NoordZ april 2022, Drenthe

Page 1

ZW D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

‘IK ZIE MEZELF MEER ALS BOER DAN ALS BOERIN’ AGNES LENSING PAGINA 22


ADVERTENTIE

Streven naar verdere verduurzaming van de landbouw In de huidige tijd wordt meer dan eens duidelijk hoe belangrijk voedselzekerheid is. Tegelijkertijd groeit de klimaatdiscussie en de rol die de landbouw daarin speelt. Voor LTO Noord waren het al drukke tijden, maar de rol van de belangenbehartiger in alle discussies die gaande zijn en plannen die worden gemaakt, is belangrijker dan ooit. Eén conclusie wil Trienke Elshof, voorzitter regiobestuur Noord, alvast trekken: We moeten zuinig zijn op de landbouw in ons land.

Het idee leeft dat alles wat we willen eten en drinken er altijd is. Deze tijd bewijst het tegendeel. Dat moet ons de ogen openen, niets is vanzelfsprekend. Ze merkt in de hele discussie dat er anders naar voedselzekerheid wordt gekeken. Het is daarom belangrijk dat we producenten en consumenten dichter bij elkaar gaan brengen. De bewustwording rondom voedsel moet groeien. Je weet pas wat je mist als het er niet meer is. Stof opwaaien We spreken haar kort nadat minister Christianne van der Wal het nieuwe stikstofplan presenteerde, een plan dat zoals verwacht veel stof deed opwaaien onder boeren, maar ook in politiek Den Haag. Het geeft aan hoe ingewikkeld de materie is. Dat er iets moet gebeuren, daar is iedereen het over eens. Over de manier waarop verschillen de meningen.

Niet over de boer praten, maar met Dat vindt regiobestuurder Arend Steenbergen, die de belangen van de Drentse boer zo goed mogelijk probeert te behartigen. Ik vind het schokkend hoe er momenteel over de landbouw wordt gepraat. En dat terwijl er in de laatste jaren behoorlijk veel is gebeurd op het gebied van het milieu. Via innovaties proberen we op allerlei manieren het milieu te ontzien. En ook met managementmaatregelen, waarbij we bijvoorbeeld door minder eiwit in het voer de uitstoot van stikstof kunnen verminderen. Steenbergen, zelf eigenaar van een melkveebedrijf met 120 koeien, ziet en ervaart dat er veel op de boer afkomt. Als de politiek met de boeren blijft praten, dan komen er oplossingen. Samenwerken luidt het credo, zo vindt hij. Als voorbeeld noemt hij het project Boer, Burger en Biodiversiteit. Daarin werken we samen met de provincie en diverse natuurorganisaties. Er zijn inmiddels zeven projecten opgestart die de biodiversiteit en landschapskwaliteit ten goede komen, zonder dat dit ten koste gaat van het verdienmodel van de boer. Daar moeten we met elkaar naartoe en daar gaan we ons de komende tijd blijvend voor inzetten.

Arend Steenbergen

Trienke Elshof Er zijn drie mogelijkheden om de stikstofuitstoot in de agrarische sector te verlagen. Ten eerste is dat de uitstoot van stikstof per bedrijf verlagen, bijvoorbeeld door managementmaatregelen, innovatie of emissiearme stalsystemen. Met managementmaatregelen, vaak innovatief, hebben we het bijvoorbeeld over het verminderen van eiwitten in veevoer, waardoor de emissies naar beneden gaan. Of water toevoegen aan mest, wat veel emissiereductie meebrengt of het stimuleren van weidegang, waardoor de mest automatisch wordt gescheiden van de urine. Zo zijn er allerlei pilots gaande die moeten bijdragen aan een vermindering van de uitstoot. De drie Noordelijke provincies hebben een plan ingediend, Laaghangend Fruit geheten, om deze managementmaatregelen aan te kunnen bieden met geld van het Rijk, waardoor er snel resultaat kan worden bereikt. Een tweede mogelijkheid om de stikstofdruk op de natuur te verminderen is het verplaatsen van bedrijven die te dicht bij een Natura 2000 gebied staan. En als laatste, en daar is de meeste ophef over ontstaan, is het laten stoppen of opkopen van de zogenaamde piekbelasters. Dat moet altijd vrijwillig gebeuren , vindt Trienke. Verduurzaming Onze uitgangspositie is gericht op een verdere verduurzaming van de landbouw , geeft ze aan. Er gebeurt al veel op dat gebied en er kan een versnelling plaatsvinden, mits we niet gelimiteerd worden door allerlei bepalingen, regels en het rechtssysteem. Dat weerhoudt boeren er vaak van om grote stappen op het gebied van duurzaamheid te kunnen nemen. Bovendien kost verduurzamen geld, het mag niet ten koste van het verdienmodel gaan. Ze wijst erop dat in Noord-Nederland het aantal

Wij zijn de belangenvereniging van boeren en tuinders. Door boeren en tuinders te helpen met ondernemerschap, innovatie en duurzaamheid, nemen we ze mee naar de toekomst. Heb je vragen over belangenbehartiging of lidmaatschap kijk dan op www.ltonoord.nl / of bel met 088 888 66 66

intensieve veehouderijen ten opzichte van provincies als Brabant en Limburg gering is. Ook hier ligt echter een opgave om stikstof te reduceren. In de gebiedsgerichte aanpak moeten boeren betrokken worden bij de uitwerking van de plannen. Wij pleiten niet voor generieke maatregelen, maar juist daar maatregelen nemen waar het nodig is. Door het gebied aangedragen, het gebied moet zelf aan zet zijn. LTO Noord is ervan overtuigd dat NoordNederland bij uitstek geschikt is voor een florerende landbouw. Een regio waar landbouw naast de dorpen en de natuur kan bestaan, met respect voor elkaars belangen. Naar die balans zijn we elke dag op zoek. Vanuit de gedachte dat de werkgelegenheid in Noord-Nederland voor een belangrijk deel afhankelijk is van de agrarische sector. Daarnaast zijn we een belangrijke leverancier van melk en graan voor eigen gebruik en pootaardappelen. Alleen met elkaar kunnen we tot oplossingen komen die voor alle partijen aanvaardbaar zijn. www.ltonoord.nl


DUURZAMER, MAKKELIJKER EN LEKKERDER, DAT WORDT ONS VOEDSEL p allerlei manieren wordt gewerkt aan een wereld waarin wij, de consument, steeds duurzamer kunnen eten. En dat het ook lekkerder wordt en makkelijker om in te slaan.

O

Neem de vier grote noordelijke coöperaties – FrieslandCampina, Avebe, Agrifirm en Cosun – die hierin samenwerken. Of het nu gaat om groene mest of kansrijke eiwitgewassen, om er twee voorbeelden uit te lichten. Het gezamenlijke resultaat is belangrijker dan de vrees dat de concurrent een kijkje in de keuken kan nemen.

Het citaat op de cover is van Agnes Lensing (41), boer, spreker en ‘agrarisch ambassadeur’ uit Gasselternijveen. „Het klopt dat Boer zoekt Vrouw mij bekendheid heeft gegeven. Ik ben boerin Agnes, zo kennen mensen me en dat helpt me op mijn missie om meer mensen te laten kennismaken met het boerenleven. Overigens zie ik mezelf meer als boer dan als boerin. Bij boerin denk ik aan een vrouw die haar man helpt op de boerderij. Bij ons is dat niet hoe het gaat. We doen het echt samen, ik sta het liefst tussen de koeien.’’

Een ander verhaal in deze NoordZ dat een kijkje in de toekomst geeft gaat over de slimme aardappel. Een apparaatje dat net als de pootaardappelen de grond ingaat maar dat dan de temperatuur en het vochtgehalte meet. Én hoe het voelt om gerooid te worden. Gegevens waarvan de boer leert. Net zoals de drones die dankzij ‘5Groningen’ in een handomdraai vertellen waar de gewassen besproeid moeten worden. En waar niet. Wat de eettrends zijn hier in het Noorden staat in het openingsverhaal van deze NoordZ. Om de hoek op zoek naar vegetarisch gemaksvoedsel. Zoals gezegd, op allerlei niveaus wordt er in Drenthe, Friesland en Groningen aan gewerkt om ons het zo makkelijk mogelijk te maken.

Ondernemers van wie je je afvraagt hoe (on)gemakkelijk zij het hebben zijn de zelfstandige winkeliers die hun plekje verdedigen tussen de machtsblokken van de AH’s en Jumbo’s. Een zelfstandige winkelier in Haren, een rijdende winkel in Friesland en een toko in Assen vertellen hoe zij zich onderscheiden. ,,Wij hebben warenkennis. We weten precies wat erin zit en waar het vandaan komt’’, stelt Fokko Jan Wolters. Kom daar maar eens om bij de grote supers. Alles draait natuurlijk om ondernemerschap. Zit het tegen, zorg dat je nieuwe kansen ziet en grijpt. Boerin Agnes, alweer vijftien jaar geleden speelde de Drentse een hoofdrol in Boer Zoekt Vrouw, is zo’n ondernemer. In de rubriek De Spiegel vertelt ze dat ze na fikse tegenvallers niet de handdoek gooide maar nieuwe uitdagingen aanging. En met succes. Op het eerste gezicht misschien geen smakelijke gedachte, een Mac Insect op de menukaart bij de hamburgerketen die nog steeds het ene na het andere restaurant opent. Toch geloven ze in Beilen, waar ze met vijftien mensen bij Wadudu onderzoek doen naar insecten, dat het over tien jaar zo ver is. Namens de redactie, veel leesplezier

COLOFON

INHOUD

NoordZ is een bijlage van Mediahuis Noord

04

Sporten, vastgoedzaken regelen op je mobiel en minimalistisch design Drie afleveringen van de rubriek Start me up

11

De grootgrondbezitter die zijn land verpacht is kampioen passief inkomen vergaren Column Ronald Mulder

12

Zelfstandig tussen de AH’s en Jumbo’s ,,Ik koop zoveel mogelijk producten in die Albert Heijn en Jumbo niet hebben’’

16

Dilemma’s bij bedrijfsopvolging spelenderwijs bespreken Doel is dat er aandacht wordt besteed aan de wensen van ieder familielid

18

Drones en slimme aardappelen die vertellen hoe het onder de grond is Zo kun je heel precies je akker besproeien

22

‘Ik heb de gesprekken met mijn vader nodig’ Boerin Agnes in rubriek De Spiegel

26

Worden insecten de nieuwe miniveestapel van de toekomst? Eén keer per week insecten bij het eten in plaats van vis

30

Om de hoek op zoek naar vegetarisch gemaksvoedsel 7 voorbeelden in Drenthe, Friesland en Groningen

34

Vier grote coöperaties zoeken naar duurzamer en beter voedsel Cosun, FrieslandCampina, Avebe en Agrifirm zitten niet stil

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Roel Snijder Theo Zandstra Marja Boonstra Vormgeving Alie Veenhuizen Telefoon bijlagenredactie 058-2845477 E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg NoordZ ook online op het blog www.noordz.nl

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 3


Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Jan Anninga. Marjorie Noë, Geert Job Sevink wilde dat zelf. Je wilt gewoon weten op welke manier je het beste met je oudere zus kunt omgaan. Afgezien daarvan ben ik er ook gewoon mee opgegroeid natuurlijk, met de speciale aspecten daarvan. Het heeft alle keuzes op het gebied van school en werk eigenlijk bepaald. Op het hbo wist ik zeker dat ik er meer mee wilde doen, met deze doelgroep.’’

UniekGezond Wie Tamar van der Veen, sportkundige en psycholoog Wat programma dat sport inzet als middel om de gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking te verbeteren Waar Groningen Waarom vanwege eigen ervaringen en de wil om mensen te helpen Wanneer sinds 2020 Hoe via VentureLab, dankzij netwerk, met behulp van sportschool, met door zus ontstoken drive

Ze studeerde af op een van de lastigere vraagstukken rond dit thema: hoe regelen we de financiering? ,,Dat is moeilijk, want de cliënten vallen onder verschillende financiële systemen en hebben met gemeentelijk beleid te maken, dat overal anders is. Meestal hebben ze een Wajong-uitkering, maar hebben ze ook een hulpvraag waaraan een WLZ (Wet Langdurige Zorg) of een WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) wordt gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een pgb (persoonsgebonden budget). Allemaal afkortingen en regelingen. Word daar maar eens wijs uit.’’

e kan niet zo goed stil zitten. Tamar van der Veen (23) beweegt zoveel mogelijk. In de sportschool, op de fiets, op het voetbalveld, waar haar cliënten haar maar brengen. UniekGezond heet haar prille onderneming. Onder die naam geeft ze individuele sport- en beweegcoaching aan mensen met een verstandelijke beperking. ,,Die groep wordt niet goed bediend, terwijl werken aan gezondheid daar vaak extra belangrijk is.’’

Z

Het kan. Vooral omdat UniekGezond sport beschouwd als middel om gezonder te worden, kan het pgb worden ingezet. ,,Een voorbeeld? Ik begeleid een jongen met autisme die meer zelfvertrouwen zoekt. Dat doe ik door middel van sport. We gaan bijvoorbeeld basketballen en klimmen. Je ziet hem vooruitgaan. Op die manier krijgt hij toch een zorglabel en is er weer meer mogelijk.’’

Dat weet Tamar als geen ander. Haar oudere zus heeft een verstandelijke beperking, dus ze zag van dichtbij dat het aanbod niet goed genoeg is. ,,Binnen zorginstellingen bestaan meestal wel sportlessen. Dat is heel fijn, maar het gaat om grote groepen waarin individuele sportbegeleiding amper mogelijk is. Daar is sporten vaak een doel, niet een middel om gezonder te worden. Voor mijn zus wilden wij wat anders, meer gericht op contact en algehele gezondheid, maar dat is er niet of nauwelijks. Bij haar zorginstelling in Dwingeloo hebben we haar meer begeleiding gegeven, met de focus op sporten. Ze is er 20 kilo door afgevallen.’’ STEEDS BEWUSTER Als dat voor haar zus kan, dan moet het voor meer mensen zoals zij kunnen, dacht Tamar. En dat doet ze nu ook. UniekGezond haalt cliënten van huis op, neemt ze mee naar de meest geschikte plek om te sporten en te praten, en brengt ze weer thuis. ,,Meestal op de fiets, soms lopend. Een beetje afhankelijk van waar we heen gaan. Een van mijn cliënten, een jongen, wil eigenlijk vooral voetballen. Dus dan gaan we naar een voetbalveld. Anderen willen liever naar een gym, dan doen we dat.’’ Het is meer dan alleen samen sporten. Tamar heeft goed contact met haar cliënten, praat met ze over hoe het gaat, over eten, drinken, gezondheid. ,,Dat werkt. Ze zijn er steeds bewuster mee bezig. Ook omdat ik tabelletjes maak waarop ze zien dat ze conditioneel vooruit gaan, dat ze kilo’s verliezen of wat ook maar ons doel is.’’ Wie de doopceel van de uit Meppel afkomstige ondernemer zou lichten, ziet dat ze nergens anders dan hier had kunnen terechtkomen. Ze

CONCEPT VERDER UITBOUWEN Om ouders een lichtend pad te geven door het woud aan regels en regelingen, besloot Tamar zich in de laatste fase van haar studie te storten op geautomatiseerde hulp. ,,Met Google Forms. Mijn doel is dat ouders op mijn formulier invullen wat ze zoeken en de antwoorden meteen krijgen, dat precies uitgelegd wordt wat ze moeten doen om hun kind aan het sporten te krijgen.’’

TAMAR VAN DER VEEN

UNIEKGEZOND: MEER DAN SAMEN SPORTEN deed de minor toegepaste psychologie en studeerde sportkunde, en verenigt de kennis uit die studies nu. Ze werd ook reisleider bij groepsreizen voor mensen met een verstandelijke beperking. Veel eerder al in haar leven vond ze dit pad. ,,Ja, dat is zeker dankzij mijn

4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

zus. Je zou haar best de geestelijk moeder van UniekGezond kunnen noemen.’’ Al op jonge leeftijd volgde Tamar cursussen over de omgang met mensen met een verstandelijke beperking. ,,Nee, dat moest niet. Ik

Om dat ingewikkelde streven verder uit te werken, sloot ze zich aan bij VentureLab. ,,Daar heb ik veel geleerd, echt een mooie tijd. Ik kwam er ook tot de conclusie dat ik me vooral wil bezighouden met sport en contact met mensen, niet met de IT-oplossing die ik had bedacht. Dus we kijken nu of dat deel door iemand anders kan worden overgenomen. Ik blijf ervan overtuigd dat het een fantastisch instrument zou zijn.’’ Tamar van der Veen wil mensen helpen. Zoveel mogelijk. ,,Ik ben eigenlijk nog maar net begonnen, maar ga dit concept zonder meer verder uitbouwen. Over een jaar of vijf? Dan heb ik heel Nederland laten zien hoe belangrijk sport en gezondheid zijn, specifiek voor de doelgroep waarvoor ik werk. Ik zie voor me dat er dan een platform is waar instructeurs zoals ik zich kunnen aansluiten en verstandelijk beperkte mensen helpen op de manier die UniekGezond al neerzet.’’ Ze werkt er hard aan. ,,Volgens mij is er maar één manier nu om te groeien en meer impact te hebben: ik moet op het vizier komen van gemeenten. Zij moeten mij opnemen in de lijst met goedgekeurde zorgaanbieders. Als dat lukt, breidt het zich snel als een olievlek uit.’’

Terug naar het doel van de jonge Duitsers. Ze werken aan producten die ons het leven makkelijker maken in een steeds complexere omgeving. Het volgende kunststukje kan weleens een nieuw type toetsenbord worden. ,,Dat is een goed voorbeeld van hoe het met de ontwikkeling van de technologie niet goed is gegaan’’, legt Moritz Angermann uit. ,,Heb je weleens gekeken hoe de toetsen gepositioneerd zijn? Schuin onder mekaar. Dat is omdat dat bij een oude typemachine met inkt nodig was vanwege de hamertjes. En nu is het nog hetzelfde. Dat is gedachteloos doorgaan met produceren wat er al was. Qua ergonomie is zo’n toetsenbord ook funest.’’

Arc Phone Accessories Wie Moritz Angermann, Niclas Bertelsen en Tom Theuer Wat minimalistische telefoonbeschermers Waar Groningen Waarom de visie dat het tijd is voor ‘reshaping technology interaction’ Wanneer sinds 2020 Hoe dankzij veel praten, deelname aan VentureLab, hard werken, mooie investeerders en inbedding in het ‘ecosysteem Wasaweg’ ard werken. Die kreet lijkt uitgevonden voor Tom Theuer (25), Moritz Angermann (26) en Niclas Bertelsen (25). ,,Wij willen hier nu alles aan geven. Dat moet ook in deze fase’’, vertelt Theuer. Gezamenlijk werken de drie Duitse Groningers aan de verwezenlijking van een droom, die kort samengevat neerkomt op: technologie is er om de gebruiker ervan beter te maken.

H

Hij is bezig met de oplossing. De variant van Arc bestaat uit twee losse delen (voor elke hand één), voorzien van ingenieuze technologie die de muis overbodig maakt. Er wordt nog mee getest, maar het prototype, bestaande uit 3D-geprinte onderdelen, maakt al indruk. ,,Ons model is precies aan de gebruiker aan te passen, op een uiterst eenvoudige manier. Dat is hoe het moet.’’ De drie ontmoetten elkaar in Groningen, waar ze praatten over technologie en vrij snel tot de conclusie kwamen dat ze gezamenlijk aan de bak zouden moeten. Tom Theuer en Moritz Angermann maakten kennis tijdens hun studie Artificial Intelligence (,,Die opleiding is nergens in Europa beter dan in Groningen. Daarom kwamen we hierheen.’’) Tijdens hun deelname aan het Honours College (bekend van de ‘extracurriculaire vakken’ voor studenten die veel in hun mars hebben) liepen ze psychologiestudent Niclas Bertelsen tegen het lijf. ,,We deden een Summerschool Constitutional Law in Polen. Daar is het begonnen. We spraken samen over producten en design en konden er niet meer over ophouden.’’

In praktische zin is dat streven te zien in het eerste product dat de drie op de markt brachten: de Arc Pulse. Dat is een telefoonbeschermer, maar dan heel anders dan de bekende hoesjes. De Pulse bestaat uit twee delen, aan de boven- en aan de onderkant over een iPhone te schuiven. Klinkt een beetje anders dan we gewend zijn, maar is revolutionair en precies volgens de visie van Arc, legt Angermann uit. Hij is het ontwerpbrein binnen het team. ,,Kijk, die iPhone is zo goed ontworpen, daar moet je zo weinig mogelijk aankomen. Maar wat doen we? We stoppen hem in een case waardoor het hele gevoel verandert. Zonde. Haal die telefoon maar eens uit zijn hoes, dan voel je hoe lekker hij in de hand ligt. Dat is exact wat we met de Pulse behouden, dat fijne gevoel. Daarop is-ie ontworpen. Dit is typisch een probleem dat we oplossen zodra je ziet dat het een probleem is.’’ Het eerste product van Arc blinkt uit in eenvoud en kwaliteit. De metalen delen worden op hun plek gehouden dankzij speciaal rubber. ,,Dat is precies het punt. Door uit te gaan van de gebruiker, kom je vaker op een simpeler design. Je pakt de essentiële eigenschappen van een apparaat en gaat dan verder.’’

TOM THEUER, MORITZ ANGERMANN EN NICLAS BERTELSEN

MINIMALISTISCH DESIGN VAN ARC GAAT ALS EEN RAKET

MODEL MET EDELSTENEN Dat zien inmiddels veel meer mensen. Hoewel de telefoonbeschermer – in de varianten titanium goud en zilver, en aluminium zwart – een jaar geleden pas verkrijgbaar werd, verkochten de drie er al duizenden in meer dan dertig landen. En dat ondanks de relatief hoge prijs. Wie echt gek wil doen kan de Pulse trouwens ook krijgen ingelegd met edelstenen. Die versie doet het goed in het Midden-Oosten.

ruimte van een pand aan de Wasaweg in Groningen denkt inmiddels een heel team knappe koppen uit veel verschillende landen mee over de toekomst van technologie en de toekomst van Arc. Die specifieke plek aan de Wasaweg is ook een tweede belangrijke factor in de snelle opmars van de start-up.

Het is amper voorstelbaar dat zo’n jong bedrijf al zo’n succes heeft. Dat het zo goed lukt, heeft in eerste instantie te maken met de enorme drive van de drie founders. Ze zijn echt op een missie: ‘reshaping technology interaction’. In die gedeelde missie en drang om ‘wat er is beter te maken’, vonden ze elkaar. Die missie is de intrinsieke motivatie die de jongemannen opstuwt naar lange werkdagen, brandende ambitie en grote hoogten. Ze zijn nog lang niet klaar. De Arc Pulse is pas het begin. Dat weten ze zeker. In een

ARC-telefoonbescherming.

Dat pand is van IT-bedrijf Bossers & Cnossen. Eigenaar Jeroen Bos is vast van plan daarvan het hart van een nieuw start-upecosysteem in Groningen te maken. Dat doet hij door veelbelovende start-ups een plek te bieden en investeringsgeld. Niclas Bertelsen: ,,We hebben aan Jeroen veel, omdat hij ons continu advies geeft. Maar we profiteren ook van de andere startende bedrijven hier. We sparren, delen kennis uit, technologie, soms mensen. Er hangt een sfeer die inspireert. Jonge ondernemers die hard werken om een mooi doel te bereiken. We hebben ons onlangs ook aangesloten bij Founded in Groningen om diezelfde reden.’’

