NoordZ april 2022, Friesland

Page 1

D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

‘IK ZIE MEZELF MEER ALS BOER DAN ALS BOERIN’ AGNES LENSING PAGINA 22


ADVERTENTIE

Streven naar verdere verduurzaming van de landbouw In de huidige tijd wordt meer dan eens duidelijk hoe belangrijk voedselzekerheid is. Tegelijkertijd groeit de klimaatdiscussie en de rol die de landbouw daarin speelt. Voor LTO Noord waren het al drukke tijden, maar de rol van de belangenbehartiger in alle discussies die gaande zijn en plannen die worden gemaakt, is belangrijker dan ooit. Eén conclusie wil Trienke Elshof, voorzitter regiobestuur Noord, alvast trekken: We moeten zuinig zijn op de landbouw in ons land.

Het idee leeft dat alles wat we willen eten en drinken er altijd is. Deze tijd bewijst het tegendeel. Dat moet ons de ogen openen, niets is vanzelfsprekend. Ze merkt in de hele discussie dat er anders naar voedselzekerheid wordt gekeken. Het is daarom belangrijk dat we producenten en consumenten dichter bij elkaar gaan brengen. De bewustwording rondom voedsel moet groeien. Je weet pas wat je mist als het er niet meer is. Stof opwaaien We spreken haar kort nadat minister Christianne van der Wal het nieuwe stikstofplan presenteerde, een plan dat zoals verwacht veel stof deed opwaaien onder boeren, maar ook in politiek Den Haag. Het geeft aan hoe ingewikkeld de materie Beeldvorming in de politiek en bij de burger staat in contrast met de realiteit Belangenbehartiging is volgens Jan Teade Kooistra, regiobestuurder LTO Noord in de provincie Friesland, vooral een kwestie van veel uitleggen, laten zien hoe het boerenbedrijf werkt en waar je tegenaan loopt. Politici en maatschappelijke organisaties willen graag dat we het anders gaan doen, dat we moeten veranderen, maar dan moeten ze wel goed weten waar ze over praten en daar schort het nog wel eens aan. Wat dat betreft hebben we veel last van een verkeerde beeldvorming. Hij wijst bijvoorbeeld op de invoering van nieuwe regels, maar ook op allerlei wensen vanuit de maatschappij. Die spreken elkaar soms tegen. Dat is één van de redenen waarom we politici en maatschappelijke organisaties graag uitnodigen. Het is mooi werk om dat uit te leggen. Met name landelijke politici staan volgens hem ver van de boerderij af, wat nog eens duidelijk werd bij het verhaal over stikstof dat minister Van der Wal een aantal weken geleden bij Op1 vertelde. Passie We hebben het over boerengrond waarop natuur- en maatschappelijke organisaties invloed willen uitoefenen. Maar bedenk wel dat het over onze grond gaat. Boer zijn is hard werken en we willen graag enige perspectief houden. Het vak moet ook leuk blijven. Ja, het is een passie, maar daar wordt momenteel helaas flink aan geknaagd. Belangenbehartiging is daarom belangrijker dan ooit en LTO Noord zet daar flink op in. Met afdelingsbestuurders die actief zijn in gemeenten, regiobestuurders in de provincie en landelijke bestuurders in Den Haag, tot in Brussel aan toe. Een fijnmazig netwerk van vertegenwoordigers , zegt Kooistra, waarmee LTO zich onderscheidt van andere organisaties. Dit kan alleen dankzij de leden en de beleidsmedewerkers die voor de ondersteuning zorgen. In Friesland spelen momenteel 4 grote thema s, waarvoor Kooistra zich namens LTO Noord inzet: stikstof, Veenweide (peilbeheer), ganzen en weidevogels. Dat kost veel tijd, maar dat heb ik er graag voor over. Ik ben er van overtuigd dat we alleen met elkaar tot goede en juiste resultaten kunnen komen, de belangenbehartiging zoals die bij LTO is georganiseerd biedt daarvoor in mijn ogen de meeste kans op succes. Jan Teade Kooistra

Trienke Elshof is. Dat er iets moet gebeuren, daar is iedereen het over eens. Over de manier waarop verschillen de meningen. Er zijn drie mogelijkheden om de stikstofuitstoot in de agrarische sector te verlagen. Ten eerste is dat de uitstoot van stikstof per bedrijf verlagen, bijvoorbeeld door managementmaatregelen, innovatie of emissiearme stalsystemen. Met managementmaatregelen, vaak innovatief, hebben we het bijvoorbeeld over het verminderen van eiwitten in veevoer, waardoor de emissies naar beneden gaan. Of water toevoegen aan mest, wat veel emissiereductie meebrengt of het stimuleren van weidegang, waardoor de mest automatisch wordt gescheiden van de urine. Zo zijn er allerlei pilots gaande die moeten bijdragen aan een vermindering van de uitstoot. De drie Noordelijke provincies hebben een plan ingediend, Laaghangend Fruit geheten, om deze managementmaatregelen aan te kunnen bieden met geld van het Rijk, waardoor er snel resultaat kan worden bereikt. Een tweede mogelijkheid om de stikstofdruk op de natuur te verminderen is het verplaatsen van bedrijven die te dicht bij een Natura 2000 gebied staan. En als laatste, en daar is de meeste ophef over ontstaan, is het laten stoppen of opkopen van de zogenaamde piekbelasters. Dat moet altijd vrijwillig gebeuren , vindt Trienke. Verduurzaming Onze uitgangspositie is gericht op een verdere verduurzaming van de landbouw , geeft ze aan. Er gebeurt al veel op dat gebied en er kan een versnelling plaatsvinden, mits we niet gelimiteerd worden door allerlei bepalingen, regels en het rechtssysteem. Dat weerhoudt boeren er vaak van om grote stappen op het gebied van

Wij zijn de belangenvereniging van boeren en tuinders. Door boeren en tuinders te helpen met ondernemerschap, innovatie en duurzaamheid, nemen we ze mee naar de toekomst. Heb je vragen over belangenbehartiging of lidmaatschap kijk dan op www.ltonoord.nl / of bel met 088 888 66 66

duurzaamheid te kunnen nemen. Bovendien kost verduurzamen geld, het mag niet ten koste van het verdienmodel gaan. Ze wijst erop dat in Noord-Nederland het aantal intensieve veehouderijen ten opzichte van provincies als Brabant en Limburg gering is. Ook hier ligt echter een opgave om stikstof te reduceren. In de gebiedsgerichte aanpak moeten boeren betrokken worden bij de uitwerking van de plannen. Wij pleiten niet voor generieke maatregelen, maar juist daar maatregelen nemen waar het nodig is. Door het gebied aangedragen, het gebied moet zelf aan zet zijn. LTO Noord is ervan overtuigd dat NoordNederland bij uitstek geschikt is voor een florerende landbouw. Een regio waar landbouw naast de dorpen en de natuur kan bestaan, met respect voor elkaars belangen. Naar die balans zijn we elke dag op zoek. Vanuit de gedachte dat de werkgelegenheid in Noord-Nederland voor een belangrijk deel afhankelijk is van de agrarische sector. Daarnaast zijn we een belangrijke leverancier van melk en graan voor eigen gebruik en pootaardappelen. Alleen met elkaar kunnen we tot oplossingen komen die voor alle partijen aanvaardbaar zijn. www.ltonoord.nl


DUURZAMER, MAKKELIJKER EN LEKKERDER, DAT WORDT ONS VOEDSEL p allerlei manieren wordt gewerkt aan een wereld waarin wij, de consument, steeds duurzamer kunnen eten. En dat het ook lekkerder wordt en makkelijker om in te slaan.

O

Neem de vier grote noordelijke coöperaties – FrieslandCampina, Avebe, Agrifirm en Cosun – die hierin samenwerken. Of het nu gaat om groene mest of kansrijke eiwitgewassen, om er twee voorbeelden uit te lichten. Het gezamenlijke resultaat is belangrijker dan de vrees dat de concurrent een kijkje in de keuken kan nemen.

Het citaat op de cover is van Agnes Lensing (41), boer, spreker en ‘agrarisch ambassadeur’ uit Gasselternijveen. „Het klopt dat Boer zoekt Vrouw mij bekendheid heeft gegeven. Ik ben boerin Agnes, zo kennen mensen me en dat helpt me op mijn missie om meer mensen te laten kennismaken met het boerenleven. Overigens zie ik mezelf meer als boer dan als boerin. Bij boerin denk ik aan een vrouw die haar man helpt op de boerderij. Bij ons is dat niet hoe het gaat. We doen het echt samen, ik sta het liefst tussen de koeien.’’

Een ander verhaal in deze NoordZ dat een kijkje in de toekomst geeft gaat over de slimme aardappel. Een apparaatje dat net als de pootaardappelen de grond ingaat maar dat dan de temperatuur en het vochtgehalte meet. Én hoe het voelt om gerooid te worden. Gegevens waarvan de boer leert. Net zoals de drones die dankzij ‘5Groningen’ in een handomdraai vertellen waar de gewassen besproeid moeten worden. En waar niet. Wat de eettrends zijn hier in het Noorden staat in het openingsverhaal van deze NoordZ. Om de hoek op zoek naar vegetarisch gemaksvoedsel. Zoals gezegd, op allerlei niveaus wordt er in Drenthe, Friesland en Groningen aan gewerkt om ons het zo makkelijk mogelijk te maken.

Ondernemers van wie je je afvraagt hoe (on)gemakkelijk zij het hebben zijn de zelfstandige winkeliers die hun plekje verdedigen tussen de machtsblokken van de AH’s en Jumbo’s. Een zelfstandige winkelier in Haren, een rijdende winkel in Friesland en een toko in Assen vertellen hoe zij zich onderscheiden. ,,Wij hebben warenkennis. We weten precies wat erin zit en waar het vandaan komt’’, stelt Fokko Jan Wolters. Kom daar maar eens om bij de grote supers. Alles draait natuurlijk om ondernemerschap. Zit het tegen, zorg dat je nieuwe kansen ziet en grijpt. Boerin Agnes, alweer vijftien jaar geleden speelde de Drentse een hoofdrol in Boer Zoekt Vrouw, is zo’n ondernemer. In de rubriek De Spiegel vertelt ze dat ze na fikse tegenvallers niet de handdoek gooide maar nieuwe uitdagingen aanging. En met succes. Op het eerste gezicht misschien geen smakelijke gedachte, een Mac Insect op de menukaart bij de hamburgerketen die nog steeds het ene na het andere restaurant opent. Toch geloven ze in Beilen, waar ze met vijftien mensen bij Wadudu onderzoek doen naar insecten, dat het over tien jaar zo ver is. Namens de redactie, veel leesplezier

COLOFON

INHOUD

NoordZ is een bijlage van Mediahuis Noord

04

Sporten, vastgoedzaken regelen op je mobiel en minimalistisch design Drie afleveringen van de rubriek Start me up

11

De grootgrondbezitter die zijn land verpacht is kampioen passief inkomen vergaren Column Ronald Mulder

12

Zelfstandig tussen de AH’s en Jumbo’s ,,Ik koop zoveel mogelijk producten in die Albert Heijn en Jumbo niet hebben’’

16

Dilemma’s bij bedrijfsopvolging spelenderwijs bespreken Doel is dat er aandacht wordt besteed aan de wensen van ieder familielid

18

Drones en slimme aardappelen die vertellen hoe het onder de grond is Zo kun je heel precies je akker besproeien

22

‘Ik heb de gesprekken met mijn vader nodig’ Boerin Agnes in rubriek De Spiegel

26

Worden insecten de nieuwe miniveestapel van de toekomst? Eén keer per week insecten bij het eten in plaats van vis

30

Om de hoek op zoek naar vegetarisch gemaksvoedsel 7 voorbeelden in Drenthe, Friesland en Groningen

34

Vier grote coöperaties zoeken naar duurzamer en beter voedsel Cosun, FrieslandCampina, Avebe en Agrifirm zitten niet stil

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Roel Snijder Theo Zandstra Marja Boonstra Vormgeving Alie Veenhuizen Telefoon bijlagenredactie 058-2845477 E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg NoordZ ook online op het blog www.noordz.nl

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 3


Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Jan Anninga. Marjorie Noë, Geert Job Sevink wilde dat zelf. Je wilt gewoon weten op welke manier je het beste met je oudere zus kunt omgaan. Afgezien daarvan ben ik er ook gewoon mee opgegroeid natuurlijk, met de speciale aspecten daarvan. Het heeft alle keuzes op het gebied van school en werk eigenlijk bepaald. Op het hbo wist ik zeker dat ik er meer mee wilde doen, met deze doelgroep.’’

UniekGezond Wie Tamar van der Veen, sportkundige en psycholoog Wat programma dat sport inzet als middel om de gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking te verbeteren Waar Groningen Waarom vanwege eigen ervaringen en de wil om mensen te helpen Wanneer sinds 2020 Hoe via VentureLab, dankzij netwerk, met behulp van sportschool, met door zus ontstoken drive

Ze studeerde af op een van de lastigere vraagstukken rond dit thema: hoe regelen we de financiering? ,,Dat is moeilijk, want de cliënten vallen onder verschillende financiële systemen en hebben met gemeentelijk beleid te maken, dat overal anders is. Meestal hebben ze een Wajong-uitkering, maar hebben ze ook een hulpvraag waaraan een WLZ (Wet Langdurige Zorg) of een WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) wordt gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een pgb (persoonsgebonden budget). Allemaal afkortingen en regelingen. Word daar maar eens wijs uit.’’

e kan niet zo goed stil zitten. Tamar van der Veen (23) beweegt zoveel mogelijk. In de sportschool, op de fiets, op het voetbalveld, waar haar cliënten haar maar brengen. UniekGezond heet haar prille onderneming. Onder die naam geeft ze individuele sport- en beweegcoaching aan mensen met een verstandelijke beperking. ,,Die groep wordt niet goed bediend, terwijl werken aan gezondheid daar vaak extra belangrijk is.’’

Z

Het kan. Vooral omdat UniekGezond sport beschouwd als middel om gezonder te worden, kan het pgb worden ingezet. ,,Een voorbeeld? Ik begeleid een jongen met autisme die meer zelfvertrouwen zoekt. Dat doe ik door middel van sport. We gaan bijvoorbeeld basketballen en klimmen. Je ziet hem vooruitgaan. Op die manier krijgt hij toch een zorglabel en is er weer meer mogelijk.’’

Dat weet Tamar als geen ander. Haar oudere zus heeft een verstandelijke beperking, dus ze zag van dichtbij dat het aanbod niet goed genoeg is. ,,Binnen zorginstellingen bestaan meestal wel sportlessen. Dat is heel fijn, maar het gaat om grote groepen waarin individuele sportbegeleiding amper mogelijk is. Daar is sporten vaak een doel, niet een middel om gezonder te worden. Voor mijn zus wilden wij wat anders, meer gericht op contact en algehele gezondheid, maar dat is er niet of nauwelijks. Bij haar zorginstelling in Dwingeloo hebben we haar meer begeleiding gegeven, met de focus op sporten. Ze is er 20 kilo door afgevallen.’’ STEEDS BEWUSTER Als dat voor haar zus kan, dan moet het voor meer mensen zoals zij kunnen, dacht Tamar. En dat doet ze nu ook. UniekGezond haalt cliënten van huis op, neemt ze mee naar de meest geschikte plek om te sporten en te praten, en brengt ze weer thuis. ,,Meestal op de fiets, soms lopend. Een beetje afhankelijk van waar we heen gaan. Een van mijn cliënten, een jongen, wil eigenlijk vooral voetballen. Dus dan gaan we naar een voetbalveld. Anderen willen liever naar een gym, dan doen we dat.’’ Het is meer dan alleen samen sporten. Tamar heeft goed contact met haar cliënten, praat met ze over hoe het gaat, over eten, drinken, gezondheid. ,,Dat werkt. Ze zijn er steeds bewuster mee bezig. Ook omdat ik tabelletjes maak waarop ze zien dat ze conditioneel vooruit gaan, dat ze kilo’s verliezen of wat ook maar ons doel is.’’ Wie de doopceel van de uit Meppel afkomstige ondernemer zou lichten, ziet dat ze nergens anders dan hier had kunnen terechtkomen. Ze

CONCEPT VERDER UITBOUWEN Om ouders een lichtend pad te geven door het woud aan regels en regelingen, besloot Tamar zich in de laatste fase van haar studie te storten op geautomatiseerde hulp. ,,Met Google Forms. Mijn doel is dat ouders op mijn formulier invullen wat ze zoeken en de antwoorden meteen krijgen, dat precies uitgelegd wordt wat ze moeten doen om hun kind aan het sporten te krijgen.’’

TAMAR VAN DER VEEN

UNIEKGEZOND: MEER DAN SAMEN SPORTEN deed de minor toegepaste psychologie en studeerde sportkunde, en verenigt de kennis uit die studies nu. Ze werd ook reisleider bij groepsreizen voor mensen met een verstandelijke beperking. Veel eerder al in haar leven vond ze dit pad. ,,Ja, dat is zeker dankzij mijn

4 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

zus. Je zou haar best de geestelijk moeder van UniekGezond kunnen noemen.’’ Al op jonge leeftijd volgde Tamar cursussen over de omgang met mensen met een verstandelijke beperking. ,,Nee, dat moest niet. Ik

Om dat ingewikkelde streven verder uit te werken, sloot ze zich aan bij VentureLab. ,,Daar heb ik veel geleerd, echt een mooie tijd. Ik kwam er ook tot de conclusie dat ik me vooral wil bezighouden met sport en contact met mensen, niet met de IT-oplossing die ik had bedacht. Dus we kijken nu of dat deel door iemand anders kan worden overgenomen. Ik blijf ervan overtuigd dat het een fantastisch instrument zou zijn.’’ Tamar van der Veen wil mensen helpen. Zoveel mogelijk. ,,Ik ben eigenlijk nog maar net begonnen, maar ga dit concept zonder meer verder uitbouwen. Over een jaar of vijf? Dan heb ik heel Nederland laten zien hoe belangrijk sport en gezondheid zijn, specifiek voor de doelgroep waarvoor ik werk. Ik zie voor me dat er dan een platform is waar instructeurs zoals ik zich kunnen aansluiten en verstandelijk beperkte mensen helpen op de manier die UniekGezond al neerzet.’’ Ze werkt er hard aan. ,,Volgens mij is er maar één manier nu om te groeien en meer impact te hebben: ik moet op het vizier komen van gemeenten. Zij moeten mij opnemen in de lijst met goedgekeurde zorgaanbieders. Als dat lukt, breidt het zich snel als een olievlek uit.’’

Terug naar het doel van de jonge Duitsers. Ze werken aan producten die ons het leven makkelijker maken in een steeds complexere omgeving. Het volgende kunststukje kan weleens een nieuw type toetsenbord worden. ,,Dat is een goed voorbeeld van hoe het met de ontwikkeling van de technologie niet goed is gegaan’’, legt Moritz Angermann uit. ,,Heb je weleens gekeken hoe de toetsen gepositioneerd zijn? Schuin onder mekaar. Dat is omdat dat bij een oude typemachine met inkt nodig was vanwege de hamertjes. En nu is het nog hetzelfde. Dat is gedachteloos doorgaan met produceren wat er al was. Qua ergonomie is zo’n toetsenbord ook funest.’’

Arc Phone Accessories Wie Moritz Angermann, Niclas Bertelsen en Tom Theuer Wat minimalistische telefoonbeschermers Waar Groningen Waarom de visie dat het tijd is voor ‘reshaping technology interaction’ Wanneer sinds 2020 Hoe dankzij veel praten, deelname aan VentureLab, hard werken, mooie investeerders en inbedding in het ‘ecosysteem Wasaweg’ ard werken. Die kreet lijkt uitgevonden voor Tom Theuer (25), Moritz Angermann (26) en Niclas Bertelsen (25). ,,Wij willen hier nu alles aan geven. Dat moet ook in deze fase’’, vertelt Theuer. Gezamenlijk werken de drie Duitse Groningers aan de verwezenlijking van een droom, die kort samengevat neerkomt op: technologie is er om de gebruiker ervan beter te maken.

H

Hij is bezig met de oplossing. De variant van Arc bestaat uit twee losse delen (voor elke hand één), voorzien van ingenieuze technologie die de muis overbodig maakt. Er wordt nog mee getest, maar het prototype, bestaande uit 3D-geprinte onderdelen, maakt al indruk. ,,Ons model is precies aan de gebruiker aan te passen, op een uiterst eenvoudige manier. Dat is hoe het moet.’’ De drie ontmoetten elkaar in Groningen, waar ze praatten over technologie en vrij snel tot de conclusie kwamen dat ze gezamenlijk aan de bak zouden moeten. Tom Theuer en Moritz Angermann maakten kennis tijdens hun studie Artificial Intelligence (,,Die opleiding is nergens in Europa beter dan in Groningen. Daarom kwamen we hierheen.’’) Tijdens hun deelname aan het Honours College (bekend van de ‘extracurriculaire vakken’ voor studenten die veel in hun mars hebben) liepen ze psychologiestudent Niclas Bertelsen tegen het lijf. ,,We deden een Summerschool Constitutional Law in Polen. Daar is het begonnen. We spraken samen over producten en design en konden er niet meer over ophouden.’’

In praktische zin is dat streven te zien in het eerste product dat de drie op de markt brachten: de Arc Pulse. Dat is een telefoonbeschermer, maar dan heel anders dan de bekende hoesjes. De Pulse bestaat uit twee delen, aan de boven- en aan de onderkant over een iPhone te schuiven. Klinkt een beetje anders dan we gewend zijn, maar is revolutionair en precies volgens de visie van Arc, legt Angermann uit. Hij is het ontwerpbrein binnen het team. ,,Kijk, die iPhone is zo goed ontworpen, daar moet je zo weinig mogelijk aankomen. Maar wat doen we? We stoppen hem in een case waardoor het hele gevoel verandert. Zonde. Haal die telefoon maar eens uit zijn hoes, dan voel je hoe lekker hij in de hand ligt. Dat is exact wat we met de Pulse behouden, dat fijne gevoel. Daarop is-ie ontworpen. Dit is typisch een probleem dat we oplossen zodra je ziet dat het een probleem is.’’ Het eerste product van Arc blinkt uit in eenvoud en kwaliteit. De metalen delen worden op hun plek gehouden dankzij speciaal rubber. ,,Dat is precies het punt. Door uit te gaan van de gebruiker, kom je vaker op een simpeler design. Je pakt de essentiële eigenschappen van een apparaat en gaat dan verder.’’

TOM THEUER, MORITZ ANGERMANN EN NICLAS BERTELSEN

MINIMALISTISCH DESIGN VAN ARC GAAT ALS EEN RAKET

MODEL MET EDELSTENEN Dat zien inmiddels veel meer mensen. Hoewel de telefoonbeschermer – in de varianten titanium goud en zilver, en aluminium zwart – een jaar geleden pas verkrijgbaar werd, verkochten de drie er al duizenden in meer dan dertig landen. En dat ondanks de relatief hoge prijs. Wie echt gek wil doen kan de Pulse trouwens ook krijgen ingelegd met edelstenen. Die versie doet het goed in het Midden-Oosten.

ruimte van een pand aan de Wasaweg in Groningen denkt inmiddels een heel team knappe koppen uit veel verschillende landen mee over de toekomst van technologie en de toekomst van Arc. Die specifieke plek aan de Wasaweg is ook een tweede belangrijke factor in de snelle opmars van de start-up.

Het is amper voorstelbaar dat zo’n jong bedrijf al zo’n succes heeft. Dat het zo goed lukt, heeft in eerste instantie te maken met de enorme drive van de drie founders. Ze zijn echt op een missie: ‘reshaping technology interaction’. In die gedeelde missie en drang om ‘wat er is beter te maken’, vonden ze elkaar. Die missie is de intrinsieke motivatie die de jongemannen opstuwt naar lange werkdagen, brandende ambitie en grote hoogten. Ze zijn nog lang niet klaar. De Arc Pulse is pas het begin. Dat weten ze zeker. In een

ARC-telefoonbescherming.

Dat pand is van IT-bedrijf Bossers & Cnossen. Eigenaar Jeroen Bos is vast van plan daarvan het hart van een nieuw start-upecosysteem in Groningen te maken. Dat doet hij door veelbelovende start-ups een plek te bieden en investeringsgeld. Niclas Bertelsen: ,,We hebben aan Jeroen veel, omdat hij ons continu advies geeft. Maar we profiteren ook van de andere startende bedrijven hier. We sparren, delen kennis uit, technologie, soms mensen. Er hangt een sfeer die inspireert. Jonge ondernemers die hard werken om een mooi doel te bereiken. We hebben ons onlangs ook aangesloten bij Founded in Groningen om diezelfde reden.’’

INVESTERINGEN EN OPSCHALEN Via een traject bij VentureLab in 2020 werden de studenten klaargestoomd voor het ondernemerschap. De eerste lening voor hun bedrijf kwam via het start-up-ecosysteem van de Groningse universiteit, namelijk van Northern Knowledge. Eind 2020 haalden de ondernemers via een crowdfunding geld op voor de eerste productie. ,,Schitterende tijd’’, herinnert Theuer zich. ,,Vrienden en familie werden ingezet voor video’s en fotografie voor de eerste reclamecampagne. De mensen om ons heen waren net zo enthousiast als wij. Dat gaf ons veel vertrouwen.’’ Precies een jaar geleden werden de eerste telefoonbeschermers opgeleverd, de volgende investeringsronde volgde snel. De RUG Holding stapte in en enkele investeerders, onder wie Jeroen Bos. Bertelsen: ,,Dat kwam precies op het moment dat de iPhone 13 uitkwam. Dat gaf ons meteen de kans te laten zien dat we ons snel konden aanpassen en serieus waren. Alles werd professioneler, we trokken er nog harder aan en breidden snel uit.’’ Het is een kwestie van tijd voordat Arc meer producten op de markt brengt. Bertelsen: ,,Over vijf jaar? Dan hebben we een hele serie accessoires zoals de Pulse. Maar dan niet alleen voor telefoons. En daarnaast produceren we ook onze eigen technologie. Zoals de toetsenborden. Weet je, het is ideaal dat we nu met de Pulse zijn begonnen. De logistieke verbindingen zijn er. We werken aan warehouses in China en de VS, we hebben verkoopkanalen in Japan, Europa, het Midden-Oosten. Dat ligt er allemaal al, zodat we nu met meer bezig kunnen.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 5


ADVERTENTIE

Duurzaamheid is de enige license to operate De keuze van Royal Koopmans van 10 jaar geleden wordt nu herkend en erkend. Zet in op local sourcing en transparante ketens. Visie en passie én de behoefte van consumenten als leidraad voor het familiebedrijf in meel en foodingrediënts. ,,Het draait om kennis en de waarde van herkomst , zegt algemeen directeur Dirk Lodewijk. Zeker, de huidige situatie in de wereld brengt de markt stevig in beroering, maar het gaat ons goed. We hoeven ons geen zorgen te maken en onze afnemers ook niet. Wat er door die oorlog pijnlijk duidelijk wordt, is de kwetsbaarheid van onze voedselketen en de noodzaak tot transitie. ,,Dat verhaal vertellen we eigenlijk al tien jaar , vertelt Dirk Lodewijk van Royal Koopmans. De meel- en foodingrediënts- fabrikant zette met zijn komst duurzaamheid centraal. ,,Wij zijn een familiebedrijf dat 176 jaar bestaat. We kennen de waarde van korte ketens, het was lange tijd de leidraad van ons handelen. Door de tijd zijn we meegegaan in expansie van de keten. Tien jaar geleden maakten we een bewuste en vooruitstrevende keuze: terug naar zoveel mogelijk lokale teelt, naar het herstel van de verbinding tussen schakels in de keten, van boer

Dirk Lodewijk

naar bakker en consument. Vooruitstrevend was dit zeker, want Nederlandse tarwe is lange tijd uitsluitend gebruikt als veevoer, omdat het van mindere kwaliteit zou zijn. Wij keken hier anders naar. We hebben hier een sterke akkerbouwtraditie: waarom kunnen wij geen kwalitatieve baktarwe verbouwen? Het draait om aanhoudende focus op kwaliteit, om goede bodem- en waterkwaliteit. Die heldere visie begint aan te slaan na een jarenlange zoektocht van pionieren, onderzoeken en testen. Het is vallen en opstaan, maar je komt verder als je samen wilt, het draait om ketensamenwerking en vertrouwen in elkaar, waarbij je je kwetsbaar mag opstellen. Het lekkerste en meest duurzame brood uit Nederland: Nedertarwe ,,Ik geloof er heilig in en zie dat het werkt: tien jaar geleden kwam het grootste deel van ons graan uit het buitenland, nu komt al meer dan de helft van ons graan uit Nederland en daarin willen we nog meer groeien. We hebben hiervoor met boeren, bakkers en ontwikkelaars geweldige stappen gezet. Afgelopen januari hebben we met onze ketenpartners Nedertarwe geïntroduceerd, graan van dichtbij wat in samenwerking met vooruitstrevende boeren met veel aandacht volgens strikte richtlijnen duurzaam wordt geteeld. Duurzaamheid is een blijvende en groeiende trend op het gebied van voeding. Consumenten willen voedsel van dichtbij, ze willen weten waar hun eten vandaan komt. Ze willen het verhaal achter het product kennen. Met

de introductie van Nedertarwe bedienen we een steeds groter wordende groep consumenten die kiezen voor merken en producten waarin een transparante en duurzame keten van voedsel zichtbaar en tastbaar wordt. De keuze voor duurzaam wordt herkend. Op de Themadag Granen van brancheorganisatie Akkerbouw van 24 maart sprak minister van LNV Staghouwer de mooie woorden: ( ) Toen ik onlangs kennis nam van het initiatief Nedertarwe van Royal Koopmans, voelde ik het bakkersbloed weer stromen. De meelfabrikant heeft samen met akkerbouwers en bakkers jarenlang gefinetuned aan een optimaal product. Oogsten, proefmalen, testen en bakproeven: als elk schakeltje in de voedselketen zijn expertise levert, klopt het helemaal. Dirk Lodewijk: ,,Het kost tijd, geld, energie en aandacht en het is de kunst vraag en aanbod gelijktijdig op te bouwen. We moeten boeren belonen die mee willen in deze stappen, bakkers helpen hun keuzes voor lokaal onder de aandacht van de consument te brengen. Deel de kennis, erken de waarde van je herkomst. Ook de noordelijke provincies kunnen samen weer leidend worden in duurzame akkerbouw. www.royalkoopmans.com www.nedertarwe.nl

ADVERTENTIE

Kwaliteit staat voorop Meer dan 60 verschillende vleesproducten die naar consumenten en de business to businessmarkt gaan. Van salami worst tot gehaktballen en van diverse soorten tapas schaaltjes tot de pompeblêd burger. Bij familiebedrijf Weidenaar weten ze al 95 jaar hoe ze een lekker stukje vlees moeten maken. En het mooie is dat steeds meer mensen dat beginnen te ontdekken. Niet voor niets wordt er momenteel druk gebouwd, een gevolg van de gestage groei van het bedrijf. Met name onze tapas schaaltjes doen het goed , zegt commercieel directeur Jouke Jongsma. Dat heeft vooral met gemak en de behoefte aan meer keuze te maken. De consument wil snel een lekker stukje vlees op tafel kunnen zetten. Waar we begonnen met zes verschillende schaaltjes, zitten we inmiddels op vijftien. De contacten met de regionale supermarkten zijn al jaren goed en sinds kort zit Weidenaar ook met online supermarkten om tafel. We proberen samen sterker te worden en dat lukt goed. Sinds het einde van corona merken ze bij Weidenaar dat ook de business to businessmarkt weer aantrekt. Algemeen directeur Lieuwe

Weidenaar (3e generatie) vertelt dat de levering van belegde broodjes en gehaktballen behoorlijk in de lift zit. Het verkeer komt weer op gang en veel mensen willen onderweg even een lekkere hap tot zich nemen. Drive Het zorgt er mede voor dat Weidenaar in de afgelopen jaren een gestage groei heeft doorgemaakt, waarin het personeelsbestand verdubbelde. We zijn blij met onze medewerkers, die betrokken zijn en een enorme drive hebben om telkens weer goede producten te maken , geeft Lieuwe aan. Ze krijgen ook de kans om eigen producten te proeven en hun mening te geven. Ja, ze zijn trots op wat ze maken en we kennen gelukkig weinig verloop.

