kralen, spiegelglas, metaal en pyrogravure Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0555)
Dit beeld werd mogelijk gebruikt in een vruchtbaarheidscultus
Moeder met kind In de 19de eeuw vervulden beelden van een moeder met kind een rituele rol bij de Mbala en Yombe. Het exacte gebruik en de betekenis ervan zijn niet meer volledig te achterhalen. De moederfiguur als schenkster van leven was een zinnebeeld voor de rol van de chef. Hij behoedde de vruchtbaarheid van mensen, dieren en gewassen.
7 Buste van een moeder met kind (dansknots) Kuyu, Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout en pigment Aankoop P. Vérité, 1956 MAS (AE.1956.0014.0003)
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
25
8 Krachtbeeld (nkisi) van een vrouw met afgewend hoofd
10 Beeld van een vrouw met geringde nek
Kongo volken, Dem. Rep. Congo/Rep. Congo/Angola Begin 20ste eeuw Hout, metaal Schenking L. Franck, 1920 MAS (AE.0609)
Songye, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, palmolie, kaurischelp Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0744)
9 Fragment van een mannelijk beeld Tabwa, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout Aankoop Witte Paters van Afrika, Antwerpen, 1961 MAS (AE.1961.0062.0003)
De duikerhoorntjes op de borst verwijzen naar stoffen die de bovennatuurlijke kracht van het beeld vergrootten.
Dit beeld werd gebruikt in het kader van de voorouderherdenking.
11 Beeld van een staande vrouw Alangwa, Ivoorkust 20ste eeuw Hout Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 1994 MAS (AE.1994.0003.0001)
Krachtige beelden
12 Beeld van een hemelse echtgenoot (blôlô bian)
Ook de mannelijke voorouderbeelden belichaamden de voortplanting. Geladen met bovennatuurlijke kracht, beschermden ze de gemeenschap. Mogelijk was dit fragment van een beeld ooit het bezit van een Tabwa-chef.
Baule, Ivoorkust 20ste eeuw Hout Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 1994 MAS (AE.1994.0003.0002)
De verticale littekenribbel op de romp verdeelt het lichaam in twee symmetrische helften, een verwijzing naar de opsplitsing van het universum en de tegenstelling tussen man (rechts) en vrouw (links), tussen het krachtige en het zwakke.
26
Hemelse echtgenoten Huwelijksperikelen en steriliteit waren bij de Baule te wijten aan de jaloezie van natuurgeesten of van een bovennatuurlijke wederhelft. Iedere man en vrouw had zo'n 'hemelse echtgenoot'. Om de bovennatuurlijke partner welwillend te houden, kreeg hij of zij een mooi beeld, zoals dit mannelijke exemplaar. In hun dromen hadden de Baule seksuele omgang met de beelden.
– AFRIKA –
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
27
Een scharniermoment: van kind naar volwassene
Een scharniermoment in het leven van veel Afrikaanse volkeren is het inwijdingsritueel. Jongens en meisjes worden daarbij, na afzonderlijke initiaties, volwaardige leden van de gemeenschap. Traditioneel gebeurde dit in speciale kampen buiten de dorpen. Tijdens de afzonderingsperiode droegen de ouderen hun geheime kennis over aan de jongeren. Die leerden vaardigheden, kregen inzicht in de mythen en werden seksueel voorgelicht. Het overgangsritueel ging soms gepaard met een besnijdenis. De overgangsrite was als een tweede geboorte. De jongeren stierven een schijndood en werden als man of vrouw herboren. De leerperiode werd vaak afgesloten met gemaskerde ceremonies, waarbij de ingewijde opnieuw werd opgenomen in de gemeenschap. De duur van de inwijdingsrituelen en de leeftijd van de jongeren verschillen van volk tot volk. Zeer lange overgangsriten in afzondering zijn vandaag de dag zeldzaam. Om hygiënische redenen kiezen ouders er tegenwoordig voor hun kinderen in een hospitaal of medisch centrum te laten besnijden. 13 Plankmasker (nwantantay)
De symboliek ervan werd tijdens een inwijding aangeleerd aan mannen en vrouwen.
Bwa, dorp Boni, Burkina Faso 20ste eeuw Hout, pigment, kaolien en hars Aankoop L. Vandevelde, 2001 Voormalige verzameling E. Storrer MAS (AE.2001.0029.0001)
Plankmasker Dit plankmasker van de Bwa trad op bij initiatie-, oogst- en begrafenisrituelen.
28
De X verwijst naar het litteken dat na de kennisoverdracht werd gekerfd in het voorhoofd van ingewijden. De sikkel op de plank stelt de maan voor. De cirkels verwijzen naar de nooit opdrogende bronnen die de eerste voorouders hadden ontdekt, het wit-zwartcontrast naar de tegenstelling tussen kennis en onwetendheid.
– AFRIKA –
14 Helmmasker voor de initiatie van meisjes Mende en Vai, Sierra Leone/Liberia Midden 20ste eeuw Hout Schenking L. Kegel, 1959 MAS (AE.1959.0056.0007)
Leden van het vrouwelijke Bundu- of Sande-genootschap droegen dit masker op belangrijke begrafenisfeesten.
Initiatiemaskers bij meisjes Dit helmmasker werd, zeer ongewoon in Afrika, door een vrouw gedragen. Het trad op bij de meisjesinitiatie, meer bepaald de besnijdenisrituelen, en tijdens begrafenisfeesten van leden van het vrouwengenootschap Bundu. De spitse kin, het hoge voorhoofd en verzorgde kapsel waren schoonheidsidealen van de Mende- en Vaivolken. De dikke halsringen, een teken van welvaart, verwezen naar de metamorfose van rups tot vlinder en naar waterrimpels. Het 'allereerste masker' dook immers uit het water op.
15 Masker voor de initiatie (n'khanda) van jongens Yaka, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, raffia, pigmenten Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0518)
16 Masker voor de initiatie (n'khanda) van jongens
Yaka, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, raffia en pigmenten Aankoop Breckpot, 1930 MAS (AE.0516)
Initiatiemaskers voor jongens Maskers van de Yaka verschenen in het dorp bij het einde van de initiatierituelen voor jongens. Ze belichaamden de voorouders. Na de dans verloren de maskers hun kracht en werden ze vernietigd of verkocht. Centraal in de symboliek staan het scheppingsverhaal en de vruchtbaarheid van mens, dier en land. Het rood symboliseert de zon en de mannenwereld, het wit de maan en het vrouwelijke aspect. De fallische neus verwijst naar de bevruchting van de aarde door de zon.
17 N’khanda initiatiepaneel, gewapende soldaat Nkanu, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout, pigment, bamboe, leder Schenking broeders van O.L.V van Lourdes (Oostakker), 2016 MAS.0170.049
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
29
18 Initiatiepaneeltje (kakungu) met papegaaienkop Nkanu, Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout en pigment Ruil Nieuw Afrika, 1961 MAS (AE.1961.0077)
19 Beeld van een vrouw met een meisje op haar rug Zombo of Yaka, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout en magische stoffen Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0521)
Dit beeld werd gebruikt tijdens inwijdingsrituelen.
20 Gleuftrom voor waarzeggerij Zombo, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, vezel en magische stoffen Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 2006 Voormalige verzameling P. Dartevelle MAS (AE.2006.0019.0001)
30
– AFRIKA –
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
31
Overgang van leven naar dood
Volgens de traditionele Afrikaanse levensbeschouwing zijn leven en dood onverbrekelijk verbonden. Levende en gestorven familieleden blijven van elkaar afhankelijk. De dood is het laatste overgangsmoment. Dan bereik je hopelijk de status van gerespecteerde vooroudergeest. Maar niet iedereen komt zo ver. Je mag niet kinderloos zijn, je moet voorbeeldig hebben geleefd en je mag niet in verdachte omstandigheden zijn gestorven. Doorgaans beschouwt men alleen het overlijden van oudere personen met een rijk nageslacht als normaal. In andere gevallen vermoedt men hekserij, toverij of toorn van de geesten uit de bovenwereld. Alleen het lichamelijke omhulsel sterft. De levenskracht of ziel leeft verder bij de voorouders, en het dodenritueel zorgt voor een rimpelloze opname in hun wereld. Als de rituelen niet juist worden uitgevoerd, blijft de geest ronddolen, met kwalijke gevolgen voor de nabestaanden. Maskers zijn onmisbare bindtekens tussen het wereldse en het sacrale leven. Tijdens dodenherdenkingen begeleiden ze de zielen naar hun laatste rustplaats. 21 Beelden van gehangenen (ofika) Mbole, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, kaolien en pigment Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0673 (vrouw) en AE. 0672 (man))
Ter dood veroordeelden
Het genootschap speelde een opvoedkundige, politieke, gerechtelijke en rituele rol. Er bestond een duidelijke hiërarchie en er heerste een strikte zwijgplicht over de initiaties. Dergelijke sculpturen moesten leden op het rechte pad houden. Het genootschap werd argwanend bekeken door de Belgische kolonialen en kwam onder druk te staan.
Deze Mbole-beelden zijn gehangenen die de wetten van het Lilwa-genootschap hebben overtreden.
32
– AFRIKA –
22 Plankmasker Mbole, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE. 3528)
23 Muyombo masker Pende, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, raffia, pigment Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0554)
24 Kanaga-dansmasker
Filmfragmenten: DOGON (Mali) • Kanaga-dansers en uitvaartritueel © C. Beckwith & A. Fisher, Photokunst
• Productie van maskers en dansopvoeringen © Sancta Media, België Montage en productie: T8 (Druez, Van den Broeke, De Bleser), 2011
25 Opzetmasker
Dogon, Mali 20ste eeuw Hout, pigment, hars en ijzer Aankoop W. Mestach, 1961 MAS (AE.1961.0067)
Bamileke, Kameroen Begin 20ste eeuw Hout Aankoop Morlet, 1955, Voormalige verzameling André Derain MAS (AE.1955.0025)
Momenteel organiseren de Dogon het hele jaar door toeristische dansopvoeringen met dergelijke maskers.
26 Masker (kifwebe)
Maskers, scharnieren tussen leven en dood Dit Kanaga-dansmasker van de Dogon werd gebruikt door het Awa-genootschap. Het trad op tijdens dodenherdenkingen en hielp de zielen de status van vooroudergeesten te bereiken. Het bovenstuk in de vorm van het Lotharingse kruis heeft een meerduidige betekenis: voor de onvolledig ingewijde is het een dier, voor een ingewijd Awa-lid stelt het de scheppergod voor die met twee paar armen naar hemel en aarde wijst.
Songye of Luba, Democratische Republiek Congo Eind 19de–begin 20ste eeuw Hout, pigment Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0334)
27 Opzetmasker Ejagham, Cross River-gebied, grens Nigeria/Kameroen 19de-20ste eeuw Hout, dierenhuid en menselijk haar Schenking G. Vanhoestraeten,1980 MAS (AE.1980.0040.0001)
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
33
Herdenkingen van voorouders De Ejagham-volken zijn wereldberoemd om hun met dierenhuid overtrokken maskers. Die traden op tijdens inwijdings- en begrafenisfeesten van vooraanstaanden. Op dit exemplaar is echt haar toegevoegd en zijn littekenpatronen te zien. De imitatietanden ontbreken. Het Bamileke-masker werd op het hoofd gezet en het gelaat van de danser verdween achter een sluier. Dit masker verscheen tijdens herdenkingsfeesten voor belangrijke voorouders en bij vruchtbaarheidsdansen.
28 Reliekwachter
Ibibio, Nigeria Midden 20ste eeuw Hout Aankoop L. Kegel, 1959 MAS (AE.1959.0055.0037)
Waarschuwende maskers Het Ekpo-genootschap van de Ibibio gebruikt twee maskertypes die nooit samen optreden. 'Mooie' gelaatsmaskers stellen doden voor die rust hebben gevonden. 'Lelijke' maskers, zoals dit, verwijzen naar dolende vooroudergeesten. Het masker met een verminkt gelaat - het gevolg van een ziekte die neus en mond aantast - stelt een persoon voor die niet volgens de normen leefde of stierf. Het waarschuwt: wie niet op het rechte pad blijft, wordt ziek.
Kota, Gabon Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en metaal (messing, koper) Aankoop H. Pareyn, 1928 MAS (AE.0913)
Intiem contact met de doden Vroeger plaatsten de Kota het dode lichaam van gerespecteerde clanleden in bomen, waar insecten het verslonden. De overgebleven schedels en botten legde men in een mand. Daarop werden 'reliekwachters' bevestigd die de doden symboliseerden. Om deze voorouders te herdenken en gunstig te stemmen offerden ingewijden geregeld aan de schedels. Deze cultus, met zijn intieme contact tussen levenden en doden, verdween door de kolonisatie en missionering.
34
29 Ziektemasker (idiok ekpo)
30 Herdenkingsbeeldjes voor tweelingen (ere ibeji) Yoruba, Nigeria 20ste eeuw Hout, pigment en kralen Aankoop L. Kegel, 1959 MAS (AE. 1959.55.15-16; AE. 1959.55.17-18)
Geesten van tweelingen Bij de Yoruba worden uitzonderlijk veel tweelingen geboren. Ze overlijden vaak op jonge leeftijd. Te jong om opgenomen te worden bij de voorouders.
– AFRIKA –
Om te vermijden dat hun dolende geesten schade zouden veroorzaken wordt voor elk dood kind een beeldje gesneden in de vorm van een rechtopstaande volwassene. Dat wordt gewassen en gevoed. De tweelingen leven hierdoor voort, zodat ongelukken vermeden worden.
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
35
Objecten als bemiddelaars
Dit is een kleine greep uit de ontelbare cultusvoorwerpen waarmee vele Afrikaanse volkeren zich wapenen tegen onzichtbare krachten. Via deze rituele voorwerpen wisselen ze boodschappen uit met de spirituele wereld en met de voorouders. Vaak weten we niet precies waarvoor een voorwerp diende of wat het betekende. Dat komt omdat niemand de rituelen nog kent of omdat het voorwerp in de handel terechtkwam, zonder bijbehorende gegevens. Waarzeggers gebruiken orakelinstrumenten om oorzaken van tegenslagen te achterhalen en problemen op te lossen. Tijdens hun raadpleging van de onzichtbare krachten in de bovennatuur komen ze te weten waarom de geesten misnoegd zijn en vooral hoe ze weer gunstig gestemd kunnen worden. Bepaalde sculpturen zijn bewoond door geesten. Ze dienen als brug tussen de mens en het onzichtbare. Om de geesten te paaien, worden ze besprenkeld met eieren, voedsel en bloed van offerdieren. Een korrelige korst is het resultaat. 31 Smeedijzeren figuurtjes
kwam omdat de kunst van het smeden en smelten gebruik maakt van de vier elementen (vuur, lucht, water en aarde) en als magisch werd beschouwd.
Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo 17de -18de eeuw (?) IJzer, rood houtpoeder Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0773 en AE.0744)
32 Gelaatsmasker met verentooi
Volgens de Kuba-overlevering zijn deze figuurtjes gemaakt door prins Myeel, een 17de eeuwse koningszoon en bedreven smid. Ook elders in Afrika bestond een nauwe band tussen de smeedkunst en het koningschap. Dat 36
Kongo-volken: Vili, Dem. Rep. Congo/ Republiek Congo 20ste eeuw Hout, veren, kralen, plastiek knopen, textiel, hoorn Legaat A. Van Deuren-Remoortere, 2003 MAS (AE.2003.0010.0017)
– AFRIKA –
33 Mortiertje voor tabak of hennep (?) in de vorm van een kariatide Luluwa, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout en leder Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.1177 1-2/2)
Mogelijk was dit een prestigeobject van een chef. Hennep werd eind 19de eeuw gebruikt bij waarzeggerij en rechtspraak.
34 Wrijforakel (itombwa) Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Eind 19de -begin 20ste eeuw Hout Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0223)
Een scherpzinnige hond Dieren zijn geschikte bemiddelaars tussen de mens en de onzichtbare wereld. Een Kuba-waarzegger gebruikte dit wrijforakel in de vorm van een jachthond om in contact te komen met de geesten. Met zijn scherpe reukzin was de viervoeter zijn ideale assistent. Tijdens de consultatie wreef de waarzegger met een kegeltje - dat hier ontbreekt - heen en weer over de platte rug van het beeld. Als het kegeltje bleef kleven, was het antwoord van de geesten bekend.
35 Muizenorakel (gbéklé sè) Baule, Ivoorkust Begin 20ste eeuw Hout, blik, leder en touw Aandeel Ivoorkust-expeditie. In 1939 verworven door P.J. Vandenhoute. MAS (AE.1955.0030.0027)
Profetische muizen De Baule haalden het antwoord op hun vragen uit een muizenorakel. Dat bestaat uit een pot op een open sokkel en met onderaan een gat. De waarzegger legde staafjes in de pot en strooide daar rijst op. Hongerige muizen kropen via het gat naar binnen en haalden er de staafjes overhoop. Hun nieuwe schikking bevatte het antwoord. Omdat muizen dicht bij de grond leven, hebben ze een nauwe band met aard- en vooroudergeesten. Dat stelt ze in staat tot voorspellingen.
36 Half menselijk en half dierlijk beeld Baule, Ivoorkust 20ste eeuw Hout en offerkorst Aankoop Ch. Ratton,1962 MAS (AE.1962.0048.0001)
Dit beeld werd gebruikt in de Bra-waarzeggerscultus.
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
37
37 Beker in de vorm van een kariatide Mbuun, Democratische Republiek Congo 19de-20ste eeuw Hout Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0281)
38 Hoorn in de vorm van een gestileerde menselijke figuur Pere/Nande, Democratische Republiek Congo 20ste eeuw (?) Hout Aankoop W. Mestach, 1956 MAS (AE.1956.0024)
39 Krachtbeeld (nkisi nkozo), hondje Kongo-volken: Yombe, Dem. Rep. Congo/ Republiek Congo. Begin 20ste eeuw Hout, metaal, spiegel, rietstengel, buskruit, kauri, raffia, textiel, hars, been, antilopenhoorn, apenhand, dierenhuid, kaolien, rood houtpoeder Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0621)
41 Krachtbeeld (nkisi nkondi), staande man Kongo-volken, Dem. Rep. Congo/ Rep. Congo/Angola Eind 19de–begin 20ste eeuw Hout, metaal, textiel Aankoop Jacobs, 1942 MAS (AE.1942.0002.0002)
42 Krachtbeeld (nkishi) Songye, Dem. Rep. Congo 19de eeuw Hout, pels, reptielenhuid, hoorn, raffia, vezels, ijzer, koper, glaskralen Legaat P. Osterrieth, 1940 MAS (AE.1940.0001.0047)
In dit krachtbeeld met schrikwekkend gezicht en uitpuilende ogen zijn magische stoffen verborgen op de buik, de bovenarmen en in de hoorn. Het hoofddeksel, het kralenhalssnoer en de brede raffiarok verwijzen naar de 19de eeuwse klederdracht van chefs.
De rietstengels tussen de poten en op de rug werden gevuld met buskruit. Deze ‘nachtgeweren’ moesten heksen doden.
40 Krachtbeeld (nkisi), zittende man Kongo-volken, Dem. Rep. Congo/ Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, textiel, vezel, spiegelglas, hoorn, been, hars, klauw en pigment Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0612) 38
– AFRIKA –
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
39
Het Luba-koninkrijk (Midden-Afrika, Congo)
Het centrale Luba-koninkrijk ontstond in de 17de eeuw. De legende vertelt hoe de knappe zwarte jager en prins, Mbidi Kiluwe, de dronken roodhuidige heerser Nkongolo Mwamba versloeg en daarmee een wreed regime beëindigde. De held installeerde een nieuwe sociale orde, gebaseerd op het sacrale koningschap. Alle volgende Luba-koningen stamden af van deze mythische jager en heerser, en ontleenden daar hun macht aan. Stilaan straalde het imago van het centrale Luba-hof uit over vele naburige volken. In de gebieden die door de Luba werden veroverd, imiteerden hoofdmannen hun gezagsstructuur en waardigheidstekens. Tot die tekens van leiderschap behoorden hoofdtooien, speren en lansen, staven, pronkbijlen, stoelen, boog- en pijlhouders. Sommige, zoals ceremoniële hoofdmanstaven en wapens, werden in het openbaar getoond. Andere, zoals boogstaanders en stoelen, bleven zorgvuldig bewaard en werden op een geheime plaats bewaakt. Dat was een maatregel tegen diefstal, maar ook om mensen te beschermen tegen de enorme kracht van deze voorwerpen. 43 Vrouwelijk beeld met schaal (mboko) Luba, Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout, ijzer en koper Schenking W. Jambers, 1958 MAS (AE. 1958.0015.0001)
Beelden van een geknielde vrouw met een kalebas in de handen, vervulden een belangrijke rol bij de inwijding van vorsten en hoofdmannen en bij waarzeggersrituelen. Deze schaaldraagsters werden gevuld met witte klei en andere krachtvoorwerpen.
Schaaldraagster
44 Boog- en pijlhouder
In het belang van de onderdanen moesten de bovennatuurlijke krachten van de Luba-heerser worden beschermd. Daarom omringde hij zich met waarzeggers en rituele specialisten.
Luba, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout, patina en metaal Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0722)
40
– AFRIKA –
Scacraal object De vertakking in de vorm van een drietand gaat terug op minder versierde metalen staanders waarop jagers hun boog en pijlen legden. Uit hout gesneden en fijn versierde boog- en pijldragers waren voor de Luba uiterst sacrale tekens van leiderschap en macht. Ze verwezen naar de grondlegger van hun koningschap, de mythische jager Mbidi Kiluwe. Een vrouwelijke waardigheidsbekleder bewaarde de boogstaanders in het grootste geheim in de koninklijke residentie. Geregeld werden ze met olie ingesmeerd, als offergave.
45 Beeld van een voorouder (lusingiti, meervoud singiti) Hemba, Niembo-clan, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout, patina Aankoop Ch. Leirens, 1931 Ex-verzamelingen Bela Hein en H. Pareyn MAS (AE. 0864)
Een wakende voorouder Dit meesterlijk gesneden beeld is het werk van de Hemba, de oostelijke en cultureel verwante buren van de Luba. De Hemba zijn bekend om hun beelden van leidersfiguren. Deze sculpturen (singiti) herdenken de voorouders van welbepaalde Hemba-clans. Dit beeld stelt een historische leider voor van de Niembo-clan. Het werd gebruikt in de vooroudercultus die de gemeenschappelijke herkomst en dus de samenhorigheid van de clan bevestigde. Bovendien bekrachtigde het de macht van de leidersfiguren. De hoofd-
man erfde het van zijn voorganger, samen met andere rituele voorwerpen. De ringbaard en een kruisvormig vlechtkapsel zijn onderscheidingstekens van de adellijke klasse. Zijn geloken ogen zijn gericht op een andere wereld, van waaruit hij waakt over zijn nakomelingen. Hij houdt de handen ter hoogte van zijn licht gezwollen buik met uitpuilende navel. Dit gebaar verwijst naar het gezegde ‘de mensheid begint door de navel’, dat de band tussen voorouders en levenden benadrukt.
Een Hemba topstuk Dit beeld van een waakzame voorouder is de vaandeldrager uit de Afrika collectie van het MAS en heeft een bijzondere voorgeschiedenis. Het werd in 1931 voor een fors bedrag aangekocht door de Stad Antwerpen. In 1937-1938 stond het centraal op de baanbrekende tentoonstelling ‘Kongo kunst’ in de Stadsfeestzaal. De inrichter, de Belgische professor Frans Olbrechts (1899-1958), koos het als blikvanger voor de affiche. Sindsdien werd het ontelbare keren afgebeeld en beschreven. In 1952 nam de Franse schrijver André Malraux het op in zijn publicatie Le Musée imaginaire de la sculpture mondiale, een gedroomd museum van de belangrijkste kunstwerken uit de wereldgeschiedenis. Het werd ook tentoongesteld op de Brusselse wereldtentoonstelling van 1958.
