NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2018
OV E R H E R D E N K E N , V I E R E N E N H E R I N N E R E N
5 MEI-LEZER STINE JENSEN: ‘DE VRIJHEID, DAT BEN JE ZELF’ Salo Muller zat als Joods jongetje ondergedoken op het Friese platteland VIJF VERZETSMONUMENTEN UITGELICHT Kim Putters: ‘Ik ervaar het als een morele plicht om de erfenis door te geven’ 01-cover-1-13.02.indd 1
12-03-18 12:34
Hoofdredactioneel
VERZET 2018 is uitgeroepen tot het Jaar van Verzet. In heel het land wordt extra aandacht besteed aan de rol van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er is altijd discussie geweest over de betekenis van het verzet en de lessen die we eruit kunnen trekken. Historicus Bas Kromhout heeft op verzoek van het Nationaal Comité onderzocht hoe de beeldvorming over het verzet zich sinds 1945 heeft ontwikkeld. Zijn conclusie: ons beeld van het verzet staat niet vast. Elke generatie gaat anders met het verzetsverleden om. Welk beeld overheerst, is afhankelijk van de maatschappelijke en politieke context van het moment. In zijn interview geeft hij aan dat we – als we begrijpen hoe onze huidige zienswijze van het verzet is gevormd – beter kunnen reflecteren op de wijze waarop we in het Jaar van Verzet willen herdenken en herinneren. Deze inzichten zijn van belang bij het “verzet tegen de vergetelheid” zoals Daan Heerma van Voss het in zijn komende 4 mei-voordracht verwoordt. “Ook als we herdenken, vervaagt het verleden. Maar wat we wel kunnen doen, is ons tegen die vervaging verzetten. Als ik aan het thema ‘verzet’ denk, zie ik niet alleen de Nederlanders voor me die zich in oorlogstijd aansloten bij officiële of officieuze verzetsbewegingen, ik zie ook de miljoenen Nederlanders voor me die elk jaar twee minuten inruimen om te herdenken wat ze niet hebben meegemaakt. Die zich, al is het maar twee minuten lang, verzetten tegen het langzaam verflauwen van de stemmen.” Een krachtig middel in dit verzet tegen de vergetelheid zijn de persoonlijke verhalen die van generatie op generatie worden doorverteld. Zoals het aangrijpende verhaal van Salo Muller die als Joods jongetje uit de Amsterdamse Rivierenbuurt ondergedoken zat in Friesland. In diezelfde provincie zal Stine Jensen dit jaar de 5 mei-lezing houden, in de Blokhuispoort te Leeuwarden. Zij stelt: “Vrijheid is de moeder aller waarden. De vrijheid, dat ben je zelf.”
02-hoofdredactioneel-2-01.02.indd 2
COLOFON Jaargang 8, nr. 13, voorjaar 2018 Hoofdredacteur: Gerben van den Berg Bureauredacteur: Irene de Roos Redactie: Jan van Kooten, Nienke Majoor, Niels Weitkamp Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Frank van der Elst Beeldredactie: Mieke Sobering Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, Alex Bakker, Ambo/Anthos uitgeverij/Hans Pool, Bettmann/Corbis, BPK/ Bildagentur/Christina Peters, BPK/Zombiecki, Fotoburo De Boer, Bijzondere Collecties UvA/ Hans van Keulen, Maarten Dallinga, Floris van Dijk, Frank van der Elst, Fries Filmarchief, Fries Verzetsmuseum/Hans Groeneweg, Cristan van Emden, Jacob van Essen/Hoge Noorden, Sarah Feirabend, Gautier Houba, Ben Houdijk, Chris van Houts, Ramses Morales Izquierdo , Geraldine de Jong, Lucas Kemper , Frank Kromer, Bas Kromhout, Birthe Kulik, Ethan Mark, Memoriale della Shoah di Milano / Daniela Di Veroli , Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Wiel van der Randen, Ilvy Njiokiktjien, Noord-hollands Archief/Hans van Felius, Opera Amsterdam, Pablo Picasso Museo Reina Sofia, Larissa Pans, PPE/Nieboer, Provincie Fryslân, Ilse Raaijmakers, Tako Rietveld, Ricci Scheldwacht, Marre Sloots, Geert Snoeijer, Spaarnestad Photo/Laurencia Ekkers, Anita van Stel, Jaïr Stranders, Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA/Hans Verhoeven, Theater na de Dam/Frederique Donker, United States Holocaust Memorial Museum, courtesy of Instytut Pamieci Narodowej, United States Holocaust Memorial Museum/Caroline Waddel, Maarten Veeger, Frank van Vree, Timo Waarsenburg, Karen Waterman, Natascha van Weezel, Chantal van Wieren, Wikipedia CC BY 2.5 Lord Harris, Wikipedia CC BY-SA 3.0 Vidarlo - Eigen werk, Levien Willemse.
Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2018 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.
09-03-18 15:18
Het NCMagazine voorjaar 2018 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN 04 08 37 38 64 06 10 24 52 57 46 66 22 34
HERDENKEN Daan Heerma van Voss houdt de 4 mei-voordracht: “Vergeten is vanzelfsprekend, maar ook een beetje wreed” Toespraak op de Dam: Kim Putters: “Ik ervaar het als een morele plicht om de erfenis door te geven” Renee van Bavel zingt tijdens de Nationale Herdenking in De Nieuwe Kerk een lied over verzet Vijf verzetsmonumenten uitgelicht Jonge dichter Güner Tuzgöl blikt terug
49 54 29 30 32
VIEREN 5 mei-lezer Stine Jensen “De vrijheid, dat ben je zelf” Artiesten 5 mei-concert op de Amstel Ambassadeurs van de Vrijheid. Ronnie Flex: “Mijn interesse in de Tweede Wereldoorlog en onvrijheid komt echt uit mijzelf” V-team: Lopen voor vriendschap, vrede en vrijheid Befrijdingsfestival Fryslân
HERDENKEN EN VIEREN Nationale Viering Bevrijding begint in Friesland: een interview met commissaris van de Koning Arno Brok Stand van zaken
HERINNEREN Salo Muller zat als Joods jongetje uit de Amsterdamse Rivierenbuurt ondergedoken op het Friese platteland Noem de namen en corrigeer de fouten: fouten op
02-hoofdredactioneel-2-01.02.indd 3
44 62
18 20
17 60
oorlogsmonumenten Verzet in de kampen Treblinka, Sobibor en Belzec Het Fries Verzetsmuseum
EDUCATIE Het Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei Nascholingsdag over oorlog en dekolonisatie in NederlandsIndië/Indonesië 4FREE Magazine: een tijdschrift gemaakt voor en door mbostudenten
ONDERZOEK Van vaderlandse helden tot hoeders van mensenrechten: Bas Kromhout schreef een essay over hoe de beeldvorming over verzet zich sinds 1945 heeft ontwikkeld Het promotieonderzoek van Manja Coopmans: “Durf te experimenteren met herdenken”
INTERNATIONAAL Onbekend: de Italiaanse kapel op Lamb Holm De ‘Olocausto’ in Italië verliep anders dan in veel andere landen in Europa
INSPIRATIE De keuze van Jaïr Stranders Jaarthematekst 2018: Verzet als voorbeeld Cover Stine Jensen Foto Stef Nagel
09-03-18 15:18
Over Daan Heerma van Voss Daan Heerma van Voss (1986) is historicus en schrijver van de romans Een zondagsman (2010), Zonder tijd te verliezen (2012), De vergeting (2013), Het land 32 (2014) en De laatste oorlog (2016). In 2015 verscheen zijn reisessay Een verlate reis, over de vriend van zijn vader naar wie Daan vernoemd is. Daarnaast publiceerde hij onder meer in De Morgen, Humo, nrc.next, Vrij Nederland, Das Magazin en de Volkskrant. In 2012 won hij De Tegel voor journalistieke uitmuntendheid. Dit jaar houdt hij de 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. Meer informatie: www.daanheermavanvoss.nl
04 NCMagazine | voorjaar 2018 03-4meivoordracht-2-13.02.indd 42
09-03-18 15:21
Verzet tegen de vergetelheid
HERDENKEN
De 4 mei-voordracht die schrijver Daan Heerma van Voss zal houden in De Nieuwe Kerk in Amsterdam wordt een moment van verzet tegen vergetelheid. “Vergeten is vanzelfsprekend, maar ook een beetje wreed.” door Yasmina Aboutaleb | foto Gautier Houba
Tijdens de Nationale Herdenking op de Dam denkt Daan Heerma van Voss aan zijn naamgever. Daan de Jong, beste vriend van zijn vader. Een “heel vrolijke, grappige man, die negentig procent van de tijd een heel innemende warme persoonlijkheid was die elk feestje verrijkte”. Diezelfde Daan de Jong zat als klein, Joods jongetje ondergedoken in Zeeland, ergens in een herenhuis, bij een rijk middenstandsgezin. Na de oorlog wilde Daan daar weg. Hij zat daar alleen en was verschrikkelijk eenzaam. Maar dat mocht niet van zijn oom Loe de Jong (historicus, red.), die vond dat hij niets te klagen had omdat hij genoeg speelgoed had. Zijn eigen ouders hadden de oorlog niet overleefd. Daan de Jong hield er een merkwaardige relatie met de oorlog aan over, vertelt Heerma van Voss. De schrijver had een warme band met hem. “Omdat we het altijd over alles hadden, behalve over de oorlog, dacht ik: we moeten een keer samen naar Auschwitz. Maar hij wilde daar niet over praten.”
Hoe reageerde hij op jouw idee om naar Auschwitz te gaan? “Eerst afhoudend, hij schrok. Maar al snel vond hij het een goed idee. Helaas werd hij ziek en stierf hij, nog voordat we dat konden doen. In 2015 heb ik die reis zonder hem gemaakt, en toen zag ik het laatste stukje dat hij altijd verborgen hield.”
Wat zag je? “Ik begreep het zwijgen beter. Het was tijdens het 70-jarig jubileum van de bevrijding, veel mensen dachten dat het kamp gesloten was, dus ik was ongeveer de enige daar. Helemaal verlaten, het sneeuwde, het was ongelooflijk koud. Het voelde alsof mij een sleutel was gegeven tot Daan.”
Je kende Auschwitz vooral van beelden. Wat was het verschil met daar staan? “Ik ben in meerdere vernietigingskampen geweest, maar Auschwitz is een soort macaber heiligdom. Alles dwingt je om je respectabel te gedragen. Om je stil te gedragen, nederig. Je ziet sowieso iets wat je niet had mogen zien, wat er niet had mogen zijn. Het dwong mij om stil en reflectief te zijn.”
Je schreef ergens: ik voelde me een getuige. “Een stille getuige. Maar een getuige is wel een soort betrokkene, op afstand. Het is niet hetzelfde als een slachtoffer. Ik had niet het idee: ik hoor bij dit leed. Maar wel: ik heb dit kwaad, waarover ik zoveel heb gelezen, nu voor het eerst gevoeld. Dat heeft ook te ma-
ken met de krankzinnige uitgestrektheid ervan. Zeker Auschwitz II-Birkenau. Industrieterrein na industrieterrein. De grond is keihard, je weet hoeveel bloed daar nog in zit.”
Was er een plek in Auschwitz extra indrukwekkend? “Barak nummer tien, waar Mengele zijn experimenten uitvoerde, dus waar Daans vader (de arts Sally de Jong, red.) te werk was gesteld. Ik kon me inbeelden wat Daan gevoeld zou hebben. Hij was er een keer eerder geweest. Dat vond ik heftig. En dat daarnaast in barak nummer elf, in een heel lullig keldertje, geëxperimenteerd werd met vergassingen. Dat is heel vreemd.”
Leidt een schoolbezoek aan Auschwitz tot meer begrip onder jongeren, denk je? “Ja, dat helpt. Zonder meer. Maar het zou ook helpen als alle scholieren een keer naar Robbeneiland gingen, of naar Indonesië om te zien waar de politionele acties hebben plaatsgevonden. Contact met de plek waar iets gebeurd is, vergroot het inzicht, of in ieder geval het respect waarmee je ergens over praat. Maar het is een moeilijke vraag, omdat je ook een hiërarchie maakt. Wat is wel belangrijk, en wat niet?”
Sta je anders op de Dam, nu je in Auschwitz bent geweest? “Nee, zo ver zou ik niet willen gaan. Tijdens die twee minuten denk ik aan Daan, aan Ischa Meijer (familievriend, red.), aan Henk, de broer van mijn grootvader die in het verzet zat. Maar ook aan de boodschappen, en of ik de kraan heb open laten staan. Dat ik nog naar de film wil, dat ik nog iets moet afmaken. Ik denk net als veel mensen ook aan onzindingen. Maar ik denk niet aan Auschwitz, aan de massaliteit van zes miljoen, of de tientallen miljoenen, gewone soldaten er nog bij gerekend. Voor mij moet herdenken een gezicht hebben.”
Wat wil je de toehoorders in De Nieuwe Kerk straks meegeven? “Twee dingen. Dat we moeten beseffen dat vergeten erbij hoort. De nagedachtenis wordt elk jaar iets flauwer. Ten tweede: dat die verflauwing niet betekent dat we er met de pet naar moeten gooien. Het thema dit jaar is verzet en voor mij is verzet in bredere zin dat we ons verzetten tegen die vergetelheid. Dat we blijven proberen te herinneren, op welke manier je dat ook prettig vindt, en dat we daar twee minuten voor reserveren. Vergeten is niet alleen vanzelfsprekend, maar ook een beetje wreed. Dus we moeten het niet als verplichting zien, maar als een soort erekwestie.”
| 05 03-4meivoordracht-2-13.02.indd 43
09-03-18 15:21
Over Stine Jensen Stine Jensen is filosoof, schrijver en programmamaker bij Human. Ze maakt onder meer de bekende televisiereeks Dus ik ben waarin ze op een toegankelijke en persoonlijke manier filosofische onderwerpen behandelt. Daarnaast schrijft ze veel boeken, o.a. Dokter Jazz, Het broekpak van Olivia Newton John, Go East. Een filosoof reist door de wereld van yoga, mindfulness en spiritualiteit, en kinderboeken zoals Lieve Stine, weet jij het? In 2011 schreef ze het geschenk voor de maand van de filosofie Echte vrienden. Daarnaast geeft ze lezingen en theatervoorstellingen. Ook is ze een van de kandidaten van Wie is de Mol? 2018. Jensen studeerde literatuurwetenschap en filosofie in Groningen en promoveerde op Waarom vrouwen van apen houden. Ze woont in Amsterdam en heeft een dochter van 8 jaar. Meer informatie: www.stinejensen.nl
06 NCMagazine | voorjaar 2018 06-5mei-lezing-2-13.02.indd 42
09-03-18 15:23
VIEREN
5 mei-lezer Stine Jensen
‘De vrijheid, dat ben je zelf’ Met een ‘grote’ term als vrijheid weet filosoof en schrijver Stine Jensen (1972) wel raad. Dat begrip gaat ze uitbenen tijdens haar lezing op 5 mei in Leeuwarden. “Vrijheid is de moeder aller waarden. De vrijheid, dat ben je zelf.” door Larissa Pans | foto Hans Pool/AmboAnthos
Voor haar als kind van Deense ouders waren de dagen van 4 en 5 mei eerder een soort handelingen die afweken van het alledaagse dan dat ze een diepe betekenis hadden voor de kleine Stine. “Er werd thuis niet veel over de Tweede Wereldoorlog gesproken. Als we onderweg waren op 4 mei, zette mijn vader de auto langs de kant en waren we twee minuten stil. ‘Waar zou hij nu aan denken?’, dacht ik dan en keek naar mijn zus Lotte, het benieuwde me ook waar zij aan dacht.”
Goed en kwaad Met haar ouders en haar eeneiige tweelingzus Lotte verhuisde Stine nog voor haar eerste verjaardag naar Oegstgeest, haar ouders emigreerden naar Nederland voor werk. Ze is naar eigen zeggen opgevoed met een ‘sterk ethisch Scandinavisch geloof in goed en kwaad’. “Het was niet religieus, maar gericht op het individu en ik moest afgaan op mijn eigen geweten. Mijn ouders vonden dat Lotte en ik zelf onze regels en grenzen moesten bepalen, dus we kregen ook geen tijd voorgeschreven om thuis te komen. Zo’n opvoeding maakt je snel volwassen.” Pas op school leerde Jensen over hoe Nederland de Tweede Wereldoorlog had beleefd, over goed en kwaad en over Anne Frank. Terugkijkend kan ze die grondige geschiedenislessen erg waarderen, het gaf haar inzicht in de ziel en de gevoeligheden van het land waar ze opgroeide. Wél kende ze al de Deense kant van de Tweede Wereldoorlog: haar opa van vaderskant was verbindingsofficier geweest in het Deense leger. “Hij sprak goed Duits en mijn vader, geboren in 1943, verhuisde in zijn vroege jeugd wel dertig keer, omdat zijn vader steeds werd overgeplaatst naar een andere commandopost om te onderhandelen met de Duitsers.” Ze heeft met haar opa nooit over zijn oorlogsjaren gesproken, hij was nogal zwijgzaam. “Geen man waar je langdurig mee aan het keuvelen was.”
Duizelingwekkend Boeken scheppen een beeld van een bepaalde tijd, kunnen een periode ook tot leven brengen. Stine was zo’n meisje dat altijd wel een boek aan het lezen was. Ze weet nog goed welk boek haar het ‘gevoel’ voor de Tweede Wereldoorlog bijbracht: Oorlog zonder vrienden van Evert Hartman. Ze heeft het zelfs laatst nog herlezen, om te zien waarom het toen zo’n grote indruk op haar maakte. “De hoofdpersoon was zoon van een NSB’er en viel overal buiten. Toen ik het als kind las, kwam het besef dat het toeval is in welke familie je opgroeit, en dat je als kind niet zoveel te kiezen hebt. Ik vond die oorlog ook een ongelooflijk spannend avontuur waarin je moet kiezen wie goed en fout is. Ik had toen nog niet door hoe verschrikkelijk oorlog ook is.” Vrede is een uitzondering op oorlog, meent Jensen. Aan die vrede is vrijheid onlosmakelijk verbonden. In haar lezing in de Blokhuispoort, een voormalige gevangenis in Leeuwarden, op 5 mei zal ze het hebben over vrijheid als ‘de moeder aller waarden’. “Ik zou mijn publiek willen meegeven dat we in de kern absoluut vrij zijn.” Maar het wordt niet alleen een lofzang op vrijheid. “Het is helemaal niet zo gemakkelijk om echt vrij te zijn. Echte vrijheid kan ook angstaanjagend zijn. ‘Duizelingwekkend’, noemt de negentiende-eeuwse, Deense filosoof Kierkegaard het niet voor niks. Echte vrijheid legt de verantwoordelijkheid daarvoor en wat je doet met je leven in je eigen handen.” Ze is net 46 jaar geworden, op 4 mei zit de filosofe niet meer met haar ouders en zus in de auto of thuis op de bank, maar vult ze allang zelf in waar ze op dat moment is. Ze is die twee minuten stilte steeds meer gaan waarderen. “Hoe fijn is het dat die twee minuten er zijn, waarin je letterlijk even stil staat en terugdenkt aan het verleden. Het is het her-actualiseren van het verleden.”
| 07 06-5mei-lezing-2-13.02.indd 43
09-03-18 15:23
‘Doorbreek de bubbels van het eigen gelijk’ Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, houdt op 4 mei de toespraak op de Dam. “Herdenken wordt voor de generaties na ons steeds ingewikkelder, ik ervaar het als een morele plicht om de erfenis door te geven.” door Alex Bakker | foto Levien Willemse
08 NCMagazine | voorjaar 2018 04-kimputters-2-14.02.indd 42
13-03-18 10:17
HERDENKEN
Over Kim Putters Kim Putters (1973) is directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en bijzonder hoogleraar Beleid en Sturing van de Zorg in de Veranderende Verzorgingsstaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor de Partij van de Arbeid was hij van 2003 tot 2013 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Putters is in januari 2017 benoemd als kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER). Verder is hij onder meer adviserend lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en lid van het bestuur van het Oranjefonds. “Werkelijk overdonderd was ik, toen het Nationaal Comité 4 en 5 mei mij belde met de vraag of ik wilde spreken op de Dam op 4 mei. Ik was er stil van. Het is een buitengewone eer, zeker omdat de Nationale Herdenking een vaste waarde in mijn leven is. In mijn familiegeschiedenis speelt gelukkig geen werkelijk oorlogstrauma. Mijn ouders zijn beiden na 1945 geboren. De oorlog kwam bij ons thuis vooral ter sprake door de verhalen van mijn opa. Als hij zijn doosje tevoorschijn haalde met bonkaarten, nikkelen munten en andere memorabilia uit de bezetting, dan begon hij te vertellen. Over zijn bestaan als binnenvaartschipper en hoe hij beperkt werd door de strenge vaarregels van de Duitse bezetters. Maar ook over de spanning die hij voelde als hij illegaal in het ruim mensen vervoerde. Oma moet vaak bang thuis hebben zitten wachten op de terugkeer van opa.” “Als jongetje vond ik die verhalen spannend, en ik had nog niet door dat opa bepaalde dingen níet vertelde. Dat hij manoeuvreerde tussen avontuur en leed, tussen openheid en geslotenheid. Pas later zag ik in dat de verhalen over de oorlog als schilderijen met luikjes zijn. Achter elk luikje schuilen andere perspectieven en verborgen gevoelens. Een existentiële ervaring had ik op mijn zeventiende, toen ik met vrienden op reis was in Oost-Europa. We wilden Auschwitz bezoeken, maar konden natuurlijk niet bevroeden wat voor ervaring dat zou zijn. Het heeft een onbeschrijfelijk indringende impact op mij en mijn vrienden gehad. De beelden brandden in op mijn netvlies en zijn nooit meer verdwenen.”