Als een klant over de prijs begint, adviseren we altijd om eerst even te proeven, dan zijn ze meestal snel overtuigd Overigens is groei geen doel op zich bij Weidenaar. Het leveren van kwaliteit vinden we veel belangrijker , legt Jouke uit. Als je dat goed voor elkaar hebt, dan komt de groei vanzelf. Dat merken we nu al jaren. Om die reden hoeft Weidenaar ook niet naar het buitenland. Klopt,

we groeien nog steeds in eigen land en er liggen nog voldoende uitdagingen om verder te groeien. Business to business Die liggen onder andere in de business to businessmarkt. Wij maken kwalitatief smaakvolle producten en zijn niet de goedkoopste. We kiezen bewust niet voor goedkope producten, dat zou ten koste gaan van de kwaliteit. Als een klant over de prijs begint, adviseren we altijd om eerst even te proeven, dan zijn ze meestal snel overtuigd. We hebben korte lijntjes naar de klant. Als er bijvoorbeeld morgen iets geleverd moet worden, dan regelen we dat. We zoeken altijd naar een oplossing. Genieten Bij Weidenaar zijn ze blij dat mensen tijd nemen voor een genietmomentje. Gezond leven moeten we allemaal, maar dat wil niet zeggen dat we niet meer mogen genieten, dat moet op z n tijd kunnen. En ja, dat gebeurt vaak met een hapje van Weidenaar. Over 5 jaar bestaat het familiebedrijf 100 jaar. We maken geen gekke sprongen en verwachten onze gestage groei voort te kunnen zetten , besluit Lieuwe. Goed luisteren naar de klant staat daarbij voorop, want hij bepaalt uiteindelijk het succes van Weidenaar. www.weidenaar.frl


OWNER Wie Huub van Buul Wat applicatie die het beheer van vastgoed versimpelt en automatiseert Waar Emmen Waarom vanwege het gebrek aan goede alternatieven, vanwege de ondernemerskansen Wanneer sinds 2019 Hoe met gelijkgestemde mensen, dankzij kennis en ervaring

risse kleuren, kunstgras, een tafeltennistafel, fancy hardware, een coding pot. Alles straalt ‘jonge tech start-up’ uit bij OWNER in Emmen. En dat is het ook. Huub van Buul (32) bouwde met zijn acht medewerkers een app waarmee vastgoedeigenaren worden ontzorgd. In 2,5 jaar groeide de start-up van niets naar een van de marktleiders.

F

,,Wij zijn disruptive. Dat is de kracht. Kijk, in de traditionele markt ligt de controle over panden bij de beheerders ervan. Je hebt het dan over onderhoudscontracten, huurcontracten, reparatiewerkzaamheden, schoonmaakkosten en nog veel meer. Je geeft bergen verantwoordelijkheden en data uit handen waarop je zelf geen of te weinig zicht hebt als vastgoedeigenaar. Dankzij onze applicatie ligt de controle weer helemaal bij de eigenaren. Dat is ook logischer. Zij hebben een andere emotie bij hun bezit. Overigens willen wij de beheerders niet uitschakelen. Het gaat erom dat de eigenaren volledige controle over hun eigen investeringen hebben en weten wat er speelt, maar nog belangrijker: weten wanneer ze iets moeten doen.’’ GROTE MARKTPARTIJEN Met de app heeft een vastgoedeigenaar – of het nou gaat om een garagebox of een compleet appartementencomplex – volledig overzicht. Met een paar clicks worden huurfacturen verstuurd en geïndexeerd, informatie opgevraagd, klusbedrijven ingeschakeld enzovoort. ,,We hebben met heel wat andere software aanbieders waaronder financiële pakketten en fysieke boekhouders geregeld dat hun software simpel gekoppeld wordt aan de onze. Wij willen dat je met je telefoon alles rond je vastgoed kunt regelen.’’ En dat gaat al heel aardig. Via de app worden inmiddels door het hele land en zelfs over de grenzen meer dan 150.000 panden beheerd. ,,We monitoren continu hoeveel data door de app gaat. Dan heb je het over big data-achtige cijfers. Dat vond ik zelf ook wel heftig.’’ Dat Van Buul met grote marktpartijen om tafel zit om te zien hoe een samenwerking tot stand komt, zegt veel. ,,Die partijen hebben helemaal geen inzicht in wat er gebeurt met hun vastgoedinvesteringen. Dat hebben ze met onze app wel.’’ Nu zou je denken: die Van Buul zal wel een ontevreden vastgoedeigenaar zijn geweest toen hij zijn bedrijf begon. ,,Helemaal niet. Ik hoorde een goede vriend eens vragen: hoe zit het eigenlijk met de automatisering in de vastgoedmarkt? Hij vond de bestaande systemen veel te ingewikkeld. Met honderden vinkjes die je aan en uit kunt zetten en verplichte cursussen om überhaupt met de software te kunnen werken. Ik besloot het maar eens te gaan bekijken en kreeg een positieve schok van het marktonderzoek. Er was gewoon niets goeds, niets dat op een simpele manier werkte.’’ GROTE GOK Huub van Buul is ondernemer pur sang. Hij

HUUB VAN BUUL

VOLLEDIGE CONTROLE weet niet anders. Dus besloot hij ervoor te gaan. Dat klinkt misschien wat als het wagen van een grote gok, het springen van de hoge plank de diepte in. Maar zo is het niet. De in Barger-Compascuum opgegroeide ondernemer is namelijk jong, maar behoorlijk door de wol geverfd. IT, data, online marketing, op dat terrein beweegt hij zich al jaren. ,,Op mijn 6de schroefde ik mijn eerste computer al uit elkaar om mee te knutselen.’’ Op zijn 17de maakte hij al websites en visitekaartjes. Twee jaar later ging hij fulltime aan de slag als éénpitter. Websites bouwen, online marketing opzetten. Daarna bouwde hij met twee anderen aan een nieuw mediabedrijf, dat drie jaar lang best goed ging, waarna de paden toch scheidden. ,,We zaten niet hetzelfde in de race. Daar kwam ik te laat achter en ik ben er als professional echt op mijn bek gegaan. Ik houd van een platte organisatie waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Met een 9 tot 5-mentaliteit heb ik niets. Je moet als onderdeel van het bedrijf weten waar je mee bezig bent. Daardoor krijg je vanzelf een mate van verant-

woordelijkheid en weet je wat je moet doen om succesvol te kunnen zijn als individu, maar ook als team. Wanneer je dat werk doet, moet je zelf weten. Ik zie het als teamsport, waarin iedereen bijdraagt. Dus ja, toen ik OWNER begon op te bouwen, heb ik al die waarden er expliciet ingelegd. Ik wist zeker: het moet iets heel anders zijn, weg van schommelende inkomsten en naar een markt waar mijn software een eerste levensbehoefte is. We werken met een gedifferentieerd abonnementssysteem. Allemaal play dough simple.’’ HEILIG VUUR Werk moet vooral leuk zijn. In Van Buuls geval geldt dat zeker, want hij steekt er nogal wat tijd in. ,,Eerlijk? Ik denk dat ik nu 90 procent van mijn vrije tijd investeer. Maar dat is om straks heel veel vrije tijd over te hebben. Zo kijk ik ertegenaan en ik ben ervan overtuigd dat het kan en gaat lukken.’’ Dat heilige vuur ging pas in zijn pubertijd branden. ,,Daarvoor bewoog ik vooral de verkeerde kant op. Ik verpestte mijn opleidingen, had nergens motivatie voor.’’ Totdat zijn vader ongeneeslijk ziek werd. ,,Het heeft me totaal

gedraaid. Ik had opeens een niet te stoppen drive om het te gaan maken, om mijn eigen toekomst te bepalen. Ik dook weer in de boeken, ging keihard werken. Dat was zonder de hulp van mensen om me heen nooit gelukt trouwens.’’ Dat doet hij nog altijd. Hij is uithangbord van OWNER, doet de belangrijke afspraken, maar zit ook nog gewoon te programmeren. ,,Ik vind het ook belangrijk om dat te blijven kunnen. We gaan hard, komen elke paar dagen wel met een vernieuwing of verbetering van ons systeem. Zo moet het ook om onze voorsprong te behouden. Het is beuken en ik werk daar op alle fronten aan mee. Noem mij maar meewerkend voorman. Ik ben wars van managers die alleen maar controleren en rapporteren.’’ In Duitsland en België is de app al kleinschalig in gebruik, in andere landen lopen pilots. OWNER zet een vinkje bij een van de belangrijkste kenmerken van een start-up: schaalbaar. ,,We zijn er in vier talen inmiddels. Het maakt niet uit of we 3 of 3 miljoen panden door ons systeem laten gaan, waar ter wereld ze ook staan. Dit kan echt heel groot worden.’’

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 7


ADVERTENTIE

Aandacht voor de maaltijd Wat zullen we eens eten? Een vraag die bij iedereen wel eens tot hoofdbrekens leidt. Gezond, maar natuurlijk ook lekker en niet hetzelfde als gisteren en eergisteren. Voor de één graag glutenvrij en de ander energiebeperkt. De derde houdt absoluut niet van varkensvlees. Misschien moeten er nog boodschappen gedaan worden in verschillende winkels en tijd is de ontbrekende factor. Voor een gezin is het soms al lastig een goede maaltijd op tafel te krijgen, hoe zou dat dan voor een zorginstelling zijn? Hoeveel variabelen kunnen we nog toevoegen aan aandachtspunten voordat een gevarieerde, gezonde, lekkere en gepersonaliseerde maaltijd geserveerd is? Hoe doe je dat?

Miranda Soolsma en Michel Siemons Bijzonder Accare Veel zorginstellingen maken voor de maaltijden voor hun cliënten gebruik van een maaltijdservice. Zo ook Accare. Accare is een zorginstelling die gespecialiseerd is in het behandelen en opvangen van jongeren in probleemsituaties. Op bezoek bij Accare ontmoeten we Michel Siemons, facilitair adviseur bij Accare en Miranda Soolsma, senior account manager van Van Smaak. De wijze waarop de maaltijd wordt geserveerd is erg belangrijk , zegt Michel. Jeugdigen -en soms zelfs het hele gezin- verblijven kortstondig bij ons ten behoeve van intensieve behandeling. Hier verblijven jongeren met bijvoorbeeld traumatische ervaringen, opstandig gedrag, depressies en soms met combinaties van allerlei zaken. Er zit veel pijn en stress onder de oppervlakte. Het is natuurlijk niet zo dat een maaltijd alle zorgen wegneemt, maar het kan wel een moment van rust zijn, een sociaal moment, een break van allerlei dagelijkse beslommeringen en therapieën. De maaltijd moet domweg goed zijn. Op de juiste temperatuur, lekker, gaar en gezond.

De partner die het bijzondere aankan Zo heeft de zorginstelling Accare, net zoals elke andere zorginstelling, haar eigen pallet aan bijzonderheden. Niet elke maaltijdservice is in staat haar dienstverlening daarop aan te passen. De zoektocht naar de juiste maaltijdservice heeft Accare daarom serieus aangepakt. Niet alleen moesten de maaltijden voldoen aan alle eisen, maar ook moest het bedrijf in staat zijn flexibel en klantgericht hun dienstverlening in te richten. Michel zegt hierover: Omdat we maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, zochten we een bedrijf dat paste binnen die visie. Bedrijven met een eigen logistiek met (deels) elektrische voertuigen en die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, kregen prioriteit. De laatste drie bedrijven uit de selectie werden uitgenodigd een proeverij te organiseren. Van Smaak viel het meest in de smaak. Op alle onderdelen scoorde Van Smaak hoog. We maken al een tijdje gebruik van de diensten van Van Smaak, en nog steeds komen er mensen naar me toe om te zeggen hoe lekker het eten is , zegt Michel.

Het bijzondere van Van Smaak Ons eten is goed , zegt Miranda, dat is een zekerheid. We hebben een systematiek om ervoor te zorgen dat die kwaliteit continu is. Daar begint de goede dienstverlening, maar daar stopt het niet. Wij zorgen ervoor dat onze dienstverlening naadloos aansluit bij de werkwijze en wensen van onze klanten. Accare, bijvoorbeeld, is een zorginstelling, maar daarachter gaat een wereld van diversiteit schuil. Die diversiteit moet je in kaart hebben; het gaat om de verlangens van individuen met betrekking tot hún voedsel en hún bestelprocedures. De eerste stap die Miranda zet bij een nieuwe klant, is de verschillende locaties en afdelingen bezoeken. Ik wil kennis maken en wensen inventariseren, maar ook wil ik de mensen ter plekke laten zien op welke wijze wij iets kunnen betekenen voor hen. Dat is vaak meer dan men denkt. Maaltijden verzorgen, van inkoop tot op het bord, is onze expertise. Met die expertise kunnen we veel betekenen voor onze klanten. Wil men op een zorggroep zelf koken, dan voorzien we in ingrediënten die te bestellen zijn vanuit onze eigen WebSuper. Zijn er dieetwensen


ADVERTENTIE

of mensen met kauw en slikproblemen, dan leveren we gemalen en vloeibare maaltijden. We kunnen ook multi porties leveren. Zeg maar, de pan op tafel en een ieder vult het bord naar behoefte. Ook persoonsgebonden maaltijden zijn mogelijk. Iedere cliënt kan zijn eigen gerecht samenstellen, maar ook, in al die diverse vormen, hetzelfde gerecht eten; afgestemd op persoonlijke behoeftes. Er is dus heel veel mogelijk en ook voor wat nog niet in het assortiment zit houden we onze oren en ogen open. De wens van een klant is voor ons belangrijk ook als de wens niet met zoveel woorden wordt uitgesproken , zegt Miranda. Duidelijk, eerlijk en transparant communiceren is daarbij belangrijk. Sommige wensen zijn niet uit te voeren. Dat kun je dan ook niet beloven. We kijken dan wat wel kan. De helpende hand De mensen op de locaties moeten het dragen , zegt Miranda. Er is een veelheid aan mogelijkheden, maar uiteindelijk moeten de maaltijdbestellingen geplaatst worden. Dat moet snel en makkelijk kunnen gebeuren zowel door een begeleider, als een cliënt, zowel op een papieren menukaart als via het online bestelsysteem. Als er iets verandert in de behoefte, dan moeten we ook klaar staan. Het is onze taak om daarin te begeleiden. Dat betekent uitleg geven over de procedure, maar ook laten zien hoe je zaken rondom de maaltijdprocedure efficiënt kunt inpassen in de dagelijkse gang van zaken.

Daarin zien we heel duidelijk dat Van Smaak naast ons staat en samenwerkt aan onze vraagstukken rondom maaltijdvoorzieningen. Een extra aandachtspunt bij ons is dat we bij Accare geanonimiseerd bestellen en dat cliënten vaak kortdurend inwonend zijn , zegt Michel. Hiermee belastten we Van Smaak met een nieuwe uitdaging die een aanpassing vroeg van hun bestelprocedure en logistiek. Dat werd heel goed en snel opgepakt. Daarin zien we heel duidelijk dat Van Smaak naast ons staat en

samenwerkt aan onze vraagstukken rondom maaltijdvoorzieningen. De derde stap Voor zorginstellingen kan het een groot vraagstuk zijn: hoe verzorg ik een lekkere, gezonde en gevarieerde maaltijd die voldoet aan de eisen en wensen van alle cliënten. Het proces uitbesteden aan een specialist is een goede optie. Het vinden van de juiste maaltijdservice verdient zorg en aandacht. Vervolgens moet de dienstverlening van de nieuwe partner geïmplementeerd worden in de zorgstructuur. Hulp, aandacht en zorg van

die partner vergemakkelijkt die procedure. Bij Van Smaak is de stelregel dat alles goed moet zijn ingeregeld. Een goed begin is het halve werk. Bij de eerste ervaring moet onze kwaliteit al te proeven zijn , zegt Miranda. Als alles draait en de zorginstelling de vaste chauffeurs kent en deze compleet op de hoogte zijn van alle zaken omtrent aflevering, dan volgt de volgende stap: de vinger aan de pols.

Hiermee belastten we Van Smaak met een nieuwe uitdaging die een aanpassing vroeg van hun bestelprocedure en logistiek. Behoeftes veranderen, omstandigheden veranderen en wat goed was, kan op den duur minder gewaardeerd worden. Daarom zorgt Van Smaak voor een periodieke evaluatie. Dat kan met uitgebreide enquêtes of met een inbelronde via Teams. Ook hierbij zoeken we naar vormen die passen bij de zorginstelling. De kern is dat als je de vinger aan de pols houdt, jij de service aanpast aan veranderende wensen. Van Smaak is er niet voor Van Smaak. We willen wat betekenen voor de ander. www.vansmaak.nl


ADVERTENTIE

Het begint bij het goed managen van gras Dat Gallagher Europe BV alle oplossingen voor afrasteringen en schrikdraad in huis heeft, is al vele jaren bekend. Dat betekent echter niet dat het bedrijf niet bezig is met nieuwe ontwikkelingen, integendeel. We kijken continu wat er bij de boer speelt en zoeken daar een oplossing voor , zegt Meindert Dijkstra, die samen met zijn vrouw Sytie de directie voert. Gallagher Europe BV heeft een spectaculair 2021 achter de rug, een lastig jaar ook door issues in de supply chain en door hogere kosten. Desondanks zijn we erin geslaagd om onze klanten, met name veeteeltboeren, goed te blijven bedienen en konden we blijven werken aan nieuwe ontwikkelingen. Oplossingen Daar zijn we trots op , gaat Sytie verder. Er komt veel op de boer af en wij vinden het belangrijk om hem daarin zoveel mogelijk te ondersteunen en te ontzorgen. Met behulp van bestaande oplossingen, maar ook door het introduceren van nieuwe oplossingen. eShepherd Nieuw is de digitalisering in afrasteringen, de eShepherd, waardoor de boer niet alleen efficiënter kan werken, maar bovenal een betere balans kan vinden tussen het beheer van zijn grond en de natuur. En dat begint met het goed managen van het gras, waarbij de eShepherd een uitstekend hulpmiddel is , verduidelijkt Meindert. In Nieuw-Zeeland en Australië wordt eShepherd uitgerold. De koe krijgt een nekband om met GPS-ondersteuning, waardoor de boer via een webapplicatie zijn vee digitaal kan omheinen, verplaatsen en bewaken. We hebben het dus niet meer over een fysieke omheining, maar een digitale. Je moet nog wel een buitenafrastering om het hele perceel hebben, maar daarbinnen kunnen de koeien via GPS naar bepaalde stukken land geleid worden. Meindert: Doordat de koeien via deze methode meer buiten zijn, kan de boer besparen op krachtvoer en kunstmest. En gezien de huidige prijzen is dat een aantrekkelijk idee. Buiten grazen zorgt namelijk voor een andere manier van voeren, waardoor ook het stikstofprobleem voor een deel kan worden opgelost. Bovendien voorkom je dankzij de eShepherd over- en/of onderbegrazing van het weiland en door efficiënter gebruik kan de productiviteit en winstgevendheid worden vergroot. Tenslotte zorgt verplaatsing van koeien met behulp van GPS voor minder stress bij de dieren. Twee werelden Je zou kunnen zeggen dat de eShepherd ten koste kan gaan van de verkoop van fysieke afrasteringen, desondanks zijn wij overtuigd van deze methode, als aanvulling op ons huidige assortiment. We zien hier twee werelden bij elkaar komen, de traditionele en de digitale.

Meindert en Sytie Dijkstra Gallagher Europe wil voor elke situatie een passende oplossing bieden, afhankelijk van de vraag. Daarom kiezen we ook bewust voor de eShepherd. Het is een mooie oplossing voor veeboeren met een groter weiland en biedt een belangrijke bijdrage om je bedrijf beter en efficiënter te managen. De boeren die eShepherd in Nederland getest hebben, zijn zonder uitzondering enthousiast over de mogelijkheden.

We kijken continu wat er bij de boer speelt en zoeken daar een oplossing voor Tijd is schaars Maar ook voor boeren die eShepherd nog als vervan-hun-bed-show zien, heeft Gallagher oplossingen om sneller, efficiënter en kostenbewust het vee te kunnen managen. Meindert: Snelheid en efficiency zijn voor de boer belangrijk. Tijd is schaars. En daarom wil hij niet teveel tijd kwijt zijn aan taken als het plaatsen van afrasteringen. Vroeger was de boer een dag bezig een stuk land te omheinen met netten. Nu kan dat heel gemakkelijk met de door ons ontwikkelde Autowinder, die heel eenvoudig

op de Gator of Quad bevestigd kan worden. Zo is de mobiele afrastering in een mum van tijd geplaatst. Daar waar Gallagher haar producten voorheen vooral verkocht via de winkel of online, kan de boer nu ook gebruik maken van een Gallagher consultant. Zo kan de boer echt het beste advies krijgen hoe hij tijd kan besparen met de best passende afrastering. Een consult is eenvoudig in te plannen via de website van Gallagher (www.gallagher.eu). Makkelijker maken Een andere ontwikkeling is het digitaliseren van de schrikdraadapparaten, zodat de boer bijvoorbeeld op zijn telefoon kan zien waar het apparaat staat en of de batterij nog voldoende geladen is. Daardoor kan de boer de apparaten ook sneller terugvinden, wanneer hij ze wil verplaatsen of in de winter wil binnenhalen. Alles wat we aanbieden is erop gericht het werk van de boer makkelijker te maken , zegt Sytie. En een verdere digitalisering gaat daar zeker bij helpen. Dit betekent ook dat Gallagher Europe op zoek is naar medewerkers met een achtergrond in de ICT. Het gaat om de toegevoegde waarde die je kunt bieden, de agrarische achtergrond is dan van ondergeschikt belang, dat kun je hier wel leren. Wat dat betreft zijn we blij dat we gevestigd zijn in Groningen, een Universiteitsstad die veel mensen van binnen en buiten ons land trekt. Daar profiteren wij optimaal van. Maar voor de boer begint het met gras , besluit Meindert. Dat wil de boer zo efficiënt mogelijk omzetten in melk, vlees en wol. Deze tijd dwingt tot keuzes en daar kan Gallagher Europe bij helpen. Want, tegen welk probleem je ook aanloopt, de oplossing is er. We helpen je graag. www.gallagher.eu

De Autowinder

eShepherd


TEKST RONALD MULDER r zijn mensen die ‘vanzelf’ geld verdienen. Maar er zal toch ook voor gewerkt moeten worden. Een van de mooiste dingen die je kunt bereiken in het leven is het verwerven van passief inkomen. Inkomen waar je niets meer voor hoeft te doen en dat gewoon regelmatig binnenstroomt.

E

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder

Zo schreef ik ooit een lesboek waarvan ik een paar jaar lang op zomervakantie kon. Inmiddels is die stroom bijna opgedroogd, maar ook dit jaar kan ik een keertje uit eten op basis van werk dat ik vijftien jaar geleden heb verricht. Heerlijk. En dit is nog maar de laagste vorm van passief inkomen: uitgestelde beloning voor arbeid – want een boek schrijven is best veel werk. Iets beter, want passiever, zijn opbrengsten van uitvindingen en liedjes. Natuurlijk zijn een uitvinding doen, een muziekstuk schrijven of een track produceren ook vormen van werk, maar het is hier vooral de creativiteit die beloond wordt en minder de geleverde arbeid.

De typische rentenier is nu eenmaal een oude, sigaren rokende witte man

PASSIEF INKOMEN

Weer een stapje hoger op de ladder staat de pandjesbaas. Zijn inkomen is nog passiever. Het is geen beloning voor geleverde arbeid, maar voor een investering. Toch komt er nog wel wat werk bij kijken. Een huurder heeft immers rechten, en een verhuurder dus plichten. Dakgoten schoonhouden, leidingen repareren, schilderwerk bijhouden. Dat kun je allemaal uitbesteden natuurlijk, maar het blijft werk. De rentenier is de echte, spreekwoordelijke, passieve belegger. De couponknipper die elk jaar dividend of rente ontvangt als vergoeding voor het feit dat hij het geïnvesteerde geld niet kan uitgeven aan leuke dingen; en voor het risico dat hij zijn geld misschien niet terugziet. Ik had in de voorgaande zin ook ‘zij’ en ‘haar’ kunnen gebruiken, maar de typische rentenier is nu eenmaal een oude, sigaren rokende witte man. De absolute top, het allerpassiefste inkomen van allemaal, dat is pacht. De grootgrondbezitter die zijn land verpacht, dat is de wereldkampioen op dit terrein. Als het land niet wordt ontgonnen, geploegd en anderszins bewerkt, dan levert het immers niets op. Alle opbrengst kan dus worden toegeschreven aan arbeid – arbeid van de pachter welteverstaan. Anders dan de aandeel- en obligatiehouder loopt de landeigenaar niet het risico dat zijn investering in rook opgaat. Land verdwijnt niet. En er komt ook niet al te veel land meer bij, dus het is behoorlijk waardevast. Geen arbeid, geen risico. Dat is nog eens een passief inkomen! Pacht maakt ook heel helder dat passief inkomen niet zomaar uit het niets ontstaat. Het is niet zo dat er niet gewerkt hoeft te worden voor een passief inkomen, alleen niet door jou. Als je je land verpacht dan is de boer voor jou aan het werk. Als je vier huurpanden hebt dan zijn er vier huurders ieder gemiddeld een dag of twee per week voor jou aan het werk. De productie neemt niet toe. De opbrengst wordt alleen over meer mensen uitgesmeerd, van wie een deel niet meewerkt. Dus de volgende keer dat iemand er trots over vertelt, weet dan dat passief inkomen niet bestaat. Hij heeft gewoon iemand anders voor zich aan het werk.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 11


olgens hem weet de gemiddelde medewerker van de grote supermarktketens weinig over wat ze nou eigenlijk verkopen. Dat is bij hem wel anders, meent hij. ,,Wij hebben de warenkennis: we weten precies wat erin zit en waar het vandaan komt. En vriendelijkheid, netjes zijn en service geven, daarmee maken we het verschil.”

V

Dat van die warenkennis, dat klopt wel. Achter elk product dat de kruidenier aanwijst, lijkt wel een verhaal te schuilen. ,,Neem nou deze kaas,” vertelt Wolters, wijzend op een stuk zo groot als een fietswiel. ,,Mijn ouders werkten vroeger al samen met de boer die hem maakt, en nu werken we samen met de dochter ervan. Ook maken we hem weleens zelf, twee of drie keer per jaar. Dat deed ik vroeger vaker, maar ik heb nu niet het materiaal en de ruimte om het vaak zelf te doen.”

‘Je kunt naar Albert Heijn en Jumbo gaan om te kijken hoe het níet moet.” Het is een gewaagde uitspraak van Fokko Jan Wolters, eigenaar van Kruidenier Wolters in het centrum van Haren.

Door het juist anders te doen dan de machtsblokken van AH’s en Jumbo’s verdienen de zelfstandige kruideniers, toko’s en rijdende supers in het Noorden hun plek. Met producten die de grote supers niet verkopen, met kennis van de producten die daar vaak niet is of, zoals Kor Veldsema, met de boodschappen in de koelkast zetten bij de klant als dat zo uitkomt.

Tekst Wigger Brouwer Foto’s Marjorie Noë

Tekst Yke Bremer Foto’s Marcel van Kammen

PRAATJE EN GRONINGS KAASJE

egen de service van de winkel op wielen – vroeger bij veel mensen bekend als de SRV-wagen – kan geen grote supermarkt op, vindt Kor Veldsema. ,,Ik stop bij de mensen voor de deur en breng de boodschappen zonder bezorgkosten tot in de keuken”, aldus de bestuurder en beheerder van de rijdende winkel . ,,Onze service en het sociale contact zijn goud waard, onbetaalbaar. Dat vinden de mensen niet in een grote verkoopfabriek.”

T

Sinds september rijdt de 59-jarige Kor met zijn grote rijdende bus met levensmiddelen zes dagen per week door meer dan dertig dorpen in het grensgebied van Groningen en Friesland. Hij maakt lange dagen van zeven uur in de ochtend tot zeven uur ’s avonds en is niet bang voor de grote supermarkten als AH en Jumbo. ,,Wij winnen het van deze grote namen als het gaat om service en kwaliteit. Er is bij de grote winkels geen tijd voor menselijk contact. Ik ken mijn klanten en hun familie. Ik weet wanneer er iemand is geboren of gestorven, wanneer iemand ziek is of slecht ter been. Ik leef met de mensen mee en gooi soms een kaartje door de deur. Ik heb onlangs bij een goede klant een bloemstukje langs gebracht op haar 80ste verjaardag. Het verschil tussen de kleine rijdende winkel en de grote supermarkt is dat wij sturen op mensen en zij op cijfers.”

GEZINSBEDRIJF Wolters zit al 55 jaar in Haren en heeft sinds zes jaar ook een vestiging in de stad Groningen. Van oorsprong een zuivelhandel, uitgegroeid tot een kruidenier met delicatessen en streekproducten. De ouders van Fokko Jan zijn de oprichters. Zijn zoons Marcel, Vincent en Ricardo werken in de winkel, net als zijn vrouw Greta. Een echt familiebedrijf dus. Of eigenlijk een gezinsbedrijf, zoals Fokko Jan het noemt. Maar op nog geen 100 meter van de kruidenierszaak van Wolters zit een Jumbo, waar veel mensen hun boodschappen doen. Dus hoe gaat Wolters die concurrentiestrijd aan? ,,Met traceerbare producten,” zegt Fokko Jan. ,,We weten waar het vandaan komt, hoe het gemaakt wordt en wat erin zit.” Daarnaast hebben ze een persoonlijke aanpak: met iedereen een praatje maken, en bij elk product is wel een mooi verhaal te vertellen.

GAT IN DE MARKT Het idee voor de terugkeer van de winkel op wielen werkte Kor samen uit met Wim Telintel, die een streeksupermarkt runt in Oldehove. ,,We hadden beiden hetzelfde idee. We hebben een half uur met elkaar om de tafel gezeten en waren eruit. De rijdende winkel is een gat in de markt en binnen een maand reed ik op de wagen rond”, zegt Kor, die in loondienst rijdt onder de naam Telintels Streeksuper.

Neem nu de honing die ze verkopen. Gemaakt door Marcel Wolters, zoon van Fokko Jan. Hij volgde een cursus bijenhouden bij de Hortus in Haren, en is er nu dus zelf mee aan de gang. ,,De bijenkasten staan hier achterin de tuin”, vertelt Marcel. ‘WE GEVEN HET WEG’ Dat is wel het ultieme voorbeeld van lokale productie, maar Wolters werkt sowieso graag samen met lokale producenten. Veel van de producten zijn daarom ook typisch Gronings, zoals knieperkes en koolzaadzeep. Ook lokaal: de soep van De Kleinste Soepfabriek in Leek. Die staat ook in het schap bij Albert Heijn, maar: ,,Ik was denk ik een van de eersten die het verkocht”, meent Fokko Jan. ,,Ik ken de eigenaar. Twintig jaar geleden begon ik ermee, toen zat hij nog in een boerderij hier in Noordbroek. En trouwens: ik heb het hele assortiment van de Soepfabriek. De supermarkt heeft vaak maar een kleine selectie.” Producten die over zijn, worden vrijwel nooit weggegooid. ,,Weggooien kost altijd geld”, verduidelijkt Fokko Jan. ,,Het kan niet altijd

SERVICE VAN DE BOVENSTE PLANK hebben geen tijd voor een praatje. Ze zetten de boodschappen voor de deur en moeten direct weer verder.” MENSENMENS Als mensenmens geniet Kor dagelijks van

,,We zijn ervan overtuigd dat de kleine winkel werkt. De afgelopen maanden is dat wel gebleken. De mensen moeten even wennen in het begin en hebben hun eigen boodschapgewoontes, maar er komen steeds meer klanten bij. Mensen praten over je en weten je steeds beter te vinden.”

FOKKO JAN EN MARCEL WOLTERS

naar de voedselbank, omdat we relatief kleine hoeveelheden hebben: het is dan vaak de moeite niet. Dus als het tegen de houdbaarheidsdatum aanloopt, geven we het weg. Oud brood gaat naar vissers, oud fruit en groente gaat naar de dieren. En anders eten we het zelf op.” Jonge mensen en studenten gaan liever naar de Albert Heijn voor een sapje en een broodje, toch? Nou, niet alle-

12 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

maal, want volgens Marcel weten jonge mensen de kruidenierszaak ook te vinden. ,,Jonge mensen die hier komen hebben behoefte aan wat anders. Een speciaalbiertje, een lekker stuk kaas. En het persoonlijke vinden ze vaak ook fijn, ze maken graag een praatje. Daar is blijkbaar wel behoefte aan.” Zou het zo kunnen zijn dat er juist in en na

de coronatijd behoefte was en is aan meer menselijk contact? Het zou kunnen, maar volgens Fokko Jan zijn ze in ieder geval geen klanten kwijtgeraakt in die periode. ,,Klanten die niet wilden komen, hebben we aan huis bezorgd. Dat kostte veel tijd, maar het is de service die je biedt. En dat we toen voor onze klanten klaar stonden, geeft wel een gunfactor.”

Soms hangt er een tas met portemonnee aan de deur als iemand ziek is of niet aanwezig is op het tijdstip dat de rijdende winkel langskomt. ,,Ik zorg dan dat de boodschappen in de keuken of zelfs in de koelkast komen te staan. Zo bieden we service van de bovenste plank en daar kan geen grote supermarkt tegenop. Veel mensen willen niet hun boodschappen afrekenen met de zelfscan en daarna tot ziens worden gewenst door de computer. Bovendien moet je voor wel 50 tot 70 euro aan boodschappen bestellen voordat de grote supermarkten ze bezorgen en je moet daarvoor ook nog bezorgkosten betalen. De bezorgers krijgen een lijst met wel twintig adressen en

zijn werk en past hij per route ook zijn winkelvoorraad aan. ,,Ik ken de mensen op mijn route. De ene keer neem ik meer conservenblikken mee voor de oudere klant en de andere keer meer speciaal biertjes of biologisch eten voor de tweeverdieners. We verko-

pen op maat. De mensen hebben door dat je rekening met ze houdt. Als ze iets speciaals willen dan zorg ik dat ik dat de volgende keer in de wagen heb. Het is belangrijk dat je doet wat je zegt en zegt wat je doet. Zo bouw je vertrouwen op. En daardoor blijven klanten terugkomen. En het sociale contact maakt mijn werk zo leuk. Ik krijg daar energie van.’’ Kor gelooft heilig in het concept: ,,We zijn niet aangesloten bij een groothandel en kunnen inkopen waar we willen. Ook kunnen we zelf onze aanbiedingen maken in tegenstelling tot de grote supermarkten. Ze zijn onderdeel van grote verkoopfabrieken en als ze niet draaien zoals het hoort, worden ze op de vingers getikt. Bij ons als familiewinkel ligt ons hart en ziel bij de klant en in wat we verkopen. We verkopen veel streekproducten, zoals aardappelen, brood en groente en fruit van bedrijven uit de omgeving.’’