INVESTERINGEN EN OPSCHALEN Via een traject bij VentureLab in 2020 werden de studenten klaargestoomd voor het ondernemerschap. De eerste lening voor hun bedrijf kwam via het start-up-ecosysteem van de Groningse universiteit, namelijk van Northern Knowledge. Eind 2020 haalden de ondernemers via een crowdfunding geld op voor de eerste productie. ,,Schitterende tijd’’, herinnert Theuer zich. ,,Vrienden en familie werden ingezet voor video’s en fotografie voor de eerste reclamecampagne. De mensen om ons heen waren net zo enthousiast als wij. Dat gaf ons veel vertrouwen.’’ Precies een jaar geleden werden de eerste telefoonbeschermers opgeleverd, de volgende investeringsronde volgde snel. De RUG Holding stapte in en enkele investeerders, onder wie Jeroen Bos. Bertelsen: ,,Dat kwam precies op het moment dat de iPhone 13 uitkwam. Dat gaf ons meteen de kans te laten zien dat we ons snel konden aanpassen en serieus waren. Alles werd professioneler, we trokken er nog harder aan en breidden snel uit.’’ Het is een kwestie van tijd voordat Arc meer producten op de markt brengt. Bertelsen: ,,Over vijf jaar? Dan hebben we een hele serie accessoires zoals de Pulse. Maar dan niet alleen voor telefoons. En daarnaast produceren we ook onze eigen technologie. Zoals de toetsenborden. Weet je, het is ideaal dat we nu met de Pulse zijn begonnen. De logistieke verbindingen zijn er. We werken aan warehouses in China en de VS, we hebben verkoopkanalen in Japan, Europa, het Midden-Oosten. Dat ligt er allemaal al, zodat we nu met meer bezig kunnen.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 5


ADVERTENTIE

Het wij-gevoel zit in ons DNA Leuk werk, dynamisch, de beste keuze die ik in de afgelopen jaren heb gemaakt, innovatief, je hebt doorgroeimogelijkheden, korte lijntjes, we staan voor elkaar klaar . Uitspraken afkomstig van een aantal medewerkers die op verschillende vakgebieden binnen de Nederlandse bedrijfsonderdelen van de DMK Group actief zijn. DMK is één van de grootste zuivelondernemingen van Duitsland en heeft in Nederland vier bedrijfsonderdelen: DOC Kaas B.V., wheyco Netherlands en DP Supply in Hoogeveen en Uniekaas in Kaatsheuvel. Bedrijven waar het product uiteraard belangrijk is, maar bovenal de mens, zo werd al snel duidelijk. Neem bijvoorbeeld Mandy Broekman, sinds een klein half jaar Maintenance Engineer bij DOC Kaas. Ik heb hiervoor bij diverse bedrijven gewerkt, waar de balans tussen werk en privé soms zoek was. Dat is hier absoluut niet het geval. Het bevalt haar dan ook prima. Met elkaar zorgen we ervoor dat de twee productielocaties in Hoogeveen zo optimaal mogelijk blijven functioneren. En dat is met een productie die 24/7 doorgaat niet alleen dynamisch, maar ook een uitdaging. Schouders eronder Mandy roemt de cultuur en de sfeer op het werk. Goed onderhoud plegen betekent met elkaar de schouders eronder zetten, dat gebeurt hier. We staan voor elkaar klaar, als de situatie daar om vraagt. Ze spreekt van korte lijntjes binnen de technische dienst. Geen dag is hetzelfde. En het mooie is dat je hier meteen resultaat ziet van wat je doet. Rauwe melk Jan Ensink is teamleider voorfabriek/ poedermakerij op de productielocatie Alteveer van DOC Kaas in Hoogeveen. Hij werkt er sinds 2015, was hiervoor werkzaam in de transport, maar zocht meer uitdaging. En dat heb ik hier gevonden , kan hij bevestigen. Jan stuurt een team van 15 mensen aan en zegt dat een fabriek die fulltime draait de nodige dynamiek met zich meebrengt. Alle rauwe melk die hier dagelijks rechtstreeks van de melkveebedrijven wordt gebracht, moet binnen 24 uur worden verwerkt. Mocht er zich een storing voordoen, dan moet die zo snel mogelijk opgelost worden. Om even een beeld te geven, op de productielocatie Alteveer wordt dagelijks 700 à 800 ton rauwe melk aangeleverd. Nee, wij vinden dat niet spannend, maar daar moet wel kaas van gemaakt worden. Voorbeelden zijn een belegen Goudse of een jonge Maasdammer. Jan is blij met de mogelijkheden die hij binnen DOC Kaas krijgt. Ik ben begonnen als Operator B

Mandy Broekman

Jan Ensink

en heb daarvoor intern een opleidingstraject doorlopen. Daarna werd ik afdelingschef van de voorfabriek en daar kwam later de poedermakerij bij. Kortom, ik kan wel stellen dat je binnen DOC Kaas alle kansen krijgt om opleidingen te volgen en je verder te ontwikkelen. Binnenkort hoopt Jan zijn studie technische bedrijfskunde af te ronden en daarmee kan hij binnen DOC Kaas weer verder. Iedereen die dat wil krijgt hier kansen, zeker als je er positief instaat. Innovatie Die kansen heeft Laura Reitsma ook gepakt. Na haar studie Health Food Innovation Management in Maastricht zocht ze een baan in het noorden. Ze werd productontwikkelaar bij DP Supply in Hoogeveen, ook onderdeel van de DMK Group. Een baan die eigenlijk geen dag hetzelfde is. Grofweg houden we ons met twee soorten activiteiten bezig. De eerste is dat we producten ontwikkelen op verzoek van een klant, bijvoorbeeld maak een coffee creamer die romig en wit is. En daarnaast ontwikkelen we zelf innovatieve producten. Dan kijken we naar de markt en vragen ons af waar over een tijdje behoefte aan bestaat. Ja, daarmee lopen we min of meer vooruit op allerlei trends. Dat doet DP Supply niet alleen voor Nederland, maar wereldwijd. Je komt dan ook in veel andere landen, voor beurzen, maar ook om te peilen welke ontwikkelingen en trends er gaande zijn. Laura geeft aan dat gezondheid momenteel de belangrijkste trend is. Het leuke is dat we de nieuw ontwikkelde producten vaak even mogen proeven. Dan is het altijd druk in onze kantine , besluit ze met een glimlach. Kaaswei Arjan Brink tenslotte is productieplanner bij wheyco Netherlands en ook de productielocatie in Duitsland valt onder zijn verantwoording. Wheyco Netherlands produceert hoogwaardige poederspecialiteiten op basis van zoete kaaswei. Een product waar vroeger niets mee gedaan

Laura Reitsma

Ook werken bij ons? Wij zijn altijd op zoek naar gemotiveerde medewerkers die bij één van onze mooie organisaties willen werken , zegt senior HR recruiting-manager Monique Compagner. Er is een grote diversiteit aan functies, maar ook in functieniveau. Heb jij daar zin in en spreken een stabiele en prettige werksfeer, groeimogelijkheden, interne en externe opleidingsmogelijkheden, een goede werk/privé balans en goede arbeidsvoorwaarden jou aan? Neem dan contact met mij op, dan kijken we samen naar de mogelijkheden binnen ons bedrijf. monique.compagner@dmk.de

werd, maar die rijk is vitaminen, mineralen en eiwitten en inmiddels in vele producten wordt gebruikt. Denk aan sportvoeding, maar ook aan babyvoeding en andere voedingsmiddelen. Het product gaat de hele wereld over en met name in Azië zijn ze gek op de producten die uit kaaswei gemaakt worden. De Nederlandse melk is van ongekende kwaliteit, dat is wereldwijd bekend. Bovendien zijn we er goed in om daaruit de beste ingrediënten te halen, zoals bij ons gebeurt. Dat is mooi om te zien. Arjan begon ruim 10 jaar geleden in de verpakkingen, ging toen naar de logistiek en sinds 2 maanden is hij productieplanner. Dat geeft aan dat je binnen dit bedrijf kansen krijgt. Als je het naar je zin hebt, is er dan ook geen enkele reden om dit mooie bedrijf te verlaten. En dat gevoel hebben gelukkig steeds meer mensen. www.dmk.de/nl www.dockaas.nl www.wheyco.de www.dpsupply.com www.uniekaas.nl

Arjan Brink


OWNER Wie Huub van Buul Wat applicatie die het beheer van vastgoed versimpelt en automatiseert Waar Emmen Waarom vanwege het gebrek aan goede alternatieven, vanwege de ondernemerskansen Wanneer sinds 2019 Hoe met gelijkgestemde mensen, dankzij kennis en ervaring

risse kleuren, kunstgras, een tafeltennistafel, fancy hardware, een coding pot. Alles straalt ‘jonge tech start-up’ uit bij OWNER in Emmen. En dat is het ook. Huub van Buul (32) bouwde met zijn acht medewerkers een app waarmee vastgoedeigenaren worden ontzorgd. In 2,5 jaar groeide de start-up van niets naar een van de marktleiders.

F

,,Wij zijn disruptive. Dat is de kracht. Kijk, in de traditionele markt ligt de controle over panden bij de beheerders ervan. Je hebt het dan over onderhoudscontracten, huurcontracten, reparatiewerkzaamheden, schoonmaakkosten en nog veel meer. Je geeft bergen verantwoordelijkheden en data uit handen waarop je zelf geen of te weinig zicht hebt als vastgoedeigenaar. Dankzij onze applicatie ligt de controle weer helemaal bij de eigenaren. Dat is ook logischer. Zij hebben een andere emotie bij hun bezit. Overigens willen wij de beheerders niet uitschakelen. Het gaat erom dat de eigenaren volledige controle over hun eigen investeringen hebben en weten wat er speelt, maar nog belangrijker: weten wanneer ze iets moeten doen.’’ GROTE MARKTPARTIJEN Met de app heeft een vastgoedeigenaar – of het nou gaat om een garagebox of een compleet appartementencomplex – volledig overzicht. Met een paar clicks worden huurfacturen verstuurd en geïndexeerd, informatie opgevraagd, klusbedrijven ingeschakeld enzovoort. ,,We hebben met heel wat andere software aanbieders waaronder financiële pakketten en fysieke boekhouders geregeld dat hun software simpel gekoppeld wordt aan de onze. Wij willen dat je met je telefoon alles rond je vastgoed kunt regelen.’’ En dat gaat al heel aardig. Via de app worden inmiddels door het hele land en zelfs over de grenzen meer dan 150.000 panden beheerd. ,,We monitoren continu hoeveel data door de app gaat. Dan heb je het over big data-achtige cijfers. Dat vond ik zelf ook wel heftig.’’ Dat Van Buul met grote marktpartijen om tafel zit om te zien hoe een samenwerking tot stand komt, zegt veel. ,,Die partijen hebben helemaal geen inzicht in wat er gebeurt met hun vastgoedinvesteringen. Dat hebben ze met onze app wel.’’ Nu zou je denken: die Van Buul zal wel een ontevreden vastgoedeigenaar zijn geweest toen hij zijn bedrijf begon. ,,Helemaal niet. Ik hoorde een goede vriend eens vragen: hoe zit het eigenlijk met de automatisering in de vastgoedmarkt? Hij vond de bestaande systemen veel te ingewikkeld. Met honderden vinkjes die je aan en uit kunt zetten en verplichte cursussen om überhaupt met de software te kunnen werken. Ik besloot het maar eens te gaan bekijken en kreeg een positieve schok van het marktonderzoek. Er was gewoon niets goeds, niets dat op een simpele manier werkte.’’ GROTE GOK Huub van Buul is ondernemer pur sang. Hij

HUUB VAN BUUL

VOLLEDIGE CONTROLE weet niet anders. Dus besloot hij ervoor te gaan. Dat klinkt misschien wat als het wagen van een grote gok, het springen van de hoge plank de diepte in. Maar zo is het niet. De in Barger-Compascuum opgegroeide ondernemer is namelijk jong, maar behoorlijk door de wol geverfd. IT, data, online marketing, op dat terrein beweegt hij zich al jaren. ,,Op mijn 6de schroefde ik mijn eerste computer al uit elkaar om mee te knutselen.’’ Op zijn 17de maakte hij al websites en visitekaartjes. Twee jaar later ging hij fulltime aan de slag als éénpitter. Websites bouwen, online marketing opzetten. Daarna bouwde hij met twee anderen aan een nieuw mediabedrijf, dat drie jaar lang best goed ging, waarna de paden toch scheidden. ,,We zaten niet hetzelfde in de race. Daar kwam ik te laat achter en ik ben er als professional echt op mijn bek gegaan. Ik houd van een platte organisatie waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Met een 9 tot 5-mentaliteit heb ik niets. Je moet als onderdeel van het bedrijf weten waar je mee bezig bent. Daardoor krijg je vanzelf een mate van verant-

woordelijkheid en weet je wat je moet doen om succesvol te kunnen zijn als individu, maar ook als team. Wanneer je dat werk doet, moet je zelf weten. Ik zie het als teamsport, waarin iedereen bijdraagt. Dus ja, toen ik OWNER begon op te bouwen, heb ik al die waarden er expliciet ingelegd. Ik wist zeker: het moet iets heel anders zijn, weg van schommelende inkomsten en naar een markt waar mijn software een eerste levensbehoefte is. We werken met een gedifferentieerd abonnementssysteem. Allemaal play dough simple.’’ HEILIG VUUR Werk moet vooral leuk zijn. In Van Buuls geval geldt dat zeker, want hij steekt er nogal wat tijd in. ,,Eerlijk? Ik denk dat ik nu 90 procent van mijn vrije tijd investeer. Maar dat is om straks heel veel vrije tijd over te hebben. Zo kijk ik ertegenaan en ik ben ervan overtuigd dat het kan en gaat lukken.’’ Dat heilige vuur ging pas in zijn pubertijd branden. ,,Daarvoor bewoog ik vooral de verkeerde kant op. Ik verpestte mijn opleidingen, had nergens motivatie voor.’’ Totdat zijn vader ongeneeslijk ziek werd. ,,Het heeft me totaal

gedraaid. Ik had opeens een niet te stoppen drive om het te gaan maken, om mijn eigen toekomst te bepalen. Ik dook weer in de boeken, ging keihard werken. Dat was zonder de hulp van mensen om me heen nooit gelukt trouwens.’’ Dat doet hij nog altijd. Hij is uithangbord van OWNER, doet de belangrijke afspraken, maar zit ook nog gewoon te programmeren. ,,Ik vind het ook belangrijk om dat te blijven kunnen. We gaan hard, komen elke paar dagen wel met een vernieuwing of verbetering van ons systeem. Zo moet het ook om onze voorsprong te behouden. Het is beuken en ik werk daar op alle fronten aan mee. Noem mij maar meewerkend voorman. Ik ben wars van managers die alleen maar controleren en rapporteren.’’ In Duitsland en België is de app al kleinschalig in gebruik, in andere landen lopen pilots. OWNER zet een vinkje bij een van de belangrijkste kenmerken van een start-up: schaalbaar. ,,We zijn er in vier talen inmiddels. Het maakt niet uit of we 3 of 3 miljoen panden door ons systeem laten gaan, waar ter wereld ze ook staan. Dit kan echt heel groot worden.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 7


ADVERTENTIE

Aandacht voor de maaltijd Wat zullen we eens eten? Een vraag die bij iedereen wel eens tot hoofdbrekens leidt. Gezond, maar natuurlijk ook lekker en niet hetzelfde als gisteren en eergisteren. Voor de één graag glutenvrij en de ander energiebeperkt. De derde houdt absoluut niet van varkensvlees. Misschien moeten er nog boodschappen gedaan worden in verschillende winkels en tijd is de ontbrekende factor. Voor een gezin is het soms al lastig een goede maaltijd op tafel te krijgen, hoe zou dat dan voor een zorginstelling zijn? Hoeveel variabelen kunnen we nog toevoegen aan aandachtspunten voordat een gevarieerde, gezonde, lekkere en gepersonaliseerde maaltijd geserveerd is? Hoe doe je dat?

Miranda Soolsma en Michel Siemons Bijzonder Accare Veel zorginstellingen maken voor de maaltijden voor hun cliënten gebruik van een maaltijdservice. Zo ook Accare. Accare is een zorginstelling die gespecialiseerd is in het behandelen en opvangen van jongeren in probleemsituaties. Op bezoek bij Accare ontmoeten we Michel Siemons, facilitair adviseur bij Accare en Miranda Soolsma, senior account manager van Van Smaak. De wijze waarop de maaltijd wordt geserveerd is erg belangrijk , zegt Michel. Jeugdigen -en soms zelfs het hele gezin- verblijven kortstondig bij ons ten behoeve van intensieve behandeling. Hier verblijven jongeren met bijvoorbeeld traumatische ervaringen, opstandig gedrag, depressies en soms met combinaties van allerlei zaken. Er zit veel pijn en stress onder de oppervlakte. Het is natuurlijk niet zo dat een maaltijd alle zorgen wegneemt, maar het kan wel een moment van rust zijn, een sociaal moment, een break van allerlei dagelijkse beslommeringen en therapieën. De maaltijd moet domweg goed zijn. Op de juiste temperatuur, lekker, gaar en gezond.

De partner die het bijzondere aankan Zo heeft de zorginstelling Accare, net zoals elke andere zorginstelling, haar eigen pallet aan bijzonderheden. Niet elke maaltijdservice is in staat haar dienstverlening daarop aan te passen. De zoektocht naar de juiste maaltijdservice heeft Accare daarom serieus aangepakt. Niet alleen moesten de maaltijden voldoen aan alle eisen, maar ook moest het bedrijf in staat zijn flexibel en klantgericht hun dienstverlening in te richten. Michel zegt hierover: Omdat we maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, zochten we een bedrijf dat paste binnen die visie. Bedrijven met een eigen logistiek met (deels) elektrische voertuigen en die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, kregen prioriteit. De laatste drie bedrijven uit de selectie werden uitgenodigd een proeverij te organiseren. Van Smaak viel het meest in de smaak. Op alle onderdelen scoorde Van Smaak hoog. We maken al een tijdje gebruik van de diensten van Van Smaak, en nog steeds komen er mensen naar me toe om te zeggen hoe lekker het eten is , zegt Michel.

Het bijzondere van Van Smaak Ons eten is goed , zegt Miranda, dat is een zekerheid. We hebben een systematiek om ervoor te zorgen dat die kwaliteit continu is. Daar begint de goede dienstverlening, maar daar stopt het niet. Wij zorgen ervoor dat onze dienstverlening naadloos aansluit bij de werkwijze en wensen van onze klanten. Accare, bijvoorbeeld, is een zorginstelling, maar daarachter gaat een wereld van diversiteit schuil. Die diversiteit moet je in kaart hebben; het gaat om de verlangens van individuen met betrekking tot hún voedsel en hún bestelprocedures. De eerste stap die Miranda zet bij een nieuwe klant, is de verschillende locaties en afdelingen bezoeken. Ik wil kennis maken en wensen inventariseren, maar ook wil ik de mensen ter plekke laten zien op welke wijze wij iets kunnen betekenen voor hen. Dat is vaak meer dan men denkt. Maaltijden verzorgen, van inkoop tot op het bord, is onze expertise. Met die expertise kunnen we veel betekenen voor onze klanten. Wil men op een zorggroep zelf koken, dan voorzien we in ingrediënten die te bestellen zijn vanuit onze eigen WebSuper. Zijn er dieetwensen


ADVERTENTIE

of mensen met kauw en slikproblemen, dan leveren we gemalen en vloeibare maaltijden. We kunnen ook multi porties leveren. Zeg maar, de pan op tafel en een ieder vult het bord naar behoefte. Ook persoonsgebonden maaltijden zijn mogelijk. Iedere cliënt kan zijn eigen gerecht samenstellen, maar ook, in al die diverse vormen, hetzelfde gerecht eten; afgestemd op persoonlijke behoeftes. Er is dus heel veel mogelijk en ook voor wat nog niet in het assortiment zit houden we onze oren en ogen open. De wens van een klant is voor ons belangrijk ook als de wens niet met zoveel woorden wordt uitgesproken , zegt Miranda. Duidelijk, eerlijk en transparant communiceren is daarbij belangrijk. Sommige wensen zijn niet uit te voeren. Dat kun je dan ook niet beloven. We kijken dan wat wel kan. De helpende hand De mensen op de locaties moeten het dragen , zegt Miranda. Er is een veelheid aan mogelijkheden, maar uiteindelijk moeten de maaltijdbestellingen geplaatst worden. Dat moet snel en makkelijk kunnen gebeuren zowel door een begeleider, als een cliënt, zowel op een papieren menukaart als via het online bestelsysteem. Als er iets verandert in de behoefte, dan moeten we ook klaar staan. Het is onze taak om daarin te begeleiden. Dat betekent uitleg geven over de procedure, maar ook laten zien hoe je zaken rondom de maaltijdprocedure efficiënt kunt inpassen in de dagelijkse gang van zaken.

Daarin zien we heel duidelijk dat Van Smaak naast ons staat en samenwerkt aan onze vraagstukken rondom maaltijdvoorzieningen. Een extra aandachtspunt bij ons is dat we bij Accare geanonimiseerd bestellen en dat cliënten vaak kortdurend inwonend zijn , zegt Michel. Hiermee belastten we Van Smaak met een nieuwe uitdaging die een aanpassing vroeg van hun bestelprocedure en logistiek. Dat werd heel goed en snel opgepakt. Daarin zien we heel duidelijk dat Van Smaak naast ons staat en

samenwerkt aan onze vraagstukken rondom maaltijdvoorzieningen. De derde stap Voor zorginstellingen kan het een groot vraagstuk zijn: hoe verzorg ik een lekkere, gezonde en gevarieerde maaltijd die voldoet aan de eisen en wensen van alle cliënten. Het proces uitbesteden aan een specialist is een goede optie. Het vinden van de juiste maaltijdservice verdient zorg en aandacht. Vervolgens moet de dienstverlening van de nieuwe partner geïmplementeerd worden in de zorgstructuur. Hulp, aandacht en zorg van

die partner vergemakkelijkt die procedure. Bij Van Smaak is de stelregel dat alles goed moet zijn ingeregeld. Een goed begin is het halve werk. Bij de eerste ervaring moet onze kwaliteit al te proeven zijn , zegt Miranda. Als alles draait en de zorginstelling de vaste chauffeurs kent en deze compleet op de hoogte zijn van alle zaken omtrent aflevering, dan volgt de volgende stap: de vinger aan de pols.

