NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2022
OV E R H E R D E N K E N , V I E R E N E N H E R I N N E R E N
4 en 5 mei eindelijk weer met publiek Nadia Zerouali maakt de Vrijheidssoep Hans Goedkoop en Gijs Tuinman spreken op 4 en 5 mei Jaarthema 2022: Vrijheid in verbondenheid Gerard Cox en Lilian Marijnissen in gesprek over de invloed van WO II
01-cover-1.indd 1
14-03-2022 17:20
HO OFDREDACTIONEEL
VRIJHEID IN VERBONDENHEID
Colofon
De Russische invasie in Oekraïne heeft ons op harde wijze duidelijk gemaakt dat oorlog in Europa niet louter tot het verleden behoort. Dat er wereldwijd duizenden mensen de straat op gaan om zich uit te spreken tegen de oorlog, bevestigt de kracht van solidariteit en het belang van een open democratische samenleving. We leven mee met de inwoners van Oekraïne en staan ook stil bij de Russische burgers die demonstreren tegen de oorlog. Eens te meer blijkt dat vrijheid en vrede niet vanzelfsprekend zijn. In aanloop naar de Nationale Herdenking op 4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei zal het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met alle betrokken organisaties naar vorm en inhoud zoeken die passen bij de huidige ontwikkelingen. Het jaarthema 2022 ‘Vrijheid in verbondenheid’ en de gelijknamige jaarthematekst van Annelien de Dijn bieden daarbij aanknopingspunten (p. 17). In haar tekst pleit De Dijn voor herwaardering van het vrijheidsbegrip van Spinoza en Rousseau waarin vrijheid eerder een collectief goed is dan een individueel gegeven. Volgens haar is 5 mei “bij uitstek een geschikt moment om het belang van deze democratische vrijheidsopvatting terug centraal te stellen. De bezetting door het dictatoriale naziregime maakte op extreme wijze duidelijk welke gevolgen de afbraak van de democratische vrijheid kan hebben. De capitulatie van Duitsland gaf Nederland haar vrijheid terug (…) omdat door het herstel van de democratie in 1945 gewone burgers opnieuw controle kregen over de manier waarop ze bestuurd werden.” Zo zetten de gewone burgers van Oekraïne nu alles op alles om deze controle terug te krijgen.
Jaargang 12, nr. 21, voorjaar 2022
02-redactioneel.inhoud-2.indd 2
Hoofdredactie: Gerben van den Berg Bureauredactie: Irene de Roos Redactie: Arianne de Jong, Nienke Majoor, Julia Sarbo Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Rutger van Krieken Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 35 00 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, Alex Bakker, Martijn Beekman, Beeldbank WO2 / NIOD, Paul Bellaart, Bevrijdingsfestival Brabant, Daphne van Breemen, Richard Brocken / ANP/ Hollandse Hoogte, Bas de Brouwer, Chantal de Bruijne / Shutterstock, Maurice Buijense, Delpher, Lotte Dijkstra, Annelien de Dijn, Merlijn Doomernik, Martijn Eickhoff, Getty Images, René van Heijningen, Monique van Hoogstraten, Chris van Houts, Linda Huijsmans, Jostijn Ligtvoet fotografie, Bart Maat / ANP, Madurodam, Ed O’Mahoney, Mediacentrum Defensie, Sanne van der Most, Moviestore Collection Ltd / Alamy Stock Photo, Slamet Mulyadi / Shutterstock, Fadi Nadrous, Nationaal Archief Dordrecht, National Archives and Records Administration, NIOD, Omroep WNL, Open Joodse Huizen, Leonard Ornstein, Jan Oudenaarden, Larissa Pans, Erna Rijsdijk, Nina Schollaardt, J.M.G Schrama / Haags Gemeentearchief, Marijn Smulders, B. Snijder, Spaarnestad Photo, Sportgeschiedenis.nl, Stichting De Sportwereld, Anita van Stel, Stolpersteine Dordrecht, Annemiek van der Togt, Paul Tolenaar, Trichis Publishing, Marieke van der Velden, Jurryt van de Vooren, Timo Waarsenburg, Dorine van der Wind, www.rijnmond.nl
Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2022 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor nietcommercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.
14-03-2022 17:21
Het NCMagazine voorjaar 2022 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN
8 34 60 10 14 26 30 38
4 45 66 21 32
HERDENKEN 4 mei-voordracht door Hans Goedkoop Zoni Weisz en Benyamin Heller blikken terug op de Nationale Holocaust Herdenking Nationale Kinderherdenking Madurodam
VIEREN Suzan & Freek zijn Ambassadeur van de Vrijheid 5 mei-lezing door Gijs Tuinman Vrijheidssoep van chef Nadia Zerouali Eric Corton verteller/hoofdartiest bij het 5 mei-concert Start Nationale Viering van de Bevrijding in Noord-Brabant
HERDENKEN EN VIEREN 4 en 5 mei 2022: met publiek en nieuwe campagne Column voorzitter Wim van de Donk Stand van zaken
HERINNEREN Generatiegesprek: Lilian Marijnissen en Gerard Cox Joods oorlogsverleden Feyenoord
48 54 58 62 42
46 51 64 56 16 17
Vernieuwd museum Herinneringscentrum Kamp Westerbork Invictus Games in Den Haag Kinderen van zwarte bevrijders De Slag bij Mill
EDUCATIE Leedvermaak: theaterprogramma met educatief programma
ONDERZOEK Onbekend: verzetsheld of familiemythe? Onderzoek uitgelicht: Ooggetuigentheater Essay meerstemmigheid
INTERNATIONAAL IHRA: Holocausteducatie
INSPIRATIE De keuze van Martijn Eickhoff Jaarthematekst 2022: ‘Vrijheid in verbondenheid’
Cover Nadia Zerouali Foto Merlijn Doomernik
02-redactioneel.inhoud-2.indd 3
15-03-2022 10:46
04 NCMagazine | voorjaar 2022
13-4en5.nieuwecampane-4.indd 4
14-03-2022 17:22
HERDENKEN EN VIEREN
4 en 5 mei 2022: eindelijk weer samen herdenken en vieren Nu het aantal coronabesmettingen blijft dalen en de Rijksoverheid de coronamaatregelen loslaat, kunnen we dit jaar eindelijk weer samen deelnemen aan de herdenkingen en vieringen. Zowel het jaarthema 2022 Vrijheid in verbondenheid als de nieuwe campagneslogan Vrijheid deel je met elkaar geven uitdrukking aan het gevoel dat we na twee jaar weer echt samen stil kunnen staan bij 4 en 5 mei. Juist nu de Russische invasie in Oekraïne ons op harde wijze duidelijk heeft gemaakt dat oorlog in Europa niet louter tot het verleden behoort. Het sterkt het comité in zijn opdracht om de oorlogsslachtoffers te herdenken en het belang van vrijheid, democratie en rechtsstaat uit te dragen. door de redactie foto Chantal de Bruijne/ Shutterstock
| 05
13-4en5.nieuwecampane-4.indd 5
14-03-2022 17:22
5 mei Noord-Brabant is dit jaar gastprovincie van de Nationale Viering van de Bevrijding. Ridder der Militaire Willems-Orde luitenantkolonel Gijs Tuinman houdt de 5 mei-lezing in de gemeente Oss. Ambassadeur van de Vrijheid Duncan Laurence haalt in de nacht van 4 op 5 mei het Vrijheidsvuur op in Wageningen om het op 5 mei samen met de minister-president te ontsteken op het Bevrijdingsfestival in Den Bosch. De Bevrijdingsfestivals kunnen dit jaar ook weer doorgaan met publiek, net als de Vrijheidsmaaltijden. Het Nationaal Comité hoopt dat de Vrijheidsmaaltijden, na een ingewikkelde start in de coronajaren 2020 en 2021, nu echt kunnen uitgroeien tot de nieuwe 5 mei-traditie van ons land. Chef-kok Nadia Zerouali maakte dit jaar het recept voor de Vrijheidssoep. Bevrijdingsdag eindigt traditiegetrouw met het 5 mei-concert op de Amstel, voor Koninklijk Theater Carré. Het concert wordt live uitgezonden door de NOS, en Eric Corton is de centrale verteller. Naast de bijdrage van Eric Corton zijn er optredens van onder anderen Tania Kross, Anita Meyer, Merijn van Haren en Wasim Arslan.
4 mei
PAUL BELLAART
MARIEKE VAN DER VELDEN
Nu we weer samen kunnen komen, hoopt het Nationaal Comité dat heel veel Nederlanders op hun eigen manier invulling zullen geven aan 4 mei. Door het bezoeken van een van de talrijke herdenkingen, het leggen van bloemen bij een van de bijna vierduizend oorlogsmonumenten – of digitaal via 4en5mei.nl – en door het halfstok hangen van de Nederlandse vlag. Na twee noodzakelijkerwijs besloten edities is ook de Nationale Herdenking op de Dam weer openbaar toegankelijk. Burgemeester Halsema van Amsterdam houdt de toespraak op de Dam en presentator en historicus Hans Goedkoop houdt daarvoor de 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk. De philharmonie zuidnederland draagt daar zorg voor de muzikale bijdrage.
Hans Goedkoop
Duncan Laurence
06 NCMagazine | voorjaar 2022
13-4en5.nieuwecampane-4.indd 6
14-03-2022 17:23
HERDENKEN EN VIEREN
Nieuwe campagne ‘Vrijheid deel je met elkaar’ Lokale herdenkingen en Vrijheidsmaaltijden op 4en5mei.nl
In verband met de coronapandemie heeft het Nationaal Comité de afgelopen twee jaar een ingetogen campagne gevoerd in aanloop naar 4 en 5 mei. De afgelopen maanden is er gewerkt aan een nieuwe meerjarige publiekscampagne met de slogan ‘Vrijheid deel je met elkaar’. De strategie van de campagne is erop gericht om de emoties die verbonden zijn met de verhalen van de oorlog en bevrijding tot leven te brengen. We roepen op om verhalen met elkaar te blijven delen en zo het besef levend te houden dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Op 4 mei zijn we samen 2 minuten stil, ieder met eigen herinneringen en gedachten. Maar waar denk je aan tijdens die 2 minuten? Deze stilte op 4 mei geven we invulling door er 2 minuten-verhalen over de oorlog tegenover te zetten. Vanaf 21 april zijn op 4en5mei.nl vijftien 2 minuten-verhalen te beluisteren: familieverhalen over gebeurtenissen die te maken hebben met oorlog en bevrijding, verteld door de generaties van nu. Naast de verhalen op 4en5mei.nl is er een nieuwe televisie- en radiocommercial die heel Nederland oproept om de verhalen uit de oorlog levend te houden. Want: vrijheid deel je met elkaar! <
NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI
NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI
Vorig jaar kreeg de website www.4en5mei.nl een frisse update. Dit jaar is daar de digitale herdenkingskaart aan toegevoegd. Organisatoren van lokale herdenkingen kunnen hun eigen herdenking aanmelden, zodat deze informatie voor het grote publiek zichtbaar wordt via de herdenkingskaart op 4en5mei.nl. Op deze manier kunnen bezoekers van de website bekijken welke herdenkingen er bij hen in de buurt plaatsvinden. De herdenkingskaart staat het hele jaar online en toont zowel de herdenkingen op 4 mei als de herdenkingen door het jaar heen. Hierdoor wordt in één oogopslag zichtbaar hoeveel herdenkingen er jaarlijks plaatsvinden in Nederland. Organisatoren kunnen hun herdenking makkelijk aanmelden via 4en5mei.nl/herdenkingaanmelden. Naast de herdenkingskaart is er ook een kaart ontwikkeld voor de Vrijheidsmaaltijden, zodat de bezoekers van de website ook kunnen zien waar en wanneer Vrijheidsmaaltijden plaatsvinden of waar de afhaalpunten zijn voor een blik Vrijheidssoep.
De herdenkingskaart
De slogan van de publiekscampagne
| 07
13-4en5.nieuwecampane-4.indd 7
15-03-2022 10:48
Hans Goedkoop (1963) is historicus. Hij presenteerde negentien jaar lang Andere tijden en was ook presentator van de historische televisieseries De Gouden Eeuw, De IJzeren Eeuw en 80 Jaar Oorlog. Hij is biograaf en schrijver en publiceerde onder meer De laatste man, over zijn grootvader en het verlies van Nederlands-Indië. Hij schrijft de biografie van Renate Rubinstein. In 2015 verscheen Iedereen was er. Een feest voor Renate Rubinstein, over de vooravond van haar vijftigste verjaardag. Goedkoop promoveerde cum laude op de biografie van Herman Heijermans. Op 4 mei 2022 houdt hij in De Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 mei-voordracht.
‘ Ik ben straks historicus en prediker tegelijk. Maar ik ga niet drammen, hoor’ Waarom we het recht toch vooral níet als ‘iets saais en formeels’ moeten zien en niet alles teruggebracht zou moeten worden tot ‘een mening’, daarover wil schrijver, presentator en historicus Hans Goedkoop het hebben tijdens de Dodenherdenking in 2022. door Larissa Pans foto Marieke van der Velden
08
NCMagazine | voorjaar 2022
03-herdenken.hansgoedkoop-2.indd 8
14-03-2022 17:24
HERDENKEN
“Ik neem aan van wel”, was zijn wat lauwe antwoord toen Wim van de Donk, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, hem vroeg of hij bereid was om de komende 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk te houden. “Dat was een wat merkwaardige reactie”, zegt Goedkoop. Hij schetst even het moment. Het was november 2021 en de schrijver/presentator/historicus zat in een Maastrichtse hotelkamer. Hij had de avond ervoor een theatercollege gegeven en voelde zich enigszins grieperig. Hij deed wat de meesten van ons doen in dit coronatijdperk: stokje, vloeistof, testen. En ja hoor, niet één maar twee rode streepjes verschenen. Op dat ogenblik ging zijn telefoon en had hij Van de Donk aan de lijn met het verzoek. (Lachend): “Vervolgens ging ik hem al mijn problemen voorleggen: dat ik net ontdekt had dat ik corona had, met de trein naar Maastricht was gekomen en wat ik die week allemaal moest afzeggen.”
Wat niet mag Zijn toespraak Wat niet mag zal gaan over een thema dat Goedkoop al langer aan het hart gaat: de rechtsstaat. “In deze tijd wordt het recht vaak gezien als iets saais en formeels, met droge beschrijvingen bestaand uit sub a, b en c enzovoort,” zegt Goedkoop, “tegenwoordig is ons gevoel de maat der dingen.” Maar dat door de tijd heen geconstrueerde, complexe bouwwerk van rechten en plichten, daar mogen we wel wat meer waarde aan hechten. “Want de kracht van wetten is dat ze voor iedereen gelden. In de Tweede Wereldoorlog zie je de ‘ontrechting’ van Jan en alleman. De Jodenvervolging is daar het meest extreme voorbeeld van. De totale ontreddering van groepen burgers die niet op het slagveld stonden en toch inzet werden van de strijd. De nazi’s wilden meer dan een verovering van de wereld, ze wilden een nieuwe wereld waaraan allerlei groepen geen deel zouden hebben, of alleen in de positie van slaaf. Ze zetten elk idee van recht aan de kant en gooiden daarmee de beschaving overboord.” Hij citeert advocaat en kampoverlevende Abel Herzberg: ‘Soms recht, een beetje recht, dat is geen recht’. “Dat zou ik iedereen willen inprenten. We leven al zo lang in vrede en welvaart, en dat zijn we zo vanzelfsprekend gaan vinden dat we ons niet meer realiseren wat we kunnen verliezen.” De historicus vindt het een onrustbarende ontwikkeling, het steeds meer ter discussie stellen van de autoriteit van de rechterlijke macht, maar ook van medici, wetenschappers, politici en journalisten. “Alles wordt teruggebracht tot ‘een mening’, of het nu komt van een rechter of van een anonieme Twitteraar. Die gelijkstelling en dat wantrouwen knabbelen aan onze instellingen. Het lijkt of we een ongeduld hebben met het idee van een samenleving waarin je anderen moet aanhoren en andere standpunten moet kunnen verdragen. Als iedereen zijn eigen uitzondering opeist, dan is er geen recht meer.” Dan, opgewekt: “Het mooie van deze lezing is dat het niet genoeg is om alleen een historisch verhaal te vertellen, je moet er als toehoorder iets uithalen wat nu van waarde is om te weten. Ik ben straks historicus en prediker tegelijk. Maar ik ga niet drammen, hoor.” Een snijdende wind doet het water rimpelen op de NoordHollandse dijk waaraan Goedkoop en zijn partner wonen. Een
trekker waar plukjes mest vanaf vallen rijdt voorbij, in de verte is de kerktoren van Monnickendam te zien. We zitten in zijn ruime werkkamer met uitzicht op het water. Eén wand is zijn ‘Indiëhoekje’, waar naast Wajangpoppen zwart-witfoto’s hangen van zijn familie, onder wie zijn beroemde grootvader, KNIL-generaal Van Langen. Het hoekje inspireerde hem toen hij het boek De laatste man schreef. In een rijtje archiefkasten daartegenover ligt materiaal van een project waar Goedkoop al langer mee bezig is: de biografie van columniste en auteur Renate Rubinstein. Die is er (nog) niet, wel komt dit voorjaar het verhaal van haar jeugd uit, dat meteen een oorlogsverhaal is: Vaderskind. De oorlog van Renate Rubinstein.
Indische kant “Hoe ouder ik word, des te benieuwder ben ik naar mijn Indische kant”, zegt Goedkoop. “15 augustus (het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog, LP) was geen datum van betekenis in ons gezin, 4 mei wel. Dan zaten we voor de televisie. En ik zat bij de welpen, op Dodenherdenking stond ik bij het monument en mocht ik elke bezoeker een margrietje geven. Als het over de Tweede Wereldoorlog ging, was de teneur thuis altijd wel: ‘Bij ons is alles goed gekomen.’” Goedkoop is van moederskant van ‘gemengd bloed’: zijn moeder komt uit het voormalige Nederlands-Indië (Palembang), zijn vader uit een familie van industriëlen en was directeur van een fabriek van scheepsmotoren. “Mijn opa van moederskant gold als wit/Europees, maar zoals Adriaan van Dis al zei: er wordt nergens zo gejokt daarover als in Indische families. Mijn moeder zei dan: ‘Kijk nou naar pappie, daar zit toch een Chinees in?’ Mijn oma zei dat ze voor een kwart Javaans was, maar vermoedelijk was dat meer.” Goedkoop groeide op in Ermelo als nakomertje, met drie broers boven zich. Oorlogsgeschiedenis te over, van beide kanten van zijn familie. Zijn grootvader van moederskant, de KNIL-militair, was in Nederland met groot verlof toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. “Hij heeft in die meidagen in 1940 nog echt meegevochten en is later als officier die geweigerd had de loyaliteitsverklaring aan de bezetter te tekenen nog geïnterneerd geweest in Slot Colditz, een Duitse gevangenis voor buitenlandse krijgsgevangenen. Na de oorlog ging mijn grootvader terug naar Indonesië, om mee te vechten. Hij kon niet wachten om die Jappen – ‘de Jap’, zoals je toen zei – op hun bek te slaan.” Zijn andere opa zat in Amsterdam en had daar in de Kromhouthal zijn eigen scheepsmotorenbedrijf. “Zijn grote zorg was om zijn bedrijf door de oorlog heen te slepen. De fabriek werd op last van de bezetter steeds meer ingeschakeld om mee te werken aan de oorlogsindustrie, hij moest motoren maken voor de Wehrmacht. Er zijn wel verhalen dat hij de zuigers van motoren expres verkeerd liet afstellen en in de Kromhouthal verborg hij onderduikers. In zijn huis zat een Engelandvaarder ondergedoken. Toen op Bevrijdingsdag een woedende menigte hem uit zijn huis wilde sleuren als collaborateur, heeft de aanwezigheid van die Engelandvaarder hem gered.” De historicus in hem, beschouwend: “Mijn vaders familie is een interessante mengeling van afgedwongen collaboratie en verzet. Dat zou ik nog eens goed moeten uitzoeken.” <
| 09
03-herdenken.hansgoedkoop-2.indd 9
14-03-2022 17:24
Als Ambassadeurs van de Vrijheid koos het zangduo Suzan & Freek ervoor om een verhaal te maken over actuele vrijheid. Samen met Stichting Vluchteling reisden zij naar Lesbos en Athene om in contact te komen met vluchtelingen. Een indrukwekkende reis waarbij ze met eigen ogen zagen hoe deze mensen gediscrimineerd en buitengesloten worden. Maar ook met hoopvolle ontmoetingen met vrijwilligers die zich met hart en ziel voor de ander inzetten. door Dorine van der Wind foto Nationaal Comité 4 en 5 mei
Een reis om nooit te v 10
NCMagazine | voorjaar 2022
08-vieren.suzanfreek-3.indd 10
14-03-2022 17:25
VIEREN
Suzan en Freek in gesprek met een inwoner op Lesbos
e vergeten | 11
08-vieren.suzanfreek-3.indd 11
14-03-2022 17:25
VIEREN
B. SNIJDER
Suzan en Freek worden geïnterviewd voor de documentaire over vrijheid
Suzan & Freek braken in 2019 door met hun hit Als het Avond is. In 2020 zorgde het programma Beste Zangers voor landelijke bekendheid. Ze zijn zeer vereerd dat ze als Ambassadeur van de Vrijheid zijn gevraagd. Allebei komen ze uit de Achterhoek, de grensstreek met Duitsland, waar de Tweede Wereldoorlog nog altijd erg leeft. Suzan: “Ik weet van mijn oma dat ze onderduikers hadden op de boerderij en in een bunker vlak bij het ouderlijk huis. We hebben de oorlogsverhalen beiden meekregen en zijn ons ervan bewust hoe belangrijk 5 mei is.” Het zangduo mocht een documentaire maken over het thema ‘vrijheid’ en kwam op het onderwerp van vluchtelingen die in Griekenland zijn gestrand, omdat het zo’n groot en actueel probleem is.
Kinderschoentjes op het strand Samen met Stichting Vluchteling reisden ze naar Lesbos en Athene, waar ze werden begeleid door een vluchteling die nu werkzaam is als tolk. Freek: “Nazanin kwam uit Afghanistan en heeft via een lange omweg zelf tien maanden in kamp Moria gezeten, dat inmiddels is afgebroken. Zij weet uit eigen ervaring hoe het is om alles achter je te laten.” Suzan voegt toe: “Het was voor haar heel beladen om terug te gaan, en voor ons heftig om alles via haar ogen te beleven. Ze ging niet mee naar het strand waar alle vluchtelingen aankwamen, die plek was nog te confronterend.” Op dat strand ontmoetten Suzan en Freek een Griekse visser die vertelde dat hij de afgelopen twee jaar ‘geen vissen meer vangt, maar mensen.’ Freek: “Hij heeft zoveel mensen uit de zee gehaald, levend en dood, dat hij nachtmerries heeft van alles wat hij heeft gezien. Er liggen ook kinderschoentjes op het strand, het is een plek waar alles heel tastbaar wordt.”
