2 t/m 5 augustus 2016
Dag 1 Dinsdag 2 augustus 2016 27,9 km Volgens de weervoorspellingen zou het de hele dag regenen, maar toen ik vanmorgen op stond hadden ze het weer eens bij het verkeerde eind. Om 9 uur heb ik de wandelschoenen aan en begin ik aan mijn tocht vanaf het slaapadres. Na slechts 500 zit ik al op het Twentepad. Op de website van de wandelroute had ik al allerlei doemscenario’s gelezen van slechte bewegwijzering tot niet onderhouden paden. Ik ben benieuwd wat deze dag mij gaat brengen. Het eerste beste weiland kan ik mijn geluk al niet op. Op slechts 10 meter afstand staat een ree mij aan te kijken. Helaas komen er twee kwebbelende dames aangejogd, dus het ree maakt zich snel uit de voeten.
Het eerste stukje gaat door een vrij weids landschap. Hier en daar een prachtige boerderij, bosjes, lanen met oude bomen of een landschapselement. De weg gaat omhoog. Omhoog? Ik zit toch in Twente? Toch moet ik een berg op lopen, wel te verstaan de Hakenberg. Ah, hier noemen ze dat een stuwwal en daar bovenop vind ik de landgoederenzone. Als eerste kom ik dus bij landsgoed Hakenberg van Natuurmonumenten. De eerste kennismaking is een aangename. Een rustpunt! Dat is in dit geval een kleine pipowagen waar je een kopje
koffie, thee en ranja met een gevulde koek kunt krijgen. Zelfbediening en in goed vertrouwen. Een prachtig concept. Tegenover het rustpunt vind ik glooiend landschap waar nog met het puntje van een boerderij uitsteekt bij een bankje met een hartje erin. Zeker, dit landschap verdient liefde.
Lopend over Landgoed Hakenberg kom ik langs diverse graanakkertjes met wat korenbloemen en andere mooie bloemen. Ik kom voorbij het zwarte landhuis, wat ik niet goed kan zien. Wat ik wel kan zien zijn de oude boomgaard en de ijskelder, beide opgeknapt. Dit kleinschalige landschap zorgt ook voor grote dichtheid aan buizerds. De hele route cirkelen ze boven het landschap.
Dan zegt mijn GPS dat de route rechtdoor gaat, maar de markering in het veld zegt toch ĂŠcht linksaf een smal paadje in. Ik kies ervoor om de markeringen te volgen. Al snel kom ik in het volgende landgoed. Ik glooi met het landschap mee door naar het volgende landgoed. De boerderijen staan ver genoeg uit elkaar voor de beleving van een wijds, kleinschalig landschap. Pas bij een boerderij aangekomen zie je weer de volgende. Bij het volgende landgoed aangekomen verwelkomt een prachtige kapel in Twentse stijl mij bij Egheria.
Na een stukje door het bos gelopen te hebben kom ik bij een prachtig graslandje. Hier weet Natuurmonumenten wel raad mee. Aan het einde van het grasland staat een boerderij. Nou, die heeft geen slechte locatie uitgezocht om te wonen was mijn eerste gedachte. Ik kom dichterbij en zie dat de boerderij mooi is opgeknapt. Die schuur die erbij staat heeft ook een vrij nieuwe aanblik, maar er zijn vele details in verwerkt, zoals het gevlochten stro aan de zijkant. De houten koets staat onder afdak al klaar om er mee weg te rijden. Om de schuur heen gelopen zie ik dat ik op Erve Middelkamp ben terecht gekomen. Hier houdt Natuurmonumenten voor de regio Twente kantoor en er kan een groepsaccomodatie gehuurd worden. Nou, geen slechte locatie lijkt me.
Na een stukje statig beukenbos, het oversteken van wat zompige graslandjes begraasd met limousines kom ik bij de provinciale weg. Deze steek ik over en ik beland in Elfterheurne, weer een gebied van natuurmonumenten. Ik loop door twee graanakkers en ineens een informatiebordje over flora in natuurakkers van Landschap Overijssel, heb ik iets gemist. Kennelijk niet, want volgens de bordjes ben ik toch nog steeds bij Natuurmonumenten en het pad slingert mij langs een beukenbosje, een nat graslandje en een kleinschalig landschap.