Hiermee belastten we Van Smaak met een nieuwe uitdaging die een aanpassing vroeg van hun bestelprocedure en logistiek. Behoeftes veranderen, omstandigheden veranderen en wat goed was, kan op den duur minder gewaardeerd worden. Daarom zorgt Van Smaak voor een periodieke evaluatie. Dat kan met uitgebreide enquêtes of met een inbelronde via Teams. Ook hierbij zoeken we naar vormen die passen bij de zorginstelling. De kern is dat als je de vinger aan de pols houdt, jij de service aanpast aan veranderende wensen. Van Smaak is er niet voor Van Smaak. We willen wat betekenen voor de ander. www.vansmaak.nl


ADVERTENTIE

Het begint bij het goed managen van gras Dat Gallagher Europe BV alle oplossingen voor afrasteringen en schrikdraad in huis heeft, is al vele jaren bekend. Dat betekent echter niet dat het bedrijf niet bezig is met nieuwe ontwikkelingen, integendeel. We kijken continu wat er bij de boer speelt en zoeken daar een oplossing voor , zegt Meindert Dijkstra, die samen met zijn vrouw Sytie de directie voert. Gallagher Europe BV heeft een spectaculair 2021 achter de rug, een lastig jaar ook door issues in de supply chain en door hogere kosten. Desondanks zijn we erin geslaagd om onze klanten, met name veeteeltboeren, goed te blijven bedienen en konden we blijven werken aan nieuwe ontwikkelingen. Oplossingen Daar zijn we trots op , gaat Sytie verder. Er komt veel op de boer af en wij vinden het belangrijk om hem daarin zoveel mogelijk te ondersteunen en te ontzorgen. Met behulp van bestaande oplossingen, maar ook door het introduceren van nieuwe oplossingen. eShepherd Nieuw is de digitalisering in afrasteringen, de eShepherd, waardoor de boer niet alleen efficiënter kan werken, maar bovenal een betere balans kan vinden tussen het beheer van zijn grond en de natuur. En dat begint met het goed managen van het gras, waarbij de eShepherd een uitstekend hulpmiddel is , verduidelijkt Meindert. In Nieuw-Zeeland en Australië wordt eShepherd uitgerold. De koe krijgt een nekband om met GPS-ondersteuning, waardoor de boer via een webapplicatie zijn vee digitaal kan omheinen, verplaatsen en bewaken. We hebben het dus niet meer over een fysieke omheining, maar een digitale. Je moet nog wel een buitenafrastering om het hele perceel hebben, maar daarbinnen kunnen de koeien via GPS naar bepaalde stukken land geleid worden. Meindert: Doordat de koeien via deze methode meer buiten zijn, kan de boer besparen op krachtvoer en kunstmest. En gezien de huidige prijzen is dat een aantrekkelijk idee. Buiten grazen zorgt namelijk voor een andere manier van voeren, waardoor ook het stikstofprobleem voor een deel kan worden opgelost. Bovendien voorkom je dankzij de eShepherd over- en/of onderbegrazing van het weiland en door efficiënter gebruik kan de productiviteit en winstgevendheid worden vergroot. Tenslotte zorgt verplaatsing van koeien met behulp van GPS voor minder stress bij de dieren. Twee werelden Je zou kunnen zeggen dat de eShepherd ten koste kan gaan van de verkoop van fysieke afrasteringen, desondanks zijn wij overtuigd van deze methode, als aanvulling op ons huidige assortiment. We zien hier twee werelden bij elkaar komen, de traditionele en de digitale.

Meindert en Sytie Dijkstra Gallagher Europe wil voor elke situatie een passende oplossing bieden, afhankelijk van de vraag. Daarom kiezen we ook bewust voor de eShepherd. Het is een mooie oplossing voor veeboeren met een groter weiland en biedt een belangrijke bijdrage om je bedrijf beter en efficiënter te managen. De boeren die eShepherd in Nederland getest hebben, zijn zonder uitzondering enthousiast over de mogelijkheden.

We kijken continu wat er bij de boer speelt en zoeken daar een oplossing voor Tijd is schaars Maar ook voor boeren die eShepherd nog als vervan-hun-bed-show zien, heeft Gallagher oplossingen om sneller, efficiënter en kostenbewust het vee te kunnen managen. Meindert: Snelheid en efficiency zijn voor de boer belangrijk. Tijd is schaars. En daarom wil hij niet teveel tijd kwijt zijn aan taken als het plaatsen van afrasteringen. Vroeger was de boer een dag bezig een stuk land te omheinen met netten. Nu kan dat heel gemakkelijk met de door ons ontwikkelde Autowinder, die heel eenvoudig

op de Gator of Quad bevestigd kan worden. Zo is de mobiele afrastering in een mum van tijd geplaatst. Daar waar Gallagher haar producten voorheen vooral verkocht via de winkel of online, kan de boer nu ook gebruik maken van een Gallagher consultant. Zo kan de boer echt het beste advies krijgen hoe hij tijd kan besparen met de best passende afrastering. Een consult is eenvoudig in te plannen via de website van Gallagher (www.gallagher.eu). Makkelijker maken Een andere ontwikkeling is het digitaliseren van de schrikdraadapparaten, zodat de boer bijvoorbeeld op zijn telefoon kan zien waar het apparaat staat en of de batterij nog voldoende geladen is. Daardoor kan de boer de apparaten ook sneller terugvinden, wanneer hij ze wil verplaatsen of in de winter wil binnenhalen. Alles wat we aanbieden is erop gericht het werk van de boer makkelijker te maken , zegt Sytie. En een verdere digitalisering gaat daar zeker bij helpen. Dit betekent ook dat Gallagher Europe op zoek is naar medewerkers met een achtergrond in de ICT. Het gaat om de toegevoegde waarde die je kunt bieden, de agrarische achtergrond is dan van ondergeschikt belang, dat kun je hier wel leren. Wat dat betreft zijn we blij dat we gevestigd zijn in Groningen, een Universiteitsstad die veel mensen van binnen en buiten ons land trekt. Daar profiteren wij optimaal van. Maar voor de boer begint het met gras , besluit Meindert. Dat wil de boer zo efficiënt mogelijk omzetten in melk, vlees en wol. Deze tijd dwingt tot keuzes en daar kan Gallagher Europe bij helpen. Want, tegen welk probleem je ook aanloopt, de oplossing is er. We helpen je graag. www.gallagher.eu

De Autowinder

eShepherd


TEKST RONALD MULDER r zijn mensen die ‘vanzelf’ geld verdienen. Maar er zal toch ook voor gewerkt moeten worden. Een van de mooiste dingen die je kunt bereiken in het leven is het verwerven van passief inkomen. Inkomen waar je niets meer voor hoeft te doen en dat gewoon regelmatig binnenstroomt.

E

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder

Zo schreef ik ooit een lesboek waarvan ik een paar jaar lang op zomervakantie kon. Inmiddels is die stroom bijna opgedroogd, maar ook dit jaar kan ik een keertje uit eten op basis van werk dat ik vijftien jaar geleden heb verricht. Heerlijk. En dit is nog maar de laagste vorm van passief inkomen: uitgestelde beloning voor arbeid – want een boek schrijven is best veel werk. Iets beter, want passiever, zijn opbrengsten van uitvindingen en liedjes. Natuurlijk zijn een uitvinding doen, een muziekstuk schrijven of een track produceren ook vormen van werk, maar het is hier vooral de creativiteit die beloond wordt en minder de geleverde arbeid.

De typische rentenier is nu eenmaal een oude, sigaren rokende witte man

PASSIEF INKOMEN

Weer een stapje hoger op de ladder staat de pandjesbaas. Zijn inkomen is nog passiever. Het is geen beloning voor geleverde arbeid, maar voor een investering. Toch komt er nog wel wat werk bij kijken. Een huurder heeft immers rechten, en een verhuurder dus plichten. Dakgoten schoonhouden, leidingen repareren, schilderwerk bijhouden. Dat kun je allemaal uitbesteden natuurlijk, maar het blijft werk. De rentenier is de echte, spreekwoordelijke, passieve belegger. De couponknipper die elk jaar dividend of rente ontvangt als vergoeding voor het feit dat hij het geïnvesteerde geld niet kan uitgeven aan leuke dingen; en voor het risico dat hij zijn geld misschien niet terugziet. Ik had in de voorgaande zin ook ‘zij’ en ‘haar’ kunnen gebruiken, maar de typische rentenier is nu eenmaal een oude, sigaren rokende witte man. De absolute top, het allerpassiefste inkomen van allemaal, dat is pacht. De grootgrondbezitter die zijn land verpacht, dat is de wereldkampioen op dit terrein. Als het land niet wordt ontgonnen, geploegd en anderszins bewerkt, dan levert het immers niets op. Alle opbrengst kan dus worden toegeschreven aan arbeid – arbeid van de pachter welteverstaan. Anders dan de aandeel- en obligatiehouder loopt de landeigenaar niet het risico dat zijn investering in rook opgaat. Land verdwijnt niet. En er komt ook niet al te veel land meer bij, dus het is behoorlijk waardevast. Geen arbeid, geen risico. Dat is nog eens een passief inkomen! Pacht maakt ook heel helder dat passief inkomen niet zomaar uit het niets ontstaat. Het is niet zo dat er niet gewerkt hoeft te worden voor een passief inkomen, alleen niet door jou. Als je je land verpacht dan is de boer voor jou aan het werk. Als je vier huurpanden hebt dan zijn er vier huurders ieder gemiddeld een dag of twee per week voor jou aan het werk. De productie neemt niet toe. De opbrengst wordt alleen over meer mensen uitgesmeerd, van wie een deel niet meewerkt. Dus de volgende keer dat iemand er trots over vertelt, weet dan dat passief inkomen niet bestaat. Hij heeft gewoon iemand anders voor zich aan het werk.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 11


olgens hem weet de gemiddelde medewerker van de grote supermarktketens weinig over wat ze nou eigenlijk verkopen. Dat is bij hem wel anders, meent hij. ,,Wij hebben de warenkennis: we weten precies wat erin zit en waar het vandaan komt. En vriendelijkheid, netjes zijn en service geven, daarmee maken we het verschil.”

V

Dat van die warenkennis, dat klopt wel. Achter elk product dat de kruidenier aanwijst, lijkt wel een verhaal te schuilen. ,,Neem nou deze kaas,” vertelt Wolters, wijzend op een stuk zo groot als een fietswiel. ,,Mijn ouders werkten vroeger al samen met de boer die hem maakt, en nu werken we samen met de dochter ervan. Ook maken we hem weleens zelf, twee of drie keer per jaar. Dat deed ik vroeger vaker, maar ik heb nu niet het materiaal en de ruimte om het vaak zelf te doen.”

‘Je kunt naar Albert Heijn en Jumbo gaan om te kijken hoe het níet moet.” Het is een gewaagde uitspraak van Fokko Jan Wolters, eigenaar van Kruidenier Wolters in het centrum van Haren.

Door het juist anders te doen dan de machtsblokken van AH’s en Jumbo’s verdienen de zelfstandige kruideniers, toko’s en rijdende supers in het Noorden hun plek. Met producten die de grote supers niet verkopen, met kennis van de producten die daar vaak niet is of, zoals Kor Veldsema, met de boodschappen in de koelkast zetten bij de klant als dat zo uitkomt.

Tekst Wigger Brouwer Foto’s Marjorie Noë

Tekst Yke Bremer Foto’s Marcel van Kammen

PRAATJE EN GRONINGS KAASJE

egen de service van de winkel op wielen – vroeger bij veel mensen bekend als de SRV-wagen – kan geen grote supermarkt op, vindt Kor Veldsema. ,,Ik stop bij de mensen voor de deur en breng de boodschappen zonder bezorgkosten tot in de keuken”, aldus de bestuurder en beheerder van de rijdende winkel . ,,Onze service en het sociale contact zijn goud waard, onbetaalbaar. Dat vinden de mensen niet in een grote verkoopfabriek.”

T

Sinds september rijdt de 59-jarige Kor met zijn grote rijdende bus met levensmiddelen zes dagen per week door meer dan dertig dorpen in het grensgebied van Groningen en Friesland. Hij maakt lange dagen van zeven uur in de ochtend tot zeven uur ’s avonds en is niet bang voor de grote supermarkten als AH en Jumbo. ,,Wij winnen het van deze grote namen als het gaat om service en kwaliteit. Er is bij de grote winkels geen tijd voor menselijk contact. Ik ken mijn klanten en hun familie. Ik weet wanneer er iemand is geboren of gestorven, wanneer iemand ziek is of slecht ter been. Ik leef met de mensen mee en gooi soms een kaartje door de deur. Ik heb onlangs bij een goede klant een bloemstukje langs gebracht op haar 80ste verjaardag. Het verschil tussen de kleine rijdende winkel en de grote supermarkt is dat wij sturen op mensen en zij op cijfers.”

GEZINSBEDRIJF Wolters zit al 55 jaar in Haren en heeft sinds zes jaar ook een vestiging in de stad Groningen. Van oorsprong een zuivelhandel, uitgegroeid tot een kruidenier met delicatessen en streekproducten. De ouders van Fokko Jan zijn de oprichters. Zijn zoons Marcel, Vincent en Ricardo werken in de winkel, net als zijn vrouw Greta. Een echt familiebedrijf dus. Of eigenlijk een gezinsbedrijf, zoals Fokko Jan het noemt. Maar op nog geen 100 meter van de kruidenierszaak van Wolters zit een Jumbo, waar veel mensen hun boodschappen doen. Dus hoe gaat Wolters die concurrentiestrijd aan? ,,Met traceerbare producten,” zegt Fokko Jan. ,,We weten waar het vandaan komt, hoe het gemaakt wordt en wat erin zit.” Daarnaast hebben ze een persoonlijke aanpak: met iedereen een praatje maken, en bij elk product is wel een mooi verhaal te vertellen.

GAT IN DE MARKT Het idee voor de terugkeer van de winkel op wielen werkte Kor samen uit met Wim Telintel, die een streeksupermarkt runt in Oldehove. ,,We hadden beiden hetzelfde idee. We hebben een half uur met elkaar om de tafel gezeten en waren eruit. De rijdende winkel is een gat in de markt en binnen een maand reed ik op de wagen rond”, zegt Kor, die in loondienst rijdt onder de naam Telintels Streeksuper.

Neem nu de honing die ze verkopen. Gemaakt door Marcel Wolters, zoon van Fokko Jan. Hij volgde een cursus bijenhouden bij de Hortus in Haren, en is er nu dus zelf mee aan de gang. ,,De bijenkasten staan hier achterin de tuin”, vertelt Marcel. ‘WE GEVEN HET WEG’ Dat is wel het ultieme voorbeeld van lokale productie, maar Wolters werkt sowieso graag samen met lokale producenten. Veel van de producten zijn daarom ook typisch Gronings, zoals knieperkes en koolzaadzeep. Ook lokaal: de soep van De Kleinste Soepfabriek in Leek. Die staat ook in het schap bij Albert Heijn, maar: ,,Ik was denk ik een van de eersten die het verkocht”, meent Fokko Jan. ,,Ik ken de eigenaar. Twintig jaar geleden begon ik ermee, toen zat hij nog in een boerderij hier in Noordbroek. En trouwens: ik heb het hele assortiment van de Soepfabriek. De supermarkt heeft vaak maar een kleine selectie.” Producten die over zijn, worden vrijwel nooit weggegooid. ,,Weggooien kost altijd geld”, verduidelijkt Fokko Jan. ,,Het kan niet altijd

SERVICE VAN DE BOVENSTE PLANK hebben geen tijd voor een praatje. Ze zetten de boodschappen voor de deur en moeten direct weer verder.” MENSENMENS Als mensenmens geniet Kor dagelijks van

,,We zijn ervan overtuigd dat de kleine winkel werkt. De afgelopen maanden is dat wel gebleken. De mensen moeten even wennen in het begin en hebben hun eigen boodschapgewoontes, maar er komen steeds meer klanten bij. Mensen praten over je en weten je steeds beter te vinden.”

FOKKO JAN EN MARCEL WOLTERS

naar de voedselbank, omdat we relatief kleine hoeveelheden hebben: het is dan vaak de moeite niet. Dus als het tegen de houdbaarheidsdatum aanloopt, geven we het weg. Oud brood gaat naar vissers, oud fruit en groente gaat naar de dieren. En anders eten we het zelf op.” Jonge mensen en studenten gaan liever naar de Albert Heijn voor een sapje en een broodje, toch? Nou, niet alle-

12 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

maal, want volgens Marcel weten jonge mensen de kruidenierszaak ook te vinden. ,,Jonge mensen die hier komen hebben behoefte aan wat anders. Een speciaalbiertje, een lekker stuk kaas. En het persoonlijke vinden ze vaak ook fijn, ze maken graag een praatje. Daar is blijkbaar wel behoefte aan.” Zou het zo kunnen zijn dat er juist in en na

de coronatijd behoefte was en is aan meer menselijk contact? Het zou kunnen, maar volgens Fokko Jan zijn ze in ieder geval geen klanten kwijtgeraakt in die periode. ,,Klanten die niet wilden komen, hebben we aan huis bezorgd. Dat kostte veel tijd, maar het is de service die je biedt. En dat we toen voor onze klanten klaar stonden, geeft wel een gunfactor.”

Soms hangt er een tas met portemonnee aan de deur als iemand ziek is of niet aanwezig is op het tijdstip dat de rijdende winkel langskomt. ,,Ik zorg dan dat de boodschappen in de keuken of zelfs in de koelkast komen te staan. Zo bieden we service van de bovenste plank en daar kan geen grote supermarkt tegenop. Veel mensen willen niet hun boodschappen afrekenen met de zelfscan en daarna tot ziens worden gewenst door de computer. Bovendien moet je voor wel 50 tot 70 euro aan boodschappen bestellen voordat de grote supermarkten ze bezorgen en je moet daarvoor ook nog bezorgkosten betalen. De bezorgers krijgen een lijst met wel twintig adressen en

zijn werk en past hij per route ook zijn winkelvoorraad aan. ,,Ik ken de mensen op mijn route. De ene keer neem ik meer conservenblikken mee voor de oudere klant en de andere keer meer speciaal biertjes of biologisch eten voor de tweeverdieners. We verko-

pen op maat. De mensen hebben door dat je rekening met ze houdt. Als ze iets speciaals willen dan zorg ik dat ik dat de volgende keer in de wagen heb. Het is belangrijk dat je doet wat je zegt en zegt wat je doet. Zo bouw je vertrouwen op. En daardoor blijven klanten terugkomen. En het sociale contact maakt mijn werk zo leuk. Ik krijg daar energie van.’’ Kor gelooft heilig in het concept: ,,We zijn niet aangesloten bij een groothandel en kunnen inkopen waar we willen. Ook kunnen we zelf onze aanbiedingen maken in tegenstelling tot de grote supermarkten. Ze zijn onderdeel van grote verkoopfabrieken en als ze niet draaien zoals het hoort, worden ze op de vingers getikt. Bij ons als familiewinkel ligt ons hart en ziel bij de klant en in wat we verkopen. We verkopen veel streekproducten, zoals aardappelen, brood en groente en fruit van bedrijven uit de omgeving.’’

KOR VELDSEMA

,,De prijs is misschien wat hoger, maar daarvoor krijg je veel terug. We denken aan onze klanten. Ik noem mezelf ook wel sociaalmaatschappelijk ondernemer. Als mensenmens verkies ik ten alle tijden een kleine boven een grote winkel.”

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 13


ADVERTENTIE

In 10 weken klaar voor een baan in de bakkerij Brood is een basisbehoefte. Met twee tot drie eetmomenten per dag doet de bakkerijsector het goed. In tijden van voor- en tegenspoed. Er is één probleem: de branche heeft meer enthousiaste vaklui nodig. Met de verkorte basiscursus Broodbakker hoopt de branche op veel zij-instromers. Van oudsher bevinden zich in het Noorden veel brood-, banket- en koekproducenten. De bakkerijsector floreert. Wie een baan heeft in de bakkerij, weet waarom. Hier werk je met eerlijke, lekkere producten. Wie wil dat nu niet? De branche is volop in ontwikkeling. Lokaal, duurzaam en waar mogelijk plantaardig zijn enkele trends. Maar deze sector heeft net als veel andere branches te kampen met uitdagingen rond opvolging, vacatures en instroom vanuit de opleidingen. Terwijl er zó veel verschillende functies zijn. Van winkelmedewerker in het weekend tot operator in ploegendienst. Van inpakker en chauffeur tot patissier. Voor het noordelijk netwerk Bakery Sweets Center (BSC) tijd om niet langer te tobben, maar om actie te ondernemen. Breed gedragen De ondernemingen binnen Bakery Sweets Center variëren van kleinschalige bakkerijen tot bedrijven waar 3.000 broden per uur uit de oven komen. Ook grondstoffenleveranciers, zoetwarenbedrijven en kennispartners sluiten zich aan. Gemeente Leeuwarden en Provincie Fryslân steunen dit initiatief. Ook zij zien in dat het behoud van een sterke bakkerijsector in het Noorden van groot belang is. Onder meer voor de werkgelegenheid. Om deze reden sluit Fryslân Werkt! zich aan. Met een kaartenbak van zo n 30.000 werkzoekenden in deze provincie, zien zij volop kansen voor instroom in deze warme branche.

Ontdek welke functie in de bakkerij het beste bij jou past De vraag vanuit het bedrijfsleven en Fryslân Werkt! werd geformuleerd: Hoe kunnen we werknemers en potentiële kandidaten in korte tijd de basiskennis van het broodbakken bijbrengen? Friesland College startte in 2021 de pilot Broodbakker de basis , waarin cursisten binnen tien weken de basics van het bakkersvak opdoen. Door een stageplaats bij een van de aan BSC gelieerde bedrijven, maken zij kennis met de bakkerij. Ontdekken Zo kwam Kiros Tesfalem, een Eritrese banketbakker, terecht bij Van der Kloet Brood & Banket in Franeker. En vond voormalig bouwvakker Mark van der Werf zijn plek als procesoperator bij Bakkerij Kamstra in Wolvega. ,,In zo n korte periode leer je niet alleen alles over

Carrièreswitch: voormalig bouwvakker Mark vond zijn draai als procesoperator bij Bakkerij Kamstra in Wolvega. Foto: Anne van der Woude

grondstoffen en de verschillende soorten brood die er zijn. Je ontdekt waar jouw kracht ligt, welke functie het beste bij jou past , vertelt bakkerijdocent Jurjen Albertsma. ,,De een staat het liefst met de handen in het deeg, waar een ander misschien meer gevoel heeft voor techniek en liever in een industriële bakkerij aan de slag gaat. Maar waar je ook terecht komt: die grondstoffenkennis is o zo handig. Ook aan de lijn moet je onderscheid kunnen maken tussen een goed en minder goed deeg. En weten hoe je problemen fixt, bijvoorbeeld door meer gist toe te voegen. Volgende lichting De resultaten van de pilot zijn zo veelbelovend (iedere cursist heeft inmiddels een baan gevonden in de bakkerij), dat ook aan het Alfa College in Hoogeveen de eerste lichting erop zit. Zowel Friesland College als Alfa College staan in de startblokken voor de volgende groep. Voor locatie Leeuwarden is het mogelijk om als werkzoekende de cursus vergoed te krijgen via Fryslân Werkt!. Zij-instromers en switchers Speciaal voor dit project is een coördinator zijinstroom aangesteld. Dirk Westerhof licht toe: Zij-instroom is een heel breed begrip. Als je momenteel op zoek bent naar werk en je hebt geen achtergrond in de bakkerij, dan ben je een

Kiros kon na de basiscursus aan de slag bij Van der Kloet Brood en Banket in Franeker. Foto: Clara Bloemhof

Bakery Sweets Center In dit samenwerkingsverband trekken ondernemers, onderwijs en overheid samen op. Om issues als personeelstekorten, maar ook bijvoorbeeld voedselverspilling aan te pakken. En pro-actief op te lossen. Door gewoon te doen. Bedrijven die zich committeren aan dit initiatief bevinden zich in de noordelijke provincies. www.bakerysweetscenter.nl

zij-instromer. Maar ook als je in between jobs bent of werkzaam bent in een compleet andere sector en overweegt om een carrièreswitch te maken, is het mogelijk om met deze cursus in te stromen. Juist door de combinatie te maken van les- en stagedagen, bieden we je een grotere kans op een baan in de bakkerij. Interesse in een baan in deze warme sector? Kijk op www.fryslanwerkt.nl of www.bakerysweetscenter.nl. Bedrijven die werknemers willen aanmelden voor de 10-weekse cursus Broodbakker de basis, kunnen zich melden bij Dirk Westerhof, dirk.westerhof@leeuwarden.nl. www.bakerysweetscenter.nl

Alfa College in Hoogeveen leverde medio april een nieuwe groep vakspecialisten af. Foto: Clara Bloemhof


De Taza Bazaar aan de Rolderstraat in Assen is klein en volgepakt met exotische, oosterse etenswaar. Overal waar je kijkt staan producten die je niet zo snel bij je plaatselijke Albert Heijn terugvindt, zoals halal luncheon-vlees uit blik of gezouten komkommers in potten. De winkel is zelfs zó vol dat er geen plek meer over is voor de verslaggever en eigenaar Falaf Jawad om even te zitten. ,,Ik heb net bevoorrading gehad, dus het is erg vol”, verontschuldigt hij zich. ,,Laten we even voorin bij de etalage gaan staan.” Tekst Wigger Brouwer Foto Jaspar Moulijn

ij de etalage vertelt eigenaar Jawad over zijn winkel: een slagerij en bazaar met vooral Oosterse producten en halalvlees. Hij zit er sinds 2013 en tikt dus bijna de tien jaar aan. ,,Mijn broer en ik zijn de oprichters,” vertelt Jawad. ,,Onze oudere broer had sinds 1997 al een winkel in Assen, die heette Babylon. Maar hij ging de autobranche in, en toen wij wat ouder werden dachten we: wij moeten ook een supermarkt voor onszelf beginnen. We hadden dankzij onze broer al de naam dat we goede producten verkochten, dus we konden gemakkelijk binnenkomen in de markt.”