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
41
46 Paar beschermende amulethangers Luba, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Ivoor, kralen, leer Aankoop H. Pareyn, 1920 MAS (AE.0793 en AE.0794)
bewaren de geheimen van het leiderschap in hun borsten. Het verzorgde kapsel van de vrouw en de realistisch weergegeven littekens wijzen op een adellijke status of afkomst.
Intieme objecten Ivoren hangers van de Luba waren vooral in de 19de eeuw in gebruik. Samen met kralen en andere beschermende voorwerpen, droeg men deze uiterst intieme, persoonlijke objecten op het lichaam of aan de pols, ter nagedachtenis van overleden verwanten. Dit zeldzame paar herdacht tweelingvoorouders. Het puntcirkelmotief op de romp symboliseert leven en continuïteit.
47 Hoofdmanstaf (kibango) Luba, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, patina en metaal Aankoop Nieuw Afrika, 1961 MAS (AE.1961.0062.0002)
Scepter Luba-heersers demonstreerden hun gezag via kunstig vormgegeven staven, overgeërfd van hun voorganger. Rituele specialisten belaadden deze statussymbolen met sacrale kracht. De vrouwelijke figuren die vaak op de top zijn weergegeven, stellen de grondlegsters van bepaalde koninklijke geslachten voor. Hun houding, met de handen op de boezem, verwijst naar een denkbeeld van de Luba: vrouwen
42
– AFRIKA –
– AFRIKAANSE VOOROUDERBELEVING IN EEN CYCLISCH WERELDBEELD –
43
OCEANIË
44
44
GEEN LEVEN ZONDER DOOD. - DE VOOROUDERCULTUS IN MELANESIĂ‹ Op de eilanden van MelanesiĂŤ bestonden van oudsher talloze lokale vooroudercultussen die leven en dood met elkaar verbonden. De communicatie met de voorouders gebeurde in en om mannenhuizen en schrijnen. Hun zielen waren er aanwezig in sculpturen en schilderingen. Het contact, een zaak van mannen, was belangrijk voor het welzijn en voortbestaan van de gemeenschap. Dodenrituelen hielpen de overledenen bij hun uittocht uit de maatschappij der levenden. Zo konden ze uiteindelijk de status van voorouders verwerven. De rituelen leidden ook de vrijgekomen en mogelijk gevaarlijke levenskracht in goede banen. Die werd onder meer overgedragen op gewassen en op jonge mannen, door hun inwijding in mannengenootschappen. Veel aspecten van de vooroudercultus zijn grotendeels verloren gegaan door handel, kolonisatie, missionering en oorlog. Dankzij lokale inspanningen bleven de tradities soms behouden, leven ze opnieuw op of koesteren de nieuwe generaties het bijbehorende erfgoed.
45
Asmat
Volgens het scheppingsverhaal van de Asmat, in het zuidwesten van Nieuw-Guinea, schiep Fumeripits de mens uit door hemzelf gesneden houten beelden. Hij plaatste ze in het mannenhuis en wekte ze daar met tromgeroffel tot leven. Vóór de missionering bezat elk Asmat-dorp minstens één mannenhuis. In die sacrale plaats bewaarden de Asmat met bovennatuurlijke kracht geladen objecten, zoals voorouderbeelden en versierde schedels. Vooroudersculpturen werden gemaakt voor dodenfeesten. Die gingen ook gepaard met koppensnellersexpedities en jongensinitiaties. Na het overlijden van belangrijke personen gingen de Asmat koppensnellen. Dit niet alleen om de dode te wreken, maar vooral om de verloren levenskracht te compenseren door deze te halen bij de vijanden. Door missionering en kolonisatie verdween het koppensnellen. Ook de sculpturentraditie kwam in het gedrang, maar onder impuls van missionarissen en de Unesco leefde ze in de jaren 1970 opnieuw op. De vormen werden aangepast voor de kunsthandel.
1 Bisj-paal
met prauwen naar het dorp gevoerd, als een gesnelde vijand.
Asmat, West-Papoea, Indonesië Vóór 1970 Hout en pigment Aankoop J. Hoogerbrugge, 1970 MAS (AE.1970.0039.0031)
Kleine palen zoals deze bleven in het mannenhuis. In het onderste deel van een paal werd soms een prauw verwerkt. Na de koppensnellerstocht reisde de dode in die prauw naar zee, het dodenrijk.
De uitstekende luchtwortel stelt de penis van de bovenste figuur voor, een symbool voor de hernieuwing van de levenskracht.
Bisj-palen werden achtergelaten in het woud om onder sagopalmen te rotten. De palmen, die het basisvoedsel voortbrachten, namen zo de levenskracht op en brachten nieuw leven.
Bisj-palen Bisj-palen stonden bij het dodenfeest voor het mannenhuis. Ze werden gesneden uit de mangroveboom en 46
– OCËANIE –
2 Beeld in knie-ellebooghouding Asmat, West-Papoea, Indonesië Vóór 1970 Hout en pigment Aankoop J. Hoogerbrugge, 1970 MAS (AE.1970.0039.0002)
In de scheppingsmythe wekt Fumeripits met tromgeroffel zijn beelden tot leven door de verbinding tussen knie en elleboog te verbreken.
Koppensnellerssymbolen Asmat-sculpturen tonen voorouders en koppensnellerssymbolen. Die laatste zijn vaak dieren, zoals de vliegende hond of de boomkangoeroe. Zij plukken vruchten uit de boomkruinen, een verwijzing naar het koppensnellen. De knie-elleboog- of foetushouding van sommige figuren herinnert aan de bidsprinkhaan, bij wie het vrouwtje na het paren het mannetje de kop afbijt. Dit symboliseert het verband tussen leven en dood, tussen voortplanting, levenskracht en koppensnellen.
3 Voorouderschedel Asmat, West-Papoea, Indonesië Eerste helft 20ste eeuw Schedel, bont, been, coix-zaden en was Aankoop F. Coppens, 2005 MAS (AE. 2005.0032.0001)
Gekoesterde schedels De Asmat koesterden schedels van overledenen. Soms droegen zij ze om de hals of gebruikten ze een schedel als een soort hoofdsteun. Zo bracht de voorouder bescherming. Schedels van belangrijke mannen
bewaarde men in het mannenhuis. Waardige krijgers kregen een hoofdtooi van boomkangoeroebont en een neussieraad. Ook schedels van gesnelde vijanden werden bewaard. Omdat de Nederlandse kolonisator het koppensnellen bestreed, maakte men houten schedels voor ceremonieën, maar ook voor verzamelaars.
Inwijding Bij hun inwijding namen de jongens een eerste keer deel aan een koppensnellerstocht. Daarna kregen zij de naam en de levenskracht van de gesnelde vijand. De inwijding was ook een symbolische wedergeboorte. Daartoe voer de jongen met de schedel naar het westen, naar de zee en de ondergaande zon. In die wereld van de voorouders werd hij ondergedompeld. De gesnelde schedel werd later bij de fruitbomen gehangen, voor een goede oogst.
4 Houten hoofd Asmat, West-Papoea, Indonesië Vóór 1970 Hout en touw Aankoop J. Hoogerbrugge, 1970 MAS (AE.1970.0039.0052)
5 Houten hoofd in nettas Papoeagolf, Papua Nieuw Guinea Eerste helft of midden 20e eeuw Hout, vezels en pigment Aankoop J. Vanderstraeten, 1975 Bruikleen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren EO.1975.68.16
– GEEN LEVEN ZONDER DOOD –
47
6 Zandlopertrom
8 Dolk
Asmat, West-Papoea, Indonesië Vóór 1970 Hout en dierenhuid Aankoop J. Hoogerbrugge, 1970 MAS (AE.1970.0039.0013)
Asmat, West-Papoea, Indonesië Vóór 1970 Kaaksbeen van krokodil, touw, casuariveren en coix-zaden Aankoop J. Hoogerbrugge, 1970 MAS (AE.1970.0039.0044)
Deze trommen vertolken stemmen van mythische voorouders. Het geluid van de trommel verwijst naar het scheppingsverhaal.
7 Schild Asmat, West-Papoea, Indonesië Eerste helft 20ste eeuw Hout en pigment Ruil Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam, 1957 MAS (AE.1957.0034.0006)
Schilden Schilden werden gemaakt voor het schildenfeest dat aan de koppensnellerstocht voorafging. Het waren krachtige psychologische wapens. De motieven weerden kwade geesten, schrikten de vijand af of verlamden hem zelfs. Ze werden ook bij de ingang van het mannenhuis opgesteld, tegen indringers en geesten. Op dit schild stelt de ronde kop bovenaan vermoedelijk een rog voor. De twee motieven in spiegelbeeld zijn wellicht vliegende honden. De dubbele hartvormen symboliseren voorouders.
48
– OCËANIE –
Malanggan: voorouders eren, levenskracht hernieuwen
De malanggan-cultus is een dodenherdenking en vooroudersverering uit het noorden van Nieuw-Ierland. De cultus vond plaats bij het overlijden van prominenten en moest hun vrijgekomen levenskracht in goede banen leiden. In een eerste fase werd het lichaam opgebaard binnen een omheining bij de begraafplaats. Een jaar lang kwamen mannen daar samen om groenten en fruit te eten uit de tuin van de overledene. Bij de feestelijke afsluiting van deze periode werden zijn huis en tuin vernietigd. Vervolgens kwam de gewelddadige levenskracht vrij uit het lichaam. Ze werd opgevangen in de beelden die binnen de omheining gemaakt en opgesteld waren. Meestal gingen de feesten gepaard met de inwijding van jongens in het mannengenootschap. In de laatste fase bracht men de sculpturen naar de begraafplaats en doodde ze symbolisch. Daarna werden ze in het woud gelegd om te rotten en hun levenskracht aan de bodem door te geven, maar vanaf eind 19de eeuw werden ze ook verzameld voor de verkoop door Europese handelaars. De oudste collecties Al in 1643 vermeldde de Nederlandse ontdekkingsreiziger Tasman de malanggan-cultus, maar het waren vooral Duitse handelaars die tussen 1900 en 1914 de oudste collecties maskers en beelden verzamelden. Ook de tentoongestelde objecten zijn van toen. De nieuwe contacten leidden tot een bloei van de malanggan-kunst, dankzij de introductie van handelswaar: textiel, nagels, blauwe verf... De Tweede Wereldoorlog verstoorde de productie grondig. Nu worden malanggan-sculpturen nog gemaakt in katholieke kringen, en voor de verkoop.
– GEEN LEVEN ZONDER DOOD –
49
9 Voorouderpaar totok
10 Vogelkop
Noorden van Nieuw-Ierland Ca. 1900 Hout, schelp en pigment Aankoop Van Herck, 1953; ex-verzameling Jan De Schuyter MAS (AE.1953.0006.0001; AE.1953.0006.0002)
Noorden van Nieuw-Ierland Eind 19de eeuw Hout, vezel, schelp en pigment Aankoop L. Bretschneider, 1955 MAS (AE.1955.0039.0002)
Dit voorouderpaar vertoont ook Europese invloeden. Mogelijk werden de beelden gemaakt voor de verkoop aan toeristen.
Voorouderlijke krachten Malanggan-sculpturen stellen mensachtige en dierlijke figuren voor. Ze belichamen mythische wezens en voorouders. De ogen zijn ingelegd met het sluitdeksel van een zeeslak, wat de figuren hun indringende blik bezorgt. Alle beelden dragen voorouderlijke krachten. Die manifesteren zich in de siermotieven en in dieren die symbool staan voor een bepaalde afstammingsgroep. De vogelkopfiguur is mogelijk zo'n afstammingssymbool. De complexe decoratie boven de kop symboliseert groei en vruchtbaarheid.
Bij deze kop hoorde een lichaam van boombaststof, de vezelige, fijngeklopte laag tussen de schors en de stam van een boom.
11 Masker matua Noorden van Nieuw-Ierland Ca. 1900 Hout, vezel, schelp en pigment Schenking C. Hemeleers, 1925 MAS (AE.0085)
De maskerdrager loopt rond in het dorp en op de begraafplaats om taboes in verband met het rouwproces op te heffen.
Maskers Tijdens malanggan-ceremonieën voerden mannen maskers op. Vrouwen en kinderen mochten het optreden bijwonen. Daarna werden de maskers bewaard in maskerhuizen. Maskerdansers belichaamden voorouders. Ze hadden een specifieke rol in de malanggan-cultus: geld ophalen voor het feest, een fase van de cultus ceremonieel afsluiten. De maskers en hun materialen verhoogden het aanzien van de familie van de overledene. Maskerdansers treden nog op tijdens kerkelijke en wereldse feesten. Voor de maskerdecoratie worden nieuwe materialen en felle kleuren gebruikt.
50
– OCËANIE –
12 Uilenmasker
14 Helmmasker tatanua
Noorden van Nieuw-Ierland Ca. 1900 Hout, pigment, rotan, bast, schelp en merg van biesjes Schenking C. Hemeleers, 1925 MAS (AE.0086)
Noorden van Nieuw-Ierland Eind 19de eeuw Hout, pigment, plaaster, boombaststof, katoen, vlas en schelp Aankoop Toussaint, 1946 Bruikleen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika EO.1979.1.1370
De gedroogde biesjes bootsen de veertjes op de kop van een uil na.
Helm- en uilenmasker Het helmmasker tatanua verwijst naar de levenskracht die het lichaam bij de dood verlaat en belichaamt het mannelijke schoonheidsideaal. Deze maskers stellen voorouders voor. Ze dragen ook hun namen.
De hoofdtooi van het masker is een afspiegeling van het kapsel dat rouwende mannen droegen.
15 Masker tatanua of miteno
Het uilenmasker werd opgevoerd bij de jongensinitiatie tijdens de malanggan. De maskerdansers verbeeldden de mannelijkheid en vruchtbaarheid van het dorp. Hun dansbewegingen imiteerden de vleugelslag van de uil.
Noorden van Nieuw-Ierland Vóór 1905 Hout, pigment, boombaststof, katoen, vlas en schelp Aankoop A. Elias, 1950; transfer KMKG Bruikleen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika EO.1979.1.1371
13 Masker
De hoofdtooi van het masker is een afspiegeling van het kapsel dat rouwende mannen droegen.
Noorden van Nieuw-Ierland Ca. 1900 Hout, pigment, haar, katoen, boombaststof, vezel en schelp Schenking C. Hemeleers, 1925 MAS (AE.0089)
16 Wrijftrom livika Noorden van Nieuw-Ierland 19de eeuw Hout Ex-collectie Müller-Vanisterbeek; aankoop A. Beer, 1936; transfer KMKG Bruikleen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika EO.1979.1.1374
Het geluid leek op dat van een vogel. Om de herkomst van de muziek te verhullen, verborg de muzikant zich.
– GEEN LEVEN ZONDER DOOD –
51
Voorouders en clangeesten in de Papoeagolf
In de Papoeagolf in zuidelijk Nieuw-Guinea wonen bevolkingsgroepen die elk een eigen sculptuurstijl hadden. Ze maakten objecten voor de vooroudercultus en de initiatie, en stelden die op in mannenhuizen. Deze lange huizen zijn opgedeeld in compartimenten waar telkens een man met zijn zonen sliep. Ook de sacrale familieobjecten werden er bewaard: elke familie had eigen geesten, belichaamd door sculpturen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam deze sculptuurtraditie in het gedrang, onder invloed van het christendom en de zogeheten ‘cargo cults’ die het gebied overspoelden. Daarin staat het geloof centraal dat de voorouders vooruitgang en welvaart zullen brengen in de vorm van cargo, westerse goederen. Een cargo-leider als Tom Kabu spoorde de bevolking aan haar cultusobjecten te vernietigen en zich aan de westerse economie aan te passen. Sinds 1970 zetten diverse gemeenschappen projecten op om weer voeling te krijgen met de traditie en haar kunstvormen. 17
18 Gope-bord
Voorouderfiguur bioma
Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Hout en pigment Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 1994 MAS (AE.1994.0006)
Era-rivier, Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Hout (schors) en pigment Schenking J. Henau, 1990 MAS (AE.1990.0028)
Plankfiguur Bioma Ook plankfiguren uit hout of boombast stellen voorouders van de clan voor. Ze waren het bezit van enkele leden van het mannengenootschap en in mannenhuizen stonden ze langs de wanden. Als bemiddelaars tussen mensen en scheppingsgeesten speelden ze een rol in rituelen voor een succesvolle jacht. De hele voorstelling doet aan een skelet denken. 52
Gope-borden zijn sacrale objecten. Ze kregen een naam en werden overgeërfd van vader op zoon. Oorspronkelijk werden ze in het mannenhuis bewaard, in een schrijn gewijd aan de gezondheid, de vruchtbaarheid en het succes van de familie. De opvallende navel symboliseert de band met de voorouders. Bij recentere panelen, gemaakt voor de verkoop, ontbreekt hij: omdat er geen geesten aan te pas komen?
– OCËANIE –
19 Bromhout voor ceremonieel gebruik
22 Kanipu-masker
Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20e eeuw Hout en pigment Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 1994 MAS (AE.1994.0007)
Centraal deltagebied, Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Rotan, veer en raffia Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, 1990 MAS (AE.1990.0048.0006)
Dit hout maakt bij het ronddraaien een brommend geluid dat de stem van de voorouders vertolkt.
Het kanipu-masker verbood de consumptie van kokosnoten. Die werden opgeëist voor de initiatieceremonieën.
20 Mannengordel
Maskers van de Papoeagolf
Kerewa (?), Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Boombast en kalk Schenking Dauncey, 1937 MAS (AE.3512)
21 Kovave-maskers, waarvan één (rechts) een krokodil voorstelt Elema-district, Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Rotan en boombast Aankoop A. Beer, 1947 en aankoop A. Elias, 1950 transfer KMKG Bruiklenen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika EO.1967.63.2178 en EO.1979.1.1202
Op het strand joegen deze maskers kleine jongens schrik aan. Ze beschermden tuinen en fruitbomen.
Maskerdansen begeleidden diverse stadia van de manneninitiatie. Jonge ingewijden droegen tijdens de initiatieperiode zowel de kleinere kovavemaskers als het grote kanipu-masker. Vrouwen en kinderen mochten bij de dansen aanwezig zijn. Beide maskers hielden mensen weg bij fruitbomen of kokospalmen. De kovave-maskers stelden bosgeesten voor. Op het strand en bij tuinen maakten zij de buurt onveilig. Aan het eind van de initiatie keerden de geesten terug naar het bos en werden de maskers verbrand.
23 Houten hoofden Papoeagolf, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Hout, vezel en pigment Schenking L. Thilly, 1978 Bruikleen Koninklijk Museum voor Midden-Afrika EO.1978.62.4, EO.1978.62.6, EO.1978.62.7
Deze houten hoofden uit het gebied van de Papoegolf zijn erg zeldzaam. – GEEN LEVEN ZONDER DOOD –
53
24 Schedelrek
Filmfragmenten:
Iatmul, midden-Sepik-rivier, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Rotan, palmbladscheden, bamboe en pigment Aankoop Raw Material Processing Company, 1963 MAS (AE.1963.0013)
• Papoea Nieuw Guinea: Fotomontage van mannenhuizen. Foto's van dr. F. Füllerborn genomen tijdens de expeditie van 1909-10 © Museum für Völkerkunde, Hamburg • "Cannibal tours", Dennis O'Rourke, 1988 © Dennis O'Rourke, coproductie Institute of Papua New Guinea
Iatmul schedelrek De Iatmul, in het binnenland van Nieuw-Guinea, plaatsten in het mannenhuis of tegenover de ingang van hun woonhuis gemodelleerde schedels op rekken. Daartoe groeven ze schedels van belangrijke doden op, reinigden die en boetseerden met klei het gezicht van de overledene erop. De beschildering symboliseerde zijn sociale rang. Ook opgemodelleerde schedels van vijanden kwamen op het rek.
Montage en productie: Tempora (Isabelle van den Broeke, Tim De Bleser), 2011
Soms kregen de schedels voedsel en drank als offer, met het oog op bescherming of een gunst.
25 Opgemodelleerde schedel Iatmul, midden-Sepik-rivier, Papoea Nieuw Guinea Eerste helft 20ste eeuw Schedel, klei, plantaardig materiaal, hoofdhaar en parelmoerschelp Ruil J. Schwob, 1955 MAS (AE.1955.0018.0005)
54
– OCËANIE –
– GEEN LEVEN ZONDER DOOD –
55
OCEANIË Kopiraet / Copyright
De eilanden van Vanuatu, de voormalige Nieuwe Hebriden, zijn bekend voor hun monumentale gleuftrommen en boomvarensculpturen. De trommen werden en worden nog steeds gebruikt bij initiatierituelen binnen het mannelijk gradengenootschap (Mange) en staan symbool voor het traditionele competitieve leiderschap. Vooraanstaande dorpshoofden, Big Men, hadden het copyright op bepaalde motieven. Traditioneel worden de sculpturen en trommen na gebruik achtergelaten op de rituele site (nasara) diep in het woud. Stilaan zakken ze weg in de bodem en sterven een ‘stille dood’. Vanaf de jaren 1960-70 na de onafhankelijkheid kenden de traditionele kunstvormen een heropleving. Hoofdman Tain Mal en zijn zoon Tofor uit Fanla startten een lucratieve handel. Verschillende van hun gleuftrommen belandden in Etnografische Musea wereldwijd.
56
– OCËANIE –
26 Drie gleuftrommen (atingting)
28 Gleuftrom (atingting)
Noord Ambrym (eiland), Vanuatu, Melanesië 1960-1970 Hout Schenking C. Spinelli, 2014 MAS.0128.001-003
Noord Ambrym (eiland), Vanuatu, Melanesië 1960-1970 Hout Aankoop P. Schandevyl, 1977 MAS (AE.1977.0053)
Deze drie gleuftrommen zijn waarschijnlijk van de hand van Tofor en zijn uitverkoren sculpteur Tin Meleun. De gleuftrommen werden door de schenker ter plaatse verzameld in de jaren 1970.
De hedendaagse sculpteurs zijn het ambacht om de trom uit te hollen tot muziekinstrument grotendeels verleerd. Voor hen is de kunstige uitwerking van de hoofden vooral van tel.
29 Big Man Tofor van Fanla
27 Sculptuur (bwerang) Noord Ambrym (eiland), Vanuatu, Melanesië 20ste eeuw Boomvaren, sporen van beschildering Aankoop G. Ghesquière, 1972 MAS (AE.1972.0003.0001)
Bwerang stonden symbool voor de status van hun eigenaar en zijn positie binnen het competitieve mannengenootschap. Elke graad had zijn specifieke insignes en motieven.
Vanuatu, Melanesië eind jaren 1960 © Foto: Kal Muller
Tofor verkocht en schonk gleuftrommen aan kunsthandelaren en musea. Ook de Franse president De Gaulle en de Britse koningin Elisabeth II kregen een exemplaar als relatiegeschenk. Vanuatu was destijds een Frans-Engels condominium. Hier legt hij de laatste hand aan de beschildering van een trom.