Na een enorme goed beveiligde paardenranch kom ik in een Engels landschapspark met de naam Kalheupinkpark. De statige bomen in het grasland vormen samen met de kunstwerken een mooi decor. Hier kom ik twee andere Twentepadlopers tegen. Ze lopen de route op een beschrijving en zijn het niet eens over de te lopen 40 meter. Ik wijs ze erop dat ze goed lopen en vervolg mijn weg naar het centrum van Oldenzaal. Voor ik daar ben kom ik nog een grote richtingaanwijzer van diverse LAW’s tegen. Ik kruis hier het Marskramerpad, het Overijssels havezatenpad en het Noarberpad en in september komt hier ook nog het Hilligerspad bij. Na een korte wandeling door een statige wijk kom ik bij een mooi monumentje. Op de weg is in de verharding rails nagemaakt en staat er een treinstopper. Het infobordje leert mij dat hier eens de tijd van textielindustrie een tram liep van Oldenzaal naar Denekamp. De lijn werd geopend in 1903. Daarna reden er ook nog personentreinen over de rails. Na 1942 is de lijn niet meer gebruikt. Ik loop voorbij een aantal rijenwoningen die ik mijn ogen een soort koloniedorp van de textielindustrie. Op een hoek vind ik de nieuwbouw die staat op de plek waar ooit eens textielfabriek van Molkenboer stond. Er staan 7 vrouwenbeelden bij. Het bordje leert mij dat mevrouw Molkenboer na het overlijden van haar man de leiding van de fabriek op zich nam. Ze was groot voorstander van meer vrijheid voor vrouwen. Niet alleen ten aanzien van leidinggeven, maar ook het korset moet wijken. Dus ze ging mooiere onderkleding maken. De beelden laten dit zien.
Na een rondje door historisch Oldenzaal en een bezoekje aan de kerk loop ik het stadje weer uit en kom ik in recreatiedomein Het Hulsbeek. De ondertitel is ‘leef de natuur’, maar het eerste wat ik zie is een kartbaan. Daar gaat mijn natuurhart niet echt sneller van kloppen. Als de route het bos in loopt zie ik iets leukers. Een speelbos bij de Gammelkerbeek. Langs een traject van de beek staan er allemaal speelaanleidingen die iets met het water doen. Als je als kind hier droog weggaat heb je denk ik niet écht gespeeld. Na een welverdiende lunch loop ik langs de plassen en over bruggen van het gebied. Ik kom voorbij de oude Erve Hulsbeek en even laten blijk ik op het kerkepad te lopen dat over de heide loopt en vroeger de mensen van Deurningen naar Oldenzaal leiden. Ik kom uit bij een beekje met veel weidebeekjuffers (en dazen). Ik loop het gebied uit en beland weer in het boerenlandschap. Dit is een ander landschap dan voor Oldenzaal. Nog steeds her en der een bosje, nog steeds landschapselementen of een losse boom, maar het landschap is weidser. Hier is duidelijk een ruilverkavelingetje geweest.
Na een tijdje het fietspad te hebben gevolgd wil de markering ineens dat ik het hoge gras in loop. Klopt dit wel? Dan krijg ik een bordje met betreding op eigen risico te zien, wel met een sticker van het Twentepad. Hmm, we zullen maar doorlopen. We nemen een schuinliggend half versleten bruggetje over de Gammelkerbeek en belanden letterlijk in een grasjungle. Bramen en brandnetels staan wel 2,5 meter hoog en hangen over het pad samen met pitrus en allerlei grassen. Is dit een pad? Iets over het hoofd gezien? Nee, dit moet het toch ĂŠcht zijn. Ik loop een stukje door. Het gaat wel. Na 50 stappen is mijn broek doorweekt. Gelukkig is het een sneldrogende broek. Door de planten wordt het steeds moeilijker het pad te vinden. Soms komen we aan de oever van de beek. Het is prachtig om te zien hoe hij door het landschap slingert. Het is hier een prachtig stukje struinnatuur, maar ik denk dat voor de oudere wandelaars dit pad (welk pad?) geen pretje is.