B

VASTE KLANTEN Zo gezegd, zo gedaan. Ze kochten in juni 2013 het pand en begonnen met verbouwen. ,,Dat duurde ongeveer vier maanden. We hebben het pand wat groter gemaakt door wat muren te slopen en het wat netter gemaakt, want het was nogal een troep. In december gingen we officieel open.” En nu, bijna tien jaar later, bestaat Taza Bazaar nog steeds en draait goed. Met veel vaste klanten, óók Nederlandse. ,,Ik richt me vooral op wat grotere gezinnen en iets oudere mensen. Jonge mensen gaan toch vaak liever naar de supermarkt. Daar halen ze snacks, of een Red Bulletje: ik snap wel dat mensen dat soort producten liever daar kopen, dat is toch meer vertrouwd. Het is groter en heeft een naam.” Het is een probleem waar veel kleinere levensmiddelenwinkels tegen aanlopen: de moordende concurrentie van grote ketens als Albert Heijn of Jumbo. De strategie van Jawad om die concurrentie aan te gaan is simpel, maar doeltreffend. ,,Ik koop zoveel mogelijk producten in die Albert Heijn en Jumbo niet hebben. Neem bijvoorbeeld deze Mahmoodrijst, een bekende Arabische rijst. Die verkopen de grote ketens niet: de groothandel waar ik mee werk haalt het rechtstreeks uit het Midden-Oosten. Daar hebben Albert Heijn en Jumbo geen contact mee.” Ook een belangrijk onderdeel van Taza om de klanten bij de Albert Heijn weg te houden: de halalslagerij achter in de winkel. Waar de grote ketens wel verpakkingen hebben met halal vlees, is er bij Taza veel meer keuze. En het is lekkerder. Tenminste, als Jawad zijn klanten moet geloven. ,,Ze zeggen dat het lekkerder is dan het standaard vlees van de supermarkt. Er zit geen water in, of andere troep. Ik zou zelf het verschil niet weten, want ik eet zelf alleen halalvlees.” TROTS OP THEEVOORRAAD Daarnaast is Jawad vooral trots op zijn theevoorraad. ,,We hebben drie smaken: ceylon, earl grey en kardemom. Die laatste geeft een heel lekker aroma. En van die

FALAF JAWAD

OOSTERSE SFEREN IN ASSEN theeën hebben we drie verschillende merken, en elke klant heeft zijn eigen favoriete merk.” Ook opvallend: de Oosterse glazen die je bij je thee kunt aanschaffen. ,,Ja, die zijn van een iets ander design dan de Nederlandse bevolking gewend is van Action”, zegt hij met een knipoog.

De vrolijkheid van Jawad staat in contrast met de afgelopen coronaperiode, die erin hakte. Hij heeft het moeilijk gehad, net als veel andere kleine winkels om hem heen. ,,Ik probeerde met kortingsacties en oproepen op Facebook mensen toch naar de winkel te krijgen en zo het hoofd boven

water te houden. Dat lukte: het personeel en de huur zijn gewoon betaald. Maar ik zat zelf wel even krap. Er zijn ook winkels die het niet hebben gered, dat is lullig en zonde. Maar wij bestaan gelukkig nog, en het gaat nu zelfs beter dan vóór corona.”

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 15


Een bordspel, speciaal ontworpen voor boerengezinnen, dat is Om Tafel. Een nostalgische vorm van zaterdagavondbesteding? Nee, een serieuze vorm om lastige dilemma’s rondom de bedrijfsopvolging bespreekbaar te maken. ,,Dit is geen spel voor de gezelligheid, ter afwisseling van Rummikub.” Tekst Willy Schouwstra Foto Niels Westra

DOBBELEN EN OVERNEMEN e opvolging binnen de agrarische sector, dat is best een ding. Gelein Biewenga, docent-onderzoeker aan Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) in Leeuwarden weet er alles van. Hij ziet de praktijkvoorbeelden dagelijks voorbijkomen tijdens de lessen die hij geeft op de hbo-opleiding Dier- en Veehouderij. Biewenga ontwierp het dobbelspel Om Tafel samen met andere onderzoekers en studenten van HVHL, NHL Stenden, het Leeuwarder bureau 8D Games en mensen uit het werkveld. Ontstaan door een behoefte vanuit de praktijk en bedoeld om landelijk uit te rollen.

D

Met het spel moeten jonge bedrijfsopvolgers beter zicht krijgen op wat er allemaal komt kijken bij een overname. Daar bleek in de praktijk nogal wat onduidelijkheid over te bestaan, vertelt Biewenga. ,,De harde kant, zoals wij dat op de opleiding noemen, daar kunnen we onze studenten goed op voorbereiden. Dat gaat over de cijfers en de technische kant van de dingen. De dagelijkse gang van zaken in het bedrijf wordt aan de keukentafel besproken. Juist de zachte kant blijkt vaak lastig. In de agrarische sector zijn boerderijen vaak al generaties lang in de familie. Er spelen emoties mee en het gevaar bestaat dat er misverstanden ontstaan doordat dingen niet worden uitgesproken en voor een ander worden ingevuld.” ROLLEN In het spel krijgen alle deelnemers een rol toebedeeld en gaan, onder begeleiding van een docent of agro-coach, alle dilemma’s langs die bij een bedrijfsovername komen kijken. Doel is dat er aandacht wordt besteed aan de wensen en eisen van ieder familielid, en dat het gesprek daarover op gang komt. ,,Nee, niet een gezellig spelletje op de zaterdagavond,” lacht Biewenga.

GELEIN BIEWENGA

16 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

Maaike Groot (22) student van Biewenga, loopt stage bij het ‘melkveeteam’ van een accountant- en adviesbureau dat veel agrariërs als klant heeft. Ze deed in het kader van haar afstudeeropdracht onderzoek naar

de rol van de adviseur in het traject van overname. Zelf zit ze midden in het proces; samen met haar vriend Rob (26) neemt ze het bedrijf van haar schoonouders over, met 130 melkkoeien. ,,Bij ons is alles soepel gegaan, de neuzen stonden dezelfde kant op. Rob loopt al sinds zijn 16de mee in het bedrijf, mijn schoonouders zijn tegen de 70, het moment was daar. Maar zo gaat het niet overal.” Haar partner was als jongste van negen kinderen de enige overnamekandidaat. Vaak is het ook anders, weet Biewenga. ,,Als je meerdere kinderen hebt die de zaak willen overnemen, is er sprake van een ‘hard element’. Wie kies je? Het bedrijf is op de markt misschien wel 4 miljoen euro waard, maar het kind betaalt het bedrag dat de ouders minimaal nodig hebben voor een rustige oude dag, ver onder de marktwaarde. Het uitverkoren kind krijgt daarmee niet alleen het bedrijf, maar ook een behoorlijk deel van het familievermogen. Het gaat om grote bedragen.” EMOTIONEEL KREDIET Het proces rondom de beslissing wie de opvolger wordt, begint al vroeg. Biewenga: ,,Het kind dat op jonge leeftijd al interesse

‘Als je meerdere kinderen hebt die de zaak willen overnemen, is er sprake van een ‘hard’ element’

toont in het boerenbedrijf, bouwt een emotioneel krediet op. Hij of zij wordt wat vaker meegenomen in de gang van zaken, het wordt een zelfversterkend effect. Natuurlijk kan dat nog wijzigen en is het niet altijd zo, maar het is wel een bekend patroon.” De sociale context heeft veel invloed, wil hij maar zeggen. ,,Dat vind ik altijd mooi om te zien; ook de kinderen die het bedrijf niet overnemen, houden er verbinding mee. De traditie, het terug kunnen keren, de continuïteit; het wordt hoog gewaardeerd. Het blijft ‘ons bedrijf’ voor veel familieleden.” De ontwikkeling en inzet van Om Tafel is onderdeel van een groter programma dat jonge boeren begeleidt bij een bedrijfsovername. Het team dat het spel ontwikkelde is specifiek in het Noorden actief. Ook in andere delen van het land zijn initiatieven ontplooid. De regionale verschillen bij overnames zijn evident, merkte Biewenga. ,,In het Noorden is het vaak: we moesten de stap nu maar eens zetten om het bedrijf over te dragen. De ouders worden uitgekocht en vertrekken. In het oosten van het land bijvoorbeeld neem je een bedrijf over en krijg je de ouders erbij.” DOELEN HALEN De reden dat het geen online game is geworden ligt misschien voor de hand: het moet voor alle generaties geschikt zijn. ,,Het is een beetje jammer als je het spel verliest omdat je niet snel genoeg bent op de computer,” merkt de docent-onderzoeker op. Want hoewel het doel is dilemma’s bespreekbaar te maken, zit er wel degelijk een wedstrijdelement in. ,,Terwijl je het spel speelt, denk je dat je kunt winnen, door je doelen te halen. Maar de crux is natuurlijk dat je daar niet veel aan hebt als de anderen niet ook hún doelen halen. Dan zijn je ouders niet blij of je ziet elkaar niet meer met Kerstmis. Om Tafel is dan ook uit het leven gegrepen.”

Om Tafel Na twee jaren van onderzoeken, testen en bijschaven wordt het bordspel in juni officieel gepresenteerd. Dan organiseert HVHL samen met andere instellingen twee dagen voor jonge boeren en hun ouders, waar onder meer het spel in workshops gespeeld kan worden. Inmiddels zijn er al docenten van andere opleidingen uit heel Nederland naar Leeuwarden afgereisd om een kijkje te nemen. Ook is er belangstelling uit andere sectoren, zoals de binnenscheepvaart, waar bedrijfsopvolging binnen de familie ook gangbaar is.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 17


Slimme aardappelen, drones die het blad van gewassen inspecteren en zelfrijdende robots die ziektes in aardappelvelden opsporen. Een kleine greep uit de pilots die proeftuin 5Groningen de afgelopen zes jaar opzette in samenwerking met Groningse boeren. Tekst William Zijlstra Foto Peter Wassing

PRECISIELANDBOUW MET 5G Groningen test in samenwerking met ondernemers, organisaties en kennisinstellingen toepassingen van het 5G-netwerk in het Noorden. Dat doen ze onder andere in de zorgsector, de logistiek, in de energiewereld en dus ook in de landbouw, waar de pilotprojecten veelal om precisie draaien, vertelt Marc Cremers, pilotcoördinator bij 5Groningen. ,,Met precisielandbouw kunnen we de efficiëntie van boerenbedrijven optimaliseren. Je wilt per vierkante meter bepalen wat er gebeurt. Allemaal zodat boeren meer kunnen produceren, betere producten kunnen leveren en het milieu minder belasten.’’

5

Razendsnel internet, full-HD films in een paar seconden downloaden en een super stabiele verbinding om online te gamen. Het kan allemaal heel goed met 5G. Maar het 5G-netwerk biedt veel meer mogelijkheden dan alleen downloaden, vertelt Cremers. ,,Er valt juist winst te behalen met het uploaden. Met 5G kun je namelijk enorme hoeveelheden data heel snel versturen.’’ Neem bijvoorbeeld het gebruik van drones. 5Groningen zette een pilotproject op in samenwerking met onder meer boerencollectief aGroFuture en Vliegend.nl om vanuit de lucht gewassen te inspecteren en akkers in kaart te brengen. ,,Een drone met een multispectraal camera vliegt boven een akker en maakt heel snel achter elkaar hele grote foto’s. Die foto’s worden naar een server gestuurd en aan elkaar geplakt. Het resultaat? Een kaart waarop je kunt zien hoe vitaal de bladeren van gewassen zijn en welke gewassen wel en niet besproeid moeten worden. Vervolgens kunnen de sproeiarmen achter de trekker ingesteld worden aan de hand van de kaart. Zo kun je heel precies je akker besproeien.’’

MARC CREMERS

18 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

TIJDBESPARING Voorheen kon je die data niet in realtime versturen, eerst moest het SD-kaartje uitgelezen worden. Vervolgens duurde het twee

‘Er valt winst te behalen met het uploaden. Met 5G kun je enorme hoeveelheden data heel snel versturen’ of drie dagen voordat je als boer de informatie had. Met 5G kan hetzelfde proces binnen 20 minuten. Die tijdbesparing is enorm waardevol voor akkerbouwers, die ook nog eens afhankelijk zijn van het weer en daarom sneller kunnen reageren als ze direct deze informatie hebben. Nog een innovatie uit de koker van 5Groningen is ‘de slimme aardappel’. Een apparaatje dat net als gewone pootaardappelen de grond ingaat. Het verschil? De slimme aardappel meet de temperatuur en het vochtgehalte in de grond. Ook meet de slimme versie hoe hardhandig de aardappelen worden gerooid om eventuele schade bij het rooien te meten en te voorkomen. Het pilotproject ontstond bij 5Groningen, maar ligt nu bij vier studenten die het als start-up voortzetten onder de naam Croptimise. In mei gaan de eerste slimme aardappelen de grond in bij vijf boerderijen in Groningen. Cremers: ,,Niet alle pilots slagen en het is onmogelijk om te zeggen of een pilot uiteindelijk leidt tot een succesvolle innovatie die ook nog eens geld oplevert. Maar het project met de slimme aardappel heb ik echt veel vertrouwen in.’’ 5Groningen heeft de afgelopen jaren nauw samengewerkt met studenten van de Hanzehogeschool, Rijksuniversiteit Groningen en verschillende mbo-instellingen. ,,250 studenten hebben aan zo’n 50 pilots, waar-

van een deel in de landbouwsector, gewerkt. Dat vind ik echt supergaaf, die koppeling met studenten.’’ TWEE GROEPEN Mooie innovaties dus, maar hoe happig zijn boeren om dit over te nemen? ,,Je hebt eigenlijk twee groepen. Een groep koplopers die veel bezig is met innovaties en welwillend zijn om ook mee te werken aan het proces om zo’n innovatie te testen. En een tweede groep met afwachtende boeren. Zij willen de innovatie wel hebben maar pas als het klaar is, als het bewezen is en als het op de markt is. Dat snap ik, want het lastige aan pilots is: je weet niet of ze slagen en je weet niet of het uiteindelijk wat oplevert.’’ 5Groningen werkt pre-commercieel. Ze subsidiëren vanuit het Nationaal Programma Groningen en Economic Board Groningen de pilots gedeeltelijk en Cremers en zijn collega’s helpen de ondernemers onder meer aan de juiste connecties en partners, bijvoorbeeld GroBusiness. Maar uiteindelijk moet de ondernemer zelf de slag naar de markt toe maken. Het enthousiasmeren van de landbouwsector als het gaat om het gebruik van 5G is slechts een van de uitdagingen die 5G nog heeft te overwinnen. De uitrol van 5G verloopt nog niet zoals gehoopt, erkent ook Cremers. De Europese Unie heeft voor 5G drie specifieke frequentiebanden aangewezen, namelijk 700 megahertz, 3,5 gigahertz en 26 gigahertz. Het verschil? 700 MHz heeft het grootste bereik, maar is minder snel dan de andere twee. De projecten van 5Groningen liepen tot nu toe allemaal op de 700 MHzband. 3,5 GHz is echter het meest geschikt voor een hoge datasnelheid met een goede dekking. Deze frequentie is daarom zeer gewild. VERTRAGING Een probleem: in Burum vangt satellietpro-

vider Inmarsat noodsignalen van internationaal scheepverkeer op met deze frequentie. Nationale providers mogen daarom voorlopig geen gebruikmaken van de 3,5 GHz-band. Het nationale frequentieplan, dat opgesteld is om bandbreedte toe te wijzen aan verschillende toepassingen, moet dus worden herzien. Het ‘veilen’ van 5G-frequenties in Nederland is ook uitgesteld en vindt waarschijnlijk in het najaar plaats. Tot die tijd is er sowieso geen grootschalige uitrol mogelijk voor het testen van innovaties en slimme systemen die gebruik maken van 3,5 GHz. Voor 5Groningen is het jammer dat de grootschalige uitrol van 5G vertraging oploopt. Het programma stopt namelijk aan het eind van dit jaar. Volgens Cremers staan we nog maar aan het begin van de mogelijkheden van het nieuwe mobiele netwerk. Ondanks dat het programma stopt is Cremers enorm tevreden over de afgelopen zes jaar. ,,We hebben samen met onze partners tientallen ondernemers geholpen met het experimenteren met 5G. Daar hebben we veel kennis mee opgedaan. En dat verdwijnt niet zomaar.‘’

Over 5Groningen Economic Board Groningen heeft het 5Groningen programma geïnitieerd om te onderzoeken hoe 5G nieuwe innovaties kan versnellen en creëren. Een belangrijk doel is om mkb-bedrijven in Groningen koploper te maken in hun sector met behulp van 5G. 5Groningen heeft daarnaast nog tien programmapartners: KPN, Agentschap Telecom, VodafoneZiggo, TNO, Huawei, Rijksuniversiteit Groningen, Surf, Hanzehogeschool Groningen, VMware en Dell Technologies.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 19


ADVERTENTIE

CRV

Partner in vruchtbaarheid

Wilt u de vruchtbaarheid op uw bedrijf aanpakken? Maak dan kennis met de producten en diensten van CRV. Wij bieden u niet alleen genetica van de beste stieren, ook kunnen we u ondersteunen met persoonlijke begeleiding op het gebied van vruchtbaarheid. Volledig op maat en aangepast aan uw wensen. Onze uitgebreide en gebruiksvriendelijke applicaties CRV Dier en CRV Bedrijf geven u inzicht in uw resultaten en zorgen voor een heldere en eenvoudige administratie. Met dit brede pakket is CRV uw partner op het gebied van vruchtbaarheid.

VRUCHTBAARHEID

Bekijk de qr-code voor informatie over vruchtbaarheid. Meer informatie: neem contact op met uw veestapeladviseur of bezoek onze website www.CRV4all.nl


ADVERTENTIE

Elke 6 seconden wordt er een CRV-kalfje geboren De slogan van CRV luidt: Better Cows Better Life. Daar kun je best Better Environment aan toevoegen. Immers, CRV streeft elke dag naar een gezondere veestapel, waarbij koeien met dezelfde hoeveelheid of minder voer meer melk kunnen produceren. En dat leidt tot minder mest en dus minder overlast voor het milieu. Het verzamelen van data speelt daarin een doorslaggevende rol en daarmee loopt CRV wereldwijd voorop. De sector is in staat haar bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen, dankzij de innovatieve oplossingen die er zijn , zegt directeur Lammert Veenhuizen.

Lammert Veenhuizen We zijn op bezoek bij het Dairy Breeding Center van CRV in Wirdum. De pinken die hier gehuisvest zijn vormen de zogenaamde nucleus; de beste vrouwelijke dieren uit Europa, die de basis zijn in het fokprogramma van CRV. Met als belangrijkste doel: een perfecte balans tussen gezonde en efficiënte koeien. Samen met de bijna 22.000 leden, waarmee 90% van de rundveehouders in Nederland en België bij CRV is aangesloten, werkt het bedrijf elke dag aan het verbeteren van veestapels over de hele wereld. CRV is een coöperatie en is in 60 landen actief. We zijn van en voor de veehouder , aldus Veenhuizen. Activiteiten Dat CRV werk maakt van een integrale benadering van veestapelverbetering blijkt uit de diverse activiteiten van CRV: dankzij de melkproductieregistratie, waarvoor elke dag 300 monsternemers op pad zijn, beschikt CRV over een enorme hoeveelheid data, die wordt gedeeld met de boer. Via een app blijft hij op de hoogte van het welbevinden van zijn veestapel en kan hij eventueel vroegtijdig ingrijpen. Verder beschikt CRV over een tak kunstmatige inseminatie, waarvoor elke dag 350 inseminatoren aan het werk zijn. Een vierde belangrijke tak is genetica. Elk jaar produceren de beste stieren van verschillende rassen 11 miljoen rietjes sperma. Opgave Efficiëntie staat bij CRV voorop. Veenhuizen: Het verhaal is duidelijk. In 1950 voedde een boer 16 mensen, nu moet een boer 200 mensen voeden, waarmee het belang van efficiëntie nog maar eens wordt onderstreept. Er komt een

enorme opgave op ons af, want in 2050 moeten wereldwijd 9 miljard mensen kunnen eten en drinken. Dat betekent dat de voedselproductie wereldwijd moet stijgen en daar kan CRV een belangrijke bijdrage aan leveren, op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde manier. Daarom investeert CRV in hogere kwaliteit genetica-, data- en technologische oplossingen, waardoor de melkproductie kan worden verhoogd en tegelijk de milieu-impact zo klein mogelijk wordt gehouden. Voer Het is niet voor niets dat de Nederlandse veehouderij tot de meest efficiënte ter wereld behoord. Waar in Nederland een koe ruim 9.000 liter melk per jaar produceert, daar komt een koe in China tot hooguit 4.000 à 5.000 liter per jaar. Een gevolg van jarenlang onderzoek en vervolgens het doorvoeren van verbeteringen.

