NoordZ, 15 april 2021

Page 1

D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

DE TOEKOMST VAN ONS VOEDSEL

‘LOKAAL KOPEN IS GOED VOOR JEZELF, DE ONDERNEMER EN HET LANDSCHAP’ DAAN TRIMPE PAGINA 13


ADVERTENTIE

Natuurbeheer als onderdeel bedrijfsvoering landbouwsector Het was voor velen misschien wel een opzienbarend nieuwsbericht: ‘LTO wil meer ruimte voor landbouw, inpolderen deel Noordzee is een mogelijkheid’. Volgens Trienke Elshof, voorzitter LTO-Noord, is er meer ruimte nodig om aan alle wensen en eisen van deze tijd te voldoen. „We moeten boeren en tuinders de ruimte geven om de markt, het klimaat en de biodiversiteit zo optimaal mogelijk te bedienen.” Ze doelt daarbij met name op de wens om over te schakelen op kringlooplandbouw, maar daarvoor is wel meer grond nodig. „Noord-Nederland heeft wat dat betreft alles in zich om de boeren en tuinders een gezond toekomstperspectief te bieden.” De druk op de grond is enorm in Nederland. „Als we aan alle wensen willen voldoen, dan kunnen we Nederland wel vijf of zes keer intekenen”, zegt Elshof. „We hebben echter maar één Nederland en dus moeten we ten eerste verstandig met de grond omgaan en daarnaast kijken naar andere oplossingen. En inpolderen, zoals we in het verleden ook hebben gedaan, is daar één van.” De discussie voeren Juist dat, zo heeft Elshof gemerkt, is voor velen een stap te ver. „Daar mag niet over gepraat worden, terwijl de vraagstukken waar we met elkaar voor staan, schreeuwen om oplossingen. Daarom pleit LTO er voor met elkaar om tafel te gaan en de discussie te voeren. We willen huizen bouwen, duurzame energie produceren, de natuur beschermen, de landbouw heeft meer ruimte nodig en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat kan niet allemaal in het huidige Nederland worden gerealiseerd, we moeten daarom in een groter geheel kijken.” De vraag naar meer ruimte voor de landbouw is evident. Elshof:„ Dat heeft deels te maken met de opgave met betrekking tot de kringlooplandbouw. Maar, dit jaar komt er ook een herziening van het mestbeleid, waarbij de verwachting is dat boeren hun mest vooral over hun eigen land kwijt moeten zien te raken. Daarvoor hebben ze dan

‘Het idee van inpolderen vind ik niet zo gek’ De druk op de ruimte die de landbouwsector tot haar beschikking heeft neemt toe. Daarom vindt Tineke de Vries, pootgoedteler en boegbeeld namens LTO Noord in Friesland, het niet zo’n gek idee om zee te gaan inpolderen. „Waarom niet, we hebben dat toch ook met de voormalige Zuiderzee gedaan?” Dat ze voor dat idee vooralsnog de

Trienke Elshof wel meer grond nodig, waarbij ruilverkaveling één van de oplossingen is.”

natuur en landbouw kom je er volgens de voorzitter niet.

Combinatie De kringlooplandbouw vormt volgens Elshof de basis voor de toekomst, waarbij er ook wordt gekeken naar een combinatie van landbouw en natuurbeheer, oftewel agrarisch natuurbeheer. „Een boer kan ook als natuurbeheerder optreden”, zegt Elshof. „Dat gebeurt al op verschillende plekken en dat pakt goed uit. Natuurbeheer wordt dan onderdeel van de bedrijfsvoering.” Met een harde knip tussen

„Dit wordt de discussie van de toekomst en ik verwacht dat dit bij de kabinetsonderhandelingen op tafel komt. Kijk, wat er met de landbouw moet gebeuren, weten we wel. Maar, hoe wat dat moeten doen, nog niet. Een route bepalen naar de oplossing heeft nu de hoogste prioriteit, zodat ook de volgende generatie boeren weet waar ze aan toe is en de landbouw een belangrijke bijdrage kan blijven leveren aan de Nederlandse economie en het landschap. Daar gaat LTO voor.”

handen niet op elkaar krijgt, bevreemdt haar overigens niet. Ze maakt zich zorgen, over de druk op de landbouwsector. „Er worden grote happen uit de beschikbare landbouwgrond genomen. Door woningbouw, zonneparken, zeewater dat wordt binnen gelaten, het onder water zetten van veenweidegebieden, het planten van bossen, dat is een grote zorg en gaat ten koste van de landbouw.”

volgens mij eens goed over na moeten denken. Ons land creëert overal op de wereld nieuw land, maar in eigen land doen we dat niet meer. Daarom doe ik een oproep: laten we kijken wat er kan en het in elk geval onderzoeken.”

Verhaal vertellen Een oplossing is volgens haar niet zo snel voorhanden. „Met alleen roepen hoe belangrijk we zijn, kom je er niet. We kunnen wel ons verhaal blijven vertellen. Dat we grond beheren en er voor zorgen, dat we water opvangen, dat we aan natuurbeheer doen, enzovoort. En dat we een grote groep mensen in de wereld van voedsel voorzien. Zo wordt van één hectare grond aan pootaardappelen elk jaar 15.000 mensen gevoed. Dat moet je wel willen zien en daar ontbreekt het nog wel eens aan.”

Tineke de Vries

Ze ziet ook dat het land steeds voller wordt en dat de claim op ruimte vanuit diverse sectoren groot is. „Inpolderen is daarom niet zo’n gek idee. Ook in het kader van de kustversterking zou je daar

Boterham ‘Ik heb het gevoel dat ik er niet meer mag zijn’. Een schapenboer op Texel vertelde het laatst in een televisieprogramma en gaat emigreren naar Denemarken. „Een triest voorbeeld van hoe het niet moet. Er komt heel veel over de sector heen en dat leidt tot dit soort reacties. Natuurlijk willen wij veranderen, maar men gaat uit van het maakbare en op korte termijn is dat niet mogelijk.” In geen enkele provincie in ons land doen boeren zoveel aan natuurbeheer als in Friesland. „Dat blijkt prima samen te gaan, alleen is het geld nu op”, weet De Vries. „Ik weet ook zeker dat de boer dit goedkoper kan doen dan andere organisaties. Ik vind dat we meer die kant op moeten, zodat ook toekomstige generaties een boterham in de agrarische sector kunnen blijven verdienen.” www.ltonoord.nl


ETEN UIT DE PRINTER p allerlei manieren wordt er gewerkt aan ons voedsel van de toekomst. Met als centrale vraag: hoe brengen we in deze Noordz de voedselproductie in balans met de natuur, zonder uitstoot van CO2 en stikstof? Knappe koppen van FrieslandCampina, Avebe, Cosun, Agrifirm en het UMCG zijn ervan overtuigd om – samen met andere partijen in het Noorden – die torenhoge ambities waar te maken. De productie van plantaardige eiwitten op het Groninger land speelt daarbij een cruciale rol.

O

Het citaat op de cover ‘Lokaal kopen is goed voor jezelf, de ondernemer en het landschap’ is een ingedikte versie van hetgeen Daan Trimpe zegt in de reportage op pagina 13. De tuinder in Koudum is een van de vele lokale landbouwers die profiteren van de sinds de corona-uitbraak sterk gegroeide belangstelling voor de eigen omgeving. „Onze omzet is sindsdien verdubbeld”, zegt collega Marja de Vries van De Wylde Boerinne in IJlst in hetzelfde artikel.

Het is een van de scenario’s van de toekomst van ons voedsel die in deze bijlage uitgebreid aan bod komen. Nog een tipje van de sluier: een automaat waarmee je je eten kunt printen. Afgestemd op jouw wensen en behoeften. Heb je net gesport, voeg je wat eiwitten toe. En als je verkouden bent een tube vitamine C. Toekomstmuziek? Ondernemer en chef-kok Jan Smink past het printen al toe in zijn restaurant in Wolvega. Ook verhalen over wat we nú eten doen het goed. Consumenten willen steeds meer weten over wát ze eten. Een positief puntje van corona, zo licht Koert van Ittersum, hoogleraar marketing en consumentenwelzijn aan de Rijksuniversiteit Groningen, toe

in deze bijlage is dat vooral 65-plussers gezonder zijn gaan eten (en drinken). Dat voedt de behoefte aan informatie over voedingswaarde, herkomst, duurzaamheid die producenten dan ook steeds royaler delen. De lokale boer profiteert daar van. Steeds meer mensen stoppen bij de plaatselijke boer om daar groente, fruit, zuivel en/of vlees te kopen. Een rondgang langs een aantal boeren met een eigen winkel of kraam in Drenthe, Groningen en Friesland leert dat de omzet uit directe verkoop het afgelopen jaar is verdubbeld. Iets voor ouderen? Juist jongeren verdiepen zich steeds meer in wat ze (willen) eten en komen naar de boer. Wat je van ver haalt is lekker, een gevleugelde uitspraak die steeds meer concurrentie krijgt van: wat je om de hoek bij de boer koopt, scheelt een hoop transport (en is ook lekker natuurlijk). Veel leesplezier, namens de redactie, Jan Rozendaal

COLOFON

INHOUD

NoordZ is een bijlage van NDC mediagroep

04

Vier scenario’s voor de toekomst van ons voedsel Eten op jou afgestemd uit de 3D-printer, de technologieën zijn er al

08

Zeewier: het voedsel van de toekomst? Zelf zeewier telen, dat is het best

10

Groningen ontrafelt het voedsel van de toekomst FrieslandCampina, Avebe, Cosun, Agrifirm en het UMCG steken de koppen bij elkaar

Telefoon bijlagenredactie 050-5844229 058-2845477

13

Eitje, groente, kaas of vlees? Op naar de boerderij Eerlijke producten uit je eigen omgeving is een trend geworden

E-mail bijlagen@ndcmediagroep.nl

19

De ontketende boer Column Ronald Mulder

23

Spacetime Layers wil ‘de YouTube voor de kaartinformatie’ worden Hoe staat het ervoor met de start-up die al eerder in NoordZ voorbijkwam?

24

Ondernemen naast je vaste baan Heleen Lameijer, doet het op haar manier

28

Lokaal kan profiteren van informatiebehoefte consument Steeds meer emotie om ons eten

32

Veel geleerd van het luisterend oor van mijn vader De Spiegel met Niels Grootenboer

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Roel Snijder Theo Zandstra Marja Boonstra Gerda Douma Vormgeving Alie Veenhuizen

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@mulitplusmedia.nl

Volg NoordZ ook online op het blog: www.noordz.nl

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 3


Wat leggen wij op ons bord in een wereld met meer aandacht voor het klimaat en onze eigen gezondheid? En hoe komt het daar? Aan de hand van noordelijke innovaties werpen wij een blik in de voedseltoekomst. Tekst Coen Berkhout Illustratie Job van der Molen

VIER SCENARIO’S VOOR DE TOEKOMST VAN ONS VOEDSEL SCENARIO 1 – PERFECT IN BALANS This tiny country feeds the world schreef magazine National Geographic een paar jaar geleden over onze landbouw. Die staat wereldwijd bekend als efficiënt en duurzaam, maar in de toekomst moeten we daar nog een paar scheppen bovenop doen. Want de wereldbevolking neemt toe tot een kleine 10 miljard in 2050 en die moet worden gevoed. De VN-voedselorganisatie FAO schat dat we daarom de komende decennia niet minder dan 70 procent meer voedsel moeten gaan produceren. De enige manier om dat te realiseren, zonder de bodem volledig uit te putten, is een volledig circulaire landbouw waarbij geen enkele reststroom ongebruikt blijft. De vier grote noordelijke landbouwcoöperaties (Agrifirm, Avebe, Cosun – het moederbedrijf van Suiker Unie – en FrieslandCampina), LTO Noord en de provincie Groningen hebben daarom de handen ineengeslagen en 20 miljoen euro op tafel gelegd. Daarmee wordt de grootste proeftuin voor circulaire landbouw in Nederland gestart (zie ook het artikel over het programma Fascinating elders in deze bijlage). De eerste stap is het vinden van nieuwe manieren om aan onze eiwitten te komen. Die kunnen we in fabrieken raffineren, bijvoorbeeld uit het groene blad van de bieten. In Hoogkerk komt daarvoor een pilotfabriek. Met die eiwitten gaan we niet alleen vleesvervangers maken, maar het is ook een grondstof voor gebakjes, dranken en sauzen.

4 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

Producten op grote schaal verbouwen in verticale boerderijen Ook op kleine(re) schaal wordt in het Noorden gewerkt aan circulaire oplossingen. In Veenoord en Emmen bijvoorbeeld, waar het bedrijf Coffee to Burn koffiedik apart laat inzamelen en verwerkt tot natuurlijke, brandbare bio-pellets die 25 procent meer energie afgeven dan de traditionele houtpellets. SCENARIO 2 – PERSOONLIJKE VOEDING Om de zorgkosten in de hand te krijgen is het toekomstige Ministerie van Voeding, Gezondheid en Welzijn genoodzaakt om gezond eten verplicht te stellen als ‘het nieuwe normaal’. Gelukkig zijn veel mensen al bezig met hun eigen voedingspatroon en zien we in de supermarkten meer gezonde producten verschijnen. Bovendien kan mede dankzij de groei van bezorgplatforms vrijwel iedereen zijn eigen voorkeur aan gezonde kost snel in huis hebben. >>

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 5


ADVERTENTIE

Van dierlijk naar plantaardig eiwit: meer kansen voor de verwaarding van reststromen We moeten veel meer eiwitten van plantaardige in plaats van dierlijke oorsprong eten. Dat is nodig om de gehele wereldbevolking in 2050 van voldoende eiwitten te voorzien. Daarom moeten we eiwitrijke gewassen verbouwen en eiwitten uit ‘reststromen’ niet weggooien maar slim gebruiken. Eiwitten zijn macronutriënten, net zoals koolhydraten en vetten. Per dag heeft een mens er minstens 1% per lichaamsgewicht van nodig. De wereldbevolking groeit, het welvaarstniveau stijgt en daarmee neemt de vraag naar eiwitten toe: die is naar verwachting over een kleine dertig jaar groter dan onze planeet kan leveren als we veel dierlijke eiwitten, vooral in de vorm van vlees en zuivel, blijven consumeren. De productie van dierlijke eiwitten vraagt veel meer van onze planeet dan de productie van plantaardige eiwitten. Een transitie van de consumptie van plantaardige eiwitten naar dierlijke eiwitten is daarom noodzakelijk. Dat betekent onder andere meer teelt van eiwitrijke gewassen zoals veldbonen en erwten. Daarnaast moet onderzocht worden hoe eiwitten die anders bij verwerking verloren zouden gaan, toch gebruikt kunnen worden. Eiwitten uit plantaardige reststromen De agro-foodsector en kennisinstellingen onderzoeken gezamenlijk hoe plantaardige eiwitten in reststromen (bijvoorbeeld wat overblijft na de verwerking van aardappelen, mais of tarwe) gebruikt kunnen worden in voedingsmiddelen voor mens en dier. Lectoren Eric de Bruin en Lizette Oudhuis van de Hogeschool Van Hall Larenstein en de Hanzehogeschool Groningen werken daarbij samen met partners van het Protein Competence Centre (PCC), zoals NIZO, Wageningen UR, Van Drie Group, Royal Avebe, Royal Cosun en CocaCola Company en leiden onderzoeksgroepen, bestaande uit onderzoekers, docenten en studenten. Gezamenlijk onderzoek voor een duurzame toekomst In het onderzoek staan twee projecten centraal. Het project waaraan Lizette Oudhuis meewerkt richt zich op de ontwikkeling van een voedingsdrank op plantaardige basis. Deze dranken zijn momenteel gebaseerd op dierlijke eiwitten (zuivel). Ingrediënten van plantaardige eiwitten dragen vaak vezels met zich mee, vooral wanneer de verwerking mild en duurzaam is. Voedingsvezels van verschillende plantaardige oorsprong zijn van belang als voedingsverrijking van voedingsdranken, gezien de vele positieve gezondheidsvoordelen van vezelconsumptie en de lage inname van vezels in de meeste westerse landen. De uitdaging hierbij is om een goede menging en verteerbaarheid van de gebruikte ingrediënten te bereiken. Het bedrijfsleven kan voor dit soort onderzoek het Food Application Centre for Technology (FACT) van Van Hall Larenstein (in Leeuwarden) als faciliteit gebruiken. Daar staat de Tiny-TIM, een modelsysteem dat het menselijke verteringssysteem nabootst.

Eric de Bruin draagt bij aan een project dat eiwit van een goede kwaliteit uit plantaardige reststromen wil winnen. De uitdaging is om een ‘milde’ manier van bewerking van plantaardige grondstoffen te ontwikkelen waarmee verkregen eiwitten hun voedingswaarde en/of gebruikseigenschappen, zoals een goede oplosbaarheid, behouden. Door deze zogenoemde ‘mild processing’ kunnen de eiwitten gebruikt worden voor toepassingen in voedingsproducten en bijvoorbeeld dienen als vervanging van zuivelen soja-eiwitten in diervoeders. Voor het onderzoek met het bedrijfsleven naar de bewerking (mild processing) van grondstoffen hebben de Hanzehogeschool Groningen, Rijksuniversiteit Groningen en het Noorderpoort de Zernike Advanced Processing (ZAP)-faciliteit. Waarde voor onderwijs en planeet Dankzij deze onderzoeksprojecten maken studenten van beide noordelijke hogescholen kennis met technologieën die ontwikkeld worden voor een (nabije) toekomst waarin meer mogelijk is met lokale reststromen als grondstoffen. Zodoende worden minder kilometers gemaakt voor vervoer van soja uit bijvoorbeeld Zuid-

Op de foto staan van v.l.n.r.: Folkert Faber, hogeschoolhoofddocent Eiwittransitie (Hanzehogeschool), Lizette Oudhuis, lector Matrix Interacties (Hogeschool Van Hall Larenstein/ Hanzehogeschool ) en Eric de Bruin, lector Duurzame Eiwitten (Hogeschool Van Hall Larenstein). Zij staan bij de Zernike Advanced Processing (ZAP)-faciliteit van de Hanzehogeschool. ZAP is een semi-industriële leer-werkomgeving waar kennisinstellingen en (mkb-)bedrijven samenwerken aan innovatieve oplossingen voor de biobased economie. Amerika, minder landbouwgronden uitgeput en vindt er minder voedselverspilling plaats. Dat heeft een positieve invloed op het klimaat en onze planeet: een planeet die veerkrachtig genoeg is om in 2050 tien miljard mensen duurzaam van veilig en gezond voedsel te voorzien. www.hanze.nl www.hvhl.nl www.zapgroningen.nl www.hvhl.nl/fact


EEN STAPJE VERDER IS ETEN UIT EEN 3D-PRINTER. VEEL GESPORT? VOEG WAT EIWITTEN TOE. EEN BEETJE VERKOUDEN? EEN TUBE VITAMINE C EN KLAAR IS KEES

>> Dat gezonde producten de toekomst zijn, heeft het succes van TastyBasics uit Aalden inmiddels bewezen. De whole foods – voedingsmiddelen die geen industrieel bewerkte ingrediënten bevatten – van het Drentse bedrijf liggen overal in de winkels. Deze crackers, broden en repen bevatten alleen ongeraffineerde ingrediënten, die je in zijn geheel terug kunt vinden in de natuur. Meer vezels en eiwitten, minder koolhydraten. En gemalen zonnebloemzaden in plaats van olie, bijvoorbeeld.

GymBites uit Groningen wil graag een stap verder gaan. Behalve dat je er nu al gezonde maaltijden kunt samenstellen en laten bezorgen, is het niet ondenkbaar dat we ze straks uit de muur trekken. Het bedrijf wil bodyscans doen bij klanten die vervolgens een persoonlijk eet- en beweegplan krijgen. Het volgende doel van GymBites is dat mensen die gezonde maaltijden kunnen halen uit zogenoemde FAVMachines (Full Automated Vending Machines). Die moeten verspreid over de hele stad komen te staan, waardoor een gezonde maaltijd altijd in de buurt is. Volgens oprichter Jesse Mellema zijn ze in gesprek met PostNL.

Een persoonlijk eetplan met maaltijden uit automaten die verspreid over de stad staan zodat gezond eten altijd nabij is

SCENARIO 4 – VOEDSELGEMEENSCHAPPEN Allemaal boeren, allemaal consumenten, daar bestaat in een andere toekomst niet meer zo’n scheidslijn tussen. Want misschien worden we allemaal wel lid van een voedselgemeenschap. Dan bepalen we samen wat voor voedsel we produceren, zijn we samen eigenaar van de landbouwgrond en daarom samen verantwoordelijk voor de gezondheid van de bodem. Natuurlijk is een aantal leden ook echt actief als boer. Voorbeelden van deze gemeenschappen duiken al langzaam op. Bijvoorbeeld in Rhee, waar ongeveer 250 huishoudens uit de omgeving samen een boerderij hebben. De boer-in-dienst verbouwt daar zo’n vijftig soorten groenten, fruit en aardappelen; en hij verzorgt de varkens, runderen en kippen van de boerderij. Het idee van deze Herenboer is dat inwoners van een gebied samen investeren in het opzetten van de boerderij en daarvan vervolgens de vruchten plukken. Tegen een prijs die vergelijkbaar is met die van de supermarkt.

SCENARIO 3 – ALLES HIGHTECH Een stap voorbij persoonlijke voeding is eten uit een 3D-printer. Veel gesport? Voeg wat eiwitten toe. Een beetje verkouden? Een tube vitamine C in de cartridge en klaar is Kees. Het klinkt misschien futuristisch, maar de technologieën die we daarvoor nodig hebben, zijn er al. Zo weten we hoe we in vertical farms op heel grote schaal producten kunnen verbouwen. Bedrijven als Avebe halen in labs al de nodige voedingsbouwstenen uit onze gewassen. En TNO, de organisatie voor toegepast wetenschappelijk onderzoek met kantoren in heel Nederland (waaronder Groningen), ontwikkelde een voedselprinter. Ondernemer en chef-kok Jan Smink past het printen al toe in zijn restaurant in Wolvega. Met een 3D-printer op de bar maakt hij gerechten met vormen en designs die anders buiten zijn bereik zouden liggen. En de Health Hub in Roden deed onderzoek naar geprint voedsel als alternatief voor patiënten die moeite hebben met kauwen. Een voedzame puree die er ten minste uitziet als een wortel of een bonbon is toch een stuk smakelijker dan grijze prut uit een hermetisch afgesloten zakje.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 7


Zeewier is, als we het op een slimme manier telen, misschien wel hét voedsel van de toekomst. Duurzaam, voedzaam en gezond: wat wil je nog meer? Maar de zeewiersector staat nog in de kinderschoenen, ook in het Noorden. Tekst Wigger Brouwer Foto Mariska Koster

NILS KOSTER

ZEEWIER: HET VOEDSEL VAN DE TOEKOMST? K aasmaker Nils Koster staat tot aan de knieën van zijn kaplaarzen in zee bij Vlieland. In zijn linkerhand een emmer, de rechter gebruikt hij om mee te zoeken en te plukken: hij verzamelt zeewier. Het is stralend voorjaarsweer op het Waddeneiland, de meeuwen vliegen over en het uitzicht is uitgestrekt. Als zijn emmer vol zit met zeewier, keert hij terug naar de wal. Maar hier is iets geks aan de hand, want wat doet een kaasmaker in de zee? En waar is dat zeewier dan voor? De één zal meteen verlekkerd denken aan een portie sushi. De ander zal het associëren met die lange groene slierten in de zee die vooral het zwemplezier in de zomer verpesten. Zeewier: groene algen die meer in hun mars hebben dan je denkt. Zeewier is rijk aan eiwitten en mineralen en kan daardoor als vleesvervanger dienen, en een aanvulling zijn in het groenteschap. Niet onbelangrijk, aangezien veeteelt en landbouw behoren bij de grootste uitstoters van CO2 in de wereld, het deels vervangen van vlees en groente kan dus een hoop CO2-uitstoot schelen. En bijkomend voordeel: het wier groeit in de zee, waardoor je geen uitgestrekte akkergronden nodig hebt om het te verbouwen. De ontwikkelingen rondom zeewier staan nog in de kinderschoenen. Een van de pioniers is Nils Koster, eigenaar van de Vlielander kaasbunker. De kaasmaker maakt sinds 2016 kaas met zeewier erin. ,,Het is als hobby begonnen en een beetje uit de hand gelopen. Kaas maken wilde ik graag proberen en zo ben ik ooit begonnen met een paar pakken melk uit de supermarkt. En toen dacht ik: zou het niet grappig zijn als ik er iets van het eiland in verwerk zodat het een echt eilandproduct wordt. Dat werd de zeewierkaas.” NORTH SEA FARMERSKAAS Het proces is eigenlijk simpel: Koster spoelt het zeewier om het zand te verwijderen, droogt het en hakt het fijn. Daarna gaat het mee naar zijn kaasmakerij in Veenhuizen. Daar kookt hij het, waarna het lijkt op boerenkool. Vervolgens mengt hij het zeewier met de prille kaas in een enorme bak. Zeewierkaas. Koster: ,,Eigenlijk zoals gewoon kaas maken, maar dan met zeewier erdoor.” Koster is niet de enige in Nederland die zich bezighoudt met zeewier. Hij is aangesloten bij North Sea Farmers, een organisatie die ondernemers, bedrijven en kennisinstellingen in Nederland met elkaar verbindt. Vanuit het

8 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

Noorden zijn bijvoorbeeld de Gasunie en Noordoogst Aquaponics aangesloten, en vanuit de rest van Nederland zijn bijvoorbeeld Wageningen Universiteit en Unilever van de partij. Alles wat iets met zeewier te maken heeft, gaat meestal via North Sea Farmers.

Een belangrijk doel van North Sea Farmers is het bij elkaar brengen van kennis. ,,Er zijn veel initiatieven gaande rondom zeewier”, vertelt Femke Prins van North Sea Farmers. ,,Als er iets belangrijk is in een nieuwe sector dan is het, behalve het aanjagen van initiatieven, het verbinden van initiatieven. Zodat die kennis wordt uitgewisseld en we niet drie keer hetzelfde wiel aan het uitvinden zijn. Elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen is heel belangrijk voor zo’n pionierende sector.” Dat de rijksoverheid en de bedrijven wel brood zien in zeewier is geen toeval. Behalve een potentiële vleesvervanger kan het een zoutvervanger zijn, en dan met minder natrium dan regulier keukenzout. Daarnaast zijn er buiten de voedselindustrie nog allerlei andere toepassingen mogelijk voor zeewier (zie kader). Prins: ,,Een wondermiddel zou ik het niet noemen maar met behulp van duurzame teelt en slimme toepassingen kan het leiden tot grote voordelen voor het klimaat.” SMULLEN MAAR Dus, waar wachten we nog op? Sleep al dat zeewier uit de zee en smullen maar. Nee dus, zo simpel is het niet. Want waar Nils Koster eerst ook het zeewier voor zijn kaas gewoon uit de zee wilde vissen, bleek dat toch niet zo’n goed idee. Hij kreeg de tip van RUGhoogleraar Mariene Plantaardige Biomassa Klaas Timmermans om het zeewier zelf te telen. Dat heeft een aantal voordelen, zoals dat je meer controle hebt over de waterkwaliteit en dat je weet hoe vers het wier is. Zeewier telen doe je door touwen te spannen in de zee. Aan die touwen lijm je met een speciale lijm de zaadjes van de zeewieralg. Die groeien vervolgens uit tot volwaardige zeewierslierten die geoogst kunnen worden. ,,En het voordeel is dat je meerdere keren per jaar kunt oogsten”, aldus Koster. ,,Je kunt vanaf het begin van de zomer tot eind september oogsten. En steeds weer opnieuw want als je er twee derde deel vanaf knipt, blijft het overige deel gewoon doorgroeien.” Hoewel de zee de handigste plek is, kun je ook

in je eigen achtertuin zeewier verbouwen. Dat deed ondernemer Erik Moesker van Noordoogst Aquaponics in Groningen. ,,Zeewier is een erg interessant product, bijvoorbeeld om iets aan eiwittekorten in de toekomst te doen”, legt Moesker uit. ,,Het was moeilijk te verbouwen. Als je het in bakken kweekt, moet je zorgen dat het water steeds in beweging is zodat het zeewier de voedingsstoffen goed opneemt. En ik heb er speciaal een tankwagen zeewater voor laten aanrukken omdat dat bepaalde voedingsstoffen bevat die zeewier nodig heeft.” Maar het lukte: hij had zeewier gemaakt. En wat doe je dan? Kijken of je er bier van kunt maken, natuurlijk! In samenwerking met een Groningse bierbrouwer maakte hij een biertje met zeewier erin verwerkt. En het was nog lekker ook. ,,Het werd een donker biertje, amberkleurig, met een zoutig tintje en een beetje een umamismaak”, vertelt Moesker. ,,Dat viel me niet tegen. Het is nu op, maar als het nu weer in de winkels zou liggen, zou ik het kopen.”

TUSSEN WINDTURBINES Als we zeewier zelf moeten gaan kweken, is er een probleem: de productie neemt ruimte. De Noordzee volhangen met touwen om zeewier aan te hangen is niet handig. Dus sturen Nederland en de Europese Unie aan op het plaatsen van de zeewierboederijen in windmolenparken op zee. Femke Prins: ,,In de ruimte tussen die windturbines kun je in theorie weinig. Je mag er bijvoorbeeld niet met vissersboten tussen varen.” Daarom is het de uitgelezen plek voor zeewierboerderijen, omdat je er geen last hebt van schepen. Voor een zeewierboerderij in Noord-Nederland, bijvoorbeeld in het geplande windpark ten noorden van Groningen, zijn echter nog geen plannen. Dat komt omdat het 80 kilometer uit de kust ligt, waardoor parken in het westen, die dichter bij de kust liggen, eerder in aanmerking komen. Nils Koster vermaakt zich ondertussen wel met het maken van zeewierkaas en gaat er voorlopig nog lang niet mee stoppen, hoewel het wel hard werken is. ,,Het is leuk werk’’, aldus Koster. ,,Maar het is niet dat je er slapend rijk van wordt want je komt genoeg problemen tegen. Maar ik doe ook rondleidingen in de kaasbunker, ontvang veel mensen en leidt een leuk leven. En zolang ik het leuk blijf vinden, blijf ik het doen.”

Andere toepassingen Behalve dat zeewier is te eten is het ook voor andere toepassingen te gebruiken. - als voedingssupplement voor vee, met als bijkomend voordeel dat er minder methaan wordt uitgestoten; - als verdikkingsmiddel voor tandpasta; - als vezels voor het maken van kleding; - als grondstof voor biologisch afbreekbaar plastic; - als biostimulant ofwel als gewasversterker voor planten; - als brandstof ter vervanging van aardgas.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 9


e wereld heeft een groot probleem. De groeiende bevolking heeft steeds meer voedsel nodig terwijl de landbouwgronden schraler worden. Afgezien daarvan tast de klimaatverandering Moeder Aarde aan en eten veel mensen steeds minder gezond. Het is duidelijk dat er dingen anders moeten. Fascinating (Food agro sustainable circular nature technology in Groningen) is een testcase om te laten zien hoe dat zou kunnen met inzet van plantaardige eiwitten.

D

,,Dit is eigenlijk een droom die ik al vijftien jaar had, al sinds mijn carrière bij FrieslandCampina.’’ Tjeerd Jongsma, Fries van geboorte, is directeur van het Institute for Sustainable Proces Technology (ISPT) in Amersfoort. Hij is ook penvoerder van het programma in Groningen. ,,Het moeilijke zit hem in de wisselwerking tussen landbouw en voedingsindustrie, in de transitie. De hele keten van akker tot consument moet op de schop, het is heel bijzonder dat wij dat nu op kleine schaal aan het doen zijn.’’ DENK MEE Grote jongens als Avebe, Cosun, Agrifirm en FrieslandCampina doen mee, het UMCG is van de partij, LTO Noord is aangehaakt, net als grotere en kleinere partijen uit de voedingsindustrie en boeren in diverse groeperingen, de chemische industrie en de energiesector, de provincies staan erachter. Jongsma: ,,Dit is een open innovatieplatform. We nodigen met klem iedereen uit om mee te denken en mee te doen. Hoe meer kennis, samenwerking en slagkracht, hoe beter.’’ Het programma beantwoordt (misschien pas over een jaar of tien, want het gaat om ontwikkelingen die tijd kosten, maar toch) vragen als: hoe vertalen we een gezond dieet naar ons landbouwsysteem en welke verwachtingen heeft de consument? Maar ook: hoe brengen we de voedselproductie in balans met de natuur, zonder uitstoot van CO2 en stikstof? En: welke technologie kunnen we inzetten om meer voerdingsstoffen te gebruiken en te behouden in verwerkingsprocessen? En ook: hoe kunnen we reststromen uit het proces gebruiken als grondstof voor de chemische industrie, of als energiebron? EIWITTEN CRUCIAAL De beantwoording begint nog maar net. Rond kerst kreeg Fascinating groen licht en de bijbehorende zak subsidiegeld. De programmaonderdelen staan nu in de steigers, concrete projecten staan op het punt van beginnen. Zo worden rond deze tijd proefvelden ingezaaid met gewassen om te onderzoeken welke de geschiktste zijn voor de productie van eiwitten. Want dat eiwitten een belangrijke rol spelen in de voeding van de toekomst, staat voor Jongsma als een paal boven water.

GRONINGEN ONTRAFELT DE TOEKOMST VAN DE VOEDSELPRODUCTIE Gezonde voeding, gezonde landbouwgrond, gezond klimaat, gezonde economie. De ambities van het programma Fascinating zijn hoog. Het draait allemaal om eiwitten van het Groninger land. Tekst Jean-Paul Taffijn Illustratie Fascinating

,,We moeten ervoor zorgen dat we meer nutriënten in onze voeding krijgen, om zo langer gezond te blijven. Dat vraagstuk is extra actueel, omdat we vanwege de klimaatproblematiek (en onze gezondheid) minder vlees moeten gaan eten. Dus moeten we onze eiwitten ergens anders vandaan halen, uit gewassen dus. Dat betekent dat we op een andere manier naar gewassen en landbouwgrond moeten kijken, en manieren moeten ontwikkelen om die eiwitten zo te oogsten, dat we ze op de beste manier kunnen gebruiken.” Grote ondernemingen en coöperaties slaan de handen ineen, waar ze in het verleden vooral gewend waren hun eigen ontwikkelingen en innovaties te doen. ,,Dit is te veelomvattend voor één bedrijf. Als het doel is een zo voedingsrijk mogelijk en functioneel eiwit te

10 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

verkrijgen, dan heb je samenwerking en expertise van verschillende kanten nodig. De boer moet zijn gewas aanpassen, onderzoekers moeten uitvindingen doen, afnemers moeten geïnteresseerd worden, de consument moet willen. Willen we de keten aanpassen, dan heeft elke schakel zijn voordeel bij wat we doen in Fascinating. Afgezien daarvan heeft elke partij een belang bij het behoud of verbeteren van de natuur en het verkleinen van de footprint in het belang van het klimaat. Dat is ook gewoon een eis.’’ WAARDEVOL AFVAL Avebe is een van de partijen die van harte meedoen. Dat is eigenlijk logisch. De aardappelcoöperatie is al langer bezig met het verleggen van de focus. Die was altijd gericht op zetmeel, maar verschuift meer en meer in de richting van eiwitten. Peter-Erik Ywema is directeur Duurzaamheid bij Ave-

be. ,,Tot veertig jaar geleden loosden we eiwitten als afval in het kanaal. Toen dat niet meer mocht, gingen we er veevoer van maken en nu is het heel waardevol geworden, vooral in vlees- en zuivelvervangers. Eiwitten uit aardappelen zijn daarvoor uitermate geschikt. Met Fascinating zetten we die ontwikkeling voort en kijken we ook naar andere zaken.’’ Het programma gaat namelijk niet alleen over het perfectioneren van de eiwitproductie: natuur en klimaat moeten er ook van profiteren. Ywema: ,,Dat is typisch een deelonderwerp dat we gezamenlijk kunnen aanpakken. Een voorbeeld? Samen met FrieslandCampina werken we aan nieuwe technologie voor het drogen van eiwitten. Daarvoor is nu nog heel veel energie nodig en dat willen we anders. Zo’n innovatie is een heel duur proces, maar we hebben er

allemaal belang bij. Dus doen we het samen.’’ ROTATIEGEWASSEN Fascinating is een programma van de lange adem. Het gaat over ontwikkelingen die tijd kosten, over een beweging die op gang moet komen. Een van de eerste praktische handelingen gebeurt nu op Groningse proefvelden. Daar wordt gekeken welke gewassen afwisselend met aardappelen kunnen worden verbouwd om de grond zo goed mogelijk in conditie te houden. ,,De bodem in balans. We hebben de afgelopen decennia misschien wel te intensief aardappelen verbouwd. En omdat we in dit gebied zetmeelaardappelen willen blijven verbouwen, moeten we de bodem verbeteren. Een gezonde bodem is goed voor de natuur en de biodiversiteit, en uiteindelijk ook voor de boer. Een rotatiegewas moet dus bodem,

‘Tot veertig jaar geleden loosden we eiwitten als afval in het kanaal’

eiwitproductie en niet in de laatste plaats de boer vooruithelpen. Dat is waar we de komende periode naar kijken.’’ In wezen is Fascinating al wat langer aan de gang. Jongsma is nogal aanhanger van de zegswijze ‘meten is weten’. ,,We zijn al bezig met modellen en vergaande doorrekeningen. Met een goed model dat voor iedereen toegankelijk is maken we de feiten achter de veranderingen transparant; wat gebeurt er met grondgebruik, verdienvermogen, uitstoot, nutriëntenproductie enzovoort, wanneer je andere gewassen gaat telen of de veestapel inkrimpt? Zo kunnen we een open maatschappelijke discussie voeren waarbij iedereen de consequenties van de verschillende keuzes ziet. Daarmee verdiepen we de discussie en kunnen we achterhalen wat de beste manier van voedselproductie is voor mens, natuur en klimaat. Dat is uiteindelijk waar Fascinating over gaat.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 11


ADVERTENTIE

Het verhaal van de sausmakers: Maak het lekkerder! Ze zijn altijd bezig met hun vak, met smaak, met sauzen. Oliehoorn ontwikkelt en produceert in Zwaag en in Drachten. Arjan Dijk geeft een kijkje in de sauskeuken voor cafetaria, supermarkt, horeca en industrie. Over onderscheid in smaak, de Zeedijksaus en Brander bij de eierbal.

Arjan Dijk met de nieuwste aanwinst in het Oliehoorn assortiment; de Zeedijk Mayonaise van Slagerij Vet uit Amsterdam Elf jaar terug stapte Arjan Dijk het bedrijf binnen van zijn vader Wim. ,,Die nieuwe fabriek die hij had neergezet in Zwaag, vond ik zo geweldig dat ik dacht, het moet er toch van komen.” Zijn vader Wim was wat anders gaan doen, toen zijn baas Riemer van der Velde zijn groothandel verkocht. Een sausmaker in Hoorn meldde zich; of Wim Dijk niet met hem verder wilde en daarna het bedrijf over wilde nemen? Zo stak Wim in 1999 de Afsluitdijk over, van Bakkeveen naar Hoorn. Dat sauzenbedrijf, De Oliehoorn, bleek ook bekend in het noorden. Oliehoorn had namelijk eerder Frischo Schoonebeek overgenomen en juist die recepturen van mayonaises en ander lekkers waren bekend in de cafetaria’s in Drenthe en Groningen. Tien jaar na de overname door Wim Dijk, liet die in Zwaag een nieuwe, moderne fabriek bouwen in Zwaag bij Hoorn. Arjan zag kansen na zijn studie commerciële economie in Groningen. ,,Ik was opgegroeid naast de groothandel van Van der Velde, deed daar al klusjes en met een vriend deed ik na mijn studie het nodige in de foodservice en kende de horeca.” Verhalen achter de saus Oliehoorn ontwikkelt zich de laatste jaren sterk. De basis van het bedrijf ligt in de cafetaria en snackbarwereld, waar de mayonaises, fritessauzen, ketchups en currysauzen gretig aftrek vinden. De smaken staan goed bekend. Arjan Dijk: ,,De basis zijn de recepturen uit Drenthe, van Frischo. Mensen vroegen in de cafetaria steeds vaker waar ze die sauzen van Oliehoorn zelf konden kopen. Zo zie je nu onze sauzen ook terugkomen in winkels als Poiesz en Albert Heijn. Ook in Duitsland zie je de Oliehoorn sauzen terug. doordat veel Duitsers onze mayonaise in Brabant en Limburg ontdekten, liggen we inmiddels in 20 Duitse groothandels.”

,,In de loop der jaren kwam van fabrikanten die producten produceren of samenstellen steeds meer vraag naar eigen smaken. Hierdoor produceren we nu voor diverse klanten sauzen en dressings die we samen met hen ontwikkelen. Zo produceren we sauzen voor op pizza’s of bij sandwiches, kip, vlees of vis. Ook ontwikkelen we voor diverse retaurant of cafetaria ketens die sauzen onder eigen label willen. Een mooi verhaal is de ontwikkeling van de Zeedijksaus, samen met de bedenker, slagerij Vet aan de Amsterdamse Zeedijk. Zijn belegde broodjes met Zeedijksaus (een soort kerriemayonaise) werden zo populair, dat hij ons verzocht om de sausproductie professioneler aan te pakken. Het unieke verhaal met een onderscheidende smaak en beleving. Dat past ons goed.” ,,Brander mayonaise is ook een kwestie van goede smaak en plaatselijk bekend. Voor veel Groningers is Brander de saus bij hun geliefde eierbal, een Groningse snack die ontstond in de jaren vijftig. Door onze familie achtergrond in Groningen kenden wij deze saus ook en het was een uitgelezen kans toen wij de Brander mayonaise opnieuw op de kaart konden zetten. Inmiddels is het weer een begrip geworden in de regio.” In 2016 reed zijn vader Wim langs Drachten en zag er de voormalige biologische zuivelfabriek van Friesland Campina leeg staan. ,,Dat was perfecte timing. De vraag van klanten naar speciale sauzen onder private label in kleine series, nam toe. In Zwaag paste dat niet in het productieproces, dat zou te veel verstoring geven. In 2017 zijn we in Drachten begonnen. Een ideale locatie, die ons de ruimte biedt om te experimenteren en voor klanten batches van 400 of 500 liter te maken. We ontwikkelen hier nieuwe sauzen, testen

smaken en werken er samen met studenten van Van Hall Larenstein in Leeuwarden en doen onderzoek naar het gebruik van meer natuurlijke grondstoffen, naar minder zout en suikers, geen geur- en smaakstoffen, lager vetgebruik.” Zuiver Culinair ,,De wereld verandert, smaken ook. Daarom investeren we veel in natuurlijke smaken. Het helpt dat chefs uit de horeca de lat van kwaliteit hoog leggen en belang stellen in het zelf ontwikkelen van hele lekkere mayonaises op basis van natuurlijke ingredienten. Het inspireerde ons weer om onze eigen vegan mayo te ontwikkelen en die is inmiddels een groot succes. Die trend zet door en daarom zijn we bezig met verschillende telers om te kijken hoe we bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van biologische groenten en kruiden. Het neemt z’n tijd, want voor in een productieproces moet alles kloppen en van constante kwaliteit zijn. We zetten stappen en Drachten is daarvoor een perfecte plek. Daarom waren we ook blij dat we in 2018 Zuiver Culinair uit 2e Exloërmond konden overnemen. Eigenaar Erwin Weerink en zijn collega’s werken nu hier in Drachten met ons aan de ontwikkeling van bijzondere sauzen en dressings. Samen hebben we een complete lijn basissauzen opgezet, waar we voor klanten uit kunnen putten en die ook de basis vormen voor nieuwe specials.” 2021 is een mooi jaar voor Oliehoorn en de familie Dijk. Het bedrijf in onderscheidende sauzen bestaat inmiddels 40 jaar, een kroon op voortdurende smaakontwikkeling. Zoals Oliehoorn het zegt: We maken het lekkerder! www.oliehoorn.nl


Een melktap, een kraampje aan de weg, een boerderijwinkel of een online bestelservice: rechtstreeks je eten bij de boer kopen is populairder en gemakkelijker dan ooit. Wat vóór corona nog een stilletjes opkomend fenomeen was is nu een trend. Met dank aan de groeiende vraag naar eerlijke producten uit eigen omgeving. >> Tekst Willy Schouwstra Foto’s Mariska de Groot

EITJE, GROENTE, KAAS OF VLEES? OP NAAR DE BOERDERIJ! DAAN TRIMPE

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 13


WATZE EN MARJA DE VRIES

SANDRA RONDE VERVOLG VAN PAGINA 13 en verdubbeling van de omzet in consumentenverkoop. Dat is waarop boeren met een winkel, kraam of automaat het afgelopen jaar gemiddeld uitkwamen, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Gfk. Bloemen, kaas, tomaten, eieren, vlees, aardappelen of komkommers: bijna 1 op elke 5 huishoudens kocht in 2020 weleens rechtstreeks bij de producent. Voor de coronacrisis was dat iets meer dan 1 op de 10.

E

Corona blijkt de directe verkoop van voedsel van boer aan consument een flinke slinger te hebben gegeven. De crisis heeft mensen aan het denken gezet over duurzaamheid, gezond(er) leven en de meerwaarde van lokaal kopen. ,,Het wordt steeds drukker”, bevestigt Marja de Vries van De Wylde Boerinne in IJlst. Met echtgenoot Watze heeft ze een winkeltje met zuivelproducten op hun boerderij, evenals een melktap. ,,Ik dacht dat mensen goede voornemens hadden voor het nieuwe jaar”, vertelt de boerin over de toenemende aanloop van klanten begin 2020. Toen corona vaste voet aan de grond kreeg, bleek het meer dan dat. ,,Onze omzet is verdubbeld sinds de uitbraak van het virus.” OPMARS VAN JONGEREN Vooral ouderen kopen bij de boer: bijna 70 procent van de klandizie. Opvallend is wel

14 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

de opmars van jongeren: in 2020 een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. De toenemende aanwezigheid van kwekers en boeren online, een aandeel dat opliep naar 12 procent tegen 6 procent een jaar eerder, heeft daar invloed op. Neem De Streekboer, met zo’n vijftig aangesloten bedrijven online actief in Friesland, Groningen en Drenthe. Het collectief laat zich volgens oprichtster Sandra Ronde het beste omschrijven als een sociale onderneming met een ideële achtergrond, maar wél met een realiseerbaar verdienmodel. ,,We zijn nog een kleine speler in de markt ten opzichte van supermarkten, maar we kunnen veel meer impact gaan maken in Noord-Nederland.” Klanten kunnen online hun boodschappen bestellen bij De Streekboer en halen deze af bij een van de ophaalpunten. ,,Corona heeft ons geholpen de slag te maken naar een volwaardig bedrijf,” vertelt Ronde. ,,Door de groei kunnen wij op twee sporen verder: naast het afhalen gaan we ook thuis bezorgen.” Ronde is er zeker van dat de trend een blijvertje is. ,,Mensen hebben meer gelegenheid gehad om zich te verdiepen in het hoe en wat van hun voedsel. Iets heeft tijd nodig om in je systeem te komen. Dat is nu gebeurd.” Het adagium ‘wat je van ver haalt is lekker’ lijkt in tijden van crisis dus te kantelen.

Brenda Timmerman van land- en tuinbouworganisatie LTO Noord vertelt in deze krant dat het rechtstreeks kopen bij de boer een ‘extra gevoel van goed en betrouwbaar’ geeft. ,,Deze crisis heeft duidelijk gemaakt dat de beschikbaarheid van producten uit verre landen niet altijd een vanzelfsprekendheid is. Bovendien kun je producten uit de buurt kopen zonder transport en de hele logistieke keten daarachter; duurzamer en waardering voor de boer.” OPSTEKER Veel boeren hebben last van het wegvallen van afzet aan de horeca. Daarom is het een opsteker dat de directe verkoop in de lift zit. Daan Trimpe van kwekerij Trimpe in Koudum is de laatst overgebleven bedrijfsmatige teler van Koudumer beantsjes, een bonensoort die steviger en zoeter is en waarvoor mensen van heinde en verre naar dit dorp komen. 70 procent van de verkoop van zijn spinazie, prei, bloemkool, spitskool, sla, andijvie en bonen vindt rechtstreeks vanaf de kwekerij plaats. ,,Mensen kunnen er dan even uit in coronatijd.” Daarnaast verkoopt Trimpe zijn groentes online via De Streekboer en aan lokale boerderijwinkels. De teler benadrukt het belang van lokaal kopen voor de omgeving. ,,Het is niet alleen goed voor jezelf of de ondernemer, maar voor de hele landschapsinrichting. Een gevarieerde moestuin heeft klanten nodig, anders wordt het een wei-

land.” De leefbaarheid van een dorp is gebaat bij dit soort initiatieven, wil de teler maar zeggen. Ook kippenhouders Hendrik-Jan Kieft en zijn echtgenote Alida Elzinga zijn deelnemers van De Streekboer. Hun eieren en kippenvlees vinden online de weg naar de consument. Daarnaast runt het paar een winkel bij hun bedrijf Kippenkieft in Winschoten en staat er een eierautomaat bij de weg. Afgelopen jaar kwamen er ‘relatief veel nieuwe mensen’ naar de boerenwinkel, waar behalve eigen producten ook lekkernijen van collega’s uit de omgeving worden verkocht, vertelt Kieft. ,,Dan krijg je de vraag: hebben jullie geen sla? Nee, zeggen wij dan, daar is het nu het seizoen niet voor, probeer eens koolrabi of pastinaak.” OPVOEDEN Je moet je klanten in dat opzicht een beetje opvoeden, meent Kieft. „Het leuke is dat mensen daarvoor openstaan. De persoonlijke aandacht, het advies en het recept dat ze meekrijgen om die onbekende groente klaar te maken, het wordt gewaardeerd. We vertellen het verhaal achter het product.” Kippenkieft zet ook in op beleving. Uit een oude kauwgomballenautomaat kunnen bezoekers een handje voer halen om kippen te voeren. Vanuit een skybox en vanaf de kipwalk kun je de dieren zien scharrelen. Het zijn redenen die je terug hoort bij be-

zoekers van boerenwinkels. De beleving. De korte lijnen. Weten waar je eten vandaan komt. Milieubewustzijn. Dierenwelzijn. Niet naar de supermarkt hoeven in coronatijd. Herwaardering voor de directe omgeving. Het persoonlijke en kleinschalige. En, niet te vergeten, de versheid en smaak van de producten. Opvallend argument is ook de schappelijke prijs die vaak bij de boer betaald wordt: 5 kilo uien voor 2 euro, biologische eieren voor de helft van de prijs die de supermarkt rekent. Hoe weet je nu of er in je buurt een boer is waar je eten kunt kopen? Frequente bij-de-boer-kopers Bernd Hietberg en Willemijn Kleijn bedachten daarvoor de app het kraampje. Hun doel is om vijfhonderd boerderijwinkels en -kraampjes op de app te krijgen, zodat iedereen in Nederland op de fiets eten bij de boer kan halen. Hun verklaring voor de groeiende populariteit van voedsel van de boerderij? ,, Je koopt een eerlijk product’’, aldus Koops. „Er is niks aan toegevoegd of afgehaald.” ,,Bewustzijn is de sleutel’’, meent Sandra Ronde van De Streekboer. Zij ziet hierin een rol voor de overheid. ,,Nederland bungelt onderaan de Europese ranglijst als het gaat om het aandeel biologische bedrijven. Voorlichting over ons consumptiepatroon is essentieel, je kunt er op scholen al mee beginnen.”

De 5 voordelen van de korte voedselketen 1. Je voedsel legt weinig kilometers af en komt via de kortst mogelijke weg op je bord terecht. Dat is goed voor het milieu én je weet waar je eten vandaan komt. 2. Het lokale karakter van de korte keten geeft de plaatselijke economie een boost. 3. Je kent de producent persoonlijk. 4. Het aanbod is gezond, uitgebreid en volgt de seizoenen. Alles is kraakvers en vol smaak. 5. De boer heeft meer zeggenschap en jij krijgt een eerlijk product voor een dito prijs.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 15


ADVERTENTIE

Passievol pionieren in biologisch voedsel Begin jaren tachtig ging Frans Andringa, vanuit Briltil Groningen, met zijn visie en idealen pionieren in de biologische voeding. De kaas, het eerste product dat hij aanbood, zag er gewoon goed uit en had een prima smaak. Hij bracht het naar Duitsland en daar keek men elkaar blij verrast aan. Dat was andere koek dan wat ze gewend waren van biologische kaas: ‘laat kaas maken maar aan Hollanders over’, zullen ze gedacht hebben. Binnen een jaar verkocht elke Duitse groothandel in biologische producten zijn kaas en had Frans een vestiging over de grens. De broers Folmer en Bjorn Andringa, de huidige eigenaars van het bedrijf zetten het pioniersschap van hun vader voort; sinds 1989 vanuit Wolvega. Innovatie zit in ons DNA FZ Organic Food was één van de eerste ondernemingen die biologische eindproducten ging maken. Folmer geeft aan: „innovatie zit in ons DNA. Op de Duitse voedselbeurzen waren we de eerste die verwerkte bioproducten, zoals jams en spreadjes, kon aanbieden. Inmiddels maken wij met 65 man zo’n 500 producten, voor zo’n 40 landen. Eigenlijk kunnen we alles op een biologische wijze maken.” Terwijl hij wat soorten biologische chips laat proeven, legt hij uit: „je kunt met de bekende E-nummers een effect creëren dat aantrekkelijk is voor de consument. Dat doen wij niet. Wij zoeken het in de manier van produceren. Frituren in vacuüm bijvoorbeeld. Dat zorgt voor minder vet en is ook nog

smakelijker omdat natuurlijke ingrediënten worden beschermd.” Bjorn gaat hier op in: „wij vinden het een fijn idee dat we geen invloed uitoefenen op de producten die de boer ons vanuit de natuur brengt. Wij gaan aan de slag met wat we krijgen. Het is onze uitdaging om een mooi eindproduct te maken. Onze coöperatie van bio boeren kan ons het jaar rond goeie aardappelen leveren zonder gebruik van bewaarmiddelen, dat is echt heel knap.”

„Ook daarom willen we biologisch voedsel bereikbaar en betaalbaar maken voor iedereen.” Geen stap terug De broers tonen hun zorg: „als je leest dat de biodiversiteit schrikbarend is afgenomen, dan raakt dat onze missie: belast het milieu zo weinig mogelijk. In biologische landbouw worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt en is er behoud van biodiversiteit. Ook daarom willen we biologisch voedsel bereikbaar en betaalbaar maken voor iedereen; met een eerlijke prijs voor de boer. We

zien de vraag naar biologisch voedsel groeien. Wij blijven volop ons volop inzetten.” www.fzorganicfood.com

ADVERTENTIE

Fries familiebedrijf in kaas heeft volop plannen op de plank Dat er kaas door hun aderen stroomt, gaat misschien wat ver. Maar het handelen in kaas is de broers Henk en Ruud Eisenga met de paplepel ingegoten. Als jongens stonden ze al in het magazijn en verkochten ze kaas in marktwagens. Nu zijn ze de vijfde generatie die aan het roer van de kaasgroothandel in Oosterwolde staat. Ze hebben duidelijke ambities en een scherpe koers voor ogen. De toekomst smaakt naar meer „Met de 120 jaar ervaring van ons familiebedrijf weten we precies welke kazen we moeten selecteren en laten rijpen in ons magazijn”, stelt Henk Eisenga. „Ook in kaas spelen consumententrends een grote rol. Mensen willen een unieke smaakbeleving, weten waar de kaas vandaan komt, of de koeien het goed hebben en of de kaas duurzaam is gemaakt. Wij vertalen die wensen naar een actueel assortiment voor onze afnemers”, vult Ruud aan. Familie van kaasondernemers Naast passie voor kaas wil Eisenga minstens zoveel aandacht besteden aan goed ondernemerschap. Ruud: „Onze afnemers marktwagens, kaasspeciaalzaken en delicatessenwinkels - moeten mensen kunnen verleiden met de lekkerste kazen. Dat vraagt niet alleen om een goede presentatie van kaas, maar ook over de verhalen die ze bij de kaas kunnen vertellen.” „We zijn ondernemers onder elkaar”, vindt Henk. „En als ondernemer moet je altijd knokken voor Henk en Ruud Eisenga

je brood (met kaas) op de plank. Daarom gaan wij nog meer investeren in het ondersteunen van onze kaasverkopers. Met op maat gemaakte programma’s willen we met bijvoorbeeld startende kaasverkopers hun zaak direct goed neerzetten. Of bestaande ondernemers helpen zich beter te onderscheiden in de markt. Samen kijken hoe we hun winkel een boost kunnen geven.” Verder bouwen op de Friese roots De broers Eisenga willen een ‘nieuwe generatie’ groothandel neerzetten, maar niet zonder de ‘Fryske komôf’ te vergeten. Eerlijk, rechtdoorzee en misschien een tikkeltje eigenwijs. Kaas van lokale boeren en kaasfabrieken hoort daarbij. “Kaas is een prachtproduct. Daar moet iedereen maximaal van kunnen genieten”, zo besluiten ze eensluidend. eisengakaas.nl


ADVERTENTIE

Betrokken ondernemersadviseurs die naast de ondernemer staan Het is bijna 100 jaar geleden dat Countus als coöperatie van boeren en tuinders werd opgericht. Inmiddels heeft Countus Accountants en Adviseurs haar klantenbestand uitgebreid naar meerdere sectoren, zoals zorg, leisure en MKB. Maar, nog altijd is 70 procent van de klanten afkomstig uit de agrarische sector, in de meest brede zin van het woord. „Veel medewerkers hebben een agrarische achtergrond of zijn zelf nog praktiserend ondernemer. Dat is de kracht van Countus, we weten wat er speelt en kunnen daardoor onze klanten daadwerkelijk bijstaan in het ondernemen”, zegt ondernemersadviseur Henk Blauw van kantoor Assen. Samen met Freek Keulen (Joure), Erik Middelveldt (Steenwijk), Jacoline Hamming (Steenwijk/Assen), Harmen Westra (Leeuwarden) en talloze andere ondernemersadviseurs is hij actief in de noordelijke regio. „De agrobusiness is belangrijk voor Countus, onze strategie is erop gericht ons daarin te blijven onderscheiden en waar mogelijk ons klantenbestand verder uit te breiden”, zegt Harmen. Daarmee doelt hij onder andere op een vestiging in de provincie Groningen. „Vanuit kantoor Assen bedienen we al vele klanten in Groningen”, legt Jacoline uit. “Dat is organisch gegroeid. De bedoeling is dat vanuit het Groningse een ondernemersadviseur bij Countus aansluit en op die manier de Groningse agrarische ondernemer gaat adviseren. Zo hebben we dat ook in Friesland en Drenthe gedaan en gezien de groei van het aantal klanten daar, blijkt dat die aanpak ondernemers aanspreekt.”

de financiën, zijn omgeving, zijn privésituatie, dat gaat heel breed. Ga je door op de ingeslagen weg? Of kun je beter gaan samenwerken en met wie dan? Of laat de situatie het niet toe om nog verder te gaan en moet je overwegen te stoppen? Het zijn allemaal situaties en vragen die wij tegenkomen. Pijnlijke gesprekken gaan we niet uit de weg, we maken zaken bespreekbaar, dat mag de klant van ons verwachten. Dat is onze taak als ondernemersadviseur.” „Waar je vroeger vooral als deskundige werd gevraagd, verandert die rol steeds meer in een coach”, aldus Erik. “Natuurlijk wordt van jou verwacht dat je een gedegen advies kunt geven, maar er komt tegenwoordig zoveel op die ondernemer af. Dat levert vaak spanning, weerstand en onzekerheid op. Ook dan moet je er zijn, als coach en adviseur.”

Familiebedrijven Wie vooral in de agrarische sector actief is, heeft veelvuldig te maken met familiebedrijven. „Dat vraagt om een specifieke begeleiding”, geeft Jacoline aan. “In een familiebedrijf gaat het vaak om meer dan cijfers alleen. Noem het de zachte kant van het ondernemen.” „Countus hanteert daarbij een soort cirkel, waarin we er samen met de klant naar streven dat de onderneming, de ondernemer en de omgeving op elkaar zijn afgestemd”, vult Henk aan. “Wij kijken daarom verder dan het bedrijf alleen. Zeker bij familiebedrijven gaat het vooral ook om de persoon en de omgeving waarin hij of zij actief is. Dat is maatwerk.” „En dat maakt het meteen ook wel een uitdaging”, gaat Freek verder. „Kijk, je wilt samen met de ondernemer een bepaald pad bewandelen. Wat is zijn ambitie, waar wil hij naartoe. Dan kijk je naar

Henk Blauw

‘In een familiebedrijf gaat het vaak om meer dan cijfers alleen’

Specialisten Ondernemers zijn bij Countus aan het goede adres. Niet alleen staan de ondernemersadviseurs middenin de ondernemende samenleving. Zij kunnen daarnaast terugvallen op allerlei deskundigen die Countus in huis heeft, zoals bijvoorbeeld specialisten op het gebied van fiscaliteit, omzetbelasting, juridische zaken, financiering en subsidies, bedrijfsadviseurs, strategisch adviseurs, personeelsdeskundigen en omgevingsadviseurs. „Indien de situatie daar om vraagt, kunnen deze deskundigen tijdens een

Erik Middelveldt

Jacoline Hamming

gesprek aanschuiven”, zegt Henk. „Zo kom je met elkaar, ieder vanuit z’n eigen discipline, tot het beste resultaat voor de klant.” „Wij zijn de generalisten”, gaat Erik verder. „We zien kansen, bedreigingen, pikken signalen op en vertalen dat naar een oplossing voor de klant. Daar ligt onze kracht. Wij kunnen de klant alle zorgen uit handen nemen, zodat hij of zij kan ondernemen.” Basis Naast ondernemersadvies houdt Countus zich vanzelfsprekend bezig met administraties en het doen van aangiftes. „Dat doen we zo efficiënt mogelijk, zodat we meer tijd overhouden om klanten te spreken”, zegt Freek. „In de administratie ligt een belangrijke basis voor ons advies. Daarin willen we ook creatief zijn, om op die manier voor de klant het beste resultaat te realiseren.” „We gaan daarbij niet over de grens”, vult Erik aan. „Maar, we zoeken hem wel op. Alles in het belang van de klant.” In een snel veranderende wereld is het belangrijk om scherp aan de wind te varen. Bij Countus zijn ze niet anders gewend. „We zijn deskundig en onafhankelijk, anders kun je niet goed adviseren. Countus onderscheidt zich vooral door de menselijke maat. We staan naast de ondernemer, zijn betrokken en snappen de mens achter de ondernemer. We kunnen niet in de toekomst kijken, maar kunnen samen met de ondernemer wel de beslissingen nemen om zo goed mogelijk die toekomst in te gaan. Daar kunnen klanten van Countus al bijna honderd jaar op rekenen.” www.countus.nl

Harmen Westra

Freek Keulen


ADVERTENTIE

Op weg naar een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties Agrifirm doet veel onderzoek naar teeltoplossingen met een minimale milieuimpact. Dat doet het bedrijf vooral in samenwerking met agrarische ondernemers. Een voorbeeld van een onderzoek vindt plaats bij akkerbouwer Derk Gesink in Mensingeweer. Samen met Evert Hofman, specialist akkerbouw bij Agrifirm en afstuderend aan de Aeres Hogeschool te Dronten op het onderwerp geïntegreerde teeltaanpak. Gesink werkt met een camera gestuurde schoffelmachine die mechanisch onkruid verwijdert bij uien.

Naast uien verbouwt Derk Gesink pootaardappelen, hij beschikt over circa 200 hectare grond en is daarmee een middelgrote tot grote akkerbouwer. Hij heeft een heldere visie op landbouw in Nederland. „We bevinden ons op een uniek gebied in de wereld, waar de beste grond en kennis samenkomen. Daardoor is ons land wereldwijd toonaangevend in de landbouw en daar mogen we trots op zijn.” Geïntegreerde landbouw Toonaangevend blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat al in de jaren negentig wordt geprobeerd om geïntegreerde landbouw van de grond te krijgen, wat vooral vanwege financiële redenen moest worden afgeblazen. Het besef dat het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen moet worden teruggebracht, in combinatie met allerlei technologische ontwikkelingen, heeft de geïntegreerde landbouw weer op de kaart gezet. Waarbij het voor Agrifirm een essentiële randvoorwaarde is dat telers rendabel moeten kunnen blijven werken. „Dat we een andere weg met de teelt van allerlei gewassen moeten inslaan, is wel duidelijk”, geeft Gesink aan. „Ten eerste omdat het de vraag is hoelang reguliere middelen hun werk nog doen, maar ook omdat we het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen willen verminderen. Daarvoor zijn diverse oplossingen. Denk aan mechanische onkruidbestrijding of de inzet van middelen met minder milieu-impact en biologische bestrijding.” Gesink schat dat het drie jaar geleden is dat hij de kosten – batenanalyse maakte en zich de vraag stelde of er oplossingen waren die voor hem konden werken.

Ruud Tijssens, directeur public en coöperative affairs bij Agrifirm: „In onze visie streven wij naar een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties. En daarom zit de sector niet stil. Er zijn talloze vraagstukken, waarbij Agrifirm onderdeel wil zijn van de oplossing. Meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen hebben in de wereld een belangrijke bijdrage geleverd aan het produceren van voldoende en goedkoop voedsel. Maar het is wel duidelijk dat veranderingen noodzakelijk zijn. De focus ligt daarbij op het ontwikkelen van de geïntegreerde teeltaanpak, waarbij bodemvruchtbaarheid, de inzet van natuurlijke vijanden en waar nodig gewasbeschermingsmiddelen, leiden tot producten waarmee we de vraag naar voedsel kunnen blijven invullen. Met de geïntegreerde teeltaanpak hebben we goud in handen en kan Agrifirm perspectief creëren, zodat ook toekomstige generaties verzekerd zijn van een verantwoorde voedselketen.”

Evert Hofman en Derk Gesink Rendement Hij is al langer klant bij Agrifirm, waar Evert Hofman als specialist akkerbouw actief is en daarnaast afstudeert op het onderwerp geïntegreerde teeltaanpak. „Agrifirm staat voor het rendement van de teler, waarbij we steeds op zoek zijn naar een totaaloplossing. Dat begint bij de bodem en eindigt bij het product dat in de schappen van de supermarkt komt.” De vraag die centraal staat is of het mogelijk is om uien op een duurzamere manier te telen. Waarbij met een schuin oog naar de biologische landbouw wordt gekeken, waar men al langer met dit vraagstuk bezig is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een machine die mechanisch het onkruid verwijdert. Agrifirm is samen met een groep akkerbouwers, 6 in Groningen en Friesland, aan het kijken hoe deze machine optimaal kan worden ingezet, waardoor het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen omlaag kan worden gebracht. Schoffel „De machine is in feite een combinatie van de ouderwetse schoffel, maar dan met een camera erop. Er zitten een groot aantal ‘schoffels’ naast elkaar, die met behulp van de camera uiterst nauwkeurig de grond rondom de uitgezette uien schoffelen.” En dat steekt heel nauw. Gesink:„ Elke centimeter extra die de machine kan schoffelen, scheelt tien uren wiedwerk per hectare van het achtergebleven onkruid.” Hoewel de nauwkeurigheid van de machine groot is, heeft

Gesink ervaren dat er toch nog onkruid blijft zitten. „We zitten nog in de testfase en zijn continu bezig met verbeteringen en innovaties”, legt Hofman uit. „Uiteindelijk moet de machine bijdragen aan de verbetering van het product en een vermindering van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. We zijn op de goede weg, alleen nog niet daar waar we willen zijn. We willen steeds stappen maken, de techniek is nog niet uitontwikkeld. Het doel is uiteindelijk om het milieu zo min mogelijk te belasten. Ik vind het enorm interessant om daar elke dag mee bezig te zijn. Deze ontwikkeling gaat door, we moeten deze kant op en Agrifirm kan en wil daar een belangrijke rol in spelen. Door onze kennis en ervaring en het feit dat we samen met de akkerbouwers de ervaringen delen en bundelen, komen we tot de beste oplossingen. We leren van elkaar, dat is de kracht van de coöperatie.” „We zijn ons er bewust van dat we het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk moeten beperken. Met gebruik van mechanische oplossingen worden hoopgevende resultaten behaald. De akkerbouwers en Agrifirm trekken samen op in deze geïntegreerde teeltaanpak. Op weg naar een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties.” www.agrifirm.nl


COLUMN elfs de grootste, dikste Nederlandse boer is Klein Duimpje vergeleken met iedereen met wie hij te maken heeft. De bank, de veevoederleverancier, de suiker-, aardappel-, melk- en vleesverwerkers, de supermarkten: allemaal zijn het giganten. In de hele keten die nodig is om eten op uw bord te krijgen vormt de boer verreweg de zwakste schakel.

Z

Het tragische is dat bijna al die agroreuzen ooit begonnen zijn als coöperatie, in eigendom van de boeren zelf. De boeren hebben alle verwerking, alsmede onderzoek, ontwikkeling, marketing en sales van hun producten van zich af georganiseerd, zodat ze zichzelf konden toeleggen op het maximaliseren van de productie. En dat is gelukt. Nederlandse boeren halen geweldige opbrengsten per koe, per vierkante meter, per kilo krachtvoer, of hoe je het maar wilt meten. Zolang de coöperaties klein en overzichtelijk waren werkte dit allemaal prima. De winst die ze maakten vloeide terug naar de eigenaren, de boeren. Vestzak-broekzak. Maar tegenwoordig is de coöperatie een multinational, waarvan de boer alleen theoretisch nog mede-eigenaar is. Het management werkt niet meer voor de boeren, maar voor de bonus. Inmiddels weten we dat we te veel en te snel produceren. De natuur kan de troep die we daarmee maken niet snel genoeg opruimen en voor het dierenwelzijn en de gezondheid van de bodem is het ook niet goed. De stuurlui aan wal weten het wel. De boer moet minder produceren, tegen betere prijzen. Meer waarde toevoegen aan zijn product. Maar daar hebben de zuivelindustrie en de supermarkten (et cetera) geen belang bij, bij al die zelfkazende boeren en die leuke boerderijwinkeltjes. Dus als de boer wil ontsnappen aan de ‘gangbare’ productiedwang, dan moet hij zich ontketenen. Zich losmaken van zijn toeleveranciers en afnemers, en nieuwe manieren vinden om

ONTKETENDE BOEREN waarde te creëren. Dat valt niet mee, want een goede boer is niet per se een goede ondernemer. Daarom dacht ik: misschien kunnen we de boeren een handje helpen. Misschien zou je per regio een soort van inkoopcoöperatie kunnen opzetten, die als klant optreedt en zo Avebe, Cosun of FrieslandCampina vervangt. Burgers zouden lid kunnen worden van zo’n coöperatie, maar ook bakkers, slagers, bierbrouwers en mosterdmakers. En wat mij betreft ook overheden en maatschappelijke organisaties. De coöperatie kan groente en melk inkopen, maar ook weidevogelbeheer, energie, water, CO2-compensatie, dagbesteding … De mogelijkheden zijn eindeloos. Wie goed heeft opgelet ziet direct het grote bezwaar van deze oplossing. Hoe voorkomen we dat de boer weer de zwakste schakel wordt? Dat de inkoopcoöperatie als een soort Opperste Sovjet bepaalt wat er geproduceerd wordt en tegen welke prijs? Mijn eerste gedachte was dat de ontketende boeren zich dan ook maar op de een of andere manier moeten organiseren. Maar ja, dan sta je weer tegenover elkaar in plaats van naast elkaar. Misschien moeten de boeren ook gewoon lid worden van de coöperatie. Dat lijkt me eigenlijk het beste. Iedereen aan boord. Geen keten meer, maar een ontketend netwerk.

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 19


100%

k i l r e Natukerste k e l e d uit Friesland Lekker aan de slag in kaas, mozzarella of room bij Royal A-ware in Heerenveen Zuivelbedrijf Royal A-ware is sinds 2015 met een eigen, hypermoderne kaasmakerij gevestigd in Heerenveen. Het pand langs de A7 valt niet te missen. Ruim een jaar geleden opende het familiebedrijf een mozzarella- en roomfabriek pal naast de kaasmakerij. In totaal wordt 1,7 miljard liter melk per jaar verwerkt, 14% van de totale Nederlandse melkplas. Deze melk wordt aangeleverd door zo’n 1.000 melkveehouders uit de noordelijke provincies. In Heerenveen zijn meer dan 200 enthousiaste medewerkers iedere dag in touw om kaas (waaronder natuurlijk FriesBlond), mozzarella of room te maken voor Nederlandse en internationale klanten. Inge Koopmans, HR Business Partner bij Royal A-ware: “We zijn regelmatig op zoek naar nieuwe collega’s, zo zoeken we op dit moment operators voor onze roomfabriek. Je komt te werken in een klein, hecht team in een gloednieuwe fabriek waar we werken met de nieuwste apparatuur en technologie.” Kijk voor onze actuele vacatures op www.werkenbijaware.com. “Naast nieuwe collega’s, is Royal A-ware ook op zoek naar nieuwe melkveehouders voor de levering in diverse melkstromen. Bij ons kunnen melkveehouders onbeperkt groeien en financiële inleg is niet nodig”, aldus Koen Veldman, manager veehouderijzaken. Neem voor meer informatie contact op met onze afdeling Melkzaken via melkveehouder@royal-aware.com of 088 - 73 816 78.

Voorverpakt verkrijgbaar bij Albert Heijn & ah.nl

In Friesland worden we blij van alles wat lekker en puur smaakt. Dat mag je dus ook van Friesblond verwachten. Een eerlijke, heerlijke 48+ kaas, romig en vol van smaak. Zonder kleurstof, 100% natuerlik, duurzaam gemaakt in Friesland met liefde voor onze boeren, koeien en de natuur.

www.friesblondkaas.nl

Vers van het mes verkrijgbaar bij FNZkaas.nl

Wij hebben een hele familie aan kazen waaruit je kunt kiezen. Royale, verse plakken op je boterham of liever uit het vuistje? Wij begrijpen je helemaal.


ADVERTENTIE

‘Bedenken en maken wat de klant niet voor mogelijk houdt’ Mixing technologie is voor Jongia in Leeuwarden een kwestie van data-analyse, kennis van procestechnologie en het bedenken en maken van het perfecte roerwerk voor de industrie. Toegevoegde waarde leveren voor de klant, denken in besparing en investeringsrendement. Hoe bereik je het optimum? Johan Postma en Tom Pruymboom lichten Friese maakindustrie 5.0 toe. kan inspelen op klantvragen. De betrouwbaarheid en leveringszekerheid van materialen, onderdelen en halffabricaten is voor ons essentieel. We houden er van uitgedaagd te worden om processen te verbeteren of te ontdekken wat mogelijk is, zeker als het onmogelijk lijkt. Door investering in eigen research en ontwikkeling en samenwerking met kennisinstellingen krijgen we niet alleen veel meer inzicht, maar ontdekken we ook mogelijkheden voor nieuwe markten. In de bio-economie, in de food, chemie, in nieuwe markten zoals eiwitproductie door larven. Maar ook om oude technieken zoals het inmaken van groenten, te optimaliseren.” Investeren in kennis en kunde Johan Postma: „We onderzoeken en ontdekken uitdagingen en maken het mogelijk voor opdrachtgevers om op te schalen van laboratorium naar productieniveau. Onze kracht is om alle bepalende factoren in processen inzichtelijk te maken. Daarom zijn we ook altijd op zoek naar goede mensen met proceskennis, die mogen ons altijd bellen. De service die Jongia met haar partners biedt aan de procesindustrie, aan eindklanten, aan tankbouwers, aan ontwerpers en bouwers van fabrieken neemt steeds verder toe.

Tom Pruymboom en Johan Postma (rechts)

Jongia is vooraanstaand producent van hoogwaardige industriële mixers voor tal van sectoren. Jongia mixers tref je aan in de productie van voedingsmiddelen, zuivel, dranken, (petro)chemie, in de bio-economie en persoonlijke verzorging. Wereldwijd, want zo’n 60 procent van de mixers uit Leeuwarden gaat de wereld over. Voor fabrieken van Friesland Campina bijvoorbeeld, maar ook voor de Magnum-ijsjes. „Onze uitdaging is het altijd beter te maken. Daarom kijken we in toenemende mate naar de proceskant. Wat wil de klant? Laten we elkaars probleem definiëren en helpen oplossen. Hoe kunnen wij zorgen voor kostenbesparing, voor minder energieverbruik, voor een beter product? Met sensortechniek in onze mixers leren we data in productieprocessen te verzamelen en te analyseren. Inzicht in opbrengst, kwaliteit, kosten en energieverbruik, dat is onze toegevoegde waarde. Kennis is key om de beste mixers van de wereld te leveren. Het draait uiteindelijk om de maximale prestatie bij een minimale powerinput”, zegt algemeen directeur Johan Postma. In het Jongia Testcentre krijgen klanten inzicht in de Jongia mixing technology. „Meten is weten, want mixen is de sleutel in een complex proces. Veel gebeurt op basis van ervaring, aannames en persoonlijk inzicht. Door dat te combineren met onze inzichten en ontdekkingen leren we processen te verbeteren. We testen met sensortechnologie in mixers om referentiekaders te krijgen over waarom een mixer doet wat hij doet en hoe het beter kan: naar viscositeit, homogeniteit, hygieniteit van roerwerken, onderhoud aan mixer en tank. Is en win win voor alle partijen , de klant zijn proces functioneert beter en kan een mixer misschien een dunnere as

hebben dan altijd werd aangenomen op basis van ervaring, kan de tankwand dunner, hoeveel vermogen heb je nodig om het optimum te bereiken?” 1 miljoen liter sap „We hebben ontdekt dat je voor een biovergisteropstelling ook in een rechthoekige tank de massa prima kunt mixen in plaats van in een ronde tank, zoals de standaard is. Daardoor kan de tank veel goedkoper geproduceerd en wordt de businesscase een hele andere. We maken inzichtelijk waarom een roerwerk dat al vijftien jaar prima functioneert in de Frisia zoutfabriek, juist zo goed is. We krijgen inzicht in de verhouding tussen vloeistof, roersnelheid, vorm van roerbladen en applicaties in de tankvorm, we maken inzichtelijk wat er in een tank gebeurt met vloeistof of vaste stof en in welke volgorde, welke factoren invloed hebben op een drijflaag. Zo hebben we een magneetkop op een roerwerk ontwikkeld in volledig dichte behuizing om te zorgen dat een miljoen liter jus d’orange perfect gemixt kan worden zonder weglekken van vloeistof en optimale reinigbaarheid van de roerbladen. Zo experimenteren we nu ook met 3d- ontwerpen en geprinte roerwerkbladen in plaats van rvs, we ontdekken met welke applicaties en applicatievormen in een tank we een nog betere mix en kwaliteit vloeistof je kunt krijgen”, voegt sales director Tom Pruymboom toe. Johan Postma: „De Friese maakindustrie vormt een sterke keten die door steeds meer opdrachtgevers wereldwijd ontdekt wordt. Hoogwaardige kennis en ambacht, korte lijnen en goede samenwerking met verschillende partners in de regio, maakt dat Jongia adequaat en goed

Test Centre Het is de combinatie van een hele goede regionale supply chain, multidisciplinair onderzoek, technologische mogelijkheden en uitmuntend vakmanschap. Hoe meer we investeren in elkaars kennis en kunde, hoe beter we worden in proceskennis om wereldwijd klanten te helpen hun probleem op te lossen door een beter roerwerk. Want dat is waar het bij Jongia altijd om gaat: het verkopen, maken en leveren van het perfecte roerwerk.” www.jongia.com


ADVERTENTIE

The Potato Valley: kennisplatform gericht op samenwerking Noord-Nederland heeft een toppositie in de export van pootaardappelen. Een kleine 10 procent van alle pootaardappelen wereldwijd is afkomstig van de vruchtbare gronden in deze regio. Ondernemers, overheid, onderwijs, onderzoek; diverse partijen zijn betrokken bij deze belangrijke landbouwtak en ontwikkelen allerlei initiatieven. Maar, zij deden dit te vaak afzonderlijk van elkaar. Met de komst van The Potato Valley, nu zo’n 5 jaar geleden, behoort dit tot het verleden. „The Potato Valley brengt de vier sectoren samen, waarmee fragmentatie wordt voorkomen en diverse betrokken partijen elkaar weer beter weten te vinden”, zegt Hiske Galema, directeur van The Potato Valley. Partners The Potato Valley:

onderzoek en projecten en brengt, waar mogelijk, partners samen. „Je ziet dat partijen elkaar steeds beter weten te vinden en elkaar daardoor versterken. Zo blijkt eens te meer dat een gezamenlijke agenda samenwerking in de hand werkt.”

sterke, vitale aardappel, in een gezonde omgeving. Daar speelt de hele sector op in.” Mede om die reden werd in november een webinar georganiseerd, waarbij kringlooplandbouw en economie centraal stonden. Galema:„ Een groot succes, vooral omdat er tijdens dit webinar in een groter verband werd gepraat. De markt is globaal, de teelt vooral regionaal en juist in de regio kan de focus beter op de kringloopgedachte worden gericht. Daar zijn de betrokken partners volop mee aan de slag.”

En dat levert meerwaarde op. The Potato Valley ontwikkelt zelf geen projecten, zij initieert

Webinar De aardappel is een wezenlijk onderdeel van ons voedselsysteem. „Het accent ligt vooral op een

‘Bruggen slaan tussen verschillende takken van sport’ Dat is hoe Aeres, groene school voor VMBO, MBO en HBO, de rol van The Potato Valley ziet. „Binnen Aeres is akkerbouw één van de speerpunten in de opleidingen, de kennis die we daarin hebben opgebouwd stellen we graag beschikbaar aan het netwerk binnen The Potato Valley”, zegt Rien Komen, lid van de Raad van Bestuur van Aeres en zoon van een pootaardappelteler. Aeres, waar Nordwin College sinds afgelopen zomer deel van uit maakt, staat midden in de

agrarische samenleving en heeft ontzettend veel contacten met het bedrijfsleven. En dat werkt, zo blijkt uit een mail die Komen onlangs kreeg. Daarin vertelde een deelnemer van The Potato Valley op zoek te zijn naar bedrijven die op een groene manier bepaalde ziektes in pootaardappelen kunnen bestrijden. „Wij hebben een tak

biologisch dynamische landbouw in huis en daardoor konden we hem in contact brengen met een drietal ondernemers die daar mee bezig zijn.” Gastdocentschappen, bijdragen aan onderzoek, kennisoverdracht, Aeres denkt daarmee zeker een rol te kunnen spelen voor andere partners binnen The Potato Valley. „We gaan kijken hoe zich dat in de toekomst gaat ontwikkelen.”

‘Minder of geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken’ Dat is één van de doelen waar Averis Seeds BV, een dochterbedrijf van Avebe, naar streeft. Averis houdt zich bezig met het veredelen van zetmeelaardappelen voor telers van Avebe, om zodoende robuuste productieve rassen te kweken. „Daarbij is het telkens weer de uitdaging om ziektes en plagen te overwinnen. De wens is uiteindelijk om de

plant op natuurlijke wijze weerbaar te maken. Daarin worden grote stappen gezet”, zegt Johan Hopman, manager Breeding & Research bij Averis. En dat is een ingewikkelde klus, waarbij onderzoek naar het DNA van de verschillende rassen een belangrijke rol speelt. Averis doet dit onder andere op het kweekbedrijf in Valthermond. Daarnaast doet Averis ook onderzoek met andere partners, zoals bijvoorbeeld het Flight to

Vitality project met HZPC. „Daarin onderzoeken we de vitaliteit van de pootaardappel. Je wilt dat de klant op elk aardappelperceel een goede groeikrachtige aardappel kan telen. Maar, dat lukt niet altijd. We onderzoeken nu wat daar de oorzaak van is.” Hopman is blij met The Potato Valley, „want het vergemakkelijkt de contacten. Je hebt soms een overkoepelende organisatie nodig om partijen bij elkaar te brengen. Dat maakt dat er plannen en projecten van de grond komen.”

‘Pootaardappelteelt heeft belang bij precisielandbouw’ Als landbouwmechanisatiebedrijf met 19 vestigingen in Noord- en Oost-Nederland, is GroeNoord sterk betrokken bij de teelt van pootaardappelen. „Precisielandbouw speelt daarin een steeds belangrijkere rol”, geeft algemeen directeur Menko Boersma aan. Trekkers die tot de centimeter nauwkeurig over de percelen rijden, het gebruik van GPS en camera’s die op plantniveau kunnen bepalen hoe een plant ervoor staat, het is geen toekomstmuziek meer. Technologie en digitalisering helpen de landbouw en maatschappij vooruit, is de overtuiging van

Boersma. Zo heeft GroeNoord een afdeling FarmSight, dat ondernemende agrariërs op weg helpt naar precisielandbouw. „Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat er minder gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest gebruikt hoeven te worden.” De ontwikkelingen gaan snel, want inmiddels heeft ook de cameratechniek haar intrede gedaan. „De camera kan zieke planten of onkruid herkennen en dit tot op de

centimeter nauwkeurig bestrijden. Ook daardoor heb je veel minder gewasbeschermingsmiddelen nodig.” Boersma is blij met The Potato Valley. „Het brengt partijen en organisaties bij elkaar, waardoor samenwerking kan ontstaan. Door kennis te delen, kunnen processen worden versneld. Dat vinden wij een goede ontwikkeling.”

‘Samen met leden proberen tot nieuwe ideeën en plannen te komen’ HLB houdt zich al meer dan 50 jaar bezig met plant- en bodemgezondheid, om daarmee een bijdrage te leveren aan een efficiënte en duurzame landbouw. „Een gezond bodemleven is essentieel voor een gezonde plant, maar ook heel complex’, zegt Janny Peltjes, algemeen directeur van HLB. Om inzicht te krijgen in die complexiteit van de bodem en hoe

het bodemleven zich onder verschillende omstandigheden gedraagt, is HLB samen met Bioclear en The Potato Valley een 3-jarig onderzoek gestart, onder de naam: Grondig onderzoek voor een weerbare bodem in het Noorden. „We willen meer grip krijgen op wat de kwaliteit van de bodem precies bepaalt en hoe de bodemkwaliteit kan worden verbeterd,

waardoor telers beter kunnen sturen. Uit het onderzoek tot nu toe blijkt dat er een groot verschil is tussen de percelen, maar ook binnen de percelen zelf.” HLB zoekt graag de verbinding met andere leden binnen The Potato Valley. „We hebben immers een gezamenlijk doel: een vitale en duurzame landbouw, waarmee we nog jaren vooruit kunnen.”

www.thepotatovalley.nl

www.aeres.nl

www.averis.nl

www.groenoord.nl

www.hlbbv.nl


Slechts 1 op de 10 start-ups wordt een succesvol bedrijf. In de afgelopen jaren passeerde een aardig aantal de revue van NoordZ. Hoe staan ze er nu voor? In aflevering 15: Spacetime Layers in Tynaarlo. Wigger Brouwer

YOUTUBE VOOR DE KAARTINFO

PATRICK TRENTELMAN

Wat doen jullie ook alweer? Patrick Trentelman, oprichter van Spacetime Layers: ,,We zijn een platform dat werkt met kaartlagen. Op die kaartlagen kun je informatie plaatsen over de plaatsen die zich op die kaart bevinden. Bijvoorbeeld informatie over bepaalde culturele activiteiten, waar je eten en drinken kunt kopen en waar de wc’s zijn. Ik maak altijd de vergelijking met YouTube. Als je video’s wil laten zien dan ga je niet zelf eerst een hele website bouwen maar dan open je een kanaal op YouTube. Een kaartlaag bij Spacetime Layers is hetzelfde: in plaats van een app te bouwen om de mooie plekjes in de omgeving te laten zien, open je bij Spacetime Layers een kaartlaag.” „Stel: je bent een watertorengenootschap en wil alle watertorens in de provincie in kaart brengen. Dan zou je dus helemaal een eigen app moeten ontwikkelen, met een interactieve kaart, informatie over de watertorens en bijvoorbeeld fietsroutes en terrasjes in de buurt. In plaats daarvan kun je bij Spacetime Layers een eigen kaartlaag openen. Je beheert via het portaal je eigen content door de fietsroute, de fietsoplaadpunten en de watertaps rondom de watertorens in kaart te brengen en de QR-code brengt de bezoeker regelrecht naar jouw kaartlaag. Dat is het grote voordeel boven bijvoorbeeld Google Maps: je kunt zelf informatie op de kaart plaatsen.”

„We hebben daarin een fundamentele wijziging aangebracht door de berichten op de kaart te zetten als virtuele informatieborden. Tijd en plaats zijn daarin nog steeds het uitgangspunt: als je als gebruiker de kaart opent, laat hij zien wat er op dat moment op die plaats te doen is. Of, als je hem instelt op Eindhoven op volgende week donderdag, wat er op dat moment in Eindhoven te doen is. Voor die publieke berichten bleken ongelooflijk veel toepassingen te zijn, en toen ging het ineens hard.”

wordt daar volledig mee geïntegreerd. Bezoekers oriënteren zich op een website, maar navigeren met een app. De mooie locaties en routes openen straks automatisch in Spacetime. Insiders verdient aan het begeleiden van bijvoorbeeld trajecten en redactiewerk, en verkoopt tegelijkertijd onze abonnementen. We richten ons eerst op Nederland, zodat het goed staat. Maar we hebben al aanvragen vanuit negen andere landen, vanuit een internationaal congres van erfgoed en cultuurprofessionals. Ook is er grote rugwind vanuit Unesco, die Spacetime Layers graag geïntegreerd zou zien in alle grote wereldparken. Ik was uitgenodigd om het idee te pitchen op een grote vergadering in Parijs, maar dat ging in verband met corona even niet door. Ook zouden we in gesprek gaan met Ford Motors in Detroit, die de techniek graag zou willen gebruiken voor hun navigatiesystemen. Want iedereen moet het nu nog met hetzelfde navigatiesysteem doen, terwijl iemand die met de auto gaat shoppen heel andere behoeftes heeft dan iemand die met zijn pick-up wil gaan jagen in de wildernis.”

Wanneer is de grote doorbraak? ,,De grootste ontwikkeling is misschien wel de strategische samenwerking met Insiders, de marktleider in regiomarketing in Nederland. Vrijwel alle regiomarketingorganisaties werken met Citynavigator en Spacetime

Wat hebben jullie geleerd de afgelopen jaren? ,,Persoonlijk leer ik steeds beter de fijne kneepjes van het commerciële spel. In het begin lag mij dat helemaal niet: ik voelde me bijna vies als het om geld ging. En daarnaast

Hebben jullie de route gaandeweg bijgesteld? ,,Het oorspronkelijke idee was een soort berichtenapp waarbij je kon bepalen waar en wanneer je bericht wordt afgeleverd. Dus dat je bericht bijvoorbeeld volgende week dinsdag arriveert, of dat je bericht aankomt als je bij kantoor bent om aan het werk te gaan. Ik ben van huis uit basisschoolleraar en met de leerlingen gebruikten we het om doelen te stellen en je toekomstige ‘ik’ aan te spreken en te coachen.”

was ik als ik gevraagd werd voor presentaties alleen maar vol enthousiasme aan het zenden. Zo van: ‘Kijk, dit is ook leuk! En dit hebben we ook gedaan, en dit kun je ermee!’ Maar je komt erachter hoe duur ondernemen is en dat je in een commercieel gesprek vooral op zoek moet naar welk probleem je voor iemand kunt oplossen. Want ze komen niet alleen maar luisteren naar jouw enthousiaste verhaal. Maar dat weet ik van mezelf en ik leer dat steeds beter te doen. Daardoor wordt het langzamerhand steeds professioneler.” Hoe ziet de toekomst er uit? ,,We werken aan een grote verbetering van het gebruiksgemak, want dat is hoognodig. We werken namelijk vanuit co-creatie. Organisaties huren een kaartlaag bij ons maar als ze nog functionaliteiten missen dan kunnen wij die meestal toevoegen. Dus we hebben allerlei functies toegevoegd maar daardoor werd het voor de gebruiker minder gebruiksvriendelijk. In een nieuwe versie gaan we alles opnieuw indelen waardoor het een stuk intuïtiever wordt. Voor ons is ons eigen product heel logisch maar als we praktijktesten doen met consumenten blijkt dat soms niet zo te zijn. Dat is wel even schrikken als je erachter komt dat je zelf niet meer neutraal naar je eigen product kan kijken omdat je zelf alles al weet.”

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 2 3


Ze is inmiddels een BI’er (Bekende Instagrammer) en ook SEHarts, onderzoeker en ondernemer. Dat lijken nogal verschillende wegen, maar Heleen Lameijer, die vorig jaar een Vrouw in de Media-award won, heeft één overkoepelend doel: ze wil op cruciale momenten in mensenlevens doorslaggevend bijdragen. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot

ONDERNEMEN NAAST JE VASTE BAAN elf had ze er nog niet zo bij stilgestaan. Ze doet gewoon wat haar hart haar ingeeft, maar het hoge doel komt steeds overeen. Het is de reden dat ze eerst dermatologie vaarwel zegde, daarna cardiologie liet voor wat het is en uiteindelijk op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) terechtkwam. Het is ook de reden dat ze de onderneming Make Science Work oprichtte, veel in de media verschijnt, blogs schrijft en een hit is op Instagram (meer dan 25.000 volgers).

hangen. Als opgroeiend meisje in Delfzijl dacht ze dat dermatologie haar ding zou zijn. ,,Dat was het toch niet.’’ Tijdens haar coschappen als student geneeskunde ging ze vervolgens regelrecht de richting van cardiologie op, het specialisme waarop ze promoveerde. ,,Vond ik prachtig, vooral de acute cardiologie.’’ En juist dát vond ze tijdens een cursus over spoedeisende geneeskunde. ,,Ik was verkocht en werd tot mijn grote geluk aangenomen voor de specialisatie tot SEH-arts in het UMCG, en later als SEH-arts in het MCL.’’

,,Als je het zo achter elkaar noemt, is het best veel’’, zegt Heleen Lameijer (33) vanuit haar woonplaats Groningen. ,,Maar het past bij mij om mijn agenda aardig vol te hebben. Het zit ongeveer zo: ik werk gemiddeld 34 uur per week op de SEH in Leeuwarden. Daaronder valt één dag per week voor wetenschappelijk onderzoek. En het ondernemen, ja, dat doe ik tussendoor.’’

Wie haar uitingen op de socials een beetje in de gaten houdt, vraagt zich zonder twijfel af waar ze de tijd vandaan haalt. Elke woensdag en vrijdag deelt ze medische kennis op een toegankelijke manier, regelmatig verschijnen blogs over van alles en nog wat. Haar Insta Life Saver-cursus (reanimatiecursus op Instagram) beleefde al zes edities. En dan begon ze vorig jaar ook nog de Make Science Work Academy, gericht op zorgprofessionals die verdieping zoeken. En o ja, ze is ook nog spreker op congressen.

Z

Het ziekenhuis is en blijft haar belangrijkste werkplek. ,,Daarover heb ik het afgelopen jaar wel nagedacht ja. Zou ik minder als arts moeten gaan werken om meer tijd aan mijn onderneming te kunnen besteden? Het antwoord is ronduit nee. Ik vind mijn werk op de SEH veel te fijn. De voldoening die het geeft wil ik niet missen.’’

HELEEN LAMEIJER

HELPEN Een omgekeerde piramide is het. Op haar afdeling van het MCL komen patiënten binnen met een grote verscheidenheid aan aandoeningen. Van plotselinge hartproblemen tot gecompliceerde botbreuken, van bijzondere ziekteverschijnselen tot specifieke orgaanproblemen. Zij en haar collega’s helpen meteen, het team bekijkt wat het probleem is en stuurt de patiënten zo nodig direct door naar de juiste specialisten. ,,Dat acute is wat mij zo ligt. Dat je razendsnel een diagnose moet stellen en meteen hulp kunt bieden. Zo direct een bijdrage kunnen leveren aan het leven van een mens in nood geeft een geweldig gevoel.’’ Dat acute is de reden dat ze verschillende specialismen achterliet en op de SEH bleef

2 4 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

,,Dat is wel een van de dingen die ik de afgelopen jaren heb moeten leren: hoe zorg je ervoor dat het niet te veel wordt? Het moet wel leuk blijven natuurlijk. Toen ik vorig jaar de Viva400 Visionista-prijs (een award voor inspirerende vrouwen namens de Viva, red.) won, kreeg ik een personal coachingtraject waar ik veel heb geleerd over ondernemen. Sindsdien besteed ik meer uit. Mijn belastingaangifte bijvoorbeeld – hemels – maar ook allerlei technische taken rond mijn website. Zodat ik me puur kan richten op de inhoud. Dat werkt perfect.’’ REANIMEREN Die inhoud dus. Die sijpelt steeds weer naar hetzelfde uitgangspunt: er zijn voor mensen in nood. De grote bekendheid kwam voor Heleen Lameijer toen ze besloot via Instagram mensen te gaan leren reanimeren. ,,Waarom? Ik realiseerde me dat van de mensen van mijn generatie, dertigers, maar heel weinig kunnen reanimeren, omdat ze zich niet thuisvoelen bij de standaard cur-

sussen. Terwijl zij juist wel vaak op plekken komen waar reanimaties soms nodig zijn. Sportscholen, evenementen, winkelcentra, op straat, noem maar op. Dat vond ik lastig te verkroppen, dus dacht ik: dan probeer ik het hun te leren op een passendere manier.’’ Honderden mensen volgden de cursus. ,,Ja, één van de cursisten heeft intussen al iemand gereanimeerd. Toen ik dat hoorde, was ik er wel even stil van ja. Om maar niet te zeggen dat ik mijn tranen de vrije loop liet van geluk. Ik weet natuurlijk uit mijn dagelijkse werk hoe je een verschil kunt maken. Dat geldt voor reanimeren heel direct. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de familie. Dat gevoel dat dankzij mijn instacursus misschien wel een mensenleven gered is, komt echt binnen.’’ WENNEN In deze tijden komen we er niet onderuit. Een zeker virus heeft nogal invloed op het dagelijks leven, zeker op het leven van mensen in de zorg. Lameijer schreef er tijdens de eerste golf een blog over voor de Leeuwarder Courant. ,,Het begint te wennen. Intussen zijn we experts geworden in het snel aantrekken van de beschermingspakken bijvoorbeeld. Maar het beeld is nog steeds ernstig. Bij ons komen heel wat benauwde mensen binnen. En ja, dan is het eerste dat we checken, of er sprake zou kunnen zijn van corona. Inmiddels hebben we er zoveel ervaring mee, dat we steeds beter weten waarop we moeten letten.’’ Het virus brengt ons een onzekere toekomst. Het weerhoudt Lameijer er niet van zich er een beeld van te vormen. ,,Over vijf jaar? Dan werk ik nog steeds als SEH-arts en heb ik twee promovendi afgeleverd. En daarvan heb ik dan zelf ook weer veel geleerd. Voor wat betreft mijn bedrijf: ik hoop het dan deels verkocht te hebben aan een grotere organisatie die in staat is nog meer mensen te bereiken voor een online reanimatiecursus. Zodat ik via die weg voor meer getroffen mensen iets kan betekenen. En tegen die tijd heb ik ook heel veel cursussen omgang met een AED gegeven.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 2 5


ADVERTENTIE

Ingrediënten voor sportsupplementen, active lifestyle en babyvoeding Fonterra? Rijdt u wel eens over de A7 tussen Heerenveen en Drachten, dan heeft u ze vast gezien: die koeien op dat ene bedrijventerrein. Die koeien zijn van Fonterra en A-ware. „Het grappige is dat wij niets met melk doen”, zegt General Manager Operation Europe and Africa, Diana Krabbe. Vanwaar dan die koeien? Van Nieuw Zeeland tot Friesland Fonterra is een groot zuivelbedrijf uit Nieuw Zeeland. „Een mooi bedrijf dat wereldwijd zuivel levert. Een bedrijf met een duurzaamheidsmissie. Het maakt werk van duurzaamheid en behoud van biodiversiteit.” „Hier in Heerenveen staat de enige eigen vestiging van Fonterra buiten Nieuw Zeeland. Wij hebben wel dezelfde duurzaamheidsmissie, maar we ontvangen geen melk. Wij maken de ingrediënten proteïnen en lactose voor energierepen, energiedranken, babyvoeding en voor medische toepassingen.” De grondstof hiervoor wordt op een bijzondere wijze aangeleverd.

Letterlijk verbonden „In 2014 hebben we samen met A-ware onze fabrieken naast elkaar gebouwd op het bedrijventerrein bij Heerenveen.” A-ware maakt kaas en Fonterra verwerkt de wei die daarbij vrijkomt. De toelevering gaat via een pijpleiding. „Dit is kort, efficiënt en duurzaam. Dat is goed voor behoud van kwaliteit. Wij produceren voor atleten, baby’s en medische voedingen. Op kwaliteit doen wij geen concessies. Dat de grondstoffen niet per vrachtauto worden aangeleverd, levert ook een enorme besparing van emissie op. Dat laatste past bij ons duurzaamheidsideaal. We zijn volop in de energietransmissie, we plaatsen zonnepanelen en we hergebruiken energie. Ook onze bijstroom zien we niet als afval, maar waarderen we op. Hoe minder verspilling, hoe beter. We zijn nu bezig het verpakkingsmateriaal aan te passen. Met nieuwe technieken en materialen kunnen we ook daarin een reductie van afval realiseren.”

Diana Krabbe Good together „Het spreekt voor zich dat je een fijne werkplek wilt creëren voor je medewerkers. Het begint met goede arbeidsvoorwaarden, maar juist in de dagelijkse omgang kun je iets extra’s voor elkaar doen. We hebben wekelijks een gezamenlijk sportuurtje, bijvoorbeeld en we zorgen voor een volle fruitmand op de werkplek. Health and wellbeing staat niet alleen voor ons product, maar ook voor de wijze waarop we onze omgeving benaderen. Kwaliteit lever je samen. ‘Good together’ zeggen we bij Fonterra.” www.fonterra.com

ADVERTENTIE

Met twee melkrobots naar biologische landbouw Je wilt graag samen verder met de boerderij van je ouders. Wat doe je dan als broer en zus? Jorrit en Marije de Groot in Reduzum geloven in hun keuzes, gemaakt uit liefde voor het vak. Met twee GEA- melkrobots werken ze aan een duurzame toekomst. Met een MBO studie Melkveehouderij, een HBOdocentenopleiding en zijn werk als docent Veehouderij in Barneveld ligt de keuze voor het boerenbedrijf bij Jorrit voor de hand. Zijn zus Marije werkt als oefentherapeut en doet een opleiding voor docent in de zorg. Toch waren ze het samen eens, de boerderij van vader Jehannes en moeder Els in Reduzum wilden ze behouden, want landbouw is mooi en belangrijk. ,,Dat was vijf jaar geleden, daarna zijn we onze keuzes gaan bepalen.” Sinds een jaar vormen ze een VOF met hun ouders en over drie tot vijf jaar nemen ze het bedrijf over. De melkrobots staan er en begin deze maand is de omschakeling naar biologisch in gang gezet. Over anderhalf jaar levert de duurzame VOF biologische melk. Jorrit: ,,Er blijven in de melkveehouderij twee soorten bedrijven over, denk ik. Biologisch en groot gangbaar, maar dan ook echt groot. Ik geloof in grondgebonden kringlopen, in betere prijzen voor melk, in beweiding en in het belang van data voor je bedrijf. Dat betekent dat we straks onze melk via coöperatie Eko Holland afzetten in plaats van zoals nu via Friesland Campina. Tegelijk wil ik graag mijn werk als docent blijven doen. Het is heel mooi om bij te

andere werelden, is voor mij belangrijk, het geeft ook ruimte om begrip en respect te krijgen voor wat we als boer doen. We hebben al die zaken op een rij gezet en toen onze keuze voor biologische landbouw gemaakt. De robots maken het werk in de stal daarbij fysiek veel lichter en bieden tijd en ruimte.” Het melkveebedrijf telde 110 koeien en gaat terug naar 85 om de stap naar biologische landbouw mogelijk te maken. Jorrit: ,,De combinatie van biologisch en melkrobots maakt duurzame bedrijfsvoering zowel economisch als voor mens en milieu mogelijk.”

Jorrit en Marije de Groot bij de GEA DairyRobot R9500 dragen aan het opleiden van volgende generaties boeren, die zelf ook keuzes moeten maken.” Marije: ,,Ik vind het heel waardevol en leuk het bedrijf voort te zetten waar we allebei zo graag in werken. Tegelijk zou ik het te eenzaam vinden om alleen maar op de boerderij te zijn. Juist de sociale interactie in mijn werk en het leren van

Julius Kuipers van GEA-dealer Henk de Boer Melktechniek in Jellum helpt Jorrit en Marije in de opstartfase van de melkrobots. Jorrit: ,,Mijn ouders kennen Henk al jaren, Julius is zelf ook bedrijfsopvolger. We vertrouwen elkaar, wisselen kennis uit. De keuze voor de GEA DairyRobot R9500 robots is bepaald door de technische mogelijkheden en we ze perfect konden inpassen in de beperkte ruimte in onze stal.” www.gea.com


ADVERTENTIE

Van 'boerenhulp' tot innovatieve dienstverlener AB Vakwerk, in Friesland ook wel bekend onder de naam ‘boerenhulp’, zorgt ervoor dat de agrariër niet bang hoeft te zijn dat het werk stil komt te liggen bij, bijvoorbeeld, ziekte of een andere reden voor (tijdelijke) uitval.

„We noemen dat zorgeloos boeren” begint Marco Meijer, algemeen directeur van AB Vakwerk zijn uitleg. „Zestig jaar geleden zat Nederland in de economische lift van de wederopbouw. Stijgende welvaart, stijgende productie en overal kwamen fabrieken. Ook Friesland industrialiseerde. De fabrieken hadden een aanzuigende werking op arbeiders en de boer zat vervolgens zonder personeel. Het is die behoefte aan, wat toen nog boerenhulp werd genoemd, waaruit AB Vakwerk is ontstaan. Het leveren van werknemers en dus continuïteit in het arbeidsproces is nog steeds de kern van AB Vakwerk, maar tegenwoordig doen we meer.” Zorgeloos boeren „We zijn een coöperatie”, zegt Jack Hogervorst, manager Agri. We hebben 3700 leden. Wij zorgen ervoor dat mocht er onverhoopt iets gebeuren waardoor de boer zijn werk niet kan uitvoeren, dan zijn wij er om het over te nemen.” Voor de agrariër is deze zekerheid een behoorlijke geruststelling, maar er is meer. Naast deze kernactiviteit heeft AB Vakwerk een schil van complementaire diensten gebouwd. „De agrariër kan veel zelf, maar voor sommige werkzaamheden haalt hij graag een specialist in huis. Denk aan mollenvangers, klauwverzorgers, ongediertebestrijding, vloercoaters en noem maar op.” Meedoen in innovatie (en voorop lopen) De boer weet als geen ander dat stilstaan achteruitgang betekent. Technologische vernieuwingen helpen een bedrijf efficiënter te maken. Neem nu de melkrobot. Het verlicht de boer, maar ook de koe heeft baat bij de individuele zorg die de robot levert. „Als je tegenwoordig in een tractor stapt dan waan je je in de cockpit van een vliegtuig”, zegt Bart van Doorn, financieel directeur en agrariër. „Wij willen ontzorgen, wij gaan dus niet alleen mee in innovaties, we willen ook een belangrijke bijdrage leveren.” „We hadden het zojuist over continuïteit van het bedrijf waarborgen”, zegt Bart. „Er zijn natuurlijk veel specialiteiten in de agrarische wereld en je ziet dat geen twee bedrijven hetzelfde zijn. Bovendien wordt de techniek steeds geavanceerder. Hoe kan een vervanger naadloos

Virtual Reality

Marco Meijer de werkzaamheden overnemen als een snelle actie vereist is? Wij hebben het antwoord gevonden in Virtual Reality. Door de virtuele weergave van een bedrijf te maken, kan de vervanger zich vooraf oriënteren, vertrouwt raken met de procedures en zien waar alles te vinden is. De testfase ziet er veelbelovend uit.” Big Data en de drone voor logistieke efficiëntie AB Vakwerk ziet een kans om Big Data te gebruiken voor een efficiënte logistieke planning. „Vorig jaar hebben we samen met de startup 'Van Boven Drones' frequent beelden gemaakt met drones van broccolivelden. Als we nu een drone over een broccoliveld laten vliegen, dan kan het algoritme nauwkeurig voorspellen wanneer het oogsttijd is en wat de opbrengst zal zijn. Die precieze afstemming zorgt voor veel minder verspilling.”

Marco vult aan: „Het is toch fantastisch om in de vroegte met je drone over de velden te trekken. Het agrarische bedrijf kent zoveel mooie aspecten, dit is er bijgekomen.” Eenvoudig een specialist inplannen Inmiddels heeft AB Vakwerk een paar duizend vakmensen aan het werk met een diversiteit aan diensten. „Vanuit onze ervaring en traditie kijken we vooruit naar de wensen en behoeften van de toekomst”, zegt Jack. „Zo hebben we onlangs onze digitale communicatiemogelijkheden verruimd. Als een boer last heeft van mollen of van een koe de poten wil laten bekappen, kan hij met zijn smartphone digitaal een specialist inplannen. Dit betekent niet dat we alleen nog maar digitaal te bereiken zijn. Menselijk contact blijft belangrijk. Het gaat uiteindelijk niet om de techniek, maar om de mens.” www.abvakwerk.nl

Om dit operationeel te maken heb je dronepiloten nodig. „We leiden ook vakmensen op en ook voor dronepiloot hebben we een aantal mensen opgeleid.”

Als we nu een drone over een broccoliveld laten vliegen, dan kan het in de computer met een ontwikkeld algoritme nauwkeurig voorspellen wanneer het oogsttijd is


Een verhaal eromheen, een gevoel erbij, een emotie ervan. In toenemende mate is dat wat ons aantrekt in voeding. Steeds vaker sieren daarom allerlei verhalen de verpakkingen van eten en drinken, maar ook de menukaarten in restaurants, de reclameposters in billboards enzovoort. Je bent wat je eet. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot

EERLIJK EN DOELTREFFEND ovid remt heel wat ontwikkelingen af maar tegelijkertijd brengt het virus trends in een stroomversnelling. Trends die blijvertjes zijn. De thuiswerktrend is evident, meer de natuur in kan wel eens gewoner worden, minder vliegen misschien ook. Nog zo’n interessante beweging gaat over gezondheid. Want hebben we niet allemaal gezien dat een gezonde leefstijl een uitstekend middel is om minder vatbaar te zijn voor de ziekte die corona veroorzaakt?

van de vraag: wat willen consumenten weten? ,,Dat is lastig omdat er een paradox zit in wat mensen willen. Een voorbeeld? Ze willen het liefst producten van dichtbij maar óók die gezonde avocado. Dat is trouwens sowieso een dilemma tussen gezond en duurzaam. In de hoofden van veel consumenten overlapt dat mekaar flink maar de vraag is of dat wel zo is. Scharrelvlees is waarschijnlijk gezonder, en zeker diervriendelijker. Maar in het kader van het klimaatvraagstuk is zulk vlees misschien juist niet beter.’’

Veel van ons wel. Vooral 65-plussers blijken tijdens de crisis gezonder te zijn gaan eten. Het gaat dan vooral om minderen met alcohol en vlees. Logisch. Het virus heeft de meeste mensen er dankzij spreekbuizen als het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wel van doordrongen dat slechte voeding een nadelig effect kan hebben op het ziekteverloop. Noem het een extra setje, een duwtje voor extra vaart. Eigenlijk weet iedereen allang dat gezond eten een goed idee is. Dat besef daalt nu alleen wat harder in, en we willen er ‘opeens’ alles over weten.

Lokaal kan profiteren van informatiebehoefte consument

C

,,De behoefte aan informatie is ongekend, maar groeit al een hele tijd’’, zegt Koert van Ittersum. Hij is hoogleraar Marketing en Consumentenwelzijn aan de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Dat geldt op heel veel gebieden, maar zeker ook op dat van voeding. Dat je op verpakkingen steeds meer kunt lezen over voedingswaarde, herkomst, duurzaamheid en meer, is niet voor niets. Dat is omdat consumenten daarom vragen.’’

KOERT VAN ITTERSUM

Om meer in die behoefte te kunnen voorzien, worden verschillende manieren onderzocht en getest om winkeliers direct te informeren. Dat kan met technologie, bijvoorbeeld in de vorm van slimme winkelwagens. Van Ittersum: ,,Je legt je product in de kar en krijgt meteen gegevens op je schermpje.’’ Het kan ook lowtech. De nutriscore is zo’n voorbeeld waarbij met een kleurtje direct duidelijk wordt hoe gezond een product is. De combinatie van de twee is de toekomst. VERTELLEN Dat brengt ons meteen op de uitdaging voor producenten en hun marketingafdelingen: wat wil je over je product vertellen? Afgeleid

2 8 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

Marketeers ontwikkelen prachtige verhalen die de gezondheid, of juist de duurzaamheid, of de goede arbeidsomstandigheden rond producten uitvergroten. Naast verhalen die er al langer waren over bijvoorbeeld de kwaliteit. ,,Daar zit een gevaar in. Van alles wordt er verzonnen om de nadruk op één aspect van een product te leggen, terwijl er meer zijn. Tony Chocolonely is een succes omdat overtuigend wordt neergezet dat de slavenhandel in de cacaoplantages wordt aangepakt, maar ook omdat de kwaliteit hoog is. Als je te hard op één aspect tamboereert, terwijl andere aspecten niet in orde zijn, wordt het ongeloofwaardig en werkt het juist contraproductief.’’ Helpt het om één boer op een pak vla te laten vertellen dat zijn koe jouw toetje heeft gemaakt? Iedereen snapt dat de kans dat dat echt zo is, minimaal is. Een label als ‘weidemelk’ legt de nadruk op het welzijn van de koe. ‘Minstens 120 dagen per jaar, 6 uur per dag in de wei’, claimt dat label. Klinkt mooi, maar dat kán dus betekenen dat die koeien elke dag 18 uur en 245 dagen per jaar meer dan dat, binnen staan. ,,Naarmate mensen meer willen weten, wordt het belang van

échte informatie groter omdat ook het wantrouwen toeneemt. Eerlijk duurt het langst. De crux zit hem erin dat de consument de mogelijkheid krijgt op een goede manier te vergelijken. Dat moment komt dichterbij met een instrument als de nutriscore en ook met technologische hulpmiddelen.’’ GROUNDING Interessant in deze tijden van lockdowns is de duidelijke hang naar lokaal. ,,Dat is een beweging die we al langer zien. Hoe sneller de globalisering gaat, hoe meer mensen behoefte hebben aan ‘grounding’, aan het horen bij een lokale gemeenschap. Je zag afgelopen jaar dat de plaatselijke groenteboer het goed deed, dat lokale producten in alle winkels populair werden. Dat heeft te maken met lokale betrokkenheid, het gevoel dat je eerst je eigen omgeving wilt helpen. Dat het misschien beter is voor het klimaat, is denk ik vooral bijvangst.’’ De hang naar lokaal heeft met meer te maken. Trots op de eigen omgeving speelt een rol, een imago van kwaliteit, een emotie van melancholie. ,,Je ziet dat mensen iets willen leren over hun eigen omgeving, dat ze daarin geïnteresseerd zijn. Dat heeft vast en zeker te maken met de lockdown die ervoor zorgt dat we continu dicht bij huis zijn en anders naar onze eigen omgeving gaan kijken. Kijk maar eens hoeveel mensen er opeens in de natuur rondlopen terwijl ze voorheen amper in de eigen omgeving bewogen. Nederland, de eigen provincie, de eigen gemeente blijken heel mooi te zijn nu we er rondlopen omdat we niet ver weg konden.’’ Dat is een beweging die aanbieders van lokale producten zouden moeten aangrijpen. ,,Dat doen veel al. Dit is het moment om serieus aan klantenbinding te doen. Een groot deel van de mensen die in lockdowntijd de lokale winkels hebben ontdekt, blijft erna wel hangen. Maar je zou willen dat iedereen dat doet. Het is een kwestie van een relatie aangaan met klanten, van een persoonlijke benadering. De gezamenlijke identiteit is een mooi startpunt, heel expliciet het lokale laten zien dus. En ja, daar zijn goede verhalen belangrijk bij. De lokale slager, groenteboer of bakker kan als geen ander mooi vertellen over de herkomst van producten. Eerlijk en doeltreffend.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 2 9


DE GIEK 31 - DRACHTEN T. +31(0)512 – 582058 WWW.PASMESTOPSLAG.NL

MESTOPSLAG KOMT NATUURLIJK ALTIJD VAN PAS!

PAS Mestopslagsystemen: ✓ Levert & bouwt alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Repareert alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Keurt alle soorten systemen en afdekkingen ✓ Reinigt mestopslagsystemen t.b.v. onderhoud, keuringen en verplaatsen

✓ Regelt meldingen en vergunnningen voor mestopslagsystemen


ADVERTENTIE

Meer dan 40 jaar ervaring in water- en mestopslag De lente staat voor de deur, binnenkort gaan we het weer ruiken: de geur van mest. Voor de meeste noordelingen is dat één van de weinige momenten dat mest in het bewustzijn komt. Voor Jaap Veenstra, commercieel directeur van PAS Mestopslagsystemen, is dat anders. Hij is dagelijks met mest bezig. Ga met hem in gesprek en je merkt dat mest een interessante materie is. Het is meer dan de uitwerpselen van een koe, kip of varken. Mest is een serieuze factor in de bedrijfsvoering van een agrariër en verdient aandacht en vakmanschap. „Dat vakmanschap hebben wij in huis”, zegt Jaap. Hij vervolgt, met een glimlach op zijn gezicht: „we hebben al meer dan 40 jaar ervaring in de stront.” Alles veilig en vertrouwd op orde Jaap introduceert de mestervaring van PAS met een grap, maar tegelijkertijd is hij er zeer serieus over en ook trots. „Ervaring en kennis is van groot belang. Mest is een waardevol product, maar, als je er onzorgvuldig mee omgaat, ook een oorzaak van vervuiling. Daarom is opslag en vervoer van mest gebonden aan strenge wet- en regelgeving. Voor ons is dat gesneden koek. Met onze ervaring en kennis kunnen we de boeren enorm van dienst zijn.” Mestopslag is soms voor tijdelijk en voor eigen gebruik, maar mest kan ook een handelsproduct zijn. Akkerbouwers, bijvoorbeeld, hebben belang bij mest. In beide gevallen is opslag noodzakelijk. „Wij (ver)plaatsen, repareren, reinigen en keuren opslagsystemen. Zowel voor het reinigen als voor het keuren van de mestopslag voldoen we aan alle eisen (KIWA, BRL en VCA gecertificeerd). Hierdoor weet de opdrachtgever precies waar hij aan toe is. Alles wordt immers volgens protocollen uitgevoerd; veiligheid staat voorop. Uiteraard laten we ons regelmatig bijscholen om onze kennis actueel te houden.” „Wie mestopslag wil plaatsen of met de vergunningaanvraag ‘worstelt’, kan ons inschakelen. Met onze kennis en ervaring kunnen we de boer veel werk uit handen nemen “ Weten wat er speelt en wat nodig is „Er zijn meerdere soorten mest en elke mestsoort kent zijn eigen verwerkingsprocedures. Door onze jarenlange ervaring en expertise kennen we de ins en outs van de verschillende vormen van mest en mestopslag als geen ander. We kunnen alles leveren wat er op de markt verkrijgbaar is op het gebied van mest- en wateropslag. Of het nu gaat om betonsilo’s, netsilo’s, mestzakken of een andere vorm van water- en mestopslag, wij hebben het. Niet alleen nieuw, maar ook gebruikt.” Gebruikt blijkt een aantrekkelijke optie te zijn voor veel boeren. „We verzorgen een totaalpakket. We keuren de mestsilo of mestzak, we maken schoon, we doen de (de)montage en het vervoer. De klant hoeft zich nergens zorgen over te maken en kan op die manier een aardig bedrag besparen.”

allerlei onderdelen voor mestopslag, maar daarbij ook sluitstukken voor wateropslag. Dat valt ons op en na een check bij de klant konden we direct andere, de juiste, sluitstukken opsturen. We kunnen niet alles voor zijn, maar doordat onze medewerkers allemaal vanuit de agrarische- en mestsector komen, doordat zij de ins- en outs kennen, kunnen we goed meedenken met onze klanten.

