5 minute read
stijlenspelen met
Van jazz, hiphop en soul tot klassiek: Yannick Hiwat is een allround musicus die als geen ander weet hoe hij de veelzijdigheid van de viool kan inzetten. Yannick liet zelfs een instrument maken geïnspireerd op historische exemplaren: zijn zevensnarige mezzoviool. Alles voor meer magie.
Tekst: Kim Buitenhuis Fotografie: Maarten Noordijk
YYannick Hiwat laat zich niet beperken door één stijl. Dat hoor je natuurlijk aan zijn muziek, maar zie je ook direct aan zijn instrumenten. Met een bijzonder breed instrumentarium geeft Yannick een stem aan zijn gevoelens en ideeën. Hij bedient zich van synthesizers, heeft een vingerpiano (kalimba), maar ook een viool uit 1946 (gebouwd door Bernard LeBlond) die ooit van de overleden jazzlegende Stuff Smith was. Trots is hij ook op zijn hedendaagse zes- én zevensnarige (mezzo)violen van bouwer Eric Aceto. Die laatste liet de violist en componist, ingegeven door zijn zoektocht naar een vernieuwend geluid, naar eigen wens bouwen. Dankzij het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds speelt hij nu ook op een viola d’amore. Het unieke renaissance- en barokinstrument heeft hij in bruikleen, speciaal voor zijn compositieopdracht voor het North Sea Jazz Festival.
Dat Yannick inmiddels de wereld over reist en met zijn band de grootste podia kan afvinken, is geen toeval. Muziek speelt al van jongs af aan een grote rol in zijn leven. Zijn vader zat in een reggaeband en zijn moeder speelt nog altijd klarinet, harp en piano. ‘Voor mijn ouders is muziek maken een hobby, een fijne uitlaatklep,’ vertelt Yannick, die op zijn vijfde met blokfluit begon. ‘Ik dacht dat de eerstvolgende upgrade naar dwarsfluit zou zijn, tot ik de viool hoorde. Dat werd mijn eerste liefde.’ Yannick heeft door de jaren heen verschillende rolmodellen verzameld, die je net als zijn muzikale stijl ook niet in één hokje kunt stoppen: ‘Prince en Stevie Wonder, maar ook Beethoven en Bruckner. Ik kan net zo geïnspireerd raken door een pianist en saxofonist als door een violist. Vervolgens is het een uitdaging die inspiratie in mijn muziek te laten doorklinken. Een onuitputtelijke bron om nieuwe verhalen voor de wereld te creëren, op het podium en met composities.’
Experiment
Al op de Havo/vwo voor Muziek en Dans in Rotterdam legt Yannick de basis voor zijn veelzijdige muzikale stijl. ‘Mijn ene klasgenoot, met wie ik laatst nog samenspeelde op Pinkpop, was funkdrummer en de ander rockgitarist. We hadden allemaal een ander genre, maar in de tussenuren zaten we lekker samen te jammen. Het maakte niet uit of je in de eerste of vijfde klas zat. Het ging om het enthousiasme, om samenspelen en experimenteren. Leeftijd en ervaring deden er niet toe. Dat zie ik ook aan mijn publiek, dat zeer divers is.’ De viool heeft Yannick, die aan het Fontys Conservatorium Tilburg bij violist Thijs Kramer van het Concertgebouworkest studeerde, veel gebracht. ‘Naast spelen in een klassiek orkest leerde Thijs me ook de waarde van verbinding met hedendaagse muziek,’ aldus Yannick.
Townships
Op het moment dat Yannick net een jaar op het conservatorium zit, wordt hij aangenomen als orkestlid door het KwaZulu-Natal Philharmonisch Orkest in Durban, ZuidAfrika. ‘Van Beethoven tot Brahms: we speelden alle grote symfonieën, fantastisch voor de uitbreiding van mijn repertoire. Geweldig om samen met zoveel getalenteerde musici stukken van grote componisten te kunnen spelen. Dat is gewoonweg magisch. Ik vond het sowieso geweldig te zien dat er in Zuid-Afrika zoveel waardering is voor muziek. Muziek is er echt diepgeworteld in de cultuur. Naast optredens in klassieke zalen en podia, gaven we ook concerten in townships, voor mensen die geen kaartje kunnen kopen. Daar zag ik hoeveel vreugde muziek brengt, hoe muziek mensen verbindt.’ Eenmaal terug in Nederland voelt Yannick drang en noodzaak zijn eigen muziek te schrijven. Eerst voltooide hij gedisciplineerd de opleiding tot jazzviolist, daarna verschoof de focus naar schrijven en muziek maken met zijn eigen band.