We verplaatsen het probleem , terwijl we de oplossingen hier in huis hebben Als voorbeeld noemt Veenhuizen het in 2015 gestarte voerefficiëntieprogramma. We testen 2.500 koeien, waarbij we precies meten wat ze eten en wat hun melkopbrengst is. Daaruit blijkt dat er enorme verschillen zitten tussen koeien, waardoor de boer behoorlijk kan besparen op voer en dus op uitstoot. Als je dan bedenkt dat voer de hoogste kostenpost voor een boerenbedrijf vormt, dan wordt er dankzij dit

onderzoek behoorlijke winst behaald. Goed voor de boer, goed voor de koe en goed voor het milieu. Herbezinning Veenhuizen pleit voor een andere kijk op landbouw, noem het een herbezinning. Nederland speelt een belangrijke rol in de voedselvoorziening in Noordwest-Europa en daarbuiten, omdat we hier de perfecte omstandigheden voor de productie van voedsel hebben. Gezien de huidige situatie en de ontwikkelingen is het van groot belang om die positie te handhaven. Echter, de landbouw zit, volgens mij onterecht, in het verdomhoekje. De sector kenmerkt zich door hardwerkende boeren met hart voor hun dieren, de natuur en de juiste balans daartussen. Daarin lopen we voorop, dankzij de innovatieve oplossingen die er al zijn. Maar, als de overheid haar plannen doorzet, dan moeten er straks verplicht bedrijven stoppen. Wordt de veestapel dan kleiner? Wij denken van niet, grotere bedrijven worden nog groter en een ander deel van veestapel verplaatst zich naar het buitenland. Kortom, we verplaatsen het probleem , terwijl we de oplossingen hier in huis hebben. Met de kennis en kunde die bij CRV voorhanden is werken we elke dag aan een efficiëntere koe, die beter is voor het klimaat. Want, meer efficiëntie leidt tot meer opbrengst en minder uitstoot. Dat is het doel waarvoor we elke dag bezig zijn. Die 9 miljard mensen willen straks in 2050 wel kunnen eten en drinken, daar ligt een verantwoordelijkheid voor ons allemaal. www.crv4all.nl


DE SPIEGEL Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, die heeft laten zien hoe het kan of moet, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 25 van De Spiegel: Agnes Lensing (41), boer, spreker en ‘agrarisch ambassadeur’ uit Gasselternijveen. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Harry Tielman

‘MIJN VADER IS ECHT EEN VOORBEELD’

Ik dacht: laat ons het vandaag eens een keer niet hebben over een zeker televisieprogramma … ,,Graag! Dat is al vijftien jaar geleden.’’

AGNES LENSING

Maar ik weet niet of het lukt, want jouw deelname aan het programma heeft je ondernemerschap wel een nieuwe richting gegeven, of niet? ,,Nou, in de basis was ik boer en blijf ik boer. Maar het klopt dat Boer zoekt Vrouw mij bekendheid heeft gegeven. Ik ben boerin Agnes, zo kennen mensen me en dat helpt me op mijn missie om meer mensen te laten kennismaken met het boerenleven. Overigens zie ik mezelf meer als boer dan als boerin. Bij boerin denk ik aan een vrouw die haar man helpt op de boerderij. Bij ons is dat niet hoe het gaat. We doen het echt samen, ik sta het liefst tussen de koeien.’’ Is dat te combineren met je andere rollen zoals gastvrouw, spreker, vertegenwoordiger in de politiek, winkelmanager …? ,,Het is veel, zeker omdat ik van mezelf weet dat ik geen goede manager ben. Mijn valkuil is dat ik alles zelf wil doen. Door de komst van onze drie kinderen heb ik wel geleerd dat wat los te laten. Maar ik vond het best lastig, die eerste keer dat de koeien door iemand anders werden gemolken. Ik mis de discipline, de structuur die mijn moeder altijd bracht vroeger. Eten altijd op

2 2 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

hetzelfde tijdstip, wasdag, poetsdag. Daar heb ik achteraf gezien veel respect voor en soms ook wel behoefte aan.’’

maar zoek intussen steeds de bevestiging dat het goed is. Ik zie iets meer beren op de weg dan mijn vader.’’

Hoe vormde jou dat? ,,Nou, ik zag op het melkveebedrijf van mijn ouders dat de rollen perfect verdeeld waren. Mijn vader was een heel vooruitstrevende ondernemer. Zo kwamen we in 2002 ook vanuit Brabant in Drenthe terecht, omdat hij op zoek was naar een plek om te groeien. Hij kon zich daarop richten, terwijl hij wist dat het gezin perfect doordraaide dankzij mijn moeder. Ik denk dat ik van beiden wat heb. Ik wil ook altijd vooruit,

Zou je dat iets meer van hem willen hebben? ,,Ik heb er veel respect voor, ik verzamel mensen om me heen die in kansen denken net als hij. Mijn vader is wel echt een voorbeeld voor me, ja. Ik spreek hem zo’n beetje dagelijks, hij woont een paar kilometer verderop. Vooral als ik het lastig heb, zoals met de regeling rond de fosfaatrechten, of laatst nog met het dak dat van de stal waaide, dan heb ik veel aan hem. Hij overtuigt me dat ik moet doorgaan, dat het goed komt. Hij heeft zelf ook altijd ergere dingen meegemaakt.’’

‘Ik heb de gesprekken met mijn vader nodig’

Hoe vindt hij het dat je je eigen vergaderlocatie hebt, dat je schoolklassen en toeristen rondleidt, dat je spreker bent en een eigen winkel hebt? ,,Vindt hij geweldig. Vaak komt hij even kijken als er weer allemaal kindertjes rond de boerderij lopen. Ik ben dat erbij gaan doen omdat we wat extra geld moesten verdienen toen het door die fosfaatrechten tegenzat. Dat ondernemerschap spreekt mijn vader aan. Intussen is het vooral een missie geworden en doe ik het met hart en ziel. Maar tussen de koeien blijft de mooiste plek.’’

Boerin Agnes Agnes Lensing nam het melkveebedrijf van haar ouders over in 2015. In datzelfde jaar bouwde ze een duurzame stal die plek biedt aan 160 koeien. De oude melkput en tanklokaal zijn omgebouwd tot ontvangstruimte voor groepen tot vijftig personen. In enkele automaten worden melkproducten zoals advocaat verkocht. Agnes biedt ook koe-bonnementen aan, waarbij je continu het wel en wee van ‘je eigen koe’ volgt.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 2 3


ADVERTENTIE

Bedrijfsopvolging: Iets voor later of

?

Het aantal bedrijfsovernames in ons land groeit. Waar in 2010 volgens cijfers van het CBS 4545 bedrijven van eigenaar wisselden, daar was dit aantal vorig jaar gegroeid naar 7235. Een substantieel deel daarvan betreft bedrijfsopvolging in de familiaire kring. Volgens Hennie van Braak van Van Braak Accountants beginnen veel eigenaren te laat met de voorbereidingen van een bedrijfsopvolging. En dat kan uiteindelijk veel geld kosten.

Hennie van Braak Daarnaast wijst hij op de mentale omstandigheden. Van de ene op de andere dag je bedrijf verkopen heeft niet alleen financiële consequenties, maar zeker ook emotionele. Niet voor niets wordt er wel eens gezegd dat je bij verkoop van je bedrijf afscheid neemt van je kindje . Het is daarom verstandig om daar ruimschoots de tijd voor te nemen , geeft Van Braak aan. Bespreekbaar maken Want ja, als je met plezier in je onderneming werkt en je nog boordevol plannen zit, dan ben je niet bezig met opvolging. Toch kan het gevoel ontstaan dat het tijd wordt om bijvoorbeeld één of meerdere kinderen meer verantwoordelijkheid te geven binnen de onderneming en misschien zelfs mede-eigenaar te maken. Daar gaat dan wel een proces aan vooraf. Ons advies is altijd: schuif deze vragen niet op de lange baan, maar maak dit bespreekbaar en zoek samen naar mogelijkheden. Wij zien nog te vaak dat ondernemers te laat beginnen met bedrijfsopvolging , gaat Van Braak verder. Eigenlijk moet je daar al over nadenken, zodra de onderneming iets begint voor te stellen. Heb je zaken niet goed geregeld en je staat voor een overname, dan kan dat onnodig veel belastinggeld kosten. Geld dat je kunt besparen wanneer je vooraf de juiste stappen zet. Daarbij doelt Van Braak bijvoorbeeld op de structuur van een onderneming, waardoor de verkoop gemakkelijker kan verlopen. Familie Maar, ook bij overname binnen de familie is het

goed om vooraf zaken te regelen. Het komt volgens hem nog te vaak voor dat opvolging binnen familiebedrijven voor veel problemen zorgt, met name ook financiële, waardoor de overname langer op zich laat wachten of zelfs helemaal niet tot stand komt. Zo is overname binnen de familie bijvoorbeeld makkelijker en voordeliger te realiseren wanneer een kind minimaal drie jaar in loondienst is , geeft Van Braak als voorbeeld. Aandelen zijn namelijk eenvoudiger over te dragen, wanneer het betreffende kind een vast dienstverband heeft. En dat hoeft niet eens een 40-urige werkweek te zijn. Als een kind bij wijze van spreken één avond in de maand het kantoor schoonmaakt, dan is al sprake van een vast dienstverband.

Bedrijfsopvolging begint met een plan en is een proces van meerdere stappen Proces Duidelijk is dat bedrijfsopvolging veel meer een proces van overdragen is dan een overdracht op een vast moment. En een proces heeft tijd nodig , geeft Van Braak aan. Neem de tijd om de bedrijfsstructuur zowel juridisch, fiscaal als organisatorisch aan te passen of voor te bereiden op bedrijfsopvolging. Dat geeft je ook meteen meer tijd om je emotioneel voor te bereiden op het afscheid. Verkoop je het bedrijf niet aan je kinderen, maar aan een derde partij, dan is het uiteraard ook van belang om bepaalde voorbereidingen te treffen. De betreffende ouders hebben bij verkoop veel geld op hun rekening, dat uiteindelijk via een

erfenis naar de kinderen kan gaan en waarover je dan veel belastinggeld betaald. Wanneer je het bedrijf eerst aan de kinderen schenkt en het dan verkoopt, dan kan dat al gauw 20 tot 25 procent belasting schelen. En zo zijn er meer oplossingen voorhanden waarmee je behoorlijk op de belastingen kunt besparen. Emotioneel gebeuren Bij Van Braak Accountants merken ze dat er bij ondernemers over het algemeen te weinig kennis is over bedrijfsopvolging. Hennie van Braak vindt dat niet vreemd. Nee, als eigenaar van een bedrijf ben je bezig met de dagelijkse gang van zaken en kijk je geen jaren vooruit. Laat staan dat je bezig bent met bedrijfsopvolging. Toch is het goed je af en toe af te vragen wat er gebeurt bij verkoop. Waar moet je rekening mee houden en welke rol kun je zelf spelen in een verkoopproces en zelfs daarna. We zien bijvoorbeeld dat veel ondernemers nog een tijdje in hun voormalige bedrijf mee blijven werken, wat verre van plezierig is. Daar waarschuwen we onze klanten dan ook voor. Na verkoop volgt vaak een zware tijd en voor zover mogelijk moet je je daar ook op voorbereiden. Want, de verkoop van je bedrijf is hoe dan ook een emotioneel gebeuren. Gelukkig heeft een goede adviseur voldoende gereedschap in zijn gereedschapskist om maatwerk te kunnen leveren , besluit Van Braak. Bedrijfsopvolging begint met een plan en is een proces van meerdere stappen. Bij Van Braak Accountants hebben we daar ervaring mee en hebben we in de loop van de jaren al vele bedrijfsopvolgingen tot een goed einde gebracht. www.vanbraakaccountants.nl


ADVERTENTIE

Ze zijn er: versvleesproducten met Nederlandse plantaardige ingrediënten Een vleesmaker weet alles van de herkomst, smaak en textuur van vlees. Vion Food Group laat zien dat het ook volledig plantaardige vleesvervangers kan ontwikkelen van Nederlandse eiwitten. Willem Cranenbroek van ME-AT the Alternative in Leeuwarden, onderdeel van Vion Food Group, is trots op het ontwikkelteam en het eerste private label gezonde vleesvervangers met eiwitten van Nederlandse bodem. Er zitten echter ook voor boer en natuur voordelen aan de veldboon: veldbonen halen stikstof uit de lucht, zijn in staat met hun wortels stikstof in de grond te binden en dragen zo bij aan bodemverbetering. Daarnaast is een veldboon vlinderbloemig en draagt door de bloemvorming bij aan de biodiversiteit op de akker. De teelt van veldbonen zou dus gunstig kunnen uitpakken naar het verduurzamen van de landbouw. De ervaringen van de boeren waar we nu mee werken is goed en daarom doen we nu verder onderzoek naar de betekenis van veldbonen op uitstoot en bodem. De volgende spannende stap was wat die teelt zou opleveren. Een boon is nog geen eiwit waar wij mee aan de slag kunnen. Herba Ingrediënts is specialist in glutenvrije en natuurlijke ingrediënten voor eiwit- en zetmeelconcentraten en zij leveren na een proces van extrusie het eiwitconcentraat, het texturaat, waarmee wij aan de hand van nieuwe recepten en uitgebreid onderzoek onze vleesvervangers maken.

Directeur New Product Development Thea Smit (l) en General Manager Willem Cranenbroek (r) De consumenten die nu de boodschappen doen, zijn in grote lijnen opgevoed met het idee van vlees op tafel. Ze kennen de smaak, bite en textuur van vleesproducten en de bereidingswijzen. Daarom ontwikkelen wij heel bewust verse vleesvervangers die het vlees dat ze gewend zijn vervangen op plantaardige basis. We richten ons op de groeiende groep flexitariërs, maar sluiten vegetariërs en veganisten niet uit. General Manager Willem Cranenbroek van ME-AT the Alternative in Leeuwarden is verantwoordelijk voor de productie van nieuwe plantaardige vleesvervangers. Hij is trots en blij. Vion heeft de strategie om ketens te bouwen. Hier werken we al jaren aan binnen het vlees segment. We noemen dit Building Balanced Chains. We doen dit om de boer in de breedste zin een toekomst en de consument een keuze te geven. Nu hebben we die stap ook gezet voor onze plantaardige keten. Als ik zie welke mooie weg we met onze partners in de landbouw hebben afgelegd de afgelopen jaren en wat onze ontwikkelaars het laatste half jaar hebben bereikt, dan ben ik trots. En ik word heel blij als ik zie waar we nu staan en welke mogelijkheden er komen, want we staan aan het begin van een ontdekkingsreis naar plantaardig eiwit. Een paar jaar geleden bouwde Vion Food Group haar slachterij in Leeuwarden volledig om naar plantaardige productie. Het was het begin van een ontdekkingsreis, zegt Willem Cranenbroek. Inmiddels exporteren we naar 17 Europese landen en nu hebben we de volgende stap gezet met het ontwikkelen van verse vleesvervangers met Nederlands plantaardig eiwit. Partners van de veldboon Het mag gerust een plantaardige prestatie van formaat worden genoemd: de introductie van het eerste private label voor de retail met de eerste echte Nederlandse verse vleesvervangers van Nederlands plantaardig eiwit. De burgers, worstjes en gehakt liggen onder private label nu in het schap: smaakvolle, gezonde verse vleesvervangers. Het klinkt overzichtelijk, maar

het vergde een paar jaar om tot dit resultaat te komen. Willem Cranenbroek: We wilden lekkere vleesvervangers maken, verse producten met lokaal geproduceerd plantaardig eiwit. Vers, niet vooraf gegaard. We weten alles van smaak en textuur van vlees en dat niveau wilden we bereiken. De eerste hobbel bleek het juiste plantaardige eiwit. We wilden voor deze nieuwe generatie vleesvervangers geen soja uit het buitenland, maar een volwaardig Nederlands eiwit. Met soja van Nederlandse bodem zijn nog geen goede resultaten gehaald. Wat moet je dan wel hebben, wie kan het leveren en wie kan van een graan of boon het juiste texturaat maken waarmee wij kunnen produceren? De strategie van moederbedrijf Vion Food Group gaat om het bouwen van ketens. Wij willen dat ook graag doen in dit plantaardige segment. Samen met ZLTO, Agrifirm en Herba Ingrediënts hebben we een onderzoekstraject opgezet naar de teelt en verwerking van plantaardig eiwit uit veldbonen. Het is een omvangrijk ras met tal van soorten die het goed doet op Nederlandse bodems. We zijn begonnen met enthousiaste boeren, waardoor we dertig hectares konden inzaaien. Tegelijk met die stap moesten we kijken wat het voor een boer doet: tarwe bijvoorbeeld is nu voor veel boeren een bekend wisselgewas met een bepaalde zekerheid van opbrengst en omzet. Zou de veldboonsoort die we uiteindelijk hebben gekozen, ook die zekerheid kunnen bieden, levert het hen en ons genoeg op, weten we zeker dat we voldoende goede eiwitten kunnen genereren? Al die stappen hebben we samen met onze partners gezet, waarbij we het geluk van de tijd hebben gehad. Eerst was er corona. Daardoor kwam er naast een groeiend milieubesef, meer aandacht voor lokale producten. Minder afhankelijkheid van het buitenland, minder transportbeweging, kwaliteit van Hollandse bodem. Inmiddels zien we ook nog eens door de verschrikkelijke oorlog in Oekraine dat we de juiste weg hebben ingeslagen. De snel gestegen energieprijzen en de sterke afhankelijkheid van graan uit die regio, laten ons allemaal beseffen hoe kwetsbaar onze voedselvoorziening is.

Het alternatief: eet smakelijk! Wat er nu op tafel staat wordt snel uitgebreid, vertelt Willem Cranenbroek. Naast burgers, worstjes en gehakt is ons ontwikkelteam al druk bezig om de volgende nieuwe producten te ontwikkelen. Ook daarvoor geldt dat de beleving, smaak, bite en textuur van de hoogste kwaliteit moeten zijn: we komen steeds dichterbij het echte vlees, zoals mensen dat kennen. En gezond, want we ontwikkelen producten die niet alleen plantaardig zijn, maar ook vezelrijk, laag in zout en met weinig verzadigd vet. Door de toevoeging van B12 en ijzer komen we tot volwaardige vervangers voor vlees. En voor al die gezonde producten die lokaal geproduceerd zijn, geldt dat ze duurzaam moeten zijn, van grondstof tot en met verpakkingsmateriaal. We hebben een grote stap gezet en veel geleerd; nu is het een kwestie van doorgaan, naar nog beter en nog lekkerder.

We staan aan het begin van een ontwikkeling naar veel meer plantaardig voedsel dat tegemoet komt aan gemak en goede smaak. De kennis neemt toe en dat moet ook, want de wereldbevolking groeit in rap tempo en iedereen heeft recht op goed en gezond voedsel. Met ME-AT the Alternative zetten we daar volledig op in. Eet smakelijk! www.me-at.com


Worden insecten de nieuwe miniveestapel van de toekomst? Of: wanneer vinden we een Mac Insect op het menu van de bekende Amerikaanse hamburgerketen? Mede-oprichter Janmar Katoele van Wadudu Insectencentrum in Beilen ziet enorme mogelijkheden voor de zespotigen. ,,Stap voor stap winnen insecten steeds meer terrein, maar er is nog veel onderzoek nodig. In tegenstelling tot de koe en het varken is er nog te weinig bekend over insecten.” Tekst Yke Bremer Foto’s Marcel Jurian de Jong

INSECTEN OP HET MENU B ij Wadudu – wat insect betekent in het Swahili – proberen ze door onderzoek steeds meer kennis te verzamelen over insecten. Het insectencentrum doet dat in samenwerking met kennisinstituten en bedrijven. Mede-oprichter Janmar Katoele: ,,Wat voor rol kunnen de insecten in de toekomst spelen? Het grote voordeel bij insecten is dat ze minder stikstof produceren, minder restafval achterlaten en minder water gebruiken dan andere vormen van landbouw. Ze laten dus een minder grote footprint achter dan koeien, varkens en kippen.’’ ,,Ik denk dat ze stapsgewijs steeds meer een onderdeel gaan uitmaken van de voedselproductie de komende tien jaar. Zo kunnen insecten als olie, eiwit of meel worden gebruikt in dierlijke en menselijke voedingsproducten. Je zult niet zo snel een hele sprinkhaan of krekel op je bord vinden, behalve bij een bedrijfsopening als het bonbonnetje met een sprinkhaan erbovenop zorgt voor de nodige gespreksstof. Maar insectenmeel zou wel onderdeel kunnen worden van het nieuwe half-om-halfgehakt. In plaats van half rund en half varken, zou het voor een derde deel kunnen bestaan uit insectenmeel. En zoals het nu bij grote groepen de gewoonte is om één keer per week vis te eten, zou het streven moeten zijn om één keer in de week iets met insecten te doen.” PIONIEREN De onbekendheid van insecten maakt het moeilijk om ze met al hun mogelijkheden snel te introduceren op de markt. ,,Het is op het moment nog veel pionieren”, aldus Katoele. ,,Insecten kunnen een heel nieuwe en interessante vorm van landbouw gaan vormen. Maar natuurlijk moeten alle vragen over veiligheid en risico’s wel worden beantwoord. Het onderzoek draagt eraan bij om vragen rondom insecten te beantwoorden. Door experimenten, door het verzamelen van data en door onderzoeken te herhalen, proberen we steeds meer te weten te komen over de zespotigen.’’

JANMAR KATOELE

2 6 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

,,Voor de Europese Unie ligt daar ook een hele uitdaging. Het insect is nieuw en onbekend. Ze worden voor de wet als landbouwhuisdier gezien. Via de ‘novel food verordening’ van de EU wordt bepaald wat er

wel en niet op de Europese markt mag komen als voedsel. Ondertussen zijn de meelworm, treksprinkhaan en de huiskrekel door de EU goedgekeurd als voedingsmiddel voor dier en mens. En er liggen veel meer ‘insectendossiers‘ klaar voor de novel food verordening. Het is goed en noodzakelijk dat deze regels voor voedselveiligheid bestaan. We willen niet zoals in Vietnam vleermuizensoep op het menu waarbij je de kans loopt om rabiës op te lopen.” KWEEKEXPERIMENT Het echtpaar Janmar en Laura Katoele begon in 2015 met de productie van 10 gram meelwormen in hun eigen douche en ondertussen werkt een team van vijftien personen bij Wadudu. Aanleiding voor het eerste kweekexperiment was een workshop

‘Insecten kunnen een hele nieuwe en interessante vorm van landbouw gaan vormen’

‘Eetbare insecten’ die ze tijdens een reünie in 2012 volgden aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, waar ze allebei dierenwetenschappen hebben gestudeerd. ,,We zagen in de insecten de miniveestapel van de toekomst. Een heel nieuwe en interessante vorm van landbouw met veel mogelijkheden. Bij natuurgebieden waar veebedrijven worden uitgekocht omdat ze te veel stikstof uitscheiden, zouden landbouwbedrijven met insecten deels een uitkomst kunnen zijn.” De productie van meelwormen en in het bijzonder de glasworm is de core business van Wadudu. Daarmee wordt de financiële basis onder het insectencentrum gelegd. ,,De glasworm is het net uitgekomen larfje van de meelworm. Het is als het ware het ééndagskuiken bij de meelwormen. We voorzien kweekbedrijven in heel Noordwest-Europa van de insecten die de glasworm opfokken tot een grote worm om te verhandelen. De insecten worden in verschillende vormen verwerkt of gebruikt in de visteelt, de huisdierenvoeding, in dierenwinkels en in de voeding van landbouwdieren. Naast onderzoek naar de toekomstige rol van insecten kijken we ook hoe we ons verdienmodel kunnen verbeteren en welke innovaties in de vorm van bijvoorbeeld automatisering we kunnen doorvoeren.” Over tien jaar is het doodnormaal om

voedsel te eten waarin insecten zijn verwerkt, denkt Janmar Katoele. ,,Je ziet nu al volledige insectenburgers of een soortgelijk gehaktballetje bij de Krekerij in Rotterdam. En een Mac Insect is dus geen utopie maar zou op het menu kunnen komen te staan bij McDonald’s in het komende decennium. Dit zal nog wel maatschappelijke discussie met zich meebrengen. Maar vooral belangrijk is dat het eten lekker moet zijn. Als het niet lekker is dan wil niemand het eten. De smaak en textuur van insecten zijn anders en daar moet nog veel onderzoek naar worden gedaan. Verder is er verschil tussen Noorden Zuid-Europa. In zuidelijke landen worden insecten gemakkelijker geaccepteerd en gegeten.” De potentie van insecten is veel groter en de zespotigen kunnen op veel meer gebieden ingezet worden, denkt Katoele. ,,Zo proberen we bijvoorbeeld uit te zoeken wat voor rol insecten kunnen spelen bij het opruimen van restafval. Je zou kunnen denken aan groente- en fruitafval, maar ook aan mest of rioolslib. Zo zouden insecten kunnen helpen bij het oplossen van het mestprobleem. Ze kunnen de mest gebruiken als voeding en er eiwitten en stikstof uithalen.’’ OPRUIMFUNCTIE ,,De opruimfunctie van insecten wordt onderzocht en daarbij wordt gekeken hoe de insecten voeding opnemen, wat er achterblijft in het darmkanaal en wat ze vervolgens uitscheiden. In rioolslib zitten bijvoorbeeld veel medicijnresten. Wat slaan de insecten op in het darmkanaal en hoe vervuild is hun poep als we ze rioolslib laten eten? Het zijn allemaal vragen die nog beantwoord moeten worden.” ,,We moeten niet de indruk wekken dat het onderzoek direct richting praktijk gebracht kan worden en dat daarmee het kweken van insecten op niet wettelijke reststromen al op korte termijn mogelijk is”, aldus Janmar. ,,Insecten die op mest gekweekt worden, mogen niet in de voedselproductie terecht komen. De overheid wil hier 100 procent zeker van zijn en dat is moeilijk onomstotelijk en waterdicht te bewijzen. Onderzoek moet een bijdrage leveren om zaken die nu nog onmogelijk lijken steeds meer richting het mogelijke te krijgen.”

