Extra culturele bijlage 15 november 2017
insideout
“Ik heb altijd iets met letters en lettertypes gehad” Auteur Bart Moeyaert neemt je mee op ontdekking in het Museum Plantin-Moretus © Steven Richardson
Wie was Christoffel Plantijn?
De schatkamer van het museum
Handen uit de mouwen!
De stamvader van een dynastie, een visionair, een pragmatisch man maar ook een erg snuggere zakenman, kortom de Steve Jobs van zijn tijd.
Je komt ogen te kort bij een bezoek aan het Museum Plantin-Moretus, zeker als je de straffe vondsten van dichtbij bestudeert. Of wat dacht je van de eerste atlas, een ceremoniële brits en een stokoude Antwerpse stadskaart?
Drie eeuwen boekdrukkunst, hoe krijg je dat verkocht aan je kleine bengels? Museum Plantin-Moretus heeft heel wat interessants op kindermaat.
2 insideout
15/11/2017
DeMorgen.
Auteur Bart Moeyaert haalt zijn innerlijke kind op in vernieuwd Museum Plantin-Moretus
“Drukker leek me altijd al een fijn beroep” Het Museum Plantin-Moretus is UNESCO-Werelderfgoed. Het museum van de uitgever/drukkersfamilie is met de Egyptische piramiden en het Paleis van Versailles in goed gezelschap. Sinds de renovatie is de presentatie frisser, met meer gevoel voor drama. Schrijver Bart Moeyaert is alvast fan, hij troont ons mee langs oude boeken en nieuwe verhalen.
O
m het historisch belang van Christoffel Plantijn kun je niet heen. De man en zijn nakomelingen hebben met hun uitgaven het Westerse denken mee bepaald, zo'n 300 jaar lang. Maar voor Bart Moeyaert gaat de fascinatie voor het museum verder. Hij heeft niet alleen iets met boeken, maar ook met de vormgeving en met het ambacht van het drukken. Op zijn achtste kreeg hij een drukkerssetje van de Sint. Met rode gummiletters in een metalen gleuf, en vijf blokjes om een tekst te drukken. Minuscuul waren de letters, je moest ze met een pincet vastnemen. Bart vond dat geweldig. Zo geweldig dat hij uit puur jeugdsentiment op zijn twintigste een nieuwe doos kocht. En vandaag mee met ons op stap gaat. Het Museum Plantin-Moretus ligt niet ver van zijn woonst, te voet amper een kwartier stappen. Het is nog vroeg, de stad slaapt, in het museum is het rustig.
Het vet van de inkt We lopen over krakende houten vloeren en onder grote luchters door, langs Rubensportretten, wandtapijten en tafels met boeken. Opmerkelijk is hoe donker de kamers zijn, maar ook hoe sfeervol verlicht ze zijn, bijna gezellig, waarbij het licht je aandacht leidt naar wat je moet zien: een boek, een wereldbol, een schilderij... Moeyaert herinnert zich nog zijn eerste bezoek aan het museum, ondertussen meer dan tien jaar jaar geleden. Het liet een wat stoffige indruk na, maar die indruk is ondertussen helemaal veranderd, sinds er vorig jaar een nieuwe, hedendaagse enscenering kwam: meer verhalend, esthetischer ook, waarbij de geschiedenis meer tot leven komt. We zijn ondertussen in de drukkerij beland, het hart van het vroegere bedrijf. Er staan zeven oude persen op een stenen vloer, in een natuurlijke opstelling, en er zijn ook evenveel kasten met letterbakken, waar de verschillende lettertypes bewaard werden, zoals het befaamde ontwerp van de Franse Garamont, maar ook muzieknoten en Arabische tekens. De drukkerij ligt erbij alsof er gisteren nog gewerkt werd. “Deze zaal werkt op je ver-
beelding”, zegt Moeyaert. “Je voelt het teamwerk. De taak van een drukker heeft me altijd aangesproken. Als mijn broers of ik vroeger thuiskwamen met een slecht rapport, zei mijn vader wel eens dat we dan maar drukker moesten worden. Mij leek dat geen slecht idee.” Op een lcd-scherm dat horizontaal op een verweerde tafel ligt, zie je loepzuivere beelden van een drukker die de zetplaat insmeert met inkt. “Kijk hoe dicht je hier op de handeling zit. Je ruikt bijna de inkt, je voelt het vet op
“Als ik vroeger thuiskwam met een slecht rapport, zei mijn vader dat ik dan maar drukker moest worden” zijn vingers. Hoor hoe helder het geluid is, de sfeer is bijna theatraal. Je krijgt de magie van het drukken en van het ambacht mee. Het is geweldig hoe tastbaar het drukproces hier in beeld is gebracht.” De letterbakken in de zaal doen Moeyaert denken aan de rage in de jaren tachtig. Iedereen wou zo’n letterbak tegen zijn muur, in de woonkamer of op het toilet. “Had je er eentje met handvaten, dan was het een echte. Je vulde de hokjes met prullaria en souvenirs die je meebracht van reizen. In mijn letterbak — een echte — stond onder andere een porseleinen potje met mijn melktanden erin. En ik verzamelde letters. De A omdat het de eerste letter van het alfabet is, de B van Bart. Ik heb altijd iets met letters en lettertypes gehad. En dat gaat tot vandaag door: ik ben geabonneerd op nieuwsbrieven van font-ontwerpers en via Instagram volg ik designers van boeken, zoals Jon Gray, gray318.com.”