30 Dansfestival ‘Back to my Roots’ Halhal Fantor Noord Ambrym 2009 © Foto: Hugo DeBlock
∂ – KOPIRAET / COPYRIGHT –
57
AZIË
58
58
KARMA EN WEDERGEBOORTE - IN DE INDIASE RELIGIES India is de bakermat van drie oeroude religies: hindoeïsme, boeddhisme en jainisme. Alle drie geloven ze in de wedergeboorte: na de dood leeft de geest verder in een ander lichaam. Karma, de daden uit vorige levens, bepaalt de kwaliteit van het nieuwe leven. Dat is een natuurwet. Er is dus geen god of rechter die oordeelt. Zelf de verlossing bereiken en niet meer herboren worden is het hoogste doel. Hindoes vereren veel goden, maar die verpersoonlijken aspecten van één absolute kracht: de al-ziel (brahman). Voor hen betekent de verlossing (moksha) dat de ik-ziel (atman) na de dood één wordt met deze al-ziel. Dat bereik je door yoga en meditatie. Of je kan één persoonlijke godheid vereren die voor jou de allerhoogste voorstelt. Voor jains en boeddhisten is er geen god-schepper. Zij volgen leraren die een weg naar de verlossing tonen. Wie hun vrijwel wetenschappelijke verklaring voor karma en wedergeboorte begrijpt en het juiste morele pad volgt, wordt uiteindelijk niet meer herboren.
59
De Moedergodin
De moedergodin Mahadevi, bron van leven en vruchtbaarheid, wordt in India uitgebreid vereerd. Haar cultus is oeroud en inheems, en haar vele voorstellingen tonen het Indische schoonheidsideaal: volle borsten, bolle buik, brede heupen en smalle taille. Mahadevi wordt ook vereerd als partner van de goden. Dan wordt zij een Shakti genoemd: de vrouwelijke kracht en energie. Net zoals van de god Shiva zijn er ook van Mahadevi afschrikwekkende voorstellingen, zoals Kali of Durga. In die gedaanten heeft zij een beschermende functie. 1 Woudnimf (yakshi) Noord-India 200-100 v. Chr. Aardewerk Schenking Stichting Antiquairs Antwerpen, 2001 MAS (AE.2001.0038)
De voorstelling van de moedergodin Mahadevi gaat terug op die van de yakshi, vrouwelijke natuurgeesten.
2 Gaja-Lakshmi
Noord-India Gupta-periode, 500-600 Aardewerk Aankoop Marcel Nies, 2007 MAS (AE.2007.0023.0001)
Twee olifanten besprenkelen de geluksgodin met zuiverend water.
60
3 Mahisasuramardini, doodster van de buffeldemon India Begin 19de eeuw Brons Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1990 MAS (AE.1990.0032.0010)
4 Chamunda Tamil Nadu, Zuid-India Ca. 1200 Graniet Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1992 MAS (AE.1992.0022)
Chamunda, de afschrikwekkende Chamunda is Shiva's echtgenote in een afschrikwekkende vorm. Met een drietand doodt zij de demonen Chanda en Munda. Ze is voorgesteld als een jonge rondborstige godin met
– AZIË –
vlammend haar, uitpuilende ogen en lange hoektanden. In haar rechteroorlel draagt ze een kinderlijkje. Slangensnoeren omgeven haar borsten en schedeltjes vormen haar halssnoer. De almachtige en woeste Chamunda is toch geliefd, omdat ze het kwaad bestrijdt. Net om dat te kunnen ziet ze er afschrikwekkend uit.
5 Ganesha Java, Indonesië 12de eeuw Grijze lavasteen Aankoop Walter Tamm, 1963 MAS (AE.1963.0062.0001)
Ganesha, de geluksbrenger Ganesha, de bijzonder populaire godheid met het olifantenhoofd, wordt vooral vereerd omdat hij hindernissen wegruimt. Hij brengt wijsheid en geluk. Vandaar dat mensen hem bij het begin van elke onderneming aanroepen. Ganesha draagt altijd een gebedssnoer, een prikhaak en een kommetje met snoep. Hij heeft een afgebroken slagtand. Die verloor hij bij een gevecht. Een te ijverige eigenaar heeft in dit beeld de slagtand gerestaureerd.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
61
Shiva, vernietiger en vernieuwer
De hindoegod Shiva is zowel vernietiger als herschepper van de wereld. Hij verenigt in zich alle tegenpolen tot een grote eenheid: mannelijk en vrouwelijk, vriendelijk en woest, genot en onthouding, schepping en vernietiging, leven en dood. Zijn vele namen en gedaanten verwijzen daarnaar. Zijn dubbele natuur blijkt vooral uit de krachtige dans die hij steeds opnieuw uitvoert aan het einde van een wereldperiode. In een cirkel van vuur vernietigt hij daarbij de wereld, maar uit dezelfde energie ontstaat een nieuwe wereld. In zijn haren vangt hij ook het water van de heilige Ganges op, een bron van leven. Shiva wordt afgebeeld als een minzame jongeman met lange, opgestoken haren. Zijn vele armen wijzen op zijn bovennatuurlijke kracht. Hij kan er ook woest uitzien, of als een asceet. Maar de meest vereerde voorstelling is die als lingam of fallus, symbool van kracht en vruchtbaarheid. 6 Naga-lingam
8 Mukha-lingam
Maharashtra, India 19de eeuw Brons Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1990 MAS (AE.1990.0032.0008)
Noord-India Post-Gupta-stijl, ca. 800 Zandsteen Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1990 MAS (AE.1990.0032.0020)
Slangen (naga) verwijzen naar vruchtbaarheid en erotiek.
Mukha-lingam, gelaat en fallus
7 Svayambhu-lingam Noord-India Midden 20ste eeuw Steen Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1990 MAS (AE.1990.0049.0001)
De fallusvormige kei is uit zichzelf ontstaan (svayam-bhu) door erosie in een rivier. 62
De lingam of fallus is Shiva's oudste voorstelling. Het mannelijk geslacht symboliseert vruchtbaarheid en potentie. Het staat vaak op een waterbekken: deze levensbron stelt het vrouwelijk geslacht of yoni voor. Lingams worden vereerd met bloemen en fruit, en met melk en honing overgoten. Dit tempelbeeld - dat tegelijk de as van de wereld voorstelt - heeft een afgeronde top met Shiva's gelaat
– AZIË –
(mukha). Gelaat en geslacht verenigen het geestelijke en het lichamelijke.
11 Shiva Bhiksatana
9 Shiva Chandrashekar
Zuid-India 19de eeuw Hout Aankoop Galerij Dorekens, 1960 MAS (AE.1960.0028.0001)
Zuid-India Chola-periode, 12de eeuw Brons Aankoop Marcel Nies, 2004 MAS (AE.2004.0048.0001)
Op dit paneel doolt de schrikwekkende Shiva rond.
Op dit processiebeeld van Shiva prijkt in de hoofdtooi (shekar) de maan (chandra).
12 Brahma
10 Shiva Virabhadra
Oost-India Pala-periode, 11de eeuw Basalt Aankoop Marcel Nies, 2005 MAS (AE.2005.0037.0001)
India 19de eeuw Brons Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1990 MAS (AE.1990.0032.0006)
Sati en de weduweverbranding Vroeger lieten hindoevrouwen zich levend mee verbranden als hun overleden man werd gecremeerd. Deze bronzen plaquette verklaart dat gebruik. Shiva, in zijn schrikwekkende gedaante Virabhadra, draagt steekwapens, een schild en een krans van afgehakte hoofden. Onderaan links staat zijn echtgenote Sati en rechts haar vader Daksha, met ramskop. Het tafereel verwijst naar de mythe waarin Shiva Daksha's hoofd afhakt. Daarop springt Sati ontdaan in het vuur en sterft.
Brahma, de schepper Brahma is de mythische schepper of bouwmeester van het universum. Samen met Shiva en Vishnoe vormt hij een zogenaamde drie-eenheid. Zij vertegenwoordigen het kosmische proces van scheppen, bewaren en vernietigen. Brahma heeft vier hoofden die symbool staan voor de vier heilige boeken, de Veda's. In zijn handen draagt hij een scepter, een vierkante offerlepel, een gebedssnoer en een waterkruik. Hij zit op een lotus en zijn rijdier is een gans.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
63
Vishnoe, de behoeder
De hindoegod Vishnoe is de behoeder van de mensheid. Hij laat het goede winnen van het kwade en bezit de kracht om het universum in stand te houden. Als de orde in de wereld verstoord wordt, komt hij op de aarde om haar te behoeden voor verval. Vishnoe heeft veel verschijningsvormen. In het heilige boek Bhagavadgita verkondigt hij in de gedaante van Krishna de plichten van de hindoes. Volgens hem hoeven mensen de dood niet te vrezen: alleen het lichaam sterft, niet de geest. Hij roept op onbaatzuchtig te handelen en de geest liefdevol aan hem toe te wijden. Vishnoe is een zachtaardige godheid. Zijn huidskleur is blauw, hij draagt een hoge kroon en zijn vier handen tonen vier belangrijke emblemen: een wiel dat de zonneschijf voorstelt, een schelphoorn, een lotusbloem en een strijdknots. Zijn gemalin, Lakshmi, is de godin van rijkdom en geluk.
13 Vishnoe Bangladesh Pala-periode, 12de eeuw Basalt Aankoop A. Haeck, 2004 MAS (AE.2004.0013.0001)
Vishnoe schrijdt in drie passen door het heelal. Onderaan zijn de godinnen Lakshmi en Sarasvati afgebeeld.
14 Reeks miniaturen met avatars van Vishnoe Rajasthan, India 19de eeuw Schildering op papier Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 2002 Aankoop Theo Van der Veken, 2002 MAS (AE.2002.0019.0001, AE.2002.0018.0001 t.e.m. 0005, AE.2002.0019.0002)
• Matsya, de vis-avatar en de mythe van de zondvloed • Kurma, de schildpad-avatar en het karnen van de oceaan (recto) • Varaha, de everzwijn-avatar en de redding van moeder aarde (verso in facsimile) 64
– AZIË –
• Narasimha, de man-leeuw • Vamana, de dwerg • Rama, de held uit het Ramayana-epos • Krishna, de koeherder • Kalkin, de man op het paard, de toekomstige avatar
Avatars Vishnoe wordt vaak afgebeeld in tien incarnaties of avatars. 'Avatar' is Sanskriet voor 'neerdaling'. Iedere keer als de wereld in gevaar is, daalt Vishnoe als held of dier op aarde neer om de orde te bewaren. Hij verscheen al negenmaal en zal nog een tiende keer neerdalen. Sommigen voegen nog avatars toe. In deze reeks miniaturen ontbreken de zesde (Parasurama) en de negende (Boeddha) avatar. De bekendste avatars zijn Krishna en Rama.
15 Tempeldoek met Krishna Nathdvara Rajasthan, India Begin 20ste eeuw Gouache op doek Aankoop All India Handicrafts Board, 1964 MAS (AE.1964.0021.0006)
16 Matsya, eerste avatar van Vishnoe India Tweede helft 19de eeuw Hout Aankoop Galerij Dorekens, 1960 MAS (AE.1960.0028.0002)
Op dit paneel van een processiewagen is Vishnoe afgebeeld als vis.
17 Narasimha, man/leeuw-avatar van Vishnoe Noord-India Gupta-periode, 400-600 Zandsteen Aankoop Marcel Nies, 2007 MAS (AE.2007.0023.0002)
Deze rode steensoort werd veel gebruikt voor forten en paleizen. Hij kleurt ook de MAS-gevels.
18 3 schuiven met handelswaar: Hedendaagse producten met godenafbeeldingen
Centraal staat Krishna die de berg Govardhana optilt. Eromheen zijn de 24 feesten ter ere van Krishna afgebeeld.
India 2009 Schenking Chris De Lauwer, 2018 MAS.0257.001 tot MAS.0257.008
Krishna, de koeherder
Goden in soaps
Krishna, de verleidelijke koeherder, is een zeer populaire godheid. Er bestaan tal van mythen en verhalen over zijn baby- en kinderjaren. Als fluit spelende jongeling stoeit en danst hij met de herdersmeisjes.
Hindoes leven met en tussen de goden en helden, die levendig worden vereerd. Kinderen groeien op met de mythes. De verhalen en afbeeldingen duiken op in hedendaagse stripverhalen, films en soapseries. Ook in het westen zijn ze populair, bijvoorbeeld als beeld op een commercieel product.
Hun verliefdheid staat symbool voor het verlangen naar God, hun rondedans voor de vereniging met de Al-ziel.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
65
Films • Rath Yatra, festival ter ere van de
Hindoe god Krishna. Georganiseerd door de ISKCON Hare Krishna beweging en de Stad Antwerpen. Antwerpen, 19 juni 2010 Productie en montage © MAS en Tempora
• Ganesh Caturthi, festival ter ere
van de Hindoe god Ganesha. Georganiseerd door de Indische gemeenschap en de Stad Antwerpen. Antwerpen, september 2009 Productie en montage © FilmNatie, België
66
– AZIË –
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
67
Jainisme: niet doden van alles wat leeft
Het jainisme is een van India’s oudste religies. Het sluit aan bij het animisme: alles in de natuur heeft een ziel. Behalve mensen, dieren en planten beschouwen jains ook de vier elementen als levende wezens: aarde, water, vuur en lucht. Niets daarvan mag worden geschaad. Jains zijn dan ook absoluut geweldloos en hebben een groot ecologisch bewustzijn. Jains volgen het voorbeeld van 24 jina’s. Zij konden zich verlossen uit de kringloop van wedergeboorte. Hun leer omschrijft zeer precies hoe elk levend wezen een ziel heeft waar een stoffelijk lichaam aan vastkleeft. Door een streng ascetisch leven kunnen mensen hun ziel zuiveren en na de dood de verlossing bereiken, een toestand van eeuwige gelukzaligheid. Het jainisme verbiedt alle beroepen die de natuur schaden. Zij zijn vooral bekend als diamanthandelaars. Die activiteit bracht heel wat Indiase jainfamilies naar Noord-Amerika en Europa, ook naar Antwerpen. De 24 jina’s Jains vereren 24 jina’s, prinsen die hun luxueuze leven inruilden voor een leven als rondtrekkende monnik. Na lang vasten en mediteren bereikten zij de alwetendheid en na hun dood de verlossing: ze werden niet meer herboren. Jina betekent dan ook ‘geestelijke overwinnaar’. Jina’s worden ook tirthankara’s of bruggenbouwers genoemd. Ze helpen mensen om de kloof tussen leven en dood te overbruggen. De meeste jina’s leefden in een ver verleden. De laatste twee in de reeks, Parshva en Mahavira, zijn historische figuren, respectievelijk uit de 9de en 6de eeuw voor onze tijdrekening. Mahavira wordt als de stichter van het jainisme beschouwd, maar hij hervormde slechts een toen al oude leer. Jains stellen de tijd voor als een wiel dat een eeuwig op- en neergaande beweging maakt. Die staat voor opeenvolgende tijdperken van voor- en tegenspoed. In elk tijdperk verschijnen de 24 jina’s eenmaal, als grote leraren.
68
– AZIË –
19 Drie staande jina's
22 Parshva
Gujarat, Noord-India Gedateerd 1447 Brons Aankoop Ronny De Jonghe, 2004 MAS (AE.2004.0047.0001)
Uttar-Pradesh, Noord-India 10de eeuw Zandsteen MAS (AE.1997.0021)
Jina's zijn vaak naakt, lees: vrij van wereldse zaken. Beeldjes zoals dit zijn meestal schenkingen aan een tempel.
20 Parshvanath tritirthi Rajasthan, India Gedateerd 1063 Brons Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1998 MAS (AE.1998.0046)
Aan de zijde van Parshva staan twee andere jina's, twee dienaars en twee beschermgoden (yaksha en yakshi).
Een zevenkoppige mythische slang beschermt Parshva tegen stortregens tijdens zijn meditatie.
Parshva en co In de kunst zien alle jina's er identiek uit. Ze staan immers voor perfectie. Wel heeft elke jina een eigen embleem, dat meestal op de sokkel wordt afgebeeld. Parshva, de 23ste tirthankara, is herkenbaar aan de cobra. Jina's worden altijd voorgesteld met kleine krullen op hun hoofd en lange oorlellen. Hun ogen staan wijd open en op hun borst prijkt een bloem- of ruitvormig juweel. Zij zitten of staan in meditatie.
21 Samovasarana, prediking van Mahavira Rajasthan, India Eind 18de eeuw Gouache op doek Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1997 MAS (AE.1997.0029)
Mahavira predikt voor monniken en nonnen, lekenmannen en -vrouwen. De dieren rondom zitten vreedzaam naast hun prooi. Aan de zijde van Parshva staan twee andere jina's, twee dienaars en twee beschermgoden (yaksha en yakshi).
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
69
Een drievoudige wereld
Volgens het jainisme is het universum een eeuwige, oneindige en lege ruimte met in het centrum een bewoonde wereld die uit drie delen bestaat: een bovenwereld met goddelijke wezens, een middenwereld voor mensen, dieren en planten, en een onderwereld waar hellewezens wonen. Boven de drieledige wereld is het oord van de verloste zielen. Het heeft de vorm van een maansikkel. Levende wezens, ook de goden, zijn sterfelijk en worden eindeloos herboren in een van de drie werelden. Waar en hoe, dat hangt af van hun daden voordien. Telkens als iemand denkt, spreekt of handelt, zetten zich stofdeeltjes vast op zijn oorspronkelijk zuivere ziel. Hoe meer geweld er met een gedachte of daad gepaard gaat, hoe meer stof er op de ziel terechtkomt. En hoe meer zielenstof, hoe lager de wereld en de levensvorm waarin men terugkeert. Strenge ascese zuivert de ziel tot een toestand van perfectie. Dit verlost haar uit de werelden van hergeboorte. Alleen een mens kan dit stadium bereiken.
23 Lokapurusha, de kosmische man West-India 16de eeuw Gouache op papier Aankoop Robert Mulder, 2004 MAS (AE.2004.0046.0001)
Dit kosmogram stelt de boven-, midden- en onderwereld voor.
24 Adhai-dvipa pata, kosmogram met de middenwereld Rajasthan, India 16de-17de eeuw Gouache op doek MAS (AE.1991.0035) 70
De middenwereld Dit is de middenwereld van mensen en dieren. De centrale schijf is het continent van de roosappelboom, met in het midden de berg Meru. Het wordt omringd door cirkelvormige oceanen en continenten. De gele lijnen zijn bergketens, waaruit grijsblauwe rivieren ontspringen. De twee hoornvormige rivieren in het Himalayagebergte, onderaan, zijn de Indus en de Ganges. Daartussen ligt India. Alleen vanuit dit gebied kunnen mensen de verlossing bereiken.
– AZIË –
25 Folteringen in de jain-hellen
27 Manuscripthouder
India 19de eeuw Gouache op papier Aankoop Aryan B.N., 2002 MAS (AE.2002.0020.0001 en AE.2002.0020.0002)
India 19de eeuw Canvas op karton Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1997 MAS (AE.1997.0061.0001)
26 Folio's uit de Kalpasutra
De acht gelukssymbolen: swastika, doos, borstjuweel, troon, spiegel, kruik, vissenpaar en oneindige knoop.
Noord-India 1450-1500 Gouache op papier Aankoop Alfred Jacobsen, 2001 MAS (AE.2001.0041.0001 en AE.2001.0041.0002)
Op het eerste manuscript staat Adinath die wordt gekroond, op het tweede Mahavira. De witte maansikkel waarop hij zit, symboliseert de verlossing.
Manuscripten met swastika’s Jaintempels bezitten een schat aan handschriften, langwerpige bladen bijeengehouden tussen twee plankjes. Ze werden vaak verlucht met miniaturen. Gelijkaardige versieringen staan ook op de manuscripthouder waarin de bladen werden geplaatst bij het lezen.
28 Boekomslag Rajasthan, India 19de eeuw Beschilderd hout Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1997 MAS (AE.1997.0061.0002)
Te zien zijn de veertien voorspellende dromen die de zwangere moeder van Mahavira kreeg.
Veelgebruikte afbeeldingen waren de acht gelukstekens, waaronder de swastika. Dit eeuwenoude Indiase gelukssymbool stelt bij de jains de vier vormen van wedergeboorte voor: als mens, dier, goddelijk wezen of hellewezen.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
71
Monniken en leken
Jains verlossen hun ziel dankzij de juiste kennis, het juiste geloof en het juiste gedrag: de drie juwelen. Zij leven vijf geboden na: niet doden, niet stelen, niet liegen, geen onkuisheid plegen en niet gehecht zijn aan bezittingen. Voor de leken onder de jains zijn dit slechts richtlijnen die ze naar eer en geweten volgen. Zij vermijden vooral het opzettelijk doden. Daarom zijn houtkap, visvangst en slachting verboden. Jains eten geen vlees, vis of eieren, en ook geen knolgewassen omdat die veel levenselementen bevatten. Om de verlossing te bereiken moeten jains eerst monnik of non worden. Deze mensen volgen de regels tot in het extreme. Zij vermijden ook onopzettelijk doden. Zo dragen ze een monddoekje om geen insecten in te ademen. Waar ze stappen, verwijderen ze alle diertjes met een kwast. Ze bezitten niets, trekken voortdurend rond en koken niet. Vasten is de beste manier om levens te sparen en de eigen ziel te zuiveren. 29 Siddhapratima, de verloste ziel India 20ste eeuw Brons Aankoop in situ door Chris De Lauwer, 2010 MAS.0019.0001
30 Tempelbeeld van een schenkerbouwheer Gujarat, Noord-India 12de eeuw Marmer Aankoop Marcel Nies, 2000 MAS (AE.2000.0206)
Financiers van de bouw van een tempel werden afgebeeld op de tempelwand.
72
– AZIË –
31 6 Shatrunjaya tirthapata Gujarat, Noord-India 1800 Gouache op doek Aankoop Lempertz, 1997 MAS (AE.1997.0060)
Dit cartografische beeld toont het jainistische bedevaartsoord op de berg Shatrunjaya in Palitana, Gujarat.
6
Bedevaartsdoek Dit bedevaartsdoek toont het tempelcomplex op de berg Shatrunjaya. De centrale tempel is gewijd aan Adinath, de eerste jina. Een slingerpad, vol pelgrims, loopt naar de top van de berg. De gekleurde schubben geven het oneffen terrein weer, bevolkt door monniken en dieren. In de witte halve bol, bovenaan, ligt een dode monnik. Hij stierf hier de vastendood en bereikte het oord van verloste zielen, dat eruitziet als een maansikkel of een witgouden omgekeerde paraplu.
Reflecties bij het bedevaartsdoek
Ter nagedachtenis van Chris De Lauwer van 2011 tot 2018 curator en conservator van de Azië collectie MAS. Chris De Lauwer (Kanpur, India 1955 - Antwerpen 2018) was een autoriteit op vlak van de studie van het Jainisme. Dat maakte haar zeer gerespecteerd bij de Jain-gemeenschap in Antwerpen. Ze kreeg het voorrecht te gidsen in de Jain-tempel in Wilrijk. Daar nam Chris deel aan alle rituelen en feesten en documenteerde deze ook uitvoerig. Binnen de Jainistische traditie neemt het tempelcomplex op de berg Shatrunjaya in Palitana (deelstaat Gujarat, India) een belangrijke plaats in. Samen met haar man, Jan Van Alphen, voormalig Azië-conservator en directeur van het Etnografisch Museum Antwerpen en hun toen tweejarige zoontje, bezocht Chris het pelgrimsoord in 1986. In 2014 deed Chris de tocht naar de berg nog eens over met een filmploeg. In opdracht van het MAS en met de steun van de Antwerpse Jain-gemeenschap (Jain Cultural Centre Antwerp), maakte zij de reportage die hier wordt getoond. De rolschildering, een vogelperspectief op het heiligdom en zijn talrijke tempels, is een mooie metafoor voor de levensloop en professionele loopbaan van Chris: de moeizame beklimming van het steile wentelende pad, de zuiverheid van de vele tempels in wit marmer, de betrachting naar loutering en het verwerven van goed karma, het streven naar gelijkmoedigheid en mededogen voor alle levensvormen.... Het zijn allemaal idealen die Chris in stilte voor ogen had. De schildering illustreert de hechte band van Chris met de Jainistische levensopvatting, haar academische achtergrond en is tegelijk een voorbeeld van haar zeer persoonlijke inbreng in de museale werking van het MAS. Het werk heeft bovendien een bijzondere betekenis voor het gezin dat Chris achterlaat. Voor bijkomende informatie: Chris DE LAUWER in: “De Trap naar de Verlossing: 2500 jaar kunst en religie van het Jainisme.” (Jan Van Alphen, red.), Etnografisch Museum, Antwerpen, 2000, p.128-131
∂
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
73
32 Monddoekje en bezem
34 Vliegenkwast
India 20ste eeuw Katoen, hout Schenking Lalit Kumar, 2000 MAS (AE.2000.0596, AE.2000.0578)
India 20ste eeuw Zilver en yakstaart Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 2001 MAS (AE.2001.0021.0005)
33 Samovasaran-toren
Bij het vereren van beelden zwaait men uit respect met een vliegenkwast.