Dat neem je mee naar de webshop Vooral nu in coronatijd is het voor boeren makkelijk dat PAS ook een webshop heeft. „Het is een webshop waar onze kennis en ervaring merkbaar is. Zoals vanochtend, iemand bestelde

Service door praktijkervaring „Onze mensen kennen de materie en zijn gepassioneerd. Vanuit die passie lever je meerwaarde. Wat we graag zien is dat de opslag en de gebruikte mixers en pompen samen een

goed functionerend geheel zijn met de mestsoort die de boer gebruikt en de doelstellingen die hij heeft met zijn bedrijfsvoering. Onze kennis en ervaring komt altijd van PAS.” pasmestopslag.nl


DE SPIEGEL Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. Dan is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 17 van De Spiegel: Niels Grootenboer, directeur van coöperatie De Graanrepubliek. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot

VEEL GELEERD VAN HET LUISTEREND OOR VAN MIJN VADER De Graanrepubliek. Wat is dat ook alweer? ,,We zijn een coöperatie waar boeren en smaakmakers samenwerken. We doen eigenlijk drie dingen met goede Groningse granen: productie, ontwikkeling en beleving bieden. Die productie zie je in ons gebouw, de oude stoomlocomotievenloods in Bad Nieuweschans. Daar maakt bakker Wiebrand oerbrood, werkt Kiemkracht met mout en stookt Hooghoudt jenever van Gronings koren. Akkerbouwbedrijf Landgoud in Kloosterburen is ook lid van de coöperatie, net als merkactivatiebedrijf Boilermaker. Meer leden zijn welkom! Ons doel is de kracht van vergeten oergranen te laten zien, ruiken en proeven, maar vooral de biodiversiteit van het Groningse land te herstellen.’’ Hoe kom je daar terecht? ,,Als marketingdirecteur van Hooghoudt had ik een strategie neergezet om meer ambachtelijke productie terug te brengen binnen het bedrijf. Toen ik kennismaakte met dit project was ik meteen gegrepen, net als de familie Hooghoudt. Zowel het bedrijf als de familie investeert erin. Dat geeft veel vertrouwen en zekerheid, dus leek me dit de ideale klus. En het is ook heel mooi. We hebben nog heel veel plannen om de beleving voor bezoekers te vergroten, om de omgeving te betrekken, om onderwijs te enthousiasmeren, om de kwaliteit van ons onderzoek te verhogen.’’ Is dat iets wat je van huis uit hebt meegekregen, de drang om grote projecten uit de grond te stampen? ,,Mijn vader was huisarts en later kinder- en jeugdpsychiater. Dat lijkt een heel andere wereld, en dat is het ook wel, maar toch heb

3 2 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21

ik steeds naar hem gekeken. Hij is ongelooflijk goed in het luisteren naar mensen en het stellen van goede vragen. Thuis discussieerden we altijd al op inhoud, maar met respect en aandacht. Mij heeft hij gestimuleerd hetzelfde te doen en dat is een vaardigheid die ik nu heel hard nodig heb. Binnenkort heb ik te maken met veertien leden van de coöperatie en minstens tien stakeholders, die ik allemaal op één lijn probeer te krijgen. Ik hoop dat ik ooit net zo’n goed luisterend oor heb als

Ons doel is de kracht van vergeten oergranen te laten zien, ruiken en proeven

NIELS GROOTENBOER

mijn vader. Ja, hij is echt een voorbeeld voor me wat dat betreft.’’ Loopt dat verbinden als een rode draad door jouw carrière? ,,In zekere zin wel. Het is ook een kwestie van je pragmatisch opstellen, op zoek naar oplossingen. Dat heb ik zeker zo goed mogelijk geprobeerd van hem over te nemen. Hij was altijd wars van bestuurders in de zorg die volgens hem het belang van de patiënt uit het oog verloren. Maar toch stootte hij ze niet af, omdat hij wist dat ze nodig zijn. Zo heb ik in mijn carrière ook best gelaveerd tussen verschillende belangen, met steeds mijn eigen doel voor ogen. Op een marketingafdeling heb je best weleens te maken met bestuurders die niet begrijpen waarmee je bezig bent. Maar je moet het wel blijven uitleggen, omdat de budgetten nodig zijn. Op dat soort momenten dacht ik aan hoe mijn vader zoiets zou doen.’’ Het is ook een beetje soebatten af en toe natuurlijk … ,,Absoluut. En als ik nog één iemand mag noemen die me daarin geïnspireerd heeft, dan is dat Frank de Gooijer. Hij was mijn leermeester op de commerciële afdeling van Honig, later Kraft Heinz. Zoals hij zaken deed, dat was geweldig. Hij was altijd oprecht en eerlijk, en realiseerde zich dat het altijd geven en nemen is. ‘Help me gewoon effe’, zei hij dan tegen een klant. Om later een gunst terug te doen. Of een onderhandeling beginnen met te zeggen dat het vorige gesprek heel erg ruk was, om vervolgens met een schone lei tot zaken te komen. Schitterend, veel van geleerd. Ik pas zijn methoden toe waar het kan.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 15 A P R I L 2 0 21 3 3


ADVERTENTIE

Maaltijdservice geworteld in de samenleving Van Smaak verzorgt koelverse maaltijden, diepvriesmaaltijden en warme maaltijden. Maatwerk is daarbij het uitgangspunt. Smaak, dieetwensen, glutenvrij, lactosevrij, gemalen of vloeibaar, aan elke wens wordt voldaan.

Bezorgdienst Van Smaak / Alliade op pad met maaltijden

Bovendien heeft Van Smaak zich verenigd met Poiesz Supermarkten bv. Samen zorgen zij ervoor dat u al uw benodigde boodschappen thuiskrijgt. Zowel particulieren als zorginstellingen maken gebruik van deze service. „Wij zijn dankbaar dat we met onze diensten een helpende hand kunnen bieden”, zegt Marrit de Vries, Marketing Manager. „We doen dit met een maatschappelijke betrokkenheid; met het idee dat we een relevante bijdrage kunnen leveren aan elkaars welzijn.”

Een goede maaltijd is relevant Marrit legt uit: „gelukkig is de zorg er tegenwoordig op gericht dat mensen zo lang mogelijk thuis in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Voor ouderen, soms kwetsbare mensen, kan elke dag een volwaardige maaltijd verzorgen een hele opgave worden. Een keer een ‘makkelijke hap’ is geen probleem, maar als er structureel niet wordt gezorgd voor voldoende en volwaardige voedingstoffen, ondermijnt dat de gezondheid. Soms ligt het nog ingewikkelder en

heeft iemand een dieet of een combinatie van diëten. Dat maakt de opgave voor elke dag een gezonde maaltijd nog moeilijker. Wij kunnen een uitgebreide maaltijdkeuze aanbieden met een gevarieerd menu, zeven dagen per week. Dat is een zorg minder, niet alleen voor de oudere, maar ook voor de mensen die om de ouderen heen staan.”

De werkkrachten van Alliade Aardige jongens zijn het. Vlot en vrolijk met duidelijk plezier in hun werk. Nuttig werk ook. Enerzijds brengen ze de pakketten naar de verschillende locaties, in Stiens, van Alliade, anderzijds worden ze een bekend gezicht in het dorp en zorgen ze voor sociale cohesie. „Dat is het mooie”, zegt Frederik de Meij, begeleider van Alliade. „Ze doen meer klussen in het dorp en dat zorgt voor leuke contacten en voor verbondenheid. We zijn een gezicht in het dorp en met het dorp. We zien dat ook terug in de leuke berichten die Stiensers op facebook plaatsen.” Gerlof de Haan, Lennie Weijer en Doede Schaap bevestigen dit. Ze halen voorbeelden aan van leuke momenten en vertellen gedreven over de klussen die ze doen. „Mensen zijn altijd dankbaar als we maaltijden komen brengen, dat is mooi.” Ze maken zich geen zorgen: „Frederik zorgt altijd voor nieuwe klussen.” Niemand hoeft bang te zijn niets meer te doen te hebben. „Het is ook gezond, we lopen elke dag wel tien kilometer.” Frederik geeft aan: „We zorgen er wel voor dat het zinvol werk is.” Hij is ook erg tevreden over de samenwerking met Van Smaak. „Ze hebben aan een half woord genoeg. De mensen van Van Smaak begrijpen waar het om gaat. Dat helpt onze samenwerking enorm. Dat geeft een goed gevoel. Samen maken we er iets moois van.” 3 Gerlof de Haan en Doede Schaap; bezorgers van Alliade


ADVERTENTIE

Bestelervaring van Thea de Nekker Thea de Nekker, begeleidster bij zorginstelling Heremastate in Heerenveen heeft inmiddels één jaar ervaring met Van Smaak. „We zijn een jaar geleden in een pilot gestapt met Van Smaak. We hadden op voorhand wel wat wensen. Er waren namelijk een flink aantal producten die we wel wilden, maar niet op de lijst stonden bij Van Smaak. Ik moet zeggen: dat werd allemaal snel geregeld. Dat snelle aanpassen aan de wensen van de klant was geen uitzondering. Vorige week nog bedachten de bewoners dat een blokje komijnekaas wel lekker zou zijn. Dat wat we zochten, stond niet op de site. Een telefoontje was voldoende. Binnen een half uur was het aan het assortiment toegevoegd”, zegt Thea enthousiast.

Op de afdeling waar Thea werkt, wordt zelf gekookt. Zij maken geen gebruik van de kant en klaar maaltijden. In plaats daarvan bestellen zij de ingrediënten. „Altijd in orde, altijd vers. Nou ja, we hadden een keer wat bruine bananen. Ook dat bleek geen probleem. Ik stuurde een foto via de app en we kregen direct nieuwe bananen.” Je maakt echt contact Wat Thea fijn vindt, is het gemoedelijke en klantvriendelijke contact. „Je merkt aan alles dat ze naar je luisteren. Dat past precies bij mijn werkwijze. Ik ga bij de bewoners zitten en dan vraag ik: zeg wat zullen we eens bestellen. Zijn er dingen waar je extra zin in hebt. Samen komen we dan tot een afgewogen geheel.” Thea vervolgt: „het is voor iedereen belangrijk dat er naar je geluisterd wordt. Het is ook leuker.

Je maakt echt contact. Het is fijn dat Van Smaak ook die insteek heeft. Persoonlijk contact en elke vraag wordt snel beantwoord.” Van Smaak gaat daarin ver: „naar aanleiding van een vraag zijn we een keer uitgenodigd voor een rondleiding. We hebben het hele proces kunnen zien. Dat was een leuke ervaring. Extra prettig dat ik nu met eigen ogen heb gezien hoe zorgvuldig men met ons eten omgaat.” „Mijn moeder is 84. Ze kan nog prima voor zichzelf zorgen, maar als het minder wordt, dan heb ik het telefoonnummer van Van Smaak.”

Wij leveren maatwerk „Als iemand om welke reden dan ook onze service inroept, betekent dat niet dat wij gaan bepalen wat iemand eet. Maatwerk is niet alleen rekening houden met dieetwensen en allergieën. Maatwerk is rekening houden met alles. Wij zijn er voor onze klanten en niet andersom.” Marrit geeft een voorbeeld. „Bij een afdeling op een zorginstelling kan maatwerk betekenen dat we op verschillende wijze eenzelfde soort maaltijd aanbieden. Stel dat er broccoli op het menu staat, dan kan het zijn dat een deel van de groep zelf kookt. Zij willen ingrediënten hebben. Er zijn ook speciale dieetwensen of mensen die moeite hebben met slikken en dus gemalen of vloeibaar eten willen. Door al die wensen op elkaar af te stemmen kan een woongroep gezamenlijk dezelfde maaltijd gebruiken die tegelijkertijd ook afgestemd is op wensen en behoeften. Samen dezelfde maaltijd nuttigen is belangrijk. Het zorgt voor onderlinge verbinding.”

Met beide benen in de regio Van Smaak, met als moederbedrijf Poiesz Supermarkten BV, wil meer zijn dan alleen een leverancier van maaltijden en boodschappen. Annet Everaarts, implementatiemanager, zegt het zo: „we staan altijd al met beide benen in de regio. Dit zit in ons DNA. Met ons uitgebreide logistieke netwerk kunnen wij iedereen in Noord Nederland voorzien van eten en drinken naar wens, maar ook samenwerking zoeken met lokale instellingen en verenigingen is waar zowel Poiesz als Van Smaak om bekend staan. Door dichtbij te zijn en blijven willen wij onze bijdrage leveren aan de leefbaarheid in Noord Nederland.”

verschillende locaties rijden, maar in plaats daarvan brengen we het naar het Poiesz filiaal in Stiens. Van daaruit wordt het naar de locaties gebracht door het logistieke team van Alliade. Op deze wijze zijn het de bewoners van Alliade die een onderdeel van de keten zijn. Wij zien dat dit een enorme meerwaarde heeft. De mannen genieten van hun taak en worden bekenden in het dorp en vergis je niet: deze werkwijze is ook nog eens heel doeltreffend. Er is nooit meer een hapering waardoor spullen te laat worden afgeleverd. het loopt allemaal gesmeerd dankzij de werkkrachten van Alliade.” Bijzonder hoe betekenisvol deze laatste meters in de bezorging kunnen zijn.

„We houden onze oren open. Men weet niet altijd wat we kunnen leveren. We proberen tussen de regels door te luisteren om onuitgesproken behoeftes te achterhalen.”

Met die missie in gedachte is de samenwerking met Alliade goed te begrijpen. „We zien steeds meer een trend van schaalvergroting, digitalisering en efficiency . Dat is allemaal mooi en nodig, maar de waardevolle dingen waar een samenleving op draait mogen we niet veronachtzamen. Het gaat ook om verbondenheid, iets voor elkaar willen betekenen. Kijk bijvoorbeeld naar de distributie van boodschappen en maaltijden voor de zorginstelling Alliade hier in Stiens. Natuurlijk kunnen we met onze bedrijfswagen langs de

Op ideeën gebracht? De hoofdvestiging van Van Smaak is in Drachten, maar het bedrijf levert in heel Noord-Nederland. „Ik kan me voorstellen dat een lezer een idee heeft die past binnen de missie van Van Smaak. Wat we doen in samenwerking met de zorginstelling Alliade in Stiens, kan in allerlei variaties in andere dorpen en steden ook gedaan worden.” www.vansmaak.nl

Gerlof de Haan, Lennie Weijer en Doede Schaap; bezorgers van Alliade


ADVERTENTIE

‘IJs maken blijft een feest’ IJsproducent Holiday Ice in Sint Nicolaasga produceert op volle toeren. De vraag naar ijs is groter dan ooit. Holiday Ice investeert in meer ruimte, meer techniek en nog meer enthousiaste mensen. Want zij zijn het die jaarlijks minstens 400 miljoen ijsjes maken voor de nationale en internationale markt.

Het draait in de moderne Friese fabriek om de balans tussen techniek, technologie en mensen. Want hoe innovatief de techniek, de mens draait bij Holiday Ice aan de knoppen. Zonder mensen geen ijsjes. Jan, Dirk, Bauke, Jitse en Herman vertellen waarom ijs maken zo leuk is. Mooie techniek en veel vrije tijd Jan Weremeus Buning werkt al vijftien jaar als mixbereider bij Holiday Ice. Met bestaande en nieuwe recepturen, want de afdeling Research & Development ontwikkelt continue nieuwe producten. „Ik had nooit gedacht hier terecht te komen en vind het nog steeds leuk. Prachtige producten maken blijft een feest, ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk. De techniek ontwikkelt zich steeds verder, het fijne is dat ons werk er veel lichter en schoner van is geworden. En nauwkeuriger en veiliger en dat vind ik heel belangrijk, want we maken voedingsproducten.” Zijn jongere collega Dirk Frowijn valt hem bij. „Jan was mijn leermeester, ik werk hier sinds vorig jaar. Ik ben jarenlang pizzabakker en chefkok geweest, maar mijn baan hield op door corona. Natuurlijk was ik blij dat ik hier aan de slag kon. Ook met voeding en recepturen, alleen heel anders. Het grootste verschil? Dankzij de vijfploegendienst heb ik veel meer vrije tijd, heerlijk! Ik kan hier doorgroeien, die kans krijgen we en dat bevalt me prima. Net als de sfeer van een grote familie en met veel meer collega’s dan ik ooit heb gehad. IJs en recepturen maken is mooie techniek, het is secuur werk en heel leuk om te doen.”

Jan Weremeus Buning

Bauke Molenkamp (l) en Jitse Boonstra (r) Investeren in high tech De Technische Dienst zorgt voor het onderhoud, de inspectie en de continuïteit van productie en logistiek. Bauke Molenkamp en Jitse Boonstra van die TD zijn maar wat trots op al die techniek in de fabriek. Zoals de laatste aanwinst, een meterslange en metershoge high tech robot die met drie armen tegelijk razendsnel ijshoorntjes in dozen verpakt om die vervolgens op een carrousel te zetten voor transport naar de volgende verdieping. „Voor een deel werken we planmatig aan onderhoud of installatiewerk van nieuwe apparatuur en machines, het andere deel is het snel verhelpen van storingen.” Met de uitbreiding van de fabriek in de komende maanden, wachten nieuwe uitdagingen. „Holiday Ice investeert in nieuwe technieken en technologische ontwikkeling en de meeste machines worden speciaal voor ons gemaakt. We zijn elektromonteur en mechanisch monteur tegelijk, je moet van allerlei techniek verstand hebben en die vernieuwing maakt ons werk leuk en uitdagend. We hebben de ruimte en tijd om het nieuwe te leren. Tegelijk weet je dat een probleem in de productie altijd direct moet worden opgelost. Saai is het hier nooit, iedere dag is afwisselend en anders. Wat we wel zeker weten, is dat we thuis altijd een volle vriezer met ijsjes hebben…” Iedere dag met plezier naar het werk Herman Dijkstra werkte lang in de horeca en zocht in 2017 iets anders om weer lol in zijn werk te hebben. Via het uitzendbureau kwam hij bij Holiday Ice en vervolgens al gauw in vaste dienst „Ik heb allerlei verschillende dingen in het bedrijf gedaan en zit nu aan het einde van de lijn. Hier voel ik me echt op mijn plek. Bij end-of-line zorgen we dat alles zo goed mogelijk verpakt wordt en zo netjes mogelijk tijdig de deur uit gaat. De techniek en technologie van alle machines waar we mee werken maken het mooi. Het gaat om tijd, licht en om snelheid, het is mechanica en

Dirk Frowijn

Herman Dijkstra robotica. Als je dat doorkrijgt, wordt het echt leuk!” „Wat me bevalt aan Holiday Ice? We staan open voor elkaar, het is een gezellige club collega’s met hart voor hun werk. We hebben de vrijheid om te leren, om fouten te maken en te herstellen, we kunnen proberen wat het beste werkt, ook met nieuwe machines. Als je een beetje vindingrijk bent en je kunt omgaan met techniek en technologie, dan heb je het hier goed. En daarom ga ik iedere dag weer met plezier naar mijn werk.” www.holidayice.nl


ADVERTENTIE

125 jaar van, voor en door onze leden! 125 jaar geleden werd onze fabriek aan de Alteveerstraat in Hoogeveen in gebruik genomen. Om precies te zijn op 6 januari 1896 – toen werd de eerste 1100 liter melk van 108 veehouders verwerkt tot boter en karnemelk. Anno 2021 is DOC Kaas een begrip in de Nederlandse zuivel. Mede door getoonde inzet en betrokkenheid van leden en medewerkers. En de nodige lef. Is coöpereren nog wel van deze tijd? “Absoluut. Ik geloof in de kracht van een coöperatie,” steekt bestuursvoorzitter Arjan Schimmel van wal. “Samen sterker voor een betere afzet en een beter inkomen. En de focus op de lange termijn. Nederland kent een lange coöperatieve geschiedenis, zeker in de agrarische sector. Het is een model dat zich heeft bewezen, ondanks moeilijke tijden. Ook wij stonden vaak voor lastige keuzes, maar gingen die niet uit de weg. Je vermogen tot aanpassen, bepaalt uiteindelijk hoe succesvol je bent.” Kunt u daar een voorbeeld van noemen? “Vanuit mijn bestuurlijke periode bij DOC Kaas – ik werd in 2000 lid van de ledenraad – springen er twee uit. De eerste is de bouw van een nieuwe, ultramoderne kaasfabriek op het Zuivelpark in Hoogeveen die in 2003 in gebruik werd genomen. Een enorme investering en gedurfd project destijds, want het betekende ook dat we nieuwe leden moesten werven. Het tweede voorbeeld is de fusie met de Duitse zuivelonderneming DMK in 2016. Een besluit waar ik voor de volle 100% achter sta en die bepalend is voor de toekomst van DOC Kaas. Er waren de afgelopen jaren wat twijfels bij leden of we de juiste keuze hadden gemaakt. Maar de onderneming heeft niet stil gezeten! Er is flink geïnvesteerd in het optimaliseren van productielocaties, overnames – waaronder Uniekaas – en innovaties. Het productassortiment is zeer breed en varieert van kaas, zuivelproducten en ingrediënten tot babyvoeding, ijs en weiproducten. Daardoor zijn we minder kwetsbaar voor schommelingen in de zuivelmarkt. DMK heeft de focus verlegd van volume naar marge en stap voor stap een stevige positie gecreëerd in de internationale markt. Het is de grootste zuivelcoöperatie in Duitsland en de grootste zuivelleverancier aan de Duitse retail. Daarnaast heeft het met Milram foodservice het sterkste merk in het zuivelschap van de horeca.” Er is dus veel bereikt? “Ja, en dat vertaalt zich ook in de melkprijs. Het aantal leden neemt toe – oud-leden die weer aan De DMK Group – Duitslands grootste zuivelcoöperatie Met ongeveer 7.700 werknemers op meer dan 20 locaties in Duitsland, Nederland en andere internationale hubs, verwerkt Duitslands grootste zuivelcoöperatie melk tot voedingsmiddelen van de hoogste kwaliteit. Het productportfolio varieert van kaas, zuivelproducten en ingrediënten tot babyvoeding, ijs en weiproducten. Met merken als MILRAM, Oldenburger, Uniekaas, Alete en Humana is de onderneming een gevestigde speler op haar thuismarkten en geselecteerde doelmarkten over de hele wereld. Als één van de grootste leveranciers aan de Duitse voedingsdetailhandel en met een omzet van 5,8 miljard euro is de DMK Group één van Europa's leidende zuivelondernemingen. www.dmk.de/nl/

Arjan Schimmel, bestuursvoorzitter DOC Kaas U.A. ons willen leveren en nieuwe leden. Dat geeft vertrouwen, ook naar de toekomst. Mijn termijn als bestuursvoorzitter loopt af en in mei treed ik Uniekaas – Nederlands oudste kaasmerk Wij Nederlanders zijn dol op kaas. We zijn er mee opgegroeid en zorgen ervoor dat we altijd wel kaas in huis hebben. Uniekaas staat al meer dan 50 jaar voor pure, echte Hollandse Goudse – en is niet meer weg te denken uit de Nederlandse huishoudens. Met trots geproduceerd volgens eigen receptuur. Zonder kleurstoffen en conserveringsmiddelen en mét de heerlijk Hollandse weidegangmelk van onze DOC Kaas boeren. Momenteel zet Uniekaas haar volgende duurzame stap naar de toekomst. Vanaf heden worden de plakken verpakt in een nieuwe verpakking. Deze nieuwe verpakkingen besparen bijna de helft aan materiaal en zijn volledig recyclebaar. Daarmee is onze kaas niet alleen lekker voor nu, we denken ook aan de toekomst! DAT SMAAKT EEN STUK LEKKERDER. UNIEKAAS

Guus Mensink, vanaf 17 mei de nieuwe bestuursvoorzitter DOC Kaas U.A.

terug. Mijn opvolger Guus Mensink, vicevoorziter van het bestuur, is zich aan het warmlopen. Daar ben ik trots op, want daarmee borgen we de bestuurlijke continuïteit van onze coöperatie. En Guus heeft er zin in.” Guus Mensink: “Ja, ik zie er zeker naar uit om het stokje over te nemen van Arjan! Wat is er nou mooier dan bestuurder zijn bij je eigen zuivelcoöperatie. Waar mijn focus zal liggen? Op een concurrerende melkprijs en continuïteit op het boerenerf en van de coöperatie – in lijn dus met de missie van DOC Kaas. We zijn op de goede weg, maar het kan altijd beter – daar ga ik me hard voor maken. We zijn en staan klaar voor de toekomst!” www.dockaas.nl


ADVERTENTIE

FGD Zorg in samenwerking met Agriland: collectieve zorg voor werkend Noord-Nederland Al vaker bedacht en nu gerealiseerd: de eerste stap naar een noordelijke zorgverzekeraar. Over vijf jaar wil FGD Zorg tienduizenden verzekerden hebben en kan een coöperatie worden opgericht. Wilco de Boer en Sjoeke van den Akker lichten de opmerkelijke stap toe. Met goed nieuws voor de agrarisch ondernemer, met en zonder personeel. FGD is voortgekomen uit Friesland Bank Assurantiën, dat sneuvelde na overname door Rabobank van de Friesland Bank. Een aantal mensen richt daarna samen met FB Oranjewoud, een nieuw verzekeringsbedrijf voor de drie noordelijke provincies op: FGD (Friesland, Groningen, Drenthe). Nu omvat FGD veertig medewerkers, zestien partnerkantoren en drieëntwintig intermediairkantoren. De groep verzorgt faciliteiten voor de partnerkantoren en biedt onder eigen naam verzekeringsproducten aan van meerdere verzekeraars. Wilco de Boer, eigenaar van Agriland Assurantieadvies en ReduRisk is vanaf het prille begin in 2013 aangesloten bij FGD. „We verzekeren met boerenverstand”, vertelt De Boer, die zelf ook een agrarische achtergrond heeft. „Agriland is een onafhankelijk verzekeringskantoor en gespecialiseerd in agrarische verzekeringen voor melkveehouderij, akkerbouw en intensieve veehouderij en andere bedrijven in de groene sector. Met ReduRisk bedienen we het groot-, midden- en kleinbedrijf.” Verzekeren gaat over mensen „Nieuwe bedieningsconcepten van grootbanken passen niet bij de behoeften van de agrarische ondernemer. De menselijke maat verdwijnt. In tegenstelling tot de meeste grootbanken hebben de relaties van Agriland Assurantieadvies en ReduRisk wel een vaste adviseur die rechtstreeks, zonder tussenkomst van callcenters bereikbaar is en op het bedrijf langskomt. Door persoonlijk contact weten we wat er leeft onder de klanten. We horen steeds vaker dat het aanbod en de bereikbaarheid van zorg op het platteland verder afneemt. Dat waren belangrijke signalen voor ons en FGD om te kijken of we toch niet een eigen zorgverzekering konden opzetten.” „Het is dus een heel logisch moment om met een eigen FGD zorgverzekering voor het noorden te komen”, zegt Wilco de Boer. „We zien zelf ook met lede ogen aan dat zorgverzekeraars op steeds grotere afstand zitten van Friesland, Groningen en Drenthe. Het beleid wordt gemaakt in het westen en daar begrijpen ze niet dat wij hier een andere zorg nodig hebben dan in de dichtbevolkte Randstad. Het noorden wordt gekenmerkt door platteland, veel dorpen en relatief kleine steden. Niet voor niets is er bij de ziekenhuizen in deze regio grote behoefte aan een zorgverzekeraar die dat wel begrijpt en daarop zijn beleid en keuzes baseert. Verzekeren hoort over mensen te gaan, zeker in de zorg.” De vraag is hoe je als nieuwkomer die zorgverzekeringswereld binnen komt, want er gelden hoge kapitaalseisen. Hiervoor is FGD een partnership aangegaan met Aevitae. Zij bieden al jaren zorgverzekeringen aan voor bedrijven in Nederland. FGD Zorg is een nieuwe, collectieve zorgverzekering, speciaal ontwikkeld en ingericht voor Noord-Nederland. De uiteindelijke stap naar een coöperatieve noordelijke zorgverzekeraar willen we over een paar jaar zetten. Dat kan als we voldoende verzekerden en voldoende kapitaal

Wilco de Boer en Sjoeke van den Akker

hebben, vandaar de wens van enkele tienduizenden verzekerden in vier tot vijf jaar. Als we dan een zelfstandige coöperatie hebben, kunnen we de zorg in het noorden met alle leden en zorgverleners echt goed inrichten en betaalbaar organiseren.” Kleinschalig en bereikbaar „Met deze eerste stap van collectieve zorgverzekering via de werkgevers, richten we ons op werkend Noord-Nederland en hun families. En de vele agrarische en zelfstandige ondernemers die we in het noorden hebben, kunnen ook bij ons terecht. Voor agrariërs en andere ondernemers hebben we een speciaal zorgcollectief, zodat ook zij de zorgverzekering en de bijbehorende collectiviteitskorting kunnen afsluiten zoals dat ook voor werknemers geldt.” „We zijn geworteld in het noorden en kiezen met onze zorgverzekeringen voor kleinschaligheid en de menselijke maat. Het gaat er om wat past bij onze cultuur en zorginfrastructuur van het platteland. Daarin past niet dat grote verzekeraars lokale ziekenhuizen tot andere keuzes dwingen dan vanuit de regionale zorgbehoefte wenselijk is, zoals met Sionsberg in Dokkum is gebeurd. Het noorden met zijn omvangrijke platteland heeft eigen zorgbehoeftes. Daar willen wij positief aan bijdragen, dit is een belangrijke eerste stap.” Zorg van de toekomst Sjoeke van den Akker is Hoofd Zorg en Inkomen bij FGD en van daaruit direct betrokken bij FGD Zorg. „We horen te veel negatieve geluiden, mensen maken zich grote zorgen over de bereikbaarheid en beschikbaarheid van zorg in hun omgeving, over wachtlijsten en omzetplafonds. Het komt voor dat mensen geen

psychische hulp kunnen krijgen of lang moeten wachten maar ook dat mensen aan het einde van het jaar nergens meer terecht kunnen voor een niet spoedeisende operatie. Te gek voor woorden, want als je gezondheidsproblemen hebt, moet het worden opgelost. Dat kan niet door omzetafspraken te maken vanuit een hoofdkantoor. Gezondheid is heel belangrijk voor ons allemaal! Wij kennen geen omzetplafond. We maken afspraken op basis van de doorverwijzing van de huisarts, niet op basis van omzet.” Beter beschikbaar en toegankelijk „Persoonlijk contact en korte lijnen vormen de basis van onze dienstverlening. Dat is de kracht van Agriland, ReduRisk en FGD Zorg. Met deze stap breiden we ons totale verzekeringspakket uit, zodat het aantrekkelijk wordt om al je verzekeringen via één loket te regelen. Gezondheid, preventie en betrouwbare en bereikbare zorg horen daar bij. Met FGD Zorg zetten we de eerste stap naar meer betrokkenheid bij de noordelijke zorg en naar zelfstandigheid van onze regionale zorgbehoefte.” „Onze collectieve zorgverzekering is er voor werkgevers, werknemers en voor zelfstandig ondernemers met en zonder personeel. Noordelijke nuchterheid en betrokkenheid in de zorg is de toekomst en die kunnen we samen invullen. Met elkaar aan de slag. We zetten intensief in op samenwerking met zorgverleners, met ziekenhuizen en met huisartsen. De zorg in en voor Noord-Nederland moet beter beschikbaar en vooral toegankelijk voor iedereen zijn.” www.fgdzorg.nl www.agrilandassurantieadvies.nl www.redurisk.nl


ADVERTENTIE

Barn-E mestrobot belangrijke schakel in circulair boerenbedrijf

Een boerenbedrijf in balans

Hasman is een circulair landbouwbedrijf in het Twentse Beuningen en ligt middenin een Natura 2000-gebied. Het bedrijf telt drie takken die elkaar versterken: melkvee/landbouw, natuurbeheer en energieproductie. Mens, dier en natuur spelen een vooraanstaande rol binnen het vooruitstrevende boerenbedrijf, naast de innovatieve oplossingen die bijdragen aan het optimaal functioneren van het landbouwbedrijf. Zo beschikt Hasman bijvoorbeeld over de Barn-E mestrobot, ontwikkelt door JOZ in Westwoud. De Barn-E mestrobot zorgt ervoor dat de mest van de circa 400 koeien wordt verzameld en vervolgens wordt verwerkt tot biogas. „Onze boerderij is in balans”, zegt Hans Roeleveld, die samen met broer Alfons eigenaar is van Hasman BV. „We hebben landbouw waarmee we onze koeien voeden, wekken zelf energie op via mestvergisting en zonnepanelen, waarmee onze boerderij en twee woonhuizen worden verwarmd en van elektriciteit worden voorzien en we beheren circa 20 hectare natuur, waaronder de oudste oerbossen langs het riviertje de Dinkel. Daarnaast hebben we heide en kruidenrijke graslanden in beheer, die we één keer per jaar maaien en afvoeren en een walhalla zijn voor flora en fauna. Wij zeggen wel eens gekscherend dat ons bedrijf zich bezighoudt met de vijf ‘effen’: food (mens), feed (dier), fuel (brandstof), fertilizer (meststof) en flowers (bloemen).” Duurzame stal Wat in 1967 begon met 40 hectare grond en 50 koeien aan de ketting, is uitgegroeid tot een modern bedrijf van 180 hectare en een bedrijfsvoering die aan bovenwettelijke eisen voldoet, zoals de eigenaren het zelf zeggen. Daarin speelt onder andere de duurzame stal een belangrijke rol, waarin 280 koeien een plekje vinden. „De stal heeft een dichte emissiearme vloer, waardoor de mest en de urine van de koeien wordt gescheiden. De Barn-E mestrobot verzamelt de mest zo snel mogelijk, waarna het naar de mestvergister gaat. “Daar komt de mest en urine weer bij elkaar, waarna de reactie ontstaat, waarbij methaan en ammoniak vrijkomen”, zegt Alfons:„ We stoten dus geen schadelijke stoffen uit, maar maken er biogas van. Hoe sneller dit proces verloopt, des te hoger is het rendement. De Barn-E mestrobot is daarvoor een ideaal apparaat, een perfect hulpmiddel.” Het gewonnen biogas is niet alleen een duurzame oplossing in de energietransitie, het zorgt ook voor een behoorlijke beperking aan stikstof op de boerenbedrijven. Herman:„ Doordat de mest zo snel mogelijk naar de vergister wordt gebracht, wordt het grootste deel van de stikstof in de vergister opgevangen. En wat na vergisting overblijft aan mineralen wordt gebruikt om de graszoden te bemesten, waardoor minder stikstofuitstoot ontstaat dan bij het regulier mest injecteren. Daarmee is het landbouwsysteem zoals we dat vroeger kenden rond, alleen doen wij het in een moderne variant.” Energiepositief Dankzij de zonnepanelen en de mestvergisting is

De Barn-E mestrobot in het kort. JOZ staat voor ‘home of the clean stable’, oftewel moderne stalreiniging. Het bedrijf is al meer dan 70 jaar actief met het ontwikkelen van mestafvoer- en voeraanschuifsystemen. Mestrobot Barn-E is geschikt voor vrijwel alle ligboxstallen met dichte vloeren. De Barn-E maakt deze vloeren moeiteloos schoon. De mest wordt via een roterende invoer omhoog gebracht en in een mestcontainer opgeslagen. De verzamelde mest wordt vervolgens in een afstort, in het geval van Hasman dus een vergister, gestort, waarna het proces van het produceren van biogas kan beginnen.