Beelden uit Moria Freek: “Het is onmenselijk wat daar gebeurt, dat je zover gedreven wordt dat je op zo’n bootje stapt. Je ziet dit soort beelden op het journaal, maar het blijft dan een beetje een ver-van-je-bedshow.” “Op tv sluit je je ervoor af”, vult Suzan aan. “Tijdens deze reis hebben we ons opengesteld, alles binnen laten komen en echt naar de mensen geluisterd.” Nazanin werkt inmiddels voor een organisatie die dagbesteding verzorgt voor vluchtelingen; ze krijgen er Engelse les of kunnen sporten. Zelf wil ze documentairemaakster worden, ze liet beelden zien die de vluchtelingen hebben gemaakt in kamp Moria. Suzan: “Dat is heel heftig, je ziet van binnenuit hoe het is. Na elke regenbui stroomt het water door de tent en is alles een grote modderpoel.” Freek: “Er zijn ook beelden van het
12
‘ Het wordt deze mensen zo moeilijk gemaakt, ze worden buiten de maatschappij geplaatst’
moment dat de brand begon in kamp Moria. Deze mensen waren gevlucht voor hun leven en hebben trauma’s opgelopen. Vervolgens wordt hun kamp in de fik gezet. De paar bezittingen die ze hadden, zijn weg. Ze moeten weer opnieuw beginnen.”
Mensen zoals jij en ik Na Lesbos vervolgden ze de reis naar Athene, waar ze in contact kwamen met vluchtelingen die op straat of in armoedige huizen leven en al jaren in afwachting zijn van hun verblijfstatus. Sommigen gaan in de prostitutie om nog wat geld bij elkaar te krijgen. Suzan: “Dat zijn mensen van onze leeftijd – super hippe, toffe mensen. Alleen: hun leven staat stil. Ze kunnen niet werken of studeren, niks opbouwen. Ik vond die persoonlijke gesprekken heel heftig.” Freek vertelt: “Het wordt deze mensen zo moeilijk gemaakt, ze worden buiten de maatschappij geplaatst. We spraken met Afghaanse jongens van 18 jaar die geen kant op kunnen, maar toch goede moed houden. Dat is bewonderenswaardig. Het zijn geen gelukszoekers, in hun eigen land worden ze bedreigd. Je laat niet zomaar alles en iedereen achter en waagt je leven in een bootje.”
Hoopvol Naast alle ellende waren er ook mooie dingen. Freek daarover: “In Athene zijn we bij een punt geweest waar vrijwilligers voedsel en kleding uitdelen. Een hele community was daar ontstaan, heel fijn om te zien dat mensen zelf het heft in handen nemen.” Suzan: “Het geeft hoop dat er goede mensen zijn die een steentje bijdragen, zoals die visser op het strand. Je moet maar hopen dat dit soort mensen op je pad komen als je in nood bent.” Freek vult aan: “We voelden ons machteloos, wat kunnen we doen om te helpen?” Suzan: “Het is zo oneerlijk dat de plek waar je geboren bent zoveel bepaalt. Het enige wat we kunnen doen, is hun verhaal vertellen, zodat ze gehoord worden. Wij hebben hun pijn een beetje kunnen voelen, ik hoop dat meer mensen dat ervaren en dat het iets teweegbrengt. Al is het maar op kleine schaal. Onze boodschap is dat deze mensen net zo zijn als wij.” Freek: “Zoals onze gids Nazanin, dat is een vrouw zoals Suus, van dezelfde leeftijd. Een slimme meid met dromen en doelen voor de toekomst. Wij willen op 5 mei, op basis van deze ervaring, vertellen dat iedereen dezelfde kansen zou moeten krijgen. Vrijheid is er voor iedereen, eigen het je niet toe.” <
NCMagazine | voorjaar 2022
08-vieren.suzanfreek-3.indd 12
14-03-2022 17:25
VR JHEID DEEL JE MET ELKAAR 4en5mei.nl 28-werf.4en5-1.indd 13
14-03-2022 17:26
Gijs Tuinman blikt vooruit op de 5 mei-lezing die hij tijdens de Nationale Viering van de Bevrijding in Oss zal houden. Tuinman (1979) werd in 2014 door koning Willem-Alexander tot Ridder der Militaire Willems-Orde 4e klasse geslagen voor zijn optreden tijdens enkele missies in Afghanistan. Momenteel is Tuinman docent krijgswetenschappen aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Daarnaast deelt hij zijn visie op vrijheid in de Vrijheidscolleges die hij in het land geeft. door Alex Bakker foto Paul Tolenaar
‘ Het gevoel van vrijheid’
14
NCMagazine | voorjaar 2022
06-vieren.gijstuinman-2.indd 14
14-03-2022 17:27
VIEREN
niet.’ Die mate van verdraagzaamheid mis ik vaak in onze huidige samenleving. Er is zoveel polarisatie, mensen willen elkaar de maat nemen en elkaar de les lezen. Allemaal vanuit het eigen perspectief. Je moet leren accepteren dat er verschillen zijn. Laat los dat je per se je gelijk moet halen, of dat nu met een debat, moddergooien of geweld is. Verplaats je eerst eens in de normen van de ander.
Definitie
“In het bos achter ons ouderlijk huis in Valkenburg bevond zich een ondergrondse hut, waarin tijdens de oorlog een Amerikaanse en Engelse piloot zich hadden verscholen. Hartstikke spannend vond ik dat, als jongetje. Later kwam het besef dat die mannen zich belangeloos hadden ingezet voor andermans vrijheid, en dat zij slechts enkelen van de velen waren. Dat idee heeft mij nooit meer losgelaten en werd een grote inspiratiebron om te kiezen voor het leger. De eerste keer dat ik zelf werd uitgezonden, was in 2001 – naar Afghanistan. Toen was ik 22. Nee, ik was niet bang. Je zit bij de Commandotroepen, bent goed opgeleid, hebt goed materieel en werkt met mensen die je blind kan vertrouwen. Tijdens al mijn uitzendingen voelde ik me in optima forma. Omdat ik ervoer dat dit de rol was die ik het liefst had, om me met lijf en leden in te zetten waar het echt nodig is. Maar goed, daar gaat het niet om, hoe ik mij erbij voelde. Het gaat om het resultaat, om de impact die je hebt op de lokale bevolking, op de toekomst van een land.
Veerkracht Vergeleken met de bijdrage die de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog leverden, is die impact tegenwoordig heel wat lastiger te duiden. Wederopbouw na een oorlog is de moeilijkste fase. De situatie in Afghanistan is buitengewoon complex. Ik hoop dat met de aanwezigheid van onze troepen vruchtbare zaadjes zijn geplant, maar misschien merk je dat pas in aankomende generaties. Niet alles ontwikkelt zich lineair, het gaat met horten en stoten. Eén ding weet ik wel: het Afghaanse volk is heel weerbaar, bezit veel veerkracht. Het heeft geen nut om van buitenaf met medelijden te gaan staan kijken. Van de intensieve samenwerking met de lokale politieeenheden in Uruzgan heb ik veel geleerd, vooral over empathie. Men zei: ‘We begrijpen dat jullie Nederlanders niet op elk moment kunnen voldoen aan onze culturele normen, zoals het uitdoen van je schoenen als je – in haast – binnenkomt. We zien liever van wel, maar veroordelen het
In de 5 mei-lezing verwerk ik mijn ideeën over vrijheid, uiteraard beïnvloed door mijn ervaringen bij de vredesmissies. Je kunt volgens mij op drie manieren het grote begrip ‘vrijheid’ evalueren. Ten eerste, wat is vrijheid; vervolgens, wat is de betekenis van vrijheid; en ten derde, wat is het gevoel van vrijheid. Bij de definitie ‘wat is vrijheid’ kennen we positieve en negatieve vrijheid. Positieve vrijheid gaat over de grondwet, democratische rechtsorde, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof. Negatieve vrijheid houdt in het ontbreken van armoede, uitsluiting en andere factoren die zelfontplooiing in de weg staan. Het tweede niveau, de betekenis ofwel de functie van vrijheid, biedt vooral voer voor debat en dialoog. Hier botst het vaak, want de een zijn vrijheid kan de onvrijheid van de ander betekenen. Je moet blijven uitzoeken waar de grenzen liggen en hoe iedereen zoveel mogelijk vrijheid geniet. Over het derde niveau, het subjectieve, individuele gevoel van vrijheid, hoor je niet zo veel. Maar volgens mij ligt hier de essentie. Die eerste twee niveaus van vrijheid, gewaarborgd door de overheid, de rechterlijke macht, de krijgsmacht en burgers onderling, zijn randvoorwaarden. Het gevoel van vrijheid schuilt uiteindelijk in het gevoel van geluk. Zelfs in een omgeving waar misschien volgens onze Nederlandse normen onvoldoende vrijheid bestaat, kunnen mensen zich vrij en gelukkig voelen. Dat heb ik wel geleerd tijdens mijn internationale missies. Een Malinese officier zei ooit tegen mij: ‘Vrijheid heeft minder te maken met democratie dan met elke dag wakker worden met een glimlach op je gezicht.’ Misschien moeten we meer stilstaan bij de vraag hoe vrijheid voor een ander voelt, en wat die ander nodig heeft. Niet invullen vanuit onze eigen denkbeelden over vrijheid. De taak van de krijgsmacht is, denk ik, om te beschermen wat mensen dierbaar is. De grootste bedreiging van vrijheid is armoede. Armoede betekent je voortdurend zorgen maken, betekent niet autonoom keuzes kunnen maken, betekent het tegenovergestelde van wakker worden met een glimlach op je gezicht.” <
| 15
06-vieren.gijstuinman-2.indd 15
14-03-2022 17:27
INSPIRATIE
Het ‘Sobibor-Wat doe jij?’ -monument bij de entree van het Vondelpark in Amsterdam
De keuze van:
Martijn Eickhoff
door Anita van Stel
Het ‘Sobibor-Wat doe jij?’ -monument.
De viering van Onafhankelijkheidsdag
De 5 mei-lezing van Angela Merkel in
foto NIOD
Een initiatief van Niels van Deuren.
in Palembang, 17 augustus 2019
het Kunstmuseum in Den Haag
NINA SCHOLLAARDT
MARTIJN BEEKMAN
de Tweede Wereldoorlog een jaar in Kamp Amersfoort. Door zijn gevangenschap weet ik hoe geweldservaringen generaties lang binnen families doorwerken. Toen ik in Berlijn ging studeren, nam ik uit mijn opvoeding een zekere ambivalentie tegenover Duitsland mee. Daar – en later tijdens mijn tijd als postdoc in Jena – raakte ik oprecht onder de indruk van de genadeloze zelfkritiek waarmee de Duitse collega’s het nationaalsocialistische verleden benaderden. In Nederland is 4 mei een cruciaal ritueel, waaraan terecht niet wordt getornd. Toch vond ik het jammer dat Angela Merkel niet aanwezig was op 4 mei 2021. Gelukkig was haar 5 mei-lezing imposant en ontroerend. Ze benoemde dat driekwart van alle Joodse Nederlandse burgers onder de Duitse bezetting vermoord is, en nam daarvoor verantwoordelijkheid. Het was indrukwekkend hoe zij met jongeren het gesprek aanging en vooral hoe zorgvuldig ze naar hen luisterde. Dat zouden wij in Nederland in debatten over oorlog ook vaker moeten doen.
SLAMET MULYADI - SHUTTERSTOCK
Bijna elke dag fiets ik langs een nieuw oorlogsmonument bij de ingang aan de Van Eeghenstraat. Daar stond vanaf 1941 een ‘Voor Joden verboden’bordje. Precies op die plek hangt nu een spiegel. In de spiegel zie je nu jezelf. Ik vind het heel confronterend. Zou ik in het park van de vogeltjes willen genieten terwijl mijn Joodse buren dat niet mogen? Het monument gaat bij uitstek over de morele discussie die de bezettingservaring nu in Nederland oproept. Het lijkt er soms op dat ‘grijs’, als een pragmatische en realistische positie, als goed wordt ervaren. In zijn 4 mei-toespraak van 2020 nam koning Willem-Alexander stelling en zei dat Sobibor in het Vondelpark begon. Dat vond ik heel sterk. Als je de spreuk ‘Nooit meer Auschwitz’ serieus neemt, moet je het ook over andere zaken dan Auschwitz hebben. Dit oorlogsmonument wijst je tegen die achtergrond op kleine vormen van medeplichtigheid, die enorm betekenisvol waren.
In 2012 woonde ik in Palembang de herdenking van de Indonesische onafhankelijkheid bij. Het was een beladen en emotionele bijeenkomst. Lezingen gingen over wat merdeka (vrijheid) voor Indonesië inhoudt. Bij het uitroepen van ‘merdeka’, voelde ik me als Nederlander nogal ongemakkelijk. Ik was zeer welkom, maar stond opeens aan de daderkant. De herdenking was een nationalistisch, sterk door de overheid gestuurd ritueel en toch was ik ervan onder de indruk. In mijn onderzoek in Indonesië heb ik echter ook gezien dat een dergelijke herdenkingscultuur – met een combinatie van herdenken en vieren op één dag – minder ruimte laat voor persoonlijke verhalen die zich onttrekken aan het grote nationale verhaal. De ervaringen van inwoners van dit immense land zijn meerlagig en pas als je doorvraagt vind je diepe sporen. Het idee dat Indonesiërs toekomstgericht zijn en geen wrok koesteren, wat ik Nederlanders vaak hoor zeggen, doet daar geen recht aan.
Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal historicus Martijn Eickhoff (1967), sinds september 2021 directeur van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocausten Genocidestudies. Naast de onderzoeksvelden van oorlog, bezetting en Jodenvervolging onderzoekt het NIOD al twee decennia andere vormen van massaal geweld, zoals de genocide van Srebrenica of de Syrische Burgeroorlog. “NIOD wil nadrukkelijk ook een plek zijn voor migrantengroepen met geweldservaring.” Over het ‘Sobibor-Wat doe jij?’-monument, de 17 augustus-herdenking in Palembang, en Angela Merkel.
16
17 augustus-herdenking in Angela Merkel Mijn grootvader zat tijdens Palembang, Indonesië
NCMagazine | voorjaar 2021
24-inspiratie.dekeuzevan-1.indd 16
14-03-2022 17:28
INSPIRATIE
Op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef Annelien de Dijn, hoogleraar Moderne Politieke Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, de jaarthematekst voor 2022. Uitgangspunt daarvoor was de vraag: hoe verhouden vrijheid en verbondenheid zich tot elkaar, 77 jaar na de bevrijding? door Annelien de Dijn illustratie Fadi Nadrous
Vrijheid in verbondenheid
T
oen ik als kersverse Nederbelg mijn eerste 5 mei in Amsterdam meemaakte, nu tien jaar geleden, verwonderde ik me over de uitbundige manier waarop die gebeurtenis hier gevierd wordt. In België gaat Bevrijdingsdag meestal geruisloos voorbij – sinds 1974 is het zelfs geen officiële feestdag meer. Maar in Nederland wordt het einde van de bezetting in 1945 ieder jaar met dans, muziek en een gezellige maaltijd herdacht. Zelfs de afgelopen twee jaar, toen de coronacrisis roet in het eten gooide, werd 5 mei op allerlei inventieve manieren gevierd. We konden weliswaar niet fysiek bij elkaar komen, maar door de organisatie van online events en het uitdelen van gratis blikken Vrijheidsmaaltijdsoep werd het toch nog een gezamenlijk feest. Dat uitbundige vieren heeft ongetwijfeld te maken met het grote belang dat aan de waarde wordt gehecht die op 5 mei centraal staat. Als je aan Nederlanders vraagt wat ze goed vinden gaan in hun land en waar ze trots op zijn, dan noemen ze opvallend vaak “vrijheid”, zo blijkt uit De stand van vrijheid, een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Die trots op vrijheid leeft breed. Zowel vrouwen als mannen, jongeren als vijftigplussers, lagerals hogeropgeleiden zien vrij zijn als een cruciale Nederlandse eigenschap. Wat dat precies inhoudt, is niet voor iedereen even gemakkelijk te articuleren. Maar de meeste Nederlanders, zo blijkt uit opinieonderzoek, bedoelen daarmee dingen als de “vrijheid te gaan en te staan waar je wilt, keuzevrijheid en aan niemand verantwoording hoeven afleggen.” Door vrijheid op deze manier te definiëren, echoën Nederlandse
burgers de ideeën van liberale filosofen zoals John Stuart Mill. Die schreef in 1859 het essay On Liberty, of Over de Vrijheid, dat in vele landen werd vertaald en vandaag nog steeds veel gelezen wordt. In dit essay definieerde Mill vrijheid als het vermogen om je leven in te vullen zoals je zelf wil, zonder dat de overheid of andere collectieve instanties daarbij tussenbeide komen. Mill betoogde ook dat die vrijheid zo groot mogelijk moest zijn. De enige legitieme reden waarom de handelingsvrijheid van een individu begrensd mocht worden, was om schade aan anderen te vermijden – het zogenoemde “schadebeginsel”. Maar de overheid mocht om geen enkele andere reden ingrijpen – ook niet om burgers tegen zichzelf te beschermen. Deze manier van denken over vrijheid is vooral in de naoorlogse periode dominant geworden, niet alleen in de Engelstalige wereld, maar ook in Nederland en de rest van Europa. Ze past goed bij onze manier van leven. Sinds de jaren zestig is Nederland, net zoals andere Europese landen, in toenemende mate individualistisch geworden. Dat wil onder meer zeggen dat we in Nederland onze sociale verbanden zelf kiezen, terwijl die in meer traditionele samenlevingen vaak van bij de geboorte gegeven zijn. Dankzij de groeiende welvaart en de uitbouw van een verzorgingsstaat werden mensen “bevrijd” van de noodzaak ‘ In Nederland om zich in moeilijke omstandigheden tot kiezen we bijvoorbeeld familie of kerken te richten. onze sociale Daardoor kon men in toenemende mate individuele keuzes (“dat bepaal ik zelf verbanden wel”) maken. Die ontwikkeling is beslist zelf’ waardevol, omdat ze leidt tot de aanvaar-
| 17
11-herdenkenvieren.jaarthema-4.indd 17
14-03-2022 17:28
ding van zaken die nog niet zo lang geleden onbespreekbaar waren, zoals het homohuwelijk of abortus. Maar in het licht van de coronacrisis is de schaduwkant van dit individualisme en de omarming van de individuele vrijheid die ermee samenhangt, scherper in beeld gekomen. Deze crisis heeft iets fundamenteel bloot gelegd: namelijk dat we onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In maart 2020 werd plots duidelijk dat zelfs onze meest basale activiteiten – praten, kuchen, hoesten, niezen – andere mensen kunnen schaden door ze te besmetten met een potentieel dodelijk virus. Maar ook los van het besmettingsgevaar laat de coronacrisis zien dat de beslissingen van medeburgers een dramatische impact kunnen hebben op ons leven. Patiënten die gebruik wilden maken van de planbare zorg, werden geconfronteerd met uitstel – en dat is ten dele een gevolg van de
18
beslissing van anderen om zich niet te laten vaccineren. Maar ook kinderen en jongeren die plots wekenlang niet meer naar school konden, winkeliers wier winkel op slot moest, sportscholen die dicht gingen – iedereen wordt geraakt als de besmettingen te snel toenemen omdat teveel mensen zich niet houden aan de voorzorgsmaatregelen. Kortom, zolang het coronavirus rondwaart, kunnen we er niet omheen: ons gedrag heeft bijna altijd een impact op anderen. In het licht van onze verbondenheid wordt duidelijk hoe dubieus slogans zijn zoals “mijn leven, mijn vrijheid”, “ik zal zelf wel bepalen wat goed voor me is”. Want de keuzes die jij maakt, hebben sowieso een effect op anderen. De verantwoordelijkheid bij individuen leggen, zoals sinds de jaren zestig in toenemende mate is gedaan, leidt daarom niet per se tot vrijheid voor iedereen maar tot de “dictatuur van het eigenbelang”, zoals
NCMagazine | voorjaar 2022
11-herdenkenvieren.jaarthema-4.indd 18
14-03-2022 17:28
INSPIRATIE
Benedictus de Spinoza en Jean-Jacques Rousseau. Volgens Spinoza en Rousseau wil vrij zijn niet zozeer zeggen dat je zonder regels leeft, of onder zo weinig mogelijk regels – maar wel dat je controle hebt over de manier waarop die regels gemaakt worden. Zij argumenteren daarom dat vrijheid alleen mogelijk is in een democratische staat, waar alle burgers een gelijke inbreng hebben bij het maken van de wetten. In een democratie, zo stelt Spinoza, blijft iedere burger even vrij als hij of zij zou zijn in de ‘natuurtoestand’ – de situatie waarin mensen verkeren als er helemaal geen staat of overheid zou zijn. Sterker nog, volgens Spinoza is de democratische burger, die te gehoorzamen heeft aan collectief opgestelde wetten en regels, zelfs vrijer dan zijn of haar tegenhanger in de anarchistische natuurtoestand!
NRC-journalist Tom-Jan Meeus het uitdrukt. Jongeren hebben misschien relatief weinig te vrezen van het virus, maar zij kunnen het doorgeven aan hun ouders en grootouders of andere kwetsbare ouderen. Mensen die roepen “als ik ziek word, is dat mijn eigen risico!” houden geen rekening met het feit dat als teveel mensen tegelijk het ziekenhuis instromen, het risico bestaat dat de zorg aan medeburgers wordt afgeschaald. Met de vrijheid van John Stuart Mill kunnen we in de context van de coronacrisis dus niet zoveel. Wil dat dan zeggen dat we helemaal niet vrij kunnen zijn? Dat vrijheid in een moderne, complexe miljoenensamenleving een onmogelijke utopie is, een luchtkasteel? Nee, helemaal niet. Want er is ook nog een andere, oudere manier van denken over vrijheid – die van denkers zoals
‘ Het is wel degelijk zo dat wetten en regels ons kunnen helpen onze doelen te bereiken’
Op het eerste gezicht lijken deze ideeën misschien tegendraads of zelfs onzinnig. Hoe kunnen wetten en regels onze vrijheid nu vergroten? Niettemin houden de ideeën van Spinoza en Rousseau meer steek dan je aanvankelijk zou denken. Want het is wel degelijk zo dat wetten en regels ons kunnen helpen om onze doelen te bereiken – omdat zij niet alleen ons eigen gedrag aan banden leggen, maar ook dat van anderen. Een alledaags voorbeeld kan dat verduidelijken: de verkeersregels. De meesten onder ons verplaatsen zich bijna elke dag in het verkeer, van onze woning naar het werk of naar school, om te gaan winkelen of om vrienden
| 19
11-herdenkenvieren.jaarthema-4.indd 19
14-03-2022 17:29
INSPIRATIE
te bezoeken. Tijdens deze ritten zijn we aan allerlei regels en beperkingen onderhevig: we moeten aan de rechterkant van de weg fietsen of rijden, we moeten om de haverklap wachten aan stoplichten, enzovoort. Dit alles lijkt misschien onze vrijheid in te perken, de vrijheid om te doen wat we willen zonder interventies van buitenaf. Meer bepaald lijken verkeersregels ons te beperken in onze vrijheid om ons zo snel mogelijk te verplaatsen van punt A naar punt B. Maar is dat ook echt zo? Als we even verder doordenken, wordt al snel duidelijk dat verkeersregels ons juist kunnen helpen om ons doel te bereiken. Stel dat er helemaal geen verkeersregels waren, dan zou het al snel een complete chaos worden op de weg. In steden zoals Mumbai, waar verkeersregels minimaal worden nageleefd, ligt de gemiddelde snelheid veel lager dan in pakweg Rotterdam. En daar betekent deelnemen aan het verkeer ook dat er een groter risico is dat je helemaal niet aankomt op je bestemming, door verkeersongelukken. Met andere woorden: verkeersregels beperken onze vrijheid niet, ze helpen ons juist om ons doel te bereiken: ons snel en veilig van punt A naar punt B verplaatsen. Tegelijk maakt dit voorbeeld ook duidelijk hoe belangrijk een ander punt van Spinoza en Rousseau is: dat de regels op democratische wijze worden opgesteld, met inbreng van de hele gemeenschap, en niet alleen een deel ervan. Stel dat verkeersregels enkel worden opgesteld met input van automobilisten, dan gaan die er heel anders uitzien dan wanneer ook voetgangers en fietsers worden geconsulteerd. Het ontbreken van een goeie fietsinfrastructuur en wetgeving die uitgaat van “no fault”-aansprakelijkheid voor zwakke weggebruikers in landen zoals het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld een gevolg van het ontbreken van een sterke fietserslobby zoals we die in Nederland kennen. Volgens denkers zoals Spinoza en Rousseau is vrijheid met andere woorden een collectief goed eerder dan een individueel gegeven. Als we vanuit dit perspectief naar de vrijheid kijken, dan zien we dat bescherming tegen tirannie om heel andere acties vraagt
dan die voorgeschreven door het liberalisme van John Stuart Mill. Niet: hoe kunnen we zoveel mogelijk regels zo snel mogelijk afschaffen? Maar wel: hoe kunnen we ervoor zorgen dat de bestuurders die wetten en regels opstellen, zoveel mogelijk onder controle van ons allemaal blijven staan? Dat er geen machtige lobby’s zijn die hun belangen laten primeren op het algemeen belang? Of dat wetgevers beïnvloed worden door de luidste schreeuwers, in plaats van de bevolking in het algemeen? De 5 mei-viering is een bij uitstek geschikt moment om het belang van deze democratische vrijheidsopvatting terug centraal te stellen. De bezetting door het dictatoriale naziregime maakte op extreme wijze duidelijk welke gevolgen de afbraak van de democratische vrijheid kan hebben. De capitulatie van Duitsland gaf Nederland haar vrijheid terug – niet in de zin dat de naoorlogse overheid uit het leven van haar burgers verdween, maar wél omdat door het herstel van de democratie in 1945 gewone burgers opnieuw controle kregen over de manier waarop ze bestuurd werden. Laten we deze gelegenheid vandaag, 77 jaar later, gebruiken om het belang van de democratie te onderstrepen, en om na te denken over manieren waarop we die verder kunnen verdiepen en aanscherpen. Dat – en niet de dictatuur van het eigenbelang – is de vrijheid die het waard is om te verdedigen. <
Annelien de Dijn is hoogleraar politieke geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Haar meest recente boek Vrijheid: een woelige geschiedenis werd in 2021 bekroond met PROSE Prize for Philosophy van de Association of American Publishers.
