NoordZ 11 februari 2021

Page 1

NO

D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 2 1

‘OVERGAAN OP WATERSTOF IS LOGISCH, MAAR VEREIST VAN ALLE KANTEN EEN INSPANNING’ CARL HOLTHAUSEN PAGINA 4 DAGBLAD VAN HET NOORDEN


ADVERTENTIE

Van grenzeloos groen dromen tot nieuwe producten In het samenwerkingsverband Eems Dollard Regio (EDR) loopt een succesvol programma bio-economie en groene chemie. Deelnemers zijn Duits en Nederlands mkb en kennisinstellingen. Door de ontdekking van nieuwe materialen, groene routes en efficiënt gebruik van reststromen uit de landbouw komen we tot meer biobased business in de grensregio. Een toelichting uit het veld. Nieuwe materialen voor woningbouw, medische toepassingen of chemische sector. Het zijn tastbare doelen van mkb’ers en kennisinstellingen in de grensregio. De EDR en de BIO Cooperative verbindt hen. “Bio-economie – groene chemie” wordt in het kader van het INTERREG V A programma Deutschland-Nederland ondersteund met middelen van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het wordt gecofinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de provincies Drenthe, Fryslân, Gelderland, Groningen en Noord-Brabant en door de deelstaat Niedersachsen. Juist de verschillen tussen beide landen in organisatie, cultuur en bestuur maken samenwerkingen kansrijk. „We leren veel van elkaar. Door de uitwisseling van kennis groeien de kansen voor het verwaarden van reststoffen en de ontwikkeling van innovatieve materialen voor de industrie”, vertelt Anita Buijs van de EDR. De noordelijke grensregio heeft een enorm landbouwpotentieel, veel reststromen, een sterke chemische industrie, veel familiebedrijven in de maakindustrie en meerdere kennisinstellingen. Er doen in diverse projecten 60 bedrijven mee in het programma van ruim 6 miljoen euro. „Biobased economie leeft in de grensregio. Het programma stimuleert innovatie en versterkt het mkb in beide landen”, vult Sven Stielstra aan namens BIO Cooperative, het Noord-Nederlandse samenwerkingsverband van mkb in de bioeconomie dat samen met de EDR het programma begeleidt. Anita: „Het gaat er om bio-economie toegankelijk te maken. Kennisuitwisseling van praktijkonderwijs tot en met universiteit is van groot belang.” Sven: „Om verder te komen, moet je peilen wat er leeft en speelt, bijdragen aan enthousiasme en perspectief stimuleren. Dit zal leiden tot nieuwe grensoverschrijdende projecten. Momenteel werken we aan een nieuw programma voor de volgende INTERREG VI A periode vanaf 2022. We richten ons op de circulaire bioeconomie waarbij naast groene productie ook hergebruik centraal staat.” Afzet creëren voor natuurlijke plastics Eén project binnen het INTERREG V A programma is de toepassing van nieuwe materialen voor spuitgieten en het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden voor spuitgieten. Cor Kamminga van het Nederlandse Ecoras en Peter Brinkmann van het Duitse TKT KunststoffTechnik GmbH , producent van kunststof componenten, werken er aan. „Door corona gaat het langzamer dan we hoopten, maar we zijn

Potentie van Afrikaantjes - Foto HLB

Tjeerd Veenhoven onderweg en hoopvol. We richten ons op het toepasbaar maken van PHA’s voor spuitgieten. PHA’s zijn sterke en volledig afbreekbare bioplastics uit afvalwater met als bijzondere eigenschap dat ze onder iedere natuurlijke omstandigheid afbreekbaar zijn, ongeacht temperatuur, in de grond of in water”, vertelt Cor Kamminga. „We weten dat de mogelijkheden groot zijn, de kunst is om toepassingen toegankelijk te maken zodat er vraag ontstaat bij de industrie. Daarnaast heb je dan ook de beschikbaarheid van het materiaal nodig. Met het bedrijven zoals van Peter en in samenwerking met het 3N Kompetenzzentrum willen we aantonen wat je met deze nieuwe grondstof concreet in de industrie kunt.” Peter Brinkmann: „Deze nieuwe natuurlijke grondstof heeft een andere samenstelling en andere specificaties dan we gewend zijn, we moeten leren ontdekken wat het kan. Hoe houdt het materiaal zich in een machine, kan de machine het materiaal aan. Hoe is het met de vorm, met vormvastheid, met inwerking van licht of temperatuur? Na verschillende onderzoeken en workshops, staan we te popelen het in onze praktijk te testen, maar corona beperkt ons. Je moet dat testen met elkaar doen, je hebt elkaars kennis en inzicht nodig. Over een paar maanden zetten we die stap. We zijn nieuwsgierig en hoopvol!” Lisdodde in spouwmuur en isolatieplaat In het project paludicultuur draait het om diverse vragen. Welke producten kunnen uit planten geteeld op natte landbouwgrond ontwikkeld worden? Is er behoefte aan? En met welke techniek kunnen de planten geoogst worden? Het verbouwen van lisdodde, riet of veenmos op natte gronden is namelijk veen- en klimaatvriendelijker dan dat veen te gebruiken voor bosbouw of reguliere landbouw. Maar wat kan er, is er marktvraag te ontwikkelen, wat kun je met die producten? Tjeerd Veenhoven is de spin in het web van het project lisdodde als isolatiemateriaal, waar kennisinstellingen, testcentra en Nederlandse en Duitse bouwers bij betrokken zijn. Tjeerd Veenhoven: „Ik prijs me gelukkig dat ik als zelfstandige die spil kan zijn en met grote bedrijven mag samenwerken om waarde te

kunnen creëren in een keten. Maar die keten met lisdodde is er nog niet, die moeten we nog maken. De bouwers geloven in de mogelijkheden, dat is belangrijk, ik kijk wat je met de verschillende vezels van de lisdodde kunt, zodat je uit organische reststoffen met weinig waarde komt tot diverse producten met allemaal hun waarde. We onderzoeken nu de potentie van schimmel om lisdoddevezels te binden voor isolatiemateriaal. Voldoet het aan verwachtingen en specificaties, is de apparatuur geschikt om het in een spouwmuur te blazen? Van andere lisdodde-vezels onderzoeken we de mogelijkheden voor isolatieplaten en geperste bouwplaat.” Ongekende potentie van het Afrikaantje Als laatste voorbeeld belicht directeur Janny Peltjes van HLB in Wijster de potentie van het bekende Afrikaantje voor verschillende businesscases. „Het is een bekende plant, waarvan een aantal soorten interessant is om regionaal te verwaarden. Het Afrikaantje wordt al in de bloembollenteelt gebruikt als natuurlijke bestrijder van aaltjes in de bodem. De teelt van de plant is echter bedrijfseconomisch nog niet interessant. We weten dat stoffen in de bloem zeer geschikt zijn als kleurstof en voor medische toepassingen. Luteïne bijvoorbeeld, de gele kleurstof van de bloem, wordt in de industrie gebruikt maar geïmporteerd uit China. We werken, naast veredeling van de plant, samen met een innovatieve groep Drentse bloembollentelers, Symeres, New Businesses Agrifood, Hanzehogeschool en de Hochschule Emden-Leer aan de ontwikkeling van een machine om plant en bloem, efficient te oogsten. Daarnaast onderzoeken we samen de waarde van zuivere luteïne en andere stoffen uit het Afrikaantje voor zowel de voedings- als de verfindustrie. Als we in staat zijn in deze regio zuivere luteïne onder controleerbare omstandigheden te produceren, voegen we veel waarde toe. Het is heel fijn dat we dankzij het INTERREG programma in staat zijn deze kostbare onderzoeken uit te voeren.” www.bioeco-edr.eu www.biocooperative.nl


WATERSTOF, DE STAND VAN ZAKEN ydrogen Valley in plaats van Silicon Valley. Alles op het gebied van waterstof, zoals Silicon Valley het wereldcentrum voor hightech-ontwikkelingen is. Alleen is het niet in zonnig Californië, maar in Noord-Nederland. Omdat ‘we hier alles hebben voor de ontwikkeling van groene waterstof’, stelt Marieke Abbink-Pellenbarg als directeur van de New Energy Coalition verderop in deze NoordZ: de toevoer van duurzame energie, de klanten in de industrie, de mobiliteit, de gebouwde omgeving, een gemotiveerd publiek bestuur, de waterstoftechnologiebedrijven, de productie van waterstof en de infrastructuur die klaarligt. „Dat heb je nergens anders in Europa.”

H

Het citaat op de cover ‘Overgaan op waterstof is logisch, maar vereist van alle kanten een inspanning’ is van Carl Holthausen, ondernemer te Hoogezand, bij wie straks half West-Europa zijn vrachtwagen-op-waterstof aanschaft. Holthausens uitspraak is te vinden op pagina 4-5.

Het is niet voor niets dat de komende jaren vele tientallen miljoenen euro’s uit Brussel naar de waterstofvallei stromen. Miljardeninvesteringen. Dat er honderdduizend banen voor het oprapen liggen, lees je opeens overal. Een proeffabriek hier, een ontdekking daar en even verderop weer een uitbreiding. Als de plannen allemaal uitkomen, dan kijkt straks de hele wereld naar wat in Hydrogen Valley gebeurt om daarvan te leren. Naar Noord-Nederland. Beloftevolle vergezichten maar wat is de stand van zaken anno februari 2021? Daar staat deze NoordZ bij stil. Natuurlijk met Carl Holthausen, misschien wel het grootste uithangbord als het om waterstof en het

Noorden gaat. Hij geeft inzicht hoe je als (familie)bedrijf aanhaakt bij nieuwe ontwikkelingen. Dat begon met wat knutselen en heeft er toe geleid dat hij nu vanuit Hoogezand samen met Amerikanen heel WestEuropa van vrachtwagens-op-waterstof gaat voorzien. Maar waar staat het Noorden dan in vergelijking met Noorwegen? En wat zijn de essentiële stappen die moeten worden gezet om het Noorden inderdaad tot die wereldspeler te maken? In deze bijlage proberen we op de vragen met betrekking tot waterstof en de rol van Noord-Nederland antwoord te geven. Onbeantwoorde vragen kunnen worden gemaild naar noordz@ndcmediagroep.nl en dan gaat de redactie op zoek naar een antwoord en wordt dit op onze website noordz.nl geactualiseerd. Deze NoordZ biedt meer inspiratie: wat doe je als je fysieke bijeenkomsten organiseert en corona komt voorbij? Start-up Brain Fuel in Leeuwarden verdubbelde de omzet! En waarom komt Coca-Cola in Emmen buurten voor de recycling van plastic? Heel veel leesplezier, namens de redactie,

COLOFON

INHOUD

NoordZ is een bijlage van NDC mediagroep

4

Familiebedrijf Holthausen De waterstofexpert van Nederland zit in Hoogezand

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Theo Zandstra

6

Noorwegen waterstofland De Noren maken al veel waterstof. Wat kunnen we van hen leren?

Vormgeving Alie Veenhuizen

12

Op weg naar andere energie Vijf essentiële punten voor een succesvolle overstap

Telefoon bijlagenredactie 050-5844229 058-2845477

15

Ronald Mulder hekelt de covidlapmiddelen Maar ook onze columnist heeft geen structurele oplossing paraat

E-mail bijlagen@ndcmediagroep.nl

17

De Start-up: hoe is het nu met ...? Aflevering 13: Brain Fuel in Leeuwarden floreert tijdens corona

18

Green PAC slingert de groene chemie aan Kennisknooppunt heeft vestigingen in Zwolle en Emmen

22

De Spiegel Aflevering 15: Wim Hemmes Installatietechniek in Coevorden

29

Banenmachine De waterstofindustrie genereert ruim 100.000 banen. Dit zijn ze

30

Dit moet je weten over waterstof De antwoorden op de meest gestelde vragen. Wat is waterstof eigenlijk?

34

Toptijd voor kabelbomen voor Porsches Corona geeft Kroon Wire Harnesses wind in de rug

36

Noord-Nederland ‘waterstofvallei’ Hydrogen Valley. Klinkt fantastisch. Maar wat hebben we eraan?

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg NoordZ ook online op het blog: www.noordz.nl

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 3


Hij praatte de koning bij over waterstoftechniek. Hij bouwde busjes om voor die techniek, net als veegwagens, vuilniswagens, vrachtwagens en een op afstand bestuurbare auto. Hij opende een fabriek voor trucks op waterstof, zette waterstofvulstations neer en plant er meer. Niet allemaal in zijn eentje, want Holthausen is een familiebedrijf. Carl Holthausen is het technische brein. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot

HOE HOLTHAUSEN OPEENS WATERSTOFEXPERT WERD T wijfels zijn er, discussie over de vraag of we wel zo massaal moeten inzetten op waterstof. Want ís waterstof wel de toekomst? Zijn er geen betere manieren om energie op te slaan? Moeten we wel zoveel stroom gebruiken om waterstof te maken?

Carl Holthausen kent de genoemde argumenten, die meestal als nadelen van waterstof worden gezien. En tóch zet het familiebedrijf al jaren vol in op het bijzondere gas als waardevolle energiedrager in de mobiele sector.

CARL HOLTHAUSEN

,,Waarom wij zo overtuigd zijn? Niet moeilijk. Voor sommige toepassingen is er geen beter alternatief denkbaar. Waterstof gaat echt niet alles vervangen, maar wordt steeds belangrijker. Wij zijn er al tien jaar mee bezig en zien de wereld om ons heen naar ons toe groeien, als het aankomt op het idee over het nut van waterstof. Alle kritiek op waterstof is ook vrij gemakkelijk te pareren. Het rendement is hoger dan critici roepen en de ontwikkeling daarin gaat razendsnel.’’ EIGEN GASFLESSEN Holthausen, dat als bedrijf in 1945 begon als leverancier van industriële gassen, heeft al heel lang ervaring met waterstof. De stap naar de specialisatie in dat gas is niet zo groot. De sprong naar techniek en technologische oplossingen lijkt dat des te meer. ,,Toch is dat ook vrij organisch gegaan. We ontwikkelden al van alles rond de gassen waarmee het begon. Brandbeveiliging al snel bijvoorbeeld, maar ook onze eigen gasflessen en toebehoren.’’ Dat is nog wel even wat anders dan wagens ombouwen met brandstofcellen, al zit dat ook ergens in de familiegenen. Carls zoon Max kreeg mondiale bekendheid met zijn tot Hezla omgebouwde Tesla (wat overigens vanuit Elon Musks bedrijf werd beantwoord met treiterij en irritatie). Vader Carl bouwde jaren daarvoor al een op afstand bestuurbare auto om. Dat projectje was in meerdere opzichten het startpunt van de ontwikkeling die Holthausen bracht tot waar het bedrijf nu staat. ,,Gewoon knutselen was het. Iedereen die zo’n ding op een accu heeft gehad, kent het wel: hartstikke snel leeg en na een paar minuten rijdt hij al minder hard. Ik dacht: kan ik die auto ook op waterstof laten rijden? Dat lukte

4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

dus. En dat is iets waarin wij nu nog veel toekomst zien, de range extender. Met een extra brandstofcel aan boord kunnen elektrische wagens veel verder rijden en zijn ze veel eerder weer bijgevuld. Dat noem ik hybride 2.0.’’

KONING WILLEM-ALEXANDER Carl ging een jaar of tien geleden met die speelgoedauto onder zijn arm langs scholen om spreekbeurten te geven over technologie en de vergroening die zijn bedrijf al had besloten te omarmen. ,,Daar merkte ik al het grote enthousiasme ervoor. Mijn verhaal is leuk, maar die auto werkte geweldig.’’ Carl Holthausen nam de wagen en de techniek mee naar het Energy Transition Center (EnTranCe) op de Zernike Campus om er verder te experimenteren met een echte auto. ,,Toen kwam Willem-Alexander daar op bezoek en kon ik hem wat uitleggen. De dag erna stond het groot in de krant en was Holthausen opeens de nieuwe waterstofautoriteit. Zo kan het gaan. Zelf hadden we dat idee toen nog helemaal niet.’’ Dat was misschien wel het laatste duwtje dat het bedrijf nodig had om écht voor de nieuwe techniek te gaan. Die richting was al gekozen. ,,Weet je, wij hebben onze oorsprong in de handel in olie en gas. Als familiebedrijf denk je altijd na over de toekomst. Fossiele brandstoffen zijn eindig, dus dan moet je wat.’’ ACCU’S ZIJN NIET BEST Groen gas was de eerste logische gedachte. ,,En we hebben het ook wel gehad over het rondbrengen van accu’s, zoals we altijd al gas overal bezorgen. Groen gas viel zo goed als af, omdat je dan nog steeds met CO2-uitstoot zit, terwijl wij al wel besloten hadden dat we richting Zero Emission wilden. En accu’s zijn uiteindelijk ook niet best voor de wereld. Die worden in groten getale gedumpt in Afrikaanse landen omdat de recycling ervan bepaald niet van de grond komt.’’ Holthausen vertelt het terwijl hij door de werkplaats in Hoogezand loopt. Het verleden ligt er in de hoeken voor het oprapen. Probeersels en projectjes zijn er te zien. ,,Ik denk dat wij vooroplopen omdat we deze business van een andere kant aanvliegen dan veel bedrijven. Wij begonnen met waterstof, het gas dat we al kenden, en gingen daarmee experimenteren.

Gewoon doen en kijken. Dat gaat sneller dan wat veel technologiebedrijven doen, die eerst de techniek perfect willen hebben op papier.’’ VUILNISWAGENS OP H2 De toekomst van het bedrijf is tastbaar aanwezig: een Schotse vuilniswagen wordt er omgebouwd; de dieselmotor maakt plaats voor een brandstofcel met waterstoftanks. ,,Dit is de eerste. We mogen er nog vijftien doen voor de gemeente Aberdeen.’’ Een elektrische veegwagen krijgt een brandstofcel voor meer actieradius, een bus met laadbak voor de gemeente Groningen wordt onder handen genomen, meer projecten staan er. Waterstof. Allemaal. ,,Ik denk dat het een uitstekende keus was om zo voor deze technologie te gaan. We lopen voorop en hebben al een naam opgebouwd.’’ Die naam staat niet groot op de gevel van de nieuwe fabriek in Winschoten, waar Holthausen trucks op waterstof gaat bouwen. Op de gevel – en de vrachtwagens – staat Hyzon, het Amerikaanse bedrijf waarmee de Groningers samen de trucks bouwen. Maar toch. Zonder de vooruitgesnelde faam was Hyzon nooit in Hoogezand uitgekomen. WATERSTOFREGIO ,,We zijn met van alles tegelijk bezig. Het ontwerp van de trucks, het inrichten van de fabriekshal, het vinden van kopers en het werken aan de technologie.’’ Vooral dat bewerken van de markt is nog niet makkelijk. ,,Uiteindelijk willen we naar 2000 per jaar.’’ De bestellingenteller staat nu zo’n beetje tussen de 150 en 200. ,,Eigenlijk is dat al best wat. Dat zijn klanten die een vrachtwagen hebben besteld die ze nog nooit hebben gezien, die nog in de laatste fase van de ontwikkeling is.’’ De meeste gaan naar Engeland, Duitsland en Scandinavië, gebieden waar waterstoftankstations minder zeldzaam zijn dan in Nederland. Een olievlek moet het zijn, al is dat een rare woordkeuze in waterstofverband. Holthausen houdt zijn voet op het gas. Dat is toepasselijker. ,,Nu het Noorden steeds meer de status krijgt van waterstofregio stijgen de kansen. Overgaan op waterstof is logisch, maar vereist van alle kanten een inspanning. Als je ziet welke werkgelegenheid en milieuwinst dat met zich meebrengt, kan het nooit weggegooid geld zijn.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 5


Noord-Nederland presenteert zich als Hydrogen Valley: de plek waar de waterstofrevolutie binnenkort zal ontketenen. Maar ook andere Europese landen zijn druk met deze brandstof. Bijvoorbeeld in Noorwegen, waar ze al langer waterstof produceren en opslaan. Wat kunnen wij van hen leren? Tekst Coen Berkhout Foto Mariska de Groot

LEREN VAN NOORWEGEN? atuurlijk kunnen wij dingen leren van de Noorse ervaring met het produceren, opslaan en transporteren van waterstof, weet Henk Abbing. Abbing is projectmanager vanuit Gasunie voor NortH2, het internationale consortium dat zich gaat richten op de grootschalige productie van groene waterstof in de Eemshaven.