India 20ste eeuw Zilver, brons en spiegelglas Schenking De Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 2001 MAS (AE.2001.0021.0001.1-2/2)
Tijdens rituelen spiegelen jains zich letterlijk aan het ideaal van de jina.
Het dagelijkse gebed Een jain mediteert dagelijks 48 minuten. Hij bidt niet tot een god maar tot vijf hoogstaande menselijke wezens. Het gebed herinnert hem eraan dat je alleen als mens de verlossing kunt bereiken. Het luidt: "Eer aan de alwetenden. Eer aan de verloste zielen. Eer aan de monnikenleiders. Eer aan de leermeesters. Eer aan alle jainmonniken in de wereld." Deze magische mantra wordt vaak afgebeeld op een diagram in de vorm van een open lotusbloem.
74
35 Siddhachakra, cirkel van de verloste West-India 18de eeuw Gouache op katoen Aankoop Paul De Smedt, 2001 MAS (AE.2001.0022)
Dit diagram is een geheugensteun bij het dagelijkse gebed.
Film • De jains in Antwerpen; het bouwen en het inwijden van de jain-tempel. Wilrijk, 2010 Productie en montage © FilmNatie (Renaat Lambeets, Kristel Dotremont, Dirk Dumon) in samenwerking met Chris De Lauwer
– AZIË –
De jain gemeenschap in Antwerpen In Antwerpen wonen ongeveer 400 jain-families. Zij komen vooral uit de westelijke deelstaat Gujarat en zijn hier voor de diamanthandel. Zowat negentig procent van de Indiase diamantairs is jain. Hun aandeel in de sector overtreft momenteel dat van de Joodse gemeenschap. Om te tonen dat ze niet gehecht zijn aan het materiële, schenken jaïnisten geregeld geld weg, bijvoorbeeld aan liefdadigheid, de oprichting van een dierenasiel of de
bouw van een tempel. De indrukwekkende jaintempel in Wilrijk werd opgetrokken met schenkingen van de gemeenschap. In een tempel werken mensen aan hun zielenheil. Ze mediteren er en spiegelen zich aan het ideaal van de jina's. Er is geen vaste dag in de week voor een gemeenschappelijke eredienst. Op feestdagen is die er wel. Paryushana is het belangrijkste jainfeest. Het is een tijd van bezinning, vasten en vergiffenis vragen voor het kwaad dat men anderen heeft aangedaan, bewust of onbewust.
∂ 36 Het spel 'Slangen en ladders' India 2006 Schildering op papier Schenking Ratna Nidhi Charitable Trust, 2007 MAS (AE.2007.0016.0002)
De tekst en afbeeldingen verwijzen naar gedragsregels in het jainisme.
Slangen en ladders Dit is een eeuwenoud gezelschapsspel. Op een bord met honderd vakjes staan slangen en ladders. De spelers gooien om beurten met een dobbelsteen en proberen zo vlug mogelijk het bovenste vakje te bereiken. Wie bij een ladder komt, mag klimmen. Bij een slangenkop zak je naar de staart. In de kloostervariant verwijzen de ladders naar goede daden, de slangen naar slechte. De winnaar komt gelukzalig in de hemelwereld.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
75
Boeddhisme, de weg naar het nirwana
Het boeddhisme dankt zijn naam aan Siddharta Gautama, een Indiase prins die zijn volgelingen later de Boeddha - ‘ontwaakte’ of ‘verlichte’noemden. Hij leefde in de 6de eeuw voor Christus en kantte zich tegen het kastensysteem, de godenverering en de offerpraktijken van zijn tijd. Hij zocht een manier om te ontsnappen aan het lijden en uit de kringloop van wedergeboorten. Hartstocht en begeerte: dat zijn volgens de Boeddha de grootste oorzaken van het lijden. Wereldse dingen belangrijk vinden leidt tot wedergeboorte. Door integendeel onthecht en vreedzaam te leven, bouwt de boeddhist een goed karma op, de som van zijn daden. Dat neemt hij elke keer mee naar een volgend leven. Als het karma blijft verbeteren, kun je door de juiste meditatie en concentratie de verlichting bereiken. Dan ga je na de dood op in het nirwana, het oneindige niets, en word je niet meer herboren. Je bent verlost uit de kringloop van wedergeboorten. Het boeddhisme is de meest verspreide religie in Azië. Het had een grote invloed op de kunst en cultuur. De historische Boeddha Siddhartha Gautama werd in 566 voor Christus geboren. Als zoon van een lokale vorst in Noordoost-India leidde hij een prinselijk leven. Al snel vond hij dat leeg en nutteloos. Vier ontmoetingen veroorzaakten volgens de legende een omslag in zijn leven. Achtereenvolgens kwam hij een oude man tegen, en zag hij een zieke en een dode. Hun lijden trof hem. Na een ontmoeting met een asceet liet hij het paleis en de luxe achter zich en leefde voortaan onthecht en in meditatie. Na zes jaar bereikte hij de verlichting, het hoogste inzicht, en op 80-jarige leeftijd ging hij op in het nirwana.
76
– AZIË –
De Boeddha wordt zittend in meditatie, liggend of staand afgebeeld. Hij draagt een monnikspij die een schouder bloot laat, en heeft enkele vaste kenmerken: uitgerekte oorlellen, een haarplukje tussen de ogen, kleine krulletjes en een ushnisa ‘wijsheidsbuil’. Elk beeld maakt een symbolisch handgebaar. Het bekendste is het geruststellende abhaya-mudra of ‘wees niet bevreesd’.
37 Boeddha Sakyamuni
39 Het nirwana van de Boeddha
Nagapattinam, Zuid-India Vijayanagar-periode, 14de eeuw Brons Aankoop Marcel Nies, 2001 MAS (AE.2001.0001.0001.1-2/2)
Het nirwana van de Boeddha Oost-India Vroege Pala-periode, ca. 800 Graniet Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1995 MAS (AE.1995.0002.0002)
In deze stijl vervangt de vlam de wijsheidsbuil als symbool voor Boeddha's bovenmenselijke kennis.
38 Boeddha Sakyamuni
Leerlingen omringen de stervende Boeddha. Bijzonder is de éne figuur met de rug naar het publiek.
Oost-India Pala-periode, 11de-12de eeuw Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1994 MAS (AE.1994.0009)
Links en rechts van Boeddha's hoofd staat een stoepa, een grafmonument en symbool van het nirwana.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
77
Filosofie of godsdienst?
Het boeddhisme heeft twee grote stromingen: het Hinayana of ‘kleine voertuig’ en het Mahayana of ‘grote voertuig’. Hinayana-boeddhisten beschouwen de Boeddha als een filosoof-leraar. Zij volgen zijn voorbeeld en streven als individu hun eigen nirwana na door studie en meditatie. Weinigen slagen daarin. Mahayana-boeddhisten zien Boeddha als een godheid die geregeld op aarde verschijnt als helpende figuur. Zij willen dat de mensheid als geheel de weg naar de verlichting vindt, en ze beleven het boeddhisme als een godsdienst. Ze vereren verschillende goddelijke boeddha’s en ook bodhisattva’s, heiligen die de verlichting hebben bereikt maar uit medelijden hun nirwana uitstellen: zij willen iedereen die nog niet verlicht is tot inzicht brengen. De bekendste is Avalokiteshvara, de mededogende. Bodhisattva’s worden afgebeeld als prinsen met een mooi gewaad en juwelen. De vroegste voorstellingen komen uit Gandhara, in het huidige Pakistan. Alexander de Grote trok door dit gebied, vandaar Griekse stijlkenmerken als sandalen en gedrapeerde gewaden.
40 Gekroonde Boeddha Sakyamuni Mandalay, Myanmar (Birma) Ca. 1850 Hout, lak, bladgoud en glas Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1984 MAS (AE.1984.0013.0001)
De vlammen aan de armen symboliseren de kennis die de Boeddha uitstraalt.
zoals de traditie het wil. Hij is integendeel rijkelijk getooid met een kroon en veel juwelen. Dit gebruik werd vanaf de 18de eeuw populair in Birma en Thailand. Het benadrukt de prinselijke afkomst van de Boeddha. De Boeddha raakt met een hand de aarde aan. Zo roept hij haar aan als getuige van zijn verdiensten in vorige levens.
Een rijkelijk getooide Boeddha Deze goudgelakte, mediterende Boeddha is geen sobere monnik,
78
– AZIË –
41 Kwan Yin China 14de eeuw Polychroom hout Schenking M. Vanden Bosch, 1957 MAS (AE.1957.0011.0001)
Kwan Yin is een populaire Chinese vorm van de bodhisattva Avalokiteshvara, de mededogende.
42 Bodhisattva Maitreya, de toekomstboeddha Gandhara, Afghanistan-Pakistan 100-300 v. Chr. Leisteen Aankoop Marcel Nies, 2002 MAS (AE.2002.0009.0001)
Maitreya is een boeddha die in de toekomst de vergeten leer weer aan de wereld zal verkondigen.
43 Bodhisattva Maitreya, de toekomstboeddha Anuradhapura, Sri Lanka 600-800 Brons met sporen van vergulding Aankoop Marcel Nies, 2004 MAS (AE.2004.0002.0001)
Dit meesterwerkje werd in Borneo gevonden, een bewijs dat er in de 7de eeuw reeds export was van boeddhistische kunst naar Zuidoost-Azië.
44 Reeks schilderingen over de Sarvavid Vairocana-mandala Wangzimiao, Jehol, China Tweede helft 18de eeuw Gouache op papier Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1977 MAS (AE.1977.0026.1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 14, 29, 43, 45, 52)
1. Maya droomt van een witte olifant, een voorteken dat zij Boeddha ter wereld zal brengen. 2. De geboorte van prins Siddharta Gautama, de latere Boeddha. 3. De opgroeiende prins krijgt les en leert paardrijden en boogschieten. 4. De prins ontmoet een oude man, een zieke, een dode en een asceet. 5. Prins Gautama verlaat het paleis op zoek naar de waarheid. In het woud bereikt hij de verlichting. 6. Boeddha bevindt zich in het midden, links een boek met zijn leer, rechts een mandala. 7. Hoogtepunt in de meditatie: uit de vingertoppen van de mediterende ontspringen lichtbundels die een witte volle maan worden, symbool van de leegheid. Hieruit krijgt alles gestalte. 8. De mediterende is omgeven door op gouden cirkels geschreven mantra's. De kracht van deze spreuken ruimt de hindernissen weg bij de meditatie. 9. Uit het hart van de mediterende ontspringt een lichtbundel waarin de vierhoofdige Vairocana zichtbaar wordt.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
79
10. Uit de hartstreek van de mediterende straalt een wit licht met symbolisch geladen tekens. De veelkleurige lichtbundel stelt Vairocana voor. 11. In lichtbundels boven het hoofd van de mediterende verschijnen de vijf hemelse boeddha's. 12. De mediterende heeft het inzicht bereikt, het hoogst doel dat de leegte is, tegelijk oorsprong en doel van alles. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Hulp bij de meditatie Deze miniaturen komen uit een reeks van 54. Samen vormen ze een leidraad bij de meditatie op een mandala, een voorstelling van de kosmos waarin de goddelijke boeddha Vairocana centraal staat. De afbeeldingen tonen wat de mediterende in gedachten opbouwt. Hij concentreert zich eerst op het leven van de Boeddha, zuivert zijn geest van storende gedachten en komt tot rust. Daarna visualiseert hij stap voor stap verschillende aspecten van het goddelijke. Zo bereikt hij een hoger bewustzijn waarin hij ten slotte één wordt met Vairocana. Een meditatieproces wordt zelden of nooit afgebeeld. Dat maakt deze reeks uniek. De Vlaamse paterscheutist Rafaël Verbois bracht ze in 1923 mee uit Oost-Mongolië.
80
– AZIË –
Boeddhisme in Japan
45 Kannon Bosatsu
Het lichaam als omhulsel
Japan 16de-17de eeuw Hout en goudlak Aankoop Georges Giroux, 1917 MAS (AE.4822)
Deze prinselijke figuur zit op een lotustroon, wat op zijn goddelijke status wijst. Hij houdt een schriftrol in zijn linkerhand.
Begeleider van gestorven kinderen Kannon Bosatsu is de Japanse versie van Avalokiteshvara, de bodhisattva van het medelijden. Sinds de 16de eeuw is Jizo een van zijn verschijningsvormen. Hij is een erg populaire godheid in Japan. Vooral zwangere vrouwen en reizigers komen bij hem voor bescherming. Jizo begeleidt de zielen van gestorven kinderen om de weg naar de dodenwereld te vinden en een betere wedergeboorte te krijgen.
Deze 'negen overdenkingen' tonen een mooie prinses in vol ornaat en vervolgens de ontbinding van haar dode lichaam. Uiteindelijk blijft er niets over. De boodschap luidt: het lichaam is slechts een tijdelijk omhulsel, alleen de geest blijft en wordt herboren in een nieuwe vorm. Samen met de Chinese verzen ondersteunden deze illustraties de meditatie van monniken die hun aardse verlangens wilden verdrijven. Dit topstuk is een van de oudste in zijn soort. De zevende prent ontbreekt.
46 Negen overdenkingen over de onreinheid van het lichaam Kinugasa Morishige Japan 1670-1680 Papierschildering Legaat Max Elskamp, 1932 MAS (AE.4552.1-20/20)
De negen gedichten zijn in het klassieke Chinees gesteld, de epiloog in het Japans. Ze zijn in het Nederlands vertaald door Charles Willemen. – KARMA EN WEDERGEBOORTE –
81
Eerste overdenking
blauwe kleur. Plots vloeit etterachtig bloed. Het doet haar ingewanden rotten.
“Haar alledaagse kleur was verbleekt tijdens haar ziekte en haar geurige lichaam, als het ware ingeslapen, heeft het uitzicht van iemand die pas gestorven is. Geliefden en vrienden van weleer zijn achtergebleven en zijn hier nog, maar waar is haar ziel ‘s avonds heengevlogen?
De wereld is onbestendig en verschijnt en verdwijnt als de zon. Het lichaam is onrein. Dat wordt nu duidelijk. Van hieruit zijn verwanten en vrienden de leegte ingegaan. De suizende windvlagen en de koele bries lijken om kleding te vragen.”
Pas gestorven
Men ziet bloemen die opeens verwelken tijdens de derde maand van de lente. Het blad van het leven valt gemakkelijk op een moment in de herfst. Hoge leeftijd en jeugd hebben geen vaste grenzen. Wat later en wat vroeger komt, is moeilijk te ontkomen, snel of traag.”
Tweede overdenking De opgezwollen buik
“De naam noemen van de pas afgestorvene met opgezwollen buik is moeilijk. Slechts na zeven dagen verschijnt hij. Haar roze gelaat wordt vaal en verliest zijn schoonheid. Eerst vallen haar donkere haren uit en hechten zich aan de wortels van het gras. Haar zes ingewanden verrotten in wat rest van de doodskist, en haar vier ledematen liggen, gezwollen en recht, op de open vlakte. Het is er stil. Niemand vergezelt haar. Alleen volgt zij de weg die naar de onderwereld voert. Daar is haar ziel.”
Derde overdenking Met bloed besmeurd
“Met gebroken beenderen en in stukken gereten vlees verblijft zij op de noordelijke Mang-berg. Haar voorkomen is onvoorstelbaar veranderd. Haar huid is losgerot en vertoont een diep purper-
82
Vierde overdenking Verward
“Al is het gewassen door het met de wateren van de zee te omspoelen, hoe zou het rein kunnen zijn, wanneer men zijn verwarring overdenkt? Witte wormen wriemelen donker in haar lichaam. Hoe talrijk woekeren de bromvliegen op haar vlees! De wind draagt de stank twee of drie mijl mee en de maan beschijnt haar naakte lijk vier tot vijf waken lang. Hoe droef zijn de nieuwe en oude beenderen bij het struikgewas! Met het verglijden der jaren kent men hun namen niet meer.”
Vijfde overdenking Verslonden
“Op de wijde vlakte zijn mensen schaars. Wilde beesten die vechten om haar lijk kan men niet weren. ‘s Morgens ziet men de vorm van de opgezwollen en rottende buik, ‘s avonds hoort men het gehuil van tijgers en wolven die hem verslinden. Hongerige honden blaffen en vernielen de opgehoopte aarde. Begerige vogels zwermen samen na het verlaten van de bossen van hun dorpen. De hoge verwachtingen in het huidige leven zijn een droom onder de dromen. Zou men zich daarover niet moeten schamen?”
– AZIË –
Zesde overdenking Blauwzwart
“Hoe triest is het bij de opgestapelde oude graven! Alle kleur is verdwenen, maar de gewrichten blijven verbonden. Wanneer het jaar jong is, ligt wat rest van het vlees op het lentegras. Hoe blauwzwart is de overblijvende huid in de avondwind! Op plaatsen die door de aanhoudende herfstregens gewassen zijn, liggen de beenderen stilaan bloot. Als eenmaal de morgenzon zal schijnen, zal zij de schedels doorboren. Deze elementen laten hen wilde dingen zijn. Ach! Voor vele eonen zijn zij verzonken in de Gele Bronnen van de onderwereld.”
Zevende overdenking
Het verbonden blijven van het wit gebeente (deze prent ontbreekt) “Alvorens één fundament vergaat is het erg rot, maar wanneer de vijf leden aan elkaar tegengesteld zijn, brengen zij dit lichaam ten onder. Een wijnkruik, leeg en gebroken, ligt nog naast haar hoofdkussen en haar versleten, pas weggeborgen kleren vergaan tot stof. Eertijds was zij een vrouw met roze gelaat die naar het keizerlijk hof was gegaan. Nu is ze een persoon met wit gebeente op de open vlakte. Terwijl wolken en regen de maan boven de vlakte verduisteren, waakt men de hele nacht huilend bij de geest van haar lijk.”
en hier verlaten, moeilijk vinden, al zoekt men ernaar. Nagels en haar zijn ervan afgescheiden en vullen de wijde vlakte. De schedel rot bij het uiteinde van een klip. Het rot jaar na jaar op buiige avonden, als er in het westen wolken dreigen. Bij stormweer, als het somber is in het oosten, gaat het overal ten onder. Plots wordt het aarde op de vlakte van de Drakenpoort. Men weet niet van wie, schandelijk dan wel geëerd, de doodskist vroeger was.”
Negende overdenking De oude graven
“De vijf aggregaten mogen dan van nature alle leeg zijn, tijdens hun verloop en bij hun einde, het hele leven houdt men van deze persoon. Bij de grafheuvel blijvend, vliegt de mysterieuze ziel in het nachtelijke maanlicht, en na het verlaten van het lijk ruist de onwetende ziel in de herfstwind. De naam blijft achter, zonder vorm, aan de rand van de met pijnbomen begroeide heuvels. Het gebeente vergaat tot as in het grasrijke moeras. De opschriften op de zuilen zijn uitgewist en onduidelijk. Bij de graven van de ouden kleuren tranen de ogen rood.”
Achtste overdenking
Het verspreid zijn van het gebeente “Kruipende gewassen binden ten slotte haar gebeente, hoewel het eenzaam en verspreid is. Men kan het, ginds verspreid – KARMA EN WEDERGEBOORTE –
83
Het boeddhisme in Tibet
Het boeddhisme in Tibet erkent een indrukwekkend aantal goden en demonen. Het maakt ook uitvoerig gebruik van rituele en devotievoorwerpen. Religieuze leraars spelen daarbij een grote rol. Zij wijden monniken in en leren hen teksten opzeggen, yoga beoefenen en meditatietechnieken toepassen. Zo kunnen ze snel de verlichting en het nirwana bereiken. Pas duizend jaar na de Boeddha werd het Mahayana-boeddhisme uit India in Tibet geïmporteerd. Het was sterk beïnvloed door het hindoeïsme met zijn vele goden en door de geheime leer van het tantrisme. In Tibet werd het nog eens vermengd met het volksgeloof en de sjamanistisch getinte Bön-religie. Vandaar de complexiteit. Tot de inlijving door China in 1959 was Tibet een theocratie: de Dalai Lama regeerde er als wereldlijke en religieuze leider. Hij wordt beschouwd als een aardse verschijning van de bodhisattva Avalokiteshvara, de god van het mededogen.
47 Votiefstoepa
een grafheuvel bewaard. De spil die dwars door de halve bol loopt, is bekroond met parasols. Deze vorm symboliseert de opbouw van het universum, met in het midden de as van de wereld.
Tibet, China 19de eeuw Brons en bladgoud Aankoop Victor Servranckx, 1962 MAS (AE.1962.0021)
De stoepa De stoepa is een grafmonument en symboliseert het nirwana van Boeddha. Vroeger werden de verbrande resten van belangrijke personen onder
84
De vormgeving van pagodes, boeddhistische tempels in het Verre Oosten, is vaak afgeleid van de stoepa.
– AZIË –
48 Palden Lhamo Tibet, China 18de eeuw Brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0043)
Dit is de hindoegodin Kali, die in het boeddhisme is opgenomen als dharmapala, beschermer van de leer.
51 Yamantaka, de overwinnaar van de doodsdemon Yama Tibet, China 19de eeuw Brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0025.1-10/10)
49 Naro dakini, beschermheilige en verpersoonlijking van de wijsheid China Yongle-periode, 1403-1424 Verguld brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0001)
Dit is de enige bekende versie van deze dakini uit de Yongle keizerlijke ateliers. Dakini's zijn bemiddelaarsters.
50 Boeddhakapala China Xuande-periode, 1426-1435 Verguld brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0030)
Een aantal van de MAS-bronzen, waaronder dit, behoort tot de top van de Chinees-Tibetaanse bronskunst vanaf de Ming-periode (15de eeuw).
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
85
Het juweel in de lotus
Het Tibetaanse boeddhisme gebruikt intens magische spreuken en diagrammen, mantra’s en yantra’s. Bij de rituelen helpen handgebaren en symbolisch geladen voorwerpen om snel de verlichting te bereiken. De bekendste mantra is ‘Om mani padme hum’, ‘Het juweel in de lotus’. Je ziet hem overal afgebeeld en de Tibetanen prevelen hem voortdurend. Zo hopen ze op een beter karma en een gunstiger wedergeboorte. Tibetaanse kunst dient meestal als hulp bij de meditatie, waarbij monniken kunnen doordringen tot het wezen van de goden. Zo krijgen ze inzicht in de wereldorde en zichzelf. Rolschilderingen en bronzen beelden verbeelden een uitgebreide godenwereld. Er zijn drie niveaus van goddelijke wezens. Het hoogste is niet te vatten en wordt gesymboliseerd door de Adi-boeddha of oer-boeddha. Het tweede niveau is alleen waarneembaar in meditatie. Hier bevinden zich vijf paradijzen met de hemelse of dhyani-boeddha’s en ook de bodhisattva’s. Op het derde, aardse niveau zijn boeddha’s in menselijke vorm zichtbaar, zoals de historische Boeddha.
