magazine
Interview
nummer 1 • NOV–apr 2014–2015 • € 5
Peter Dijkstra Column
Jan Mulder Educatie
Zingen doe je samen! Achtergrond
Weihnachts-Oratorium Een triptiek uit Vlaamse Kringen
Op weg van geld naar vermogen? Ik kan u coachen.
Evi helpt u om uw geld te beleggen gericht op behoud of groei van uw vermogen. Of u nu een grote of een kleine belegger bent. Evi biedt u de kennis van een private bank, met het enthousiasme van een online coach. Wilt u toch liever sparen? Dat kan ook met Evi. Kijk voor meer inspiratie op evivanlanschot.nl
Welkom •
Het is misschien wel het best bewaarde geheim van Nederland: ons land telt meer leden van koren dan van voetbalclubs. Anderhalf miljoen mensen, jong en oud, zijn aangesloten bij naar schatting 25.000 koren. Kerkkoren, gospelkoren, jeugdkoren, oratoriumverenigingen, popkoren, en natuurlijk kamerkoren. Kortom, een traditie, en één om trots op te zijn. Om te koesteren bovendien. Juist daarom vindt het Nederlands Kamerkoor het zo belangrijk te investeren in onze koortraditie. Dat doen we op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door samen te werken met onze collega’s van Cappella Amsterdam en de stichting Tettix in het programma Meesters & Gezellen, waarin professionals en jonge talenten samen op het podium staan. De aanwas van jonge zangers is per slot van rekening van levensbelang, zowel voor de professionele koren als voor de amateurkoren. Ons amateurtraject Zingen Doe Je Samen is buitengewoon succesvol. De doelstelling is om in 2015 bij tenminste 50% van onze concerten een lokaal amateurkoor te betrekken. Met workshops, gratis toegang voor de zangers, reductiekaarten voor vrienden en familie, en een voorprogramma door het betreffende koor. Het zorgt voor een unieke kruisbestuiving. We leren van elkaar, zalen lopen vol, en misschien wel het belangrijkste: we raken met elkaar in gesprek. Over onze gedeelde liefde voor koormuziek, over wat ons bezig houdt, over onze zorgen, en over onze wensen. Want samen zijn we ervoor verantwoordelijk dat onze rijke koortraditie kerngezond is én blijft. De reacties op ons eerste Magazine waren ronduit enthousiast. Het doel van het Magazine is breder te kunnen informeren over waar wij voor staan en wat we doen. Bovendien bundelen we zo een heleboel losse informatie; het Magazine is daarom zowel programmatoelichting, concertagenda, seizoensbrochure als vriendenblad en biedt daarnaast verdieping met interviews, achtergrondartikelen en nieuwsfeiten. Liedteksten en informatie over uitvoerenden zijn zowel online beschikbaar als bij de concerten. Verder wijs ik er u graag op dat u nog steeds abonnementen kunt bestellen voor onze series (zie pagina 46), die voor het merendeel eind oktober van start gaan met een prachtig Engels programma onder leiding van niemand minder dan Paul McCreesh. We hopen u weer in groten getalen bij onze concerten te mogen verwelkomen om samen de magie te beleven van koorzang.
Ringel Goslinga
Tido Visser Directeur Nederlands Kamerkoor
In dit magazine
•
Interview Peter Dijkstra
“Amateurzangers herinneren mij aan mijn eigen initiële vuur.” pagina 6
Achtergrond en programmatoelichting Een triptiek uit Vlaamse Kringen pagina 14
Programmatoelichtingen november 2014 – april 2015 pagina 17
Reisverslag
Het Nederlands Kamerkoor in Israël
Backstage Lizet Spijker, office manager en coördinator educatie & participatie
pagina 11
pagina 34
Cantus Nobilitas
De vrienden van het Nederlands Kamerkoor
pagina 23
Weihnachts-Oratorium
Traditie of ritueel? pagina 36
Zingen doe je samen Over de samenwerking met amateurkoren pagina 39
Backstage Jasper Schweppe, Bariton pagina 44
Seizoensoverzicht Concertagenda en abonnementen pagina 46
Column
• Jan Mulder
In het najaar van 2013 zingt mijn moeder haar laatste concert met het koor Zang en Vriendschap. Ze is sinds 1952 lid en negentig jaar oud. Niet lang daarna krijgt ze een lichte beroerte en allerlei daaruit voortvloeiende andere mankementen. Ze ligt op de rand van de dood maar zingt zich terug. Zang en Vriendschap overlijdt wegens gebrek aan aanwas. De automatisch door de bank afgeschreven contributie moet worden stopgezet. Bellen is vruchteloos: een automatische betaling stopzetten kun je niet per telefoon afhandelen, dit moet onder vier ogen of zoiets; de bank wil je voelen, zien en helemaal zeker weten dat hier niks kwaads achter steekt. We gaan naar het filiaal. Er is geen bankbediende te bekennen, alles gaat via machines aan de muur en het internet thuis. De site eist een bewijs van opheffing en het bestuur van de vereniging zal een certificaat moeten verstrekken dat mijn moeder vrij is om te gaan en staan en eventueel zingen of zangverenigingen oprichten waar ze wil. De voorzitter is net overleden, andere bestuursleden zijn niet meer in functie, de bank betaalt het contributiegeld door. Ik ga naar het hoofdkantoor en de afdeling Stop Zetten Automatische Overschrijvingen. De lokettist zet zijn koptelefoon af, ik herhaal de vraag en hij zegt: “Weet je dat wel zeker? Een zuivere mezzosopraan in huis is gezonder dan een blik spinazie, hoor.”
