28
GROOTHARTIG EN DAPPER GESTORVEN.
THEO VONCK, MARNIX GIJSEN EN MARIA ROOMAN
MARC SOMERS \ Wanneer op 7 juli 1928 Maria Rooman, de 27-jarige verloofde van schrijver, journalist en historicus Jan Albert Goris in een Zwitsers sanatorium is overleden, gaat Goris – beter bekend als Marnix Gijsen (1899-1984) – haar een laatste groet brengen. Terug thuis enkele dagen later, schrijft hij een brief aan zijn vriend Theo Vonck, met wie hij in de jaren 1919 en 1920 in de redactieraad van het tijdschrift Storm heeft gezeten. De brief berust sinds kort (met 57 andere brieven van Gijsen aan Vonck) in de collectie van het Letterenhuis. Het is een openhartige en serene getuigenis over Gijsens persoonlijke gemoedstoestand, in rouw na het sterven van zijn geliefde. Een brief die men uitsluitend aan een zeer vertrouwde vriend schrijft. Ook Gijsens oudere broer René Goris (1895-1989) maakte deel uit van de redactie van Storm, een Antwerps katholiek en Vlaamsgezind studententijdschrift dat vanaf april 1919 verscheen. Het blad rekte zijn bestaan nog tot eind 1921, maar toen was Gijsen al uit de redactie verdwenen – hij verliet Storm in april 1920. Broer René was wat ouder dan de meeste vrienden in Storm, zodat hij dan ook doorging als de mentor van het ongeveer tienkoppige groepje. Theo Vonck, een onderwijzerszoon, ontmoette daar Gijsen, waarna de twee levenslang in contact bleven. Hun hechte vriendschap maakte dat Gijsen later peter zou worden van Voncks dochter Sera. Theofiel Lodewijk Vonck (1900-1974) was, luidens zijn doodsbericht, 'letterkundige en componist (vrij van alle decoraties en officiële prijzen)'.
zuurvrij29_bw_drukversie.indd 28
2/12/15 22:50