52 Namasangiti Thangka
mee te nemen. Het zijn hulpmiddelen bij de meditatie.
Tashilumpo,Tibet, China 1780 Schildering op doek en brokaatlijst Aankoop Vloors-Bruynseels, 1953 MAS (AE.1953.0005.0016)
Namasamgiti-Manjusri is de bodhisattva van de wijsheid. Manjusri staat centraal tussen de vijf transcendente Boeddha's, die alleen door meditatie waarneembaar zijn. Daaronder bevinden zich de drie menselijke Boeddha's uit de tijdperken verleden, heden en toekomst. Om hen heen staan zestien bodhisattva's of hemelse Boeddha's. Onderaan vertoeven drie dharmapala's, beschermers van de leer.
Thangka's zijn meestal op katoen gemaakt met een brokaatlijst. Een zijden, oprolbaar gordijntje schermt de heilige afbeelding af.
Thangka’s Thangka's hangen aan tempelmuren maar zijn makkelijk op te rollen en 86
– AZIË –
53 Avalokiteshvara Mahakarunika, de grote mededogende Tibet, China 18de eeuw Brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0024.1-6/6)
Met zijn elf hoofden spreidt deze bodhisattva in alle richtingen zijn medelijden uit.
54 Mahakala, de grote zwarte Tibet, China 18de eeuw Verguld brons Aankoop Galerij 43, 1966 MAS (AE.1966.0029.1-3/3)
Dit is de hindoegod Shiva, die in het boeddhisme is opgenomen als dharmapala, beschermer van de leer.
Meesterlijk brons De vaak vergulde bronzen beelden van Tibetaanse goden ondersteunen de meditatie. Ze beschermen en nemen de angst voor de dood weg. Tegelijk zijn ze schrikwekkend met hun vele armen en benen, schedelkransen en schedelbekers. Ze vertrappelen lijken die symbool staan voor onwetendheid, de bron van alle kwaad. Hulpgoden, vaak in seksuele omhelzing, heffen alle tegenstellingen op en doen de gelovige de eenheid van alles inzien.
55 Sitatara, de witte Tara Tibet, China 18de eeuw Brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0032.1-2/2)
Deze vrouwelijke bodhisattva van mededogen heeft zeven ogen in haar hoofd, handpalmen en voetzolen.
56 Syamatara, de groene Tara Tibet, China Tweede helft 18de eeuw Brons Legaat Jean-Pierre Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0019)
Tara's zijn vrouwelijke bodhisattva's die in een hemels paradijs wonen en altijd klaarstaan om mensen te helpen.
57 Bardo-toren Nepal 19de eeuw Schildering op doek Aankoop Grimbers, 1973 MAS (AE.1973.0023.0001 t/m 0003)
Dit zijn de visioenen die men krijgt in de eerste vier weken na de dood.
Bardo: op reis tussen dood en wedergeboorte Volgens de Bardo Thödöl, het Tibetaanse ‘dodenboek’, is de geest tussen dood en wedergeboorte zeven weken op reis. Die periode heet Bardo. Een monnik leest de reisbeschrijving voor als rustgevende stervensbegeleiding.
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
87
De eerste vier dagen neemt de overledene nog waar, maar kan hij niet meer handelen. Dan ontmoet hij 14 dagen lang 58 schrikwekkende en 42 vreedzame goden. De volgende 31 dagen ziet hij een wit licht én de wereld waarin hij herboren wordt.
Het embryo: oude kennis, moderne inzichten
58 Bardo-toren
Deze thangka of rolschildering toont de evolutie van een menselijk embryo, van de conceptie tot de geboorte. Ze wordt nog altijd gebruikt bij het onderricht in de traditionele Tibetaanse geneeskunde. Dit exemplaar is recent maar het voorbeeld is 17de-eeuws.
Nepal 19de eeuw Schildering op doek Schenking Pia Van der Wee, 1974 MAS (AE.1974.0044.0001 en 0002)
De ontwikkeling van lichaam en geest van de foetus duurt 38 weken. De belangrijkste stadia worden vergeleken met dieren: vis, schildpad (reptiel), varken (zoogdier).
Dit zijn de visioenen die men krijgt in de laatste drie weken voor een nieuwe geboorte.
60 Diamantscepter of bliksemschicht (vajra)
Torens met visioenen Deze Bardo-voorstelling is uniek omdat ze een driedimensionale structuur heeft. De twee torens vormen mandala's, voorstellingen van de kosmos, met poorten die naar de vier windstreken gericht zijn. De afbeeldingen tonen de visioenen die de dode krijgt in zijn overgangstoestand.
59 Thangka over embryologie Tibet, China 20ste eeuw Schildering op doek en brokaatlijst Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 1995 MAS (AE.1995.0010.0003)
Links bovenaan staat de medicijn-Boeddha die de medische leerboeken verklaart.
88
Tibet, China 1920-1928 Koper Schenking M. Verbois, 1977 MAS (AE.1977.0027.0016)
Rituele instrumenten De voornaamste rituele instrumenten van het Tibetaanse boeddhisme zijn de bel en de vajra (diamantscepter of bliksemschicht). Monniken gebruiken ze, goden hebben ze als attribuut. De ronde bel (ghanta) vertegenwoordigt het vrouwelijke principe, de zuivere klank van de leer, de wijsheid, het doel. Ze vergezelt de vajra, het onverstoorbare mannelijke principe dat de weg en het middel symboliseert. Samen leiden ze tot inzicht en verlichting: weg en doel zijn één.
– AZIË –
61 Bel (ghanta) Tibet, China 19de eeuw Koper Schenking M. Vanden Bosch, 1957 MAS (AE.1957.0015.0014)
62 Rituele dolk (phurbu)
64 Thangka met het boeddhistische levensrad Tibet, China 19de eeuw Schildering op doek Schenking P.A. de Weerdt, 1976 MAS (AE.1976.0009.0004)
Het levenswiel
Tibet, China 20ste eeuw Koper Schenking M. Vanden Bosch, 1956 MAS (AE.1955.0044.0004)
Met de phurbu worden demonen aan de grond genageld. Zij zijn vijanden van het geloof.
63 Kroon van een lama Tibet, China Eerste helft 19de eeuw Karton, pigment, katoen Schenking Lieve Verleye-De Meester, 1993 MAS (AE.1993.0017.0013)
Lamakroon Tijdens belangrijke erediensten dragen Tibetaanse priesters een vijfbladige kroon. Op de bladen staan de vijf transcendente Boeddha's. Zij komen voort uit één oer-Boeddha en worden voorgesteld als mediterende prinsen. Elk van hen heeft een naam, kleur, windrichting en symbool, hier van links naar rechts: Ratnasambhava (geel, zuid, aarde), Akshobhya (blauw, oost, water), Vairocana (wit, centrum, ether), Amitabha (rood, west, vuur) en Amoghasiddhi (groen, noord, lucht).
In Tibetaanse tempels hangt vaak een voorstelling van de kringloop van wedergeboorten. Yama, de god van de dood, houdt het wiel vast. In het centrum staan een varken, een slang en een haan: dat zijn de ondeugden hebzucht, haat en waan, die tot wedergeboorte leiden. Tussen de spaken liggen de zes domeinen waarin men herboren kan worden: goden, halfgoden, hongerige geesten, hellewezens, dieren en mensen. De rand toont de twaalf factoren die zorgen voor de eindeloze wedergeboortes.
65 Rituele schedelbeker Tibet, China 19de eeuw Schedelpan, koper, messing en turkoois Aankoop J. Scheins, 1960 MAS (AE.1960.0013.0001.1-3/3)
Een schedel als offerschaal In Tibet is het lichaam waardeloos zonder geest. Vandaar de 'luchtbegrafenis', waarbij men lijken in stukken hakt en hoog in de bergen neerlegt, als gierenvoedsel. Overgebleven schedels dienen als rituele offerschalen en trommels, scheenbenen
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
89
en dijbenen als fluiten. Bij speciale ceremonies dragen priesters prachtig bewerkte schorten van mensenbeen.
69 Gebedsmolen
Deze gebruiken en voorwerpen verwijzen naar de vergankelijkheid en naar de dood als kans op een nieuw en beter spiritueel leven.
Tibet, China 19de eeuw Hout, zilver, koper en gesteente Schenking M. Van den Bosch, 1957 MAS (AE.1957.0004.0009)
66 Rituele handtrommel (damaru)
Het draaien van de molen vermenigvuldigt het aantal gebeden: één keer bidden wordt als het ware honderd keer.
Tibet, China 19de eeuw Schedelpan en geitenvel Aankoop J. Scheins, 1960 MAS (AE.1960.0013.0002)
70 Gebedsrolletjes Tibet, China 19de eeuw Papier Schenking G. Bellemans, 1959 MAS (AE.1959.0034)
67 Beenderschort en armbanden Tibet, China 19de eeuw Mensenbeen en textiel Aankoop M.L.J. Lemaire, 1965 MAS (AE.1965.0021.1-3/3, AE.1998.0530)
71 Gebedsvaantje
Op de beenderschort zijn boeddhistische godheden gegraveerd. Samen met de drager vormen ze een mandala.
68 Bidsnoer Tibet, China 19de eeuw Mensenbeen en katoendraad Schenking P.A. de Weerdt MAS (AE.1976.0009.0013)
Het snoer telt 108 kralen, het getal van de totaliteit. 108 keer herhalen geeft woorden of formules hun grootste kracht.
90
Tibet, China 19de eeuw Textiel Schenking C. Troch, 1973 MAS (AE.1973.0016.0006)
Gebeden in de wind Een gebedsmolen wordt in de richting van de klok rondgedraaid, bij tal van gelegenheden: wandelend, op tempelbezoek of bedevaart enzovoort. In de cilinder zitten rollen, bedrukt of beschreven met mantra's. Door het draaien gaat de spreuk op in de wind en bij elke draaiing worden alle gebeden als het ware opgezegd. Ook gebedsvlaggetjes zijn overal te zien en worden bedrukt met een mantra of met een 'wenspaard' of 'luchtpaard', dat gebeden meevoert met de wind.
– AZIË –
72 Reliekhouder Tibet, China 19de eeuw Verguld koper en klei Legaat J.P. Esman, 2002 MAS (AE.2002.0002.0046)
Dit votiefplaatje in klei (tsa-tsa) wordt meegedragen als beschermamulet (gau).
73 Steeltrom met klopper Tibet, China 20ste eeuw Hout, ijzer en dierenvel Aankoop J. Schijns, 1960 MAS (AE.1960.0020.0002.1-2/2)
74 Cimbalen
overwinning van het boeddhisme op de lokale Bönreligie. Nu is het een zuiveringsritueel tijdens het nieuwjaarsfeest. Het masker met stierenkop is de god van de dood Yama Dharmaraja, die beslist waar elke dode herboren wordt. Zijn derde oog staat voor innerlijk inzicht.
76 Telescopische trompetten Tibet, China 20ste eeuw Koper Voorheen in Museum Vleeshuis, 1962 MAS (AE.1962.0022.0001 en 0002)
Films:
Tibet, China 20ste eeuw Messing Aankoop M.R. Aryal, 1980 MAS (AE.1980.0027.0001.1-2/2)
75 Maskerpak voor Cham-dans Mongolië 20ste eeuw Textiel en papier-maché, Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum Antwerpen, 2000 MAS (AE.2002.0599 t/m 0606)
Chamdans In dit maskerpak dansen Tibetaanse en Mongoolse monniken de Cham. Oorspronkelijk was dit een sjamanistisch ritueel dat boze geesten verdreef en beschermgeesten gunstig stemde. Later symboliseerde de dans ook de
• Het maken en vernietigen van een zandmandala. Een oefening in vergankelijkheid. Tibetaanse monniken van het Ganden Shartse Sockpa Khangsten klooster, India. Eeklo, 25-29 oktober 2010 Productie en montage: Tibetaans Instituut Schoten • Uitvoering van de Cham uit Tibet Lama Karta en de Tibetaanse monniken van het Sonada klooster, India. Knokke, 23 augustus 2008 Productie en montage: Tibetaans Instituut Schoten
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
91
77 Boeddha Shakyamuni naar het model van tempelbeelden in Sukhothai stijl (14de eeuw) Thailand 2000-2012 Brons
Dit beeld stelt een belangrijk moment in Boeddha's leven voor. Hij zit in meditatiehouding met beide handen in de schoot maar laat zijn rechterhand naar voor glijden om de aarde aan te raken. Zo roept hij de aarde aan als getuige van zijn overwinning op Mara. Deze demon probeerde Boeddha uit zijn concentratie te brengen. Boeddha blijft onverstoorbaar en bereikt de verlichting, de hoogste vorm van bewustzijn.
92
Deze handhouding noemt men bhumisparsha (aanraking van de aarde). De belangrijkste lichaamskenmerken van de historische Boeddha zijn: lange oorlellen, kleine krullen, een schedelverhoog, drie plooitjes in de nek, een nauw aansluitend monnikskleed dat de rechterschouder bloot laat. De gestileerde vlam op zijn kruin en het uiteinde van het kleed over de linkerschouder zijn typisch voor beelden uit Thailand.
Bekijk of betast het beeld en ga in dezelfde houding zitten. Sluit je ogen. Kan je de lichaamskenmerken van Boeddha opnoemen?
– AZIË –
– KARMA EN WEDERGEBOORTE –
93
RELIGIES VAN HET BOEK
94
94
JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM - OVER LEVEN EN DOOD Jodendom, christendom en islam zijn religies van het Boek. In de Thora, Bijbel en Koran openbaart God zich aan de mens. Gods richtlijnen bepalen wat een goed of juist leven is, en overlijdens- en begrafenisrituelen zorgen voor de juiste overgang naar het eeuwige leven na de dood. Aan het einde der tijden vindt de wederopstanding van alle doden plaats. God beoordeelt dan hun levensdaden. Als dat oordeel positief is, worden ze voor eeuwig opgenomen in Zijn harmonie, dat is het paradijs. Of eruit verwijderd, dat is de hel. Hoe brachten en brengen gelovigen dit alles in beeld? Dat hangt sterk af van de religies zelf en hun vele strekkingen, de tijdsgeest, de persoonlijke invulling. De ene gelovige stelt het zich concreet voor. Voor de andere schiet elke verbeelding tekort. De hier getoonde objecten en rituelen komen uit vele eeuwen. Sommige worden vandaag meer geestelijk dan letterlijk ervaren. Centraal in de opstelling staat Jeruzalem, een heilige stad voor de drie religies: vanwege de heilige gebeurtenissen en de gebouwen die daaraan herinneren. Het hemelse Jeruzalem staat symbool voor het vooruitzicht op het eeuwige leven.
95
Het leven: doen wat goed is
‘Je hemel verdienen’: deze uitdrukking geeft aan dat er na het tijdelijke menselijke bestaan iets moois wacht. En dat je er iets voor moet doen. Joden, christenen en moslims vertrouwen op die ene God die zegt wat goed en juist is. Gehoorzaamheid aan Gods wetten zal met het eeuwig leven in het paradijs beloond worden. Ingaan tegen Gods wil is een zonde. Adam en Eva die ongehoorzaam zijn aan God, verbeelden dé oerzonde van de mens. Het bijna-offer door Abraham van zijn zoon, in opdracht van God, verbeeldt gehoorzaamheid aan maar ook vertrouwen in God. Gods levensrichtlijnen heeft de mens samengebald in handige overzichten. Joden volgen 613 mitswot of wetten. De bekendste zijn de Tien Geboden op de Stenen Tafelen die Mozes ontving van God, JHWH. Christenen volgen die ook, en daarnaast de zeven werken van barmhartigheid en de sacramenten. Moslims houden zich aan de vijf zuilen, belangrijke rituele handelingen die Allahs heilige wetten steunen.
, '
volg in wijzerzin, het 1ste terras van de opstelling: het leven' in jodendom, christendom en islam
Jeruzalem Het eeuwige leven De dood: de overgang Het leven
96
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| GOD ALS EEUWIG LICHT God is eeuwig en overal. Het spirituele en niet-materiële bevattelijk maken of visualiseren is moeilijk tot onmogelijk. Hoe men het doet, hangt af van de religie en de stromingen binnen elke religie. Joden, christenen en moslims stellen de ontastbare goddelijke aanwezigheid alle drie voor als licht. Dat licht is niet alleen licht, maar brengt het ook en neemt zo de duisternis weg. Letterlijk en figuurlijk. Het goddelijke licht hangt in synagoges, kerken en moskeeën: voor de Ark met de Thorarollen, voor het tabernakel met de gewijde hosties, aan de gebedsnis (mihrab) en elders in de moskee.
Zie volgende objecten:
|1 | 20 | 41
| HEILIG BOEK, WOORD VAN GOD Thora, Bijbel en Koran zijn heilige boeken: ze zijn de neergeschreven versie van wat God zelf aan de mens heeft geopenbaard. Dat is wat joden, christenen en moslims geloven en waar ze hun leven naar inrichten. Hun heilig boek biedt een kader, bevat richtlijnen en is een wegwijzer voor hun leven. Het wordt in onze tijd ook digitaal en via apps gelezen. Vele iconische verhalen in de westerse cultuur, maar ook talloze uitdrukkingen in ons taalgebruik komen uit de Bijbel: Adam en Eva, Abrahams offer, Mozes in de woestijn, een paradijs op aarde … Ze illustreren de impact en de invloed van dit heilig boek op het dagelijks leven en het denken. Ook van niet-gelovigen. Zie volgende objecten:
| 2, 3, 4 | 24, 27 | 42, 44
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
97
|1 Lamp - neer tamied: eeuwig licht
De Thora ligt achtereenvolgens open op de volgende fragmenten:
Nederland of België, 1906 Gedraaid, gegoten en geslagen koper Inscriptie: ‘Ter herinnering aan myne dierbare moeder / albert soesman / april 1906’ Joods Historisch Museum, Amsterdam (M009995)
• Genesis 3: de zonde van Adam en Eva en hun verdrijving uit het paradijs • Genesis 22: het offer van Isaac door Abraham • Exodus 20-21: Mozes ontvangt de Tien Geboden op de berg Sinaï
De neer tamied hangt in de synagoge voor de Ark met de Thorarollen. Ze verwijst naar de heilige kandelaar (menorah) die in Jeruzalem in de Tempel stond, maar vooral naar Gods eeuwige aanwezigheid.
|3 Thoramantel
Zie ook pagina 97
|2 Het Heilig Woord van God: de Thora met de boeken Genesis (Beresjiet), Exodus (Sjemot), Leviticus (Wajikra), Numeri (Bemidbar) en Deuteronomium (Devariem)
(Hebreeuws/Nederlands) Amsterdam, 2007 Uitgave van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap: de Pentateuch met Haftaroth Bruikleen Joodse Gemeente Shomre Hadas, Antwerpen
Thora betekent ‘lering’ of ‘wet’. Samen met het boek Profeten (Neviiem) en de Psalmen en Spreuken (Chetoebiem) vormt hij de Tenach. Hier worden de geboden waaraan joden zich dienen te houden opgesomd: ze vormen het fundament van de religieuze wetgeving (halacha) en het leven. Behalve de Tenach vertrouwen joden ook op de Talmoed, met commentaren, verduidelijkingen of interpretaties van de Tenach. Zie ook pagina 97 98
20ste eeuw Papier, hout, textiel, verzilverd metaal MAS (MAS.0258)
De handgeschreven Thorarol in perkament is bevestigd op twee houten stokken of ‘levensbomen’ (eitz chaim): alles wat erin staat betreft het leven zelf. Opgerold wordt de Thora opgeborgen in een fluwelen mantel en bewaard in de heilige Ark in de synagoge. Bij de lezing wordt de rol op een verhoogde lezenaar gelegd. Zie ook pagina 97
|4
Joodse gelovigen over de betekenis en het belang van de Thora
Aan het woord: Jacob Friedrich en Hermine Milgram-Weinreb Antwerpen, 2014/2018 MAS (MAS.0184.001, MAS.0184.016)
Zie ook pagina 97
|5 Adam en Eva en de Boom van Kennis van Goed en Kwaad Antwerpen, 2018 (naar de originele kussensloop van het Joods Historisch Museum Amsterdam, Elzas, 18de eeuw, M000998) Katoen
– RELIGIES VAN HET BOEK –
Rechts en links van de boom staat de naam ( אדםAdam) en ( וחוהEva).
|8 Mozes toont de Tien Geboden
Zie ook pagina 102
Marc Chagall Frankrijk, 1966 Lithografie op papier (afgewisseld met de reproductie ervan) MAS (MAS.0140.001)
|6 Het offer van Isaac door Abraham 1700 Gehouwen steen Joods Historisch Museum, Amsterdam (M000634)
Op de tweede dag van het joodse nieuwjaar (Rosj Hasjana) wordt het verhaal gelezen van Abraham en zijn zoon Isaac. Na Gods tussenkomst offert Abraham een ram in plaats van zijn zoon. Het Hebreeuwse opschrift betekent: binding van Isaac. Zie ook pagina 102
|7 Ramshoorn (sjofar) 21ste eeuw Hoorn MAS (MAS.0254)
Bij belangrijke feesten wordt de sjofar geblazen, zoals bij het joodse nieuwjaar, wanneer God oordeelt over de wereld. Of de week erna bij Grote Verzoendag (Yom Kippoer) wanneer men tot inkeer komt en alle zonden worden vergeven.
Op de berg Sinaï ontving Mozes van God, JHWH (ik ben die ik ben) de Tien Geboden, gegrift op twee stenen platen. Zie ook pagina 109 De kandelaar (menorah) op de prent verwijst naar de plicht om de wekelijkse rustdag (sjabbat) te respecteren. Hij werd het belangrijkste symbool van het jodendom. Tien Geboden of Woorden of Wetten vertaald uit de Thora, Exodus 20 1. Ik ben de Here, uw God. 2. U zult geen andere goden hebben. 3. U zult de naam van de Here niet nutteloos uitspreken. 4. Gedenk de sabbatdag en houd hem heilig. 5. Eer uw vader en uw moeder. 6. U zult niet doodslaan. 7. U zult geen echtbreuk plegen. 8. U zult niet stelen. 9. U zult niet liegen.
De ramshoorn verwijst naar de ram die in Isaacs plaats werd geofferd.