Morele plicht “Met het geboortejaar 1973 voel ik me een kind van de vrijheid. Bijzonder, dat de twee andere sprekers op 4 en 5 mei, Daan Heerma van Voss en Stine Jensen ook van mijn tijd zijn - of zelfs nog jonger. Wij zijn de tweede naoorlogse generatie. Herdenken wordt voor de generaties na ons steeds ingewikkelder, vrees ik. Ik ervaar het als een morele plicht om de erfenis door te geven. Doordat wij de verhalen nog uit eerste hand hebben gehoord, van onze ouders of grootouders, staan we nog in contact met de jaren veertig. Kinderen van nu kunnen dat niet meer. Voor hen worden het verhalen van verhalen, vele malen abstracter dan het doosje van mijn opa.”
Broederschap “Wanneer er geen generatie meer is die zelf heeft meegemaakt wat onvrijheid en terreur inhield, wanneer het directe, lijfelijke geheugen weg is, komt een samenleving in een risicovolle fase. Scherp gesteld: je bent je natuurlijke geweten kwijt, een geweten dat in complexe tijden richting biedt aan grote begrippen als vrijheid. Vrijheid is het hoogste goed, zeggen we snel, maar ultieme vrijheid kan ook gaan inhouden: alles draait om mij en de rest kan stikken. Het is de vraag of de wettelijke bescherming van de democratische rechtsstaat voldoende is. Volgens mij moet er meer zijn dan enkel een skelet aan rechten en vrijheden. Het sleutelbe-
grip, zoals ik dat zie, is verbinding. Anders is de persoonlijke vrijheid op het moment zelf een genot maar biedt die geen veiligheid in duistere tijden. Verbinding in een samenleving betekent gemeenschapsvorming, sociale cohesie, herkenning. Ken je elkaar, weet je wat de ander bezighoudt? Van de klassieke drie-eenheid uit de Franse Revolutie: ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’, delft de laatste van de drie nog wel eens het onderspit. Terwijl dat nu juist de lijm is.”
Paradoxen “Vanuit mijn werk als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zijn dit relevante thema’s. Al jaren doet het SCP onderzoek naar de zelfbeleving van Nederland, naar vragen als: hoe ervaren we vrijheid, democratie en identiteit. Onlangs, in december 2017, publiceerden we de tweejaarlijkse Sociale Staat van Nederland, ditmaal inclusief een terugblik op 25 jaar onderzoek. Hieruit kwamen interessante paradoxen naar voren. Het niveau van welvaart in het dagelijks leven in Nederland is hoog. We hebben het beter dan ooit. Gemiddeld genomen dan, want er zijn wel degelijk scherpe sociale verschillen. Juist door die hoge standaard is Nederland een land dat veel te verliezen heeft. Binnen de verzorgingsstaat krijgt niet iedereen de zorg die nodig is, over identiteiten wordt geknokt en economisch gezien missen sommigen de boot. We voelen dat we als samenleving veel te verliezen hebben. Het is deels nog zoals mijn voorganger Paul Schnabel formuleerde: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht.’ Toch ervaren sommigen ook zelf een slechtere leefsituatie, zeker sinds de laatste economische crisis.”
Bubbels “De gevoelstemperatuur is negatiever dan je op basis van het onderzoek naar objectieve feiten zou verwachten. Ook hier zitten weer twee kanten aan. Enerzijds: we moeten erkennen wat we hebben, je moet het ook wíllen zien. Er is domweg een hoger niveau van kwaliteit van leven dan in het verleden. Anderzijds: de gepercipieerde werkelijkheid is ook een werkelijkheid, met een eigen dynamiek. Vergeet niet hoe emoties van mensen, gefundeerd of niet, in het verleden voor grote politieke omwentelingen hebben gezorgd. Dus een gevoelstemperatuur moet je niet bagatelliseren. Als groepen mensen steeds meer spanningen jegens elkaar ervaren, en ik constateer dat dit het geval is in het huidige Nederland, dan moet je daar iets mee. Mensen voelen zich verongelijkt en willen dat uiten, zoeken geestverwanten, zoeken de oplossing in het opstoken van de spanningen, in het afstand nemen van de ander. Die polarisatie moeten we tegengaan, door te proberen de bubbels van het eigen gelijk te doorbreken, door naar elkaar te luisteren en te zoeken naar wat ons wél verbindt. Vrijheid vraagt om verbinding en verbinding vraagt om dialoog. Ik denk dat het stilstaan bij de erfenis van de oorlog daarin een ontwapenende rol moet spelen.”
| 09 04-kimputters-2-14.02.indd 43
09-03-18 15:25
10
NCMagazine | voorjaar 2018
07-vieren-7-27.02.indd 42
09-03-18 15:27
VIEREN
5 mei-concert op de Amstel De Nationale Viering Bevrijding wordt elk jaar feestelijk afgesloten met het 5 mei-concert op de Amstel. Dit jaar met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Maan de Steenwinkel, Willemijn Verkaik, CB Milton, Bastiaan Everink en Noa Wildschut. door Natascha van Weezel | foto’s Ben Houdijk
| 11 07-vieren-7-27.02.indd 43
09-03-18 15:28
‘Met eigenwaarde komt ook vrijheid’ Clarence Bekker werd in de jaren negentig als zanger bekend onder het pseudoniem CB Milton met eurodancenummers als Send Me An Angel en Show Me The Way. Tegenwoordig woont hij in Barcelona, waar hij betrokken raakte bij het project Playing for Change. “Nadat ik drie albums had gemaakt ging ik op wereldreis, omdat ik niet meer wist wat ik met mezelf aan moest. In Barcelona kwam ik in contact met Playing for Change: een internationaal muzikantencollectief, dat samen muziek maakt om de wereldbevolking te verbroederen. Daarnaast zet Playing for Change muziekscholen op in derdewereldlanden. Op die manier halen we kinderen van de straat en geven we hen handvatten om hun eigenwaarde op te krikken. Met eigenwaarde komt ook vrijheid.” “Ik ben grotendeels opgegroeid in Nederland, een land waar vrijheid hoog in het vaandel staat. Dat is helaas niet overal ter wereld even vanzelfsprekend. We krijgen hier steeds meer te maken met migranten, waarvan sommigen anders denken over de betekenis van vrijheid dan wij gewend zijn. Zíj moeten leren over onze verworven vrijheden en wíj moeten ons verdiepen in hun interpretatie van vrijheid. Het is tweerichtingsverkeer. Vooral voor jongeren is het noodzakelijk om de dialoog over dit belangrijke onderwerp te blijven voeren. De nieuwe generatie kan dingen veranderen.” Bekkers favoriete lied over vrijheid is Love’s in Need of Love Today van Stevie Wonder. Hij begint te zingen: “Love’s in need of love today/ Don’t delay/ Send yours in right away/ Hate’s goin’ round/ Breaking many hearts/ Stop it please/ Before it’s gone too far. Ik hoef, denk ik, niet meer uit te leggen waarom, toch?”
12
NCMagazine | voorjaar 2018
07-vieren-7-27.02.indd 44
09-03-18 15:28
VI EREN
‘Durf te zijn wie je wilt zijn’ Zangeres en musicalactrice Willemijn Verkaik verkreeg internationale bekendheid door haar vertolking van groene heks Elphaba in de musical Wicked in zowel New York, Londen, Stuttgart, Oberhausen als Scheveningen. Momenteel speelt ze de hoofdrol in de Berlijnse versie van de musical Ghost. “Ik heb een aantal rollen gespeeld waarin mijn karakter heftig moest strijden om zichzelf te kunnen zijn. Helaas is dat niet alleen iets waar fictieve personages mee worstelen. Kijk bijvoorbeeld naar mensen die gepest worden via sociale media en de invloed die dat kan hebben op hun leven. Het zou niet uit hoeven maken waar je vandaan komt, hoe je bent opgegroeid of hoe je eruit ziet; je moet kunnen zijn wie je wilt zijn. Dat is voor mij de ultieme vorm van vrijheid.” “Sinds 2004 werk ik in het buitenland. Ik speel altijd ’s avonds, dus op 4 mei lukt het me meestal niet om twee minuten stilte te houden om 20.00 uur. Toch wil ik op die dag per se twee minuten stil zijn. Ik calculeer altijd een bepaalde tijd in waarop ik dat doe; al is het om 4 uur ’s middags.” “Mexicanen vieren hun bevrijdingsdag toevallig ook op 5 mei, Cinco de Mayo heet dat. Ik speelde in Wicked op Broadway en net voor de avondopvoering van 5 mei werd via luidsprekers door het hele theater omgeroepen: ‘We vieren vandaag de vrijheid samen met de Nederlanders en de Mexicanen!’ Ik vond het zeer sympathiek dat er aandacht aan besteed werd, terwijl die dag verder helemaal geen speciale betekenis heeft voor Amerikanen.”
| 13 07-vieren-7-27.02.indd 45
09-03-18 15:29
‘Muziek kan ervoor zorgen dat alle ellende voor even verdwijnt’ Violiste Noa Wildschut debuteerde op 6-jarige leeftijd tijdens het Kinderprinsengrachtconcert. Inmiddels is ze 16 jaar en treedt ze als solist op met gezelschappen als het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Concertgebouw Kamerorkest en Konzerthausorchester Berlin. “Ik houd me best veel bezig met de Tweede Wereldoorlog. Ik heb Joodse roots, mijn overgrootouders werden vervolgd. Daarom vind ik het extra eervol dat ik op zo’n jonge leeftijd al mag deelnemen aan het 5 mei-concert. Voor school heb ik mijn profielwerkstuk geschreven over de rol van muziek in Theresienstadt. Ik heb er uit voorgedragen aan mijn klasgenoten, die vonden het heel indrukwekkend.” “Klassieke muziek heeft een oubollig imago, terwijl dat in mijn ogen helemaal niet zo hoeft te zijn. Een van mijn grootste wensen is om jonge mensen te enthousiasmeren voor deze muziekstijl. Ook met het 5 mei-concert hoop ik daar aan bij te kunnen dragen. Het is natuurlijk een spannende happening, al heb ik er vooral ongelooflijk veel zin in. Voor elk optreden voel ik wel wat zenuwen, maar zodra ik op een podium sta verdwijnen die meteen. Op zo’n moment vergeet ik alles en wil ik niets anders dan die mooie muziek induiken.” “De componist Messiaen schreef het stuk Quatuor pour la fin du temps terwijl hij gevangen zat in een Duits concentratiekamp. Desondanks hoor je zijn geestesvrijheid doorklinken in de tonen. Als het je lukt om je in zo’n dreigende situatie vrij te voelen, dan moet dat wel de ultieme vorm van vrijheid zijn. Dat is zo mooi aan muziek: het kan ervoor zorgen dat alle ellende voor even verdwijnt.”
14
NCMagazine | voorjaar 2018
07-vieren-7-27.02.indd 46
09-03-18 15:29
VIEREN
‘Het is belangrijk om in verzet te gaan als de vrijheid in gevaar dreigt te komen’ Bastiaan Everink trad in 1988 toe tot het Korps Mariniers. Tijdens de Eerste Golfoorlog werd hij uitgezonden naar Irak. Daarna besloot hij zijn leven een nieuwe wending te geven: hij werd een wereldberoemde operazanger. “Wanneer je als marinier uit een oorlogsgebied komt dan stopt het geweervuur, maar begint de oorlog in je hoofd. Dat is de prijs van vrijheid. Toch vind ik het belangrijk dat je in verzet durft te gaan als de vrijheid in gevaar dreigt te komen. We zouden vrijheid niet moeten aannemen als vanzelfsprekend. Ik denk dat veel mensen in Nederland nu vooral stilstaan bij hun eigen rechten en te weinig nadenken over hun plichten en hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan vrede en verbinding.” “Zodra er in Nederland aan het eerste beginsel van onze grondwet wordt gemorreld - gelijkheid voor iedereen ongeacht geslacht, religie, seksuele geaardheid of kleur - moet je in verzet komen. Er hoeven maar een paar opportunistische mensen ‘per ongeluk’ iets te veel stemmen te krijgen en er kunnen hele foute dingen gebeuren.” “Tijdens het 5 mei-concert ga ik een lied zingen uit Nabucco van Verdi. Er is geen opera die beter bij me past: de muziek lijkt gemaakt voor mijn stem, en daarnaast zijn de grote thema’s uit het stuk ook míjn thema’s: oorlog, omslagpunt en vrijheid. Na mijn missie begon ik na te denken over de grote levensvragen: wie ben ik eigenlijk? Wat wil ik eigenlijk? Ik moest ontdekken hoe ik een authentiek persoon kon worden, maar dat kan alleen als je vrij bent. Gelukkig heb ik bij die zoektocht letterlijk mijn stem gevonden.”
| 15 07-vieren-7-27.02.indd 47
09-03-18 15:30
‘Je weet pas wat je mist wanneer je het niet meer hebt’ Zangeres Maan won in 2016 The Voice of Holland. Sindsdien zit haar carrière in een stroomversnelling. Ze ontving meerdere gouden platen, werd bekroond met verschillende awards en geeft uitverkochte concerten door het hele land. “Ik ben 21 jaar,dus de Tweede Wereldoorlog heb ik zelf niet meegemaakt, maar mijn opa’s en oma’s leefden wel in die tijd. Via hun verhalen heb ik er dus toch het een en ander over meegekregen. Ik vind het mooi dat ik tijdens het 5 mei-concert kan optreden om de vrijheid te vieren, terwijl ik mijn opa’s en oma’s in mijn achterhoofd houd.” ‘Mijn generatie staat, denk ik, over het algemeen niet zo stil bij het belang van vrijheid. Je weet pas wat je mist wanneer je het niet meer hebt. Voor ons is vrijheid normaal en vanzelfsprekend, al hoor je op het nieuws natuurlijk over enge dingen die elders in de wereld spelen. Na de aanslagen in Parijs en Brussel was ik een tijdje best bang. Als je eigen vrijheid in gevaar dreigt te komen, merk je pas hoe fijn je het eigenlijk hebt. En hoe bijzonder het is om concerten te mogen geven waarbij iedereen zingt, danst en gelukkig is.” “A mother’s prayer van Celine Dion is mijn favoriete lied over vrijheid. Het gaat over een moeder die haar kind loslaat en hoopt dat iemand over het kind zal waken. Ik woon sinds een jaar op mezelf, dus ik herken de thematiek. Ik vind het heel fijn dat mijn ouders me de vrijheid hebben gegeven om op eigen benen te leren staan, terwijl ik weet dat ik altijd op hen kan terugvallen.” Meer informatie: www.4en5mei.nl
07-vieren-7-27.02.indd 48
09-03-18 15:31
INSPIRATIE
Schilderij
Toneel
Jaïr Stranders
Picasso
Berlijn
“De trilogie Leedvermaak, Rijgdraad, Simon van Judith Herzberg is het beste toneel dat in de Nederlandse taal is geschreven. Ook dit jaar lees ik de teksten weer samen met jonge en oude acteurs. Elke keer opnieuw grijpen ze me naar de keel. Het gezelschap personages bestaat uit een familie: eerste, tweede en derde generatie. Ze zijn deels Joods, deels niet-Joods, maar ze zijn allemaal getekend door de oorlog. De toeschouwer kijkt naar de effecten van oorlog in de dagelijkse praktijk binnen die familie. Als kind uit een Joodse familie herken ik situaties. Maar de fantastische dialogen voeren alle toeschouwers mee, laten hen lachen, huilen, en vaak met kromme tenen zitten. Bijvoorbeeld als een jonge meid aan Ada – kampoverlevende – vertelt over haar recente bezoek aan Auschwitz. Ada vraagt hoe het in de lente was: ‘Wij waren er in de winter.’ Herzberg is onnavolgbaar in de manier waarop ze dit verhaal over de uitwerking van oorlog toegankelijk maakt. Niemand ontkomt eraan.”
“Jongeren spreken ouderen over de oorlog, onderzoeken de oorlogsverhalen van gebouwen, straten en pleinen en verwerken dat onder begeleiding van theatermakers in theatrale routes in de buurt op de avond van 4 mei. Theater Na de Dam organiseert dit jaar 28 van dat soort projecten in Nederland. Op International Holocaust Remembrance Day zag ik vorig jaar zo’n door Theater Na de Dam geïnitieerd project in Berlijn. De voorstelling begon op de binnenplaats van een brandweerkazerne - de plaats waar, onder het naziregime, kunstverbrandingen plaatsvonden - en eindigde met een rondleiding door een verbeelde, niet meer bestaande synagoge die even verderop stond. Het verhaal op een historische locatie, met zoveel werkelijkheden die door elkaar lopen, het verbinden van toen en nu. Het laat de bezoeker stilstaan, meebeleven, het spreekt tot de verbeelding en doet een appèl. Dat is precies de inhoudelijke verdieping en de verbinding die we met Theater Na de Dam nastreven.” Holocaust Remembrance Day, 2017
Toneelgroep Baal speelt
foto Geraldine de Jong
Leedvermaak, 1982
Guernica, 1937 door Pablo Picasso
HANS VERHOEVEN / THEATERCOLLECTIE BIJZONDERE COLLECTIES UVA
PABLO PICASSO MUSEO REINA SOFIA
door Karen Waterman
“Wat er in de wereld gebeurt, vormt ons. Dat werd me opnieuw duidelijk toen ik een tentoonstelling in Madrid bezocht met de Guernica. Dat enorme schilderij van Picasso, van drieënhalve meter hoog en een kleine acht meter breed, verbeeldt het bombardement op Guernica tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het maakt een verpletterende indruk. Maar net zo indrukwekkend waren de studies, de schetsen, die vooraf gingen aan het uiteindelijke schilderij. Die creatieve reis illustreert in verschillende fases de enorme impact van dat bombardement op Picasso zelf. Dat greep me. En het bevestigt wat ik zelf ook elke keer weer ervaar. Je kunt nog zo met jezelf en je kunst bezig zijn, hoe abstract je ook werkt, je ontkomt niet aan de invloed van buiten. Als wij theatermakers benaderen met een maakopdracht over de Tweede Wereldoorlog voor de avond van 4 mei, blijken ze uiteindelijk allemaal een relatie te hebben met die oorlog. Ook als ze dat in eerste instantie ontkennen.”
Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Jaïr Stranders, opgeleid als theaterdocent aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en met een master Wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam op zak, geeft hij theaterles en filosofie aan hogescholen, jeugdtheaterscholen en aan volwassenen. Hij is een van de initiatiefnemers en sinds 2010 ook hoofd Programmering van Theater Na de Dam, de landelijke theatermanifestatie op de avond van 4 mei. “Iedereen heeft een relatie met de Tweede Wereldoorlog.”
Project
Herkenbare situaties
Theater in Berlijn op de International
JAÏR STRANDERS
De keuze van:
| 17 24-inspiratie-1-27.02.indd 43
09-03-18 15:32
Het exterieur van de Italian Chapel gebouwd door de ca. 200 Italiaanse krijgsgevangenen op Lamb Holm (Orkney Islands). Als bouwmateriaal gebruikten ze schroothout, schrootijzer, metalen loodsen en beton. Rechts: Het interieur van de Italian Chapel met de fresco’s van Domenico Chiocchetti.
WIKIPEDIA CC BY-SA 3.0 VIDARLO - EIGEN WERK
Onbekend
De Italiaanse kapel op Lamb Holm In deze serie belicht NC Magazine onbekendere plaatsen die een rol hebben gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Deze keer staat een van de Orkney-eilanden (Schotland) centraal. door Floris van Dijk
De Orkney-eilanden, noordelijk van Schotland, hebben een unieke positie in de ontwikkeling van de prehistorische mens, zoals het goed bewaard gebleven dorp Skara Brae op het eiland Mainland uit het derde millennium v.Chr. toont. Voor de rest bieden deze eilanden vooral steen, slagwinden en schapen.
Slagschip In een natuurlijke haven, de tussen vijf eilanden gesitueerde baai Scapa Flow, stationeerde de Britse marine op 12 oktober 1939 het slagschip de Royal Oak. De baai was met blokschepen, torpedonetten, geschut en zeemijnen goed afgeschermd tegen Duitse aanvallen – dacht men. Twee dagen later sloop de Duitse onderzeeër U-47 langs het onbe-
18
woonde Lamb Holm de baai Scapa Flow in, deels decimeters onder de waterspiegel meedrijvend en deels boven water varend achter een Britse mijnenveger. Na de eerste torpedo keerde de U-47 in de baai, koos opnieuw positie en deed met de tweede voltreffer de Royal Oak en 833 opvarenden kelderen. Even koelbloedig als hij kwam, keerde commandant Günther Prien terug naar open zee, en nazi-Duitsland had zijn eerste marinepropagandaheld.