“Een mezzosopraan in huis is gezonder dan een blik spinazie, hoor.” Mijn moeder is voor eeuwig lid van een fictieve zangvereniging. Wij beschouwen dat als een goed teken. Ze woont nu in een verzorgingstehuis. Er is een zanggroepje. Op weg naar haar kamer kom ik een mevrouw in de gang tegen, het oor tegen een deur aan. Even later rolt het koor de zaal uit. De leden zien me staan: “Jij bent Jan van Annie, hè. Jongen, jouw moeder, die stem.” Jubelend naar huis rijden, heel hard mijn geluk zingend, dat doe ik.
Marijn Scheeres
Jan Mulder (1945) is voormalig topvoetballer, en maakt al jaren naam als schrijver, columnist en voetbalanalyticus. Hij schuift regelmatig aan bij De Wereld Draait Door om zijn grootste ergernissen van die week te delen met het tv-publiek, en is een tegendraadse voetbalanalyticus bij sportprogramma’s als NOS Studio Voetbal en Sporza van de Belgische televisie.Onlangs verzorgde hij de inleiding voor een concert van het Nederlands Kamerkoor in Appingedam.
3
nieuws
Leo Samama schrijft nieuw boek De zin van
mu z i e k Leo Samama
Uitgeverij UAP paperback € 19,95 ISBN 9789089645708
Leo Samama, voormalig directeur van het Nederlands Kamerkoor, heeft een nieuw boek gepubliceerd: De Zin van Muziek. En niet zonder succes, gezien de hoge klassering in de boeken top 10 van Bol.com. Vrijwel ons hele leven worden we omgeven door muziek. Muziek op straat, in de lift, in de supermarkt, bij de kapper, de tandarts, via onze telefoons. Van muziek in de kerk tot het carillon over de stad, van fanfare tot orkest, van popgroep tot kamerkoor en rondom geboorte en overlijden. We kunnen ons er nauwelijks voor afsluiten en dat willen we misschien ook niet. Want muziek is die ‘andere’ taal, een woordeloze vorm van communicatie. Wat is muziek? Wat betekent muziek voor de mens en hoe gaan we er mee
Audities 2015
om? Hoe ontstaat muziek? Op deze en tal van andere vragen geeft Leo Samama antwoord in dit boek. Daarnaast geeft hij een beeld van de betekenis van muziek in ons bestaan. Leo Samama is componist en musicoloog. Hij was jarenlang docent aan het Utrechts conservatorium en de Universiteit Utrecht. Vervolgens was hij artistiek coördinator bij het Residentie Orkest en was hij directeur bij het Nederlands Kamerkoor. Eerder schreef hij het boek Alphons Diepenbrock - componist van het vocale.
Nieuwe release met werken van Hans Kox
Ook dit seizoen houdt het Nederlands Kamerkoor weer audities voor professionele koorzangers. Peter Dijkstra, per 1 september 2015 de nieuwe chef-dirigent van het NKK, is daarbij natuurlijk aanwezig. Laat jij je horen?
Toen Hans Kox pas 26 jaar was, werd zijn muziek al uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest. De maker van de de documentaire die nu op dvd is verschenen noemt Hans Kox daarom het zondagskind van de Nederlandse muziek. De uitgave bevat naast een dvd ook een cd met een drietal werken. Het eerste stuk, Die Todesfrau, wordt uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Klaas Stok. Erik Voermans noemde dit onlangs in het Parool al het ‘prijsstuk’ van deze uitgave. Dit is tevens de meeste recente uitgave waarop het Nederlands Kamerkoor te horen is.
Werken bij het Nederlands Kamerkoor biedt een prachtige kans om te musiceren op het allerhoogste niveau. Peter Dijkstra, per 1 september 2015 de nieuwe chef-dirigent, behoort tot de absolute wereldtop. En de komende jaren werken we weer met orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest en Concerto Copenhagen, met dirigenten als Hartmut Haenchen, Iván Fischer en Daniel Harding, en in een keur aan projecten, concertante en scenisch, 32-stemmig en solistisch bezet.
U kunt deze cd bestellen door uw naam en adres te mailen naar: info@nederlandskamerkoor.nl
Ben je een professionele zanger(es) en wil je bij het Nederlands Kamerkoor zingen? De volgende audities vinden plaats op 12 en 13 maart 2015. Stuur hiervoor een recente MP3-opname en een CV. Op basis daarvan wordt een voorselectie gemaakt. Ben je afgestudeerd aan het conservatorium of werkzaam op dat niveau en heb je ervaring met het zingen in een ensemble? Meld je dan aan.
Maak daarnaast het bedrag over naar: NL 90 ABNA 0544913124
DV D + C D
€20
Aanmelden? Stuur voor 1 februari 2015 een MP3-opname en CV naar: jasper.schweppe@nederlandskamerkoor.nl
4
nieuws
Peter Dijkstra valt in de prijzen Toekomstig chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor, Peter Dijkstra, heeft met het Chor des Bayerischen Rundfunks een ECHO Klassik in de wacht gesleept, een prestigieuze prijs die jaarlijks door de Duitse cd-industrie wordt uitgereikt. Dijkstra viel met zijn koor in de prijzen in de categorie ‘Beste Ensemble’. De jury roemt de cd die Dijkstra opnam met het koor van de Beierse Radio. Er staan werken op van Arvo Pärt en Alfred Schnittke, waaronder diens Konzert für Chor. Al eerder werd bekend dat de chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin, door de jury is gekozen tot dirigent van het jaar. Wij feliciteren Peter en Yannick van harte met deze prijzen.
Akoesticum opent zijn deuren
Zingend een tweede taal leren
Op 1 oktober 2014 opende in Ede het nieuwe trainingscentrum Akoesticum zijn deuren.