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 2 7


28

donderdag 21 april 2022

ADVERTENTIE

Bij ons staat de menselijke maat voorop Dat zegt Bert Schulte van Admifa Accountants en Adviseurs in Stadskanaal. Die woorden werden tijdens de coronapandemie nog maar weer eens waargemaakt. Waar collega accountants hun klanten met name wezen op de tegemoetkomingsregelingen, daar vroegen de medewerkers van Admifa vooral naar het welbevinden van de ondernemer. Het tekent de manier waarop Admifa werkt en dat heeft het kantoor de afgelopen jaren veel gebracht. Uiteraard hebben wij onze klanten vervolgens ook volop geadviseerd over deze regelingen en veel aanvragen voor hen ingediend. Maar, wij wilden wel eerst weten hoe het persoonlijk met ze ging , vertelt Schulte. Corona of niet, zo werkt Admifa altijd. Wij hebben bijvoorbeeld veel agrariërs als klant, het komt voor dat we soms meer van de boer weten dan zijn vrouw van hem weet. Kennis en advies Admifa is al vele jaren actief in de agrarische sector en dat vraagt om kennis binnen het kantoor. Klopt, je moet weten waar je over praat, anders prikt de boer daar snel doorheen en ben je zijn vertrouwen kwijt. Er komt veel kijken bij een boerenbedrijf anno 2022. Naast boer is hij vooral ook ondernemer en een goed advies, zoals Admifa die kan geven, speelt vaak een cruciale rol in zijn beslissingen. Schulte heeft respect voor de moderne boer. Ze leveren kwaliteit en zijn goed voor de grond, de natuur en het dierenwelzijn. Veel boeren die in de veeteelt actief zijn, kennen hun koeien bij naam. Dat is niet voor niets. Er komt veel op de boer af en het is aan hem om een balans te vinden tussen al die belangen. Maar, dat gaat nooit ten koste van het dierenwelzijn, is mijn ervaring.

om mestbeleid of omgevingsvergunningen. We onderhouden korte lijnen en kunnen daardoor snel schakelen. Niet voor niets zit Admifa met haar 3 vestigingen (Stadskanaal, Tweede Exloërmond en Nieuw Weerdinge) in de agrarische regio. Dichtbij onze klanten.

We gaan zelf ook regelmatig de boer op

Bert Schulte Intermediair Vertrouwen staat voorop bij de relatie tussen Admifa en de boer. Je kunt ons zien als intermediair tussen de boer en de diverse instanties , zegt Schulte. Er is vaak onbegrip en dat proberen wij weg te nemen, dat lukt alleen als je kennis van zaken hebt. Juist in zulke situaties kunnen wij ons nog beter als adviseur profileren. En als het nodig is kunnen we ook snel de juiste kennis van derden inschakelen, bijvoorbeeld op specifiek juridisch en fiscaal terrein of als het gaat

Gevoel We gaan zelf ook regelmatig de boer op , zegt Schulte met een glimlach. Even op bezoek om te zien hoe het gaat. Wij willen gevoel hebben bij het boerenbedrijf, hoe men woont, leeft en onderneemt. Daarin zijn we oprecht geïnteresseerd. Om die woorden kracht bij te zetten, vertelt Schulte ten slotte dat Admifa bezig is met nieuwbouwplannen, elders in Stadskanaal. Wat ik nu al zeker weet is dat we twee parkeerplaatsen voor tractoren gaan aanleggen. Want, zoals wij graag bij de boer op bezoek gaan, zo komen ze ook regelmatig even bij ons op kantoor langs, vandaar. www.admifa.nl

ADVERTENTIE

Geraffineerde glycerine van hoge kwaliteit uit Farmsum Iedereen gebruikt het, ook al merk je er niets van. We hebben het over glycerine, dat in vrijwel alle huidproducten en voedsel aanwezig is. Het is een lichaamseigen stof, dat voorkomt in de bovenste laag van de huid, de hoornlaag. Op het Chemiepark in Delfzijl maken ze bij Dutch Glycerine Refinery op een ultramoderne productielocatie jaarlijks tot ruim 200.000 ton geraffineerde glycerine van hoge kwaliteit. Dat zijn jaarlijks 8.000 tankauto s vol. En dan te bedenken dat Dutch Glycerine Refinery, kortweg DGR, min of meer bij toeval is ontstaan. Oorspronkelijk werd deze fabriek begin deze eeuw gebouwd om onze toenmalige buren, Bio MCM, glycerine te leveren voor de productie van groene methanol , legt plant manager Peter Hol uit. Dat project strandde, waarna DGR aan de Musim Mas Group in Indonesië werd verkocht. Dit bedrijf telt meer dan 37.000 medewerkers, is wereldwijd actief en verwerkt op een verantwoorde manier palmolie, waar glycerine uit voortkomt. De Musim Mas Group is foundig father van RSPO, de Roundtable on Sustainable Palm Oil, dat tot doel heeft om het op een verantwoorde manier winnen van palmolie tot de norm te maken. Zuivere glycerine Musim Mas Group is eigenaar van vele fabrieken, waaronder een bio diesel fabriek in Spanje en zocht een afnemer die de ruwe glycerine, die als bijproduct van bio diesel overblijft, kan verwerken tot zuivere glycerine. En zo kwamen ze bij DGR uit. De standaard voor glycerine uit bio diesel is 99,5 procent, wij halen 99,9 procent , geeft Peter aan. Daar zijn we trots op, juist door die hoge zuiverheid is het geschikt voor vele

bewust voor verantwoorde palmolie en glycerine. We kunnen op deze wereld niet zonder palmolie en hebben de plicht om dat op een verantwoorde manier te winnen. Die taak is bij de Musim Mas Group in juiste handen.

Peter Hol toepassingen. Vanzelfsprekend zijn we gecertificeerd en is de glycerine biologisch afbreekbaar. Over afnemers van het product hoeft men zich bij DGR geen zorgen te maken. Grote farmaceuten, voedselproducenten en andere afnemers kiezen

Groei De Dutch Glycerine Refinery beschikt over de grootste unit te wereld en zit nog niet vol, geeft Peter aan. We produceren de maximale capaciteit, zodra de aanvoer het aankan. De biodieselmarkt is momenteel wat beperkter dan voorheen, vanwege corona, maar de verwachting is dat deze zich op korte termijn gaat herstellen. Aan de productielijn hebben we dan niet meteen meer handen nodig, maar wel daar omheen. We zijn daarom altijd op zoek naar mensen die het leuk vinden om als een soort ondernemer bij ons aan het werk te gaan. Je bent namelijk vaak de enige in je vakgebied, dat is uitdagend en interessant tegelijk. De vraag naar glycerine zal alleen maar toenemen, DGR is klaar voor de toekomst. www.musimmas.com


donderdag 21 april 2022

29

ADVERTENTIE

Dit is nog nooit in de landbouw vertoond Innovatie is in de agrarische sector niet weg te denken. Neem de Wingssprayer die in 2014 op de markt kwam, daarna verder werd ontwikkeld en inmiddels bij diverse akkerbouwers en andere gebruikers niet meer weg te denken is. De Wingssprayer leidt niet alleen tot een bijna perfecte driftreductie, het zorgt ook voor een optimale bescherming van het gewas. Daarnaast kan de besparing op spuitmiddelen oplopen tot maar liefst 40 procent , zegt techneut, uitvinder en directeur Harrie Hoeben.

ontsnappen. Je hebt daardoor minimaal verlies van het gebruikte gewasbeschermingsmiddel. Kortom, het middel komt op de juiste plek en daar gaat het om. Voordeel is bovendien dat de Wingssprayer op vrijwel alle merken spuitmachines kan worden bevestigd. Betere bescherming Onderzoek aan de Wageningen Universiteit heeft uitgewezen dat de driftreductie maar liefst 99,8 procent bedraagt, waar wettelijk minimaal 50 procent is voorgeschreven. Dit alles leidt tot een betere bescherming van het product, de grond en het oppervlaktewater. Zo zorgt de Wingssprayer ervoor dat het gewasbeschermingsmiddel alleen datgene doet waarvoor het bedoeld is. Er is wereldwijd een discussie over het milieu gaande, op het gebied van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geeft dit apparaat daar antwoorden op.

Dit alles leidt tot een betere bescherming van het product, de grond en het oppervlaktewater Harrie Hoeben

Voorbereiding Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar de Wingssprayer maakt het waar, zo blijkt uit de praktijk en uit onafhankelijk onderzoek van de Wageningen Universiteit. Daar ging wel een lange weg aan vooraf. Hoeben was als portefeuillehouder gewasbeschermingsmiddelen aan twee organisaties verbonden en had veel overleg met overheden en waterschappen. Er was en is weerstand tegen de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar ze zijn en blijven nodig voor de gezonde groei van gewassen. Men is daarom continu op zoek naar mogelijkheden om niet gewenste gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Zo kwam het Ministerie van Landbouw in 2000 met het advies om grote druppels te gaan spuiten, zodat de drift, het verwaaien van spuitvloeistof, tot een minimum beperkt kon worden. Ik vond dat hetzelfde als het paard achter de wagen spannen, omdat deze werkwijze teveel negatieve gevolgen voor het grond- en oppervlaktewater heeft. In die tijd ontwikkelde Hoeben een idee voor een apparaat dat minder milieubelastend was, maar toch effectiever was. Na een lange tijd van voorbereiding werden 11 deelprojecten geselecteerd, waarin allerlei apparaten en systemen werden getest, waaronder één uit Zweden. Die bleek enorm goed te werken. De toegepaste techniek gebruikte kleinere druppels, wat zorgde voor een betere gewasbescherming, terwijl de drift minimaal was. Echter, de kwaliteit van het geleverde apparaat liet te wensen over en de Zweedse fabrikant wilde daar niets aan doen. Techneut Een aantal jaren later pakte Hoeben het idee zelf op en begon met de ontwikkeling van wat later de Wingssprayer zou gaan worden. Hij was als

techneut gewend om apparaten zelf te ontwikkelen, want eerder had hij onder andere een aspergewasmachine ontwikkeld, maar ook een zelfrijdende spruitenplukmachine, een 3assige carrier, een preilifter en een zelfrijdende aardappelrooimachine. Ruim 8 jaar bloed, zweet en tranen volgden en in 2011 kwam de eerste Wingssprayer op de markt en na een aantal verbeteringen ging het apparaat in 2014 in productie. Inmiddels wordt de Wingssprayer niet alleen in de akkerbouw gebruikt, ook de tuinbouw, hoveniers, bloementelers en andere groenbedrijven hebben de voordelen van de Wingssprayer ontdekt. Afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever kunnen de armen 3 tot en met 52 meter breed worden. Bovendien kan het apparaat met een lichte tractor gereden worden, waardoor op de brandstof en dus ook CO2 uitstoot wordt bespaard. Aerodynamica Het draait in feite om de aerodynamica , legt Hoeben uit. Je moet de Wingssprayer als een soort windscherm zien. Door de rijwind en het gewas komt de spoiler achterop een beetje omhoog, zonder ingewikkelde technische hulpmiddelen, waardoor deze min of meer licht over de plantjes wordt getrokken. Op datzelfde moment worden via de spuitdoppen die dicht op de plantjes staan, de dunne druppeltjes over de plantjes gespoten, waardoor er bijna geen drift ontstaat. Dankzij de turbulentie onder de spoiler en in het gewas, komt de vloeistof ook onder het blad, waardoor een optimale bescherming ontstaat. Daardoor komt er niet of nauwelijks restvloeistof op de grond en het windscherm zorgt ervoor dat de dunne vloeistof niet kan

De Wingssprayer is niet alleen in ons land een veelgevraagd product. We zijn in meerdere landen actief en ook in Duitsland is het apparaat na vier jaar zeer uitgebreid testen goedgekeurd. Dat duurde inderdaad lang en de oorzaak daarvan was dat men in het eerste jaar alle testen afkeurde. Men vond namelijk geen resten spuitvloeistof in de petrischaaltjes en dat was, zo vond men, te mooi om waar te zijn. In Duitsland voldoet de Wingssprayer nu aan de meeste strenge eisen die er gesteld worden. De klant zoekt naar een zo hoog mogelijke effectiviteit voor zijn dure gewasbeschermingsmiddelen. Dankzij de Wingssprayer kan een besparing tot 40 procent worden gerealiseerd. Bovendien worden met de Wingssprayer de gevolgen voor natuur en milieu tot een minimum beperkt . Het verbaast mij dan ook niet dat dit apparaat gretig aftrek vindt.

Meer informatie en demonstratiefilmpjes vindt u op: www.wingssprayer.com


Gezond, gemakkelijk, goed voor de aarde. Dat zijn de belangrijkste trends in onze voeding. Al jaren eigenlijk, met steeds andere accenten en op verschillende manieren gecombineerd. Die trends verschuiven de laatste tijd steeds meer richting het laatste argument, in allerlei varianten. Tekst Jean-Paul Taffijn Illustratie Job van der Molen

1. DICHTBIJ Wat je van ver haalt, is lekker, zo luidt het gezegde. Dat is niet meer van deze tijd. Producten uit de buurt zijn al jaren in opkomst. Niet alleen omdat dat beter is voor lokale boerenbedrijven en middenstand, óók omdat de smaak goed is. De verscheidenheid aan lekkernijen van eigen bodem neemt snel toe, net als de markt van geïnteresseerde consumenten. Voorbeelden? Vlees van runderen van het Drents Landschap bij BoerenBeef in Nieuw-Balinge, ijs van eigen melk van boerderij Tsiis & Sa in Hilaard, broodmeel van Mulder Pot in Kropswolde. En zo zijn er nog honderden adressen. Lekker en duurzaam. 2. ZELF GETEELD Een directe aansluiting op het eerste punt, de overtrappende trap zelfs, is het zelf telen van voedsel. Dat kan op het aloude volkstuintje, waarvoor de interesse groot is. Tijdens de lockdown (her)vond menig noorderling de weg naar de volkstuincomplexen. Nog populairder is het omspitten van een deel van het gazon tot moestuin, of het plaatsen van een moestuinbak op het balkon. De spullen daarvoor zijn niet aan te slepen in tuincentra en bouwmarkten. De keuze gaat verder dan rabarber en sla. Aardappelen, erwten, aubergines en nog een hele trits gewassen worden in de tuin verbouwd. En met smaak gegeten. Lekker, gezond en duurzaam. 3. ZELF GETEELD 2.0 Voedselbossen horen hier ook bij. In Noord-Nederland zijn er meer dan veertig te vinden inmiddels. Allemaal gezamenlijk aangelegde bossen en struwelen die heel veel fruit genereren. Gegarandeerd onbespoten. Een relatief nieuwe manier van het zelf verbouwen van voedsel is de trend om gezamenlijk landbouwgrond op te kopen en te verbouwen. De coöperatie Land van Ons is het bekendste voorbeeld. De leden beheren vrijwillig akkers en weidegronden

3 0 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

in onder meer Triemen, Onnen, Hooghalen en Hezenes. En ze eten er ook zelf van natuurlijk. Meer biodiversiteit, meer gevoel met de productie van voedsel. Lekker, gezond en duurzaam. 4. VEGETARISCH Stoppen met vlees eten is een goed idee in de strijd tegen de bio-industrie. Als middel om het klimaat te redden en de wereldbevolking te voeden, kan het ook zoden aan de dijk zetten. Voor 1 kilo vlees is ongeveer 5 kilo plantaardig voedsel nodig, land en water. Vleesproductie is goed voor ongeveer 15 procent van de door mensen veroorzaakte CO2-uitstoot in de wereld, schat de Wereldvoedselorganisatie. Logisch dus dat op menig menu minder vlees staat. Thuis, maar ook in de horeca neemt het aandeel vega toe. Restaurant Bla Bla in Groningen serveert al sinds 2009 louter vegetarisch, in bijna alle traditionele tenten rukt vega op de menukaart op. Duurzaam. 5. VLEESVERVANGERS Veel mensen zijn gek op (dierlijke) eiwitten. Om een beetje tegemoet te komen aan smaak, structuur en uiterlijk van vlees, is het aantal vervangende producten in opmars. De schappen in de supers worden steeds groter. Noord-Nederland neemt een

Wat je van ver haalt, is lekker, zo luidt het gezegde. Dat is niet meer van deze tijd

OM DE HOEK OP ZOEK NAAR VEGETARISCH GEMAKSVOEDSEL

aardig belangrijke plek in de ontwikkeling ervan in. ME-AT, een startup onder moederbedrijf Vion, maakt grote hoeveelheden ‘plantaardig vlees’ in Leeuwarden. Avebe experimenteert in Groningen met aardappeleiwitten als grondstof voor vleesvervangers. Het open test- en innovatieprogramma Fascinating onderzoekt nieuwe manieren om voeding van plantaardige eiwitten te maken. Gezond en duurzaam. 6. GEZOND De coronapandemie heeft meer nadruk gelegd op gezondheid. Immers: mensen met een gezonder voedingspatroon bleken beter bestand tegen het virus. Nu is gezondheid zelf natuurlijk geen trend, maar de nadruk die erop ligt, is dat wel. En het is er niet een van voorbijgaande aard. In de winkels schreeuwen de verpakkingen om het hardst welk product het gezondst is. De gewenste verlaging van de btw op groente en fruit is er een uiting van, net als een eventuele suiker- of vettaks. Consumenten verruilen de klassieke pakjes en zakjes massaal voor verspakketten. Steeds meer restaurants afficheren zich als ‘gezond’, of baseren er zelfs hun bestaansrecht op, zoals Feel Good in Groningen en herberg Het Volle Leven in Appelscha. Lekker en gezond. 7. GEMAK Snel en simpel een maaltijd op tafel is wat we allemaal willen na een dag hard werken. Dat is al heel lang zo, alleen verandert de vorm en inhoud van de gemaksproducten snel. De antieke zakjes met poeders bestaan nog, maar het aanbod slinkt zienderogen. Kartonnen doosjes vol verse groenten zijn ervoor in de plaats gekomen. Bijna alle groenten (en ook steeds meer fruit) zijn in gesneden vorm verkrijgbaar. Helaas wel in plastic zakjes meestal. Gemak is een essentiële voorwaarde in het streven om mensen gezond en klimaatvriendelijk te laten kiezen. Veel mensen willen best duurzaam doen, maar dan moet het niet te moeilijk zijn. Wel lekker en gezond.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 31


32

donderdag 21 april 2022

ADVERTENTIE

Hoe ziet het boerenbedrijf er in 2030 uit? Boeren uit drie gebieden (Kleischil, Veenweide en Westerkwartier) werken samen met Wageningen University aan toekomstbeelden voor natuurinclusieve melkveehouderij in hun gebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de methode backcasting, een manier om vanuit de toekomst terug te redeneren. Open blik We hebben een ideaalbeeld van 2030 opgesteld en zijn vervolgens gaan brainstormen wat er voor nodig is om daar te komen , zegt deelnemer Erik van der Velde uit Niehove, eigenaar van een biologisch melkveebedrijf met 120 koeien. Ik zie het project als een open blik naar de toekomst, waarbij voor mij het denken in kansen voorop staat. Uiteindelijk hebben we toegewerkt naar vier verschillende bedrijfsstijlen. Logisch, want de diversiteit in de sector wordt groter. Daarnaast werd vooral gekeken naar de grote opgaven in de komende jaren: klimaatverandering, stikstof en een samenleving die er ook wat over wil zeggen. Ik vond het al met al een ingewikkeld proces , kijkt hij terug. Het is nu aan een nieuwe groep

boeren om met de uitgewerkte modellen aan de slag te gaan. Veranderingen Kees Boon heeft samen met zijn vader een melkveebedrijf in Delfstrahuizen, middenin een veenweidegebied. Een heel ander gebied als in Groningen , geeft hij aan. In tegenstelling tot de groep Groningen duurde het in Friesland wat langer voordat we vier modellen hadden uitgewerkt. Ook hij spreekt van een ingewikkeld proces, want de veranderingen volgen elkaar in snel tempo op. Een ingrijpende verandering is het feit dat het waterpeil in het veenweidegebied is verhoogd. Dat heeft de nodige consequenties voor ons bedrijf. De vraag hoe de ontwikkelingen er in de komende jaren uit gaan zien vind ik een lastige. We zijn daar nu al volop mee bezig. Het prikkelt ons ook, we zijn immers ook ondernemer. Er zijn in dit gebied verschillende boerenbedrijven actief, van heel extensief tot heel intensief. Ik vind dat er voor iedereen die verder wil plaats moet zijn. Boon spreekt van een leerzame periode. Je krijgt in zo n groep toch altijd weer andere inzichten. We gaan er denk ik zelf ook mee aan de slag en zijn nieuwsgierig of de uitgedachte modellen in de praktijk uitvoerbaar zijn.

Kees Boon (l) en Erik van der Velde

Uiteindelijk moet het allemaal leiden tot een landbouwsector die in 2030 bijdraagt aan

biodiversiteit, bodemkwaliteit, leefbaarheid en het landschap. Een uitdaging die de deelnemende boeren in elk geval graag aangaan.