Goudlederen behang Over de hobbelige kasseien van de binnentuin lopen we verder naar de Justus Lipsius-zaal. Aan de muur hangt een lcd-scherm waarop een man te zien is die een boek leest. Hij draagt een lange mantel met een bonten kraag, als in de zestiende eeuw. Het beeld beweegt langzaam. “Dit vind ik nu zo mooi”, aldus Moeyaert. “Je voelt de verstilling. Als je ervoor open staat, toch. Alleen de aandachtige bezoeker die wil vertragen, zal dit opmerken. Alles is subtiel in beeld gebracht. Je hebt niet veel toeters en bellen nodig om je verhaal te vertellen. Het is niet omdat je schreeuwt dat papier en drukinkt tof is, dat het ook zo is. Je moet het de bezoeker laten voelen.” We houden halt in het kantoor van Plantijn, een eerder kleine ruimte, maar gehuld in goudlederen behang, met patronen in reliëf waarop bladzilver en gele vernis zijn aangebracht. “Dit is een van de mooiste ruimtes van het museum”, merkt Moeyaert op. “We leven in een wereld waar alles wit en strak is, gedesigned. Een ruimte als deze is dan een ware verademing. Ik moet me inhouden om niet met mijn vingertoppen over dat behang te gaan. De eenvoud van de opstelling is sterk: een lessenaar met een lamp, meer niet.” In deze kamer correspondeerde Plantijn met wetenschappers, aardrijkskundigen, humanisten en auteurs. Plantijn is een man met een overtuiging, hij spoort zijn auteurs aan om betere werken te publiceren, hij gaat op zoek naar nieuwe ideeën, zoals een atlas, een Nederlandstalig woordenboek, een meertalige Bijbel. Ook vandaag is de band tussen auteur en uitgever hecht. Vorige maand zagen we hoe Moeyaert en een zestigtal andere schrijvers de redactie van uitgeverij Querido Kind volgden, toen dat team voltallig ontslag nam na maandenlang overleggen met het moederbedrijf WPG Media Nederland. “Met je uitgever en je redacteur moet het klikken. Het persoonlijk contact is enorm belangrijk. Je moet elkaar kunnen vertrouwen. Elke schrijver vraagt om een andere aanpak. Sommige schrijvers willen na elk
1548 of 1549
Van Plantijn tot Museum 1534 of 1537
Hij verhuist naar Antwerpen met echtgenote Jeanne Rivière en dochtertje Margareta. Hij vestigt zich als boekbinder in de Lombardenvest.
Plantijn wordt leerjongen bij een boekbinder en boekverkoper in Caen.
1520
1555 Christoffel Plantijn drukt zijn eerste boek: La institutione di una fanciulla nata nobilmente van Giovanni Michele Bruto.
15 50
15 40
30 15
15
20
Christoffel Plantijn wordt geboren in Saint-Avertin, nabij Tours.
insideout 3
DeMorgen. 15/11/2017
© Steven Richardson
Onze wandeling eindigt in de bibliotheek, die ruikt naar boenwas. In het museum zelf liggen kopieën van boeken open, zodat je ze kan doorbladeren. Maar hier in de bibliotheek kan je niet bij de boeken, omdat er ook originele exemplaren tussen zitten. De boeken doen me denken aan een beeld uit 56 Kilometer, een publicatie van Moeyaert met autobiografische notities. Terwijl Venetië verdrinkt en het water naar de etages klimt, houden bibliothecarissen en boekhouders boeken en manuscripten boven hun hoofd om te redden wat ze redden kunnen. Of Moeyaert het belangrijk vindt dat erfgoed bewaard blijft? “Erfgoed vind ik een beladen woord. Alsof je een erfenis krijgt die vooral wéégt. Natuurlijk is het zo dat we de dingen die ons leren waar we vandaan komen en wat we nog gaan doen, moeten koesteren. Bij een museumbezoek zijn het niet zozeer de jaartallen die me prikkelen. Ik neig naar de verhalen, de emoties en de sfeer. Dat zijn de haakjes waar een bezoeker aan blijft hangen, en dat is ook meteen wat een bezoek waardevol maakt.”
1566
1562
1561
60
Plantijn publiceert La magnifique et sumptueuse pompe funebre. Deze prestigieuze prentenreeks wordt gedrukt naar aanleiding van de begrafenis van keizer Karel V.
15
1559
Plantijn herdoopt zijn huis in de Antwerpse Kammenstraat tot De Gulden Passer.
Markgraaf Jan van Immerseel doet een huiszoeking in de drukkerij, terwijl Plantijn op zakenreis is. Hij treft calvinistische (en dus ketterse) pamfletten aan. De inboedel van de drukkerij en het woonhuis wordt openbaar verkocht. Plantijn laat stromannen zijn inboedel opkopen.
1563
Christoffel Plantijn opent een filiaal in Parijs. Gilles Beys komt later aan het hoofd, hij huwt later Plantijns vierde dochter Magdalena.
Plantijn gaat een associatie aan met drie vennoten. Dankzij het broodnodige kapitaal van zijn compagnons kan Plantijn een succesvolle doorstart maken.
1568 De Spaanse koning Filips II gaat akkoord met Plantijns voorstel om een wetenschappelijke bijbeluitgave te drukken in de oorspronkelijke talen. Hij belooft de Polyglotbijbel financieel te steunen. Ook Paus Gregorius XIII geeft enkele jaren later de nodige goedkeuring.