Recent onderzoek wijst uit dat een tweede taal leren heel goed zingend kan. Het verhoogt niet alleen de intrinsieke motivatie, maar helpt ook om beter te focussen. Daarnaast wordt het door alle leeftijdsgroepen als leuker ervaren.
In de voormalige Johan Willem Frisokazerne zijn repetitiefaciliteiten beschikbaar voor podiumkunstenaars, zowel professionals als amateurs. Het centrum biedt elf oefenruimtes en goede overnachtingsmogelijkheid voor gezelschappen die een weekend of een week intensief met elkaar willen repeteren.
www.akoesticum.nl
In het onderzoek moesten Spaans sprekende kinderen uit Ecuador twee weken lang een passage uit een Engelse roman bestuderen. De helft van de testgroep deed dit zingend en de andere helft als een gesproken gedicht. Kinderen die dit zingend deden herinnerden zich de passage niet alleen beter, ook hun uitspraak was beter en ze konden het beter vertalen naar het Spaans.
Bron: A.J. Good and F.A. Russo (2014) “The efficacy of singing in foreign-language learning”
Nederlands Kamerkoor neemt Israel in Egypt op Het Nederlands Kamerkoor nam onlangs in Verden (DE) Händel’s oratorium Israel in Egypt op met het Franse topensemble Le Concert Lorrain. Een prachtige bezetting met sterren als James Gilchrist en Peter Harvey stond onder leiding van dirigent Roy Goodman. De opnamen vielen binnen het kader van een zeer succesvolle tour die het koor en orkest naar Verden, Metz (fr) en Ambronay leidde. Van het concert in het kader van Musikfest Bremen komt binnenkort een dubbel-cd uit. Wilt u deze dubbel-cd als eerste in uw bezit hebben? Dan kunt u zich nu voorinschrijven. De verwachte releasedatum is 15 november 2014.
Speciale voorinschrijvingsprijs
2 C D 's
€19,95
Stuur een e-mail met uw naam en adres naar: info@nederlandskamerkoor.nl en maak €19,95 over naar NL 90 ABNA 0544913124
* Voor de reacties van de internationale pers, zie pagina 43 5
Thomas Carlgen
Interview met de aanstaande chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor
interview
“Amateurzangers herinneren mij aan mijn eigen initiële vuur.”
H
ij is misschien wel de beste koordirigent ter wereld. En ongetwijfeld een van de meest succesvolle. Peter Dijkstra is nog maar 36 jaar oud, en heeft al een heel dirigentenleven achter de rug. Sinds 2005 is hij chef-dirigent van het Chor des Bayerischen Rundfunks, en sinds 2007 ook van het Zweeds Radiokoor. Onlangs werd bekend dat de nieuwste cd van het Beierse koor een Echo Klassik ontvangt in de categorie ‘Beste ensemble’, en werd zijn Matthäus-Passion genomineerd voor een Grammy Award. Vanaf 1 september 2015 is hij de nieuwe chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor. “Een logische stap,” zo vindt Peter. Een gesprek met een rasmusicus.
Wat heeft jou bijna tien jaar geleden doen besluiten naar het buitenland te vertrekken? Je had aanbiedingen genoeg in Nederland. Nederland heeft een hele rijke muziekcultuur, dat weten we allemaal. Maar ik werd steeds vaker buiten Nederland uitgenodigd, en ik realiseerde me dat er een hele wereld achter onze grenzen verborgen ging. Ik had er behoefte aan me te laten inspireren door andere culturen, door mensen met andere achtergronden. Het was heel gezond om even uit mijn ‘comfort zone’ te stappen. Een verfrissende stap, kortom? Jazeker! In Zweden kwam ik in contact met een volstrekt andere koorcultuur, en een fundamenteel andere benadering
van muziek. De Oude Muziek-cultuur heeft in Nederland grote invloed gehad op onze zangcultuur. Dat heeft heel veel positiefs gebracht: denk aan het tekstbewustzijn, en het begrijpen en toepassen van retoriek. En het heeft geleid tot een dunnere, schonere koorklank. De Zweden zijn meer van de ‘no nonsense’-politiek: mond open, zingen. Ze houden van een volle klank, met volledige stem. Dat was voor mij op dat moment heel verfrissend, zo’n andere benadering. Ook op het sociale vlak zie je verschillen. Wij Nederlanders zijn erg individualistisch ingesteld. In Zweden neemt elk individu de totale verantwoordelijkheid voor het geheel. Die bagage neem ik nu mee naar Nederland. Wij zijn dus een individualistisch ingesteld volkje. Past koormuziek wel bij ons? We hebben een ongelofelijk rijke koortraditie. Die is er niet voor niets. We zoeken kennelijk toch iets om dat individualisme te neutraliseren. Je ziet dat bij amateurzangers goed terug: waarom vinden zij koorzang zo heerlijk? Om de verbondenheid, om het samen zijn, om het samen muziek maken. Bij de professionele koren ligt dat anders. Daar heeft dat individualisme ook zijn voordelen. Wij Nederlanders zijn een mondig volkje. Dus beland je snel in levendige discussies met elkaar. Je praat over muziek, je leert van elkaar. Het nadeel is dat het accent minder komt te liggen op het nemen van verantwoordelijkheid voor het geheel.