20 NCMagazine | voorjaar 2022
11-herdenkenvieren.jaarthema-4.indd 20
14-03-2022 17:29
HERINNEREN
‘ Mijn generatie weet soms van toeten noch blazen over de Tweede Wereldoorlog’
NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen van verschillende generaties. Een dubbelinterview met Gerard Cox en Lilian Marijnissen over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op henzelf en op hun families. De een werd vlak voor de oorlog geboren in een Rotterdams arbeidersgezin en kan de nazi-marsliederen nog zó nazingen, de ander komt uit een politieke SP-familie en zat als kind al in een hoekje van het partijbureau als er vergaderd moest worden. door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Martijn Beekman
| 21
15-herinneren.2gesprek-5.indd 21
14-03-2022 17:32
Zij is een Tweede Wereldoorlog-toerist in de positieve betekenis van het woord: Lilian Marijnissen (1985) gaat wanneer ze maar kan naar herdenkingsplekken die verbonden zijn met de Tweede Wereldoorlog. Dus onderging zij onlangs in het Verzetsmuseum in Rotterdam het nagespeelde bombardement, terwijl zanger/ acteur/cabaretier Gerard Cox (1940) als Rotterdams baby’tje het origineel meemaakte. De SP-fractievoorzitter loopt er niet mee te koop, maar noem een voormalig concentratiekamp of oorlogsmuseum, en ze is er geweest. Marijnissen: “Bij jou in de buurt is toch dat schooltje waar de capitulatie is getekend in 1940? Daar ben ik laatst gaan kijken.” Cox: “Ja, dat is bij mij om de hoek. Rijsoord.” Marijnissen: “Dat is zo’n plek; als je het niet weet, rijd je er zo voorbij.” Cox: “Ik zou daar naartoe kunnen lopen, zo dichtbij is het. Maar ik ben er nooit geweest.” Marijnissen: “Echt? Het is een beetje luguber, maar in dat klaslokaal hebben ze met poppen de situatie nagebouwd. Het is wel de moeite waard, hoor. Je moet er eens naartoe gaan.”
22
Herdenkingsplekken
Wereldoorlog. “Een paar jaar geleden ging ik naar Auschwitz-Birkenau, dit jaar ben ik naar Bergen-Belsen geweest. Dan is het niet even onderweg er naartoe gaan, het is de bestemming. Anne Frank is daar gestorven en er is daar een gedenksteen voor haar en haar zus Margot… ik vind dat ik daar geweest moet zijn. En dat geldt zeker ook voor mijn generatie, die soms van toeten noch blazen weet over de Tweede Wereldoorlog. Kamp Amersfoort bezoek ik één keer per jaar, maar meestal wel vaker. Ons partijbureau staat natuurlijk in Amersfoort. Als ik daar vandaan kom, rijd ik er soms even naartoe. Meestal alleen. Even rondkijken en altijd dat pad aflopen waar de gevangenen geëxecuteerd zijn.” Ze zegt het achteloos, bijna terloops. Alsof het heel gewoon is dat een fractievoorzitter wier agenda overvol zit, in haar schaarse vrije tijd langs barakken en bunkers loopt. “Als je daar loopt in Buchenwald of in Bergen-Belsen... eigenlijk is er niks meer, het is een vlakte. En dan denk ik: deze bomen, die hebben alles gezien. Je moet daar zijn en er lopen.” Cox: “Ik schiet hierin tekort, ik ga niet naar al die kampen en musea. Dat heb ik nooit gedaan. Ik ben in Vught opgekomen voor dienst, maar ik weet niet precies waar dat concentratiekamp ligt. Daar had ik toen eens kunnen gaan kijken...”
Lilian Marijnissen was zo’n kind dat oorlogsboeken verslond en ‘veel te jong’ op televisie naar oorlogsseries keek. De Tweede Wereldoorlog had altijd al haar ‘bovenmatige interesse’. “Primo Levi las ik toen ik op stapvakantie was naar Lloret de Mar met een vriendin. Ik was 17 jaar en zijn kampdagboek Is dit een mens maakte diepe, diepe indruk.” Met haar ouders bezocht ze de voormalige concentratiekampen Vught en Buchenwald, nu gaat ze uit zichzelf op bezoek bij herdenkingsplekken uit de Tweede
Niet eerder was de 82-jarige Cox in de Tweede Kamer, maar het vertrouwde Huis van de Democratie aan het Plein wordt gerenoveerd, dus we moeten het doen met de dependance: schrootjesplafond en smalle kantoorgangen. Geen ruime fractievoorzitterkamers die historie ademen, geen uitzicht meer op het Binnenhof. Ze poseren voor de foto op de lange roltrap midden in de tijdelijke Tweede Kamer in Den Haag – zij op pumps, hij op sneakers. Kwestie van een
‘ Kamp Amersfoort bezoek ik één keer per jaar, maar meestal wel vaker’
goede timing om op gelijke hoogte te komen, want de ene roltrap gaat omhoog, de andere omlaag. Ontspannen doen ze dit kunstje, beiden duidelijk gewend om gefotografeerd te worden. Even later zitten we in haar werkkamer met uitzicht op een pilaar volgeplakt met SP-posters en pamfletten. De befaamde SP-verkiezingsposter met de fiets uit 1989 (Socialistiese Partij. Eerlijk & aktief) hangt er ook, het affiche waar zij als kleuter op staat. Zij voorop in het fietszitje, vader Jan erachter, met snor. De zanger en politica kennen elkaar niet persoonlijk, maar laten beiden vooraf al weten nieuwsgierig te zijn naar elkaar. Hij overhandigt haar zijn laatste cd, zij geeft hem het vuistdikke SP-fotoboek Weggecijferd, teruggevochten waarin de gezinnen die slachtoffer werden van de toeslagenaffaire geportretteerd zijn. Een rake keus, want helemaal aan het eind van het interview zegt Cox tussen neus en lippen door tegen Marijnissen: “Ik heb op jullie gestemd hè, op Renske Leijten. Onbegrijpelijk dat jullie zoveel zetels hebben verloren. Dat schandaal met die toeslagen, dat heeft me gegrepen.” Hij is een oorlogskindje: twee maanden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd Cox geboren. Alhoewel hij heel klein was, herinnert hij zich nog wel bepaalde beelden, geuren en situaties uit die laatste oorlogsjaren. Hij vertelt: “Aan beide kanten van de straat
NCMagazine | voorjaar 2022
15-herinneren.2gesprek-5.indd 22
15-03-2022 11:06
HERINNEREN
waar ik opgroeide was een school, en die waren allebei gevorderd en ingericht als kazernes voor Duitse soldaten. Dan liepen die gasten wel eens door de straat en zongen ze daarbij allerlei liedjes, zoals Heidemarie. (Hij zet in): ‘Heili Hailoo Hala...’, en dan dat marcheren erbij. Zo zat ik dat op een dag te zingen op de stoep voor ons huis, ik was een jaar of drie, en toen kwam er zo’n Mess-bediende langs met koek en ander spul dat hij naar de soldaten moest brengen, en die jongen vond het zo mooi dat zo’n knulletje dat ‘ Die jongen vond moffenliedje zong, dus het zo mooi dat ik kreeg een zo’n knulletje koek van dat moffenliedje hem. En die heb ik ook zong, dus ik opgegeten. kreeg een koek (Hij grapt:) Dus ik ben van hem’
fout geweest in de oorlog.” En is dit een eigen herinnering of iets uit de overlevering? Cox: “Ik weet het nog vaag.” Vonden uw ouders het ongemakkelijk dat u die koek aannam? Cox: “Nee, ik was nog maar een kind. Mijn vader was een enorme ritselaar. Wij hebben altijd eten gehad. Hij rookte namelijk niet, dus hij kon zijn rookbonnen ruilen. Dat was goud, daar deden mensen een moord voor. Mijn vader ruilde die rookbonnen in 1944 voor een kist met rijst. Dat konden we goed gebruiken, want mijn zusje was er net bij gekomen.”
“Onder de dakpannen van ons huis lagen handgranaten en pistolen” Hij komt uit een katholiek arbeidersgezin uit Rotterdam met een oudere broer en een jongere zus. “Mijn vader zat in de haven. Hij was administrateur en had de supervisie over Pier 6 in de Waalhaven. Dat was een begrip. Pier 6, dat waren boomstammen. Toen mijn vader in de
haven werkte en controleur was van stukgoed, viel er eens een baal op zijn kop en flikkerde hij het water in. Mijn vader had altijd zo’n grote, leren jas aan. Hij zwom naar de kant in die drijfnatte, loodzware jas. Nadat hij weer op het droge was geholpen, fietste hij naar huis. Dat was toch een uur fietsen, in die doorweekte kleding. Daar kleedde hij zich om en vertrok weer, werken. Mijn vader werkte altijd en toen hij 65 was ging hij dood. Hij viel om. Hij was een heel grote, sterke man van 100 kilo. Hij ging kapot aan zijn hart.” Cox’ vader zat in het verzet, hij zat bij de knokploeg. Dat heeft de zoon pas later gehoord. “Ik wist dat natuurlijk niet, want ik lulde alles door. Mijn broer wist het wel. Onder de dakpannen van ons huis lagen handgranaten en pistolen. Moet je je voorstellen hoe link dat was. Als ze daar achter kwamen ging je tegen de muur. We hebben ook een paar weken een Joods gezin in huis gehad. Een vader, moeder met een zoon. Mijn broertje was 8 en die zoon was 12, en die pestte mijn broer. Dat was heel vervelend. Dat waren geen leuke mensen. En het werkte niet goed tussen die twee gezinnen. Dus toen zijn die mensen naar een ander onderduikadres gebracht. Ik weet niet of ze het gered hebben.” Tweehoog woonde het gezin-Cox. Er woonden twee gezinnen per verdieping. “Dus je kon alles van elkaar horen. Ik weet nog dat ik in oorlogstijd mijn vader op de trap hoorde en van boven schreeuwde: ‘Pap, heb je weer vlees?’ En dan riep ik ook nog: ‘En we hebben een zak vol suiker op zolder’. En dan werd hij zo kwaad, want dat mochten de buren natuurlijk niet horen.” Cox vertelt met verve over zijn jeugd en die imposante vader, en geeft zijn oordeel onmiddellijk (“Baudet is zo’n jongen uit de hoogste klas die een paar jaar is blijven zitten en waar iedereen veel last van
| 23
15-herinneren.2gesprek-5.indd 23
14-03-2022 17:32
heeft”). Marijnissen is wat afwachtender en blijft het lastig vinden om de tachtiger tegenover haar te tutoyeren. Dus floept er soms toch een ‘u’ of ‘meneer’ uit als ze hem aanspreekt. Cox: “Gerard. Meneer Gerard mag ook.” Op tafel voor ons ligt een zilveren microfoon. Marijnissen, desgevraagd: “Dat is een prijs die ik heb gewonnen. Omdat ik duidelijke taal spreek.” Cox: “Heel goed.” Waar beiden het roerend over eens zijn, is dat Rotterdam als zwaar getroffen oorlogsstad wel wat meer de aandacht daarvoor mag opeisen. Het bombardement in 1940, de grootschalige razzia in november 1944, het vergisbombardement van de Engelsen... “Rotterdam heeft echt de volle mep gekregen van de oorlog, dat wordt weleens vergeten”, zegt Cox. “Het lijkt soms alsof het alleen in Amsterdam oorlog was en dat alle foto’s in Amsterdam genomen zijn. Tegen het eind van de oorlog is de hele Rotterdamse haven verwoest. Alles werd opgeblazen. Het was al avond en het was hartstikke koud. Ik werd met mijn broer door mijn vader uit bed gehaald en we klommen op het dak.
24
In de verte zag je de werf van Piet Smit, die zat achter De Kuip. Alles stond in de hens. Dat maakte me een indruk. Het heeft tot ver in de jaren zeventig en tachtig geduurd voor Rotterdam herbouwd was. Het is nu een fantastische stad. Ik had in de jaren zeventig een Amsterdams vriendinnetje en die zei: ‘Maar ik vind Rotterdam zo lelijk’. Haar opmerking bekoelde de liefde aanmerkelijk, haha. Ik zei: ‘Ja, maar wij zijn gebombardeerd!’” Nu komt bij Cox de Amsterdam-aversie pas echt goed op gang: “Die Mokummers snappen sowieso nergens iets van. Denken dat Mokum de hele wereld is en de hele wereld Mokum. En aan het eind van de Overtoom raken ze de weg al kwijt.” Marijnissen lacht mee, maar houdt wijselijk haar mond.
“Ik geloof er heel erg in dat de omstandigheden de mens maken” De SP-voorvrouw groeide op in Oss, in een ‘tomatenrood’ gezin, als enig kind van twee zeer politiek actieve ouders. “Ik was negen toen mijn vader voor de SP in de Tweede Kamer kwam. En daarvoor was hij al partijvoorzitter en werkte hij veel
in Rotterdam. Daar zat het partijbureau van de SP en ja, dan ging ik weleens mee.” Haar moeder was kleuterjuf en later cultuurwethouder voor de SP in Oss. “Mijn ouders waren altijd op pad. Pap was eigenlijk nooit thuis en mijn moeder was ook druk. Nu denk ik: ze was een werkende moeder die er vaak alleen voor stond met de opvoeding van mij. Best pittig voor haar. Mijn moeder nam mij gewoon mee naar een vergadering of overleg. In de avonduren waren er vergaderingen en mijn moeder heeft een grote speeltuin opgericht. Het is een mooie, enorme speeltuin waar jaarlijks wel veertigduizend kinderen komen. Hij heet Elckerlyc: voor iedereen, door iedereen. Door Ossenaren gebouwd en iedereen voelt zich verantwoordelijk. Dat soort dingen hebben mij ook gevormd.” Hoe komt het dat deze dertiger zich zo verbonden voelt met het oorlogsverleden en er zoveel interesse in heeft? “Ik weet het niet echt, ik heb er zelf helemaal niks aan ondervonden. Mijn ouders zijn van na de oorlog. Dus er werd niet veel persoonlijks verteld. Maar natuurlijk maakte de Tweede Wereldoorlog wel een onderdeel uit van hoe ik ben grootgebracht. Mijn ouders namen me mee naar die oorlogsplekken en ik hoorde daar de verhalen over gevangenen en executies. Wat me altijd al fascineerde aan de oorlog is de vraag: hoe zou ik zelf in zo’n tijd opereren? Achteraf is het natuurlijk gemakkelijk praten over wat je had moeten doen.” Marijnissen groeide op in een huis waar in de oorlogsjaren een Joodse familie is gedeporteerd. “Sinds een paar jaar liggen er struikelstenen voor de deur. De familie De Vries woonde er in de oorlog. Weggevoerd en nooit meer teruggekomen, eerst Westerbork en vervolgens Aus-
NCMagazine | voorjaar 2022
15-herinneren.2gesprek-5.indd 24
15-03-2022 10:51
HERINNEREN
Gerard Cox (Rotterdam, 1940) heeft een lange carrière achter de rug als zanger, acteur, regisseur en cabaretier. Hij speelde onder meer bij Lurelei, had grote hits (’t Is weer voorbij die mooie zomer) en speelde in talloze televisieseries (Toen was geluk heel gewoon) en films (Het debuut). Cox groeide op in een Rotterdams arbeidersgezin en heeft twee kinderen en vijf kleinkinderen. Hij woont in Mijnsheerenland.
Lilian Marijnissen (Oss, 1985) is fractievoorzitter van de SP. Op haar achttiende was ze al SP-raadslid in Oss. Zij studeerde politicologie en werkte bij de FNV. Marijnissen is de dochter van voormalig SP-leider Jan Marijnissen en voormalig SP-wethouder Mari-Anne Marijnissen. Ze woont in Oss. chwitz. Vader, moeder en twee kinderen van 20 en 18 jaar. Ik denk weleens: dan zitten wij in dat huis dat eigenlijk van die mensen was. Er woonden oude mensen naast ons en zij vertelden me hoe in onze straat de Joden werden opgehaald.” Zit het kwaad eigenlijk altijd verstopt in mensen, en kan het op een gegeven moment weer naar boven komen? Cox: “Ja. Dat gegeven maakt je alleen maar bang voor jezelf.” Marijnissen: ”Ik geloof er heel erg in dat de omstandigheden de mens maken. Als de omstandigheden zo zijn – en dat is altijd een mix van factoren zoals sociaaleconomische omstandigheden, gebrek aan perspectief, de tijdgeest – dan kan het kennelijk ontsporen.” Het was de avond van 4 mei 1945. Gerard keek door het spionnetje naar buiten en zag opeens in de straat een paar vlaggen wapperen. “Toen was het voor mij wel duidelijk dat het gedaan was met de oorlog. We gingen allemaal de straat op, er werd een kampvuur gemaakt. Daar stonden veel vrouwen en kinderen omheen, want de meeste mannen waren opgepakt voor de arbeidsinzet in Duitsland. Er werd gedanst rondom het vuur en gezongen ‘ Achteraf is ‘Overal waar het natuurlijk de meisjes gemakkelijk zijn daar is praten over wat het bal’.” Op 5 mei je had moeten liep Cox’ doen’ vader opeens
met een stengun rond in een ‘ketelpak’ (overall): “Die was de bink. Dat duurde drie dagen. Toen zei hij: ‘Nu ben ik niet meer bij het verzet, want nu zit iedereen bij het verzet.” Wim (Willem Pieter Marie Boniface) Cox maakte deel uit van de verzetsgroep LKP Rotterdam. Cox: “De grootste overval in Rotterdam gebeurde op het Afrikaanderplein door zijn verzetsgroep. Zij namen een enorme hoeveelheid papieren en bonnen mee van het distributiekantoor. Er is geen schot gevallen, ze hebben ze gewoon overbluft. Hij sprak er verder nooit over. Je denkt toch niet dat mijn vader ooit een verzetskruisje is gaan ophalen? Dat vond hij allemaal flauwekul. ‘Waarom zat jij nou in het verzet?’, heb ik hem weleens gevraagd, ‘want koningin en vaderland, daar ben je nou niet zo erg voor.’ Toen zei hij: ‘Voor het avontuur.’” Marijnissen: “Maar dat zal toch niet de echte reden zijn?” Cox: “Nou ja, je kreeg een wapen en je mocht gevaarlijke dingen doen. Maar het was niet alleen dat, ik denk dat hij zijn betrokkenheid wel kleiner maakte dan die in werkelijkheid was.” Marijnissen is derde generatie, Cox als oorlogskind anderhalfste generatie. Marijnissen: “Ik kan alleen voor mezelf spreken, maar ik vind dat mijn generatie ook de plicht heeft zich erin te verdiepen en van de oorlog te leren.” Cox knikt. “Ik heb altijd wel over de oorlog verteld aan mijn kinderen en kleinkinderen.” Dodenherdenking doen beiden geheel op hun eigen manier. Cox wandelt naar een monument bij hem op de hoek voor een “Britse piloot die op het allerlaatste moment van de oorlog door een Duitse soldaat met een geweer precies door zijn hoofd is geschoten. Die jongen had de pech van zijn leven. Er is verder niemand, daar ben ik alleen. Dat heeft ook wel iets.