68
Van de correctorenkamer wandelen we via trapjes en smalle gangen naar de boekenwinkel, waar van de 17de tot de 19de eeuw boeken verkocht werden. De winkel is een pareltje. De meertalige Bijbel, het Kruidenboek van Dodoens, wereldbollen en atlassen... ze gingen hier over de toonbank. De koekoeksklok aan de muur tikt de tijd weg. “Ik kan geen stad bezoeken of ik ga een boekenwinkel binnen”, zegt Moeyaert. “De sfeer van zo’n winkel vind ik bijna even belangrijk als het aanbod. Ik verwacht ontdekkingen, ik wil snuisteren. Het idee dat in een boekhandel wijsheid is vergaard, maakt me gelukkig. Wil je niet weten wat de mensen vroeger wisten en wil je niet achterhalen wat ondertussen complete nonsens is gebleken?” Bart Moeyaert koopt graag boeken, zowel fictie als non-fictie. “Ik volg de fictie bij ons — in Vlaanderen en Nederland — op de voet, maar ik laat me graag infecte-
Haakjes
15
Een goede uitgeverij zorgt ervoor dat boeken gepubliceerd worden zonder fouten, iets waar Plantijn zelf veel belang aan hechtte. In de correctorenkamer moesten de proeflezers druk- en spelfouten uit de tekst halen. Een job die ook Moeyaert maar al te goed kent, want hij leest ook zelf zijn eigen boeken na. Een routineuze job die hij liever niet doet dan wel. En toch, het moment dat zo'n proefdruk via de mailbox binnenkomt, is bijzonder. Je ziet voor het eerst de tekst geordend in tekstblokken en alinea's. Volgens Moeyaert beseffen weinig mensen hoeveel impact de lay-out heeft op een boek, hoe het boek de leeservaring kan beïnvloeden. Dat de correcties en het drukken of zelfs het lezen vandaag digitaal gebeuren, maakt dat het hele uitgeefproces sneller verloopt dan vroeger. Maar aan het creatieproces is weinig veranderd. “Het gaat nog altijd om een auteur die in zijn eentje vanuit het niets een wereld laat ontstaan. Dat is niet min. Met een vertelstem moet bijgevolg omzichtig worden omgegaan, of de stem nu in een digitaal gedrukt boek of een e-book terechtkomt, of te horen zal zijn in een luisterverhaal.”
65
Snuistergevoel
“Een goede uitgeverij neemt je angst weg, zodat je verder durft te springen dan je zelf dacht”
ren. Af en toe volg ik een persoonlijke manie – eilandboeken, schrijverscommunes, musici – en af en toe hoor ik een naam waarvan ik dan één boek moet lezen, zoals Het verborgen leven van bomen van Peter Wohlleben, over hoe bomen met elkaar communiceren.”
15
hoofdstuk feedback, ik maak liefst eerst het hele boek af om dan te overlopen of de structuur goed zit. Een goede uitgeverij neemt je angst weg, zodat je verder durft te springen dan je zelf dacht.”
4 insideout
DeMorgen.
Foto’s © Steven Richardson
15/11/2017
Plantijn achterna in een kinderworkshop lithografie
“Het lijkt wel een beetje toveren” In het museum treden kinderen in het voetspoor van drukker-uitgever Christoffel Plantijn. Op een echte pers drukken ze een eigen lithografie. Niet met steen en chemische producten, maar met spullen uit een doorsnee keukenkast.
STAP 1: De drukplaat maken Een litho maken begint met de drukplaat. De kinderen mogen een plastic plaatje inpakken in aluminiumfolie, afwassen met water en licht opschuren. De kunst bestaat
erin om geen gaatjes te creëren in het aluminiumpapier. “Mega moeilijk”, vindt Rocky (8). Maar om het op zijn Plantijns te zeggen: 'labore et constantia' of 'met ‘arbeid en standvastigheid' lukt het wel.
STAP 2: De plaat vetvrij maken De drukplaat vetvrij maken gebeurt met azijn. “Enkel de randen mag je nu nog aanraken”, waarschuwt Petra. “Want onze vingers bevatten vet.” De kinderen nemen hun taak heel ernstig, er wordt amper gesproken. Een oma komt over de schouder van haar kleinkind meekijken, het meisje staat te blinken van trots. “En wie wou er eerst niet mee naar het museum?” horen we de oma triomfantelijk zeggen. “Zie je nu wel dat het leuk is!”
STAP 3: Tekenen!
STAP 5: Drukken
Met een vet lithokrijtje mogen de kinderen vervolgens iets tekenen. Er verschijnen bomen, bloemen, een clown, een draak en een monster. “Maak eenvoudige tekeningen”, raadt Petra aan. “En hou er rekening mee dat je het spiegelbeeld drukt!”
En dan komt de leukste stap: het drukken. De kinderen draaien aan het grote wiel en langzaam maar zeker rolt de natte tekening onder de pers. Het vet van de tekening trekt de rode vette inkt aan, de waterfilm duwt de inkt naar de tekening. Of het zwaar is? “Valt mee, net of je een groot boek openslaat”, zegt Lennert (9), die duidelijk al helemaal in de sfeer van het museum zit. “Het lijkt of we in een fabriek aan het werken zijn, een hele oude dan wel”, vult Mona (11) aan. De verrassing is groot als er een mooie afdruk van de pers rolt. “Cool! Het voelt een beetje als toveren”, vindt Merel (9).
STAP 4: Cola, olie en verf Cola is een zuur, zo leren de kinderen. De drukplaat wordt overgoten met cola, zodat alle delen waar niet getekend is, aangetast worden. Zo wordt het verschil groter tussen de tekening en de rest van de plaat. Daarna volgt het instrijken met maisolie en rode verf. Dat zorgt voor verbazing, want de tekeningen verdwijnen. Maar Petra stelt gerust: alles verloopt volgens plan.
Juni 1576
75
Het bedrijf van Plantijn bereikt zijn hoogtepunt. Plantijn bezit op dat moment 16 drukpersen en stelt 55 mensen te werk.
1579 November 1576
De stad Antwerpen stelt Christoffel Plantijn aan als officiële stadsdrukker. Zijn nakomelingen, de Moretussen, behouden deze aanstelling tot 1705.