N

Maar of Noorwegen echt een voorloper is? Dat vraagt hij zich af. ,,Zoals alle landen die bezig zijn met deze revolutie is ook Noorwegen een land in transitie. Wat betreft de toepassingen van waterstof en de vraag hoe we deze brandstof rendabel gaan maken, zitten ook zij nog in een pril stadium. Wel hebben de Noren veel ervaring met offshore wind; die is natuurlijk van waarde voor NortH2.” Daarom is hij blij dat het project in de Eemshaven zo internationaal is? Vanuit meerdere landen zijn er grote spelers met veel kennis in huis bij betrokken. In december sloten het Duitse energiebedrijf RWE en het Noorse Equinor aan; vanuit Noord-Nederland zijn Shell, Gasunie en Groningen Seaports betrokken. Daarmee is de Eemshaven de thuisbasis voor het grootste groene waterstofproject ter wereld dat grote industrieën in Nederland en Duitsland kan helpen met vergroenen vóór 2030. MILJARDENPROJECT Het delen van kennis is daarbij heel belangrijk. Alle partijen brengen hun eigen expertise mee. Abbing: ,,Samen werpen we ons op het vraagstuk van het opzetten en ontwikkelen van de Noord-Europese groene waterstofmarkt. Dat is een miljardenproject. Honderd mensen werken in verschillende teams om alles, van markt- en ketenoptimalisatie tot de sterke opschaling van de productie van groene energie en distributie van waterstof, van de grond af op te bouwen.” Door deze grote internationale samenwerking en schaalvergroting, met Noord-Nederland als spin in het web, wordt de o zo belangrijke kostenverlaging bereikt. Want

zonder een noemenswaardige daling van de kosten zal groene waterstof niet snel genoeg een economisch interessante optie zijn voor industrieën die voor 2030 willen verduurzamen. GROENE, GRIJZE, BLAUWE WATERSTOF Hoogleraar Regulering van Energiemarkten Machiel Mulder van de Rijksuniversiteit Groningen meent dat het ‘deels klopt’ dat Noorwegen op dat gebied een voorsprong heeft. Simpelweg omdat ze daar al ‘blauwe waterstof’ produceren en opslaan. Die variant is een stuk goedkoper dan de groene waterstof die gemaakt wordt door middel van elektrolyse, wat nogal wat stroom kost. Het is natuurlijk wel een belangrijk verschil dat Noorwegen waterstof produceert met behulp van aardgas. Vrijwel alle waterstof die op dit moment wereldwijd wordt geproduceerd is die zogeheten ‘grijze waterstof’. Hoge druk stoom (H2O) reageert met aardgas (CH4), wat resulteert in waterstof (H2) en het broeikasgas CO2. Mulder: ,,De Noorse overheid zegt: wij zijn goed in fossiele brandstoffen dus ons doel moet zijn om die te verduurzamen. Dat doen ze door de CO2 die vrijkomt bij de waterstofproductie af te vangen. Zo krijg je blauwe waterstof.” Met blauwe waterstof lukt het om tot 90 procent van de CO2 uit de lucht te houden, maar daar staat dan weer tegenover dat er extra infrastructuur nodig is om die broeikasgassen op te slaan. Nederland wil het dus graag over een andere boeg gooien en alleen ‘groene waterstof’ produceren met behulp van elektriciteit. Gebeurt dat in Noorwegen dan niet? ,,Als je groene waterstof wilt, moet je vooral veel meer groene stroom gaan produceren. Noorwegen staat bekend om hun waterkrachtcentrales, maar die zijn er voor hun huidige energievoorziening. Windparken zijn daar nog niet zo groot als hier: in 2030 wil Noorwegen 3,5 gigawatt windenergie produceren, terwijl wij inzetten op 12 gigawatt”, aldus Mulder. MEGAWINDPARKEN Om de doelen uit het klimaatakkoord te kunnen realiseren moeten we snel beginnen

met het genereren van meer groene stroom. De ambitie van NortH2 is om in 2027 één gigawatt groene stroom te realiseren met een megawindpark op de Noordzee. In 2030 moet dat 4 gigawatt zijn en maar liefst 10 gigawatt in 2040. Met zoveel stroom kunnen we in de Eemshaven uiteindelijk 800.000 ton aan groene waterstof maken, genoeg voor een afname van 7 megaton CO2-uitstoot – op een totale uitstoot van 160 megaton. Ondertussen hoopt Abbing dat onze regering, zoals de Noorse en Duitse dat deden, een concrete visie op waterstof deelt. ,,De basis is er, maar we zijn er nog niet. We moeten nu al een basis leggen om grootschalig landelijk gebruik van waterstof te stimuleren. Anders zullen wij de waterstofen klimaatambities voor 2030 en 2050 simpelweg niet halen. Daarvoor hebben we niet alleen meer windblokken (op zee) nodig, maar ook landelijke (steun)maatregelen voor bedrijven en ondernemers die voor verduurzaming van hun energieverbruik zijn aangewezen op groene moleculen.” SCHAALVERGROTING Over het allerbelangrijkste onderdeel van de waterstofrevolutie zijn Mulder en Abbing het wel eens. Dat is schaalvergroting. Elektrolysemachines zijn duur en de stroomprijs is nog te hoog om het gebruik van groene waterstof rendabel te maken. Volgens Mulder worden overal ambitieuze plannen gemaakt, maar zijn veel landen nog in de verkennings- en onderzoeksfase. Het is te hopen dat die plannen uiteindelijk leiden tot schaalvergroting, want pas dan gaat iedereen profiteren van de lagere kosten. Als innovaties echt van de grond komen kunnen we daarvan leren. ,,Het beleid moet niet zijn: zo snel mogelijk veel waterstof maken. De belangrijkste doelen zijn de kosten omlaag krijgen, meer groene stroom produceren en innoveren om productiekosten te verlagen. Daarnaast moeten we niet vergeten dat we ook blauwe waterstof nodig zullen hebben om grote industrieën al vroeg de kans te geven met waterstof aan de slag te gaan”, besluit Mulder.

De kosten van groen? De grote partijen in NortH2 – Shell, Equinor, RWE en Gasunie – hebben volgens Abbing de afgelopen periode een ‘zeer uitgebreid technisch onderzoek’ gedaan naar de kosten van groene waterstof: ,,Zij zijn tot de conclusie gekomen dat bij een goede aanpak de kosten van groene waterstof al voor 2030 vergelijkbaar kunnen zijn met blauwe waterstof. Bovendien zijn er veel gevallen waarbij groene waterstof kan concurreren met andere vergroeningsopties.” Deze grote Nederlandse, Noorse en Duitse partijen zetten daarom zwaar in op het miljardenproject in de Eemshaven. ,,We gaan groene waterstof produceren met elektrolyse op een schaal die we nog niet in de wereld hebben gezien en met nieuwe windparken (meer dan 100 kilometer uit de kust) die hier direct aan zijn gekoppeld. Dit levert Noord-Nederland duizenden banen op.” Lees meer hierover op pagina 29.

HENK ABBING

6 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 7


ADVERTENTIE

Chemport Europe verenigt groene denkers en doeners van de circulaire economie De chemische industrie maakt nu vrijwel volledig gebruik van fossiele grondstoffen en fossiele energie. Klimaatafspraken om te komen tot fossielvrij in 20250 maken vergroening daarvan urgent. Wat is de betekenis van die vernieuwing van de chemische industrie voor het Noorden? Business developer Errit Bekkering van Chemport Europe over die noodzakelijke transitie.

„Alles is chemie. Daarin is de rol van plastics in ons dagelijks leven allesbepalend. We kunnen niet zonder en, eerlijk is eerlijk, het zijn materialen met heel veel voordelen. Praktisch, licht in gewicht, makkelijk te vormen, goedkoop. Maar ze zijn bijna allemaal gebaseerd op fossiele grondstoffen en de productie ervan kost heel veel energie. Die uitganspunten moeten worden vernieuwd naar duurzaam, circulair en klimaatneutraal. Het betekent voor de hele chemische en procesindustrie in een grote regio rond Delfzijl en Emmen een enorme opgave: afscheid nemen van fossiele grondstoffen en fossiele energie en alles waarop die processen en producten zijn gebaseerd opnieuw uitvinden. Leren besparen op grondstoffen, energie, afval en uitstoot. Schonere productie met groen opgewekte energie, processen met geheel nieuwe niet-fossiele grondstoffen die leiden tot andere, groene halffabricaten en dito producten. De chemische industrie in het Noorden en alle betrokken kennisinstellingen zijn daar al jaren van doordrongen. Samen werken ze hard om een groene economie mogelijk te maken. Chemport Europe is het merk waarmee we dat hele netwerk van bij de groene chemie betrokken bedrijven, kennisinstellingen en overheden in het Noorden ondersteunen en promoten.” We kunnen niet zonder elkaar „De vergroening betekent een volledige vernieuwing van de sector, een veelomvattende uitdaging van hele diverse en langjarige onderzoeken, in iedere fase testen op haalbaarheid en daarna opschalen naar een volgend niveau om te komen tot succesvolle productie. Het gaat over miljarden aan investeringen, want de chemische industrie is zeer kapitaalintensief en biedt veel werkgelegenheid. Daarmee is de sector voor de noordelijke regio van groot belang, het is onze grootste private sector. Die groene investeringen betekenen een omvangrijke, langjarige versterking van het

(sociaal)economisch fundament van de regio. Concreet telt onze Noord-Nederlandse chemische- en procesindustrie zo’n 20.000 banen (directe werkgelegenheid) in Drenthe, Groningen en Friesland. Bij elkaar is dat zo’n 8 procent van de totale werkgelegenheid. Delfzijl, de Eemshaven en Emmen vormen het hart van die industrie, maar het hele ecosysteem is veel breder. Het gaat om daarnaast om een veelvoud aan maak, installatie en onderhoudsbedrijven, biotech en biobased bedrijven, laboratoria en kennis- en onderzoeksinstituten. Het belang voor de industrie van goede onderwijsinstellingen van mbo tot universiteit en omgekeerd is dan ook immens. De crux en de aantrekkingskracht zit in synergie, in brede samenwerking en in integrale ketenaanpak. Want om te kunnen komen tot vergroening en de noodzaak tot besparen is kennis van chemie en processen, agro, food, water, energie, afvalverwerking en hergebruik vereist. We kunnen niet zonder elkaar.” Internationale proeftuin „De betekenis voor de regio neemt daarom alleen maar toe”, stelt Bekkering. „De industrie zal veranderen. Nu is het vooral grootschalig op basis van olie uit andere delen van de wereld en processen met vaak hoge temperaturen en veel fossiel energieverbruik. Maar er is een trend naar innovatieve, kleinschalige processen, gebaseerd op meer diverse, niet-fossiele grondstoffen die steeds vaker uit de regio komen en naar meer lage temperatuur- processen met minder energieverbruik. Juist daarom is het Noorden onderscheidend. We hebben de industrie en de kennisinstellingen, een goede zeehaven, een omvangrijke agro-sector die van toenemend belang is als bedenker en leverancier van toekomstige grondstoffen. We hebben windparken voor de kust voor voldoende duurzame elektriciteit voor de industrie, we hebben de maak- onderhoud en installatiebedrijven, we hebben een

gasinfrastructuur die herbruikbaar is voor andere energiebronnen en we zijn sterk in het toepassen van kennis. Noord-Nederland is voor de chemische en procesindustrie klein genoeg om een interessante, internationale proeftuin te zijn en groot genoeg om regionaal en nationaal betekenis te hebben. Rond Delfzijl en Eemshaven werken 150 bedrijven al jaren samen in Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) met een succesvolle groene industrie-agenda en concrete ambities. In Drenthe is een soortgelijke samenwerking opgetuigd voor die regio, onder de naam SBD, op basis van een vergelijkbare agenda. We groeien naar een nieuw evenwicht met meer samenwerking in ketens en toenemende kennisuitwisseling. En daarin doen wij er toe.” Circulaire ketens „De inzet is te komen tot het slimmer en duurzamer inrichten van alle chemische processen op basis van nieuwe, groene grondstoffen, om productie van groene halffabricaten en duurzame, herbruikbare producten. Ontwikkelen en produceren voor een circulaire economie. Daarom wordt in de regio op tal van plekken al jaren wetenschappelijk en toegepast onderzoek gedaan, veel getest en opgeschaald tot proeffabrieken en vervolgens naar commerciële productie. Voorbeelden daarvan zijn Avantium dat een proeffabriek heeft voor bioraffinage van resthout in Delfzijl, waarbij gebruik wordt gemaakt van zoutzuur van Nobian (voorheen AkzoNobel) in Delfzijl. Met de raffinage wordt resthout omgezet in suikers en lignine. De suikers dienen als grondstof, de lignine als energiebron. Kijk naar de CuRe technologie in Emmen, gericht op het oneindig recyclen van polyester en PET. Kijk naar de proeffabriek van BioBTX waar hernieuwbare grondstoffen de basis vormen voor chemische grondstoffen en naar hun samenwerking met bijvoorbeeld Teijin om duurzame kunstvezels te produceren. Het Noorden ontwikkelt zich steeds meer als ontdekker, kenniscentrum en proeftuin voor biopolymeren, de groene basis voor plastics en plasticproductie, hier en elders. Daarnaast is het ook van groot belang dat in Heerenveen het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics staat, omdat we het plastic uit ons huishoudelijk afval zo goed mogelijk recyclebaar moeten maken. Want de waarde van recycled kunststof wordt sterk bepaald door de vraag hoe goed je het kunt hergebruiken.” De vernieuwing van de chemische industrie is de bakermat voor de nieuwe, groene economie. Tal van bedrijven en kennisinstellingen spelen daarin een wezenlijke rol. Met betrokken overheden maken ze het Noorden tot een onderscheidende regio, een aantrekkelijke proeftuin voor de circulaire wereld. Voor kennistalent, ontdekkers en onderzoekers, voor vakmensen, chemici, procestechnologen en vele anderen. Groene denkers en doeners die met Chemport Europe de unieke positie van Groningen, Drenthe en Friesland versterken.

In de photobioreactoren van Photanol wordt CO2 om gezet naar basischemicaliën

www.chemport.eu


ADVERTENTIE

EEN GREEP UIT GROENE CHEMIE IN HET NOORDEN AVANTIUM – KUNSTSTOFFEN

PHOTANOL – CHEMICALIË N

BIOBTX - AROMATEN UIT

RECELL® – CELLULOSE VOOR

UIT SUIKERS

UIT ROOKGASSEN

RESTSTROMEN

GROENE PRODUCTIE

Om conventionele plastics te maken is aardolie nu nog onmisbaar. Maar Avantium heeft het duurzame plastic PEF ontwikkeld, op basis van plantaardige suikers als glucose en fructose. Hun product PEF is 100% plantaardig, volledig recyclebaar, heeft superieure eigenschappen en het breekt het ook veel sneller af dan conventionele plastics.

Photanol gebruikt CO2, bijvoorbeeld uit rookgas van fabrieken dat nu gewoon de atmosfeer ingaat, en zet dat met behulp van bacteriën en zonlicht om naar chemische bouwblokken. Zo produceren ze onder andere melkzuur en andere organische zuren, dat samen met hun ketenpartners Nobian, Corbion en Renolit verder verwerkt wordt.

BioBTX maakt chemische bouwblokken uit zowel bioreststromen, zoals glycerine, houtsnippers of cacaodoppen, als plastic afval. Zij maken aromaten, een basisgrondstof voor de productie van kunststoffen. Supersterke vezels bijvoorbeeld.

Recell® is een cellulose product dat wordt toegepast als groene grondstof voor o.a. fietspaden, straatmeubilair, gevelbekleding en groene chemie. Het wordt geproduceerd uit reststromen van o.a. afvalrecycling, rioolwater en de bouwsector. Toepassing van 1 ton Recell® voorkomt 2 ton CO2-uitstoot.

Foto: Rogier Bos

CURE TECHNOLOGY – POLYESTER RECYCLING

GRONDSTOFFEN

De CuRe technologie is een slimme manier om polyester te recyclen tegen lage kosten. Het is een samenwerking tussen Cumapol, Morssinkhof, DSM-Niaga, DuFor en NHL Stenden. Van elk type ingezameld polyester wordt de kleur verwijderd en omgezet in heldere pellets. Deze hebben precies dezelfde eigenschappen als nieuw polyester dat uit aardolie gemaakt is.

FABRICAGE

DISTRIBUTIE RECYCLE

GEBRUIK

AFVAL

FOAMPLANT – BIOLOGISCH

AIROGROUP – ALLES UIT DE

SENBIS – AFBREEKBARE

VEPADRENTEA - 100%

AFBREEKBAAR SCHUIM

REGIO

KUNSTGRASKORREL

CIRCULAIRE STOEL

Growfoam is één van de biologisch afbreekbare schuimen van Foamplant: het is een schuim waar telers hun planten in kunnen laten groeien. Het is gemaakt van biologisch afbreekbare biopolymeren en natuurlijke toevoegingen, waarmee eigenschappen zoals schuimcelgrootte precies naar de wens van de klant gemaakt worden.

Onderhouds- en reinigingsproducten worden traditioneel gemaakt van geïmporteerde en fossiele grondstoffen. De Airogroup is gespecialiseerd in fossielvrije, natuurlijke producten. Hierbij wordt gebruik wordt gemaakt van lokaal geproduceerde en biologisch afbreekbare grondstoffen, zoals koolzaadolie en bestanddelen uit suikerbieten.

Er is veel ophef over de kunstgraskorrels van oude autobanden die op sportvelden gebruikt worden, o.a. vanwege microplastics en gezondheidsbezwaren. De korrels van Senbis zijn gemaakt van biopolymeren, zijn nontoxisch én hebben goede eigenschappen voor zowel sportprestaties als levensduur. Belandt de korrel buiten het veld, dan wordt deze afgebroken door bacteriën die van nature in de grond aanwezig zijn en niet op het kunstgrasveld.

Onlangs lanceerde VepaDrentea de meest duurzame collectie stoelen ter wereld, met een kuip van een nieuw, uniek biomateriaal. Deze innovatie is samen met Plantics en Hempflax ontwikkeld. De gebruikte grondstoffen hennep en biohars zijn beiden volledig biologisch, plantaardig én recyclebaar. De onderdelen van de stoel zijn zo ontworpen dat ze na gebruik eenvoudig van elkaar zijn te scheiden en kunnen worden hergebruikt.

Alle genoemde bedrijven zijn onderdeel van het Chemport Europe ecosysteem.


ADVERTENTIE

‘Prettig om als accountants en adviseurs te ondernemen samen met ondernemers’ KroeseWevers raakt nog meer bekend in het Noorden van Nederland. Het accountantskantoor - waar zeker 400 mensen werken - heeft in het Oosten een vestiging in Enschede, Deventer, Doetinchem, Oldenzaal, Raalte en Zwolle. In het Noorden kunnen bedrijven terecht in Emmen en nu ook aan de Sylviuslaan in stad-Groningen.

,,We hebben ons per 1 januari aangesloten bij KroeseWevers”, vertelt Chiel Reugebrink. De 57jarige Harenaar was in Groningen eigenaar van MTN Accountants en Adviseurs; hij zit al dertig jaar met veel plezier in het vak. Door de krachten te bundelen maken nu ruim 175 supermarktondernemers gebruik van de expertise van KroeseWevers. Alle dertig vroegere medewerkers van MTN zijn nu in dienst van KroeseWevers. De onderneming ondersteunt en adviseert mkb-bedrijven op het vlak van bijvoorbeeld accountancy, belastingen, bedrijfsovernames- en financieringen, personeel, salaris, subsidies en internationaal ondernemen. Reugebrink is samen met Erik Roelofs - directeur audit - verantwoordelijk voor de aansturing van KroeseWevers Noord. De 53-jarige Roelofs uit Tubbergen zet zich sinds 2012 in voor KroeseWevers. ,,We willen ook voor onze klanten in het Noorden de lokale accountant en adviseur zijn, die hen van goede dienstverlening voorziet”, zegt Roelofs. ,,De kans om samen te gaan met MTN deed zich voor en wij vinden deze ontwikkeling een welkome aanvulling. Het Noorden en Oosten gaan qua cultuur ook prima samen. Klanten voelen zich denk ik thuis bij onze cultuur van no-nonsense, nuchterheid en een effectieve aanpak. We werken klant- en kwaliteitsgericht met aandacht voor de mens.” Meer doorgroeimogelijkheden Ook Reugebrink is blij met de nieuwe situatie. ,,Het vroegere personeel van MTN heeft nu meer doorgroeimogelijkheden. Ook de opleidingsmogelijkheden zijn vergroot door het samengaan. Aan de andere kant blijven we ‘gewoon’ op onze vertrouwde locatie in Groningen, dichtbij de vertrouwde klanten. Dat persoonlijke contact blijft gelukkig.” Bijkomend voordeel is volgens Reugebrink dat vanuit kantoor Groningen klanten nu breder en specialistischer ontzorgd kunnen worden, doordat KroeseWevers een aantal aanvullende disciplines in huis heeft. Denk hierbij aan een audit-tak die accountantsverklaringen kan afgeven, een corporate finance-afdeling die veel ervaring heeft met het begeleiden van de aan- en verkoop van bedrijven en een eigen subsidieadvies-afdeling.

