4 minute read

streicher in de steigers

Johannes Brahms componeerde jarenlang op een Weense Streicher-vleugel.

Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds voegde een exemplaar uit 1874 aan de collectie toe en gaf het in bruikleen aan het Koninklijk Conservatorium

Den Haag. Na een revisie belooft deze Streicher een van de belangrijkste piano’s te worden voor het conservatorium.

VViolisten kunnen hun instrument overal mee naartoe nemen. Zij behoren tot de gelukkigen, want zij krijgen de kans tot het ontwikkelen van een intieme relatie met hun viool die zich kan vertalen in hun spel. Pianisten daarentegen moeten altijd afwachten wat voor vleugel er in een concertzaal op hen wacht. In zo’n geval is het prettig als die instrumenten gelijkgestemde zielen hebben. Ziehier het ‘geheim’ van het Steinway-monopolie, maar ook de oorzaak van een zekere eenvormigheid in het pianisteninstrumentarium de afgelopen eeuw. De krachtige Steinway brengt bovendien niet de klank voort waarmee componisten als Mozart, Beethoven, Schubert, Chopin en Brahms hun stukken boetseerden. Die vleugels luisterden naar namen als Walter, Graf, Broadwood, Erard, Pleyel en Streicher.

Nieuwsgierige Pianisten

Jarenlang leken deze piano’s van de aardbodem verdwenen. Veroordeeld tot zwijgen stonden ze meestal in huiskamers of een enkel museum. Maar vanaf de jaren vijftig begonnen de pioniers van de oude muziekbeweging te onderzoeken hoe muziek moet hebben geklonken tijdens de levens van componisten als Bach, Händel en Vivaldi. Langzaam spreidde die olievlek zich uit naar de geschiedenis van de piano. Nieuwsgierige pianisten ontdekten de muzikale reikwijdte van de fortepiano en andere vroege vleugels. Ze vonden ongehoorde kleuren en stemmen in muziek, die we dachten te kennen. ‘Je zou ze kunnen vergelijken met organisten,’ zegt de Belgische pianobouwer en restaurateur Chris Maene. ‘Die reizen van kleine kerken naar kathedralen en ontdekken op elke plek weer iets nieuws. Zo’n open houding is wat het vak van musicus moet of kan zijn.’

GROEIENDE VRAAG

Momenteel restaureert Maene een Streicher-vleugel die het NMF deels kocht en deels geschonken kreeg van pianopionier Frits Janmaat in Enkhuizen. Het is een instrument uit 1874 van hetzelfde type als waarop Johannes Brahms anderhalve eeuw geleden speelde en componeerde. ‘We staan vooral bekend als het violenfonds,’ zegt Frits Schutte, hoofd collectie van het NMF.

‘Maar vleugels zijn een groeiend deel van onze verzameling.

Met het aantreden van pianist David Kuyken in 2009 in de Instrumentencommissie heeft het NMF een beter beeld gekregen van de noodzaak onder de doelgroep van het NMF en is de collectie flink uitgebreid: van zo’n twintig toen tot bijna negentig nu. De aanvragen stegen bovendien flink na ons initiatief om tijdens de coronalockdowns vleugels te bezorgen bij pianostudenten die thuis moesten blijven. Dat vergrootte onze bekendheid op dat gebied. In onze collectie voeren Steinways de boventoon, omdat die nu eenmaal de norm zijn in de concertzaal. Vrijwel alle vleugels zijn schenkingen, wat betekent dat we kritisch zijn in onze keuzes.’ Achttien NMF-vleugels zijn ouder dan honderd jaar, waaronder dus de Streicher. ‘Toen we die aangeboden kregen, onderzocht ik eerst of hier behoefte aan was,’ zegt Schutte. ‘Het NMF verzamelt over het algemeen geen instrumenten die maar eens per jaar worden gebruikt bij een speciaal project. We willen vooral dat instrumenten uit de collectie zoveel mogelijk gebruikt worden. De conservatoria van Amsterdam en Den Haag toonden belangstelling. Beide dienden een goed plan in. Dat de Streicher naar Den Haag ging, kwam deels omdat men daar – in tegenstelling tot Amsterdam – nog geen vleugels van ons heeft.’