Italianen Om herhaling te voorkomen besloot Churchill tot de aanleg van dammen, maar er was grote schaarste aan contractarbeiders. De onverwachte, massale overgave van Italiaanse troepen in NoordAfrika bood uitkomst. Zo arriveerde in januari 1941 een eerste
NCMagazine | voorjaar 2018
21-internationaal-1-19.02.indd 44
09-03-18 15:35
WIKIPEDIA CC BY 2.5 LORD HARRIS
INTERNATI ONAAL
groep krijgsgevangenen op het onbewoonde Lamb Holm (kamp 60) en Burray (kamp 34); in 1943 werkten 1200 Italianen en 520 civiele Britten aan de dammen. Vier stakingen braken uit vanwege de verkapte militaire dwangarbeid (in strijd met de Conventie van Genève uit 1929). De Italiaans sprekende majoor Buckland wist dit slim te bedwingen: de 2,4 kilometer lange dammen verbonden de eilanden onderling, dus het betrof zogenaamd een civiel belang. Het verzoek om een katholieke kapel te mogen bouwen keurde hij goed. En zo gingen de goeddeels analfabete Italianen enthousiast aan de slag: dankzij twee, aan elkaar bevestigde, metalen loodsen verrees op Lamb Holm onder leiding van priester Giacobazzi, kunstschilder Chiocchetti en smid Palumbi de kapel. Ook werd een standbeeld van
Sint Joris gebouwd.Na de capitulatie van Italië in september 1943 kregen de Italianen op Lamb Holm loon, meer bewegingsvrijheid en mochten ze een radio houden. Aandoenlijk is de overgeleverde liefdesbrief in krom Engels van een krijgsgevangene aan een Schots winkelmeisje.
Herinnering De meeste Italianen werden in september 1944 gerepatrieerd. De Royal Oak ligt nog steeds als zeemansgraf in de baai. Maar het meest zichtbare monument in het desolate landschap is die witgepleisterde kapel met de prachtige fresco’s van Chiocchetti. Floris van Dijk werkt bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de afdeling Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II (OHW).
| 19 21-internationaal-1-19.02.indd 45
09-03-18 15:36
‘Mussolini voerde de rassenwetten op eigen houtje in’ Italië is in 2018 voorzitter van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). Pas na 1943 startten de deportaties in Noord-Italië, ZuidItalië was toen al bevrijd. Dat neemt niet weg dat de ‘Olocausto’ ook in 2018 nog volop in de aandacht is. door Maarten Veeger | foto Pc Liliane Segre/Memoriale della Shoah di Milano
“Een bliksemflits”, zo noemde Liliana Segre (87) haar benoeming tot senator voor het leven in januari dit jaar. Segre is een van de vijfentwintig Italiaanse kinderen die de deportatie naar Auschwitz of andere vernietigingskampen van de nazi’s overleefden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoordden de nazi’s bijna 8.000 Joden uit Italië: 751 jonge kinderen en 7000 volwassenen. Het land telde eind jaren dertig ongeveer 50.000 Joden. Tachtig jaar na de invoering van de rassenwetten in Italië krijgt Segre de erefunctie. Die deelt ze met illustere Italianen zoals voormalige president Giorgio Napolitano, architect Renzo Piano en Nobelprijswinnaar Carlo Rubbia. Als jong meisje kreeg Segre direct met de in 1938 door Benito Mussolini ingevoerde anti-Joodse rassenwetten te maken. Ze was acht jaar toen ze van school af moest. “Het was vreemd als kinderen op straat mij vroegen waarom ik niet op school zat”, zei ze hierover. Op universiteiten werden de strenge rassenwetten ook hard gevoeld. Joodse professoren en andere medewerkers werden weggestuurd. Sommige faculteiten functioneerden vervolgens amper meer omdat er verhoudingsgewijs veel Joodse personeelsleden werkten. Professoren vertrokken naar de Verenigde Staten of andere landen waar ze vanwege hun kennis vaak zeer welkom waren. Joden die het zich konden veroorloven trokken naar Zwitserland of Palestina. Maar de meesten bleven achter.
Algemene onverschilligheid “Mussolini voerde de rassenwetten op eigen houtje in”, zegt Gadi Luzzatto Voghera, historicus en directeur van CDEC, het centrum voor documentatie van de hedendaagse Joodse geschiedenis, in
Milaan. ”Hij werd niet door de nazi’s onder druk gezet.” Wat volgens Luzzatto Voghera opviel was de manier waarop de wetten tot uitvoer werden gebracht in het land dat er nog steeds bekend om staat vaak creatief met de regels om te gaan. “De rassenwetten werden op een on-Italiaans efficiënte manier uitgevoerd.” Volgens de historicus vonden veel Italianen het helemaal niet zo erg dat de vaak succesvolle Joden het leven wat lastiger werd gemaakt. Joden mochten geen radio meer hebben. Ze stonden niet meer in het telefoonboek en mochten niet meer naar het strand. ”Het ging om het marginaliseren van de Joden”, zegt Luzzatto Voghera. “Daar hadden niet veel mensen moeite mee.” Segre noemde het ”algemene onverschilligheid.” In 1943 ging dat marginaliseren over in moord. Italië – dat sinds het begin van de oorlog aan de zijde van de Duitsers stond – was inmiddels in tweeën gesplitst. Het zuiden was veroverd door de geallieerden. Mussolini werd daarbij afgezet. De Duitsers veroverden ondertussen in korte tijd de noordelijke helft van Italië en Mussolini mocht dit gebied als marionet van de Duitsers besturen. Deportatie van alle Joden naar de Duitse vernietigingskampen was een van de opdrachten.
Perron 21 Toen duidelijk werd dat Joden in Noord-Italië zouden worden gedeporteerd veranderde de efficiënte naleving van de Italiaanse rassenwetten. Luzzatto Voghera: “Bijvoorbeeld vlak voor de razzia van 5 december 1943, toen de politie van Venetië bij Joden langs ging om ze te vertellen dat ze zich moesten verbergen.” Het nam niet weg dat op die dag toch nog 200 Joden in Venetië werden opgepakt en op transport gezet naar Auschwitz. In die tijd vluchtte Liliana Segre samen met haar vader en twee neven naar het neutrale Zwitserland. De Zwitserse politie pakte de groep echter op en bracht ze terug naar Italië. Daar belandde Segre eerst alleen in een vrouwengevangenis en later met haar vader en veel andere Joden in de beruchte San Vittore gevangenis
20 NCMagazine | voorjaar 2018 22-internationaal-2-27.02.indd 42
09-03-18 15:37
INTERNATI ONAAL
Over de IHRA De IHRA is opgericht in 1998. De afkorting staat voor International Holocaust Remembrance Alliance. Doel van deze intergouvernementele organisatie is wereldwijd politici en anderen met maatschappelijke invloed bewustmaken van het belang van holocausteducatie, -herdenking en -onderzoek. Lidmaatschap staat open voor alle democratische landen. Nederland is lid, net als dertig andere landen, en elf landen hebben een waarnemersstatus. Daarnaast heeft de IHRA zeven Permanente Internationale Partners waaronder de Verenigde Naties.
De Italiaanse Liliane Segre met haar vader Alberto, omstreeks 1937. Alberto Segre werd vermoord in Auschwitz, Liliane overleefde het kamp en keerde als enige van de familie terug in Milaan.
van Milaan. In januari 1944 werden ze samen op perron 21 van Milano Centrale op de trein naar Auschwitz gezet.
Dagenlange stilte De grootste razzia vond in oktober 1943 plaats in het getto van Rome; 1022 Joden werden toen in een keer opgepakt. De Duitsers hadden eerder beloofd de Joden hier met rust te laten als ze 50 kilo goud zouden betalen. De Joden wisten die bijeen te krijgen, maar het mocht niet baten. Drie dagen later werden ze alsnog met de trein weggevoerd naar Auschwitz. Een reis van zes dagen. Medewerkers van de spoorwegen en het Rode Kruis in het noordelijk gelegen Padua wisten zich nog te herinneren dat de trein daar lange tijd stopte. “Een vrouw die moest bevallen, mocht niet naar het ziekenhuis en stierf ter plekke,” zo schreef de lokale krant. Liliana Segre herinnert zich vooral nog “de dagenlange stilte” in de trein op weg naar Auschwitz. Na aankomst zag ze haar vader nooit meer. Hij werd net als haar andere familieleden in de gaskamers vermoord. Zelf werd ze aan het werk gezet in een munitiefabriek. Daar werkte ze bijna een jaar, tot kort voor 27 januari 1945, toen het kamp door de Russen werd bevrijd. Segre werd samen met de andere gevangenen door de nazi’s naar elders gebracht. Ze belandde in het vrouwenkamp Ravensbrück waar ze op 1 mei 1945 werd bevrijd. Over de vier maanden die ze vervolgens samen met andere overlevenden en Italiaanse soldaten nog in Duitsland moest verblijven
zei ze: “Het waren extreem belangrijke maanden. We waren verschrikkelijk ziek en hadden behoefte om onze wonden zelf te verzorgen. Alleen.” Na de oorlog was er weinig oog voor de Joodse slachtoffers. Er was meer aandacht voor de gedeserteerde Italiaanse soldaten.
Onderscheidingen Segre keerde in augustus 1945 als vijftienjarige terug naar haar woonplaats Milaan. Ze ging bij haar grootouders van de kant van haar moeder wonen; de enige familieleden die de oorlog hadden overleefd. Vijfenveertig jaar lang zei ze in het openbaar niets over wat haar was overkomen. Daarna ging ze talloze scholen en universiteiten af om het verhaal levend te houden. Ze kreeg vele hoge onderscheidingen. “Maar een benoeming tot senator voor het leven was helemaal niet wat ik verwachtte”, zo zei ze in de Italiaanse media. ”Toen de president belde, heb ik gezegd dat ik een oma ben. Ik ben een heel gewone vrouw. Maar nu ben ik ook een symbool van een verloren wereld waaruit ik me per toeval heb weten te redden.” Meer informatie: www.holocaustremembrance.com
| 21 22-internationaal-2-27.02.indd 43
09-03-18 15:37
‘Tot vanavond en lief zijn, hoor’ Sommigen die de wreedheden van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, willen er nooit over vertellen. Hun hele leven houden zij de lippen op elkaar. Maar er zijn ook mensen die juist het tegenovergestelde doen. Salo Muller (81) is zo iemand. door Frank Kromer | foto Chris van Houts
22
NCMagazine | voorjaar 2018
14-salomuller-2-19.02.indd 42
09-03-18 15:39
HERINNEREN
Bij het grote publiek werd hij bekend als de fysiotherapeut van het Gouden Ajax. Hij was de man die de blessures uit de kuiten en hamstrings van Cruijff, Keizer en Neeskens masseerde. Maar achter het succes uit de jaren zeventig schuilt een heel ander verhaal. Een verhaal over de oorlog en over het verlies van zijn ouders. “Toen Nederland bevrijd was, zat ik in Friesland,” vertelt Muller in zijn werkkamer. Hij praat met een kraakheldere stem. “Aan de lokale dominee vroeg ik waar mijn ouders waren. Niemand wist het. De dominee zei toen: ‘Als jij nou elke avond stiekem bidt en aan de lieve heer vraagt of hij jouw ouders terug wil brengen, dan moet jij eens kijken wat er gebeurt.’ Twee jaar lang heb ik dat elke avond gedaan, maar terug kwamen ze niet.”
Hollandsche Schouwburg De laatste keer dat Salo Muller zijn ouders ziet, is op 27 november 1942. Het is een warme dag en zoals altijd brengt zijn moeder hem naar school. “Op het schoolplein zei ze tegen me: ‘Tot vanavond en lief zijn, hoor’. Het waren haar laatste woorden tegen mij,” vertelt Muller. “Een paar uur later zijn ze opgepakt. En ’s avonds was ik aan de beurt.” Als Muller de Hollandsche Schouwburg binnen wordt gebracht, ziet hij zijn ouders op het toneel staan. Hij rent huilend naar ze toe, maar halverwege wordt hij tegengehouden door een Duitser die hem spartelend de zaal uit sleurt. “Ik werd naar de overkant gebracht, naar de crèche die onder leiding stond van Walter Süskind. Dankzij hem kon mijn oom mij daar stiekem weghalen.” Wat volgt is een omzwerving langs maar liefst acht onderduikadressen: in Amsterdam, Amersfoort, de Zaanstreek en Friesland. Bijna overal wordt hij verraden. Muller ondergaat het allemaal. “Je bent jong, dus je weet niet beter. Het enige dat je meekrijgt is dat je stil moet zijn. Anders krijg je slaag.”
Friesland De langste tijd brengt Muller door in Friesland op drie verschillende boerderijen. Voor een Joods jongetje uit de Amsterdamse Rivierenbuurt is het Friese platteland een totaal andere wereld. Hij kan bijna niemand verstaan en er zijn amper voorzieningen op de boerderijen waar hij onderduikt. En het belangrijkste: hij moet zich klein houden. “In die tijd ben ik gaan stotteren. Ik was zo vervreemd van alles. En ik was vooral heel bang, daardoor was ik heel huilerig en plaste ik vaak in bed. Bovendien kreeg ik last van hevige astma. Ook wist ik niks meer. Ik wist niet hoe oud ik was, hoe ik echt heette en wanneer ik jarig was. Mijn verjaardag is nooit gevierd,” vertelt Muller, die in Friesland de onderduiknaam Japje Mulder kreeg.
‘Ik wist niet hoe oud ik was, hoe ik echt heette en wanneer ik jarig was’ Bevrijding Het is op zijn laatste schuiladres, op de boerderij van Beppe en Omke, dat Muller de bevrijding meemaakt. Voor het eerst mag hij dan weer echt naar school, op nieuwe klompen wel te verstaan. Als de dorpsdokter – een huisvriend van de familie – hem op een dag komt ophalen van school, krijgt Muller de schrik van zijn leven. “Hij zei tegen me: ‘Ik heb een verrassing voor je’. Maar het probleem was dat ik dat woord helemaal niet kende. Ik had nog nooit een verrassing gehad, laat staan een cadeautje.” Als Muller de woonkamer binnenloopt, ziet hij zijn tante daar staan. Hij schrikt zo dat hij acute geelzucht krijgt. Alles lijkt weer boven te komen. “Ik kon mijn tante helemaal niet verstaan, want ik sprak inmiddels perfect Fries. En het laatste dat ik wilde was mee naar Amsterdam, maar het moest. En opeens heette ik weer Salo.”
Zwitserland Eenmaal terug in de hoofdstad wordt Muller steeds zieker. Zijn oom en tante sturen hem daarom naar Zwitserland om aan te sterken. Het wordt wederom een omzwerving, deze keer via Luzern naar een kindertehuis in Davos. En wederom raakt Muller vervreemd van zijn familie. “Ik heb daar bij elkaar een half jaar gezeten, ik sprak weer de taal niet. En er heerste een erg streng regime. Het hielp allemaal niks. Ik was een klein, bang jongetje en de astma werd alleen maar erger. En ik werd geteisterd door dromen over mijn ouders.” Eenmaal thuis in Amsterdam belooft zijn tante dat hij nooit meer weg hoeft. Muller kan eindelijk een beetje aarden, eindelijk vindt hij een thuis. “Nog steeds ga ik met tegenzin op vakantie. Ik ben altijd bang dat er iets gebeurt. Dat heb ik van de oorlog overgehouden.”
Lezingen Later komt Muller erachter dat zijn ouders in de lente van 1943 in Auschwitz om het leven zijn gekomen. Langzaamaan pakt Muller het leven beetje bij beetje weer op. Hij wordt fysiotherapeut van het grote Ajax en begint daarnaast een goed lopende praktijk. Inmiddels is Muller al vijfenvijftig jaar getrouwd met zijn dierbare vrouw Conny. Ook zij verloor haar ouders in de oorlog, in Sobibor. Elk jaar geeft Muller nog tal van lezingen voor grote groepen jongeren; om het verhaal te vertellen van de oorlog, het verhaal van zijn ouders. Ook schreef hij het boek Tot vanavond en lief zijn hoor!. Want hoewel de oorlog nu bijna vijfenzeventig jaar geleden eindigde, denkt Muller nog bijna dagelijks aan zijn ouders: “Er gaat geen dag voorbij of ik moet heel even huilen.” Meer informatie: www.salomuller.nl
| 23 14-salomuller-2-19.02.indd 43
09-03-18 15:39
Dit zijn de Ambassadeurs van de Vrijheid Per Defensiehelikopter hoppen ze op 5 mei van Bevrijdingsfestival naar Bevrijdingsfestival: de Ambassadeurs van de Vrijheid. Dit jaar zijn dat Ronnie Flex samen met Deuxperience Band, Fedde Le Grand en MY BABY. door Maarten Dallinga | foto’s Ben Houdijk
24
NCMagazine | voorjaar 2018
08-ambassadeursvdv-4-15.02.indd 42
09-03-18 15:41
VIEREN
08-ambassadeursvdv-4-15.02.indd 43
09-03-18 15:43
Ronnie Flex
‘Mijn interesse in de Tweede Wereldoorlog en onvrijheid komt echt uit mijzelf’
“Voor de Tweede Wereldoorlog heb ik mij altijd al geïnteresseerd. Ik heb er veel over gelezen en veel films over gezien. Het voelt voor mij dan ook logisch om nu Ambassadeur van de Vrijheid te zijn. Ik was een jaar of zeven toen ik voor het eerst in aanraking kwam met de geschiedenis van de oorlog. Een vriendje had allemaal bekers en mokken met afbeeldingen van D-Day. Hij vertelde erover en dat vond ik meteen boeiend. Het is verbazingwekkend hoe groot het slagveld daar was. Later kocht ik een boek met verschillende dagboeken van mensen uit de oorlog, waaronder dat van Anne Frank. Op mijn linker bovenarm heb ik een grote tatoeage van Anne Frank. Die heb ik anderhalf jaar geleden laten zetten, ik wilde het al heel lang. Waarom? Zij is iemand die zo veel positivisme heeft nagelaten. De manier waarop zij schreef... Zij bleef optimistisch, en dat in een tijd van zo veel gevaar. En het was een kind, dat vind ik extra tof. Sommige mensen vinden mijn tatoeage een beetje ‘creepy’, maar voor mij voelt het helemaal niet raar. Het is een van de meest logische tatoeages die ik heb laten zetten. Ik ben op 4 mei altijd twee minuten stil. Dat was vroeger een ‘dingetje’ dat je gewoon deed, maar nu ik 25 ben en veel meer weet over toen, heeft de Dodenherdenking meer betekenis. Voor mij is het een moment waarop ik extra stilsta bij de progressie die
26
we als mensheid hebben gemaakt. De omstandigheden zijn nu zóveel beter. Dit is misschien een kant van mij die niet veel mensen kennen, maar als de kans zich voordoet, probeer ik me te profileren zoals nu. Ik probeer tijdens optredens soms ook iets te zeggen over vrijheid, maar het is best moeilijk om dat aan te kaarten. Ik heb altijd het gevoel dat niet iedereen erin geïnteresseerd is. Misschien gek om te zeggen, maar ik denk dat het onderwerp niet cool is. Toch ga ik proberen er op 5 mei ook iets over te zeggen. Mijn interesse in de Tweede Wereldoorlog en onvrijheid komt echt uit mijzelf, via mijn eigen familie kreeg ik er niet zo veel over mee. Mijn vader is Moluks, mijn moeder Surinaams. Daardoor ben ik ook geïnteresseerd in de geschiedenis van de slavernij. Dat is een verhaal waar mensen nóg minder van weten. Maar ik vind het een belangrijke geschiedenis; de slaven zijn mensen waar ik van afstam.” Ronell Langston Plasschaert is rapper onder de naam Ronnie Flex. Hij werd bij het grote publiek bekend met de hit Drank & Drugs, waarop Lil’ Kleine ook te horen is. Hij speelt samen met Deuxperience band, een live band die gevormd wordt door een kunstenaarscollectief, op het Bevrijdingsfestival in Gelderland, Flevoland, Groningen, Drenthe en Friesland.
NCMagazine | voorjaar 2018
08-ambassadeursvdv-4-15.02.indd 44
09-03-18 15:43
VI EREN
Fedde Le Grand
‘Ik wil er vooral een feestje van maken’
Fedde Le Grand is een populaire dj en behaalde in 2006 een grote hit met Put your hands up 4 Detroit. Hij speelt op 5 mei op het Bevrijdingsfestival in Den Haag, Zeeland, Overijssel, ZuidHolland en Utrecht.
“Ik ben voor optredens de laatste tijd een wat langere periode in China geweest en daar werd ik geconfronteerd met zware censuur. Ik kon niet op Google en Facebook, Instagram deed het niet... Toen dacht ik wel: shit, de censuur hier is nog serieuzer dan ik mij realiseerde. Het stemde tot nadenken, we vinden onze vrijheid in Nederland zo vanzelfsprekend. Toen ik wist dat ik Ambassadeur van de Vrijheid zou worden, moest ik ook meteen denken aan mijn opa en oma. Zij zaten beiden in het verzet, in Arnhem. Daar hebben ze elkaar ook ontmoet. Mijn oma was een soort zuster en verzorgde verschillende mensen. Ook was ze koerier en bracht ze per fiets berichten heen en weer. Soms praatte mijn oma over het verzet, mijn opa nooit. Hij is in de oorlog bijna al zijn vrienden verloren. Als het Dodenherdenking was, waren ze altijd allebei in tranen. Voor mij betekent 4 mei: stilstaan bij het feit dat het zo heeft kunnen ontsporen. Omdat de geschiedenis zich helaas vaak herhaalt. Ook omdat er nu, laat ik het zo zeggen, best markante mensen aan de macht zijn, is het goed om je dat te realiseren. Zonder meteen vergelijkingen te trekken: dingen kunnen gemakkelijk uit de hand lopen. Mijn opa zei altijd: ‘Behoed u voor de massa’. Daarmee bedoelde hij: blijf zelf nadenken. Het is een uitspraak waar ik soms nog aan terugdenk. Wat ik als artiest kan betekenen als het gaat om het thema vrijheid? Nou, ik meng mij in ieder geval niet zo gauw in publieke discussies. Misschien is juist dat wel een bijdrage. Het is heel makkelijk om vanuit je eigen werkelijkheid te oordelen, maar vaak liggen dingen minder zwart-wit dan je denkt. Dat betekent niet dat ik nergens een mening over heb, maar die deel ik dan niet met iedereen. Dat ik zo denk, komt ook doordat ik veel reis. Daardoor heb ik een breder inzicht gekregen in hoe mensen zijn en dat confronteert je met je vooroordelen. Als ik op Bevrijdingsdag op het podium sta, wil ik er vooral een feestje van maken. Dat het een echte viering van de vrijheid wordt.”
| 27 08-ambassadeursvdv-4-15.02.indd 45
09-03-18 15:44
VIEREN
MY BABY
‘We voelen meer dankbaarheid voor wat we mogen doen’ Cato van Dijck: “Tijdens onze Europese tour van afgelopen najaar hebben we een grensovergang en een kamp in Servië bezocht, waar vluchtelingen ‘gevangen’ zaten. Zij wilden verder Europa in, maar mochten niet door.” Joost van Dijck: “Van ons bezoek is een minidocumentaire gemaakt, die rond 5 mei te zien zal zijn op internet en ook op de Bevrijdingsfestivals.” Daniel Johnston: “Het indrukwekkendste vind ik de innerlijke kracht van die mensen. Ze hebben zo weinig, maar blijven hoop houden op een betere toekomst. Dat zie je alleen al aan hun uitstraling, hun gezichten. Dat komt hard binnen.” Cato: “Het was ons eigen idee om daar naartoe te gaan. Wij touren veel en gaan en staan waar we willen, maar dat geldt dus niet voor deze mensen. Hoe zo’n situatie is, daar had ik eigenlijk geen voorstelling bij. Wij wilden deze mensen een gezicht geven. Het zijn geen gelukszoekers, maar mensen die gewoon veiligheid willen en toegang tot basisbehoeftes. Dat krijgen wij gratis en voor niets, daar staan we niet altijd bij stil.” Joost: “Je weet dat er nare dingen in de wereld gebeuren, maar als je deze mensen dan spreekt... Ik vond het confronterend.”
28
Cato: “We hopen dat mensen door onze korte documentaire dieper zullen beseffen wat ze zelf hebben. En dat je dat kunt vieren met elkaar, bijvoorbeeld op de Bevrijdingsfestivals. Door onze ervaringen in Servië voelen wij zelf meer dankbaarheid voor wat we mogen doen.” Daniel: “Ergens voel ik nu ook een verantwoordelijkheid. Als je wordt gevraagd als Ambassadeur van de Vrijheid, dan heb je denk ik - ook de taak om bewustzijn te creëren bij anderen.” Joost: “Eigenlijk proberen we dat altijd al te doen. In principe is een optreden voor ons altijd al een vorm van vrijheid uitdragen, we willen er elke keer een feestje van maken. In feite zijn we altijd al vrijheidsambassadeurs op het podium.” MY BABY is een Nederlands-Nieuw-Zeelandse band, die in 2012 werd opgericht in Amsterdam. De muziekstijl is een mix van blues, dance, funk en soul. Eind 2017 tourde MY BABY door elf Europese landen en stond de band voor de tweede keer op het festival Glastonbury. MY BABY staat op 5 mei op de podia van de Bevrijdingsfestivals in Amsterdam, Haarlem, Limburg en Brabant.
NCMagazine | voorjaar 2018
08-ambassadeursvdv-4-15.02.indd 46
09-03-18 15:47
EDUCATIE
Het Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei
PASA
karibense tokante 4 i 5 di mei
L BERTAT PA OTRO @nationaalcomite4en5mei
‘Iets moois maken van iets tragisch’ Het 4 en 5 mei Denkboek is met een oplage van ruim 210.000 stuks een groot succes. Om aan te sluiten bij de belevingswereld van kinderen uit Caribisch Nederland is dit jaar voor het eerst een speciale Caribische editie van het boek ontwikkeld. door Sarah Feirabend en Cristan van Emden
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Nederlandse Antillen, in tegenstelling tot Nederland en Nederlands-Indië, niet bezet. De strijd speelt zich voor de Antillianen vooral af op zee. In 1941 komt ongeveer tachtig procent van de vliegtuigbrandstof voor de geallieerden uit Curaçao en Aruba. Duitse onderzeeërs nemen in het Caribisch gebied eilanden en schepen onder vuur vanwege deze olie. De eilanden zijn verplicht verduisterd en worden verdedigd door Amerikaanse soldaten. Er vallen ook slachtoffers, vooral bemanningsleden van olieschepen. In totaal zijn ongeveer 160 mensen omgekomen. Op 4 mei worden deze slachtoffers op alle eilanden herdacht. Op de Caribische eilanden wordt tijdens de oorlog volop meegeleefd met het bezette Nederland. De mensen doen dan ook van alles om te helpen. Zo werden er inzamelingsacties gestart en evenementen georganiseerd om hulp aan Nederland te kunnen verlenen.
Educatie Niet veel mensen in Nederland kennen deze geschiedenis, maar ook in het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden zijn deze verhalen bijna vergeten. Met de uitgave van het nieuwe Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei, een educatief boekje voor leerlingen van groep 7 en 8, wil het Nationaal Comité leerlingen uitdagen na te denken over de Tweede Wereldoorlog, herdenken en vieren, vrijheid en democratie – en zo de herinnering aan deze geschiedenis levend houden. Het boekje staat vol met verhalen en laat een deel van de geschiedenis zien die de eilanden en Nederland met elkaar verbindt. Ook is aan kinderen van de eilanden gevraagd wat zij van oorlog en herdenken vinden. Nioby: “Het is heel erg geweest en er zijn ook mensen van de eilanden overleden, dus ik vind het belangrijk om hen te herdenken.” Mikai: “Je moet herdenken dat het afgelopen is. Iets moois maken van iets tragisch.” Meer informatie: www.4en5mei.nl/educatie
Vanaf 2018 krijgen kinderen in groep 7, 8 én in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs op Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius het Caribisch Denkboek voor 4 en 5 mei. Het wordt in drie talen beschikbaar gesteld: Papiaments, Engels en Nederlands. Het Caribisch Denkboek is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het vfonds, Madurodam Kinderfonds, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Nationaal Fonds 4 en 5 mei en het Mongui Maduro Fonds.
| 29 17-educatie-1-19.02.indd 43
09-03-18 15:45
Dagvoorzitter Rocky Tuhuteru geeft Gerdi Verbeet het woord tijdens de nascholingsdag ‘Oorlog- en dekolonisatie Nederlands-Indië/Indonesië 1942-1949, Bronbeek Arnhem, 3 november 2017.
Onderwijs en dekolonisatie In november 2017 organiseerde het Nationaal Comité 4 en 5 mei in samenwerking met het Indisch Herinneringscentrum, Museum Bronbeek, Stichting Leerplan Ontwikkeling, de Vereniging voor docenten geschiedenis en staatsinrichting in Nederland, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Hogeschool van Amsterdam een nascholingsdag met lezingen en workshops voor geschiedenisdocenten die meer wilden weten over de Tweede Wereldoorlog in en dekolonisatie van Nederlands-Indië/ Indonesië. door Ethan Mark | foto Geert Snoeijer
Onderwijsexperts uit buurlanden zorgden tijdens de bijeenkomst voor een interessant vergelijkend perspectief. Centraal stond het maatschappelijke ongemak ten opzichte van het koloniale verleden en de doorwerking op het heden. De constatering dat het Nederlandse geschiedenisonderwijs hier nog steeds nauwelijks aandacht aan besteedt overtuigde alle deelnemers van de noodzaak dat er iets moet veranderen.
Worsteling Het openingswoord van Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité, zette de toon. Aan de hand van een persoonlijke anekdote schetste ze de politieke scheidslijnen rond de Nederlandse worsteling met het koloniale verleden in Indië en het bloedige einde tijdens de dekolonisatieoorlog die duurde van 1945 tot 1949. Ze bracht in herinnering hoe haar leraar op de middelbare school met weemoed kon vertellen over het verlies van ‘ons Indië’ waar ’communist’ Sukarno de schuldige van was. Echter, in Verbeets eigen overtuiging uit die tijd – als kind uit een sociaaldemocratisch milieu – was imperialisme per definitie slecht. Daar tegenover stond de ervaring van een klasgenoot, wiens vader in het KNIL had gediend, en die net zo dacht als de schoolmeester. Haar eigen vader, die ook in de oorlog actief was geweest, had altijd gezwegen over zijn ervaringen.
Grijstinten Volgens een aantal sprekers, onder wie historicus Remco Raben, hebben dergelijke trauma’s en tegenstrijdige perspectieven tot
gevolg dat het Nederlands kolonialisme en de nasleep ervan tot nu toe nauwelijks worden onderwezen. De meeste aandacht is altijd uitgegaan naar de Tweede Wereldoorlog vanuit een simpele zwart-wit vertelling waarbij Nederlanders vooral slachtoffers waren van nazi-Duitsland en in mindere mate van de Japanners in Azië. Het aanbrengen van grijstinten in dit dominante zwartwit beeld, of zelfs de mogelijkheid van een tegenovergestelde rol waarin Nederlanders geen slachtoffers maar agressors waren in het koloniale Nederlands-Indië en het bloedige einde, is tot nu toe grotendeels vermeden. Alle aanwezigen waren het erover eens dat het nodig was om leerlingen vaker verhalen te vertellen van de verschillende partijen die een rol hadden in de koloniale geschiedenis, inclusief hun vaak concurrerende agenda’s en tegenstrijdige perspectieven – een benadering die wordt samengevat in het begrip multiperspectiviteit. Kijk voor het volledig verslag (in het Engels) van deze dag op: www.4en5mei.nl/ nascholingsdag.
Ethan Mark is universitair docent moderne Japanse en Aziatische geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij is o.a. auteur van Japan’s Occupation of Java in the Second World War: A Transnational History, dat in juli 2018 uitkomt bij Bloomsbury Press.
30 NCMagazine | voorjaar 2018 27-educatie-2-01.03.indd 42
09-03-18 15:48
EDUCATIE
| 31 27-educatie-2-01.03.indd 43
09-03-18 15:49
Er wordt elk jaar veel educatief materiaal ontwikkeld over onderwerpen als de Tweede Wereldoorlog en vrijheid voor het primair onderwijs. In het mbo was er nog een leemte. Daar komt met het 4FREE Magazine verandering in. door Natascha van Weezel | foto Birthe Kulik
4FREE Magazine In het atelier van het Mondriaan College in Den Haag zitten zes mbo-studenten aan tafel. Voor hen ligt een aantal foto’s. In hun hand houden ze kaarten waarop vooroordelen staan geschreven. “Dit is een persoon die van motors houdt,” zegt Dylan hardop. Hij legt de kaart bij een foto van een stoere jongen. Wanneer de tekst bij de afbeelding van een meisje blijkt te horen, beginnen de studenten druk te discussiëren. Deze zes studenten vormen dit jaar samen met professionals van Het Educatiebureau de redactie van 4FREE Magazine: een tijdschrift gemaakt voor en door mbo-studenten. Nu de deadline nadert moeten er in rap tempo belangrijke beslissingen worden genomen over de content en de lay-out. Welke kleur moet de cover krijgen? Moeten er grote foto’s gebruikt worden of juist niet? En wie heeft er nog een idee voor een mooie column?
Mbo Eva Vesseur is eigenaar van Het Educatiebureau, een bedrijf dat creatieve leerconcepten ontwikkelt. Vorig jaar maakte zij in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei de eerste editie van 4FREE Magazine: “Er wordt veel educatief materiaal ontwikkeld over onderwerpen als de Tweede Wereldoorlog, vrijheid en in- en
32
uitsluiting voor bijvoorbeeld het primair onderwijs, maar voor het mbo was er nog een leemte. Het publieke debat wordt vaak overheerst door hoger opgeleiden, terwijl mbo’ers juist zo’n grote groep vormen in Nederland (vorig schooljaar waren er 482.000 mbo-studenten – red.). Wij willen hen door middel van 4FREE een stem geven en hen aansporen om in gesprek te gaan over belangrijke maatschappelijke thema’s.” Vesseur laat het magazine van vorig jaar zien. Op de cover prijkt comedian Farbod Moghaddam en worden een paar artikelen uitgelicht: ‘Doe iets! Massih Hutak schrijft over volwassen worden en vrijheid’ en ‘Dit vind ik vet, dit wil ik doen! Mbo-studenten over keuzes maken’. Vesseur: “In eerste instantie was het niet de bedoeling dat de redactie zou bestaan uit studenten. Ik was met collega’s aan het brainstormen en dacht aan interviews met artiesten als rapper Akwasi of Typhoon. Toevallig liepen er stagiairs van de pr-afdeling van het roc in Amsterdam bij ons rond op kantoor. Zij bleken de artiesten die wij in gedachten hadden helemaal niet te kennen, we stonden dus behoorlijk voor schut. Wij hadden de doelgroep waarvoor we het magazine maakten zélf nodig om tot het beste resultaat te komen. Daarom vroegen we of de stagiairs vanaf dat moment samen met ons de redactie wilden vormen. En dat beviel uitstekend.”
NCMagazine | voorjaar 2018
18-educatie-2-01.02.indd 44
09-03-18 15:50
EDUCATIE
Dylan Veldman (2e van links) speelt het vooroordelen spel met zijn medestudenten.
Maatschappelijke onderwerpen Dit jaar maakten mbo-studenten van de afdeling Mode en Uiterlijke Verzorging aan het Haagse Mondriaan College vanaf het begin deel uit van de redactie. Als extra facet ontwikkelen zij een online leeromgeving. Een van de redactieleden is de twintigjarige Dylan Veldman (2e jaar Mode/maatkleding, niveau 4). Aan het begin van het schooljaar werd hij benaderd door zijn burgerschapsdocent met de vraag of hij wilde meewerken aan 4FREE. “Het leek hem wel iets voor mij, omdat ik in de klas altijd duidelijk mijn mening uit over sociaal-maatschappelijke onderwerpen.” Veldman kwam in 2016 ‘uit de kast’ en strijdt sindsdien voor meer openheid en begrip met betrekking tot de LGBT+ gemeenschap: “Ik neem vrijheid niet voor lief. Je hoort veel over geweldsincidenten tegen de LGBT+ gemeenschap in landen als de VS en in Rusland. Ik ben bang dat dit soort incidenten ook in Nederland kunnen voorkomen.” Hij vindt het dan ook belangrijk dat studenten met duidelijke standpunten gehoord worden: “Het is lastig als je een mening hebt, maar niet weet waar of hoe je je verhaal kunt vertellen. Wat dat betreft biedt 4FREE een ideaal platform.” Ook de redactievergaderingen bevallen hem zeer: “We krijgen natuurlijk lessen in burgerschap op school, maar dat is een klein vak
waarin ook veel standaard onderwerpen voorbij komen. Het is fijn om hier écht naar elkaars mening te kunnen luisteren.”
Unieke kracht Hoewel Veldman zelf geen drag queen is, is zijn rolmodel op dit moment ‘mother of drag queens’ RuPaul: “Haar eigen show Drag Race op de Amerikaanse televisie is een grote hit. Ze komt daar iedere keer met motiverende punchlines: ‘If you can’t love yourself, how the hell you gonna love somebody else? Can I get an amen?’ Haar boodschap is dat iedereen speciaal is op zijn of haar eigen manier, en dat ieder individu zijn eigen, unieke kracht heeft. Soms moet je er hard voor werken om die kracht te vinden en natuurlijk krijg je daarbij te maken met tegenslagen, maar je moet je door niemand laten tegenhouden en altijd blijven vechten voor je doel. Ik wil andere mbo-studenten bewustmaken van het feit dat er veel verschillende genders bestaan en ik hoop dat iedereen daar wat meer begrip voor wil opbrengen. Voor mij zou dat de ultieme vorm van vrijheid zijn.” 4FREE Magazine wordt vanaf 1 april 2018 verspreid op alle mbo-scholen in Nederland in een oplage van 75.000 exemplaren. Meer informatie: www.4en5mei.nl/educatie
| 33 18-educatie-2-01.02.indd 45
09-03-18 15:50
Noem de namen en corrigeer de fouten Veel nabestaanden vinden het belangrijk om persoonlijke gegevens als leeftijd, plaats en datum van overlijden van hun geliefden te kunnen lezen op een oorlogsmonument. Deze gegevens kloppen echter niet altijd. door Anita van Stel | foto Birthe Kulik
Amsterdam fusilladeplaats rozenoord
Aan het vermelden van dergelijke gegevens kleven risico’s. Fouten zijn snel gemaakt, in spelling, militaire rang of data. Nog veel schrijnender is het als op een monument slachtoffers ontbreken of namen ten onrechte in steen gebeiteld zijn, bijvoorbeeld omdat de vermeende slachtoffers de oorlog overleefden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei adviseert een stappenplan te doorlopen voordat organisaties, personen of gemeentes namen aan een oorlogsmonument toevoegen.
Dat moet anders Een groeiende groep (amateur)historici zet zich in voor het corrigeren van fouten op zowel fysieke als digitale oorlogsmonumenten. Ludmilla van Santen is een van hen. Als auteur en ervaren (stamboom)onderzoeker raakte ze onder andere betrokken bij
34
het persoonsonderzoek naar de 32 slachtoffers van de beschieting op de Dam, op 7 mei 1945, waarvoor in 2016 een Memorial werd opgericht. Waarom is Van Santen zo gefocust op correctie van fouten? Van Santen, stellig: “Omdat je daarmee de slachtoffers recht doet. Al tijdens mijn Dam-onderzoek liepen dingen niet altijd naar wens. Zo blijven sommige archieven gesloten, onder meer vanwege wettelijke privacyregels van oorlogsslachtoffers die al minimaal 73 jaar geleden overleden zijn. Ook blijken nationale bestanden niet gekoppeld te zijn. Ik stuitte op fouten, die ik steeds apart moest doorgeven.” Uit het contact met andere private onderzoekers rees de gedeelde ervaring dat verantwoordelijke instanties na een foutmelding niet snel tot actie overgaan. “Ondanks bewijzen waarmee onderzoekers hun bevinding onderbouwen. Dat moet anders”, vindt Van Santen.
NCMagazine | voorjaar 2018
26-foutenamen-2-19.02.indd 42
09-03-18 15:51
Fouten
HERINNEREN
Fouten op oorlogsmonumenten zijn van alle tijden. Al in 1946 bikten steenhouwers op de dag van de onthulling een naam van het monument bij het Vondelpark in Amsterdam af, omdat het slachtoffer van een vuurgevecht met de Duitsers eerder met de nazi’s sympathiseerde. Aan het monument met honderd lege stoelen voor de slachtoffers van fusilladeplaats Rozenoord (2015) is recent één verzamelstoel voor tien ‘nagekomen’ slachtoffers toegevoegd.
Overweegt u een nieuw monument op te richten? Raadpleeg dan de Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmonumenten. Daar vindt u tips voor het oprichten van nieuwe monumenten en voor de controle van namen. Meer informatie: www.4en5mei.nl/ oorlogsmonumenten/beheer_en_behoud
Een foutloze database De onderzoekers schreven een nota, waarin ze pleitten voor herstel van fouten, maar vooral ook voor het voorkomen van fouten in de toekomst. Ze klopten daarmee aan bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. In aanwezigheid van vertegenwoordigers van andere instanties zoals het NIOD, Netwerk Oorlogsbronnen (NOB), Joods Cultureel Kwartier en de Oorlogsgravenstichting werd de nota besproken. Jan van Kooten, directeur van het comité, benadrukte met de groep te willen streven naar het voorkomen van fouten, maar niet in de positie te zijn een correcte weergave af te dwingen. De collega-instellingen onderschrijven zijn standpunt. Hubert Berkhout, coördinator Directe Dienstverlening bij het NIOD, zegt dat bij voldoende bewijsmateriaal vermeldingen als ‘onomstotelijk’ kunnen worden gekenschetst. Toch zijn er ook
bronnen die duiden op een rechtmatige vermelding, die niet voor honderd procent verifieerbaar zijn. Hij raadt oprichters van oorlogsmonumenten aan niet over een nacht ijs te gaan en alle beschikbare papieren archieven te blijven raadplegen: “Pas een cross check toe op wat je vindt.” Van Santen hoopt dat gemeentes en instanties hun verantwoordelijkheid nemen en vastgestelde fouten erkennen en herstellen. Haar ultieme wens is één foutloze database, zodat in de toekomst alle gegevens van slachtoffers correct worden weergegeven. Wellicht dat de portal van het NOB, die nu in ontwikkeling is, daarbij in de buurt komt; hierin zullen data uit bestanden van vele WO II-organisaties opgenomen zijn. Het NOB hoopt, door het samenbrengen van losse gegevens, vragen van belangstellenden over personen beter te kunnen beantwoorden.
| 35 26-foutenamen-2-19.02.indd 43
09-03-18 15:52
Download de nieuwe
Oorlogsmonumenten-app 1. Zie direct welke oorlogsmonumenten zich in uw buurt bevinden 2. Deel uw persoonlijke verhaal bij oorlogsmonumenten 3. Meld herdenkingen aan
De database Oorlogsmonumenten van het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei is vanaf nu als app te downloaden op tablets en smartphones. In de app vindt u informatie over meer dan 3.800 oorlogsmonumenten die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog of oorlogssituaties en vredesoperaties nadien. Deze monumenten vertellen de vele verhalen over de oorlogsgeschiedenis op lokaal, nationaal en internationaal niveau.
Download de app via
www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten 29-werf-1-01.03.indd 43
09-03-18 15:53
HERDENKEN
‘Ik wil zingen over jou en mij’ Renee van Bavel zingt tijdens de Nationale Herdenking in De Nieuwe Kerk in Amsterdam dit jaar een lied over verzet. Ter voorbereiding sprak zij onder meer met vijf voormalig verzetsstrijders. door Maarten Dallinga | foto Geert Snoeijer
“Ik werd er heel stil van.” Zangeres Renee van Bavel (37) vertelt over de gesprekken die zij in 2017 voerde met oud-verzetsstrijders. “Zo dronk ik koffie bij een vrouw die piloten een onderduikadres gaf en hen over de grens hielp. Ik mocht haar alles vragen.” Van Bavel voedde zichzelf met vele verhalen over het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat dat heeft opgeleverd is op 4 mei te horen in De Nieuwe Kerk. Eerder schreef de kleinkunstartiest al nummers over veteranen en vrede, die ze onder meer vorig jaar ten gehore bracht tijdens de Ridderzaalceremonie op de Nederlandse Veteranendag. Ook schreef zij een lied over de val van Srebrenica en zong ze in 2014 tijdens de jaarlijkse herdenking van de ontruiming van Kamp Vught. Dat is ook de plaats waar Van Bavel opgroeide. “Als kind ging ik zwemmen in de IJzeren Man, een recreatieplas vlak bij het voormalige kamp. Ik wist wel dat daar iets heel ergs gebeurd was, maar wat precies wist ik toen niet. Er stonden geen grote borden of zo.” Een paar jaar later ging Van Bavel met school naar Nationaal Monument Kamp Vught, waar een kampoverlevende zijn verhaal vertelde. Ze vond dit “heel indrukwekkend” en haar interesse in oorlog en vrede was gewekt.
Zoveel hoop Van Bavel realiseert zich “steeds meer dat onze vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn”, vertelt ze. Dat drijft haar, en als zangeres kan zij op deze thematiek “een licht” zetten. “We moeten voorzichtig zijn, dus stoppen met naar elkaar wijzen en angst zaaien. Als je vrijheid en vrede als gegeven ziet, dan word je onzorgvuldiger. Het gevaar is dat je de vrijheid zo uit je handen laat glippen en dat het er dan niet meer is.” De kracht van de verzetsmensen die Van Bavel sprak, wil zij overbrengen op 4 mei in De Nieuwe Kerk. “Uit al die verhalen die ik hoorde, sprak zoveel hoop. De vanzelfsprekende medemenselijkheid, van: dat doe je toch gewoon? Deze mensen gingen over tot actie – soms klein, soms groter, maar zij déden iets.” Voor Van Bavel is het belangrijk dat iedereen ‘van nu’ zich straks met haar lied kan verbinden: “Dat het gaat over jou en mij. Als dat het resultaat is, dan is het goed, dan is het raak.”
| 37 05-reneevanbavel-1-14.02.indd 43
09-03-18 16:00
Plekken die het verzet levend houden Het Platform WO2 heeft 2018 uitgeroepen tot Jaar van Verzet. Daarom licht NC Magazine vijf Nederlandse verzetsmonumenten uit. door Maarten Dallinga | foto’s Ben Houdijk
38
Tienray “Als ik nu naar buiten kijk, zie ik het monument staan”, vertelt Toon Knoops (83). Voor hem is het verzetsmonument in het Limburgse dorp Tienray, zo’n veertien kilometer ten oosten van Venray, altijd dichtbij. Hij woont ernaast, al sinds de gedenkplek in 1989 werd onthuld. Het monument bestaat uit een beeld van drie meisjes die schuilen voor de regen. “Dit staat natuurlijk symbool voor het onderduiken”, zegt Knoops.
NCMagazine | voorjaar 2018
10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 42
09-03-18 16:02
HERDENKEN
Eerbetoon
Meehelpen
“We verzorgen het monument het hele jaar door, zodat het er netjes uit blijft zien. Ik zeg altijd trots: ‘Dit is een van de mooiste monumenten van Nederland.’” De gedenkplek is met name een eerbetoon aan Hanna van de Voort, die samen met anderen 123 Joodse kinderen in Noord-Limburg hielp onderduiken. Knoops kende haar persoonlijk: “We woonden in dezelfde straat. Wanneer we moesten schuilen voor de bommenwerpers, gingen we naar een gezamenlijke schuilkelder en daar zat zij dan ook.” Knoops vindt het belangrijk om aandacht te blijven vragen voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Samen met zijn vrouw is hij al jaren betrokken bij de lokale 4 mei-herdenking. “Daar krijgen we vaak een pluim voor. Nou, we hopen dit nog lang te mogen doen. Soms krijgen we de opmerking: ‘Och, dat is al zo lang geleden’, maar die mensen hebben niet door dat de verhalen van de Tweede Wereldoorlog ook over nu gaan. Daarom is het ontzettend nodig dat ook kinderen zich bewust worden van wat er toen gebeurd is en van wat er nu nog aan de hand is.”
Basisscholen in de buurt hebben het monument geadopteerd. Knoops vertelt op de scholen over Hanna van de Voort. “Dat maakt altijd indruk.” De leerlingen zijn ook betrokken bij de herdenking en helpen mee de gedenkplek schoon te houden. Ze willen graag iets betekenen, merkt Knoops: “Het is zelfs voorgekomen dat leerlingen die naar de middelbare school gingen, aan mij vroegen: ‘Mogen wij toch nog meehelpen?’ Ja, natuurlijk mag dat, dat is juist belangrijk!” Volgens Knoops is het bij de jaarlijkse herdenking bij het verzetsmonument, voorafgegaan door een bijeenkomst in de kerk, “altijd heel druk”. En het hele jaar door vervult de gedenkplek een functie: het monument brengt gesprekken op gang en zorgt voor overdracht van verhalen van de ene op de andere generatie. “Soms zie ik mensen bij het monument staan en denk ik: verdorie, even naar buiten. Dan blijken dat mensen te zijn die hier als kind ondergedoken hebben gezeten...”, zegt Knoops. “Met zo’n plek is het makkelijker om de herinnering levend te houden.”
| 39 10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 43
09-03-18 16:03
Sumar In de straat Knilles Wytseswei in het Friese plaatsje Sumar, zo’n twintig kilometer ten noorden van Drachten, staat een gemetseld voetstuk met daarboven een omgekeerde, leeglopende melkbus. Het is een verzetsmonument waarmee in het bijzonder aandacht wordt gevraagd voor de slachtoffers van de zogeheten melkstaking, in het voorjaar van 1943. Boeren op het Friese platteland leverden niet langer melk aan de fabriek en protesteerden daarmee tegen het bevel van de bezetter om voormalige Nederlandse militairen weg te voeren. 4 mei comité Freerk Wijma was een van de deelnemende boeren en hij moest zijn verzetsdaad, net als een aantal anderen, bekopen met de dood. Op 4 mei 1943 schoten de Duitsers hem neer. “Mijn oma zag het gebeuren”, vertelt Jouke Hoekstra van het lokale 4 mei-comité. Zijn opa en oma woonden tegenover Wijma. “Mijn oma vertelde er soms over en dat maakte heel veel indruk.” In het dagelijks leven is Hoekstra uitvaartverzorger en daardoor weet hij veel over het organiseren van herdenkingsceremonies. Zijn kennis zet hij graag in om het verhaal over de oorlog en het verzet levend te houden. Sinds 2016 is hij daarom medeorganisator van de 4 mei-herdenking bij het verzetsmonument in Sumar, waar volgens hem ieder jaar meer mensen op afko-
men. Onder de belangstellenden zijn ook veel kinderen; het monument is geadopteerd door de dorpsschool. Hoekstra vindt het “mooi om te zien” dat de verhalen over het verzet worden doorgegeven.
Herdenking Afgelopen jaar werd voorafgaand aan de herdenking voor het eerst een documentaire over de Tweede Wereldoorlog vertoond, in de dorpskerk, een klein stukje verderop. “Dat was een heel groot succes, een schot in de roos. De kerk zat met zo’n 180 mensen bijna vol.” Ook wordt sinds 2016 huis-aan-huis een flyer verspreid met daarop een foto van het monument, om mensen op te roepen op 4 mei langs te komen. Albertha Hoekstra, kleindochter van Freerk Wijma, waardeert de jaarlijkse herdenking in Sumar zeer. Zij zag als kind hoe haar moeder op 4 mei moest huilen wanneer de tv aanstond voor de jaarlijkse Dodenherdenking. “We wisten niet wat we ermee aan moesten, het was ongemakkelijk. Later kreeg ik de verhalen te horen en toen viel het kwartje.” De executie van Wijma dreunde in de familie door: “Mijn moeder heeft er heel veel last van gehad, als de maand mei begon was ze altijd gespannen. Wat er toen gebeurd is, mogen we niet vergeten.”
40 NCMagazine | voorjaar 2018 10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 44
09-03-18 16:03
HERDENKEN
Amsterdam De plaquette aan de Amsterdamse Plantage Kerklaan, die herinnert aan de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister in 1943 en de daaropvolgende moord op betrokken verzetslieden, valt nauwelijks op. Talloze mensen lopen er dagelijks langs zonder te weten wat hier tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Karel Warmenhoven (81) woont er vlakbij en zet zich in om de herinnering aan de vernieling van het bevolkingsregister levend te houden. Al sinds de jaren tachtig is hij betrokken bij de jaarlijkse herdenking die bij de plaquette wordt gehouden. Aanslag Op het monument – pal naast Artis – staan twee data. Als eerste 27 maart 1943: de dag van de aanslag op het bevolkingsregister door het verzet. De tweede datum is 1 juli 1943: de dag waarop twaalf van de ongeveer dertig betrokken verzetsmensen werden gefusilleerd. De mannen waren verraden. Een van de leiders van de aanslag, Gerrit van der Veen, wist te ontsnappen, maar een klein jaar later werd ook hij door de Duitsers vermoord. Willem Sandberg, de toenmalige conservator van het Stedelijk Museum, wist eveneens te ontkomen en hij overleefde de oorlog. Sandberg ontwierp later de plaquette. Dit jaar is de aanslag, waarbij het bevolkingsregister met explosieven in brand werd gezet, precies 75 jaar geleden. “Voor
de herdenking zullen ook nabestaanden van de omgekomen verzetsmensen worden uitgenodigd”, zegt Warmenhoven. “Ik zal tijdens de herdenking iets vertellen over wat er heeft plaatsgevonden en er zullen een krans en bloemen worden gelegd.” Ieder jaar zijn er ook leerlingen van een middelbare school aanwezig. “Zij krijgen na de herdenking altijd limonade”, zegt Warmenhoven, “en dan beantwoord ik hun vragen.” Het Verzetsmuseum Amsterdam, iets verderop gevestigd aan de Plantage Kerklaan, opent op 27 maart een tentoonstelling over de aanslag op het bevolkingsregister. “Ik vind dat prachtig”, reageert Warmenhoven. “Hoe meer aandacht, hoe beter; dit was immers een van de grootste Nederlandse verzetsdaden van die tijd.”
Tentoonstelling Door de aanslag op het register werd een onbekend aantal persoonsbewijzen vernietigd, met het doel het wegvoeren van de overgebleven Joden te bemoeilijken. Ook werden er honderden blanco persoonsbewijzen buitgemaakt, aldus Warmenhoven, die vervolgens konden worden gebruikt om identiteiten te vervalsen. Daarnaast moest de aanslag het moeilijker maken om Nederlandse mannen op te roepen voor tewerkstelling in Duitsland. Het verhaal van de aanslag raakt Warmenhoven nog steeds: “Je zou er een opera over kunnen maken, het is een geschiedenis vol emotie.” De interactieve tentoonstelling Explosiegevaar! in het Verzetsmuseum is te zien tot en met 11 november.
| 41 10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 45
09-03-18 16:04
Sliedrecht Waarom oorlog, het is niet leuk / Waarom oorlog, het doet mensen verdriet / Waarom oorlog, mensen gaan dood / Waarom oorlog, al die haat / Waarom oorlog, zo’n lange tijd / Waarom oorlog! Dit gedicht schreef Jamie van Herk uit groep zeven van basisschool Henri Dunant vorig jaar, ter gelegenheid van de jaarlijkse herdenking in april bij het Crossline-monument in Sliedrecht (ZuidHolland). Al in 1985 adopteerde de school dit verzetsmonument, dat in 1966 werd onthuld door prins Bernhard.
42
worden, samen met zelfgemaakte tekeningen, ook gebundeld in een jaarlijks boekje. Bij de ceremonie zijn oud-verzetsstrijders, nabestaanden, ouders en het gemeentebestuur aanwezig. Er worden ook altijd een krans en witte rozen gelegd. Aan het einde van de ceremonie wordt de vlag gehesen. “Voor de kinderen is de adoptieoverdracht een groot moment, zegt Valk. “Ze zijn er altijd actief mee bezig, kinderen van lagere klassen kijken er al naar uit.” In de klas wordt ook veel verteld over het verhaal achter het monument, onder meer door veteranen.
Adoptieschool
Verhalen
De plek herinnert aan de verzetsstrijders die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog mensen, militaire berichten en medicijnen door de Biesbosch smokkelden. Zij zorgden, met gevaar voor eigen leven, voor een pendeldienst tussen het bezette noorden en het bevrijde zuiden van het land. Ieder voorjaar wordt het monument door de aankomende groep acht geadopteerd. “Er is dan een symbolische overdracht van groep acht naar groep zeven”, vertelt schooldirecteur Irma Valk. “Dit gaat heel formeel en start in het gemeentekantoor, in het bijzijn van veteranen en andere genodigden. Nadat de burgemeester heeft gesproken en een gedicht door een leerling is voorgedragen, lopen we met z’n allen naar het monument. Daar is een ceremonie, waar nog meer kinderen hun gedichten voorlezen.” Die
De school wil hier nog lang mee doorgaan: “Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen weten wie er mede voor verantwoordelijk zijn dat wij nu in vrijheid kunnen leven. Ook willen we de boodschap meegeven dat vrijheid onderhouden moet worden.” Persoonlijk kent Valk vaak niet de verhalen achter oorlogsmonumenten die ze ziet: “Dan loop je ergens en heb je eigenlijk geen idee. Dat geldt voor mij als volwassene, laat staan voor kinderen. Het is goed dat de verhalen niet verloren gaan, met nog altijd zoveel brandhaarden op de wereld.” Jikke Kooren uit groep acht schreef vorig jaar dit gedicht: Crossers, jullie hebben pijn gevoeld / De angst. Dapper, moedig / De Sliedrechters geholpen / En iedereen rondom ons / Vrijheid hebben jullie in die tijd niet gekend / Bedankt, moedige vrijheidsstrijders.
NCMagazine | voorjaar 2018
10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 46
09-03-18 16:04
HERDENKEN
Arnhem Een obelisk van wit natuursteen, met op de rand van de gedenknaald een bronzen beeldje van een ineengedoken persoon. Dat is het monument ‘Indisch verzet’ op landgoed Bronbeek in Arnhem, ter nagedachtenis aan het verzet tijdens de Japanse bezetting van het voormalige Nederlands-Indië in de periode 1942-1945. Op de zuil staat ook een fragment van het eerste couplet van het Wilhelmus, in de originele tekst: ‘Den Vaderlant ghetrouwe, blijf ick tot in den doet...’ Bronbeek Het monument werd gerealiseerd in opdracht van de herdenkingsgroep Voormalig Verzet Oost-Azië en onthuld in 1997. Inmiddels is deze groep niet meer actief, vertelt Pauljac Verhoeven. Hij is hoofd van museum Bronbeek, dat de koloniale geschiedenis van Nederland belicht. Het verzetsmonument staat tussen ongeveer twintig andere monumenten, allemaal gedenkplekken die te maken hebben met de strijd in Zuidoost-Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog of met de daaropvolgende dekolonisatieperiode. “Bij al die monumenten leggen we jaarlijks op 4 mei en op 14 of 15 augustus een krans”, vertelt Verhoeven. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en eindigde de Tweede Wereldoorlog voor het hele Koninkrijk der Nederlanden. Ook al is er geen actieve organisatie meer die zich specifiek bezighoudt met het monument ‘Indisch verzet’, is het volgens
Verhoeven goed dat deze herdenkingsplek nog bestaat: “Veel van de zaken die over de oorlog in Azië gaan, worden vergeten. Het is belangrijk dat de herinnering levend blijft en daar helpt dit monument bij.”
Grote verliezen Die herinnering gaat over voornamelijk (Indische) Nederlanders die zich verzetten tegen de Japanse bezetter, vertelt Verhoeven, maar ook sommige Indonesiërs kwamen in opstand. “Het verzet in Nederlands-Indië kende veel grote verliezen, omdat het Nederlandse koloniale bestuur een goed functionerende inlichtingendienst had die werd overgenomen door de Japanse bezetter. Dat was een efficiënte manier om het verzet de kop in te drukken. Ook waren de Europeanen die erbij betrokken waren snel herkenbaar.” Volgens Verhoeven kon haast geen enkele verzetsgroep in Nederlands-Indië overeind blijven. “Veel kopstukken werden gemarteld of geëxecuteerd.” Hoeveel verzetsstrijders om zijn gekomen, is niet duidelijk. “Dit komt onder meer omdat gegevens hierover nog ergens in Indonesische archieven zijn opgeslagen.” In museum Bronbeek wordt aandacht besteed aan het verzet in Nederlands-Indië. Het verzetsmonument op landgoed Bronbeek wordt nog regelmatig bezocht, zegt Verhoeven. “We hebben ook een landgoedgids waarin alle monumenten beschreven staan.” Zo komt het verleden tijdens een wandeling over het landgoed dichterbij.
| 43 10-herdenke&vieren-6-01.03.indd 47
09-03-18 16:05
Van vaderlandse helden tot hoeders van mensenrechten Er is altijd discussie geweest onder politici, activisten, romanciers, cineasten, historici en – niet te vergeten – voormalige verzetsmensen zelf over de betekenis van het verzet en de lessen die we eruit kunnen trekken. In opdracht van het Nationaal ComitÊ onderzocht Bas Kromhout hoe de beeldvorming over verzet zich sinds 1945 heeft ontwikkeld. door Bas Kromhout | foto Birthe Kulik
44 NCMagazine | voorjaar 2018 19-baskromhout-2-19.02.indd 42
09-03-18 16:14
ONDERZOEK
FOTOBURO DE BOER
Hannie Schaft, een van de bekendste Nederlandse verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog, nabij haar ouderlijkhuis aan de Van Dortstraat in Haarlem, 1938-1940.
Nederlanders denken uiterst positief over degenen die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben verzet. We beschouwen hen als moedige mensen, die op het moment dat het er werkelijk toe deed de juiste keuze maakten. Dat lijkt vanzelfsprekend. Maar ons beeld van het verzet staat niet vast. Elke generatie gaat anders met het verzetsverleden om. Welk beeld overheerst, is afhankelijk van de maatschappelijke en politieke context van het moment. Als we begrijpen hoe onze huidige zienswijze van het verzet is gevormd, kunnen we beter reflecteren op de wijze waarop we in het Jaar van Verzet willen herdenken en herinneren.
Eer van het vaderland
de apartheid in Zuid-Afrika, rechtse dictaturen in Latijns-Amerika en racisme in eigen land. In de laatste decennia van de twintigste eeuw kwam overal in West-Europa de Holocaust centraal te staan in de oorlogsherinnering. Dit had consequenties voor hoe er naar het verzet werd gekeken. Hulp aan Joden werd nu belangrijker gevonden dan andere acties tegen de bezetter. Aan het verzet werden humanistische waarden verbonden zoals tolerantie en mensenrechten. Om het belang van deze waarden over te dragen aan nieuwe generaties, zette de Nederlandse overheid vanaf het midden van de jaren tachtig sterk in op oorlogseducatie via het onderwijs en musea.