‘Het Noorden en Oosten vormen samen een prachtig marktgebied’ Naamsbekendheid Roelofs: ,,Snel nadat bekend werd dat we ons ook in Groningen zouden vestigen, kwamen de eerste sollicitaties al binnen. Dit betekent dat onze naam

Erik Roelofs (links) en Chiel Reugebrink.

al rondzingt, maar we zullen ook verder in de naamsbekendheid investeren.” Reugebrink vult aan dat het blijven leveren van kwaliteit bij bestaande klanten zorgt voor een goede mondtot-mondreclame. ,,We kunnen onze klanten nu breder ontzorgen dan voorheen. Verder bundelen we - naast de al bestaande band met de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen - de krachten met studieverenigingen in Groningen die voor ons relevant zijn.” Helpende hand In deze ingrijpende coronatijd biedt KroeseWevers bedrijven de helpende hand. ,,We kunnen klanten begeleiden en adviseren als het gaat om bijvoorbeeld het aanvragen van de NOWregeling.” Deze regeling - als een voorbeeld van meerdere steunregelingen vanwege corona - is voor werkgevers die door de coronacrisis te maken hebben met een omzetverlies van minstens twintig procent. Bij het UWV kan worden aangeklopt voor een tegemoetkoming in de loonkosten in de vorm van een subsidie. ,,Bedrijven moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden; wij kunnen ondernemingen daarin bij de hand nemen. Meer algemeen bekijken we samen hoe ‘we’ ervoor zorgen dat onze klanten deze tijd doorkomen. Denk ook aan het betalen van belasting en hoe daarmee om te gaan.” Mooi en afwisselend Roelofs en Reugebrink zijn blij met de persoonlijke benadering van KroeseWevers; het bedrijf staat niet bekend als een kolos in de accountancybranche. ,,Twee van onze kantoren

zijn wat groter, maar verder werken op elke vestiging tussen de dertig en vijftig van onze mensen.” Zij herkennen - en werken voor ondernemers met veel ambities, maar er zijn ook klanten waar er meer ‘op de winkel wordt gepast’. ,,Juist die verschillen maken ons werk zo mooi en afwisselend”, zegt Reugebrink. ,,Wij begeleiden de ondernemer die vorige maand met zijn bedrijf is gestart, maar ook de ondernemer die wordt klaargestoomd voor een beursgang. Van klein tot groot, van starter tot geroutineerde ondernemer en alles daar tussenin. Ook die afwisseling is fijn en uitdagend voor onze mensen. Zij kunnen zich hierdoor zowel breed en specialistisch ontwikkelen, afhankelijk van de persoonlijke wensen. Het Noorden en Oosten vormen samen een prachtig marktgebied, waar genoeg te doen is om carrière te kunnen maken én waar het voor ons prettig ondernemen is samen met de ondernemers. We versterken elkaar graag.” Reugebrink ziet dat mkb-ondernemers vaak rondlopen met erg goede plannen, maar de mensen om mee te sparren ontbreken veelal. ,,Daarin kunnen wij van toegevoegde waarde zijn voor ondernemers. Dat maakt ons werk elke dag weer leuk en uitdagend.” www.kroesewevers.nl


ADVERTENTIE

Studeren aan het Alfa-college: duurzame ontwikkeling gezicht en betekenis geven Een bruisende ontmoetingsplaats en inspiratiebron voor circulair bouwen en denken. Het gebouw van het Alfa-college aan de Hoogeveense Voltastraat ondergaat deze jaren een metamorfose. Circulair denken als uitgangspunt, het schoolgebouw als proeftuin.

Hoe maak je van een traditioneel schoolgebouw een inspiratiebron van duurzaam denken en circulariteit? Het Alfa-college, school voor middelbaar beroepsonderwijs, zag en ziet die kans en brengt het met de transformatie van het schoolgebouw in de praktijk onder de noemer Volta2020. Met de aannemer, studenten en tal van andere enthousiaste denkers en doeners. ,,Toen we begonnen was er wel een idee waar we naar toe wilden en nu merk je wat het allemaal betekent”, zegt regiodirecteur Jan Berend van der Wijk. ,,In de aanbesteding hebben we de voorwaarden gesteld, want de uitvraag bepaalt de uitkomst. We wilden een schoolgebouw dat zo duurzaam mogelijk en liefst met hergebruik van zoveel mogelijk materialen uit het eigen gebouw, dus circulair zou zijn; dat een betere leer- en leefomgeving moest worden en dat studenten volop mee konden werken aan de transformatie, want het gaat bij het Alfa-college om leren werken in de praktijk. En we wilden recht doen aan het samenwerken aan een sterke regio. De aannemer hebben we de ruimte gelaten om aan te geven waar hij nog meer kansen zag en wij hadden het budget dat te faciliteren. Dat is volop gebeurd, het is nauwelijks voorstelbaar hoe het gebouw tot in de haarvaten verandert, hoezeer we besparen op energie, hoeveel materialen en zelfs een groot deel van het casco van de school zijn hergebruikt. Het project heeft veel losgemaakt en heel inspirerend voor ons allemaal en in de volle breedte van de school. Niet alleen de techniekopleidingen profiteren ervan, maar ook opleidingen in de zorg of dienstverlening. Het is een geweldig praktisch en theoretisch leerproces, het is onderwijs in z’n mooiste vorm.” Uitgelezen kans om het te doen De man die vanaf dag één aan de basis stond van dit ingrijpende leer en werkproces is Klaas Graveland, eigenaar van het Hoogeveense HuneBouw. ,,Hoe pak je het aan? Dat is al twee jaar lang wat we doen bij de verbouwing aan de Voltastraat. Het is niet simpel, omdat je voortdurend alles moet bedenken, overleggen en proberen. Het is ontdekken, fouten maken, bereid zijn te leren van elkaar, ruimte geven om een stap verder te komen. Er zijn nog geen geharmoniseerde normen voor, je moet leren keuzes te maken en ontdekken wat dat in de praktijk betekent. We hebben met beide handen de kans aangegrepen om alles er uit halen wat er mogelijk was. Daarom hebben we hergebruik ook volledig toegepast op grote delen van het casco waardoor het niveau van circulariteit verder omhoog is gegaan. We hebben met veel plezier gezien dat onderaannemers en leveranciers dolgraag meegaan in dat onbekende proces. Ze willen meedoen, het is een proces van al doende leert men. Het lijkt misschien heel chaotisch, maar de mate van circulariteit blijkt meetbaar te zijn. Gedurende de hele bouwperiode werd samen met het Alfa-college en Hanze Hogeschool Groningen invulling gegeven aan studentenparticipatie. Ook heeft een HBOstudente haar afstudeeropdracht uitgewerkt op het onderwerp circulair verbouwen. Circulair verbouwen betekent dat je het moet gaan doen en dit was een uitgelezen kans.” Inmiddels werkt HuneBouw vanuit haar opgedane ervaring op het

V.l.n.r. Jan Berend van Wijk, Alco Otten en Klaas Berends. Alfa-college mee aan een geharmoniseerde norm voor circulair bouwen in Nederland. Tussen het Alfa-college en HuneBouw is de intentie uitgesproken om de opgedane kennis te borgen in het belang van zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. De verbouwing van het schoolgebouw staat niet op zichzelf. Studenten en docenten krijgen voortdurend de kans duurzaam en circulair inhoud en betekenis te geven, vertelt Jan Berend van der Wijk. ,,Dat is wat we willen: de Drentse ambities van duurzaamheid en circulariteit op onderwijsvlak concreet inhoud geven. Die passen voor ons binnen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties wij omarmen en het geeft inhoud aan ons doel om studenten maatschappelijk betekenisvol te kunnen laten zijn. We willen een platform en leeromgeving voor de omgeving zijn waar duurzame ontwikkeling innovatief vorm en inhoud krijgt. Met projecten als het Tiny House op Waterstof, dat zodra het met corona kan, op tour gaat in de provincie. Met het samenwerken in Gas 2.0, Energy College, het Duurzaamheidscentrum i.o. en het Noordelijk Innovatielab van de Circulaire Economie (NICE) en de Drentse proeftuin Drenthe Woont Circulair. Het gaat om samenwerken, ontwikkelen en stappen zetten en studenten voorbereiden op die nieuwe, circulaire wereld.” Vernieuwing komt altijd van buiten Zo de complete revitalisatie van het schoolgebouw voor iedereen een ontdekking is, zo geldt dat ook voor de metamorfose naar een nieuwe vorm van onderwijs. Opleidingsmanager Klaas Berends en docent Alco Otten: ,,Het belangrijkste is dat ons onderwijs toegaat naar een andere positie van de leerling, van de student. Zij worden leidend in hun eigen ontwikkeling want zij zijn het die met een frisse blik en vanuit hun perspectief nadenken over al dat nieuwe. De oudere

generaties zijn vertrouwd met wat zij hebben geleerd, maar weten nog weinig van het circulaire. We proberen op het Alfa-college daar vorm aan te geven, het verbinden van de inzichten en competenties van jonge mensen aan de kennis en het vakinhoudelijke inzicht van vakmensen zodat ze samen het nieuwe ontdekken. We zijn daar flexibel in en hebben dat niet in vaste programma’s. Het is spannend om het inhoud te geven, al doende leren wij ook. Als we dat van elkaar leren, ontstaan nieuwe dimensies en perspectief. Dat geldt ook voor volwassen werknemers die bij ons aan kloppen voor scholing. Wij bieden een breed scala aan naen bijscholingen en voor scholing in de bouwsector zijn wij nu in staat om met onze ervaringen op dit gebied, interessante programma’s aan te bieden.” Op het vorige week door Alfa-college georganiseerde webinar Circulair Bouwen stond die nieuwe wereld en het perspectief centraal. Met Volta2020 als onderlegger en een toelichting op diverse circulaire onderwijsprojecten, liet ook ondernemer en oud Nationaal Energiecommissaris Ruud Koornstra zich niet onbetuigd over de rol van de jeugd. ,,Studenten weten het al veel beter dan wij vaak denken. Het gaat om de volgende stap in onze beschaving. Vernieuwing komt altijd van buiten, dus het is aan de jongeren om ook in het onderwijs die vernieuwing te bewerkstelligen.” Het totaal vernieuwde Alfa-college aan de Hoogeveense Voltastraat, waar het onderwijs al die tijd gewoon doorging, wordt in de loop van dit schooljaar geopend. Als bewijs dat circulariteit een kwestie is van doen. www.alfa-college.nl Klaas Berends, opleidingsmanager Techniek – 06-36006302


DE

ZAKEN VOOR EEN GESLAAGDE ENERGIETRANSITIE

Om de energietransitie te laten slagen is veel meer nodig dan waterstof als energiebron en -drager. Want het is niet of-of maar én-én. Bovendien zijn er nog wat gaten waar het mkb kan inspringen, zo zegt een groep Groningse ondernemers die met de oprichting van BV Dutchvolt de handen ineensloeg. Tekst Karlijn ter Horst Illustratie Job van der Molen

Aan dit artikel werkten mee 1. EEN ENERGIEMIX De transitie naar duurzame energie kan alleen als alle vormen worden ingezet: windenergie, waterstof, zonnepanelen en zo verder. Piet Jan Bloem: ,,Waterstof is een batterij, een drager, maar het is geen oplossing op zich. Dat is hetzelfde als ‘ik koop een laptop, want dan heb ik geen stopcontact nodig’. Zo werkt de energietransitie niet. Als je ook de warmte kunt gebruiken die vrijkomt bij opwekking, dan is het interessant. Overal waar je het anders toepast, zoals in een waterstofauto, is het rendement te laag.’’ Gerard de Boer: ,,Een mix van middelen bepaalt of de transitie loskomt.’’ Verschillende toepassingen vragen verschillende oplossingen. Zo is varen op waterstof op dit moment bijvoorbeeld te kostbaar en ontwikkelt Conoship daarom zijn eigen brandstofcel: de redox flow accu. ,,Energie is overal beschikbaar, maar het ontbrak aan een opslagsysteem. Zo kwamen we bij deze techniek: bepaalde moleculen in een vloeistof die we elektrisch kunnen laden’’, legt Maarten Sickler uit. Inmiddels is de energiedichtheid van dit accusysteem zo groot dat het gewicht laag genoeg is om in een schip in te bouwen. Zo vaart het zonder uitstoot van hier naar bijvoorbeeld Noorwegen. ,,We zijn onderdeel van een consortium geworden dat deze accu’s gaat produceren.’’ 2. OPSCHALEN Waterstof is een belangrijke schakel in de energietransitie, maar pas als het op hele grote schaal wordt geproduceerd. Grote spelers staan garant voor de winning, met windmolenparken en electrolysers, en voor de distributie. ,,De infrastructuur in NoordNederland kunnen we gebruiken. Die is uniek en vind je nergens anders in Europa. Als het op schaal gaat gebeuren, dan is dat hier’’, stelt De Boer. ,,Maar als je iets wilt dan moet je werken met een complete keten. Als je die niet organiseert krijg je het niet voor elkaar’’, volgens Herman Roose. Het mkb is de missing link, zeggen de ondernemers van Dutchvolt. Roose: ,,De grote partijen richten

12 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

zich vooral op het gebruik van waterstof door de industrie. Dat feestje gaat compleet voorbij aan de consument. Voor de maatschappelijke integratie heb je daar dus niet zoveel aan. Het mkb kan kleinere ketens organiseren die dichter bij de burger liggen. Daardoor ontstaat acceptatie en adaptatie. En die heb je nodig om volumes te maken en de prijs te laten zakken.’’ Daar liggen kansen: in decentrale opwekking en opslag. 3. OPSLAGOPLOSSINGEN Een van de zaken waaraan het nog schort is opslag, zeggen de ondernemers. Zij willen waterstof wel gebruiken, maar hoe dan? Dat kan op verschillende manieren, het is zaak dat we daarmee in het Noorden aan de slag gaan. Volgens het vijftal hebben we wat dat betreft de boot gemist. ,,Het is belangrijk om eigen intellectueel eigendom (IP) te hebben. Als we de technologie op orde hebben, dan hebben we een ecosysteem gebouwd op duurzame energie. Zoals we dat bij gas ook deden. Daaraan kun je nu werken, aan zaken die nog niet ingevuld zijn: opslag, bijvoorbeeld’’, stelt De Boer. De accu van Conoship is zo’n voorbeeld. Sickler: ,,Het hebben van IP hier betekent ook dat als buitenlandse bedrijven interesse hebben in onze technologie, ze automatisch naar Groningen bellen. Dan zit je als eerste aan tafel.’’ Wanneer het Noorden voorbeeldregio voor Europa kan worden voor emissieloos varen, bestendigt en verdubbelt het mogelijk zelfs de 4500 banen die de sector op dit moment kent, zo stellen de ondernemers. 4. PRODUCT-MARKTCOMBINATIES Wanneer is de energietransitie niet langer een ver-van-mijn-bedshow voor de samenleving? Als er oplossingen voor burgers en mkb op de markt komen: product-marktcombinaties. Neem bijvoorbeeld boeren voor wie Roose een oplossing ontwikkelde: de Energieboer. ,,Boeren produceren te veel stikstof, maar moeten wel inkomen hebben en kunnen dus niet zomaar de helft van hun veestapel wegdoen. Tenzij ze een deel van hun vastgoed gebruiken voor een zonen windcombinatie met een elektrolyser die waterstof produceert voor onze H2

Powercube, een generator op waterstof ter vervanging van vervuilende dieselgeneratoren.’’ Een investering van 2,5 miljoen euro die zich volgens Roose in zes jaar terugverdient. ,,Daarmee voorzie je de boer van een inkomen.” Een ander voorbeeld van zo’n productmarktcombinatie is slimme technologie door gebruik van kunstmatige intelligentie, waarmee je grids managet op grote en kleine schaal. Zo verduurzaamde Bloem jarenlang datacenters en ontwikkelde met zijn opgedane kennis AIMZ. ,,Door digitale intelligentie toe te voegen aan gebouwbeheersystemen verbruiken gebouwen minder energie. Monitoren is leuk, maar veel beter is sturen op verbruik.’’ Gebouwen bewegen mee op het ritme van opwekking door de energievraag onder controle te krijgen, legt Bloem uit. De Boer vult aan: ,,Innovatie in gebouwen is een probleem, want die schrijf je over een veel langere tijd af dan bijvoorbeeld een auto. We weten dat 50 procent van de energie in gebouwen weglekt. Als je weet waar, dankzij een laag kunstmatige intelligentie, dan kun je sturen.” 5. FOCUS OP DE REGIONALE ECONOMIE De oplossingen moet je niet allemaal in het buitenland laten produceren, maar juist lokaal. ,,Het zonnepark in Hoogezand krijgt 100 miljoen euro subsidie, maar de plaatselijke economie wordt er niet beter van. Er verdwijnt meer dan 1 miljard euro voor de energietransitie naar het buitenland’’, aldus Bloem. ,,Dan ben je eigenlijk je economie aan het uithollen.’’ Volgens De Boer is het zaak dat de blik op de regio wordt gericht. ,,De strategie voor de energietransitie is op dit moment primair gericht op sourcing, groene energie opwekken, maar veel minder op de regionale economie. In de ideale situatie na de transitie is er sterke regionale kennis, een regionale maakindustrie die voorziet in banen, die kennis kapitaliseert en duurzame oplossingen creëert die wereldwijd worden geëxporteerd.” Zoiets als de Deltawerken in de vorige eeuw, maar dan voor Noord-Nederland.

Thirza Koopmans, Gerard de Boer (AIMZ), Piet Jan Bloem (AIMZ), Maarten Sickler (Conoship) en Herman Roose (Steel Tower Europe Group / Roose & Roose BV), allen verenigd in Dutchvolt. Dutchvolt Wil de energietransitie versnellen met brandstofcel- en batterijoplossingen voor grids, de maritieme en luchtvaartsector en mobiliteit. AIMZ Verlaagt met kunstmatige intelligentie de footprint van gebouwen door energielekken in kaart te brengen en proactief bij te sturen op energieverbruik. Conoship Ontwikkelt met partners een redox flow batterij waarmee schepen zonder uitstoot kunnen varen. Is geen onderdeel van Dutchvolt. Steel Tower Europe Group (STEG) Producent van modulaire, recyclebare windmolens. Roose&Roose Wil met de Energieboer decentraal waterstof produceren voor de H2 PowerCube, aggregaat op waterstof.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 13


ADVERTENTIE

Veni: unieke combinatie voor wie in stenen of zijn bedrijf wil financieren Steeds drukker wordt het bij Veni Groep aan het Schuitendiep in Groningen. Dat is niet zo gek. Het kantoor levert voor iedereen die in vastgoed wil investeren een combinatie van financiële diensten die niemand anders biedt. Ook voor wie een bedrijfsfinanciering zoekt, is Veni hét adres.

Zoek je een vastgoedfinanciering? Of een nieuwe hypotheek op je woning? Een bedrijfsfinanciering? Een verzekering erbij? Veni biedt het allemaal. En via dochterbedrijven Vastgoedkeukens.com en Vastgoedsanitair.com zijn nieuwe keukens en badkamers voor in verhuurpanden ook zo geregeld. „Juist die combinatie is wat ons anders maakt”, vertelt Richard Hamstra. Hij is ruim twee jaar eigenaar van de Veni Groep samen met Hans Hemmes. „Het is ontzorging. Bij ons regel je álles wat met vastgoed en financieringen te maken heeft, we horen dat klanten dat enorm waarderen. Vooral omdat wij zo in staat zijn mooie constructies en oplossingen te creëren die geen ander kantoor in huis heeft.” Hemmes: „Een voorbeeld? We zien veel ondernemers die wat geld over hebben en willen beleggen in een pand. Zo iemand heeft vaak een financiering op zijn woning en een andere op zijn bedrijf. Wij kijken dan naar álle financieringen en kunnen afwegen of we bijvoorbeeld de hypotheek op de woning kunnen ophogen of juist de bedrijfsfinanciering om meer geld vrij te krijgen. En op die manier kan die klant dan niet in één, maar meteen in twee panden investeren. We hebben meer knoppen om aan te draaien zogezegd.” Grootbank en vastgoedbank Veni Groep is intermediair van alle grootbanken, maar heeft als één van de weinige kantoren, ook een aanstelling bij alle vastgoedbanken. En dat levert ongekende mogelijkheden op voor klanten. Hamstra: „Vastgoedbanken hanteren net weer

andere regels. Ze financieren bijvoorbeeld tot een hoger percentage van de aankoopsom van een pand. En dat kan soms net een heleboel uitmaken.” De tijd dat alleen handelaren en ondernemers investeerden in vastgoed, ligt een eind achter ons. De medewerkers van het kantoor aan het Schuitendiep zien steeds meer verschillende soorten mensen binnenstappen. Je geld steken in verhuurpanden is nu eenmaal een goede investering, als je het op de juiste manier aanpakt. Hans Hemmes: „Zeker afgelopen jaar was er een forse groei aan klanten die voor het eerst wilden investeren in een tweede huis.” Dat heeft ongetwijfeld te maken met de lage hypotheekrentestand en de hoge verhuurprijzen. Maar misschien ook wel met vakantiegeld dat is blijven liggen, onzekere tijden voor beursbeleggingen en niet te vergeten grote overwaardes op woningen. Dan ligt het voor de hand te kiezen voor die goede, oude stenen als beleggingsobject. Woning voor verhuur Hamstra: „Wat we heel veel zien is dat jonge ouders de stad uit willen met hun kinderen, meer de ruimte zoeken. Maar hoe mooi zou het zijn als ze hun starterswoning of appartement kunnen aanhouden voor de verhuur? Daar hebben wij een speciaal product voor, de verhuurhypotheek. Hebben we heel wat mensen blij mee kunnen maken. Die hebben rendement, vast en zeker op termijn een waardestijging van hun pand én wonen waar ze willen, zonder maandlasten die de pan uit rijzen.”

Veni Groep vindt voor iedereen die wil investeren in vastgoed een oplossing. „Onze klantenkring is heel breed, van ondernemers die tientallen verhuurpanden hebben, tot consumenten die voor het eerst een extra woning kopen. Voor ondernemers die meerde panden verhuren, bieden we een speciale vastgoedverzekring. Die kan wel meer dan de helft goedkoper zijn dan de gemiddelde verzekering.” Maar ook voor de groeiende groep ondernemers die hulp nodig heeft bij het financieren van het bedrijf, heeft Veni een waaier aan oplossingen paraat. Hamstra: „Je ziet dat de banken daarin een terugtrekkende beweging maken. Wij kennen de klant en weten hoe de banken werken. Door onze combinatie van financiële producten vinden we meestal een mooie oplossing.” De formule heeft succes. Ruim twee jaar geleden runde Hans Hemmes Veni nog als eenmansbedrijf. Nu werken er - verspreid over drie kantoren in Groningen en ook vestigingen in Leeuwarden, Enschede en Zwolle - acht man. Bij Vastgoedkeukens.com hebben Hemmes en Hamstra er nog eens negen in dienst. „De vraag vanuit de klant staat centraal. Dat is precies de reden dat we al die verschillende financiële diensten, verzekeringen en meer zijn gaan aanbieden. Omdat daar een directe behoefte aan is.” venigroningen.nl


COLUMN

p de televisie is een reclame te zien die ongeveer zo gaat. Een jongeman, type levensgenieter, zit met vrienden in een kroeg. Ze lachen, drinken bier en eten een schaal bitterballen leeg. Kortom, ze hebben het leuk. Totdat de jongeman last krijgt van brandend maagzuur. Gelukkig heeft hij pilletjes bij zich! Hij neemt ze in (met bier geloof ik, maar dat kan ik verzonnen hebben) en werpt zich lachend op de schaal kaasblokjes met mosterd.

O

Het spotje is een reclame voor dat pilletje, maar het had ook een satirische sketch kunnen zijn. Het is overduidelijk dat het hier om symptoombestrijding gaat. Als de jongeman de rest van de avond gewoon aan de thee gaat is het probleem beter en grondiger opgelost. Als hij daarentegen elke avond pillen slikt om bier en bitterballen te kunnen nuttigen, dan zal hij hoogstwaarschijnlijk andere klachten ontwikkelen. Het pilletje is op zijn best een tijdelijke oplossing. Een thuisbrengertje, waarvan het wel de bedoeling is dat je het zo snel mogelijk vervangt door een echte band. Het is duct tape: je kunt er bijna alles mee repareren, maar als je verder niets doet, dan is die reparatie zelden permanent. Het is wachten op de volgende breuk. Het afgelopen jaar hebben we als samenleving een paar honderd miljard euro uitgegeven aan duct tape. Niets van wat we hebben gedaan heeft de samenleving structureel gezonder gemaakt. Integendeel zelfs. Ik heb geen idee hoe een structurele oplossing er uit zou moeten zien, hoor. Ik vermoed dat we onze internationale economie zullen moeten vertragen en ontvlechten, zodat we in de toekomst meer reactietijd hebben en brandhaarden makkelijker kunnen isoleren. Wat ik wel weet, is dat nietsdoen gelijk staat aan wachten op de volgende pandemie.

HONDERDEN MILJARDEN AAN DUCT TAPE Er is nog iets. Een belangrijk doel van alle covidmaatregelen is voorkomen dat de gezondheidszorg overbelast raakt. Dat mag wat kosten, blijkbaar. Zolang maatregelen ‘effectief’ en ‘proportioneel’ zijn, vinden we het Kamerbreed prima. We hebben zelfs het voorzorgsbeginsel leren kennen: als je vermoedt dat iets zou kunnen werken tegen een dreigende ramp en het heeft geen onoverkomelijke negatieve gevolgen, dan moet je dat doen, ook al weet je niet zeker of het werkt.

De druk op de zorg gaat de komende twintig jaar verviervoudigen

Het gekke is: de druk op de zorg in Nederland gaat de komende twintig jaar naar verwachting verviervoudigen, alleen al door de vergrijzing. Dat is een vergelijkbare ramp, alleen niet zo urgent. Het gaat in slow motion. We hebben nog tijd om iets te doen. Maar we doen vrijwel niets. Zelfs maatregelen waarvan we zeker weten dat ze de volksgezondheid verbeteren, en dus de druk op de zorg verminderen, worden niet genomen. Waarom is er nog geen verbod op de verkoop van tabak? Waarom nog geen suikertax? Een rijbewijs voor elektrische fietsen? Ja, ik ken de antwoorden. Aantasting van de vrijheid. Betutteling. Internationale afspraken. Het kost banen. Maar het is wel effectief en proportioneel, om van dat voorzorgsbeginsel nog maar te zwijgen. Toch maar doen dus. Bovendien verdien je het dubbel en dwars terug aan besparingen op duct tape.

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 15


16

donderdag 11 februari 2021

ADVERTENTIE

‘When trust matters, dan spelen wij een rol’ Op 1 maart a.s. verandert DNV GL haar naam in DNV. Aan de activiteiten verandert niets. DNV GL blijft ’s als energieadviseur, certificeringsinstelling en classificatiebureau actief in diverse sectoren, zoals energie, maritiem, food en medisch. „Onze vestiging in Groningen wordt binnen DNV GL gezien als hèt expertisecentrum op het gebied van toekomstige energiesystemen, duurzame brandstoffen, nieuwe technologieën en slimme energienetwerken”, zegt manager Johan Knijp. Daarbij springen de ontwikkelingen rondom waterstof het meest in het oog. Daarover later meer.

Johan Knijp bij de hoge temperatuur testinstallatie (oven) van DNV GL .

Vertrouwen Naast Groningen heeft DNV GL in Nederland vestigingen in Rotterdam en Arnhem, met in totaal 600 medewerkers. Wereldwijd werken er circa 12.000 mensen bij DNV GL. „Als vertrouwen een rol speelt, zijn wij op ons best”, geeft Knijp aan. „Wij werken met

name voor opdrachtgevers die op zoek zijn naar zekerheid en dat is heel breed: of een technologie correct werkt, of een installatie veilig is, of een kwaliteitssysteem effectief is en hoe de energiemix er over 10 jaar uitziet. Voor de Groningse vestiging praat je dan met name over de veiligheid en verduurzaming van gasttransport-, gasopslag- en gasverbruikssystemen. En ontwikkelingen rondom duurzame brandstoffen, zoals biogas, waterstof en ammoniak.” Springplank Het komt er voor een groot deel van het werk op neer dat DNV GL innovatieve concepten in haar laboratoria test, waarna het haar weg naar de praktijk vindt. „Zie ons als een springplank. Wij experimenteren met het concept, valideren het en voorzien het van de nodige kwalificaties.” Als voorbeeld noemt hij het onderzoek bij Nedmag in Veendam, waarin de vraag centraal staat of waterstof aardgas kan vervangen. Dit betekent dat onderzocht wordt of met behulp van waterstof de hoge temperaturen bereikt kunnen worden die nodig is voor de verwerking van het magnesiumzout. „Dit onderzoek komt voort uit een samenwerking van circa 35 binnenlandse- en buitenlandse bedrijven en overheden. De resultaten van het onderzoek zijn interessant voor alle bedrijven die werken met hoge temperaturen, denk aan de producenten van asfalt, bakstenen,

glas en staal. Op termijn moeten deze bedrijven hun CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen en waterstof kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren.” Verduurzaming „Wij voelen ons uitstekend thuis in Groningen”, vervolgt Knijp. “Hier gebeurt ontzettend veel op het gebied van verduurzaming en innovatie en daar kan DNV GL een belangrijke rol in spelen. Er worden vele projecten opgestart met een onderzoekscomponent in zich, DNV GL bevindt zich vaak op de grens van wat maakbaar is en wat kan. Wij bieden vertrouwen en veiligheid, waardoor opdrachtgevers verder kunnen. Op die manier dragen we bij aan de ontwikkeling van het energiesysteem van de toekomst.” Medio 2022 verhuist DNV GL naar de Zernike campus en daar ziet Knijp naar uit. „De kans dat daar nieuwe ontmoetingen plaatsvinden waaruit interessante ontwikkelingen en verbindingen kunnen voortkomen, is groot. Daarnaast kunnen we op Zernike nog meer gebruik maken van het talent dat van de onderwijsinstellingen komt. Dat voelt heel goed. En dat allemaal in een regio die een toonaangevende rol in de waterstofindustrie wil gaan spelen.” www.dnvgl.nl

ADVERTENTIE

Hanzehogeschool hoopvol over waarde van natuurlijk materiaal bij herstel gezondheid Hoe kom je van plantaardige afvalreststromen uit landbouw tot hoogwaardige producten voor farmacie of chemie? Het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool Groningen onderzoekt het: André Heeres en Erik Keller zetten de stap naar opschaling. „Dit is het ultieme upcyclen van reststromen naar farmaceutische toepassingen.” In het afval van onze landbouw en van waterzuiveringsinstallaties zitten veel bruikbare reststoffen. Uit micro-organismen kunnen bioplastics worden gevormd, zoals het biopolymeer PHA (polyhydroxalkanoaat). „Het zijn plantaardige stoffen met prima eigenschappen en ze zijn volledig afbreekbaar of herbruikbaar”, legt André Heeres uit. „Het nadeel is dat ze een relatief dure grondstof vormen en als plastic voor standaard toepassingen te duur zijn. Wij denken echter dat ze hoger in de waardeketen ook heel goed bruikbaar zijn, bijvoorbeeld voor farmaceutische of chemische toepassingen. Dan voeg je waarde toe en worden ze interessant voor de regio. Het past in de wens van het noorden om vol in te zetten op een groene economie en van de Hanzehogeschool om bij te dragen aan een gezonde, duurzame samenleving met onderzoek dat aansluit bij het regionale bedrijfsleven.” Kennis van de natuur weer opgepakt Erik Keller: „Het idee achter onze onderzoeken is dat micro-organismen een deel van hun eigen energie opslaan om die later weer te gebruiken. Is de energiehuishouding van suikers in een organisme te laag, dan gaat die vetten inzetten: de bouwstenen van de polymeren die wij

energiehuishoudboekje van het menselijk lichaam en van de moleculaire kennis uit de natuur. PHA is in voedingssupplement toepasbaar bij degeneratieve en stofwisselingsziekten, bijvoorbeeld bij Alzheimer en epilepsie.”

De volgende stap in PHA-onderzoek; opschaling in het ZAP onderzoeken. Op die basis onderzoeken we de mogelijkheid van natuurlijke voedingssupplementen die bij ziekte of herstel het lichaam van extra energie kunnen voorzien. Die supplementen bestaan al, maar met onze methode hopen we een duurzamere manier te vinden om bij te dragen aan de gezondheid van mensen. Daarin onderscheiden we ons. Wij maken gebruik van het natuurlijke

André: „We focussen op twee onderzoeksrichtingen. Zowel op gebruik in hoogwaardige voedingssupplementen, als op het gebruik bij de vervaardiging van harde lichaamseigen materialen in het menselijk lichaam, zoals hartkleppen. Het is multidisciplinair onderzoek, zowel wetenschappelijk als toegepast. Daarom zoeken we met onze docentonderzoekers en studenten ook de samenwerking met onder andere de RUG, het UMCG en het bedrijfsleven. Het onderzoek krijgt echt impact voor de regio als het commercieel interessant genoeg is om het op de markt te brengen, en daarvoor zijn partners en ontwikkelingsgeld nodig. We zijn heel hoopvol, de opschaling in ZAP, de Zernike Advanced Processing-faciliteit, is nu de eerste belangrijke vervolgstap.” www.hanze.nl


Slechts 1 op de 10 start-ups wordt een succesvol bedrijf. In de afgelopen jaren passeerde een aardig aantal de revue van NoordZ. Hoe staan ze er nu voor? In aflevering 13: Brain Fuel in Leeuwarden. Tekst Karlijn ter Horst Foto Mariska de Groot

FRISO VISSER

CORONA: OMZET VERDUBBELD Wat doen jullie ook alweer? Friso Visser, founder van Brain Fuel: ,,We bouwen brainstorm- en innovatiesessies, met allerlei methodes die je daarbij kunt gebruiken. Inclusief onze zelfontworpen Brain Fuel-methode, omdat we vinden dat bestaande methodes niet altijd goed werken. Organisaties die zitten met vraagstukken die te complex zijn om zelf op te lossen; daar komen wij om de hoek kijken. We helpen bedrijven in samenwerking met hun eigen medewerkers vernieuwen.” Hebben jullie de route gaandeweg bijgesteld? ,,We zijn altijd aan het bijstellen. Eerder te veel dan te weinig. De wereld en bedrijven ontwikkelen altijd, dus behoeften liggen voortdurend ergens anders. Maar door corona maakten we pas echt een flinke pivot. We verloren anderhalve maand aan opdrachten in één week. Toen moesten we heel snel bijschakelen. Zo organiseerden we de allereerste online hackathon van Nederland,

Hack the Crisis, samen met The Next Web (de grootste technologie- en startupconferentie van Nederland, red.). Dat heeft alles in een stroomversnelling gezet.” Wanneer is de grote doorbraak? ,,Mijn definitie van grote doorbraak verandert elke keer als we weer iets bereiken. Ik zou het nu niet zo weten. Maar persoonlijk heb ik wel een doel waarvan ik denk: hoe zou ik dat nog kunnen toppen? Een opdracht doen voor Nintendo (Japanse ontwikkelaar van computerspellen, red.), dan weet ik niet meer wat daarna komt. Of dat realistisch is? Nintendo is zeer gesloten. Nou ja, Disney belde ons ook eind 2019. Ik dacht trouwens dat het een grapje was, want die hebben toch geen creativiteit nodig. Dus dan is Nintendo ook nog steeds een optie.” Wat hebben jullie de afgelopen jaren geleerd? ,,Heel veel. Uit de hackathon, bijvoorbeeld. Er waren veel dingen waarvan mensen zei-

den: ‘dat kan online niet’. En voor een deel geloofde ik dat zelf ook. Samen creatief zijn werkt toch alleen fysiek? Maar het moest ineens online, want oplossingen voor coronaproblematiek kun je niet laten wachten. Het bleek dat online net zoveel kan, als je maar online tools leert gebruiken. Die hackathon begon dus vanuit een maatschappelijke frustratie over corona: of we helpen of we lopen te mopperen, dat waren de opties. Het werd na twee dagen in zak en as thuis: helpen. Helemaal omdat ik zelf ziek werd van corona; dan komt het heel dichtbij. En daarmee hebben we dus uiteindelijk onszelf als bedrijf geholpen. De omzet verdubbelde bijna in 2020. Dat is bizar eigenlijk voor een bedrijf dat draaide op fysieke bijeenkomsten. Alle methodes hebben we gedigitaliseerd en daarmee werken we nu. We hadden een beetje mazzel dat iedereen moe was van videobellen. Daardoor leverden onze creatieve online sessies direct enthousiasme op.” „Daarnaast lanceerden we met Innofest onze methode voor het testen van innovaties. Het

testen van innovaties is belangrijk, maar vaak onderbelicht. Er was geen gestroomlijnde goede methode die je door het proces loodst. Inmiddels wel. En ik geloof hier echt in. Het is onze next big thing. Ik hoop echt dat alle ondernemers goed gaan letten op hun testprocessen. Dat is essentieel om te innoveren én te overleven.” Hoe ziet de toekomst er uit? ,,Ik weet niet of ik helemaal terug wil naar offline. Logisch, want we ontwikkelen nu zelf ook online tools. Een aantal dingen werkt online zo goed. Registreren van alle ideeën, bijvoorbeeld. Alles is al gecategoriseerd en uitgetikt. Twee keer klikken en ik heb een verslag. Het is een stuk efficiënter. En whiteboards blijven online altijd bestaan. We adviseren uiteindelijk wat het beste is voor de opdracht. Als we geloven dat online helpt, adviseren we dat, ondanks dat alles straks weer fysiek kan. Ik ben van oorsprong een introverte nerd, opgegroeid achter een Nintendo. Ik voel me hier dus wel in thuis.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 17


Green PAC vormt het kennisknooppunt over groene chemie en kunststoffen, met vestigingen in Zwolle en Emmen. Maar wat doet het Green Polymer Application Centre precies? Tekst Wigger Brouwer

GREEN PAC: KENNISKATALYSATOR VOOR GROENE CHEMIE O p het eerste oog ziet hij er niet heel bijzonder uit, de fietsbrug over het Van Harinxmakanaal bij Ritsumasyl, Friesland. Voor je ’t weet ben je er overheen gefietst. Maar met die brug is iets bijzonders aan de hand. Hij is gemaakt van biocomposiet: een circulair bouwmateriaal, van natuurvezels. De brug is met zijn beweegbare overspanning van 22 meter de langste biocomposietbrug van de hele wereld.

KENNISKNOOPPUNT KUNSTSTOFFEN De brug komt uit de koker van Green PAC, het Polymer Application Centre in NoordNederland. Het initiatief van hogescholen NHL Stenden en Windesheim is het best te omschrijven als een kennisknooppunt waar bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen samenkomen om technische vraagstukken op te lossen. Daarbij ligt de focus op groene chemie en kunststoffen. En iedereen die iets met groene chemie of kunststoffen doet mag aankloppen bij Green PAC. Zowel de kleine ondernemer die hulp nodig heeft bij zijn startende bedrijf als de scale-ups en grotere bedrijven. Vincent Voet, associate lector van het lectoraat Duurzame Kunststoffen bij NHL Stenden in Emmen, noemt een voorbeeld van zo’n vraagstuk waarbij Green PAC kan helpen. ,,We werken samen met polyesterbedrijf CuRe Technology op het gebied van chemische recycling. In ons lab kunnen wij op kleine schaal de eerste technologieën testen voor het chemisch recyclen van kunststof: het afbreken tot aan de bouwstenen en het opnieuw polymeriseren tot nieuwe zuivere plastics. En CuRe Technology werkt in hun grotere pilotfabriek dan verder aan die techniek, en brengt het vervolgens met partners naar de markt.” En zo zijn er meer projecten en onderzoeken. Bijvoorbeeld naar biocomposieten, waarbij met vezelversterking en bioharsen een bouwmateriaal wordt gemaakt. Zichtbare voorbeelden zijn de eerder genoemde fietsbrug, een tiny house en de biocomposieten brug in dierenpark Wildlands in Emmen. Het materiaal is van hernieuwbare grondstoffen gemaakt, is lichter dan staal en heeft een relatief lage impact op het milieu.

18 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

Daarnaast houdt Green PAC zich bezig met 3D-printing. Voet: ,,Ook daar kijken we of we milieuvriendelijke materialen kunnen ontwikkelen. Twee jaar geleden hebben we een duurzame inkt ontwikkeld, op basis van sojaboonolie. Nu doen we dat op basis van appelzuur, een reststroom, samen met het lokale bedrijfsleven.”

KLEINERE ONDERNEMERS Ook de kleinere, net startende ondernemer kan aankloppen bij Green PAC. Vrijwel iedereen is welkom: als het product van de ondernemer maar iets te maken heeft met kunststof. Een ondernemer die een goed product heeft maar niet goed is in de zakelijke kant van het ondernemen kan daarin bijvoorbeeld ondersteuning krijgen. Of neem de ondernemer die hulp nodig heeft bij het verder ontwikkelen van zijn of haar product. Die kan via Green PAC in aanraking komen met de juiste kennisinstellingen en zo verder worden gebracht en geholpen. Matthijs Popken is zo’n ondernemer die zich aansloot bij Green PAC. Hij begon in 2015 in Emmen zijn bedrijf Popken Mechatronica. Eerst bij de Ondernemersfabriek Drenthe, daarna bij het iLab-programma bij Green PAC. Een beetje een vreemde eend in de bijt was hij wel: hij hield zich vooral bezig met draadloze sensortechnologie, niet direct iets wat in het straatje van Green PAC past. Popken: ,,Mijn technieken hebben niet direct iets te maken met biobased plastics en dat soort zaken, maar ik kon mijn technologie wel goed combineren met

Net startende ondernemer is ook welkom

andere deelnemers. Er was bijvoorbeeld iemand die fietsen van kunststof bouwde. Voor hem kon ik elektronica maken die dan weer in die fietsen kon worden verwerkt.” Op die manier kwam de aansluiting bij Green PAC goed van pas. Het leverde hem een netwerk op, en simpelweg meer werk. ,,Bijvoorbeeld onderzoeksinstituut FairFusion, dat ook meedeed aan het programma. Zij wilden een recyclebare computerchip gaan maken. En daarmee kon ik ze ondersteunen en helpen.” ZWOLLE EN EMMEN Harm-Jan Bouwers, manager van Green PAC NHL Stenden, geeft aan dat de locatie in Zwolle (Green PAC Windesheim) vooral is gericht op de startende ondernemer. Locatie Emmen richt zich meer op onderzoeksprojecten met grotere scale-ups en bestaande bedrijven. ,,Ook in Emmen zitten startups”, vertelt Bouwers. ,,Matthijs viel onder het iLab-programma uit Zwolle, en dat programma omvat drie jaar. En daarbij hoort bijvoorbeeld coaching, en business development. Eigenlijk alles om tot je uiteindelijke onderneming te komen. In Emmen bieden we deze ondersteuning ook, in samenwerking met partners als Ik Ben Drents Ondernemer. De komende jaren gaan we deze ondersteuning in Emmen verder uitbouwen.” De locatie in Emmen legt dus meer de focus op grotere, bestaande bedrijven. En die bedrijven worden steeds groter, en de ambities ook: via CuRe Technology werkt Green Pac zelfs samen met multinational Coca-Cola. ,,Dat gaat vooral over nieuwe technieken voor recycling van plastics”, vertelt Vincent Voet. ,,Denk aan vervuilde plastics, die gewoonlijk niet te recyclen zijn. Die verdwijnen vaak in verbrandingsovens. Met chemische recycling kun je die plastics wél recyclen.” Dat is interessant voor partijen als CocaCola, die zo nieuwe manieren krijgen om plastics om te vormen tot nieuwe petflessen. ,,Daarom heeft Coca-Cola bij CuRe Technology op de deur geklopt en investeert het ook in ons gezamenlijk project”, vertelt Voet. ,,En ja, daar zijn we natuurlijk erg trots op.”