Tijdens de Spaanse Furie trekken muitende soldaten plunderend en moordend door de stad. Plantijn kan zijn gezin en zijn bedrijf redden met een gigantische afkoopsom.
80
1574
15
15
70
De Spaanse koning Filips II verleent Christoffel Plantijn het monopolie op de misboeken en brevieren in Spanje en de Spaanse kolonies. De familie Moretus behoudt dit winstgevende monopolie tot 1764.
15
1571
Plantijn verhuist de drukkerij naar het gebouw aan de Vrijdagmarkt. De winkel blijft in het oude gebouw aan de Kammenstraat.
1585 Val van Antwerpen. Het Spaanse leger neemt de stad over, het calvinistische stadsbestuur van Antwerpen capituleert. Plantijn komt terug naar Antwerpen en noemt zichzelf opnieuw ‘drukker van de koning’. Franciscus, die zich tijdens het calvinistische bewind had bekeerd, vertrekt met zijn gezin naar Leiden.
15 85
P
etra Everaert staat in ‘Huis ‘t Vosken' - zo heet het atelier in Museum PlantinMoretus - de kinderen al op te wachten. Ze krijgen meteen een schort om, want drukken zonder je handen en kleren vuil te maken is gewoon onmogelijk. “Wij maken vandaag een lithografie, een afdruk van een tekening”, vertelt Petra. “En dat doen we met water en olie, omdat die elkaar afstoten. De techniek heet vlakdruk. We gebruiken dus een vlakke plaat, geen stempels zoals bij het drukken van letters.”
insideout 5
DeMorgen. 15/11/2017
Plantin-Moretus op kindermaat De ontdekking van de boekdrukkunst, Theodoor Galle (graveur) en Jan van der Straet (ontwerper), Museum Plantin-Moretus.
Drie eeuwen boekdrukkunst: hoe krijg je dat verkocht aan je kleine bengels? Antwoord: makkelijk, want het Museum Plantin-Moretus heeft heel wat interessants op kindermaat.
W
oon een drukdemonstratie bij
Druk, druk, druk in de drukkerij
weet hoe moeilijk drukken kan zijn. Zo’n vers gedrukte pagina met natte inkt ziet er inderdaad mooi uit. De drukker toont ook hoe de letters worden gegoten. Met een kleine lepel giet hij de gloeiend hete legering in een mal, waarna er een letter tevoorschijn komt. Of een komma. Of een solsleutel. Cool!
In het museum geeft een drukker regelmatig drukdemonstraties, die ook fascinerend zijn voor kinderen. De drukker zet het zetsel in de pers, inkt de plaat in en klemt het papier vast. Nadat hij de kar onder de pers heeft gerold, maakt hij met een ruk aan de degel een afdruk van de plaat. “Wauw, en niks mislukt!” merkt Lennert (9) op, die na de workshop lithografie
In de zestiende eeuw was een werkdag van veertien uur in de drukkerij geen uitzondering. Een overzicht van zo’n doordeweekse dag.
5u De 'premier' of eerste drukker arriveert in de drukkerij en maakt de drukpers drukklaar. Een drukpers wordt door twee man bediend.
Speel het moordspel Plantin-Moretus is groot, dus alles bekijken en bewonderen is misschien wat veel gevraagd voor jong grut. Je gaat beter selectief te werk. Moordspel Balthasar kan daarbij helpen. De kinderen krijgen een plannetje en gaan op zoek naar antwoorden in de drukkerij, de tuin, het familiesalon, Huis 't Vosken... In het doolhof dat het museum is, is het zoeken naar de ruimtes al een opdracht op zich! De kinderen bestuderen een oude gevel van het huis bij het ramen tellen, ze kijken naar de schilderijen van Rubens en vragen zich af uit welk materiaal een drukkerstampon gemaakt is, allemaal om Balthasars moordenaar te strikken.
Met een lepel giet de drukker de gloeiend hete legering in een mal, waarna er een letter tevoorschijn komt.
6u De inkter of de ‘second’ komt aan in de drukkerij. Het team legt het eerste vel op de pers. Ook de letterzetters en proeflezers vatten hun dagtaak aan.
8u Een half uur pauze om te ontbijten.
8u30 De drukkers hervatten het werk. Tegen de middag hebben ze ongeveer 1.250 vellen aan één zijde bedrukt. Ze wassen het zetsel. De letterzetters breken het zetsel en sorteren de loden letters in de letterkasten. Ze rapen de gevallen letters van de vloer op.
12u Schafttijd tot 13u. Sommige werknemers eten thuis, andere in de drukkerij. De binnenblijvers mogen slechts één pot zwaar bier drinken. Op licht tafelbier staat geen beperking.
16u Maak gebruik van de Antwerp Museum App Moordspel Balthasar kan je gerust combineren met de audiotour, die je terugvindt in de museumapp van de stad Antwerpen. De audiotour werd geschreven door Philip Maes, de auteur van de Heerlijke Hoorspelen en Kabouter Korsakov, en gemaakt door Mediamixer met een Vlaamse topcast. Dat betekent veel drama, fantasie en grapjes, over correctoren die het niet kunnen nalaten elkaar te verbeteren of over Plantijn die gebrekkig Nederlands spreekt. In de bibliotheek beginnen de boeken zomaar met elkaar te praten: Mevrouw Woordenboek pocht over haar kaftje en haar mooie woorden, terwijl de rebelse roman liefst tegen de stroming in gaat. Tot de Bijbel verzoenend tussenbeide komt, met galmende stem: “Er is plaats voor iedereen, broeders en zusters.”
Een half uur pauze, tussen 16 en 17u. Tijd voor een vieruurtje.