In die twee minuten stilte denk ik aan hem.” Marijnissen gaat elk jaar naar een Joods herdenkingsmonument in Oss. “Daar mocht ik ook een keer een toespraak houden. Dat was heel speciaal.” Hun kijk op de wereld is kritisch, beiden zien met lede ogen zaken aan waardoor de tweedeling in de samenleving groeit. Het gesprek komt op het tanende vertrouwen in de rechtsstaat door een grote groep burgers en de ruwe omgangsvormen in de Tweede Kamer. Cox tegen Marijnissen: “Je ziet dat het afglijdt. Bij jullie in de Kamer ook. Als je ziet wat daar gezegd wordt door die oen met zijn ‘tribunalen’. Ik ben een oude man, ik begrijp dat allemaal niet. Van de week staat er dan weer zo’n middelbare schoolfiguur...” Marijnissen: “Je bedoelt Gideon van Meijeren van Forum voor Democratie?” Cox: “Ja, die. Hij zegt de verschrikkelijkste dingen en roept vervolgens: ‘Dat mag ik toch wel zeggen?’ Hoe kom je daarbij, joh. Idioot. Hoeveel van die eenmanspartijtjes hebben we nou?” Marijnissen, onmiddellijk: “Zat.” Ze somt op: “Den Haan, Simons, Omtzigt, BBB.” Dan, triomfantelijk: “Maar wij zijn wél de grootste op links.” Cox: “Ha, ik weet nog hoe Melkert jullie vroeger met de nek aankeek. Dat doen ze nu niet meer.” Naast een gedeelde Rotterdamliefde, zitten we ook tegenover twee Feyenoordfans. Hoe kijken zij aan tegen het gesis op de tribunes van De Kuip als Ajax er speelt en het gescandeerde ‘Bommen op Rotterdam’ uit de kelen van Ajacieden tegen de Feyenoord-voetballers? Een kernachtig antwoord volgt. Marijnissen: “Dat zijn geen supporters.” Cox: “Dat zijn de hersenlozen.” <
| 25
15-herinneren.2gesprek-5.indd 25
14-03-2022 17:33
Nadia Zerouali maakt de Vrijheidssoep:
‘Ik hoop dat soep op Bevrijdingsdag net zo’n traditie wordt als oliebollen met Oud en Nieuw’ 26
NCMagazine | voorjaar 2022
10-vieren.vrijheidsmaaltijden-4.indd 26
14-03-2022 17:34
VIEREN
Net als voorgaande jaren is er ook dit jaar weer een Vrijheidssoep. Dit keer komt het recept uit de keuken van chef Nadia Zerouali, bekend van haar kookboeken, de Couscousbar en het televisieprogramma BinnensteBuiten. Ze liet zich inspireren door haar moeders harira en maakte haar eigen versie van deze Marokkaanse soep. “Met de Vrijheidssoep kun je alle kanten op!” door Daphne van Breemen foto’s Merlijn Doomernik
Zet een stap in de grote groene keuken van Nadia Zerouali (46) en je begrijpt meteen waarom ze daar niet is weg te slaan. Overal staan tajines en voorraadpotten met specerijen, gedroogde vijgen, peulvruchten en graan- en pastasoorten. Op grote schalen liggen granaatappels, citroenen en tomaten en op iedere hoek van het aanrecht staan bossen groene kruiden; van peterselie en bladselderij tot koriander. “De keuken valt intussen eigenlijk een beetje uit elkaar, maar ik ben er zo aan gehecht dat ik ‘m nog niet wil vervangen”, lacht ze. “Kijk, ik weet precies aan welke knop van de oven ik moet draaien om de temperatuur in te stellen, ook al is het opdruk allang verdwenen.” Koken dus. Laat dat maar aan Nadia over. Toen het Nationaal Comité 4 en 5 mei haar vroeg de Vrijheidssoep te maken, twijfelde ze geen moment. “Ik was alleen maar trots en vereerd.” Ze wist meteen welke soep het moest worden: harira, naar de versie van haar moeder. “Dat is echt mijn favoriete soep. We eten ‘m thuis altijd tijdens de ramadan, om het vasten te breken. Zodra de zon onder is – het moment waarop er weer mag worden gegeten – begin je het diner met soep.” Vorig jaar viel 5 mei midden in de ramadan en dit jaar valt Bevrijdingsdag er vlak na, dat komt dus mooi uit. “Harira is juist bedoeld om te delen”, vertelt ze. “Je kunt de soep absoluut niet in een kleine hoeveelheid maken, iedereen moet er van kunnen eten.” Dat is tevens de reden dat ze het recept voor de Vrijheidssoep voor minstens vier personen maakte. Het enige verschil tussen haar soep en de harira van haar moeder? “Die van mij is vegan, dan kan iedereen ervan genieten. Maar wil jij er vlees in, kan gewoon. Liever boter erdoor? Dan doe je dat. Alles kan!” Ook zo fijn aan Nadia’s Vrijheidssoep: “Je doet bijna alle ingrediënten in een blender en daarna in de pan. Niks bakken! Dat is toch heel makkelijk?”
Vrijheidsmaaltijden De Vrijheidssoep, die voorheen Vrijheidsmaaltijdsoep heette, dient ter ondersteuning van de Vrijheidsmaaltijden. Die worden elk jaar op Bevrijdingsdag georganiseerd door de lokale 4 en 5 mei-comités, Oranjeverenigingen, organisaties en buurtbewoners. Organisatoren kunnen de Vrijheidssoep zelf koken, maar de soep is eveneens in blik verkrijgbaar. Of je de soep nu vers maakt of
voor kant-en-klaar gaat, dat maakt voor Nadia niet uit, als de soep het gesprek over vrijheid maar op gang brengt. “Daar staat 5 mei voor mij voor: altijd het gesprek aangaan, zelfs als je lijnrecht tegenover elkaar staat. En ja, praten gaat makkelijker met eten, daar geloof ik echt in. Als je met elkaar eet, ben je geen vreemden meer voor elkaar. Je geeft de ander een teken van vertrouwen.” Maar, verzekert ze, een Vrijheidsmaaltijd gaat om meer dan alleen ‘je buik vullen’, het gaat ook om naar elkaar omkijken. “Ik vind het heel belangrijk dat iedereen in de maatschappij mee kan doen en dat iedereen deelneemt aan dit soort gesprekken. Om daaraan bij te dragen organiseerde en promootte ik de Vrijheidsmaaltijden vorig jaar nog in Flevoland.” Mede dankzij deze gesprekken, zegt Nadia, houd je de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend. “Zo blijf je beseffen dat je dat nooit meer wil.”
Niemand uitsluiten Je leven kunnen leven hoe jij dat wil, dat is voor Nadia vrijheid. Daar komt altijd verantwoordelijkheid bij kijken. “Het betekent niet dat je alleen maar doet wat je zelf wil en je eigen zin doordrukt. Het woord ‘vrijheid’ wordt vaak verkeerd gebruikt. Het moet niet zo zijn dat mijn vrijheid ten koste gaat van die van jou.” Wanneer mensen alleen maar voor zichzelf of voor de rechten van hun eigen groep opkomen, vindt ze dat soms lastig te begrijpen. “Als je weet hoe het is om uitgesloten te worden, zou je toch denken dat je dat gevoel niemand toewenst?”
Traditie Als Nadia nu aan mensen vertelt dat zij dit jaar de Vrijheidssoep maakt, moet ze vaak nog uitleggen wat dat inhoudt. Hetzelfde geldt voor de Vrijheidsmaaltijden. Ze hoopt dan ook dat het organiseren van of het deelnemen aan een Vrijheidsmaaltijd overal in Nederland een breed gedragen gewoonte wordt. Omdat Bevrijdingsdag, zoals ze zelf zegt, een hele inclusieve viering is. “Alle Nederlanders mogen en kunnen meedoen, ongeacht hun religie, afkomst of geaardheid. 5 mei is echt voor iedereen.” Voor ze haar keuken weer induikt, moet haar nog één wens van het hart: “Ik hoop dat soep op Bevrijdingsdag net zo’n traditie wordt als oliebollen en appelbeignets met Oud en Nieuw.”
| 27
10-vieren.vrijheidsmaaltijden-4.indd 27
14-03-2022 17:34
2 uien 2 blikken gepelde tomaten (of 1 kg verse rijpe tomaten) 1 flinke bos bladselderij 1 bos bladpeterselie 3 liter water 1 dl milde olijfolie 100 g gedroogde bruine linzen 1 el kurkuma
1 el ras el hanout 1 el paprikapoeder 1 el gemberpoeder peper en zout 2 volle el tomatenpuree 1 pot of blik (ca. 500 g) kikkererwten, goed gewassen en uitgelekt 4 volle el maïzena of bloem
De Vrijheidssoep van Nadia Zerouali Recept voor 4 personen Bereidingswijze 1 Pel de uien en snijd ze grof. Was de bladselderij, bladpeterselie en snijd ze grof. Pureer de uien met de tomaten, groene kruiden en het water met een staafmixer of in een blender tot een vrij glad mengsel. Tip: past het niet in één keer in de blender? Splits het dan op in porties en begin met het water. Portie 1: pureer de uien, groene kruiden en 1 liter water. Portie 2: pureer 1 liter water, 2 blikken gepelde tomaten en restje groene kruiden. Voeg de laatste liter water aan de pan toe. 2 Breng in een grote soeppan het tomatenmengsel met de milde olijfolie, de linzen, alle specerijen, de tomatenpuree en wat peper en zout aan de kook.
Serveertips
Smaakmakers
Vulling
28
3 Laat de soep op matig hoog vuur in ca. 35 minuten gaarkoken. Breng verder op smaak met peper en zout. 4 Voeg de kikkererwten toe en kook ze nog ca. 10 minuten mee. 5 Om de soep te binden: maak in een kom een bloempapje door de maïzena of bloem met een flinke scheut water te mengen en tot een glad papje te roeren. 6 Klop het al roerende met een garde door de soep tot deze licht gebonden en fluwelig is. Laat de soep niet meer koken maar alleen een paar minuten zachtjes pruttelen.
• Serveer de soep met bijvoorbeeld vers Marokkaans brood of knapperig stokbrood. • Lekker voor erbij: dadels! • Garneer de soep met fijngesneden koriander en/of peterselie. Geef er een partje citroen bij om naar smaak aan je soep toe te voegen. • Roer eventueel een handje (geroosterde) vermicelli in de laatste stap door de soep en laat deze gaar worden. • Voeg voor een extra smaak een half bosje verse koriander toe, tegelijk met de bladselderij en bladpeterselie. • Voeg voor een extra kruidige soep aan de specerijen 1 el gemalen komijn en een halve el kaneelpoeder of 1 kaneelstokje toe. • Nog lekkerder is om zelf je kikkererwten te weken: week de avond van tevoren 100 g gedroogde kikkererwten in ruim koud water. Voeg de geweekte kikkererwten (gepeld of ongepeld) toe aan het tomatenmengsel bij stap 2. • Ook lekker is om een mix van gedroogde kikkererwten en gedroogde gepelde tuinbonen te gebruiken. • Bij veel Marokkaanse huishoudens wordt een losgeklopt ei op het laatst door de gare soep geroerd. • Hou je van een extra gevulde soep? Gaar in blokjes gesneden zoete aardappel of pompoen mee. • Liever wel vlees of kip? Voeg die dan aan het begin van het kookproces aan het tomatenmengsel toe. Kook de soep net zo lang totdat het vlees of de kip gaar is voordat je de linzen etc. toevoegt.
NCMagazine | voorjaar 2022
10-vieren.vrijheidsmaaltijden-4.indd 28
14-03-2022 17:34
VIEREN
| 29
10-vieren.vrijheidsmaaltijden-4.indd 29
14-03-2022 17:35
5 mei-concert:
‘Ik kijk je aan’
Roxane van Iperen in het tuinhuis van ‘t Hooge Nest
30 NCMagazine | voorjaar 2022
07-vieren.ericcorton-2.indd 30
14-03-2022 17:35
VIEREN
Bevrijdingsdag eindigt traditiegetrouw met het 5 mei-concert. Dit jaar is Eric Corton (53) de verteller/hoofdartiest van de avond. Samen met het Nationaal Comité en de NOS bepaalt hij dit jaar de inhoud van deze feestelijke afsluiting van Bevrijdingsdag. door Dorine van der Wind foto Annemiek van der Togt
Eric Corton is een artistieke duizendpoot, bekend als presentator, acteur, zanger en schrijver. Door zijn jeugd in Oosterbeek, bij Arnhem, is hij zeer betrokken bij het onderwerp; in zijn dorp kon je door de jaarlijkse herdenking van de Slag bij Arnhem niet om de oorlog heen. In 2017 hield hij een Vrijheidscollege, ook ontwikkelde hij een hoorspel over vrijheid. Als ambassadeur van het Rode Kruis bezocht hij diverse landen in Afrika. Hij vindt het een eer om invulling te mogen geven aan de 5 mei-viering. “In ons land is 4 mei altijd een betekenisvolle dag en voor mijn gevoel had 5 mei dat minder. Het idee is om meer context en gevoel aan het concert te geven, zodat ook 5 mei voor mensen nog meer waarde krijgt.” Dat is volgens Corton ook al gaande. “Het begrip ‘vrijheid’ wordt voor mensen steeds belangrijker, doordat we in een open wereld leven waarin het steeds zichtbaarder is wat onvrijheid in andere landen voor gevolgen heeft. En ook in ons eigen land heerst steeds vaker een sentiment van onvrijheid.”
Invulling van de avond Samen met zijn team heeft Eric Corton gekozen voor één thema als rode draad voor de avond: ‘Ik kijk je aan’. Het komt voort uit zijn eigen ervaring: “Als mensen de tijd nemen om elkaar daadwerkelijk aan te kijken, raken ze met elkaar in gesprek. Dat gebeurt te weinig in deze tijd, alles is vluchtig. Mensen kijken weg, waardoor groepen zich niet gezien en gehoord voelen.” Het repertoire en de artiesten werden bij dit thema uitgekozen. De liedjes gaan bijvoorbeeld over je eenzaam voelen in de drukte. Of je niet gelukkig voelen, terwijl iedereen denkt dat het goed met je gaat. Corton is trots op de line-up van artiesten die zeer divers is qua inhoud, achtergrond en generatie: rasartiest Anita Meyer, de Antilliaanse mezzosopraan Tania Kross, de Syrische zanger Wasim Arslan, rapper Fresku en zanger Merijn van Haren van de rockband Navarone. “Samen met het symfonieorkest philharmonie zuidnederland en een begeleidingsband wordt het een heel bijzonder muzikaal palet, van klassiek repertoire tot Led Zeppelin”, belooft Corton.
Dorp met oorlogsverleden Zijn betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog komt voort uit Cortons jeugd. Bij Arnhem vond Operatie Market Garden plaats; in Oosterbeek liggen de voetstappen van tienduizenden jonge parachutisten uit Polen, Engeland en Canada. Elk jaar op 6 september is de herdenking van de Slag om Arnhem. De jaarlijkse Airborne-optocht liep langs zijn ouderlijk huis. Zolang hij zich kan herinneren zag hij die dag veteranen in vol ornaat in oude oorlogsvoertuigen door zijn dorp rijden. Het thema ‘vrijheid’ hield hem bezig, hij heeft zichzelf ook altijd vragen over dat
onderwerp gesteld. Dat begon toen hij als 10-jarig jongetje een roos mocht leggen bij het graf van een onbekende soldaat bij de militaire begraafplaats in Oosterbeek. “Ik legde een roos neer voor iemand die voor mijn vrijheid had gevochten en wiens naam niet eens bekend was. Vanaf dat moment ging ik nadenken over wat vrijheid nou precies inhield.”
Wat is vrijheid? “Met een jaar of 15 was ik punker en had ik vragen bij autoriteit. Ik was anti-school, eigenlijk anti alles, maar vooral ook anti het leger, ik moest namelijk gekeurd worden voor militaire dienstplicht. Ik had een anarchistische vlag die ik op de dag van de herdenking uit mijn raam wilde hangen. Mijn vader stak daar een stokje voor. Ik dacht toen: zie je wel. Ik ben helemaal niet vrij, want ik mag dit niet doen.” Cortons vader heeft toen een veteraan uitgenodigd die in hun dorp woonde. Deze man vertelde hem dat de mannen die hier voor zijn vrijheid hebben gevochten, zwaar beschadigd zijn. “Eén keer per jaar durven ze tijdens de herdenking hun tranen te laten zien. Uitgerekend op die dag wil jij die vlag buiten hangen, dat voelt als een schop in hun kruis. Het mooie is, jongeman, dat dit mag. Dit is ook de vrijheid waar zij voor gevochten hebben. Maar je hebt ook de vrijheid om het niet te doen.” Zijn boodschap kwam aan. “Ik heb de vlag opgevouwen en nooit meer op die dag buiten gehangen. Het was een wijze les: je kunt het oneens zijn met iemand, zonder de ander diep te beledigen. Ik stel nog steeds vragen bij autoriteit, maar ik ben er tegelijkertijd van overtuigd dat je dingen samen moet doen. Dus je zult je soms gewoon moeten conformeren aan het gemeenschappelijk belang, anders is het ieder voor zich.”
Tweedeling Deze les over vrijheid komt terug in het thema van de avond: ‘Ik kijk je aan’. “Ik ben ervan overtuigd dat mensen die zich niet gehoord en gezien voelen uiteindelijk in opstand zullen komen. Er ontstaat een tweedeling in de maatschappij waar de politiek handig op kan inspelen. Ik ben met het Rode Kruis in genoeg Afrikaanse landen geweest waar dat gebeurde en ik weet het zeker, dat wil je niet. Ik zag de gevolgen van burgeroorlogen en mensen die daardoor op de vlucht waren. Ik zie in Nederland ook een scherpe tweedeling en elkaar bestrijdende groepen ontstaan en dat vind ik uiterst zorgwekkend. Politici met stevige oneliners jagen dat nog harder aan en winnen het van argumenten met nuances. Met muziek kun je gelukkig mensen ook raken. Het 5 mei-concert zal een soort rockopera worden, met verhalen die goed aansluiten bij het thema. Ik heb er alle vertrouwen in dat het geweldig wordt en kijk ernaar uit!” <
| 31
07-vieren.ericcorton-2.indd 31
14-03-2022 17:36
De oorlog van Feyenoord Het hardnekkige cliché dat Ajax Amsterdam alles met de Tweede Wereldoorlog en Joden te maken heeft en Feyenoord Rotterdam niets, klopt niet. Ook de Rotterdamse club heeft een beladen oorlogsgeschiedenis vol tragiek en Joodse aanhangers. door Leonard Ornstein
Feyenoord kende aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog tientallen Joodse leden en donateurs. De stad Rotterdam telde 13.000 Joden, waarvan slechts een klein deel de oorlog overleefde. Vóór de oorlog zou de Oostenrijkse Richard Dombi (1888-1963), een van de meest gerenommeerde Feyenoord-trainers ooit, bij de roodwitten in dienst treden. De Joodse Dombi werkte tot het voorjaar van 1933 bij Bayern München, in een tijd dat ook de Beierse club veel Joodse leden en bestuursleden had. In 1932 werd de Rekordmeister van het huidige tijdsgewricht voor de allereerste keer kampioen van Duitsland. Na de machtsgreep van de nazi’s vertrok Dombi eerst naar FC Barcelona en het Zwitserse FC Basel om uiteindelijk bij Feyenoord terecht te komen. Dombi had met zijn ideeën over positiespel een moderne kijk op voetbal en zou uitgroeien tot een van de succesvolste Feyenoord-coaches uit de clubhistorie. Dombi, die eigenlijk Richard Kohn heette, overleefde de oorlog door tijdens de bezetting zijn Joodse sporen uit te wissen. Dombi had als bijnaam ‘de wonderdokter’ omdat hij ook een uitstekende masseur/verzorger van de spelers bleek te zijn. Hij was beroemd om zijn warme verbandmiddelen die voorzien waren van een speciale zalf. Zijn recept gaf hij door aan de latere Feyenoord-fysiotherapeut Gerard Meijer. Die zou vele decennia in De Kuip werken en had in zijn jonge jaren van Dombi de nodige kneepjes van het vak geleerd. De kleine Oostenrijker had veel indruk op Meijer gemaakt. Misschien was het wel daarom dat de bij Feyenoord zeer gerespecteerde Meijer zich in zijn nadagen nog zou inzetten om kwetsende spreekkoren uit De Kuip te bannen. Want ondanks de deels Joodse geschiedenis roept Feyenoord ook nogal wat negatieve associaties op. Van sissende fans in De Kuip (associatie met de gaskamers) tot de antisemitische tekening van sterspeler Berghuis die als aanvoerder van Feyenoord naar aartsrivaal Ajax overstapte. Overigens ontvouwden Ajaxsupporters – die
32
de misplaatste geuzennaam ‘Joden’ voeren – aan de vooravond van de klassieker pamfletten met daarop een tekening met de tekst ‘Bommen op Rotterdam’.
Bombardement Al vóór de oorlog was er politieke controverse rond het voetbal in Rotterdam. Na de Kristallnacht van 1938 zou de Duitse nationale ploeg tegen Oranje een interland spelen. Die wedstrijd had moeten plaatsvinden in de toen net afgebouwde Kuip. Uit angst voor rellen werd de wedstrijd door burgemeester Oud afgeblazen. Vijf dagen voor de Duitse aanval van 10 mei 1940 op Nederland behaalde Feyenoord de afdelingstitel. Negen dagen later bij het bombardement op Rotterdam werd de nieuwe Kuip gespaard. Voor de kampioenscompetitie en titelstrijd moest worden uitgeweken naar het kasteel van Spangen, de thuisbasis van stadsgenoot Sparta. De eerste vijf maanden van de oorlog mocht er niet in De Kuip worden gespeeld, omdat het Feyenoordstadion door de bezetter gebruikt werd als distributiecentrum voor de stad Rotterdam. Tot 1943 zou er nog gewoon doorgevoetbald worden. Feyenoord wilde echter niet langer uitwijken naar Spangen. Wat vandaag de dag ondenkbaar zou zijn, kon in de donkere oorlogsjaren wel: Feyenoord week uit naar het Ajax-stadion in Amsterdam. En zo speelde Feyenoord op 18 april 1943 een officiële thuiswedstrijd in stadion De Meer tegen Heerenveen. Uitslag: 2-1 voor Feyenoord. Van Rotterdamse zijde werd de Amsterdamse gastvrijheid enorm gewaardeerd, hoewel het publiek de kant van Heerenveen koos. Het was wel een wedstrijd zonder Joods publiek geweest. Vanaf november 1941 was het voor Joden verboden om voetbalwedstrijden te bezoeken. En lidmaatschappen van voetbalclubs waren voor Joden vanaf die tijd ook verboden. Vóór de oorlog had Feyenoord tientallen Joden in zijn ledenbestand. Jacob Polak was zo’n Feyenoorder, woonachtig aan de Kruiskade. Hij werd opgepakt en vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 30 september 1942 werd vergast. Tientallen andere Feyenoordleden trof hetzelfde lot. Exacte cijfers zijn niet bekend.