KOR VELDSEMA

,,De prijs is misschien wat hoger, maar daarvoor krijg je veel terug. We denken aan onze klanten. Ik noem mezelf ook wel sociaalmaatschappelijk ondernemer. Als mensenmens verkies ik ten alle tijden een kleine boven een grote winkel.”

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 13


ADVERTENTIE

Er is altijd Actie Ook in de coronajaren zijn wij gegroeid en konden we vele nieuwe klanten verwelkomen. Hoe we dat doen? We zijn goed in het bezorgen van producten: food, non food, dranken, streekproducten en vers, en we bieden service waar een klant gelukkig van wordt , zegt algemeen directeur Koenraad Winter van VHC ActiFood in Oosterwolde.

Koenraad Winter Dat heeft er wel toe geleid dat men op zoek is naar tientallen nieuwe medewerkers. Zij komen te werken in een bedrijf waar saamhorigheid heerst, een prettige sfeer, maar bovenal een bedrijf waar het gewoon leuk is om te werken. Onderscheidend 22 jaar geleden begon VHC ActiFood met 11 medewerkers, waarvan er 7 nog altijd werkzaam zijn bij de groothandel. Dat zegt wel iets, bijvoorbeeld over de doorgroeimogelijkheden , geeft Winter aan. VHC ActiFood is niet alleen onderscheidend naar de klant toe, zoals ze tijdens corona hebben gemerkt. We zijn ook onderscheidend voor onze medewerkers. Waar dat uit blijkt? Bijvoorbeeld uit het feit dat ze hier hun rijbewijs kunnen halen als ze chauffeur willen worden. Denk aan de Code 95 opleiding voor vrachtwagenchauffeurs. Daarnaast hebben we allerlei andere interne opleidingen, bijvoorbeeld voor de heftruck. Verder bieden we onze medewerkers elk jaar een vrijkaart voor een festival aan. En dan heb ik het nog niet eens over onze actieve personeelsvereniging, die drie à vier keer per jaar een feest of activiteit organiseert. Tenslotte denken wij dit jaar met onze medewerkers mee in verband met de stijgende energieprijzen doormiddel van een energiebonus. Daarmee willen we onze medewerkers helpen. Als

Scan de qr-code voor onze actuele vacatures.

je ze goed behandeld, dan krijg je dat altijd terug, daar zijn wij van overtuigd. Het zegt iets over de saamhorigheid binnen VHC ActiFood. We zien VHC ActiFood als een familiebedrijf, waar iedereen de vrijheid krijgt om te kiezen wat hij of zij wil doen. Dat is hard werken als het moet, maar is het rustig, dan is er tijd voor andere dingen. Dat doen we al 22 jaar op die manier en dat bevalt goed. Platte organisatie Die vrijheid, de plezierige sfeer, de onderlinge band, en dynamiek; het tekent VHC ActiFood. We zijn een platte organisatie, waarin iedereen op een normale manier met elkaar omgaat. Dat betekent dat we met een feestje ook samen aan de bar staan. Het zorgt er mede voor dat we er met elkaar staan, wanneer de situatie daar om vraagt. En ja, daar moet je wel eens een uurtje langer voor doorwerken, maar ook dat wordt beloond.

We hebben oog voor de talenten van onze medewerkers Binnen VHC ActiFood kun je allerlei werkzaamheden verrichten. Van orderpicker tot chauffeur, van slager tot visverwerker en van de groenteafdeling tot het snijden van verse groente. We hebben alles onder één dak en kunnen alle orders van de klant zelf uitvoeren. Elke dag rijden ca 40 vrachtwagens door de drie noordelijke provincies en richting Waddeneilanden om de klanten, in de zorg, de sport, onderwijs, festivals, recreatie, de horeca, enzovoort, te bevoorraden. Een enorm logistiek proces, die we ook in de coronajaren bewust overeind hebben gehouden , zegt Winter. Als je

service wilt bieden waar de klant gelukkig van wordt, dan moet je dat juist in minder goede tijden ook nakomen. Wij waren bijvoorbeeld één van de weinige leveranciers die zes dagen in de week bleef bezorgen tijdens de corona crisis, waar ook in Noord-Nederland. We wisten dat we minder omzet gingen draaien, maar we hebben onze dienstverlening op hetzelfde peil gehouden. Dat betekent dat we ook kleinere orders bij onze klanten brachten en dat werd zeer op prijs gesteld. Sterker nog, het heeft ons vele nieuwe klanten opgeleverd. Mogelijkheden Die nieuwe klanten nodigen we altijd graag op de zaak uit. Voor een kop koffie, maar ook omdat we graag willen laten zien wat de mogelijkheden bij ons zijn. Bovendien kunnen ze dan in gesprek gaan met onze medewerkers. Zodat zij weten wat hun klant nodig heeft, wat de wensen en eisen zijn. Zo bouwen we een dossier van elke klant op en zijn wij in staat telkens opnieuw de kwaliteit en verpakking te leveren die hij wenst. Deze manier van werken heeft ertoe geleid dat men bij VHC ActiFood dus tientallen nieuwe medewerkers kan aannemen. Men vindt het leuk om hier te werken, dat zien we aan het geringe verloop. Er is altijd actie, nooit een vervelend moment, we zetten met elkaar de schouders eronder. En we hebben oog voor de talenten van onze medewerkers. Het komt regelmatig voor dat mensen een talent in zich hebben, waarvan ze het bestaan zelf nog niet hadden ontdekt. Dan krijg je binnen ons bedrijf de kans om dat talent verder te ontwikkelen, dat is het mooie van werken bij VHC ActiFood. Meer informatie: www.actifood.nl


De Taza Bazaar aan de Rolderstraat in Assen is klein en volgepakt met exotische, oosterse etenswaar. Overal waar je kijkt staan producten die je niet zo snel bij je plaatselijke Albert Heijn terugvindt, zoals halal luncheon-vlees uit blik of gezouten komkommers in potten. De winkel is zelfs zó vol dat er geen plek meer over is voor de verslaggever en eigenaar Falaf Jawad om even te zitten. ,,Ik heb net bevoorrading gehad, dus het is erg vol”, verontschuldigt hij zich. ,,Laten we even voorin bij de etalage gaan staan.” Tekst Wigger Brouwer Foto Jaspar Moulijn

ij de etalage vertelt eigenaar Jawad over zijn winkel: een slagerij en bazaar met vooral Oosterse producten en halalvlees. Hij zit er sinds 2013 en tikt dus bijna de tien jaar aan. ,,Mijn broer en ik zijn de oprichters,” vertelt Jawad. ,,Onze oudere broer had sinds 1997 al een winkel in Assen, die heette Babylon. Maar hij ging de autobranche in, en toen wij wat ouder werden dachten we: wij moeten ook een supermarkt voor onszelf beginnen. We hadden dankzij onze broer al de naam dat we goede producten verkochten, dus we konden gemakkelijk binnenkomen in de markt.”

B

VASTE KLANTEN Zo gezegd, zo gedaan. Ze kochten in juni 2013 het pand en begonnen met verbouwen. ,,Dat duurde ongeveer vier maanden. We hebben het pand wat groter gemaakt door wat muren te slopen en het wat netter gemaakt, want het was nogal een troep. In december gingen we officieel open.” En nu, bijna tien jaar later, bestaat Taza Bazaar nog steeds en draait goed. Met veel vaste klanten, óók Nederlandse. ,,Ik richt me vooral op wat grotere gezinnen en iets oudere mensen. Jonge mensen gaan toch vaak liever naar de supermarkt. Daar halen ze snacks, of een Red Bulletje: ik snap wel dat mensen dat soort producten liever daar kopen, dat is toch meer vertrouwd. Het is groter en heeft een naam.” Het is een probleem waar veel kleinere levensmiddelenwinkels tegen aanlopen: de moordende concurrentie van grote ketens als Albert Heijn of Jumbo. De strategie van Jawad om die concurrentie aan te gaan is simpel, maar doeltreffend. ,,Ik koop zoveel mogelijk producten in die Albert Heijn en Jumbo niet hebben. Neem bijvoorbeeld deze Mahmoodrijst, een bekende Arabische rijst. Die verkopen de grote ketens niet: de groothandel waar ik mee werk haalt het rechtstreeks uit het Midden-Oosten. Daar hebben Albert Heijn en Jumbo geen contact mee.” Ook een belangrijk onderdeel van Taza om de klanten bij de Albert Heijn weg te houden: de halalslagerij achter in de winkel. Waar de grote ketens wel verpakkingen hebben met halal vlees, is er bij Taza veel meer keuze. En het is lekkerder. Tenminste, als Jawad zijn klanten moet geloven. ,,Ze zeggen dat het lekkerder is dan het standaard vlees van de supermarkt. Er zit geen water in, of andere troep. Ik zou zelf het verschil niet weten, want ik eet zelf alleen halalvlees.” TROTS OP THEEVOORRAAD Daarnaast is Jawad vooral trots op zijn theevoorraad. ,,We hebben drie smaken: ceylon, earl grey en kardemom. Die laatste geeft een heel lekker aroma. En van die

FALAF JAWAD

OOSTERSE SFEREN IN ASSEN theeën hebben we drie verschillende merken, en elke klant heeft zijn eigen favoriete merk.” Ook opvallend: de Oosterse glazen die je bij je thee kunt aanschaffen. ,,Ja, die zijn van een iets ander design dan de Nederlandse bevolking gewend is van Action”, zegt hij met een knipoog.

De vrolijkheid van Jawad staat in contrast met de afgelopen coronaperiode, die erin hakte. Hij heeft het moeilijk gehad, net als veel andere kleine winkels om hem heen. ,,Ik probeerde met kortingsacties en oproepen op Facebook mensen toch naar de winkel te krijgen en zo het hoofd boven

water te houden. Dat lukte: het personeel en de huur zijn gewoon betaald. Maar ik zat zelf wel even krap. Er zijn ook winkels die het niet hebben gered, dat is lullig en zonde. Maar wij bestaan gelukkig nog, en het gaat nu zelfs beter dan vóór corona.”

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 15


Een bordspel, speciaal ontworpen voor boerengezinnen, dat is Om Tafel. Een nostalgische vorm van zaterdagavondbesteding? Nee, een serieuze vorm om lastige dilemma’s rondom de bedrijfsopvolging bespreekbaar te maken. ,,Dit is geen spel voor de gezelligheid, ter afwisseling van Rummikub.” Tekst Willy Schouwstra Foto Niels Westra

DOBBELEN EN OVERNEMEN e opvolging binnen de agrarische sector, dat is best een ding. Gelein Biewenga, docent-onderzoeker aan Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) in Leeuwarden weet er alles van. Hij ziet de praktijkvoorbeelden dagelijks voorbijkomen tijdens de lessen die hij geeft op de hbo-opleiding Dier- en Veehouderij. Biewenga ontwierp het dobbelspel Om Tafel samen met andere onderzoekers en studenten van HVHL, NHL Stenden, het Leeuwarder bureau 8D Games en mensen uit het werkveld. Ontstaan door een behoefte vanuit de praktijk en bedoeld om landelijk uit te rollen.

D

Met het spel moeten jonge bedrijfsopvolgers beter zicht krijgen op wat er allemaal komt kijken bij een overname. Daar bleek in de praktijk nogal wat onduidelijkheid over te bestaan, vertelt Biewenga. ,,De harde kant, zoals wij dat op de opleiding noemen, daar kunnen we onze studenten goed op voorbereiden. Dat gaat over de cijfers en de technische kant van de dingen. De dagelijkse gang van zaken in het bedrijf wordt aan de keukentafel besproken. Juist de zachte kant blijkt vaak lastig. In de agrarische sector zijn boerderijen vaak al generaties lang in de familie. Er spelen emoties mee en het gevaar bestaat dat er misverstanden ontstaan doordat dingen niet worden uitgesproken en voor een ander worden ingevuld.” ROLLEN In het spel krijgen alle deelnemers een rol toebedeeld en gaan, onder begeleiding van een docent of agro-coach, alle dilemma’s langs die bij een bedrijfsovername komen kijken. Doel is dat er aandacht wordt besteed aan de wensen en eisen van ieder familielid, en dat het gesprek daarover op gang komt. ,,Nee, niet een gezellig spelletje op de zaterdagavond,” lacht Biewenga.

GELEIN BIEWENGA

16 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

Maaike Groot (22) student van Biewenga, loopt stage bij het ‘melkveeteam’ van een accountant- en adviesbureau dat veel agrariërs als klant heeft. Ze deed in het kader van haar afstudeeropdracht onderzoek naar

de rol van de adviseur in het traject van overname. Zelf zit ze midden in het proces; samen met haar vriend Rob (26) neemt ze het bedrijf van haar schoonouders over, met 130 melkkoeien. ,,Bij ons is alles soepel gegaan, de neuzen stonden dezelfde kant op. Rob loopt al sinds zijn 16de mee in het bedrijf, mijn schoonouders zijn tegen de 70, het moment was daar. Maar zo gaat het niet overal.” Haar partner was als jongste van negen kinderen de enige overnamekandidaat. Vaak is het ook anders, weet Biewenga. ,,Als je meerdere kinderen hebt die de zaak willen overnemen, is er sprake van een ‘hard element’. Wie kies je? Het bedrijf is op de markt misschien wel 4 miljoen euro waard, maar het kind betaalt het bedrag dat de ouders minimaal nodig hebben voor een rustige oude dag, ver onder de marktwaarde. Het uitverkoren kind krijgt daarmee niet alleen het bedrijf, maar ook een behoorlijk deel van het familievermogen. Het gaat om grote bedragen.” EMOTIONEEL KREDIET Het proces rondom de beslissing wie de opvolger wordt, begint al vroeg. Biewenga: ,,Het kind dat op jonge leeftijd al interesse

‘Als je meerdere kinderen hebt die de zaak willen overnemen, is er sprake van een ‘hard’ element’

toont in het boerenbedrijf, bouwt een emotioneel krediet op. Hij of zij wordt wat vaker meegenomen in de gang van zaken, het wordt een zelfversterkend effect. Natuurlijk kan dat nog wijzigen en is het niet altijd zo, maar het is wel een bekend patroon.” De sociale context heeft veel invloed, wil hij maar zeggen. ,,Dat vind ik altijd mooi om te zien; ook de kinderen die het bedrijf niet overnemen, houden er verbinding mee. De traditie, het terug kunnen keren, de continuïteit; het wordt hoog gewaardeerd. Het blijft ‘ons bedrijf’ voor veel familieleden.” De ontwikkeling en inzet van Om Tafel is onderdeel van een groter programma dat jonge boeren begeleidt bij een bedrijfsovername. Het team dat het spel ontwikkelde is specifiek in het Noorden actief. Ook in andere delen van het land zijn initiatieven ontplooid. De regionale verschillen bij overnames zijn evident, merkte Biewenga. ,,In het Noorden is het vaak: we moesten de stap nu maar eens zetten om het bedrijf over te dragen. De ouders worden uitgekocht en vertrekken. In het oosten van het land bijvoorbeeld neem je een bedrijf over en krijg je de ouders erbij.” DOELEN HALEN De reden dat het geen online game is geworden ligt misschien voor de hand: het moet voor alle generaties geschikt zijn. ,,Het is een beetje jammer als je het spel verliest omdat je niet snel genoeg bent op de computer,” merkt de docent-onderzoeker op. Want hoewel het doel is dilemma’s bespreekbaar te maken, zit er wel degelijk een wedstrijdelement in. ,,Terwijl je het spel speelt, denk je dat je kunt winnen, door je doelen te halen. Maar de crux is natuurlijk dat je daar niet veel aan hebt als de anderen niet ook hún doelen halen. Dan zijn je ouders niet blij of je ziet elkaar niet meer met Kerstmis. Om Tafel is dan ook uit het leven gegrepen.”

Om Tafel Na twee jaren van onderzoeken, testen en bijschaven wordt het bordspel in juni officieel gepresenteerd. Dan organiseert HVHL samen met andere instellingen twee dagen voor jonge boeren en hun ouders, waar onder meer het spel in workshops gespeeld kan worden. Inmiddels zijn er al docenten van andere opleidingen uit heel Nederland naar Leeuwarden afgereisd om een kijkje te nemen. Ook is er belangstelling uit andere sectoren, zoals de binnenscheepvaart, waar bedrijfsopvolging binnen de familie ook gangbaar is.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 17


Slimme aardappelen, drones die het blad van gewassen inspecteren en zelfrijdende robots die ziektes in aardappelvelden opsporen. Een kleine greep uit de pilots die proeftuin 5Groningen de afgelopen zes jaar opzette in samenwerking met Groningse boeren. Tekst William Zijlstra Foto Peter Wassing

PRECISIELANDBOUW MET 5G Groningen test in samenwerking met ondernemers, organisaties en kennisinstellingen toepassingen van het 5G-netwerk in het Noorden. Dat doen ze onder andere in de zorgsector, de logistiek, in de energiewereld en dus ook in de landbouw, waar de pilotprojecten veelal om precisie draaien, vertelt Marc Cremers, pilotcoördinator bij 5Groningen. ,,Met precisielandbouw kunnen we de efficiëntie van boerenbedrijven optimaliseren. Je wilt per vierkante meter bepalen wat er gebeurt. Allemaal zodat boeren meer kunnen produceren, betere producten kunnen leveren en het milieu minder belasten.’’

5

Razendsnel internet, full-HD films in een paar seconden downloaden en een super stabiele verbinding om online te gamen. Het kan allemaal heel goed met 5G. Maar het 5G-netwerk biedt veel meer mogelijkheden dan alleen downloaden, vertelt Cremers. ,,Er valt juist winst te behalen met het uploaden. Met 5G kun je namelijk enorme hoeveelheden data heel snel versturen.’’ Neem bijvoorbeeld het gebruik van drones. 5Groningen zette een pilotproject op in samenwerking met onder meer boerencollectief aGroFuture en Vliegend.nl om vanuit de lucht gewassen te inspecteren en akkers in kaart te brengen. ,,Een drone met een multispectraal camera vliegt boven een akker en maakt heel snel achter elkaar hele grote foto’s. Die foto’s worden naar een server gestuurd en aan elkaar geplakt. Het resultaat? Een kaart waarop je kunt zien hoe vitaal de bladeren van gewassen zijn en welke gewassen wel en niet besproeid moeten worden. Vervolgens kunnen de sproeiarmen achter de trekker ingesteld worden aan de hand van de kaart. Zo kun je heel precies je akker besproeien.’’

MARC CREMERS

18 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

TIJDBESPARING Voorheen kon je die data niet in realtime versturen, eerst moest het SD-kaartje uitgelezen worden. Vervolgens duurde het twee

‘Er valt winst te behalen met het uploaden. Met 5G kun je enorme hoeveelheden data heel snel versturen’ of drie dagen voordat je als boer de informatie had. Met 5G kan hetzelfde proces binnen 20 minuten. Die tijdbesparing is enorm waardevol voor akkerbouwers, die ook nog eens afhankelijk zijn van het weer en daarom sneller kunnen reageren als ze direct deze informatie hebben. Nog een innovatie uit de koker van 5Groningen is ‘de slimme aardappel’. Een apparaatje dat net als gewone pootaardappelen de grond ingaat. Het verschil? De slimme aardappel meet de temperatuur en het vochtgehalte in de grond. Ook meet de slimme versie hoe hardhandig de aardappelen worden gerooid om eventuele schade bij het rooien te meten en te voorkomen. Het pilotproject ontstond bij 5Groningen, maar ligt nu bij vier studenten die het als start-up voortzetten onder de naam Croptimise. In mei gaan de eerste slimme aardappelen de grond in bij vijf boerderijen in Groningen. Cremers: ,,Niet alle pilots slagen en het is onmogelijk om te zeggen of een pilot uiteindelijk leidt tot een succesvolle innovatie die ook nog eens geld oplevert. Maar het project met de slimme aardappel heb ik echt veel vertrouwen in.’’ 5Groningen heeft de afgelopen jaren nauw samengewerkt met studenten van de Hanzehogeschool, Rijksuniversiteit Groningen en verschillende mbo-instellingen. ,,250 studenten hebben aan zo’n 50 pilots, waar-

van een deel in de landbouwsector, gewerkt. Dat vind ik echt supergaaf, die koppeling met studenten.’’ TWEE GROEPEN Mooie innovaties dus, maar hoe happig zijn boeren om dit over te nemen? ,,Je hebt eigenlijk twee groepen. Een groep koplopers die veel bezig is met innovaties en welwillend zijn om ook mee te werken aan het proces om zo’n innovatie te testen. En een tweede groep met afwachtende boeren. Zij willen de innovatie wel hebben maar pas als het klaar is, als het bewezen is en als het op de markt is. Dat snap ik, want het lastige aan pilots is: je weet niet of ze slagen en je weet niet of het uiteindelijk wat oplevert.’’ 5Groningen werkt pre-commercieel. Ze subsidiëren vanuit het Nationaal Programma Groningen en Economic Board Groningen de pilots gedeeltelijk en Cremers en zijn collega’s helpen de ondernemers onder meer aan de juiste connecties en partners, bijvoorbeeld GroBusiness. Maar uiteindelijk moet de ondernemer zelf de slag naar de markt toe maken. Het enthousiasmeren van de landbouwsector als het gaat om het gebruik van 5G is slechts een van de uitdagingen die 5G nog heeft te overwinnen. De uitrol van 5G verloopt nog niet zoals gehoopt, erkent ook Cremers. De Europese Unie heeft voor 5G drie specifieke frequentiebanden aangewezen, namelijk 700 megahertz, 3,5 gigahertz en 26 gigahertz. Het verschil? 700 MHz heeft het grootste bereik, maar is minder snel dan de andere twee. De projecten van 5Groningen liepen tot nu toe allemaal op de 700 MHzband. 3,5 GHz is echter het meest geschikt voor een hoge datasnelheid met een goede dekking. Deze frequentie is daarom zeer gewild. VERTRAGING Een probleem: in Burum vangt satellietpro-

vider Inmarsat noodsignalen van internationaal scheepverkeer op met deze frequentie. Nationale providers mogen daarom voorlopig geen gebruikmaken van de 3,5 GHz-band. Het nationale frequentieplan, dat opgesteld is om bandbreedte toe te wijzen aan verschillende toepassingen, moet dus worden herzien. Het ‘veilen’ van 5G-frequenties in Nederland is ook uitgesteld en vindt waarschijnlijk in het najaar plaats. Tot die tijd is er sowieso geen grootschalige uitrol mogelijk voor het testen van innovaties en slimme systemen die gebruik maken van 3,5 GHz. Voor 5Groningen is het jammer dat de grootschalige uitrol van 5G vertraging oploopt. Het programma stopt namelijk aan het eind van dit jaar. Volgens Cremers staan we nog maar aan het begin van de mogelijkheden van het nieuwe mobiele netwerk. Ondanks dat het programma stopt is Cremers enorm tevreden over de afgelopen zes jaar. ,,We hebben samen met onze partners tientallen ondernemers geholpen met het experimenteren met 5G. Daar hebben we veel kennis mee opgedaan. En dat verdwijnt niet zomaar.‘’

Over 5Groningen Economic Board Groningen heeft het 5Groningen programma geïnitieerd om te onderzoeken hoe 5G nieuwe innovaties kan versnellen en creëren. Een belangrijk doel is om mkb-bedrijven in Groningen koploper te maken in hun sector met behulp van 5G. 5Groningen heeft daarnaast nog tien programmapartners: KPN, Agentschap Telecom, VodafoneZiggo, TNO, Huawei, Rijksuniversiteit Groningen, Surf, Hanzehogeschool Groningen, VMware en Dell Technologies.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 19


ADVERTENTIE

CRV

Partner in vruchtbaarheid

Wilt u de vruchtbaarheid op uw bedrijf aanpakken? Maak dan kennis met de producten en diensten van CRV. Wij bieden u niet alleen genetica van de beste stieren, ook kunnen we u ondersteunen met persoonlijke begeleiding op het gebied van vruchtbaarheid. Volledig op maat en aangepast aan uw wensen. Onze uitgebreide en gebruiksvriendelijke applicaties CRV Dier en CRV Bedrijf geven u inzicht in uw resultaten en zorgen voor een heldere en eenvoudige administratie. Met dit brede pakket is CRV uw partner op het gebied van vruchtbaarheid.

VRUCHTBAARHEID

Bekijk de qr-code voor informatie over vruchtbaarheid. Meer informatie: neem contact op met uw veestapeladviseur of bezoek onze website www.CRV4all.nl


ADVERTENTIE

Elke 6 seconden wordt er een CRV-kalfje geboren De slogan van CRV luidt: Better Cows Better Life. Daar kun je best Better Environment aan toevoegen. Immers, CRV streeft elke dag naar een gezondere veestapel, waarbij koeien met dezelfde hoeveelheid of minder voer meer melk kunnen produceren. En dat leidt tot minder mest en dus minder overlast voor het milieu. Het verzamelen van data speelt daarin een doorslaggevende rol en daarmee loopt CRV wereldwijd voorop. De sector is in staat haar bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen, dankzij de innovatieve oplossingen die er zijn , zegt directeur Lammert Veenhuizen.

Lammert Veenhuizen We zijn op bezoek bij het Dairy Breeding Center van CRV in Wirdum. De pinken die hier gehuisvest zijn vormen de zogenaamde nucleus; de beste vrouwelijke dieren uit Europa, die de basis zijn in het fokprogramma van CRV. Met als belangrijkste doel: een perfecte balans tussen gezonde en efficiënte koeien. Samen met de bijna 22.000 leden, waarmee 90% van de rundveehouders in Nederland en België bij CRV is aangesloten, werkt het bedrijf elke dag aan het verbeteren van veestapels over de hele wereld. CRV is een coöperatie en is in 60 landen actief. We zijn van en voor de veehouder , aldus Veenhuizen. Activiteiten Dat CRV werk maakt van een integrale benadering van veestapelverbetering blijkt uit de diverse activiteiten van CRV: dankzij de melkproductieregistratie, waarvoor elke dag 300 monsternemers op pad zijn, beschikt CRV over een enorme hoeveelheid data, die wordt gedeeld met de boer. Via een app blijft hij op de hoogte van het welbevinden van zijn veestapel en kan hij eventueel vroegtijdig ingrijpen. Verder beschikt CRV over een tak kunstmatige inseminatie, waarvoor elke dag 350 inseminatoren aan het werk zijn. Een vierde belangrijke tak is genetica. Elk jaar produceren de beste stieren van verschillende rassen 11 miljoen rietjes sperma. Opgave Efficiëntie staat bij CRV voorop. Veenhuizen: Het verhaal is duidelijk. In 1950 voedde een boer 16 mensen, nu moet een boer 200 mensen voeden, waarmee het belang van efficiëntie nog maar eens wordt onderstreept. Er komt een

enorme opgave op ons af, want in 2050 moeten wereldwijd 9 miljard mensen kunnen eten en drinken. Dat betekent dat de voedselproductie wereldwijd moet stijgen en daar kan CRV een belangrijke bijdrage aan leveren, op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde manier. Daarom investeert CRV in hogere kwaliteit genetica-, data- en technologische oplossingen, waardoor de melkproductie kan worden verhoogd en tegelijk de milieu-impact zo klein mogelijk wordt gehouden. Voer Het is niet voor niets dat de Nederlandse veehouderij tot de meest efficiënte ter wereld behoord. Waar in Nederland een koe ruim 9.000 liter melk per jaar produceert, daar komt een koe in China tot hooguit 4.000 à 5.000 liter per jaar. Een gevolg van jarenlang onderzoek en vervolgens het doorvoeren van verbeteringen.

We verplaatsen het probleem , terwijl we de oplossingen hier in huis hebben Als voorbeeld noemt Veenhuizen het in 2015 gestarte voerefficiëntieprogramma. We testen 2.500 koeien, waarbij we precies meten wat ze eten en wat hun melkopbrengst is. Daaruit blijkt dat er enorme verschillen zitten tussen koeien, waardoor de boer behoorlijk kan besparen op voer en dus op uitstoot. Als je dan bedenkt dat voer de hoogste kostenpost voor een boerenbedrijf vormt, dan wordt er dankzij dit

onderzoek behoorlijke winst behaald. Goed voor de boer, goed voor de koe en goed voor het milieu. Herbezinning Veenhuizen pleit voor een andere kijk op landbouw, noem het een herbezinning. Nederland speelt een belangrijke rol in de voedselvoorziening in Noordwest-Europa en daarbuiten, omdat we hier de perfecte omstandigheden voor de productie van voedsel hebben. Gezien de huidige situatie en de ontwikkelingen is het van groot belang om die positie te handhaven. Echter, de landbouw zit, volgens mij onterecht, in het verdomhoekje. De sector kenmerkt zich door hardwerkende boeren met hart voor hun dieren, de natuur en de juiste balans daartussen. Daarin lopen we voorop, dankzij de innovatieve oplossingen die er al zijn. Maar, als de overheid haar plannen doorzet, dan moeten er straks verplicht bedrijven stoppen. Wordt de veestapel dan kleiner? Wij denken van niet, grotere bedrijven worden nog groter en een ander deel van veestapel verplaatst zich naar het buitenland. Kortom, we verplaatsen het probleem , terwijl we de oplossingen hier in huis hebben. Met de kennis en kunde die bij CRV voorhanden is werken we elke dag aan een efficiëntere koe, die beter is voor het klimaat. Want, meer efficiëntie leidt tot meer opbrengst en minder uitstoot. Dat is het doel waarvoor we elke dag bezig zijn. Die 9 miljard mensen willen straks in 2050 wel kunnen eten en drinken, daar ligt een verantwoordelijkheid voor ons allemaal. www.crv4all.nl


DE SPIEGEL

Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, die heeft laten zien hoe het kan of moet, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 25 van De Spiegel: Agnes Lensing (41), boer, spreker en ‘agrarisch ambassadeur’ uit Gasselternijveen. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Harry Tielman

‘MIJN VADER IS ECHT EEN VOORBEELD’

Ik dacht: laat ons het vandaag eens een keer niet hebben over een zeker televisieprogramma … ,,Graag! Dat is al vijftien jaar geleden.’’ Maar ik weet niet of het lukt, want jouw deelname aan het programma heeft je ondernemerschap wel een nieuwe richting gegeven, of niet? ,,Nou, in de basis was ik boer en blijf ik boer. Maar het klopt dat Boer zoekt Vrouw mij bekendheid heeft gegeven. Ik ben boerin Agnes, zo kennen mensen me en dat helpt me op mijn missie om meer mensen te laten kennismaken met het boerenleven. Overigens zie ik mezelf meer als boer dan als boerin. Bij boerin denk ik aan een vrouw die haar man helpt op de boerderij. Bij ons is dat niet hoe het gaat. We doen het echt samen, ik sta het liefst tussen de koeien.’’

AGNES LENSING

2 2 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

Is dat te combineren met je andere rollen zoals gastvrouw, spreker, vertegenwoordiger in de politiek, winkelmanager …? ,,Het is veel, zeker omdat ik van mezelf weet dat ik geen goede manager ben. Mijn valkuil is dat ik alles zelf wil doen. Door de komst van onze drie kinderen heb ik wel geleerd dat wat los te laten. Maar ik vond het best lastig, die eerste keer dat de koeien door iemand anders werden gemolken. Ik mis de discipline, de structuur die mijn moeder altijd bracht vroeger. Eten altijd op

hetzelfde tijdstip, wasdag, poetsdag. Daar heb ik achteraf gezien veel respect voor en soms ook wel behoefte aan.’’

maar zoek intussen steeds de bevestiging dat het goed is. Ik zie iets meer beren op de weg dan mijn vader.’’

Hoe vormde jou dat? ,,Nou, ik zag op het melkveebedrijf van mijn ouders dat de rollen perfect verdeeld waren. Mijn vader was een heel vooruitstrevende ondernemer. Zo kwamen we in 2002 ook vanuit Brabant in Drenthe terecht, omdat hij op zoek was naar een plek om te groeien. Hij kon zich daarop richten, terwijl hij wist dat het gezin perfect doordraaide dankzij mijn moeder. Ik denk dat ik van beiden wat heb. Ik wil ook altijd vooruit,

Zou je dat iets meer van hem willen hebben? ,,Ik heb er veel respect voor, ik verzamel mensen om me heen die in kansen denken net als hij. Mijn vader is wel echt een voorbeeld voor me, ja. Ik spreek hem zo’n beetje dagelijks, hij woont een paar kilometer verderop. Vooral als ik het lastig heb, zoals met de regeling rond de fosfaatrechten, of laatst nog met het dak dat van de stal waaide, dan heb ik veel aan hem. Hij overtuigt me dat ik moet doorgaan, dat het goed komt. Hij heeft zelf ook altijd ergere dingen meegemaakt.’’

‘Ik heb de gesprekken met mijn vader nodig’

Hoe vindt hij het dat je je eigen vergaderlocatie hebt, dat je schoolklassen en toeristen rondleidt, dat je spreker bent en een eigen winkel hebt? ,,Vindt hij geweldig. Vaak komt hij even kijken als er weer allemaal kindertjes rond de boerderij lopen. Ik ben dat erbij gaan doen omdat we wat extra geld moesten verdienen toen het door die fosfaatrechten tegenzat. Dat ondernemerschap spreekt mijn vader aan. Intussen is het vooral een missie geworden en doe ik het met hart en ziel. Maar tussen de koeien blijft de mooiste plek.’’