17u De drukkers hervatten het werk. Tegen de avond heeft het team van twee drukkers 1.250 vellen bedrukt aan de andere zijde, samen dus goed voor 2.500 zijden per dag. Een letterzetter heeft gemiddeld één drukvorm gezet. 's Avonds wordt het zetsel opnieuw gewassen, gebroken en gesorteerd.
20u Einde van de werkdag. De drukkers en zetters snuiten hun kaars en gaan naar huis.
16 maart 1590 1592
95
Jan Moretus verwerft een algemeen monopolie voor het drukken van bijbels, getijdenboeken, missalen en brevieren. Hij erft ook de monopolies van Plantijn voor de klassieke auteurs.
16 00
15
86
Jan Dresseler, de handelsagent van Plantijn, wordt gekidnapt. Pas na het betalen van losgeld wordt hij vrijgelaten.
Plantijn wordt begraven in de kathedraal van Antwerpen. Zijn erfgenamen bestellen een epitaaf met de portretten van het gezin. Op het centrale luik staat het Laatste Oordeel. Het epitaaf hangt nog in de kathedraal.
15 90
Maart 1586
1591
Balthasar I Moretus, zoon van Martina Plantijn en Jan Moretus, studeert bij Justus Lipsius in Leuven. Hij zit ‘op kot’ bij de beroemde humanist en huisvriend van de familie.
15
4 juli 1589
Dochter Martina Plantijn en haar man Jan Moretus verwerven het eerste kooprecht op de Antwerpse Plantijnse drukkerij met alle toebehoren.
1613 Balthasar I Moretus bestelt een reeks portretten bij zijn jeugdvriend Peter Paul Rubens. Naast portretten van Plantijn en andere familieleden, schildert Rubens portretten van geleerden uit de Renaissance.
6 insideout
15/11/2017
DeMorgen.
Wie was Christoffel Plantijn?
“Noem hem gerust de Steve Jobs van zijn tijd” Toen Christoffel Plantijn op zijn dertigste een drukkerij oprichtte, ging hij voluit voor kwaliteit. Als een ware Steve Jobs legde hij de basis voor een uitgeverij die driehonderd jaar lang mee de cultuurgeschiedenis van Europa zou bepalen. Hij was de stamvader van een dynastie en een visionair, maar ook een snuggere zakenman.
Anderstalige nieuwkomer
Vader van vijf dochters
Christoffel Plantijn groeide op in Frankrijk, maar hij kwam in 1550 naar ons land. In 1555 richtte hij een drukkerij op. Hij koos voor Antwerpen, omdat de stad de hotspot van die tijd was. Er was een haven, er waren intellectuelen, er was werkvolk. Plantijns geboortetaal is Frans. Niet verwonderlijk dus, dat zijn vriend Kiliaan het eerste Nederlandstalig verklarend woordenboek schreef.
Plantijn kreeg samen met zijn vrouw Jeanne Rivière zes dochters en een zoon, maar één dochter en zijn zoon stierven jong. De meisjes leerden al vroeg lezen en schrijven. Vanaf hun vijfde werkten ze zelfs al mee in de drukkerij als proeflezers. Op hun twaalfde stopten de dochters uiteindelijk met proeflezen, omdat ze de mannen in de drukkerij te veel zouden afleiden. Drie dochters trouwden met een drukker. Altijd draaide de hele familie mee in het bedrijf.
Workaholic Christoffel Plantijn bouwde zijn drukkerij van nul op en investeerde elke cent opnieuw in het bedrijf. Hij werkte samen met gerenommeerde auteurs, onder zijn beleid kwamen er vernieuwende uitgaven op de markt. Schoonheid en design stonden hoog aangeschreven. Plantijn wilde ook foutloos drukken. Zijn proeflezers, correctoren, lettersnijders, zetters, drukkers en ontwerpers voor illustraties waren de besten uit hun vakgebied. “Dit is geen man van vlees en bloed, dit is een en al geest”, zo schreef een vriend over Christoffel Plantijn. “Hij denkt niet aan eten, of drinken, of rusten. Hij leeft voor zijn werk.”
Internationaal ondernemer Plantijn was een erg snuggere zakenman. Met de Spaanse koning Filips II kon hij een belangrijke deal sluiten. Hij verwierf het monopolie
Humanist Plantijn daagde wetenschappers en humanisten uit om samen met hem betere en nauwkeurigere wetenschappelijke werken te publiceren. Ortelius publiceerde bij Plantijn de eerste atlas, Simon Stevin pleitte voor het decimaal stelsel en met de Nederlandstalige uitgave van Valverde werden de ‘barbiers en chirurgijnen’ op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in de geneeskunde. Lobelius, Dodoens en Clusius gaven de botanica of plantkunde een boost.
Christoffel Plantijn was een snuggere zakenman.
om bijbels te drukken voor Spanje én voor alle Spaanse gebieden, een privilege dat 150 jaar lang zou standhouden. Hij investeerde ook in lettertypes: hij liet ze ontwerpen en kocht ook bestaande lettertypes op, wat in de praktijk neerkwam op een patent. Ongeveer twintig jaar na de oprichting van zijn drukkerij, in 1570, was hij de grootste industriële drukker ter wereld, met verkooppunten in Frankfurt en Parijs. In 1582 bezat hij een tweede drukkerij in Leiden.
Bankroet Plantijn was ook een pragmatisch man. Hij drukte de geboden en pamfletten van verschillende politieke kampen, eerst voor de katholieken, daarna voor de calvinisten. Maar hij kende ook tegenslagen. Tijdens het katholieke bestuur werd een calvinistisch pamflet gevonden in zijn drukkerij. Plantijn zat in Parijs en bleef daar tot de storm geluwd was. Zijn bezittingen werden openbaar verkocht. Plantijn liet stromannen
zijn eigendommen opnieuw opkopen. Want, zoals hij zelf zei: “met ingespannen arbeid, volharding en geduld komt men alle tegenslagen te boven.”
