4 minute read
het speelplezier van charlotte
AAlleen als ze een heel drukke tijd achter de rug heeft, raakt Charlotte Spruit haar viool even niet aan. Dan geeft ze zichzelf een paar dagen rust om daarna weer vol energie aan de slag te kunnen. Tussen het repeteren door maakt ze een dagelijkse wandeling door het park, vlak bij haar Londense appartement. ‘Even wat frisse lucht en beweging, en dan weer geconcentreerd verder,' zegt ze aan de telefoon. ‘Vioolspelen is heel fysiek, dus dat heb ik echt nodig. Ik haal er ook inspiratie uit. Van de hele dag in mijn studeerkamer zitten, word ik gek.’ Op de dag dat we Charlotte spreken, heeft ze een examen voor haar masteropleiding aan de Royal Academy of Music in Londen, bij Rachel Podger en Pavlo Beznosiuk. Intussen repeteert ze de recitals die ze over twee weken speelt op het Bachfest in Leipzig. En deze zomer stonden verschillende festivals en concerten op de planning. ‘Hectisch, maar leuk,’ vat ze haar agenda samen. ‘Naar elk optreden kijk ik ontzettend uit.’
Geen podiumvrees
Charlotte heeft op 22-jarige leeftijd al een indrukwekkend cv. Zo trad ze op in het Concertgebouw, de Wigmore Hall in Londen en de Elbphilharmonie in Hamburg. Ze speelde kamermuziek met gerenommeerde violisten als Janine Jansen en Rachel Podger en ze werd als solist gevraagd door onder meer het Residentie Orkest en het Pauliner Barockensemble. Daarmee doet ze precies wat ze als jong meisje al wilde. ‘Ik heb altijd geweten dat ik van vioolspelen mijn beroep wilde maken,’ zegt ze. ‘Mijn ouders zijn musici: mijn vader pianist, mijn moeder violiste. En mijn zus speelt ook viool. Er klonk altijd muziek, iedereen was altijd aan het studeren. Dat wilde ik ook. Toen ik nog heel klein was, zat ik al op kleine viooltjes te krassen. Op mijn vierde mocht ik dan eindelijk op les, haha.’ Haar docent was Coosje
Over Charlotte
Charlotte Spruit is kamermusicus en solist. Ze treedt op in grote zalen over de hele wereld en heeft kamermuziekwerken gespeeld met musici als Gidon Kremer, Tabea Zimmermann en Lawrence Power. Als solist speelde Charlotte met onder meer het Radio Filharmonisch Orkest en Ensemble Esperanza. In 2020 ontving ze de Anton Kersjes Vioolbeurs. Ze won daarnaast diverse (inter)nationale concoursen. In 2022 won ze de eerste prijs, de publieksprijs én de Genuin Classicsprijs op de International Johann Sebastian Bach Competition en onlangs won ze de finale van Young Classical Artists Trust in Wigmore Hall. Charlotte speelt ook regelmatig op festivals, zoals het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht en het Mendelssohn on Mull Festival.
Wijzenbeek, decennialang de bekendste vioolpedagoog van Nederland. Onder haar begeleiding zette Charlotte al snel haar eerste stappen op het podium. ‘Coosje organiseerde wekelijks concerten, vooral met de Fancy Fiddlers, haar strijkersensemble. Daar speelde ik bijna elke week mee samen, soms als solist.’ Of ze dat spannend vond? ‘Nee, als je zo jong bent, heb je geen podiumvrees. Dan vind je het gewoon leuk om lekker viool te spelen. Ik ben later pas een beetje zenuwachtig geworden, omdat ik het altijd goed wil doen. Al kan ik dat ook wel loslaten op het podium en genieten van de muziek. Ik ben blij dat ik zo jong al ben begonnen met optreden, want daardoor is het heel natuurlijk voor mij om op het podium te staan.’