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 19


ADVERTENTIE

‘Onze infrastructuur is klaar voor transport groene waterstof’ Dat zegt Kees Mark, directeur operationele zaken bij Noordgastransport BV. Het bedrijf transporteert al meer dan 40 jaar Noordzeegas naar het vasteland en zorgt ervoor dat dit gas geschikt wordt gemaakt voor gebruik. De circa 500 kilometer aan transportleidingen blijken na onderzoek geschikt te zijn voor het transport van groene waterstof, dat wordt geproduceerd uit windenergie. Zelfs het transport van de combinatie gas met groene waterstof is mogelijk. „We staan met de energietransitie, de fase waarin we als Nederland gaan transformeren naar volledig duurzaam, voor grote opgaven en het is van belang dat we daarin zoveel mogelijk samen optrekken en de kansen benutten”, zegt Mark. „Ik denk dat we daar in het noorden bij uitstek goed in zijn.” Op de Noordzee zullen steeds meer windparken worden aangelegd, de opgewekte elektriciteit kun je via kabels aan land brengen. Deze zijn echter duur en hoe verder weg, hoe meer tussenstations er moeten komen. Ook moet er voldoende ruimte op het elektriciteitsgrid zijn, want anders moet je windparken stil zetten als het grid overbelast dreigt te raken.” „Het alternatief is dat deze windenergie op zee in groene waterstof wordt omgezet. Dat kan op een bestaand gasplatform en straks wellicht ook in de turbines zelf. Het waterstof kan via bestaande gastransportleidingen aan land worden gebracht.” Oplossingen „Dit betekent niet dat we binnenkort al zonder gas kunnen. Groene waterstofproductie staat nog in de kinderschoenen en zal via diverse pilots uiteindelijk uitgroeien tot grootschalige offshore productie, maar zover is het nog niet. We moeten tijdens die transitie naar oplossingen zoeken waarbij zowel gas als groene waterstof toegepast kan worden.” Noordzeegas heeft het voordeel dat het minder belastend voor het milieu is dan het aardgas dat we importeren. Noordzeegas stoot namelijk circa 30 procent minder CO2 uit dan bijvoorbeeld gas uit Rusland of de Verenigde Staten. Een verlenging van de gasproductie op de Noordzee draagt dus bij aan een vermindering van de CO2 uitstoot. „Ander voordeel is dat onze leidingen beide stoffen tegelijk kunnen transporteren, waarna we

Sinds 1 september vorig jaar is Ron Hagen algemeen directeur van Noordgastransport B.V. Hij volgde hiermee Kees van Braak op die ruim 30 jaar deze functie bekleedde. Ron Hagen (1966) is geen onbekende naam in de gassector. Hij begon zijn carrière bij Elf Petroland en via diverse internationale functies bij Shell en Oranje-Nassau Energie is hij sinds februari 2019 werkzaam bij Neptune Energy als Business Development Manager. Hagen: „Ik ben trots dat ik leiding mag geven aan deze mooie organisatie. Je ziet vaak dat offshore-bedrijven niet allemaal even bekend zijn, maar juist wel de stille kracht achter een deel van de energievoorziening van Nederland zijn. Noordgastransport heeft met haar uitgebreide offshore netwerk een belangrijke rol in het transporteren van gas uit de Noordzee naar de Nederlandse huishoudens en industrie. Die rol vervullen we al decennialang. Ons netwerk is echter ook geschikt voor bijvoorbeeld waterstof. Dit kan als pure groene waterstof die bijvoorbeeld door offshore windmolens gemaakt wordt, maar deze waterstof kan ook bijgemengd worden met de aardgas stroom en ons aardgas groener maken. Dat betekent dat we voor de energietransitie in Nederland als Noordgastransport een belangrijke rol kunnen gaan spelen.” „Samen met Kees Mark en het gehele NGT team, dat naast de mensen in Uithuizen ook een ondersteunende groep heeft in Zoetermeer, kijken we hoe we de Nederlandse gasindustrie kunnen helpen om zo lang mogelijk aardgas te blijven produceren en daarbij de energie transitie mogelijk te maken.”

Kees Mark Samenwerking Het is niet eenvoudig om inzicht te krijgen in het totaalplaatje, wie waar mee bezig is. Mark denkt dat verdere samenwerking vooral via de Industrietafels en netwerkbijeenkomsten, wanneer dat weer mogelijk is, kan ontstaan. „Met name Groningen Seaports speelt daarin een belangrijke rol, zij zijn de Haarlemmer Olie en proberen zoveel mogelijk partijen samen te brengen.”

het hier op land, op ons gasbehandelingsstation bij Uithuizen, scheiden. Daardoor zijn de initiële kosten lager. Ook hoeft er geen nieuwe transportleiding te worden aangelegd, waardoor de investeringen laag zijn en het volume hoog blijft.” Mogelijkheden Noordgastransport is met diverse partijen in gesprek, onder andere via de Industrietafel. „Er gebeurt veel”, zegt Mark, „maar ik heb wel eens de indruk dat we nog teveel op eilandjes zitten. Als beheerder van bijna 500 kilometer infrastructuur willen we graag eerder aan tafel, al was het maar om te laten zien welke mogelijkheden ons transportnet biedt om letterlijk verbindingen te leggen. Dat scheelt tijd en zeker ook kosten, want het ligt er al.” Mark wil zelfs nog wel een stap verder gaan. „Waarom onderzoeken we niet of we in NoordNederland in een lokaal netwerk al gebruik kunnen maken van een combinatie van gas en groene waterstof. Uiteraard vergt dat onderzoek, maar dan kunnen we echt een proeftuin worden voor de rest van het land. Ik geloof daarin.”

Met 500 kilometer transportleidingen heeft Noordgastransport een behoorlijke impact. „We weten wat er was en waar we naartoe willen. In de tussenliggende periode moeten we samen optrekken, zodat we kansen en mogelijkheden zo optimaal mogelijk benutten; voor het klimaat, voor Nederland en voor ons als BV NL. Wij zijn er klaar voor, de infrastructuur ligt er om benut te worden. Voor het transport van gas en groene waterstof richting vaste land, maar ook voor het transport van CO2 naar de lege velden. Ja, dit is een interessante tijd, waarin veel gebeurt en waar Noordgastransport graag een rol in wil en kan spelen.” www.noordgastransport.nl

Noordgastransport B.V. D12-B

(Wintershall)

Dutch sector

D12-A

(Wintershall)

UKCS 44/24b Wingate

D15a-A

(Wintershall)

G14-A

D18a-A

German sector

G14-B G16a-B

F16-A

(Wintershall)

UK sector

G16a-A

E17a-A

G17a-S1 G17d-AP G17d-A

K2b-A K6-C (Total)

L8-P4

(Wintershall)

K9c-A

L7 (Total)

K9ab-B

(ONE DYAS)

K12-A K12-C&CC

L10-B&BB

K12-S2

L10-S2 L10-M

L10-L

L10-E&EE L10-AD&AP&AR&AC

K12-D

L10-F

L10-S4

P6-A

(Wintershall)

K12-BP&BD

Neptune Production Complex

K12-G K12-S3

Other Production Complex (directly linked to Neptune infrastructure)

O

Neptune Pipeline

Gas Treatment Facility

AWG-1 (NAM)

K9ab-A

K12-K

L8-G

(Wintershall)

L11-B

NGT


ADVERTENTIE

Landelijk geld nodig om regionaal te schakelen naar groene waterstof De neuzen in een brede regio staan dezelfde kant op. Het is, bijna, een kwestie van bouwen. ENGIE wil samen met partners de langverwachte stap zetten naar een grote groene waterstofcentrale in de Eemshaven. „Geen woorden, maar daden”, zegt Afkenel Schipstra, Senior Vice-President Business Development Hydrogen van ENGIE tegen Noordz. „Het gaat om nationale klimaatwinst en maatschappelijk perspectief voor het Noorden.” „Het is uniek dat zoveel verschillende partijen zich achter groene waterstofontwikkeling hebben geschaard en de nationale overheid oproepen tot daadkracht. Boter bij de vis, bijvoorbeeld uit het Nationaal Groeifonds. De techniek, de infrastructuur, kennis, mogelijkheden, afnemers en niet te vergeten de bestuurlijke wil in de regio, het is er allemaal. Dit is de kans voor het Noorden om de stap te zetten naar een duurzame maatschappij. ENGIE heeft als wereldwijd opererend bedrijf drie locaties aangewezen om groene waterstof te ontwikkelen: Chili, Australië en de Eemshaven. Dit is de uitgelezen kans voor Den Haag om te tonen dat ze de samenwerking en innovatie in deze regio niet alleen begrijpt, maar ook concreet steunt. De ogen van de wereld zijn straks als het om waterstof gaat, op Groningen gericht.” Afkenel Schipstra kijkt op verschillende manieren tegen de energietransitie aan. Klimaat en milieu zijn niet haar enige drijfveren om zich in te zetten voor ENGIE HyNetherlands-project. „Het wezen van de energietransitie vind ik de systeemverandering die het teweegbrengt. De stap naar een fossielvrije wereld is fundamenteel, het heeft grote maatschappelijke, economische en landschappelijke consequenties. Juist daarom vind ik dat we ideeën, kennis en ontwikkelingen met elkaar moeten delen, in panels, gesprekken, op sociale media als Linkedin. En met iedereen. De stap naar systeemverandering gaat over voortdurende innovatie en de kansen die er uit voortkomen en dat bestaat bij de gratie van diversiteit. We hebben iedereen nodig in deze omvangrijke transitie en ontwikkeling, vrouwen en mannen, jong en oud, gevestigde orde en scholieren.” Zon en wind genoeg voor helft energievraag Welke partijen hebben zich achter de groene waterstof geschaard? Afkenel Schipstra: „De landelijke Waterstof Coalitie bestaat uit 27 organisaties waaronder gemeente en provincie Groningen, nationale en internationale bedrijven, netbeheerders, wetenschappers en natuur-en milieuorganisaties. Een unieke mix van organisaties en mensen die geloven in die systeemverandering. Er is nu duidelijke wet- en regelgeving en steun van de overheid nodig. Nederland kan Europees koploper worden in groene waterstof. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap. Waterstof kan gebruikt worden voor duurzame energie maar ook als grondstof in de chemische industrie. Hierdoor kan het een belangrijke functie vervullen in een duurzaam energiesysteem. Van het totale energiegebruik kan ongeveer de helft ingevuld worden met duurzame elektriciteit uit o.a. zon en wind. De andere vijftig procent van de energievraag is lastig te elektrificeren, zoals bijvoorbeeld hoge temperatuurprocessen of het gebruik als grondstoffen. Daar heb je andere middelen voor nodig en wij zijn er van overtuigd dat waterstof een goede en haalbare optie is. En we kunnen heel snel schakelen naar groen, om daadwerkelijk de doelen van het Klimaatakkoord te halen.” „In het noorden staan de neuzen dezelfde kant op, het is bijna uitzonderlijk en tegelijk van groot belang dat zoveel partijen zich achter groene waterstof scharen. Van Rijksuniversiteit Groningen en hogescholen tot regionale

Afkenel Schipstra bestuurders, de samenwerkende bedrijven in de regio, Gasunie, iedereen ziet de enorme potentie van groene waterstof voor de regio.”

kunnen uitschrijven. Aan het eind van dit jaar kan de bouwer of bouwcombinatie bekend zijn en kan het los.”

Hydrogen Valley Waarom is de Eemshaven voor ENGIE een logische keuze? „Nederland kent vijf industriële regio’s, de Eemshaven is daar één van. Met name de chemische- en procesindustrie in de regio Delfzijl, Eemshaven en Emmen zit met smart te wachten op vergroening van de energietoevoer en het grondstofgebruik. Zij hebben een gezamenlijke duurzame agenda om de industrie zo snel mogelijk te vergroenen en dat is uniek. Nu wordt de waterstof die de industrie nodig heeft als grondstof in de processen nog gemaakt uit aardgas. In de Eemshaven staat onze nu nog volledig gasgestookte centrale, die we willen uitbreiden met een elektrolyser om waterstof mee te kunnen maken. We hebben de groene energie in de buurt dankzij de aanlanding van de diverse megakabels van windparken op zee, we hebben de volledige infrastructuur en kennis van het gasnetwerk om waterstof te kunnen transporteren én op te slaan en we hebben de grote afnemers. En het past in de strategie van het Noorden om met haar regionale waterstofeconomie Hydrogen Valley koploper te worden in Europa.”

Winst voor klimaat en maatschappij En er moet geld bij uit Den Haag? „Ja, want het noorden heeft 438 miljoen euro Europees geld binnen gehaald om de energietransitie mogelijk te maken, waarvan Groningen 330 miljoen krijgt. ENGIE zet met HyNetherlands voor de eerste fase in op break-even, want wij zien deze stap als investering om te kunnen komen tot een duurzame toekomst. Maar het totale bedrijfsleven heeft honderden miljoenen per jaar nodig tot 2025 om te kunnen investeren in de opschaling naar de groene waterstofeconomie. Wil je de industrie verduurzamen, dan moet zowel de energievoorziening als de productie, die nu voornamelijk fossiele grondstoffen gebruikt, ‘groen’ worden.”

Wat is de status van dit project HyNetherlands om de Eemscentrale tot groene waterstofhub te maken? „We werken aan een 100 megawatt elektrolyser. Die is 100 keer groter dan de grootste elektrolyser in ons land die draait op groene energie, die van Gasunie in Zuidwending. Gasunie is als transporteur bij HyNetherlands betrokken om te zorgen dat de gehele waterstofinfrastructuur op tijd gereed is. We willen HyNetherlands in 2024 operationeel hebben en daarna in lijn met de toenemende vraag opschalen tot Gigawatt schaal. We leggen op dit moment de laatste hand aan de functionele specificaties, zodat we deze zomer de tender

„Nederland is in de jaren zestig massaal dankzij grote steun van de overheid binnen een paar jaar van grotendeels kolen omgeschakeld naar Gronings gas. Deze investering in die systeemverandering van nu draagt voor decennialang bij en het is geld dat het Noorden niet alleen maar tot groene koploper maakt. Het draagt bij aan de noodzakelijke versteviging van het economisch en maatschappelijk fundament van Groningen, Drenthe en Friesland. Het maakt energietransitie concreet mogelijk en het is de overgang naar een duurzame regio in 2030. Met als belangrijkste resultaat niet bedrijfswinst, maar klimaatwinst en maatschappelijke winst: regionale groei en perspectief in kennis, innovatie, ontwikkeling en duurzame werkgelegenheid.” https://www.engie.nl/overons/projecten/hynetherlands


DE SPIEGEL Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. Dan is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, aan wie je je even kunt spiegelen. De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 15: Wim Hemmes (46) eigenaar van Hemmes Installatietechniek in Coevorden. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot

WIM HEMMES

ZO VADER, ZO ZOON, MAAR DAN ANDERS Even de onvermijdelijke: corona..? ,,Daar hebben wij zakelijk gezien bepaald geen last van. We hebben het drukker dan ooit. Mensen steken hun vakantiegeld in een uitbouwtje, het opknappen van de badkamer, een nieuwe keuken, noem maar op. Komt allemaal installatiewerk aan te pas. Maar projecten komen ook weer aardig los. Appartementencomplexen, vakantieparken, ze hebben ons allemaal nodig. En het lijkt erop dat de drukte gewoon doorgaat voorlopig. Ik denk dat het grootste probleem nog wordt om voldoende goed personeel te vinden om aan de vraag te kunnen voldoen.’’

even buurten, maar bemoeit hij zich nergens meer mee.’’

En met wie spar je daarover? ,,Ah, je praat richting mijn voorbeeld. Ja, dat is onder anderen mijn vader Wout. Ik eet nog drie keer per week een broodje met mijn ouders, die een paar honderd meter van de zaak wonen. En ja, dan hebben we het natuurlijk wel over hoe het gaat. Hij is tenslotte de grondlegger van het bedrijf, de naamgever ook.’’

Is dat heel anders dan zijn stijl? ,,Jawel, vooral het leidinggevende gedeelte. Hij was een meer klassieke directeur met stropdas die met zijn vuist op tafel sloeg als het nodig was. Ik doe dat anders omdat de huidige tijd vraagt om een andere vorm van leiderschap. Tegenwoordig probeer je meer een wij-gevoel te creëren waarbij de nadruk ligt op het feit dat we het samen moeten doen.’’

En ook nog een beetje adviseur misschien ...? ,,Nou nee, zover gaat het niet. Niet meer. Dat was de eerste jaren na mijn overname in 2004 zeker wel zo. Toen had hij echt nog een rol. Hij was tenslotte dertig jaar lang het gezicht van Hemmes. Tijdens de financiële crisis werden we zo hard geraakt dat hij zelf zei: je moet mij van de loonlijst halen. Sindsdien komt hij nog geregeld

2 2 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

Dat is knap. ,,Vind ik ook. Het bedrijf is toch zijn kindje. Ik weet zeker dat hij bij sommige beslissingen die ik de afgelopen jaren nam gedacht moet hebben: dat is niet verstandig. Dat ik me op meer kleinere klanten richt terwijl hij juist voor grote projecten ging bijvoorbeeld. Of dat ik koos voor een middag met mijn gezin in plaats van werk. Maar hij heeft het nooit gezegd, hij heeft me vanaf het begin de ruimte gegeven om te ondernemen zoals ik dat wil.’’

Hij zei je moet me van de loonlijst halen

Wilde je altijd al in zijn voetsporen treden? ,,Eerst wilde ik vrachtwagenchauffeur worden, maar toen ik een jaar of 12 was begon ik al te roepen dat ik de zaak wilde overnemen. In 1998 ben ik er komen werken, zes jaar later was de overname. Natuurlijk heb ik goed opgelet hoe hij dingen doet. De manier waarop hij met klanten omging, de energie die hij bracht, zijn visie, dat heb ik opgeslurpt. En er vervolgens mijn eigen saus overheen gegoten.’’ Welke smaak saus is dat? ,,Je neemt van alles met je mee. Ik maak eigen keuzes, soms andere. We hebben vol ingezet op zonnepanelen bijvoorbeeld en zijn meer de particuliere markt opgegaan. Dat heeft ons de financiële crisis doorgeholpen. Maar heel eerlijk: veel van mijn manier van ondernemen lijkt natuurlijk op die van pa. Ik ben ermee opgegroeid. Hij heeft de zaak helemaal van nul opgebouwd, door keihard te werken. Dat doe ik ook maar wel net een beetje anders. Ik zoek meer de balans tussen werk en thuis en probeer dit ook over te brengen op mijn personeel.’’ Je bent dus ook een ander type vader? ,,Vast wel. Ik ben helemaal niets tekortgekomen als kind hoor, laat dat duidelijk zijn. Wout is zo iemand die als hij thuis is, er ook écht is. Ik pak het niet anders aan in het belang van mijn eigen kinderen, maar puur omdat ik me er zelf beter bij voel.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 2 3


ADVERTENTIE

Welke impact heeft de waterstofeconomie op Noord-Nederland? We wonen in een klein land met torenhoge woonambities. Daarnaast staan we voor grote maatschappelijke opgaven. De productie van woningen moet omhoog en miljoenen gebouwen gaan de komende 20 jaar van het gas af. Willen we hier efficiënt invulling aan geven en de lage marges in de sector verhogen, dan moeten we technologie stevig omarmen en verder professionaliseren. De bouwsector speelt een sleutelrol bij het realiseren van deze opgaven. Dankzij het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ kan onze sector ook in coronatijd doorbouwen en een belangrijke rol spelen om Nederland versneld uit de crisis te krijgen. Corona laat ook zien dat de bouwsector veerkracht en aanpassingsvermogen bezit. Ik merk een groeiend besef onder onze leden dat zij het belang van data en digitalisering steeds belangrijker vinden. Technologie in de bouw wordt sneller omarmd. Parallel willen leden hun steentje bijdragen aan de maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie. We zien dat deze transitie steeds meer op gang komt. Maar om de klimaatdoelen te halen zijn versnelling en opschaling echt noodzakelijk. Zou waterstof als katalysator kunnen fungeren? Noord-Nederland heeft de unieke mogelijkheid om een geïntegreerd waterstof-ecosysteem te ontwikkelen. Er is een groot potentieel voor wind op zee om waterstof te produceren. Tevens hebben we in het noorden een uitstekende gasinfrastructuur vanwege de nu gehekelde gaswinning in Groningen. Diverse organisaties zetten daarom flink in op waterstof. In 2019 werden verschillende waterstofprojecten geïnventariseerd en was de beoogde investering €2,8 miljard tot 2030. In de Investeringsagenda Waterstofeconomie Noord-Nederland van 2020 wordt er al gesproken over investeringen van ruim 9 miljard euro! De waterstofeconomie zou dus wel eens impact kunnen hebben op het Noorden. De waterstofeconomie richt zich voor een groot deel op de industrie, mobiliteit en infrastructuur. Maar wat betekent dit nou voor de bouwsector? Precies daarom hebben meerdere bestuurders van Koninklijke Bouwend Nederland het gesprek gevoerd om tot een waterstofagenda voor de bouw- en infrasector te komen. Waterstof kan in potentie veel kansen bieden aan de bouw en infrasector. Ten eerste is waterstof interessant voor het verduurzamen van het eigen (zware) bouwmaterieel. In het kader van de stikstofproblematiek zet onze sector in om tot een emissiereductie te komen. Tevens dragen we vanuit onze maatschappelijke bijdrage bij aan de reductie van CO2 uitstoot. Met een combinatie van de Groene Koers, waarmee Koninklijke Bouwend Nederland vol inzet op het versneld reduceren van uitstoot van bouwmaterieel. Met de waterstofagenda kan hier concreet invulling aan worden gegeven. Hiervoor zijn zowel samenwerking met opdrachtgevers als genoeg proefprojecten noodzakelijk. Met lokale partners zijn we inmiddels in gesprek om de eerste projecten op te starten. Zo zetten we in op een pilotproject met het tankstation Green Planet bij Pesse om grote batterijen in zeecontainers op de bouwplaats te krijgen. Met deze batterijen kunnen bouwbedrijven hun elektrisch materiaal opladen zonder vervuilende aggregator! Daarnaast zijn we

Sander Wubbolts met het bedrijf Holthausen in gesprek om waterstoftanks op grotere machines zoals shovels te bouwen. Ten tweede is de waterstofeconomie interessant voor de bouwsector omdat er simpelweg veel werk moet gebeuren. Als woonwijken en industrie waterstof gaan gebruiken, dan vraagt dit om aanpassingen van het huidige gasnetwerk en aan CV-ketels. Ook moeten er grote fabrieken zoals elektrolysers gebouwd worden die duurzame stroom omzetten in groene waterstof. Helaas constateren we nu dat dit soort specifieke werken en aanpassingen vooral belanden bij grote organisaties uit het buitenland. Simpelweg omdat zij de kennis al in huis hebben. Maar hoe kunnen we als (Noord-)Nederlandse bouwsector dan toch aanhaken bij deze ‘grote partijen’ zodat de regionale economie hier ook van kan profiteren? Als de regionale bouw en infrasector een belangrijke rol kan spelen in de bouw van fabrieken en aanleg van (ondergrondse) infrastructuur, dan kunnen we er voor zorgen dat de banen die verloren gaan door het stopzetten van de gaswinning opgevangen worden! Maar dan moeten we als sector natuurlijk ook een tandje bijzetten.