Van de boeken naar de mode Plantijn beperkte zich in zijn uitgaves helemaal niet tot één domein of vakgebied. Zijn drukwerken waren religieus, humanistisch, wetenschappelijk, botanisch, geneeskundig, cartografisch, muzikaal… Plantijn drukte bovendien in vele talen: Latijn, Nederlands, Frans, Grieks, Spaans, Hebreeuws, Duits, Italiaans, OudSyrisch en Aramees, de taal van Christus. Hij was niet alleen drukker en uitgever, maar hield zich ook bezig met mode. Antwerpse linnen en kant waren op dat moment ‘hot’ en brachten veel geld binnen. Plantijn exporteerde Antwerpse kant naar Parijs. Dochter Martina nam op haar achttiende de kanthandel over. Plantijn verkocht ook kaarten, prenten en wereldbollen.
Grondleggers van een rijke dynastie
Van sober brood tot kalkoenen en patrijzen Van familiebedrijven zegt men dat de eerste generatie investeert, de tweede expandeert en de derde spendeert. Zo gebeurde dat ook bij de Officina Plantiniana, al hielden ze maar liefst negen generaties lang stand. Toen Christoffel Plantijn stierf, liet hij zijn bedrijf na aan zijn schoonzoon Jan Moretus en zijn tweede dochter Martina Plantijn. Dat was eerder uitzonderlijk en de beslissing zorgde voor heel wat opschudding, want meestal kreeg de oudste zoon het bedrijf. Jan Moretus was naast Plantijns schoonzoon, ook zijn rechterhand. Hij was op zijn vijf-
tiende begonnen bij Plantijn als hulpje in de boekenwinkel. Net als Christoffel Plantijn leefde de familie Moretus erg zuinig en investeerden ze volop in de zaak. De drukkerij werd onder hun beleid de grootste boekenleverancier van de contrareformatie. De zoon en opvolger van Jan Moretus heette Balthasar, zijn broers heetten Gaspar en Melchior. De namen van de drie wijzen bleven lang populair bij de Moretussen. Tijdens de derde generatie had de familie uiteindelijk genoeg rijkdom vergaard om het huis te verbouwen tot een statig stadspaleis, met goudleer aan de muren en zilverwerk in
de kasten. Balthasar I Moretus was goed bevriend met Peter Paul Rubens, die de familieportretten maakte. Bij de latere generaties steeg de welvaart exponentieel. Ook bij feesten hielden de Moretussen nauwkeurig de rekeningen bij: de hoeveelheid oesters, hammen en gebraden kalkoenen leken nauwelijks te tellen. Meermaals werd het bedrijf geleid door vrouwen, wanneer hun echtgenoten jong stierven. Uiteindelijk ging de drukkerij/uitgeverij ten onder omdat er niet voldoende gemoderniseerd werd. In 1876 verkocht Edward Moretus de drukkerij aan de stad Antwerpen.
1692
1716
10
Jean Jacques Moretus huwt met Theresia Mechtildis Schilders. Op slag verdubbelt het kapitaal van de Moretussen.
17
90 16
80 16
16
70
Anna Goos, weduwe van Balthasar II Moretus, neemt de leiding van het bedrijf over. Ze loodst het door een betalingscrisis. Voortaan richt de Plantijnse drukkerij zich uitsluitend op liturgische boeken.
Opnieuw een vrouw aan het hoofd van het bedrijf: Anna-Maria de Neuf, de weduwe van Balthasar III Moretus. Ze leidt het bedrijf twintig jaar lang en vermindert de werktijd voor haar werknemers. Door de rijke huwelijken en geslaagde geldspeculaties kunnen de familieleden voortaan rentenieren.
00
29 maart 1674
1696
17
Balthasar III Moretus, zoon en opvolger van Anna Goos, wordt in de adelstand verheven door de Spaanse koning Karel II. Hij krijgt de titel van jonkheer.
insideout 7
DeMorgen. 15/11/2017
3
1
2
De oudste drukpersen ter wereld
De eerste atlas
Het lettertype Garamond
In ver vervlogen tijden, voor Google Maps, bestonden er enkel losse kaarten in verschillende formaten, met verschillende legendes. Tot cartograaf Abraham Ortelius, inkleurder van kaarten bij Plantijn, in 1570 alle gekende kaarten van de wereld in één boek samenbracht. Plantijn drukte de kaarten niet, maar verwierf wel het privilege op de verkoop ervan. De atlas werd een commercieel succes in Europa. Mercator schreef aan Ortelius: “Het boek is niet duur en we kunnen het meenemen, waar we ook gaan.” In het Museum Plantin-Moretus kan je een kopie van de atlas doorbladeren en enkele originele uitgaves bewonderen in de vitrines.
In de zestiende eeuw zorgde de boekdrukkunst voor een ware revolutie: voor het eerst kon kennis snel en op grote schaal verspreid worden. In de drukkerijzaal staan vandaag nog zeven drukpersen. De twee oudste zijn ‘op rust’. Ze dateren van rond 1600 en zijn zo de alleroudste drukpersen ter wereld. Deze persen drukten in hun glorietijd per dag 1.250 vellen aan beide kanten.
De ordonnanties van Antwerpen
4
Het museum heeft meer dan negentig lettertypes in huis. In de drukkerij zie je kasten met het alfabet in loden letters, onder meer ook in het befaamde lettertype Garamond. Garamond vind je vandaag nog steeds op je computer of tablet. Softwareontwikkelaar Adobe verrichtte trouwens onderzoek in het museum om het lettertype te reconstrueren.