Eenmaal bevrijdt van alle bramen en brandnetels die zich aan je vastklampen loop ik over een aantal veldwegen met kleinschalig uitzicht en een broekbosje genaamd het Gammelke van Staatsbosbeheer naar Saesveld. Bij binnenkomst van het dorp word ik direct begroet door een immense kerk die om gracht is. Bijzonder voor zo’n klein dorp. Het voorterrein van het gebouw is eveneens opmerkelijk, een soort park, toegankelijk via een ophaalbrug. Leuk aangelegd!
Ik loop het dorp weer uit en via een konijnenrijke veldweg bereiken we het Molenven van Landschap Overijssel. Dit mooie ven is door eigenaar Natura Docet in beheer gegeven bij deze organisatie. Een waterhoentje schreeuwt het uit als ik langs kom. Hij verstopt zich in de gagel. Ik merk nog een slaap en krapplek van een reebok op en loop de slagboom het gebied uit. Het was een mooie eerste dag van deze tocht.
Dag 2 woensdag 3 augustus 2016 29,1 km Als ik uit mijn bed stapte voel ik mijn kuiten al. Na het ontbijt word ik weer terug gebracht naar het eindpunt van gisteren. Het miezert een beetje, maar volgens buienradar zou dat snel over moeten zijn. Ik begin vol goede moed aan mijn tocht. Een beetje stram, maar het gaat goed. Direct vallen mij de aantallen fietsers op. Ze hebben een blaadje bij en een vlaggetje achterop, kennelijk ergens een georganiseerde tocht. Hopelijk gaat de route snel naar een pad waar geen fietsers komen. Ik beland wederom op een oud kerkpad, deze keer naar Hertme. Het pleintje van dit dorpje is knus. De route laat mij langs een enorm openluchttheater lopen. Ow, in september komen Racoon en Typhoon, dit is dus niet zomaar een lokaal dingetje. Via een paadje achteraf kom ik via een broekbosje bij het eerste beek, de Deurningerbeek. Lang is deze kennismaking niet want we zijn niet voor niks in het landgoed van Nederland, dus we gaan naar landgoed Weleveld.
Nadat we dit verlaten hebben kom ik uit bij een reconstructie van een oude landweer bij een klein vennetje. Wederom gaat de route langs een beek, deze keer de Oude Bornse beek. Ik kom bij een bruggetje en het knooppuntenpaaltje waar de markering voor het Twentepad op staat geeft mij een dubbel gevoel. Er staan twee markeringen op. De ene zegt rechtdoor en de andere linksaf. Ik kijk om met heen en zie dat vanuit linksaf ook de geelrode markering komt en ik kies dus voor linksaf. Na enkele kilometers merk ik dat de route weer terug gaat naar waar ik vandaan kom. Tja, dat is niet handig. De GPS geeft echter aan dat het routetraject dat ik heb afgelegd wel klopt, dus ik besluit dat te volgen. Vervolgens stuit ik op mooie natuurontwikkeling langs de Bornse Beek. Echter is het verboden toegang, dus mijn GPS route klopt daar niet. Wat nu? Teruglopen naar waar het fout ging? Dat is een eind terug, dus veel extra KM’s. Ik zag nog wel een markering van een vage geelrode kleur, loopt de route hier dan toch? Toch maar het zandpad vervolgen. Navragen bij aanliggende huizen werkt ook niet: “Twentepad? Nooit van gehoord.” Aan het einde van de inmiddels landweg stuit ik op de doorgaande N-weg van Borne naar Almelo. Hier zit ik toch écht verkeerd. Ik bestudeer de kaart van de route op de officiële website en vergelijk deze met de GPS data van dezelfde website. Allebei een totaal ander traject. En ik? Ik ga op geen van beide. Ik zie dat een brug die 3 km verderop ligt wel op beide trajecten ligt, dus die moet goed zijn. Maar het idee om van die 3 km er eerst 1,5 langs deze raasweg te moeten lopen lonkt niet echt. Mijn blik stuit op de bushalte die hier toevallig staat. Een blik op het bord laat zien dat ik toch ook een beetje geluk heb. Over 4 minuten komt de enige bus die hier eens in het uur langs komt. Via mijn GPS kan ik de route van de bus en de volgende haltes achterhalen en vergelijken met de namen op het bord. Ok, als ik drie haltes verder uitstap en dan daar weer het buitengebied in loop kom ik bij die brug. De bus komt en ik stap in. Ik kijk op het bord dat in de bus hangt en merk als snel dat ze hier nog niet zo gecultiveerd zijn als in Limburg. Geen luidsprekers die de volgende halte benoemen, geen TV die de volgende haltes laat zien. Ik laat de buschauffeur maar even weten bij welke halte ik eruit wil. Maar goed dat ik dat gedaan had, want met het mee tellen kwam ik maar tot 2 haltes, terwijl hij mij er gelukkig wel bij de goede, kennelijk toch de 3de, eruit laat.