Match met zes
Al snel begon Yannick met meersnarige violen te experimenteren. ‘Die behoefte ontstond doordat ik meer ging improviseren en mijn repertoire uitbreidde; naast klassiek ook jazz, hiphop en soul. Maar het kwam vooral doordat ik mijn eigen muziek ging componeren. Ik werd daardoor steeds meer beïnvloed door instrumenten met een groter bereik dan een viool. Zo was ik bijvoorbeeld gefascineerd door de tenorsaxofoon. Tegelijkertijd wilde ik het bereik van de viool niet kwijt, maar miste ik nog wel wat in de diepte.’ Hij sprak erover met bouwer Eric Aceto. Die vermoedde dat
De viola d’amore
In de 17e eeuw kregen componisten –geïnspireerd door de liefde – behoefte aan een solo-instrument dat moest klinken als een verleidelijke stem. Een klein model viola da gamba, dat op de arm werd bespeeld, kreeg vijf tot zeven melodiesnaren met daaronder hetzelfde aantal meeresonerende snaren. De resonantiesnaren werden vaak met zilver omsponnen en gaven een zilverachtige klank. De klankopeningen werden in de vorm van een vlam of slang gesneden. Op de plek van de krul is Cupido te bewonderen. Maar omdat de liefde werd geacht blind te zijn, is hij wel geblinddoekt. Noord-Duitsland wordt beschouwd als de plaats van herkomst van de viola d’amore. In Salzburg werd het instrument voor het eerst in grote aantallen gebouwd. Heinrich Ignaz Franz Biber schreef er honderden composities voor.
zijn zessnarige viool goed bij Yannick zou passen en het bleek inderdaad een perfecte match. Na enkele jaren verlangde Yannick opnieuw meer bereik en uitbreiding in de diepte en begon de queeste opnieuw.
Viola d’amore
Een lange zoektocht vol research en testsessies volgde en uiteindelijk bood een zevensnarige mezzoviool, ook gebouwd door Aceto, uitkomst. Tegenwoordig is dit de viool waarop Yannick het meeste speelt. ‘Het instrument is gebouwd op het frame van een mezzoviool, die in de jaren zestig door Carleen Hutchins werd ontwikkeld. Deze zevensnarige viool zit net iets onder het laagste bereik van de cello. Van de Cellosuites van Bach tot het complete repertoire met zijn Quintet: op deze viool kan Yannick écht alles spelen. Tijdens zijn zoektocht viel Yannicks oog ook op een viola d'amore, een renaissance- en barokinstrument. ‘De eerste keer dat ik de viola d’amore hoorde, was ik direct diep onder de indruk. Je stemt de zeven snaren waarop je speelt, evenals de zeven snaren eronder. Die onderste snaren worden niet bespeeld, maar resoneren wel mee. Dat geeft een sensationeel dragende klank, alsof je in een kathedraal staat. Het instrument zingt zo fantastisch met mij mee. Ik kreeg kippenvel toen ik er voor het eerst op speelde.’
Compositieopdracht
Net zoals de zevensnarige viool is ook de veelzijdige viola d’amore uitermate geschikt voor improvisatie, merkt Yannick nu hij het instrument van het NMF tijdelijk in bruikleen heeft. Hij gebruikt het instrument onder meer voor de vrije compositieopdracht van het North Sea Jazz Festival, die hij als getalenteerd Nederlands jazzmusicus kreeg. Yannick componeerde het stuk Frimangron, dat zoveel betekent als ‘het land van vrije mensen’. De titel van het stuk verwijst naar de gelijknamige wijk in Paramaribo waar vrijgelaten tot slaaf gemaakten een nieuw thuis vonden. Toen hij aan het componeren sloeg, voelde hij meteen: hier hoort de viola d’amore bij. ‘Het instrument heeft een bijzondere energie waarmee het de Surinaamse muzikale tradities, ritmes en harmonieën heel krachtig kan overbrengen. Ik denk en hoop dat het publiek dit ook echt zo zal voelen en ervaren. Vrijheid is een belangrijk, tijdloos en universeel thema – al helemaal in dit herdenkingsjaar. Behalve om letterlijke vrijheid gaat de compositie ook over de vrijheid van musici zichzelf op het podium te uiten. Samen te kunnen spelen, waarbij ieder ook is beïnvloed door diens culturele tradities en inspiraties. Maar Frimangron laat ook ruimte voor eigen interpretatie door het publiek. Dat is voor mij ook een vorm van vrijheid.’
Yannick Hiwat
Yannick Hiwat (1988, Roosendaal) speelt sinds zijn zesde viool. In 2007 behaalde hij cum laude zijn diploma aan de Havo/vwo voor Muziek en Dans in Rotterdam, een vooropleiding van het Rotterdams Conservatorium. Na het Fontys Conservatorium in Tilburg ontwikkelde hij zijn jazzvioolspel bij Tim Kliphuis. Vanaf de middelbare school kreeg hij achtereenvolgens verschillende violen van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds in bruikleen. In 2017 was Yannick artist in residence bij De Doelen Rotterdam en in 2020 het gezicht van Het Concertgebouw. Naast zijn eigen Yannick Hiwat Quintet vergaarde hij bekendheid door samenwerkingen met Pete Rock, Chilly Gonzales, Snarky Puppy en Re:Freshed Orchestra. Op het North Sea Jazz Festival speelde hij onder meer met de bassist van Prince en de drummer van Lauryn Hill.