Boerin Agnes Agnes Lensing nam het melkveebedrijf van haar ouders over in 2015. In datzelfde jaar bouwde ze een duurzame stal die plek biedt aan 160 koeien. De oude melkput en tanklokaal zijn omgebouwd tot ontvangstruimte voor groepen tot vijftig personen. In enkele automaten worden melkproducten zoals advocaat verkocht. Agnes biedt ook koe-bonnementen aan, waarbij je continu het wel en wee van ‘je eigen koe’ volgt.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 2 3


ADVERTENTIE

Greydanus Aardappelgroothandel: Aardappelen en meer Laten we eerst maar een rondleiding doen, dan zie je hoe mooi ons bedrijf is , zegt Dick Noteboom, verkoop buitendienst. Terwijl we langs een display met vruchtensappen, peulvruchten en langs grote hoeveelheden verschillende rassen aardappelen lopen, vertelt hij het ene opmerkelijke verhaal na het andere over hun producten. De liefde voor het vak is van zijn gezicht af te lezen; hier wordt met passie gewerkt. Welk aardappelproduct je ook eet, je moet de juiste aardappel kiezen en die aardappel moet vanaf het veld met vakmanschap en liefde behandeld zijn , zegt Dick. Weet wat je eet. Weet wat je eet We hebben veel verschillende soorten aardappelen. Traditionele Friese rassen, maar ook wat meer nieuwe rassen. Elk ras heeft zijn eigen karakteristieken; van kruimelig tot vastkokend en elk ras heeft een eigen herkenbare smaak. Het is belangrijk om de juiste aardappel te kiezen bij het gerecht dat je wilt maken. Voor een goede friet wil je een aardappel die redelijk vastkokend is, maar ook met een iets van een kruimig aspect om een mooie knapperige korst te krijgen. Voor puree heb je juist een erg kruimige aardappel nodig. Als u dat allemaal niet weet, geen nood. Greydanus adviseert in gebruik van de aardappelen. Koks, groentemannen en supermarktmanagers maken gebruik van deze expertise. Ook op de site van het bedrijf is veel informatie en er zijn lekkere recepten te vinden. Het ambacht van telen en distribueren van de landbouwproducten staat in dienst van het culinaire proces, vinden wij. Uiteindelijk komt de aardappel op het bord te liggen. We hebben aandacht voor het eindproduct.

Een goede en schone aardappel laat zich in de keuken beter verwerken. De beide broers Greydanus, derde generatie van het familiebedrijf, dragen zorg voor de inkoop. Zij bewaken de kwaliteit, hebben de contacten met de telers en vertalen ook de signalen uit de markt. Traditionele rassen en smaken blijven, maar er zijn ook nieuwe wensen. Daar willen wij aan voldoen. In dat kader hebben we een nieuw ras laten ontwikkelen. Een mooie vastkokende aardappel die gepatenteerd is onder de naam

Klaas Greydanus, Cor Greydanus, Dick Noteboom

Marjan en binnenkort in de winkel te vinden met de merknaam Morgenrood. Als er een radertje ontbreekt Mensen die bij Greydanus werken, hebben passie voor het product. Ze zijn betrokken , zegt Dick. Neem, bijvoorbeeld, onze chauffeurs. Zij kijken met aandacht naar wat ze inladen. De eerste keuring van de aardappelen vindt al plaats bij de boer. Ook bij aflevering speelt de chauffeur een rol. Hij is het eerste aanspreekpunt voor de retailer. Die betrokkenheid vind je bij alle werknemers. Langdurige arbeidsrelaties zijn hier geen uitzondering. Iedereen in dit bedrijf is een essentieel radartje. Als er een radertje ontbreekt, draait de machine minder soepel. Over machines gesproken , zegt Dick en wijst naar de sorteermachine. We hebben geïnvesteerd in een unieke machine die de aardappelen beter wast en beter sorteert. Bij kleinere partijen aardappelen gebruiken we daarnaast nog de menselijke hand, maar grote partijen kunnen volledig machinaal gewassen en gesorteerd worden. Een goede en schone aardappel laat zich in de keuken beter verwerken.

Medewerkers Greydanus

Meer dan aardappelen In deze regio wordt meer verbouwd dan alleen aardappelen. Andere voedselproducten die met zorg en liefde verbouwd en geproduceerd zijn, worden via Greydanus gedistribueerd , legt Dick uit, terwijl hij naar displays wijst van PeulNatuur peulvruchten en van Vereecken sappen. Smaakvolle producten uit de omgeving; hoogwaardig, gezond en geproduceerd met lage milieulasten. Mooie producten verdienen een mooie uitstalling. Ook met die puntjes op de i helpen we de retailer met onze displays en verpakkingen. Bijzondere producten vragen om bijzondere aandacht en een bijzondere waardering. www.aardappelgroothandel.eu


ADVERTENTIE

Ze zijn er: versvleesproducten met Nederlandse plantaardige ingrediënten Een vleesmaker weet alles van de herkomst, smaak en textuur van vlees. Vion Food Group laat zien dat het ook volledig plantaardige vleesvervangers kan ontwikkelen van Nederlandse eiwitten. Willem Cranenbroek van ME-AT the Alternative in Leeuwarden, onderdeel van Vion Food Group, is trots op het ontwikkelteam en het eerste private label gezonde vleesvervangers met eiwitten van Nederlandse bodem. Er zitten echter ook voor boer en natuur voordelen aan de veldboon: veldbonen halen stikstof uit de lucht, zijn in staat met hun wortels stikstof in de grond te binden en dragen zo bij aan bodemverbetering. Daarnaast is een veldboon vlinderbloemig en draagt door de bloemvorming bij aan de biodiversiteit op de akker. De teelt van veldbonen zou dus gunstig kunnen uitpakken naar het verduurzamen van de landbouw. De ervaringen van de boeren waar we nu mee werken is goed en daarom doen we nu verder onderzoek naar de betekenis van veldbonen op uitstoot en bodem. De volgende spannende stap was wat die teelt zou opleveren. Een boon is nog geen eiwit waar wij mee aan de slag kunnen. Herba Ingrediënts is specialist in glutenvrije en natuurlijke ingrediënten voor eiwit- en zetmeelconcentraten en zij leveren na een proces van extrusie het eiwitconcentraat, het texturaat, waarmee wij aan de hand van nieuwe recepten en uitgebreid onderzoek onze vleesvervangers maken.

Directeur New Product Development Thea Smit (l) en General Manager Willem Cranenbroek (r) De consumenten die nu de boodschappen doen, zijn in grote lijnen opgevoed met het idee van vlees op tafel. Ze kennen de smaak, bite en textuur van vleesproducten en de bereidingswijzen. Daarom ontwikkelen wij heel bewust verse vleesvervangers die het vlees dat ze gewend zijn vervangen op plantaardige basis. We richten ons op de groeiende groep flexitariërs, maar sluiten vegetariërs en veganisten niet uit. General Manager Willem Cranenbroek van ME-AT the Alternative in Leeuwarden is verantwoordelijk voor de productie van nieuwe plantaardige vleesvervangers. Hij is trots en blij. Vion heeft de strategie om ketens te bouwen. Hier werken we al jaren aan binnen het vlees segment. We noemen dit Building Balanced Chains. We doen dit om de boer in de breedste zin een toekomst en de consument een keuze te geven. Nu hebben we die stap ook gezet voor onze plantaardige keten. Als ik zie welke mooie weg we met onze partners in de landbouw hebben afgelegd de afgelopen jaren en wat onze ontwikkelaars het laatste half jaar hebben bereikt, dan ben ik trots. En ik word heel blij als ik zie waar we nu staan en welke mogelijkheden er komen, want we staan aan het begin van een ontdekkingsreis naar plantaardig eiwit. Een paar jaar geleden bouwde Vion Food Group haar slachterij in Leeuwarden volledig om naar plantaardige productie. Het was het begin van een ontdekkingsreis, zegt Willem Cranenbroek. Inmiddels exporteren we naar 17 Europese landen en nu hebben we de volgende stap gezet met het ontwikkelen van verse vleesvervangers met Nederlands plantaardig eiwit. Partners van de veldboon Het mag gerust een plantaardige prestatie van formaat worden genoemd: de introductie van het eerste private label voor de retail met de eerste echte Nederlandse verse vleesvervangers van Nederlands plantaardig eiwit. De burgers, worstjes en gehakt liggen onder private label nu in het schap: smaakvolle, gezonde verse vleesvervangers. Het klinkt overzichtelijk, maar

het vergde een paar jaar om tot dit resultaat te komen. Willem Cranenbroek: We wilden lekkere vleesvervangers maken, verse producten met lokaal geproduceerd plantaardig eiwit. Vers, niet vooraf gegaard. We weten alles van smaak en textuur van vlees en dat niveau wilden we bereiken. De eerste hobbel bleek het juiste plantaardige eiwit. We wilden voor deze nieuwe generatie vleesvervangers geen soja uit het buitenland, maar een volwaardig Nederlands eiwit. Met soja van Nederlandse bodem zijn nog geen goede resultaten gehaald. Wat moet je dan wel hebben, wie kan het leveren en wie kan van een graan of boon het juiste texturaat maken waarmee wij kunnen produceren? De strategie van moederbedrijf Vion Food Group gaat om het bouwen van ketens. Wij willen dat ook graag doen in dit plantaardige segment. Samen met ZLTO, Agrifirm en Herba Ingrediënts hebben we een onderzoekstraject opgezet naar de teelt en verwerking van plantaardig eiwit uit veldbonen. Het is een omvangrijk ras met tal van soorten die het goed doet op Nederlandse bodems. We zijn begonnen met enthousiaste boeren, waardoor we dertig hectares konden inzaaien. Tegelijk met die stap moesten we kijken wat het voor een boer doet: tarwe bijvoorbeeld is nu voor veel boeren een bekend wisselgewas met een bepaalde zekerheid van opbrengst en omzet. Zou de veldboonsoort die we uiteindelijk hebben gekozen, ook die zekerheid kunnen bieden, levert het hen en ons genoeg op, weten we zeker dat we voldoende goede eiwitten kunnen genereren? Al die stappen hebben we samen met onze partners gezet, waarbij we het geluk van de tijd hebben gehad. Eerst was er corona. Daardoor kwam er naast een groeiend milieubesef, meer aandacht voor lokale producten. Minder afhankelijkheid van het buitenland, minder transportbeweging, kwaliteit van Hollandse bodem. Inmiddels zien we ook nog eens door de verschrikkelijke oorlog in Oekraine dat we de juiste weg hebben ingeslagen. De snel gestegen energieprijzen en de sterke afhankelijkheid van graan uit die regio, laten ons allemaal beseffen hoe kwetsbaar onze voedselvoorziening is.

Het alternatief: eet smakelijk! Wat er nu op tafel staat wordt snel uitgebreid, vertelt Willem Cranenbroek. Naast burgers, worstjes en gehakt is ons ontwikkelteam al druk bezig om de volgende nieuwe producten te ontwikkelen. Ook daarvoor geldt dat de beleving, smaak, bite en textuur van de hoogste kwaliteit moeten zijn: we komen steeds dichterbij het echte vlees, zoals mensen dat kennen. En gezond, want we ontwikkelen producten die niet alleen plantaardig zijn, maar ook vezelrijk, laag in zout en met weinig verzadigd vet. Door de toevoeging van B12 en ijzer komen we tot volwaardige vervangers voor vlees. En voor al die gezonde producten die lokaal geproduceerd zijn, geldt dat ze duurzaam moeten zijn, van grondstof tot en met verpakkingsmateriaal. We hebben een grote stap gezet en veel geleerd; nu is het een kwestie van doorgaan, naar nog beter en nog lekkerder.

We staan aan het begin van een ontwikkeling naar veel meer plantaardig voedsel dat tegemoet komt aan gemak en goede smaak. De kennis neemt toe en dat moet ook, want de wereldbevolking groeit in rap tempo en iedereen heeft recht op goed en gezond voedsel. Met ME-AT the Alternative zetten we daar volledig op in. Eet smakelijk! www.me-at.com


Worden insecten de nieuwe miniveestapel van de toekomst? Of: wanneer vinden we een Mac Insect op het menu van de bekende Amerikaanse hamburgerketen? Mede-oprichter Janmar Katoele van Wadudu Insectencentrum in Beilen ziet enorme mogelijkheden voor de zespotigen. ,,Stap voor stap winnen insecten steeds meer terrein, maar er is nog veel onderzoek nodig. In tegenstelling tot de koe en het varken is er nog te weinig bekend over insecten.” Tekst Yke Bremer Foto’s Marcel Jurian de Jong

INSECTEN OP HET MENU B ij Wadudu – wat insect betekent in het Swahili – proberen ze door onderzoek steeds meer kennis te verzamelen over insecten. Het insectencentrum doet dat in samenwerking met kennisinstituten en bedrijven. Mede-oprichter Janmar Katoele: ,,Wat voor rol kunnen de insecten in de toekomst spelen? Het grote voordeel bij insecten is dat ze minder stikstof produceren, minder restafval achterlaten en minder water gebruiken dan andere vormen van landbouw. Ze laten dus een minder grote footprint achter dan koeien, varkens en kippen.’’ ,,Ik denk dat ze stapsgewijs steeds meer een onderdeel gaan uitmaken van de voedselproductie de komende tien jaar. Zo kunnen insecten als olie, eiwit of meel worden gebruikt in dierlijke en menselijke voedingsproducten. Je zult niet zo snel een hele sprinkhaan of krekel op je bord vinden, behalve bij een bedrijfsopening als het bonbonnetje met een sprinkhaan erbovenop zorgt voor de nodige gespreksstof. Maar insectenmeel zou wel onderdeel kunnen worden van het nieuwe half-om-halfgehakt. In plaats van half rund en half varken, zou het voor een derde deel kunnen bestaan uit insectenmeel. En zoals het nu bij grote groepen de gewoonte is om één keer per week vis te eten, zou het streven moeten zijn om één keer in de week iets met insecten te doen.” PIONIEREN De onbekendheid van insecten maakt het moeilijk om ze met al hun mogelijkheden snel te introduceren op de markt. ,,Het is op het moment nog veel pionieren”, aldus Katoele. ,,Insecten kunnen een heel nieuwe en interessante vorm van landbouw gaan vormen. Maar natuurlijk moeten alle vragen over veiligheid en risico’s wel worden beantwoord. Het onderzoek draagt eraan bij om vragen rondom insecten te beantwoorden. Door experimenten, door het verzamelen van data en door onderzoeken te herhalen, proberen we steeds meer te weten te komen over de zespotigen.’’

JANMAR KATOELE

2 6 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

,,Voor de Europese Unie ligt daar ook een hele uitdaging. Het insect is nieuw en onbekend. Ze worden voor de wet als landbouwhuisdier gezien. Via de ‘novel food verordening’ van de EU wordt bepaald wat er

wel en niet op de Europese markt mag komen als voedsel. Ondertussen zijn de meelworm, treksprinkhaan en de huiskrekel door de EU goedgekeurd als voedingsmiddel voor dier en mens. En er liggen veel meer ‘insectendossiers‘ klaar voor de novel food verordening. Het is goed en noodzakelijk dat deze regels voor voedselveiligheid bestaan. We willen niet zoals in Vietnam vleermuizensoep op het menu waarbij je de kans loopt om rabiës op te lopen.” KWEEKEXPERIMENT Het echtpaar Janmar en Laura Katoele begon in 2015 met de productie van 10 gram meelwormen in hun eigen douche en ondertussen werkt een team van vijftien personen bij Wadudu. Aanleiding voor het eerste kweekexperiment was een workshop

‘Insecten kunnen een hele nieuwe en interessante vorm van landbouw gaan vormen’

‘Eetbare insecten’ die ze tijdens een reünie in 2012 volgden aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, waar ze allebei dierenwetenschappen hebben gestudeerd. ,,We zagen in de insecten de miniveestapel van de toekomst. Een heel nieuwe en interessante vorm van landbouw met veel mogelijkheden. Bij natuurgebieden waar veebedrijven worden uitgekocht omdat ze te veel stikstof uitscheiden, zouden landbouwbedrijven met insecten deels een uitkomst kunnen zijn.” De productie van meelwormen en in het bijzonder de glasworm is de core business van Wadudu. Daarmee wordt de financiële basis onder het insectencentrum gelegd. ,,De glasworm is het net uitgekomen larfje van de meelworm. Het is als het ware het ééndagskuiken bij de meelwormen. We voorzien kweekbedrijven in heel Noordwest-Europa van de insecten die de glasworm opfokken tot een grote worm om te verhandelen. De insecten worden in verschillende vormen verwerkt of gebruikt in de visteelt, de huisdierenvoeding, in dierenwinkels en in de voeding van landbouwdieren. Naast onderzoek naar de toekomstige rol van insecten kijken we ook hoe we ons verdienmodel kunnen verbeteren en welke innovaties in de vorm van bijvoorbeeld automatisering we kunnen doorvoeren.” Over tien jaar is het doodnormaal om

voedsel te eten waarin insecten zijn verwerkt, denkt Janmar Katoele. ,,Je ziet nu al volledige insectenburgers of een soortgelijk gehaktballetje bij de Krekerij in Rotterdam. En een Mac Insect is dus geen utopie maar zou op het menu kunnen komen te staan bij McDonald’s in het komende decennium. Dit zal nog wel maatschappelijke discussie met zich meebrengen. Maar vooral belangrijk is dat het eten lekker moet zijn. Als het niet lekker is dan wil niemand het eten. De smaak en textuur van insecten zijn anders en daar moet nog veel onderzoek naar worden gedaan. Verder is er verschil tussen Noorden Zuid-Europa. In zuidelijke landen worden insecten gemakkelijker geaccepteerd en gegeten.” De potentie van insecten is veel groter en de zespotigen kunnen op veel meer gebieden ingezet worden, denkt Katoele. ,,Zo proberen we bijvoorbeeld uit te zoeken wat voor rol insecten kunnen spelen bij het opruimen van restafval. Je zou kunnen denken aan groente- en fruitafval, maar ook aan mest of rioolslib. Zo zouden insecten kunnen helpen bij het oplossen van het mestprobleem. Ze kunnen de mest gebruiken als voeding en er eiwitten en stikstof uithalen.’’ OPRUIMFUNCTIE ,,De opruimfunctie van insecten wordt onderzocht en daarbij wordt gekeken hoe de insecten voeding opnemen, wat er achterblijft in het darmkanaal en wat ze vervolgens uitscheiden. In rioolslib zitten bijvoorbeeld veel medicijnresten. Wat slaan de insecten op in het darmkanaal en hoe vervuild is hun poep als we ze rioolslib laten eten? Het zijn allemaal vragen die nog beantwoord moeten worden.” ,,We moeten niet de indruk wekken dat het onderzoek direct richting praktijk gebracht kan worden en dat daarmee het kweken van insecten op niet wettelijke reststromen al op korte termijn mogelijk is”, aldus Janmar. ,,Insecten die op mest gekweekt worden, mogen niet in de voedselproductie terecht komen. De overheid wil hier 100 procent zeker van zijn en dat is moeilijk onomstotelijk en waterdicht te bewijzen. Onderzoek moet een bijdrage leveren om zaken die nu nog onmogelijk lijken steeds meer richting het mogelijke te krijgen.”

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 2 7


ADVERTENTIE

Investeren in een windmolen wordt steeds aantrekkelijker Hulst Innovatie, met vestigingen in Westeremden en Appingedam, is gespecialiseerd in de productie van kabel-leg-apparatuur ten behoeve van de windindustrie. Daarnaast maakt het bedrijf voor een breed scala aan bedrijven maatwerk machines. De wens van de klant is altijd het uitgangspunt. We krijgen vaak de vraag of we iets kunnen maken en die uitdaging gaan we graag aan. Noem het out of the box denken , zegt Tjark Hulst. Die aanpak past uitstekend bij een ander belangrijk bedrijfsonderdeel: de levering van windmolens in met name de agrarische sector. Daar komt meer bij kijken dan je op voorhand zou denken. Wij nemen de klant het hele proces uit handen , geeft Tjark aan. Windmolens hebben al langere tijd zijn interesse, waarbij vooral de zelfvoorzienendheid een rol speelt. De ontwikkelingen rondom duurzaamheid gaan snel en ook agrariërs moeten zoveel mogelijk in hun eigen stroombehoefte gaan voorzien. s Winters kan dat het beste met windmolens, omdat er dan meer wind staat. Met weining zonuren zijn molens dan efficiënter. s Zomers kunnen zonnepanelen het tekort aan windenergie eventueel opvangen.

Kwaliteit Hulst Innovatie werkt onder de naam Windmolens op Maat, samen met de Deense leverancier Solid Wind Power en het Duitse Braun Antaris. Kwaliteit staat voorop. We leveren de beste molens met een hoge opbrengst en een betrouwbaarheid van meer dan 99 procent. Windmolens op Maat verzorgt het hele proces van verkoop, vergunningen en het plaatsen. Alleen voor de vergunningaanvragen heb ik al twee mensen aan het werk. De daadwerkelijke opbouw duurt zo n vier weken, dat heeft vooral met het uitharden van de fundering te maken.

Elke windmolen kan een kleine productielocatie van stroom worden De molens die Windmolens op Maat plaatst zijn niet voor elke boer geschikt. Klopt, je moet ongeveer 60.000 kilowattuur per jaar gebruiken, dan zijn deze molens ten opzichte van de geldende stroomtarieven het meest efficiënt. Met deze oplossing heb je een windmolen in acht à negen jaar terugverdiend.

Keuze Windmolens op Maat zoekt klanten die geen stroom aan het net terug willen leveren, omdat dit tot nu toe te weinig oplevert. Dat heeft met de kostprijs van groene stroom te maken, die nu nog hoger is dan grijze stroom. Wanneer wij, de burger, bereid zijn, om iets meer voor groene stroom te betalen, wordt plaatsing van deze molens bij veel meer agrariërs en ook het bedrijfsleven interessant. De vraag is of we die keuze durven te maken. Sterker nog, Tjark is er van overtuigd dat deze windmolens kunnen helpen de toenemende congestie op het hoofdstroomnet te beperken. Elke windmolen kan een kleine productielocatie van stroom worden. Voor de boer, maar ook voor omliggende dorpen. Daarmee ontlast je het hoofdstroomnet, maar tot nu toe is er nog geen belangstelling getoond voor deze oplossing. Desondanks bevinden we ons op een kantelpunt. De prijs van grijze stroom stijgt en van groen blijft redelijk op niveau. Daardoor wordt investeren in een windmolen alleen maar aantrekkelijker. Dat merken ze nu al bij Windmolens op Maat, waar de aanvraag voor 50 windmolens in de pijplijn zitten. www.windmolensopmaat.nl

ADVERTENTIE

Koffie zoals koffie bedoeld is 30 jaar geleden begon Luitzen Overwijk vanuit zijn garage met de distributie van koffieautomaten en koffie. In 2022 is Café Salento, de naam waaronder de koffie wordt verkocht, niet meer weg te denken bij circa 8.000 klanten in heel Nederland. Het geheim is simpel: de basis is een goed product, naast uitstekende dienstverlening. Dat maakt men bij Overwijk Koffiesystemen dagelijks waar, getuige het geringe verloop onder het klantenbestand. Meteen bij binnenkomst van het fraaie pand in Gorredijk staan de koffiemachines in alle vormen en maten opgesteld. Het geeft een goed beeld van het uitgebreide assortiment, waarmee Overwijk Koffiesystemen de markt bediend. Zorg, onderwijs, overheid, bedrijfsleven; van 1 tot 150 koffieautomaten, bij Overwijk is elke klant welkom. Klant tevreden De kwaliteit van de koffie hangt af van de machine én de koffie , legt Overwijk uit. Wij werken alleen met kwaliteit koffiemachines. Daarnaast is het belangrijk dat ze goed worden afgesteld. We gaan niet weg voordat er koffie uit de machine komt waar de klant tevreden mee is.

Hergebruik Duurzaamheid speelt binnen Overwijk Koffiesystemen een grote rol. Zo worden de gebruikte koffieapparaten na 7 jaar gerefurbished, waarna ze met garantie nog een keer 7 jaar kunnen worden gebruikt. Bepaalde componenten slijten en die vervangen we, maar de andere materialen gaan gemakkelijk nog een keer zeven jaar mee. Dankzij deze langere levensduur besparen we behoorlijk op grondstoffen. Ook met de verpakkingen van de koffie is Overwijk duurzaam bezig. We gebruiken daar geen aluminium meer in, waardoor deze beter gerecycled kan worden. Na gebruik nemen we de verpakkingen weer in, waarna ze naar een recyclebedrijf gaan. En er gebeurt meer. De bekertjes hebben geen plastic binnenlaagje meer en de inkt die wordt gebruikt op de bekers, bijvoorbeeld voor een naam of logo, is afbreekbaar en daarmee milieuvriendelijk.

Koffie moet goed zijn, dat is het uitgangspunt Café Salento Overwijk haalt de meeste (Fairtrade) koffie al 30 jaar uit Midden- en Zuid-Amerika, onder andere

rondom de plaats Salento in Colombia. Daar vond Overwijk ook de oorsprong van zijn merk. De koffiekwaliteit is daar veel beter dan elders. En als het goed is, is het goed. Wat goede koffie is? Dat is uiteraard heel persoonlijk. Je biedt datgene wat de klant graag wil. We zijn misschien niet de goedkoopste, maar wel de beste. Koffie moet goed zijn, dat is het uitgangspunt. En dat vinden steeds meer klanten belangrijk. 30 jaar geleden, op Goede vrijdag 17 april 1992, begon Luitzen Overwijk met koffiesystemen en koffie. Later kwam daar een kerstpakkettengroothandel bij. Maar uiteindelijk koos ik voor de koffie en daar heb ik nooit spijt van gehad. Ook omdat mijn vrouw Jannie altijd in de zaak heeft gewerkt en onze zoon Dirk en dochter Inge er inmiddels ook werkzaam zijn. De groei die we door de jaren gerealiseerd hebben komt voor een groot deel voor rekening van de medewerkers om ons heen. Sommige zijn al ruim 20 jaar in dienst. Ja, de tijd is voorbij gevlogen, ik heb er elke dag van genoten. Desondanks ga ik het nu wel wat rustiger aan doen, vanuit de zekerheid dat andere mensen klaar staan om met dit bedrijf te blijven doen wat de klant wenst: zorgen voor een lekkere kop koffie. www.cafesalento.nl


ADVERTENTIE

Dit is nog nooit in de landbouw vertoond Innovatie is in de agrarische sector niet weg te denken. Neem de Wingssprayer die in 2014 op de markt kwam, daarna verder werd ontwikkeld en inmiddels bij diverse akkerbouwers en andere gebruikers niet meer weg te denken is. De Wingssprayer leidt niet alleen tot een bijna perfecte driftreductie, het zorgt ook voor een optimale bescherming van het gewas. Daarnaast kan de besparing op spuitmiddelen oplopen tot maar liefst 40 procent , zegt techneut, uitvinder en directeur Harrie Hoeben.

ontsnappen. Je hebt daardoor minimaal verlies van het gebruikte gewasbeschermingsmiddel. Kortom, het middel komt op de juiste plek en daar gaat het om. Voordeel is bovendien dat de Wingssprayer op vrijwel alle merken spuitmachines kan worden bevestigd. Betere bescherming Onderzoek aan de Wageningen Universiteit heeft uitgewezen dat de driftreductie maar liefst 99,8 procent bedraagt, waar wettelijk minimaal 50 procent is voorgeschreven. Dit alles leidt tot een betere bescherming van het product, de grond en het oppervlaktewater. Zo zorgt de Wingssprayer ervoor dat het gewasbeschermingsmiddel alleen datgene doet waarvoor het bedoeld is. Er is wereldwijd een discussie over het milieu gaande, op het gebied van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geeft dit apparaat daar antwoorden op.

Dit alles leidt tot een betere bescherming van het product, de grond en het oppervlaktewater Harrie Hoeben

Voorbereiding Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar de Wingssprayer maakt het waar, zo blijkt uit de praktijk en uit onafhankelijk onderzoek van de Wageningen Universiteit. Daar ging wel een lange weg aan vooraf. Hoeben was als portefeuillehouder gewasbeschermingsmiddelen aan twee organisaties verbonden en had veel overleg met overheden en waterschappen. Er was en is weerstand tegen de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar ze zijn en blijven nodig voor de gezonde groei van gewassen. Men is daarom continu op zoek naar mogelijkheden om niet gewenste gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Zo kwam het Ministerie van Landbouw in 2000 met het advies om grote druppels te gaan spuiten, zodat de drift, het verwaaien van spuitvloeistof, tot een minimum beperkt kon worden. Ik vond dat hetzelfde als het paard achter de wagen spannen, omdat deze werkwijze teveel negatieve gevolgen voor het grond- en oppervlaktewater heeft. In die tijd ontwikkelde Hoeben een idee voor een apparaat dat minder milieubelastend was, maar toch effectiever was. Na een lange tijd van voorbereiding werden 11 deelprojecten geselecteerd, waarin allerlei apparaten en systemen werden getest, waaronder één uit Zweden. Die bleek enorm goed te werken. De toegepaste techniek gebruikte kleinere druppels, wat zorgde voor een betere gewasbescherming, terwijl de drift minimaal was. Echter, de kwaliteit van het geleverde apparaat liet te wensen over en de Zweedse fabrikant wilde daar niets aan doen. Techneut Een aantal jaren later pakte Hoeben het idee zelf op en begon met de ontwikkeling van wat later de Wingssprayer zou gaan worden. Hij was als

techneut gewend om apparaten zelf te ontwikkelen, want eerder had hij onder andere een aspergewasmachine ontwikkeld, maar ook een zelfrijdende spruitenplukmachine, een 3assige carrier, een preilifter en een zelfrijdende aardappelrooimachine. Ruim 8 jaar bloed, zweet en tranen volgden en in 2011 kwam de eerste Wingssprayer op de markt en na een aantal verbeteringen ging het apparaat in 2014 in productie. Inmiddels wordt de Wingssprayer niet alleen in de akkerbouw gebruikt, ook de tuinbouw, hoveniers, bloementelers en andere groenbedrijven hebben de voordelen van de Wingssprayer ontdekt. Afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever kunnen de armen 3 tot en met 52 meter breed worden. Bovendien kan het apparaat met een lichte tractor gereden worden, waardoor op de brandstof en dus ook CO2 uitstoot wordt bespaard. Aerodynamica Het draait in feite om de aerodynamica , legt Hoeben uit. Je moet de Wingssprayer als een soort windscherm zien. Door de rijwind en het gewas komt de spoiler achterop een beetje omhoog, zonder ingewikkelde technische hulpmiddelen, waardoor deze min of meer licht over de plantjes wordt getrokken. Op datzelfde moment worden via de spuitdoppen die dicht op de plantjes staan, de dunne druppeltjes over de plantjes gespoten, waardoor er bijna geen drift ontstaat. Dankzij de turbulentie onder de spoiler en in het gewas, komt de vloeistof ook onder het blad, waardoor een optimale bescherming ontstaat. Daardoor komt er niet of nauwelijks restvloeistof op de grond en het windscherm zorgt ervoor dat de dunne vloeistof niet kan

De Wingssprayer is niet alleen in ons land een veelgevraagd product. We zijn in meerdere landen actief en ook in Duitsland is het apparaat na vier jaar zeer uitgebreid testen goedgekeurd. Dat duurde inderdaad lang en de oorzaak daarvan was dat men in het eerste jaar alle testen afkeurde. Men vond namelijk geen resten spuitvloeistof in de petrischaaltjes en dat was, zo vond men, te mooi om waar te zijn. In Duitsland voldoet de Wingssprayer nu aan de meeste strenge eisen die er gesteld worden. De klant zoekt naar een zo hoog mogelijke effectiviteit voor zijn dure gewasbeschermingsmiddelen. Dankzij de Wingssprayer kan een besparing tot 40 procent worden gerealiseerd. Bovendien worden met de Wingssprayer de gevolgen voor natuur en milieu tot een minimum beperkt . Het verbaast mij dan ook niet dat dit apparaat gretig aftrek vindt.

Meer informatie en demonstratiefilmpjes vindt u op: www.wingssprayer.com


Gezond, gemakkelijk, goed voor de aarde. Dat zijn de belangrijkste trends in onze voeding. Al jaren eigenlijk, met steeds andere accenten en op verschillende manieren gecombineerd. Die trends verschuiven de laatste tijd steeds meer richting het laatste argument, in allerlei varianten. Tekst Jean-Paul Taffijn Illustratie Job van der Molen

1. DICHTBIJ Wat je van ver haalt, is lekker, zo luidt het gezegde. Dat is niet meer van deze tijd. Producten uit de buurt zijn al jaren in opkomst. Niet alleen omdat dat beter is voor lokale boerenbedrijven en middenstand, óók omdat de smaak goed is. De verscheidenheid aan lekkernijen van eigen bodem neemt snel toe, net als de markt van geïnteresseerde consumenten. Voorbeelden? Vlees van runderen van het Drents Landschap bij BoerenBeef in Nieuw-Balinge, ijs van eigen melk van boerderij Tsiis & Sa in Hilaard, broodmeel van Mulder Pot in Kropswolde. En zo zijn er nog honderden adressen. Lekker en duurzaam. 2. ZELF GETEELD Een directe aansluiting op het eerste punt, de overtrappende trap zelfs, is het zelf telen van voedsel. Dat kan op het aloude volkstuintje, waarvoor de interesse groot is. Tijdens de lockdown (her)vond menig noorderling de weg naar de volkstuincomplexen. Nog populairder is het omspitten van een deel van het gazon tot moestuin, of het plaatsen van een moestuinbak op het balkon. De spullen daarvoor zijn niet aan te slepen in tuincentra en bouwmarkten. De keuze gaat verder dan rabarber en sla. Aardappelen, erwten, aubergines en nog een hele trits gewassen worden in de tuin verbouwd. En met smaak gegeten. Lekker, gezond en duurzaam. 3. ZELF GETEELD 2.0 Voedselbossen horen hier ook bij. In Noord-Nederland zijn er meer dan veertig te vinden inmiddels. Allemaal gezamenlijk aangelegde bossen en struwelen die heel veel fruit genereren. Gegarandeerd onbespoten. Een relatief nieuwe manier van het zelf verbouwen van voedsel is de trend om gezamenlijk landbouwgrond op te kopen en te verbouwen. De coöperatie Land van Ons is het bekendste voorbeeld. De leden beheren vrijwillig akkers en weidegronden

3 0 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

in onder meer Triemen, Onnen, Hooghalen en Hezenes. En ze eten er ook zelf van natuurlijk. Meer biodiversiteit, meer gevoel met de productie van voedsel. Lekker, gezond en duurzaam. 4. VEGETARISCH Stoppen met vlees eten is een goed idee in de strijd tegen de bio-industrie. Als middel om het klimaat te redden en de wereldbevolking te voeden, kan het ook zoden aan de dijk zetten. Voor 1 kilo vlees is ongeveer 5 kilo plantaardig voedsel nodig, land en water. Vleesproductie is goed voor ongeveer 15 procent van de door mensen veroorzaakte CO2-uitstoot in de wereld, schat de Wereldvoedselorganisatie. Logisch dus dat op menig menu minder vlees staat. Thuis, maar ook in de horeca neemt het aandeel vega toe. Restaurant Bla Bla in Groningen serveert al sinds 2009 louter vegetarisch, in bijna alle traditionele tenten rukt vega op de menukaart op. Duurzaam. 5. VLEESVERVANGERS Veel mensen zijn gek op (dierlijke) eiwitten. Om een beetje tegemoet te komen aan smaak, structuur en uiterlijk van vlees, is het aantal vervangende producten in opmars. De schappen in de supers worden steeds groter. Noord-Nederland neemt een

Wat je van ver haalt, is lekker, zo luidt het gezegde. Dat is niet meer van deze tijd

OM DE HOEK OP ZOEK NAAR VEGETARISCH GEMAKSVOEDSEL

aardig belangrijke plek in de ontwikkeling ervan in. ME-AT, een startup onder moederbedrijf Vion, maakt grote hoeveelheden ‘plantaardig vlees’ in Leeuwarden. Avebe experimenteert in Groningen met aardappeleiwitten als grondstof voor vleesvervangers. Het open test- en innovatieprogramma Fascinating onderzoekt nieuwe manieren om voeding van plantaardige eiwitten te maken. Gezond en duurzaam. 6. GEZOND De coronapandemie heeft meer nadruk gelegd op gezondheid. Immers: mensen met een gezonder voedingspatroon bleken beter bestand tegen het virus. Nu is gezondheid zelf natuurlijk geen trend, maar de nadruk die erop ligt, is dat wel. En het is er niet een van voorbijgaande aard. In de winkels schreeuwen de verpakkingen om het hardst welk product het gezondst is. De gewenste verlaging van de btw op groente en fruit is er een uiting van, net als een eventuele suiker- of vettaks. Consumenten verruilen de klassieke pakjes en zakjes massaal voor verspakketten. Steeds meer restaurants afficheren zich als ‘gezond’, of baseren er zelfs hun bestaansrecht op, zoals Feel Good in Groningen en herberg Het Volle Leven in Appelscha. Lekker en gezond. 7. GEMAK Snel en simpel een maaltijd op tafel is wat we allemaal willen na een dag hard werken. Dat is al heel lang zo, alleen verandert de vorm en inhoud van de gemaksproducten snel. De antieke zakjes met poeders bestaan nog, maar het aanbod slinkt zienderogen. Kartonnen doosjes vol verse groenten zijn ervoor in de plaats gekomen. Bijna alle groenten (en ook steeds meer fruit) zijn in gesneden vorm verkrijgbaar. Helaas wel in plastic zakjes meestal. Gemak is een essentiële voorwaarde in het streven om mensen gezond en klimaatvriendelijk te laten kiezen. Veel mensen willen best duurzaam doen, maar dan moet het niet te moeilijk zijn. Wel lekker en gezond.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 31


ADVERTENTIE

Hoe ziet het boerenbedrijf er in 2030 uit? Boeren uit drie gebieden (Kleischil, Veenweide en Westerkwartier) werken samen met Wageningen University aan toekomstbeelden voor natuurinclusieve melkveehouderij in hun gebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de methode backcasting, een manier om vanuit de toekomst terug te redeneren. Open blik We hebben een ideaalbeeld van 2030 opgesteld en zijn vervolgens gaan brainstormen wat er voor nodig is om daar te komen , zegt deelnemer Erik van der Velde uit Niehove, eigenaar van een biologisch melkveebedrijf met 120 koeien. Ik zie het project als een open blik naar de toekomst, waarbij voor mij het denken in kansen voorop staat. Uiteindelijk hebben we toegewerkt naar vier verschillende bedrijfsstijlen. Logisch, want de diversiteit in de sector wordt groter. Daarnaast werd vooral gekeken naar de grote opgaven in de komende jaren: klimaatverandering, stikstof en een samenleving die er ook wat over wil zeggen. Ik vond het al met al een ingewikkeld proces , kijkt hij terug. Het is nu aan een nieuwe groep

boeren om met de uitgewerkte modellen aan de slag te gaan. Veranderingen Kees Boon heeft samen met zijn vader een melkveebedrijf in Delfstrahuizen, middenin een veenweidegebied. Een heel ander gebied als in Groningen , geeft hij aan. In tegenstelling tot de groep Groningen duurde het in Friesland wat langer voordat we vier modellen hadden uitgewerkt. Ook hij spreekt van een ingewikkeld proces, want de veranderingen volgen elkaar in snel tempo op. Een ingrijpende verandering is het feit dat het waterpeil in het veenweidegebied is verhoogd. Dat heeft de nodige consequenties voor ons bedrijf. De vraag hoe de ontwikkelingen er in de komende jaren uit gaan zien vind ik een lastige. We zijn daar nu al volop mee bezig. Het prikkelt ons ook, we zijn immers ook ondernemer. Er zijn in dit gebied verschillende boerenbedrijven actief, van heel extensief tot heel intensief. Ik vind dat er voor iedereen die verder wil plaats moet zijn. Boon spreekt van een leerzame periode. Je krijgt in zo n groep toch altijd weer andere inzichten. We gaan er denk ik zelf ook mee aan de slag en zijn nieuwsgierig of de uitgedachte modellen in de praktijk uitvoerbaar zijn.

Kees Boon (l) en Erik van der Velde

Uiteindelijk moet het allemaal leiden tot een landbouwsector die in 2030 bijdraagt aan

biodiversiteit, bodemkwaliteit, leefbaarheid en het landschap. Een uitdaging die de deelnemende boeren in elk geval graag aangaan.

Met het ondertekenen van de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw, eind 2019, stelden de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en het Rijk 20 miljoen euro beschikbaar, om tot en met 2024 in acht gebieden aan de slag te gaan met het verder toekomstbestendig maken van de landbouw. De gezamenlijke ambitie is om een duurzame, natuurinclusieve landbouw te realiseren. Landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én economisch rendeert. We doen dit vanuit het besef dat een omslag noodzakelijk is om de sector op de lange termijn gezond, levensvatbaar, concurrerend en rendabel te laten zijn. Hiermee willen we NoordNederland als koploper voor een duurzaam platteland op de kaart zetten. Dit pakken wij via een gebiedsgerichte aanpak op. Doel hiervan is om elke grondgebruiker of agrariër een handelingsperspectief te bieden om invulling te geven aan natuurinclusieve landbouw die past in dat gebied. Kijk voor meer informatie op: www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl

ADVERTENTIE

De ondernemer staat er niet alleen voor Countus Accountants en Adviseurs begon bijna 100 jaar geleden als coöperatie van boeren en tuinders. Anno 2022 is Countus nog altijd een deskundig partner voor talloze ondernemers in de land- en tuinbouw. Sterker nog, in haar belangrijkste werkgebied (Noord- en Oost-Nederland), heeft Countus een substantieel marktaandeel, waardoor klanten optimaal profiteren van de aanwezige kennis en expertise. Zo maken we in de akkerbouw en melkveehouderij gebruik van de CSA (Countus Signaal Analyse) , legt Piet van der Kooi, adviseur akkerbouw, uit. Dat geeft inzicht in hoe bedrijven individueel draaien, maar ook waar ze afwijken van collega-ondernemers. Deze bespreek ik individueel met ondernemers of in een studiegroep. Het biedt handvatten die je in staat stellen concrete verbeteringen door te voeren. Daarmee onderscheidt Countus zich in de markt. Opletten Collega Rick Hoksbergen, branchespecialist melkveehouderij, kan die woorden alleen maar onderschrijven. Kijk, een ondernemer is bezig met wat er elke dag moet gebeuren. Wij hebben iets meer afstand en kunnen daarom makkelijker op het grote geheel letten. Ik vergelijk het wel eens met autoracen. Laatst had ik een raceclinic in Assen en ging meteen vol gas. Op een gegeven moment gaf de instructeur een ruk aan het stuur. Daar schrok ik van. Wat bleek, links van mij kwam een auto die veel sneller reed, die had ik echt niet gezien. Ik was gefocused op het zo snel mogelijk rijden. Countus vervult de rol van de instructeur: de ondernemer gaat vooruit, wij letten op wat er achter en naast hem gebeurt. Zie het als een extra paar ogen. Wij zijn ondernemersadviseurs, we brengen

kunnen we verwachten? Daar anticiperen we op, elke dag weer, dat is wat de klant van ons verwacht , geeft Hoksbergen aan.

Piet van der Kooi en Rick Hoksbergen

kennis of soms alleen maar vragen. Daarmee prikkelen we ondernemers om na te denken over de toekomst. Signalen Gemakkelijk is dat niet. Immers, in de landbouw is veel gaande en beleid voorlopig onzeker. Dat vraagt flexibiliteit van de ondernemers. Countus haakt daar bij aan met kleine, regionale teams. Daarmee hebben je de kennis van een landelijke speler, met het marktgevoel van een kleine lokale speler. Welke signalen zijn er, wat

Verduurzamen En dan komt er in 2023 ook nog een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waarvan het doel is om de landbouw te verduurzamen en boeren die toekomstbestendig bezig zijn beter te belonen. Een enorme uitdaging waarmee veel klanten nu al bezig zijn , weten Van der Kooi en Hoksbergen. Feit is dat de basispremie per hectare wordt afgebouwd en de ondernemer kan extra premie ontvangen wanneer hij ecologische activiteiten ontplooid. Wij adviseren ondernemers in de puzzel hoe dit beleid ingepast kan worden in hun bedrijf, want de extra premie weegt niet altijd op tegen de kosten. We moeten de balans vinden tussen de korte termijn hectiek en het lange termijn beleid. Dat is het spel waar Countus zich mee bezighoudt. De agrarische ondernemer staat er dus niet alleen voor, dat heeft Countus in de afgelopen honderd jaar wel bewezen. www.countus.nl U vindt Countus in o.a. Joure, Leeuwarden, Assen en Steenwijk.


ADVERTENTIE

Het voelt als onze melkfabriek Een oer-Hollands familiebedrijf met passie voor kaas, dagverse zuivel en andere foodproducten zoals tapas. Royal A-ware staat voor kwaliteit en werkt van consument tot koe. Om dat te bereiken en duurzaam te borgen staat samenwerking met melkveehouders centraal. Noordz ging in Heerenveen om tafel met de Klankbordgroep van Royal A-ware.

Van links naar rechts: Wim Bos, Dries Visser, Wibo Hettinga, Roy Ammerlaan, Robert Holtland, Jolanda Reuver, Afke Rijpkema, Klaas de Jong, Reino Hoving, Koen Veldman, Marjan van der Wijngaard, William Tol, Jan de Kleijne, Hans Broekhuijse, Ton van den Bosch, Folkert Fokkema en Koos Flinkert. We zijn een familiebedrijf in zuivel en andere foodproducten, een bedrijf gedreven door de wensen van de consument. Daarom is onze werkwijze van consument tot koe. Ons ondernemerschap en dat van onze melkveehouders is leidend om daaraan tegemoet te komen. Wat we ook doen, waar we naar toe gaan, deze mannen en vrouwen houden ons scherp , licht Klaas de Jong (COO Royal A-ware) toe. Met deze mannen en vrouwen bedoelt hij de dertien leden van de Klankbordgroep. Zij komen maandelijks bijeen om met de directie van Royal A-ware in Heerenveen, strategie, ontwikkelingen in de markt en andere zaken te bespreken. Want voordat kaas als Gouda, Edam, Maasdammer, Emmentaler, merken als Royal Orange en Westzaner, roomproducten en tal van zuiveldranken en yoghurts in binnen- en buitenland in het schap liggen, is een efficiënt proces nodig. Een proces met als basis het beste dat de koe te bieden heeft: melk van Nederlandse bodem. Met die melk gaat Royal A-ware aan de slag met de productie van kaas en dagverse zuivel. In de (mozzarella) kaasmakerij en roomfabriek in Heerenveen en de zuivelfabriek in Coevorden, in de geconditioneerde pakhuizen om de kaas te laten rijpen en tot slot al die miljoenen verpakkingen voor de consument gereed te maken. Maar wat we ook doen, zonder goede melk en onze ondernemende melkveehouders kunnen we niets en daarom zitten we regelmatig met hen aan tafel, dus ik geef hen graag het woord. Meepraten over prijs Folkert Fokkema uit het Friese Menaldum boert al sinds 1980 en levert de melk van zijn 115

Heeft u interesse in het leveren van melk aan Royal A-ware? Neem dan contact op met de afdeling Melkzaken via 088 73 81 678. of melkveehouder@royal-aware.com

koeien in de Boerderij melkstroom van Royal Aware. Hij bijt van de dertien betrokken boeren in de Klankbordgroep het spits af. Toen ik werd gevraagd zitting te nemen in deze groep, vroeg ik me eerlijk gezegd af: wat kunnen wij als boeren hieraan bijdragen? Royal A-ware is immers geen zuivelcoöperatie met leden, maar een private onderneming. Ik heb daar nu een heel ander beeld van, want we zitten maandelijks om tafel in een goede sfeer, we worden meegenomen in wat de directie overweegt en praten mee over de melkprijsontwikkeling en over grote beslissingen die worden genomen. Collega-melkveehouder en leverancier van traditionele melk, Robert Holtland uit het Overijsselse Blankenham voegt toe: Royal A-ware is een transparant bedrijf, met een directie die open staat voor onze visie en opvattingen. Klankbordlid Wibo Hettinga met 110 melkkoeien in het Friese Burgwerd levert in de Beter voor melkstroom voor Albert Heijn: We leveren feedback op de plannen van de directie en we kijken natuurlijk kritisch naar de leveringsvoorwaarden. We zijn scherp op algemene landbouwontwikkelingen, wat dat voor ons betekent en hoe Royal A-ware daar mee omgaat. Je kijkt continue op welke manier je meerwaarde kunt toevoegen aan je melk en daarom is het belangrijk zo te kunnen meekijken en -praten. Mijn melkfabriek Ton van den Bosch boert alweer heel wat jaren in Lippenhuizen in Friesland, het nieuwe land waar hij met zijn ouders in zijn jeugd naar toe verhuisde. Hij komt uit een familie van boeren en wist op zijn achtste al dat hij ook boer wilde worden. Hij melkt samen met zijn broer 280 koeien. Als leverancier van Boerderijmelk praat hij mee via de klankbordgroep. Wij hebben destijds voor Royal A-ware gekozen vanuit het vertrouwen in een zuivelfabriek dichtbij en vertrouwen in de mensen. Handel draait om

vertrouwen en dat stralen ze uit. Hun producten liggen in toonaangevende winkels en dat maakt me trots. Het voelt als onze fabriek. Boeren en burgers bij elkaar brengen In Meppel (Drenthe) heeft Koos Flinkert met zijn vrouw en zoon een maatschap, waarvan de melk van de 150 koeien naar de Beter voor melkstroom gaat: Ik ben erbij vanaf het eerste moment in 2015. De directie van Royal A-ware staat dichtbij de boeren. Ze kennen ons, ze zijn belangstellend in wat we doen. Dit bedrijf voelt voor mij veel coöperatiever dan een coöperatie. Jolanda Reuver uit het Twentse Deurningen levert samen met haar gezin in de Boerderij melkstroom en is trots op hun melk van Twentse bodem. Een vrouw met een mening die niet van verrassingen houdt. Nu ik sinds een aantal jaren betrokken ben bij de klankbordgroep zie ik nog beter de kernwaarden waar Royal A-ware voor staat en de drijfveren binnen het bedrijf, de daadkracht, zorgvuldigheid, de passie en de betrokkenheid bij de melkveehouder. In Biddinghuizen boert haar collega klankbord lid Marjan van den Wijngaard: Ik ga niet zomaar mee met van alles, ik hou van respect naar elkaar. Het is mijn missie om boeren en burgers door educatie bij elkaar te brengen en daar zet ik me op verschillende manieren voor in, onder andere als gecertificeerd educatieboer. Royal A-ware ondersteunt mijn missie, ze laten hierdoor zien te begrijpen hoe wezenlijk educatie op het erf is. Royal A-ware is trots op al haar melkveehouders en betrekt hen via de klankbordgroep bij belangrijke beslissingen. Net als melkveehouders denken we eerder in generaties dan in jaren. Het is heel belangrijk dat we met onze melkveehouders op dezelfde lijn zitten, dat we samen ondernemen. besluit Klaas de Jong, directie Royal A-ware. www.royal-aware.com


Veldbonen als meest kansrijke eiwitgewas, een nieuwe eiwitfabriek, experimenten met groene mest en samenwerken om de landbouw circulair te maken. De vier grote landbouwcoöperaties van het Noorden – Cosun, Agrifirm, Avebe en FrieslandCampina – hebben het afgelopen jaar niet stil gezeten om de landbouw duurzamer en de voeding beter te maken. Tekst Willem van Reijendam

LANDBOUW VAN DE TOEKOMST En dan is er het economisch belang. Zo wordt er bekeken welke gewassen economisch gezien aantrekkelijk zijn door bepaalde eigenschappen die ze hebben, zegt Oostland: ,,Uiteindelijk gaat het om het creëren van een verdienmodel. De boer moet een goed verdienmodel hebben, maar de verwerker moet er ook van kunnen leven.”

osun, Agrifirm, Avebe en FrieslandCampina werken steeds meer samen bij het ontwikkelen van hun producten. Dat gebeurt onder de paraplu van de vorig jaar opgerichte organisatie Fascinating (Food Agro Sustainable Circular NAture Technology IN Groningen) waarin behalve deze vier ook LTO, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en kleinere (voedsel-) bedrijven meedoen. Het doel van het Fascinating-programma is werken aan de landbouw van de toekomst, onder meer door de productie op gang te brengen van hoogwaardige plantaardige eiwitten.

C Met de zeis monsters oogsten van luzerne als een van de kansrijke eiwitgewassen.

FOTO MARJAN TOREN

Zo’n samenwerking is niet vanzelfsprekend, maar het gemeenschappelijk belang, innoveren om de voedselvoorziening te verduurzamen, weegt zwaarder dan de bijkomende kosten en de risico’s dat een concurrent een kijkje in de keuken kan nemen. Afgelopen jaar hebben ze ook aan dat laatste aspect tijd besteed, vertelt Tjeerd Jongsma, directeur van het Fascinatingprogramma: ,,Daar is veel in gebeurd. We hebben onze manier van samenwerken en de spelregels rond het eigendom van ontdekkingen vastgelegd. De governance is ingericht, zoals dat heet, en dat is wel een grote stap als je wilt samenwerken met vier grote coöperaties, LTO en de RUG.” Maar daarnaast zijn de coöperaties, apart en in samenwerking met elkaar afgelopen jaar ook met nieuwe ideeën gekomen, zoals een nieuwe eiwitfabriek, of begonnen om die uit te voeren. Een paar voorbeelden. AVEBE Avebe is al decennia bezig om eiwitten uit de aardappel te gebruiken. Het zijn tenslotte prachtige moleculen met heel veel toepassingen. De aandacht ligt nu op het verwaarden van alle ingrediënten uit de zetmeelaardappel zoals het winnen van eiwitten uit het afvalwater of de vezels. Maar deze omschakeling kan alleen als die overal, tegelijk plaatsvindt, zegt Directeur Duurzaamheid Peter-Erik Ywema van Avebe: ,,Dat moet op de boerderij, in de fabriek, op het lab en bij de klanten die er

3 4 L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2

Tjeerd Jongsma, directeur van het Fascinatingprogramma. FOTO MARC VAN DER KORT

weer nieuwe consumentenproducten van maken. Dat kan één coöperatie niet alleen. Daar is unieke samenwerking voor nodig die het systeem verandert.” Vandaar ook dat Avebe daarin optreedt met Cosun: ,,We hebben gemeen dat we hoogwaardige functionele eiwitten halen uit reststromen. Cosun doet dat uit het bietenblad. Het bijzondere is dat je daar dus geen hectare van een nieuw gewas voor hoeft te verbouwen. Het lastige is wel om dat eiwit er zodanig uit te halen dat je het ook kunt gebruiken in allerhande producten. Omdat onze processen op elkaar lijken hebben we een gezamenlijk project ingediend.” COSUN Cosun is op zijn beurt aan het onderzoeken welke nieuwe eiwitgewassen het meest kansrijk zijn. Vandaar het project Duurzame Kansrijke, Plantaardige, Eiwitproducten. ,,Welke teelt het meest rendabel is, moet blijken uit de resultaten van het onderzoek naar deze gewassen”, vertelt projectleider Meindert Jan Oostland namens Cosun. Gelet wordt op het eiwitgehalte in de plant, de voedingswaarde, maar ook de verwerkingsmogelijkheden in een fabriek en het beperken van de reststromen.

Op dit moment worden op vier plekken in het Noorden ongeveer zestien kansrijke eiwitgewassen onderzocht, zoals veldbonen, lupine, erwten, klaver, luzerne en hennep. De boerderijen staan ieder op een andere soort grond, namelijk op veenkoloniale grond (’t Kompas Valthermond), zandgrond (Kooijenburg Marwijksoord), zware klei (Ebelsheerd Nieuw-Beerta) en zavelgrond (Kollumerwaard Munnekezijl). De coöperatie heeft de eerste conclusies al getrokken, zegt programmamanager Teun van de Weg van Cosun: ,,We hebben gekeken uit welke gewassen het beste eiwit gehaald kon worden. Als je naar deze gewassen kijkt, passen veldbonen het beste in het bouwplan van de boer in deze regio’s.’’ AGRIFIRM Naast de praktijkproeven rondom nieuwe eiwitgewassen, benoemt landbouwcoöperatie Agrifirm het project Groene Mest Groningen als een belangrijke ontwikkeling van het afgelopen jaar. Dit project gaat onder andere over het rendabel kunnen telen van gewassen, in een tijd dat prijzen voor kunstmest en biologische mest stijgen. Specifiek wordt gekeken naar de mogelijkheden om eigen stikstof binnen te halen. Bijvoorbeeld met vlinderbloemigen, het toepassen van maaimeststoffen en het zaaien van groenbemesters. Er wordt voortgebouwd op de kennis uit negen jaar intensief onderzoeken op proefboerderij Kollumerwaard in Munnekezijl. ,,Dankzij deze proeven kunnen we concluderen dat een landbouwsysteem met stikstofwinning door effectieve inzet van vlinderbloemigen en het verbouwen van eiwitgewassen in elk geval technisch werkt, zegt manager

‘Uiteindelijk gaat het om het creëren van een verdienmodel’ ledenprojecten Auke Schripsema: ,,Na langdurig onderzoek is het nu tijd voor resultaten op het boerenerf. Daarom wordt met vijf pilots de vertaalslag gemaakt naar het boerenerf en naar het rendement dat dat voor de boer zou kunnen opleveren.” FRIESLANDCAMPINA Hoewel FrieslandCampina als zuivelproducent eerder met dierlijke dan plantaardige eiwitten wordt geassocieerd, heeft ook deze coöperatie onder de paraplu van Fascinating onderzoek gedaan naar rijke eiwitgewassen, zegt manager duurzaamheid Sanne Griffioen-Roose. ,,Fascinating is voor ons een plek waar we in de praktijk een toekomstbestendig voedselsysteem kunnen onderzoeken, en hoe daar naast dierlijke eiwitten ook een plek is voor plantaardige eiwitten. We trekken daarin met alle coöperaties op, zoals bijvoorbeeld met het project over het verbeteren van bodemgezondheid en bij de opzet van praktijknetwerken op eiwitteelten. Maar we doen bijvoorbeeld ook samen met Avebe een pilot op het energie-efficiënt drogen met zeolietwiel in een productielocatie. Dat laatste heeft grote potentie om het energieverbruik te verlagen.” Voor volgend jaar heeft FrieslandCampina, in het kader van circulair produceren, een samenwerkingsproject op het gebied van regeneratieve landbouw met Agrifirm in de pijpleiding. Een project om een renderend, regionaal samenwerkingsverband tussen akkerbouw en melkveehouderij te ontwikkelen dat leidt tot een regeneratief landbouwsysteem op basis van wetenschappelijke inzichten.

L E E U W A R D E R C O U R A N T D O N D E R D A G 21 A P R I L 2 0 2 2 3 5


ADVERTENTIE

Artificial intelligence als basis van ontwikkeling duurzame recepten Hoe kunnen we sneller recepten verduurzamen als je niet weet wat er allemaal al is? Met die intrigerende vraag werden onderzoekers van Hanzehogeschool Groningen aan de slag gezet. Het resultaat is een artificial intelligence netwerk-gestuurd computerplatform voor productontwikkelaars. Fenna Feenstra en Wynand Alkema over het belang van Ingredient Maps. Bedrijven moeten voortdurend recepten, processen en producten aanpassen, om in de sterk bewegende markt consumenten tevreden te stellen en te voldoen aan nieuwe wetgeving. Een goed inzicht in de eigenschappen van voedingsingrediënten is cruciaal om dat te kunnen. Stel dat je recepturen met louter plantaardige ingredienten wilt ontwikkelen die traditioneel altijd dierlijke ingredienten bevatten:

hoe kun je dan smaak en textuur behouden? Voedingsontwikkelaars Exter en Euroma vroegen het aan lector Wynand Alkema en docentonderzoeker Fenna Feenstra van het Kenniscentrum Biobased Economy bij de Hanzehogeschool Groningen. Met de steun van een KIEM- subsidie gingen zij samen met enthousiaste studenten aan de slag: data science voor de voedingsindustrie.

bepaalde ingredienten vervangen en door welke zou dat dan moeten om een bepaalde smaak en textuur te krijgen? Het geeft productontwikkelaars binnen mum van tijd inzicht in de herkomst en samenstelling, op welke wijze een recept gemaakt wordt en wat de smaak en textuur is. Op basis daarvan kunnen ze het systeem laten zoeken naar goedkopere en duurzame alternatieven. Het versnelt hun innovatiekracht.

Wynand Alkema: Wat enorm belangrijk is dat je met elkaar heel scherp definieert wat de uitkomst moet zijn, anders is het onbegonnen werk. Receptinformatie is namelijk beschikbaar op onnoemlijk veel locaties. Bedrijven willen recepten kunnen verduurzamen, maar weten niet wat er al is of waar het is. Om je een idee te geven: we hebben uiteindelijk meer dan één miljoen recepten, bijna net zoveel ingrediënten, 1668 moleculen en 35 miljoen wetenschappelijke papers met behulp van tekstmining geïndexeerd op basis van algoritmen. Wat er ontstaat, is een netwerkstructuur (vergelijkbaar met een social media structuur) waarin alle overeenkomstige relaties tussen ingredienten, moleculen, recepten en beschrijvingen zichtbaar worden. Wat zijn van alle voorkomende tomatensoepen de overeenkomstige ingrediënten? Hoe kun je

Fenna Feenstra: Hanzehogeschool heeft een track record op het gebied van data science en circulaire economie. Het gaat er om theorie en praktijk samen te laten komen: dat is de essentie van toegepast onderzoek. Het vergt creativiteit en een open mind. Hanzehogeschool helpt mkbbedrijven om die kansen te onderzoeken. We geven inzicht in het belang van goede data, praktische workshops en we kunnen samen onderzoekstrajecten zoals deze starten. Datascience en het gebruik van artificial intelligence bieden meerwaarde voor veel mkbbedrijven. Leg je vraag neer om samen met ons te ontdekken wat jouw data kunnen betekenen! www.hanze.nl/kcbbe

ADVERTENTIE

Geraffineerde glycerine van hoge kwaliteit uit Farmsum Iedereen gebruikt het, ook al merk je er niets van. We hebben het over glycerine, dat in vrijwel alle huidproducten en voedsel aanwezig is. Het is een lichaamseigen stof, dat voorkomt in de bovenste laag van de huid, de hoornlaag. Op het Chemiepark in Delfzijl maken ze bij Dutch Glycerine Refinery op een ultramoderne productielocatie jaarlijks tot ruim 200.000 ton geraffineerde glycerine van hoge kwaliteit. Dat zijn jaarlijks 8.000 tankauto s vol. En dan te bedenken dat Dutch Glycerine Refinery, kortweg DGR, min of meer bij toeval is ontstaan. Oorspronkelijk werd deze fabriek begin deze eeuw gebouwd om onze toenmalige buren, Bio MCM, glycerine te leveren voor de productie van groene methanol , legt plant manager Peter Hol uit. Dat project strandde, waarna DGR aan de Musim Mas Group in Indonesië werd verkocht. Dit bedrijf telt meer dan 37.000 medewerkers, is wereldwijd actief en verwerkt op een verantwoorde manier palmolie, waar glycerine uit voortkomt. De Musim Mas Group is foundig father van RSPO, de Roundtable on Sustainable Palm Oil, dat tot doel heeft om het op een verantwoorde manier winnen van palmolie tot de norm te maken. Zuivere glycerine Musim Mas Group is eigenaar van vele fabrieken, waaronder een bio diesel fabriek in Spanje en zocht een afnemer die de ruwe glycerine, die als bijproduct van bio diesel overblijft, kan verwerken tot zuivere glycerine. En zo kwamen ze bij DGR uit. De standaard voor glycerine uit bio diesel is 99,5 procent, wij halen 99,9 procent , geeft Peter aan. Daar zijn we trots op, juist door die hoge zuiverheid is het geschikt voor vele

bewust voor verantwoorde palmolie en glycerine. We kunnen op deze wereld niet zonder palmolie en hebben de plicht om dat op een verantwoorde manier te winnen. Die taak is bij de Musim Mas Group in juiste handen.

Peter Hol toepassingen. Vanzelfsprekend zijn we gecertificeerd en is de glycerine biologisch afbreekbaar. Over afnemers van het product hoeft men zich bij DGR geen zorgen te maken. Grote farmaceuten, voedselproducenten en andere afnemers kiezen

Groei De Dutch Glycerine Refinery beschikt over de grootste unit te wereld en zit nog niet vol, geeft Peter aan. We produceren de maximale capaciteit, zodra de aanvoer het aankan. De biodieselmarkt is momenteel wat beperkter dan voorheen, vanwege corona, maar de verwachting is dat deze zich op korte termijn gaat herstellen. Aan de productielijn hebben we dan niet meteen meer handen nodig, maar wel daar omheen. We zijn daarom altijd op zoek naar mensen die het leuk vinden om als een soort ondernemer bij ons aan het werk te gaan. Je bent namelijk vaak de enige in je vakgebied, dat is uitdagend en interessant tegelijk. De vraag naar glycerine zal alleen maar toenemen, DGR is klaar voor de toekomst. www.musimmas.com


ADVERTENTIE

Bodemleven als onderdeel van een gezond teeltsysteem Het bodemleven is een belangrijke spil in de gezonde productie van akkerbouwgewassen. Naast het grote bodemleven, zoals regenwormen en duizendpoten, is er veel bodemleven wat met het blote oog niet zichtbaar is. Naast bacteriën en schimmels vormen aaltjes, microscopisch kleine worpjes, ook een belangrijk onderdeel van het bodemvoedselweb. Het grootste deel van deze aaltjes behoort tot het goede bodemleven en draagt bij aan diverse bodemprocessen. Helaas zijn er ook een heel aantal aaltjessoorten die een bedreiging vormen bij de teelt van gewassen. Het HLB onderzoekt de bodem op de aanwezigheid van deze aaltjes. Percelen kunnen worden bemonsterd op zowel de goede als de slechte aaltjes. Bij het HLB zijn de laatste decennia grote stappen gemaakt wat betreft bemonstering met GPS systemen en de verwerking van aaltjesmonsters zowel microscopisch als met nieuwe DNA technieken. Door deze ontwikkelingen kunnen we aaltjesbesmettingen zeer nauwkeurig vaststellen en kunnen onze adviseurs de telers zo goed mogelijk helpen bij een goede aaltjesmanagementstrategie. Bij het geven van de adviezen maken we zoveel mogelijk gebruik van de natuurlijke weerbaarheid van de bodem, maar dit is onvoldoende om de plaagaaltjes volledig te beheersen. Daarom zijn verschillende aanvullende acties écht nodig. zegt Egbert Schepel onderzoeker en adviseur bij het HLB.

Hilde Coolman en Egbert Schepel onderzoekers en adviseurs bij het HLB vinden dat een goed eindproduct begint met een goede aaltjesmanagementstrategie.

Aardappelcystenaaltjes zijn een groot probleem binnen de pootaardappelteelt. Bij een besmetting met aardappelcystenaaltjes kan door het kiezen van een aardappelras met de juiste resistenties, het probleem onder controle gekregen worden. Het is heel belangrijk om vervolgens op een duurzame manier om te gaan met deze rassen.

Een juiste resistentiemanagementstrategie zorgt ervoor dat resistenties minder snel doorbroken zullen worden, zodat we nog vele jaren gebruik kunnen maken van deze rassen. benadrukt Hilde Coolman onderzoeker en adviseur. Naast aardappelcystenaaltjes vormen wortelknobbelaaltjes ook een grote bedreiging voor de pootgoedsector. Dit aaltje is veel lastiger aan te pakken, maar ook hiervoor zijn allerlei adviezen om de kans op een probleem te verkleinen. Het HLB helpt telers bij het vroegtijdig opsporen van besmettingen met dit aaltje en adviseert vervolgens over de beste strategie. Hierbij gaat het om slim indelen van de gewasrotatie en het kiezen van de juiste gewassen, rassen en groenbemesters. Doordat HLB als enige in de markt de kennis van onderzoek combineert met zeer nauwkeurige bemonstering en monsterverwerking, kan een opkomend aaltjesprobleem vaak al in de kiem worden gesmoord! Gelukkig maken steeds meer telers in Friesland, Groningen en Drenthe gebruik van intensieve bemonstering, waardoor problemen met aaltjes op tijd kunnen worden aangepakt. www.hlbbv.nl

Gezonde uienteelt met de Steriele Insecten Techniek De uienteelt is een belangrijke teelt die veel aandacht vergt. Een belangrijk onderdeel is het beheersen van de uienvlieg. Deze vlieg legt in het voorjaar eitjes bij de jonge uienplanten. De maden die uit de eitjes komen vreten de ondergrondse delen van de jonge plantjes waardoor deze wegvallen. Een made kan meerdere planten vernietigen en zorgt al snel voor aanzienlijke schade. De made verpopt zich tot een uienvlieg die vervolgens weer nieuwe eitjes leg. Deze cyclus herhaalt zich nog twee keer in het seizoen, de zogenaamde 2e en 3e vlucht, waardoor er snel een hoge populatie wordt opgebouwd. De Groene Vlieg richt zich met de Steriele Insecten Techniek (SIT) op het beheersen van de uienvlieg op biologische wijze. Zij produceert steriele uienvliegen en monitort de populatie intensief op de uienpercelen van haar klanten. Deze techniek wordt al op de helft van het uien areaal in Nederland toegepast. Gedurende het gehele seizoen worden steriele vliegen losgelaten waardoor de populatie zich niet kan opbouwen maar juist wordt verlaagd. Het is belangrijk dat er veel uientelers mee doen, want hoe hoger de dekkingsgraad hoe effectiever de methode. Elke week worden de telers die meedoen geïnformeerd over de druk op hun percelen, waardoor men goed op de hoogte van is van de situatie.

De Steriele Insecten Techniek in uienteelt is uniek en volledig biologisch. Samen werken telers en de Groene Vlieg hiermee aan een duurzame landbouw en veilig voedsel.

We adviseren telers graag om een gezond gewas te telen met zo weinig mogelijk chemie zegt Luuk Heling, teeltadviseur in Noord Oost Nederland. Petra Rijkens en George Jelte Marra, teeltadviseurs in Noord Groningen en Friesland vullen aan De uientelers die meedoen zijn gemotiveerd en tevreden over onze aanpak. Een goede teelt begint met een goede voorbereiding en duurzame aanpak . www.degroenevlieg.nl

Luuk Heling


AARDW WA ARMTE

" "

Koldingweg 8 9723 HK Groningen T 050 5493673

aqua energy systems | aardwarmte techniek

*)( &%%$# "! )* $%% $$%%%

WTC EEUXWPARDEON

LE

7 T/M 9 DEC. 2022 Keuzes maken? Eerst maar naar De Landbouwbeurs Leeuwarden! Voor de agrarische sector is De Landbouwbeurs Leeuwarden van 7 t/m 9 december dé vakbeurs om kennis en ideeën op te doen, je te oriënteren en elkaar te ontmoeten. Sta jij wel eens voor een dilemma zoals de keuze tussen innoveren of tradities koesteren, verder automatiseren of personeel aannemen en ben je benieuwd hoe de toekomst van de agrarische setor eruitziet? De Landbouwbeurs Leeuwarden helpt bij het maken van de juiste keuzes. Exposanten tonen er hun primeurs, de laatste ontwikkelingen en de nieuwste snufjes. Wil jij ook honderden agrariërs bereiken met je product of dienst? Schrijf je dan extra voordelig in als exposant en profiteer nu van het vroegboektarief!

HEDEN OP K IJ L E G O M E M A N N DE DEEL E IE T A M R O F IN R KIJK VOOR MEE

L N . S R U E B W U O B WWW.DELAND

@W TCL andbouw

@delandbouwbeurs I W TC Expo Leeuwarden | Stadionplein | 8914 BX | info@wtcexpo.nl | 058 2941500


ADVERTENTIE

In 10 weken klaar voor een baan in de bakkerij Brood is een basisbehoefte. Met twee tot drie eetmomenten per dag doet de bakkerijsector het goed. In tijden van voor- en tegenspoed. Er is één probleem: de branche heeft meer enthousiaste vaklui nodig. Met de verkorte basiscursus Broodbakker hoopt de branche op veel zij-instromers. Van oudsher bevinden zich in het Noorden veel brood-, banket- en koekproducenten. De bakkerijsector floreert. Wie een baan heeft in de bakkerij, weet waarom. Hier werk je met eerlijke, lekkere producten. Wie wil dat nu niet? De branche is volop in ontwikkeling. Lokaal, duurzaam en waar mogelijk plantaardig zijn enkele trends. Maar deze sector heeft net als veel andere branches te kampen met uitdagingen rond opvolging, vacatures en instroom vanuit de opleidingen. Terwijl er zó veel verschillende functies zijn. Van winkelmedewerker in het weekend tot operator in ploegendienst. Van inpakker en chauffeur tot patissier. Voor het noordelijk netwerk Bakery Sweets Center (BSC) tijd om niet langer te tobben, maar om actie te ondernemen. Breed gedragen De ondernemingen binnen Bakery Sweets Center variëren van kleinschalige bakkerijen tot bedrijven waar 3.000 broden per uur uit de oven komen. Ook grondstoffenleveranciers, zoetwarenbedrijven en kennispartners sluiten zich aan. Gemeente Leeuwarden en Provincie Fryslân steunen dit initiatief. Ook zij zien in dat het behoud van een sterke bakkerijsector in het Noorden van groot belang is. Onder meer voor de werkgelegenheid. Om deze reden sluit Fryslân Werkt! zich aan. Met een kaartenbak van zo n 30.000 werkzoekenden in deze provincie, zien zij volop kansen voor instroom in deze warme branche.

Ontdek welke functie in de bakkerij het beste bij jou past De vraag vanuit het bedrijfsleven en Fryslân Werkt! werd geformuleerd: Hoe kunnen we werknemers en potentiële kandidaten in korte tijd de basiskennis van het broodbakken bijbrengen? Friesland College startte in 2021 de pilot Broodbakker de basis , waarin cursisten binnen tien weken de basics van het bakkersvak opdoen. Door een stageplaats bij een van de aan BSC gelieerde bedrijven, maken zij kennis met de bakkerij. Ontdekken Zo kwam Kiros Tesfalem, een Eritrese banketbakker, terecht bij Van der Kloet Brood & Banket in Franeker. En vond voormalig bouwvakker Mark van der Werf zijn plek als procesoperator bij Bakkerij Kamstra in Wolvega. ,,In zo n korte periode leer je niet alleen alles over

Carrièreswitch: voormalig bouwvakker Mark vond zijn draai als procesoperator bij Bakkerij Kamstra in Wolvega. Foto: Anne van der Woude

grondstoffen en de verschillende soorten brood die er zijn. Je ontdekt waar jouw kracht ligt, welke functie het beste bij jou past , vertelt bakkerijdocent Jurjen Albertsma. ,,De een staat het liefst met de handen in het deeg, waar een ander misschien meer gevoel heeft voor techniek en liever in een industriële bakkerij aan de slag gaat. Maar waar je ook terecht komt: die grondstoffenkennis is o zo handig. Ook aan de lijn moet je onderscheid kunnen maken tussen een goed en minder goed deeg. En weten hoe je problemen fixt, bijvoorbeeld door meer gist toe te voegen. Volgende lichting De resultaten van de pilot zijn zo veelbelovend (iedere cursist heeft inmiddels een baan gevonden in de bakkerij), dat ook aan het Alfa College in Hoogeveen de eerste lichting erop zit. Zowel Friesland College als Alfa College staan in de startblokken voor de volgende groep. Voor locatie Leeuwarden is het mogelijk om als werkzoekende de cursus vergoed te krijgen via Fryslân Werkt!. Zij-instromers en switchers Speciaal voor dit project is een coördinator zijinstroom aangesteld. Dirk Westerhof licht toe: Zij-instroom is een heel breed begrip. Als je momenteel op zoek bent naar werk en je hebt geen achtergrond in de bakkerij, dan ben je een

Kiros kon na de basiscursus aan de slag bij Van der Kloet Brood en Banket in Franeker. Foto: Clara Bloemhof

Bakery Sweets Center In dit samenwerkingsverband trekken ondernemers, onderwijs en overheid samen op. Om issues als personeelstekorten, maar ook bijvoorbeeld voedselverspilling aan te pakken. En pro-actief op te lossen. Door gewoon te doen. Bedrijven die zich committeren aan dit initiatief bevinden zich in de noordelijke provincies. www.bakerysweetscenter.nl

zij-instromer. Maar ook als je in between jobs bent of werkzaam bent in een compleet andere sector en overweegt om een carrièreswitch te maken, is het mogelijk om met deze cursus in te stromen. Juist door de combinatie te maken van les- en stagedagen, bieden we je een grotere kans op een baan in de bakkerij. Interesse in een baan in deze warme sector? Kijk op www.fryslanwerkt.nl of www.bakerysweetscenter.nl. Bedrijven die werknemers willen aanmelden voor de 10-weekse cursus Broodbakker de basis, kunnen zich melden bij Dirk Westerhof, dirk.westerhof@leeuwarden.nl. www.bakerysweetscenter.nl

Alfa College in Hoogeveen leverde medio april een nieuwe groep vakspecialisten af. Foto: Clara Bloemhof


ADVERTENTIE

Bedrijfsopvolging: Iets voor later of

?

Het aantal bedrijfsovernames in ons land groeit. Waar in 2010 volgens cijfers van het CBS 4545 bedrijven van eigenaar wisselden, daar was dit aantal vorig jaar gegroeid naar 7235. Een substantieel deel daarvan betreft bedrijfsopvolging in de familiaire kring. Volgens Hennie van Braak van Van Braak Accountants beginnen veel eigenaren te laat met de voorbereidingen van een bedrijfsopvolging. En dat kan uiteindelijk veel geld kosten.

Hennie van Braak Daarnaast wijst hij op de mentale omstandigheden. Van de ene op de andere dag je bedrijf verkopen heeft niet alleen financiële consequenties, maar zeker ook emotionele. Niet voor niets wordt er wel eens gezegd dat je bij verkoop van je bedrijf afscheid neemt van je kindje . Het is daarom verstandig om daar ruimschoots de tijd voor te nemen , geeft Van Braak aan. Bespreekbaar maken Want ja, als je met plezier in je onderneming werkt en je nog boordevol plannen zit, dan ben je niet bezig met opvolging. Toch kan het gevoel ontstaan dat het tijd wordt om bijvoorbeeld één of meerdere kinderen meer verantwoordelijkheid te geven binnen de onderneming en misschien zelfs mede-eigenaar te maken. Daar gaat dan wel een proces aan vooraf. Ons advies is altijd: schuif deze vragen niet op de lange baan, maar maak dit bespreekbaar en zoek samen naar mogelijkheden. Wij zien nog te vaak dat ondernemers te laat beginnen met bedrijfsopvolging , gaat Van Braak verder. Eigenlijk moet je daar al over nadenken, zodra de onderneming iets begint voor te stellen. Heb je zaken niet goed geregeld en je staat voor een overname, dan kan dat onnodig veel belastinggeld kosten. Geld dat je kunt besparen wanneer je vooraf de juiste stappen zet. Daarbij doelt Van Braak bijvoorbeeld op de structuur van een onderneming, waardoor de verkoop gemakkelijker kan verlopen. Familie Maar, ook bij overname binnen de familie is het

goed om vooraf zaken te regelen. Het komt volgens hem nog te vaak voor dat opvolging binnen familiebedrijven voor veel problemen zorgt, met name ook financiële, waardoor de overname langer op zich laat wachten of zelfs helemaal niet tot stand komt. Zo is overname binnen de familie bijvoorbeeld makkelijker en voordeliger te realiseren wanneer een kind minimaal drie jaar in loondienst is , geeft Van Braak als voorbeeld. Aandelen zijn namelijk eenvoudiger over te dragen, wanneer het betreffende kind een vast dienstverband heeft. En dat hoeft niet eens een 40-urige werkweek te zijn. Als een kind bij wijze van spreken één avond in de maand het kantoor schoonmaakt, dan is al sprake van een vast dienstverband.

Bedrijfsopvolging begint met een plan en is een proces van meerdere stappen Proces Duidelijk is dat bedrijfsopvolging veel meer een proces van overdragen is dan een overdracht op een vast moment. En een proces heeft tijd nodig , geeft Van Braak aan. Neem de tijd om de bedrijfsstructuur zowel juridisch, fiscaal als organisatorisch aan te passen of voor te bereiden op bedrijfsopvolging. Dat geeft je ook meteen meer tijd om je emotioneel voor te bereiden op het afscheid. Verkoop je het bedrijf niet aan je kinderen, maar aan een derde partij, dan is het uiteraard ook van belang om bepaalde voorbereidingen te treffen. De betreffende ouders hebben bij verkoop veel geld op hun rekening, dat uiteindelijk via een

erfenis naar de kinderen kan gaan en waarover je dan veel belastinggeld betaald. Wanneer je het bedrijf eerst aan de kinderen schenkt en het dan verkoopt, dan kan dat al gauw 20 tot 25 procent belasting schelen. En zo zijn er meer oplossingen voorhanden waarmee je behoorlijk op de belastingen kunt besparen. Emotioneel gebeuren Bij Van Braak Accountants merken ze dat er bij ondernemers over het algemeen te weinig kennis is over bedrijfsopvolging. Hennie van Braak vindt dat niet vreemd. Nee, als eigenaar van een bedrijf ben je bezig met de dagelijkse gang van zaken en kijk je geen jaren vooruit. Laat staan dat je bezig bent met bedrijfsopvolging. Toch is het goed je af en toe af te vragen wat er gebeurt bij verkoop. Waar moet je rekening mee houden en welke rol kun je zelf spelen in een verkoopproces en zelfs daarna. We zien bijvoorbeeld dat veel ondernemers nog een tijdje in hun voormalige bedrijf mee blijven werken, wat verre van plezierig is. Daar waarschuwen we onze klanten dan ook voor. Na verkoop volgt vaak een zware tijd en voor zover mogelijk moet je je daar ook op voorbereiden. Want, de verkoop van je bedrijf is hoe dan ook een emotioneel gebeuren. Gelukkig heeft een goede adviseur voldoende gereedschap in zijn gereedschapskist om maatwerk te kunnen leveren , besluit Van Braak. Bedrijfsopvolging begint met een plan en is een proces van meerdere stappen. Bij Van Braak Accountants hebben we daar ervaring mee en hebben we in de loop van de jaren al vele bedrijfsopvolgingen tot een goed einde gebracht. www.vanbraakaccountants.nl


ADVERTENTIE

START THE FUTURE !!! Ervaring, Service en Aandacht, de kernwoorden van ESA. In transporthoofdstad Heerenveen bent u op 23 april van harte welkom op de Open Dag van het nieuwe ESA- servicepunt. Wim van Nispen en Harry Hofstee van ESA over historie, innovatie onder de motorkap en de grote stap van de New Generation DAF. Rijden maar!

Vlnr: Wim van Nispen, Jurjen Ypma en Harry Hofstee In 1927 richtten de zwagers Elema en Stollenga een busdienstenbedrijf op en geven het de naam ESA, Elema-Stollenga s Autobusdiensten. Hun meest succesvolle lijndienst zetten ze in 1930 op: Groningen- Heerenveen. Daarnaast organiseren ze onder meer reizen naar het buitenland en dagtrips naar bijvoorbeeld de Jaarbeurs. In 1953 wordt ESA ook DAF- dealer, het begin van een succesvolle relatie. In 1962 wordt de vestiging Groningen geopend, begin jaren tachtig volgen Drachten, Winschoten en Delfzijl en verhuist ESA in Groningen naar de huidige vestiging aan de Bornholmstraat. In 2001 wordt ESA ook FIATprofessional dealer en in 2004 wordt de vestiging Veendam geopend, enkele jaren later volgen vestigingen in Polen en Denemarken. In de loop van de afgelopen decennia heeft ESA zich ontwikkeld tot de bedrijfswagenspecialist van het Noorden met 5 vestigingen, allen op A - locaties. Het dienstenpakket is compleet: onderhoud en reparatie, schadeherstel, spuiterij, een (hydrauliek) service centrum, verhuur en lease, International Truck Service, ITS en Multisupport. Op 23 april houdt ESA haar feestelijke Open Dag in het splinternieuwe servicepunt in Heerenveen. Negentig jaar na het opzetten van die succesvolle ESA- busdienst, bundelt ESA alle vernieuwing in één gebouw, gasloos en volledig elektrisch. Wim van Nispen, algemeen directeur ESA: ,,Het is een hypermodern servicepunt in de transporthoofdstad van het Noorden dat zich richt op alle merken trucks en trailers. We hebben alle kennis en expertise in huis, ook op het gebied van onderhoud en service van waterstof en elektrisch aangedreven wagens. Het servicepunt is juli vorig jaar opengegaan, maar door corona moesten we de feestelijkheden helaas even uitstellen. Nu is het zover. Bedrijfsleider Jurjen Ypma en zijn team zijn er wat trots op en wij met hen en daarom zijn op 23 april al onze relaties en rijders van harte welkom! DAF is de markt een stap voor Harry Hofstee, directeur After-Sales van ESA: ,,En dat wordt een bijzondere dag, want er staan diverse demo s New Generation DAF-trucks klaar

voor iedereen die er rijdend mee wil kennismaken: de XF, XG en XG+, niet te missen door hun goudgele kleur. En zo n rijdende kennismaking kan ik iedereen aanraden, want DAF heeft een nieuwe norm gezet met deze nieuwe generatie trucks die mede op aanwijzingen van chauffeurs zijn ontwikkeld. Niet voor niets is de serie uitgeroepen tot Internationaal Truck van het Jaar 2022. DAF is de markt een stap voor, omdat het nu het enige merk is dat trucks heeft ontwikkeld aan de hand van de laatste Europese wetgeving op het gebied van efficiency, emissiereductie, veiligheid en comfort voor de chauffeur. Dat resulteert in een halve meter grotere cabine met veel meer leefcomfort voor de chauffeur die lang onderweg is. Het is een truck die met de eis van een 25 meter draaicirkel een halve meter langer mag zijn, dus dezelfde laadcapaciteit heeft, maar wel dankzij een grote aandacht voor aerodynamica tot tien procent zuiniger rijdt. Dat kan iedereen komen beleven op 23 april. Daarnaast kan iedereen kennismaken met het nieuwe TRP onderhoudsprogramma dat is ontwikkeld door DAF; Heerenveen is een TRP+ Servicepunt, dus het is one-stop-shopping voor het onderhoud van alle merken trucks en trailers.

We hebben alle kennis en expertise in huis, ook op het gebied van onderhoud en service van waterstof en elektrisch aangedreven wagens Waterstof, het alternatief voor de lange afstand Servicepunt Heerenveen weerspiegelt de drang naar vernieuwing en ontwikkeling die ESA al haar hele historie kenmerkt. In het aanbod van trucks, in onderhoud en service, maar zeker ook in de kansen van nieuwe brandstoffen. ,,We zijn al lang geleden begonnen met de zoektocht naar

alternatieven. Koolzaadolie was de eerste succesvolle optie die we jarenlang ingezet hebben en ons veel kennis heeft opgeleverd wat betreft het ombouwen van motoren. Later is CNG erbij gekomen en inmiddels is waterstof het nieuwe alternatief waar wij veel van verwachten. Voor de lange afstand zetten we in op waterstof, voor de korte afstand op elektrisch. De nieuwe werkplaats in Heerenveen is daarom ook op die twee opties ingericht, naast uiteraard al het vertrouwde , vertelt Wim van Nispen. ,,We hebben voor waterstof al vroeg de samenwerking met Holthausen gezocht en inmiddels werken we ook samen met HYZON, we zijn de eerste HYZON waterstoftruck- dealer in Europa. Zij hebben al zeventien jaar ervaring op het gebied van waterstof. Met alle kennis die we langzamerhand hebben opgebouwd, kunnen we relaties goed adviseren over de mogelijkheden en de belangstelling neemt snel toe. Alleen al dit jaar bouwt HYZON in Winschoten 200 tot 300 trucks om naar waterstof. Wat enorm belangrijk is in die ontwikkeling naar een succesvol alternatief is de infrastructuur en daarom is het fijn dat pal naast onze Groningse vestiging het waterstoftankstation van Holthausen is gerealiseerd. ESA blijft inzetten op ontwikkelingen die leiden tot grotere efficiency en verdere verlaging van emissies in transport. ESA s Road show Om te zien wat ESA in huis heeft en om rijdend kennis te maken met de nieuwe standaard in DAF-trucks is het servicepunt aan de Uranus 5 op het IBF-terrein in Heerenveen overmorgen, zaterdag 23 april, geopend van negen uur s morgens tot vijf uur s middags. Wim van Nispen: ,,Een hapje en een drankje ontbreken natuurlijk niet, want we willen er met al onze klanten een feestelijke dag van maken. Graag tot zaterdag!

www.esatrucks.eu


ADVERTENTIE

Ik wil de burger dichter bij de boer brengen Zo n 2 jaar geleden waren we voor het laatst op bezoek bij melkveehouder Rens Kooijman. Hij vertelde toen over de beste manier om zijn stal te reinigen. Hoe vergaat het deze boer nu? Wat voor ontwikkelingen heeft zijn melkveehouderij doorgemaakt? Welke beslissingen zijn er genomen en waar ligt de focus op dit moment? Rens vertelt ons er meer over. Vrijheid In 2 jaar tijd kan er veel gebeuren. Dat blijkt wel tijdens ons gesprek met Rens. De melkveehouder is in de tussentijd vader geworden én er is zelfs al een tweede op komst. Het mooiste wat er is , vertelt Rens. Prachtig om te zien hoe je zoontje met zijn driewieler elke dag hetzelfde rondje rijdt over het erf. Dán neemt ie weer even een kijkje bij de kalfjes, dán weer bij de oudere dieren. Ik ben ontzettend blij dat we dit leven aan onze kinderen kunnen meegeven. Deze vorm van vrijheid is onbetaalbaar. Beter rendement met bestaande veestapel Als het gaat om het aantal koeien op zijn bedrijf, is Rens de afgelopen jaren niet enorm gegroeid. Maar dat betekent niet dat het bedrijf stil is blijven staan. Zo n 6 jaar geleden zette ik mijn persoonlijke visie op papier legt hij uit. Hierin heb ik globaal beschreven hoe ik mezelf en het bedrijf wil doorontwikkelen. De focus ligt daarbij niet op het groeien in dieraantallen, maar op de uitdaging om met de bestaande veestapel een beter rendement te behalen. Dat is de weg die bij mij past.

Ik wil de burger dichter bij de boer brengen Wat ik voornamelijk wil, is de burger dichter bij de boer brengen. Mensen inzicht geven in hoe het er hieraan toegaat. Op die doelstelling haken we in met onze bedrijfsactiviteiten. Zo hebben we een boerderijwinkel geopend én zijn we begonnen met een bed & breakfast. Boerderijwinkel In de boerderijwinkel verkopen Rens en zijn familie allerlei zaken gerelateerd aan hun zuivel. Rens: We hebben bijvoorbeeld 20 soorten Beemster-kaas. Onze melk wordt gebruikt om deze kazen te maken. Ook verkopen we vlees van onze eigen koeien, eigengemaakt ijs en zelfs tassen van de huiden . We gebruiken álles van de koe. We passen jarenlang goed op onze dieren en geven ze ook op het einde een mooi podium , gaat Rens verder. Ik heb er dan ook heel bewust voor gekozen om te gaan werken met dubbeldoelkoeien. Zodat we ze niet alleen gebruiken voor hun melk, maar later in het proces ook voor hun vlees. Ons Fleckvie-ras kan het gras goed omzetten in zowel vlees als melk. Het rantsoen van onze koeien is bovendien zoveel mogelijk natuurlijk en zelf geteeld. We geven ze liefst zo min mogelijk bijproducten, denk aan maïs, en juist zoveel mogelijk gras. Dat komt ook de smaak ten goede.

De kloof dichten Mensen zijn steeds meer op zoek naar lokale producten , vertelt Rens. We hebben dan ook de hele dag door mensen over de vloer. Dat is ontzettend fijn, maar bezoekers komen niet vanzelf. Daarvoor moeten we wel ons best doen. Dat doen we bijvoorbeeld door diverse events te organiseren. Denk aan open dagen met livemuziek, een gezellige BBQ en een boerenmarkt. Of aan een diner tussen het vee, waarbij een kok temidden van de koeien een 4 gangen diner bereidt, puur en alleen met onze eigen producten. Naast alle werkzaamheden op de boerderij, de winkel en de evenementen, heeft de melkveehouder bovendien een bed & breakfast te runnen. Mijn vrouw en moeder nemen die taak vooral op zich. Behalve een bed en een lekker streekontbijt, geven we onze gasten altijd een uitgebreide rondleiding. En als ze het leuk vinden mogen ze meehelpen op het bedrijf. Het is heel mooi om ook op zo n manier de kloof tussen boer en consument te kunnen dichten. Schone stallen en weinig onderhoud Toen we Rens 2 jaar geleden spraken, vertelde hij over de dichte vloer in zijn stallen. Als melkveehouder weet je dat het een uitdaging is om een dichte vloer goed schoon te houden. Maar gelukkig lukt dat met de flexschuiven van JOZ nog steeds heel goed. We gebruiken lang stro in de boxen, dus het is belangrijk dat de schuiven veel massa kunnen verplaatsen. Omdat de schuif

zo smal is, neemt hij in de retourbeweging bovendien nauwelijks stro mee terug. Perfect voor in mijn stal. Bovendien is wel gebleken dat we hebben gekozen voor een systeem dat niet snel slijt. Dat komt door de aandrijving van de ketting. De nestenwielen moet je bij de meeste systemen elk jaar vervangen, maar dat hoef ik nu helemaal nooit meer te doen. Ideaal. De toekomst Hoe zit de toekomst van Rens en zijn bedrijf eruit? Rens: Er verandert ontzettend veel in de regelgeving voor boeren en bedrijven bedenken prachtige oplossingen om stikstof te reduceren, denk aan de stikstofkraker Gazoo van JOZ. Maar de politiek verandert steeds, en dat maakt het ook lastig om de juiste beslissingen te nemen. Draagt een nieuwe emissiearme vloer bijvoorbeeld daadwerkelijk genoeg bij aan de ammoniakreductie? Je wil niet een volledig nieuwe vloer inbouwen en er vervolgens achterkomen dat de die reductie toch tegenvalt . Ik zou op den duur wel graag met mestrobots willen gaan werken als deze ervoor kunnen zorgen dat de stal emissiearmer wordt. Voor mijn stal heb ik alleen een compacte variant nodig, anders past het niet. Dat staat genoteerd, Rens! We komen binnenkort bij je buurten om de mogelijkheden te bespreken. joz.nl


ADVERTENTIE

Geert de Jong combineert soliditeit met dynamiek Geert de Jong is accountant en daarom vanuit zijn metier een terugblikker. Maar de mede-vennoot van Bentacera kijkt ook graag vooruit. Als je veel terugkijkt en je doet dat goed, dan kun je daarvan leren voor de toekomst , vindt De Jong. Met andere woorden: voor de toekomst zijn we juist bij de controleur aan het goede adres.

