2 minute read
Ook sprinkhanen profiteren van de ’
Omdat het kabinet zich later dit jaar buigt over de toekomst van onze rivieren, maakten ze hiervoor een actieplan: Ruimte voor Levende Rivieren. Want ook al gaat het op veel plekken beter, voor planten en dieren is het rivierengebied nog verre van optimaal. Zo is het voor trekvissen (zalm, steur, paling, elft) onmogelijk om vanuit zee de rivieren op te zwemmen naar hun voortplantingsgebieden. De ooibossen zijn te klein en te jong, waardoor de zwarte ooievaar nog altijd niet broedt in ons land. Voor edelherten is het niet mogelijk om op de oevers voedsel te zoeken.
Vrijheid
Advertisement
Het zijn zo maar wat voorbeelden die illustreren dat er nog het nodige te verbeteren valt aan onze riviernatuur. Wat Gaby Bollen betreft kan de Grensmaas daarbij een voorbeeld zijn, met als rode draad: “Geef rivieren de vrijheid, wij moeten op onze handen gaan zitten. We zien in de Grensmaas welke factoren voor succes zorgen: meer ruimte, betere verbindingen met natuur op land en meer afwisseling in het landschap. Als die basis er is, kun je de natuurlijke processen hun werk laten doen. De planten en dieren komen dan vanzelf.”
Om de natuur ook in de rest van het rivierengebied te versterken, willen de opstellers van Ruimte voor Levende Rivieren verschillende functies combineren (scheepvaart, woningbouw, landbouw, delfstofwinning, recreatiesector). Met hun graafwerk kunnen grind-, zand- en kleiwinning voor de benodigde ruimte zorgen, ruimte voor 33.500 hectare riviernatuur, die tegelijkertijd hoogwaterveiligheid verbetert en de rivieren bevaarbaar houdt bij lage waterstanden. Dat dergelijke ingrepen een enorme impuls voor de natuur zijn, zien we bij de Levende Grensmaas. Wandelaars, fietsers en kanoërs genieten bovendien volop van de vrije rivier.
Riviernatuur wereldwijd onder druk
Overal in de wereld kampen riviersystemen met verlies aan biodiversiteit. Vervuiling, stuwdammen, stuwen, sluizen, dijken, irrigatie, kanalisering en invasieve soorten eisen hun tol. Ook klimaatverandering heeft effect op rivieren. De afgelopen zes jaar waren in Europa bijvoorbeeld de waterstanden in de rivieren lager dan gemiddeld.
Rivieren en meren zijn de grootste zoetwaterreservoirs op aarde, die bovendien rijk zijn aan planten en dieren. Die rijkdom neemt in rap tempo af. In de afgelopen vijftig jaar is het aantal soorten met ruim twee derde afgenomen. Vooral met de vissen gaat het slecht: een achteruitgang van bijna 90 procent. Van de zogenoemde megavissen, zoals de steuren, een familie van meer dan twintig vissoorten die tot 3,5 meter lang kunnen worden, zijn de aantallen sinds 1970 met 94 procent afgenomen.
Biodiversiteit neemt spectaculair toe
De Maas krijgt steeds meer een natuurlijk karakter. Hoe pakt dat uit voor de biodiversiteit? In het water breidt rivierfonteinkruid zich sterk uit. Op de oevers breiden planten als rode ogentroost, Engelse alant, hartgespan en gewone agrimonie zich uit. Kleine steentijm, mantelanjer en zilverhaver zijn nieuwe soorten. Er komen soorten op de grindbanken, zoals wit en zacht vetkruid, kandelaartje en bermooievaarsbek. Ook komen ooibossen met schietwilgen, zwarte populieren, zoete kersen en zomereiken tot ontwikkeling, waarin aalscholvers en blauwe reigers broeden; op de bodem breiden aronskelk en daslook zich uit. Rugstreeppadden en boomkikkers profiteren van de ondiepe poelen langs de rivier. Kleine plevieren, visdieven en oeverlopers broeden op eilandjes en in de ruige graslanden brengen veldleeuweriken hun jongen groot. In de ruigtes en struwelen doen onder meer roodborsttapuiten en kwartelkoningen het goed. Nachtegalen en spotvogels houden stand, terwijl deze soorten landelijk gezien achteruitgaan. Libellensoorten die afhankelijk zijn van stromend water in rivieren, keren terug, zoals blauwe breedscheenjuffer, beekrombout en rivierrombout. Ook bij de vlinders zijn er goede berichten. Soorten die kenmerkend zijn voor rivierdalen, zoals bruin blauwtje, koninginnepage, gele luzernevlinder en kleine parelmoervlinder, doen het goed. Ook loopkevers, nachtvlinders, graafbijen en -wespen profiteren van de natuurontwikkeling. Er zijn inmiddels dertien soorten sprinkhanen, waaronder greppelsprinkhaan en kalkdoorntje. Ook grotere dieren vonden hun plek in de Maasvallei, zoals bever, das en wild zwijn. Met de Maas komen ook zuidelijke soorten naar ons land, mogelijk voortgedreven door de klimaatverandering. Vlinders als staartblauwtje en scheefbloemwitje bijvoorbeeld, en de vuurlibel. Maar er ook komen ook ongewenste soorten met de rivier mee, zoals Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, zwartbekgrondel en vederesdoorn.