De weg die ik moet lopen is geen straf. Direct buiten Almelo is het landschap kleinschalig met mooie boerderijen, typisch Twente. Aangekomen bij desbetreffende brug tref ik inderdaad de markering weer en zie ik dat ik van rechts had moeten komen. Achteraf blijk ik bij het twijfelpaaltje dus rechtdoor hebben moeten lopen. Ik volg mijn weg langs het water met de leuke naam Loolee. Ik kom uit bij het landgoed Huize Almelo, een statig landgoed met een 3,3 km lange statige Gravenallee. Wandelend over deze allee kom ik langs het tolhuis waar op de muur nog staat hoeveel ik voor mijn geit moet betalen.
Na een mooie omweg door wederom een kleinschalig landgoed laat de route mij langs het kanaal van Almelo-Nordhorn lopen. Een kanaal dat al sinds de aanleg van het Twentekanaal buiten gebruik is geraakt en een grote natuurcorridor door Twente vormt. Nadat ik een nieuwbouwwijk in aanleg heb mogen bewonderen, gaat de route verder langs de Markgraven. Deze beek heeft het waterschap weer laten meanderen, de oever zijn natuurlijker gemaakt en het schouwpad is verbreed zodat je er gemakkelijker overheen kunt wandelen. Ik verlaat Almelo en wordt door diverse borden verwelkomd in de gemeente Tubbergen, kennelijk wandelgemeente bij uitstek in het Nationaal Landschap Noord-oost Twente. Nou, wandelen dat doen we wel. De Markgraven slingert vrolijk door het Tubbergse landschap. De beek geeft voldoende afleiding in het voor de rest vrij open landschap. Hier vallen de grote aantallen torenvalken op. Ik neem even een kleine pauze bij De Boderie, een leuk streekwinkeltje.
Na het verlaten van de beek komen we bij het laatste landgoed van de dag: Schultenwolde. Hierin ligt een ven met daarom heen een combinatie van droge en natte heide met jeneverbessen. De heide bloeit uitbundig. Als ik doorloop kom ik bij Erve Volmerinck, een prachtige boerderij met bijgebouwen incl. oude landbouwwerktuigen. Net een openluchtmuseum, prachtig dat mensen zo iets doen en hun erf open stellen voor wandelaars.
Bijna in Tubbergen aangekomen kom ik nog langs een reusachtig beeld van Dr. Schaepman. Eind 19de eeuw was hij priester, dichter en politicus in ons land. Hij was geboren in Tubbergen en dat willen de inwoners hier graag laten zien. Via de oprijlaan van het voormalig kasteel De Eeshof kom ik Tubbergen binnen, nu een ouderencentrum. Het waren vermoeiende kilometers, maar ik heb het gehaald. Benieuwd wat de dag van morgen gaat brengen. Oh ja, en die buienradar? Het heeft nagenoeg de hele dag gemiezerd, niet echt top wandelweer. Eenmaal in de auto begon het pas echt hard te regenen. Dan viel die motregen toch nog best mee.