MOOIE LINK

Teunis van der Zwart, het hoofd van de afdeling oude muziek op het Koninklijk Conservatorium, is blij met de bruikleen. ‘In de ontwikkelingsgeschiedenis van de vleugel verbindt de Streicher de fortepiano met de Steinway. In die zin is het instrument een mooie link tussen twee van onze studierichtingen: voor Oude Muziek is deze Streicher modern. En voor Klassiek – waarbij studenten op instrumenten uit onze tijd spelen – hoort hij bij een vroege periode. We vroegen docenten van de beide afdelingen om er een recital op te geven en dat leverde tal van nieuwe inzichten op. Streichers rijkdom aan klank en kleur wast iedereen de oren. Studenten kunnen op zo’n instrument hun palet enorm uitbreiden.’

Heldere Gesprekken

Een van die Haagse leraren is pianist Bart van Oort, die fortepiano en historische uitvoeringpraktijk doceert. Hij pioniert sinds de jaren tachtig met voorlopers van de moderne vleugel. ‘Steinway ging er een eeuw geleden al prat op dat zij de instrumenten maakten met de langste, de rijkste en de luidste toon. Kwaliteiten die het concern gestaag uitbouwde, maar de vleugel verwijderde zich daardoor van de klank die de basis vormde voor componisten als Mozart, Beethoven, Haydn, Schubert, Brahms, Mendelssohn, Chopin en zelfs Debussy. Hun muziek is doorgaans helder en doorzichtig, met afzonderlijke stemmen die – alsof het personages zijn – een gesprek met elkaar voeren.’ Op oude piano’s is dat gesprek goed te volgen, want snaren liggen naast elkaar en de hoge snaren zijn door de vorm van de vleugel korter, wat ook geldt voor de duur van hun

Met De Streicher Kunnen Studenten Hun

Uitbreiden

klank. Op een Steinway is dat fundamenteel anders, daar zijn de snaren kruislings over elkaar gespannen. Dat betekent niet alleen dat ze met elkaar meetrillen, maar ook dat hoge snaren verlengd zijn en dus langer blijven klinken dan oorspronkelijk de bedoeling was. Individuele stemmen gaan door elkaar heen praten en klonteren samen tot wat je een koorklank kan noemen. ‘Dat overkomt Brahms bijvoorbeeld,’ zegt Van Oort. ‘Wie zijn muziek op een Streicher speelt, merkt meteen hoe de noten veel natuurlijker spreken.’

LICHTE BUIGING

Na anderhalf jaar intensief gebruik staat de Streicher nu bij de Belgische bouwer en restaurateur Chris Maene. Want het instrument bleek nodig aan revisie toe. In de zangbodem zaten scheuren, het leer op de hamerkoppen was niet overal meer even goed, en er zat speling op de toetsen waardoor de ene keer twee snaren in plaats van drie snaren werden aangeslagen. En andersom een hamer twee snaren meepakte als het er maar één moest zijn. ‘Het instrument wordt veel gebruikt,’ zegt Maene. ‘Je kon op de Streicher – zoals die was – een mooi klankbeeld van Brahms oproepen. Maar het is als met een oldtimer: je kunt zo’n auto goed onderhouden om er soms een rondje mee te tuffen, het wordt toch een ander verhaal wanneer je er regelmatig mee wil racen.’ Dat laatste willen het Koninklijk

Van generatie op generatie

Piano’s Maene is een Belgisch familiebedrijf dat werd opgericht in 1938 door Albert Maene en Zulma Doutreloigne. In 1984 kwam Chris Maene, zoon van Albert, aan het roer van het bedrijf dat inmiddels filialen heeft in onder andere Gent, Ruiselede, Alkmaar en Amsterdam. Vanaf 2004 zijn ook Chris’ zonen Dominique en Frederic betrokken bij de firma. Piano’s Maene verkoopt en restaureert niet alleen merken als Steinway & Sons, Yamaha en Kawai, maar specialiseert zich al sinds de oprichting in de restauratie van historische vleugels. Atelier Chris Maene bouwt ook fortepiano’s.

This article is from: