NO
D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
‘DE VRAAG NAAR AFDEKFOLIE IS GROOT, ONZE GROEI IS ENORM’ ANNEMIEKE AAL EN MARTIJN RIEWALD PAGINA 6
ADVERTENTIE
Markt voor gepensioneerde ingenieurs groeit Gepensioneerde ingenieurs die voor allerlei werkzaamheden in het bedrijfsleven kunnen worden ingezet. In 2010 zag Oscar Oosterhof een gat in de markt en richtte Proces Energy Support BV op. Ruim 10 jaar later hebben bedrijven in de proces, food- en energy- industrie gebruik gemaakt van ervaren ingenieurs, van techisch specialist tot management. Ingenieurs die hun weg in de vaak ingewikkelde opdrachten prima weten te vinden. “Het voordeel van gepensioneerde ingenieurs is dat ze veel kennis, ervaring en kunde met zich meebrengen en over willen dragen. En als de klus erop zit, gaan ze weer. Wij zorgen ervoor dat alle randvoorwaarden goed worden geregeld.”
Het idee voor Proces Energy Support ontstond toen Oscar Oosterhof zelf bij een groot bedrijf in dienst was. “Toen al zag ik dat veel bedrijven op zoek waren naar goede ingenieurs, voor korte of langere tijd. Vlotte en tijdelijke beschikbaarheid van veel kennis en ervaring was echter lang niet altijd mogelijk. Bovendien was er toen en zeker ook nu sprake van krapte.” “Daarnaast worden we met elkaar ouder en vaak in goede gezondheid, waarom zou een gepensioneerde ingenieur zijn kennis en kunde niet beschikbaar kunnen stellen? En tenslotte bleek dat er geen organisatie was die beide partijen bij elkaar bracht, waarna ik besloot om het zelf te gaan doen.” Wennen Een goed idee, maar de markt moest er wel aan wennen. Oosterhof:” Ten eerste moest ik een netwerk van gepensioneerde ingenieurs opbouwen, maar daarnaast ook bedrijven en organisaties zien te vinden die er het voordeel van inzien. En dat was nog niet eenvoudig, want vooroordelen over deze doelgroep waren er wel degelijk. Te oud, wellicht minder gemotiveerd, past het wel bij onze organisatie, waren vragen die ik moest beantwoorden.” In de afgelopen jaren heeft Oosterhof het aantal opdrachtgevers gestaag zien groeien. “Enerzijds
omdat er een tekort aan ingenieurs is, maar ook omdat bedrijven de voordelen er inmiddels van inzien. Wat je nu ook ziet is dat mensen met pensioen gaan en vervolgens door hun voormalige werkgever, enkele uren of dagen per week, weer worden ingehuurd.”
‘Wij werken daar waar zaken te doen zijn en gepensioneerde ingenieurs meerwaarde kunnen bieden’ Steeds meer gepensioneerde ingenieurs willen nog werken, maar niet continu en ze willen al helemaal geen gedoe met het zoeken naar mooie projecten, het salaris, de arbeidsvoorwaarden, enzovoort. Die zaken neemt Proces Energy Support uit handen, uiteraard in overleg met de betreffende kandidaat. “Van de gepensioneerde ingenieurs wordt wel verwacht dat ze bij blijven, vaak is dat ook mede de reden waarom iemand aan het werk blijft. Het geeft een gevoel van nuttig kunnen zijn, kennis kunnen overdragen en niet achter de spreekwoordelijke geraniums hoeven te zitten.”
Samenwerking Proces Energy Support is met name actief in de drie noordelijke provincies en Overijssel. “Maar ook daarbuiten worden we gevraagd om deskundige ingenieurs te leveren. Zo zijn we bijvoorbeeld actief in de regio Amsterdam, waar een gepensioneerde docent industriële automatisering trainees begeleidt. Daarnaast zijn we actief bij uitbreiding en aanleg van een warmtenetproject rondom Amsterdam.” Om de markt in de rest van Nederland goed te bedienen, is Oosterhof een samenwerking aangegaan met een gepensioneerde ingenieur in Midden-Nederland, die de markt goed in de gaten houdt. “Wij werken daar waar zaken te doen zijn en gepensioneerde ingenieurs meerwaarde kunnen bieden.” Oosterhof zag het aantal opdrachten in de coronatijd dalen, maar inmiddels neemt het aantal opdrachten duidelijk toe. “Die trend zal in de tweede helft van dit jaar versterkt doorzetten. Tal van nieuw-, verbouw- en uitbreidingsprojecten liggen klaar om te worden opgestart. Daarnaast verwachten we dat energie-efficiency projecten sneller van de grond komen. Onze procestechnologen staan klaar om daarin aan de slag te gaan.” MKB Waar Oosterhof ook een toename van werkzaamheden verwacht is in het MKB. “Met name op het gebied van CO2 en stikstof, waarover veel te doen is, zie ik in het MKB nog een achterstand. Men wil dat er vaak even bij doen, maar dat is lastig, zo blijkt eens te meer. Kennis en kunde, maar ook focus, is daarom gevraagd en daarin kunnen wij voorzien.” En het mooie is, het verplicht beide partijen tot niets. “Een gepensioneerde ingenieur kan morgen beginnen en volgende week, wanneer het project klaar is, weer weg zijn. Hij of zij vormt geen enkele bedreiging voor de bestaande populatie. Wat we wel zien is dat hij zorgt voor kennisoverdracht. Het mes snijdt zodoende ook nog eens aan twee kanten.” Schaarste En zo vinden gepensioneerde ingenieurs met een heel diverse achtergrond hun weg nog altijd op de arbeidsmarkt. Gezien de schaarste aan vakkrachten zal die vraag de komende jaren niet verstommen, integendeel. Oosterhof:” Het is telkens een leuke uitdaging om de juiste man op de juiste plaats te krijgen. Ik heb een paar honderd gepensioneerde ingenieurs in mijn netwerk, die allemaal hun eigen wensen hebben. Vergelijk het maar met het oplossen van een puzzel, ik vind dat leuk en interessant om te doen. Zeker wanneer zowel de gepensioneerde ingenieur als de opdrachtgever met tevredenheid op een korte of lange klus kan terugkijken. Want dat is waar het uiteindelijk om gaat.” www.pesupport.nl
Oscar Oosterhof
200 ingenieurs | 10 vakgebieden | 1 club
ER WORDT VEEL MOOIS GEMAAKT e coronacrisis kent veel winnaars en veel verliezers. Het afgelopen jaar beschreef verslaggever Jean-Paul Taffijn wekelijks op noordz.nl hoe bedrijven in Drenthe, Friesland en Groningen daarmee omgingen. In deze NoordZ legt hij zijn bevindingen met betrekking tot de noordelijke maakindustrie, het thema van deze maand, vast op papier.
D
Het is te gemakkelijk om te zeggen dat als je een echte ondernemer bent je de crisis wel overleeft. Je zult, zoals bij Animo in Assen waar ze koffiezetmachines maken, maar afhankelijk zijn van de horeca en kantoren waar het leven stil kwam te liggen. En dan bedenk je een leuke overbrugging voor sportaccommodaties ... gaan die een dag later ook dicht.
Het citaat op de cover ‘De vraag naar afdekfolie is groot, onze groei is enorm’ is een samenvatting van hetgeen Annemieke Aal en Martijn Riewald zeggen over hun bedrijf Gauris, vanaf pagina 6. De onderneming in Heerenveen levert gespecialiseerde afdichtfolie over de hele wereld. In nauwelijks drie jaar groeide Gauris van de keukentafel naar een nieuw bedrijfspand met extra productiehal en twaalf werknemers.
Anderen zochten de oplossing juist ín corona door mondkapjes te gaan maken, hygiënezuilen te ontwikkelen of producten aan huis te bezorgen. Lang niet allemaal omzetkrakers, maar het tekent wel de ondernemer: niet bij de pakken neerzitten maar op zoek naar de kansen en die pakken.
De een komt bij paardenartsen over de hele wereld, de ander zie je in elke snackbar in Nederland en de derde levert kunststoffolies tot in Afrika en Zuid-Amerika om bijvoorbeeld waterreservoirs te dichten. Twee op het eerste gezicht uitersten komen ook aan bod: de ontwikkeling van de traditionele maakindustrie én robotisering. Maar wie denkt er nog aan de vroegere smederij als hij de nieuwe hoefijzerfabriek van Werkman in de Eemshaven binnenstapt: inductie in plaats van vlammen. Bij de klompenmaker herken je meer van vroeger, al draait het tegenwoordig vooral om de beschildering. Eelko Huizingh, universitair hoofddocent innovatiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen, duidt de opkomst van de robots. Robots zullen veel werk overnemen van de mens, maar daarvoor komen ook veel banen terug. Dat zijn wel andere banen en daarop moeten we ons beter voorbereiden, is zijn stelling. Kortom, een veelkleurig palet van verhalen zo vlak voor de vakantie. Namens de redactie, veel leesplezier.
De maakindustrie in Noord-Nederland is er eentje om trots op te zijn. Drie bedrijven worden er in deze bijlage uitgelicht. Niet bekend bij het grote publiek, maar nationaal en internationaal horen ze bij de top.
COLOFON
INHOUD
NoordZ is een bijlage van NDC mediagroep
04
Noordelijke maakindustrie vindt veerkracht in coronacrisis Over het algemeen kun je zeggen dat de maakbedrijven opgeruimder de crisis uitkomen
Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Theo Zandstra
06
Made in Noord-Nederland: bedrijven om te leren kennen Maak kennis met drie bedrijven die weinig mensen kennen, maar veel betekenen
11
Meer of minder banen dankzij robots? Eelko Huizingh pleit voor actie om te anticiperen om de komst van (nog meer) robots
14
Inkijkje bij de traditionele maakindustrie Hoe hebben de makers van hoefijzers en klompen zich weten te handhaven tot in de 21ste eeuw?
16
Techniek is ook: mee op tournee met een bekende rockband En dan eist Within Temptation opeens een vrouw in de crew
19
Niet essentieel Column Ronald Mulder
23
NightCyclus uit Groningen is je gids in het plaatselijke nachtleven Rubriek Start-up
24
‘Ik wil me vooral spiegelen aan de absolute top’ Rubriek De Spiegel met Bakschik Martirosian
27
Zakelijk met gevoel Presenteren is geen trucje, het komt pas binnen als je authentiek bent
Vormgeving Alie Veenhuizen Telefoon bijlagenredactie 050-5844229 058-2845477 E-mail bijlagen@ndcmediagroep.nl Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl
Volg noordz ook online op het blog: www.noordz.nl
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 3
NOORDELIJKE MAAKINDUSTRIE VINDT VEERKRACHT IN CORONACRISIS
Terwijl we in Nederland de coronacrisis achter ons lijken te laten likken ondernemers hun wonden. De korsten zaten daar behoorlijk snel op, en de nieuwe huid is hier en daar nog fragiel, maar elastischer dan de oude. Tekst Jan-Paul Taffijn Illustratie Job van der Molen
n toen was het stil. Maart 2020. Mark Rutte doet onhandig op tv, deelt het volk mee dat we ‘even’ op slot gaan en een dag later stoppen in bedrijven plotseling de telefoons met rinkelen en de mailbox met bliepen. Wat nu? NoordZ sprak de afgelopen maanden bijna zestig ondernemers in de maakindustrie. Hoewel de precieze impact van corona per bedrijf verschilt, zijn de overeenkomsten groot. Steekwoorden: veerkracht, redden wat er te redden valt en kansen zien. Maar vooral: écht ondernemen.
E
Het voelde een beetje als vakantie, die eerste twee weken. Na jaren van economische groei en drukte, had menig ondernemer best behoefte aan zo’n gedwongen pauze. Even uitrusten en daarna vol gas door, dachten we toen nog. Maar het geknaag kwam snel. Steunmaatregelen hadden nog geen vorm gekregen, terwijl al duidelijk werd dat deze ‘vakantie’ wel eens langer zou kunnen gaan duren dan twee weken. Veel langer. ALLES BLONK De toenemende spanning drijft ook het ondernemerschap boven. En zo werd de stilte op de werkvloer opeens een kans om de onderneming beter de coronatijd uit te krijgen dan ze er inging. Bedrijfspanden werden opgeknapt, klantenboeken afgestoft, nieuwe brochures gemaakt, geboend dat het een lieve lust is. Alles blonk. Maar de lockdown werd verlengd. Wat doe je dan, als het ondernemen je in het bloed zit? Dan ga je nadenken over nieuwe kansen. Over andere producten, verse samenwerkingen, gekke ideeën. De Dozenproducent in Groningen bedacht een handhygiënezuil, Drentse Streekproducten in Zuidlaren kwam met de Drentse Gelukspot – bezorgde lekkernijen om opa en oma een hart onder de riem te steken –, vijzelspecialist VZL in Leek bracht onder de naam Vidt stalen tuinmeubelen op de markt, Vanhulley ging massaal verantwoorde mondkapjes maken, lijmproducent Colall in Stadskanaal besloot handgels te verpakken en af te vullen, glasfabrikant Steinfort in Franeker oogstte succes met verschillende typen kuchglas. En dit is maar een kleine opsomming. Over het algemeen kun je zeggen dat de noordelijke maakbedrijven opgeruimder de crisis uitkomen dan ze er ingingen. Planken waarop al jaren plannen lagen zijn leeggehaald. Nieuwe producten zijn uitgeprobeerd, ofwel om direct omzet te genereren, ofwel om personeel aan het werk te houden, ofwel om te achterhalen of er nieuwe kansen inzitten. Niet dat daaruit allemaal doorslaande successen ontstaan natuurlijk. Want de crisis trof menig bedrijf op een gemene manier. Hoe ondernemend, doortastend en experi-
4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
menterend de mensen ook zijn, soms bleek er geen kruid tegen gewassen. Producenten die zich vooral richten op sectoren als horeca, evenementen, maar ook kantoortoebehoren, spullen voor scholen en meer, die konden soms geen kant op. En dan zijn er nog ondernemingen die werken in opdracht van de auto-industrie, de luchtvaart, het toerisme. Die hebben het ook moeilijk (gehad). HEEL DIKKE PECH Voorbeelden: koffie-automatenfabriek Animo in Assen hoort zonder twijfel bij de pechkant. De kantoren waar de automaten vooral een plekje hebben stonden allemaal leeg. Net als hotels, schepen, sportkantines, beursgebouwen en meer. De vraag stortte in. De innovatieve Asser geesten bedachten prachtige alternatieven, zoals een wagen om buiten koffie mee te serveren bij sportverenigingen. Het ding was net uitstekend getest, toen de lockdown heftiger werd en hekken om sportparken ook sloten. Dat is heel dikke pech. Getech in Westerbork bouwt meetmallen voor de auto-industrie. Dat zijn objecten die toetsen of leidingen voor in en onder auto’s exact de juiste afmetingen, krommingen en bevestigingspunten hebben. Toen de grote Europese autofabrieken aan het begin van de crisis sloten, had dat uiteraard een direct gevolg. De helft van de omzet viel weg. Opvallend is het optimisme dat snel terugkwam bij de maakbedrijven met minder geluk. ‘Hier komt een eind aan, wij zijn klaarder dan ooit als het zo ver is.’ Ondernemers grijpen de opgelegde kalmte op om hun onderneming te verbeteren. Animo ontwikkelde apparaten die nu nieuwe markten openen, Getech stak veel tijd in procesoptimalisatie en het verbeteren van de bibliotheek. Dit zijn geen op zichzelf staande verhalen. Dit gebeurt over de breedte. In de dorre tijd werd ook gezaaid. Daartegenover staat een flinke rij maakbedrijven die juist vanwege corona een goed jaar hadden. Producenten van alles wat te maken heeft met thuiswerken, met klussen, met tuinieren, met interieur, met supermarkten, met hobby’s, met gezondheid en fitness, met huisdieren. Die hadden over het algemeen een topjaar. Optimistisch zijn de meeste marktbedrijven in Noord-Nederland hoe dan ook. Misschien
Corona legde de kwetsbaarheid van het mondiale economische systeem bloot
wel opvallend optimistisch. Althans: als het op de coronacrisis aankomt. Het viel – mede dankzij de steunmaatregelen – voor veel ondernemingen best mee allemaal. Ook omdat het aantal besmettingen op de werkvloer zeer beperkt bleef. Wel zijn er zorgen, die deels ontsproten in de covidellende. Het afgelopen jaar merkte menig vertegenwoordiger van de maakindustrie dat de verkrijgbaarheid van grondstoffen (vooral staal, hout, onderdelen, elektronica en ook kunststof) steeds nijpender werd. Dat is deels te verklaren uit het feit dat toeleveringsfabrieken in de diepe crisis totaal stilgelegd werden. En als de onderdelen en materialen er al waren, dan stond er dikwijls een absurd hoge prijs tegenover. De transportkosten stegen daarnaast de pan uit. GRONDSTOFFENCRISIS We hebben te maken met een andere crisis, die misschien wel diepere wonden gaat achterlaten, zo is te horen. En als we niet uitkijken, is die grondstoffencrisis het begin van een grote recessie. Die vrees leeft. Waar stikstof en PFAS zand in de economische machine strooien, gooit de grondstoffenschaarste extra olie op het dreigende crisisvuur. Langere wachttijden en oplopende kosten kunnen leiden tot een haperende vraag, met alle gevolgen van dien. Noordelijke maakondernemers zijn daarvoor beducht, maar zien ook een positieve keerzijde. Ze ruiken kansen. Het afgelopen jaar heeft pijnlijk aangetoond dat het mondiale economische systeem kwetsbaar is. Massaproductie in Zuidoost-Azië leek goedkoop en efficiënt, maar zodra de leveringszekerheid in het geding komt en de transportkosten stijgen, is het niet zo aantrekkelijk meer. Maakbedrijven merken dat aan het stijgende aantal aanvragen van klanten die hun spullen niet meer daar, maar hier willen laten maken. Dat is een tendens die toch al zichtbaar was, maar door corona extra evident is geworden. Fietsenfabriek Azor in Hoogeveen haalt de productie van frames terug naar Nederland. Borstelfabriek Jobo in datzelfde Hoogeveen investeerde om de sterk groeiende vraag naar borstels te faciliteren die normaal uit Azië komen. Verenfabriek Globe in Coevorden levert veel meer aan Europese klanten die vóór corona in de Oriënt inkochten. Dat is een trend die zo maar eens harder zou kunnen doorzetten en de maakindustrie in het Noorden kan opstuwen. Ondernemers zijn bezig. Altijd. Ze kijken liever naar kansen dan verdrietig in een hoek te gaan zitten. Afgelopen twaalf maanden hadden ze ongetwijfeld meer stress en spanning, zagen ze het af en toe niet meer zitten en moesten ze vervelende ingrepen doen. Maar ze zijn er nog, en kijken vooruit. Als er één eigenschap in het geheugen blijft hangen na het spreken van al die ondernemers, dan is het veerkracht.
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 5
MADE IN NOORD-NEDERLAND: BEDRIJVEN OM TE LEREN KENNEN PODOBLOCK IN TYNAARLO: BEROEMD ONDER VEEARTSEN IN DE HELE WERELD Een klassiek jongensboekverhaal is het, inclusief tragische wending. Over twee gelijkgezinde kameraden die wat bedachten, heel Nederland en Duitsland per auto doorkruisten om het aan de man te brengen, en nu niet meer weg te denken zijn uit de paardenwereld. O ja: in Florida is de tweede vestiging geopend en langzaam maar zeker verovert het bedrijf een plek onder andere soorten dierenartsen en zelfs mensendokters. ,,Op dit moment is 95 procent van wat we maken voor de export’’, vertelt Alex Berends. Hij is de schipper van het bedrijf na het tragische verlies van compagnon Nico Gorter vier jaar geleden. Die twee werkten meer dan twintig jaar samen in de wereld van de paardenartsen. ,,We gingen samen naar paardeneigenaren toe om foto’s te maken. Om ons het leven makkelijker te maken, bouwden we onze eigen hulpmiddelen. Te beginnen met een blok waarin we de cassette waarin de film zat, tegenwoordig is het digitaal, konden plaatsen. In feite deed iedereen in de wereld het zo, er was niets te krijgen, dus bedacht je wat.’’ Alleen waren Gorter en Berends er iets beter in dan veel anderen. Dus begonnen meer en meer paardenartsen te vragen of zij ook niet iets voor hen konden maken. ,,Op een dag gingen we daarop in en maakten we tien pakketjes klaar. Toen we die dezelfde dag nog verkochten wisten we dat we iets in handen hadden.’’ Van de 100 dierenartsen die de twee in Nederland benaderden, konden ze er een half jaar later 95 tot hun klantenkring rekenen. Dat was in 2007 en 2008 in Midlaren. Nu is het bedrijf verhuisd naar een veel groter pand in Tynaarlo en werken er mensen op kantoor en in de werkplaats. Via een uitgekiend proces komen meestal regionaal gemaakte en zelf ontwikkelde onderdelen binnen die door Podoblock worden geassembleerd. Exact hetzelfde gebeurt in het pand in Florida. Vanwege een flinke voorraad is snel leveren geen punt. Elke week vertrekken pallets vol zendingen naar bestemmingen in de hele wereld. De Benelux is zo’n beetje voorzien, Duitsland en Groot-Brittannië stromen ook vol. Podoblock, dat als specialist geen concurrentie heeft, denkt verder. Alex Berends: ,,,Ik ben vooral van het ontwikkelen van producten. Daar word ik blij van. Dus ben ik me meer gaan richten op de medische zorg van kleinere dieren en mensen. Ook daar wordt gebruik gemaakt van mobiele röntgenapparatuur, dus ook daar zijn artsen geholpen met onze hulpmiddelen. Mijn distributeurs vroegen ernaar, dus er is markt voor.’’ Anders dan in de paardenartsenwereld, ondervindt Podoblock op dat gebied wel concurrentie. ,,Wij hebben toegevoegde
Noord-Nederland herbergt tal van maakbedrijven die weinig mensen kennen, maar die veel betekenen. Tijd om enkele daarvan in het licht te zetten. Een greep uit de bak vol parels. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Mariska de Groot
de oliecrisis toesloeg, besloten ze zich te richten op de voedingsindustrie, waar saus nog met lepels uit emmers werd geschept. Ze ontwierpen de eerste sausdispenser, gebaseerd op de oliemenger van weleer.
waarde. Nederlandse makelij, oersterk, echte specialist.’’ De eerste producten zijn al bij dierenartsen beland. De humane oplossingen worden binnenkort gelanceerd. ,,Heel eerlijk? Ik denk dat dit pand binnenkort alweer te klein is geworden voor ons.’’
En nu ontwikkelt Bereila zich verder. Voor internationale grootbedrijven bedacht het een jamdispenser, die de kleine wegwerpbakjes in de ontbijtzalen van hotels vervangt. Poelhorst: ,,Dat is een succes. Binnenkort verwacht ik daar heel veel orders van.’’ Een Duitse cosmeticareus springt op een andere duurzaamheidstrend: klanten van kapsalons kunnen in de zaak hun shampooflesjes laten bijvullen, uit een dispenserapparaat van Bereila.
ELKE CAFETARIA IN NEDERLAND HEEFT EEN PRODUCT VAN BEREILA IN BEDUM We hebben ze allemaal wel eens aangeraakt, of minstens gezien: producten van Bereila. De in Bedum gevestigde fabriek maakt dispensers, vooral voor sauzen. Die RVS-pompen op mayonaise-emmers zijn bekend, de apparaten voor het vers bereiden van Raspatat worden in Bedum gemaakt, automatische sausdoseerapparatuur rolt er van de band, en nog veel meer. Iedereen die wel eens een beurs, snackbar of evenement heeft bezocht kent ze.
De belangrijkste focus blijft op de foodservice liggen, waar een steeds grotere catalogus aan standaardproducten aanwezig is, en sinds kort ook een webshop. ,,We kunnen snel schakelen en speciale apparaten maken, omdat we hier alles zelf doen. Dat is ook heel fijn. Voor de rest van het jaar hebben we inmiddels ook al de nodige opdrachten ontvangen.”
Bereila kent op het gebied van foodservice dispensers qua omvang amper een evenknie in de Benelux. En de groei zit er goed in, na een ‘coronadip’ in de laatste maanden van vorig jaar. Bereila is in wezen een metaalbewerker. Het maakt zijn pompen met bijna twintig medewerkers van A tot Z op eigen machines. RVS vooral, van een degelijkheid die in de markt befaamd is. ,,Wij zitten in de meer ‘premium’ kant van de markt’’, zegt directeur Martin Poelhorst. ,,Ik zie een trend dat klanten daarnaar steeds meer op zoek zijn. Kijk maar in cafetaria’s. Die zien er steeds luxer uit. Daar passen onze producten bij. Een sprekend voorbeeld is de Saustap die door een sausfabrikant en een specialist zijn ontwikkeld op het Bereila elektrische doseersysteem, en door ons afgewerkt en op locatie wordt geplaatst.” De heren Berghuis, Reineking en Laanstra (BeReiLa dus) ontwikkelden een halve eeuw geleden in Bedum een apparaat om benzine en olie te mengen voor bromfietsen. Toen
6 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
Sinds Bereila vier jaar geleden onderdeel werd van het Zweedse Asept, zijn de groeikansen nog groter. ,,Asept is een heel grote in de markt van kunststof dispensers, wij in die van RVS. Totaal hebben we een breed aanbod, en we maken ook al producten samen. Dat is mooi om te zien.’’
Heel eerlijk? Ik denk dat dit pand voor ons binnenkort alweer te klein is
SPECIALE FOLIE VAN JONG FRIES BEDRIJF NIET AAN TE SLEPEN Steeds meer vijvers, zwembaden, daken, zwembaden, bodems van paardenbakken, bassins en wateropslagtanks zijn ermee bedekt, in binnen- en buitenland. De folies van Gauris in Heerenveen doen hun werk van Akkrum tot Afrika. Dat is des te knapper als je bedenkt dat het bedrijf vandaag exact drie jaar en één week bestaat.
ALEX BERENDS Ook bijzonder: de scepter wordt gedeeld door een stel. Annemieke Aal en Martijn Riewald runnen het bedrijf dat elk jaar >>
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 7
ADVERTENTIE
7.000 m2 bedrijfsuitbreiding voor wereldwijde groei „Ook wij werden vorig jaar overvallen door de coronacrisis”, zegt Ulbe Bijlsma, directeur van Stertil Group BV. Niet alleen hadden we te maken met een sociale impact, ook bedrijfsmatig was het een moment van heroriënteren. Wat te doen met onze geplande uitbreiding van 7.000 m2 productie- en kantoorruimte? Uitstel, was nodig, maar voor hoelang? Inmiddels is de vraag naar onze producten weer als vanouds en de bouwwerkzaamheden, die zijn in volle gang. De merken van Stertil Stertil heeft drie productgroepen. Stertil Koni is de belangrijkste speler op de wereldmarkt voor hefbruggen voor de zwaardere voertuigen zoals bussen en vrachtauto’s. Stertil Dock Products ontwerpt, produceert en installeert state of the art laad- en docksystemen voor vrachtwagens. De derde productgroep is Stokvis Service. Die onderhoudt en pleegt service aan onze technische apparatuur en die van derden in Nederland. Het hoofdkantoor van Stertil is gevestigd in Kootstertille. Het bedrijf heeft productiefaciliteiten in de Verenigde Staten, China en Friesland en het heeft eigen verkoopkantoren in onze belangrijkste landen over de hele wereld aangevuld met exclusieve distribiteurs in 80 landen. Wat verklaart een dergelijk succes? Een duidelijke route op basis van kennis „We kijken vooruit”, zegt Bijlsma. „Natuurlijk gebeuren er dagelijks dingen waar je ad hoc op moet reageren, maar voor een bedrijfsmissie ontwikkel je een lange termijn strategie. We willen meerwaarde creëren voor onze afnemers. Onze producten moeten beter zijn en meer kunnen dan die van anderen. Voor de klant kan de meerwaarde bestaan uit een verhoogd rendement, meer veiligheid, werkgemak en efficiëntie. Onze Research & Development afdeling speelt daarin een belangrijke rol en regelmatig vragen we nieuwe patenten aan op onze vindingen.” Groei vraagt uitbreiding Ook de eigen productie van Stertil in Kootstertille profiteert van de technische innovatie en ontwikkeling. „De laatste vijftien jaar hebben we met innovatieve productiewijzen een verdubbeling van de omzet gerealiseerd, zonder dat dat leidde tot een uitbreiding van onze
Ulbe Bijlsma productiehal of tot een uitbreiding van productiepersoneel. Vooral de overstap naar modulair productontwerp (“bouwdoos principe”) maakte hierbij veel mogelijk. Nu staan we voor de opgave tegemoet te komen aan een verder groeiende vraag. Hoe en waar gaan we de productie opschalen? Het antwoord daarop is in 2019 geformuleerd. Na enige coronavertraging is hier in Kootstertille de bouw van een heel forse bedrijfsuitbreiding in volle gang.”
Complexiteit vraagt ruimte „Het is niet alleen de groeiende vraag naar onze producten die om capaciteit vraagt. Ook wordt de wereld complexer met overal specifieke regelgeving. Dat betekent dat meer mensen bezig zijn met producttekeningen en regel- en papierwerk. Hoewel we nu nog veel thuiswerken, vinden we het belangrijk dat de onderlinge lijntjes kort blijven en het contact direct. Daarom wordt naast de productiehal ook de kantoorruimte met 1.500 m2 uitgebreid.” De meerwaarde van uitbreiden ‘Groen’ is belangrijk voor Stertil. Nu het bedrijvencomplex flink wordt uitgebreid, is het tijd voor een volgende stap: zonnepanelen. „Vanwege allerlei brandwerende voorwaarden konden we nog geen zonnepanelen leggen op het bestaande dak. Bij de nieuwbouw maken we het dak technisch zonnepanelenbestendig en wordt dit deel geheel voorzien van zonnepanelen.” Naast extra ruimte voor Productie, Logistiek en kantoren wordt er meteen ook ruimte gecreëerd voor een eigen modern Demo- & Trainingscentrum. Stijging op de ranglijst „Afgelopen jaar stegen we naar de tweede plaats op de ranglijst van Nederlandse best presterende maakbedrijven tot een omzet van 500 miljoen euro, de Maak100. We zijn de laatste jaren steeds verder opgeschoven naar de top en nu is er is nog ruimte voor een laatste stap, namelijk naar nummer één op de Maak100-ranglijst.” www.stertil.com
>> verdubbelt in omvang. ,,Dat is zo gelopen, en het bevalt nog steeds hoor’’, zegt Annemieke Aal. Zij belandde in de business toen ze zag dat haar vader – kunststofproducent – mooie stukken folie als restmateriaal aan de weg zette. ,,Ik besloot die op maat aan te bieden op Marktplaats, als vijverfolie. Dat ging zo goed dat ik ook materiaal ging inkopen. Zo is het begonnen.’’
standaard, maar op maat gemaakte oplossingen. Voor zwemvijvers bijvoorbeeld leveren we ook de planten, de pompsystemen, alles. Je bestelt geen folie, maar een zwemvijver.’’
Amper drie jaar later is Gauris verhuisd van keukentafel naar garage naar loods naar productiepand, naar extra productiehal. Twaalf man werken er, in Latijns-Amerika zijn nog twee agenten in de weer. ,,De groei is enorm. Het is voor ons zaak dat bij te houden en er intussen voor te zorgen dat we vervangbaar zijn’’, vertelt Riewald. ,,Ruimte vinden, meer vervoersbewegingen, personeelszaken, er komt veel op ons af. Gelukkig houden wij wel van een uitdaging.’’
De ‘klantcentrale’ benadering leverde veel bijzondere projecten op. Min of meer bij toeval rolde het bedrijf in de wereld van paarden. Intussen hebben de folies uit Heerenveen er een plaats verworven in binnen- en buitenland. Riewald: ,,We maken de folie voor zogeheten eb- en vloedbakken. Je kunt water toe- en afvoeren van onderaf. Zo kan een stabiele ondergrond voor paarden worden gecreëerd. We deden er op vraag een keer één en van het een kwam het ander. Onlangs hebben we zelfs geleverd aan de grootste paardenmanifestatie ter wereld, in Aken.’’
Gauris (Fries voor regelmatig) is succesvol in de markt dankzij een paar dingen die het bedrijf anders doet. Ten eerste is er het denken vanuit de klant. Annemieke Aal: ,,Wij bieden een oplossing, denken mee en kunnen het hele pakket regelen. Geen
Veel meer bijzondere projecten zijn er. Van het afdekken van een vuilnisbelt tot het waterdicht sealen van kweekvijvers voor alken en vissen in Afrika. Van grote waterreservoirs in Zuid-Amerika tot groendaken in Nederland. En zo nog een
heel rijtje. Riewald: ,,Van alles komt op ons pad en we genieten van het meedenken, oplossingen verzinnen en de klant van dienst zijn. We hebben allebei een hotelschoolachtergrond. De hospitalitygedachte is nooit ver weg.’’ De core business van het bedrijf is in wezen het verbinden van kunststof folies. In twee grote hallen worden reusachtige projecten gemaakt, op maat gemaakte folies die tonnen wegen. Het produceren gebeurt waar het kan prefab, in Heerenveen. Voor zwembaden bijvoorbeeld wordt de hele folie in 3D vervaardigd, zodat die perfect past. Tijd sparen op locatie betekent dat. Doorgroeien is wat de twee willen. Ze kijken al naar een (veel) groter onderkomen en willen hun vleugels verder uitslaan over de grens. Dat lukt nu de Zweedse Nordic Waterproofing Group een aandeel nam in het bedrijf. Annemieke Aal: ,,Dat voelde eerst als een beetje te vroeg, maar we zijn blij dat we het gedaan hebben. Nu kunnen we nog harder gaan en hebben we er een heel netwerk bij.’’
MARTIJN RIEWALD
MARTIN POELHORST
ANNEMIEKE AAL
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 9
ADVERTENTIE
Voor goede monteurs heeft DTR altijd werk „Als er morgen veertig monteurs op de stoep staan, heb ik ze dezelfde dag nog ondergebracht bij een opdrachtgever’’, zegt Pieter Dingerdis, eigenaar van Dingerdis Technische Realisatie (DTR). Het bedrijf in Meppel detacheert technisch personeel, voornamelijk bij bouwgerelateerde bedrijven. De vraag is groter dan het aanbod en van de coronacrisis heeft DTR weinig last.
„Van maart tot en met mei 2020 was het wel even rustig, omdat met name woningbouwverenigingen de bouwwerkzaamheden stillegden’’, vertelt hij. „Niemand wist wat er ging gebeuren en hoe lang het zou duren. Maar in juni trok het aan en sindsdien werken we als vanouds. De overheidssteun die ik had aangevraagd, moest ik terugbetalen omdat het omzetverlies net niet groot genoeg was. Daar ben ik niet rouwig om, want ik red me liever zonder overheidssteun en vind dat een horeca-ondernemer het harder nodig heeft dan ik. De salarissen en het vakantiegeld konden steeds uitbetaald worden, dus de schade is beperkt gebleven.’’ Geen payrolling DTR is één van de weinige technische detacheringsbureaus die de verloning zelf verzorgt. „Er wordt vaak gekozen voor payrolling, maar ik wil goede monteurs graag zelf in dienst hebben en houden. Met opdrachtgevers maak ik dan ook altijd de afspraak dat we elkaars medewerkers niet benaderen voor overname. Monteurs werken langdurig bij een opdrachtgever, maar blijven bij DTR in dienst. Er zijn jongens die al sinds 2003 bij mij werken. Bij sollicitatiegesprekken ga ik altijd op mijn eerste gevoel af. Twijfels zijn namelijk altijd terecht gebleken, dus ik vertrouw op de eerste indruk. Leeftijd speelt geen rol. De jongste is 17, de oudste 64. En ook een oudere monteur krijgt bij DTR een vast contract.’’ Het Meppeler bedrijf is actief in woningbouw, utiliteit, renovatie en nieuwbouw. De klantenkring bestaat uit zzp’ers en beursgenoteerde bedrijven, maar de meeste klanten zijn mkb’ers. „Daar heb ik van nature een klik mee’’, zegt Dingerdis. „Het werkgebied beslaat Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland. Dat is een bewuste keuze. Monteurs komen uit deze regio en willen graag in de regio werken.’’ Opleiden Jarenlang verzorgde DTR zelf opleidingen voor monteurs, maar dat is niet meer mogelijk
Eigenaar Pieter Dingerdis. Foto: Bram Dingerdis
vanwege een besluit van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Dingerdis: „SBB heeft eenzijdig besloten dat uitzendbureaus niet meer mogen opleiden. Ik heb daar al heel wat gesprekken over gevoerd, omdat ik niet begrijp waar deze beslissing op gebaseerd is. Ik heb het jarenlang met succes gedaan, ben zelf technisch geschoold en heb de papieren voor praktijkopleider. Uiteraard zorg ik er nog steeds voor dat de monteurs van DTR de juiste opleiding krijgen en indien nodig bijgeschoold worden, maar dat moet ik nu uitbesteden.’’
Ik ga altijd op mijn eerste gevoel af.’ Ketelwet Momenteel is het bijscholen van monteurs actueler dan ooit, want sinds 1 oktober 2020 is de zogeheten Ketelwet in werking getreden. „Er is een overgangsperiode tot april 2022. De wet houdt in dat een monteur zonder CO2-certificaat vanaf die datum niet meer aan een gastoestel mag werken. Bijscholing is belangrijk en ook certificaten vind ik noodzakelijk, maar ik vind het wel jammer dat ik de opleiding niet zelf mag verzorgen en dat het certificaat vijf jaar geldig is. Een MBO-diploma is ook niet beperkt houdbaar en dit is vergelijkbaar. Het lijkt dan ook op geldklopperij. In mijn geval gaat het om achttien Het pand van DTR in Meppel
medewerkers die bijgeschoold worden. Ze hebben het niet allemaal meteen nodig voor hun huidige functie, maar ik vind het belangrijk dat ze flexibel inzetbaar zijn.’’ Prachtige sector Het tekort aan goed technisch personeel bestaat al jaren en nog steeds biedt deze sector volgens Dingerdis baanzekerheid. „Met name in de installatietechniek kun je tot je pensioen bij een werkgever blijven werken. Het is een prachtige sector, maar heeft een slecht imago. Dat heeft deels met beloning te maken, al wordt dat de laatste tijd steeds beter. Installatiebedrijven hebben naar mijn mening een kans laten liggen. Er is ooit gekozen voor het aantrekken van goedkope arbeidsmigranten, maar daardoor verdwijnt veel kennis uit Nederland. Ook onderwijsinstellingen, waaronder SBB, hebben hierin een verantwoordelijkheid. Installatietechniek is breed en biedt de mogelijkheid tot verdieping, want de ontwikkelingen staan nooit stil. Ik vind het nog steeds interessant en praat er graag met monteurs over. En klanten waarderen het werk van een monteur enorm, dat geeft veel voldoening.’’ www.dingerdis.nl
Net als de mechanisatie zullen robots veel banen overnemen van de mens. Robots zullen ook veel nieuwe banen opleveren. Andere banen. Maar, zo betoogt Eelko Huizingh, universitair hoofddocent innovatiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat vraagt wel om actie.
Tekst Eelko Huizingh Foto Nienke Maat
iverse onderzoeken waarschuwen dat robots veel van onze banen zullen overnemen. Het World Economic Forum voorspelt dat robots de komende vijf jaar 85 miljoen banen laten verdwijnen. Onlangs sprak PwC over 1,5 miljoen banen die de komende vier jaar in Nederland verdwijnen, volgens deze krant gaat het in Noord-Nederland om 149.000 ‘zombiebanen’. Staat de opkomst van robots gelijk aan vernietiging van banen? Het antwoord is misschien, want er zijn ook kansen. Maar zoals het EK voetbal ons leert: niet elke kans wordt zomaar een doelpunt, daar moet je wel wat voor doen. Dus we kunnen profiteren van de opkomst van robots, maar dat vereist gecoördineerde actie.
D
MACHINES VOOR MENSEN Machines die mensenwerk overnemen is geen nieuwe ontwikkeling. Mechanisatie verving menselijke en dierlijke arbeid, zorgde voor fabrieken en maakte dat de landbouw nu met veel minder mensen veel meer produceert. Mechanisatie zorgde echter ook voor nieuwe banen, zoals het ontwerpen, produceren, installeren en onderhouden van machines. Vanaf de jaren 60 begon automatisering en namen computers administratieve taken over. Maar we hadden ook mensen nodig om laptops, smartphones en netwerken te maken, alsmede de benodigde software. Robots zijn de volgende stap. Aan bestaande machines voegen zij sensors en intelligentie toe, daarnaast profiteren ze van de al aanwezige digitalisering. Nu kunnen bedrijven hun producten digitaal aanbieden, digitale bestellingen ontvangen, digitale facturen verzenden en digitaal leveren. Dat kan niet alleen voor gedigitaliseerde producten, zoals informatie, muziek en vliegtickets. Het kan ook voor fysieke goederen, denk aan volautomatische fabrieken en magazijnen, en binnenkort onbemande voertuigen. MENS SPEELT GEEN ROL MEER Kortom: de rol van de mens neemt snel af. Waar hebben we dan nog mensen voor nodig? De opkomst van robots creëert minstens vier categorieën werk waarvoor we mensen nodig hebben. Ten eerste voor het creëren, onderhouden en gebruiken van de nieuwe systemen. Het zijn mensen die robots uitvinden, implementeren en onderhouden. Hetzelfde geldt voor de
EELKO HUIZINGH
MEER OF MINDER BANEN DANKZIJ ROBOTS? systemen waarvan zij deel uitmaken. Robots creëren enorme hoeveelheden data (‘big data’), en het is aan de mens om te bedenken hoe we hiervan kunnen profiteren. Ten tweede beïnvloeden robots de trend van het verplaatsen van productie naar lagelonenlanden. Als arbeidskosten een kleiner onderdeel worden van de kostprijs, nemen de voordelen van produceren in het buitenland af. Ze kunnen zelfs volledig worden gecompenseerd door de grotere flexibiliteit en snellere respons die ontstaat door dichter bij de markt te produceren. Ten derde kunnen robots arbeidstekorten oplossen. Neem de gezondheidszorg. Met een vergrijzende bevolking neemt de zorgvraag toe, evenals de kosten, terwijl het steeds moeilijker wordt om voldoende personeel te vinden. Toepassingen waarbij patiënten zelf thuis metingen doen, verlichten de druk op de gezondheidszorg. Tot slot kunnen we dankzij robots onvervulde behoeften realiseren. Een prachtig voorbeeld: in Noord-Nederland worden jaarlijks
Een onvermijdelijke verandering, maar met perspectief op een kansrijke toekomst 60.000 amateurvoetbalwedstrijden gespeeld en komend seizoen gaat deze krant over elke wedstrijd een artikel schrijven. Hoe? Door inzet van een tekstrobot! Dus als de nummer laatst wint van de koploper leest u de vette kop: Club X stunt met zege op Club Y. DE GROTE UITDAGING Het is niet verrassend dat het World Economic Forum verwacht dat robots ook 97 miljoen nieuwe banen zullen creëren. Dat is echter niets nieuws. Bij zowel mechanisatie als automatisering hebben we gezien dat degenen die hun baan verliezen, vaak niet geschikt zijn voor de nieuwe banen. Met andere woorden: we moeten veel mensen
om- en bijscholen. Dát is de grote uitdaging van robots. We moeten uitzoeken welke banen op het spel staan, welke vaardigheden de betrokken werknemers hebben en wat hun geschikt maakt voor toekomstbestendige banen. Het begint met bewustwording van een onvermijdelijke verandering, maar ook van perspectief op een kansrijke toekomst. Dit moet gepaard gaan met programma’s die werknemers (en zzp’ers) in staat stellen de noodzakelijke omslag te maken. Dat is een proces van jaren, maar dat wel snel moet beginnen. Samengevat: robots impliceren niet noodzakelijkerwijs een dreigende toekomst. Werknemers en onderwijsinstellingen, maar ook bedrijven, vakbonden en overheden moeten in actie komen. We staan voor een window of opportunity. Laat het niet de stilte voor de storm zijn. Dr. Eelko Huizingh is universitair hoofddocent innovatiemanagement, directeur van expertisecentrum Vinci van de Rijksuniversiteit Groningen, en auteur van het boek Innovatiemanagement.
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 11
ADVERTENTIE
Wereldwijde impact: recycling van PET in Emmen Investeren in energiezuinige polyesterrecycling is investeren in kennis, banen en perspectief voor de regio Emmen. Lector Jan Jager van NHL Stenden en chemisch ingenieur Mounir El Abdouni van CuRe Technology over de ontwikkeling van de duurzame kunststofindustrie. „Grootschalig grondstof en energie besparen loont wereldwijd. Het is een kwestie van doorzetten.” „De urgentie in de industrie om dit probleem op te lossen, neemt sterk toe”, stelt Jan Jager, lector Circular Plastics en Sustainable Polymers aan NHL Stenden in Emmen. „Wereldwijd is heel veel onderzoek nodig om te leren hoe we wereldwijd de onvoorstelbare hoeveelheid polyester kunnen hergebruiken. Wat we in Emmen doen, is het begin. Maar wel een heel belangrijk begin.” CuRe Technology is op initiatief van Cumapol en Morssinkhof Plastics en de partners DuFor, DSM Niaga en NHL Stenden een paar jaar geleden in Emmen gestart. Het doel is te onderzoeken hoe je fossiel polyester energiezuinig kunt recyclen, zodat een volledig circulaire keten ontstaat. Jan Jager: „Polyester zit in heel veel verpakkingsmaterialen zoals bakjes en PETflessen, maar ook in heel veel textiel, touw en tapijt. Ons onderzoek heeft tot nu toe geresulteerd in het operationeel testen in een pilot plant met een capaciteit van 20 kilo per uur. Daardoor leren we hoe we daarna kunnen opschalen naar het industrieel recyclen van 25 kiloton PET per jaar, oftewel 25 miljoen kilo. Om dat in verhouding te zien: meer dan de helft van de 9,2 miljard ton plastic die tot nu toe is geproduceerd, zo’n 5 miljard ton, is als afval op een vuilnisbelt gestort of simpelweg in het milieu beland. Daarvan stroomt wereldwijd elk jaar tussen de 5 en 13 miljoen ton de grote oceanen in. Het aandeel PET in dat totaal van plastics is 7,5 procent. Het goede nieuws is dus dat de voorraad PET groot genoeg is om nooit meer nieuwe PET te hoeven maken. We moeten alleen leren hoe we het duurzaam kunnen recyclen zodat we het steeds weer opnieuw kunnen gebruiken.” Van lab naar industrieel proces De weg naar de circulaire keten is lang. Waar begin je aan als jong chemisch ingenieur bij CuRe Technology? Mounir El Abdouni: „Je hebt wel wat met scheikunde, zei de scheikundeleraar op mijn middelbare school, waarom doe je daar niets mee? Zo ben ik chemie gaan studeren aan NHL Stenden. Ik sprak Jan enkele maanden na het behalen van mijn Bachelor; hij was mijn onderzoeksbegeleider tijdens mijn onderzoek. Ik zocht contact met CuRe Technology en werk hier
Jan Jager (links)
Mounir el Abdouni sinds september als chemisch ingenieur. CuRe is een jong en inspirerend bedrijf, dat iedere maand groeit. Ons werk is als een lange reis en elke dag een uitdaging. De ambities om verder te komen zijn hoog en het is maatschappelijk relevant. De pilot plant waar ik experimenteer is gereed en ook ons laboratorium is bijna klaar. Dit spreekt me aan: pionieren, onderzoeken om te leren opschalen naar industriële recycling. Het is een kwestie van doorzetten.” Grondstof en energie besparen „Om niet-gekleurde PET te recyclen, breek je ze in heel veel kleine stukjes. Maar een groot deel van de PET is gekleurd en gemixt met allerlei andere stoffen. Om daar weer zuivere, maagdelijke PET (r-PET) van te maken, heb je een chemisch, niet milieubelastend proces nodig. Ik onderzoek hoe we al die verschillende soorten gekleurd polyester weer zuiver kunnen krijgen. Want pas als we dat probleem hebben opgelost, kun je PET recyclen tot een voortdurend herbruikbare grondstof.” Wat bedoelen jullie met energiezuinige polyesterrecycling? Jan Jager: „Je kunt de recycling van polyesters op verschillende manieren aanpakken. CuRe kiest voor een methode met laag energieverbruik, omdat je twee vliegen in één klap slaat. Polyesterproductie vergt normaliter namelijk enorm veel energie. De grootste besparing bereik je als je er in slaagt om PET te kunnen recyclen met een zo laag mogelijk energieverbruik. Die combinatie maakt CuRe in vergelijking met andere initiatieven uniek.” Mounir: „De drive is om stappen te zetten is enorm, om te groeien en verder te komen.” Jan: „Het blijft niet onopgemerkt: kijk bijvoorbeeld naar de financiële steun die CuRe Technology sinds kort krijgt van Coca-Cola Europacific Partners (CCEP), de grootste bottelaar van CocaCola ter wereld. Om dat belang te duiden: alleen Coca-Cola produceert wereldwijd 117 miljard
PET- flessen per jaar. CCEP gaat voor 100 procent r-PET-flessen en dat is een belangrijke stap in besparing en bewustwording.” Join the party! Jan Jager legt uit waarom dit in Emmen gebeurt. „Emmen heeft een sterk kunststofverleden met onder andere de fabriek van het destijdse AkzoNobel. Dat terrein is de basis van de CuRe Technology-proeffabriek. En Emmen is de bakermat van Marco Brons en zijn bedrijf Cumapol, met Morssinkhof Plastics founding partner van CuRe. Marco is al twintig jaar een van de ondernemende pioniers in polyesterrecyling. Dus de mensen, de ervaring, de onderzoeks- en technische kennis en productiemogelijkheden zijn hier. Het biedt NHL Steden een geweldige kans om jonge mensen in deze inspirerende praktische omgeving op te leiden voor de nieuwe, groene kunststofindustrie.” „Emmen manifesteert zich als nieuwe kunststofregio, met perspectief en nieuwe werkgelegenheid, want gaat om onderzoeken, testen, bedenken en bouwen. De proefstraat, de nieuwe fabriek, de constructies, de processen, de engineering en bouw, het onderhoud: het heeft grote betekenis voor de regio. En het procedé van CuRe Technology kun je vermarkten, want we hebben naast deze toekomstige fabriek in Emmen veel meer fabrieken nodig om wereldwijd PET te kunnen recyclen. Jonge mensen voelen zich aangesproken door wat we hier doen. Het is een geweldige kans om concreet bij te dragen aan een schonere wereld.” Mounir vat het teamwerk bij CuRe krachtig samen: „Join he party! Laat je net als mij iedere dag verrassen over wat we op polyesterrecycling-gebied in Emmen kunnen en willen bereiken.” curetechnology.com www.nhlstenden.com
ADVERTENTIE
‘Pak de kansen die er liggen’ “Het is ontzettend druk, ondernemers zijn verrassend goed uit de coronacrisis gekomen en willen nu weer volop investeren.” Dat zegt Hennie van Braak van Van Braak Accountants met vestigingen in Drachten, Marum, Zuidbroek en Emmen. De recente ontwikkelingen in ondernemend Nederland hebben hem wel enigszins verrast, maar het doet hem deugd dat zoveel bedrijven de afgelopen tijd zo goed hebben doorstaan. Van Braak Accountants gaat graag, samen met de ondernemer, op zoek naar kansen en inventieve oplossingen, waardoor groei kan worden gerealiseerd. Natuurlijk zijn er ook branches waarmee het minder goed is gegaan, zoals de horeca en de reisen evenementenbranche. Maar, het blijkt dat de meeste bedrijven tijdens de coronatijd gewoon bleven functioneren. Hennie van Braak denkt dat dit voor een groot deel te danken is aan de maatregelen die de overheid heeft genomen. “De steunmaatregelen waren uitgebreid en ruimhartig, dat heeft veel bedrijven door deze tijd heen geholpen. Dat is plezierig om te zien. Hoe het straks verder gaat als de steunmaatregelen ten einde lopen en bijvoorbeeld achterstallige betalingen aan de belastingdienst betaald moeten worden, moeten we afwachten.” Hij verwacht wel dat de Belastingdienst de nodige coulance gaat betrachten bij het innen van achterstallige belastingen. Logisch, het gaat volgens schattingen immers om een bedrag van 16 miljard euro. “Bedrijven moeten de kans krijgen om hun business weer goed op orde te krijgen en weer vet op de botten te krijgen, voordat ze kunnen overgaan tot het betalen van rekeningen en achterstallige belasting.” Ondernemingsvorm Of het goed of slecht gaat met een bedrijf of de economie, het is altijd belangrijk om te kijken naar de ondernemingsvorm”, vindt Van Braak. “Juist wanneer de resultaten daar aanleiding toe geven en vroegtijdig ingrijpen veel geld kan besparen. Zo kun je bijvoorbeeld overwegen om van een BV een VOF met BV te maken, of van een 1-manszaak een BV, dat kan serieus geld opleveren. Hoe dat precies in elkaar zit, leggen we de betreffende ondernemer graag uit. Vast staat dat er talloze mogelijkheden zijn om je bedrijf fiscaal zo gunstig mogelijk in te richten. Wij constateren bij veel bedrijven dat dit er vaak bij inschiet en dat is jammer.” Ook ten aanzien van de eigen woning liggen er mogelijkheden. Van Braak:” Iedereen heeft inmiddels de aanslag WOZ binnen gekregen. Wanneer de echte waarde van een woning hoger is dan de WOZ-waarde, wat vaak het geval is, dan is het de moeite waard om de woning tegen WOZwaarde aan de kinderen te schenken. Je betaalt daardoor over de WOZ-waarde van bijvoorbeeld drie ton schenkbelasting in plaats van over vijf ton, wat de woning werkelijk waard is. Je hoeft dan over die twee ton geen schenkbelasting te betalen. Dat is best interessant om naar te kijken.” Inloopspreekuur Volgens Van Braak lopen veel ondernemers met vragen omtrent hun bedrijf rond, maar komen ze er door de waan en drukte van alledag vaak niet toe om daar serieus mee aan de slag te gaan. Om die reden heeft Van Braak Accountants een gratis inloopspreekuur. “Dat gesprek is in eerste instantie vrijblijvend”, legt Van Braak uit. “Wij lichten de betreffende ondernemer dan door, waarna we met een gericht advies kunnen komen. Helaas zien we in de praktijk dat er veel belangrijke zaken worden vergeten, die met een paar handelingen echt geld kunnen opleveren.” Zo kan het bijvoorbeeld interessant zijn om een
Hennie van Braak holding juridisch te splitsen. “Stel je hebt een moeder BV en je gaat de aandelen van die BV schenken aan je drie kinderen. Vervolgens kun je uit die drie BV’s 5 ton per BV lenen. Bovendien kun je de winst verdelen over de drie BV’s, waardoor je minder belasting hoeft te betalen. De vennootschapsbelasting bestaat uit twee tarieven: 15 en 25 procent. Volgend jaar betaal je over de eerste 395.000 euro winst 15% belasting. Maak je meer winst dan betaal je 25%. Wanneer je de winst over meerdere BV’s kunt verdelen, kan dat tot een aanzienlijke besparing leiden.” “De klanten van Van Braak Accountants hebben hun zaken over het algemeen goed voor elkaar”,
besluit Van Braak. “We helpen graag ondernemers die die stap ook willen maken. Daarom is er ons gratis inloopspreekuur. Tegen elke ondernemer wil ik zeggen: trek op tijd aan de bel en wacht niet tot het te laat is, want juist in deze tijden is er meer mogelijk dan je op voorhand zou denken. Die kansen mag je niet laten liggen.” www.vanbraakaccountants.nl
TRADITIE AANPASSEN OM TE OVERLEVEN
Ze begonnen vaak als kleine, lokale bedrijfjes en draaien ondertussen soms al eeuwen mee: de traditionele maakindustrie met producten als schaatsen, hoefijzers, mosterd, boeken en klompen. Hoe hebben deze bedrijven zich weten te handhaven tot in de 21ste eeuw? Een inkijkje bij vijf bedrijven: uitgeverij Koninklijke Van Gorcum bv, Werkman Hoofcare, Zandstra Schaatsen, Marne Mosterd en Scherjon’s Klompenmakerij en Museum.
Tekst Yke Bremer Foto Mariska de Groot
Vroeger had je in elk dorp een schaatsenmaker
uim een eeuw geleden had ieder dorp nog een smederij, bakkerij, slagerij en klompen- en schaatsenmaker. De smid stond dagelijks boven het kolenvuur en maakte hoefijzers op het aambeeld voor de werkpaarden in de buurt. Op kleinschalige en arbeidsintensieve manier werden er op lokaal niveau en op traditionele wijze producten gemaakt. Vanaf het midden van de vorige eeuw veranderde de wereld snel en door technologische ontwikkelingen, schaalvergroting, massaproductie en digitalisering sloten veel bedrijven binnen de traditionele maakindustrie hun deuren.
R
VAN VUUR NAAR INDUCTIE Toch wist de onderneming Werkman Hoofcare uit te groeien van een lokale smederij tot een gespecialiseerd bedrijf in hoefbeslag dat zijn producten naar meer dan veertig landen exporteert. Christel en haar broer Peter Werkman zijn de vierde generatie van het familiebedrijf uit 1909. Ze zitten al 112 jaar in de stadswijk Helpman in Groningen, maar verhuizen binnenkort naar de Eemshaven waar ze naar eigen zeggen de modernste hoefijzerfabriek ter wereld neerzetten. Terwijl hun overgrootvader hoefijzers maakte voor de lokale werkpaarden maken zij op grote schaal hoefbeslag voor sportpaarden wereldwijd. ,,We gaan van gas over op inductie en gaan met de meest moderne technieken werken in de nieuwe fabriek. We verduurzamen en vernieuwen constant, zo hebben we nu een wereldprimeur met het sensor based gangenanalyse-systeem voor de hoeven van paarden. Iedere generatie heeft zijn eigen uitdagingen gekend. Onze overgrootvader was nog ambachtelijk smid, onze opa ging de grens over met de hoefijzers, onze vader begon steeds meer te automatiseren en wilde de productie in Nederland behouden en wij blijven innoveren en digitaliseren.’’ DRUKKER FOCUST OP DIGITAAL Koninklijke Van Gorcum bestaat al 221 jaar. De wieg van het bedrijf stond in Sneek, maar vanaf 1816 zitten ze in Assen en begonnen ze daar als ‘drukker van Drenthe’. De laatste vijftig jaar moest het bedrijf zich steeds meer aanpassen en verschoof de nadruk van traditionele productieprocessen naar digitale processen, vertelt uitgever Sonja Geurts van Koninklijke Van Gorcum. ,,Het intensieve zetwerk met loden lettertjes is vervangen door het digitale werk. We maken nog steeds veel boeken en periodieken, maar we hebben onze focus ook gericht op digitale hulpmiddelen voor de onderwijswereld. De drukkerij is verkocht en we zijn nu een zelfstandige uitgeverij. In de toptijd werkten er 180 mensen bij Van Gorcum en nu nog zo’n 15. Onze focus ligt op continuïteit.’’ KLOMPEN BESCHILDEREN In Noardburgum maakt Hannes Scherjon nog iedere dag klompen. Hij is de zesde generatie
14 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
binnen de Scherjonfamilie die al vanaf 1850 de typerende houten klompen maakt waar Nederland in de rest van de wereld bekend om is. ,,Het product is niet veel veranderd”, legt Hannes Scherjon uit. ,,Vroeger was het meer een ambacht om de klompen uit het hout te snijden en nu ligt de nadruk meer op het goed afstellen van de machines en het beschilderen van de klompen.’’ Scherjon is de enig overgebleven klompenmaker in Friesland. Door uitbreiding van zijn bedrijf met een klompen- en fierljepmuseum krijgt het bedrijf een bredere basis.
HANNES SCHERJON
MOSTERDZAAD VAN GRUNNEGER GROND Marne Mosterd ontstond 126 jaar geleden als werkgelegenheidsproject maar is ondertussen uitgegroeid tot een bekend mosterdmerk in Nederland. Door constant te innoveren met recepturen blijft de mosterdmaker in Groningen zich onderscheiden van zijn concurrenten in binnen- en buitenland. Ook is het een toeleveringsbedrijf voor curry, witte en gele sauzen. ,,En als de klant er bij wijze van spreken een roze strik om wil, dan doen we dat. We zijn trots op ons traditionele product en groeien nog steeds. In het maakproces is er niet gek veel veranderd. We werken nog steeds met maalstenen die vroeger met de hand, stoom en paard werden aangedreven en nu elektrisch de mosterdzaden malen. Maar het proces is nog gelijk, de molenstenen zijn nog steeds het hart van het bedrijf’’, aldus operationeel directeur Paul de Vries van Marne Mosterd. ,,We blijven ons onderscheiden door exclusiviteit. Zo telen we sinds kort weer mosterdzaad op Grunneger bodem. Hoewel kleinschalig proberen we zo te verduurzamen. Door te pionieren onderscheiden we ons, maar ondertussen moeten we de mosterd ook betaalbaar houden.” IJZERS ONDERKLIKKEN Zandstra begon als zeilmakerij in Sneek, maar stapte in de jaren 30 over op de productie van houten schaatsen. Door schaalvergroting wisten ze als groothandel hun plek in de schaatswereld te veroveren, vertelt verkoper Marco Vlap van Zandstra Schaatsen. ,,We hebben Friese schaatsmakers en hun voorraden overgekocht. Vroeger had je in elk dorp een schaatsenmaker, nu zijn er nog maar een paar in Nederland. Als groothandel hadden we opslag op zeven verschillende locaties in Sneek. Uiteindelijk zijn we in 1985 naar Joure verhuisd, waar de voorraad schaatsen onder één dak kwam te liggen. Wij hebben een groothandelsfunctie gekregen en moeten als het vriest snel kunnen leveren, want dan wil iedereen op de schaats staan. En door innovatie blijven we onze schaatsen vernieuwen. De easyglider voor kinderen is daarvan een voorbeeld en binnenkort komen we met schaatsen waaronder de ijzers kunnen worden vastgeklikt.”
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 15
Hoe interesseer je meiden voor technische beroepen? Een terugkerend vraagstuk waarvan ze ook last hebben bij Faber Audiovisuals in Sint Annaparochie. En dan eist een klant, de rockband Within Temptation, opeens een vrouw in de crew. Waar moet je die vrouwen zoeken? Tekst Willy Schouwstra Foto Mariska de Groot
TECHNIEK IS OOK: OP TOURNEE MET EEN BEKENDE ROCKBAND M inke Jager slaakt een zucht. Gezeten in een vergaderruimte in het strak ingerichte enorme pand van Faber Audiovisuals vertelt de manager over de inspanningen die het bedrijf verricht om jonge collega’s binnen te halen. Een kleine tweehonderd mensen werken bij Faber, van wie zo’n zestig in het veld. Deze mensen zijn in heel Europa actief met het opbouwen, bedienen en afbouwen van videoschermen en geluidsinstallaties op grote evenementen, zoals concerten en sportwedstrijden. Twee van hen zijn vrouw. ,,Dat zouden we dus heel graag anders zien. Maar waar halen we ze vandaan?” VROUW ALS VOORWAARDE Dan is daar ineens een klant die eisen stelt over de diversiteit van het team dat Faber levert. De Nederlandse symfonische rockband Within Temptation met voorvrouw Sharon den Adel gaat op tournee in Europa. Onder meer de Ziggo Dome in Amsterdam staat op het programma. Faber levert de mensen die de techniek verzorgen en de band stelde als voorwaarde dat er sowieso een vrouw bij moet zijn. Dat is gelukt; Sjoukje Lezwijn (22) gaat deel uitmaken van de crew. ,,Zo’n voorwaarde maakt je nog bewuster’’, beaamt Minke Jager. ,,We moeten allemaal ons steentje bijdragen aan diversiteit en meegaan in de maatschappelijke ontwikkelingen. Maar feit is dat wij niet ineens volgend jaar tien vrouwen aan het werk hebben in deze functies. Niet omdat we niet willen, maar omdat ze er niet zijn.” EIGEN OPLEIDING Het bedrijf, dat behalve een Friese vestiging ook takken heeft in Duitsland, Dubai en de Verenigde Staten, bedacht een creatieve oplossing om jonge mensen voor het vak te interesseren en zocht samenwerking met ROC Friese Poort. Dit regionale opleidingen centrum heeft een 3-jarige mbo-studie podium-en evenemententechniek. Faber ontwikkelde samen met Friese Poort een versnelde,
16 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
2-jarige opleiding, die grotendeels wordt verzorgd in de eigen ‘Academy’ in Sint Annaparochie.
In de ultramodern ingerichte les- en praktijklokalen kunnen veelbelovende leerlingen in twee jaar hun opleiding volgen, waarna ze bij Faber Audiovisuals aan de slag gaan. Het eerste jaar is meer theoretisch van opzet, in het tweede jaar ligt de nadruk op de praktijk, waarbij de specialisten van Faber hun kennis in hun rol als mentor doorgeven aan de jongere generatie. SNELLE ONTWIKKELINGEN Het blijkt een gouden greep, licht Jager toe. ,,We hadden altijd al veel stagiaires van het ROC maar merkten dat het geleerde niet altijd aansloot op de praktijk.” Dat heeft vooral te maken met het enorme tempo waarin de ontwikkelingen in de branche zich voltrekken. ,,Wij merken waar in het werkveld behoefte aan is. De ontwikkeling van softwareprogramma’s bijvoorbeeld, die gaat zo snel.” Twee keer per jaar kunnen leerlingen instromen in de Academy. Daar gaat een grondige selectie aan vooraf. ,,Het is een pittig traject, je moet echt gecommitteerd zijn om het te laten slagen.” In totaal starten jaarlijks zo’n twintig kandidaten met de opleiding, van wie ongeveer 80 procent de eindstreep haalt. NIET VRIJBLIJVEND In de laatste fase van de opleiding worden de
Het doorbreken van oude patronen vergt tijd, dat is niet in een paar jaar gebeurd
studenten ‘meegeboekt’ bij opdrachten. Jager: ,,Dan gaan ze als extra kracht mee met een klus, met een gerichte opdracht en onder begeleiding van een senior medewerker. Wij doen niet aan vrijblijvende stages, die worden goedgekeurd als je simpelweg een aantal uren hebt gedraaid. Er wordt wel iets concreets van de studenten verwacht.” Overigens biedt het bedrijf ook een intern leertraject aan voor jongeren zonder passende vooropleiding, die wel interesse in techniek hebben. ,,We boeken mooie resultaten met jongeren die het in de reguliere opleidingen niet kunnen vinden.” Door corona moesten leerlingen de afgelopen tijd noodgedwongen veel in simulatieomgevingen oefenen, evenementen waren er immers niet. ,,Dan mis je helaas wel een aantal aspecten van het vak. Het is ook belangrijk te oefenen met tijdsdruk. De techniek leren is één, maar het gaat ook om de bedrijfsmores, over hoe je met klanten omgaat, met externe partijen en met je collega’s.” STIGMA Prachtig, zo’n interne opleiding met bij goed functioneren een baan op de koop toe. Een ronkend promotiefilmpje op de website van Faber onderstreept het nog eens. Alleen, in het filmpje is geen meisje te zien. ,,Daar wordt aan gewerkt”, lacht Jager. ,,Het is door een stagiair gemaakt, een jongen inderdaad. Wij hebben in onze opdracht naar hem toe niet specifiek benoemd dat hij rekening met diversiteit moest houden. Onbewust benadrukt het zo het stigma van het mannelijke bolwerk. Daarom maken we een nieuw filmpje.” Profileren is ook lastig, vindt Jager. ,,Feitelijk moet je dus heel erg de focus gaan leggen op iets wat eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn. Ik zou willen dat het helemaal niet nodig was, maar het beeld is hardnekkig.” Het is ook zo jammer, zegt de manager, dat je als middelbare scholier niet wat meer kunt ‘snuffelen’ aan potentiële beroepen. ,,Het is niet zo dat je op de havo zit en
denkt: ik ga de audio-visuele branche in. Het is een onbekend terrein waarmee je niet snel in aanraking komt.” Haar collega Tristan van der Mars heeft een goede tip voor de meiden: ,,Wees niet te bang voor macho mannen.” Zodra er een dame in de groep zit, willen de heren zich graag bewijzen, is zijn ervaring, waardoor er wat haantjesgedrag kan ontstaan. Gelukkig is dit nooit van lange duur. En: dit is een ander soort techniek. ,,Techniek wordt vaak met vies werk geassocieerd, vet aan je handen en zwarte vegen op je gezicht, zeg maar. Daar is in ons werkveld geen sprake van.” Om de aanwas van (vrouwelijke) jongeren nog een extra impuls te geven, heeft Faber Audiovisuals sinds kort ook contact met NHL/Stenden, de hogeschool in Leeuwarden waar onder meer de opleiding Communicatie en Multimediadesign (CMD) wordt gegeven. ,,We leven in een wereld waarin beeld steeds belangrijker wordt. Er zijn veel mensen nodig om die content te maken.” PATRONEN DOORBREKEN De onbekendheid van de branche en de stigmatisering binnen de technische beroepsgroep, hoe gaat het doorbroken worden? Aan de jongeren zelf ligt het niet, benadrukt Jager. ,,De jongere generaties denken niet in hokjes. Feit blijft dat wij ze nog niet bereiken. Het doorbreken van oude patronen vergt tijd, dat is niet in een paar jaar gebeurd. Bovendien hou ik niet van positieve discriminatie, ik vind dat iedereen op zijn of haar kwaliteiten beoordeeld moet worden.” Faber wil als bedrijf in elk geval meer specifieke evenementen gaan opzoeken waar de beoogde doelgroep aanwezig is, zoals festivals en concerten. ,,De jeugd heeft de toekomst, dat is bij ons vak een onherroepelijke waarheid. We hopen vooral dat meiden een trigger krijgen en zich bewust worden van de mogelijkheden. De branche van de podiumen evenemententechniek is echt heel groot en er zijn veel soorten werk op verschillende niveaus. We willen de stigmatisering graag doorbreken.”
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 17
ADVERTENTIE
Direct betrokken bij de energietransitie Baas B.V. in Foxhol en Drachten is specialist in ondergrondse infrastructuur, bovengrondse netwerken en inpandige installaties. Waar de werkzaamheden vooral gericht zijn op gas, water, data en elektra, ontvangt Baas B.V. steeds meer vragen met over nieuwe werkzaamheden rondom de energietransitie. Een aansprekend voorbeeld is het project in Wagenborgen, waar 40 huurwoningen op waterstof verwarmd gaan worden, maar ook de realisatie van minimaal 500 openbare laadpalen in de gemeente Súdwest-Fryslân spreekt tot de verbeelding. Engineering Academy Om alle werkzaamheden uit te voeren is Baas B.V. continu op zoek naar technische vaklieden, die verstand hebben van de nieuwste technieken die de energietransitie met zich meebrengt. “Afgelopen jaren is de afdeling engineering reeds verdubbeld”, zegt teamleider engineering Hennie Dobben. “Daarnaast willen we verder groeien op het gebied van kennis met onze Energy Academy. We zochten in eerste instantie contact met de New Energy Coalition in Groningen. Een organisatie die zich bezighoudt met de waterstofeconomie. Zij bevestigden dat er geen specifieke engineeringsopleiding voor nieuwe technieken is. Vervolgens zijn we gewoon gaan bellen om te peilen of daar behoefte aan is en dat bleek het geval.” Workshops Baas B.V. wil op korte termijn workshops organiseren, om mensen mee te nemen in de materie. “We kijken niet alleen naar een opleiding voor gas, water, data en elektra, maar juist ook voor waterstof, wind- en zonneparken”, vertelt Dobben. “Als we via de workshops duidelijk hebben waar behoefte aan is, gaan we de diepte in en lesmateriaal maken. We hebben inmiddels een opleidingsinstituut gevonden die dat samen met ons wil ontwikkelen. Dat is nodig, want uiteindelijk moet de opleiding aan allerlei richtlijnen voldoen en willen we het ook certificeren.” Inmiddels haken ook diverse installatiebedrijven aan. Zij hebben interesse in de opleiding, omdat ze in de dagelijkse praktijk merken tegen welke nieuwe vraagstukken ze aan lopen. Vertaalslag “Waar we naartoe willen is een vertaalslag maken van praktijk naar theorie”, gaat Dobben verder. “Er is binnen ons bedrijf heel veel kennis aanwezig, maar deze is te versnipperd. Voor nieuwe ontwikkelingen rond waterstof en zonneparken, is vakkennis van groot belang. Allerlei veiligheidsissues spelen daarbij bijvoorbeeld een rol. Wij pakken die handschoen nu zelf op.” Zo is Baas betrokken bij diverse projecten rondom de energietransitie, zoals in Wagenborgen. “We gaan daar een waterstoftransportleiding aanleggen en beheren”, legt vestigingsmanager Johan Visser uit. “Daarnaast moet er een waterstofketel worden
Eerste geplaatste laadpaal in Súdwest-Fryslân door Laadkracht (april 2021)
Johan Visser en Hennie Dobben geïnstalleerd. Een goed voorbeeld waar de infra van ons bedrijf in contact komt met het werk van de installateur. Daarmee wordt duidelijk dat de samenwerking tussen de engineer en de installateur steeds belangrijker wordt. Dat willen we terug laten komen in de opleidingen op de Engineering Academy." Laadpalen De samenwerking tussen engineer en installateur komt ook terug in een ander project, namelijk de aanleg van 500 openbare laadpalen in de komende 10 jaar in de gemeente SúdwestFryslân. “We hebben daarvoor de krachten gebundeld met De Meterkast B.V. en Resolutions U.A.”, geeft Visser aan. “Dit resulteerde in de oprichting van Laadkracht B.V. en met elkaar zijn we specialist in het coördineren, leveren, plaatsen, aansluiten en exploiteren van laadoplossingen, waarbij het ontzorgen van de eindgebruiker voorop staat.” Laadinfrastructuur is een wereld op zich, vindt Visser. “Je hebt te maken met verschillende systemen en snelheden en overal worden verschillende laadpalen gebruikt. Onze kracht ligt in een hele korte looptijd om een laadpaal te kunnen aansluiten. Ik heb zelf ondervonden dat het negen maanden kan duren voordat een door mij gewenste openbare laadpaal werkzaam was. Ik vond dat dat anders moest en dat bleek ook te kunnen.” In eigen huis De eerste openbare laadpaal in Súdwest-Fryslân is inmiddels actief en stond er in 6 weken. “Dat kan omdat wij alle handelingen binnen Laadkracht B.V. in eigen huis hebben”, legt Visser uit. “De laadpaal is geïnspireerd op een meerpaal, passend bij het vele water in de gemeente. Door de vorm is het in de toekomst mogelijk om vier elektrische auto’s tegelijk op te laden.”
Baas B.V. kent een landelijke dekking en biedt werk aan 650 medewerkers. De landelijke omzet lag vorig jaar op 135 miljoen. Baas Noord (Foxhol en Drachten) had een omzet van 45 miljoen en biedt in 2021 werk aan 170 medewerkers. In 2020 zijn meer dan 20 nieuwe technische vaklieden opgeleid.
Waar laadpalen die elders worden geplaatst niet altijd meteen werken, is dat bij deze laadpaal wel het geval. “Elke laadpaal die we plaatsen doet het ook meteen. We melden hem namelijk vroegtijdig aan, wat ik zie als een kleine handeling, maar wel eentje waarmee je aan snelheid kunt winnen.” Lokale kracht De stroom die uit de laadpaal komt is 100% duurzaam, stroom die is opgewekt in de gemeente zelf. “Groene stroom is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met elektrisch rijden en in SúdwestFryslân werken we onder andere samen met Energie VanOns, dat haar groene stroom uit de gemeente haalt. Waar we heel veel zaken op dit moment zien globaliseren, gaat dit project uit van lokale kracht. Die kracht gaat steeds belangrijker worden en daar wordt Baas B.V. graag bij betrokken. Zo houden we de kwaliteit en kennis in het gebied zelf en daar gaat op termijn iedereen van profiteren.” Naast de 500 openbare laadpalen die in de gemeente Súdwest-Fryslân geplaatst gaan worden, voorziet Visser ook een toenemende vraag vanuit het bedrijfsleven en de particuliere markt. “Bij elke opdracht willen we een laadpaal binnen zes weken in werking hebben. Die ambitie hebben we, die uitdaging gaan we graag aan.” www.baasbv.nl
COLUMN ngetwijfeld gaan we een uitbundige zomer tegemoet. Nu bijna iedereen is gevaccineerd en bijna alles weer mag, gaan we onze sociale schade inhalen. We gaan feesten, shoppen, eten, drinken, reizen en nog meer feesten!
O
Wat gebeurt er daarna, na de zomervakantie? We hebben het een jaar lang gered zonder al deze zaken die niet voor niets al in de eerste golf tot ‘niet essentieel’ werden bestempeld. We hebben een minister horen zeggen dat je ook best een dvd kunt opzetten in plaats van naar een theater te gaan. Boekwinkels dicht, maar Ikea open. Sportclubs dicht, Schiphol open. Een jaar lang hebben we alles wat leuk is maar niet essentieel stilgezet, opdat alles wat wel essentieel is kon doorgaan. Ook binnen organisaties is van alles ‘niet essentieel’ gebleken. Veel medewerkers kunnen prima het grootste deel van hun tijd vanuit huis werken. Veel vergaderingen kunnen uitstekend worden vervangen door video calls, en congressen door live streams. Colleges en lessen door afstandsonderwijs. Caissières door zelfscanners. Met essentieel bedoelen onze leiders zoiets als productief of efficiënt. Het ‘draagt bij aan de economie’. Dit berust op het calvinistische misverstand dat we het geld voor leuke dingen, zoals een bezoek aan een concert of een terras, eerst moeten verdienen met vervelende serieuze economische activiteiten, zoals mensen opbellen om ze een nieuw energiecontract te verkopen. Een beperking tot het essentiële en nuttige is funest voor innovatie en creativiteit. Het is routines en re-
NIET ESSENTIEEL gels, procedures en protocollen. Het is het controleren van de omstandigheden en het uitsluiten van het onverwachte. Innovatie is juist gebaat bij het onverwachte, bij kruisbestuivingen en bij serendipiteit (‘ongezochte vondsten’). Goed voor de volksgezondheid is het allemaal ook niet. Als we alles schrappen wat niet nuttig, nodig en efficiënt is, dan staat de boog altijd gespannen en dat is slecht voor een mens. Vraag het elke topsporter: rust en herstel zijn minstens zo belangrijk als intensieve inspanning. Zou het toeval zijn dat we het afgelopen jaar zoveel burn-outs hebben gezien? Daarom roep ik u op om veel niet-essentiële dingen te doen. In de vakantie, maar vooral ook erna. Ga naar de kapper, de masseur, het poppodium en de kroeg en zorg ervoor dat al die niet-essentiële ondernemers het afgelopen waardeloze jaar meer dan goed kunnen maken. Laat de zelfscankassa’s links liggen en maak een praatje met de caissière, zodat haar baan niet wordt weggeautomatiseerd. Laat je universiteit niet wegkomen met online hoorcolleges; je betaalt geen collegegeld om naar YouTube te kijken tenslotte.
Ga naar de kapper, de masseur, het poppodium en de kroeg
Stop met dat stomme videovergaderen. Denk beter na over welke bijeenkomsten überhaupt nodig zijn, organiseer die gewoon ouderwets offline en zorg ervoor dat ze voor iedereen de moeite waard zijn, ook voor de cateraar. De economie is een middel, mensen. Het doel, dat wat het leven de moeite waard maakt, is juist het niet-essentiële menselijke contact. Als we iets hebben geleerd het afgelopen jaar, dan zou het dat toch moeten zijn.
Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 19
ADVERTENTIE
Campus van en voor de regio ,,De Campus waar studenten en ondernemers samen slimme en duurzame oplossingen bedenken en ontwikkelen om het door te geven aan het bedrijfsleven. Dat is het idee. ‘Samenwerken’ wordt het toverwoord voor de Campus. Er is een sterk fundament gevormd. Wij doen nu een oproep aan het bedrijfsleven om te helpen bouwen aan de Campus waar je in de toekomst niet om heen kan”, Annette Verhoef, vestigingsmanager hogeschool NHL Stenden in Emmen vertelt er gedreven over. De Campus wordt een ontmoetingsplaats, zowel fysiek als op inhoud, waar mensen elkaar ontdekken en samenwerken. Annette Verhoef: ,,Niet alleen onderwijs en bedrijven ontmoeten elkaar, maar we verwelkomen ook graag publiek voor een inkijkje in technologie en innovaties. De Campus helpt startups en nieuw ondernemerschap groeien, de leefomgeving duurzamer te maken en industrie te verrijken. De Campus als ‘knooppunt’ gaat de regio vooruit helpen en daarmee ons allemaal.” Dat is de belofte die de initiatiefgroep van de Regio Campus Emmen (werktitel) doet. Van lab naar markt De Campus werkt volgens de gedachte van ‘lab naar markt’. Annette Verhoef: ,,Conform de stappen in innovatie. Het begint met een vraagstuk waar fundamenteel onderzoek op wordt gedaan. Vervolgens wordt er gekeken wat een bedrijf er in de praktijk mee kan. Dan kan er geëxperimenteerd worden samen met het bedrijfsleven en eventueel vermarkt.” Goed fundament Drenthe College, NHL Stenden, Rijksuniversiteit Groningen, Provincie Drenthe en Gemeente Emmen hebben in april 2021 de intentieverklaring getekend waarmee de Campus werkelijkheid wordt. ,,Het fundament dat gevormd wordt door deze partijen met al hun vooruitstrevende projecten en connecties in de regio, maakt dat het een succes wordt”, aldus Annette Verhoef. Samen toekomstbestendig Raymond Wanders, wethouder Werk, Inkomen en Volksgezondheid neemt namens de Gemeente deel aan de Campus-initiatiefgroep. Raymond Wanders: ,,We willen het in de regio bedenken, ontwikkelen én maken. De Campus wordt één grote afdeling Research en Development. Niet elk bedrijf heeft voldoende geld en energie om door te ontwikkelen. Daarom biedt de Campus slimme
v.l.n.r. Annette Verhoef, Raymond Wanders, Mike Roozeboom, Peter van Kampen in het praktijklokaal van Drenthe College.
Illustratie van de werking van de Regio Campus Emmen (werktitel) en duurzame oplossingen door bundeling van krachten op het gebied van kennis, onderzoek, R&D en onderwijs. De Campus brengt alles samen en jaagt innovatieontwikkeling aan.” Bundel krachten De doorontwikkeling van het beroepsonderwijs is voor Mike Roozeboom, adjunct directeur van Drenthe College aanleiding om onderdeel van de initiatiefgroep van de Campus te zijn. Mike: ,,De samenwerking met bedrijven intensiveren staat voor ons centraal. Onze boodschap aan bedrijven: Bundel krachten en ontdek wat de Campus te bieden heeft.” Innovatiecentrum Mike Roozeboom: ,,De nieuwe Campus kent ook een fysieke landingsplaats, het innovatiecentrum, en komt aan de Eerste Bokslootweg tussen de scholen en het industrieterrein. Drenthe College staat op het punt van nieuwbouw, waarbij de samenwerking met andere onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven erg belangrijk is. Het innovatiecentrum is een unieke plek om deze samenwerking verder vorm te geven en werkt versterkend voor innovatiekracht in de regio.” Plannen per sector De initiatiefgroep heeft al mooie stappen gezet. Er is een masterplan en er zijn financiële middelen. We werken aan concrete plannen op de thema’s ‘Smart en Circular’ gericht op de sectoren: Energie en waterstof, maakindustrie, Groene Chemie en Zorg, Welzijn en Technologie. Het bedrijfsleven is een belangrijke speler. Raymond Wanders: ,,Het bedrijfsleven in en rond Emmen is innovatief en daar vinden we elkaar. Toepassen van wetenschap en verrijken van het bedrijfsleven is de grote opgave waar we voor staan.”
Regionale impact NHL Stenden en Rijksuniversiteit Groningen zijn katalysator van de Campus. ,,Bij de Rijksuniversiteit kwam op een bepaald moment het besef dat de waarde van topwetenschap meer regionale impact moet krijgen. Bestaande betrekkingen met NHL Stenden, het bouwen aan de onderwijsketen in combinatie met die kennisbenutting, maakten dat we onze pijlen op Emmen richtten”, aldus Peter van Kampen, regioverbinder van de Rijksuniversiteit. Aansluiting beroepsonderwijs en bedrijfsleven Daar op voortbordurend zijn toen Provincie Drenthe en de Gemeente Emmen aangesloten. Zij zien de Campus als waardevolle invulling op het krachtiger maken van de regio. Raymond Wanders: ,,Dit is een ontwikkeling waar je echt bij wilt aanhaken. Het zorgt voor een nog betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt. De regio is rijk aan maakindustrie en (groene) chemische industrie, grote zorginstellingen en fantastische opleidingen. De Campus kan daar een grote bijdrage leveren.” Zie jij kansen voor jouw bedrijf of ben je nieuwsgierig geworden? Neem voor meer informatie contact op via de website. www.campus-van-de-regio.nl
ADVERTENTIE
VolkerWessels vaart wel bij goed recruitment en eigen vakschool „Ben jij bereid je handen uit de mouwen te steken en jezelf te ontplooien, dan leiden wij jou naar een baan met vrijheid, verantwoordelijkheid en baangarantie. Het liefst tot aan je pensioen.” Harry Borgman, coördinator leerlingbegeleiding van de VolkerWessels Vakschool vertelt over de eindeloze mogelijkheden die de Vakschool en het concern VolkerWessels bieden. beaamt: „Het is mogelijk je mbo-diploma te behalen in aanzienlijk kortere tijd dan bij regulier beroepsonderwijs. Na de opleiding kom je in dienst van VolkerWessels. We praten hier niet alleen over jonge jongens. Ook de bakker en de slager zijn welkom als zij een carrièreswitch willen maken.” Trots op hoog scoringspercentage Erik vervolgt: „Wij zijn de laatste die medewerkers tegenhouden in hun ontwikkeling, als je wilt heb je baangarantie. Van alle gestarte leerlingen is het scoringspercentage 95%, als het niet hoger is. Daar zijn we trots op. De leerlingen zijn 4 dagen lekker in de praktijk aan het werk en één dag op de vakschool. Tijdens de opleiding is er veel contact tussen Workforce en de werkmaatschappijen van VolkerWessels met zowel Harry als Wijnald om leerlingen goed te begeleiden. Harry: „Ik volg ze hier en op de werklocatie en doe voortgangsgespreken. Als ze gaandeweg de opleiding ervaren dat hun tak van sport op ander vlak ligt zijn er binnen het concern tal van mogelijkheden.”
(v.l.n.r.) Erwin Koops, Erik Drost en Harry Borgman doen een rondje over het praktijk terrein van de VolkerWessels Vakschool
Harry maakt een rondje op het praktijkterrein van de Vakschool met Erwin Koops, directeur Workforce, die een deel van de werving en selectie regelt binnen het concern en met Erik Drost, bedrijfsleider Visser & Smit Hanab Distributie regio Noord Oost, onderdeel van VolkerWessels. Binden, boeien en behouden De VolkerWessels Vakschool is sinds 2020 fysiek gevestigd op bedrijventerrein De Vierslagen in Schoonebeek. „De leerlingen werken hier aan levensechte water- en gasleidingen, elektriciteit, glasvezel, spoorrails en openbare verlichting en laadpalen.” Erik vertelt dat het idee van een eigen vakschool al kletsend met Wijnald Visser aan de keukentafel is ontstaan. „Dit was ten tijde van schaarste op de arbeidsmarkt. Wijnald is als bedrijfsleider nog altijd aan boord. Mensen intern opleiden en verder ontwikkelen om ze binnen het bedrijf te houden. Binden, boeien en behouden. Elkaar leren en stimuleren als een goed team. En dan praat ik niet over amateurvoetbal maar de Champions League.” Energiestromen boven en onder de grond VolkerWessels is toonaangevend als het gaat om telecom en energiestromen zowel boven als onder de grond en levert een bijdrage aan een duurzame leefomgeving. Ze zijn actief in de bouw, vastgoedontwikkeling, infrastructuur telecom en energie
infrastructuur. Er is grote vraag naar comfortabele, duurzame en betaalbare woningen. VolkerWessels heeft hierop het antwoord: ‘MorgenWonen’. De productie van duurzame woningen van hoge kwaliteit, onderhoudsarm en ‘nul-op-de-Meter’. Erik: „In één dag wordt een huis geassembleerd en van installaties voorzien. Deze zijn te vinden door heel Nederland, ook in de wijk Delftlanden in Emmen.” De kracht van eigen werving en selectie „Door de energietransitie zijn wij een continue stroom aan mensen nodig. Er is veel werk in elektrotechniek en telecom, zonneparken, windmolenparken, elektrificatie van het autoverkeer.” Erwin Koops vertelt dat Workforce een deel van de werving en selectie van personeel puur voor VolkerWessels doet. „Daar zit de kracht. Afgelopen jaren zijn meer dan 100 medewerkers via Workforce ingestroomd bij VolkerWessels en hebben een vaste baan met goede doorgroeimogelijkheden gekregen. „Door korte doorlooptijden in het sollicitatieproces vindt instroming snel en op elk moment plaats. We starten met een uitzendcontract van 3 maanden. Eerst gaan flink de handen uit de mouwen. Als dat goed gaat, start de medewerker een traject van leren en werken. De persoonlijke benadering, de extra begeleiding en nauw contact met de leermeesters zorgen ervoor dat we iedereen een echte kans geven zich te ontwikkelen.” Erik Drost
Van offshore naar coördinator vakschool Harry Borgman is een mooi voorbeeld hoe Workforce en VolkerWessels streven naar behoud en ontwikkeling van medewerkers. Harry is binnengekomen bij VolkerWessels als offshore monteur, gaf les, deed voor Workforce begeleiding van nieuwe mensen en is doorgegroeid tot coördinator leerlingbegeleiding. Wil jij ook meebouwen aan het nieuwe Nederland en ga jij, net als Harry, de uitdaging aan? Stuur je gegevens naar werkenenleren@workforcebv.com. Wij nemen contact met je op. Of bel ons recruitmentteam 06-15270350 voor meer informatie over werken en leren bij VolkerWessels.
22
donderdag 8 juli 2021
ADVERTENTIE
Ondernemers opgelet: ”Volop subsidies voor gezamenlijke innovatie” Wereldwijde uitdagingen vragen in Groningen, Friesland en Drenthe om concrete ideeën en plannen, samenwerking en nieuw ondernemerschap. Het geld voor ontwikkeling en uitvoering is er, vertelt Marjan Dol van het SNN, de subsidieverstrekker voor het Noorden. De kansen moeten we samen benutten. „De komende jaren staan in het Noorden vier maatschappelijke ontwikkelingen centraal: van analoog naar digitaal, van zorg naar preventie en positieve gezondheid, van lineair naar circulair en van fossiele naar duurzame energie. Grote uitdagingen, ook wereldwijd, waarvoor het Noorden oplossingen heeft. Het geld is er. De subsidies die we namens de provincies Groningen, Drenthe en Friesland verstrekken, zijn bedoeld om de regio duurzaam te versterken.
Marjan Dol
Wij staan klaar voor de start-ups, ontwikkelaars, particulieren en mkb-ondernemers”, vertelt Marjan Dol, directeur van het SNN. Impact met subsidie „Ik realiseer me dat niet altijd duidelijk is wat voor jou als ondernemer mogelijk is. Daar helpen we je graag bij. Ons aanbod is divers. Zo heeft het SNN subsidies rondom een specifiek thema, zoals de Covid-subsidie om de gevolgen van corona te bestrijden. Of subsidies voor een bepaalde doelgroep zoals particulieren die energiebesparende maatregelen willen treffen. Daarnaast voeren we grote Europese programma’s uit zoals het EFRO voor regionale ontwikkeling en POP voor landbouw. Deze Europese programma’s richten zich op de ontwikkeling van Noord-Nederland. Subsidie zetten we gericht in om het Noorden verder te brengen; met groene initiatieven, nieuwe samenwerkingen en met ruimte voor experimenten. Kijk bijvoorbeeld naar het PGO Netwerk Noord waarin veertig kleine en grote partijen uit de zorg samenwerken aan digitale zorgcommunicatie, zoals het beheren van je eigen zorggegevens. Of de ontwikkeling van het plan van de Groningse start-up Chiwen om groene energie thuis te kunnen opslaan. En wat denk je van het project van 50 Drentse boeren om de
biodiversiteit in de Veenkoloniën structureel te verbeteren?” „Voor mkb-ondernemers zijn met name de volgende programma’s en subsidies van belang: REACT-EU (t/m 2023), de MIT-subsidie, het EFRO-programma (2021 – 2027) en POP3+ (t/m 2022). Of net open, de ‘Open Innovatiekans’, een Europese subsidie uit het REACT-EU-fonds om experimenten bij consortia te stimuleren. Laat je niet weerhouden door alle afkortingen. Het gaat ons om de oplossingen die we creëren met het geld dat we geven. Daar ligt de uitdaging voor het mkb, om hier onderdeel van te zijn, om samen te werken en kennis te delen en zo Noord-Nederland te versterken. We hebben hier niet de grote bedrijven die andere delen van Nederland wel hebben en die als motor voor innovatie kunnen fungeren. Maar dat hoeft geen nadeel te zijn; het gaat er juist om dat vele kleine bedrijven samen een netwerk vormen om zo de kansen voor Noord-Nederland te benutten.” Meer weten? Kijk op de website van het SNN of volg de social mediakanalen voor meer informatie en subsidies die nu openstaan. www.snn.nl
ADVERTENTIE
TechHub Assen zet techniek in Assen op de kaart TechHub Assen is dé plek waar ondernemers, bedrijven en instellingen uit Assen en omgeving elkaar vinden, om in samenwerking met diverse kennisinstituten innovatieve vraagstukken op het gebied van techniek aan te pakken. „We zijn nog niet zolang bezig, maar nu al zijn er verrassende verbindingen gelegd, waar studenten van mbo, hbo en wo nadrukkelijk bij zijn betrokken”, zegt Jan de Morrée van TechHub Assen. En dat is precies waar één van de initiatiefnemers, namelijk Ondernemend Assen, naar streeft. „Als onderdeel van TechHub Assen hebben we samen met het Drenthe College en de Hanzehogeschool Groningen de Techniek Academie opgezet”, legt Piet Kamminga uit. „Belangrijk doel is het verstevigen van het vestigingsklimaat van technologiebedrijven in Assen. Daarvoor zijn twee pijlers van belang: het verbeteren van de innovatiemogelijkheden en het behouden en ontwikkelen van competente en goed geschoolde medewerkers. TechHub Assen draagt daar sterk aan bij, er vinden kruisbestuivingen plaats en we weten elkaar te vinden.” Jan de Morrée (l) en Piet Kamminga bij de flexibel inzetbare luchtreinigingskast.
Tekort urgent De behoefte aan technisch personeel was er, is er en blijft er ook nog wel even. Kamminga: „We hebben jarenlang gedacht dat het probleem zich vanzelf zou oplossen. Maar, tussen nu en vijf à zes jaar wordt het tekort urgent. Wat we als ondernemers willen, is niet uit elkaars vijver vissen, maar die vijver juist groter maken.” „Daarnaast verandert de techniek snel. Ruim tachtig procent van de studenten wordt opgeleid voor beroepen die nu nog niet eens bestaan. Als je dat in beeld hebt, dan kun je sturen. Tenslotte zie je dat de loopbanen van jonge mensen veranderen. Je bent niet meer dertig jaar voor dezelfde baas aan het werk. Wat we met de TechHub willen is het technische talent in onze stad beter vasthouden. Dat is goed voor alle bedrijven die in de techniek actief zijn.” Innovatie Overigens wil De Morrée benadrukken dat TechHub Assen niet alleen interessant is voor technische bedrijven. „Met name voor innovatieve bedrijven, die wel techniek nodig hebben voor hun bedrijfsvoering, is TechHub Assen ook interessant. Kunstmatige Intelligentie in de zorg is zo’n voorbeeld. Zowel het mbo, hbo, het UMCG als het bedrijfsleven uit Assen zijn daarbij betrokken.”
De aanpak van TechHub Assen leidt ook tot concrete projecten. Een aantal ondernemers heeft een flexibel inzetbare luchtreinigingskast ontwikkeld met UV-licht-technologie; uiterst actueel in deze tijd. Dit is mede mogelijk geworden met expertise van de Hanzehogeschool en de inzet van studenten. Deze voorbeelden laten zien dat TechHub Assen een ontmoetingsplek is voor experimenten, waarbij ondernemers en studenten buiten de gebaande paden kunnen treden. Dat leidt tot verrassende ontwikkelingen en inzichten. „Door kennis samen te brengen kom je tot oplossingen, waarbij TechHub Assen een netwerk biedt dat aansluit op de eigen omgeving en beleving.” De Morrée nodigt geïnteresseerden graag uit. „Kom op dinsdagochtend naar de TechHub. Er is koffie en veel ruimte voor spontane ontmoetingen en nieuwe ideeën.” www.techhubassen.nl
Slechts 1 op de 10 start-ups wordt een succesvol bedrijf. In de afgelopen jaren passeerde een aardig aantal de revue van Noordz. Hoe staan ze er nu voor? In aflevering 16: NightCyclus in Groningen. Tekst Wigger Brouwer Foto Mariska de Groot
NIGHTCYCLUS IS JE GIDS IN HET NACHTLEVEN
THAP VAN DER VEEN
Wat doen jullie ook alweer? Thap van der Veen, oprichter van NightCyclus: ,,Wij hebben de app NightCyclus ontwikkeld. Daarmee kun je het nachtleven van Groningen verkennen. Je krijgt namelijk een overzicht van bijvoorbeeld clubs, bars en stadsgarderobes. Zodat je als je op stap gaat, ook als je nieuw bent of een toerist, je meteen weet wat er ’s nachts gaande is en waar je naartoe kan. Daarbij zit een find my friends-functie ingebouwd: als je vrienden NightCyclus hebben, kun je zien dat zij op stap zijn, en waar zij dan zijn. Groningen was in 2020 onze testlocatie en als dat goed ging, zouden we gaan uitbouwen naar andere steden en naar het buitenland.”
Voorlopig kijken we nog even de kat uit de boom
Hebben jullie de route gaandeweg bijgesteld? ,,Corona heeft natuurlijk ons bedrijf en onze app een flinke dreun gegeven. Toen zaten we zo van: wat moeten we nu doen? We wilden heel graag doorgaan. We zaten net toen corona kwam vol in onze energie, klaar om door te schalen van start-up naar scale-up. We wilden ook net ons team gaan uitbreiden. Gelukkig hebben we dat niet gedaan, want anders hadden we veel te hoog in onze kosten gezeten. Maar wat we wel hebben
gedaan, is proberen de horeca te helpen door een online pubquiz te maken, waarbij geld werd ingezameld voor de horeca. Maar uiteindelijk was daar op langere termijn te weinig animo voor. De horeca was meer bezig met hoe ze hun personeel konden doorbetalen en hoe ze hun zaak draaiende konden houden.” Wanneer is de grote doorbraak? ,,Voorlopig kijken we even de kat uit de boom, zoals we het afgelopen jaar hebben
gedaan. Nadat we merkten dat de pubquizzen niet werkten, besloten we de app en ons bedrijf even te laten rusten. We gingen allemaal een tijdje wat anders doen, met ons privéleven aan de gang. Maar ook nu het nachtleven weer langzaam lijkt op te starten, wachten we nog heel even af. Je weet namelijk nooit of er nog een nieuwe lockdown komt waardoor alles weer dicht moet. Mocht alles terugkeren naar het oude en komt corona niet meer terug, dan zou binnen een jaar wel de grote doorbraak van onze app kunnen komen komen. Maar voorlopig dus nog niet.” Wat hebben jullie geleerd de afgelopen jaren? ,,Je leert te anticiperen in een markt die van een hoogconjunctuur naar een laagconjunctuur is gegaan, waarvan je niet weet wat er gaat gebeuren. Zelfs in zo’n dal als de coronatijd moet je op zoek naar oplossingen. Als je dan vervolgens in problemen blijft denken, wordt het lastig als bedrijf om te renderen en door te kunnen gaan. Dat zagen we bijvoorbeeld ook bij de horeca. Ondernemers die nog hoop hadden en van alles probeerden, bleven bestaan. Maar anderen, die niks meer deden, hebben het uiteindelijk veel lastiger
gehad. Hoewel het natuurlijk lastig is voor sommige ondernemers die jarenlang hetzelfde verdienmodel hebben gehad om dan wat nieuws te verzinnen. Binnen ons team was het ook een hele switch. We moesten bedenken wat we nu precies wilden en welke kant we op wilden met ons bedrijf. En daarbij hielden we er rekening mee dat het ook de verkeerde kant op kon gaan. Ondernemen is niet alleen maar sunshine and rainbows, je bedrijf kan ook compleet naar de graftakken gaan. Gelukkig hebben wij de kosten heel erg laag gehouden. We hebben er vanaf het begin voor gekozen geen grote vaste lasten te hebben, bijvoorbeeld. Die lage kosten zijn de enige reden dat we nog bestaan.” Hoe ziet de toekomst er uit? ,,Mocht corona wegblijven dan zijn de volgende stappen het uitbreiden van ons team en het uitbreiden van de app naar meer steden, ook in het buitenland. Die uitbreiding van ons team is nodig om de fundering van de app te verbeteren en te verbreden zodat hij beter te gebruiken is voor meer uitgaanssteden dan alleen Groningen. Maar voorlopig kijken we dus nog even de kat uit de boom. En tot we weer beginnen, kun je mij elk weekend ’s nachts vinden in de stad.”
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 2 3
DE SPIEGEL Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. Dan is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 19 van De Spiegel: Bakschik Martirosian, eigenaar van (onder meer) BMTEC, specialist in lasersnijden van kunststoffen. Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Mariska de Groot
‘IK WIL ME VOORAL SPIEGELEN AAN DE ABSOLUTE TOP’ Hoe varen jij en je bedrijf? ,,Heel goed. BMTEC groeit gigantisch. We hebben veel opdrachtgevers, waaronder een paar heel grote waarvoor we vrijwel continu onderdelen moeten leveren. Want dat is wat we het meeste doen: halffabricaten van kunststof maken voor industriële machines. De afgelopen jaren heb ik nog drie bedrijven daaromheen opgericht: één voor het lasersnijden van hout, één voor kunststof plaatmateriaal, één voor het vlakbedfrezen van plaatmateriaal. En ook nog Tauron, de digitale snelweg tussen de maakindustrie en e-commerce. En ze lopen allemaal goed.’’ Heb jij wel een voorbeeld nodig dan? ,,Noem me onbescheiden, maar ik kijk graag naar mensen als Elon Musk en Steve Jobs. Die hebben écht wat neergezet. Dat doorzettingsvermogen, die ambitie, die gedrevenheid en die focus, dat vind ik inspirerend. Ik herken in die mannen heel erg de drive en het grenzeloos denken, het dromen en dromen najagen. Zij doen het vooral op de manier die ze zélf goed vinden.’’
BAKSCHIK MARTIROSIAN
2 4 D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21
Focus. Lukt dat met al die bedrijven? ,,Dat is wel serieus een valkuil ja. Ik heb me de laatste tijd gerealiseerd dat ik niet alles zelf kan, maar ik ben soms een beetje bang
dat anderen het niet zo goed kunnen als ik. Dat moet ik leren loslaten, zorgen dat ik heel goede mensen aan me bind, zoals Musk ook gedaan heeft. Ik ben niet snel tevreden, en wil alles controleren, hoewel de bedrijven redelijk zelfsturend zijn. Dat steeds schakelen in mijn hoofd, dat kan niet oneindig doorgaan. Maar als ik zie dat Elon Musk het kan, dan denk ik: dan kan ik het ook wel.’’ Hier op kantoor hangt bijna letterlijk een spiegel. Ik zie daar grote foto’s van de groei die je bedrijf doormaakte, van de slaapkamer in 2013, waar jij als jongen poseert, tot je huidige pand. Hoe vaak kijk je daar naar? ,,Best wel vaak eerlijk gezegd. Maar dan denk ik niet: wat ben ik ver gekomen, van uitgeprocedeerde asielzoeker tot eigenaar van een bedrijf met miljoenen omzet. Dat is mooi, maar ik zie vooral: in het begin had ik het anders moeten doen, het meteen grootser aanpakken. Ik ben heel ambitieus, kijk altijd vooruit.
Maar tegelijkertijd wil ik wel leren van alles wat ik heb meegemaakt.’’ Is dat typische bewijsdrang? ,,Zeker weten. In de eerste plaats natuurlijk tegenover mezelf, maar ik heb ook altijd het gevoel dat ik me voor mijn omgeving, voor iedereen wil bewijzen. Of de vlucht van mijn familie uit Azerbeidzjan daarmee te maken heeft, of mijn leven als illegaal, dat zal best. Maar ergens denk ik ook dat het gewoon diep in me zit.’’ Waar gaat die drang je brengen? ,,Weet je, heel veel ondernemers kunnen wel een half miljoen omzet halen. Tot 5 miljoen ook wel, daarboven wordt het clubje kleiner. Ik wil bij de bijzondere ondernemers horen die 100 miljoen omzet gerealiseerd hebben. Het gaat mij niet om het geld, ik heb het nu ook al prima. Maar dat is waar ik als mens, als ondernemer, tussen wil staan, tussen die echte toppers. Dat is echt de drijfveer om elk jaar met vele tientallen procenten te groeien.’’