De 45-jarige De Jong is leidinggevende van de accountantstak van Bentacera, de Fries getinte accountants- en adviesorganisatie met noordelijke ambities. Bentacera is in de loop der jaren flink gegroeid, want het telt zes kantoren en 300 medewerkers. Die groei wordt binnenkort geaccentueerd met een uitbreiding in Groningen. Bentacera neemt daarmee haar eigen motto wij adviseren en inspireren om ambities te realiseren ter harte. Op zoek naar iets dat bij jezelf past De Jong houdt van dit soort dynamiek maar ook van de degelijkheid die het vak van accountant met zich meebrengt. Die soliditeit past bij iemand die zich voor een belangrijk deel met controle van jaarrekeningen van bedrijven bezig houdt. Het is ook een belangrijke poot binnen Bentacera, want een groep van vijftig mensen houdt zich hiermee bezig. De omvang van die groep is flink toegenomen , stelt De Jong vast, want toen naar Bentacera verkaste in 2014, waren dat er nog vijftien. Bij zijn vorige werkgever had De Jong vijftien jaar gewerkt. Maar in 2014 vond hij dat het tijd voor iets anders werd. Je gaat dan op zoek naar iets dat bij jezelf past , kijkt hij terug. Ik wist zeker dat het iets in Noord-Nederland moest zijn, iets met noordelijke bedrijven en mensen. Zichtbaar worden voor studenten Dat werd dus Bentacera. Hij kon er goed uit de voeten, want de controle-afdeling wilde groeien. Vaktechnische kwaliteit en verwachtingen van de klant werden de uitgangspunten van die groei en dus werd er bij Bentacera ingezet op ontwikkeling van mensen en klantrelatie. De Jong: Wil je kwaliteit dan heb je ook een bepaalde omvang nodig om die eis waar te maken. We hebben geïnvesteerd in mensen en opleidingen. En nu gaan we ook naar Groningen. Die stap heeft twee redenen. De eerste is dat er in en rondom Groningen interessante klanten voor Bentacera huizen. De Jong: Maar er ligt nog een andere kans. Het is moeilijk om momenteel aan financiële mensen te komen. Met een vestiging in Groningen word je vanzelf zichtbaarder voor studenten van de RUG en Hanzehogeschool. Je bouwt er relaties op als je er zit. Belang van ethiek is toegenomen Zoals gezegd, er is de afgelopen jaren bij Bentacera vooral op kwaliteit ingezet. Advies en controle versterken elkaar daarbij, vindt De Jong: Je leert van elkaar en je leert van situaties. Er worden specialisten ingezet als dat nodig is en die verbreden en verdiepen de blik van de collega s. De Jong: En je leert de zogenoemde soft skills. Die zijn steeds belangrijker om een ondernemer goed te helpen. We hebben daarom al lang geen standaard aanpak meer. Vooral het belang van ethiek is de laatste jaren in De Jongs vakgebied toegenomen. Daar was tijdens zijn studie dik twintig jaar geleden amper aandacht voor. Er is enorm veel veranderd in zijn vak, vindt De Jong. Er is tegenwoordig

Geert de Jong bijvoorbeeld aandacht voor de omgang met personeel en klanten, voor duurzaamheid en milieu voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Je moet je best doen in de maatschappij Een wezenlijke vraag is ook hoe je wilt dat je met elkaar omgaat en hoe je daar zelf uitvoering aan geeft , vindt De Jong, die in zijn vrije tijd een serie maatschappelijke functies vervult. Zo is hij nu penningmeester van de voetbalvereniging Zwaagwesteinde en was hij jarenlang toezichthouder bij een instelling voor basisonderwijs. Geert de Jong: Je moet je best doen in de maatschappij. Dat geldt voor mezelf maar ook voor Bentacera. Als organisatie hebben we een rol te vervullen. We kunnen zelf zaken in gang zetten, soms door je mee te laten trekken door een klant. We hebben nu de Europese Green Deal, die kansen gaat bieden. Daar kun je als onderneming mee aan de slag. Bentacera kan ook groener. Als we ons over vijftien jaar afvragen wat we in die tijd hebben gedaan, dan hoop ik te kunnen zeggen dat we de regio, de collega s en Bentacera beter hebben gemaakt. Er komt veel op ondernemers af De Jong kwam in 2014 van een groot accountantskantoor - dat tot de zogenoemde Big Four behoort naar Bentacera. Als geen ander kan hij dus vertellen waarin de noordelijke organisatie zich onderscheidt van die groep. Er zijn echter niet zo heel veel verschillen, zo begrijpen we, want ook Bentacera heeft

specialisten. Je ziet overeenkomsten en je ziet verschillen. De omgang met klanten en eigen mensen verschilt wel. We staan hier dichter bij elkaar. Er komt veel op ondernemers af, zeker in de huidige tijd. Zoals recentelijk de gevolgen van de coronapandemie, internationale ontwikkelingen, digitalisering van processen en administratie, duurzaamheid of schaarste van mensen en middelen. Bentacera kan met haar specialisten en die van het internationale Kreston-netwerk (waarbij Bentacera aangesloten is) ondernemers helpen inzicht te krijgen wat deze ontwikkelingen betekenen voor hun mensen, klanten en organisatie. En samen met hen de juiste oplossing te vinden. Menselijke factor steeds belangrijker Digitalisering biedt kansen voor ondernemers. Ook Bentacera gebruikt data en data-analyse in haar controlewerkzaamheden en om processen bij klanten te verbeteren. De afgelopen jaren is digitalisering steeds belangrijker geworden, weet De Jong. Interpretatie en oordeelsvorming over die data zal de komende jaren steeds bepalender zijn. De Jong: Maar juist in de onderscheidende kwesties wordt de menselijke factor steeds belangrijker. En daar zijn we goed in. www.bentacera.nl


ADVERTENTIE

Gaas en stro als afweer tegen luizen Nederland is een pootaardappelland pur sang. Vooral de noordelijke kustgebieden van Groningen en Friesland zijn uitermate geschikt voor de teelt van pootaardappelen, die naar een groot deel van de wereld worden geëxporteerd. En dat is niet voor niets, omdat de kwaliteit van de pootaardappelen hoog is. Maar, er loert een gevaar en dat is de luis, die virus overbrengt. Voorheen werd die bestreden met gewasbeschermingsmiddelen, maar Agrifirm is in samenwerking met HZPC bezig met alternatieven, zoals het gebruik van stro en/of gaas. Nederland telt circa 1.300 pootgoedtelers, die elk jaar op 40.000 hectare grond 1,2 miljoen ton pootaardappelen telen, verdeeld over 500 rassen. Wanneer je bedenkt dat met 50 hectare pootaardappelen indirect ongeveer 1 miljoen monden worden gevoed, hoeft het belang van de pootaardappelteelt voor de wereldwijde voedselproductie niet benadrukt te worden. 70 procent van de jaarlijkse oogst wordt geëxporteerd en de pootaardappelen moeten zowel binnen als buiten Nederland aan strenge eisen voldoen. Alternatief Agrifirm en HZPC vonden elkaar toen er gezocht werd naar een alternatief voor de traditionele beschermingsmiddelen van de pootaardappel. We kwamen elkaar al regelmatig tegen , zegt Cornelis de Haas van Agrifirm. HZPC komt op voor de rassen en geeft advies over telen, terwijl wij bij de teelttechnische begeleiding worden ingeschakeld. Omdat een boer geen twee verschillende adviezen wil, gaan we regelmatig in overleg. Het belang van de boer staat voorop , voegt Harm Steenhuis van HZPC toe. Is er een probleem, dan lossen we die op. Het is de reden dat we al vaker gemeenschappelijke projecten met elkaar hebben gedaan. En als de landbouwsector groener en duurzamer moet telen, dan gaan we ook die uitdaging niet uit de weg. Integendeel, beide organisaties zijn elke dag bezig met meer natuur en minder chemie. Eenvoudig is dat niet, want er spelen een hoop factoren een rol. Wetgeving, teelttechniek, emotie, arbeid en natuurlijk ook de portemonnee. Dat moet allemaal bij elkaar komen, voordat een teler overstapt op een andere methode om zijn gewassen te beschermen. Keuze Met het gebruik van stro en/of luizengaas lijkt men daarin te slagen. Cornelis: De teler heeft de keuze. Of spuiten binnen scherpe wettelijke normen en met lage doseringssystemen of kiezen voor het alternatief, een strodek of luizengaas. De toepassing is anders, het resultaat vrijwel hetzelfde. Wanneer de aardappel is gepoot en in keurige ruggen staat, komt er een strodek overheen. Als de aardappel vervolgens boven komt is het blad groen. Uit onderzoek blijkt dat de luis zowel het strodek als de aardappelplant niet als zodanig herkend, omdat het stro ervoor zorgt dat de kleur die hij ziet violet rood is. Dat zorgt voor desoriëntatie bij de luis, die vervolgens zal vertrekken. Dit betekent dat de teler niet één keer in de twee dagen hoeft te spuiten, maar bijvoorbeeld nog maar één keer per week. Met het luizengaas worden vergelijkbare resultaten bereikt. Sterker nog, het luizengaas ligt op het aardappelveld en zorgt ervoor dat er geen

Links: wat wij zien, rechts: wat de luis ziet

Percelen waarbij gaas wordt toegepast als bestrijder van luizen

luizen bij het blad kunnen komen. Het gaas beweegt in de periode dat de aardappelplant groeit gewoon mee. Gaas vergt wel wat meer arbeid en geeft wat minder licht aan de aardappelplant, maar dat is verwaarloosbaar , weet Harm. Agrifirm is ook de leverancier van gaasnetten. Enthousiast Dit jaar gaan 15 telers stro gebruiken, terwijl ook enkele telers gaas als bestrijder van de luis gaan toepassen. Cornelis: Telers zijn positief over de resultaten in de proefperiode. Ze willen best groener werken en zijn gemotiveerd om hiermee aan de slag te gaan, ook al zijn deze oplossingen (wat) duurder dan het traditionele spuiten. Eigenlijk lijken deze methoden heel erg op wat vroeger al gebeurde , besluit Harm. Het is feitelijk oude kennis in een nieuw jasje. Gezien

Agrifirm is een coöperatie van ruim 10.000 telers en veehouders. Het bedrijf levert het hele pakket producten dat bij de productie van voedsel nodig is, denk aan zaaizaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. HZPC is een aardappelhandelshuis en internationaal marktleider op het gebied van aardappelveredeling, pootgoedhandel en productconceptontwikkeling.

Pootaardappelteler Wilco Sijtsma, die samen met zijn zoon Romke, 105 hectare pootaardappelen in het Friese Pingjum heeft, is enthousiast over de resultaten uit de proefperiode. Wij hebben zowel stro als luizengaas geprobeerd en gaan het komende seizoen een halve hectare luizengaas op onze miniknollen inzetten. Deze zijn onder steriele omstandigheden opgekweekt, maar worden straks op het veld belaagd door de natuur en dan met name de luis. We hebben gezien dat de luis dankzij het luizengaas geen vat krijgt op de aardappelplant. Voordeel is ook dat wanneer je het aardappelveld 100 procent luizenvrij kunt houden, en dat is gelukt, langer kunt natelen. Dus ja, ik zou het collega s aanbevelen. Dit is echt een prima alternatief voor de traditionele beschermingsmiddelen.

het feit dat wet- en regelgeving verplicht om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, is dit een interessante oplossing voor de teler. Zowel Agrifirm als HZPC heeft er hoge verwachtingen van. Dit gaat telers heel veel brengen. www.agrifirm.nl www.hzpc.com


ADVERTENTIE

De tofste snoepjesmakers werken in Irnsum Concorp siert de gevels van een lange reeks gebouwen net buiten Irnsum. Concorp? Ah, u bedoelt Autodrop, dat prettig gestoorde maar onweerstaanbare merk. Het is een echt Concorp-merk, want het familiebedrijf onderscheidt zich graag. Ik spreek Algemeen Directeur Ilse Ebbens en HR-manager Sanna Telderman over passie voor de tofste merken en de lekkerste snoepjes.

vinden dat je je momenten mag vieren, maar dan het liefst met smaakvolle en echte kwaliteitsproducten. Het gaat om alles wat een rol speelt in het proces. Hoe kan de productie duurzamer? Kunnen verpakkingen milieuvriendelijker binnen bestaande wet- en regelgeving? Niet altijd even eenvoudig, maar we zijn er volop mee bezig , vertelt Sanna Telderman. We hebben de intentie om het bedrijf door te geven aan volgende generaties. We zijn financieel gezond, we zijn ons bewust van wat er speelt en bieden perspectief en continuïteit. Nieuwe Concorpers beginnen met een uitgebreide introductie van drie maanden, een periode waarin ze naast hun werk kennismaken met de twee vestigingen en alle collega s. We nemen ze mee in wat we waar doen, hoe we het doen, wat ieder van ons bijdraagt en waar we staan in de wereld van vandaag.

Ilse Ebbens en Sanna Telderman Van Slooten stond er heel lang op de gevel van de fabriek in Irnsum, tot het familiebedrijf overgenomen werd door drop- en snoepjesmaker Concorp. Want die zagen, naar nu blijkt terecht, veel potentie in de Autodropmaker. Het merk Oldtimers werd ontwikkeld en Concorp groeide als specialist in snoep en drop op de Europese markt, onder meer met het sterke merk Van Slooten. En daar past dan uiteindelijk een internationale naam bij: de Confectionery Corporation in Irnsum en Waddinxveen. In Irnsum werken tachtig mensen aan de grote volumes in de sterk geautomatiseerde fabriek voor de Nederlandse en Europese markt. In Waddinxveen staat het hoofdkantoor en de fabriek waar met ambachtelijk meesterschap veel seizoensschuim en oudhollands snoepgoed gemaakt worden. Naast haar twee fabrieken is Concorp distributeur van bekende internationale merken zoals Fisherman's Friend, Heksehyl en Skittles. In totaal werken er bij Concorp 150 mensen. Ilse Ebbens is de derde generatie in het familiebedrijf en sinds vorig jaar algemeen directeur. Ze geeft handen en voeten aan een bedrijf in transitie. Verduurzaming in brede zin, we minimaliseren onze ecologische footprint, reduceren ons afval en hebben oog voor de mens. Een veranderend retaillandschap, traditionele kanalen verdwijnen en er zijn veel nieuwe ontwikkelingen waar wij vanaf het begin bij willen zijn. Toenemende aandacht voor gezondheid in brede zin, snoepen gaat om genieten en vieren en niet om vullen. Zien we een kans om onze snoepjes te verbeteren dan pakken we die. Hoe origineel wil je zijn? Sanna Telderman is binnen Concorp verantwoordelijk voor HR en Cultuur, een beleidsterrein dat binnen Concorp verankerd is op directieniveau. Sanna Telderman: Een logische stap. Als je mensen wilt meenemen in deze tijd van veel maatschappelijke verandering, is het begrip hebben voor cultuur, weten waar je

vandaan komt en waarom je doet wat je doet, van groot belang. Concorp is een bedrijf met duidelijke waarden, die zijn geënt op onze geschiedenis. We hebben die waarden (familiair, onafhankelijk, werelds, energiek en origineel) zorgvuldig gewogen: zijn ze nog toekomstbestendig en hoe kunnen we ze meer zichtbaar en concreet maken? Die waarden zijn het fundament om met mensen om te gaan en onze merken op te bouwen. Het betekent ook dat we meer aandacht hebben voor culturele diversiteit binnen Concorp, het vormt samen met aandacht voor competenties en persoonlijke ontwikkeling de basis voor het aannemen van nieuwe mensen. Voor onze Concorpers, zo noemen we iedereen die hier werkt, vertalen we die waarden naar werken in een goede sfeer met open communicatie, het hebben van een can-do mentaliteit, perspectief hebben door je eigen lijn te kunnen volgen, met een open blik en geïnteresseerd naar je collega s en de wereld om je heen kijken en fysiek en mentaal vitaal blijven. Ilse Ebbens: Het zijn ook die waarden waarop we de merken bouwen en zichtbaar maken, kijk naar het succes van Altijd weer die Autodrop en Sterk Spul hè die Fisherman's Friend. En daarom durven we te zeggen dat we de tofste merken bouwen en de lekkerste snoepjes maken , vertelt Ilse Ebbens. Bewust genieten We kijken sterk naar hoe we doen wat we doen en willen graag dat mensen zich hier thuis voelen. Dat gaat zeker over sfeer, collegialiteit en samenwerking, maar ook over toekomstbestendig zijn. Snoep en drop maken dat in toenemende mate gezondere ingrediënten bevat en op een steeds meer verantwoorde wijze wordt gemaakt. We weten wat er speelt in de wereld en daar willen we positief aan bijdragen. Bijvoorbeeld door eerlijke communicatie over hoe we bijdragen aan een verantwoord voedingspatroon en door meer vegan snoepproducten te ontwikkelen. Wij

Met passie en plezier het net even anders doen De toekomst van Concorp ziet Ilse Ebbens rooskleurig in. We zijn niet de grootste speler, maar wel onderscheidend. We zijn goed in staat in te spelen op behoefte en vraag en we groeien in Europa, waar we inmiddels in meer dan 25 landen actief zijn. Een van de sterke merken waarmee we verder pionieren op de internationale markt is Van Slooten, dat bij veel mensen vooral bekend is van de ferries in Scandinavië en vliegvelden. We zijn er trots op dat het merk en de naam uit Irnsum het internationaal zo goed doen, onder meer in Scandinavië. Het is een markt die voor Concorp de komende jaren belangrijker zal worden. Voor ons geldt dat we vanuit passie en plezier concepten, merken, producten en smaken blijven ontwikkelen en het altijd net even anders willen doen: dat is waardoor we ons succesvol onderscheiden.

www.concorp.nl


ADVERTENTIE

Aeres: aan het werk in de groeiende innovatieve groene sector Aeres is de groene opleider van Nederland op VMBO, MBO en HBO- niveau en Leven Lang Ontwikkelen en op twintig locaties in Nederland. In Leeuwarden vertellen Annewies Visser en Wytske Bijstra over de passie van een levendige landbouwsector.

Ze houden net als hun achttien collega s van de (melk)veehouderij, zijn er in geboren en getogen. Het is hun werk en passie: Annewies Visser, docente economische vakken in de Veehouderij en Wytske Bijstra, docente Melkveehouderij en Fokkerij. Het fundament en het belang van de sector is groot: het gaat niet alleen maar om boerenbedrijven, maar om alles dat met de sector en met zuivel- en voedselproductie te maken heeft. Kijk alleen al hoeveel mensen het erf van de boer betreden, het is een heel breed scala vakmensen. In logistiek, onderhoud, zorg en verzorging, voeding, inseminatie, automatisering, robotisering, fokkerij, opleidingen, installatietechniek, machinebouwers, noem maar op. Samen zorgen we voor voedselzekerheid van veel mensen, in Friesland werken er alleen al meer dan 30.000 mensen in de sector en in de periferie. Wij leiden bij Aeres niet alleen de melkveehouders van morgen op, maar ook veel mensen in die schil rond het boerenbedrijf , zegt Wytske. Passie, ondernemerschap en eigen initiatief We vormen een efficiente en effectieve sector , voegt Annewies toe. We hebben oog en oor voor wat er om ons heen gebeurt, we zijn steeds beter in staat om op schone, natuur inclusieve en verantwoorde wijze te produceren en te luisteren naar wensen en behoeften van een steeds complexer wordende maatschappij. De diversiteit in de sector groeit door een toenemend aantal verdienmodellen op en rond het erf; grootschalig is niet langer het enige dat telt, er is veel aandacht voor andersoortige landbouw als natuurinclusieve en biologische landbouw. De hamvraag is, waar boer je, wat kan hier op deze grond? De sector is innovatief zoals bijvoorbeeld met precisielandbouw en door verdergaande automatisering. Daarnaast exporteren we de kennis ook weer naar andere landen en dat zorgt samen voor een stevige, maar ook levendige sector die veel mensen een prachtige toekomst biedt met allerlei beroepen.

Anne Dijk

Annewies Visser en Wytske Bijstra Binnen Aeres of de opleiding staat het Optimalisatieplan eigenlijk centraal: hoe kun je met alle maatschappelijke factoren het boerenbedrijf en daarmee de sector optimaliseren? Dat gaat over alle aspecten op het bedrijf en zorgt ervoor dat leerlingen de lat hoog leggen om constant het bedrijf en bedrijfsprocessen waar mogelijk te verbeteren. Ieder vakopleiding begint met een gezonde basis, dus iedere leerling hier weet heel goed wat stikstof is en wat het doet. Vragen stellen , stelt Annewies hoort bij betrokken boeren en burgers en een boer is allebei. , Wytske: We hebben een prachtig vak in een hele mooie levendige sector waarin ondernemerschap en verantwoordelijk centraal staat. Passie, plezier, motivatie en saamhorigheid gaan hand in hand met kennisuitwisseling en maatschappelijke betrokkenheid. Perspectief voor nieuwe generaties Voor Anne Dijk staat het transitie-denken centraal. Als directeur in van Aeres VMBO en MBO in Emmeloord kijkt hij uit op de voormalige binnentuin die straks een complete showcase moet zijn van alle werelden die het moderne groene VMBO en MBO omvat. In de tuin wordt hard gewerkt: het is de groene sector in het klein. We staan in onze maatschappij voor grote veranderingen, die soms heel spannend zijn en op zijn minst uitdagend. In onze groeiende groene sector zijn een paar generaties grootgebracht met het schaalvergrotingsmodel van Mansholt. Dat verandert naar een veel diverser pallet aan bedrijven. Het biedt een steeds grotere groep mensen perspectief, van akker en tuinbouw tot en met alle bedrijven daaromheen. Aan de ene kant zie je de grootschalige bedrijven, die ook nog verder groeien en waarvan wij de bedrijfsopvolgers als student meenemen naar hun toekomst. Daarnaast zien je de ontwikkeling naar kortere ketens met tal van kleinschaliger bedrijfsen verdienmodellen, van biologisch tot veganistisch en permacultuur en al dan niet in

vol- of deeltijd naast een andere baan. Een derde stroom in de sector is die van alle bedrijvigheid om het erf heen, zeg maar alle mensen die het erf betreden. Die schil van bedrijven wordt steeds groter en ook weer diverser en biedt aan steeds meer mensen werk. Wij leiden op voor al die stromingen en een steeds breder wordend aanbod van banen. Dat betekent vooral dat we onze studenten moeten laten kennismaken met verandering op ieder vlak. Daarbij hoort nieuwsgierigheid naar kennis en een open mind om dat met anderen te willen delen. Want waar het naar toegaat weten wij ook niet, wel dat alles dat met groen, ecologie, klimaat, natuur en leefomgeving te maken heeft een steeds duidelijker rol speelt in het perspectief van een nieuwe generatie. De vakmensen van straks zijn vooral meer ondernemend, zijn vanuit bredere kennis en competenties toegerust op wat komen gaat, wat dat dan ook is. Ze zijn weerbaar en in staat om mee te gaan in transitie. Groeiende sector biedt zekerheid Om al die jongeren zo goed mogelijk voor te bereiden, werken we meer dan ooit samen met allerlei bedrijven uit de regio. Met ondernemers die gedreven hun ding doen, staan voor waar ze in geloven en vanuit hun opvatting ruimte bieden aan studenten en meepraten over de invulling van het onderwijsprogramma. Door die samenwerking kunnen studenten ook vaker van het erf, kunnen ze in fieldlabs leren wat er in bedrijven speelt. De waarde zit in het zoeken van co-creatie: wat kun je samen bereiken? Samenwerking met tal van partners tekent het huidige groene onderwijs en dat is goed. We zijn samen verantwoordelijk om inhoud te geven aan het denken in transitie in de land- en tuinbouw. Wat geruststelt is dat de baanzekerheid in de sector hoog is, waar je ook naar toe wilt. Werken in de groeiende groene sector? Dan is er voor jou perspectief genoeg! www.aeres.nl


ADVERTENTIE

Ambitie en inspiratie: Smeding ketenspecialist in een complexe markt Smeding is een onbetwiste AGF-specialist, die steeds meer data gedreven reageert op aanbod en klantvraag. Geworteld in Sint Annaparochie met een tweede distributiecentrum in Breda levert het in Nederland en België een omvangrijk assortiment groenten en fruit. Sjaak Smeding over de ambities van het familiebedrijf en verduurzaming van de keten.

We leven in een spannende en uitdagende tijd, waarin veel gevraagd wordt. Corona is daar een goed voorbeeld van: aan de ene kant lag de omzet uit de horeca vrijwel stil. Aan de andere kant piekten juist supermarkten en online retailers. Het is typerend voor deze tijd, waarin steeds meer specifieke doelgroepen met een eigen vraag en wens komen. De diversiteit in de markt neemt toe, de vragen worden kritischer, steeds vaker reageert de klant op een liefst zo laat mogelijk moment. Het is aan ons als specialist in aardappelen, groenten en fruit met een assortiment van meer dan 1.800 versproducten zaak om dat allemaal zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, te zorgen voor beschikbaarheid binnen steeds kortere levertijden. Differentiatie in de markt betekent vaker afstemmen van vraag en aanbod. We bedienen heel veel horecazaken, van klein tot groot en we bedienen zowel traditionele supermarkten als online supermarkten die allen een volstrekt eigen dynamiek hebben. Tegelijk zie je de laatste jaren een sterke toename van heel andere verkooppunten dan de traditionele supermarkt; voeding is op steeds meer tijdstippen en op meer plekken beschikbaar of te bestellen. Technologie is daarom wezenlijk in dat hele spel. Het stelt ons in staat om al die complexe logistieke processen op elkaar af te blijven stemmen , zegt Sjaak Smeding, algemeen directeur van het familiebedrijf met 500 werknemers. Dat hij zelf twintig jaar in automatisering en software werkte, is een welkome aanvulling binnen het bedrijf. ICT en de rol van informatie en data worden van steeds

groter belang, een solide ICT architectuur is van levensbelang voor ons AGF- bedrijf en daar blijven we voortdurend in investeren

Er is veel veranderd, maar we zijn en blijven een familiebedrijf met een open informele sfeer met gemotiveerde en betrokken mensen. Een aantrekkelijk divers bedrijf Sjaak Smeding is trots op het familiebedrijf met een rijke en tegelijk soms ook roerige geschiedenis, die begon in 1934 met het venten van groenten en fruit in Wommels. Er is veel veranderd, maar we zijn en blijven een familiebedrijf met een open informele sfeer met gemotiveerde en betrokken mensen. Wat ik ontzettend mooi vind, is het gevoel dat we samen wat kunnen bereiken. Smeding is met een prachtige geschiedenis als fundament, een zelfstandig en ambitieus familiebedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt vanuit kennis en expertise. We bieden kansen aan een steeds breder en diverser team van gedreven mensen en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en interne doorgroeimogelijkheden op elk niveau. Wij vinden het belangrijk dat talenten benut worden en mensen met plezier bij ons blijven werken. We organiseren en ondersteunen diverse

activiteiten en initiatieven. Zo hebben we binnen ons bedrijf ons eigen winkeltje waar mensen met korting groenten en fruit kunnen kopen en zijn we een trouwe partner aan de Voedselbank die iedere dag versproducten aan een grote groep mensen voorziet. Ambitie en inspiratie Onze ambities zijn groot. Groenten en fruit zijn onontbeerlijk voor een goede gezondheid en we zien dat de waardering van groenten en fruit verder toeneemt. De veranderende en toenemende vraag zorgt voor complexiteit in de AGF markt. Wij zien ons zelf als de onbetwiste ketenspecialist, die klanten en leveranciers een oplossing biedt voor deze complexiteit. Met onze kennis en expertise op het gebied van AGF en logistiek zorgen wij ervoor dat onze partners mee kunnen blijven bewegen met de markt. Door onze klanten te laten groeien, groeit Smeding en haar medewerkers mee. Ik ben daarom heel hoopvol over onze toekomst. Versproducten en verduurzaming bieden heel veel kansen, maatschappelijk, voor de ontwikkeling van veel mensen, voor de sector en voor ons als bedrijf. Daarom komen bij Smeding Groeten en Fruit ambities en inspiratie samen. www.smeding.nl


ADVERTENTIE

Scherjon: specialisten van de kleine complete kaasfabriek op eigen erf Lokale oplossingen voor de verwerking van zuivel en kaas. Scherjon Dairy Equipment in Surhuisterveen is er succesvol mee. Op de internationale markt, maar ook gewoon om de hoek. Meer diversiteit in de landbouw, biedt Scherjon ook in Nederland kansen. Hielke en Johannes Scherjon over maatwerk op het erf. Ze zijn gespecialiseerd in oplossingen op het erf bij boeren die tussen de 1.000 en 100.000 liter melk verwerken. Of het nu in Afrika, de Verenigde Staten of Blankenham is, de oplossingen van Scherjon voorzien in de groeiende behoefte van boeren om lokaal melk te kunnen verwerken. Johannes Scherjon: De ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw zullen tot een lagere melkopbrengst leidden, dus is het zaak dat je waarde toevoegt. Dat kan bijvoorbeeld door eigen melk, of een deel daarvan, te zelf te verwerken tot kaas. Ik ben nu bezig in Blankenham om na een voorbereiding van een aantal maanden, zo n lokale kaasfabriek op het erf te in gebruik te stellen. Deze boer gaat nu voor het eerst z n eigen kaas maken. Yoghurt voor Nigeria Met 40 jaar ervaring in de kaasmakerij beging Hielke Scherjon in 1995 voor zichzelf. Zoon en procesingenieur Johannes stapt in 2012 in het bedrijf en samen ontwikkelen en produceren ze steeds meer lokale, sterk geautomatiseerde oplossingen. De afgelopen jaren namen hun melk-verwerkende installaties in containers een grote vlucht. Daar waar de afstanden groot zijn en de infrastructuur slecht, zijn de zelfvoorzienende melkverwerkingsfabriekjes een goede oplossing om veilig en gezond te kunnen produceren.

Hielke: ,,Het helpt enorm dat onze containerfabriekjes mobiel zijn en volledig afgesloten kunnen worden, want daardoor zijn banken bereid in risicovolle gebieden in Afrika toch te financieren. We werken rechtsreeks samen met bijvoorbeeld lokale boeren in Oeganda, maar ook met Friesland Campina, waarvoor we in Nigeria een complete yoghurtfabriek in vijf containers hebben gemaakt. De laatste paar jaar

krijgen we steeds meer voet in de Verenigde Staten. Ook daar ontdekken boeren de voordelen van zelf melk kunnen verwerken. Weliswaar moeten die installaties voldoen aan veel zwaardere eisen dan in Europa, maar we hebben vaste grond onder de voeten. Toegankelijk product voor breed publiek Johannes: ,,Ik zie de komende jaren in Nederland en omringende landen een groei van lokale installaties. De aandacht voor authentieke producten van eigen erf neemt toe. De Nederlandse landbouw wordt diverser, er komt meer aandacht voor kortere ketens. Kaas is een toegankelijk product voor een breed publiek op meer momenten van de dag. We bieden oplossingen voor boeren die tussen de 1.000 en 100.00 liter melk produceren. Waar kaasmaken voorheen fysiek zwaar was, automatiseren wij een groot deel van dat proces. Wat in de grote fabriek kan, kan met onze installaties op kleine schaal. Het voordeel van zelf kaasmaken is bovendien dat het minder kwetsbaar is dan dagverse producten. Er liggen kansen op het erf, of dat nu hier is, in Noorwegen of in Afrika. www.scherjon.eu

Johannes en Hielke Scherjon

ADVERTENTIE

Emmens Uitzendbureau kiest voor korte lijnen en goede relaties Jan Emmens en André Oeben combineren hun gezamenlijke kennis van de uitzendbranche en hun individuele ervaring in respectievelijk landbouw en grond-, weg- en waterbouw. Het is de ideale basis voor Emmens Uitzendbureau, dat gespecialiseerd is in het koppelen van werkgevers en werkzoekenden in de sectoren groen, loonwerk, landbouw en grond-, weg- en waterbouw. Het uitzendbureau is gevestigd in een fraai pand aan de rand van Assen. ,,In januari 2012 besloot ik voor mezelf te beginnen, nadat ik door een reorganisatie mijn baan als regiomanager bij een grote uitzendorganisatie was kwijtgeraakt , vertelt Jan Emmens. ,,Loon- en grondverzetbedrijf Hartenhof was een goede relatie en toen ik vertelde over mijn plannen, werd me een kantoorruimte aangeboden in het pand van Hartenhof. Hartenhof is mede-eigenaar van het uitzendbureau, we werken nog steeds veel samen en het biedt meer voordelen. Zo kunnen we sollicitanten gemakkelijk vragen om even te laten zien hoe handig ze zijn met een kraan of trekker. We weten wanneer er materieel van Hartenhof aanwezig is en het terrein is er geschikt voor.

beste te omschrijven als nuchter, eerlijk en direct. Emmens: ,,We komen allebei uit organisaties waar ontzettend veel werd vergaderd, maar weinig werd besloten. Dat willen we allebei voor geen goud terug. De lijnen zijn kort. Niet alleen tussen ons, maar ook tussen ons en klanten en medewerkers. We houden van persoonlijk contact en vertrouwen op onze jarenlange ervaring.

De juiste werkhouding is belangrijker dan papieren

Jan Emmens (links) en André Oeben. Foto: Norma Riemersma

Korte lijnen André Oeben werkt inmiddels een aantal jaren bij Emmens Uitzendbureau en is sinds 1 januari 2021 mede-eigenaar. De twee kennen elkaar uit de

uitzendbranche, maar waren destijds concurrenten. Op persoonlijk vlak is er overduidelijk een klik en ze hebben dezelfde instelling ten aanzien van het werk. Die is het

Werkhouding De krapte op de arbeidsmarkt maakt een flexibele instelling ten aanzien van kandidaten noodzakelijk, maar voor Emmens en Oeben is het al veel langer vanzelfsprekend dat zij de juiste werkhouding belangrijker vinden dan een indrukwekkend cv. ,,Papieren zeggen ons weinig, we zien liever dat iemand op tijd komt, zin heeft om iets te leren en zijn handen uit de mouwen te steken. Daarom willen we kandidaten persoonlijk spreken en ook klanten bezoeken we vaak. Als we het gevoel hebben dat er iets speelt, gaan we het gesprek aan. We denken dan graag mee. Een goede relatie onderhouden met kandidaten en werkgevers is voor ons het belangrijkste. emmensuitzendbureau.nl


ADVERTENTIE

Jumbo Kooistra: met passie en plezier om onderscheidend te zijn Met 11 supermarkten is de Bolswarder ondernemer Erik Kooistra een van de grootste Jumbo-franchisers van Nederland. Plezier, passie en samen staan voorop in het familiebedrijf. Erik Kooistra over sturen op verandering, het tegengaan van verspilling en de steun aan onder andere sporters die een prestatie willen leveren.

Achter de servicebalie aan de Snekerstraat in Bolsward hangen treffende zwart-wit foto s uit de rijke familiegeschiedenis, die in 1926 begint. Ynze en zoon Yke Kooistra gaan groente en fruit aan huis verkopen. De venters van verse waren hebben succes en beginnen een winkel. Generaties volgen elkaar op, de eerste supermarkt is in 1968 een feit. In 2002 wordt Kooistra Supermarkten met vier vestigingen Jumbo Kooistra. In 1999 stapt Erik, de vierde generatie, in het bedrijf en bouwt het uit naar inmiddels elf vestigingen in Friesland, Noordoostpolder en Noord-Holland; na de eerste vestiging in Schagen opende hij begin april in Julianadorp. We blijven groeien in Friesland en West-Friesland en we blijven doen waar we in geloven. Een supermarkt zijn waar mensen zich thuis voelen en waar mensen graag werken. Plezier hebben op de vloer en voorop lopen in ontwikkeling. Iedere dag willen we de klantverwachting overtreffen door onderscheidend gastheerschap, kwaliteit en beleving. Onderscheidend op ieder vlak Ontwikkelingen gaan razendsnel. Tien jaar geleden deden we een pallet dubbelverpakking DE- snelfilterkoffie per week in Bolsward, nu omvat het schap zeven meter diversiteit in bonen, blends, smaken en herkomst tot smaakbeleving en QR-codes op verpakkingen die de klant meenemen in het verhaal van de koffieboer. Sturen op verandering vind ik prachtig. Een zelfde beweging zie je nu in het vegan-schap, het is geweldig om te zien hoe groot het aandeel vleesvervangers is. Ik stuur door het groot, strategisch en zichtbaar te etaleren, omdat ik wil bijdragen aan beter, gezonder en gevarieerder eten. Iedere Fries een Bourgondiër zeg ik dan: bewust omgaan met voeding, je beseffen dat gezonde voeding waarde heeft en er geld voorover hebben. In Nederland geven we nog steeds het minste geld uit aan voeding in Europa, terwijl we het meest welvarende land zijn. Als we toe willen naar kortere en duurzamere ketens, naar een eerlijke prijs voor de producent van vers, dan zullen we er het geld voor over moeten hebben.