7
Waar komt jouw liefde voor het werken met amateurs vandaan? Dat heeft alles te maken met de motivatie die amateurzangers met zich meebrengen. Ze offeren hun vrije tijd op om iets van zichzelf te geven, om te genieten van elkaar. De inspiratie die zij meebrengen inspireert mij ook. Als je als professional dagelijks met muziek bezig bent, ligt het gevaar op de loer dat zelfs zoiets moois als muziek een sleur wordt. Je ziet dat soms ook terug bij professionele koren: dat er zangers tussen zitten bij wie de passie door alle druk waaraan ze bloot hebben gestaan lijkt te zijn weggesijpeld. Daarom is het zo ontzettend goed om met amateurs te werken: het herinnert mij elke keer aan mijn eigen initiële vuur, waarom ik ooit besloten heb dit tot mijn vak te maken. Ons publiek is gewend aan een hoge mate van perfectie. De cd-standaard. Maar raakt het je ook? Wordt er vanuit emotie en intentie gemusiceerd? Daar moet ik mezelf elke keer opnieuw aan herinneren. Zie jij – in dat licht – nog toekomst voor de hedendaagse moderne muziek? Jazeker! Er is een tendens gaande om meer gevoel toe te laten in composities. Dat mag weer. En dat is goed, zeker voor koormuziek. De magie van koormuziek zit in haar gevoeligheid. Hedendaagse muziek is te cerebraal geworden, en is los komen te staan van onze belevingswereld. Daarom heeft het aan relevantie ingeboet. Juist het gevoel verbindt mij met muziek, zeker als zanger. Gevoelens zijn altijd relevant. Het universele van muziek zit in de
INTERVIEW
Arne Hyckenberg
Westfalen werd er zes jaar geleden al drie keer meer uitgegeven aan kunst per hoofd van de bevolking. Dat zou – met de huidige kortingen in Nederland – zo maar eens het vijf- of zesvoudige kunnen zijn. Dat heeft alles te maken met het feit dat de waardering voor kunst wordt gedragen door de volledige samenleving. Ook bij de mensen op de straat voel je meer kennis over en affiniteit met dat wat ik doe. Als je in de metro vertelt dat je dirigent bent, wordt er met heel veel respect naar je gekeken.
gedeelde emotie, dat is wat het publiek nu meer dan ooit aanspreekt. En je ontving onlangs een Echo Klassik Award voor een cd met nota bene Schnittke. Ja, dat is een prachtige erkenning van negen jaar samenwerking met het koor van de Bayerische Rundfunk. Het is bovendien geen prijs voor de categorie ‘Beste koor’, maar voor ‘Beste ensemble/ orkest’. Maar toch niet bepaald gemakkelijke kost… Je moet kijken naar het profiel van het ensemble. Geen koor is gelijk. Juist in Schnittke komt de kwaliteit van het koor het beste naar voren. Die warme, emotionele klank is ongeëvenaard. Die kenmerken worden juist in dat repertoire fantastisch hoorbaar. Het label was bang dat het commercieel te weinig zou doen. En juist daarom is het extra geweldig dat we die prijs krijgen. Het is goed dat we dit met elkaar hebben aangedurfd. Hoe zie jij het huidige kunstklimaat in Nederland? Is er een groot verschil met Duitsland? De manier waarop men met het cultureel erfgoed omgaat in Duitsland is totaal anders. In de deelstaat Nordrhein-
En desondanks kom je naar Nederland? Ja. Het NKK heeft een speciale plek in mijn hart. Ik was al sinds 2005 aan het koor verbonden als vaste gastdirigent. Ik volgde de ontwikkelingen van de laatste jaren vanaf de zijlijn. Subsidiekortingen, mislukte verhuizing, dat deed pijn. Een koor met zo’n historie, zo’n traditie, verdient een steun in de rug. Ik merk in alles dat de laatste jaren de weg omhoog weer is ingeslagen, en daaraan wil ik een bijdrage leveren. En op het persoonlijke vlak vind ik het prettig om meer in Nederland te zijn, meer zichtbaar te zijn in het kunstleven hier. Wat zijn je plannen met het NKK? Het is ontzettend belangrijk de raakvlakken met de amateurkoren te vinden. De banden te versterken, samen te werken, bruggen te slaan tussen professionals en amateurs. Zij zijn ons publiek, en tegelijk kunnen wij hun ‘trailblazer’ zijn, hun wegwijzer. Wij moeten Nederland en de wereld laten zien wat er kan met koormuziek. We moeten samenwerkingen aangaan met andere disciplines. De relevantie versterken van dat wat we doen. Meer programmeren vanuit het hier en nu, minder vanuit een ‘mooi stukje muziek’. Je kunt de ogen niet sluiten voor hoe de wereld om ons heen zich ontwikkelt. Alle brandhaarden in de wereld. De veranderende rol van voedsel en water. Het NKK bestaat al 77 jaar. We dragen een lange traditie met ons mee. We hebben de opdracht ook na die 77 jaar relevant te zijn, in te springen op de actualiteit. Dat is de kunst.
8
“We moeten relevant zijn. Programmeren vanuit het hier en nu.” s aC D
€15
Bach Motets bwv 225-230 In 2007 nam het Nederlands Kamerkoor al een cd op met Peter Dijkstra, met daarop de motetten van Bach. ★★★★ van het NRC “Voor Peter Dijkstra (1978), nu al de succesvolste Nederlandse koordirigent, telt slechts de muziek en de manier waarop hij de noten én de stemmen die ze zingen optimaal tot klinken kan laten komen [...] Het Nederlands Kamerkoor slaagt erin het stemmenweefsel ook in de meest complexe passages, de vele fugatische delen bijvoorbeeld, doorzichtig en evenwichtig te houden.” — Mischa Spel, 2008 U kunt deze cd bestellen door uw naam en adres te mailen naar: info@nederlandskamerkoor.nl Maak daarnaast €15 over naar: NL 90 ABNA 0544913124
Allemaal te koop in de Passie voor klassiek
Luister is hét toonaangevende klassieke N R 701 ,
S I N D S 1952 |
S E P T E M B E R | O K TO B E R 2014
muziektijdschrift en
Passie voor klassiek
verschijnt acht keer per jaar. Boordevol pagina’s vol
gids
interviews, recensies, beschouwingen
Franco Fagioli
Ode aan castratenleraar Nicola Porpora
en portretten van
Tigran Mansurian 75 jaar
componisten en
De maestro volgens Patricia Kopatchinskaja en Anja Lechner
uitvoerenden!