Dit brengt mij tot mijn laatste en misschien wel de belangrijkste kans voor onze sector. Ons menselijk kapitaal. De Rijksuniversiteit Groningen heeft complete opleidingen gericht op waterstof waar buitenlandse studenten op af komen. Deze studenten vertrekken vaak na hun opleiding direct weer uit Nederland. Waarom? Omdat de bedrijven uit het buitenland verder zijn op het gebied van waterstof. Daarom moeten wij juist nu in onze mensen investeren op alle niveaus, zodat zij de kennis en kunde op het gebied van waterstof kunnen implementeren in het bedrijfsproces. Laten we als bouwsector de handen ineenslaan en samenwerken. Laten we samen investeren in opleidingen die aansluiten bij de ambities van de waterstofeconomie. Laten we er samen voor zorgen dat al het materiaal dat we in onze sector gebruiken emissieloos wordt. Laten we gebruikmaken van de kennis en expertise van elkaar! Wellicht lukt het ons dan om het werk dat met de grote investeringen gemoeid is ook in onze eigen regio te houden! www.bouwendnederland.nl


ADVERTENTIE

Slimme Huizenfabriek maakt Plegt-Vos duurzamer Duurzaam bouwen is pure noodzaak, vindt Fokke Ophuis, directeur van Plegt-Vos Noord. Het bouwbedrijf met vestigingen in Assen, Hengelo, Langeveen en Utrecht vindt de oplossing in het prefabriceren van componenten die de bouw efficiënter maakt en afvalstromen beperkt.

De Slimme Huizenfabriek die nu gebouwd wordt in Almelo. ,,We hebben in Langeveen al een fabriek waar we componenten bouwen, maar breiden dat uit naar een zogenaamde Slimme Huizenfabriek in Almelo’’, aldus Ophuis. ,,Het is praktisch dat de nieuwe fabriek dichtbij de bestaande staat en de regio Twente is voor ons van oudsher een goede uitvalsbasis om de rest van het land te bedienen. Begin 2022 moeten de eerste componenten deze fabriek verlaten.’’ Waarde toevoegen Berri de Jonge is als manager innovatie nauw betrokken bij de verduurzaming in het algemeen en de ontwikkeling van de nieuwe fabriek in het bijzonder. ,,Bij Plegt-Vos zijn we ons altijd bewust van de impact die we hebben op mensen en de omgeving. Het is onze gewoonte om altijd te denken aan de oplossing die we onze klanten bieden en vinden het belangrijk dat we waarde toevoegen. Daarom benaderen we ook duurzaamheid vanuit het totale proces door een slimmere bouwoplossing te bieden. Het vraagt een andere manier van kijken, denken en doen. Dat zal in de toekomst nog veel meer mooie oplossingen opleveren waar mensen en omgeving van profiteren.’’

Fokke Ophuis, directeur Plegt-Vos Noord.

Het prefabriceren van componenten voor de bouw kan leiden tot minder variatie en dat past niet bij Plegt-Vos. De Jonge: ,,De weg die we inslaan om duurzamer te bouwen is niet uniek, maar onze flexibiliteit daarin is wel bijzonder. We vinden het belangrijk om te blijven aansluiten bij de wensen van onze klanten en daarom zorgen we ervoor dat variatie mogelijk blijft. Met onze zogeheten basisregels voor ontwerpen zijn eindeloos veel variaties mogelijk en ook architecten kunnen ermee werken. De mate waarin we nieuwe technieken toepassen, is ook uniek.’’ Afvalstromen beperken Zowel bij nieuwbouw als bij verduurzaming van bestaande bouw kiest Plegt-Vos voor comfort, energiebesparing, een efficiënter bouwproces en duurzame materialen. Ophuis: ,,De bouw heeft veel afvalstromen en daardoor ook veel potentie om te verduurzamen. Door efficiënter te bouwen, kunnen we onze afvalstromen niet alleen beperken, maar ook beter beheersen. We bouwen in de fabriek componenten als gevels, daken en complete halkernen inclusief installaties, waardoor een huis in een dag gebouwd kan

Berri de Jonge, manager innovatie.

worden. Dit proces beperkt ook het aantal transportbewegingen naar de bouwplaats. Het spreekt voor zich dat de bouw van woningen hiermee goedkoper wordt.’’ Vakmensen Efficiënter bouwen zorgt er voor dat Plegt-Vos naar eigen zeggen met hetzelfde aantal medewerkers meer kan bereiken. De Jonge: ,,Verduurzaming vraagt veel van onze capaciteit, terwijl het steeds lastiger is om vakmensen te vinden. Door gebruik te maken van de nieuwste technieken zijn we minder afhankelijk van vakmensen. Dat betekent niet dat we afscheid gaan nemen van medewerkers. We hebben ruim voldoende werk voor iedereen. Op termijn zal wellicht wel een beperkt aantal medewerkers een andere functie krijgen. We maken het liefste gebruik van eigen mensen voor nieuwe werkwijzen en dat is bij Plegt-Vos goed mogelijk doordat we ons altijd richten op talenten en capaciteiten, niet op functieprofielen. Zo zal iemand altijd een mooie plek in de organisatie vinden. Wij zijn en blijven een familiebedrijf dat goed voor haar medewerkers wil zorgen.’’ Duurzaam hout Het basismateriaal dat Plegt-Vos gebruikt voor de geprefabriceerde woningen is duurzaam geproduceerd hout. Voor elke boom die gekapt wordt, wordt een nieuwe boom terug geplant. ,,Hout heeft veel voordelen. Het is licht, groeit weer aan en slaat CO2 op’’, aldus Berri de Jonge. ,,Ten aanzien van materiaalgebruik hanteren we een aantal richtlijnen. We kiezen ten eerste zoveel mogelijk voor bio-based materialen. Als dat niet kan, kiezen we voor materialen die gerecycled zijn of kunnen worden. Verder gebruiken we materialen die lang meegaan. Een bouwwerk dat niet vervangen hoeft te worden, is ook duurzaam. Helaas is met name op het gebied van hergebruik nog niet alles mogelijk, maar we zetten nu de eerste stappen en hebben de omslag in kijken, denken en doen gemaakt. Dat betekent dat we ontwikkelingen op de voet volgen en nieuwe technieken die de duurzaamheid ten goede komen zo snel mogelijk zullen toepassen.’’ plegt-vos.nl


26

donderdag 11 februari 2021

De Plegt-Vos slimme huizenfabriek Onze huizenfabriek is niet alleen slim,

maar ook duurzaam. Hij is all-electric, dus we gebruiken geen gas. En alle

���������� ������ �������� �� ����

geleverd. Daarmee elimineren we 95% van alle gebruikelijke afvalstromen.

Ook de woningen die uit de fabriek

rollen zijn duurzaam. We streven naar

volledig energieneutraal en we

gebruiken zoveel mogelijk biobased

materialen zoals hout. De woningen zelf zijn circulair. Ze bestaan uit

����������� ����� �� �����

����������� �� ���������� ������ worden.

Slim èn duurzaam.

Dat is onze huizenfabriek! Plegt-Vos.nl

verschil maken met slimme oplossingen

NoordZ, hét zakelijk platform voor inspiratie en kennisdeling NoordZ verbindt overheid, onderwijs en het bedrijfsleven gericht op 5 actuele pijlers: Duurzaamheid, Werk, Innovatie, Scholing en Ondernemerschap. Door dit samen te brengen creëren we één centrale plek waar alles samenkomt. o vind je persoonlijke verhalen uit de regio, kennisdossiers en informatie over actuele thema’s die spelen in de samenleving, een overzicht van (semi) publieke initiatieven om het noordelijk ecosysteem beter zichtbaar te maken en vind je de nieuwste vacatures om jouw droombaan te vinden. Je vindt ons niet alleen online, maar ook op live events, waaronder ons eigen jaarlijkse event Trendship.

Nieuwsgierig? Kijk op www.noordz.nl, volg ons op social media of schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Verbindt zakelijk Noord-Nederland.


ADVERTENTIE

Een brede blik op bouwen Duurzaam bouwen wint aan populariteit. Maar, waar moet je beginnen als je een school, kantoor, zorg- of ander gebouw wilt realiseren en dit duurzaam wilt doen. BOUWscoop in Groningen is niet alleen gespecialiseerd in het berekenen van de kosten en het toetsen van een bouwplan aan de regelgeving, het draagt ook zorg voor een efficiënt proces. Daarnaast geeft het bureau inzicht in de milieuaspecten van het te realiseren gebouw. „Vaak is men vooral geïnteresseerd in het energieverbruik, maar juist door het gebruik van andere materialen en dus grondstoffen is veel milieuwinst te behalen”, zegt bouwkostendeskundige Menno Hartsema van BOUWscoop.

Voor elk te realiseren bouwwerk worden ontwerpen en tekeningen gemaakt. Door de architect, de constructeur, installatie-adviseur, enzovoort. Zij doen dit allemaal volgens het BIModel. BIM staat voor Bouw Informatie Model. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat er in het voortraject overlappen ontstaan, wat tot onnodige fouten en extra kosten kan leiden. BOUWscoop is gespecialiseerd in controle van het BIModel. Hartsema:„ Daarmee voorkomen we niet alleen overlappen, we controleren ook of een bouwproject daadwerkelijk maakbaar is, of de plannen helder en inzichtelijk zijn en proberen daar waar mogelijk binnen budget de kwaliteit verder te verhogen. Kortom, BIM zorgt ervoor dat een bouwproject aan alle voorwaarden voldoet.” Toegevoegde waarde Ook op het gebied van duurzaamheid en milieu is BOUWscoop van toegevoegde waarde. Het bureau maakt deel uit van de coöperatie Bouwprojecteconomie, een samenwerkingsverband van onafhankelijke bouwkostenbureaus en energieadviseurs in Nederland. Zij ontwikkelden EcoQuaestor, een model dat niet alleen inzicht in de CO2-impact en energie-effecten van een gebouw geeft, maar dit ook meteen in de bouwkosten van een project meeneemt. „Opdrachtgevers weten daardoor of de milieulasten aan het bouwbesluit voldoen, maar ook kunnen ze bepalen of bepaalde maatregelen die goed zijn voor het milieu interessant zijn om in te investeren.” „Met behulp van EcoQuaestor kunnen we een gedetailleerde begroting opstellen, waarbij de milieu en CO2 impact en energie-effecten in de gewone calculatie zijn verwerkt.” Ook de milieueffecten van het planmatig onderhoud van een object (bouwkundige elementen en installaties) worden berekend. „Daarbij wordt uitgegaan van een rekenmethode voor 30 jaar”, legt Hartsema uit. „Bij de rekenmethode EcoQuaestor gaan we er vanuit dat een gebouw na zo’n dertig jaar een meer of minder ingrijpende renovatie of verbouwing ondergaat. Wat het energieverbruik betreft, is een periode van dertig jaar het maximum wat nog verantwoord is. De ontwikkelingen in deze sector, denk bijvoorbeeld aan de gebouwinstallaties, gaan razendsnel en de

afschrijvingstermijn ligt eerder bij vijftien jaar dan dertig jaar.” Volgens Hartsema mag de bouwsector als traditioneel worden omschreven en is het niet eenvoudig om partijen van nut en noodzaak van milieu, CO2 impact en energie-effecten te overtuigen. „Zeker omdat de opbrengsten vaak niet direct zichtbaar en meetbaar zijn. Met behulp van de rekenmethode EcoQuaestor kunnen we dit wel. We zien sowieso wel veranderingen in de bouwsector en ook bij investeerders in vastgoed. Er is ruimte voor andere oplossingen, zeker als de gevolgen inzichtelijk kunnen worden gemaakt en juist daar is BOUWscoop goed in thuis.” Gas Hartsema geeft aan dat de oplossing van bijvoorbeeld energieverbruik niet alleen ligt in de manier van opwekken, maar ook in het beperken van het verbruik. „De overheid heeft bepaald dat we in 2050 van het aardgas af moeten, maar dat is een forse opgave. Ten eerste is het niet te betalen, het zorgt voor extra CO2 uitstoot om alles te vervangen en de noodzaak om het zo snel te doen is er helemaal niet. Bovendien is niet elk huis geschikt om los te koppelen van gas. Ik pleit voor een mix van oplossingen. In nieuwbouw kun je daadwerkelijk verwarmen met behulp van nieuwe systemen, maar in de bestaande bouw moeten we kijken naar andere oplossingen en in sommige gevallen is dat (groen)gas.” Triggeren Terug naar de interesse voor het milieuvriendelijk bouwen. Naast de bouwkosten berekent BOUWscoop dus ook de milieulast van een gebouw. Hartsema:„ Opdrachtgevers vinden dat informatief en worden getriggerd om na te denken over andere oplossingen. Wat kost het, wat levert het op, is het een bepaalde investering waard. Als je dat inzichtelijk maakt, dan gaat men daar over nadenken.” Zo is in het traditionele bouwen het gebruik van beton nog altijd favoriet, terwijl bijvoorbeeld hout veel milieuvriendelijker is. „Als je naar de milieuaspecten kijkt, dan wint hout het ten opzichte van beton. Daar zijn veel mensen zich ook wel van bewust, maar toch zien we in ons

Woningbouw CPO De Nieuwe Linie van Onix NL. Foto: Peter de Kan

Menno Hartsema land het gebruik van hout in de bouw nog niet echt toenemen.” Volgens Hartsema mag er in de bouw sowieso meer aandacht komen voor het grondstoffenverbruik. „Daar is nog veel winst te behalen, zonder dat dit leidt tot meerkosten of dat het ten koste gaat van de kwaliteit.” „We hebben nog een weg te gaan”, besluit Hartsema, „maar wij zijn er van overtuigd dat steeds meer opdrachtgevers de milieuaspecten in de breedste zin van het woord willen meenemen in het bouwproces. BOUWscoop helpt hen daarmee op weg, we proberen klanten te overtuigen van nut en noodzaak. En het inzichtelijk maken, van kosten, opbrengsten en voordelen voor het milieu spelen daarin een doorslaggevende rol.” www.bouwscoop.nl


ADVERTENTIE

‘Innovatie staat voorop’ KWS Infra BV in Leek is van oudsher actief in de grond-, weg- en waterbouw in NoordNederland. De laatste jaren zijn daar verschillende andere activiteiten aan toegevoegd, de dijkverzwaring Delfzijl – Eemshaven is daar een voorbeeld van. Duurzaamheid en innovatie staan binnen KWS hoog in het vaandel, met name de ontwikkelingen rondom waterstof hebben de belangstelling van het bedrijf. KWS Infra BV Leek is onderdeel van VolkerWessels, waar vele bedrijven deel vanuit maken. „Kenmerk van VolkerWessels is dat het bedrijf decentraal georganiseerd is”, zegt Roel van den Berg, directeur vestiging Leek. „Bedrijven, zoals KWS Leek, werken vanuit de regio waarin ze actief zijn en hebben hun eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden. Niet voor niets hebben wij nevenvestigingen in Scheemda, Hoogkerk, Hoogeveen, Drachten en Leeuwarden. We staan dichtbij de klant en onze medewerkers zijn woonachtig in de regio, in dit geval de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Zij spreken de taal van onze klanten. Voor het uitvoeren van de werken maken we regelmatig gebruik van regionale onderaannemers. We doen zowel kleine als grote projecten, variërend van een erfverharding tot en met de aanleg van een snelweg.” Regionale betrokkenheid is volgens Van den Berg een belangrijke meerwaarde in de huidige tijd. „Er wordt steeds vaker in bouwteams gewerkt. Daarbij is kennis van de regio, de klant, de omgeving, de bodemgesteldheid, zelfs de aard van de bewoners, een pré. We maken immers inbreuk op openbaar gebied, in gesprek komen en blijven met de burger is daarom van belang. We moeten luisteren om met elkaar een project tot een goed einde te brengen, waarbij de overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt.” Organisatie „We hebben alle disciplines zelf in huis en kunnen al in de planfase meedenken met een project. Niet elke gemeente vindt dat gemakkelijk, maar zo langzamerhand begint dat wel te komen. Bij elk project is ons streven dat de kosten voor realisatie laag blijven en in control. Kortom, met elkaar weten waar je eindigt. Dat begint met een goede organisatie. Digitalisering van processen is hierin eveneens van groot belang.” Zoals aangegeven doet KWS dit met name in de grond-, weg- en waterbouw, maar ook op andere gebieden wordt steeds vaker een beroep gedaan op de kennis van het bedrijf. „Zo zijn we bijvoorbeeld actief in hoogwaterbescherming, de energietransitie, industriebouw en bij datacenters. Dat heeft veel van ons gevraagd, noem het omdenken. Daardoor hebben we ook

deze projecten tot een goed einde kunnen brengen.” Van den Berg ziet dat KWS Infra Leek steeds meer een kennis gedreven organisatie wordt. „Naast de techniek binnen ons vak moeten we ook kennis hebben van de klant en zijn omgeving. Daarin past ook leren luisteren en dat gaat verder dan alleen zand storten en asfalteren. Zo hebben we bijvoorbeeld een aparte afdeling voor het aanvragen van subsidies, wat klanten nog wel eens laten liggen. Daarnaast hebben we specialisten in de stikstofproblematiek, waarmee we natuurlijk ook te maken hebben.” Duurzaamheid In dat kader verbaast het niet dat KWS duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. Zo is het bedrijf bezig haar materieel te elektrificeren, wat behoorlijke investeringen met zich meebrengt. „Ook is KWS landelijk bezig met de ontwikkeling van de eerste elektrische asfaltmachine ter wereld.” Daarnaast heeft het bedrijf de NoNOx stikstoffilter ontwikkeld, waardoor de stikstofuitstoot met 99 procent wordt gereduceerd.

KWS Infra Leek volgt de ontwikkelingen rondom waterstof op de voet. „Niet alleen omdat het een belangrijke ontwikkeling voor Noord-Nederland is, maar ook omdat het voor onze branche belangrijke mogelijkheden biedt. Elke investering die we momenteel doen, is al klaar voor waterstof.” Als voorbeeld noemt Van den Berg de asfaltmolen in Staphorst (100% eigendom) en Westerbroek (40% aandeel KWS). Deze asfaltmolens draaien nu nog op aardgas, maar op termijn moet dit vervangen worden door waterstof. Het businessplan ligt klaar. Echter, we hebben daarvoor de hulp van onze opdrachtgevers nodig. De investeringen zijn namelijk fors en kunnen minder snel gedaan worden, wanneer opdrachtgevers alleen voor de laagste prijs blijven gaan.” PlasticRoad Ook op andere terreinen innoveert KWS volop. Als voorbeeld noemt Van den Berg de ontwikkeling van PlasticRoad. „Door KWS is het idee opgevat om wegen te maken van gerecycled plastic. De eerste prototypes waren zeer succesvol en in samenwerking met Wavin wordt dit product nu verder ontwikkeld in een aparte b.v. PlasticRoad heeft onder andere als voordeel dat via infiltratiesystemen regenwater sneller kan worden afgevoerd en dat is zeker in steden interessant.” Doelstelling van KWS is om in 2040 geheel klimaatneutraal te kunnen werken. „Dan heb je het over de volle breedte van ons moederbedrijf, dus zowel bouw, infra als vastgoed. Ja, wij hebben de intrinsieke motivatie om de branche verder te brengen en dat is zeker ook voor onze regio van groot belang. Er komen nieuwe generaties aan en het is onze plicht om het klimaat leefbaar te houden. Dat kan alleen als we open en transparant met elkaar in gesprek gaan, de kansen die er voor onze branche liggen zijn enorm.” www.kws.nl


De waterstofindustrie levert Nederland flink wat werkgelegenheid op, volgens het Investeringsplan Waterstof Noord-Nederland 2020, gepresenteerd door Noord-Nederlandse overheden en bedrijven. Er wordt gerept over maar liefst 107.000 banen in 2050 in Nederland. Veel van deze banen komen terecht in Noord-Nederland. Maar wat voor banen zijn dat dan? We vroegen het aan de provincie Groningen. Tekst Wigger Brouwer

et aantal van 107.000 banen bestaat voor een derde (61.000) uit banen die al bestaan. Denk aan mensen die nu nog bij de Gasunie werken en zich bezighouden met aardgas en de komende jaren de overstap maken naar waterstof. Een ander deel (41.000) is het gevolg van nieuwe bedrijvigheid. Bijvoorbeeld doordat bedrijven uit andere landen naar Noord-Nederland komen omdat hier veel wordt gedaan met waterstof. In het investeringsplan wordt ook gesproken over 104.000 eenmalige banen. Hierbij kun je denken aan nieuw werk dat ontstaat door de nieuwe industrie zoals de bouw. Maar wat is dat nieuwe werk? De provincie Groningen schaalt de banen in verschillende categorieën in en noemt voorbeelden van banen die per categorie van belang zijn.