Maar als ik zie dat Elon Musk het kan, dan denk ik: dan kan ik het ook wel
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 2 5
ADVERTENTIE
‘Anders dan anders’ Bij REIN gaat alles net wat anders dan bij een traditioneel advocatenkantoor. REIN is een laagdrempelig, open en toegankelijk advocatenkantoor, waar professionals werken zonder stropdas. “Wij vinden het belangrijk dat zowel onze medewerkers als onze klanten zichzelf en de beste versie van zichzelf kunnen zijn”, zegt advocaat Jeroen Sprangers. “Spreek jezelf uit, wees eerlijk en open. Daarmee hopen we een open cultuur te creëren zonder een gevoel van hiërarchie. Dat willen we ook uitstralen naar buiten toe, bijvoorbeeld door mensen een inkijkje te geven in ons werk en wie wij zijn op onze socials.” Dichtbij de klant “Wat voor ons ook erg belangrijk is, is dat wij dichtbij onze klanten zitten. We hadden al een kantoor in Groningen en Assen. En sinds dit jaar zijn wij, met de overname van twee advocatenkantoren in Emmen, ook in Emmen gevestigd”, geeft fiscalist Ralf Herbers aan. “Daarmee was ons derde kantoor een feit. Groei is geen doel op zich, maar we hebben veel klanten in Emmen en omgeving, daarom waren we op zoek naar een mogelijkheid om ons daar te vestigen.” Het hoofdkantoor van REIN staat in Assen, op een prachtige locatie langs de A28. Twee jaar geleden werd een tweede kantoor in Groningen geopend. “Een uitstekende keuze”, aldus Jeroen. “Immers, de juridische opleidingen bevinden zich in Groningen en daarom is het belangrijk om ook hier gevestigd te zijn. We trekken nu regelmatig jong talent aan. Dat zorgt niet alleen voor een nieuwe kijk op zaken maar ook voor een fijne dynamiek op kantoor.” Synergie “Wij hebben niet alleen advocaten in huis maar ook fiscalisten, juristen en ondersteunend personeel. Waarbij ons ondersteunend personeel minstens zo belangrijk is als een advocaat of fiscalist. We doen het echt samen en daar zijn we trots op”, aldus Jeroen. “En juist omdat wij het samen doen, kunnen wij meerwaarde leveren aan onze klanten”, gaat Ralf verder. “Wij zijn één van de weinige kantoren in Noord-Nederland die naast advocaten en juristen een aparte afdeling fiscalisten in huis heeft. Wij hebben dus niet alleen verstand van het recht, maar snappen ook hoe iets financieel uitpakt. Samen kunnen we een situatie vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Door deze mix kunnen wij onze klanten echt verder helpen.” Oplossen in plaats van procederen “Wij streven altijd naar oplossen in plaats van
Vestiging Assen procederen”, aldus Jeroen. “Juist door aan de voorkant te acteren, kunnen we veel problemen achteraf voorkomen. Wij merken in de praktijk dat cliënten hun zaak vooral handelbaar willen maken, ze willen een oplossing voor hun probleem en het liefst geen escalatie. Vertrouwen speelt daarin een doorslaggevende rol. Of we daarmee altijd tot een oplossing komen. Nee, maar als je niet hoeft te procederen, dan moet je dat niet doen. Het kost tijd, geld en je wint zelden volledig. Met behulp van onze fiscalisten proberen we een conflict zodanig op te lossen, waarbij beide partijen tevreden zijn. Het is een manier van werken die niet alleen ons, maar vooral onze cliënten aanspreekt.” Fusies, overnames en meer Wanneer je je als kantoor toelegt op de ondernemer, dan komen er allerlei zaken voorbij. Ralf:” Zo zijn we momenteel erg druk met fusies en overnames. Ondanks corona is er geen sprake van een financiële recessie en de economie draait keihard door. We begeleiden veel fusies en overnames, waarbij zowel juristen, fiscalisten als financiële experts betrokken zijn. Ook hier is die mix van professionals weer van groot belang.” Daarnaast is REIN actief in de zorg en bij nonprofitorganisaties, waarbij zich met name op het gebied van bestuur en toezicht spanningen kunnen voordoen. “Verder komen veel ondernemers met arbeidsrechtelijke vraagstukken”, geeft Ralf aan. “Daar hebben we een speciaal team van specialisten voor in huis.”
Jeroen Sprangers
Ralf Herbers
Ik ben REIN REIN, wie is REIN precies? We vroegen het Jeroen. “REIN is op de eerste plaats ondernemer. Hij spreekt met ondernemers, luistert naar ze en weet wat hen bezig houdt. Hij is transparant over de kosten en streeft naar een oplossing zonder teveel gedoe. In onze dienstverlening staat persoonlijkheid hoog in het vaandel. Vertrouwen in een advocaat of adviseur maar ook de juiste match is uiterst belangrijk. Daarom zoekt REIN uit wie bij jou past. Wij staan naast jou, ook in de avonduren of in het weekend. We staan, wanneer nodig, voor jou, om je te verdedigen.” Ralf: “We zijn niet alleen bezig met de lopende zaken en bezigheden maar kijken vooral ook naar morgen. Zo werken wij aan de toekomst van de advocatuur in ons REINlab. Een juridisch ‘laboratorium’ waarbinnen we nieuwe vormen van juridische producten en dienstverlening ontwikkelen. We werken niet binnen bepaalde kaders maar denken juist out of the box. Daarnaast helpen we graag startups met vragen variërend van de financiering tot een geschikte rechtsvorm. Bij ons is eigenlijk niks te gek.” Heb je daar verder nog iets aan toe te voegen Jeroen? “Ja, genoeg! Maar een bedrijfscultuur kan je moeilijk uitleggen, dit moet je ervaren. Daarom nodigen wij jou graag uit om een kopje koffie te doen bij ons op kantoor.” www.REIN.nl
Anderhalf jaar geleden bestond een doorsnee werkdag van presentatiecoaches Gijs Nillessen en Jonas van der Vlugt – oprichters van het Groningse trainingsbureau 360talk – nog uit handen schudden, mensen fysiek ontmoeten en de hele dag met groepen optrekken. Door corona viel in maart 2020 al het werk in één klap weg. Ze herpakten zich en bedachten een nieuwe innovatieve manier van coachen. Nu gaat het beter dan ooit. GIJS NILLESSEN Tekst William Zijlstra Foto Mariska de Groot
e mannen van 360talk trainden voor corona vooral mensen voor het spreken of presenteren op een podium. Dat gebeurde toen nog tijdens fysieke bijeenkomsten. De lockdown en andere coronamaatregelen vorig jaar betekenden dat het hele businessmodel van 360talk wegviel.
D
JONAS VAN DER VLUGT ,,Werkend Nederland ging massaal over op Zoom, Teams en Meets. Gijs en ik voelden instinctief aan dat we hier wat mee konden’’, zegt Jonas van der Vlugt (42). ,,Het grootste probleem van al die online meetings is de hoeveelheid energie die ze slurpen’’, zegt Gijs Nillessen (38). ,,Of het nou om een vergadering, pitch of presentatie gaat: het is online slopend als het niet efficiënt is. We gebruiken veel woorden die niet zinvol zijn voor de boodschap. Als je inzicht krijgt waar je ruis zit dan praat je efficiënter en kost het je publiek minder moeite om je te snappen. Tijdens de crisis hebben we daarom modules ontwikkeld om online meetings zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Met de 360talk-methode maak je in een korte tijd duidelijk wat het is dat je wilt, met een heldere boodschap en een duidelijk verhaal. Tegelijkertijd moet dat een hapklare brok zijn die prettig is om te consumeren als luisteraar’’, vertelt Van der Vlugt. TEAMS ALS NORM 360talk was de eerste partij in Nederland die trainingen op het gebied van online meetings aanbood. Die modules blijken aan te slaan. Terwijl concurrenten omvielen, kwamen Nillessen en Van der Vlugt binnen een maand om in het werk. Grote bedrijven en instanties als Avebe, Gemeente Groningen, House of Performance, provincie Fryslân en Van Wijnen Bouw schakelden 360talk al in. ,,We hoeven niemand te bellen. We hebben het hartstikke druk.’’ Nillessen en Van der Vlugt bouwden de 360talk-trainingsmethode om naar een hybride variant. Nu geven de twee een gedeelte van de training online. Daarna ontmoeten ze hun klanten fysiek, om face to face te oefenen. ,,Als
ZAKELIJK MET GEVOEL ik anderhalf jaar geleden aan een klant vroeg: ‘Zullen we de voorbespreking via Teams doen?’ Dan zocht hij of zij wel iemand anders’’, zegt Nillessen. ,,Nu is dat totaal normaal. Sterker: het is de norm.’’ Vinden de twee het niet jammer dat ze minder fysiek contact hebben met hun klanten? Van der Vlugt: ,,Het allermooiste is om een hele dag met een groep fysiek op te trekken als ze al goed voorbereid zijn. Als ze al hun huiswerk hebben gedaan. Zo kunnen wij meer winst behalen dan wanneer we vanaf een nulpunt beginnen.’’ Online voorbereiden, offline scoren. Het is efficiënter en ook goedkoper voor de klant, vertelt Van der Vlugt. STRESS EN ONZEKERHEID Vier jaar geleden richtten Nillessen en Van der Vlugt 360talk op. Beiden waren al actief als presentatiecoaches, maar vanuit een andere invalshoek. Nillessen is specialist op het gebied van de presentatietechnieken en richtte zich vooral op de zakelijke markt. Van der Vlugt is van de soft skills, de gevoelskant. ,,Wij zagen in dat de combinatie daarvan het beste zou zijn. Toen zijn we gaan samenwerken.’’ De kracht van de mannen van 360talk is dat ze, naar eigen zeggen, mensen met zelfver-
trouwen kunnen laten communiceren. ,,Als je presenteert, of het nou on- of offline is, dan komt je leven onder een loep te staan. Alle stress en onzekerheid vergroten zich uit wanneer iedereen naar je zit te kijken. We hebben nog nooit iemand gehad die dat niet had’’, zegt Nillessen. Die onzekerheid zorgt er vaak voor dat iemand die presenteert zich anders voordoet dan hoe hij of zij werkelijk is. En dat is juist niet wat je als presentator moet doen. Presenteren is geen trucje, het komt pas binnen als je authentiek bent, zo vertellen de twee mannen. ,,Een zaal of een groep mensen voelt of jij echt bent. Pas wanneer jij je veilig voelt op een podium wordt het echt. Dan pas kun je gaan inspireren in plaats van alleen maar zenden’’, vertelt Van der Vlugt. Waarom slaat de trainingsmethode van
Als je bij ons een training doet dan krijg je openheid binnen je club
360talk zo goed aan? Volgens Nillessen komt het vooral doordat de presentatietraining ook een stuk persoonlijke ontwikkeling oplevert voor klanten. ,,Als je bij ons een training doet dan krijg je openheid binnen je club. Je weet wat elkaars onzekerheden zijn, je weet wie er naast je zit. De bijvangst is dat klanten zeggen ‘mijn hele team kent elkaar nu goed’. Dat is vaak grotere winst dan de presentatieskills an sich. Daar geniet ik ook meer van dan wanneer iemand een strakke pitch heeft.’’ SLEUTELEN In het afgelopen coronajaar verdrievoudigde de omzet van 360talk. Daarmee kijkt het jonge bedrijf ook aan tegen groei. Na de zomer willen Nillessen en Van der Vlugt daarom nieuwe krachten aantrekken. Wat voor soort mensen zoeken ze? ,,Jonas was vroeger deejay, ik standupcomedian. Het mag een maître zijn, een zanger of een chef-kok. Het maakt niet uit, zolang diegene maar een passie heeft en het gaaf vindt om daarmee te sleutelen. Alleen de methode uit kunnen leggen is niet genoeg.’’ Wie het ook wordt, het hebben van een beetje ambitie kan ook geen kwaad. Binnen vijf jaar willen de mannen van 360talk namelijk de nummer 1 van Nederland zijn op het gebied van online en offline sprekerstrainingen.
D A G B L A D V A N H E T N O O R D E N D O N D E R D A G 8 J U L I 2 0 21 2 7
ADVERTENTIE
Van 1 matras laten recyclen tot een 100% circulair businessmodel opzetten Nederland 100% circulair in 2050. Dat is de ambitie van de overheid waar waste to product organisatie Renewi vierkant achter staat. Omdat we bij ons dagelijkse werk zien dat circulair werken wérkt, als we afval samen als een kans zien. Een kans om materialen te recyclen, CO2-uitstoot te verminderen en ‘nieuwe’ grondstoffen te creëren. We willen en kunnen de wereld beschermen, door een tweede leven te geven aan gebruikte materialen.
Renewi helpt bedrijven en organisaties om de stap te maken van duurzaam werken naar circulair werken. Dat doen we door te adviseren, hands-on te begeleiden én oplossingen te ontwikkelen en in te zetten. Zo voorkomen we afval en bieden we inventieve oplossingen om materialen efficiënt te kunnen inzamelen, hergebruiken en recyclen tot nieuwe grondstoffen. Dat doen we in de hele keten, samen met onze medewerkers, klanten en partners. RetourMatras: van oude naar nieuwe matrassen Wist u bijvoorbeeld dat ieder jaar in Nederland zo’n 1,5 miljoen gebruikte matrassen worden weggegooid? Hiervan worden al ruim 1 miljoen matrassen door RetourMatras gerecycled, op 1 van de 3 eigen recyclinglocaties. In de zomer van 2021 opent zelfs de 4e recyclinglocatie in EttenLeur. Dit gaat ervoor zorgen dat alle 1,5 miljoen gebruikte matrassen gerecycled kunnen worden. Recycling is onder andere mogelijk dankzij de samenwerking van RetourMatras met Renewi. Renewi verzamelt namelijk een groot deel van de oude matrassen (per stuk en per bulk), om ze vervolgens aan te leveren bij RetourMatras. In 2020 leverde Renewi in totaal zo’n 850 containers aan, met gemiddeld 90 matrassen per container. 1 of 100 matrassen Matrassen laten verwerken is interessant voor organisaties waar continu of tijdelijk oude matrassen vrijkomen. Door uw oude matras(sen) apart te laten inzamelen, werkt u circulair. Of u nu 1 of 100 oude matrassen aanbiedt: neem contact op met Renewi voor de inzameling, via renewi.com/matrassen. In matrassen zitten materialen die opnieuw gebruikt kunnen worden als secundaire grondstoffen zoals: metaal, textiel en 2 soorten schuim (latex en polyether). Deze grondstoffen worden nu al gebruikt door: - De textiel- en meubelindustrie (voor het maken van bijvoorbeeld opvulmateriaal)-. - Bedrijven die vloeren/vloeronderdelen maken (zoals isolatieplaten en ondertapijten). - Bedrijven die sporthallen, speeltuinen en toebehoren maken (zoals ondervloeren en sportmatten). Zodra de vierde recyclinglocatie open is, wordt jaarlijks het schuim van meer dan 200.000 afgedankte matrassen omgezet in polyol. Dit is de belangrijkste ‘bouwsteen’ voor nieuw schuim. Hiermee maken we van afgedankte matrassen een écht circulair product. Op weg naar de circulaire economie Dankzij onze samenwerking met partijen als RetourMatras, realiseren we doelstellingen waarmee we toewerken naar de circulaire economie. Zo willen we in 2025 al: - 75% van al het verwerkte afval recyclen; - 275 kilo CO2-uitstoot vermijden, voor iedere ton verwerkt afval; - 1 miljoen ton secundaire (‘nieuwe’) grondstoffen
creëren. Onze werkwijze sluit nauw aan bij de manier waarop de overheid toewerkt naar circulariteit: - Slim ontwerpen: minder grondstoffen gebruiken. - Bewust gebruik: producten langer mee laten gaan. - Meer en beter hergebruik: afval als grondstof inzetten.
Zet vandaag zélf de eerste stap naar een circulaire economie Hoe? Door kritisch te kijken naar uw (rest)afval: wat kan er gescheiden worden? Welke recyclebare afvalstromen houdt u dan over? Via een kosteloos en vrijblijvend adviesgesprek helpen wij u hierbij. Scan de QR-code voor advies! +31 (0)800 - 0130 info@renewi.com renewi.com. Zo beschermen we samen de wereld!
Renewi: circulaire partner Bent u van plan om een circulair businessmodel op te zetten? Of bent u hiermee al aan de slag gegaan als start-up of scale-up? Dan gaat Renewi graag met u in gesprek. Misschien kunnen we antwoorden op uw vragen geven, met onze meer dan vijftig jaar kennis en ervaring. Partijen dus die circulaire kansen zien én benutten, net als RetourMatras. De voorwaarden? Het aanbod van de afvalstroom moet blijvend/stijgend zijn. De vraag naar de grondstoffen moet ook blijvend/stijgend zijn. Met onze doelstelling voor 2025 willen wij samen met u bouwen aan een circulaire toekomst. Dat lukt alleen als bedrijven en organisaties écht de omslag maken naar circulair werken. Als wasteto-productbedrijf wil Renewi deze omslag versnellen, door organisaties te ondersteunen.
renewi.com