De vijfde Cello Biënnale Artistiek directeur Maarten Mostert vertelt
Pumeza Matshikiza
Elke uitgave met een prachtige GRATIS compilatie cd.
Stersopraan en trots van Zuid-Afrika
€ 7.95
Luister g n a v t n o n e Word nu lid r slechts o o v g n la r a een half ja
€ 25,-
Vanaf 31 mei koop je de beste kaarten voor het nieuwe theaterseizoen op iamsterdam.com/uitgids
Tel: 085 7600237 E-mail: abonnement@bcm.nl
www.luister.nl
GEDICHT
Recensies
Tibor de Jong
•
Met Spinvis en Stine Jensen brachten wij dit voorjaar een programma onder de naam Scherpdenkers. De dag na het eerste concert, in Eindhoven, spraken Stine en Tido (directeur NKK), elkaar kort over de telefoon. Hoe mooi de avond geweest was, en dat ze zich verheugden op het volgende concert. En oh ja, Stine had gehoord dat er een prachtige recensie was verschenen, maar ze wist niet waar. Toen Tido Spinvis mailde met de vraag of hij een recensie langs had zien komen, kreeg hij dit terug.
niet nooit lezen geen recensies lezen Niet. Doen. de goeie niet de slechte niet de domme niet de slimme niet oren dicht als iemand er over begint laat je werk niet bevuilen geef ze geen kans niet doen niet lezen nooit Spinvis, 19 maart 2014 10
NKK te gast in Israël
•
Na 28 jaar was het Nederlands Kamerkoor afgelopen juni weer te gast in Abu Gosh, Israël. Naast producent van ‘de beste humus ter wereld’ is dit dorpje al jaren de thuisbasis van het Abu Gosh Vocal Festival. Een verslag van vijf bewogen dagen, vlak voor een nieuw triest hoofdstuk in het Palestijns-Israëlische conflict.
João Moreira
Dag 1 Een lange dag, met een stop-over in Istanbul. Ook op Turkse vliegvelden is de globalisering zichtbaar. We kunnen kiezen uit de Burger King of Starbucks, en parfum ruikt ook hier gewoon hetzelfde. Om 22:00 uur lokale tijd landen we in Tel Aviv, waar we door een 88 jaar oude man worden opgehaald. Zijn neef bestuurt de bus. De oude man heeft in de bus een aantal verrassingen voor ons in petto: een verfomfaaid papiertje uit het archief, met de presentielijst van de zangers van het Nederlands Kamerkoor die ons hier in 1986 voorgingen. Illustere namen, die de druk om hier ook in 2014 te presteren op een prettige manier verhogen. Vervolgens deelt hij aan alle zangers bladmuziek uit. Twee Joodse liedjes. Geen genade: er wordt gerepeteerd. Eerst de uitspraak oefenen. Vervolgens samen zingen. Niet een, twee maar drie keer door. Onze oude vriend neemt de omroepmicrofoon ter hand om ons met zijn breekbare stem door de muziek te leiden. En dan… De neef-bestuurder waarschuwt zijn oom herhaaldelijk dat hij moet gaan zitten, gezien het bochtige parcours, maar de oude man weigert. Bij één bocht geschiedt het leed: hij valt achterover, helemaal tot in het diepe deurgat. Even is het doodstil. Leeft hij nog? We turen over het randje. De
11
reisverslag
oude man knippert met zijn ogen. We trekken hem behoedzaam uit het gat. Afgezien van een hevig bloedende pink is er niets aan de hand, zo verzekert hij ons. Om dat kracht bij te zetten rukt hij de microfoon weer naar zich toe en verordonneert ons het lied een vierde maal te zingen. Verbijsterd zetten we in. En hier zitten we dan, in een prachtig maar nog donker resort vlakbij Jeruzalem. Morgen wordt het, zo belooft de receptie ons, 37 graden Celsius. Ons eerste concert is om 15:00. In een volle kerk. 500 bezoekers, zo belooft de receptie ons... Dag 2 Als je ’s avonds laat op een vreemde bestemming aankomt, is opstaan bij daglicht een kleine surprise. Het licht dendert heftig over een landschap waarvan je de vorige avond slechts kon vermoeden hoe dat eruit zag. En we worden niet teleurgesteld. Veel groen, prachtige heuvels en een zon die een warme dag belooft. Vrijwel iedereen heeft goed geslapen. Een vreemd ontbijt, met gefillte fisch en andere zoutigheden, waar de gemiddelde Nederlander om negen uur ’s ochtends liever niet aan denkt. Het hotel is een voormalige kibboets, blokhutachtige huisjes. Geen luxe, maar prima toeven voor de bescheiden mensen die we hopen te zijn… De dag ziet er vol uit: repeteren, lunchen en met de bus naar de kerk, waar we die middag optreden. We voelen ons een soort Nederlands Elftal dat door de menigte naar het stadion rijdt. Bewakingsposten en ongelofelijk veel volk op de been rond de kerk. Hier
João Moreira
Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Ik ben nog nooit in Israël geweest, noch in een ander land in het Midden-Oosten. We worden echt als vips onthaald, en de mensen zijn ontroerd, vooral door de toegiften, die we - natuurlijk gecoacht door Gilad, onze Israëlische bas - in het Hebreeuws zingen. Niemand houdt het droog, ook wij niet. — Heleen Koele
wordt wat van ons verwacht. De repetitie in de kerk belooft veel. Dit is het soort akoestiek waar je als koor graag in zingt. En dan… het concert. Etiquette speelt in de volgepakte kerk geen rol. Geen dresscode, klappen tussen de delen. Maar genoten wordt er. Van de zangers wordt alles gevraagd: 70 minuten muziek, zonder pauze. En de beloning is groots. Waar Duits publiek nog wel eens na 2 of 3 minuten overgaat in ritmisch geklap, besluit dit publiek dat maar meteen te doen. Na afloop lukt het ons bijna niet de kleedkamers in het hotel tegenover de kerk te bereiken. We worden omhelst, gekust. De enige avond vrij is vandaag. De groep splitst zich op. Een deel vergaapt zich aan de religieuze melting pot die Jeruzalem heet. Een ander deel gaat luisteren naar een concert van het Israeli Vocal Ensemble. Na afloop eten leden van de twee koren samen en delen ervaringen uit. Nu daalt de stilte neer over Abu Gosh. We zijn een intense ervaring rijker. Dag 3 Nog even terug naar gisteren. We zijn getuigen van de hereniging van onze Israëlische bas Gilad en zijn kinderen, die hij sinds februari niet meer had gezien. Zoonlief loopt met zijn grootmoeder de kerk in, terwijl Gilad zich in het zweet repeteert op het podium. Je ziet de trotse vader volschieten. Twijfelen tussen uitbreken uit het koor, of voldoen aan zijn plicht. Zijn zoontje voelt de situ-
12
atie haarfijn aan. Hij gebaart: blijf maar zingen. Gilad zingt de rest van het lied professioneel uit, kijkt niet meer naar de dirigent, maar zingt alleen nog voor zijn zoon. In het laatste akkoord dendert hij van het podium, holt de halve kerk door, en neemt zijn zoon op in zijn reusachtige armen. Het hele koor slaat het tafereel vertederd gade. Tijdens het concert staat zoonlief bij elk applaus op om zijn vader een staande ovatie te geven. En om even te zwaaien. De dag begint met een lange ochtendrepetitie met Ensemble Barrocade, een Israëlisch Oude Muziek ensemble van hoog niveau. We bereiden Bach’s Cantate no. 4 en Mozart’s Kleine Mis voor. Tijdens het concert is dezelfde spanning voelbaar als gisteren. De toegiften zijn een belevenis op zich. Applaus bij de herkenning van deze Joodse liedjes. Mensen deinen mee, neuriën zacht. Je ziet de mensen denken. Aan hun familie, aan hen die ze liefhebben, aan degenen die hun ontvielen. Huilend komen de zangers het podium af, veroorzaakt door de vloedgolf van emoties die vanaf de achterste rijen van het publiek over hen heen is gedenderd. Na afloop is er een tafel voor ons gereserveerd in een fantastisch restaurant. Abu Gosh is the place to be, naar het schijnt. Ook volgens de Israëli’s zelf is dit kleine dorp het Mekka van de humus. Het is een Arabische enclave in een verder Joodse zee. Zo kan het dus ook. Vredig leven hier de verschillende
João Moreira
reisverslag
religies naast elkaar. Met elkaar. Er komen tien verschillende gerechten op tafel. De wijn vloeit rijkelijk. En de programmeur nodigt ons uit om in 2016 terug te keren. Zangers dienen zich gelijk als vrijwilliger aan. We laven ons aan de goddelijke maaltijd, warmen ons aan de wijn. Voor even de nuttelozen van de nacht. Het mag. Dag 4 Vandaag het laatste concert. Om drie uur. Jan Willem de Vriend zei ooit: “Het einde van één concert, is het begin van het volgende.” En zo is het. We sluiten de tournee af, en beginnen weer aan een nieuw avontuur. De basis is vreugde. In het samen musiceren, het toewerken naar een prachtig concert, het beleven van magische muzikale momenten. Dat besef zit er hier goed in. Na afloop trakteren we onszelf op een avondje Tel Aviv. Na een busrit als een schoolreisje, waarbij de directeur een poging doet zich als chazan op te werpen, belanden we aan de kade van deze aangenaam moderne stad. De broeierige sfeer doet verlangen naar een biertje, of een glas wijn. Of beide. We kijken met het glas in de hand naar de ondergaande zon, die het moet afleggen tegen de woeste golven van de Mediterranée. Tel Aviv is überhip. Hoe schril dat moet afsteken tegen de ellende in Gaza kunnen we ons niet voorstellen. Straatartiesten van ongekend niveau, modewinkeltjes van lokaal ontwerpta-
lent, en trendy restaurants. Nouveau ruig, zo noemt Hiske Versprille van het Parool het kale, haast industriële interieurontwerp van het restaurant waar het jonge personeel wil weten hoe we heten en ons de rest van de avond feilloos bij naam noemt. Langs een Tel Aviv lange bar eten we vis die van je bord springt, zo vers. Ambient muziek op de achtergrond. En na dat heerlijke eten hebben we trek. Trek in dansen. Als Derwisjen vliegen we over de dansvloer. Zo voelt het althans. Voor de locals kan het ook hebben geleken op een klompendans op gympen. Maar wie maalt erom? Dit is ons moment. Terug naar de bus strompelen we gelukzalig langs de kade. Het mediterrane paraderen is al lang en breed begonnen. De lichten van de boten in de verte als kerstverlichting boven een zee van vertier. Dag 5 Geen leven zonder avonturen. Vanmorgen zou de bus ons om 03:30 oppikken uit het afgelegen Abu Gosh, en ons naar het vliegveld in Tel Aviv brengen, 40 km verderop. 03:38 uur. Geen bus. 03:48 uur. Geen bus. We bellen, hoe vervelend ook, de manager van het festival uit zijn bed. Gershon belt de buschauffeur. En buschauffeur heeft zich verslapen. Is er over 40 minuten. Dat gaat ‘m dus niet worden. Dan maar taxi’s bellen. Voor 16 man. Om 04:00. In the middle of nowhere. Geen gehoor bij de Israëlische variant van TCA. Wacht. Wat doet die tourbus daar op het terrein? Die moet van iemand zijn. Iemand misschien hier in het hotel? Niet te vinden. Wacht 2. De receptionist belt zijn vader. Die kan die tourbus ernaast – één maatje kleiner – wel rijden. En de sleutel weet ie te liggen. 04:20. De
13
reddende vader komt aan. We scheuren met 160 km per uur over een snelweg die daar niet op is uitgerust. Missen de afslag. In zijn achteruit. Maar we zijn op tijd. Terug naar huis. Een mooi hoofdstuk Nederlands Kamerkoor is afgesloten. Op naar het volgende.