Daglicht Een onverschrokken Joodse jongen was Herman Menco. Hij zat ondergedoken in Rotterdam-Zuid. Voor elke thuiswedstrijd van Feyenoord ging hij bovengronds en liet hij zijn donkere haar blonderen. Tussen de andere stadiongangers, zo dacht Menco,
NCMagazine | voorjaar 2022
18-herinneren.feyenoord.ajax-2.indd 32
14-03-2022 17:36
DE GESCHIEDENIS VAN FEYENOORD - DEEL 3 - OORLOG EN VREDE
DELPHER
OPEN JOODSE HUIZEN
REGIONAAL ARCHIEF DORDRECHT
HERINNEREN
links: Richard Dombi rechts: Herman Menco midden: De voorpagina van De Feyenoorder met het elftal dat de Bevrijdingsbeker heeft gewonnen onder: De wedstrijd Feyenoord-Heerenveen in stadion De Meer in Amsterdam
zou hij niet opvallen. En dat klopte. Gezamenlijk liepen ze naar het stadion – een uur lopen. De thuiswedstrijden vormden voor Menco “een van de weinige ontspanningen”. Bovendien zag hij daglicht en rook hij frisse lucht. En dan is er het verhaal van Arie de Vroet: een stoere Feyenoorder in hart en nieren. Hij speelde meer dan 230 wedstrijden in het eerste elftal en werd met de club twee keer landskampioen. Voor De Vroet begon de oorlog aan de Grebbeberg, waar hij als soldaat vocht. Na de capitulatie sloot hij zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Als verzetsman bracht De Vroet Joden naar onderduikadressen. Hij wist uiteindelijk niet uit handen van de nazi’s te blijven; hij werd tijdens een razzia naar het centrale verzamelpunt – De Kuip – vervoerd. En zo werd Arie de Vroet van voetballer tot gevangene in zijn eigen Kuip. Door een gat in het hek wist hij het stadion ‘s nachts te ontvluchten. De Vroet overleefde de oorlog en had als speler nog een glansrijke carrière. Liefst vijftien interlands was hij aanvoerder van Oranje. In 1974 maakte hij tijdens het WK in West-Duitsland deel uit van de trainersstaf van bondscoach Rinus Michels. In 1985 werd De Vroet onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis. Er zijn echter ook Feyenoorders uit het verzet met wie het minder goed afliep. Gerard Werson was een actief Feyenoorder die in juni 1944 in kamp Vught gefusilleerd werd. Op 10 en 11 november 1944 werden bij de beruchte Rotterdamse razzia tussen 50.000 en 70.000 mannen opgepakt. Een groot deel van de gevangenen werd afgevoerd naar De Kuip. En zo trok over de heilige voetbalgrond een zwarte schaduw. Piet Laban herinnerde zich: “In het stadion stonden duizenden mannen op het veld. Het was er adembenemend stil. Op iedere hoek van de tribune stonden mitrailleurs.” Tienduizenden werden gedwongen (deels te voet) naar Duitsland af te reizen waar ze voor de Arbeitseinsatz werden ingezet. Wie de razzia uiteindelijk niet overleefde, was Feyenoorder Koos van den Bosch. Hij wist in eerste instantie te ontsnappen, maar werd op 20 november bij Wezep bij een vluchtpoging doodgeschoten. Toen jaren later zijn stoffelijk overschot werd opgegraven, zat om zijn nek zijn Feyenoordsjaal. Op 27 mei 1945 ging De Kuip weer open voor de voetbalfans. Feyenoord speelde tegen Sparta. Het werd een ruime 5-1 overwinning. Inzet was de Bevrijdingsbeker. Feyenoord won deze unieke prijs. Het is een van de dierbaarste trofeeën in de royaal gevulde prijzenkast van Feyenoord. <
| 33
18-herinneren.feyenoord.ajax-2.indd 33
14-03-2022 17:36
Benyamin Heller en Zoni Weisz na afloop van de Nationale Holocaust Herdenking 2022
34
NCMagazine | voorjaar 2022
05-holocaust.herdenken-3.indd 34
14-03-2022 17:37
HERDENKEN
Nationale Holocaust Herdenking
Op zondag 30 januari vond de jaarlijkse Nationale Holocaust Herdenking plaats bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheimpark in Amsterdam. Vanwege de coronamaatregelen was het programma aangepast en was er een beperkt aantal genodigden aanwezig. Twee van de sprekers, Zoni Weisz (85) en Benyamin Heller (22), blikken terug en praten over het belang van herdenken. door Dorine van der Wind foto Martijn Beekman
| 35
05-holocaust.herdenken-3.indd 35
14-03-2022 17:37
HERDENKEN
Zoni Weisz is een Nederlandse Sinto, tijdens de oorlog zat hij als 7-jarig jongetje ondergedoken bij een tante toen de razzia’s kwamen. Ternauwernood ontkwam hij samen met zijn tante aan de deportatietrein naar Auschwitz, waar zijn ouders, zusjes en broertje in zaten. “Ik stond op hetzelfde perron en heb ze nog zien zitten in de trein. Dankzij een politieagent kon ik op tijd vluchten.” Zijn familie is nooit meer teruggekomen. Na een internationale carrière als bloemist – hij verzorgde de bloemen voor vier generaties van de koninklijke familie – zet Weisz zich al twintig jaar in voor het Nederlands Auschwitz Comité en geeft hij lezingen in binnen- en buitenland. Benyamin Heller rondde vorig jaar een studie Bedrijfskunde af aan de Universiteit van Amsterdam en heeft momenteel een tussenjaar. Na een afgeronde stage gaat hij nu reizen. Sinds zijn 16e is hij actief bij de Liberaal Joodse jongerenvereniging Netzer. Als jongerenwerker ondersteunt hij het bestuur bij de organisatie van evenementen, waaronder weekenden, met een educatief karakter voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Hellers opa (92) heeft de oorlog overleefd in diverse onderduikgezinnen. “Mijn opa is heel open over de oorlog. Samen zijn we naar het Namenmonument gegaan, daar wees hij de namen aan van oud-klasgenoten.”
Belang van herdenken Weisz vond de sfeer tijdens de herdenking heel bijzonder, juist omdat deze met een kleine groep mensen plaatsvond. “Aan de reacties die ik na afloop op mijn telefoon kreeg, merkte ik hoe het leeft en hoeveel mensen erbij wilden zijn. Dat is hartverwarmend en sterkt me in de gedachte dat we moeten blijven herdenken tot in lengte van dagen. Op 4 mei herdenken we breder, dan denken we aan alle mensen die hebben geleden onder het nazisme. Op deze Holocaustherdenking denken we specifiek aan de Joden, Sinti en Roma die zijn vervolgd en vermoord in concentratiekampen.” Ook bij Benyamin Heller stroomden na de uitzending van de herdenking de vele appjes binnen. Hij onderschrijft het belang van herinneren en herdenken. “We hebben een mooi Joods gebruik om de namen te blijven noemen van diegenen die niet meer bij ons zijn, zo blijven ze leven.” Heller wil niet dat bij het woord ’Joden’ alleen maar aan de oorlog wordt gedacht. Hij wil daarnaast graag de mooie kanten van het Jodendom laten zien. “Het mooie aan het Jodendom vind ik de feestdagen, het samenzijn, het vragen blijven stellen.” Zoni Weisz voelt het als een verplichting jegens zijn familie
36
‘ Het populisme van nu doet me denken aan die tijd’
om het verhaal over wat hun is overkomen te blijven vertellen. Zijn grootste angst is dat de jaren dertig van de vorige eeuw terugkomen. “Het populisme van nu doet me denken aan die tijd. We willen niet dat onze kinderen en kleinkinderen hetzelfde meemaken als wat wij hebben doorgemaakt.” Benyamin Heller is niet bang dat zoiets als in de jaren dertig weer opkomt. “Niet in deze vorm. Dat was op zo’n grote schaal en zo systematisch opgezet, ondersteund vanuit alle lagen van de bevolking. Een unieke, onvergelijkbare en onomkeerbare gebeurtenis, dat zie ik nooit meer gebeuren. Maar antisemitisme is er nog steeds. We moeten lessen uit het verleden trekken, daarvan leren en vooruitkijken.” Weisz is het hiermee eens en geeft aan dat hij het een goed idee zou vinden als een jongeman als Heller het Auschwitz Comité zou versterken. “Het is heel belangrijk te verjongen. Mijn generatie heeft de neiging terug te kijken. Jongeren herdenken ook, maar kijken sneller vooruit: wat kunnen we doen om racisme en uitsluiting te bestrijden?”
Boodschap In zijn werk als jongerenwerker is Heller daarmee bezig. Hij praat met de jongeren over weerbaarheid: wat kunnen ze doen als er antisemitisme is? “Ik geef ze mee dat ze trots mogen zijn op wie ze zijn. Ik ben blij met mijn Joodse identiteit en draag dat ook uit. Ik zie het als een rijke aanvulling op mijn leven. Juist door zichtbaar te blijven, voorkomen we dat het Jodendom uit het straatbeeld verdwijnt. In mijn ogen helpt dat tegen antisemitisme.” Weisz wil in zijn lezingen meegeven dat je mensen vrij tegemoet moet treden en ze niet in een hokje moet plaatsen. “Respecteer een ander, ook als diegene een andere mening heeft. Als je het niet met elkaar eens bent, kun je met elkaar in discussie gaan.” Hij heeft veel lezingen in Duitsland gegeven. “Je hebt Duitsers en je hebt nazi’s, dat verschil heb ik altijd gemaakt. Ik neem mensen zoals ze zijn.” Onvermoeibaar blijft hij het verhaal van zijn familie vertellen. “Ik krijg vaak de opmerking; wat jij doet is een druppel op een gloeiende plaat. Dat is zo, maar als we met z’n allen druppelen, is de kans groter dat er meer besef komt dat het anders moet.” <
NCMagazine | voorjaar 2022
05-holocaust.herdenken-3.indd 36
14-03-2022 17:37
Meer te weten komen over de geschiedenis en betekenis van de Tweede Wereldoorlog? In de jubileumeditie van WO2 Onderzoek uitgelicht zijn tien van de meest spraakmakende artikelen uit de afgelopen tien jaar verzameld. Bestel deze eenmalige speciale uitgave nu op www.4en5mei.nl/10jaarou
29-werf.ou-1.indd 37
14-03-2022 17:38
CHRIS VAN HOUTS
In Brabant zetten ze samen de schouders onder de start van de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei
De laatste 5 mei-lezing met publiek was in Almere 2019
38
NCMagazine | voorjaar 2022
09-vieren.brabant-4.indd 38
14-03-2022 17:38
VIEREN
De 5 mei-lezing wordt ook dit jaar rechtstreeks uitgezonden door de NOS, vanuit theater De Lievekamp in Oss, Noord-Brabant. Aansluitend ontsteekt de minister-president op het Bevrijdingsfestival Brabant in ‘s-Hertogenbosch het Vrijheidsvuur als symbolisch startmoment van alle festiviteiten op 5 mei. Het is dankzij de gemeenschapszin en de samen-de-schouders-eronder-mentaliteit van de Brabanders dat deze editie van de Nationale Viering van de Bevrijding een heel bijzondere wordt. Verschillende hoofdrolspelers lichten in NC Magazine vast een tipje van de sluier op. door Alex Bakker
INA ADEMA,
commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant
FEMKE KLEIN,
CHRIS VAN HOUTS
programmamanager
“In de theaterzaal van De Lievekamp in Oss presenteren we een uur lang een afwisselende, dynamische voorstelling, met als thema ‘Vrijheid in verbondenheid’. Het begint al bij het betreden van de zaal, waar een razende reporter met camera mensen laat reageren op scherpe stellingen. Die quotes komen terug in een interactief debat, geleid door Sander Schimmelpenninck. Hij lanceert stellingen als: ‘zonder verbondenheid is vrijheid slechts voor een kleine groep’. We gaan het niet genoegzaam over vrijheid hebben, maar staan ook stil bij punten waar het schuurt, waar verbondenheid niet de boventoon voert. Denk aan protesten over stikstof, Black Lives Matter, de gaswinning in Groningen, coronamaatregelen. De bedoeling is niet om nog verder te polariseren, maar juist om een uitweg te vinden, om samen verder te komen. Het Brabantse gehalte? Dat zie ik terugkomen in de dynamische, diverse en eerlijke aanpak – we schuwen de pijnpunten niet. En natuurlijk in de artiesten. Een puike selectie van Brabants talent, zoals de breakdance crew The Ruggeds en de legendarische Lenny Kuhr, allebei uit Eindhoven. Er zijn flitslezingen van onder anderen burgemeester Wobine Buijs-Glaudemans en Wenny Raaijmakers, directeur van Organon. In strak drie minuten tijd gaan ze hun visie op vrijheid geven.”
“Ja, een beetje verrassend is het misschien, de keuze voor Oss. Maar de gemeente Oss heeft een sterke traditie van herdenken en vieren, gebaseerd op de zware bevrijdingsgeschiedenis. Als commissaris van de Koning vind ik het bovendien belangrijk om niet uitsluitend naar de grote steden te kijken. Zoals inmiddels voor de meeste mensen geldt, ben ik na de Tweede Wereldoorlog geboren. De angst en dreiging van leven onder een dictatuur: het blijft moeilijk om je daarin te verplaatsen. Ook al ken ik het verhaal van mijn vader nog zo goed. Zijn ene broer kwam om bij een bombardement, de andere werd vlak voor de bevrijding gefusilleerd. Terwijl iedereen feestvierde, was mijn familie in rouw. De afgelopen twee jaar heeft de coronacrisis een zware wissel getrokken op onze dagelijkse vrijheid én op onze discussies over vrijheid. Volgens mij snakt iedereen naar een tijd waarin we elkaar niet voortdurend de maat nemen en bevechten. We’ll Meet Again, aan dat lied moet ik nu denken. Ik hoop dat het deze 5 mei weer mogelijk is om samen mooie dingen te beleven. Het zou fantastisch zijn als de dag van de vrijheid een symbolische overgang wordt naar de ‘normale’ tijd. Sinds ik in Noord-Brabant woon en werk, weet ik het zeker: het bourgondische, vriendelijke beeld van de Brabanders is geen onzin. Je vindt hier echte gemeenschapszin – samen de schouders eronder. Maar dat goedmoedige is de helft van het beeld, want net zo sterk is het cultureel erfgoed van innovatie en techniek. Dit Brabantse DNA presenteren we met plezier en flair in het ochtendprogramma in Oss en zo gaan we samen met heel Nederland op 5 mei de vrijheid vieren.”
| 39
09-vieren.brabant-4.indd 39
14-03-2022 17:39
NATIONALE VIERING VAN DE BEVRIJDING NOORD-BRABANT 2022
ANNA ZWEZERIJNEN, WOBINE BUIJS-GLAUDEMANS, burgemeester van Oss
“Als burgemeester ben ik blij dat de start van de Nationale Viering van de Bevrijding hier plaatsvindt. Zelf houd ik een flitslezing. Voor mij is vrijheid iets wat elke dag onderhouden moet worden. Je kunt niet in je eentje vrij zijn. Vrijheid moet in verbondenheid. Op dit moment staat de samenleving onder spanning. Het lijkt soms of er drie realiteiten zijn ontstaan. Als eerste de dagelijkse, fysieke werkelijkheid; als tweede het parallelle universum van social media; en als derde spoor de onderwereld. Nederland heeft een serieus probleem met (drugs)criminaliteit en geweld. Mensen worden verleid door het snelle geld en belanden in het foute milieu. Met eigen regels, los van de rechtsstaat en van een gemeenschappelijke vrijheid. Hoe groter de onderwereld, hoe meer burgers wij kwijtraken aan deze onvrije wereld. Toch ben ik niet pessimistisch. Mijn vader heeft als kind in een Jappenkamp gezeten en leerde mij een grote les. Namelijk: niet jouw omgeving, maar jij zélf bepaalt hoe je met dingen omgaat. Als burgemeester loop ik niet weg voor conflicten, besteed ik aandacht waar het nodig is, en zal ik nooit vervallen in cynisme. Enige tijd terug dreigden hier in Oss rellen vanwege de plaatsing van vluchtelingen in een sociaal zwakkere woonwijk. Na intensieve gesprekken met boze bewoners begreep ik hun reactie. We hebben net zo lang doorgepraat tot we de irreële angsten konden wegnemen en de reële angsten oplossen. Uiteindelijk is de redelijkheid in real life best groot. Mensen begrijpen dat we allemaal moeten samenleven en willen elkaar de vrijheid gunnen om zoveel mogelijk zichzelf te zijn.”
“Een Bevrijdingsfestival organiseren tijdens een pandemie vergt enerzijds stug doorgaan, anderzijds het bewaken van alternatieve plannen. Dat hebben we vorig jaar goed geleerd. Maar voorlopig gaan we uit van een volwaardig festival. Samen met de gemeente ’s-Hertogenbosch verwelkomen we hopelijk heel veel mensen. Het is onwijs bijzonder om dit jaar deel uit te maken van de nationale aftrap van 5 mei. Minister-president Rutte komt direct uit Oss om op het festival het Bevrijdingsvuur te ontsteken, samen met Ambassadeur van de Vrijheid Duncan Laurence. Dan barst het festival los! Er is méér dan alleen geweldige bands. De dag start met een lunch voor 300 gasten: ouderen, jongeren, migranten, statushouders, veteranen, Bosschenaren. De gasten worden met onbekenden aan tafels geplaatst, zodat er volop uitwisseling plaatsvindt. De lunch wordt verzorgd door een groep Brabantse jongeren met diverse achtergronden. Ze hebben zelf het menu bedacht, dus je hebt kans op een worstenbroodje naast Syrische en Eritrese gerechten. Uiteraard starten we met de nationale Vrijheidssoep van dit jaar: harira naar een recept van Nadia Zerouali. Een van de sprekers uit de reeks Vrijheidscolleges voor universiteiten, scholen, bibliotheken, houdt een inspirerende lezing. Voor de jongste doelgroep, kinderen van 4 t/m 12 jaar, hebben we het Familievrijheidsplein, om samen spelletjes te doen, te dansen, te knutselen en lekker te eten. Ook gaan we de denkkracht en verbeelding van kinderen inzetten. Alle Brabantse scholieren van het primair onderwijs zijn gevraagd om een praktisch, concreet idee te bedenken: hoe vier je de vrijheid? De vijf beste ideeën krijgen van de jury een echte plek op het festival. Wie weet zit er een nieuw nationaal ritueel tussen…” <
BEVRIJDINGSFESTIVAL BRABANT
programmadirecteur Bevrijdingsfestival Brabant
40 NCMagazine | voorjaar 2022
09-vieren.brabant-4.indd 40
14-03-2022 17:39
BEVRIJDINGSFESTIVAL BRABANT
VIEREN
Het Bevrijdingsfestival Brabant in 2019
| 41
09-vieren.brabant-4.indd 41
14-03-2022 17:39
Nationale primeur: 3x Herzberg op één avond
Leedvermaak legt het langdurig effect van oorlog bloot Vlak voordat de theatertrilogie Leedvermaak van schrijfster Judith Herzberg voor de allereerste keer in Nederland in première zou gaan om 75 jaar vrijheid in te luiden, sloot corona alle theaters. Maar twee jaar later trekt het avondvullend programma mét een uitgebreid educatief programma alsnog door het land. Een unicum. door Timo Waarsenburg foto’s Bas de Brouwer
42
NCMagazine | voorjaar 2022
19-educatie.nationaaltheater-3.indd 42
14-03-2022 17:42
EDUCATIE
Directeur Cees Debets en Leo Sterrenburg, manager Educatie en Interactie, van Het Nationale Theater (HNT), zijn laaiend enthousiast over de uitvoering van regisseur Eric de Vroedt. Vanwege de voorstelling – ze noemen Herzbergs trilogie zelfs ‘s lands ‘belangrijkste naoorlogse theatervoorstelling’. Vanwege de lange weg die deze productie tot de bühne heeft moeten afleggen. Maar ook vanwege het bijzondere flankerende educatieve programma. Want met Leedvermaak hoopt Het Nationale Theater naast een onvergetelijke avond uit ook een extra instrument te bieden om het begrip ‘vrijheid’ en het herdenken van de Tweede Wereldoorlog op een andere manier te beleven. “Door generaties te laten zien wat de reikwijdte van impactvolle gebeurtenissen kan zijn”, zegt Debets.
Drie verhalen “Het eerste deel, Leedvermaak, ging in 1982 in première”, schetst Debets de ontstaansgeschiedenis van het stuk. “In 1995 volgde het tweede deel, Rijgdraad, ter gelegenheid van 50 jaar bevrijding. Het slotstuk, Simon, schreef Herzberg in 2001. Dat deel is wel in Duitsland gespeeld, maar van een Nederlandse uitvoering is het vreemd genoeg nooit gekomen.” De drie verhalen vertellen over een periode van dertig jaar lief en leed, hoogte- en dieptepunten van een paar generaties uit een ‘gewone’ Nederlandse familie. En hun onderliggende oorlogstrauma’s die opkomen en worden weggestopt, maar nooit verdwijnen. Debets: “Zoals Judith zelf zegt: Leedvermaak is een verhaal, geworteld in de Tweede Wereldoorlog. Maar het gaat niet over de Tweede Wereldoorlog. Het gaat over de effecten van ingrijpende gebeurtenissen. En hoe die generaties lang kunnen doorwerken.” “De Tweede Wereldoorlog wordt steeds meer een verhaal in de geschiedenislessen”, gaat Sterrenburg verder. “Maar
| 43
19-educatie.nationaaltheater-3.indd 43
14-03-2022 17:42
EDUCATIE
len bij de thema’s vrijheid en oorlog. Via dit project komen ze met elkaar in contact. En gaan ze met elkaar in gesprek.” Natuurlijk zijn er ook projecten met en voor jongeren. “In Den Haag, de thuisbasis van HNT, gaan jongeren aan de slag met wat er binnen verschillende generaties in hun eigen families besproken wordt”, vertelt Sterrenburg. “Ze moeten zelf op zoek naar die verhalen. Samen met die jongeren maken we daar een voorstelling van die ze eind mei in delen van het decor van Leedvermaak opvoeren voor onder meer hun eigen families.”
Het land in
als we er met jongeren induiken, kom je erachter dat het nog wél een verhaal in de familie is. Of dat er andere verhalen in een familie spelen die nog steeds een stempel drukken op hun familiegeschiedenis.”
Veranderende tijdgeest En dat is ook meteen de basis van de programma’s voor jong en oud die HNT rond de voorstelling heeft opgetuigd. Debets: “Vrijheid heeft voor jongeren een hele andere betekenis dan voor ouderen. Voor veel jongeren is het vaak iets vanzelfsprekends. Maar op dit moment zit er in bijna elke klas in Nederland wel een jongere die uit een gebied komt waar vrijheid niet vanzelfsprekend is. Daar gaat deze voorstelling óók over. Het belang van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog is dat we telkens opnieuw vertellen wat vrijheid betekent. Ook in een veranderende tijdgeest.” Centraal in de ondersteunende programmering staat het betrekken van generaties.
En het verbinden van generaties. “We gaan op zoek naar overeenkomsten in verhalen, naar overeenkomsten met andere levens, met nu”, vertelt Sterrenburg enthousiast. “Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog dat decennialang doorwerkte in families? En wat gebeurt er nu dat in potentie dezelfde doorwerkingskracht heeft? Als je met elkaar de overeenkomsten weet te vinden in plaats van de verschillen, kun je met elkaar in gesprek over de inhoud in plaats van over de vorm. Dat is van belang voor jongeren. Maar ook voor veel volwassenen.” Vanuit die gedachte heeft HNT een project opgezet om in groepjes samen met iemand van HNT het opnieuw uitgegeven script van Leedvermaak te lezen en na het gezamenlijk bezoek aan de voorstelling te bespreken. Sterrenburg: “Het aardige van dit project is dat we hiermee niet alleen de reguliere theaterbezoekers bereiken. Maar ook mensen die zich meer betrokken voe-
Ook trekt HNT met een jongerenprogramma het land in. Sterrenburg: “In elke stad waar we optreden, gaan we een dag met een groep jongeren aan de slag om te leren hoe je met anderen in gesprek kunt gaan over de thema’s uit de voorstelling: de intergenerationele dialoog. Die jongeren nemen vervolgens tijdens de pauzes van de voorstelling plaats in de foyer om in een-op-eengesprekken met publiek te praten over familiethema’s die in hun levens doorwerken.” “Je moet ongemakkelijke gesprekken kunnen voeren om naar de toekomst te kunnen kijken”, vult Debets aan. “En ik hoop dat deze voorstelling af en toe het gevoel van ongemak vergroot. Het theater is een van de weinige plekken die een veilige omgeving biedt waar we ongemakkelijke gebieden met elkaar kunnen verkennen. Daar geeft Judith Herzberg ons met dit stuk een geweldig vehikel voor. In – en ook dat moet gezegd – de prachtige taal van Judith: kaal, maar humoristisch. Verhullend en toch duidelijk.” “Eigenlijk gaat deze voorstelling over hoe we met elkaar in de wereld staan”, besluit Sterrenburg. “En hoe we het daar met elkaar over kunnen hebben.” < Meer informatie over de voorstelling is te vinden op www.hnt.nl/leedvermaak.