Met het ondertekenen van de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw, eind 2019, stelden de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en het Rijk 20 miljoen euro beschikbaar, om tot en met 2024 in acht gebieden aan de slag te gaan met het verder toekomstbestendig maken van de landbouw. De gezamenlijke ambitie is om een duurzame, natuurinclusieve landbouw te realiseren. Landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én economisch rendeert. We doen dit vanuit het besef dat een omslag noodzakelijk is om de sector op de lange termijn gezond, levensvatbaar, concurrerend en rendabel te laten zijn. Hiermee willen we NoordNederland als koploper voor een duurzaam platteland op de kaart zetten. Dit pakken wij via een gebiedsgerichte aanpak op. Doel hiervan is om elke grondgebruiker of agrariër een handelingsperspectief te bieden om invulling te geven aan natuurinclusieve landbouw die past in dat gebied. Kijk voor meer informatie op: www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl

ADVERTENTIE

Artificial intelligence als basis van ontwikkeling duurzame recepten Hoe kunnen we sneller recepten verduurzamen als je niet weet wat er allemaal al is? Met die intrigerende vraag werden onderzoekers van Hanzehogeschool Groningen aan de slag gezet. Het resultaat is een artificial intelligence netwerk-gestuurd computerplatform voor productontwikkelaars. Fenna Feenstra en Wynand Alkema over het belang van Ingredient Maps. Bedrijven moeten voortdurend recepten, processen en producten aanpassen, om in de sterk bewegende markt consumenten tevreden te stellen en te voldoen aan nieuwe wetgeving. Een goed inzicht in de eigenschappen van voedingsingrediënten is cruciaal om dat te kunnen. Stel dat je recepturen met louter plantaardige ingredienten wilt ontwikkelen die traditioneel altijd dierlijke ingredienten bevatten:

hoe kun je dan smaak en textuur behouden? Voedingsontwikkelaars Exter en Euroma vroegen het aan lector Wynand Alkema en docentonderzoeker Fenna Feenstra van het Kenniscentrum Biobased Economy bij de Hanzehogeschool Groningen. Met de steun van een KIEM- subsidie gingen zij samen met enthousiaste studenten aan de slag: data science voor de voedingsindustrie.

bepaalde ingredienten vervangen en door welke zou dat dan moeten om een bepaalde smaak en textuur te krijgen? Het geeft productontwikkelaars binnen mum van tijd inzicht in de herkomst en samenstelling, op welke wijze een recept gemaakt wordt en wat de smaak en textuur is. Op basis daarvan kunnen ze het systeem laten zoeken naar goedkopere en duurzame alternatieven. Het versnelt hun innovatiekracht.

Wynand Alkema: Wat enorm belangrijk is dat je met elkaar heel scherp definieert wat de uitkomst moet zijn, anders is het onbegonnen werk. Receptinformatie is namelijk beschikbaar op onnoemlijk veel locaties. Bedrijven willen recepten kunnen verduurzamen, maar weten niet wat er al is of waar het is. Om je een idee te geven: we hebben uiteindelijk meer dan één miljoen recepten, bijna net zoveel ingrediënten, 1668 moleculen en 35 miljoen wetenschappelijke papers met behulp van tekstmining geïndexeerd op basis van algoritmen. Wat er ontstaat, is een netwerkstructuur (vergelijkbaar met een social media structuur) waarin alle overeenkomstige relaties tussen ingredienten, moleculen, recepten en beschrijvingen zichtbaar worden. Wat zijn van alle voorkomende tomatensoepen de overeenkomstige ingrediënten? Hoe kun je

Fenna Feenstra: Hanzehogeschool heeft een track record op het gebied van data science en circulaire economie. Het gaat er om theorie en praktijk samen te laten komen: dat is de essentie van toegepast onderzoek. Het vergt creativiteit en een open mind. Hanzehogeschool helpt mkbbedrijven om die kansen te onderzoeken. We geven inzicht in het belang van goede data, praktische workshops en we kunnen samen onderzoekstrajecten zoals deze starten. Datascience en het gebruik van artificial intelligence bieden meerwaarde voor veel mkbbedrijven. Leg je vraag neer om samen met ons te ontdekken wat jouw data kunnen betekenen! www.hanze.nl/kcbbe


ADVERTENTIE

Het voelt als onze melkfabriek Een oer-Hollands familiebedrijf met passie voor kaas, dagverse zuivel en andere foodproducten zoals tapas. Royal A-ware staat voor kwaliteit en werkt van consument tot koe. Om dat te bereiken en duurzaam te borgen staat samenwerking met melkveehouders centraal. Noordz ging in Heerenveen om tafel met de Klankbordgroep van Royal A-ware.

Van links naar rechts: Wim Bos, Dries Visser, Wibo Hettinga, Roy Ammerlaan, Robert Holtland, Jolanda Reuver, Afke Rijpkema, Klaas de Jong, Reino Hoving, Koen Veldman, Marjan van der Wijngaard, William Tol, Jan de Kleijne, Hans Broekhuijse, Ton van den Bosch, Folkert Fokkema en Koos Flinkert. We zijn een familiebedrijf in zuivel en andere foodproducten, een bedrijf gedreven door de wensen van de consument. Daarom is onze werkwijze van consument tot koe. Ons ondernemerschap en dat van onze melkveehouders is leidend om daaraan tegemoet te komen. Wat we ook doen, waar we naar toe gaan, deze mannen en vrouwen houden ons scherp , licht Klaas de Jong (COO Royal A-ware) toe. Met deze mannen en vrouwen bedoelt hij de dertien leden van de Klankbordgroep. Zij komen maandelijks bijeen om met de directie van Royal A-ware in Heerenveen, strategie, ontwikkelingen in de markt en andere zaken te bespreken. Want voordat kaas als Gouda, Edam, Maasdammer, Emmentaler, merken als Royal Orange en Westzaner, roomproducten en tal van zuiveldranken en yoghurts in binnen- en buitenland in het schap liggen, is een efficiënt proces nodig. Een proces met als basis het beste dat de koe te bieden heeft: melk van Nederlandse bodem. Met die melk gaat Royal A-ware aan de slag met de productie van kaas en dagverse zuivel. In de (mozzarella) kaasmakerij en roomfabriek in Heerenveen en de zuivelfabriek in Coevorden, in de geconditioneerde pakhuizen om de kaas te laten rijpen en tot slot al die miljoenen verpakkingen voor de consument gereed te maken. Maar wat we ook doen, zonder goede melk en onze ondernemende melkveehouders kunnen we niets en daarom zitten we regelmatig met hen aan tafel, dus ik geef hen graag het woord. Meepraten over prijs Folkert Fokkema uit het Friese Menaldum boert al sinds 1980 en levert de melk van zijn 115

Heeft u interesse in het leveren van melk aan Royal A-ware? Neem dan contact op met de afdeling Melkzaken via 088 73 81 678. of melkveehouder@royal-aware.com

koeien in de Boerderij melkstroom van Royal Aware. Hij bijt van de dertien betrokken boeren in de Klankbordgroep het spits af. Toen ik werd gevraagd zitting te nemen in deze groep, vroeg ik me eerlijk gezegd af: wat kunnen wij als boeren hieraan bijdragen? Royal A-ware is immers geen zuivelcoöperatie met leden, maar een private onderneming. Ik heb daar nu een heel ander beeld van, want we zitten maandelijks om tafel in een goede sfeer, we worden meegenomen in wat de directie overweegt en praten mee over de melkprijsontwikkeling en over grote beslissingen die worden genomen. Collega-melkveehouder en leverancier van traditionele melk, Robert Holtland uit het Overijsselse Blankenham voegt toe: Royal A-ware is een transparant bedrijf, met een directie die open staat voor onze visie en opvattingen. Klankbordlid Wibo Hettinga met 110 melkkoeien in het Friese Burgwerd levert in de Beter voor melkstroom voor Albert Heijn: We leveren feedback op de plannen van de directie en we kijken natuurlijk kritisch naar de leveringsvoorwaarden. We zijn scherp op algemene landbouwontwikkelingen, wat dat voor ons betekent en hoe Royal A-ware daar mee omgaat. Je kijkt continue op welke manier je meerwaarde kunt toevoegen aan je melk en daarom is het belangrijk zo te kunnen meekijken en -praten. Mijn melkfabriek Ton van den Bosch boert alweer heel wat jaren in Lippenhuizen in Friesland, het nieuwe land waar hij met zijn ouders in zijn jeugd naar toe verhuisde. Hij komt uit een familie van boeren en wist op zijn achtste al dat hij ook boer wilde worden. Hij melkt samen met zijn broer 280 koeien. Als leverancier van Boerderijmelk praat hij mee via de klankbordgroep. Wij hebben destijds voor Royal A-ware gekozen vanuit het vertrouwen in een zuivelfabriek dichtbij en vertrouwen in de mensen. Handel draait om

vertrouwen en dat stralen ze uit. Hun producten liggen in toonaangevende winkels en dat maakt me trots. Het voelt als onze fabriek. Boeren en burgers bij elkaar brengen In Meppel (Drenthe) heeft Koos Flinkert met zijn vrouw en zoon een maatschap, waarvan de melk van de 150 koeien naar de Beter voor melkstroom gaat: Ik ben erbij vanaf het eerste moment in 2015. De directie van Royal A-ware staat dichtbij de boeren. Ze kennen ons, ze zijn belangstellend in wat we doen. Dit bedrijf voelt voor mij veel coöperatiever dan een coöperatie. Jolanda Reuver uit het Twentse Deurningen levert samen met haar gezin in de Boerderij melkstroom en is trots op hun melk van Twentse bodem. Een vrouw met een mening die niet van verrassingen houdt. Nu ik sinds een aantal jaren betrokken ben bij de klankbordgroep zie ik nog beter de kernwaarden waar Royal A-ware voor staat en de drijfveren binnen het bedrijf, de daadkracht, zorgvuldigheid, de passie en de betrokkenheid bij de melkveehouder. In Biddinghuizen boert haar collega klankbord lid Marjan van den Wijngaard: Ik ga niet zomaar mee met van alles, ik hou van respect naar elkaar. Het is mijn missie om boeren en burgers door educatie bij elkaar te brengen en daar zet ik me op verschillende manieren voor in, onder andere als gecertificeerd educatieboer. Royal A-ware ondersteunt mijn missie, ze laten hierdoor zien te begrijpen hoe wezenlijk educatie op het erf is. Royal A-ware is trots op al haar melkveehouders en betrekt hen via de klankbordgroep bij belangrijke beslissingen. Net als melkveehouders denken we eerder in generaties dan in jaren. Het is heel belangrijk dat we met onze melkveehouders op dezelfde lijn zitten, dat we samen ondernemen. besluit Klaas de Jong, directie Royal A-ware. www.royal-aware.com


Veldbonen als meest kansrijke eiwitgewas, een nieuwe eiwitfabriek, experimenten met groene mest en samenwerken om de landbouw circulair te maken. De vier grote landbouwcoöperaties van het Noorden – Cosun, Agrifirm, Avebe en FrieslandCampina – hebben het afgelopen jaar niet stil gezeten om de landbouw duurzamer en de voeding beter te maken. Tekst Willem van Reijendam

LANDBOUW VAN DE TOEKOMST En dan is er het economisch belang. Zo wordt er bekeken welke gewassen economisch gezien aantrekkelijk zijn door bepaalde eigenschappen die ze hebben, zegt Oostland: ,,Uiteindelijk gaat het om het creëren van een verdienmodel. De boer moet een goed verdienmodel hebben, maar de verwerker moet er ook van kunnen leven.”

osun, Agrifirm, Avebe en FrieslandCampina werken steeds meer samen bij het ontwikkelen van hun producten. Dat gebeurt onder de paraplu van de vorig jaar opgerichte organisatie Fascinating (Food Agro Sustainable Circular NAture Technology IN Groningen) waarin behalve deze vier ook LTO, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en kleinere (voedsel-) bedrijven meedoen. Het doel van het Fascinating-programma is werken aan de landbouw van de toekomst, onder meer door de productie op gang te brengen van hoogwaardige plantaardige eiwitten.

C Met de zeis monsters oogsten van luzerne als een van de kansrijke eiwitgewassen.

FOTO MARJAN TOREN

Zo’n samenwerking is niet vanzelfsprekend, maar het gemeenschappelijk belang, innoveren om de voedselvoorziening te verduurzamen, weegt zwaarder dan de bijkomende kosten en de risico’s dat een concurrent een kijkje in de keuken kan nemen. Afgelopen jaar hebben ze ook aan dat laatste aspect tijd besteed, vertelt Tjeerd Jongsma, directeur van het Fascinatingprogramma: ,,Daar is veel in gebeurd. We hebben onze manier van samenwerken en de spelregels rond het eigendom van ontdekkingen vastgelegd. De governance is ingericht, zoals dat heet, en dat is wel een grote stap als je wilt samenwerken met vier grote coöperaties, LTO en de RUG.” Maar daarnaast zijn de coöperaties, apart en in samenwerking met elkaar afgelopen jaar ook met nieuwe ideeën gekomen, zoals een nieuwe eiwitfabriek, of begonnen om die uit te voeren. Een paar voorbeelden. AVEBE Avebe is al decennia bezig om eiwitten uit de aardappel te gebruiken. Het zijn tenslotte prachtige moleculen met heel veel toepassingen. De aandacht ligt nu op het verwaarden van alle ingrediënten uit de zetmeelaardappel zoals het winnen van eiwitten uit het afvalwater of de vezels. Maar deze omschakeling kan alleen als die overal, tegelijk plaatsvindt, zegt Directeur Duurzaamheid Peter-Erik Ywema van Avebe: ,,Dat moet op de boerderij, in de fabriek, op het lab en bij de klanten die er

3 4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

Tjeerd Jongsma, directeur van het Fascinatingprogramma. FOTO MARC VAN DER KORT

weer nieuwe consumentenproducten van maken. Dat kan één coöperatie niet alleen. Daar is unieke samenwerking voor nodig die het systeem verandert.” Vandaar ook dat Avebe daarin optreedt met Cosun: ,,We hebben gemeen dat we hoogwaardige functionele eiwitten halen uit reststromen. Cosun doet dat uit het bietenblad. Het bijzondere is dat je daar dus geen hectare van een nieuw gewas voor hoeft te verbouwen. Het lastige is wel om dat eiwit er zodanig uit te halen dat je het ook kunt gebruiken in allerhande producten. Omdat onze processen op elkaar lijken hebben we een gezamenlijk project ingediend.” COSUN Cosun is op zijn beurt aan het onderzoeken welke nieuwe eiwitgewassen het meest kansrijk zijn. Vandaar het project Duurzame Kansrijke, Plantaardige, Eiwitproducten. ,,Welke teelt het meest rendabel is, moet blijken uit de resultaten van het onderzoek naar deze gewassen”, vertelt projectleider Meindert Jan Oostland namens Cosun. Gelet wordt op het eiwitgehalte in de plant, de voedingswaarde, maar ook de verwerkingsmogelijkheden in een fabriek en het beperken van de reststromen.

Op dit moment worden op vier plekken in het Noorden ongeveer zestien kansrijke eiwitgewassen onderzocht, zoals veldbonen, lupine, erwten, klaver, luzerne en hennep. De boerderijen staan ieder op een andere soort grond, namelijk op veenkoloniale grond (’t Kompas Valthermond), zandgrond (Kooijenburg Marwijksoord), zware klei (Ebelsheerd Nieuw-Beerta) en zavelgrond (Kollumerwaard Munnekezijl). De coöperatie heeft de eerste conclusies al getrokken, zegt programmamanager Teun van de Weg van Cosun: ,,We hebben gekeken uit welke gewassen het beste eiwit gehaald kon worden. Als je naar deze gewassen kijkt, passen veldbonen het beste in het bouwplan van de boer in deze regio’s.’’ AGRIFIRM Naast de praktijkproeven rondom nieuwe eiwitgewassen, benoemt landbouwcoöperatie Agrifirm het project Groene Mest Groningen als een belangrijke ontwikkeling van het afgelopen jaar. Dit project gaat onder andere over het rendabel kunnen telen van gewassen, in een tijd dat prijzen voor kunstmest en biologische mest stijgen. Specifiek wordt gekeken naar de mogelijkheden om eigen stikstof binnen te halen. Bijvoorbeeld met vlinderbloemigen, het toepassen van maaimeststoffen en het zaaien van groenbemesters. Er wordt voortgebouwd op de kennis uit negen jaar intensief onderzoeken op proefboerderij Kollumerwaard in Munnekezijl. ,,Dankzij deze proeven kunnen we concluderen dat een landbouwsysteem met stikstofwinning door effectieve inzet van vlinderbloemigen en het verbouwen van eiwitgewassen in elk geval technisch werkt, zegt manager

‘Uiteindelijk gaat het om het creëren van een verdienmodel’ ledenprojecten Auke Schripsema: ,,Na langdurig onderzoek is het nu tijd voor resultaten op het boerenerf. Daarom wordt met vijf pilots de vertaalslag gemaakt naar het boerenerf en naar het rendement dat dat voor de boer zou kunnen opleveren.” FRIESLANDCAMPINA Hoewel FrieslandCampina als zuivelproducent eerder met dierlijke dan plantaardige eiwitten wordt geassocieerd, heeft ook deze coöperatie onder de paraplu van Fascinating onderzoek gedaan naar rijke eiwitgewassen, zegt manager duurzaamheid Sanne Griffioen-Roose. ,,Fascinating is voor ons een plek waar we in de praktijk een toekomstbestendig voedselsysteem kunnen onderzoeken, en hoe daar naast dierlijke eiwitten ook een plek is voor plantaardige eiwitten. We trekken daarin met alle coöperaties op, zoals bijvoorbeeld met het project over het verbeteren van bodemgezondheid en bij de opzet van praktijknetwerken op eiwitteelten. Maar we doen bijvoorbeeld ook samen met Avebe een pilot op het energie-efficiënt drogen met zeolietwiel in een productielocatie. Dat laatste heeft grote potentie om het energieverbruik te verlagen.” Voor volgend jaar heeft FrieslandCampina, in het kader van circulair produceren, een samenwerkingsproject op het gebied van regeneratieve landbouw met Agrifirm in de pijpleiding. Een project om een renderend, regionaal samenwerkingsverband tussen akkerbouw en melkveehouderij te ontwikkelen dat leidt tot een regeneratief landbouwsysteem op basis van wetenschappelijke inzichten.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 3 5


36

donderdag 21 april 2022

ADVERTENTIE

Investeren in een windmolen wordt steeds aantrekkelijker Hulst Innovatie, met vestigingen in Westeremden en Appingedam, is gespecialiseerd in de productie van kabel-leg-apparatuur ten behoeve van de windindustrie. Daarnaast maakt het bedrijf voor een breed scala aan bedrijven maatwerk machines. De wens van de klant is altijd het uitgangspunt. We krijgen vaak de vraag of we iets kunnen maken en die uitdaging gaan we graag aan. Noem het out of the box denken , zegt Tjark Hulst. Die aanpak past uitstekend bij een ander belangrijk bedrijfsonderdeel: de levering van windmolens in met name de agrarische sector. Daar komt meer bij kijken dan je op voorhand zou denken. Wij nemen de klant het hele proces uit handen , geeft Tjark aan. Windmolens hebben al langere tijd zijn interesse, waarbij vooral de zelfvoorzienendheid een rol speelt. De ontwikkelingen rondom duurzaamheid gaan snel en ook agrariërs moeten zoveel mogelijk in hun eigen stroombehoefte gaan voorzien. s Winters kan dat het beste met windmolens, omdat er dan meer wind staat. Met weining zonuren zijn molens dan efficiënter. s Zomers kunnen zonnepanelen het tekort aan windenergie eventueel opvangen.

Kwaliteit Hulst Innovatie werkt onder de naam Windmolens op Maat, samen met de Deense leverancier Solid Wind Power en het Duitse Braun Antaris. Kwaliteit staat voorop. We leveren de beste molens met een hoge opbrengst en een betrouwbaarheid van meer dan 99 procent. Windmolens op Maat verzorgt het hele proces van verkoop, vergunningen en het plaatsen. Alleen voor de vergunningaanvragen heb ik al twee mensen aan het werk. De daadwerkelijke opbouw duurt zo n vier weken, dat heeft vooral met het uitharden van de fundering te maken.

Elke windmolen kan een kleine productielocatie van stroom worden De molens die Windmolens op Maat plaatst zijn niet voor elke boer geschikt. Klopt, je moet ongeveer 60.000 kilowattuur per jaar gebruiken, dan zijn deze molens ten opzichte van de geldende stroomtarieven het meest efficiënt. Met deze oplossing heb je een windmolen in acht à negen jaar terugverdiend.

Keuze Windmolens op Maat zoekt klanten die geen stroom aan het net terug willen leveren, omdat dit tot nu toe te weinig oplevert. Dat heeft met de kostprijs van groene stroom te maken, die nu nog hoger is dan grijze stroom. Wanneer wij, de burger, bereid zijn, om iets meer voor groene stroom te betalen, wordt plaatsing van deze molens bij veel meer agrariërs en ook het bedrijfsleven interessant. De vraag is of we die keuze durven te maken. Sterker nog, Tjark is er van overtuigd dat deze windmolens kunnen helpen de toenemende congestie op het hoofdstroomnet te beperken. Elke windmolen kan een kleine productielocatie van stroom worden. Voor de boer, maar ook voor omliggende dorpen. Daarmee ontlast je het hoofdstroomnet, maar tot nu toe is er nog geen belangstelling getoond voor deze oplossing. Desondanks bevinden we ons op een kantelpunt. De prijs van grijze stroom stijgt en van groen blijft redelijk op niveau. Daardoor wordt investeren in een windmolen alleen maar aantrekkelijker. Dat merken ze nu al bij Windmolens op Maat, waar de aanvraag voor 50 windmolens in de pijplijn zitten. www.windmolensopmaat.nl

ADVERTENTIE

Emmens Uitzendbureau kiest voor korte lijnen en goede relaties Jan Emmens en André Oeben combineren hun gezamenlijke kennis van de uitzendbranche en hun individuele ervaring in respectievelijk landbouw en grond-, weg- en waterbouw. Het is de ideale basis voor Emmens Uitzendbureau, dat gespecialiseerd is in het koppelen van werkgevers en werkzoekenden in de sectoren groen, loonwerk, landbouw en grond-, weg- en waterbouw. Het uitzendbureau is gevestigd in een fraai pand aan de rand van Assen. ,,In januari 2012 besloot ik voor mezelf te beginnen, nadat ik door een reorganisatie mijn baan als regiomanager bij een grote uitzendorganisatie was kwijtgeraakt , vertelt Jan Emmens. ,,Loon- en grondverzetbedrijf Hartenhof was een goede relatie en toen ik vertelde over mijn plannen, werd me een kantoorruimte aangeboden in het pand van Hartenhof. Hartenhof is mede-eigenaar van het uitzendbureau, we werken nog steeds veel samen en het biedt meer voordelen. Zo kunnen we sollicitanten gemakkelijk vragen om even te laten zien hoe handig ze zijn met een kraan of trekker. We weten wanneer er materieel van Hartenhof aanwezig is en het terrein is er geschikt voor.

beste te omschrijven als nuchter, eerlijk en direct. Emmens: ,,We komen allebei uit organisaties waar ontzettend veel werd vergaderd, maar weinig werd besloten. Dat willen we allebei voor geen goud terug. De lijnen zijn kort. Niet alleen tussen ons, maar ook tussen ons en klanten en medewerkers. We houden van persoonlijk contact en vertrouwen op onze jarenlange ervaring.