Als we weer in het vliegtuig zitten, raak ik aan de praat met twee jonge mensen die in een kibboets wonen. Ze zijn op weg naar Amsterdam om de bruiloft bij te wonen van vrienden. Ik vertel over onze tournee, en over de ontroering van de mensen bij de toegift. Het meisje vraagt of ik een stukje wil zingen. Ik merk weerstand bij de jongen, die eigenlijk weinig deelneemt aan het gesprek. Ik zing zachtjes een stukje voor en de jongen barst uit: “Ja, een liedje over twee vogeltjes die in de diaspora leven, en iedereen huilt weer tranen met tuiten.” Hij vervolgt: “Wij zijn jonge mensen; we kennen en respecteren onze geschiedenis, maar we willen ook gewoon samenleven met Joden én met Palestijnen!” Het meisje geneert zich, maar ik laat de jongen uitpraten, het zit hem heel hoog. Hoe kan het ook anders? Ik denk de afgelopen weken met alle akelige ontwikkelingen nog regelmatig terug aan onze reis, en aan deze twee. Hoe zou het met iedereen gaan die we daar ontmoet hebben? — Heleen Koele
Een triptiek uit Vlaamse Kringen •
De drie componisten die deze avond worden voorgesteld waren in hun tijd beroemde polyfonisten, maar zijn in de moderne tijden totaal in de vergetelheid gesukkeld. Misschien doet de naam van Gaspar van Weerbeke hier en daar nog een lichtje twinkelen, maar bij François Regnart en Firminus Caron doven de lichten meestal helemaal.
F
rançois Regnart werd rond 1530 in Dowaai (tegenwoordig Douai, noord-Frankrijk) geboren. Dowaai was toentertijd een filiaal van de Leuvense universiteit. Hij kreeg er zijn muzikale opleiding, was zanger en kapelmeester aan de kathedraal van Doornik (Tournai) en verliet dus nooit zijn geboortestreek, dit in tegenstelling tot zijn beroemdere broer Jacob die zanger en componist was aan de keizerlijke kapel van Wenen en Praag. Een aantal werken is verloren gegaan (onder andere een bundel missen), maar motetten en chansons zijn van François Regnart bewaard gebleven in Dowaaise drukken van 1579 en 1590. Zijn chansons zijn haast alle gecomponeerd op teksten van Pierre Ronsard, en tonen een miniaturistische, tot in de details verzorgde intieme stijl die vergelijkbaar is met deze van Claude Le Jeune. Zijn motetten tonen een heel ander gelaat, met rijke imitatieve schakeringen en een harmonische behandeling die meer naar tonaliteit dan naar modaliteit neigt, en zodoende een schakel vormt tussen het oeuvre van Gombert en Lassus.
Martin Michiels
Het verhaal van Gaspar van Weerbeke heeft een totaal ander karakter. Geboren in Oudenaarde heeft Gaspar van Weerbeke, zoals zovele Vlaamse polyfonisten, carrière gemaakt in Italië. Hij was zanger en kapelmeester bij de Sforza’s in Milaan (in zijn geboortestad werd hij ‘de sanckmeester uit Melanen’ genoemd) om later tot cantor cappellae papalis in Rome te worden benoemd. Het oeuvre van Gaspar van Weerbeke is uitermate rijk en gevariëerd en beslaat zowat alle geestelijke en wereldlijke vormen. In het oog springend is de virtuoze manier waarop hij zowel de doorimitaties als de zuivere homofone schrijfwijze hanteert. De lamentaties die wij deze avond uitvoeren en geschreven werden voor de Sixtijnse Kapel zijn zo in haast zuiver homofone stijl geschreven, in tegenstelling tot zijn pauselijke mis waarin hij in een grootse architectuur cantus-firmus technieken en doorimitaties combineert.