44 NCMagazine | voorjaar 2022
19-educatie.nationaaltheater-3.indd 44
14-03-2022 17:42
COLUMN
De verbondenheid van vrijheid ‘Vrijheid in verbondenheid’, dat is het thema dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei voor dit jaar heeft gekozen. Een mooi essay van Annelien de Dijn daarover dient ter inspiratie voor de vele activiteiten, ook die van de talrijke lokale comités waarmee het Nationaal Comité al vele jaren samenwerkt bij de organisatie van alle herdenkingen en vieringen in het land. door Wim van de Donk foto Merlijn Doomernik
Het vieren van onze vrijheid, het herdenken van degenen die daarvoor hun leven gaven: het is een traditie die gelukkig zeer hecht verankerd is in onze samenleving. Op 4 mei zijn we samen twee minuten stil. Om stil te staan bij de slachtoffers, bij het nog immer voortdurende verdriet van vele nabestaanden. En om na te denken over wat er nodig is om dit nooit meer te laten gebeuren. Overal in het land organiseren vele vrijwilligers daartoe met hart en ziel bijeenkomsten, waarbij gelukkig steeds meer jongeren aansluiten. Onder hen bevinden zich velen die de Tweede Wereldoorlog alleen uit verhalen kennen. Steeds vaker ook zijn er jongeren die bij het in acht nemen van die gezamenlijke twee minuten stilte, aan andere momenten en plaatsen denken. Plaatsen en momenten waarin oorlogsgeweld en tirannie de vrijheid en verbondenheid van mensen ruw verstoorden. Tradities beschermen, dat kan alleen maar door die grote en voortdurende vrijwillige betrokkenheid van velen, en ook door de moed om die tradities telkens opnieuw door te geven, te ontwikkelen en te blijven voeden. Dat vraagt om een mooie combinatie van vastberadenheid en openheid. Het vraagt ook om nieuwe verhalen en om een voortdurende discussie over vrijheid; over wat het is, en waarom het niet vanzelfsprekend is om in vrijheid te kunnen leven. Vrijheid veronderstelt verbondenheid; dat kan op verschillende wijzen worden begrepen.
Allereerst: vrijheid is niet iets wat er vanzelf is of blijft, en is wezenlijk verbonden met een aantal belangrijke voorwaarden om die duurzaam te borgen, zoals een goed functionerende democratie, een systeem van checks and balances en een geloofwaardige en adequaat toegeruste rechtsstaat. Rechtsstaat, democratie: dat zijn woorden die voor sommigen wat al te abstract overkomen, maar iedereen zal kunnen inzien dat ze voortkomen uit een wezenlijk engagement met de (bescherm) waardigheid van de mens, van ieder mens, waar dan ook. Dat iedereen er mag zijn. Vrij mag zijn, zichzelf mag zijn. En ja: dat in verbondenheid met anderen, want het was niet de bedoeling van de vrijheid die alleen te vieren. De wereld om ons heen heeft ons de afgelopen dagen – en nu heel dichtbij, op ons eigen Europese continent – wederom op een confronterende wijze duidelijk gemaakt dat de soms opwaaiende veronderstelling dat op die zorg voor vrijheid kan worden bezuinigd, of dat die kan stoppen bij nationale grenzen, gebaseerd is op de miskenning van het universele karakter van die vrijheid en van de voortdurende pogingen die met geweld te onderdrukken. Pijnlijk duidelijk geworden is, dat er geen ‘einde van de geschiedenis’ is. De strijd voor vrijheid zal om voortdurende verbondenheid vragen, nu in het bijzonder met de Oekraïners en met degenen binnen Rusland die zich moedig verzetten tegen het gebruik van geweld. Die zich – ook nu weer met gevaar voor eigen leven – inzetten voor vrijheid, in verbondenheid. <
| 45
14-herdenkenenvieren.wim-2.indd 45
14-03-2022 17:46
Verzetsheld of familiemythe? Het NIOD – partner van het Nationaal Comité binnen het Platform WO2 – ontvangt jaarlijks circa 6000 vragen over de oorlog. Veel vragen gaan over de rol die ouders of voorouders tijdens de bezetting zouden hebben gespeeld in het verzet. In de familieoverlevering nemen hun daden soms mythische proporties aan die in een Hollywoodfilm niet zouden misstaan. Allemaal verzinsels? door René van Heijningen
Ze springen uit rijdende deportatietreinen en ontsnappen uit concentratiekampen. Ze plegen overvallen en schrikken er niet voor terug om een Duitser of NSB’er om te leggen. Ze staan in direct zendcontact met ‘Londen’ en maken valse persoonsbewijzen in eigen beheer. Hun huizen zijn haarden van verzet met vuurwapens in de kelder en Joodse onderduikers op zolder. Het zijn geen kinderachtige verzetsdaden die sommige briefschrijvers ter verificatie aan het NIOD voorleggen – daden die volgens de familieoverlevering door hun (groot)ouders tijdens de oorlog zijn gepleegd. Ze lezen vaak als een spannend jongensboek waarin de hoofdpersoon betrokken raakt bij handelingen en gebeurtenissen die in het collectieve geheugen over de Tweede Wereldoorlog een centrale plaats innemen. Als Forrest Gump in een oorlogsfilm van Paul Verhoeven. Niet iets teveel van het goede?
Wat in ieder geval opvalt in deze verhalen is dat de oorlog in de overtreffende trap wordt herinnerd. En niet alleen als het gaat om verzet; ook het oorlogsleed is van de zwaarste categorie. Daarbij lijken de gruwelen van Auschwitz vaak het sjabloon te vormen. De betrokkenen hebben een nummer op de arm getatoeëerd gekregen, zij hebben medische experimenten ondergaan en extreme honger geleden – omstandigheden die vooral aan een verblijf in de Duitse vernietigingskampen in Polen doen denken. Ook opmerkelijk is dat zij altijd zijn verraden (nooit vallen ze door toeval of onvoorzichtigheid in Duitse handen) en dat het lot hen desondanks vaak goed gezind is. Als om de spanning nog verder op te voeren, duiken ze onder nét voordat de Duitsers met een grote razzia binnenvallen en rukt het vuurpeloton in, juist op het moment dat zij aan de beurt zijn om te worden gefusilleerd. Te mooi om waar te zijn of toch waargebeurd?
links: Poster voor de film Operation Amsterdam uit 1959 rechts boven: Alhoewel veel archiefmateriaal was vernietigd, werd in het proces van Neurenberg gebruik gemaakt van buitgemaakte archieven rechts onder: Veel materiaal is net na de bevrijding verloren gegaan, zoals tijdens de verbranding van de inboedel van het NSB-huis op het Spui in Den Haag
Dat deze verhalen zo ‘spannend’ en gedetailleerd zijn, staat in elk geval haaks op de wijze waarop veel vervolgden en verzetsmensen na de oorlog met hun herinnering omgingen: door erover te zwijgen, veelal een leven lang. En als zij spraken, dan was het niet bloemrijk maar eerder zakelijk. Ook hun verklaringen roepen overigens soms vragen op. Het menselijk geheugen is nu eenmaal niet onfeilbaar en de herinnering soms gekleurd. Wat te denken bijvoorbeeld van een overlevende van de Holocaust die zich in 1947 tegenover het RIOD – zoals het NIOD Te mooi om toen nog heette – herinnerde waar te zijn dat de reis van of toch waar- Westerbork naar gebeurd? Auschwitz ‘heel
46 NCMagazine | voorjaar 2022
22-herinnerenonderzoek-2.indd 46
14-03-2022 17:46
J.M.G SCHRAMA / HAAGS GEMEENTEARCHIEF
MOVIESTORE COLLECTION LTD / ALAMY STOCK PHOTO
NATIONAL ARCHIVES AND RECORDS ADMINISTRATION, COLLEGE PARK
ONDERZOEK
aangenaam’ was geweest. De man was op 15 juli 1942 met zijn gezin met het eerste transport vanuit Westerbork naar Polen vervoerd – in de hitte in een overvolle goederenwagon. Hierna waren drie jaren vol ontberingen gevolgd. Zou het kunnen dat deze periode zijn kijk op de eerste treinreis had ge/vervormd? Voor het NIOD is het vaak puzzelen om oorlogsgeschiedenissen goed te verifiëren. Veel meer dan de betrouwbaarheid van beschikbare verklaringen is het gebrek aan informatie een probleem. Het mag dan waar zijn dat de Duitsers ‘alles’ registreerden; dat zij veel hiervan hebben vernietigd, is evenzeer waar. Zeker als het gaat om verzet zijn we vaak aangewezen op naoorlogse bronnen – het verzet hield er doorgaans geen notulen op na – waarbij de bereidheid van betrokkenen om hun ervaringen te delen dus bepalend is. Zijn betrokkenen in Duitse gevangenschap
geraakt, dan is de kans groter dat zij een spoor in onze archieven hebben achtergelaten. Maar soms moeten we het antwoord schuldig blijven. Formeel heet het dan dat we geen bronnen hebben om het verhaal te kunnen bevestigen of als het echt te ongeloofwaardig is, dat we het verhaal voor onwaarschijnlijk houden. Zoals in het geval van de wonderbaarlijke redding van honderden Joodse kinderen. In het holst van de nacht zouden zij met een zeilboot vanaf de Hollandse kust naar het Kanaal zijn gevaren om daar aan boord van een Brits schip te gaan (dat zij niet werden ontdekt, dankten zij aan het zwarte zeil waarmee Duitse patrouilles én zeemijnen werden ontweken). Nee, zulke spectaculaire avonturen hebben niet plaatsgevonden of het moet zijn in een film. Neem bijvoorbeeld Operation
Amsterdam, een Amerikaanse speelfilm uit 1959, waarin een zekere Jan Smit (kan het Hollandser?) erin slaagt een partij diamanten ter waarde van een half miljoen gulden het land uit te krijgen. Met hulp van de Engelse inlichtingendienst en een Engelse torpedojager wordt de partij vanuit Amsterdam naar Engeland overgebracht. Het gebeurde op 13 mei 1940, net voordat de Duitsers hier de macht én de diamanten zouden overnemen. Onze Jan was de nazi’s te slim af geweest! Onlangs vonden we in het archief van het NIOD een Duits verslag van het Devisenschutzkommando van 20 augustus 1940 waarin van de operatie melding wordt gemaakt (Jan was een zoon van het familiebedrijf J.K. Smit en Zonen, een grote diamanthandelaar en stelde zo een grote voorraad industriediamant veilig). ‘Zeg nooit nooit’, blijft het devies. <
| 47
22-herinnerenonderzoek-2.indd 47
14-03-2022 17:46
BEELDBANK WO2 - NIOD
De hoofdweg van Kamp Westerbork werd door de gevangenen de ‘Boulevard des Misères’ genoemd. Vanaf de spoorweg langs deze weg vertrokken de treinen naar de vernietigingskampen.
Kamp Westerbork is vooral bekend door de oorlogsjaren 1942-1945 toen het kamp als doorvoerkamp werd gebruikt voor de Jodenvervolging. Dat het in 1939 werd gebouwd en gebruikt als vluchtelingenkamp is minder bekend. Na de Tweede Wereldoorlog werd Kamp Westerbork gebruikt om van collaboratie verdachte Nederlanders gevangen te houden. Vanaf de zomer van 1950 tot aan het voorjaar van 1951 werden repatrianten uit Indonesië in het kamp ondergebracht. Van 1951 tot 1971 kreeg het de functie van woonoord om Molukkers op te vangen. Het kamp kreeg toen de naam woonoord Schattenberg. In het museum van Herinneringscentrum Kamp Westerbork wordt deze lange geschiedenis van de Joodse vluchtelingen, het doorvoerkamp, interneringskamp, repatriëringskamp en woonoord Schattenberg verteld.
48 NCMagazine | voorjaar 2022
16-herinneren.westerbork-3.indd 48
14-03-2022 17:47
RICHARD BROCKEN / ANP/ HOLLANDSE HOOGTE SAKE ELZINGA
RICHARD BROCKEN / ANP/ HOLLANDSE HOOGTE
BEELDBANK WO2 - NIOD
SAKE ELZINGA
HERINNEREN
Herinneringscentrum Kamp Westerbork bouwt aan vernieuwd museum Kamp Westerbork is de plek waarvandaan meer dan honderdduizend mensen zijn gedeporteerd en vermoord. Een vernieuwd en uitgebreider publieksgebouw dat omstreeks 2026 wordt geopend, moet ervoor zorgen dat dat verhaal aan nog meer mensen kan worden verteld. door Yasmina Aboutaleb
| 49
16-herinneren.westerbork-3.indd 49
14-03-2022 17:59
HERINNEREN
“Het rijt wonden open”, zei oorlogsoverlevende Rudie Cortissos (82) vorig jaar in een rechtszaak die tegen FvD-leider Thierry Baudet diende. “De film van de Tweede Wereldoorlog speelt zich weer voor mijn ogen af en de treinen naar Auschwitz en Sobibor zie ik weer rijden.” De rechter bepaalde dat Baudet zich onnodig grievend had uitgelaten door op Twitter de coronamaatregelen te vergelijken met de Holocaust. “Ik kan mij levendig hun verdriet en pijn voorstellen”, zegt Christel Tijenk, hoofd van het Kenniscentrum van Kamp Westerbork, in een online interview. Ooggetuige Cortissos is onderdeel van het gastsprekersprogramma van Kamp Westerbork. “Wij worden iedere dag omringd door mensen voor wie die oorlog helemaal niet voelt als iets van 75 jaar geleden, maar als van gisteren. Daarom hebben we, samen met veertien andere instellingen in het netwerk van de Stichting Musea en Herinneringscentra ’40-’45, een oproep gedaan om rekening te houden met de gevoelens van nabestaanden en om coronadiscussies niet te mengen met iets dat zo omvangrijk en onvoorstelbaar is als de Holocaust.” Medewerkers van Herinneringscentrum Kamp Westerbork ervaren steeds vaker dat de Tweede Wereldoorlog in maatschappelijke discussies wordt betrokken. Zo werd tijdens de pandemie op sociale media de theorie verspreid dat er in Kamp Westerbork opnieuw barakken gebouwd werden, om ditmaal ongevaccineerden op te sluiten. Ongelofelijk, vond Tijenk. Toch waren er mensen die deze complottheorie geloofden: er kwamen zelfs mensen aan de deur die wilden zien waar de barakken werden gebouwd.
Vernieuwd museum Herinneringscentrum Kamp Westerbork hoopt met een vernieuwd museum, dat omstreeks 2026 wordt geopend, meer mensen kennis te laten maken met de
geschiedenis van de oorlog en Kamp Westerbork. Het museum trekt steeds meer bezoekers. Voor de pandemie uitbrak waren dat 130.000 mensen per jaar en als het aan het museum ligt, groeit dat aantal door tot 200.000. Het museum uit 1983 was ooit bedoeld voor 100.000 bezoekers. Daarom is er een groter gebouw nodig dat plek biedt aan onder meer de vele schoolklassen en toeristen. Het vernieuwde museum moet ook meer recht doen aan de lange geschiedenis van Kamp Westerbork, dat van 1939 tot 1971 verschillende functies had (zie kader). Vanaf 1942 werd Kamp Westerbork overgenomen door de nazi’s die het gebruikten als doorvoerkamp (Durchgangslager). Joden, Roma en Sinti werden daar op transport gezet naar concentratie- en vernietigingskampen in het door de nazi’s bezette Polen. In de beginperiode vertrokken er wekelijks een of twee treinen naar de concentratie- en vernietigingskampen. Volgens Tijenk schort het niet alleen aan kennis over de oorlogsgeschiedenis, maar ook aan empathie. “Als het niets met je doet, dan is het de vraag of kennis toereikend is”, zegt het hoofd van het Kenniscentrum. “Dat is ook het idee achter de tentoonstelling ‘De herinnering aan Kamp Westerbork’ die vanaf juli 2022 te zien is”, zegt onderzoeker en samensteller tentoonstellingen Bas Kortholt. “Ga niet alleen van jezelf uit, maar probeer je te verplaatsen in de ander. Probeer te snappen waarom oorlogsoverlevende Cortissos de vergelijking tussen de coronamaatregelen en de oorlog zo pijnlijk vindt.”
Empathie Het museum probeert met verschillende tentoonstellingen die geschiedenis invoelbaar te maken. Door verschillende persoonlijke verhalen die worden verteld, kunnen bezoekers zich inleven in de ander en naar een situatie kijken vanuit diens perspectief. “Empathie is niet per se sympathie hebben voor iemand,” zegt Tijenk,
‘ Ga niet alleen van jezelf uit, maar probeer je te verplaatsen in de ander’
“maar proberen te begrijpen waarom die jongen op de wachttoren een
bepaalde keuze maakt.” Het museum doet onderzoek naar nieuwe manieren om de geschiedenis van Westerbork te vertellen. Ondanks dat veel bezoekers graag zouden willen ervaren hoe het er destijds uitzag, worden delen van het kamp niet nagebouwd. “Onder meer omdat we Holocaustontkenning niet in de hand willen werken. Maar vooral ook omdat we geen valse beleving willen bieden. Gebouwen zullen er niet voor zorgen dat we kunnen voelen hoe het in 1943 in Kamp Westerbork geweest is”, zegt Tijenk. Onderzoeker Kortholt vertelt dat een recente pilot met een VR-bril diverse reacties opriep. Sommigen vonden de – weliswaar sobere – experience ethisch niet verantwoord, anderen vonden het weer niet ver genoeg gaan. “Ethische grenzen veranderen met de tijd. Wij willen die grens niet opzoeken, maar blijven onderzoeken waar die ligt”, zegt Kortholt. De conclusie vooralsnog is dat de bezoeker behoefte heeft aan een authentieke ervaring. Het museum wil daarom zoveel mogelijk delen wat er in het depot achter gesloten deuren ligt. De verhalen achter authentieke collectiestukken zoals de Westerborkfilm, brieven en uit de trein geworpen briefkaarten, zullen de rode draad vormen van de tentoonstellingen. Op het terrein van Kamp Westerbork zullen persoonlijke verhalen centraal staan die op de bezoeker zijn afgestemd. Tijenk hoopt dat zo’n project tot meer reflectie leidt. “We kunnen de wereld niet compleet veranderen, maar hopelijk kunnen we er een klein stukje aan bijdragen. Dat mensen hier weglopen en denken: het is toch complexer dan ik dacht. Maar onze taak is ook om een veilige haven te zijn voor de mensen voor wie Westerbork geen museum is, maar bijvoorbeeld de laatste plek waar ze hun moeder hebben gezien.” <
50 NCMagazine | voorjaar 2022
16-herinneren.westerbork-3.indd 50
14-03-2022 17:48
ONDERZOEK
Een dubbel perspectief op Srebrenica Het theaterstuk Gevaarlijke Namen, dat in september 2021 in première ging, is een uitzonderlijke vorm van ooggetuigentheater. Regisseur Boy Jonkergouw bracht Dutchbat-veteraan Raymond Braat en de in Nederland wonende overlevende van de Srebrenica-genocide Alma Mustafić bij elkaar in een professionele acteurssetting. Ze gaan de confrontatie aan over de raakvlakken van hun geschiedenis. door Erna Rijsdijk foto’s Jostijn Ligtvoet
| 51
20-onderzoek.ou-3.indd 51
14-03-2022 17:48
Deze en vorige pagina scènes uit Gevaarlijke Namen
Gevaarlijke Namen is niet het eerste theaterstuk waarin het Nederlandse aandeel in het Srebrenica-drama op de pijnbank van het theater wordt gelegd. In die eerdere stukken over Srebrenica staat Dutchbat centraal, en zijn relatie met het Nederlandse publiek. Dat onthaalde de Dutchbatters aanvankelijk als helden en zette ze daarna weg als lafhartige racisten. Meerdere Dutchbatters stapten zelf het podium op om begrip te vragen voor hun machteloze positie. En ook regisseur Boy Jonkergouw liet eerder, in Met Open Ogen (2018), drie Dutchbat-veteranen aan het woord over hun traumatische ervaringen in Bosnië. De vraag in dat stuk was of de trauma’s van de veteranen veroorzaakt werden door wat zij hadden meegemaakt of door het onbegrip voor hun positie bij thuiskomst. Het recente Gevaarlijke Namen verbreedt de blik op het drama, door het perspectief van een overlevende centraal te stellen.
Elektricien voor Dutchbat Ik geef les aan de Nederlandse Defensie Academie en bezocht Gevaarlijke Namen met mijn studenten. Deze toekomstige officieren
52
hebben nu de leeftijd waarop veel Dutchbatters naar Srebrenica vertrokken. Net als de Dutchbatters van toen wisten zij voor de voorstelling ook maar weinig over de achtergrond van de mensen aan wie de VN destijds bescherming beloofde. Hoofdrolspeelster Alma Mustafić brengt daar verandering in. Zij maakt het voor een jong publiek mogelijk om zich met haar en haar situatie te identificeren. Ze laat zien dat haar leven aanvankelijk niet zo ver verwijderd was van dat van de gemiddelde opgroeiende jongere in Nederland. Ze laat ook zien hoe de oorlog in Bosnië en de jarenlange aanloop naar de genocide langzaam binnendrong in haar leven. De titel Gevaarlijke Namen verwijst naar het proces van ontmenselijking dat onlosmakelijk met genocide verbonden is. Op grond van hun achternaam worden Alma en haar familie aan het begin van de jaren negentig door Bosnisch-Servische landgenoten tot vreemdeling verklaard. De politieke identiteit van een grote groep Bosniërs – de Bosniakken – wordt in rap tempo gereduceerd van Joegoslaaf tot moslim tot ‘Turk’. Een systematische en jarenlange militaire geweldscampagne, die door Servische
NCMagazine | voorjaar 2022
20-onderzoek.ou-3.indd 52
14-03-2022 17:49
ONDERZOEK
Dr. Erna Rijsdijk is universitair docent militaire ethiek aan de Nederlandse Defensie Academie. Ze promoveerde in 2012 aan de Vrije Universiteit met het proefschrift Lost in Srebrenica: Responsibility and Subjectivity in the Reconstructions of a Failed Peacekeeping Mission. Momenteel leidt zij samen met Guido Snel van de Universiteit van Amsterdam het Facing Srebrenica Project. Een onderzoek naar de toekomst van de visuele herinneringen aan Srebrenica.
leiders “etnische schoonmaak” genoemd wordt, maakt duizenden burgerslachtoffers en heeft grote vluchtelingenstromen tot gevolg. Alma Mustafić is veertien jaar als de Bosnische Serven in juli 1995 de ‘UN Safe Area’ Srebrenica onder de voet lopen, waar tienduizenden Bosniakken uit Oost-Bosnië dan hun toevlucht hebben gezocht. Meer dan achtduizend mannen en jongens uit de groep met de ‘gevaarlijke’ achternamen worden vervolgens door de Bosnische Serven als ‘pakketten’ ter vernietiging aan hun beulen afgeleverd. Alma vertelt hoe haar vader Rizo Mustafić als elektricien voor Dutchbat werkte, hoe de familie bevriend was geraakt met de Nederlandse militairen en waarom ze met het gezin veilig dachten te zijn op de Dutchbat-compound. Op 13 juli werden ze weggestuurd door de Dutchbat-leiding. Buiten de poort werd vader Rizo net als de andere mannen en jongens die zich nog op en rondom de compound bevonden van zijn gezin gescheiden, weggevoerd en niet lang daarna vermoord door de Serviërs. De vrouwen en kinderen – waaronder Alma met haar moeder, broertje en zusje – worden onder dreiging van mishandeling, verkrachting en moord in bussen richting ‘veilig’ gebied gestuurd.
Indringende vragen Alma’s tegenspeler in Gevaarlijke Namen is Dutchbat-veteraan Raymond Braat. Zij heeft hem indertijd niet persoonlijk ontmoet en Raymond heeft ook geen rol gespeeld bij het wegsturen van de familie. Toch heeft ze indringende vragen voor hem over haar laatste dagen in de ‘UN Safe Area’. Ze maakt duidelijk hoe belangrijk Raymonds getuigenissen voor haar zijn. Raymond laat op het podium ook zien waarom hij Veteraan zo worstelt met zijn getuigenis. Door de persoonlijke gesprekken die hij aan het Raymond begin van dit theaterproject heeft gevoerd laat op het met Alma, heeft hij de moed gevonden podium ook om in Gevaarlijke Namen te vertellen over zien waarom wat hij zag en deed. En vooral ook over hij zo worstelt wat hij – al dan niet door het beperkte VN-mandaat gedwongen – naliet te doen. met zijn Hij voelde destijds weinig verwantschap met de bevolking, maar kijkt daar nu heel getuigenis
anders op terug. Dutchbat was slecht geïnformeerd over de genocidale context van deze oorlog en de wijze waarop de duizenden vluchtelingen in Srebrenica terecht waren gekomen. Het knappe van het stuk van Jonkergouw is dat hij het bredere genocidale proces van de oorlog en het probleem van het etnisch nationalisme zichtbaar maakt aan de hand van het persoonlijke verhaal van Alma. Het is hem gelukt om de overtuigingskracht van de verhalen van zowel Alma als Raymond én hun talent om zichzelf te ‘spelen’ optimaal te benutten. Beiden krijgen door hun verhalen een gezicht en een stem, en nemen als elkaars getuigen het publiek mee in de confrontatie met hun diepste trauma’s. Daarmee brengen ze de onverwerkte geschiedenis van Srebrenica naar het heden en bijna tastbaar dichtbij. Ondanks het feit dat de Bosnische oorlog tegenwoordig een van de best gedocumenteerde oorlogen in de geschiedenis is, vinden velen het tot op de dag van vandaag moeilijk om te begrijpen wat zich precies ontvouwde tussen wat vaak quasi-neutraal de ‘strijdende partijen’ of een ‘burgeroorlog’ genoemd wordt. Zeker met het oog op de oplopende spanningen in het hedendaagse Bosnië is rond de genocide-educatie nog veel werk te verzetten. Gevaarlijke Namen kan daarin voor Nederland een rol spelen. Mijn studenten waren in ieder geval diep onder de indruk, en niet alleen omdat ze ooit misschien in de schoenen van Raymond komen te staan. Een van hen merkte na afloop op dat het Alma wellicht zou kunnen helpen als ze niet eerst en vooral als moslimslachtoffer wordt gezien, maar als BosNEak – ofwel als Bosnische Nederlander. De boodschap dat de Srebrenica-geschiedenis ook in Nederland voortleeft en dat deze niet losstaat van hoe wij onszelf en anderen definiëren, is overgekomen. Het stuk doet beseffen dat Srebrenica minder ver van huis ligt dan vaak gedacht wordt. < Gevaarlijke Namen is een coproductie van Boy Jonkergouw Producties, Het Zuidelijk Toneel en PAX.
WO2 Onderzoek uitgelicht Dit artikel is tevens gepubliceerd in WO2 Onderzoek uitgelicht (jaargang 10, nummer 5). Meer lezen over onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog? Kijk dan op tweedewereldoorlog.nl/onderzoekuitgelicht.
| 53
20-onderzoek.ou-3.indd 53
14-03-2022 17:49
Een week lang zal Den Haag overspoeld worden door de deelnemers aan de Invictus Games. Nadat het twee keer uitgesteld moest worden, gaat op 16 april de vijfde editie van het internationale sporttoernooi voor veteranen van start. Bij de wedstrijden op en rond het Zuiderpark staat de ware Olympische gedachte centraal: meedoen is veel belangrijker dan winnen: “Een medaille zou leuk zijn, maar het gaat erom dat we zover zijn gekomen.” door Linda Huijsmans
GETTY IMAGES FOR INVICTUS GAMES FOUNDATION
Invictus Games
54
Van rolstoelrugby tot handboogschieten en van zitvolleybal tot indoorroeien; een week lang zullen vijfhonderd atleten uit de hele wereld meedoen aan de Invictus Games. Dit internationale sportevenement is het initiatief van prins Harry, de Duke of Sussex, en is bestemd voor militairen die fysiek of mentaal gewond zijn geraakt. De eerste editie werd in 2014 in Londen gehouden. Na de VS, Canada en Australië zouden de Games in 2020 naar Den Haag komen. Voorzitter Mart de Kruif weet nog precies welke dag het was dat hij moest besluiten om ze niet door te laten gaan. “Dat was op 19 maart 2020. Binnen twee weken waren we allemaal overvallen door Covid, en de vooruitzichten waren slecht. Voordat we zouden beginnen met het opbouwen van de evenementlocaties moesten we een besluit nemen. Dat was moeilijk, want ik wist dat we onze sporters zouden teleurstellen, maar tegelijkertijd was het ook niet moeilijk: de hele wereld ging op slot, we konden niet anders.” De eerste versies van de Games waren groots maar duur geweest. Het heeft er zelfs even op geleken dat de editie van 2018 in Sydney de laatste was geweest. Maar Mart de Kruif en zijn collega’s bedachten een editie die compacter en bescheidener in omvang is. Met een budget van rond de 17 miljoen euro kan gesport
NCMagazine | voorjaar 2022
25-herinneren.invictumgames-2.indd 54
14-03-2022 17:50
worden op locaties op of in de buurt van het Zuiderpark in Den Haag. Alle extra’s, zoals congressen, zijn geschrapt en de organisatie ligt in handen van een klein team professionals dat wordt ondersteund door vele vrijwilligers.
Uitlaatveld Vijfhonderd deelnemers lijkt heel weinig, maar voor deze groep is dat echt het maximum, zegt De Kruif. “Onze deelnemers zijn fysiek of psychisch kwetsbaar. Ze kunnen weinig prikkels hebben, niet te veel lawaai om zich heen verdragen en ze vermijden grote massa’s mensen zoveel mogelijk.” Daarom zullen er stilteruimtes ingericht worden, wordt er geen vuurwerk afgestoken en is er een groot uitlaatveld voor de hulphonden. Ook de disciplines waarin de atleten uitkomen, zijn aangepast aan de doelgroep. “Boogschieten bijvoorbeeld is een sport waarbij rust en concentratie belangrijk zijn, terwijl de Driving Challenge juist de kans biedt om lekker rond te scheuren op een rulle zandvlakte.” Deelnemen is belangrijker dan winnen of, zoals Mart de Kruif het verwoordt: “De sporters gaan voor de relatieve prestatie, niet de absolute prestatie. Het gaat niet om records of medailles, maar om het feit dat ze er zijn.” www.invictusgames2020.com
ED O’MAHONEY FOR INVICTUS 2020
Ons estafetteteam is een mengelmoes van mensen met allerlei verschillende aandoeningen. Zelf heb ik MS. Ik verheug me erg op de Games, maar vind het ook spannend. Van tevoren weet ik nooit hoe ik me zal voelen. Ik laat het over me heen komen. We hebben dat ook geoefend. Zo zijn we naar Zandvoort geweest toen Max Verstappen daar zijn Formule 1-wedstrijd reed. Die dag was pittig, met al dat lawaai, al die mensen, al die indrukken. Je krijgt zoveel prikkels, ook teamgenoten met PTSS hebben het dan zwaar, maar we letten op elkaar. Op een gegeven moment liep ik even weg van de tribune en opeens dook een van onze psychologen naast me op. Het was fijn dat hij er was. In 2020 had ik besloten dat ik niet meer mee wilde doen. Ik kreeg MS nadat ik al uit dienst was, waardoor ik voor mijn gevoel niet bij de Invictusfamilie hoorde. Ik was de enige die dat vond, maar ze respecteerden mijn beslissing. Voor de editie van 2022 werd ik opnieuw gevraagd en ik had het team zo gemist dat ik meteen ja heb gezegd. Ik verheug me op alles wat ik bij de Invictus Games ga meemaken, maar het meest op de estafettewedstrijd. De euforie die je samen kunt delen als de wissels goed gaan, als iedereen op zijn best loopt. Dat is zo gaaf.”
MEDIACENTRUM DEFENSIE
Susanne Daalhuizen (40) doet mee aan de sprintnummers en indoorroeien
Ton de Haan (50) doet mee aan rolstoelbasketbal en zitvolleybal
ED O’MAHONEY FOR INVICTUS 2020
MEDIACENTRUM DEFENSIE
HERINNEREN
“Dat de editie van 2020 niet doorging, kwam mij niet zo slecht uit. Het ging in die tijd nog helemaal niet goed met me. Ik had veel last van PTSS en in die tijd had ik geen dagritme, geen structuur en vooral geen energie. Daar begon langzaam verandering in te komen toen ik gevraagd werd mee te doen met de centrale trainingen van het rolstoelbasketbalteam in het Militair Revalidatiecentrum in Doorn. Door de trainingen werd ik sterker, maar het was vooral het contact met anderen die in hetzelfde schuitje zaten, waardoor ik voorzichtig uit mijn isolement kroop. Daar ontmoette ik mensen die weten wat je hebt meegemaakt. We weten wanneer we elkaar moeten oppeppen of juist even met rust moeten laten. Een blik is vaak genoeg. Dit jaar kan ik er meer uithalen, omdat het beter met me gaat. Ik verheug me het meest op de openingsceremonie. Dat is het moment waarop ik vol trots aan de wereld laat zien wat we bereikt hebben. En we laten alle veteranen zien wat er mogelijk is: wij hebben ook in jouw schoenen gestaan en kijk eens waar we nu zijn. Het ging met vallen en opstaan, maar we zijn er gekomen.” <
| 55
25-herinneren.invictumgames-2.indd 55
14-03-2022 17:50
Leerlingen kennen de Holocaust van het witte doek Er ligt een nieuw advies over hoe les te geven over de Holocaust. Wat zijn de do’s en don’ts volgens de huidige inzichten? door Monique van Hoogstraten illustratie Lotte Dijkstra
Kinderen en jongeren lesgeven over de meest mensonterende episode uit de recente geschiedenis stelt docenten voor een moeilijke opgave. Zeker in een tijd waarin de spanningen in de samenleving onder invloed van de coronacrisis zijn toegenomen en in de debatten hierover vergelijkingen worden gemaakt met de Tweede Wereldoorlog. De Jodenster, getto’s, concentratiekampen, tribunalen – corona-ongelovigen verwijzen met het grootste gemak naar de Holocaust en alles wat daaraan refereert. “Covid heeft momenteel de plaats ingenomen van het Israëlisch-Palestijns conflict”, zegt Julia Sarbo, medewerker Educatie bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het is mede daarom dat ze blij is dat de aanbevelingen van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) over lesgeven en leren over de Holocaust nu in het Nederlands zijn vertaald. Ze zijn bedoeld ter ondersteuning van docenten in het primair en voortgezet onderwijs. In de aanbevelingen ligt veel nadruk op kennisoverdracht. Sarbo: “Historische
56
vergelijkingen gaan vaak mank. In oorlogsmusea gaat het steeds vaker om beleving, en minder om kennisoverdracht. De IHRA zegt dat je niet van mensen kunt verwachten dat ze zich respectvol uitspreken over iets waarover ze geen kennis hebben.” Het frustreert docenten soms, zegt Sarbo, dat hun leerlingen geen respect hebben voor de slachtoffers. Maar je moet ze eerst leren waarvoor ze precies respect moeten hebben, vindt ze. Terug naar de basis, dus. Wat waren de historische omstandigheden die leidden tot de Holocaust, waarom deden mensen mee, hoe reageerden Joden en waarom, waarom verzetten sommige mensen zich en anderen niet? Neem eerst de tijd om de verschillende aspecten van de vervolgings-
IHRA De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) is een internationaal netwerk van regeringen en experts uit meer dan dertig landen die onderzoek naar, educatie over en herdenken van de Holocaust willen uitdragen en bevorderen.
geschiedenis uit te leggen, stelt het advies, maak pas daarna de stap naar nu. Sarbo: “Jongeren hebben veel interesse voor de oorlog, blijkt uit onderzoek. Maar veel van die belangstelling komt voort uit Hollywoodkennis. De film The Boy in the Striped Pyjamas is in Engeland en Nederland zelfs een van de meest gebruikte bronnen voor Holocaustonderwijs. Ook in Nederland hebben veel jongeren die film gezien. In deze film gaat een Joodse jongen via een hek een concentratiekamp in en uit. Jongeren die de film hebben gezien, kunnen denken dat je zomaar het kamp in en uit kon. De Tweede Wereldoorlog is verworden tot spannend avontuur, de nazi’s zijn aliens geworden, alsof het geen mensen zijn geweest. De kinderen van nu hebben geen opa’s en oma’s die het hebben meegemaakt, zoals wij. Ze kunnen niet meer vragen hoe het zat of wat er is gebeurd. Daarom is het goed, zoals in de aanbevelingen is verwoord, om in het onderwijs terug te gaan naar de historische kennis. Weg van de sensatie.”
NCMagazine | voorjaar 2022
23-internationaal.educatie-2.indd 56
14-03-2022 17:51
INTERNATIONAAL
Hoe ervaren docenten lesgeven over de Holocaust?
Enkele van de aanbevelingen: • Wees niet bang om over dit onderwerp in gesprek te gaan. • Let op nauwkeurig taalgebruik. Vermijd ‘dadertaal’, zoals Endlösung. • Maak gebruik van recent academisch onderzoek, om de genocide in een bredere context te plaatsen: ‘Waarom en hoe kon het zover komen?’ • Kies teksten en afbeeldingen met zorg uit. Het gebruik van gruwelijke beelden is vernederend voor de slachtoffers en kan het stereotiepe beeld van Joden als slachtoffers versterken. • Zet de daders niet weg als ‘onmenselijke monsters’. De Holocaust was een menselijke gebeurtenis met menselijke oorzaken. • Laat Joden zien buiten de context van de Holocaust. • Geef leerlingen toegang tot primaire bronnen en leer ze kritisch omgaan met internetbronnen. Bekijk de educatieve aanbevelingen op holocaustremembrance.com
Jikkemien Kuypers docent geschiedenis vmbo, Atlascollege, Hoorn
Remme van der Nat, docent geschiedenis Visser ‘t Hooft Lyceum, Leiden
“Ik geef twintig jaar les en dus ook twintig jaar les over de Holocaust. In het begin was het ongemakkelijk, nu weet ik dat je heel open en eerlijk moet zijn. Leerlingen hebben grote interesse voor onderwerpen met veel leed, er heerst altijd een soort opgewonden sfeer rondom de Holocaust. Die buig ik de eerste les meteen om door wat heftiger beeldmateriaal te laten zien. Het ‘leuke’ is er dan meteen vanaf. Verder maak ik heel duidelijke afspraken over ‘grappig doen’ over de Holocaust; ik vertel welk gedachtegoed verbonden is aan de Hitlergroet en aan het hakenkruis.
“Het beeld dat we hebben van de oorlog is generatiegebonden. Voor mensen van onze generatie is de Tweede Wereldoorlog een vanzelfsprekend moreel anker. Leerlingen zeggen soms dingen die wij als heel schokkend ervaren. Ik vind het heel belangrijk om dan even met hen mee te buigen. Dus niet te zeggen: ‘Hoe durf je!’, maar daarover met ze in gesprek te gaan en ze feitenkennis bij te brengen. De Holocaust staat immers in tijd en dus in moreel opzicht veel verder van hen af. Jonge mensen maken bijvoorbeeld selfies bij een bezoek aan een concentratiekamp. Als je daar woedend over wordt, laat je een kans liggen.
Leerlingen voelen zich zo serieus genomen, ze begrijpen dat het over iets gruwelijks gaat. Ik sta niet achter het pedagogische idee dat je de tere kinderziel moet beschermen tegen heftige beelden. Weet je wat ze de hele dag op internet zien? Als ik ze een meisje van hun leeftijd laat zien dat is uitgehongerd, komt dat dichtbij en voelen ze echt mee. Op mijn school zitten ook kinderen met een Arabische achtergrond. Die hebben soms vragen over Israël. Ik leg dan uit waarom er na de oorlog zoveel Joden daarheen zijn geëmigreerd, want ze kennen die context niet. Als je er de tijd voor neemt, vallen de puzzelstukjes op hun plaats.”
Hetzelfde geldt voor het gebruik van historische symbolen. Een leerling die een hakenkruis tekent, zal vaak zeggen: ‘Ja maar ik ben geen nazi, hoor!’ Ze kennen de historische lading van zo’n symbool niet. Ik probeer dan uit te leggen dat ze zo wel bijdragen aan de verspreiding van dergelijk gedachtegoed. Hen kritisch leren omgaan met bronnen die ze op internet vinden is een heel belangrijk onderdeel van het huidige geschiedenisonderwijs. Je kunt over de Holocaust op internet vinden wat je wilt. Hen leren wat een ‘internet-bron’ waard is, is met name bij dit onderwerp essentieel.” <
| 57
23-internationaal.educatie-2.indd 57
14-03-2022 17:51
links: Cor Linssen met een foto van zijn vader, William Batts rechts: Cor Linssen ontmoet voor het eerst zijn nicht, Marian Obiegbu Chima
Zwart oorlogskind in een wit land Half wit, half zwart. Kroeshaar in het katholieke zuiden. Enkele tientallen kinderen in Limburg die kort na de oorlog werden geboren, zagen er heel anders uit dan de andere kinderen. Een documentaire vertelt hun verhaal. door Monique van Hoogstraten foto’s Omroep WNL
Stelt u zich voor: Zuid-Limburg in de jaren vijftig. Katholiek, behoudend en vooral wit. De gastarbeiders uit Marokko en Turkije kwamen pas later, Molukkers uit voormalig Nederlands-Indië ook. Mensen met een andere huidskleur waren een zeldzaamheid. “Cor vertelde ons dat kinderen aan hem zaten, zijn haar wilden voelen, hem vroegen of die kleur eraf ging.” Cor had een donkere huidskleur. Researcher Eric van den Berg (41) en regisseur Bram Endedijk (32) kwamen Cor Linssen op het spoor in hun zoektocht naar kinderen van zwarte Amerikaanse militairen. Van den Berg: “Bram en ik hadden een documentaire gemaakt over vier Nederlandse oorlogskinderen die werden herenigd met hun vader die ze nooit hadden gekend, soldaten van elders uit Europa. Daarna bleek dat er ook zwarte oorlogskinderen zijn.” Hun vaders kwamen uit de Verenigde Staten om in 1944 Limburg te bevrijden. In het Amerikaanse leger deden de zwarte soldaten het zware, onaanzienlijke handwerk. Ze ruimden puin na het bombardement van Roermond, ze groeven de graven op de begraafplaats in Margraten. Endedijk: “Toen ze na de oorlog thuiskwamen moesten ze nog een keer een oorlog uitvechten, voor hun gelijkwaardigheid.”
DNA De documentaire is het verhaal van een zoektocht. Naar een vader, dat allereerst. DNA-banken hebben inmiddels zoveel pro-
58
NCMagazine | voorjaar 2022
27-herinneren.zwartebevrijders-2.indd 58
14-03-2022 17:51
HERINNEREN
fielen, vertelt Van den Berg, dat vrijwel iedereen er een verwant kan vinden. Maar je vader? Het was monnikenwerk: de vader vinden van Cor Linssen en Wanda van der Kleij, de twee zwarte Limburgse kinderen over wie de documentaire gaat. “Je vindt naaste familieleden, je benadert hen, pluist hun stamboom uit, zoekt verder. En dan, ineens, weten Cor en Wanda wie hun vader was. Dat was voor hen, maar ook voor de Amerikaanse familie heel emotioneel.” De documentairemakers kwamen met de twee Limburgers in contact via Mieke Kirkels, Zij is de grote kracht achter de stichting Black Liberators en heeft zwarte Amerikaanse militairen die hebben geholpen met de bevrijding, een gezicht gegeven. Op de militaire begraafplaats in Margraten zijn 172 van hen begraven. Ook schreef ze Kinderen van zwarte bevrijders, een verzwegen geschiedenis (2017). Twee van die kinderen, Cor en Wanda, gingen met de documentairemakers mee naar Amerika. Cor Linssen (76): “Ik had het eigenlijk opgegeven. Ik heb jaren geprobeerd uit te vinden wie mijn vader was. Ik heb blanke ouders en blanke broers, maar de spiegel vertelde mij dat ik anders was. Op de kermis liep het hele dorp uit om naar mij te kijken.” De ontmoeting met zijn familie in Amerika heeft hem diep ontroerd. “Ik ga deze zomer met mijn vrouw daarheen, dat is toch fantastisch?” Een nare jeugd heeft hij allerminst gehad, vertelt Linssen. De man die hem heeft opgevoed, de vader van zijn broers,
maakte geen onderscheid. “Dat is er een van mij, zei hij gewoon, als mensen vragen stelden.” De enige periode in zijn leven waarin hij baalde van zijn uiterlijk was de puberteit. “Ik kon met mijn kroeshaar nooit een kuif maken zoals Elvis Presley had.”
Identiteit In de documentaire wordt niet alleen gezocht naar vaders, maar ook naar identiteit. Endedijk: “Voor iedereen in het verhaal speelt huidskleur een rol. De zwarte soldaten gingen mee om Europa te bevrijden, maar ze waren ondergeschikt aan hun witte kameraden. Het Amerikaanse leger was nog volledig gesegregeerd. Zij mochten het zware werk doen. Toen ze thuiskwamen, moesten ze weer achter in de bus zitten. En hun kinderen in Limburg, die werden bekeken als attractie. We laten zien wat dat betekende voor hun identiteit.” En de moeders? Konden zij helpen de kinderen wegwijs te maken? Van den Berg: “De moeder van Cor en ook de moeder van Wanda hebben nooit iets verteld. Het was taboe. Cor vertelde dat hij zijn moeder op haar sterfbed heeft gevraagd wat het verhaal was. ‘Niks’, zei ze. Het was te beladen.” < De documentaire Half an American, kinderen van zwarte bevrijders is een productie van WNL en wordt op 5 mei uitgezonden op NPO 2 om 22.10 uur.
| 59
27-herinneren.zwartebevrijders-2.indd 59
14-03-2022 17:52
‘ Als je iets groots klein maakt, begrijpt iedereen het’ Madurodam, wie kent het niet? Het miniatuurstadje achter de Haagse duinen, waar Hollands glorie in het klein te bewonderen is. Minder bekend is echter dat het themapark ook een echt oorlogsmonument is. En de thuisbasis van de Nationale Kinderherdenking 4 mei: een jonge traditie met grootse ambities. door Timo Waarsenburg foto’s Madurodam
Opgericht in 1952 verwierf Madurodam door de jaren heen binnen en buiten de Nederlandse grenzen faam als schaalmodel van het rijke Nederlandse erfgoed. En als mooie bestemming voor een dagje uit. Maar Madurodam is meer. Veel meer, vertellen commandant der Landstrijdkrachten luitenant-generaal Martin Wijnen (voorzitter bestuur) en initiatiefneemster Dorien Korsten van de Nationale Kinderherdenking 4 mei (NKH). Het stadje draagt immers niet voor niets de naam van
oorlogsheld en Ridder Militaire WillemsOrde: George Lionel Maduro. “Madurodam is een social enterprise avant la lettre en het vrolijkste oorlogsmonument ter wereld”, zegt Korsten. “Het is in 1952 opgericht om geld op te halen voor studenten met gezondheidsproblemen. En om de herinnering aan zijn naamgever levend te houden. Nog altijd zet Madurodam zich in om steun te bieden aan instellingen die een maatschappelijk, educatief of charitatief doel dienen. Maar daar is jarenlang
weinig aandacht aan besteed.” Tot zo’n tien jaar terug. Vanaf het moment dat Madurodam zich onder aanvoering van een nieuw bestuur weer meer op zijn kernwaarden ging richten, groeide ook de belangstelling voor George Maduro binnen het park. Er kwamen twee loden beelden van de oorlogsheld op het voorplein: één van George als kind en één in vol militair ornaat. Tegenwoordig krijgen kinderen die in zijn onbaatzuchtige geest iets goeds voor een ander hebben gedaan, hun naam in het loden beeld vereeuwigd. Korsten: “Zo komt het beeld, maar ook George, steeds meer tot leven.”