9 straffe vondsten
5
Reglement van de drukkerij Ook het arbeidsreglement van de drukkerij biedt een unieke kijk op het zestiendeeeuwse leven. In de tijd van Plantijn was het bijvoorbeeld verboden om snottebellen aan de muren te vegen. Wie zich niet aan de afspraken hield, betaalde een boete in geld of bier.
Plantijn drukte de wetten van de stad en sommige doen je de wenkbrauwen fronsen. Het was bijvoorbeeld verboden om op straat te dansen, een verbod dat het volk vaak aan zijn laars lapte. Hangjongeren bestonden ook al en het was niet min wat ze deden: “foulen d'een tegens d'andere, met stocken en[de] steenen commende, smijtende ende worpende.” Het stadsbestuur nam een drastische maatregel: ouders moesten hun kinderen voortaan binnenhouden.
Dodoens Cruijdboeck 6
Ook de moeite om in te bladeren: het kruidenboek van Rembert Dodoens. Niet alleen om zijn overzichtelijke indeling en gedetailleerde tekeningen van planten, ook om zijn advies dat soms uit een kookboek voor heksen weggeplukt lijkt. Om te beletten dat er geen haar aan je handen groeit, moet je ze volgens Dodoens met afgekoelde netelthee wassen en daarna inwrijven met mussenstront. Ook voor insectenbeten heeft hij een tip: insmeren met oude wijn en bladeren van grote klis en het krabben is gedaan.
De schatkamer van Plantin-Moretus
8
Ceremoniële brits 7
Schilderijen van Rubens Peter Paul Rubens was een goede vriend van Balthasar Moretus, die hem vroeg om portretten te schilderen van de hele familie. Een van Rubens' medewerkers, Erasmus II Quellin, schilderde het befaamde Labore et Constantia oftewel ‘door arbeid en standvastigheid’, het motto van Plantijn.
Het museum kreeg van een nakomeling van de familie Moretus een mysterieuze houten stok met belletjes en slingers. Blijkbaar werden met die stok uit 1638 de gezellen na hun stage bij Plantijn op hun achterste geslagen, om zich vrij te maken van hun meester. Een geintje bij het doop-ritueel, waarbij de liederen schalden en het bier vloeide.
9
Antwerpen in beeld
Erg indrukwekkend is de oude stadskaart van Antwerpen. Ze doet denken aan een bladzijde uit Waar is Wally?, zo gedetailleerd is ze. Je ziet maar liefst tweehonderd huisjes! Je spot ook de marktpleinen, bruggen over de kanaaltjes, kloosters, kerken en kapellen en de vijf monumentale poorten in de stadsomwalling.
1764 1768
1876
00 19
75
Jonkheer Edward Moretus verkoopt op 20 april 1876 de site met inboedel aan de Stad Antwerpen. Een jaar later opent het Museum PlantinMoretus voor het publiek.
18
50 18
25 18
00
Voor de derde keer komt een vrouw aan het hoofd van de uitgeverij, ook nu weer na de vroege dood van haar echtgenoot. Maria Theresia Borrekens is een kranige bedrijfsleidster met een eigenzinnig karakter. Ondanks haar zelf gezworen eed om de zaak ‘met luyster aen myne kinderen achter te laeten’ slaagt zij er niet in de ingeleide neergang van de drukkerij te keren.
18
50 17
25 17
17
20
Jean Jacques Moretus wordt verkozen tot aalmoezenier. Hij is verantwoordelijk voor de weeshuizen van Antwerpen. Zijn echtgenote Theresia noteert elke vondeling in haar almanak. Een baby gevonden aan de poort van de Sint-Augustinuskerk krijgt de naam ‘Augustinus Inganck’!
17
1717-1718
75
In een vlaag van protectionisme beëindigt de Spaanse koning alle privileges van buitenlandse drukkers-uitgevers. De hele Spaanse afzetmarkt verdwijnt van de ene dag op de andere.
8 insideout
15/11/2017
DeMorgen.
Van je eigen stempel maken, over oesterzwammen kweken op koffiegruis en botanisch tekenen tot zelf achter de drukpers kruipen: het zijn maar enkele van de vele workshops in het museum.
Must do’s in Museum Plantin-Moretus
Dag van de wetenschap Experimenteren met bladeren en vruchten
Plantin-Moretus heeft meer te bieden dan een museumbezoek. Tijdens themadagen dit najaar zijn er heel wat activiteiten en workshops te beleven, voor groot en klein.
Scheikundige Francine De Muylder doet je versteld staan van de wondere chemie van de natuur. Wat is het verband tussen een druif en een aspirine? En waarom verkleuren de bladeren in de herfst? Kende de 16de-eeuwse botanicus Rembert Dodoens het antwoord? Tijdens een puzzel en enkele proefjes kan je het ontdekken.
x 26 november, workshop om 14, 15 en 16 uur, geschikt voor kinderen van 7 tot 99 jaar.
Kunstendag voor kinderen
Week van de smaak
Maak je eigen bloemenstempel Museum Plantin-Moretus bezit bijna 4.000 houtblokken met afbeeldingen van planten. Ze werden in de 16de en 17de eeuw gemaakt voor de illustraties van dikke natuurboeken. Tijdens de Kunstendag gaan de kinderen aan de slag. Ze maken een eigen stempel van de mooiste bloem ter wereld: een zonnebloem!
x 19 november, 13.30 tot 16.30 uur. Zonnebloemen drukken In 1568 publiceert Rembert Dodoens als eerste een afbeelding van een Zuid-Amerikaanse zonnebloem. Tijdens het bezoek kunnen kinderen opnieuw een zonnebloem drukken, op een drukpers, zoals in de tijd van Plantijn.