H

PRODUCTIE Misschien wel het belangrijkste: de productie van al die waterstof. Waterstof wordt gemaakt met groene stroom, door middel van het proces elektrolyse. Hierbij wordt water gesplitst in zuurstof (O2) en waterstof (H2). Voor dit proces zijn bijvoorbeeld elektrotechnici en procesoperators nodig. Het aantal fte’s in de productie wordt per 2050 geschat op 3000. ELEKTROLYSEAPPARATUUR Water omvormen tot waterstof (en zuurstof) gebeurt door elektrolyse. Daarvoor is apparatuur nodig die moet worden getest en eventueel verbeterd. In Groningen komt een testcentrum. Daarvoor zijn onder anderen onderzoekers nodig die zich hiermee bezighouden. Geschat aantal fte’s per 2050: 20.000. TRANSPORT EN INFRASTRUCTUUR Denk hierbij aan het transport van waterstof door pijpleidingen en opslag in cavernes.. Dat wordt gedaan met waterstofcompressoren, die moeten worden onderhouden en vervangen door monteurs. Ook in deze categorie vallen medewerkers op het hoofdkantoor van Gasunie, die zorgen dat alles in goede banen loopt. Geschat aantal fte’s per 2050: 1000. FACILITEITEN Voor de opslag, het transport en de productie van waterstof moeten faciliteiten komen. Simpel gezegd: er moet worden gebouwd. Daarvoor zijn tijdelijke banen nodig, zoals kraanmachinisten, business developers en projectmanagers, om gezamenlijk de benodigdheden uit de grond te stampen: ongeveer 2000. MOBILITEIT Veel voertuigen gaan rijden op waterstof. Voor het (om)bouwen van die voertuigen zijn monteurs nodig die de waterstofsystemen inbouwen. Concreet voorbeeld is Holthausen in Winschoten. Dat bedrijf bouwt vrachtwagens die rijden op waterstof. Dat levert ongeveer 300 permanente fte’s op. Geschat totaal aantal fte’s in deze categorie per 2050: 6000. GROENE CHEMIE Waterstof kan een grondstof zijn voor vele chemische producten, waaronder duurzame

DIT ZIJN DE RUIM 100.000 BANEN liteitscontroleurs, maar ook aan het kantinepersoneel. Geschat aantal banen dat behouden blijft: 66.000.

kerosine, de brandstof voor vliegtuigen. De gebruikelijke grondstof is aardolie: waterstof zou een groen alternatief zijn. Voor de productie van die duurzame kerosine wil het bedrijf SkyNRG een fabriek bouwen in Delfzijl. Geschat aantal fte’s per 2050 in deze categorie: 5000. BEHOUD Veel industrie is afhankelijk van aardgas. Nu het aardgas wordt bedankt voor bewezen diensten zouden veel bedrijven graag willen overstappen op waterstof om zo te blijven bestaan, en de banen die dat oplevert zo te behouden. Zodra waterstof en groene stroom een goed betaalbaar alternatief zijn voor aardgas blijven veel banen behouden die anders zouden verdwijnen. Denk daarbij aan operators, vrachtwagenchauffeurs, kwa-

Ook waterstof moet veilig worden geproduceerd en gedistribueerd. Werk voor mensen met verstand van zaken

ONDERHOUD Voor de productie van waterstof is veel elektriciteit nodig. Om dat op een groene manier op te wekken, zijn er plannen voor een gigantisch windpark op zee, ten noorden van de Eemshaven. Er moeten 1000 tot 1500 windturbines verrijzen. Die turbines moeten in vorm blijven: een taak voor een onderhoudstechnicus. Er zijn flink wat van hen nodig om de 1500 windturbines draaiende te houden. Werk dat vervolgens wordt gecontroleerd door de veiligheidsexpert. Ook waterstof moet veilig worden geproduceerd en gedistribueerd. Werk voor mensen met verstand van zaken.

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 2 9


Je kunt er niet meer omheen. Wanneer het over energie of de energietransitie gaat, dan wordt er ook gesproken over waterstof. Maar wat is waterstof eigenlijk? En waarom is waterstof zo vaak in het nieuws? Als opfrisser de antwoorden op de meest gestelde vragen over waterstof. Tekst William Zijlstra Foto Hollandse Hoogte

DIT MOET JE WETEN OVER WATERSTOF Wat is waterstof? Waterstof is het eerste scheikundige ele­ ment uit het periodiek systeem, aangeduid met H. Waterstof is het lichtste, kleinste, meest voorkomende element in het univer­ sum. Sterren bestaan bijvoorbeeld voor een groot gedeelte uit waterstof. Onder norma­ le omstandigheden is waterstof gasvormig en komt het op aarde niet in ‘losse vorm’ voor; het is altijd gebonden aan andere atomen. De gasvorm wordt ook wel water­ stofgas genoemd. Omdat in waterstofgas de atomen per twee bewegen heet het gas H2. Het is kleurloos, reukloos, smaakloos, niet giftig en heeft een hoge verbrandingswaar­ de. Is waterstof een energiebron? Nee, waterstof is een energiedrager. Hoe zit dat? Neem bijvoorbeeld olie en gas, dat zijn energiedragers, maar ook energiebronnen. Dit noemen we ook wel primaire energie­ dragers. Waterstof is een secundaire ener­ giedrager. Het verschil tussen de twee is dat primaire energiedragers worden gewonnen en secundaire energiedragers worden ge­ maakt. Hoe wordt waterstof gemaakt? Waterstof komt op onze aarde voor in ver­ bindingen. Er moet dus eerst iets gebeuren waarmee deze verbindingen breken om het waterstofgas te kunnen winnen. Dat kan op enkele scheikundige manieren. Om water­ stof te maken heb je sowieso energie nodig. Waterstof ontstaat bijvoorbeeld in een reactie met aardgas. Hoge druk stoom (wa­ ter ofwel H2O) reageert met aardgas (CH4), wat resulteert in waterstof (H2) en kooldi­ oxide (het broeikasgas CO2). Vrijwel alle waterstof die op dit moment wereldwijd wordt geproduceerd wordt op deze niet­ duurzame manier gemaakt. Waterstof die gemaakt is met fossiele energie wordt ook wel ‘grijze waterstof’ genoemd. Waterstof kun je ook maken met behulp van elektriciteit (elektrolyse). Komt die elektriciteit van een kolencentrale, dan

3 0 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

spreken we weer van ‘grijze waterstof’. Dit proces van elektrolyse kan ook op een duurzame, groene manier. Dit is de zogehe­ ten ‘groene waterstof’. Hierbij wordt ge­ bruikgemaakt van elektriciteit die is opge­ wekt met bijvoorbeeld zonne­ of windener­ gie. Duurzame energie dus. Door elektrische stroom door water te jagen wordt water gesplitst in waterstof (H2) en zuurstof (O2). Bij het maken van groene waterstof komen geen broeikasgas­ sen vrij. Waarom hoor ik zoveel over waterstof? Fossiele brandstoffen voorzien momenteel het grootste gedeelte van onze huidige energiemix. Door de klimaatdoelstellingen moet dit veranderen. De Nederlandse over­ heid wil de CO2­uitstoot flink terugdringen en minder gebruikmaken van fossiele brandstoffen zoals aardgas. Groene water­ stof biedt hiervoor een mogelijke oplossing. We kunnen waterstof breed inzetten in onze economie. Daarom hoor je de term ‘waterstofeconomie’ geregeld. Auto’s kun­ nen rijden op waterstof, we kunnen huizen verwarmen met waterstof en H2 is een belangrijke grondstof voor de chemische industrie. Waarom stappen we niet gelijk over op waterstof? Om waterstof op grote schaal duurzaam toe te passen is er vooral een hoop geld nodig. Waterstof is een stuk duurder dan andere duurzame alternatieven. Zo is er bijvoor­ beeld veel meer duurzame elektriciteit nodig om waterstof te maken. Denk daarbij aan de aanleg van extra windmolenparken op zee om de benodigde duurzame energie

Er is vooral een hoop geld nodig

op te wekken. Duurzame waterstof uit elektrolyse kost ongeveer dubbel zoveel als waterstof uit aardgas in combinatie met CO2­opslag. Daarbovenop komen de kosten om bedrijven te ondersteunen bij de ont­ wikkeling van elektrolysefabrieken. In het kort: wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen van waterstof? Voordelen: waterstof is goed op te slaan; het gas kan met duurzame energie worden gemaakt; het restproduct bij verbranding is waterdamp, geen CO2. Daarnaast is water­ stof eenvoudig te transporteren en hebben we er ervaring mee. Het is geen compleet nieuwe vinding, waterstof wordt vandaag de dag al op veel manieren gebruikt. Het grootste nadeel is dat het maken van duurzame waterstof veel geld kost. Daarbij moet het productievolume flink toenemen voordat we kunnen overstappen naar wa­ terstof als duurzame energiedrager. Indus­ trieën kunnen goedkoper hun processen energie­efficiënter maken. Daarnaast moet het huidige gasnetwerk worden aangepast voordat het transport mogelijk is. Ten slot­ te is de traditionele cv­ketel niet geschikt om waterstof te verbranden. Voor de mees­ te woningen is het voordeliger om rest­ warmte te gebruiken of om een warmte­ pomp te installeren. Wat kost waterstof? Veel factoren bepalen de kosten en daar­ mee de prijs van waterstof. Denk aan de kosten voor productie, de investeringen in installaties, opslag en distributie. Een defi­ nitief antwoord is er dus niet. Op dit mo­ ment is waterstof maken een van de duur­ ste opties om grootschalige emissiereductie te realiseren. Een belangrijke kostenpost voor elektrolyse is de stroomprijs. Deze stroomprijs is meer dan tweemaal zo hoog als de maximale prijs die betaald kan wor­ den. Als we het hebben over auto’s, dan kost 1 >>

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 31


32

donderdag 11 februari 2021

ADVERTENTIE

Marissa de Boer vereerd met top-3 notering Jonge OndernemersPrijs Van wetenschappelijk onderzoeker naar ambitieuze ondernemer. Dit is in een notendop de weg die Marissa de Boer, directeur SusPhos, in slechts een paar jaar tijd heeft afgelegd. Afgelopen najaar was ze finalist van de Jonge OndernemersPrijs. Ze won niet, maar is wél reuze trots. Alles wat de natuur biedt, heeft altijd al de belangstelling gehad van Marissa de Boer. ,,Natuur is voor mij, en voor heel veel mensen, belangrijk. Ik denk dat iedereen een stukje zou moeten bijdragen aan het behoud ervan.” Practice what you preach; dat is wat De Boer sinds een aantal jaar doet.

Belangrijke stof Op de Universiteit van Amsterdam ontwikkelde ze, samen met twee collega’s, een techniek om fosfaat uit afvalstromen te filteren om die vervolgens te hergebruiken. Het resultaat is een unieke techniek met veel potentie. Ze richtte het bedrijf SusPhos op in 2019 en liet Amsterdam achter om in Fryslân te wonen. ,,De provincie van de watertechnologie.” Wat maakt wat SusPhos doet nu zo urgent? ,,Fosfaat is belangrijk voor mensen. Het is goed voor onze botten en geeft ons energie. Veel eten bevat fosfaat. Fosfaat is verder essentieel om planten te laten groeien. Daarom zit het in kunstmest. Daarnaast wordt fosfaat gebruikt om brandvertragers te maken. Dit zit bijvoorbeeld verwerkt in je kleren, gordijnen en bekleding van meubels.” Proeffabriek In Nederland zit veel fosfaat in afvalwater. Dit gaat dus verloren en vervuilt bovendien het natuurwater: door fosfaat ontstaan algen. ,,Tegelijk hebben we geen mijnen waar fosfaat te winnen valt. Dat brengt de

hoeveelheid uit balans. Met onze technologie halen we fosfaat uit het water. Hier maken we hoogwaardige producten van, zoals kunstmest en vlamvertragers.” Bij de waterzuiveringsinstallatie van Wetterskip Fryslân in Leeuwarden is een tijd geleden een proeffabriek gebouwd. De installatie zuivert onder andere afvalwater uit de zuivelindustrie en de landbouw. ,,Het doel is laten zien dat de techniek écht werkt. Er moet nog veel worden onderzocht, maar ik verwacht dat de installatie ergens in 2022 klaar zal zijn om verkocht te worden.” Volgens haar zitten onder meer in België, Luxemburg, Duitsland, Zwitserland en Azië potentiële afnemers. ‘Spirit is hoog’ Ondertussen geniet ze van de weg die naar dit doel leidt. Het mooiste vindt ze dat ze een team om zich heen heeft verzameld dat ‘er vol voor gaat en de spirit hoog heeft.’ Dat ze eind 2020 in de finale van de JOP stond, vindt ze een grote eer. ,,Ik ben onderzoeker die gaandeweg ondernemer is geworden. Dat maakt dit extra speciaal.”

Krant of magazine drukken? Een offerte nodig? > info@ndcgrafischbedrijf.nl | www.ndcgrafischbedrijf.nl NDC Print | Leeuwarden | Tel. (058) 284 53 46


WATERSTOF IS VAN ZICHZELF NIET EXPLOSIEF. HET IS BRANDBAAR, NET ZOALS AARDGAS >> kilo waterstof bij een vulstation zo’n 10 euro. Indien er meer vulstations komen en meer waterstof auto’s rijden, zal deze prijs dalen. De prijs per kilometer voor een personenauto komt daarmee op zo’n tien eurocent. Dat is vergelijkbaar met de brandstofkosten van auto’s die rijden op benzine of diesel. Belangrijk verschil is dat er bij de prijs van benzine en diesel al wel belastingen inzitten en de overheid daar­ aan nog geld verdient.

Zijn er risico’s die aan het gebruik van waterstof kleven? Waterstof is veel lichter dan bijvoorbeeld aardgas. Daarom kan het gas makkelijker ontsnappen. Hierdoor is het van belang om er bij productie, transport en gebruik voorzichtig mee om te gaan. Daarnaast is waterstof snel ontvlambaar. Maar omdat het gas zo ontzettend vluchtig is stijgt het meteen snel op als het ontsnapt. Maar, waterstof is toch explosief? Bij waterstof denken mensen vaak aan een atoombom of bijvoorbeeld aan de ramp met de Hindenburg­zeppelin. Maar water­ stof is van zichzelf niet explosief. Als het in de lucht komt, ontploft het niet ineens. Het is brandbaar, net zoals aardgas. Maar het brandt pas wanneer het in de juiste verhoudingen met zuurstof wordt ge­ mengd. Vervolgens is er nog een vlam nodig om het te laten ontploffen. Daarom is het vanzelfsprekend dat mensen voor­ zichtig met het gas moeten omgaan. Wat merken jij en ik van waterstof? Op korte termijn? Niet veel. De toepassing van waterstof in huizen laat nog op zich wachten. Een collectief warmtenet of een elektrische warmtepomp bieden vaak een betere oplossing. In het verkeer zal het

aantal transportvoertuigen dat op waterstof rijdt waarschijnlijk wel toenemen. Voor personenverkeer is dat geen zekerheid. Elektromotoren in elektrische auto’s zijn efficiënter in energiegebruik. Wat gebeurt er in het Noorden op het gebied van waterstof? Noord­Nederland heeft als ambitie om een voortrekkersrol in Europa te spelen als het gaat om waterstof. Het Noorden werd uit­ geroepen tot de eerste waterstofregio, Hy­ drogen Valley, van Europa. Er lopen tiental­ len waterstofprojecten in het Noorden. In totaal zijn de plannen van deze projecten goed voor 9 miljard euro aan investeringen. Voorwaarde is wel dat Brussel en Den Haag met allerlei subsidies deze projecten steu­ nen. De ambities van de drie noordelijke provincies op het gebied van waterstof hebben alleen een kans van slagen als de landelijke en Europese overheid de projec­ ten (financieel) steunt. Waarom zijn bedrijven en overheden zoveel bezig met waterstof? Bedrijven en overheden zetten sterk in op

Toepassing in huizen laat nog op zich wachten

groene waterstof om de industrie helpen te vergroenen. Voor bepaalde processen in de chemische industrie is elektrificatie of energiebesparing namelijk niet echt mogelijk. Daarom zijn er zogenaamde groene moleculen nodig om tot emissie­ verlaging te komen. Waterstof is zo’n groen molecuul, omdat bij verbranding geen CO2 vrijkomt. Een ander groen mo­ lecuul is groen gas, maar dat is ook rela­ tief duur en daarvan is veel minder be­ schikbaar. Behalve het vergroenen van de industrie zijn er nog andere belangen. Ten eerste: banen. Het Noorden hoopt onder meer met de vele waterstofprojecten werkgele­ genheid te scheppen. Een andere belang­ hebbende is de Gasunie. De Gasunie hoopt dat haar gasinfrastructuur gebruikt kan blijven worden, iets wat mogelijk is met waterstof omdat dezelfde aardgaslei­ dingen na aanpassingen bruikbaar zijn voor het transport van waterstof. Andere belanghebbenden zijn de produ­ centen van groene stroom. Deze doen dat bijvoorbeeld met windmolens op de Noordzee. Deze partijen hopen door stimulering van groene waterstof dat de elektriciteitsprijs hoog blijft omdat er dan meer vraag naar stroom is. Zonder elek­ trolyse is er een grote kans op overcapaci­ teit in de elektriciteitsmarkt, waardoor de stroomprijzen omlaag gaan. Dit is een afgeleid belang: de productie van water­ stof stimuleren om zo een hogere prijs voor groene stroom te krijgen. Dit artikel is geschreven met medewerking met prof.dr. Machiel Mulder van de Rijksuniversiteit Groningen. De hoogleraar Regulering van Energiemarkten onderzoekt onder meer de economische haalbaarheid van duurzame waterstof.

Nog vragen? Heb je nog een vraag over waterstof die in dit artikel niet wordt beantwoord? Mail deze dan naar noordz@ndcmediagroep.nl en de redactie gaat op zoek naar het antwoord. Daarbij zal dit artikel online op noordz.nl doorlopend worden aangevuld.

Tankstation NXT op bedrijventerrein HoogTij in Westzaan. Bij dit pompstation kun je onder meer brandstof op basis van waterstof én 100 procent duurzame, hernieuwbare diesel geproduceerd uit afval en residuen van plantaardige oliën en vetten tanken. Door de toepassing van zonnepanelen, energiezuinige apparatuur en LED verlichting is het tankstation zelfvoorzienend. FOTO KIM VAN DAM/HH/ANP

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 3 3


Corona is welbeschouwd een hobbytijd. Wie handig is, gaat klussen. Wie van natuur houdt, gaat tuinieren. Wie een oldti­ mer heeft, knapt hem op. En daarvan hebben ondernemers die zich in die wereld begeven, profijt. Zoals Kroon Wire Harnesses in Kolham. Het bedrijf beleeft een prima tijd, met de maatrege­ len tegen het virus als duwtje in de rug.

TOPTIJD VOOR KABELBOMEN

Tekst Jean­Paul Taffijn

k kan niet anders zeggen dan dat het heel druk is’’, zegt eigenaar en oprichter Gerard Kroon. ,,En ik realiseer mee dat dat echt niet voor iedereen geldt in deze tijden.’’ Kroon levert kabelbomen (wire harnesses), speciaal gemaakt voor vooral klassieke Por­ sches. En die kwamen massaal onder de stofdoeken uit de afgelopen jaren. ,,Ik denk dat 60 procent van onze kabelbo­ men naar Amerika gaat. Vooral in Californië rijden heel wat klassieke Porsches rond. En wat niet rondrijdt, ging in restauratie. Ik denk ook dat mensen geld dat ze aan vakan­ ties wilden besteden, in hun auto staken. En dan kom je op zeker moment bij het elek­ trisch systeem. Dan wordt het tijd om con­ tact met ons op te nemen.’’