Kinderherdenking En in 2016 – het jaar waarin George Maduro 100 zou zijn geworden – organiseerde Madurodam voor het eerst een kinderherdenking op 4 mei. Die bijeenkomst trok zo’n 800 belangstellenden vanuit het hele land. Het jaar erop stonden er 2000 kinderen en dat aantal blijft jaarlijks toenemen. “De Nationale Kinderherdenking 4 mei voorziet duidelijk in een behoefte”, constateert Korsten. “Vrijheid, vrede, oorlog, onderdrukking, het zijn abstracte begrippen”, stelt Wijnen. “Maar het verhaal van Maduro maakt die begrippen tastbaar – zeker voor kinderen, die een gigantisch inlevingsvermogen heb-
60 NCMagazine | voorjaar 2022
26-herdenken.kinderenmadurodam-2.indd 60
14-03-2022 17:52
HERDENKEN
Maduro wordt in 1916 geboren in Willemstad en komt als kind met zijn ouders naar Nederland. Eind jaren dertig vertrekt hij naar Leiden om rechten te studeren. Zijn studietijd wordt echter doorkruist door de mobilisatie van het Nederlandse leger als Duitsland in 1939 Polen binnenvalt. Ook Maduro wordt als dienstplichtige onder de wapenen geroepen en als reserve tweede-luitenant der Cavalerie bij het Haagse militaire vliegveld Ypenburg gelegerd. En zo zit hij meteen in de vuurlinie als de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvallen. De Duitsers veroveren het vliegveld en maken een stelling in een nabijgelegen villa, Huize Dorrepaal. Maar ze rekenen buiten Maduro. Hij verzamelt zijn manschappen, verdrijft de vijand uit hun stelling en neemt Ypenburg in. Een actie die het Duitse aanvalsplan danig in de war schopt. En die Maduro – postuum – een Militaire Willems-Orde op zal leveren. Na de capitulatie helpt Maduro geallieerde piloten via Spanje naar Engeland te ontsnappen. In 1943 wordt hij, als hij zelf naar Engeland probeert te komen, echter opgepakt. Hij belandt in concentratiekamp Dachau waar hij op 8 februari 1945 overlijdt. Na de oorlog komen zijn ouders eigenlijk bij toeval in contact met Bep Boon-van der Starp, lid van de Raad van Bijstand van de Stichting Nederlands Studenten Sanatorium die Nederlandse studenten met tuberculose wil laten kuren en studeren. Met de bouw van een miniatuurstadje hoopt ze inkomsten voor deze stichting te verwerven. De vermogende ouders van George Maduro geven haar het startkapitaal voor dit initiatief, de gemeente Den Haag stelt een stuk duingrond beschikbaar. En in 1952 opent Madurodam zijn deuren.
ben. De herdenking is daarom helemaal door en voor kinderen. Als we in de toekomst willen blijven herdenken, moeten we het belang daarvan aan de jongste jeugd meegeven. Wij geven kinderen het besef dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. En we leiden zo de herdenkers op de Dam van morgen op.” Sterker, als het aan Korsten en Wijnen en hun collega’s ligt, krijgt de Nationale Kinderherdenking in de toekomst zelfs een gelijksoortige status als de Nationale Herdenking op de Dam. “Volwassenen denken graag dat het leggen van kransen de ultieme vorm van eerbetoon is”, zegt Korsten. “Maar daar denken kinderen vaak heel anders over. Wat voor hen een waardevolle manier van herdenken is, laten we hen graag zelf uitvinden. En dat is ook noodzakelijk. Anders hebben ze geen idee waar het over gaat. Daarom doen de kinderen bij ons alles zelf: ze vertellen de verhalen, voltrekken de plechtigheden, blazen de taptoe. En dat geeft ons ook de ruimte om andere en hedendaagse oorlogen erbij te halen. Er leven namelijk genoeg kinderen in Nederland voor wie de Tweede Wereldoorlog heel ver weg is. Maar oorlog niet. Door hen daar zelf over te laten vertellen, bereik je meer kinderen op hun eigen belevingsniveau. Het heeft
enorme impact om echte, waargebeurde verhalen en herinneringen te horen van leeftijdsgenootjes.”
Gezinnen Die aanpak spreekt niet alleen kinderen aan, maar ook veel volwassenen: de herdenking in Madurodam trekt elk jaar ook heel veel jonge gezinnen. Wijnen: “De Nationale Kinderherdenking maakt iets heel groots, heel klein. En dan begrijpt iedereen waarom het zo belangrijk is om ruim 75 jaar na dato nog steeds stil te staan bij de Tweede Wereldoorlog.” De Nationale Kinderherdenking vindt elk jaar plaats in Den Haag, maar is allerminst een Haags onderonsje. “Op 4 mei halen we met bussen uit alle provincies gezinnen op voor een dagje Madurodam en aansluitend het bijwonen van de herdenkingsplechtigheid”, licht Korsten toe. “Elk jaar, in de maand voorafgaand aan 4 mei, tuigen we daarbij voor kinderen in het land tal van activiteiten op die de bewustwording van vrijheid en het belang van herdenken aanmoedigen. Live, zoals bijvoorbeeld de Verhalendag waarvoor leerkrachten bij ons lesprogramma’s met echte verhalen kunnen opvragen. En online met onder meer podcasts. In al die activiteiten staan kinderen centraal. Maar het doel is om generaties te verbinden.” <
| 61
26-herdenken.kinderenmadurodam-2.indd 61
14-03-2022 17:52
De echo van de Slag bij Mill Maurice Buijense en Ludwig van Dijk bekommeren zich om het waarheidsgetrouw doorgeven van het verhaal over de Slag bij Mill, die plaatsvond tijdens de Duitse inval op 10 en 11 mei 1940.
grote en kleine verhalen, die feiten, details, beelden of gevoelens kunnen bevatten. Sommige gebeurtenissen zijn ondergesneeuwd geraakt door het grotere verhaal. Zo is de strijd op de Grebbeberg algemeen bekend, maar de Slag bij Mill niet. Ook zijn er bepaalde Tweede Wereldoorlogclichés ontstaan, bijvoorbeeld dat de Nederlandse soldaten zich meteen overgaven of de benen namen toen ze het moesten opnemen tegen het Duitse leger. Kom daar niet mee aan bij Maurice Buijense en Ludwig van Dijk. Zij zijn ieder op hun eigen manier gegrepen door dit stukje lokale geschiedenis. Van Dijk: “Dat cliché steekt me wel, er is wel degelijk hard gevochten in Mill. Met een kleine strijdkracht hebben ze de Duitsers behoorlijk lang weten op te houden. Het is jammer dat de oud-strijders die erkenning nooit kregen.” Ludwig is naast zijn werk als militair actief als vrijwilliger bij de stichting Sporen van de Oorlog en geeft rondleidingen over de Slag bij Mill. Het NoordBrabantse plaatsje Mill lag in een verdedigingslinie, de PeelRaamstelling. Die linie werd op 10 mei 1940 op verschillende punten aangevallen, maar alleen bij Mill lukte het de Duitsers om via ‘het Duitse lijntje’ per trein door te dringen. Het was daar een ongelijke strijd: twintigduizend Duitse soldaten tegenover zo’n twaalfhonderd Nederlandse soldaten. In het gebied staan de kazematten (bunkers) nog altijd in het landschap, waar nabestaanden en geïnteresseerden jaarlijks de slag herdenken. Dertig Nederlandse soldaten kwamen om, tegenover vijfhonderd gesneuvelde Duitse soldaten.
door Larissa Pans foto’s privécollectie Maurice Buijense Spaarnestad
Een zwart-witfoto uit het album van grootvader Buijense, genomen op een dag in 1938. Vijf mannen poseren op een grasveldje bij de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal. De spanningen in Europa lopen op, deze dienstplichtige militairen zijn opgekomen voor ‘hun nummer’. De jongen op de foto in het midden is Dirk Maarten Gerrit Buijense (1919-1991), de grootvader van Maurice Buijense. Hij was een van de dienstplichtige mannen die moesten meevechten tijdens de Duitse aanval op Nederland in de chaotische meidagen van 1940. Hij zat in het leger sinds 1938 en werd opgeleid om een PAG (pantserafweergeschut) te bedienen, maar onbekend is of hij het materieel ooit bediend heeft. Kleinzoon Maurice (1989) kan het allang niet meer vragen, want zijn grootvader is al ruim dertig jaar dood. De speurtocht van Buijense naar wat soldaat Buijense nou precies heeft meegemaakt bij de Slag bij Mill – een van de gevechten van 10 op 11 mei 1940 die Nederlandse soldaten leverden met Duitse invasietroepen – duurt al twaalf jaar. Over de soldatenjaren van zijn grootvader vond hij foto’s, briefkaarten en een oorlogszakboekje; tientallen snippertjes informatie die de verplaatsingen en de onduidelijkheid rondom de mobilisatietijd en de maanden erna enigszins weerspiegelen.
Mozaïek Van militaire groepen, boeren en schoolklassen uit de omgeving tot de Vrouwenbond: een bonte groep geïnteresseerden doet mee aan de rondleiding. Vrijwilliger Ludwig van Dijk (1970) leidt hen rond en merkt dat de derde generatie op zoek is naar antwoorden.
Vijf soldaten bij de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal, midden: grootvader Dirk Maarten Gerrit Buijense, 1938
62
SPAARNESTAD
Verhalen vertellen is een beproefde methode om de geschiedenis door te geven. De Tweede Wereldoorlog is als een mozaïek van
Een vrouw legt bloemen bij de graven van gesneuvelde Nederlandse militairen
NCMagazine | voorjaar 2022
17-herinneren.mills-2.indd 62
14-03-2022 17:53
HERINNEREN
Wandelen langs kazematjes Voor Dirk Maarten Gerrit Buijense was het geen theorie, maar de praktijk toen hij in 1938 werd opgeroepen voor het leger. En hij ging. Buijense: “In een briefkaart uit augustus 1939 aan zijn moeder schrijft hij dat hij bang is, want hij is met zijn bataljon naar de zuidgrens gestuurd. Mijn grootvader vertelde altijd hetzelfde over de capitulatie, hij zei: ‘Die diensttijd was een mooie tijd en toen kwam 10 mei. De sergeant kwam en die zei: ‘Het is gedaan, we hebben ons al overgegeven.’” Buijense denkt dat het een gefilterde versie van de gebeurtenissen is en dat Buijense niet kon of wilde vertellen wat hij in die oorlogsdagen heeft meegemaakt. “Want hij was opgeleid om een pantserafweergeschut te bedienen, hij staat er zelfs mee op de foto. Hij zat in Mill of Someren en is als krijgsgevangene op 11 mei afgevoerd. Mijn grootvader kreeg een wapen, het uur U kwam eraan en wat deed hij toen? De realiteit
Poseren bij de PAG, Pantser Afweer Geschut, 1938, diensttijd in Roosendaal. (Engelbrecht van Nassaukazerne). Dirk Maarten Gerrit Buijense zit op het ‘staartstuk’ van het stuk PAG.
is dat ik niet weet of hij de trekker heeft overgehaald. Die kans is wel aanwezig natuurlijk. Ik denk dat hij verschrikkelijke dingen heeft gezien en meegemaakt, en misschien ook heeft gedaan, en besloten heeft het er niet over te hebben. En niemand vroeg er ook naar.” Soldaat Buijense werd afgevoerd op 11 mei. “Opgepropt in veewagons en zonder voldoende voeding is hij het krijgsgevangenschap ingeslingerd. Ik heb drie voormalige krijgsgevangenkampen in oostelijk Duitsland gevonden waar hij mogelijk heeft gezeten.” Op 13 juni 1940 kwam Dirk Maarten Gerrit Buijense terug, in zwakke gezondheid. “Mijn grootvader zou de boerderij overnemen, maar dat ging niet meer. In de jaren vijftig trokken ze de stekker uit het bedrijf. De boerderij is verkocht, het werk bleek fysiek te zwaar voor hem.” Elk jaar is in park Acaciahof in Mill op 4 mei een herdenkingsdienst. Van Dijk: “Vóór corona kwamen er wel tweehonderd man op af – Defensie was erbij, de plaatselijke harmonie. Het is nu kleinschaliger, maar het wordt gaande gehouden; er is een kleine erewacht, er worden nog altijd bloemen gelegd en toespraken gehouden. Alle generaties staan er, elk jaar komt er een familie die hun hier gesneuvelde grootvader herdenkt. De laatste jaren zijn er ook steeds vaker Korea-veteranen en Indië-veteranen.” “We moeten eerlijk zijn,” zegt Buijense, “de slag bij Mill is slechts een detail van de oorlog. Maar er zat wel veel leed achter.” Het stoort hem als er badinerend wordt gesproken over het Nederlandse leger uit die tijd: “Het zou één grote ramp zijn geweest. Ik mis de grijstinten. Er was een groot vertrouwen in de Volkenbond, maar die bleek een tandeloze tijger. En mijn grootvader is niet weggerend. Hij was ‘slechts’ dienstplichtig soldaat, maar hij is gebleven en heeft met minimale middelen moeten vechten tegen die overmacht aan Duitse soldaten. Het is heel gemakkelijk om nu te zeggen: het was nutteloos.” < Meer informatie: www.mill1940.nl, www.zuidfront-holland1940.nl
SPAARNESTAD
Liefst zo concreet mogelijk. “Ze willen weten wat hun grootvader heeft meegemaakt als soldaat, hoe het was op het slagveld of daarna, in krijgsgevangenschap.” Er is een wandelpad uitgezet, langs de kazematjes waar nog inslagen van allerlei projectielen te zien zijn en er is een stukje spoorlijn gereconstrueerd. Van Dijk maakt als hobby miniatuur wargames, een soort maquettes waarin oorlogssituaties kunnen worden nagespeeld, compleet met bossen, bunkers en soldaten. Om dat waarheidsgetrouw te kunnen doen, pluist Van Dijk historische boeken en oorlogsdagboeken uit. Vijfentwintig jaar geleden spoorde hij oud-strijders op en interviewde hen over hun oorlogservaringen in Mill en omgeving. “Om de gaten in te vullen, de details. Ik was toen vaak de eerste aan wie ze hun ervaringen vertelden. Ze wilden in eerste instantie niet, maar als ze zagen dat ik echt geïnteresseerd was, kwamen ze los.” Van de Slag bij Mill maakte hij een maquette. “Ik ben zelf uitgezonden geweest, die dingen neem je mee in een rondleiding. Ik laat aan groepen bijvoorbeeld een bepaalde situatie uit de slag zien, geef de basisorders door die toen gegeven werden en vraag: hoe zou jij dat aanpakken? Dan beseffen ze vaak dat het niet zo zwart-wit is.”
De door Nederlandse militairen ontspoorde Duitse pantsertrein bij Mill
| 63
17-herinneren.mills-2.indd 63
14-03-2022 17:53
Op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef cultureel antropoloog en schrijver Sinan Çankaya (1982) een essay over meerstemmigheid in relatie tot herdenken. Voor NC Magazine licht hij alvast een aantal waarnemingen toe uit zijn essay Tegen heldere verhalen. Over het belang van meerstemmigheid. door Sinan Çankaya foto Marijn Smulders
Meerstemmige herinneringen Degene die herdenkt, kijkt door de bril van het heden en met het gewicht van een knapzak vol verhalen op de rug. We blikken terug terwijl we met beide benen in het hier en nu staan, ons hoofd vol van de beelden van dit moment, in onze mond de nu gangbare woorden. Pas in de jaren zestig bracht de protestgeneratie het Grote Verhaal over de oorlog – kort samengevat: het verhaal van offers, verzet en heldendom – aan het wankelen. Door de barsten en kieren heen ontstond toen pas ruimte voor het leed van Joden. Dit gegeven, waar ik niet bekend mee was, blies me van mijn sokken. Mijn verbazing is tweeledig. Ten eerste kan ik me bijna niet voorstellen – wat kan ik zeggen, ik ben het product van mijn tijd en Schindlers List werd ten slotte pas in 1993 gemaakt – dat de Jodenvervolging
niet centraal stond tijdens de herdenkingen op 4 mei. Ten tweede vind ik het van een bijzondere mentale lenigheid getuigen om de Jodenvervolging zo lang te negeren. Ondanks het in elkaar geknutselde karakter van 4 mei doet het ritueel zich na elke verandering als bij toverslag voor als een eeuwig natuurverschijnsel waar kennelijk geen mens aan te pas is gekomen. In werkelijkheid is de discussie rond 4 mei over wie we herdenken, en wie dat bepaalt, voortdurend in beweging.
Meerstemmigheid Het is belangrijk om die discussie te blijven voeren en het is daarbij van groot belang dat álle stemmen gehoord worden. Meerstemmigheid gaat over het onderzoeken van blinde vlekken, het ontsluiten van nieuwe bronnen, het versterken van voorheen gesmoorde stemmen die een aanval – dit woord kan ik niet uit de weg gaan – op het geweld – en ook dit woord is opzettelijk gekozen – op de officiële geschiedschrijving vormen. Door ruimte te maken voor de onvermijdelijke, knette-
rende gesprekken – bijvoorbeeld over 4 en 5 mei, Joodse roofkunst, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, de figuur Piet, koloniale objecten uit het Caraïbisch gebied en de herinneringen van arbeidsmigranten en vluchtelingen – kunnen musea, erfgoedinstellingen en het onderwijs deze gesprekken mogelijk adequater het hoofd bieden. Ook in mijn ogen is het hoog tijd voor meer verbeeldingskracht in de representatie van de Tweede Wereldoorlog. Wie meerstemmig kijkt, komt vanzelf uit bij de Marokkaanse soldaten die hebben meegevochten om Europa te bevrijden van naziDuitsland; wie meerstemmig kijkt, durft te experimenteren met historische empathie en maakt ruimte voor herinneringen ‘die nu eenmaal als een hond gaan liggen waar ze willen’, zoals Cees Nooteboom al zei. En Nederlanders met een vluchtelingenachtergrond hebben weer hun eigen herinneringen aan oorlog en conflict; wie meerstemmig kijkt, weigert nog langer het verhaal van Anton de Kom in twee stukken te knippen: de man was een antikoloniale,
64 NCMagazine | voorjaar 2022
21-Essay.meerstemmigheid-2.indd 64
14-03-2022 17:54
ONDERZOEK
Op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef Sinan Çankaya het essay Tegen heldere verhalen. Over het belang van meerstemmigheid. Lees het hele essay op 4en5mei.nl of bestel een papieren exemplaar.
revolutionaire vrijheidsstrijder die zich tegen het Nederlands koloniaal bewind verzette én hij was een verzetsheld die tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte in het communistisch verzet. Musea, erfgoedinstellingen en herinneringscentra, maar ook de kunsten, zoals de literatuur en film, kunnen helpen om de wereld meerstemmig te begrijpen. Ze helpen ons om werelden te verbeelden die zich verzoenen met ons gemeenschappelijk lot. <
Aanbevelingen • Geef ruimte aan grijze vertellingen; meerstemmigheid is tegen heldere verhalen. • Zoek actief naar de verhalen die nu niet worden verteld. • Overstijg het nationale kader van herinneringsrituelen. Deze perceelachtige logica van herinneringen stopt verhalen in een nationale mal; welke verhalen worden erdoor uitgesloten? • Biedt een podium aan verhalen die ons gezamenlijk menselijk lot verbeelden, onze gemeenschappelijkheid.
| 65
21-Essay.meerstemmigheid-2.indd 65
14-03-2022 17:54
Nieuwe module over Nederlands-Indië op denkboek.nl Op www.denkboek.nl, de website bij het 4 en 5 mei Denkboek, is een nieuwe module over NederlandsIndië geplaatst. Drie (fictieve) kinderen vertellen over hun leven tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Deze kinderen vertegenwoordigen verschillende perspectieven, en laten zien hoe je de gebeurtenis-
sen van verschillende kanten kunt bekijken. In de module is ook aandacht voor de dekolonisatieoorlog. Daarnaast treffen leerlingen vragen aan die in de klas besproken kunnen worden. De verschillende standpunten helpen leerlingen van groep 7 en 8 om deze complexe geschiedenis beter te begrijpen.
SANNE VAN DER MOST
Adopteer een monument
Dit jaar is er extra aandacht voor het project Adopteer een monument. Dit project, het langstlopende educatieve project van het Nationaal Comité, wordt ondersteund door vfonds. Het comité werkt binnen dit project samen met de Oorlogsgravenstichting. In 2022 wordt onderzocht hoe de betrokkenheid van lokale comités bij Adopteer een monument vergroot kan worden. Daarnaast komt er een grote promotiecampagne om scholen te wijzen op de mogelijkheden om een monument te adopteren.
66 NCMagazine | voorjaar 2022
12-stavaza-2.indd 66
14-03-2022 17:55
HERDENKEN EN VIEREN
Stand van zaken door: de redactie
BART MAAT/ ANP
Resultaten onderzoek dekolonisatieoorlog 1945-1950 gepresenteerd
Op 17 februari werden bij het NIOD, partner van het Nationaal Comité binnen het Platform WO2, de resultaten gepresenteerd van het onderzoek ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’. Uit de belangrijkste conclusies van het onderzoek blijkt dat de Nederlandse krijgsmacht tijdens de dekolonisatieoorlog veelvuldig en structureel extreem geweld heeft toegepast onder meer in de vorm van executies, marteling en het in brand steken van dorpen. Het geweld was structureel en werd niet gecorrigeerd omdat er op alle niveaus de bereidheid was de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten. Minister-president Rutte heeft naar aanleiding van het rapport “diepe excuses” aangeboden aan de bevolking van Indonesië. Bovendien constateerde hij dat excuses op hun plaats zijn voor iedereen in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven.
Webshop vrijheid-pin vernieuwd Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft sinds half maart een vernieuwde webshop. In de webshop kun je de vrijheid-pin bestellen. Met het dragen van de vrijheid-pin laat je zien dat je vrijheid belangrijk vindt. De vrijheid-pins zijn verkrijgbaar voor kleine en grote afnemers; er zijn sets van vijf, vijftig en 150 pins. Bestel op tijd en wees verzekerd van voldoende pins om uit te delen in aanloop naar en op 4 en 5 mei, want vrijheid deel je met elkaar!
Meer informatie: ind45-50.nl en niod.nl
| 67
12-stavaza-2.indd 67
14-03-2022 17:55
VR JHEID DEEL JE MET ELKAAR
€5,-
30-werf.CPNB-1.indd 68
Vanaf 3 mei beschikbaar in de boekhandel
14-03-2022 17:56