De juiste werkhouding is belangrijker dan papieren

Jan Emmens (links) en André Oeben. Foto: Norma Riemersma

Korte lijnen André Oeben werkt inmiddels een aantal jaren bij Emmens Uitzendbureau en is sinds 1 januari 2021 mede-eigenaar. De twee kennen elkaar uit de

uitzendbranche, maar waren destijds concurrenten. Op persoonlijk vlak is er overduidelijk een klik en ze hebben dezelfde instelling ten aanzien van het werk. Die is het

Werkhouding De krapte op de arbeidsmarkt maakt een flexibele instelling ten aanzien van kandidaten noodzakelijk, maar voor Emmens en Oeben is het al veel langer vanzelfsprekend dat zij de juiste werkhouding belangrijker vinden dan een indrukwekkend cv. ,,Papieren zeggen ons weinig, we zien liever dat iemand op tijd komt, zin heeft om iets te leren en zijn handen uit de mouwen te steken. Daarom willen we kandidaten persoonlijk spreken en ook klanten bezoeken we vaak. Als we het gevoel hebben dat er iets speelt, gaan we het gesprek aan. We denken dan graag mee. Een goede relatie onderhouden met kandidaten en werkgevers is voor ons het belangrijkste. emmensuitzendbureau.nl


ADVERTENTIE

Financiële planning geeft rust Elke dag wordt de rode loper uitgerold bij Partners in Planning aan de Noordersingel in Assen. Het is een warm welkom voor voorbijgangers die een antwoord zoeken op financiële vraagstukken, want de eigenaren van het financieel adviesbureau houden de drempel naar hun dienstverlening bij voorkeur laag.

V.l.n.r.: Mark van Dam, Ronald Bergman en Erik Gritter. Foto: Norma Riemersma ,,Veel mensen zien er tegenop om zich te verdiepen in zaken als hypotheken, pensioenen, arbeidsongeschiktheid, testamenten en andere financiële zaken. Toch is de materie heel gemakkelijk plat te slaan tot begrijpelijke taal en dat doen we graag , vertelt Mark van Dam, die het adviesbureau runt met Ronald Bergman en Erik Gritter. De drie hebben elk hun eigen expertise en vullen elkaar daardoor uitstekend aan. ,,In combinatie met ons grote netwerk kunnen we onze klanten optimaal van dienst zijn. Van Dam, Bergman en Gritter vullen het gat dat met name banken laten liggen door kantoren te sluiten. ,,Je kunt tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk een bank binnen lopen om een adviseur te spreken, maar mensen hebben daar wel behoefte aan, zeker als het gaat om iets persoonlijks als je financiële situatie. Om klanten goed te kunnen helpen, moeten klanten veel persoonlijke informatie met je delen. Daarvoor is een vertrouwensband nodig en die bouw je alleen maar op door elkaar te ontmoeten en open te communiceren. Financiële planning Partners in Planning maakt voor klanten een Persoonlijk Financieel Plan, dat inzicht geeft in de huidige inkomenssituatie, de inkomenssituatie bij overlijden, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en pensionering. Voor werkgevers biedt Partners in Planning dit Persoonlijk Financieel Plan aan als een arrangement om medewerkers financieel inzicht te geven.

,,Uit onderzoek van Nibud is gebleken dat werknemers die financiële stress ervaren, minimaal 20 procent minder productief zijn en zich vaker ziek melden. Daar is niemand bij gebaat. Er zijn veel medewerkers die zich zorgen maken over hun financiële toekomst door wijzigingen in ons sociale stelsel, pensioenopbouw of het wegvallen daarvan, de kans op arbeidsongeschiktheid of overlijden. Maar ook steeds vaker vragen zij zich af of een huis kopen nog mogelijk is. Het getuigt van goed werkgeverschap als een betrokken werkgever hierin haar medewerkers kan ontlasten en ze financiële zekerheid en rust kan bieden. Een werknemersarrangement van Partners in Planning neemt de financiële stress weg door inzicht te geven in de financiële mogelijkheden én onmogelijkheden. Van Dam: ,,Individuele werknemers weten door een Persoonlijk Financieel Plan waar ze nu staan en welke stappen er genomen moeten worden om de gewenste doelen te behalen.

In opdracht van werkgevers geven we werknemers financieel advies Impact De impact kan groot zijn. Zo liet een werkgever voor een ongeneeslijk zieke medewerkster van 39 jaar een financieel plan maken. ,,Ze wilde haar

man en jonge kinderen graag zonder financiële zorgen achterlaten en ons plan heeft daarvoor gezorgd. We benaderen ons werk zakelijk, maar het gaat om mensen en het geeft ons veel voldoening om iemand gemoedsrust te kunnen geven. Dat geldt ook bij echtscheidingen. We zijn duidelijk in het schetsen van de situatie en die kan pijnlijk zijn, maar we denken vervolgens mee over een oplossing die voor alle partijen werkt. Het financieel adviesbureau in Assen werkt nauw samen met tal van experts, zoals notarissen, accountants en mediators. Eén van hen is Ronald Hut, eigenaar van Hut Pensioen & Verzuim Advies. De komende jaren is zijn deskundigheid op het gebied van pensioenen extra hard nodig, omdat er een nieuw pensioenstelsel aan komt. De verwachting is dat de nieuwe regels voor pensioen ingaan vanaf 1 januari 2023. ,,De nieuwe pensioenregels hebben grote gevolgen voor iedereen die via zijn werkgever een pensioen geregeld heeft , vertelt Hut, die lid is van de Projectgroep Transitiehandleiding bij de Stichting van de Arbeid. ,,Deze projectgroep maakt een handleiding in het kader van het Pensioenakkoord. Die heeft als doel om voor de verschillende doelgroepen, zoals werkgevers(organisaties), werknemers(organisaties), pensioenfondsen, verzekeraars en adviseurs objectieve informatie te geven voor een efficiënt besluitvormingsproces in de verschillende fases op weg naar het nieuwe pensioenstelsel. www.partnersinplanning.nl


ADVERTENTIE

Voorsprong door kennis Als totaalleverancier van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, zaaizaden en kunstmest, komen de adviseurs van Agriant uit Emmen bij veel akkerbouwers en veehouders over de vloer. Maatwerk staat daarbij voorop. Zo werkt Agriant met Integrated Crop Management, waarbij er nadrukkelijk naar wordt gestreefd om de impact op de natuur en de omgeving waarin de teler actief is te beperken. We proberen steeds vaker om eerst te kiezen voor mechanische oplossingen en groene of biologische middelen en lukt dat niet, dan pas voor een chemische oplossing , legt teeltadviseur Jasper Speelman uit.

Jasper Speelman en Henk Boxem Agriant is actief van de Waddenzee tot en met Gelderland. Het bedrijf maakt sinds 2018 deel uit van CZAV, dat in het zuidelijke deel van ons land vergelijkbare werkzaamheden uitvoert. Advisering is een belangrijk onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden. Waar de boer vroeger een advies bijna altijd opvolgde, daar zijn we nu meer sparringpartner , aldus Jasper. Met name op het gebied van de wet- en regelgeving verandert er veel, maar ook de kennis op het gebied van teelt en gewasbescherming groeit, daarin kunnen wij ons onderscheiden.

plant raakt dan in de stress, zoals wij dat noemen. Als je dan een aminozuur toevoegt, zal de plant na de droogte weer sneller gaan groeien. Niet elke boer is daar meteen van overtuigd, kunstmest immers zorgt voor 100 procent werking, dat is hij gewend. Maar juist dan komt onze kennis om de hoek kijken. Daarnaast, en dat weet iedereen, moeten we mede door wet- en regelgeving op zoek naar alternatieven, deze tijd versnelt dat proces. Bovendien is de prijs van kunstmest nu torenhoog en niemand weet wanneer die prijs weer naar normaal gaat.

Alternatieven Hij doelt daarmee onder andere op het feit dat steeds meer gewasbeschermingsmiddelen worden verboden en de boer op zoek moet naar alternatieven. Dan is hij bij Agriant aan het juiste adres. Wij hebben veel kennis van de specifieke eigenschappen van diverse grondsoorten, we kunnen goed teeltmaatregelen op elkaar afstemmen en daar de te gebruiken middelen op aanpassen. En die kennis gaat heel ver. Agriant voert dit onder de naam Integrated Crop Management (ICM) uit, waarbij de gezondheid van de plant, de bodem en het bedrijf voorop staat. We zijn kritisch en doen nooit meer dan nodig is , verduidelijkt Jasper. Waar we voorheen vooral chemische middelen verkochten, zie je nu dat er steeds meer gekozen wordt voor andere, meer natuurvriendelijke, middelen.

We zijn kritisch en doen nooit meer dan nodig is

Kennis Hij noemt in dit kader plantversterkers, aminozuren en zeewierextracten. Daar kun je goede resultaten mee behalen. Bijvoorbeeld wanneer planten last hebben van droogte. Een

Dat neemt niet weg dat we bij alles wat we doen de kostprijs voor de teler in de gaten moeten houden. Is een door ons aangedragen oplossing te duur, dan gaat hij het echt niet gebruiken. Dat is een afweging die we samen moeten maken. Afrikaantjes Een voorbeeld van de toepassing van ICM is de schade die aardappels en uien ondervinden van het zogenaamde vrijlevende wortellesie aaltje. Jasper: Vroeger werden chemische granulaten ingezet om dit aaltje te bestrijden. Nu zie je dat er steeds meer Afrikaantjes worden ingezaaid. Wanneer het aaltje zich daaraan prikt, gaat hij dood. Dit is een natuurlijke bestrijding, met dezelfde resultaten. Wat we met ICM doen is breder kijken naar een mogelijke oplossing, waarbij naast een natuurlijke bestrijding ook gekeken wordt naar raskeuze, meststoffen en het feit of de conditie van de bodem goed is.

Nee, niet elke boer staat daar nu al voor open, maar we moeten er wel naartoe, al was het alleen maar omdat vanaf 2030 nog minder gewasbeschermingsmiddelen worden toegestaan. Jasper stelt dat de samenwerking die Agriant heeft binnen CropSolutions het bedrijf een voorsprong geeft in de markt. CropSolutions is een kennisbank en inkooporganisatie, waarbinnen onder andere kennis wordt ontwikkeld en uitgewisseld, die bijdraagt aan het rendement van telers en kwekers. Testen In heel Nederland, zowel op klei-, zand- als dalgrond, worden bijvoorbeeld proefvelden aangelegd om allerlei zaken te testen. Zo wordt er in andere regio s getest met de teelt van asperges, bloembollen en bomen. Wil een klant dit vervolgens in onze regio gaan telen, dan beschikken wij snel over de benodigde kennis. Dat is de kracht van ons bedrijf , besluit Jasper. We zijn een relatief klein team dat snel kan schakelen en waarbij het persoonlijke contact met de klant voorop staat. Wij merken dat dit steeds belangrijker wordt gevonden en daarom krijgt elke klant ook een vast aanspreekpunt, een voorwaarde om echt mee te kunnen denken over nu en de toekomst van de teelt van gewassen. Ja, er is genoeg te doen en die uitdaging gaan we graag aan, samen met de telers. Waarbij het doel altijd moet zijn het telen van goede en gezonde gewassen, met een goede opbrengst en oog voor de omgeving en de natuur. www.agriant.nl


ADVERTENTIE

Bodemleven als onderdeel van een gezond teeltsysteem Het bodemleven is een belangrijke spil in de gezonde productie van akkerbouwgewassen. Naast het grote bodemleven, zoals regenwormen en duizendpoten, is er veel bodemleven wat met het blote oog niet zichtbaar is. Naast bacteriën en schimmels vormen aaltjes, microscopisch kleine worpjes, ook een belangrijk onderdeel van het bodemvoedselweb. Het grootste deel van deze aaltjes behoort tot het goede bodemleven en draagt bij aan diverse bodemprocessen. Helaas zijn er ook een heel aantal aaltjessoorten die een bedreiging vormen bij de teelt van gewassen. Het HLB onderzoekt de bodem op de aanwezigheid van deze aaltjes. Percelen kunnen worden bemonsterd op zowel de goede als de slechte aaltjes. Bij het HLB zijn de laatste decennia grote stappen gemaakt wat betreft bemonstering met GPS systemen en de verwerking van aaltjesmonsters zowel microscopisch als met nieuwe DNA technieken. Door deze ontwikkelingen kunnen we aaltjesbesmettingen zeer nauwkeurig vaststellen en kunnen onze adviseurs de telers zo goed mogelijk helpen bij een goede aaltjesmanagementstrategie. Bij het geven van de adviezen maken we zoveel mogelijk gebruik van de natuurlijke weerbaarheid van de bodem, maar dit is onvoldoende om de plaagaaltjes volledig te beheersen. Daarom zijn verschillende aanvullende acties écht nodig. zegt Egbert Schepel onderzoeker en adviseur bij het HLB.

Hilde Coolman en Egbert Schepel onderzoekers en adviseurs bij het HLB vinden dat een goed eindproduct begint met een goede aaltjesmanagementstrategie.

Aardappelcystenaaltjes zijn een groot probleem binnen de pootaardappelteelt. Bij een besmetting met aardappelcystenaaltjes kan door het kiezen van een aardappelras met de juiste resistenties, het probleem onder controle gekregen worden. Het is heel belangrijk om vervolgens op een duurzame manier om te gaan met deze rassen.

Een juiste resistentiemanagementstrategie zorgt ervoor dat resistenties minder snel doorbroken zullen worden, zodat we nog vele jaren gebruik kunnen maken van deze rassen. benadrukt Hilde Coolman onderzoeker en adviseur. Naast aardappelcystenaaltjes vormen wortelknobbelaaltjes ook een grote bedreiging voor de pootgoedsector. Dit aaltje is veel lastiger aan te pakken, maar ook hiervoor zijn allerlei adviezen om de kans op een probleem te verkleinen. Het HLB helpt telers bij het vroegtijdig opsporen van besmettingen met dit aaltje en adviseert vervolgens over de beste strategie. Hierbij gaat het om slim indelen van de gewasrotatie en het kiezen van de juiste gewassen, rassen en groenbemesters. Doordat HLB als enige in de markt de kennis van onderzoek combineert met zeer nauwkeurige bemonstering en monsterverwerking, kan een opkomend aaltjesprobleem vaak al in de kiem worden gesmoord! Gelukkig maken steeds meer telers in Friesland, Groningen en Drenthe gebruik van intensieve bemonstering, waardoor problemen met aaltjes op tijd kunnen worden aangepakt. www.hlbbv.nl

Gezonde uienteelt met de Steriele Insecten Techniek De uienteelt is een belangrijke teelt die veel aandacht vergt. Een belangrijk onderdeel is het beheersen van de uienvlieg. Deze vlieg legt in het voorjaar eitjes bij de jonge uienplanten. De maden die uit de eitjes komen vreten de ondergrondse delen van de jonge plantjes waardoor deze wegvallen. Een made kan meerdere planten vernietigen en zorgt al snel voor aanzienlijke schade. De made verpopt zich tot een uienvlieg die vervolgens weer nieuwe eitjes leg. Deze cyclus herhaalt zich nog twee keer in het seizoen, de zogenaamde 2e en 3e vlucht, waardoor er snel een hoge populatie wordt opgebouwd. De Groene Vlieg richt zich met de Steriele Insecten Techniek (SIT) op het beheersen van de uienvlieg op biologische wijze. Zij produceert steriele uienvliegen en monitort de populatie intensief op de uienpercelen van haar klanten. Deze techniek wordt al op de helft van het uien areaal in Nederland toegepast. Gedurende het gehele seizoen worden steriele vliegen losgelaten waardoor de populatie zich niet kan opbouwen maar juist wordt verlaagd. Het is belangrijk dat er veel uientelers mee doen, want hoe hoger de dekkingsgraad hoe effectiever de methode. Elke week worden de telers die meedoen geïnformeerd over de druk op hun percelen, waardoor men goed op de hoogte van is van de situatie.

De Steriele Insecten Techniek in uienteelt is uniek en volledig biologisch. Samen werken telers en de Groene Vlieg hiermee aan een duurzame landbouw en veilig voedsel.

We adviseren telers graag om een gezond gewas te telen met zo weinig mogelijk chemie zegt Luuk Heling, teeltadviseur in Noord Oost Nederland. Petra Rijkens en George Jelte Marra, teeltadviseurs in Noord Groningen en Friesland vullen aan De uientelers die meedoen zijn gemotiveerd en tevreden over onze aanpak. Een goede teelt begint met een goede voorbereiding en duurzame aanpak . www.degroenevlieg.nl

Luuk Heling


40

donderdag 21 april 2022

ADVERTENTIE

De ondernemer staat er niet alleen voor Countus Accountants en Adviseurs begon bijna 100 jaar geleden als coöperatie van boeren en tuinders. Anno 2022 is Countus nog altijd een deskundig partner voor talloze ondernemers in de land- en tuinbouw. Sterker nog, in haar belangrijkste werkgebied (Noord- en Oost-Nederland), heeft Countus een substantieel marktaandeel, waardoor klanten optimaal profiteren van de aanwezige kennis en expertise. Zo maken we in de akkerbouw en melkveehouderij gebruik van de CSA (Countus Signaal Analyse) , legt Piet van der Kooi, adviseur akkerbouw, uit. Dat geeft inzicht in hoe bedrijven individueel draaien, maar ook waar ze afwijken van collega-ondernemers. Deze bespreek ik individueel met ondernemers of in een studiegroep. Het biedt handvatten die je in staat stellen concrete verbeteringen door te voeren. Daarmee onderscheidt Countus zich in de markt. Opletten Collega Rick Hoksbergen, branchespecialist melkveehouderij, kan die woorden alleen maar onderschrijven. Kijk, een ondernemer is bezig met wat er elke dag moet gebeuren. Wij hebben iets meer afstand en kunnen daarom makkelijker op het grote geheel letten. Ik vergelijk het wel eens met autoracen. Laatst had ik een raceclinic in Assen en ging meteen vol gas. Op een gegeven moment gaf de instructeur een ruk aan het stuur. Daar schrok ik van. Wat bleek, links van mij kwam een auto die veel sneller reed, die had ik echt niet gezien. Ik was gefocused op het zo snel mogelijk rijden. Countus vervult de rol van de instructeur: de ondernemer gaat vooruit, wij letten op wat er achter en naast hem gebeurt. Zie het als een extra paar ogen. Wij zijn ondernemersadviseurs, we brengen

kunnen we verwachten? Daar anticiperen we op, elke dag weer, dat is wat de klant van ons verwacht , geeft Hoksbergen aan.

Piet van der Kooi en Rick Hoksbergen

kennis of soms alleen maar vragen. Daarmee prikkelen we ondernemers om na te denken over de toekomst. Signalen Gemakkelijk is dat niet. Immers, in de landbouw is veel gaande en beleid voorlopig onzeker. Dat vraagt flexibiliteit van de ondernemers. Countus haakt daar bij aan met kleine, regionale teams. Daarmee hebben je de kennis van een landelijke speler, met het marktgevoel van een kleine lokale speler. Welke signalen zijn er, wat

Verduurzamen En dan komt er in 2023 ook nog een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waarvan het doel is om de landbouw te verduurzamen en boeren die toekomstbestendig bezig zijn beter te belonen. Een enorme uitdaging waarmee veel klanten nu al bezig zijn , weten Van der Kooi en Hoksbergen. Feit is dat de basispremie per hectare wordt afgebouwd en de ondernemer kan extra premie ontvangen wanneer hij ecologische activiteiten ontplooid. Wij adviseren ondernemers in de puzzel hoe dit beleid ingepast kan worden in hun bedrijf, want de extra premie weegt niet altijd op tegen de kosten. We moeten de balans vinden tussen de korte termijn hectiek en het lange termijn beleid. Dat is het spel waar Countus zich mee bezighoudt. De agrarische ondernemer staat er dus niet alleen voor, dat heeft Countus in de afgelopen honderd jaar wel bewezen. www.countus.nl U vindt Countus in o.a. Joure, Leeuwarden, Assen en Steenwijk.

ADVERTENTIE

Kwaliteit staat voorop Meer dan 60 verschillende vleesproducten die naar consumenten en de business to businessmarkt gaan. Van salami worst tot gehaktballen en van diverse soorten tapas schaaltjes tot de pompeblêd burger. Bij familiebedrijf Weidenaar weten ze al 95 jaar hoe ze een lekker stukje vlees moeten maken. En het mooie is dat steeds meer mensen dat beginnen te ontdekken. Niet voor niets wordt er momenteel druk gebouwd, een gevolg van de gestage groei van het bedrijf. Met name onze tapas schaaltjes doen het goed , zegt commercieel directeur Jouke Jongsma. Dat heeft vooral met gemak en de behoefte aan meer keuze te maken. De consument wil snel een lekker stukje vlees op tafel kunnen zetten. Waar we begonnen met zes verschillende schaaltjes, zitten we inmiddels op vijftien. De contacten met de regionale supermarkten zijn al jaren goed en sinds kort zit Weidenaar ook met online supermarkten om tafel. We proberen samen sterker te worden en dat lukt goed. Sinds het einde van corona merken ze bij Weidenaar dat ook de business to businessmarkt weer aantrekt. Algemeen directeur Lieuwe Weidenaar (3e generatie) vertelt dat de levering van belegde broodjes en gehaktballen behoorlijk in de lift zit. Het verkeer komt weer op gang en veel mensen willen onderweg even een lekkere hap tot zich nemen. Drive Het zorgt er mede voor dat Weidenaar in de afgelopen jaren een gestage groei heeft doorgemaakt, waarin het personeelsbestand verdubbelde. We zijn blij met onze medewerkers, die betrokken zijn en een enorme drive hebben om telkens weer goede producten te maken , geeft Lieuwe aan. Ze krijgen ook de kans om eigen producten te proeven en hun mening te geven. Ja, ze zijn trots op wat ze maken en we kennen gelukkig weinig verloop.

Overigens is groei geen doel op zich bij Weidenaar. Het leveren van kwaliteit vinden we veel belangrijker , legt Jouke uit. Als je dat goed voor elkaar hebt, dan komt de groei vanzelf. Dat merken we nu al jaren. Om die reden hoeft Weidenaar ook niet naar het buitenland. Klopt, we groeien nog steeds in eigen land en er liggen nog voldoende uitdagingen om verder te groeien.

Als een klant over de prijs begint, adviseren we altijd om eerst even te proeven, dan zijn ze meestal snel overtuigd Business to business Die liggen onder andere in de business to businessmarkt. Wij maken kwalitatief smaakvolle producten en zijn niet de goedkoopste. We kiezen bewust niet voor goedkope producten, dat zou ten koste gaan van de kwaliteit. Als een klant over de prijs begint, adviseren we altijd om eerst even te proeven, dan zijn ze meestal snel overtuigd. We hebben korte lijntjes naar de klant. Als er bijvoorbeeld morgen iets geleverd moet worden, dan regelen we dat. We zoeken altijd naar een oplossing. Genieten Bij Weidenaar zijn ze blij dat mensen tijd nemen

voor een genietmomentje. Gezond leven moeten we allemaal, maar dat wil niet zeggen dat we niet meer mogen genieten, dat moet op z n tijd kunnen. En ja, dat gebeurt vaak met een hapje van Weidenaar. Over 5 jaar bestaat het familiebedrijf 100 jaar. We maken geen gekke sprongen en verwachten onze gestage groei voort te kunnen zetten , besluit Lieuwe. Goed luisteren naar de klant staat daarbij voorop, want hij bepaalt uiteindelijk het succes van Weidenaar. www.weidenaar.frl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.