Dag 3 donderdag 4 augustus 2016 22,5 km De vermoeidheid van de spieren begint toe te slaan. Twijfel alom of ik wel ga beginnen met etappe 3. Volgens de computer zou het ‘maar’ 26 km zijn en dus minder dan de afgelopen 2 dagen. Kennelijk heb ik ergens verkeerd gekeken, want het is uiteindelijk maar 22,5 km. Na gedropt te zijn in Tubbergen ging ik op weg. Nog wat moeizaam en stram, maar eer ik een kwartier op weg ben gaat het best aardig. Naar mate de kilometers vorderen wordt de dichtheid aan boerderijen steeds minder. Na de eerste ondernemer die bewust iets met het Twentepad doet en zijn camping er naar vernoemd heeft pakt de route de loop van de Mosbeek op. Lopend langs het stromende water en poelen over smalle paadjes loop ik steeds verder weg van de bewoonde wereld. Het lijkt trouwens wel nationale huisvlijtdag. Bij iedere boerderij die ik überhaupt passeer is iemand wel aan het bladblazen, grasmaaien, ramen wassen, schilderen of stofzuigen. Ga me bijna schuldig voelen. De Mosbeek stroomt liefelijk door het Twentse landschap en ik volg hem op de voet.
Nadat ik de laatste boerderij heb gehad kom ik het bos van het Overijssels Landschap. Het dal van de Mosbeek noemen ze het, maar het bos is meer dan alleen de Mosbeek. Ik loop over de al uitbundig bloeiende heide en ik kom bij de Cirkels van Jannink. Een experiment van deze boer die naar Amerikaans model het beter vond om zijn akkers rond te maken, zodat het hij rond kon ploegen en niet hoefden te keren. Dat zou efficiënter zijn. Het feit dat dit de enige cirkels van het land zijn, zegt genoeg om te weten dat het experiment kennelijk niet gewerkt heeft. Eenmaal bij de cirkels aangekomen valt als eerste op dat ze wel héél groot zijn. De eerste cirkel is heide met zeer veel berkenopslag. Hier zouden ze eens een paar dagen moeten trekken. Voor ik bij de tweede cirkel ben loop ik door een heideterreintje met mooie jeneverbessen. Op de tweede cirkel zijn ze aan het maaien, jawel in een cirkel.
Lopend langs de grens met Duitsland, die ik herken aan een houtwal, kom ik langs een gereconstrueerde grafheuvel wat ooit een hunebed schijnt te zijn geweest. Ik passeer een grafheuvelveld en een commiezenhut waar in de tweede wereldoorlog grenswachters zich schuil hielden op zoek naar smokkelaars. Het bos is gevarieerd, met hier en daar een heideveldje, oude bomen, de beek en het prachtige uitzicht vanaf de Galgenberg. Na kilometers en kilometers lopen kom ik bij klein klustertje van drie gebouwen. Een daarvan is de Molen van Bels, een oude watermolen langs deze al eerder genoemde Mosbeek. Het terras straalt ĂŠchte boerengezelligheid uit en ik besluit er mijn lunch te nuttigen. Dan loop ik door naar een van de andere twee gebouwen. Dit is de Molen van Frans, ook een watermolen langs de Mosbeek maar dit is een onbemand infocentrum van Landschap Overijssel.
Daarna loop ik weer verder het bos is. Her en der in het landschap tref ik rogge-akkers aan, er zitten wel bloemen doorheen, maar het is erg minimaal. De rogge wordt gebruikt door de plaatselijke bakker om er brood van te maken. Daarna beland ik in het Springendal van Staatsbosbeheer. Na de Paardenslenkte, een groot heideveld, kom ik bij de bronnen. Ooit was dit een landgoed en dat is nog goed te zien aan de aanwezige rododendrons, kunstmatige beekjes, bruggetjes, vijvertjes en watervalletjes. Een beeld ter nagedachtenis aan natuurbeschermer Victor Westhoff kijkt over een mooi doorstroommoerasje. Na het Springendal zie ik weer de eerste huizen en loop ik na een ronduit schitterende wandeling Ootmarsum binnen.
Dag 4 vrijdag 5 augustus 2016 15,5 km Nog maar een klein stukje van de route voor dat ik rond ben. De laatste loodjes. De route gaat eerst door het oude centrumpje van Ootmarsum. Klein en leuk plaatsje, veel oude pandjes met galerieĂŤn. Het is een gezellig centrumpje met terrasjes.