De verse kwaliteit straalt je tegemoet op tal van plekken in de winkel. Gezond belegde broodjes voor een fatsoenlijke prijs, verse maaltijden en sushi om mee te nemen. Alles vers gemaakt in eigen huis, iedere winkel heeft zijn eigen keuken , zegt Erik Kooistra met trots. Er is een verandering naar meer lokaal en gezond voedsel, mensen geven daar meer aan uit. Ook daarmee wil ik onderscheidend zijn binnen de Jumboformule. En niet alleen de beste zijn in vers, beleving, smaak en kwaliteit, maar ook in het plezier en de passie van de mensen die hier werken. Mensen werken hier graag omdat we aandacht voor elkaar hebben, het is het familiegevoel, warmte. Wij zijn de Ajax onder de supermarkten, omdat we zelf opleiden. Iedereen kan hier terecht: je kunt met niks binnenkomen en je kunt hier afstuderen. En daarom hebben we ook inmiddels de eerste negentig mensen dementievriendelijk opgeleid. Geweldig en eng tegelijk: data De volgende stap is kijken wat je kunt met de technologie van vandaag de dag, bijvoorbeeld met de Jumbo foodcoach-app. Mensen sturen naar bewuster en gezonder en helpen bij het makkelijk maken van keuzes. Dankzij technologie kun je maatwerk leveren. Daarmee zijn we nu in staat om alle sporters die een prestatie willen leveren, bijv. mensen die willen deelnemen aan een Elfstedentocht adviezen te geven met de foodcoach-app. Op die persoonlijke manier kunnen we eventueel de deelnemers een maand van tevoren al meenemen in het opbouwen van hun voedingspatroon in aanloop naar de prestatie die ze willen leveren. Het is begonnen met de topsportkant van de Jumbo Visma-ploeg en dat kun je nu lokaal en op ieder ander niveau van sportprestatie inzetten. Data zijn aan de ene kant geweldig, maar aan de andere kant ook eng. Als het alleen maar over data gaat en wat je er allemaal mee kunt, sla je de plank mis. Het moet blijven gaan over mensen en over producten. Wat me ook zorgen baart, is dat ik steeds meer tweedeling zie in de maatschappij. Aan de ene kant tussen steden en platteland: kijk wat er

wordt uitgegeven door specifieke groepen zoals studenten aan gemak en luxe artikelen bij online bezorgdienst Gorillas terwijl ze zeggen dat ze hun studie niet kunnen betalen en aan de andere kant de leegloop van dorpen en afnemende voorzieningen. Daarnaast: je zult opgroeien in een gezin met weinig geld en een allergie of glutenstoornis hebben, dan heb je echt een probleem want er is een toenemend aanbod van specifieke voeding, maar dat is lang niet voor iedereen bereikbaar. Eatertainment tegen verspilling De verandering naar meer gemak van thuis laten bezorgen is door Covid enorm versnelt. Het heeft bij ons een enorme versnelling teweeggebracht in de realisatie van het nieuwe distributiecentrum in Heerenveen, van waaruit we alle online bestellingen beleveren. Niet langer vanuit de winkels, maar vanuit een centraal punt. Die hausse naar thuisbezorgen is vanuit historisch perspectief wel grappig trouwens: bijna honderd jaar geleden begonnen Ynze en Yke Kooistra met het aan huis leveren van groenten en fruit en nu doen wij dat ook weer steeds meer. Dus zo bijzonder is het nu allemaal ook weer niet. Wat wel echt van nu is, is ons eatertainment. Voor Covid al bedacht, maar daardoor uitgesteld. We willen verspilling van voedsel tegengaan. Iedere dag hebben we allerlei producten over die we niet meer mogen verkopen, maar die verder helemaal goed zijn. Daar gaan onze koks in de winkel mee aan de slag voor een nieuw horeca-concept. Het richt zich vooral op dagtoeristen. Iedere dag een andere verse maaltijd, gemaakt van wat we anders weg doen. Dat is verandering waar ik van hou. De supermarkt blijft een bron van inspiratie, beleving en plezier. Met onze twaalfhonderd mensen blijven we inspelen op beleving, smaak, contact en het bieden van een warm en sterk familiegevoel. www.jumbokooistra.nl


ADVERTENTIE

Uitkopen is een schande. Voor 1.000 euro per koe heb je de oplossing! APT B.V.

Het moet niet gekker worden zegt Ben Norde van Agro Proces Techniek (APT B.V.). Waarom zou je boeren willen uitkopen als er een perfecte technische oplossing voor emissiereductie is? Zijn Bleu Label vloer wordt al 5 jaar getest en voldoet aan de strengste normen. In deze Noordz doet hij zijn verhaal.

Ben Norde uit het Friese Iens werkte zijn leven lang in de voedingsmiddelenindustrie en de chemie. Het hart van de van oorsprong Achterhoekse boerenzoon en ingenieur ging jaren geleden sneller kloppen toen hij ging nadenken over technische oplossingen voor emissiereductie. Hij maakte een lange zoektocht langs overheidsinstanties als de commissie Regeling Ammoniak en Veehouderij RAV, werkt alweer jaren samen met Wageningen , op de Dairy Campus wordt zijn vloer (van octrooi voorzien) al vijf jaar getest en hij werkt met drie Brabantse boeren aan verschillende projecten op emissiegebied. Vertel Ben Norde niet dat je boeren moet uitkopen om een lokaal emissieprobleem op te lossen. ,,Het kabinet heeft er 10 tot 17 miljard voor over. Dat is van de zotte. Tegen een fractie van de kosten heb je het probleem technisch opgelost. Keurig volgens de strengste normen. Als je ook nog de werking van ureaseremmers erkent, zoals Wageningen al heeft bewezen, kom je nog veel lager uit Uitkopen van boeren is volstrekt onnodig. Doe het niet! Vloer voldoet aan strengste norm Hoe je zoveel lager uitkomt is een optelsom van slimme techniek. De Bleu Label vloer van Ben

Bleu-Label vloer Norde is een gesloten vloer die zorgt voor een snelle scheiding van urine en fecaliën en gespoeld kan worden met een ureaseremmer. De vloer kan uitgevoerd als geheel rubberen vloer met rvs urinegoten (voor bestaande stallen) of, zoals op de foto, als betonnen vloer voorzien van urinegoten en rubberen matten. Door de vloer uitgekiend te profileren, loopt de urine sneller weg. Het levert voordelen op, zoals een fors lagere emissie-uitstoot waarmee Norde zelfs voldoet aan de zeer strenge Brabant norm. Bovendien levert het een aangenaam milieu op voor mens en dier

in de stal, het rubber geeft een hoog koe-comfort met een betere klauwgezondheid. Door daarnaast ureaseremmers te gebruiken, zegt Norde. Met Wagenings onderzoek bij de hand, kun je je uitstoot van ammoniak nog met zo n 40 procent extra verlagen. Ik heb het uitgerekend: als je wilt kun je alle 1,5 miljoen Nederlandse koeien voor 1,5 miljard zo n schone vloer bieden met een heel lage ammoniak emissiewaarde een is het ammoniak probleem opgelost. Bij een heel specifiek lokaal probleem kan de ammoniak nog uit de urine worden gestript om er kunstmest van te maken. Boeren uitkopen betekent, naast al het familieleed, dat een groot deel elders in het buitenland opnieuw begint en verhuist het ammoniakprobleem, maar het nog niet veelbesproken kooldioxide probleem laat zich niet verhuizen; dat verspreidt zich vanzelf over de hele wereld. Dat is wat me bezig houdt: ik ben al even met pensioen, maar ik wil graag helpen om maatschappelijke problemen op te lossen.

Wie zijn de mensen áchter LLF en de LAP? ADVERTENTIE

Het is woensdagochtend en gewoontegetrouw start in de oude school in Húns het werkoverleg van het team van Living Lab Fryslân (LLF); de stichting die als doel heeft om de transitie naar natuurinclusieve landbouw te bevorderen. Wie zijn de mensen áchter Living Lab Fryslân en de Landbouw Adviespool? Anne Jansma is inhoudelijk specialist natuurinclusieve landbouw (NIL). Met zijn parate ecologische kennis staat hij spelers in het veld bij en zorgt hij voor een solide inhoudelijke basis bij alle activiteiten. Als spreker is hij bij lezingen regelmatig het gezicht van LLF. Living Lab Fryslân stimuleert en helpt boeren om de biodiversiteit op hun bedrijf te vergroten. Gerrie Visser zorgt voor de algehele projectleiding. LLF stimuleert boeren om de

biodiversiteit te vergroten. Daarvoor is kennis en kunde nodig. Om dat te faciliteren zijn een gedegen organisatie, afstemming met de netwerken en een stabiele financiële basis nodig. En laat dat nu net Gerrie haar kracht zijn. Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig eco- en voedselsysteem. Deze maakt optimaal gebruik van de natuurlijke omgeving en integreert die in de bedrijfsvoering. Deze definitie van de WUR wordt door LLF gehanteerd. Op basis hiervan is de poster Rûchte is it nije moai ontwikkeld, waarop heel praktisch is aangegeven welke maatregelen boeren kunnen toepassen. Op de site van LLF kan men een test invullen om hun mate van natuurinclusiviteit op diverse onderdelen inzichtelijk te krijgen. Carla Boonstra is verantwoordelijk voor de communicatie. Als creatief brein weet zij steeds weer energie te brengen in thema s waarmee de biodiversiteit een boost krijgt. Een brûzjende organisatie, snel schakelend en met concrete doelen, dat is haar streven en daarin ligt ook haar kracht.

Vlnr: Anne Jansma, Carla Boonstra, Gerrie Visser, Marijke van der Zwaag, Martine Hijlkema. Foto: Marcel van Kammen

Living Lab Fryslân fungeert als een soort accelerator, zie ons als een vliegwiel om beweging in de keten op gang te brengen. Marijke van der Zwaag faciliteert haar collega s als officemanager en communicatiemedewerker. Zij verzorgt de praktische organisatie bij bijeenkomsten en ondersteunt haar collega s bij hun werkzaamheden. Als een spin in het web zorgt zij ervoor dat zaken vlekkeloos verlopen. Om boeren individueel te kunnen helpen bij hun vragen om een duurzame slag te maken op het eigen bedrijf, is de Landbouw Adviespool (LAP) opgericht. De pool is inmiddels gevuld met ruim 30 onafhankelijke adviseurs. Martine Hijlkema is als coördinator van de LAP de belangrijkste spil. Haar kracht ligt in het maken van de juiste koppeling tussen de boer en diens vraag en de meest geschikte onafhankelijke adviseur uit de pool. Living Lab Fryslân en de Landbouw Adviespool: Voor boeren die concrete stappen willen zetten naar duurzame landbouw. www.livinglabfryslan.frl www.lap.frl


ADVERTENTIE

In de handel moet je niet te brutaal zijn Gepokt en gemazeld in agrarisch vastgoed in Friesland. Zoon van een boerenarbeider uit Welsrijp. Boer in hart en nieren, paardenliefhebber, handelaar. Zijn agrarisch vastgoedbedrijf in Goënga staat voor kennis en advies rond het erf. Van waardebepaling, grondhandel en bedrijfsverplaatsing tot uitbreiding en aan- of verkoop. Met spijt ziet hij het aantal regels rond het boerenerf alleen maar toenemen en complexer worden. Verontrustend vindt Rein Brandsma. En je krijgt alleen maar meer afstand tussen boer en burger. Denk je nu echt dat die boer niet weet wat ie doet? Die mensen zijn afhankelijk van de grond en de natuur om hen heen, die weten donders goed wat kan of niet. Kom bij Brandsma niet aan dat het straks over en uit is met het boerenbedrijf in Friesland. Welnee, er is toekomst genoeg, zegt de man die met pijn in het hart afscheid nam van zijn boerenbedrijf. Bovendien: boeren willen blijven boeren en als ze zich moeten aanpassen doen ze dat. Boer ben je in hart en nieren. Handel gaat om vertrouwen In 1981 start de boerenarbeiderszoon zijn bedrijf, hij heeft het geluk om in Goënga een pleats te kunnen bemachtigen waar hij vol trots zijn eigen melkveebedrijf startte met zijn ouders. Achttien jaar later moest hij gedwongen afscheid nemen van zijn boerenbedrijf als zijn verrekte rug hem belet door te gaan. Tot tweemaal toe wordt hij geopereerd, dan zijn de kaarten geschud en wordt hij van boer burger. Tja, wat moet je dan? Ik reed het erf af in mijn auto en ging de wereld in, er is altijd wat. Mijn ouders hebben me geleerd het werk op te zoeken, het komt niet vanzelf. Met blauwe ogen en een lege tas, zo begon ik. Al snel handelt Rein Brandsma in mekquota, Brandsma reist door van provincie naar provincie. Ik kocht veel in midden van het land en bracht die quota naar Friesland, waar veel belangstelling was bij boeren die wilden uitbreiden. Ik zat overal aan tafel en ging niet weg voor de deal rond was. En ik had het geluk dat ik begreep waar het over ging, als melkveehouder hoeven ze me niets te vertellen over vetgehaltes, dat scheelt. Ik had het voor geen goud willen missen, de volatiliteit, de lol, de kick van de deal. Het liep voor Rein Brandsma lekker en was de hele dag op de weg tot het begon met computers en de handel overschakelt naar transacties via de beurs. Toen was het voor mij over en uit. Ik ben een mens van het persoonlijke gesprek, niet van computers. In de handel gaat het om vertrouwen, om gunnen, dat is mijn ding. Een lytse wereld Rein Brandsma ziet de melkquotumhandel veranderen en weet dat het tijd is te schakelen. De boer in hem weet dat er meer dan genoeg gebeurt op en rond het erf en dus legt hij zich toe op het brede pallet van het agrarisch vastgoed. Natuurlijk is het weer een beetje overnieuw beginnen, is het vijfentwintig procent handel en 75 procent acquisitie. Maar ja, je komt al bij die boeren op het erf, dus je weet wat er speelt. En je moet blijven beseffen dat je niet alles hoeft te hebben, je kunt niet in je eentje de hele handel doen. Het is een lytse wereld, maar hoe lyts, dat ligt een beetje aan jezelf. In het begin ging het vooral over aankopen, verkopen en splitsen van bedrijven. Een deel van de boerenbedrijven komt in de verkoop omdat een boer om welke reden

Rein Brandsma (l)

dan ook stopt en verhuist. Het grootste deel van het land gaat naar andere boeren, de boerderijen met het omliggende erf worden vaak woonboerderijen. De belangstelling voor boerderijen en woonboerderijen blijft groot net als de belangstelling voor goede landbouwgrond en de noodzaak van gedegen taxaties van bedrijven en grond. Brandsma Agrarisch Vastgoed zit dicht op ontwikkelingen rond weten regelgeving en adviseert boeren op tal van gebieden: bedrijfsmatig, juridisch en fiscaal. Het richt zich op bedrijfsuitbreiding, overdracht, bedrijfsovernames en grondhandel in landbouwgrond en grond voor recreatie en op de mogelijkheden voor het uitbreiden van melkveebedrijven door verplaatsing en kavelruil. Er is handel genoeg. De grondhandel blijft een mooi spel. Met een man of vier, vijf om tafel zitten en zien wat er gebeurt. Luisteren. De een wil dit, de ander dat, ieder vindt het zijne het meeste waard. Het gaat er om dat je een compromis bereikt, daar ben je voor. Gelukkig heb ik al vroeg geleerd me in een ander te verplaatsen. De toekomst is aan de boer Met een rijk leven achter zich en nog vele mooie jaren in het verschiet, kijkt Rein Brandsma

tevreden naar wat zich ontwikkelt. Ik vind het prachtig dat mijn zoon Herman, Niels en Foppe het agrarisch vastgoed oppakken, het zijn jongens met een prima opleiding. Dat is ook nodig, want de wereld wordt complexer, technologie veel belangrijker. Zij zien de kansen, dat is mooi. Stikstof bijvoorbeeld, daar gaat echt het nodige in gebeuren. Zij draaien het grootste deel van de zaak, ik adviseer en mag graag nog aankopen, want de kick van een deal rondmaken vind ik nog steeds heerlijk. Dienstverlening in het vak is het allerbelangrijkste, kijken en luisteren naar belangen en zorgen dat opdrachtgevers tevreden zijn. De boer in Brandsma is allerminst weg. Met vijf jaar word ik vijfenzestig, dan wil ik wel weer boeren. Niet zoals ik dat deed, want dat kan ik niet meer; meer gericht op zorg bijvoorbeeld. Ik zie aan kinderen met een handicap hoeveel het contact met paarden met ze doet, dat is magisch. Maar zover is het nog niet, want in het agrarisch vastgoed en advies is er ook voor Rein Brandsma nog genoeg te doen. We zijn altijd bereid handel te doen. Voor ons kantoor en de boer leiden altijd meerdere wegen naar Rome, het moet raar lopen als we er niet uit komen. www.brandsma-og.nl


ADVERTENTIE

How do you get 10,000 top European products freshly stocked in the Middle East? Qatar, a peninsula in the Persian Gulf, largely consists of desert and most of its people live in the capital city of Doha. There are seven supermarket giants with multiple huge outlets there. The shelves are full of top products from Europe. Nescafé and Lipton aren t the only things they sell there herring from the North Sea, French cheeses, refined Italian meat products and so on. Why are all those European specialities to be found in the middle of that desert? And how do you get them there? In this article Cees Mostert, Managing Director, and Bram Wijbenga, Commercial Director of Eurochoice Leeuwarden, explain why and how they re flying European products straight to supermarkets in the Middle East.

Top products for a melting pot of locals and Western expats Qatar is known as the Middle-East for beginners. The safe social climate makes the metropolis a home for many European expats. There are Dutch, German, French and Italian people working for large international companies here. They form the vast majority of the population, at 75%. Despite the fact that expats are largely citizens of the world, a desire for day-to-day products from their home countries remains. Mostert: Our customers serve a melting pot of locals and Western expats. They ve got 10,000 international products from fifteen different countries on the shelves. Store concepts are perfectly attuned to their needs and offer the absolute best, including organic, vegan and diet products. From Tony Chocolonely to fresh herring Wijbenga: From Tony Chocolonely to fresh herring: local shoppers appreciate Eurochoice s European products too. As well as a supplier, we re also a product scout. We really enjoy displaying original top brands from Europe. Purchasers let us know, for example, that they re looking for top products in a specific category. We then look for the best supplier across Europe. There was recently a demand for baked products, for example. We responded with a wide range from Dr. Oetker ready for order. Intricate and profitable supply lines Customers want the best European specialities and those just aren t going to be delivered to a country like Qatar in a full container per product. Purchasing in small quantities requires an intricate and consolidated approach.

Eurochoice can supply most European products. That s what purchasers appreciate in us. Top brand suppliers Calvé Peanut Butter, Dr. Oetker baking mix and Milka chocolate; we collaborate with top brand suppliers. To them, we re one domestic EU delivery in bulk. That gives them a profitable export channel, which would normally be far too pricey. Thanks to our connections and our working method, we can supply at competitive rates.

Our customers serve a melting pot of locals and Western expats. They ve got 10,000 top products from fifteen different countries on the shelves. Cees Mostert Managing Director of Eurochoice

Mostert: The focus on consolidation and international brand visibility can be challenging for purchasers. That s why they work with several consolidation partners from each country. Only

A shipment will often consist of ten to twelve pallets of various European products. Everything gets a label in accordance with local legislation and has the right paperwork. That s what we re good at. A shipment will often consist of ten to twelve pallets of various European products. Everything gets a label in accordance with local legislation and the paperwork is in order too. It takes a huge amount of effort to get this to the customer in such an intricate manner. Everyone is watching and there are a hundred ways it could go wrong. We ve become very adept at this in the past twenty-seven years, owing to our logistical knowledge and advanced ICT.


ADVERTENTIE

Tailored labelling

Wijbenga: Depending on the quantity and nature of the goods, the products are transported by sea or by air. Sea freight is a possibility, but flights are crucial. There s a direct flight to Qatar every day. Sometimes, even two. Our good collaboration with Qatar Airways allows us to change the delivery right up to the last moment. If we have twelve pallets to send instead of six, for example, we ll get that space. Challenges during the corona crisis Their appointments are often lengthy, so expats usually live in the city with their whole families. They pick up boxes full of local delicacies from their home country a few times a year. But many expats remained in Qatar due to corona.

Controlled cooling

Air freight preparation

expansion of our warehouse. That allowed us to scale up and seize upon this crisis situation. Most of our customers have a strong working relationship with the authorities. They understand how to clear things through customs, and what happens if something goes a bit differently at some stage.

Eurochoice can supply most European products; consolidated. That s what purchasers from the Middle East appreciate in us.

Mostert: Expats were fully reliant on local supermarkets. Despite all the challenges of the corona crisis, our service levels remained acceptable. Communication was intensified during the pandemic; we kept our customers up to date on the status of transfers and the product range by e-mail.

Europe s Gateway Supermarkets in Qatar have organised the logistical challenge of a wide range of international products very well, with a strong mix of local partners. As Europe s gateway, Eurochoice is an important partner. This consolidated collaboration means an expat in Qatar is never far from home.

COVID Blockage Many transport lines fell away during the COVID blockage just when the number of requests from supermarkets was rising. The transport lines that were still operational became hideously expensive. Three of us went out in search of new lines and were able to process more than we thought owing to the

www.eurochoice.nl

The trick is to fly it directly. Thanks to our direct flights and our collaboration with Qatar Airways, we can even change the delivery at the last moment. Bram Wijbenga Commercial Director at Eurochoice


ADVERTENTIE

Themmen, professionals in heftrucks kleuren het leven Mensen kleuren het leven voor Mark Themmen. In zijn heftruckbedrijf op de Leeuwarder Hemrik en met zijn initiatief De Leeuwarder Duim . Mark Themmen over corona dat door dreunt, zijn liefde voor klassieke motoren en het genot van elektrische heftrucks. Wat er nu gebeurt in het voormalige pand van Lucas Klamer en later Friesland College, begon ooit in de ouderlijke boerderij aan de zeedijk bij Ferwert. Mark Themmen is nog iedere dag blij dat hij zijn bedrijf in onderhoud, verkoop en verhuur van heftrucks en hoogwerkers heeft kunnen onderbrengen in het royale pand aan de Jupiterweg dat zo mooi zichtbaar is vanaf de Anne Vondelingweg. Met zichtbaar maken heeft hij wel wat, want binnen in de eigen werkplaats wordt gewerkt aan het onderhoud van de trailer waarmee alle heftrucks worden vervoerd. De Amerikaanse truck die hij voor de trailer gebruikt, staat om de hoek. Glanzend Amerikaans, opvallend beletterd. Heftrucks zijn een mooi product, zegt Mark Themmen. We zijn niet heel erg conjunctuurgevoelig. Overal waar intern transport met pallets plaatsvindt, zie je ze. Gaat het in de ene branche goed, gaat het misschien elders minder en omgekeerd. Onze klanten zitten vooral in Friesland, Groningen en NoordHolland. Elektrisch feestje Binnen geldt orde en netheid. In de grote hal staan klassieke motoren op rij, een jukebox en een stoere tafel als hart van het kantinegedeelte. Het is een plek waar we ook een keer in de maand bij elkaar komen met Bedrijvenvereniging De Hemrik, dit is eigenlijk een multifunctionele ruimte. Door de klapdeuren staan heftrucks keurig binnen vakken op een rechte rij. Elektrische exemplaren van het merk Linde aan de ene kant, verbrandingsheftrucks aan de andere kant. Het verwondert mij nog steeds als ik zie dat auto s zo laat zijn overgegaan op elektrisch. Linde begon er al in 1972 mee, aan het principe is niets veranderd. En zo sterk als een os, je tilt er mee wat je wilt. Natuurlijk heb ik nog wel eens mensen die twijfelen of ze moeten overstappen naar elektrisch, maar als je eenmaal een paar dagen proef hebt gedraaid, dan wil je niet anders meer. Geen lawaai, geen uitstoot en voor alle

vormen van intern transport geschikt. En natuurlijk met veel minder onderhoud. Aan de linkerzijde van het pand is de werkplaats, net zo geordend als zijn eigen kantoor. En goed ingericht, ergonomisch en mensvriendelijk vooral. Ik denk dat we de enige zijn met bruggen voor alle typen heftrucks. Je wilt toch niet dat mensen met kromme rug moeten werken? Het leven moet goed zijn, iedere dag, ook hier. Goede werkomstandigheden en op zijn tijd een feestje. Daarom hebben we met Kerst hier een kartavond voor de medewerkers georganiseerd , zegt Mark Themmen terwijl hij zijn bezoek meeneemt door het bedrijf na een uitgebreide kennismaking. Met Kerst zat een bedrijfsuitje buiten de deur er niet in, omdat door corona alles dicht was. Ik heb ooit vijf karts gekocht en die hebben we in orde gemaakt en een machtige avond hierbinnen gehad. Wat kan er wel? Zeg ik dan. Nee bestaat niet voor me en zie daar een kartavond met Kerst. Een duim en vouchers voor zorgmedewerkers Nee of niet kunnen helpen geldt niet alleen zijn eigen mensen. In de hal van het bedrijf staat een banner van De Leeuwarder Duim. Ik werd na verloop van tijd erg somber van wat ik om me heen zag: sommigen ging het in corona heel erg goed, anderen hadden moeite het hoofd boven water te houden. In de zorg werkten mensen zich een slag in de rondte. Corona heeft het verschil tussen weelde en niet- weelde sterk vergroot. Ik vond dat we iets moesten doen. Met een groep ondernemers, Herman Kiestra, Harm Mink, Wiep Schuurmans, Tjalling van Balen, Mark Themmen, Peter van den Dungen, Ivo Krikke en Karin Langhout-Elzinga zijn we aan de slag gegaan en hebben we met hulp van anderen die weer

belangeloos meewerkten, De Leeuwarder Duim opgezet. Het idee is simpel: we krijgen via donaties geld binnen, dat in de vorm van vouchers naar zorgmedewerkers gaat, die vervolgens de vouchers kunnen besteden bij gedupeerden van de coronacrisis zoals de horeca. Door alle media-aandacht rond de oorlog in Oekraine, is het initiatief helaas een beetje ondergesneeuwd. Maar het leed van corona is namelijk nog lang niet over, ik hoop dat mensen zich dat beseffen en mee willen doen om van De Leeuwarder Duim een succes te maken. Tijd en aandacht Mark Themmen neemt de tijd. Ik vind het fijn als je tijd voor elkaar hebt, het hoort erbij als je het leven mooi wilt kleuren. Dat kan als je aandacht hebt voor elkaar en belangstelling toont waarvoor iemand bezig is. Ik denk dat dat is wat me drijft. Ik vind motoren en heftrucks geweldig, maar wat me vrolijk maakt is het menselijke, het contact. Verhalen van mensen, wat ze doen, waarom ze het doen. Die belangstelling maakt het leven mooi. Thuis op de boerderij in Hempens zaaien we dit jaar in samenwerking met de Leeuwarder Lions club weer een bloementuin in. Daar kunnen mensen bloemen komen plukken voor een klein bedrag dat aan goede doelen wordt geschonken. Als je ziet hoe heerlijk mensen het vinden als ze even tijd hebben met elkaar iets leuks te doen. Dat is wat telt voor me. Mensen maken en kleuren de wereld, daar mogen we wel wat meer aandacht aan schenken! themmen.nl


Ontwikkelingsmogelijkheden

Word jij uitgenodigd voor een gesprek? Dan krijg je een waardebon van €100,-

Fijne werksfeer

Benieuwd welke plekjes er nog vrij zijn? Scan dan de QR code!

Goed salaris Zekerheid

www.werkenbijholidayice.nl

Bies B st

Wij zamele en eerstemelksbiest in voor de productie van n biestvervangers!

Do ochsto o ek mei? m

B ies t kw ali t eit in de Bi es tApp p

��������� �������

Bewaak, ver e gelijk en stuur uw biestkwaliteit bij m.b.v. de BiestApp!

Geen uitval meer!

g! Flinke v er g o edin e

Ran ntsoen aangepast!

B e w aak uw kw ali t eit!

Voor u is het interesssant sant om mee te doen, doen om mdat uw biestkwaliteit (vaan de eerste melking) volgens ����� ����� ������� �� ���� ������ ������������� � �������� ����� � �� �� �� ������ �������� ����� ����� uw biest en kunt u bijstureen indien nodig. Daarnaasst krijgt u een vergoeding voor van de kwaliteit van u ��������� ��� �� ���������������� ���� ����� ����� ������ �� ��������� ������������ �� ���������� �� �� we circa 1,50 - 2,20 0 per liter excl. 9% btw uitt. Neem contacct op: www.biest.nl | app p@biest.nl | Te Tel.: 073 737 7 0129 | 06 54 688 949


ADVERTENTIE

Gezond perspectief voor enthousiaste ijsjesmakers Het gaat goed met Holiday Ice in Sint Nyk, gespecialiseerd ijsjesmaker voor de Europese retail. Het bedrijf is in oppervlakte verdubbeld door het nieuwe vrieshuis. Door verbetering van efficiency en verbreding van het assortiment stijgt de vraag naar nieuwe collega s. Bouke, Danny en Gwen over de sfeer en hun kansen bij de grootste ijsjesfabriek van Nederland. We groeien structureel dankzij de juiste strategische keuzes en investeringen. Door de aanhoudende groei hebben we voortdurend nieuwe mensen nodig. We bieden perspectief, bijvoorbeeld omdat we jaarcontracten graag omzetten in vaste contracten en we in ontwikkeling en scholing van onze medewerkers investeren. Holiday Ice is een financieel gezond bedrijf en staat voor ondernemersgeest. Onze mensen staan centraal, zij zijn Holiday Ice. We zijn trots op wat we doen en hoe we dat samen doen. Sinds twee jaar werken we in vijf ploegen en dat wordt door onze mensen als zeer positief ervaren. Met de realisatie van ons nieuwe duurzame vrieshuis is de logistiek sterk verbeterd en kan een veel groter gedeelte van de productie in eigen huis opgeslagen worden. Daardoor versnelt de groei en hebben we nieuwe mensen voor zowel de productie als voor onze technische dienst nodig om nog meer te kunnen bereiken , vertelt operationeel directeur Bart Hakbijl. Hij is trots op de ontwikkeling van Holiday Ice en haar medewerkers, waaronder Bauke, Danny en Gwen en hun bijdrage aan de groei. Je kunt hier groeien Gwen Boomsma- Krijnen uit Sint Nyk kan nog steeds wat verwonderd naar zichzelf kijken. Als meisje keek ze al met grote ogen naar die ijsfabriek in het dorp en nu werkt ze er zelf! En met enthousiasme, want als verpakkingsoperator is zij het hoofd en het hart van de End-of-Line afdeling. Daar worden de kleurrijke ijsdoosjes automatisch verpakt in grote dozen voor de supermarkten. Straks maakt ze de overstap naar het nieuwe vrieshuis waar ze ook met een nieuwe functie begint als technisch operator bij de afdeling ompak waar twee lijnen komen. Ik ben er in gerold via het uitzendbureau met inpakwerk, heb mij verder ontwikkeld en met een vast contract als verpakkingsoperator, heb ik het

Bouke de With (links) en Danny Bouman (rechts) enorm naar mijn zin op de End-of-Line . Een soms hectische afdeling, maar dat vind ik leuk. Ja, als het hier mis gaat, loopt alles in de soep, maar ik vind het vooral geweldig om te weten hoe het allemaal werkt en wat ik kan doen om te zorgen dat het goed gaat. Hoe drukker het wordt, hoe leuker ik het vind. Dit is uitdagend werk als je stressbestendig bent, je moet het inzicht en de rust hebben. En we hebben een superleuk team, dat is echt heel fijn. Hiervoor heb ik in de horeca gewerkt, maar dit is veel leuker. Veel afwisseling, voortdurend nieuwe machines om mee te werken, we groeien, krijgen er meer collega s bij, de sfeer is goed. En ik kan hier groeien! Moet je kijken waar ik vandaan kwam en wat ik nu mag doen!. Ik ben ook wel trots op mezelf hoor, ik kan aanpakken wat ik leuk vind. Nu krijg ik de kans om een nieuwe functie op te zetten in het nieuwe vrieshuis, ik ga weer een opleiding doen en krijg een hele uitdaging met allemaal nieuwe machines en nieuwe processen. Dat had ik natuurlijk nooit durven dromen als klein meisje! Ik zit hier op mijn plek Danny Bouman is sinds twee jaar teamleider Logistiek Vriescel bij Holiday Ice. Na 18 jaar bij dezelfde werkgever wilde ik wat nieuws en dat is gelukt. Ja, in het begin vond ik dat wel spannend, want ik had het op zich naar mijn zin daar. Via via kwam ik hier terecht, eerst om iemand te vervangen wegens ziekte, via een uitzendbureau. Ik heb toen aangegeven dat ik mijn baan niet wilde inruilen voor een tijdelijk contract en dat begrepen ze hier heel goed. Dus na een korte periode uitzendbureau heb ik inderdaad een vast contract gekregen. Danny zorgt met productie en weekplanningen in de hand voor het op de plek zetten van alle binnenkomende producten in de vriescellen en stuurt zijn collega s aan in de vijfploegendienst. Door de uitbreiding hebben we er 20.000 palletplaatsen bij gekregen, dus dat betekent voor ons een nieuwe aanpak. Echt mooi om te doen hoor! We hebben veel vrijheid en het

Gwen Boomsma- Krijnen

is een gezond bedrijf, want anders hadden we nooit zo fors kunnen uitbreiden. Ik zit hier op mijn plek en van hieruit zou ik graag nog verder willen groeien binnen het bedrijf. Maar eerst moeten we zorgen dat de nieuwe opslag draait! Vrijheid en verantwoordelijkheid Bouke de With werkt sinds augustus vorig jaar als teamleider Logistiek Ompak bij Holiday Ice. Een stap die hij zette om dichter bij huis te kunnen werken. Hij is met zijn neus in de boter gevallen, omdat er met de uitbreiding meteen kansen voor hem kwamen. Ik heb eigenlijk op het juiste moment gesolliciteerd. Ik hou van logistiek en mocht direct aan de slag om een nieuwe afdeling op te zetten die ontstond door het nieuwe vrieshuis. Dat is een hele mooie uitdaging, we bouwen samen iets op dat helemaal nieuw is. Dat geldt voor iedereen, we werken straks met zo n vijftig mensen in de piek. Ja, ik ben blij dat ik hier ben gaan werken. Het is ongedwongen hier, je wordt in je waarde gelaten en we hebben vrijheid en verantwoordelijkheid. Hoe het straks komt? Dat is lastig in te schatten, omdat we niet weten wat er op ons afkomt. Maar dat hoort altijd bij het nieuwe. Ik kijk er enorm naar uit. We hebben een leuk team om iets mee op te bouwen en we hebben er veel plezier in. Dat is het belangrijkste, dan komt de rest ook goed! www.holidayice.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.