Unieke kans
Met die ervaring op zak vertrok Charlotte meteen na de middelbare school, op haar zeventiende, naar Londen. ‘Een kennis introduceerde me bij een docent van de Guildhall School of Music,’ legt ze uit. ‘Ik dacht: ik neem gewoon een les om te zien of het leuk is. Dat beviel zo goed dat ik besloot er te studeren. En nu ben ik bezig met mijn master aan de Royal Academy of Music.’ Een plek op dat conservatorium is geen vanzelfsprekendheid: slechts tien procent van alle studenten die zich aanmelden, wordt toegelaten. ‘Voor elk concours en elke auditie moet je geluk hebben, want muziek is toch subjectief. Iedereen heeft z’n eigen smaak. Dat is ook het mooie eraan.’ Wat haar zover heeft gebracht? ‘Ik hoop de liefde voor muziek,’ antwoordt ze. ‘Spelen is wat ik het liefste doe. Als ik daar iemand blij mee kan maken, vind ik dat een groot cadeau.’
Generaties mixen
Binnen de kamermuziek is Charlotte meestal een van de jongste musici. Maar als je samenspeelt met mensen die evenveel van muziek houden, spelen leeftijdsverschillen geen rol, zegt ze. ‘Dan spreek je dezelfde taal. Het is bovendien fijn om te spelen met doorgewinterde musici. Als ik een stuk voor het eerst speel, terwijl zij dat al twintig keer hebben gespeeld, kan ik er vragen over stellen. Van hun ervaring kan ik veel leren. Ik denk dat het altijd gezond is om generaties te mixen.’ Die mix hoopt ze ook meer in concertzalen te zien. Jongeren komt ze in de zaal weinig tegen en dat zou ze graag anders zien. ‘Ik groeide op met klassieke muziek en hoorde het al voordat ik werd geboren. Ik heb het altijd mooi gevonden. Maar ik weet dat dat helaas heel zeldzaam is bij jonge mensen. Klassieke muziek wordt toch vaak gezien als iets voor de elite. Ik wil er graag meer mensen bij betrekken.’
Aantrekkelijk voor jong publiek
Dat doet ze onder meer door verschillende kunstvormen bij elkaar te brengen. Vorig jaar won ze samen met haar vriend, de Franse kunstenaar Jérémie Queyras, het Goodmesh
Haar viool
Charlotte Spruit speelt sinds juli 2020 op een achttiende-eeuwse Italiaanse viool van een anonieme maker, die ze in bruikleen heeft van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. ‘Hij heeft een heel warme, mooie klank, waar ik op slag verliefd op werd. Vanaf de eerste noot voelde ik me heel verbonden met dit instrument. Het klinkt heel cheesy, maar het is wel waar: ik kan me geen leven meer zonder deze viool voorstellen.’
HET IS GEZOND OM GENERATIES TE MIXEN’
Concours: een multidisciplinaire wedstrijd waarbij ze muziek en schilderkunst combineerden. ‘Ik speelde een bestaand stuk terwijl hij een groot doek beschilderde,’ vertelt ze. ‘Een bijzondere ervaring, ook omdat ik het podium normaal gesproken alleen deel met andere musici. We hebben samen een paar concerten gegeven op deze manier. Soms schilderde Jérémie wat hij wilde, terwijl ik improviseerde. Ook heel inspirerend. De uitkomst is altijd anders dan je verwacht.’ Zo’n performance trekt doorgaans een jonger publiek dan kamermuziek- en klassieke concerten, merkt Charlotte. ‘Ik denk dat het jonge mensen meer aanspreekt, omdat het iets nieuws is. Het is geen klassieke muziek op een klassieke manier. Misschien vinden ze het ook aantrekkelijker om mensen van hun eigen leeftijd op het podium te zien, omdat ze zich meer met hen kunnen identificeren.’ Maar het allerbelangrijkste vindt ze dat er programma’s worden gemaakt die – ook qua vormgeving en prijs – aantrekkelijk en toegankelijk zijn voor jonge mensen en niet-muziekkenners.
‘Als zij mijn muziek waarderen, vind ik dat bijna een groter compliment dan als wekelijkse concertbezoekers dat doen. Jonge mensen bereiken is een van mijn topprioriteiten. Ik vind het ontzettend belangrijk om klassieke muziek ook voor volgende generaties levend te houden.’