‘I

GERARD KROON

BLAUWDRUKKEN Kroon verzamelde in de afgelopen jaren een ongekende kennis als het aankomt op die kabelbomen. ,,Van bijna alle klassieke Por­ sches hebben we een blauwdruk van de elektrische bedrading. Noem dat maar de mallen. We kunnen daardoor bijna alle aan­ vragen wereldwijd binnen een dag of drie voorzien.’’ Dit geldt vanaf de zeer waardevol­ le jaren 50­modellen tot ver in de jaren 90. Die vraag – meestal op gang gebracht via online Porsche­forums – nam flink toe de afgelopen jaren. ,,Ik heb er mensen bij moe­ ten aannemen. Overdag lopen hier nu vier tot vijf man rond, allemaal in de weer om kabelbomen te maken. Onze bekendheid werkt een beetje als een olievlek. De specia­ listen kennen elkaar en ontdekken ons via hun onderlinge contacten. Kijk, die kabelbo­ men zijn in onze kwaliteit verder nergens te krijgen, dus je zag dat reparateurs in de weer waren met tape en kroonsteentjes. Als ze van ons bestaan horen, zijn ze meestal erg blij.’’ 100 PROCENT ORIGINEEL Vanaf het eerste begin maakt Kroon ook kabelbomen voor klassieke Ferrari ’s. ,,Dat is wel heel anders. Daar rijden er een stuk min­ der van rond, dus die producten zijn meestal eenmalig. Dat kost dus meer, maar in die kleine markt begeven zich andere klanten, die dat niet zo’n probleem vinden. Het is geweldig om ‘onze’ auto’s terug te zien in de media, op internationale beurzen en op veilingen van de grote veilinghuizen. Kroon stelt de kabelbomen samen met heel veel verschillende soorten draad. Zonder enige uitzondering altijd origineel van kleur en diameter. ,,Wat er niet is, wordt exclusief voor ons gereproduceerd. Onze klanten eisen dat, alles moet 100 procent origineel zijn.” Voor sommige onderdelen zoekt hij af en toe stad en land af. ,,En sinds een paar jaar ma­ ken we heel veel gebruik van onze 3D­prin­ ter. Dat is echt een uitkomst.’’ WATERSTOFTRUCKS Alsof het nog niet druk genoeg was, heeft hij

3 4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

Hyzon voor zijn rekening, op een enkel en alleen daarvoor ingerichte bovenverdieping.”

Heel eerlijk: de Brexit heeft veel meer invloed dan covid er sinds kort een nieuwe klant bij uit een heel andere hoek. Kroon maakt de kabelbo­ men voor Hyzon, de nieuwe waterstoftrucks die gebouwd worden in Winschoten met techniek van Holthausen uit Hoogezand. ,,Dat vind ik echt gaaf. Het is totaal anders, helemaal nieuw. Prachtig om daarover mee te kunnen denken en tekenen. Ik vind het mooi om in twee heel verschillende werel­ den te opereren en denk dat die heel goed samen gaan. Onze zoon werkt nu ook full­ time in de zaak, dat is een echte techneut, en die neemt naast de 3D­ontwerpen nu ook

GROEIEN Dat opereren lijkt in grote lijnen nog op die allereerste boom die Kroon bij wijze van uitdaging maakte jaren geleden. Het is uit­ leggen op de vloer, de tekening erbij houden, passen en meten. ,,Dat uitleggen doen we tegenwoordig op een speciaal ingericht wandbord. Maar door de groei is daarvoor wel steeds meer ruimte nodig. We zijn de afgelopen paar jaar al twee keer verhuisd. Steeds werd het te krap allemaal. Nu zitten we in een serieus groot pand waar ik de komende jaren wel vooruit kan. Maar goed, dat dacht ik vorige keer ook.’’ Dus nee, op de vraag of hij veel last heeft gehad van corona, kan Gerard Kroon alleen maar ontkennend antwoorden. ,,We houden er rekening mee. Afstand houden, handen wassen, dat soort dingen. En mijn vader, die altijd graag meehelpt, blijft helaas thuis tegenwoordig. Nee, voor mijn gevoel is het virus nog niet heel dichtbij geweest. Dat moeten we ook niet hebben hier. Ik moet er niet aan denken dat ik de tent een week moet sluiten of zo.’’ ,,Aan de andere kant: klanten hebben alle begrip voor vertraging. Heel eerlijk: de Brexit heeft veel meer invloed dan covid. Een zen­ ding komt in de VS al die tijd gewoon in een paar dagen aan. Maar als ik iets uit Engeland bestel of verzend, moet ik er niet alleen een hele papierwinkel voor invullen, maar kan ik ook een paar weken op de zending wachten.’’

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 3 5


Nu Noord-Nederland door de EU is aangewezen als Hydrogen Valley, stromen de miljoenen komende jaren binnen. Zo’n waterstofvallei klinkt prachtig, maar wat schieten we er eigenlijk mee op? Best veel, als we het goed aanpakken.

Daarbij kan het vignet Hydrogen Valley heel goed van pas komen. Patrick Cnubben: ,,Noord-Nederland moet elkaar vinden, samen optrekken. Zeker nu er geld en middelen beschikbaar zijn voor goede initiatieven, zie ik dat positief in. Wij hebben als New Energy Coalition een ondersteunende en verbindende rol. We zijn onafhankelijk, geven advies en hulp. Ondernemers samenbrengen kunnen we, overheden bijpraten en overtuigen van het belang ook, net als onderzoek en innovatie aanjagen.’’

Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Mariska de Groot, Pepijn van den Broeke

WEERSTAND VAN ‘FOSSIELE ECONOMIE’ New Energy Coalition mag dan onafhankelijk zijn, de kansen die de waterstoftechnologie biedt, verdienen een warm pleidooi, vindt Marieke Abbink. ,,Die zijn evident. Waterstof wordt een onmisbare schakel in het energiesysteem van de toekomst. De energietransitie gaat om het verbeteren van het klimaat, om de luchtkwaliteit Maar er is ook veel economisch perspectief voor onze regio. Als Noord-Nederland het goed aanpakt, zijn er echt heel veel banen te verdelen. Ondernemingen moeten zelf over die kansen nadenken. Als ze willen sparren, opleidingen zoeken, met andere ondernemers in contact willen komen, dan moeten ze ons even bellen.’’

HYDROGEN VALLEY IS MEER DAN EEN NAAMPLAATJE De ‘waterstofvallei’ in de praktijk In de ‘waterstofvallei’ Noord-Nederland staat van alles op stapel. Maar er is ook al een boel gaande. Op korte termijn merken we dat vooral op het gebied van mobiliteit. In de provincie Groningen rijden al bussen op groene waterstof. Een proef met waterstoftreinen loopt, de milieudienst van de gemeente Groningen heeft al veegwagens en vuilniswagens op waterstof. Een binnenvaartschip op waterstof wordt gebouwd, in Winschoten rollen binnenkort waterstoftrucks (Hyzon) van de band. Om die mobiliteit mogelijk te maken, worden de komende jaren steeds meer waterstoftankstations geopend. Groningen en Delfzijl hebben er al één voor bussen, Green Planet bij Pesse bouwt er één, veel meer staan er op stapel. In Hoogeveen en Groningen worden proeven gedaan met het gebruik van waterstof in woningen in daartoe aangewezen wijken. Voor al deze gebruikers moet groene waterstof worden gemaakt. Projecten zijn gaande op het Chemiepark in Delfzijl (Djewels) en in Emmen (GZI Next). In voorbereiding zijn grote projecten in de Eemshaven: HyNetherlands , Eemshydrogen, H2M maar ook NortH2 komen eraan. Verder wordt er volop ontwikkeld bij proeftuin EnTranCe van de Hanzehogeschool, met het MW Testcentre en het MKBondersteuningsinitiatief Groene Waterstof Booster.

oord-Nederland is als eerste regio in Europa aangewezen als Hydrogen Valley. De komende vijf jaar maakt Europa 20 miljoen euro over als subsidie. Daarbovenop stroomt nog eens 70 miljoen aan publiek-private financiering onze kant op. Dat is een heleboel geld, maar het is pas het begin. En die centen zijn slechts een deel van het belang van het label Hydrogen Valley.

N

Maar wat is dat eigenlijk, zo’n Valley? ,,Zie het als een afgebakend gebied, waar je alle elementen tegenkomt van de nieuwe waterstof waardeketen, gerealiseerd of in ontwikkeling’’, vertelt Marieke AbbinkPellenbarg, de directeur van de New Energy Coalition. ,,Dat is wat Noord-Nederland uniek maakt als het op groene waterstofontwikkelingen aankomt. We hebben hier alles. De toevoer van duurzame energie, de klanten in de industrie, de mobiliteit en de gebouwde omgeving, een gemotiveerd publiek bestuur én waterstoftechnologiebedrijven. En dan ook nog de productie van waterstof en de infrastructuur die klaarligt. Dat heb je nergens anders in Europa.’’

waterstofexpert van de Coalition. ,,Dat zie ik als onze taak, dat wij een platform zijn, een verbindende factor tussen alle initiatieven die er al zijn en nog komen. Want vergeet niet: de ontwikkeling en toepassing van groene waterstof is niet iets van de toekomst of zo. Dat is nu. Het schip is allang van wal. Het is aan ons allen om de beste koers uit te stippelen.’’ Om het schip goed op stoom te krijgen zijn goede voorbeelden essentieel. Die zijn er. Op verschillende niveaus. Een van de belangrijkere pioniers is Resato uit Assen. Dat bedrijf, groot geworden met technologie rond hogedrukoplossingen (voor vooral de olie- en gasindustrie), besloot om vol op het waterstoforgel te gaan. Dat was ver voordat het predicaat Hydrogen Valley op NoordNederland lag. ,,Voor dit jaar voorzie ik dat de afdeling waterstof de grootste businesstak van het bedrijf wordt. Dan werken uiteindelijk 40 tot 45 van de 105 werknemers in die tak’’, vertelt CEO Rob Castien. Hij gaat uit van een grote groei. ,,We hebben als wereld niet

Dus is onze regio een ideale plek om de groene waterstofeconomie een kickstart te geven. Als zogeheten implementatiegebied, om te zien hoe het zou kunnen worden, maar ook als startpunt van veel meer, en als blauwdruk. Zodat zo’n economie ook elders in de wereld kan verrijzen, naar voorbeeld van Noord-Nederland. KANSEN VERZILVEREN Dat is een prachtig voorland, dat niet zomaar werkelijkheid wordt. Mooie vergezichten en grootse ideeën kunnen ook weleens stranden in de praktijk van alledag. De Europese miljoenen, bovenop nog veel meer geld dat grote initiatieven zoals NortH2 (megawaterstofproject in de Eemshaven), HyNetherlands, Eemshydrogen en Djewels in de Eemshaven en Delfzijl en GZI Next in Emmen meebrengen, bieden grote kansen. Maar ze moeten nog wel worden verzilverd. Bij New Energy Coalition realiseren ze zich dat maar al te goed. Patrick Cnubben is de

3 6 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21

MARIEKE ABBINK-PELLENBARG

veel keus. Als we onze doelstellingen willen halen, de planeet willen redden, dan móéten we ook waterstof gebruiken.’’

Het komt nu aan op daadkracht en lef

ALLES LIGT VLAKBIJ Dat het gas daarin inderdaad een rol gaat spelen, daarover zijn steeds meer mensen het eens. Wereldwijd ontstaan grote projecten rond waterstof. Fabrieken om het gas te maken worden gebouwd, zonnevelden en windmolenparken voor de aanvoer van stroom ervoor aangelegd, nieuwe toepassingen ontwikkeld. Waar in de rest van de wereld doorgaans wordt ingezet op één of een paar van die aspecten heeft NoordNederland ze allemaal op een relatief gezien minuscuul stukje grondgebied.

Eigenlijk is het raar dat waterstof als deel van de oplossing nog steeds hier en daar op weerstand stuit, vindt Castien. Die gaat over de moeilijkheid om nog meer groene energie op te wekken, over de efficiëntie van het opslaan van energie in waterstof, over het gevaar van het brandbare goedje. ,,Het hád allemaal al veel sneller kunnen gaan. Ik ben voorstander van kritische vragen, begrijp me niet verkeerd, maar in dit dossier wordt gelobbyd vanuit de verkeerde hoek.’’

,,Je moet daarbij optellen dat aan onze onderwijsinstellingen, de Rijksuniversiteit Groningen met name, ook nog wordt nagedacht over heel andere zaken dan de puur technische’’, zegt Marieke Abbink. ,,Denk maar aan juridische kwesties, aan organisatorische vraagstukken, maatschappelijke dilemma’s. Hier wordt waterstof heel breed aangevlogen, als een nieuw deel van de economie dat een plek moet krijgen. Dat volgt de rest van de wereld op de voet.’’ Je moet ergens beginnen met het verbeteren van de wereld. En áls je ervan overtuigd bent dat waterstof in die verbeterde wereld een rol heeft, dan kun je er maar beter vroeg mee aan de slag. Liever een koploper dan een volgwagen. Dat is precies de gedachte van Rob Castien en zijn Resato. ,,Dit gaat gebeuren, we moeten wel. De mensen pikken het niet veel langer meer dat wij nog fossiele brandstoffen verstoken terwijl er alternatieven zijn.’’ ,,Ik verwacht dat er vanaf 2023-2024 een flinke versnelling komt in dit proces. We moeten oppassen dat we nu niet meteen op achterstand komen. De rest van de wereld investeert megabedragen in waterstoftechniek. Ik moet weleens denken aan windmolens. Wij hadden in Nederland de primeur van de eerste met composiet wieken, veertig jaar geleden. En moet je nu eens kijken: die grote turbines komen allemaal uit Duitsland, Denemarken en China. Wij doen helemaal niet meer mee. Dat moet ons met waterstof niet nog eens overkomen.’’

ROB CASTIEN

Castien doelt op de ‘fossiele economie’. ,,De grote olieconcerns zitten niet te wachten op de snelle overschakeling op waterstof. Dan is hun verdienmodel kapot. Nog een belangrijke remmende entiteit is de autoindustrie. Een wagen op waterstof en elektriciteit herbergt maar een fractie van het aantal onderdelen dat een oude verbrandingsmotor heeft. Dat betekent dat de productie van zo’n nieuwe auto met veel minder mensen kan. Bovendien heeft zo’n auto veel minder onderhoud en reparaties nodig, en dat is juist waar het geld verdiend wordt: in de werkplaats.’’ Reden te meer om zwaar in te zetten op waterstof. ,,De politiek heeft een belangrijke faciliterende rol, de ondernemers moeten kansen pakken en vooral samenwerken. Zo kunnen we elkaar opstuwen naar grote hoogten. Waarom zouden bedrijven elkaar niet wat meer opzoeken om nieuwe waterstofprojecten van de grond te krijgen? We leven allemaal in dezelfde vallei.’’ Created in Hydrogen Valley. Misschien staat het in de nabije toekomst wel op producten en diensten uit Noord-Nederland. Dat zou het ultieme teken van een vergaande samenwerking zijn, het bewijs dat de kansen met beide handen zijn aangegrepen. Marieke Abbink: ,,We hebben de mogelijkheden. Het komt nu aan op politieke daadkracht in Den Haag. En lef. Zodat we tempo kunnen maken en meekunnen in de ontwikkelingen in de landen om ons heen.”

D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 11 F E B R U A R I 2 0 21 3 7


@

* Acties zijn geldig t/m 28-2-2021. Zolang de voorraad strekt.


ADVERTENTIE

‘Ondernemers juist nu met raad en daad terzijde staan’ Het zijn hectische tijden, zeker ook voor de BV Nederland. Vele bedrijven strijden voor hun voortbestaan, waar anderen juist goede resultaten laten zien. Bij Van Braak Accountants weten ze er alles van en zien en horen ze dagelijks waar ondernemers tegenaan lopen. “Vooral bedrijven die hun structuur op orde hebben, hoeven zich minder zorgen te maken”, geeft Hennie van Braak aan. Hoe dat precies zit legt hij straks graag uit. Want, er zijn natuurlijk allerlei mogelijkheden om deze coronatijd goed door te komen. En ja, daarvoor moeten soms wel harde maatregelen genomen worden. “Kijk bijvoorbeeld eens naar het personeelsbestand.” Van Braak begrijpt dat dit meestal een lastige horde is om te nemen, maar hij predikt ook nuchterheid, hoe vervelend het afscheid nemen van medewerkers ook kan zijn. “Als je personeel niet meer nuttig kunt inzetten, dan moet je daar afscheid van nemen. Doe je dat niet, dan zul je zien dat de verliezen snel oplopen. Natuurlijk begrijp ik dat emoties daarbij een rol spelen. Maar, emoties die geld kosten moet je aan de kant proberen te schuiven, hoe moeilijk dat misschien ook is.” Thuiswerken Gelukkig zijn er ook vele bedrijven die hun medewerkers in dienst kunnen houden, het grote verschil met de tijd voor corona is wel dat veel werknemers thuis werken en de verwachting is dat dit na corona grotendeels zo zal blijven. Van Braak:” Dat is prima natuurlijk. Wij adviseren ondernemers gebruik te maken van de mogelijkheden om medewerkers daarvoor te vergoeden. De reiskosten nemen waarschijnlijk af, maar je mag medewerkers wel compenseren voor het thuis werken. Doe dat, het is netto geld en aantrekkelijk voor zowel werkgever als werknemer.” Structuur Ook de organisatiestructuur van een bedrijf speelt in deze tijd, en eigenlijk altijd wel, een belangrijke rol. Van Braak:” Wij adviseren altijd een structuur op te zetten met een rijke moeder BV en een arme dochter BV, zoals wij dat noemen. Je ziet nu bijvoorbeeld dat veel horecabedrijven in de problemen zitten, met name omdat ze hun structuur niet goed op orde hebben.” “In deze tijd krijgen talloze bedrijven te maken met schulden, die kun je binnen de wettelijke kaders onderbrengen bij de arme dochter BV. De schulden daarin lopen op en als je die straks na de lockdown niet meer kunt betalen, dan zal die BV failliet gaan. Echter, dit betekent niet het einde van je bedrijf, omdat het moederbedrijf in dat geval overeind blijft. Daarom adviseren wij onze klanten altijd, en zeker nu: onderneem actie en zorg dat je structuur op orde is.” Regelingen Van Braak is onder de indruk van de regelingen die de overheid in het leven heeft geroepen om ondernemend Nederland bij te staan. “Het is fantastisch wat ze in korte tijd hebben gerealiseerd en het helpt ondernemers ook echt om deze periode door te komen.” Echter, wat hem verbaasd is dat hij nog teveel bedrijven ziet die maar deels gebruik maken van de diverse regelingen. “Veel ondernemers weten vaak niet waarvoor ze in aanmerking komen. Ze hebben wel iets geregeld, maar laten andere mogelijkheden nog te vaak onbenut. En ik begrijp dat. Het zijn vaak lange teksten die je moet lezen en dan is het nog maar de vraag of het duidelijk wordt of je ergens voor in aanmerking komt. Bij Van Braak Accountants hebben we een goed beeld wat er wel of niet kan en daarover adviseren we onze klanten natuurlijk waar mogelijk.”

Hennie van Braak

Datzelfde geldt min of meer voor de uitstelmogelijkheden. Van Braak:” De loonheffing, BTW en ook andere verplichtingen mogen later worden betaald, maar ook daarvan is niet elke ondernemer op de hoogte. Dat is jammer, want het kan er net voor zorgen dat je in deze tijd even wat meer lucht hebt. Bovendien kun je dit nagenoeg renteloos doen, waardoor het straks niet tot extra kosten gaat leiden.” Kansen Hoe moeilijk deze tijd voor veel ondernemers ook is, het biedt ook kansen. Van Braak:” Juist nu is het aantrekkelijk om je bedrijf eventueel over te dragen aan je kinderen. Veel bedrijven zijn minder waard dan voor de crisis, dus is dit een gunstige tijd om te verkopen. Datzelfde geldt voor horecapanden die in eigen beheer zijn. Ook die zijn minder waard, dus is het aantrekkelijk om ze nu over te dragen. Veel ondernemers zijn daar niet mee bezig, zo wordt ons telkens weer duidelijk, maar er liggen wel degelijk mogelijkheden.”

Van Braak ziet bij ondernemers weinig verschil tussen de eerste en de tweede golf. “Ik ervaar niet dat er meer klanten zijn die het slechter doen dan voorheen, mits ze zichzelf maar goed beschermd hebben voor tijden zoals deze. Ja, de meeste klanten van Van Braak Accountants doen het goed. Mede een gevolg van het feit dat we in het verleden al de juiste maatregelen hebben genomen, worden vermogens nu niet echt aangetast. Het is niet voor niets dat wij altijd zeggen, zorg voor een rijke moeder en een arme dochter.” Dat het verhaal van Van Braak blijft hangen blijkt uit het feit dat hij onlangs in contact kwam met een ondernemer waarmee hij 20 jaar geleden een gesprek had. “Hij werd toen geen klant, maar het verhaal is wel blijven hangen. Want, onlangs spraken we elkaar weer en ik zit binnenkort bij hem aan tafel. En nu gaan we wel zaken doen.” www.vanbraakaccountants.nl


Kiran Badloe

Wereldkampioen RS:X en geplaatst voor Tokyo 2020.

GEMEENTE GRONINGEN! Nederland heeft goud in handen. Niet alleen met de spetterende prestaties van Kiran, maar zeker ook met de spetterende energie van waterstof. Daarom werkt Missie H2 aan een groen ‘Nederland Waterstofland’ met de sporters van TeamNL als drijvende kracht. Voor een beter klimaat, voor een duurzaam energiesysteem én voor onze economische kansen. Daarom is Gemeente Groningen nu ook supporter van Missie H2. En wij gaan samen met Groningen en met onze partner TeamNL aan de slag met de spetterende energie van waterstof. Samen maken we Nederland Waterstofland. Kijk voor meer informatie op MissieH2.nl.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.