Ik ga uiteraard niet meteen zitten. Ik verlaat het plaatsje helaas wat minder fraai, namelijk langs een lange rechte weg bij een wijk in aanbouw. In de wijk staan wel enkele leuke kunstwerken. Eenmaal weer buiten de dorpse bebouwing is het landschap wel weer wat minder kleinschalig, maar zeker niet minder aantrekkelijk. Veel landschapselementen sieren de omgeving. De route gaat over een zandpad en overal om mij heen roepende en vliegende buizerds. Wel zes tegelijk. Beetje bedreigend is het wel. De route kiest een paadje langs de Hollandergraven. Hier zitten veel reigers te wachten met hun kop naar beneden op een maaltje.
Leuke van dit pad (welk pad?) is, dat het dwars door de weilanden loopt. Écht een beleving dat je helemaal alleen op de wereld loopt. Dat het nog kan in Nederland zo’n beleving te hebben. De route wijst me uiteindelijk via een bruggetje naar de overkant van de sloot. Nou ja, bruggetje? Twee planken…… Maar ja een keuze heb ik niet en het ziet er stevig genoeg uit. Aan de andere kant van het bruggetje twijfel ik even over de route. De Hollandergraven blijven volgen of het weiland oversteken. Ik kan met mijn camera (en gelukkig heb ik 30x zoom) inzoomen op het hekwerk aan het einde van het weiland en daar zie ik de markering staan, dus ik weet waar ik heen moet. De route gaat over de Huneborg, een ringwalburg uit de Middeleeuwen. Voor archeologische opgravingen heeft het Landschap Overijssel voor een klein deel de ondergroei verwijderd.
Daarna kom ik uit bij het Kanaal Almelo – Nordhorn. Die kennen we nog van twee dagen geleden. Ook hier volop natuur. Veel eenden, meerkoeten en zelfs een ijsvogel die opvliegt. Hij vliegt de hoek om naar een andere beek, de Voltherbeek. Mijn route doet hetzelfde en de ijsvogel blijft maar voor mij uitvliegen van tak naar tak. Hij verstopt zich steeds tussen de bladeren en als ik te dicht bij kom vliegt hij verder. Op een gegeven moment blijft hij zitten en ik kom steeds dichterbij. Hoe goed ik ook in desbetreffende struik kijk, ik zie niks blauws. Toch knap dat zo’n fel gekleurde vogel zo onopvallend kan zijn. Ik laat ‘m met rust. Dan maar geen foto.
Verder lopend langs de beek komen we uit op Landgoed Singraven. Een prachtig landgoed met oude bomen, een dubbele watermolen, een kasteelpark, een mooi kasteel en een groot bos waar het riviertje De Dinkel rustiek doorheen stroomt. Een geweldig landschap, een idylle. Het is er druk. Veel fietsers. Het landgoedwinkeltje en de horeca in de molen doen goede zaken. Bij de stuw klettert het water van De Dinkel hard naar beneden. De Dinkel staat hoger dan 3 dagen geleden. Nu heeft het wel geregend maar zo veel zou ook weer niet. Terwijl ik langs de statige hekken van het kasteel loop, is een bruidspaar met hun trouwfoto’s bezig.
Vanaf nu volg ik de loop van de Dinkel. De rivier slingert er lustig op los. Ik passeer nog enkele oude boerderijen. Van het eens vast statige Sterrebos is niet vele meer over. Ik herken er weinig van in het bos.
Nadat ik het plaatsje Beuningen heb gehad zoekt de route opnieuw de Dinkel op. Na veel geslinger doemt daar dan toch ineens onze camping op. Alleen wel aan de verkeerde kant van het water. Dat betekend wel dat ik er bijna ben. Nadat ik voor de laatste keer het water via een brug oversteek pak ik nog net even landweer mee die door Landschap Overijssel weer zichtbaar is gemaakt. Dan steek ik het pad in terug naar de camping.
Het Twentepad zit erop! Het was een prachtige 95 km die ik gelopen heb. Zeker de moeite waard voor iedereen die het ook zou willen lopen. Rust en natuur zijn de kenmerken van dit mooie landschap!