10. U zult niets van uw naaste begeren.
Zie ook pagina 102
|9 Prentbriefkaart met de berg Sinaï 20ste eeuw MAS (AE.1998.1825.D)
Zie ook pagina 109
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
99
Het leven zoals het is: 248 geboden + 365 verboden = 613 regels (mitswot) Behalve de Tien Geboden bevat de Thora nog veel voorschriften om een juist en godvruchtig leven te leiden. Ze hebben betrekking op ongeveer alles: het eten van koosjere voeding, het dragen van de juiste gebedskledij, het aantal en de tijdstippen van de gebeden, het bevestigen van Thorafragmentjes aan deurposten, het houden van de sjabbat, het vieren van feesten zoals Pesach, het blazen van de ramshoorn, het uitspreken van zegenwensen…
| 10 Pesachschotel ter herinnering aan de slavernij en de uittocht uit Egypte Antwerpen, 2010 Metaal en hout MAS (MAS.0038.001)
| 11 Kidoesj-beker met een afbeelding van de Westelijke Muur ca. 2000 Metaal Bruikleen van Diane Keyser
Bij de inwijding van de sjabbat of een feest wordt een zegenwens (kidoesj) uitgesproken over een beker of een glas wijn. Dit exemplaar met een afbeelding van de Westelijke Muur houdt de herinnering aan Jeruzalem levendig.
| 12
Pesach: ‘Volgend jaar in Jeruzalem!’ Pesach is het belangrijkste joodse feest. Het herdenkt de uittocht van de Israëlieten uit Egypte onder leiding van Mozes en de tocht richting Kanaän, het Beloofde Land. Op de eerste avond van het feest, sederavond, wordt de Pesachschotel gevuld met symbolische etenswaren: Bittere kruiden = slavernij in Egypte Groenten = lente Appel, noten, rode wijn en kaneel = mortel die joodse slaven gebruikten bij bouwwerken in Egypte ‘Matsen’, ongegist brood = overhaaste vlucht uit Egypte Gebraden boutje = bloed van het lam dat aan de deurposten was gestreken Hardgekookt ei = nieuw begin 100
Sederavond wordt steevast afgesloten met de wens: ‘Volgend jaar in Jeruzalem!’ De zegenwens verwijst naar de tijd dat joden als pelgrims naar de tempel in Jeruzalem reisden. Sinds zijn verwoesting in 70 na Christus kan dat niet meer. De uitroep toont hoe sterk het verlangen naar de tempel en naar Jeruzalem is.
Tsedaka of joodse liefdadigheid: collectebus voor aalmoezen (kupa of pushke) Antwerpen, begin 20ste eeuw Koper Bruikleen Joodse gemeente van de Sefardische ritus, Antwerpen
Zie ook pagina 109
| 13 Metalen tekstkokers voor deurposten (mezoeza's) 20ste eeuw Metaal Bruikleen Aaron Malinksy
De kokertjes bevatten twee teksten uit de Thora en worden aan de deurposten bevestigd. Op de ene mezoeza
– RELIGIES VAN HET BOEK –
is Jeruzalem afgebeeld, beiden zijn versierd met een letter van het woord Sjadaj, de Almachtige, de bewaarder van de deuren van Israël.
| 14 Gebedsmantel (talliet) 20ste eeuw MAS (MAS.0043.00)
| 15 Gebedsfranjes (tsietsiet) 21ste eeuw Textiel MAS (MAS.0043.005)
Gebedsfranjes tellen vijf knopen waaraan acht draden hangen. Voeg daar de getalwaarde van het woord tsietsiet (600) aan toe en je krijgt 613. Dat herinnert de gelovige aan de 613 leefregels (mitswot).
| 16 Gebedsriemen (tefilien) 20ste eeuw Zwart gelakt leder, katoen, perkament MAS (MAS.0043.001)
De riemen met daaraan doosjes met teksten uit de Thora worden bij het ochtendgebed aan het voorhoofd en de linkerarm bevestigd. Ze herinneren aan de voorschriften in de Thora.
| 17 Keppel (kippa) 20ste eeuw MAS (MAS.0043.003)
Een hoofddeksel draagt men uit eerbied voor God.
| 18 - AAN DE MUUR Voorhangsel voor de Ark (parochet) Worden afwisselend getoond: * Wit voorhangsel met afbeelding van de stenen tafelen en de tempelzuilen Antwerpen, ca. 1900 Met gouddraad geborduurd fluweel/katoen Met schenkingstekst: ‘Van de gebroeders Diamant uit Antwerpen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de sjoah’ Bruikleen Joodse Gemeente Shomre Hadas, Antwerpen * Bordeaux voorhangsel met afbeelding van de draagbare Ark van het Verbond Antwerpen, 1893 Met gouddraad geborduurd fluweel De schenkingstekst luidt: ‘Gift van de dames van de chevra kadiesja, 1893' Bruikleen Joodse Gemeente Shomre Hadas, Antwerpen
De Ark van het Verbond (aron habrit) was het allerheiligste voorwerp in het jodendom: een draagbare kist met de twee stenen tafelen en daarin gegraveerd de Tien Geboden, het verbond tussen God en mens. Later stond de Ark centraal in de eerste Tempel in Jeruzalem, tot aan zijn verwoesting. Een voorhangsel schermde de Ark af. Ter herinnering daaraan hangt in synagoges een fluwelen voorhangsel voor de Ark (aron hakodesj of heilige kamer), een nis waar de Thorarollen worden bewaard. Het doek is vaak prachtig versierd, met verwijzingen naar de verdwenen Tempel en zijn Ark van het Verbond.
| 19 Een joodse jongere over leven en dood Antwerpen, 2018
Aan het woord: David Grunfeld – JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
101
|
|
GOED EN KWAAD, GEHOORZAMEN EN NIET GEHOORZAMEN Twee iconische verhalen uit Thora, Bijbel en Koran illustreren krachtig een tweestrijd van de mens: de moeilijke keuze tussen goed en kwaad. Of: de beslissing om Gods wens te gehoorzamen of niet.
versus Adam en Eva (Hebreeuws: Chavah, Arabisch: Hawa):
Het offer van Abraham: de gehoorzame mens, het goede doen
Het verhaal van Adam en Eva (hun naam betekent ‘mens’ en ‘(zij die) leven (geeft)’) verbeeldt de idee van de zonde: de mens die ongehoorzaam is aan God. In het Aards Paradijs eten zij van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad, al verbood God dat. Hun ongehoorzaamheid is de eerste zonde en de oerzonde van de mens, die steeds opnieuw toegeeft aan wat niet mag. Dat wordt gesymboliseerd door de slang.
Het dramatische verhaal van Abraham /Ibrahim die bereid is op vraag van God zijn zoon Isaac/Ismaël te offeren, is het ultieme bewijs van zijn gehoorzaamheid en overgave aan God, en zijn vertrouwen in Hem. God toont zich oneindig goed. Via de engel Gabriël/Djibriel stopt hij Abraham net op tijd.
de ongehoorzame mens, de zonde(val), het kwaad
De zondige mens wordt verjaagd uit het Aards Paradijs.
Joden, christenen en moslims beschouwen Abraham als hun stamvader. Daarom worden ze ook de Abrahamitische religies genoemd.
Zie volgende objecten:
102
| 5, 6, 7 | 28, 29, 30 | 45, 46
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 20 Godslamp: eeuwig licht België, 19de eeuw Zilver MAS (AV.1916.002.028)
De eeuwig brandende devotielamp hangt in de kerk voor het tabernakel. In deze afgesloten nis bevindt zich de gewijde of geheiligde hostie, een stukje brood dat volgens christenen het lichaam van Christus is. Als er in de nis geen hosties zijn, wordt de lamp niet aangestoken. Zie ook pagina 97
| 21 Retabelfragment met de Heilige Drievuldigheid Noordelijke Nederlanden, 1545-1555 Eikenhout MAS (AV.5617.1-3)
Een centraal geloofspunt voor christenen is het geloof in één God. Die bestaat uit drie goddelijke personen: de almachtige Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze laatste wordt voorgesteld als een duif. Hij verlicht en versterkt de gelovige tijdens zijn leven.
| 22 Heilige Geest als duif Vermoedelijk Antwerpen, 17de-18de eeuw Hout, verf MAS (AV.2008.001.042)
| 23 Gods alziend oog: God ziet mij Hier vloekt men niet 19de-20ste eeuw Houtdruk op papier MAS (AF.01029)
De goddelijke drie-eenheid – God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – wordt in deze katholieke devotieprent voorgesteld als een strenge instantie die altijd en overal toeziet op wat mensen doen en zeggen. God de Vader werd in de katholieke beeldvorming vaak als een menselijke figuur voorgesteld: een oude man met baard. De joodse, de protestantse en de moslimtraditie stellen Hem veel minder voor, of helemaal niet.
| 24 Het Heilig Woord van God: de christelijke Bijbel Rotterdam/Antwerpen, 2004 De Nieuwe Bijbelvertaling (Nederlandse en Vlaamse Bijbelstichting en -genootschap) Antwerpen, Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen (TPC: LZ 117/132b)
Bijbel komt van het Griekse woord voor ‘boeken’. De christelijke Bijbel bevat twee delen: • Het Oude Testament stoelt op het Oude Verbond tussen God en de mens: Mozes ontvangt daartoe van God de Tien Geboden, nadat God en Abraham al eerdere afspraken maakten. Dit deel hebben christenen en joden gemeenschappelijk. Het wordt daarom ook ‘de Hebreeuwse of joodse Bijbel’ genoemd. • Het Nieuwe Testament handelt over het Nieuwe Verbond tussen God en
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
103
de mens: door Jezus’ kruisdood wordt de mens verlost van de oerzonde. Centraal staat de beschrijving van Jezus’ leven: de blijde boodschap of het evangelie. Dat werd na Christus’ leven opgeschreven door Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Zie ook pagina 97 De Bijbel ligt achtereenvolgens open op de volgende fragmenten: • Genesis 3: de zondeval van Adam en Eva en hun verdrijving uit het paradijs • Genesis 22: het offer van Isaac door Abraham • Koningen 3: de Ark en de Tempel in Jeruzalem • Johannes 19: de kruisdood van Jezus
| 25 Lezenaar voor de Bijbel Nederlanden (België of Nederland), 17de eeuw Brons MAS (AV.1816)
Uit eerbied voor God wordt de Bijbel bij de lezing ervan tijdens kerkelijke vieringen steeds op een verhoging gelegd.
| 26 Mechelse schoolcatechismus
Vandaag volgen scholen leerplannen die kinderen begeleiden in hun levensbeschouwelijke en religieuze ontwikkeling.
| 27 Christelijke gelovigen over de betekenis en het belang van de Bijbel Aan het woord: Ilse Dupont en Johan Visser Antwerpen, 2014/2018 MAS (MAS.0184.005, MAS.0184.008)
Zie ook pagina 97
| 28 Adam en Eva, de slang en het verboden fruit Duitsland, 2de helft 16de eeuw IJzeren kachelplaat MAS (AV.2260)
De ongehoorzaamheid van Adam en Eva aan God is voor het christendom de oer- of erfzonde: de zonde die ingebakken zit in de mens. Jezus’ kruisdood verlost of bevrijdt de mens van de gevolgen van deze zonde(val): de eeuwigdurende straf en verbanning uit het paradijs. Door Jezus’ offer heeft de mens opnieuw uitzicht op het hemelse paradijs. Zie ook pagina 102
Brugge, 1952 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen, Antwerpen
Tot vijftig jaar geleden lag in het godsdienstonderwijs de nadruk op kennis van de katholieke leer ‘omdat zij ons leert wat wij moeten weten en doen om zalig te worden’. Dat werd educatief als vraag-en-antwoord uitgewerkt: de Mechelse Catechismus.
104
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 29 Onze-Lieve-Vrouw met kind op wereldbol: Maria vertrappelt het kwaad Antwerpen, 18de eeuw Terracotta, zilver, verf MAS (AV.5544)
| 32 Christus op de koude steen België, 16de eeuw Retabelstuk uit perenhout, verf, ijzer MAS (AF.04315)
De lijdende Christus rust uit, tijdens zijn lijdenstocht naar de Berg Golgota.
Van alle christelijke heiligen is – zeker voor katholieken en orthodoxen – Maria de belangrijkste. Zij toont mensen hoe ze goed kunnen leven. Als moeder Gods bemiddelt ze tussen God en de mens. Maria is vrij van de erfzonde geboren: ze vertrappelt het kwaad, gesymboliseerd door de slang die Adam en Eva in het aards paradijs tot de zonde verleidde. Maria is de tegenpool van Eva.
Jezus’ lijden en kruisdood: de verlossing van de zonde
Zie ook pagina 102
Jezus’ kruisdood bevrijdt de mens van de gevolgen van de zonde(val): de eeuwige verbanning uit het paradijs. Door Jezus’ offer heeft de mens opnieuw uitzicht op het hemelse paradijs. Zijn verrijzenis is de ultieme overwinning op de dood. Dat wordt jaarlijks herdacht met Pasen, het belangrijkste christelijke feest.
| 30 Het offer van Isaac door Abraham België, 17de eeuw Reliëf in palmhout MAS (AV.0903) Schenking G.H. Key-Adriaenssens
Zie ook pagina 102
| 31 Christus aan het kruis
Het passieverhaal of Jezus' lijden en dood speelt zich af in Jeruzalem. Na het Laatste Avondmaal met zijn leerlingen bidt hij op de Olijfberg, waar zijn leerling Judas hem verraadt. Christus wordt daarop gemarteld en op de Berg Golgota gekruisigd.
| 33 - AAN DE MUUR Retabel van Averbode: de bewening van Jezus
Europa, 19de eeuw Hout, been MAS (VM.2004.0689.001)
Beeldsnijder: Jacob van Cothem, schilder onbekend Antwerpen, 1514 Eik, olieverf MAS (AV.0887)
Het kruis waaraan Jezus stierf, werd hét symbool van het christendom. Het wordt afgebeeld met of zonder Christus en bestaat in vele vormen, afhankelijk van de stroming binnen het christendom en de klemtoon die men wil leggen: het Latijnse, Griekse, Jeruzalemkruis…
Dit altaarstuk is een Vlaams topstuk. Het verbeeldt Christus’ kruisdood, de droefenis daarover en zijn verrijzenis. Jezus’ offer bevrijdt de mensheid van de gevolgen van de erfzonde en luidt een nieuw verbond in van God met gelovige mensen.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
105
| 34 Mozes ontvangt de Tien Geboden Rotterdam, 18de eeuw Gebakken aardewerk MAS (AV.7834.03-17)
Mozes ontvangt van God de Tien Geboden, zoals in de Bijbel beschreven. Dat verhaal is eindeloos veel verbeeld, zoals op deze wandtegel. De Tien Geboden werden ook op rijm gezet, om ze beter te onthouden. Zie ook pagina 109 Tien Geboden: de katholiek-christelijke versie
| 35 De Zeven Werken van Barmhartigheid Joseph-Ernest Buschmann 19de eeuw Houtdruk op papier MAS (MFA.1956.116.1580 of MFA.1956.116.1581)
Dit goedkope massadrukwerk toont als in een strip de ‘barmhartige werken’ die Christus de gelovigen oplegt om goed te doen. Protestanten noemen ze ‘de werken der dankbaarheid’: je doet ze omdat ze ‘goed’ zijn, uit dankbaarheid dat je zelf zoveel hebt. Zie ook pagina 109
1. Bovenal bemin één God. 2. Zweer niet ijdel, vloek noch spot. 3. Heilig steeds de dag des Heren. 4. Vader, moeder zult gij eren.
Helpen in zevenvoud… niet zomaar een getal: een symbool voor volledigheid
8. Ook de achterklap en ’t liegen.
Het helpen van ‘de naaste’, van de medemens, beschouwen christenen als een belangrijke richtlijn om een goed leven te leiden. En om een plaats in het paradijs te verdienen. Jezus zelf heeft ze onderwezen:
9. Wees steeds kuis in uw gemoed.
1. Hongerigen spijzen
10. En begeer nooit iemands goed.
2. Dorstigen laven
5. Dood niet, geef geen ergernis. 6. Doe nooit wat onkuisheid is. 7. Vlucht het stelen en bedriegen.
3. Vreemdelingen herbergen Tien Geboden: de protestants-christelijke versie
4. Naakten kleden
Protestanten volgen de joodse geboden (p. 99) en voegen één gebod toe:
6. Gevangenen bezoeken
‘U zult geen beelden maken’.
5. Zieken bezoeken 7. Doden begraven En het 8ste werk is sinds 2016 de zorg voor de schepping.
106
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 36 Barmhartigheid: brood-, turf-, smout-, begrafenis-, geld- en armenpenningen Antwerpen, 16de en 17de eeuw Koper, messing of lood MAS I Collectie Vleeshuis MAS (meerdere inventarisnummers o.m. AF.04756)
Deze penningen werden uitgedeeld, bijvoorbeeld bij de begrafenis van een weldoener. Arme mensen konden er brood of andere benodigdheden mee kopen. De weldoener kreeg in ruil dankbaarheid en gebeden, zoals een van de opschriften luidt: ‘Bidt voor de zielen’. Zie ook pagina 109
| 37 Doopjurk België, ca. 1900 Afwisselend getoond: 1. katoen, kant, plastiek 2. katoen, kant, parelmoer MAS (VM.2009.101.044 / VM.1991.059.001)
Sacramenten zijn heilige en rituele handelingen die de gelovige dichter bij God brengen. Katholieken hebben er zeven (het doopsel, het vormsel, de eucharistie, de biecht, de ziekenzalving, de priesterwijding, het huwelijk), protestanten twee : het doopsel en het avondmaal. Het doopsel zuivert de gelovige van de erfzonde en eventuele andere zonden. In onze tijd betekent het vooral dat je opgenomen wordt in de geloofsgemeenschap. Daar hoort een mooi pak of babyjurkje bij.
| 38 Hostiedoos voor onderweg of pyxide (katholiek) Europa, 1400-1425 Koper MAS (AV.1779)
Samen met het doopsel is de eucharistie (letterlijk ‘goede gaven’ maar ook ‘dankzegging’) het belangrijkste sacrament. Gelovigen herdenken en herhalen Christus’ kruisoffer, dat werd ingeleid met het Laatste Avondmaal. Voor katholieken wordt de door de priester geheiligde wijn Jezus’ bloed, de geheiligde hostie zijn gebroken lichaam. Zo’n hostie wordt bewaard in een speciale houder, een ciborie. Dit type hostiedoos diende voor gebruik op verplaatsing, bijvoorbeeld voor ziekenbezoek thuis. Dat zie je bijvoorbeeld in de multimedia over het Broederschap van de Veertiendaagse Berechting: | 63
| 39 Avondmaalset (protestants) twee bekers, twee borden Begin 20ste eeuw Tin Bruikleen Protestantse kerk Antwerpen-Zuid De Wijngaard schenkkan Straatsburg, begin 20ste eeuw Tin MAS (AV.1951.004.056) Legaat A. Nottebohm
Door gezamenlijk het avondmaal te vieren herdenken protestanten Jezus’ Laatste Avondmaal en offer. Het gebroken brood wordt op een schaal rondgedeeld en uit de bekers drinkt men wijn.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
107
| 40 Een christen jongere over leven en dood Antwerpen, 2018
Aan het woord: Eline Vandendriessche
108
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| TIEN GEBODEN, TIEN GRONDREGELS De Tien Geboden vatten samen hoe de mens zich moet gedragen, volgens de drie Religies van het Boek. Ook voor niet-gelovigen hebben ze een sterke symbolische betekenis. Als onderwerp van talloze afbeeldingen, zowel in de kunst als in de populaire cultuur, hebben ze het denken bepaald. Oorspronkelijk zijn het de leefregels die God de mens heeft gegeven, via Mozes op de Sinaïberg. Ze waren gegrift op twee stenen platen. Ze hebben betrekking op God zelf, de relatie tussen God en mens, de relatie van mensen onder elkaar en het innerlijk van de mens. Wat aanvankelijk een afspraak was van God met het joodse volk, werd door christenen en moslims overgenomen en aangepast.
Zie volgende objecten:
| 8, 9 | 34 | p. 111
| MEDEMENSEN HELPEN De ‘sociale zekerheid’ waardoor de overheid hulpbehoevenden steunt, is een evidentie in onze Belgische samenleving. Het is een neutrale solidariteit die los staat van de religieuze liefdadigheid. Maar ze vindt wel haar wortels in deze deugd, in deze caritas. Voor de drie Religies van het Boek is het helpen van behoeftige medemensen een belangrijke waarde: de tsedaka voor joden, de werken van barmhartigheid of dankbaarheid voor christenen, en de zakat voor moslims. Je helpt zo ook jezelf: ‘je verdient je hemel’. Het gaat om het doen van goede werken of het financieren ervan: het aanbieden van maaltijden en voedselpakketten, de opvang van vluchtelingen en daklozen, het inzamelen van oude kleren, zieken- en palliatieve zorg, gevangenen bezoeken, de omkadering bij begrafenissen en rouwbegeleiding…
Zie volgende objecten:
| 12, 59 | 35, 36 | 50, 51
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
109
| 41 Lantaarn: eeuwig licht Saoedi-Arabië, 19de eeuw Blik Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (RV-1973-17) Lampen in een moskee verwijzen naar God, zoals beschreven in het Lichtvers (soera 24:35): ‘God is het licht der hemelen en aarde. De gelijkenis van Zijn licht is als een nis waarin is een lamp De lamp is in een glas Het glas is als ware het Een schitterende ster Ontstoken aan een gezegende boom Een olijfboom Geen oostelijke en geen westelijke De olie ervan zou haast glans geven Ook al had geen vuur haar aangeraakt Licht boven licht.’
Zie ook pagina 97
| 42 Het Heilig Woord van God: De Edele Koran (Arabisch/Nederlands) Den Haag, 2000 Een uitgave van het Islamitisch Cultureel Centrum Nederland Bruikleen van Iqbal Qureshi
De Koran (al Qoer'a- n) – Arabisch voor ‘boek’, ‘oplezing’, ‘voordracht’ – is het heilige boek voor moslims. Het bevat de openbaring van God (Allah) die de profeet Mohammed vanaf ca. 610 ontving via de engel Djibriel (Gabriël). De Koran telt 114 soera’s of hoofdstukken met daarin instructies voor de gelovigen en ook verhalen.
als leidraad voor hun leven. Deze bevat handelingen en woorden van de Profeet, maar ook interpretaties van of uitleg van Koranteksten. Zie ook pagina 97 De Koran ligt achtereenvolgens open op de volgende fragmenten: • Soera 53 (De Sterren/al-Najm), verzen 7-18: de hemelreis van de profeet Mohammed • Soera 2 (De Koe/al-Baqara), verzen 35-38: Adam en Eva in het paradijs • Soera 37 (De Zich Opstellenden/ al-Sâffât), verzen 101-111: het offer van Ismaël door Ibrahim • Soera 36 (De Arabische Letters/ Yasin), verzen 78-79: de Dag der Wederopstanding
| 43 Steun of standaard (kursi) voor het lezen van de Koran Herkomst en datering onbekend Hout MAS (AE.2008.0007.0004)
Uit eerbied voor God en de Koran wordt het boek bij het lezen ervan steeds op een verhoging gelegd.
| 44 Moslimgelovigen over de betekenis en het belang van de Koran Aan het woord: Omar Nahas, Sevda Karaaslan en Ahmed Azzouz Antwerpen, 2014/2018 MAS (MAS.0184.012, MAS.0184.011, MAS.0184.010)
Zie ook pagina 97
Moslims vertrouwen ook op de overleveringen of de traditie (Hadith) 110
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 45 Adam en Eva in het paradijs 20ste eeuw Prent op papier (afgewisseld met de reproductie ervan) MAS (AE.1973.0030.0013)
Zie ook pagina 102
| 46 De engel Djibriel (Gabriël) voorkomt het offer van Ismaël door Ibrahim (Abraham) 20ste eeuw Prent op papier (afgewisseld met de reproductie ervan) MAS (AE.1973.0030.0014)
Een aantal geboden en verboden in de Koran: soera 6 (Het Vee), verzen 151-152 1. Voeg geen metgezellen toe aan God. 2. Wees goed voor uw ouders. 3. Dood uw kinderen niet uit vrees voor armoede. 4. Laat u niet in met zedeloosheden zowel uiterlijk als innerlijk. 5. Dood niemand (behalve uit zelfverdediging). 6. Laat u niet in met het bezit van de wees tenzij op voortreffelijke wijze totdat hij zijn mondigheid bereikt. 7. Houd u trouw aan de maat en het gewicht met rechtmatigheid.