De beoogde opvolger van Hasman BV, zoon Christian, is uitermate tevreden over het functioneren van de Barn-E mestrobot. Hasman is niet alleen energieneutraal, maar ook energiepositief. „We maken deel uit van de Energiecoöperatie IJskoud”, gaat Hans verder. “IJskoud is een boereninitiatief voor circulaire biogasproductie, op een diervriendelijke, duurzame en lokale manier. Er maken zes boerenbedrijven deel uit van de coöperatie en naast dat ze zelf aardgasvrij zijn, wordt er ook biogas geleverd aan twee naburige bedrijven.” Ook op het gebied van natuurbeheer neemt Hasman haar taken uitermate serieus. „Dit doen we niet alleen op onze eigen grond, maar verzorgen we ook voor derden”, geeft Alfons aan. “Het hele jaar door profiteren flora en fauna van die natuur en één keer per jaar wordt er gemaaid, waarna het natuurmaaisel onder andere in de voeding voor onze koeien wordt bijgemengd. Ik ben er van overtuigd dat boeren beter natuurbeheer kunnen verzorgen dan anderen, met een veel lagere CO2 foodprint en bovendien circulair.”

Belangrijke schakel Terug naar de Barn-E mestrobot, die inmiddels een kleine 2 maanden dienst doet in de stallen van Hasman. „Het is nu al een belangrijke schakel in ons systeem geworden”, legt Herman uit. “De Barn-E kan overigens niet alleen in nieuwe stallen ingezet worden, ook in bestaande stallen is het ideaal, omdat de robot moeiteloos met afwijkende situaties kan omgaan. De Barn-E bevalt ons erg goed, hij doet het perfect en doet datgene waarvoor we hem hebben aangeschaft. En we gaan z’n werkterrein binnenkort uitbreiden, omdat we een andere stal, waar nu nog roosters inzitten, ook dicht gaan maken. Op die manier kunnen we straks nog beter onze mest vergisten en dat past precies binnen de filosofie van ons bedrijf.” www.joz.nl


ADVERTENTIE

Doorontwikkelen van het opslaan van ruwvoer geeft een hogere en stabielere melkproductie De gezondheid van uw dieren is het belangrijkste wat er is op uw bedrijf. Het rantsoen is één van de sleutelfactoren voor een goede gezondheid van koeien. Daarom is het extra belangrijk om de ruwvoeropslag op uw bedrijf te blijven ontwikkelen. De kwaliteit van het ruwvoer stijgt – de koe neemt meer ruwvoer op – de melkgift stijgt. Ruwvoeropslag met sleufsilo’s Eén van de meest optimale manieren om het ruwvoer op te slaan is met de sleufsilo’s van Kornet Beton uit Balk. De sleufsilo’s kunnen met elk gewenst formaat geleverd en gebouwd worden. Kornet Beton Balk heeft de productie in eigen beheer waardoor de lijnen kort blijven voor de klant. Tijdens het ontwerp van de sleufsilo is er nagedacht over de meest optimale manier van de afvoer van pers-sappen en water. De sleufsilo is uitgevoerd met een goedgekeurd afvoersysteem. Het afschot in de vloer wordt naar één zijde gebouwd met afvoeren door de silo elementen. Hierdoor kunnen de afvoeren niet verstopt raken of stuk gereden worden. In de lengte blijft de vloer in de sleufsilo waterpas, zodat er aan de vooren achterzijde van de sleufsilo in- en uitgekuild kan worden

met behulp van het Kornet Beton afdeksysteem. Geautomatiseerd afdeksysteem Voor een goede conservering van het ruwvoer is een goede basis het halve werk. Met het KCS automatische afdeksysteem wordt de kuilbult volledig luchtdicht afgesloten. Ook boven de wanden van de sleufsilo uitkuilen is geen probleem met het afdekkleed wat door de elasticiteit altijd met de kuil mee vormt. Het afdekkleed weegt 1.7 kg per m² en is volledig luchtdicht, hierdoor krijgen broei en schimmels geen kans om de conservering negatief te beïnvloeden. Het veelzijdige afdeksysteem is in de breedte verstelbaar en te verkrijgen als portaalsysteem of als rijdend systeem over de sleufsilowand. Een kuil afdekken is een fysiek zware en tijdrovende activiteit, met het KCS afdeksysteem is dit verleden tijd. De afdekmachine doet het

werk en in ± 30 minuten is de kuil volledig luchtdicht afgedekt. De veehouder kan efficiënter werken en meer tijd aan andere zaken besteden. Milieuvriendelijk Het KCS afdeksysteem is een milieuvriendelijk systeem. Het afdekzeil kan vele jaren gebruikt worden waardoor u plastic bespaart. Onze eerste afdekkleden zitten nu in het 11de seizoen en zijn nog altijd even elastisch en luchtdicht. Het regenwater wordt voor ca. 90% gescheiden van het ruwvoer, waardoor er nagenoeg geen vervuilde watersloten ontstaan bij de veehouder. Het afdeksysteem voldoet hiermee aan alle criteria en komt in aanmerking voor de MIA/VAMIL subsidieregeling. Heeft u vragen neem vrijblijvend contact met ons op tel. 0514-601990, info@kornetbeton.nl of bezoek onze website. www.kornetbeton.nl

ADVERTENTIE

Deelstra Jansen: vakspecialisten voor de landbouw Een club van 18 specialisten die 300 ondernemers helpen bij het nemen van beslissingen. Een ervaren en groen getint administratie en advieskantoor met een omvangrijk netwerk: Deelstra Jansen in Leeuwarden. Over het belang van administratie, specialisme en bedrijfsoverdracht. Ruurd Deelstra en Jules Jansen hebben een agrarische achtergrond en dito opleiding. De helft van hun vooral Friese klanten is ‘groen’, van agrarisch ondernemers tot en met coöperaties voor natuur en groenbeheer. Vakinhoudelijke kennis is fundamenteel benadrukken ze. Financieel, fiscaal, bedrijfskundig, loonadministratie en personeelsbeleid, op ieder onderdeel moet de kennis van alle medewerkers up to date zijn. ,,Het gaat om actualiteit en beschikbaarheid van kennis.”

Het kantoor is sterk geautomatiseerd. De koppeling met banken, leveranciers in de keten en de ondernemer zorgt voor maximale gegevensuitwisseling en biedt de adviseurs altijd actueel inzicht. Deelstra Jansen heeft een strategische samenwerking met de accountants van Van Elst & Oosterbaan en is aangesloten bij brancheorganisaties NOAB en VAB. Om hun klanten nog beter met advies van dienst te kunnen zijn, is het team van Deelstra Jansen vanaf volgende maand uitgebreid met twee zeer ervaren agrarische adviseurs. De ondernemer bepaalt? De complexiteit van wet- en regelgeving is zo omvangrijk, dat specialisme onontbeerlijk is. Jules Jansen mag zich sinds september (als eerste in het noorden) Erkend Bedrijfsadviseur SABE noemen. Een erkenning op het terrein van verduurzaming landbouw, agrarische bedrijfsopvolging en de beschikbaarheid van diverse subsidies. ,,We hebben in de eerste Europese subsidieronde direct zeven klanten kunnen helpen”, vertelt Jules Jansen. ,,Bedrijfsoverdracht wordt steeds meer maatwerk, er is grote behoefte bij ondernemers om overdracht van onroerend goed en productierechten goed geregeld te hebben, soms

gefaseerd. De ondernemer bepaalt hoe hij het wil, wij adviseren over de keuzes die hij heeft.” Ruurd Deelstra: ,,We zitten in een prachtige landbouwdelta, alleen is het politieke klimaat minder stabiel dan we zouden wensen. Het is zorgelijk dat de vakinhoudelijke landbouwkennis in de Tweede Kamer zo ver achterblijft en men geen weet heeft van effecten van de eigen maatregelen. Regelgeving gaat gepaard met enorme financiële consequenties voor de ondernemer als die een administratief foutje maakt. Meekijken in de processen van onze klanten en nauwgezet controleren van gegevens is daarom zo belangrijk. Zo hebben we voor een akkerbouwer de milieu investeringsaftrek (MIA) verkregen voor een optische sorteer installatie, ondanks dat deze machine nog niet bekend was bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland(RVO). Dan hebben we het over € 25.000,= extra aftrek en liquiditeitsvoordeel. Creativiteit van ondernemers en adequate advisering is nodig om risico’s te spreiden en toekomstbestendig te blijven.” www.deelstrajansen.nl


ADVERTENTIE

Uitstoot beperken? De jongens van Veenema adviseren de mix Eén oplossing voor elk emissievraagstuk in mobiliteit is er niet. De weg naar nietfossiele brandstoffen en minder uitstoot betekent voor de jongens van Veenema veel advies geven. Wat is er mogelijk in jouw situatie? Drie nuchtere experts over de stand van zaken. Diesel en benzine alleen bepalen al lang niet meer de inhoud van de tank. Zeker voor bedrijven is de lijst van brandstofopties en smeermiddelen lang en ondoorzichtig geworden. „We staan voor de uitdaging naar de-carbonisatie, naar niet-fossiele brandstoffen en smeermiddelen. De focus van de overheid ligt heel sterk op elektrificering, maar dat is niet de oplossing voor alles. Bovendien reduceert het niet snel genoeg en is die uitstootbeperking er alleen aan de uitlaat. De elektriciteit zelf is nog steeds grotendeels fossiel. Waar het naar toe gaat, weten ook wij niet precies. Het zou enorm helpen als de overheid een duidelijke visie zou uitdragen en de stappen benoemt die nodig zijn om naar fossielvrij te komen. Nu is het zwabberen. Gelukkig zijn er veel opties voor logistiek en mobiliteit om nu al uitstoot en kosten te verlagen.” Er is veel op de markt, wij worden vaak gevraagd mee te denken over specifieke oplossingen, die wij kunnen bieden” Er moet wel gewerkt worden Veenema in Sneek heeft tachtig jaar ervaring in het brandstof en smeermiddelenvak. Het familiebedrijf is vertrouwd leverancier van brandstoffen, smeermiddelen, chemicals en industriele gassen voor tankstations, industrie, (mechanisatie)landbouw, transport en logistiek,

aannemerij infra, grondverzet en recreatie en watersport. De jongens van Veenema zijn specialisten die de rust en het overzicht bewaren. Voor agrarische bedrijven zijn dat Freark Kaspersma en Freerk Abma. En die vatten de stand van zaken in het veld helder samen: „Er moet wel gewoon gewerkt worden, het gaat allemaal door, iedere dag.” „Het is daarom geen kwestie van een simpele keuze tussen bijvoorbeeld elektrisch of fossiel”, vullen ze elkaar aan. „Je hebt alles nodig als je je footprint wilt verlagen, het gaat om de brandstofmix. Meten is weten. Inventariseer wat je nodig hebt, bekijk met ons welke producten daarbij passen, stel een zo goed mogelijke mix samen. De producten zijn er. Kijk naar de diesel van vandaag de dag, bijgemengd met 16% biobrandstof, het bespaart je uitstoot al drastisch. HVO- de synthetische dieselbrandstoffen, verlaagt je CO2 footprint direct tot wel 89%, maar kan bij diesel worden bijgemengd om de gewenste verlaging te krijgen. GTL, gas to liqued, een ook duurzame geurloze vervanger van diesel, ideaal voor in drukke omgevingen.

E-fuels, wordt gemaakt van opgewekte duurzame stroom en afgevangen CO2, wordt in de toekomst een alternatief in zwaarder vervoer. Het is of komt er, en stuk voor stuk dragen ze bij en kun je stappen zetten naar sterke verlaging van uitstoot. Kan het nog beter? Natuurlijk, maar we zijn goed onderweg en veel mensen en bedrijven zijn heel nieuwsgierig over wat zij kunnen doen. De jongens van Veenema vertellen er graag meer over!” www.veenemaolie.nl

ADVERTENTIE

Partner van de agrariër „Als trotse agrariër probeer je je bedrijf op orde te hebben”, zegt Piet Heslinga, directeur van Jansma Drachten B.V. „Een nette oprit en dito erf is je visitekaartje. Als je merkt dat je erf en toegangsweg beginnen te verzakken en je steeds vaker door diepe waterplassen rijdt, dan kom je in actie. Verzakte wegen zijn niet alleen lastig, maar ze kunnen ook een verkeerd beeld geven van de wijze waarop je je bedrijf runt. Wat doe je dan? Mijn tip: net als bij een dak, repareren als het droog is.” 100 jaar ervaring Jansma Drachten B.V. werkt al jaren aan de weg. „We bestaan ruim 100 jaar en al 40 jaar ‘leven’ wij asfalt. We kennen de kneepjes van het vak als geen ander. Daarom worden we ook vaak voor de wat meer ingewikkelde projecten gevraagd. Daar zijn we trots op. Neem bijvoorbeeld de kadevervanging aan de Luts in Balk. Je werkt niet alleen aan de realisatie, maar ook maak je een plan voor de communicatie. Voor alle werkzaamheden geldt dat je omwonenden en andere betrokkenen zo min mogelijk wilt belasten. Niet alleen het resultaat is belangrijk, maar ook de weg ernaartoe”, zegt Piet. „Ook als we een agrariër voorzien van een prachtig en strak erf hanteren we een zorgvuldige aanpak. Het gewone leven en de werkzaamheden moeten door kunnen gaan. Wel betrekken, niet belasten is het devies. Dat bereik je met een goede planning, heldere communicatie en je beloftes nakomen. ” Asfalt speciaal voor de boer „Een extraatje daarbij is dat het asfalt geproduceerd wordt bij de Asfalt Productie Kootstertille, waar Jansma Drachten mede eigenaar van is. Bij de productie van dit asfalt

vindt er een reductie van 35% Co2 uitstoot plaats ten opzichte van regulier asfalt. Bovendien is het zuurbestendig. Dat is voor de boer ook zeker een pluspunt.”

‘Goed voor het dier, goed voor de boer’ Een mooie strakke silo of erf op de gewenste dikte, vloeistofdicht, voordelig in onderhoud en duurzaam, wat wil je nog meer? „Wat dacht je van een veilige sleufsilo”, zegt Piet. „Voer dat in een silo van beton wordt opgeslagen kan, vooral als er zuurhoudende ingrediënten inzitten worden aangetast, het beton gaat brokkelen en kan in het voer komen. Dit is niet goed voor de gezondheid van het vee. Een toplaag in de silo van ons zuurbestendig asfalt voorkomt deze voedselverontreiniging. Goed voor het dier, goed voor de boer, maar ook wij worden daar blij van. Wij helpen graag.”

Jansma Drachten De Bolder 1 9206 AM Drachten 0512 - 334070 www.jansma.biz


ADVERTENTIE

Groen onderwijs volgens Terra: bedrijfsleven omarmen Terra vernieuwt door het bedrijfsleven, non-profit organisaties en overheden volledig te betrekken bij het groene onderwijs. Bij vorm, inhoud en uitvoering. Het leidt tot verbinding en begrip bij de opleidingen, studenten, medewerkers en bedrijfsleven. Drie van hen over trots, kritisch vermogen, ondernemerschap en kwetsbaarheid. Reflectie vanaf het SuikerTerrein van Terra, het groene living lab in Groningen. ,,Als we onze studenten zo goed mogelijk willen voorbereiden op de wereld van morgen, is het noodzakelijk het bedrijfsleven te integreren in ons onderwijs.” Docenten Marjan Nijenbanning van de opleiding Food, Life & Innovation, Mischa Bosman van de opleidingscluster Agro & Techniek en Ine Sturkenboom, practor Natuurinclusieve Landbouw zijn enthousiast. Anderhalf jaar gelden is het vernieuwingsproces ingezet op alle mbovestigingen in Groningen en Drenthe. Ine Sturkenboom: ,,Onze studenten maken we regisseur van hun leerproces en we faciliteren ze tot wereldburgers, die zo goed mogelijk voorbereid zijn op maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat om talentontwikkeling, zelfstandigheid, ondernemerschap, kritisch vermogen, maatschappelijke betrokkenheid en bewustwording.” Positieve gevolgen De stap naar vernieuwing vereist anders denken en handelen, beaamt Marjan Nijenbanning. ,,Door nadrukkelijk en fundamenteel het bedrijfsleven bij ons groene onderwijs te betrekken, stellen we ons open en kwetsbaar op, we worden met onze studenten deel van wat er om ons heen gebeurt. Het bedrijfsleven heeft vraagstukken. Ze vragen ons en onze studenten om oplossingen. Door daar samen aan te werken groeien onze studenten in zelfstandigheid, leren ze zich te verplaatsen in een andere werkelijkheid. Ze leren in te spelen op veranderingen waar bedrijven voor staan, ze leren flexibel te zijn. Het vergt nadenken over complexiteit en de uitvoerbaarheid in de dagelijkse praktijk. Onze opleiding Food, Life & Innovation is nieuw en

maakt die stap naar ander onderwijs makkelijker, maar ik zie vooral dat het ons veel goeds brengt.” Wat zijn de positieve gevolgen? Marjan: ,,Studenten van verschillende opleidingen ontmoeten elkaar weer meer. Ze leren elkaar op te zoeken, want om vraagstukken op te lossen heb je kennis van de hele groene keten nodig. Als je informatie wilt geven over voeding, heb je ook kennis nodig van de inhoud, van teelt, productie, verwerking, gezondheidseffecten. Ze leren snappen hoe iets werkt of niet, wat er bij komt kijken om mensen te overtuigen van nieuwe producten of effecten, wat er elders in de keten gebeurt als gevolg van de door jou gekozen oplossing. Ze leren samen te werken, vragen te stellen, te onderzoeken. Ze krijgen begrip voor de ander, begrijpen waarom iemand doet wat hij doet en dat je elkaar alleen kunt helpen vanuit verbinding.” Bijdragen aan verandering Ine Sturkenboom: ,,We doen dat door gezamenlijk (bedrijfsleven, overheden en onderwijs) vraagstukken op te pakken, door lessen op bedrijven te faciliteren waarbij gekeken wordt naar mogelijkheden voor oplossingen van vraagstukken, met (gast)lessen door experts uit de regio die op inhoud een bijdrage leveren, door Natuur Inclusief produceren en beheren op te nemen in het curriculum van de student en in te spelen op duurzaamheidsvraagstukken binnen de onderwerpen van het curriculum. Naast uiteraard de theoretische kennisoverdracht. Want dat blijft belangrijk, het levert bagage op waardoor een student keuzes kan maken, mee kan sparren,

verder kan bouwen en kan beredeneren welke gevolgen keuzes kunnen hebben, niet alleen voor het onderwerp maar ook voor de omgeving.” Marjan: ,,Het onderwijs is niet meer van ons, het wordt op deze manier een gedeeld iets.” Mischa: ,,De wereld verandert zo snel, dat het andere competenties vereist, een andere houding en gedrag, flexibiliteit van ons allemaal. Het stelt eisen aan docenten en medewerkers in het onderwijs, om vanuit een veel bredere verantwoordelijkheid en met meer vrijheid voor onze studenten in te spelen op wat er om ons heen gebeurt. We worden veel dieper en sneller geconfronteerd met wat er nodig is om bij te kunnen dragen aan verandering.” Ine: ,,Het gaat concreet om de verbinding met de wereld om ons heen. Wat gebeurt er en hoe kunnen wij bijdragen, hoe stimuleren we jonge mensen om hun weg daarin te vinden, zich goed te ontwikkelen in al die complexiteit?” Marjan: ,,Duurzaam is het trefwoord. Het gaat niet alleen om de bijdrage die je levert in jouw deeltje van de groene sector, of dat nu voedingsadvies is of de productie van veldbonen, het gaat om de impact die jouw handelen heeft op je omgeving.” Trots op al die jongens en meiden Hoe hoopvol zijn jullie in transitie naar een duurzamere wereld? ,,Mischa: ,,Heel hoopvol, want ik zie vanuit onze opleiding Agro & Techniek dat tal van bedrijven in de sector al jaren positieve stappen zetten. Vergeet niet dat de landbouw in ons land per definitie duurzamer is in heel veel andere landen. Dat bovendien het ruimtebeslag op kostbare grond de inzet is van veel belangen, kijk naar dit prachtige groene living lab SuikerTerrein, waar de stad, begrijpelijk, ook zijn beslag op legt. Het vergt veel om daarbinnen je weg te vinden met alle verantwoordelijkheden die het met zich meebrengt.” Ine: ,,Daarom ben ik zo trots op het mbo: het zijn jongens en meiden die hun ding doen en leren doen, die weten wat verantwoordelijkheid is én dan nog kunnen slapen. Ik ben het met Mischa eens dat veel bedrijven binnen het groene spectrum welwillend zijn door in toenemende mate te willen bijdragen aan verduurzaming en biodiversiteit. Het is de uitdaging onze studenten mee te nemen in wat er speelt, ze zelfkritisch te maken, zich bewust te laten worden van complexe systemen en hun individuele mogelijkheden binnen grote maatschappelijke opgaven. Het is aan ons om ze met bedrijven te faciliteren op geweldig onderwijs en prachtige bedrijfslocaties en ze te stimuleren in duurzame keuzes en omgevingsbewust handelen.” Terra heeft dit schooljaar belangrijke stappen gezet om het onderwijs zo in te richten dat ze kan meebewegen met de wereld van morgen. Door samen te werken, met aandacht voor elkaar en voor de wereld om ons heen. www.mboterra.nl

Van links naar rechts: Ine Sturkenboom, Mischa Bosman en Marjan Nijenbanning


ADVERTENTIE

‘Je melkt een koe door de bek’ Speerstra Feed Ingredients in Eesterga timmert al 25 jaar aan de weg onder het motto ‘Healthy animals, high profits’. Familiebedrijf Speerstra draagt al jaren met veel enthousiasme bij aan gezonde koeien, een beter dierenwelzijn en arbeidsvreugde van veehouders.

„We zoeken graag naar innovatieve oplossingen voor de veehouderij”, zegt Jan Speerstra (62). In 1996 begon hij als pionier in veevoer-ingrediënten met zijn eigen bedrijf Speerstra Feed Ingredients in Eesterga, in de buurt van Lemmer. Al snel deed hij dat samen met zijn vrouw Tineke (62). Het bedrijf is flink gegroeid, waarin ook zoon Eize (29) en dochter Gelske (31) actief zijn, samen met zeven medewerkers. Het familiebedrijf Speerstra verkoopt ingrediënten, zoals vitamines, mineralen en andere producten voor herkauwers, varkens, pluimvee, paarden en huisdieren. Anno 2021 geniet Speerstra internationale bekendheid en steeds meer buitenlandse bedrijven zoeken contact met het Friese bedrijf. Jan en Tineke blijven er nuchter en bescheiden onder, maar zijn wel duidelijk trots op wat ze hebben bereikt voor de veehouderij. Diëtist voor dieren „Onze missie is het finetunen van voeding van dieren voor een optimale vertering en benutting van voedingsstoffen. Je kunt ons beschouwen als een diëtist voor dieren”, lacht Jan. Koeien melken, is veel ingewikkelder dan mensen denken. Dat merkt Tineke als ze met vriendinnen over landbouw praat. „Ze denken dan gras is gras en een koe is een koe. Maar zo simpel is het niet”, zegt Tineke. „Het spijsverteringskanaal van een koe is met vier magen erg complex. Ook de samenstelling en voedingswaarde van gras varieert enorm, evenals het complete rantsoen of maaltijd van een koe.” Na 25 jaar weten Jan en Tineke dat speciale ingrediënten belangrijk zijn in de vertering van voeding in een dier. „Je melkt een koe door de bek”, zegt Tineke. „Wat er in de koe gaat, bepaalt wat er uit komt qua melkhoeveelheid en melksamenstelling. En dat geldt ook voor de groei van een dier voor een efficiënte productie van vlees.”

‘In ons vak zijn het vaak de kleine dingen die het verschil maken’ Stikstofregelgeving Vanwege de stikstofregelgeving moeten veehouders meer eiwit van eigen land halen en het eiwitgehalte in rantsoenen verlagen. Jan is ervan overtuigd dat inkrimping van de veestapel niet nodig is om de stikstofuitstoot vanuit de veehouderij te verlagen. „Zolang je met de juiste ingrediënten maar zorgt dat de pens van een koe optimaal werkt. Het mooie is dat een koe zelf eiwit maakt in de pens en dat proces optimaliseer je met onze producten. Dan kan het eiwitgehalte in een melkveerantsoen omlaag zonder melk in te leveren, terwijl de stikstofuitstoot vermindert”, zegt Jan. De afgelopen decennia is er veel veranderd. Jan was 40 jaar geleden getuige van het eerste gebruik van sojaschroot in

melkveerantsoenen. „Import van soja en extra eiwit in het rantsoen staat tegenwoordig onder druk. Maar wij hebben in proeven laten zien dat je met toevoeging van diverse ingrediënten, zoals pensbestendige aminozuren, minder soja kunt voeren, waarbij de koe net zoveel melk blijft geven.” Corona en webinars De Corona-crisis heeft tot op heden geen negatieve gevolgen gehad voor de omzet van Speerstra Feed Ingredients. „Het vraagt wel duidelijk een andere werkwijze”, vertelt Jan. Vanwege het ontbreken van klantcontacten op beurzen, ging hij vanaf april 2020 noodgedwongen webinars houden. Dat gebeurde vaak in samenwerking met andere partijen en dat leverde veel interessante vragen op. „Deze wijze van klantcontact en kennisoverdracht biedt weer nieuwe mogelijkheden. Bij elk webinar haakten enkele honderden mensen aan en zo kwamen we ook in contact met nog meer buitenlandse klanten. Zonder corona hadden we dit nooit gedaan.” Speerstra publiceert ook regelmatig kennisartikelen op haar website. “Met ons team van deskundige medewerkers zijn we steeds meer kennispartner voor veehouder en veevoeradviseur.” merkt Jan. „ In het begin van de COVID pandemie was iedereen verbaasd dat alle medicijnen uit China kwamen. We hopen toch echt niet dat straks alle voedsel van buiten Nederland komt.” Waardering boeren Volgens Jan worden Nederlandse boeren vaak weggezet als milieuvervuilers of als zielloze managers die niet goed omgaan met hun vee. Tineke heeft daar duidelijk een andere kijk op door gesprekken met boerinnen. „Een tijd terug vertelde een boerin dat hun stal een eind van hun

woning vandaan staat. In een zomernacht was ze in haar nachtjapon wel drie keer naar de stal gefietst om te kijken of het wel goed ging met een koe die moest kalven”, vertelt Tineke. „Laat ze die bezieling maar eens filmen, want in de praktijk werken boeren met hart en ziel met hun vee. De beeldvorming in de media klopt helaas niet altijd met de werkelijkheid en dat is jammer.” Dat het ook anders kan, blijkt uit het tv-programma ‘Onze boerderij in Europa.’ In Denemarken bijvoorbeeld is de waardering voor boeren groter dan in Nederland. “Wij werken, net als boeren, al jaren aan verduurzaming van de veehouderij. In Nederland, maar ook over de grens en dragen dat graag uit. Ook richting burgers, want er mag wel meer waardering komen voor alle inspanningen die boeren al hebben gedaan voor dierenwelzijn en milieu”, stellen Jan en Tineke. speerstra.com

Jan Speerstra


ADVERTENTIE

Kraats verpakt zoals het hoort! Kraats Kaas in Hoogeveen viert dit jaar haar 45-jarig bestaan. Een modern kaasverwerkingsbedrijf dat kaas snijdt en raspt voor diverse opdrachtgevers, zoals bekende grootwinkelbedrijven, groothandels, industrie, pizzaketens en bakkerijen in binnen- en buitenland.