Gedurende de eerste twintig jaar na de bevrijding overheerste een patriottisch beeld van het verzet. Verzetsmensen werden geëerd als helden die de eer van het vaderland hoog hadden gehouden. Bovendien, zo dacht men, wisten deze verzetshelden zich gesteund door het hele volk – zo niet in praktische, dan toch in geestelijke zin. Dit patriottische verzetsbeeld, dat werd gepropageerd door de staat, kreeg concurrentie als gevolg van de Koude Oorlog. Communisten in heel Europa claimden dat zij het verzet hadden aangevoerd. Volgens de communistische leer was het fascisme een stadium in de ontwikkeling van het kapitalisme. De antifascistische strijd moest doorgaan totdat overal het kapitalistische systeem was vernietigd. Tegenstanders van het communisme daarentegen wezen op overeenkomsten met het fascisme en brachten beide systemen onder één noemer: totalitarisme. Gezamenlijk herdenken werd hierdoor vaak problematisch. Het patriottische beeld en zijn communistische tegenhanger domineerden het denken over het verzet in Nederland tot midden jaren zestig. Een nieuwe generatie, die de oorlog niet of alleen als kind had meegemaakt, werd toen volwassen en zette vraagtekens bij de verzetshouding van de ouderen. Hoe kon het dat maar liefst vijfenzeventig procent van de Joden in Nederland was weggevoerd? Hadden de andere Nederlanders niet méér kunnen en moeten doen om dit te verhinderen? Zo maakte het patriottische verzetsbeeld plaats voor een pessimistisch beeld, waarin slechts een handjevol mensen de moed had gehad om in verzet te komen terwijl het overgrote deel van de bevolking de andere kant op keek.
Het humanistische beeld van verzet is sindsdien dominant gebleven. Maar de afgelopen vijftien jaar is er meer aandacht gekomen voor nationale identiteit. Onzekerheid over wie ‘wij’ zijn als Nederlanders en waar onze normen en waarden uit bestaan zorgt voor een toegenomen behoefte aan nationale en morele rolmodellen. Deze behoefte uit zich in een reeks van nieuwe biografieën en films over verzetshelden. Illustratief is ook het succes van de musical Soldaat van Oranje.
Humanistische waarden
Bas Kromhout is historicus en senior redacteur van het Historisch Nieuwsblad. In 2012 promoveerde hij op De voorman. Henk Feldmeijer en de Nederlandse SS. Zijn meest recente boek is Goede Hoop. 400 jaar Nederland en Zuid-Afrika uit 2017. Het boekje Beelden van verzet is verkrijgbaar bij de deelnemende musea en herinneringscentra van het Jaar van Verzet.
De waardering voor het actieve verzet werd er hierdoor niet minder om. Integendeel: het verzet inspireerde jongeren om te protesteren tegen eigentijds onrecht. Organisaties als de Anne Frank Stichting en Amnesty International koppelden de morele lessen van Tweede Wereldoorlog aan de strijd tegen bijvoorbeeld
Polarisatie Dat de status van het verzet nog altijd onaantastbaar is, bewijst het huidige politieke debat. Politici en opiniemakers van elke kleur eisen de verzetsrol op. Maar zij trekken zeer verschillende morele lessen. Volgens de een betekent verzet in deze tijd dat je moet vechten voor nationale soevereiniteit en tegen islamitische overheersing. Volgens de ander dat je populisme moet bestrijden en een toevluchtsoord moet bieden aan vluchtelingen. Deze sterk gepolariseerde omgang met het verzetsverleden stelt uitdagingen aan wie zich in het Jaar van Verzet met herdenken en vieren bezighouden. Kies je voor consensus en het verbinden van een zo groot mogelijke groep burgers, ook al verliest de boodschap daardoor aan scherpte? Of kies je voor stellingname, met het risico dat je bepaalde groepen burgers voor het hoofd stoot? Net als de generaties voor ons kijken wij in 2018 naar het verzet door de bril van onze eigen, tijdgebonden opvattingen. Als we dat erkennen en ons persoonlijke beeld van verzet in perspectief plaatsen, ontstaat ruimte voor dialoog en verbinding.
| 45 19-baskromhout-2-19.02.indd 43
09-03-18 16:14
‘Friezen zijn heel maatschappijkritisch’
46 NCMagazine | voorjaar 2018 12-5meifriesland-3-22.02.indd 42
09-03-18 17:11
HERDENKEN EN VIEREN
De Nationale Viering Bevrijding begint dit jaar met het programma rond de 5 mei-lezing in de provincie Fryslân. Commissaris van de Koning Arno Brok over het belang van herdenken en het vieren van de vrijheid. door Ricci Scheldwacht | fotoHoge Noorden / Jacob van Essen
Wat betekent 4 mei voor u? “Op 4 mei ben ik altijd in functie. Maar elke keer blijft het een bijzonder moment. Als kind ging ik ieder jaar naar de Dodenherdenking. Het bevrijdingsmonument stond dicht bij ons huis in Leerdam. Ik vond het heel speciaal om zo’n plechtige gebeurtenis bij te wonen. Als iedereen twee minuten stil is, heeft dat iets heel sereens. Ook toen ik later beroepsmatig herdenkingen ging bezoeken, bleef ik die twee minuten stilte indrukwekkend vinden. Maar die twee minuten hoeven niet alleen op dat moment plaats te vinden. Als burgemeester van Sneek woonde ik altijd meerdere herdenkingen bij. Bij het algemene monument, het Joods monument, en bij het monument voor de Canadezen. Een paar keer waren de Canadese bevrijders daarbij aanwezig. Dan heb ik het over een jaar of tien geleden. Toen ik die mannen van in de tachtig zag, raakte me dat zeer. Toen kwam het heel dichtbij. Ook nu ik commissaris van de Koning mag zijn, ben ik bij verschillende herdenkingen aanwezig. Op 4 mei ben ik bij onze algemene herdenking in de Prinsentuin in Leeuwarden, maar ik ga ook naar het Kazemattenmuseum bij Kornwerderzand op de Afsluitdijk, waar eerder op de avond een herdenking is. Ik vind het belangrijk om op verschillende plekken stil te staan bij alle mensen die de oorlog niet hebben overleefd.” Wat heeft u als kind van de oorlog meegekregen? “Ik heb van mijn grootouders gehoord hoe dat was. Zij woonden in Brabant en vingen kinderen op uit Rotterdam die kwamen aansterken. In Brabant zaten veel boeren en was er genoeg eten. Ook in Friesland hebben veel kinderen zo onderdak gevonden. Ik hoor nog altijd verhalen van mensen, die een oom en tante in Friesland hebben die geen echte familie is, maar door wie ze tijdens de oorlog zijn opgevangen en met wie ze altijd contact zijn blijven houden. Heel bijzonder is ook dat Friesland zijn eigen verzetsmuseum heeft. Tot in de jaren negentig was dat zelfstandig. Bij de heropening van het Fries Museum in 2013 is het daar een onderdeel van
geworden. Het geeft aan hoe in Friesland het verzet zijn plaats heeft gekregen. Friezen zijn politiek en maatschappelijk bewuste mensen. Daarmee zeg ik niet dat ze beter zijn dan de rest van Nederland, maar Friezen zijn heel maatschappijkritisch.” Waarom is het belangrijk om te herdenken? “Na de Tweede Wereldoorlog hebben we met elkaar gezegd dat zoiets nooit meer mocht gebeuren. Europese samenwerking heeft voor vrede en stabiliteit in Europa gezorgd, maar de internationale gemeenschap heeft niet kunnen voorkomen dat zich op de Balkan een herhaling voltrok van de schrikbeelden van 1940-45. In de jaren negentig zijn er mensen afgevoerd naar concentratiekampen en vermoord vanwege hun achtergrond en geloof. Ook elders in de wereld worden bevolkingsgroepen onderdrukt. Als ik zie hoe mensen met een Joodse achtergrond nu soms door sommigen in ons land worden bejegend, baart me dat zorgen. In onze vaderlandse geschiedenis vormt de periode 1940-45 een zwarte bladzijde. Toen de Joodse bevolking werd gedeporteerd en vermoord is een deel van onze samenleving geamputeerd. Herdenken is niet alleen stilstaan bij wat er is gebeurd. Je wilt ook dat zoiets nooit meer gebeurt. Dat bewustzijn moeten we elkaar blijven bijbrengen. Jong én oud. Waarom hebben we hier bepaalde regels en waarden? Dat is om bescherming aan mensen te kunnen bieden. Dat zijn fundamentele rechten waarop iedereen mag vertrouwen. Dat is ook de reden waarom we stil moeten blijven staan bij wat er toen is gebeurd.” Hoe gaat u bevrijdingsdag op 5 mei vieren? “‘s Morgens hebben we gasten vanuit het hele land. De binnenstad van Leeuwarden staat in het teken van het Befrijdingsfestival Fryslân. We vieren de vrijheid met fantastische artiesten op zeven verschillende podia. En minister-president Mark Rutte zal natuurlijk het bevrijdingsvuur ontsteken. Leeuwarden is dit jaar ook de culturele hoofdstad van Europa. Ik hoop dat we in dat kader echt de vrijheid zullen vieren. Dat we erbij stilstaan dat het niet vanzelfsprekend is dat we in vrijheid mogen leven.” >
| 47 12-5meifriesland-3-22.02.indd 43
12-03-18 12:09
HERDENKEN EN VIEREN
Cellencomplex in de Blokhuispoort
PROVINCIE FRYSLÂN
Blokhuispoort
Het vliegtuig
Tot een paar jaar geleden was hier het huis van bewaring gevestigd. In de Friese verzetsgeschiedenis speelt de Blokhuispoort een belangrijke rol, zoals te zien in de Nederlandse speelfilm De overval (1962). Op 8 december 1944 in de namiddag krijgt de wacht van de Blokhuispoort een telefoontje: er zijn drie zwarthandelaren opgepakt die nu naar de gevangenis worden gebracht. Om kwart voor zes staan er twee politiemannen met drie gevangenen voor de deur. Zodra ze worden binnengelaten, overmeesteren de vijf mannen, in werkelijkheid allemaal leden van de Friese knokploeg, de bewakers en laten ze de andere leden van hun groep binnen. De overvallers bevrijden, zonder dat de nabij gelegerde Duitsers ook maar iets door hebben en zonder een enkel schot te lossen, 51 verzetsmensen. Inmiddels fungeert het ingrijpend gerenoveerde gebouw als cultuurtempel en is het een van de hoofdlocaties voor LeeuwardenFryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018. In de Blokhuispoort zal filosoof, schrijver en programmamaker Stine Jensen de 5 mei-lezing houden. Aansluitend daarop wordt op Befrijdingsfestival Fryslân het bevrijdingsvuur ontstoken als startsein voor alle festiviteiten in het land.
Artists impression van het nieuwe herdenkingsmonument
PROVINCIE FRYSLÂN
Begin vorig jaar werd in het Friese natuurgebied Alde Feanen (Oude Venen) een neergestorte bommenwerper van de geallieerden gevonden. Van de zeven bemanningsleden kwamen er drie om het leven. Een van hen werd nooit teruggevonden. Bij het vliegtuig werden ook een kleine hoeveelheid kledingrestanten en botresten gevonden. Onderzoek wees uit dat het waarschijnlijk gaat om het laatste vermiste bemanningslid, de Canadese boordschutter F.J Cooper. Op 15 april (de bevrijdingsdag van Fryslân) wordt er een herdenkingsmonument (zwaluwwand) in de Alde Feanen onthuld. Nabestaanden van de bemanning zullen daarbij aanwezig zijn.
Trouwfoto van Barend Boers en Mimi Dwinger
FRIES FILMARCHIEF
De Joodse bruiloft Na het overlijden van hun moeder vonden de kinderen van Barend Boers en Mimi Dwinger de trouwfilm van hun ouders terug. De film uit 1939 bevat bijzondere beelden van de Joodse huwelijksplechtigheid in de synagoge van Leeuwarden. In april en mei zenden NPO 2 en Omrop Fryslân, dat al delen van de film uitzond, een vierdelige documentaireserie uit. Op 18 april verschijnt het boek De Joodse bruiloft van Auke Zeldenrust.
48 NCMagazine | voorjaar 2018 12-5meifriesland-3-22.02.indd 44
09-03-18 17:12
HERINNEREN Brandende barakken na de opstand in het vernietigingskamp Treblinka, 2 augustus 1943. De foto is door een spoorwegbeambte genomen.
VERZET IN DE KAMPEN TREBLINKA, SOBIBOR EN BELZEC 2018 is door het Platform Herinnering Tweede Wereldoorlog (Platform WO2) uitgeroepen tot Jaar van Verzet. Gedurende dit jaar wordt in heel het land extra aandacht besteed aan het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog als historisch verschijnsel ĂŠn als bron van inspiratie. Precies 75 jaar geleden, in 1943, kwamen gevangenen van de vernietigingskampen Treblinka, Sobibor en Belzec in opstand. Gebeurtenissen die in Nederland relatief onbekend zijn en juist in dit verzetsjaar extra aandacht verdienen. door Frank van der Elst | foto bpk/Zombiecki
| 49 16-kampen-3-15.02.indd 43
09-03-18 17:14
Van links naar rechts: Joodse gevangenen voor een rij barakken in het vernietigingskamp Belzec, april-augustus, 1942. Esther Raab, die Sobibor overleefde, wijst in de rechtbank Erich Bauer aan, de zelfbenoemde ‘gasmeester’ van het kamp, Berlijn, 11 mei 1950.
BETTMANN/CORBIS
UNITED STATES HOLOCAUST MEMORIAL MUSEUM
SS’ers voor het huis van de commandant van Belzec, 1942.
In 1942 openden de nazi’s in bezet Polen de vernietigingskampen Treblinka, Sobibor en Belzec. Gezamenlijk vormden deze kampen het hart van de Aktion Reinhard; het plan van de nazi’s om in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk Joden te vermoorden, te beginnen met de Joden in Polen. De codenaam Aktion Reinhard was ontleend aan een van de grondleggers van het plan, Reinhard Heydrich. Na zijn dood op 4 juni 1942 werd de naam in gebruik genomen. Alle drie de kampen lagen in dunbevolkt gebied, direct aan een spoorlijn (Sobibor en Belzec) of dicht in de buurt ervan (Treblinka). De Joden die in een van deze kampen terechtkwamen, werden vrijwel allemaal op de dag van aankomst vergast. Zij die door de nazi’s waren uitgekozen voor diverse werkzaamheden in het kamp werden op een later moment gedood. Niemand werd geacht de vernietigingskampen te overleven. Hoewel Treblinka, Sobibor en Belzec slechts korte tijd hebben bestaan – al eind 1943 waren de kampen gesloten en afgebroken – zijn er in totaal maar liefst 1,5 miljoen Joden uit verschillende Europese landen vermoord.
Van hoop naar verzet Het moordproces leunde sterk op de inzet van vele honderden zogenoemde Arbeitshäftlinge; Joodse dwangarbeiders die onder constante dreiging van de dood het werk deden waar de SS hen toe dwong. Echter, hoe langer deze gevangenen in leven wisten te blijven, hoe beter ze het kamp leerden kennen en over ontstnappingsmogelijkheden konden nadenken. Ondanks het dagelijkse
geweld hielden ze namelijk hoop. Er waren individuele ontsnappingspogingen, waarvan sommige succesvol. De represailles voor de achterblijvers waren evenwel keihard. In Treblinka, bijvoorbeeld, werden voor iedere ontstnapte gevangene tien andere gevangenen gedood. Ook in Sobibor werden achterblijvers naar willekeur van de SS gestraft wanneer het iemand was gelukt te vluchten. Onder de gevangenen werd daarom steeds meer gesproken over een massale uitbraak, waarbij iedereen de kans moest krijgen het kamp te onvluchten en zijn of haar leven te redden. Een andere diepgekoesterde wens was het onschadelijk maken van de kampen en de wereld te laten weten welke gruwelen er plaatsvonden.
Treblinka In Treblinka was een groep gevangenen er in de loop van 1943 in geslaagd geweren, pistolen en handgranaten uit een opslagruimte van de SS te ontvreemden en over het kamp te verspreiden. Op 2 augustus kwamen ze in actie. Na de eerste geweerschoten brak overal in het kamp verzet uit. De gevangenen openden het vuur op SS’ers en bewakers, gooiden met granaten en staken barakken in brand. Van de 1100 Joden die zich op dat moment in het kamp bevonden, wist meer dan een kwart uit te breken. Velen van hen werden echter al snel opgespoord en gedood. Naar schatting 70 vluchtelingen overleefden de oorlog. Na de opstand bleef het kamp nog enige weken in gebruik alvorens het werd gesloten. Joodse werkgevangenen werden gedwongen het kamp te ontmantelen en alle sporen van de massamoord zoveel als mogelijk uit te wissen. In
50 NCMagazine | voorjaar 2018 16-kampen-3-15.02.indd 44
12-03-18 11:22
UNITED STATES HOLOCAUST MEMORIAL MUSEUM, COURTESY OF INSTYTUT PAMIECI NARODOWEJ
HERINNEREN
Treblinka werden in dertien maanden tijd 700.000 tot 900.000 Joden vermoord. Eind 1943 was hier nauwelijks nog iets van te zien.
Sobibor De opstand in Sobibor vond op 14 oktober 1943 plaats. Alvorens massaal in verzet te komen, wilden de gevangenen eerst in het diepste geheim zoveel mogelijk SS’ers uitschakelen. Nadat verspreid over het kamp twaalf SS’ers en twee Oekraïense bewakers waren gedood, kon ongeveer de helft van de 650 gevangenen vluchten. Uiteindelijk hebben bijna vijftig van hen de Tweede Wereldoorlog overleefd. Enkele dagen na de opstand gaf Heinrich Himmler, het hoofd van de SS, het bevel Sobibor met onmiddellijke ingang te sluiten en af te breken. Het was voor de nazi’s zaak om alle bewijzen van het kamp te vernietigen, zeker nu directe ooggetuigen ‘vrij’ door de bossen van bezet Polen liepen. Niets mocht overblijven van de plek waar ruim 170.000 Joden in gaskamers waren vermoord.
Belzec Belzec had sinds 17 maart 1942 gefunctioneerd – de officiële start van de Aktion Reinhard – en was hiermee het eerste van de drie kampen waar Joden massaal naartoe werden gedeporteerd. Al in december van dat jaar arriveerde het laatste transport en werd het kamp gesloten. In de negen maanden dat Belzec in gebruik was, werden er ongeveer 450.000 Joden vermoord. Het verbranden van lijken ging nog maanden na de sluiting van het kamp door. Pas hierna werd alles op het terrein afgebroken en met de grond gelijk
gemaakt. In juli 1943 was van Belzec vrijwel niets meer zichtbaar. Een opstand zoals in Treblinka en Sobibor vond in het kamp niet plaats. Wel waren er individuele ontsnappingen geweest. Toch kwam er groot verzet. De ongeveer 300 Joden die tot het laatst toe waren ingezet om het kamp te ontmantelen, werden eind juni per trein naar Sobibor gebracht. Toen de gevangenen daar arriveerden, wisten ze wat hen te wachten stond. Bij het verlaten van de trein gingen ze direct het gevecht aan met de SS, die hen zwaarbewapend en met voldoende mankracht stond op te wachten. De Joden uit Belzec hadden geen schijn van kans en werden allemaal doodgeschoten. In de dagen die volgden, vonden de gevangenen van Sobibor briefjes in de kleding van de slachtoffers uit Belzec met handgeschreven teksten als ‘Ook jullie zullen worden gedood’ en ‘We weten waar we heen gaan, neem wraak voor ons.’ Enkele maanden later was het inderdaad zover.
75 jaar Tegenwoordig staan in Treblinka, Sobibor en Belzec grote monumenten die herinneren aan de omvang en gruwelen van de Holocaust. In 2018 zullen de herdenkingen ter plaatse meer dan anders in het teken staan van de opstanden die in 1943 plaatsvonden; de opstanden die niet alleen leidden tot sluiting van de kampen, maar ook mede hebben bijgedragen aan de kennis die we vandaag de dag over die plekken hebben – dankzij de vele naoorlogse verhalen en getuigenissen van de helden van toen, 75 jaar geleden. Meer informatie: www.tweedewereldoorlog.nl
| 51 16-kampen-3-15.02.indd 45
12-03-18 11:22
Lopen voor vriendschap, vrede en vrijheid Jaarlijks maakt het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) veel bijzondere of vernieuwende initiatieven mogelijk binnen het thema Vrede en Vrijheid. Sinds een jaar is het vfonds betrokken bij het V-team. Kinderen lopen samen voor vriendschap, vrede en vrijheid tijdens de Nijmeegse Vierdaagse. door Frank Kromer | foto Tako Rietveld
Als er een ding is waar Tako Rietveld (38) niet tegen kan, dan is het als kinderen onderschat worden. Jarenlang reisde hij voor het Jeugdjournaal stad en land af om kinderen te interviewen over tal van nieuwsgebeurtenissen. En na elke ontmoeting dacht hij: kinderen hebben veel meer te vertellen dan wij denken. “We praten veel over kinderen, maar we praten te weinig mét ze. Kijk bijvoorbeeld naar het onderwijs. Iedereen heeft een mening. De ouders, het schoolbestuur, de bonden, behalve diegenen om wie het draait, namelijk de kinderen zelf,” vertelt Rietveld. “We nemen kinderen niet serieus en dat is zonde. Want als geen ander kunnen ze ons een spiegel voorhouden.” Drie jaar geleden zegde Rietveld zijn baan op en begon hij de Kindercorrespondent. Zijn missie: ervoor zorgen dat de verhalen van kinderen wel gehoord zouden worden. “Ik zeg altijd dat we de aarde te leen hebben van onze kinderen. Wij kunnen zoveel leren van hun openheid en puurheid.”