Zie ook pagina 102
8. Wees rechtvaardig in uw uitspraken, ook als het een getuigenis is over een familielid.
De Vijf Zuilen van de islam
9. Kom de verbintenis met God na.
Het geloof van een moslim steunt op vijf pijlers, rituele handelingen die uitdrukking geven aan het geloof:
Zie ook pagina 109
1. de geloofsbelijdenis of -getuigenis (sjahada) 2. de rituele gebeden (salat) 3. het geven van aalmoezen aan armen (zakat) 4. vasten tijdens de maand ramadan (saum) 5. de pelgrimstocht naar Mekka (hadj) Het volgen van deze voorschriften maakt een moslim gehoorzaam aan God en ook vredelievend. Het woord ‘islam’ betekent zowel ‘overgave’ als ‘vrede’. Deze zuilen zijn heel belangrijke richtlijnen. In de Koran staan nog tal van andere geboden en verboden die het dagelijkse leven van de moslim sterk bepalen.
| 47 Vijf Zuilen: geloofsbelijdenis (sjahada) Tegel met opschrift: Allah (God) en Muhammed (Mohammed) Ca. 2002 Geglazuurd aardewerk Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (TM-6121-1 en 2)
De islamitische geloofsbelijdenis luidt: ‘Er is geen God Allah behalve God en Mohammed is Zijn boodschapper.’ De kalligrafisch geschreven Arabische namen van Allah en de profeet zijn populaire kunst- en siervormen.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
111
| 48 - AAN DE MUUR Vijf Zuilen: de rituele gebeden (salat) Voorhangsel voor de mihrab
| 50 Vijf Zuilen: reiniging door aalmoezen (zakat) Collectebus voor aalmoezen
Turkije, ca. 1900 Zijde, katoen, papier en koperdraad MAS (AE.1986.0009)
Antwerpen, ca. 1990 Metaal, leder Bruikleen vzw Hizmet, Antwerpen
Moslims moeten het gebed (de salat) vijfmaal per dag doen: dat kan individueel of in groep, op een gepaste plaats of in de moskee. Het gezamenlijke gebed op vrijdag en bij feesten vindt ook plaats in de moskee.
In dit koffertje deponeren gelovigen financiële bijdragen voor het helpen van behoeftigen. Deze ‘sociale belasting’, jaarlijks 2,5% van je bezit, heeft als doel jezelf te zuiveren van hebzucht en je bezit te delen met behoeftige medemensen. De schenker krijgt in ruil een zegen.
Dit voorhangsel versiert de mihrab, een nis in de moskee die de gebedsrichting (qibla) voor de salat aangeeft en door sommigen ook als paradijspoort wordt beschouwd. Aanvankelijk werd in de richting van Jeruzalem gebeden, later van de Ka'ba in Mekka.
| 49 - AAN DE MUUR Vijf Zuilen: de rituele gebeden (salat) Gebedsklok Pakistan/Antwerpen, eind 20ste eeuw Metaal, hout, glas MAS (MAS.0247) - schenking van de Pakistaanse Moskee Noor-Ul-Haram, Antwerpen
Zie ook pagina 109
| 51 Vijf Zuilen: reiniging door aalmoezen (zakat) Collectedoosje voor aalmoezen met Turks opschrift: ‘Dankzij jouw fitre en zakat kan jij ook een vlinder laten vliegen’, een verwijzing naar soera 2, vers 177 Duitsland/Antwerpen, 2017 Papier MAS.0249 - schenking van vzw Hizmet, Antwerpen
Zie ook pagina 109
Deze klok schonk een Pakistaanse Antwerpenaar aan de moskee. Dat vertelt het opschrift in het Urdu en Arabisch. De klok geeft behalve het lopende uur de vijf uren van het verplichte dagelijkse gebed en dat van het vrijdaggebed. De gebedsuren variëren volgens de stand van de zon ten opzichte van de aarde.
112
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 52 Vijf Zuilen: vasten (saum) Hoorn (nafir) voor het onderbreken van de vasten Marokko, vóór 1965 Messing (geelkoper) Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (TM-3533-57a, b, c)
Het breken van het vasten door het nuttigen van een maaltijd (al-iftar) na zonsondergang is een bijzonder moment. In sommige streken zet het blazen op de hoorn dat moment kracht bij.
| 53 Vijf Zuilen: vasten (saum) Ramadanlamp 2018 MAS (MAS.0250)
Lantaarns dienen als huis- of straatdecoratie tijdens de ramadan. Ze zijn uitgegroeid tot een symbool van de vastenmaand en dragen bij tot de gezelligheid van de maaltijd na zonsondergang. Vroeger met kaarsen onder glas, tegenwoordig met batterijen en in kunststof.
| 54 Vijf Zuilen: pelgrimstocht naar Mekka (hadj) De Ka’ba in Mekka 20ste eeuw Papier MAS (AE.1973.0030.0006)
De Ka’ba, die op bevel van Allah is gebouwd door Ibrahim en Ismaël, is een heilig schrijn in kubusvorm in de stad Mekka. Voor moslims is dit het religieuze middelpunt. Overal ter wereld bidden gelovigen in de richting van de Ka’ba. Wie de mogelijkheid heeft moet de bedevaart naar Mekka in Saoedi-Arabië ondernemen. Deze prent toont de gevleugelde Buraq boven de Ka'ba.
| 55 Vijf Zuilen: pelgrimstocht naar Mekka (hadj) Bedevaartsouvenir uit Mekka: sleutelhanger met Ka’ba Mekka, 2011 Kunststof, metaal, water MAS (MAS.0154.002)
| 56 Een moslimjongere over leven en dood Antwerpen, 2018
Aan het woord: Mohamed Amin Chaib
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
113
De dood: overgang naar het eeuwige leven
Het naderende sterven is het ultieme moment waarop gelovigen hun leven overschouwen om er in het reine mee te komen en om vergiffenis te vragen voor fouten jegens God en hun medemensen. De verzorging van de overledene is een spirituele en lichamelijke zuivering: ze maakt de ziel klaar voor het hiernamaals, het lichaam voor de begrafenis. Begraven worden en eeuwige grafrust zijn noodzakelijk, vooral voor joden en moslims. Aan het einde der tijden en bij de wederopstanding worden alle doden immers weer tot leven geroepen. God beoordeelt de mensen dan definitief op hun levensdaden. Levenseinde en begrafenis gaan gepaard met rituelen. De uitvoering daarvan verschilt sterk volgens religie, tijd en plaats. Voor de enen gaat het om strikte regels voor een passende overgang naar het hiernamaals. Voor de anderen is het welbevinden van de nabestaanden de grootste zorg. De rituelen getuigen in elk geval van een eerbiedige omgang met de overledene. Ze begeleiden zo goed mogelijk de overgang naar het onbekende en goddelijke, en troosten de nabestaanden.
, ďƒ¨ '
volg in wijzerzin, het 2de terras van de opstelling:
de dood: de overgang' in jodendom, christendom en islam
Jeruzalem Het eeuwige leven De dood: de overgang Het leven
114
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 57 Joodse stervens- en begrafenisrituelen - De chevra kadiesja van Praag in beeld, ca. 1800. Joods Museum, Praag (012.843) - De chevra kadiesja van Antwerpen in beeld: plechtigheid op de begraafplaats van de Antwerpse gemeente Shomre Hadas in het Nederlandse Putte, 27 februari 2018 Beelden: MAS - Isi Mantel (Machsike Hadas, Antwerpen) over joodse begrafenisrituelen Antwerpen, 2018
5. Rouwrede bij de kist. Uitspreken van het gebed (kaddiesj). Plaatsing van de kist in het graf. De nabestaanden scheppen aarde, scheuren eventueel hun kleding (kria) als teken van rouw en wassen de handen. 6. Rouwperiode thuis gedurende zeven dagen (sjiva): de familie ontvangt familie en vrienden. 7. Jaarlijkse herdenking op de sterfdag, ook op Grote Verzoendag (Yom Kippoer): collectebussen, olielampen en andere objecten herinneren aan de overledene.
Het afscheid gebeurt snel, volgens de door de Thora opgelegde rituelen. De chevra kadiesja of ‘heilige vereniging’, gerespecteerde vrijwilligers in een joodse geloofsgemeenschap, regelt alles.
| 58 Lijkwade (kittel): doodskleed, bovenstuk, linnen koord, hoofddeksel
1. De stervende spreekt indien mogelijk de geloofsbelijdenis uit. De dode wordt afgedekt.
België, 1950-1980 Linnen, katoen Joods Museum van België, Brussel (16496, 14900, 14963, 14901)
2. Rituele wassing of reiniging met water: mannen door mannen, vrouwen door vrouwen. 3. Aankleding met een eenvoudig wit doodskleed. De overledene wordt in de kist gelegd, eventueel samen met aarde uit Jeruzalem. De rabbijn zegt een gebed; alleen naasten en vrienden zijn aanwezig. 4. De begrafenisplechtigheid volgt zo vlug als mogelijk, met de gemeenschap erbij: • aan de gemeente en rond de lijkwagen, rondgang met de collectebus; • op de joodse begraafplaats, ook genoemd ‘Huis van de Levenden’ (Beet chajiem) of ‘Huis van de Eeuwigheid’ (Beet olam). De Belgische wet voorziet niet in eeuwige grafrechten, waardoor veel Antwerpse joden kiezen voor een begrafenis in Putte (Nederland), of soms in Israël, waar de eeuwige grafrust kan.
Na de rituele reiniging (het wegwassen van de zonden) en de zuivering van het lichaam - Tahara, heet het ritueel - worden de overledenen in een wit doodsgewaad gehuld: in de dood is iedereen gelijk.
| 59 Collectebus (kupa of pusjke): een aalmoes voor de begrafenis Chevra kadiesja van de Antwerpse joodse gemeente Shomre Hadas, Antwerpen/ Hongarije, ca.1900 Joods Museum van België, Brussel (03234)
De opbrengst van de rondgang met de collectebus bij de begrafenis dient in geval van een behoeftige persoon voor de begrafeniskosten te worden gebruikt, maar kan ook voor andere noden binnen de joodse gemeenschap worden ingezet.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
115
| 60 Jaartijdlichtjes ter herinnering aan een overledene Antwerpen, 2018 Blik
Tijdens de jaarlijkse herdenking van de sterfdag van de overledene, worden dergelijke lichtjes gedurende één etmaal aangestoken.
| 61 Joodse grafzerk Frankrijk, 1792 Kalksteen Joods Museum van België, Brussel (17265)
Het opschrift luidt: ‘Simon, zoon van Jacob Juda, gestorven op 4 februari 1792 in Boulay’. De achterkant heeft als opschrift: ‘Moge zijn ziel gebonden zijn in de bundel des levens’. Het is een wens om de dode in de herinnering te laten voortleven. Bezoekers leggen steentjes op grafstenen – staand voor Ashkenazi joden, liggend voor Sefardische joden – als teken van respect.
| 62 Heilige aarde van de berg Zion, Jeruzalem Israël, 20ste eeuw Aarde, inkt, linnen, lood, touw Joods Historisch Museum, Amsterdam (M009868)
Dit zakje wordt onder het hoofd van een overledene gelegd. Het wijst op de band met Jeruzalem. De wens om in Israël begraven te worden voeren sommige joden ook uit.
116
| 63 Christelijke (katholieke) stervens- en begrafenisrituelen - Een selectie afbeeldingen uit het Guldenboek van de Antwerpse Broederschap van de Veertiendaagse Berechting, die zieken en stervenden de hostie toediende, 16741960, Sint-Pauluskerk, Antwerpen. - Begrafenis in de Sint-Fredeganduskerk, Deurne, 17 augustus 2018. Beelden: MAS - Gezang: 'In paradisum'
De rituelen bij een katholieke uitvaart zijn gericht op het hiernamaals: het vergeven van de zonden, het aanbevelen van de overledene bij God. De troost voor de nabestaanden neemt daarbij in onze tijd een steeds belangrijker plaats in. Zowel begrafenissen als crematies zijn mogelijk. De priester begeleidt dit, de geloofsgemeenschap verzamelt in de kerk. 1.
De stervende ontvangt van de priester het Heilig Oliesel en een hostie: vandaag ligt de focus hierbij vooral op het bieden van troost en goddelijke steun aan de zieke of stervende. Dat vertaalt zich ook in de nieuwe naam van dit Laatste Sacrament: de ziekenzalving.
2. Het dode lichaam wordt gewassen, aangekleed en opgebaard in een rouwkamer. Familie en vrienden bewijzen de laatste eer, tegenwoordig meestal in een uitvaartcentrum. 3. Na vier tot zeven dagen wordt het lichaam in een kist gelegd, gevolgd door de uitvaart in de kerk. De verrijzenisliturgie verwijst naar de overwinning op de dood en de opstanding uit de dood van Jezus Christus:
– RELIGIES VAN HET BOEK –
• de gemeenschap begroet de naaste familie en woont de plechtigheid bij; • gesproken en gezongen gebeden vragen God om vergeving en barmhartigheid. Er wordt teruggeblikt op het leven en de persoonlijkheid van de overledene; • de kist/urne wordt met gezegend water besprenkeld en bewierookt. Het lied In paradisum kan de plechtigheid afsluiten. 4. Tocht naar de begraafplaats, te voet of in een wagen. Gebeden worden uitgesproken. 5. De kist wordt in de aarde neergelaten. Bij crematie – die gebeurt voor of na de uitvaart – wordt de asse begraven in een urne of verstrooid. 6. Familie en vrienden verzamelen voor een bescheiden maaltijd, de koffietafel, om de nabestaanden het verdriet te helpen dragen. 7. Jaarlijkse herdenking van de dode: individueel op de sterfdag, voor alle overledenen samen op 1 en 2 november (Allerheiligen en Allerzielen).
| 64 Sierbord met afbeelding van het Laatste Sacrament of het Heilig Oliesel Uit een reeks van zeven borden met de sacramenten Vlaanderen, 19de eeuw Geglazuurd aardewerk MAS (MFA. 1964.076.1055.6-7)
accent op de ziekenzalving: ze maakt Gods troostende aanwezigheid voelbaar voor de zieke of de stervende.
| 65 Wierookvat in de vorm van een gotisch gebouwtje 15de eeuw Messing MAS (AV.1795)
Een uitvaart wordt afgesloten met een laatste eerbetoon: het besprenkelen van de kist met wijwater en het bewieroken. Met de wierook stijgt de laatste smeekbede voor de overledene naar God.
| 66 Grafzerk van het echtpaar Vryen-Torfs Antwerpen, 1690 Arduin MAS (AV.1931.010.001) Schenking voormalige Kerkfabriek Sint-Laurentius (Oorderen-Antwerpen)
Tot voor enkele decennia werden de dode lichamen begraven, volgens de christelijke traditie. Tegenwoordig kiezen steeds meer christenen ervoor zich te laten cremeren. De asse kan worden begraven, maar wordt ook uitgestrooid. De inscriptie onderaan deze zerk – ‘Bidt voor de sielen’ – illustreert het geloof dat gebeden zielen kunnen helpen om in de hemel te geraken.
De stervende krijgt een hostie en wordt gezalfd met ziekenolie (unctio infirmorum): dat zijn symbolen voor de tocht naar het eeuwig leven en voor de gemeenschap met Christus. Hij biecht ook zijn zonden op, vroeger ‘berechting’ genoemd. Nu ligt het – JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
117
| 67 Moslim stervens- en begrafenisrituelen - Fragmenten uit de documentaire Een moslimbegrafenis, Saïd El Kaouakibi/ Moslim Televisie en Radio Omroep - Begrafenis op Schoonselhof, 25 september 2018. In samenwerking met Janaza Uitvaartzorg, Berchem
God beslist alles, ook waar en wanneer iemand overlijdt. De islamitische rituelen en wetten, die door de profeet Mohammed zijn voorgeschreven, helpen om de ziel zo zuiver mogelijk toe te vertrouwen aan God. Rituele wassers voeren ze mee uit. De aanwezige gemeenschap biedt steun. Een beloning hiervoor wacht in het hiernamaals. 1. Met het oog op de toegang tot het paradijs spreken de stervende en degenen die hem omringen de geloofsbelijdenis (sjahada) uit. De aanwezigen formuleren smeekbedes. 2. Na het overlijden zegt men ‘Waarlijk, Wij behoren tot Allah, en tot Allah zullen wij wederkeren’. Daarna volgt de rituele wassing met geurend water: mannen door mannen, vrouwen door vrouwen. Het lichaam wordt in een witte katoenen lijkwade gewikkeld en in een kist gelegd. Dat gebeurt soms thuis, meestal in een uitvaartcentrum. 3. De imam leidt het dodengebed (salat djanaza), meestal in de moskee. De gemeenschap wordt voor haar aanwezigheid beloond in het hiernamaals.
De Belgische wet voorziet niet in eeuwige grafrechten, waardoor veel moslims kiezen voor repatriëring naar het thuisland. Toch zijn er steeds meer naar het oosten (Mekka) gerichte moslimperken in België. 5. Een rouwperiode van drie dagen start. Vrienden en familie betuigen de nabestaanden hun medeleven en zorgen voor maaltijden. Aalmoezen en gebeden van de gemeenschap helpen de overledene om het paradijs te bereiken. 6. Een grafbezoek kan altijd en is niet gebonden aan bepaalde periodes. Het is een moment om bij de eigen sterfelijkheid stil te staan.
| 68 Parfums voor de fysieke en rituele wassing van een overledene Saoedi-Arabië, 2018 Sidr (lotusbladeren), kamfer, musk MAS (MAS.0248) - Schenking van Janaza Uitvaartzorg, Berchem
De rituele wassing van een overledene wordt uitgevoerd zoals de profeet het voorschrijft. Het gebruik van parfums zoals kamfer en musk hoort daarbij. Afhankelijk van de levensdaden van de overledene volgt de opname, al dan niet, in het overweldigende geluk van het paradijs: ‘En geen ziel weet wat voor blijdschap voor hen verborgen ligt’ (uit de Hadith van Bukhârî).
4. Daarna volgt zo vlug als mogelijk de begrafenis, bijgewoond door naasten en vrienden. De overledene wordt in zijn graf op de rechterzijde gelegd, al dan niet in een kist, in de gebedsrichting (qibla): Mekka. 118
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 69 Lijkwade (kaffan) Saoedi-Arabië, 2018 Katoen MAS (MAS.0248) - Schenking van Janaza Uitvaartzorg, Berchem
Na de rituele wassing (woedoe) worden de overledenen in reine witte doeken gewikkeld: in de dood is iedereen gelijk.
| 70 Wierookbrander Syrië of Egypte, 19de eeuw Messing MAS (AE.6061.1-2)
| 71 Grafzerk Iran, 957 Andesietsteen Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (WM-63328)
Na het dodengebed (salat djanaza) wordt de dode begraven. Hij wacht vanaf dan op ‘het Uur’, de wederopstanding van alle doden. Grafstenen zijn gewoonlijk sober. Ze vermelden de naam en sterfdatum van de overledene of bevatten Koranverzen.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
119
Het eeuwige leven
‘De hemel op aarde’, ‘hel en verdoemenis’…: de taal is doorspekt met beeldende uitdrukkingen over een leven na de dood. Maar dat ‘hiernamaals’ is theoretisch. Geen levende mens heeft het ooit ervaren. Toch willen veel gelovigen er zich een beeld van vormen. Afhankelijk van periode en religie – en de vele strekkingen binnen elke religie – wordt het leven na de dood niet, abstract of beeldrijk voorgesteld. Joden verbeelden ‘de wereld die komt’ traditioneel niet. Christenen en moslims wel, op uiteenlopende manieren en in onze tijd veel minder ‘letterlijk’. De grote lijnen zijn in de drie religies min of meer gelijklopend: wanneer een mens sterft, begint hij aan het eeuwige leven. Ziel en lichaam worden van elkaar gescheiden. De ziel wordt gezuiverd en beoordeeld, het lichaam begraven. Aan het einde der tijden staan alle mensen op uit de dood – dat is de wederopstanding – en vernemen ze het Laatste Oordeel dat God over hen velt. Afhankelijk daarvan worden mensen opgenomen in de goddelijke harmonie (de hemel of het paradijs) of eruit verwijderd (de hel).
, '
volg in wijzerzin, het 3de terras van de opstelling:
het eeuwige leven' in jodendom, christendom en islam
Jeruzalem Het eeuwige leven De dood: de overgang Het leven
120
– RELIGIES VAN HET BOEK –
| 72
Devotieprentjes maakten alles bevattelijk:
De wereld die komt… niet in beelden te vatten Aan het woord: Isi Mantel van de joodse gemeente Machsike Hadas, Antwerpen, 2018.
Armageddon
1. Hoe goed te leven? Bewandel de godvruchtige, smalle levensweg en word beloond. Of volg de losbandige, brede weg richting hel. 2. Na de Dood volgt het Oordeel, dat leidt naar het Paradijs of de Hel: dat zijn de zogenaamde Vier Uitersten.
Voor joden is het leven na de dood onbevattelijk en niet in beelden uit te drukken. Joodse objecten die de Haolam Haba (‘De wereld die komt’) illustreren, zijn er niet.
3. De engel Michaël begeleidt het eerste of individuele oordeel: hij weegt de zielen.
Het einde der tijden (Armageddon) wordt aangekondigd door de komst van de Messias. Hij wekt de doden tot leven en verenigt het joodse volk. In Jeruzalem wordt dan de tempel heropgebouwd. God beoordeelt de doden en creëert het eeuwigdurende hemelse rijk. De stad Jeruzalem is een voorafspiegeling van dit hemelse Jeruzalem, waar er harmonie is. De hel, Gehenna, is een theoretisch idee waar nauwelijks wordt bij stilgestaan.
5. Bij de wederopstanding van alle doden volgt het definitieve, Laatste Oordeel door God • Bij een positief oordeel wacht de hemel rechts van God, bij de heiligen en de engelen. • Bij een negatief oordeel wacht de hel links van God, bij de duivels in een vlammenzee.
| 73 Het leven na de dood in beeld: een draaiboek met devotieprentjes Antwerpen, 17de-19de eeuw Handgekleurd papier Ruusbroecgenootschap, Antwerpen, Prentencollectie (Zinnebeelden)
4. In het tijdelijke vagevuur worden kleine zonden en straffen weggevaagd.
Deze devotieprentjes gebruiken een ondertussen verouderde beeldtaal. Katholieken vandaag, hier, denken niet meer in deze letterlijke beelden. Maar in de populaire cultuur zijn deze voorstelingen van hemel en hel, of het Laatste Oordeel wel stevig verankerd: ze worden volop gebruikt als krachtige beelden, gelovig of niet.