Kraats Kaas groeit, getuige de extra rasplijn die het bedrijf momenteel bouwt om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen. Kwaliteit en leverbetrouwbaarheid staan aan de basis van deze groei. „En daarin spelen onze medewerkers een doorslaggevende rol”, zegt directeur Ton Bosch. Het bedrijf verhuisde in 2008 naar Hoogeveen, bewust op een steenworp afstand van DOC Kaas, ook toen al één van de grootste toeleveranciers van de verschillende kaassoorten die verwerkt worden. Inmiddels wordt sinds 2013, bij Kraats Kaas, jaarlijks meer dan 20 miljoen kilo kaas verwerkt. Afnemers Aanvankelijk waren de klanten vooral afkomstig uit Europa, met name Duitsland, waar Kraats Kaas over een groot aantal vaste en trouwe klanten beschikt. De laatste jaren exporteert Kraats haar producten ook buiten Europa. Met verkopende partners in binnen- en buitenland worden afnemers bediend in Azië, Afrika, en Noord Amerika. „Voor deze overzeese klanten kunnen wij een langere houdbaarheid van het product garanderen”, legt Bosch uit. “Daarnaast kunnen we voldoen aan de extra hygiëne-eisen die soms nog verder gaan dan de hoge eisen die we zelf al voor Europa hanteren.” Kwaliteitssysteem en certificeringen Kwaliteit en hygiëne gaan bij Kraats Kaas hand in hand. Het bedrijf heeft een kwaliteitssysteem dat aan diverse standaarden voldoet zoals BRC (Global Standard Food Safety) en IFS (International Food Standard). Daarnaast is Kraats Kaas o.a. BIO- en HALAL-gecertificeerd. „Opdrachtgevers hebben vaak bijzondere eisen waaraan je moet voldoen, dat legt de lat heel hoog. Het behalen en behouden van diverse certificaten vinden wij vanzelfsprekend. Om dat hoge niveau op alle vlakken vast te houden, is steeds weer een uitdaging, maar met dank aan het gehele team, lukt dat prima.” Kraats is het hele jaar door klaar voor inspecties en controles, die bijna altijd onaangekondigd plaatsvinden. „Zo kunnen we op allerlei manieren de kwaliteit bewaken, waar onze klanten om vragen.” Gebouw Het gebouw op industrieterrein Buitenvaart is zeer specifiek voor de snij- en raspactiviteiten ontworpen en biedt nog volop groeikansen. Gas wordt niet gebruikt, alles gebeurt elektrisch, hierbij wordt de vrijkomende warmte bij het koelen gebruikt voor het verwarmen van water voor schoonmaak en verwarming van kantine, kleedruimten en kantoren.

De opslag en productie vindt plaats in gekoelde ruimten van 5 tot 7° graden; in de ruimten waar gesneden en geraspt wordt gebeurt dit ook in high care omstandigheden met gefilterde en UV behandelde lucht. De aandacht voor hygiëne, veiligheid en ergonomie is groot om goed en verantwoord te produceren. Uiteraard wordt ook op alle vlakken aan het milieu gedacht. Zowel in de bedrijfsvoering, scheiding van afvalstoffen, als in de keuze van verpakkingsmaterialen, minder CO2, betere recyclebaarheid en minder in gewicht. De medewerkers maken het verschil „Dit lukt allemaal met een mooi team van vaste en ervaren medewerkers, aangevuld met uitzendkrachten. In deze lastige coronatijd, waarin het bedrijf met nog meer regels geconfronteerd wordt dan anders, hebben we de productie en werkgelegenheid op peil gehouden.” „Het bedrijf kent weinig verloop, het ziekteverzuim is beneden het landelijke gemiddelde en de kern van vaste medewerkers groeit van jaar tot jaar.” Betrouwbare partner Kwaliteit en leverbetrouwbaarheid, Bosch kan het niet vaak genoeg herhalen, daar draait het om. „Met trots kijken we naar wat bereikt is; met nog veel meer aandacht kijken we naar de toekomst om het bedrijf gezond te houden, de

Ton Bosch werkgelegenheid te borgen en onze afnemers steeds naar tevredenheid te bedienen en daarbij de klanttevredenheid hoog te houden.” www.kraatskaas.com


ADVERTENTIE

Een koe die goed kan liggen en rusten, leeft gezonder en geeft meer melk Kennis van de koe is key als je aan het Rinse Andringa van Cowhouse vraagt. Onderzoek naar het natuurlijk gedrag van de koe, stelt je in staat om het beste voor haar te zorgen. Cowhouse is gespecialiseerd in het inrichten van de ligplaats van de koe. Betere gezondheid, meer hygiëne, minder kwetsuren en meer melk. Als wij goed kijken naar het natuurlijk gedrag van een koe, laat ze ons heel duidelijk zien wat ze prettig vindt. Een grote blijk van waardering die ze teruggeeft in de vorm van betere gezondheid en meer melk. Uren filmmateriaal van de koe heeft Rinse Andringa in huis. Van buiten en binnen, in de wei, in stallen, ligboxen en vooral van haar gedrag. Wat is natuurlijk en hoe is dat in de stal? Hoe bewegen koeien zich in de stal, hoe verhoudt zich dat tot haar natuurlijke gedrag. Hoe kan ze gaan liggen en staan, heeft ze grip, wordt ze belemmerd? Rinse Andringa brengt de natuurlijke fysiek van de koe voor zijn toehoorders altijd treffend in beeld. „Ik laat de koe haar verhaal vertellen. Wat vindt ze van nature comfortabel, hoe is haar fysiek, kan ze haar natuurlijke gedrag van gaan liggen en staan ook in jouw ligbox aangeven? Heeft ze de ruimte die ze nodig heeft, wat is comfortabel?” Betere rust, meer productie Het zijn niet alleen de talloze beelden die hij of zijn netwerk zelf maakte. Het zijn ook beelden, cijfers en analyses uit diverse onderzoeken in binnen- en buitenland naar het gedrag van de koe, bijvoorbeeld bij overbuurman Dairy Campus. En nog belangrijker: onderzoeken naar de verhouding tussen dat gedrag, haar gezondheid, levensduur en melkproductie. Rinse Andringa: Wij hebben de afgelopen twee jaar een geheel eigen lijn van innovatieve koematrassen ontwikkeld die onder de naam Friesian Island en Dutch Mountain worden vermarkt. We zien nu dat deze producten goed aanslaan bij de veehouders. Er zijn inmiddels al duizenden van verkocht in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Afgelopen maand zijn ook de eerste opdrachten uit Zweden, Roemenië en Oekraïne binnen gekomen. „Kennis van de koe is key. Ons uitgangspunt is haar natuurlijke gedrag. Dat willen we binnen zo goed en natuurgetrouw nabootsen. Omdat we kunnen aantonen dat ze dan gezonder blijft, ze veel minder en minder vaak kwetsuren zoals kale hakken krijgt en beter kan liggen en rusten. Zo leeft ze niet alleen langer en gezonder en geeft ook meer melk als ze beter rust. Want het leven van de koe is heel overzichtelijk: ze rust en slaapt zo’n 12 uur per dag. Dat is het moment waarop het lichaam bezig is met de melkproductie. Dus hoe beter en langer ze rust, hoe hoger de productie. Een uur langer liggen levert 1,5 liter meer melk op.” Rinse Andringa startte zijn Cowhouse in Leeuwarden begin 2000. Met zijn studie Hogere Landbouwschool en werkervaring in de stalinrichting, start de boerenzoon een bedrijf dat het natuurlijke gedrag en comfort van de koe als uitgangspant neemt. „Onderzoek is het fundament van wat we ontwikkelen rond haar

huisvesting. Goed gaan liggen en staan is heel bepalend in haar leven. Ze heeft daar een meter of drie voor nodig, waarbij eerst de kop omhoog gaat en ze dan haar achterpoten strekt. Dat geeft een idee van de drie meter ruimte die een koe feitelijk nodig heeft voor haar fysieke welzijn. En ze heeft niet alleen ruimte nodig. Ze moet ook grip hebben, anders glijden de poten weg. De volgende stap is dat je leert zien hoe en waar koeien het liefste gaan liggen, hoe lang ze graag ergens liggen of dat ze treuzelen om op een bepaalde plek te gaan liggen. Het zijn analyses uit verschillend ingerichte bedrijven en verspreid over diverse landen. Op basis daarvan ontwikkelen we onze producten rond de huisvesting van de koe en haar ligplaats.”

‘Onderzoek is het fundament van onze ontwikkeling’ De natuur als inspiratie Rinse Andringa: „Uw koe verdient het, wij weten waar ze naar verlangt.” Dat is vooral een goede ligplaats, want het is de helft van haar leven en de tijd en het moment dat ze melk geeft. Cowhouse is succesvol in het ontwikkelen, produceren en verkopen van matrassen waar de koe graag op gaat liggen en rusten, waar ze voldoende tijd wil doorbrengen en waar ze grip heeft om te staan.

Tal van andere factoren naast gedrag spelen een rol bij de ontwikkeling van een goed matras, zoals het gewicht van de koe, de eigenschappen van gebruikte materialen, de hygiëne en natuurlijk ook het werkgemak voor de boer. „ Wel heeft hij zorgen over de toenemende discrepantie tussen dierwelzijn en milieu. Er worden stalvloeren ontwikkeld om ammoniakemissie te reduceren, maar die tegelijkertijd moeilijk beloopbaar zijn voor koeien. Ook worden stallen soms volledig dicht gemaakt om daarmee luchtwasinstallaties goed te laten functioneren is geen goede ontwikkeling. Een stal hoort open te zijn zodat er veel frisse lucht naar binnen kan komen en voorbijgangers kunnen zien hoe de koeien gehuisvest worden. De nieuwste ontwikkeling is het zgn. koeientoilet. Hierbij wordt een koe in een kooi gefixeerd waarna ze van achteren mechanisch wordt gestimuleerd om vervolgens de urine te laten lopen. Het staat voor mij zover af van de natuur en is ethisch onverantwoord. Beter zou een lager aantal koeien per hectare zijn met goede compensatieregelingen voor de veehouder.” Welzijn en melkproductie gaan voor Cowhouse hand in hand. Meten is weten, kijken is leren. En de natuur, zo heeft Rinse Andringa geleerd, is een dankbare inspiratiebron. www.cowhouse.nl


Vacatures Jongia Mixing Technology Jongia Mixing Technology is gespecialiseerd in productie en verkoop van mixers en roerwerken op basis van zijn eigen betrouwbare ontwerpen. Jongia heeft een leidende positie in Nederland en exporteert haar producten wereldwijd. De producten worden op klant specifieke en procesmatige behoefte geselecteerd en onderscheiden zich door efficiency, betrouwbaarheid en kwaliteit. De producten van Jongia worden overal toegepast zoals bijvoorbeeld in de fijnchemie, milieu- en de voedselverwerkende industrie. Met ruim 80 jaar aan ervaring staat Jongia bekend als een toonaangevende en innovatieve producent. Vanwege verdere groei van ons team in Leeuwarden komen wij graag in contact met een man of vrouw voor de functie een QA/QC/Documentalist en een Service monteur.

Als QA/QC/DOCUMENTALIST ben je verantwoordelijk voor het kwaliteitsmanagement en bijbehorende documentenstroom van onze organisatie, evenals het optimaliseren van de datastroom binnen Jongia. Vanwege een veelzijdige samenwerking met de gehele organisatie beschik je over goede contactuele vaardigheden. Je hebt een technische HBO opleiding en of denk-werkniveau. Ervaring in de maakindustrie met name op het gebied van kwaliteitseisen en controle op normen, aangevuld met nauwkeurigheid en een kritische kijk op je vakgebied maken je bijzonder geschikt voor deze functie. Vul je dit aan met persoonlijke ambitie, gedrevenheid, accuratesse en een inspirerende persoonlijkheid, dan willen wij heel graag met jou in contact treden. Als SERVICE MONTEUR ben je actief in de gehele wereld waar Jongia haar producten levert. Je monteert en je pleegt onderhoud aan de Jongia apparatuur op locatie. Omdat de klanten van Jongia hoge eisen stellen aan functionaliteit en betrouwbaarheid, is het van wezenlijk belang dat je als servicemonteur een “ambassadeur voor de firma” bent. In deze functie werk je zowel zelfstandig als in teamverband op veel locaties. Vanwege de mate van zelfstandigheid, is het van belang dat je een sterke persoonlijkheid hebt en stevig in je schoenen staat. Improviseren op locatie, in binnen en buitenland met uiteraard inachtneming van het feit dat “Veilig werken” voorop staat, zorgt voor een serieuze rol in de functie. Hierbij hoort natuurlijk ook de bereidheid om te reizen, maar dan kom je ook nog eens ergens!

Ben je geïnteresseerd in een van de functies of ken je iemand die past in het plaatje? Neem dan contact met ons op: www.jongia.com info@jongia.com

Uw adviseur en leverancier.

Voor 8.30 uur op werkdagen besteld, dezelfde dag geleverd (mits product voorradig). WPA-Robertus en Alb. Groot zijn als toeleverancier voor de akkerbouw, veehouderij, bloembollentelers, boomkwekerijen, loonwerkers, hoveniers, retail, gemeentes en cultuurtechnische bedrijven ac�ef vanuit zes ves�gingen.

Onze filialen en ons werkgebied: Warffum Winschoten

Het productenpakket bestaat o.a. uit: • Gewasbeschermingsmiddelen • Graszaad/ Maiszaad • Zaaigranen (winter/ zomer) • Meststoffen/ Compost • Landbouwfolie/ Wikkelfolie/ Touw • Toptex • Inkuilmiddelen

Eenvoudig bestellen met behulp van onze vernieuwde

Schagerbrug

Westerbork Dedemsvaart Apeldoorn

bestelapp! Ga naar h�ps: //bestellen.wpa-robertus.nl

• Zaaizaden (bv uien/ bietenzaad/ klavers) Door de persoonlijke, deskundige advisering en een snelle uitlevering streven wij samen met u als klant, naar het hoogste resultaat.

Kijk voor meer informa�e op onze websites: www.wpa-robertus.nl of www.alb.groot.nl


ADVERTENTIE

De metamorfose van Ausnutria: een blik op productielocatie Leeuwarden De ontwikkeling die Ausnutria de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, mag gerust spectaculair worden genoemd. De producent van melkpoeder en flesvoeding is in korte tijd hard gegroeid en de groei is er nog lang niet uit. Ausnutria wil haar positie in de internationale markt graag behouden en uitbreiden en investeert daarom veel in haar productielocaties en medewerkers. „Daarmee willen we nog beter aan de consumentenvraag kunnen voldoen”, zegt Froukje Dijkstra, als COO verantwoordelijk voor alle Nederlandse productielocaties van Ausnutria en daarnaast Plantmanager a.i. voor de productielocatie Leeuwarden.

Ausnutria’s productielocatie in Leeuwarden focust zich op het meng- en verpakkingsproces voor flesvoeding. Vanuit die locatie wordt de internationale markt al tientallen jaren bediend met hoogwaardige baby- en kindervoeding. Na de start van de samenwerking met Ausnutria China in 2011, nam ook de vraag vanuit de Chinese markt gestaag toe. Dat ging echter zo snel, dat in 2013 besloten werd een nieuwe fabriek in Heerenveen te bouwen. In 2020 realiseerde Ausnutria een omzet van maar liefst 1 miljard euro. „We laten mooie resultaten zien”, geeft Dijkstra aan. „Maar, de onstuimige groei ging ook gepaard met strubbelingen en investeringen.” De eisen aan het product zijn dan ook ongekend hoog. Premium product Naast dat de flesvoeding van de hoogste kwaliteit moet zijn, wordt er ook kritisch gekeken naar de verpakking. Even ter illustratie. Een blik flesvoeding die een krasje of deukje vertoond, komt niet in de winkels. Ook de kleur van de blik is essentieel en mag niet afwijken. „In China is onze flesvoeding een premium product, waarbij de blikken met handschoenen in de schappen worden gelegd”, geeft Allard Groeneveld, Teamleider Continuous Improvement, aan. „Dat is niet erg, integendeel. Het dwingt ons tot het maken van een topproduct, waarbij de kwaliteit op een steeds hoger niveau komt.” Naar een hoger niveau in Leeuwarden Om te voldoen aan de nieuwste industriële standaarden en de hoge eisen die er door de klant worden gesteld, heeft Ausnutria in de afgelopen periode veel geïnvesteerd in de verbouwing en optimalisatie van haar productielocatie in Leeuwarden. Er is en wordt gewerkt aan de optimalisatie van het productieproces door onder andere de implementatie van nieuwe standaarden en equipment, en de invoering van Lean Principes. Dat heeft gevolgen voor de manier van werken in onder andere Leeuwarden. „We gaan in onze vestigingen minder handmatig werken”, legt Dijkstra uit. „Dat is nodig om aan de hoge eisen te kunnen blijven voldoen.” En dat betekent het een en ander voor medewerkers en hun persoonlijke ontwikkeling. „Zij gaan zich omscholen tot operators die het productieproces monitoren en bewaken, waarbij veiligheid, kwaliteit en performance en output voorop staan”, legt Groeneveld uit. „In plaats van handelingen bijna routinematig te doen, moeten medewerkers veel meer in de proactieve modus gaan werken. Waarbij de vragen: wat doe ik hier

precies en hoe lever ik het juiste product? voorop staan.” Als voorbeeld noemt hij verspilling. „Daarvoor onderscheiden we zeven types. Als je die kent, ga je ze sneller zien, kun je er iets aan doen en voorkomen dat het weer gebeurt.” „We gaan van productcontrole naar meer procesbeheersing, veiligheid, kwaliteit en de juiste product performance”, voegt Dijkstra toe. „En dat is een continu proces, waarbij er minder focus op controle is en we ons meer richten op het valideren van processen.”

‘Het dwingt ons tot het maken van een topproduct, waarbij de kwaliteit op een steeds hoger niveau komt’ Stap voor stap Bij Ausnutria beseffen ze dat deze andere manier van werken veel vraagt van de medewerkers en daar wordt dan ook de tijd voor genomen. „We gaan stap voor stap samen met de medewerkers door dit proces heen”, legt Groeneveld uit. „En we bouwen het van onderaf op. Steeds vanuit de vraag: wat zijn we aan het doen en wat is voor de klant belangrijk.” Meer verantwoordelijkheid Volgens Dijkstra worden, naast China, ook andere markten in de wereld steeds belangrijker. „In andere continenten voorzien we groei, zeker omdat het aantal werkende vrouwen toeneemt. Belangrijk voor Ausnutria is daarom dat we ons blijven onderscheiden. Daarom kiezen we voor een efficiëntere inrichting van ons productieproces met meer robotisering, mechanisering en voor lean. Om zodoende steeds betere kwaliteit te kunnen leveren, tegen lagere kosten. Dat proces is nooit af, maar nu al is duidelijk dat onze medewerkers blij worden van het feit dat ze elke dag een stapje kunnen maken,

Voorheen werd flesvoeding alleen uit koeienmelk gemaakt, maar de laatste jaren maakt het gebruik van geitenmelk voor flesvoeding een stormachtige ontwikkeling door, waarbij met name de afzet in China sterk groeit. „Wij voorzien dat de groei en afzet van dit product de komende jaren wereldwijd gaat groeien. En dat vraagt weer het nodige van onze organisatie, omdat geitenmelk fysiek een totaal ander product is dan koeienmelk. Die uitdaging gaan we graag aan.”

Froukje Dijkstra en Allard Groeneveld

Ben jij nieuwsgierig geworden naar werken bij Ausnutria en wil jij bijdragen aan deze uitdaging voor de locatie Leeuwarden? Lees de vacature Plant Manager Leeuwarden op www.werkenbij-ausnutria.nl

door zaken efficiënter te regelen en meer verantwoordelijkheid te krijgen. We hebben nog een lange weg te gaan, maar we zijn er van overtuigd dat we op deze manier nog lang met dit fantastische product kunnen en mogen werken.” www.ausnutria-netherlands.com


NoordZ, hét zakelijk platform voor inspiratie en kennisdeling NoordZ verbindt overheid, onderwijs en het bedrijfsleven gericht op 5 actuele pijlers: Duurzaamheid, Werk, Innovatie, Scholing en Ondernemerschap. Door dit samen te brengen creëren we één centrale plek waar alles samenkomt. o vind je persoonlijke verhalen uit de regio, kennisdossiers en informatie over actuele thema’s die spelen in de samenleving, een overzicht van (semi) publieke initiatieven om het noordelijk ecosysteem beter zichtbaar te maken en vind je de nieuwste vacatures om jouw droombaan te vinden. Je vindt ons niet alleen online, maar ook op live events, waaronder ons eigen jaarlijkse event Trendship.

Nieuwsgierig? Kijk op www.noordz.nl, volg ons op social media of schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Verbindt zakelijk Noord-Nederland.

Krant of magazine drukken? Een offerte nodig? > info@ndcgrafischbedrijf.nl | www.ndcgrafischbedrijf.nl NDC Print | Leeuwarden | Tel. (058) 284 53 46


ADVERTENTIE

‘Het draait om de gezondheid en veiligheid van mens en dier’ Dat zegt Meindert Dijkstra, die samen met zijn vrouw Sytie de directie voert over Gallagher Europe BV. Het bedrijf is uitgegroeid tot marktleider in Europa in elektrische afrasteringen, beter bekend als schrikdraad. De ontwikkelingen daarin staan niet stil.

„We ontwikkelen en verbeteren producten altijd vanuit de behoefte van de gebruiker”, zegt Sytie. „Het gaat daarbij niet alleen om de oplossing, maar vooral over hoe de klant er mee kan werken.” Die aanpak heeft Gallagher een voorsprong in de markt bezorgd. De roots van zowel Meindert als Sytie liggen op het boerenbedrijf. Na gewerkt te hebben in Engeland, Duitsland en België, volgde in 2007 de terugkeer naar Nederland en vormden Meindert en Sytie de directie van het familiebedrijf. Vader Dooitze Dijkstra maakte in 1977 kennis met Gallagher, toen hij in Schotland een schok opliep. Die was zo krachtig, dat hij besloot het merk in Nederland te importeren. Het Nederlandse schrikdraad dat tot die tijd werd gebruikt, was zwak en ineffectief, waardoor de Nederlandse boer regelmatig zijn vee terug naar het weiland moest begeleiden. De rest is geschiedenis: Gallagher schrikdraad werd in Nederland geïntroduceerd en werd een doorslaand succes. „We zijn dichtbij het moment waarop elke boer in ons land schrikdraad of een ander product van Gallagher in huis heeft”, geeft Meindert aan. Ogen en oren Intussen is Gallagher Europe BV in alle Europese landen actief en wordt elke klant vanuit het hoofdkantoor in Groningen in de eigen taal aangesproken. Daarnaast beschikt Gallagher Europe over maar liefst 6.000 dealers, in elke regio van Europa, zij zijn de ogen en oren van het bedrijf. Meindert:„ Dit netwerk maakt het succes van ons bedrijf. Zij hebben de directe contacten met de boeren en weten zodoende wat er speelt en waar behoefte aan is. Daar gaan wij graag mee aan de slag, vanuit het oogpunt van de boer, hij moet immers met het product kunnen werken. En ja, daar komen regelmatig fraaie productinnovaties uit voort.” Hoger doel Schrikdraad is met name bekend om koeien of schapen op een weiland te houden. Maar, het is veel meer dan dat. Het is een middel waarmee een boer een hoger doel kan bereiken. Meindert:„ Wij zeggen dat schrikdraad bijdraagt aan het managen van het boerenbedrijf. Zo wordt het ingezet in combinatie met melkrobots, zodat koeien buiten kunnen grazen en op tijd door een melkrobot gemolken kunnen worden. Of voor

stripgrazen (waarover u later in dit artikel meer leest – red.) Maar ook bijvoorbeeld om gezonde en zieke dieren van elkaar te kunnen scheiden.” Als voorbeeld noemt hij de bio security fence die Gallagher Europe BV voor de markt in Engeland ontwikkelde. „Dassen konden daar de ziekte TBC op koeien overbrengen en daarom werden deze dieren door de boeren afgeschoten. Dankzij de bio security fence konden de dassen niet meer bij de koeien komen, waardoor afschot niet meer nodig was. Dierenartsen willen gezonde en zieke dieren zoveel mogelijk uit elkaar houden en daarvoor zorgt de bio security fence, die inmiddels op veel meer plekken wordt ingezet. Overal in Europa is behoefte aan afrasteringen waarmee je kunt inspelen op tijdelijke omstandigheden.” In ons land speelt op dit moment de komst van de wolf en ook daarvoor heeft Gallagher Europe BV een oplossing. Sytie:„ De wolf springt met gemak over één afrastering heen, maar als je middels een tweede afrastering diepte aanbrengt, lukt dat niet meer. Waarbij de afrasteringen ook nog eens in het landschap passen. Op die manier brengen we oplossingen voor problemen waarmee klanten zitten, mede een gevolg van de kennis die ons bedrijf wereldwijd opdoet.” Stripgrazen Die kennis speelt ook een rol bij de oplossingen waarnaar de agrarische sector op zoek is. „Melkveehouders willen hun groene imago verder bevorderen en de gezondheid van hun koeien verbeteren en wij hebben daarvoor de oplossing”, geeft Meindert aan. „In Nieuw-Zeeland, de bakermat van Gallagher, staan koeien nog maar nauwelijks op stal. Twee keer per dag worden ze, met behulp van een automatisch verplaatsbare afrastering, naar een nieuw perceel begeleid, het zogenaamde stripgrazen. Daardoor eten ze elke keer smakelijk vers gras vol kruiden, voorkom je platgetrapte gedeelten en bevorder je de groei van het gras. Krachtvoer voor koeien of het gebruik van kunstmest voor de groei van het gras behoren daarmee tot het verleden.” Een ander voorbeeld is het beschermen van de weidevogels, met behulp van de oplossingen van Gallagher. Sytie:„ Er komen steeds meer weidevogels, maar helaas worden de nesten nog vaak leeggeroofd door de kat, vos en marter. Door deze nesten met een elektrische afrastering te beschermen, kunnen we dit voorkomen en de resultaten van dit experiment zijn hoopvol.”

Sytie en Meindert Dijkstra Trendsetter Het heeft er mede voor gezorgd dat Gallagher trendsetter is in de wereld van de toepassingen van schrikdraad. „We zijn experts en dankzij onze mensen in het veld kennen we de vragen in de markt. Daardoor weten we wat beter kan en lopen we voorop. Steeds vanuit de visie: dit is de vraag van de eindgebruiker, hoe kunnen we dit oplossen. Geen vraag is ons te gek, wij gaan door tot we de best passende en bruikbare oplossing gevonden hebben. Samen met de klant!” www.gallagher.eu


ADVERTENTIE

‘Corona is katalysator voor duurzame mobiliteit’

Directeur Jan Baljeu was geroerd toen ‘zijn’ Friesland Lease in september werd uitgeroepen tot winnaar van de verkiezing Friese Onderneming van het Jaar 2020. Een half jaar later glundert hij nog als hij erover vertelt. ,,Als echt Fries bedrijf zijn we hier ontzettend trots op.”

Jan Baljeu denkt dat de vergroening op de weg dankzij corona in een versnelling raakt.

Foto: Marcel Jurian de Jong

Menselijke maat is standaard bij Friesland Lease Het bedrijf is tijdens de verkiezing scherp tegen de lat gelegd middels het Deloitte Business Maturity Model. Dat heeft leerpunten opgeleverd. Jan Baljeu: ,,Bijvoorbeeld met betrekking tot onze processen en efficiency. Als we die op sommige punten iets verbeteren, komt dit ten goede van onze volgende groeistap. Voor mij is de belangrijkste prijs leren, zodat de klant daarvan kan profiteren.” Het juryrapport heeft Baljeu verder gewezen op vanzelfsprekendheden die eigenlijk opvallend zijn. ,,We bieden al ruim tien jaar elektrische auto’s. Daarbij regelen we alles voor de klant. We geven complete uitleg, regelen een laadpaal bij de mensen thuis, denken mee over hoe je planningtechnisch slim elektrisch kunt rijden, enzovoorts. Dat blijkt niet standaard te zijn, terwijl het voor ons heel normaal is.” Meedenken en inspireren Baljeu stipt hier twee belangrijke pijlers van Friesland Lease aan: duurzame mobiliteit en toegevoegde waarde bieden aan klanten. ,,Wat zou je zélf willen als klant. Dat is wat we bieden, plus nog een beetje extra. Als iemand zegt: we kunnen niet elektrisch rijden, want daarvoor rijden we te veel, dan pluizen we dat uit. Al onze medewerkers met een auto van de zaak rijden elektrisch. Sommige accountmanagers leggen 40.000 tot 50.000 kilometers per jaar af. Ze weten waar ze het over hebben. En als het

inderdaad beter niet kan, dan zijn ze daar ook eerlijk over.”

Daarnaast zet Friesland Lease in op groene brandstoffen.

Het beste advies is een goede basis voor een duurzame relatie, is Baljeu’s devies. En duurzame relaties is wat hij wil. Met zijn klanten én met zijn personeel. Tijdens het interview vallen zijn stijlvolle en comfortabele stappers op. Speciaal aangetrokken omdat hij na de afspraak gaat wandelen met een collega die thuiswerkt. ,,Juist nu is het belangrijk om te horen hoe het gaat, zowel qua werk als persoonlijk.”