Vierdaagse Een van de projecten van de Kindercorrespondent is het V-team. Samen met honderd kinderen loopt hij sinds 2016 de Nijmeegse Vierdaagse en vangt al wandelend hun verhaal op. “Het idee is ontstaan omdat de Vierdaagse in dat jaar honderd jaar bestond. Ik wilde vastleggen hoe kinderen het beleven. Want voor de meeste kinderen is de eerste Vierdaagse iets heel groots. Jarenlang leven ze er al naar toe; je mag pas mee doen als je twaalf bent. Kinderen
52 NCMagazine | voorjaar 2018 25-VTeam-2-19.02.indd 42
13-03-18 09:48
VIEREN
‘Betere ambassadeurs voor vrede en vrijheid kan je bijna niet hebben.’ Loujein, een jonge vluchteling uit Syrië die vorig jaar mee liep. “Toen ze zich meldde bij de groep, werd ze meteen opgenomen. Ze woonde al twee jaar in Nederland en ging net zoals alle andere kinderen naar school. Het ging er helemaal niet om of ze vluchteling was of niet.”
beleven de Vierdaagse dan ook heel anders dan volwassenen,” vertelt Rietveld, die voor het Jeugdjournaal al tientallen verhalen had gemaakt over het wandelspektakel. “Je kan het vergelijken met het bezoeken van een nieuwe stad. Al je zintuigen staan open en je bent heel nieuwsgierig. Zo is de eerste keer die Vierdaagse lopen voor kinderen. Het is een soort ontdekkingstocht.” Sinds een jaar is ook het vfonds betrokken bij het V-team. Een logische stap, zo vindt de Kindercorrespondent. “Samen lopen we nu voor vriendschap, vrede en vrijheid. Door iets te ondernemen, krijgen grote thema’s zoals vrijheid en vrede een betekenis. Want ook kinderen zijn met zulke vraagstukken bezig. Ze geven daar echter hun eigen invulling aan,” vertelt Rietveld met een glimlach. “Op een gegeven moment zei een van de kinderen: ‘als we vrienden zijn, dan hebben we toch vrede.’ Dat is zo puur en oprecht. En het raakt de kern van wat vrede inhoudt. We begonnen met honderd kinderen die elkaar allemaal niet kenden en we eindigden na vier dagen met een hecht team. Dat is zo dierbaar.”
Ambassadeurs Het V-team draait niet alleen om plezier en wandelen. Het gaat om verbondenheid, benadrukt Rietveld. “Kinderen kijken niet naar ras of religie. Ze ontmoeten elkaar heel open. Natuurlijk kunnen kinderen ook wreed zijn, maar daar heb ik niks van gemerkt bij het V-team. Niet iedereen is elkaars beste vriend, maar we gaan samen de finish over.” Als bijzonder voorbeeld noemt hij
Bij het begin van de Vierdaagse kregen media in de smiezen dat er een Syrische vluchteling meeliep. Die aandacht verbaasde Loujein enorm, zo legt Rietveld uit. Want ze begreep niet waarom iedereen haar – een gewoon meisje van twaalf – wilde interviewen. “Op een gegeven moment stelde Fons de Poel haar de vraag: ‘hoe is het om als vluchteling de Vierdaagse te lopen?’ Loujein keek hem aan en zei: ‘Hoe lang blijf je me nog vluchteling noemen? Ik ben gewoon Loujein en ik ga gewoon naar school. En net zoals alle andere kinderen loop ik de Vierdaagse. Dus waarom zou dat anders zijn?’,” zegt Rietveld met opgewekte stem. “Dat was zo’n puur antwoord. Niemand heeft er ooit zo naar gekeken. En dat is de kracht van kinderen. Betere ambassadeurs voor vrede en vrijheid kan je bijna niet hebben.”
Toekomst Voor de komende editie is de Kindercorrespondent al druk in de weer met de selectie van het nieuwe V-team. Alle twaalfjarigen kunnen zich aanmelden, maar er wordt nu meer dan voorheen gezocht naar kinderen die net iets meer ambassadeur kunnen zijn. “Dan moet je denken aan kinderen met een handicap of met een bijzondere achtergrond. We willen nu samen met de kinderen een nieuw thema bedenken. Een thema dat verder gaat dan vriendschap.” In de tussentijd is Rietveld druk bezig met andere projecten, waaronder het opzetten van Kindercorrespondenten in andere landen. “Onze droom is om in elk land een Kindercorrespondent te hebben. Van Amerika tot China en van Israël tot Ghana. Want we kunnen zoveel leren van kinderen. Niet alleen van hun verhalen, maar ook van hun inzichten. Kinderen hebben de toekomst.” Meer informatie: www.kindercorrespondent.nl/vierdaagse
| 53 25-VTeam-2-19.02.indd 43
13-03-18 09:48
FRIES VERZETSMUSEUM
Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage van publiciste Yasmina Aboutaleb over een van deze musea of centra. Dit keer: het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden.
54
NCMagazine | voorjaar 2018
15-friesverzetsmuseum-3-15.02.indd 42
09-03-18 17:21
OPERA AMSTERDAM
HERINNEREN
Veilige haven Friesland Friesland ving in de oorlog tienduizenden mensen op. Oorlogsgeweld en honger dreven de mensen uit het Zuiden en Westen naar de relatief rustige provincie in het Noorden. Het Fries Verzetsmuseum vertelt het verhaal van het verzet en de vluchtelingenopvang dat geenszins aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. door Yasmina Aboutaleb
| 55 15-friesverzetsmuseum-3-15.02.indd 43
09-03-18 17:21
HERINNEREN
“Er zijn veel verhalen die de “Roelie, kom je even mee? Ze hebben hier foto’s van het Stormfront,” zegt een oude man in het Fries Verzetsmuseum. Hij staat grijstinten naast zijn vrouw die op een ronde bank zit uit te rusten, achter haar video’s van luchtaanvallen, geallieerden. En voor wiens van de geheugen opgefrist moet worden, draagt de muur ook een tijdlijn oorlog laten van de oorlog. “De foto’s zijn heel mooi, precies zoals ik het me herinner. Die zien” kinderen droegen van die mooie pakjes met van die puntige hoedjes, weet je nog?” zegt Anne, terwijl hij zijn handen boven zijn hoofd in een driehoek vouwt. Roelie Tuitert en Anne Bosma, geboren in respectievelijk 1935 en 1933, waren nog maar klein toen de oorlog uitbrak, maar ze weten er nog opmerkelijk veel van. Anne ziet nog voor zich hoe de Duitsers marcherend hun dorp, net buiten Heerenveen, bereikten. “We hoorden ze al van ver aankomen. De soldaten zongen, de wind voerde het geluid over de landerijen. Ik vond het prachtig, iederéén vond het prachtig.” “De Duitsers waren in het begin heel aardig,” vertelt Roelie. “Maar dat veranderde. Mijn vader werd te werk gesteld in een kamp in Duitsland. En mijn opa ging in het verzet.” Het gezin van de kleine Roelie kreeg telkens verschillende tantes te logeren. “Ze hadden namen als tante Jet en tante Ans. Dat vond ik vreemd, want dat waren geen Friese namen. Later besefte ik dat het Joden waren.”
Stormfront Anne’s familie was ‘neutraal’, zegt hij. Ze waren bang, daarom mocht hij als kind ook niet bij het Stormfront, de jeugdafdeling van de NSB. “Dat vond ik heel erg jammer, want die kinderen deden allemaal leuke activiteiten en ze kregen een mooi blauw-wit uniform. Nu ben ik wel blij dat ik er niet bij zat.” Ondanks dat een lidmaatschap er niet in zat, mocht Anne wel spelen met een vriendje dat bij het Stormfront zat, omdat zijn vader ‘een goede NSB’er’ was. De man was een vermogend melkboer die, tegen de regels van de partij in, de familie van Anne en vele anderen tijdens de oorlog melk gaf. In het Fries Verzetsmuseum is een bromfietszadel te zien waarin mensen illegaal melk smokkelden.
Dilemma’s Het verhaal van de ‘goede NSB’er’ komt Hans Groeneweg, conservator van het Fries Verzetsmuseum, bekend voor. “Er zijn veel verhalen die de grijstinten van de oorlog laten zien. Goed of fout is een te makkelijke indeling.” Die dilemma’s vormen daarom een rode draad in het educatieprogramma van het museum. Het is ook de reden waarom het museum er al in 1995 voor gekozen heeft niet alleen het Friese verzet te laten zien. Verhalen
56 42
van collaboratie en de consequenties daarvan in Friesland zijn bijvoorbeeld ook in het museum terug te vinden. “Burgemeester Gerben Feitsma van Kollumerland is daar een goed voorbeeld van, hij werd in de oorlog lid van de NSB.” In een grote zaal zijn persoonlijke verhalen aan de hand van foto’s, filmpjes en teksten op pilaren uitgelicht. “Tegenwoordig is dat heel gangbaar, om de verhalen te vertellen vanuit personen, maar destijds was dat nieuw.” Het Fries Verzetsmuseum was voor de grote herindeling van 1995 een klassiek museum, ontstaan uit een omvangrijke verzameling van objecten van mensen die in het verzet hadden gezeten. Groeneweg: “Mensen willen graag ook zelf dingen opzoeken. Wij hebben daarom gekozen voor een beperkt aantal objecten per vitrine. Bezoekers kunnen via het scherm ernaast het verhaal achter het object opzoeken. Vaak zijn er dan ook nog meer foto’s bij.” Het museum heeft nu nog een ruimte gewijd aan de bevrijding van de gevangenen in de Blokhuispoort, maar nu dat een eigen museum in de stad heeft, denkt Groeneweg dat die ruimte in de toekomst voor een ander oorlogsthema zal worden gebruikt. “Een samenwerking tussen de Blokhuispoort en het Verzetsmuseum is logischer dan zelf opnieuw het verhaal vertellen”, zegt Groeneweg.
Mata Hari Het Verzetsmuseum werkt ook samen met het Fries Museum, waarmee het een hypermodern gebouw in het centrum van Leeuwarden deelt. De tijdelijke tentoonstellingen in het pand worden lang niet altijd aan de Tweede Wereldoorlog gewijd, maar dat is volgens Groeneweg geen probleem. “Dit keer is er een tentoonstelling over Mata Hari en dat is goed, want mensen vergeten weleens dat de Tweede Wereldoorlog is voortgekomen uit de Eerste Wereldoorlog. Nederlanders denken dat we toen neutraal waren, maar er werd wel een hek bij de Belgische grens geplaatst om vluchtelingen tegen te houden.” Historische feiten waar we van moeten leren, vindt Groeneweg. We staan immers opnieuw voor de vraag hoe we met oorlog en vluchtelingen omgaan. Daarom staat in de laatste zaal van het Verzetsmuseum herdenken centraal. “Hier laten we zien hoe en waar er allemaal in Friesland wordt herdacht. En we hebben een eigen monument laten maken met de namen van omgekomen Friezen. De oorlog niet vergeten, dat is toch waar het allemaal om draait.” Meer informatie: www.friesverzetsmuseum.nl
NCMagazine | voorjaar 2018
15-friesverzetsmuseum-3-15.02.indd 44
12-03-18 12:11
Elske DeWall op het Befrijdingsfestival Fryslân 2017
VIEREN
Befrijdingsfestival Fryslân
‘GEZICHT VAN DE VRIJHEID’ Als culturele hoofdstad van Europa èn landelijk startpunt van de Bevrijdingsfestivals heeft Leeuwarden dit jaar de ‘dubbel’. Alle reden dus om nóg grootser uit te pakken dan gebruikelijk. Met muzikaal vermaak op zeven podia. En met oprechte aandacht voor de vrijheid. door Timo Waarsenburg | foto’s Lucas Kemper
| 57 09-bevrfriesland-3-14.02.indd 43
09-03-18 17:24
Impressies van het Befrijdingsfestival Fryslân, 2017
Net terug van een internationale tour met Kim Wilde, aan de vooravond van een serie kerstvoorstellingen van het Ierse dansgezelschap Rhythm of the Dance en met nog een tournee met het Royal Moscow Ballet in het verschiet doet evenementenorganisator Johan Koster de Friese ambities voor dit jaar uit de doeken.
Friese glorie “Als enige Bevrijdingsfestival in Nederland hebben wij naast een landelijke Ambassadeur van de Vrijheid sinds een aantal jaren ook een eigen, Friese ambassadeur. En nu zullen al die eerdere ambassadeurs van eigen bodem terugkomen voor een waanzinnige openingsact onder begeleiding van de Luchtmachtkapel op een van de twee hoofdpodia in de binnenstad.” Enige trots kan de nuchtere Koster nu toch niet verbergen. En terecht, want de Friese glorie die hij vervolgens opsomt, mag alleen al een mooie line-up heten: koning van de Friese popscene Piter Wilkens, Janneke Brakels, oud-Voice of Holland-winnares Iris Kroes, Elske DeWall en de bands Vangrail en Twarres. “Zij treden allemaal op met eigen nummers, maar ik verwacht ook de nodige… exotische combinaties”, zegt hij grijnzend. “En dan komt ook nog eens Ronnie Flex en Deuxperience Band als nationale Ambassadeur van de Vrijheid bij ons afsluiten.” De voorbereidingen in Friesland zijn inmiddels in volle gang. Samen met medeorganisator Thijs ten Berge maakt Koster zich
58
op om vanaf zeven podia, verspreid over de hele binnenstad, naar verwachting zo’n 130.000 festivalbezoekers een onvergetelijke dag te bezorgen. “We betrekken daar, naast zo’n 200 vrijwilligers, ook nadrukkelijk jongeren bij door samen te werken met de lokale mbo- en hbo-opleidingen: Friesland College, Stenden University, D’Drive en Friese Poort”, licht Koster zijn aanpak toe. “Die laatste twee hebben zelfs de verantwoordelijkheid voor twee eigen podia: we hebben ze een budget gegeven, daar moeten ze verder zelf de hele productie van regelen: podium, aankleding, bands.”
Entertainment en inhoud Maar er is natuurlijk meer. Koster: “Ik organiseer wel honderd projecten per jaar. Daarbinnen is het Bevrijdingsfestival toch wel een van de belangrijkste, omdat er ook een boodschap achter zit. Het is een evenement waarmee we de mensen ook iets willen meegeven dat beklijft. Namelijk, dat vrijheid alles behalve vanzelfsprekend is. Dat vrijheid een prijs heeft die anderen voor ons betaald hebben, wat niet betekent dat wij er zelf geen aandacht meer aan hoeven te schenken. ” Zo eenvoudig als die boodschap klinkt, zo lastig blijkt die in de praktijk op een betekenisvolle en vooral niet geforceerde manier aan een festival te koppelen. Koster: “Er zijn jaren geweest dat het bestuur van het Bevrijdingsfestival helemaal op de inhoud zat en wij alleen op entertainment. Nu zijn we veel meer op elkaar afgestemd, werken we samen aan één festival waarin beide lijnen op
NCMagazine | voorjaar 2018
09-bevrfriesland-3-14.02.indd 44
09-03-18 17:26
VIEREN
een goede manier vertegenwoordigd zijn en de boodschap geen bijproduct is, maar een wezenlijk onderdeel van het programma.” In Leeuwarden gebeurt dat dit jaar dus op zeven podia in de stad én op het Plein van de Vrijheid, gesitueerd in de Prinsentuin. Daar zullen tal van inhoudelijke projecten plaatsvinden onder regie van Amber Hoogeveen. Ze somt op: “Je kunt speeddaten met veteranen en verschillende ngo’s presenteren zich waaronder ProDemos en War Child met een silent disco. En kinderen kunnen er t-shirts en buttons maken rond het thema vrijheid, om maar alvast wat te noemen.” Daarbij heeft de Friese organisatie dit jaar een aantal bevrijders van weleer als guests of honor uitgenodigd om met hun hele familie het Bevrijdingsfestival bij te wonen. Koster: “Canadezen die als jonge mannen betrokken zijn geweest bij de bevrijding van Nederland en Friesland. Ze zijn natuurlijk op leeftijd nu en we kunnen daarom nog niet helemaal inschatten hoe intensief we ze de dag kunnen laten meebeleven. Maar we vinden het ontzettend waardevol om hen te laten zien dat wij de vrijheid, waar zij voor gevochten hebben en makkers voor hebben verloren, nog steeds koesteren en vieren. En om de feestvierders te laten zien dat vrijheid niet alleen een prijs heeft. Maar ook een gezicht.” Meer informatie: www.befrijdingsfestivalfryslan.nl
Leeuwarden in oorlogstijd Eind maart 1945 trekken geallieerde troepen na zware bombardementen op Duitse stellingen over de Rijn voor de verovering van Noord-Nederland. Op zondag 8 april klinkt over Radio Oranje de codeboodschap ‘De fles is leeg’. Daarmee weten de Friese Binnenlandse Strijdkrachten dat de bevrijding van hun provincie aanstaande is en kunnen ze beginnen met de sabotage van militaire en strategische doelen. Een week lang gaat het hard tegen hard: het Friese verzet lijkt overal toe te slaan. En Duitsers reageren op elke daad van verzet met een bloedige verbetenheid: in een paar dagen tijd worden tientallen verzetsmannen en onschuldige burgers standrechtelijk geëxecuteerd of als represaillemaatregel doodgeschoten. De Duitse verbetenheid is niet helemaal vreemd: de bezetters hebben nog een flinke appel te schillen met de lokale ondergrondse. Het Friese verzet zit slechts een paar maanden eerder namelijk achter een van de meest succesvolle en spectaculaire gevangenisontsnappingen uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Toch haalt de felle weerstand van de Duitsers niet veel meer uit. Als op 15 april de Canadese troepen in hun Sherman-tanks Leeuwarden binnenrijden, is bijna heel Friesland bevrijd.
| 59 09-bevrfriesland-3-14.02.indd 45
09-03-18 17:27
Verzet als voorbeeld Elk jaar publiceert het Nationaal Comité 4 en 5 mei een jaarthematekst over herdenken en vieren. Frank van Vree schreef de tekst voor 2018, het Jaar van Verzet. door Frank van Vree | illustratie Ramses Morales Izquierdo, Cuba
“Wat zou jij doen?” – is wellicht de meest gestelde vraag die leerlingen na een les over onderdrukking en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog gesteld krijgen, soms in een spelvorm. Ook musea proberen hun bezoekers met vergelijkbare vragen tot een stellingname en identificatie te verleiden. En we zullen het onszelf ongetwijfeld ook wel eens afvragen: wat zou ik onder die omstandigheden doen? De vraag is gemakkelijk gesteld – té gemakkelijk. In de eerste plaats zijn er maar weinig mensen die openlijk durven te bekennen dat ze niet zouden helpen wanneer ze gevraagd wordt een Joods kind of een geallieerde piloot een schuilplaats te bieden. En belangrijker is, dat zo’n vraag pas écht betekenis krijgt wanneer je probeert je in te leven in de complexe omstandigheden waarin zulke besluiten genomen werden.
Verzet is geen simpele keuze Vanuit het heden bezien, lijkt het allemaal zo logisch, verantwoord en spannend: er is een vijand, je ziet hoe onrechtvaardig de wereld is geworden en je komt in verzet, vol geheime ontmoetingen en dramatische momenten, waarbij aan het eind van het verhaal het recht zegeviert. Dat is het beeld van verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, zoals het is overgeleverd in talloze verhalen, romans en films. Maar de werkelijkheid was vaak minder simpel en spectaculair, of het nu ging om Nederland en Nederlands-Indië/Indonesië of andere landen die zuchtten onder oorlog, onderdrukking en geweld. Om te beginnen maakten mensen verstrekkende beslissingen zonder de gevolgen te kennen: zeker de eerste jaren was het onduidelijk of de Duitsers en Japanners de oorlog zouden winnen of
verliezen. Wie besloot een onderduiker te huisvesten, een illegale krant te beginnen of in het gewapend verzet te gaan, deed dat met het oog op een ongewisse toekomst – en vaak ook nog betrekkelijk impulsief, zo weten we uit getuigenissen. De gevolgen van zo’n besluit konden desastreus uitpakken, zelfs in het geval van weinig spectaculaire of geweldloze acties. Je kon worden opgepakt of je baan verliezen, waardoor je gezin of je familie brodeloos werd, maar er konden ook represailles volgen in de vorm van razzia’s, om maar een paar extremen te noemen. Dat is ook wat er in werkelijkheid gebeurde en de bezetter deed er alles aan om de angst voor die extremen te voeden. Er zijn dan ook heel wat mensen geweest die zich daarom onthielden van daadwerkelijke acties, al hadden ze genoeg redenen om in verzet te komen. Denk daarbij aan Joodse Nederlanders die gehoor gaven aan de oproep van de nazi’s zich te melden voor transport naar Westerbork, uit angst dat hun familie anders gestraft zou worden. Vanuit dat perspectief is het niet zo verwonderlijk dat jongere alleenstaanden en mensen met zeer sterke overtuigingen in het ‘hardere’ gewapende verzet relatief oververtegenwoordigd waren.