Botanisch tekenen
Rembert Dodoens geeft zijn Cruijdeboeck uit in 1554. Het wordt het meest vertaalde boek van de 16de eeuw, na de Bijbel. Dit jaar viert het museum de 500ste verjaardag van Dodoens. Tijdens workshops ga je aan de slag met kruiden, planten en gisten.
In de sessie ‘botanisch tekenen’ van kunstenares Hilde Orye maak je plantenportretten. Je komt tijdens het tekenen volledig tot rust en leert de natuur met andere ogen bekijken.
Maak je eigen gefermenteerde kombucha
Houtblokken
Kombucha is een van de oudste gefermenteerde dranken. Het heeft wat weg van icetea, maar bevat weinig suiker en amper alcohol. Tijdens de workshop leer je hoe je zelf het drankje maakt, en welke smaken je kan toevoegen. Je krijgt ook wat gistcultuur mee naar huis.
Samen met Jessie Wei-Hsuan Chen bestudeer je houtblokken met afbeeldingen van planten, waarna je ziet in welke boeken ze gedrukt werden. Jessie vertelt over haar onderzoek, maar ze is ook een begenadigd illustratrice. Ze zet je graag op weg bij het tekenen van je eigen botanische kunstwerkje.
x 19 november, 14.30 tot 16.30 uur, 12 euro, reserveren via
x 26 november, lezing in het Engels, 14 tot 16.30 uur
jan.haveneers@stad.antwerpen.be.
x 19 november, 10 tot 16.30 uur.
x 26 november, workshop van 13.30 tot 16.30 uur.
Oesterzwammen kweken Oesterzwammen groeien normaal gezien op hout, maar je kan ze ook kweken op koffiegruis. De zwammen groeien snel op de cellulose van de koffieboon, die al mooi vermalen en gepasteuriseerd is. Fungioloog Katlheen geeft je een emmertje mee en wat paddenstoelenbroed, zodat je thuis verder aan de slag kan.
Red Balthasar Een detectivespel voor jong en oud. Wie heeft Balthasar Moretus vermoord en waarmee? In de tuin, de drukkerij, de eetkamer en de bibliotheek ga je op zoek naar antwoorden. Je denkt na over de kleuren van Rubens, je telt de ramen in de binnentuin en bestudeert de inkttampons. Voor elk juist antwoord krijg je een tip.
x 19 november, 10.30 tot 12.30 uur, 10 euro, reserveren via jan.haveneers@stad.antwerpen.be.
x 19 november, 10 tot 17 uur. Gebruik de audiotour, waarin het huis en zijn bewoners tot leven komen. De schilderijen klappen uit de biecht, je ontmoet Plantijn himself en in de bibliotheek beginnen de boeken met elkaar te discussiëren. Met de stemmen van onder meer Warre Borgmans, Bruno Vanden Broecke, Peter Van den Eede en Lotte Heijtenis.
In Plantin-Moretus wordt kerst gevierd met workshops, vertellingen en muziek. Op de mobiele drukpersen van Kastaar kan je zelf drukken, en je eindejaarskaarten maak je zelf met zilverstift. Foodcollectief Les Odettes laat je proeven van hun hapjes. Ze mixen en matchen smaken uit eigen tuin met wilde planten, oude en nieuwe groenten, slow cooking en raw food. Met de dansgroep Passi dans je zoals in de tijd van Plantijn.
x 17 december, 10 tot 17 uur.
Chine-collé
Stemmen uit het verleden
Kerst in het museum
Chine-collé is een diepdruktechniek waarbij je niet op een gewoon vel etspapier drukt, maar op een flinterdun papiertje. Docent Emiko Oyama geeft aan deze Oosterse techniek een hedendaagse toets.
x 25 en 26 november, 10 tot 16 uur, 120 euro, inschrijven via foundationveerlerooms@gmail.com.
Colofon Inside Out is een extra bijlage bij De Morgen van 15 november 2017. Teksten: Kristin Wuyts. Eindredactie: Nele De Meyer en Stéphanie Verzelen. Fotografie: Steven Richardson. Lay-out: Jos Moers. V.u.: Christian Van Thillo, Brusselsesteenweg 347, 1730 Asse.
x 19 november, 10 tot 17 uur.
2016
Het Museum Plantin-Moretus wordt ingeschreven op de lijst van UNESCOwerelderfgoed.
19 90
80 19
19
70
Het volledige museum, inclusief interieur en inboedel, wordt beschermd erfgoed.
Museum Plantin-Moretus opent met een nieuwe leeszaal en een nieuw depot van noAarchitecten in samenwerking met Benoît van Innis én een nieuwe museumopstelling met scenografie van Studio Caroline Voet en Leen De Brabandere.
10
2005 1997
Het museum krijgt het ‘Blauwe Schild’ en behoort zo tot de UNESCO-lijst van monumenten die verhoogde bescherming vereisen in tijden van gewapend conflict.
00
Een V2-bom vernielt alle huizen aan de Vrijdagmarkt. Het museumcomplex ontsnapt op het nippertje aan de bom, maar is erg beschadigd.
2013
20
Het Plantin-Moretusarchief wordt opgenomen op de lijst van UNESCO's Memory of the World.
1945
19 60
19 40
De buitengevel van het huis wordt geklasseerd als erfgoed.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de hele inboedel en alle waardevolle stukken in kisten verpakt. Eerst worden ze opgeslagen in het kasteel van LavauxSainte-Anne in de provincie Namen, daarna in de kelders van de Nationale Bank in Brussel.
19 50
1938
2001
20
1940-1945