Passende klanten ,,Sinds 2016 hebben we waterstofauto’s rijden. Afgelopen week nog een nieuwe waterstofauto ingezet. Er zijn klanten die het prachtig vinden om voorop te lopen. Die zelf heel duurzaam leven en zoiets willen proberen. Dat is het leuke van als bedrijf duidelijk ergens voor staan: je trekt klanten die bij je passen. En ja, soms is duurzame mobiliteit onderdeel van iemands businessmodel, maar dat is ook prima. Het hoeft niet altijd ideologie gedreven te zijn.”

Betrokken ondernemen Friesland Lease stimuleert mentale en fysieke gezondheid van haar 83 medewerkers. Getuige onder meer de fruitschalen en de ergonomische zitballen die in de kantoorruimtes staan. ,,Als mensen goed in hun vel zitten en gemotiveerd zijn, dan voorkomt dat uitval. Een winwinsituatie. Zelfs in deze periode ligt het ziekteverzuim bij ons onder de twee procent.’’ Goed zorgen voor mensen is in zekere zin ook reden dat Baljeu vijftien jaar geleden, toen hij aantrad als directeur van Friesland Lease, een ‘groene weg’ insloeg. Doorgaan op de traditionele wijze zou toekomstige generaties niet helpen en hij wil de wereld wel beter achterlaten voor zijn kinderen en kleinkinderen. Naast ‘gewone’ auto’s biedt Friesland Lease inmiddels een scala aan elektrische auto’s en bak- en bezorgfietsen.

Baljeu is positief over de duurzame ontwikkeling binnen de mobiliteit. ,,Ik denk zelfs dat corona een katalysator is. Mensen rijden minder en merken dat de lucht schoner is. Dat versnelt het besef dat elektrisch rijden nu haalbaar is. Ze vragen zich af of de auto niet een maatje kleiner kan, omdat ze meer thuiswerken. En of bij die lagere autokosten dan ook een e-bike ter beschikking gesteld kan worden. Of dat in sommige gevallen reizen met het OV een beter optie is. En dan ze dan vanaf het station verder gaan met een elektrische fiets. Ook dit soort abonnementen bieden wij. Ik denk dat de vergroening op de weg nu echt in een versnelling raakt.” www.frieslandlease.nl


ADVERTENTIE

‘Wisselwerking met bedrijfsleven is optimaal’ „Wat wil je hier leren en waar wil je straks staan?” Die vraag komt bij elke student aan bod die zich aanmeldt bij Aeres, dat vestigingen heeft in onder andere Emmeloord en Dronten en sinds vorig jaar ook in Buitenpost, Heerenveen, Sneek en Leeuwarden. Een gevolg van de fusie tussen Aeres en het Nordwin College, dat op 1 augustus a.s. officieel wordt en waarna alle scholen vanaf dat moment de naam Aeres dragen. Het tekent de drive en ambitie van Aeres, dat niet voor niets al een aantal jaren tot de beste groene school van ons land is verkozen. En daar zijn ze bij Aeres maar wat trots op, weet Anne Dijk, directeur van de vestigingen Emmeloord en Dronten, waarbij de laatste onder andere de biologisch dynamische opleiding herbergt. Aeres vaart scherp aan de wind en volgt alle ontwikkelingen in de groene sector op de voet. „Dat wij al een paar jaar de beste groene school zijn, vindt voor een deel zijn oorsprong in onze uitstekende relatie met het bedrijfsleven. Een belangrijk onderdeel van onze opleidingen zijn uiteraard de stages en die staan hoog aangeschreven.” Ook in coronatijd gaan de stages door. „Eenvoudig is het niet, maar het is ons tot nu toe gelukt bijna alle stages in te vullen. Op zich ook wel logisch, omdat alle sectoren waarin wij actief zijn door zijn blijven draaien.” Bewuste keuze Aeres staat voor praktisch toegepast onderwijs, mede een gevolg van het feit dat de docenten de sector kennen waarin ze les geven. „Bovendien wordt 15 procent van de lessen door externen, lees de ondernemer, gegeven. Dat is een bewuste keuze. Ondernemerschap als vakmanschap is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Waar we ons voorheen met name richten op de producten die bijvoorbeeld in de akkerbouw en veehouderij worden geproduceerd, daar richten we ons nu ook op de periferie, zoals de handelshuizen, banken en leveranciers, zeg maar de erfbetreders. Zo vindt er steeds weer verbreding en verdieping van onze opleidingen plaats.” Volgens Dijk gaat dat de groene opleider gemakkelijk af. „Het bedrijfsleven vindt wat van onze opleidingen. De wisselwerking is daardoor goed, wat de kwaliteit ten goede komt.” Als voorbeeld noemt hij de opleiding plant en business. „Daarvoor hebben we nu fieldlabs ingericht, waarbij studenten tien weken op een bedrijf praktijkleren, onder begeleiding van een leermeester. De student krijgt een opdracht vanuit het bedrijf, die hij moet oppakken, verwerken en presenteren. Kortom, de student moet zich echt laten zien en dat leidt tot mooie resultaten.” Kringlooplandbouw Zo wil Aeres steeds met de tijd meegaan. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de aanstelling van een practor kringlooplandbouw. „Het is de transitie die de sector moet maken, een omslag die stapje voor stapje wordt gemaakt en waarin de onderwijsinstellingen een belangrijke rol spelen. Aeres maakt niet de keuze hoe het zou moeten, maar laat vooral zien welke methoden er zoal zijn, van gangbaar, biologisch tot biologisch dynamisch. Het vergt tegelijk een andere invulling van het onderwijs, waarmee wij al volop aan de slag zijn gegaan. Theorie wordt meer onderdeel van de praktijk, om de materie beter te snappen. Dat maakt het onderwijs veel leuker. We kweken minder zitvlees bij de student, het gaat vooral om het hart, het hoofd en de handen, door die aanpak worden de opleidingen veel interessanter.”

Aandacht voor nieuwe technologie in de stal tijdens de opleiding Melkveehouderij „Wij lopen niet voorop”, vervolgt Dijk, „maar maken ons wel druk om de groene sector en willen er toe doen. We willen wel voorop lopen met de vraag hoe de wereld er over pakweg tien jaar uitziet en welke rol de student van vandaag daar in kan spelen. Eigenaarschap, nieuwsgierigheid moeten daarom optimaal aanwezig zijn. We leggen de lat hoog en zijn benieuwd naar de drijfveren van de student. Immers, het bedrijfsleven is op zoek naar gemotiveerde voorlopers, wil daarin investeren en dat vergt veel tijd en energie van de student.”

“Theorie wordt meer onderdeel van de praktijk” Fusie De fusie met het Nordwin College is volgens Dijk een volgende stap in het proces dat Aeres heeft ingezet. „We bieden nu groenonderwijs op VMBO, MBO en HBO-niveau aan. Daarmee nemen we onze verantwoordelijkheid in de kennisagenda van de sector. Mede dankzij onze omvang zitten we bij veel partijen aan tafel, dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee, maar die uitdaging gaan we graag aan. Het is kenmerkend voor Aeres. We willen de beste groene opleider van Nederland zijn en blijven. Dat vraagt wel van iedereen dat we telkens weer stappen maken.” En dus wordt er niet alleen gefuseerd, maar worden bestaande opleidingen ook doorontwikkeld. Dijk:„ Zo bieden we e-learning modules aan, kan men digitaal en interactief onderwijs volgen. Dat is door corona in een stroomversnelling gekomen en daar gaan we mee door. Zodat het ook gebruikt kan worden door mensen die al in de sector actief zijn. Het zijn innovatieve ontwikkelingen die we ook delen met

anderen. Als je dat niet durft ontstaat er geen nieuwe innovatie en ben je uiteindelijk niet in staat om de voorsprong die we hebben te behouden. En dat is nou juist wat we bij Aeres wel graag willen.” www.aeresmbo.nl/emmeloord


ADVERTENTIE

‘Voldoende uitdagingen in de zuivelmarkt’ Farmel in Emmeloord is een handelsonderneming in rauwe melk en zuivelproducten, met een wereldwijde omzet van ruim 400 miljoen euro. Het is een bedrijf met jonge en enthousiaste medewerkers, die passie hebben voor zuivel, maar ook voor handel in agrarische producten zoals aardappelen, uien en peen. Farmel heeft forse groeidoelstellingen. „Met name in Oost-Europa, NoordAmerika en Azië liggen groeikansen”, zegt CEO Jetze Kempenaar. Het handelsbedrijf neemt dagelijks melk af van ruim 200 aangesloten boeren in Nederland en België en koopt daarnaast melk op de markt in. De ene keer gaat dit rechtstreeks naar de fabriek, de andere keer worden er zuivelproducten van gemaakt, die Farmel zelf verhandelt. „We zijn met name actief in de business to business markt”, geeft Kempenaar aan.

Jetze Kempenaar

Directe lijnen Naast het afnemen van melk, tegen een goede prijs, staat Farmel haar boeren met raad en daad terzijde. Denk aan advies over de kwaliteit van melk en het aan- en verkopen van productieen fosfaatrechten. „Uit onderzoek blijkt dat boeren onze directe lijnen en oplossingsgerichtheid waarderen. Als er iets

gebeurt, dan moeten we ons bewijzen en laten zien waar we voor staan.”

verschil maken, naast uiteraard kennis van de markt, waar je bovenop moet zitten.”

„We hebben onlangs een klankbordgroep opgericht, met daarin een aantal boeren, die kunnen aangeven wat hun bezighoudt, waar ze tegenaan lopen, hoe ze naar de markt kijken en naar Farmel. Boeren waarderen het ondernemerschap van Farmel. Ja, we zijn een relatief kleine speler in de markt, maar de zuivelwereld is zo immens groot. Wij denken dat goede ondernemers en medewerkers daarin het verschil kunnen maken.”

Verpakkingslijn Zoals aangegeven maakt Holland Agri Foods deel uit van Farmel. Kempenaar:„ Internationale klanten kwamen naar Emmeloord, kochten hier zuivelproducten en zagen in de polder dat er van alles verbouwd wordt. Daar bleek belangstelling voor te zijn en was voor ons reden om Holland Agri Food op te richten. Niet alleen verhandelen we aardappelen, uien en peen, we zijn inmiddels ook een eigen sorteer- en verpakkingslijn aan het realiseren, waardoor we flexibeler zijn en kwaliteit beter kunnen waarborgen.” Over 5 jaar, zo verwacht Kempenaar, is Farmel Dairy Business verdubbeld, zowel in omzet als in aantal medewerkers. „En doen we wereldwijd handel”, voegt hij er aan toe. „Wat blijft is dat we een leuk bedrijf zijn, dat medewerkers veel uitdagingen te bieden heeft in de prachtige zuivelmarkt.”

Nieuwe medewerkers Vanwege de forse groei die Farmel nu al een aantal jaren realiseert, is de vraag naar nieuwe medewerkers groot. „Het vinden van goede mensen is een uitdaging”, geeft Kempenaar aan. “Mensen die van aanpakken weten en op zoek zijn naar vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, zijn altijd welkom. Er heerst bij Farmel een informele sfeer en ondanks de sterke groei willen we dat graag vasthouden. Daarnaast moet je uiteraard verstand hebben van de zuivelmarkt. Het komt voor dat we bijvoorbeeld boter inkopen in de Verenigde Staten en dit weer verkopen in Egypte. Geen dag is hetzelfde. Door contacten kun je het

www.farmel.nl

ADVERTENTIE

Balans tussen organisatie en individu in agri- en food is zaaien en oogsten Hij kent de agri en foodsector als z’n binnenzak. Hij behoort tot de pioniers van werving en selectie in de sector en heeft een scherp oog voor mens en verandering. „Willen we voorop blijven lopen in agri en food, dan is het belangrijk dat we leren nog beter samen te werken en ruimte te geven aan elkaars verhaal en talent.” Zijn ervaring in personele en persoonlijke ontwikkelingstrajecten in de agri en foodsector en in binnen- en buitenland is groot. Hij helpt bedrijven en individuele werknemers in loopbaan en veranderingstrajecten, hij is ervaren in werven en selecteren, begeleidt mensen in outplacementtrajecten, adviseert bedrijven in het succesvol organiseren van bedrijfsopvolging en hielp menig bedrijf al bij het opzetten van strategisch personeelsbeleid. Valentin Meijer is zelfstandig HR- business partner, die gericht is op wat praktisch toepasbaar is voor mens en bedrijf. De crux zit in ontwikkeling van mensen. Strategie is het uitgangspunt, want wat je doet moet duurzaam zijn. Waar wil je met je bedrijf naar toe, welke mensen heb je nodig, hoe kun je mensen en de organisatie waar ze voor werken in hun kracht leren staan, hoe ontwikkel je kwaliteiten bij je medewerkers, hoe ga je om met talent en ambitie?” Exportwaarde kennis „De agri en foodsector is een omvangrijke en prachtige sector, waar in Nederland bijna een miljoen mensen in Nederland in werken van de primaire sector tot verwerking, logistiek en verkoop. De exportwaarde is gigantisch, we

groeien. Het borgen van duurzaam strategisch HR- beleid wordt steeds belangrijker. Juist omdat het behoud van kennis in de sector grote waarde heeft en de exportwaarde daarvan alleen maar groeit. Innovatiekracht, research en development zijn belangrijke aanjagers naar een duurzame toekomst en ze zijn gestoeld op het vermogen om multidisciplinair samen te werken, los te laten en te kunnen delen.”

Valentin Meijer hebben een kennis- en productieniveau bereikt waar we trots op mogen zijn. Tegelijk verandert er veel vanuit klimaat en ruimtelijke ordeningsvraagstukken en door maatschappelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat bedrijven en mensen in beweging komen en ook veel nieuwe mensen met nieuwe frisse ideeën de sector in stromen. Het is de kunst om de waarde van al die mensen te erkennen en te zorgen dat we door samen te werken naar een duurzame toekomst

„Ik zie mezelf als aanjager en katalysator van personele en persoonlijke ontwikkeling in agri en food. Op persoonlijk ontwikkelingsvlak, door mensen hun talent en mogelijkheden te laten ontdekken. Door bedrijven mee te nemen in de kracht en kansen van duurzaam personeelsbeleid. De kern wordt gevormd door het gesprek vanuit culturele waarden: waarom doe je wat je doet, wat is jouw verhaal? Hoe beter mensen op hun plek zijn, hoe meer zij en het bedrijf waar ze werken, tot hun recht komen. Neem er de tijd voor: het is zaaien en oogsten.” meijerconsult.nl


ADVERTENTIE

‘Met magnesiumzout is veel meer mogelijk’ Jarenlang was Nedmag in Veendam louter en alleen een productiebedrijf van magnesiumchloride, oftewel magnesiumzout. Met magnesiumzout worden processen en producten van partners wereldwijd verrijkt en daarmee gaat Nedmag de komende jaren door. Maar, het bedrijf is zo’n 10 jaar geleden ook een andere weg ingeslagen en daarmee boekt Nedmag inmiddels fraaie resultaten. Want, dat magnesiumzout een bijzonder product is, sterker nog, een belangrijk mineraal voor onze gezondheid en dus toegevoegde waarde heeft in vele producten, daar zijn ze in Veendam inmiddels wel achter. De nieuwe weg die Nedmag is ingeslagen zorgde voor een metamorfose binnen het bedrijf. Zo werden er medewerkers aangenomen die anders denken, die vanuit hun eigen specialiteit en kennis de meerwaarde van magnesiumzout in allerlei producten toepassen. Denk aan voeding en gezondheid. „Magnesiumzout wordt inmiddels al getest bij de bereiding van kaas en brood. Daarnaast wordt het binnenkort, in samenwerking met Zechsal, als gezondheidssupplement op de markt gebracht”, legt manager Business Development Rob van Vliet uit. Toepassingen „Het is bekend dat veel mensen in de Westerse wereld een tekort aan magnesium hebben, omdat ze dit onvoldoende uit voeding binnen krijgen en opnemen”, voegt collega Willem-Jan Bakker toe. „We doen nu zelf onderzoek naar de mogelijkheden en toepassingen van magnesiumzout. Vooralsnog bescheiden en kleinschalig, maar wij zijn er van overtuigd dat magnesiumzout bijzonder veel toepassingen heeft, waarvan we het bestaan nu nog niet eens weten. En dus is er veel onderzoek nodig, wat we in eigen huis op ons laboratorium uitvoeren, maar waarbij we ook samenwerken met diverse partners.” Daarbij is Nedmag vooral op zoek naar oplossingen die maatschappelijke relevantie hebben. Als voorbeeld noemt market manager agriculture Anko Vos de mogelijkheid om met magnesiumzout de uitstoot van stikstof te beperken. „We doen al een tijdje onderzoek naar een manier om de emissies van stalmest te reduceren. Dat doen we samen met Farmin, waarbij we ons product aan mest toevoegen, waardoor deze rijker wordt en daardoor beter wordt opgenomen in planten. Nu blijkt dat dankzij deze bijmenging de stikstofuitstoot met 25 tot 30 procent kan worden gereduceerd en dat is echt veel. Hiermee, en daar zijn wij van overtuigd, kun je het stikstofprobleem oplossen.” Ingewikkelde wet- en regelgeving staan uitgebreide toepassing vooralsnog in de weg. Samenwerken Bij alle onderzoeken werkt Nedmag vaak samen met kennisinstituten, bedrijven en andere partijen. En het liefst in Noord-Nederland, om zodoende het aantal transportbewegingen te beperken. Bakker:„ Zo onderzoeken we of we zout in brood kunnen vervangen door magnesiumzout. Welk gevolg heeft dat bijvoorbeeld voor de smaak en kun je dan nog een goed brood bakken, zijn vragen waarop we een antwoord zoeken. Dat doen we samen met de Bakery Academy in Winsum, zij onderzoeken in de praktijk welke gevolgen dit heeft.” Pionieren, om uiteindelijk ergens te komen, dat is wat ze bij Nedmag graag doen. Vos:„ Magnesiumzout is wat alles bindt, één grondstof met vele toepassingen en meerdere markten, dat maakt het uitdagend, maar ook ingewikkeld.”

Anko Vos, Willem-Jan Bakker en Rob van Vliet doen onderzoek naar nieuwe toepassingen van magnesiumzout in het Business Development lab van Nedmag Mest, brood, kaas, een nieuwe sportdrank, die samen met AVEBE en Hempflax wordt ontwikkeld en waar nu testen mee worden gedaan, maar ook allerlei andere gezondheidsaspecten van magnesiumzout worden onderzocht. „Dat doen we bijvoorbeeld samen met het UMCG”, geeft Van Vliet aan. “Daar wordt getest welke gevolgen het dagelijks slikken van magnesium op het menselijk lichaam heeft. Bekend is dat magnesium een positief effect op de bloeddruk heeft.”

“Nu blijkt dat dankzij deze bijmenging de stikstofuitstoot met 25 tot 30 procent kan worden gereduceerd en dat is echt veel”

Smaakgoeroe En het testen breidt zich steeds verder uit. Zo is Nedmag onlangs in zee gegaan met een smaakgoeroe, die als toonaangevend in de culinaire wereld wordt gezien. Hij gaat onderzoeken of magnesiumzout gebruikt kan worden in allerlei gerechten en wat dit doet met de smaak. „Magnesiumzout smaakt anders dan het klassieke keukenzout, dus dat is een uitdaging”, geeft Van Vliet aan. Verder heeft Nedmag een intern smaakpanel opgezet, waarin 20 medewerkers zitten. „Elke keer als er een gerecht of product met magnesiumzout is gemaakt, gaan deze mensen

proeven. Kijk, we weten dat magnesiumzout gezond is, maar een gerecht moet ook lekker zijn. Een aantal studenten heeft dit smaakpanel opgezet en onze medewerkers vinden het leuk om er aan mee te werken. Ze zijn dit niet gewend, het zorgt voor een leuke dynamiek binnen ons bedrijf.” Magnesiumhub De theorie begrijpen en toepassen, daar gaat het om bij onderzoek. „Wat we nu doen past bij onze schaal, wij verwachten dat dit in de toekomst een grote vlucht gaat nemen. Dit is een uitdagende tijd voor Nedmag en dit proces is zich alleen maar aan het versnellen. Op dit moment ligt de verhouding tussen onze klassieke producten en de nieuwe toepassingen op 80 – 20, maar ik verwacht dat dit binnen nu en tien jaar minstens 50 – 50 is. Sterker nog, dan is hier een soort magnesiumhub ontstaan, waarbij allerlei bedrijven zijn aangesloten, die iets met magnesiumzout doen. Zie het als een spin met meerdere poten. Ja, in Oost-Groningen vinden leuke en interessante ontwikkelingen plaats en Nedmag, of beter gezegd magnesiumzout, speelt daarin een belangrijke rol. Daar zijn we trots op.” www.nedmag.nl


ADVERTENTIE

‘Bedrijven moeten straks eerst weer vet op de botten krijgen’ „We krijgen momenteel veel telefoontjes van ondernemers die eigenlijk niet weten hoe ze verder moeten.” Dat zegt Hennie van Braak van Van Braak Accountants. De nood is hoog, onlangs werd bekend dat ondernemers voor maar liefst 16 miljard euro uitstel bij de Belastingdienst hebben, het aantal verwachte faillissementen neemt met 44% toe en als straks diverse regelingen aflopen, hoe moet het dan verder? Bij Van Braak Accountants houden ze de situatie bij hun klanten scherp in de gaten. „Dat doen we altijd, in goede en slechte tijden.” Dankzij allerlei financiële regelingen kwamen de meeste bedrijven nog redelijk door de coronacrisis heen, maar de verwachting is dat diverse regelingen binnenkort stoppen. „En dan wordt het spannend voor veel ondernemers”, geeft Van Braak aan. „Hoe moet het bijvoorbeeld met het personeel verder. Dankzij de NOWregeling konden zij in dienst worden gehouden, maar heb je ze straks na de lockdown nog wel nodig, vragen talloze ondernemers zich af. Veel bedrijven liggen momenteel aan het infuus en ik durf niet te voorspellen hoeveel er straks alsnog gaan omvallen.” Puzzel Van Braak kan zich voorstellen dat de Belastingdienst enige coulance betracht bij het innen van achterstallig belastinggeld. „Bedrijven moeten eerst weer wat vet op de botten krijgen, voordat ze kunnen overgaan tot het betalen van openstaande rekeningen. Dat wordt nog een hele puzzel. En hier en daar wordt ook al gesproken

over het kwijtschelden van belastingschulden, maar dan praat je wel over de uitzonderlijke gevallen.” Natuurlijk zijn er ook voldoende bedrijven die hun zaken goed voor elkaar hebben. Van Braak:„ Bijvoorbeeld bij ondernemers die getrouwd zijn onder huwelijkse voorwaarden en hun vermogen bij degene hebben gestald die geen schulden heeft. Maar, ik ken helaas ook ondernemers die ooit een 403-verklaring hebben ingevuld. Je praat dan over een bedrijf met diverse dochters, waarbij de 403-verklaring betrekking heeft op de dochterbedrijven. Dat betekent dat de moeder voor eventuele schulden instaat. Dat pakt in deze crisis natuurlijk slecht uit. Ik adviseer bedrijven om dit nu alsnog te regelen, zodat ze in de toekomst niet weer voor dit soort ‘verrassingen’ komen te staan.” Slapen Binnen de grenzen van wat mag is Van Braak

Accountants altijd op zoek naar gunstige regelingen voor de klant. „Helaas zitten veel ondernemers nog steeds te slapen. Je wilt niet weten hoe vaak wij gevallen tegenkomen, waarbij wij ons afvragen waarom er niet eerder is ingegrepen. Ik zou tegen elke ondernemer willen zeggen: laat je cijfers een keer op één van onze kantoren controleren. Dat kan geheel vrijblijvend en dan geven we er ook nog tips bij. Natuurlijk staat het de ondernemer daarna vrij zijn eigen accountant te kiezen, maar wij zijn er van overtuigd dat heel veel zaken echt beter geregeld kunnen worden.” Accountancy Naast fiscale advisering heeft Van Braak Accountants vanzelfsprekend een grote accountancytak, waarin zowel controle als samenstellen mogelijk is. „Het is prettig dat we alles onder één dak hebben”, geeft Van Braak aan. “Onze accountants en fiscalisten kijken altijd kritisch naar de cijfers, voordat het naar controleafdeling gaat, die daardoor hun werkzaamheden beter kunnen uitvoeren.” Een klant heeft niets aan jaarcijfers, die wil horen waar hij op moet sturen, vindt Van Braak. „Een goede ondernemer weet toch hoe hij er voor staat, hoe zijn bedrijf draait. Daar heeft hij de jaarcijfers van de accountant niet voor nodig. Hij heeft veel meer behoefte aan een goed advies, welke maatregelen hij kan nemen om zijn bedrijf nog beter te laten draaien, daar gaat het om en daar proberen wij altijd invulling aan te geven.” Eerlijke verhaal Ondanks corona gaat Van Braak het hele land door en daarnaast geeft hij regelmatig webinars. „En altijd komen vragen terug als hoe moet ik dit doen en hoe moet ik daar mee omgaan? Volgens mij zijn dat geen bestaande klanten van Van Braak Accountants. We kijken de cijfers gedegen na en geven concreet aan welke stappen een ondernemer moet nemen. En als we het niet weten, dan zeggen we het ook. Ja, we zijn duidelijk en vertellen het eerlijke verhaal, daar staat Van Braak Accountants om bekend.” „Onze klantenkring heeft in deze periode veel dingen geregeld die geregeld moeten zijn. Dat neemt niet weg dat we de vinger aan de pols houden, om daar waar mogelijk snel te kunnen schakelen. Maar, ik hou m’n hart vast over wat de toekomst gaat brengen. Daar durf ik echt geen voorspelling over te doen. Tegen iedere ondernemer zou ik willen zeggen: trek op tijd aan de bel en wacht niet tot het te laat is.” www.vanbraakaccountants.nl Vestiging Drachten: 0512-571250

Hennie van Braak


ADVERTENTIE

Veilig, efficiënt en duurzaam produceren zonder zorgen „Wij ontwerpen en realiseren complete besturingsinstallaties voor de sectoren food, water, infra en machinebouw”, zegt Alex van Dalen, Managing director van Beenen industrial automation. „Wij exporteren onze systemen over de hele wereld. In NoordNederland zijn Fonterra, A-ware, Friesland Campina, Royal Smilde Foods, Philips, Huhtamaki en Jacobs Douwe Egberts bekende opdrachtgevers.”

Harry van Wieren en Alex van Dalen

Inregelen is ons specialistenwerk „Een fabrikant wil het productieproces, van bijvoorbeeld rauwe melk naar kaas, op de meest efficiënte en kostenbesparende wijze laten verlopen”, vervolgt Harry van Wieren, accountmanager. „Dat op die wijze inregelen is onze specialiteit. Wij maken gebruik van de modernste technieken zoals Artificiële Intelligentie (AI) en Big Data. Met deze technieken kunnen behoorlijke besparingen gerealiseerd worden. Bovendien maakt AI de productie zekerder en constanter en het maakt het onderhoud van machines doelgerichter. We zien dat op dat gebied het verbeterpotentieel in een deel van de industrie groot is.” Efficiënt en zonder alarmbellen Volgens Alex en Harry hoeven de alarmbellen niet meer af te gaan in een fabriek. „Wij gebruiken sensors in onderdelen die 250 parameters kunnen duiden: de vervuiling, de gebruiksduur, het slijtageniveau en nog meer interessante waardes. Als je al die ‘Big Data’ analyseert, kom je tot nuttige kennis. Je ontdekt bijvoorbeeld dat een grondstof, bijvoorbeeld mais, van de ene leverancier in hogere mate je machines belast dan de mais van een andere leverancier. Met die kennis kun je zaken gaan voorspellen en daar je

onderhoud op aanpassen; vervangen van onderdelen op het juiste moment. Niet te vroeg, maar wel voordat er een storing komt.” 24/7 en één loket, wel zo makkelijk Beenen verzorgt de automatisering van het gehele productieproces. „Soms laten we bestaande systemen met elkaar communiceren, een andere keer engineeren we het volledige systeem. Dat heeft het voordeel dat je, als producent, met slechts één loket te maken hebt voor je besturing, implementatie en training.” „Dat geldt ook voor onze 24/7 service waarbij je niet per machine een andere leverancier hoeft te benaderen. Je neemt contact op met een directe lijn naar onze expert die exclusief opereert in jouw sector. De korte lijntjes, het snel en vlot werken helpen de productie op gang te houden. Dat noemen wij ontzorgen.” Duurzaam is een speerpunt „Het monitoren van energieverbruik en oplossingen bieden voor besparing is geïntegreerd in de projecten die wij uitvoeren. Naast verbruik kijken we ook naar de kwaliteit van de geleverde energie. Voor alle variabelen zoeken we naar de best mogelijke toepassing. Dat leidt tot meer

efficiëntie en besparing. Met de huidige bussystemen kunnen we de bekabeling tot zo’n 30% reduceren. Dat alles is al duurzaam, maar de urgentie van het energievraagstuk vraagt om blijvende focus. Er is altijd een weg naar meer en beter.” De les van corona Voor de foodsector is het belang van hygiëne geen nieuwe les, maar dat we minder fysiek aanwezig kunnen zijn, misschien wel. „De coronacrisis heeft ons op een nieuw spoor van digitale aanwezigheid gezet. Zo hebben we onlangs een productielijn in Guatemala online ingeregeld. De benodigde testen en trainingen aan bedrijfspersoneel verlopen nu ook via een digitale vergadertool. Dat is niet alleen efficiënt, het scheelt ook file, tijd en uitstoot. Dit zijn aspecten die we er na de Corona ook zeker in houden.” www.beenen.nl


Dag en nacht heerlijk koel Koop óf huur nu een airco!

AIRCO VOORDEELWEKEN

7 april t/m 28 mei 2021

Geniet straks iedere dag van een heerlijk koel huis! Een airco biedt een perfecte oplossing; 24/7 controle over de temperatuur in huis. Een airco van Energie Service Friesland biedt dan een perfecte oplossing. Je kunt bij ons zowel een airco huren als kopen. Je koopt al een Fujitsu airco vanaf € 1.775,-*. Huren kan al vanaf € 31,80 per maand*. Alléén nu, tijdens de Airco Voordeelweken. Kijk snel op energieservice.nl voor meer informatie, of bel 0513 611 300 voor het maken van een afspraak. *Vraag naar de voorwaarden

24/7 comfort. energieservice.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.