Motieven om in verzet te komen De motieven die mensen hadden om het risico van bestraffing, soms zelfs met de dood, wel te nemen, liepen sterk uiteen. Voor de een vormde een betrekkelijk klein incident, op straat, op het werk, in de winkel, een directe, sterke impuls; aan de andere kant stonden degenen die zich lieten inspireren door grootse idealen. Daartussen lag een waaier van mogelijke beweegredenen. Soms was een daad van verzet het laatste wat overbleef om familieleden of kameraden te helpen, voor anderen vormde de illegaliteit de
60 NCMagazine | voorjaar 2018 23-jaarthemaverzet-2-19.02.indd 42
09-03-18 17:38
INSPIRATIE
Wie is Frank van Vree? Frank van Vree (1954) is sinds september 2016 directeur van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Daarvoor was hij onder andere decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen en hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit. Van Vree studeerde moderne geschiedenis en filosofie in Groningen en Leiden en publiceerde op uiteenlopende terreinen, van moderne geschiedenis en historische cultuur tot mediastudies en journalistieke cultuur. Zijn onderzoek richt zich momenteel onder andere op de geschiedenis van de Hollandsche Schouwburg en de raciale en geopolitieke aspecten van het Derde Rijk.
enige uitweg om te kunnen overleven, om te ontkomen aan honger en kou, aan razzia’s en deportaties. Die dwangsituatie gold in elk geval voor veel mensen in het laatste oorlogsjaar in Nederland, en nog meer in de kampen elders in Europa en Azië. In de naoorlogse herinneringscultuur is die veelheid aan motieven goeddeels verdwenen achter grote en meeslepende woorden, gebeiteld in monumenten die reppen van het vaderland, God, de klassenstrijd, solidariteit, vrijheid en democratie. Dat zijn abstracte begrippen, die soms moeilijk te verbinden zijn met de getuigenissen van de mensen die daadwerkelijk tot verzet – groot en klein – overgingen. Neem de schrijver en criminoloog J.B. Charles, pseudoniem van Willem Nagel, tijdens de oorlog een actief verzetsman, die in beweging kwam toen de eerste maatregelen tegen zijn Joodse medeburgers werden genomen. ‘Ik verdom het’ – in die uitroep lag voor Nagel de essentie van de verzetsdaad: het moment waarop het genoeg was geweest en hij het heft in eigen hand nam. Hij deed dit niet uit liefde voor allerlei verheven waarden, maar omdat zijn geweten het hem vroeg – het geweten, ‘die hoogstpersoonlijke intellectuele en ethische bloedvaten en kringspieren’. Dit zijn woorden die vandaag nog even helder en relevant zijn als toen en waaruit dan ook inspiratie kan worden geput. Niet abstracte waarden, maar het besef van verantwoordelijkheid voor de mensen om hen heen zette mensen als Charles en zijn geestverwanten aan tot actie. Voor de Joods-Franse filosoof Emmanuel Levinas, die de oorlog overleefde in Duitse krijgsgevangenenschap, ligt in dat natuurlijke gevoel van betrokkenheid bij de medemens zelfs de essentie en het begin van alle moraliteit. Het gaat
erom, aldus Levinas, dat we ‘het gelaat van de Ander’ durven zien, als het meest sprekende deel van het weerloze schepsel dat de ander is. Omgekeerd ziet Levinas het ontwijken van de blik van de medemens als het begin van alle geweld. Anders gezegd: in een samenleving waarin men ophoudt verantwoordelijkheid te nemen voor de ander, is de menselijke waardigheid gedoemd verloren te gaan en is ieder mens overgeleverd aan zichzelf, temidden van willekeur en rechteloosheid. Dit geldt zowel voor gebieden waar oorlog is als voor landen waar vreedzaam wordt samengeleefd.
Verantwoordelijkheid nemen voor de ander Het besef van verantwoordelijkheid voor de ander – dat is waar een discussie over de actuele betekenis van het verzet mee zou kunnen beginnen. Wat zou ik doen wanneer er een beroep op mij wordt gedaan, wanneer ik zie dat de waardigheid van de ander in het geding is? En hoe ver strekt mijn verantwoordelijkheid, welke middelen zijn gerechtvaardigd, welke gevolgen, voor mijzelf en voor anderen, vind ik aanvaardbaar? En hoe kies ik een kant als mijn eigen toekomst onzeker is? Op onze zoektocht naar antwoorden kan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog ons helpen, juist omdat die oorlog, met al zijn verschrikkingen, in zo veel opzichten nog dicht bij ons staat. Een bezoek aan een museum, het bijwonen van een herdenking of het lezen van een boek kan het beginpunt van zo’n zoektocht vormen, maar is niet voldoende. Waar het om draait is na te denken over de wereld van toen én de wereld van nu, en dan over te gaan tot zelfonderzoek, met als belangrijkste vraag: in hoeverre sta ik werkelijk open voor het beroep dat de ander op mij doet? Meer informatie: www.jaarvanverzet.nl en www.4en5mei.nl/jaarthema
| 61 23-jaarthemaverzet-2-19.02.indd 43
09-03-18 17:38
‘Durf te experimenteren met herdenken’ Wie herdenken er op 4 mei, wie vieren er op 5 mei en waarom doen ze dat? Manja Coopmans (28) deed er uitgebreid onderzoek naar en promoveert op 16 maart 2018 aan de Universiteit Utrecht op haar bevindingen. De resultaten zijn nuttig voor iedereen die zich bezighoudt met herdenken en vieren. door Ilse Raaijmakers | foto Birthe Kulik
62
NCMagazine | voorjaar 2018
20-manjakoopmans-2-19.02.indd 42
09-03-18 17:28
ONDERZOEK
Herdenken zonder ooggetuigen Al jarenlang wordt ervoor gewaarschuwd: straks zijn de ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog er niet meer. Overal wordt geprobeerd voor de ‘laatste keer’ verhalen uit de eerste hand op te tekenen of voor de ‘laatste keer’ met de eerste generatie te herdenken. Vrijwel iedereen is het erover eens dat het herinneren en herdenken verandert als zij die het hebben meegemaakt er niet meer zijn. Maar wat dit betekent voor deelname aan nationale herdenkingen is minder duidelijk. Waarom ga je nog herdenken als je de verhalen niet meer uit eerste hand kunt horen? Daar heeft Manja Coopmans onderzoek naar gedaan. Zij heeft gekeken naar waarom mensen besluiten wel of niet deel te nemen aan activiteiten op 4 en 5 mei. Ze heeft daarbij ingezoomd op inwoners die verder af staan van de historische gebeurtenis die wordt herdacht: jongeren en Nederlanders met een migratieachtergrond. Coopmans is de eerste onderzoeker geweest die hiervoor gebruik heeft gemaakt van grootschalige kwantitatieve datasets. Daardoor heeft ze inzicht in de betrokkenheid bij 4 en 5 mei van duizenden Nederlanders.
Jongeren en herdenken Goed voorbeeld doet goed volgen. Uit Coopmans’ onderzoek blijkt dat voorbeeldgedrag van doorslaggevend belang is voor jongeren om te gaan herdenken. Coopmans: “Wie van huis uit geleerd heeft om op 4 mei te herdenken, is geneigd dit op latere leeftijd zelf ook te blijven doen.” Van belang is ook de maatschappelijke betrokkenheid in de thuissituatie. “Jongeren die thuis met hun ouders vaak over sociale en maatschappelijke onderwerpen praten, nemen vaker deel aan herdenkingen. De onderwerpen hoeven niet aan oorlog en geweld gerelateerd te zijn. Maatschappelijke betrokkenheid in het algemeen vergroot de bereidheid tot herdenken. Dit betekent dat er, ook zonder link met de eerste generatie, mogelijkheden zijn om deel te nemen aan herdenken en vieren.”
‘We moeten mensen de vrijheid geven om een link te leggen met de internationale herdenkingscultuur.’
Dit biedt interessante mogelijkheden voor organisatoren van herdenkingen en vieringen. “Je zou deze Nederlanders veel meer kunnen bevragen op wat herdenken voor hen betekent. En ook biedt het een opening om herdenken en vieren niet te Nederlands te laten. We moeten mensen de vrijheid geven om een link te leggen met de internationale herdenkingscultuur. Daarmee versterk je ook de betrokkenheid bij 4 en 5 mei.”
Tips voor de praktijk Wat betekent dit onderzoek voor de herdenkingspraktijk? Heeft Coopmans nog tips voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen? “Mijn onderzoek laat zien dat er veel manieren zijn om herdenken door te geven. We hoeven niet te veel te hameren op het feit dat het specifiek over de Tweede Wereldoorlog moet gaan. Het hoeft niet per se daarover te gaan om mensen het belang te laten inzien van herdenken. Je kan het juist ook koppelen aan andere oorlogen en conflicten.” “We hoeven niet te beperkt te denken over hoe we nieuwe generaties betrekken bij herdenken. Voorbeeldgedrag sprong eruit in mijn onderzoek. Door puur te laten zien hoe je herdenkt. Mijn tip aan organisaties die deelname aan herdenkingen willen stimuleren, is dan ook om het herdenken zelf zichtbaarder te maken. Laat zien wát je doet – en niet alleen waarom je het doet.” “En tot slot: er is niet slechts één manier om het goed te doen. Dat er ruimte is voor discussie over wat en wie we herdenken, vind ik heel belangrijk. De samenleving verandert. Je moet luisteren naar wat mensen zelf willen. Als dat verschillende dingen zijn, hoeft dat geen probleem te zijn. Die kunnen naast elkaar bestaan. Durf te experimenteren!” Meer informatie: www.4en5mei.nl
Migranten en herdenken Bij Nederlanders met een migrantenachtergrond deed Coopmans een opmerkelijke ontdekking. Zij blijken vaker aan 4 en 5 mei deel te nemen als ze óók aan herdenkingen of vieringen uit het land van herkomst deelnemen. “Met andere woorden: als je een andere manier van herdenken kent, betekent dat niet dat je niet open staat voor de Nederlandse manier van herdenken. Het gaat juist om de bekendheid met rituelen.”
Het promotieonderzoek van Manja Coopmans is onderdeel van het grotere onderzoeksprogramma Vrijheid en onvrijheid door de generaties heen dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei met de Universiteit Utrecht tussen 2012 en 2015 heeft uitgevoerd. Centraal stond de vraag hoe verschillende generaties denken over herdenken, vieren en vrijheid en hoe die opvattingen worden overgedragen op volgende generaties.
| 63 20-manjakoopmans-2-19.02.indd 43
09-03-18 17:28
Dichter bij 4 mei Het Nationaal Comité 4 en 5 mei organiseert jaarlijks Dichter bij 4 mei: een dichtwedstrijd voor jongeren tussen de 14 en 19 jaar rond het thema herdenken. Elk jaar wordt de wedstrijd gehouden in de provincie waar de Nationale Viering Bevrijding begint. In 2018 is dat de provincie Friesland. Op deelnemende scholen gaan professionele dichters aan de slag met leerlingen om een gedicht te schrijven. Jongeren uit de desbetreffende provincie kunnen ook individueel een gedicht insturen. De winnaars lezen hun gedicht voor tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam en tijdens herdenkingen in de voormalige kampen Westerbork, Amersfoort en Vught.
64 NCMagazine | voorjaar 2018 28-GünerTuzgöl-2-13.02.indd 42
09-03-18 17:30
HERDENKEN
Jonge dichter blikt terug
Dozen vol krantenknipsels De 16-jarige Güner Tuzgöl, winnaar van de dichtwedstrijd Dichter bij 4 mei, stond vorig jaar tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam. Na afloop kreeg hij veel lof, maar ook kritiek. Nu, bijna een jaar later, blikt Güner terug. door Yasmina Aboutaleb | foto Ilvy Njiokiktjien
De 16-jarige Güner Tuzgöl schreef in zijn leven slechts één gedicht. Het maakte hem in 2017 van de ene op de andere dag beroemd. Miljoenen mensen zagen hoe hij het gedicht, op 4 mei voordroeg op een volle en toch doodstille Dam. Als hij eraan terugdenkt, krijgt-ie weer kippenvel. En toch is hij er nuchter over. “Het draait niet om mij”, zei hij toen, en nu weer. De reacties op het gedicht en het optreden waren lyrisch. “Een collega van mijn moeder moest zelfs huilen”, zegt Güner. Toch kreeg de tiener ook een aantal lelijke opmerkingen op social media. De Twitteraars konden het niet verkroppen dat er een jongen van Turks-Nederlandse afkomst op de Dam stond. “Zijn er geen Nederlandse jongeren die een gedicht kunnen voordragen?”, twitterde iemand. En: “Heeft Nederland ons land al aan IS overgedragen?”
Was je erg geschrokken van de kritiek? “Ja, even wel. Ik was er niet heel veel mee bezig, want het zijn maar mensen op social media. Ik had het niet verwacht, maar ik was ook niet heel verrast. Ik weet hoe mensen op social media kunnen reageren. Ik was wel teleurgesteld, maar het is nu eenmaal zo. Kritiek krijg je sowieso.”
Hoe ben je ermee omgegaan? “Ik heb er veel met mijn ouders over gepraat. En ik probeerde vooral te letten op de leuke reacties. De medewerkers van het Nationaal Comité hadden van tevoren al gezegd dat ik mijn facebook uit voorzorg privé moest maken. Het meisje dat vorig jaar mocht voordragen, was namelijk ook online lastiggevallen. Ik heb ook mijn achternaam op facebook veranderd. Toch hebben mensen me gevonden, want ik kreeg nog een paar leuke berichten.”
Welk gevoel wilde je met je gedicht overbrengen? “Ik wilde schrijven over de Jodenvervolging, het is het ergste wat er in de oorlog is gebeurd. Ik probeerde me te verplaatsen in de slachtoffers. Ik dacht: hoe moet je je voelen als je machteloos bent en helemaal niks kan doen. Dat je geen controle hebt over iets. Dat gevoel had ik toen.”
Het was je eerste gedicht ooit. “Ja, en mijn laatste, ik denk dat ik niet meer kan tippen aan wat ik toen heb geschreven. Ik zat er echt in, ook door de workshops die we op school kregen. Het lukt me nu niet meer om in die flow
te komen. Ik denk wel dat ik het ga proberen, als ik weer in zo’n flow zit. Het is allemaal nog zo kort geleden.”
Het is bijna een jaar geleden dat je op de Dam stond. “Ik denk er niet zo vaak aan. Mijn moeder heeft op zolder wel twee dozen vol foto’s en krantenknipsels van toen staan, ook televisieinterviews. Maar door die ervaring maak ik nu wel een profielwerkstuk over de dodenherdenking, om te kijken hoe het er over een paar jaar uitziet, met de volgende generatie, als de mensen die het hebben meegemaakt er niet meer zijn, of het dan anders wordt. Met andere woorden: is herdenken over een aantal jaar nog belangrijk?”
Was je hiervoor ook al met de oorlog bezig? “Ik heb veel films en documentaires gezien, bijvoorbeeld Schindler’s List en Süskind. Met mijn ouders ben ik ook een keer naar het Anne Frank Huis geweest. Maar om mij heen valt het tegen. Toen ik de dichtwedstrijd had gewonnen, bleek dat mijn klasgenoten niet wisten wanneer de dodenherdenking is. Ze vroegen: is het op 4 mei? Of 5 mei? En: moeten we één of twee minuten stil zijn? ‘Voor mijn profielwerkstuk heb ik een enquête afgenomen onder leerlingen uit 5 havo. Ik vroeg hen of ze de herdenking ouderwets vonden. Dat vonden ze, maar ze wilden niet dat het verandert. En ik vroeg ook of zoiets als Dichter bij 4 mei helpt bij herdenken, maar eigenlijk vonden ze dat ook niet echt heel erg. Ze vonden het wel leuk, maar ze stonden er daardoor niet beter bij stil.”
Hoe kun je de betrokkenheid onder jongeren vergroten, denk je? “Sowieso door meer te doen met social media. Iedereen zit daarop, dat leeft nu heel erg bij jongeren. En misschien de herdenking breder maken; andere slachtoffers erbij betrekken, de actualiteit zoeken. Zo maak je het voor de volgende generatie belangrijk. Maar dat is wel lastig, want het blijft een Nederlandse dodenherdenking.”
Heb je nog een advies voor de volgende jongere die op de Dam mag voordragen? “Geen social media lezen en niet te veel aan jezelf denken als je het gedicht voordraagt, maar aan de slachtoffers. En gewoon zo goed mogelijk je best doen. En je moet er ook van genieten, want het is ook leuk en mooi.”
| 65 28-GünerTuzgöl-2-13.02.indd 43
09-03-18 17:30
Stand van zaken door: de redactie
ILVY NJIOKIKTJIEN
Om te laten zien dat er op 4 mei in heel Nederland wordt herdacht, toont het Nationaal Comité tijdens de Nationale Herdenking op de Dam foto’s van herdenkingen uit het hele land. Wilt u dat ook uw herdenking tijdens de komende Nationale Herdenking te zien is op de schermen? Stuur uw foto’s naar birthe.kulik@4en5mei.nl onder vermelding van de plaats van de herdenking en de naam van de fotograaf. De foto’s dienen een liggend formaat te hebben en een resolutie van minimaal 2 MB.
NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI
Een foto van uw herdenking op de Dam?
NATIONAAL ARCHIEF/COLLECTIE SPAARNESTAD/WIEL VAN DER RANDEN
Artis in oorlogstijd Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven er ongeveer 250 onderduikers in de Amsterdamse dierentuin Artis, terwijl Duitse soldaten er juist kwamen voor een dagje uit. Tijdens razzia’s verscholen veel jonge mannen zich boven of achter de dierenverblijven. Waar kinderen aan het begin van de oorlog nog eikels en zaden voor Artis inzamelden, probeerden bezoekers tijdens de hongerwinter eten uit de dierenverblijven te stelen. In de Ledenlokalen van Artis bevond zich het bevolkingsregister. In 1943 pleegde het verzet een aanslag op het register. Het doel was om zoveel mogelijk persoonskaarten te vernietigen. Deze aanslag wordt nog elk jaar herdacht (zie pagina 41).
Duitse soldaten bij het pinguïn bassin in Artis in Amsterdam, mei 1940
Van 28 april tot en met 13 mei wordt er iedere dag om 14.00 uur een gratis rondleiding gegeven door Artis. Hoor de verhalen over de mensen en dieren die er in de oorlog verbleven en bekijk de gebouwen en dierenverblijven met andere ogen. In het park staan pilaren met vragen en antwoorden, waardoor je meer te weten komt over Artis in oorlogstijd.
66 NCMagazine | voorjaar 2018 11-stavaza-1-01.03.indd 42
09-03-18 17:33
HERDENKEN EN VIEREN
Bestel de nieuwe vrijheid-pin!
NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI
Vanaf 1 april is de nieuwe vrijheid-pin te verkrijgen in de webshop van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het design van de fakkelspeld is vernieuwd, de ondergrond is wit in plaats van zilver. Daarnaast zijn de speldjes groter dan de vorige exemplaren; hierdoor is de fakkel beter zichtbaar op de kleding. De nieuwe vrijheid-pins zijn per vijf te bestellen. Ook is het mogelijk om één pin te bestellen en rechtstreeks te versturen naar iemand anders, op een kaart voorzien van een persoonlijke vrijheidsboodschap. De oude fakkelspeldjes zijn, zo lang de voorraad strekt, nog per 50 stuks te verkrijgen in de webshop. Bestellen? www.4en5mei.nl
Film Bankier van het Verzet Op 5 maart ging in het DeLaMar Theater in Amsterdam de film Bankier van het Verzet in première. De film vertelt het verhaal van verzetsman Walraven van Hall, vertolkt door acteur Barry Atsma. In het kader van het Jaar van Verzet heeft het Nationaal Comité vanuit het Platform WO2 de samenwerking gezocht met de filmproducenten. Deze samenwerking heeft onder meer geleid tot De Verzetskrant, een speciale bijlage bij het AD, de regionale kranten en Het Parool. De filmproducenten hebben tijdens het maken van de film veel contact gehad met de zoon van Walraven, Aad van Hall. Kleinzoon Wally van Hall heeft een kleine cameo in de film.
Prinses Beatrix en prinses Margarita op de première van Bankier van het Verzet
PPE/NIEBOER
De film Bankier van het Verzet is te zien in 128 bioscopen door heel Nederland.
| 67 11-stavaza-1-01.03.indd 43
09-03-18 17:34
ONDER WOORDEN GEBRACHT Verloren geluiden, eeuw ige frequenties ~ 4 mei 2018
Sti tin nee S Je nse sen Jen n
Absolute Vrijheid ~ 5 mei 2018
Daan Heerma van Voss
Vanaf 21 april in de boekhandel. De 4 en 5 mei-voordrachten inclusief boekenlegger met fakkelsticker.
€5,-
180209_45mei_CPNB_Poster.indd 30-werf-1-01.03.indd 68
1
12/02/2018 13:10
09-03-18 17:35