De kruisdood van Christus en zijn verrijzenis, dus zijn overwinning op de dood, zijn essentieel voor een gelovige: hierdoor is het paradijs opnieuw toegankelijk. Maar wat verwachtte een katholieke christen, van de 17de tot halfweg de 20ste eeuw, na zijn dood? – JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
121
| 74 Windscherm van de processietoorts van de Broederschap der Gelovige Zielen Antwerpen, 1734 Metaal MAS (MFA.1964.076.2990.B)
Dit Broederschap bad voor de zielenrust van de overledene in het vagevuur, waar hij tijdelijk verbleef. Tegenwoordig vatten katholieken het vagevuur minder letterlijk op. Het is niet langer een plek waar vuur brandt, maar het verlangen naar God. Voor protestanten was het vagevuur nooit een thema.
| 75 Retabelfragment met het Laatste Oordeel Nederlanden, ca. 1550 Eikenhout MAS (AV.5617.2-3)
| 76 Het leven na de dood in beeld: dromen van het paradijs 1. Het paradijs als bloeiende tuin - De opstanding en het Laatste Oordeel Falname, Boek der voortekenen: folio 8, 30. India, 2de helft 16de eeuw Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (71803/8-30-33)
2. Het paradijs met de profeet Mohammed op Buraq Supplément Turc 190 (Mi’rāj Nâmeh: de wonderbaarlijke reis van de profeet): folio 49v Afghanistan, 15de eeuw Bibliothèque nationale de France, Parijs
122
3. Engelen als dragers van Gods troon The Marvels of Creation and the Monuments of Countries by Zakariya b. Muhammad al-Qazwīnī: folio 029b. Perzië (?), ca. 1602 Universiteit Leiden, Bijzondere Collecties (Or. 8907)
Een godvruchtig leven garandeert een plaats in het paradijs (djenna), een prachtige, eeuwig bloeiende tuin. Een slechte beoordeling betekent de hel (djahannam). Daar heerst de engel Malik in het vuur. De profeet Mohammed (in sommige tradities en tijden wel en in andere niet afgebeeld) verzamelt aan het einde der tijden zijn geloofsgemeenschap aan de Put der Zielen. De verlosser of messias (al-Mahdi), op een witte hengst, overwint met de hulp van Jezus (Isa) de valse messias (Dajjal). Op de Dag van de Wederopstanding (Yawm al-Qiyāmah) weegt God de daden van een mens (Mīzān). Doden moeten over een brug, smaller dan een haar, boven de hel. Goeden bereiken het paradijs, kwaden tuimelen in de hel. Sommige moslimbronnen verbinden Jeruzalem met de eindtijd. Een draad loopt van de Olijfberg naar de Tempelberg. Rechtvaardigen kunnen erop lopen. Een rivier verbindt het hemelse Jeruzalem met het paradijs. Moslims ervaren deze beelden op verschillende manieren: de ene gelooft letterlijk in putten met vuur, de andere ziet het als een geestelijke pijn.
| 77 Religieuze prent met de Tempelberg (Haram al-sjarief) en eindtijdsymbolen
– RELIGIES VAN HET BOEK –
India, ca. 1900 Afwisselend de originele prent en een reproductie Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (7031-15)
Achteraan op het ommuurde plein staat de Rotskoepel, links het mausoleum van David (Dawud), rechts dat van Mozes (Musa). Voor de Rotskoepel staat de weegschaal voor de weging van de daden van overledenen, en daaronder loopt het smalle pad dat ze moeten bewandelen: gelovigen bereiken het paradijs, ongelovigen vallen in het hellevuur. Rechtsonder de Put der Zielen, waar de Profeet bij de wederopstanding zijn gemeenschap zal verzamelen.
men. Voor sommige schriftgeleerden en gelovigen was dit een fysieke reis, voor andere een geestelijke.
| 79 Schaal met de verbeelding van het paradijs: een eeuwig weelderig bloeiende tuin Geglazuurd aardewerk MAS (AE.1983.0009.0083)
| 80 Waterfontein: dromen van het paradijs met kristalhelder water Karagöz schaduwfiguur Turkije, 20ste eeuw Kameelhuid MAS (AE.1983.0009.0043)
Het aanleggen van watervoorzieningen geldt als een goede daad om ‘je hemel te verdienen’. Water maakt van het paradijs zelf een ‘paradijselijke’ plek waar rivieren klaterend stromen.
| 81 Volksprent met kalligrafische Koranteksten | 78 Buraq
Egypte, 20ste eeuw Prent op papier MAS (AE.1973.0030.0018)
Karagöz schaduwfiguur Turkije, 20ste eeuw Kameelhuid MAS (AE.2004.0032.0029)
De teksten op de bloembladen zijn een oproep om de juiste levensweg te volgen. Daarna wacht de beloning.
De gevleugelde Buraq, met het lichaam van een rijdier en het gelaat van een langharige vrouw, voerde de profeet Mohammed vanop de Tempelberg naar de hemel. De profeet ontmoette tijdens deze hemelreis God en andere profeten, en werd in hun kring opgeno-
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
123
Jeruzalem
In Jeruzalem, meer bepaald in de oude stad en op de Tempelberg, speelden zich wezenlijke gebeurtenissen af uit de begintijd van de drie Religies van het Boek. De stad telt daarom vele heilige gebouwen. Voor joden zijn dat de restanten van de Tempel, waar de Ark van het Verbond stond en alle rituele plechtigheden plaatsvonden. Voor christenen is dat de Heilig Grafkerk, waar Jezus is begraven en verrezen. Voor moslims zijn dat de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee: de profeet Mohammed zou er ten hemel zijn gevaren. Wanneer de Eindtijd komt, breekt voor joden en christenen het eeuwige Koninkrijk Gods aan en daalt het hemelse Jeruzalem op aarde neer. Het is daarom ook een plek van hoop en verwachting. Andere namen voor Jeruzalem zijn Zion, naar de gelijknamige berg, Jeroesjalajim in het Hebreeuws en Al-Qoeds in het Arabisch. Als stad van drie religies is Jeruzalem een bedevaartsoord maar ook een plek van conflicten.
,
volg in wijzerzin, het 4de terras van de opstelling:
het deel 'jeruzalem' in jodendom, christendom en islam
Jeruzalem Het eeuwige leven De dood: de overgang Het leven
124
– RELIGIES VAN HET BOEK –
82 Maquette van de oude stad Jeruzalem met de Tempelberg (Har Habajit /Haram al-Sjarif)
| 83 Bouwmodel van de tweede joodse tempel in Jeruzalem: Huis van het Heiligdom (Beet Hamikdasj)
1. Westelijke Muur (Hakotel Hamaäravi of kortweg Kotel): restant van de muur rond de Tempelberg waarop de tweede joodse tempel stond. Verwoest door de Romeinen in 70 n. Chr. Door niet-joden ook ‘Klaagmuur’ genoemd, door moslims de Al-Buraq-muur.
Jeruzalem, 2018 Hout MAS (MAS.0251)
MAS, Antwerpen, 2018
2. Heilig Grafkerk (Sanctum Sepulchrum; ook Verrijzenis- of Opstandingskerk): basiliek op de plaats waar Jezus zou zijn begraven en verrezen. 3. Kruisweg of Lijdensweg (Via Dolorosa): de route door de oude stad die Jezus aflegde voor zijn kruisiging op de schedelberg (Golgota, Calvarie). 4. Rotskoepel (Qubbat al-Sakhra): oudste islamitische heiligdom, gebouwd boven een rots waar joden en christenen Abrahams offer situeren en moslims de hemelvaart van de profeet Mohammed. 5. Al-Aqsamoskee (of Verst Gelegen Moskee): voor moslims de oudste en derde belangrijkste moskee, na die van Mekka en Medina. 6. Gouden Poort (Poort van Barmhartigheid: Sha'ar HaRachamim, Bab el-Rahma): de poort waarlangs volgens sommige joodse bronnen de Messias zal komen en volgens sommige christelijke bronnen Jezus’ intrede in Jeruzalem plaatsvond.
Verloren tempel Waar God met Abraham een verbond sloot na de verhindering van Isaacs offer, bouwde koning Salomo volgens de Bijbel een tempel. De naam Tempelberg (Har Habajit, ‘Berg van het huis’) verwijst ernaar. Het allerheiligste werd er bewaard: de Ark van het Verbond (Aron Habrit), een kist met de stenen tafelen die Mozes van God ontving. Na de verwoesting van deze tempel en de verdwijning van de Ark werd een tweede tempelcomplex gebouwd. Daarvan rest alleen nog de westelijke muur. Het verlangen naar en de herinnering aan de Tempel bepalen mee het joodse denken, spreken en handelen.
| 84 Joods Jeruzalem in beeld - Hedendaags Jeruzalem, 2010-2018 - Een joodse pelgrim in Jeruzalem, 2014: getuigenis van Daniel Werner MAS (MAS.0184.004)
Buiten de stadsmuren, rechts van de Gouden Poort, ten oosten van de Tempelberg, liggen joodse, christelijke en moslimgraven. Sommige bronnen uit de drie religies situeren hier de wederopstanding uit de dood bij het Laatste Oordeel.
– JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAM –
125
| 85 Model van de Heilig Grafkerk of Verrijzeniskerk
| 87 Model van de Rotskoepel (Qubbat al-Sakhra)
Palestina, 1648 Ceder- of palissanderhout ingelegd met ivoor en parelmoer Designmuseum, Gent (BO 064.1-3)
Westelijke Jordaanoever / Bethlehem, ca. 1995 Hout, parelmoer Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland (7013-1)
Kerk boven Christus’ graf Naar eigen zeggen vond in 329 Helena, de moeder van de tot het christendom bekeerde Romeinse keizer Constantijn, Jezus’ kruis. Op die plek zou hij ook begraven en verrezen zijn. Constantijn bouwde er de Kerk van de Opstanding of Verrijzenis (Anastasis), boven en rond Christus’ graf. Het heiligdom veroorzaakte meteen pelgrimages naar Jeruzalem. Bouwmodellen van de Heilig Grafkerk werden gegeerde souvenirs, zoals deze prestigieuze miniatuurversie.
| 86 Christelijk Jeruzalem in beeld - Hedendaags Jeruzalem, 2010-2018 - Een christelijke pelgrim naar Jeruzalem, 2014: getuigenis van Ilse Dupont MAS (MAS.0184.005)
Nobel Heiligdom Moslims noemen Jeruzalem Al-Qoeds (‘de Heilige’). Dat verwijst naar de hemelreis van de Profeet Mohammed, maar ook naar de heilige tempel van Salomo (Soeleiman) en naar belangrijke islamprofeten als Abraham (Ibrahim) en Jezus (Isa). Aanvankelijk baden moslims richting Jeruzalem. Vanaf 624, kort na het begin van islamitische jaartelling, werd dat Mekka. De Tempelberg heet Haram al-sjarief (‘het Nobele Heiligdom’). Daar staat de met goud beklede Rotskoepel. Hier zou de profeet Mohammed zijn nachtelijke hemelvaart (mi’rāj) aangevat hebben. Hij liet zijn voetafdruk op de rots achter. Volgens sommige overleveringen zal God vanop een troon boven de Rots het Laatste Oordeel uitspreken.
| 88 Islamitisch Jeruzalem in beeld - Hedendaags Jeruzalem, 2010-2018 - Een moslim pelgrim naar Jeruzalem, 2014: getuigenis van Ahmed Azzouz MAS (MAS.0184.010)
126
– RELIGIES VAN HET BOEK –
127
VRIJZINNIG HUMANISME
128
128
VRIJZINNIG HUMANISME - ZINVOL LEVEN, MENSWAARDIG STERVEN Vrijzinnig humanisten streven naar een goed en zinvol (samen)leven. Er is geen leven na de dood. Hun kijk op het bestaan steunt op een ethiek die uitgaat van de vrije mens. Niet van een externe of goddelijke autoriteit. Sleutelwoorden van het vrijzinnig humanisme zijn: autonomie, menselijke rede en zelfontplooiing, vrij onderzoek, rechtvaardigheid, menswaardigheid, verantwoordelijkheid. De mens beschikt zelf over zijn leven en dood. Een menswaardige dood is het sluitstuk van het streven naar een goed bestaan, voor zichzelf en voor de anderen. Deze vrijzinnig humanistische levenshouding komt voort uit een lange traditie van Griekse, Romeinse, joodse, christelijke en atheĂŻstische denkers. Een aantal van de belangrijkste wegbereiders wordt hier voorgesteld: met de eeuwen wordt de positie van een god als centrale en regelende instantie steeds meer ingenomen door de mens. Het waarom en het hoe van leven en dood blijven ook vandaag nog het onderwerp van zeer uiteenlopende en voortdurend evoluerende humanistische discussies.
129
1 De Vitruviusman
3 Epicurus
Reproductie van de originele tekening van Leonardo da Vinci, Milaan, ca. 1490 Galleria dell'Accademia, Venetië
Griekse filosoof, 341-270 v.o.t.
Weet hoe te kijken! De Vitruviusman wordt beschouwd als een belangrijk symbool van het humanistisch denken: de mens staat centraal. Deze beroemde tekening van Leonardo da Vinci dankt haar naam aan de Romeinse architect Vitruvius. Die schreef onder andere over ideale menselijke maten en architectonische verhoudingen. De mens, in twee over elkaar geplaatste posities en met gespreide armen en benen, past perfect in een cirkel en een vierkant. De tekening illustreert da Vinci’s open blik en zijn verlangen om te leren op basis van eigen observaties. Saper vedere (Weet hoe te kijken).
Wegbereiders van het vrijzinnig humanisme
4 Lucius Seneca Romeinse filosoof, stoïcisme, 4 v.o.t.-65 Je moet leven zoals de omstandigheden en de natuur het voor je bepalen. Een ‘goede’ dood vindt plaats op het juiste moment: het belangrijkste is niet een lang leven leiden, wel een kwaliteitsvol leven.
Eu-thanasie is het Griekse woord voor een ‘goede’ dood. Euthanasie is in België een recht sinds 2002. Zwaar zieken kunnen daardoor naar levensbeëindiging vragen wanneer ze ondraaglijk lijden en zich hierdoor in een menselijk uitzichtloze situatie bevinden.
2 Socrates
5 Desiderius Erasmus
Griekse filosoof, 469-399 v.o.t.
Nederlandse filosoof, humanist, 1466-1536
Vragen blijven stellen tot je gesprekspartner zelf tot ware inzichten komt: dat is de zogenaamde socratische methode. Kritisch leren denken en het verwerven van (zelf)kennis leiden tot een deugdzaam leven.
v.o.t.: voor onze tijdrekening 130
Om gelukkig te zijn hebben mensen gemoedsrust nodig. Die verkrijg je door je geen zorgen te maken over wat toch niet in je macht ligt. Vertrouw alleen op wat je kan waarnemen en waar je logische gevolgen uit kan trekken. De dood betekent het sterven van het lichaam. Niets blijft achter. Meet het voorbije leven af aan de kwaliteit ervan.
Door een kritische en nauwgezette lezing van de Bijbel kan je de ethische en spirituele grondbeginselen van de leer van Christus blootleggen. Centraal daarin staan: vrijheid van het individu, tolerantie, gerechtigheid en de vervanging van dogma’s door gezond verstand. Door de volgehouden wil om te leren kan elke mens voor het goede kiezen.
– VRIJZINNIG HUMANISME –
6 René Descartes
9 Immanuel Kant
Franse filosoof en wiskundige, Verlichting, 1596-1650
Duitse filosoof, Verlichting, 1724-1804
Aan alles kan men twijfelen, behalve aan de twijfel zelf. Dat inzicht wordt beschouwd als het fundament voor het moderne westerse zelfbewustzijn. De rationalistische overtuiging dat een mens door een juist gebruik van zijn redelijke vermogens zelf kan uitmaken wat ware en geldige kennis is, is bepalend voor de Verlichting.
7 Baruch de Spinoza Nederlands-joodse filosoof, Verlichting, 1632-1677 Om goed en gelukkig te leven moeten we eerst de werkelijkheid – waar wij als mens deel van uitmaken – kennen en begrijpen. Dat verhindert dwalingen en leidt tot inzichten over de goddelijke voorzienigheid en de onsterfelijkheid van de geest. Aandacht voor en het geluk in de werkelijkheid hier en nu zijn belangrijker dan een hiernamaals.
8 Denis Diderot
Franse filosoof, encyclopedist, wetenschap, 1713-1784 De befaamde Encyclopédie (1751-1772) is als wetenschappelijk, filosofisch en artistiek project de meest kenmerkende realisatie van de Verlichting. Kennis komt voort uit de mens zelf. Zij is het product van geheugen, rede en voorstellingsvermogen. God en de ziel bestaan niet, alles is fysiek en waarneembaar.
Wat kan ik kennen? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? De enige werkelijkheid die we kunnen kennen, is wat we met onze zintuigen kunnen waarnemen. De werkelijkheid die in of op zichzelf is – zoals God of het transcendente – kunnen we wel (be)denken, maar kennis hebben we er niet van. Handelen doet een mens het best vrij van emoties, en op een manier die het algemene nut niet schaadt. Deugdzaam handelen leidt tot gelukzaligheid.
10 Charles Darwin Engelse bioloog, evolutieleer, 1809-1882 De mens is een biologisch wezen, zoals andere wezens in de natuur, en het resultaat van een lange evolutie. Zijn voortbestaan en ontwikkeling worden, net zoals van alle soorten, bepaald door een selectiemechanisme. Wie het best is aangepast aan zijn omgeving, zal overleven.
11
Vandaag: vrijzinnig humanisten aan het woord
Marcela Caldas Dahas, Saïd Dnoub, Martine Konings, Frank Stappaerts Antwerpen, 2018
– ZINVOL LEVEN, MENSWAARDIG STERVEN –
131
12 Karl Marx Duitse filosoof, industrialisatie en kapitalisme, 1818-1883 Het denken en de visie van mensen over het (samen)leven steunt op hun materiële situatie. Veranderingen moeten gericht zijn op een maatschappij zonder sociaal of ander onderscheid. Wat juist of onjuist is, wordt bepaald door wat het beste is voor deze evolutie. Godsdiensten sporen mensen aan zich te schikken in hun lot en dus af te zien van de verbetering van hun aardse bestaan. Omdat een beloning of goed leven wordt uitgesteld tot in een hiernamaals.
13 Friedrich Nietzsche Duitse filosoof, nihilisme, 1844-1900 Het leven is chaotisch, absurd en zinloos. Mensen creëren systemen om die zinloosheid te maskeren en het leven toch betekenisvol te laten lijken. Zo maken het vooruitzicht op een eeuwig leven in het hiernamaals en een God die ons zegt wat te doen in dit aardse leven, alles zinvol en draaglijk. Maar dat is een illusie. Zoals elk betekeniszoekend systeem dat bepaalt wat goed en slecht is.
Een aantal belangrijke principes waar vrijzinnig humanisten zich op beroepen zijn samengebald in: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, 1948 1. Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld. 2. Ieder heeft recht op alle rechten, ongeacht of je jong of oud, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je belijdt of welke taal je spreekt. 3. Je hebt recht op leven in vrijheid en in veiligheid. 4. Slavernij is verboden. 5. Je mag niemand martelen. 6. Je hebt recht op dezelfde bescherming als iedereen. 7. De wet moet voor iedereen hetzelfde zijn; iedereen moet volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden. 8. … Deze, maar ondertussen ook andere internationale verklaringen, bieden algemeen aanvaarde morele regels.
14 Jean-Paul Sartre Franse filosoof, existentialisme, 1905-1980 De mens wordt ongevraagd geboren. Vanuit dat bestaan probeert hij zijn leven zin en betekenis te geven. Deze individuele vrijheid waartoe we veroordeeld zijn, brengt verantwoordelijkheid en engagement met zich mee: elke mens is het aan zichzelf en de anderen verschuldigd het bestaan zinvol te maken door een humaan levensdoel te kiezen. 132
– VRIJZINNIG HUMANISME –
Tekeningen: Erica Smalheer
133
In memoriam Het MAS draagt deze publicatie op aan Chris De Lauwer (1955 – 2018). Chris was conservator van de MAScollectie Azië en in 2011 de hoofdcurator van de tentoonstelling Leven en dood. Over goden en mensen. Haar generositeit maakte van haar een zeer geliefde collega.
Colofon Realisatie
Bruikleengevers
Het MASteam onder leiding van directeur Marieke van Bommel en de medewerkers van de stad Antwerpen.
België
Samenstelling en tekstredactie Egypte: Els De Palmenaer i.s.m. Eugène Warmenbol Afrika: Els De Palmenaer Oceanië: Vicky Van Bockhaven (Melanesië), Mireille Holsbeke i.s.m. Hugo DeBlock (Vanuatu) Azië: Chris De Lauwer Religies van het Boek: Vera De Boeck i.s.m. Leen Beyers, Annemie De Vos, Luit Mols Vrijzinnig Humanisme: Vera De Boeck
Scenografie B-architecten: Egypte, Afrika, Oceanië, Azië (2011)
Kinkorn: Religies van het Boek, Vrijzinnig Humanisme (2018) Soundscape: Sleichim, 2011
Redactie
Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen, Hizmet Moskee Antwerpen, Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen Antwerpen, Janaza Uitvaartzorg Antwerpen, Joodse Gemeente Machsike Hadas Antwerpen, Joodse Gemeente van de Sefardische Ritus Antwerpen, Joodse Gemeente Shomre Hadas Antwerpen, Diane Keyser Antwerpen, Aaron Malinsky Antwerpen, Pakistaanse Moskee Noor-Ul-Haram Antwerpen, Protestantse kerk Antwerpen-Zuid De Wijngaard Antwerpen, Iqbal Qureshi Antwerpen, Ruusbroecgenootschap Antwerpen, Sint-Pauluskerk Brussel, Joods Museum van België Gent, Designmuseum Tervuren, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika
Patrick De Rynck Spelling van Arabische woorden: we streefden naar consequentie. Officiële regels zijn er niet. Spelling van Hebreeuwse woorden: zie sofeer.nl
Nederland
Vormgeving Ann Walkers, Uitgeverij BAI voor het MAS, 2018
En alle bruikleengevers die anoniem wensen te blijven.
Verantwoordelijke uitgever
D/2018/5751/12
BAI voor het MAS
© Teksten: MAS, BAI en de auteurs. 134
Amsterdam, Joods Historisch Museum Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Met dank aan Caroline Bastiaens, schepen voor cultuur, haar staf, vrijwilligers en stagiaires van Antwerpen Kunstenstad en alle betrokken collega’s van de stad Antwerpen. Het MAS dankt tevens zijn partners voor de medewerking, de expertise en het advies bij het tot stand komen van deze nieuwe presentatie van de Religies van het Boek en van het Vrijzinnig Humanisme: de Antwerpse joodse, christelijke en moslimgemeenschappen; de Antwerpse inspecteurs van het confessioneel en niet-confessioneel onderwijs; diverse Antwerpse vrijzinnig humanistische en filosofische verenigingen; de getuigen; alle tussenpersonen die ons bij de juiste experten brachten. Met een bijzondere dank aan: Bruno Aerts, Ahmed Azzouz, Mohamed Amin Chaib, Houssin en Mohamed Ben Hamach, Jacob Berger, familie Binnemans, Thamar Blokland, Freddy Boeykens, familie Bryfel, Marcela Caldas Dahas, Christa Damen, Gert De Nutte, Caroline De Wever, Saïd Dnoub, Ilse Dupont, Willy Durinx, Dov Friedman, Jacob Friedrich, Anna Grunfeld, David Grunfeld, Nadine Iarchy, familie Javed, Willy Kahan, Sevda Karaaslan, Martine Konings, Aaron Malinsky, Rudi Mannaerts, Isi Mantel, Marilia Martins dos Santos, Luc Meys, Hermine Milgram–Weinreb, Moishe Mund, Omar Nahas, Iqbal Qureshi, Zahava Seewald, Leo en Anny Schumer, familie Slavaticki, Erica Smalheer, Frank Stappaerts, Eddy Strauven, Jan Van Alphen, Erna Van Looveren, Eline Vandendriessche, Luc Vinkx, Johan Visser, Daniel Werner, Dick Wursten, Adnan Yildiz. We hebben ernaar gestreefd alle rechthebbenden te contacteren. Wie alsnog meent rechten te kunnen laten gelden, wordt verzocht zich te wenden tot het MAS (mas@stad.antwerpen.be).
135
MAS Hanzestedenplaats 1 B - 2000 Antwerpen www.mas.be +32 (0) 3 338 44 00
Wil je de teksten nog eens nalezen? Deze bezoekersgids is verkrijgbaar in de MASshop aan 5 â‚Ź