14
Michiel Hendryckx
ACHTERGRONd EN PROGRAMMATOELICHTING
De gegevens over het leven van Firminus Caron zijn, zoals bij velen van zijn vijftiende eeuwse collega’s, fragmentarisch, tegenstrijdig en met vele archivarische en repertoire lacunes. Om te beginnen met de identificatie van de componist zelf: het is slechts in de laatste jaren duidelijk geworden dat de componist wiens werken wij deze avond uitvoeren wel degelijk Firminus Caron is. Deze Firminus moet onderscheiden worden van de zanger Philippe Caron (ca.1465-1509) die o.a. werkzaam was in Cambrai en in de entourage van het Bourgondische hof van het Brusselse paleis Coudenberg. Ook Philippe’s vader, Jean Caron, sommelier aan hetzelfde Bourgondische hof, heeft uiteraard niets te maken met Firminus Caron. Firminus Caron werd geboren in Amiens en droeg niet toevallig zijn voornaam: de patroonheilige van Amiens is de martelaar l’Évêque Saint Firmin. In 1459 is Caron Maître des petites écoles in Amiens en in de zestiger jaren is hij primus musicus aan de kathedraal van dezelfde stad. Iets vóór 1472 is hij er Magister in artibus. Het is paradoxaal te noemen dat nà deze jaren men nauwelijks biografische gegevens kent over Firminus Caron, een componist dien in zijn tijd manifest een beroemd, dikwijls geciteerd en zeer gereputeerd zanger is geweest en die “…l’un des compositeurs les plus importantes et les plus influents de sa génération…” (David Fallows) is geweest. Zijn waarde werd reeds onderkend door F.J. Fétis (1784-1871) die licht euforisch in zijn Biographie Universelle des Musiciens (1860) schreef: “On trouve dans ses morceaux des traces d’élégance dans le mouvement des parties: sous ce rapport, Caron est supérieur à Ockeghem et à Busnois.” Aan de hand van enkele schaarse gegevens in verband
met de vele handschriften waarin zijn werken zijn genoteerd, en rekening houdend met citaten in diverse traktaten (voornamelijk deze van zijn tijdgenoot Johannes Tinctoris) en vermeldingen in teksten van composities van tijdgenoten (Loyset Compère) kan men met enige voorzichtigheid afleiden dat Firminus Caron na zijn Amiens-tijd werkzaam is geweest in Italië en bekend was in de kring van Antoine Busnois (ca.14351492) en in de Bourgondische kapel van Karel de Stoute. Plaats en datum van zijn overlijden zijn tot nader orde in duisternis gehuld. Het nog bewaarde oeuvre van Firminus Caron bestaat uit vijf vierstemmige cantus-firmus missen. Zij zijn bewaard in o.a. centrale Vaticaanse koorboeken (Cappella Sistina codices 14 en 51). Zijn profaan repertoire bevat eenentwintig chansons, meestal rondeaux die weelderig verspreid zijn over meer dan twintig handschriften. Wij zingen deze avond o.a. Helas que pourra devenir mon cueur, één van de populairste rondeaux van de tweede helft van de vijftiende eeuw. Het werk staat in licht verschillende versies genoteerd in maar liefst tweeëntwintig bronnen. De tenor- en contratenorpartij worden door Tinctoris in zijn Liber de arte contrapuncti (1477) als voorbeeld aangehaald voor het gebruik van verminderde kwinten (tweede boek, hoofdstuk 33). Heinrich Ysaac parafraseert het chanson; nog in 1525 wordt het rondeau aangehaald in Pietro Aaron’s Trattato della natura et cognitione di tutti gli tuoni di canto figurato en Gonzalo de Baena noteert het chanson een kwart lager in zijn Arte Novamente inventada pera aprender a tanger (1540!). De beroemdheid van Firminus Caron valt gemakkelijk af te lezen uit het
15
In Vlaamse Kringen… Nederlands Kamerkoor o.l.v. Paul van Nevel Zondag 16 november Nieuwe Kerk, Den Haag Dinsdag 18 november Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam Woensdag 19 november Grote Kerk, Leeuwarden Donderdag 20 november Sint Laurenskerk, Rotterdam Vrijdag 21 november Pieterskerk, Utrecht Zondag 23 november Der Aa-Kerk, Groningen Woensdag 26 november De Bijloke, Gent (België)
groot aantal bronnen dat zijn werken heeft bewaard. Veelbetekenend voor zijn bekendheid is ook het feit dat een aantal collega’s vertrouwd was met zijn oeuvre: Alexander Agricola (14461506) gebruikt de superius van Caron’s rondeau Le despourvue infortuné als tenor in zijn tweestemmig contrafact Arce sedet Bacchus; hetzelfde chanson wordt door Francesco Spinacino in tabulatuur gezet (1507) en Jacob Obrecht (ca.1457-1505) neemt de tenor van Caron’s chanson Rose playsante als cantus-firmus voor zijn gelijknamige mis. Wellicht het mooiste eerbetoon dat Caron kon te beurt vallen is zijn vermelding als Magister cantilenarum tussen collega’s zoals Ockeghem, Busnois en Regis in het Prière pour les musiciens van zijn tijdgenoot Loyset Compère in diens motet Omnium bonorum plena. – Paul Van Nevel
MUSICO Reizen 16 t/m 24 november 2014
Chicago & New York MUSICO Reizen steekt de oceaan over voor een bezoek aan twee van de meest fascinerende steden van de Verenigde Staten: Chicago en New York. Dat betekent Amerika beleven in optima forma: met voorstellingen door de Lyric Opera, de Metropolitan Opera, architectuurexcursies rond Frank Lloyd Wright en topkunst bekijken in het Metropolitan Museum of Art.
Chicago
24 t/m 28 december 2014
Boedapest Rondom de kerstdagen heeft MUSICO Reizen een vijfdaagse vliegreis samengesteld naar Boedapest, de charmante hoofdstad van Hongarije. De reis biedt een gevarieerd aanbod aan operavoorstellingen, een ballet en een concert. Naast de voorstellingen maakt u in een uitgebreid excursieprogramma uitvoerig kennis met de stad Boedapest, ook wel aangeduid als een openluchtmuseum. Opera Boedapest
30 december 2014 t/m 1 januari 2015
Antwerpen Dichtbij huis heeft u de mogelijkheid een feestelijke jaarwisseling te beleven. In Antwerpen wordt op oudejaarsdag Così fan tutte van Mozart opgevoerd, met na de voorstelling een dinerbuffet in de opera. In Gent wordt de volgende dag de aftrap van het nieuwe jaar gegeven met het traditionele nieuwjaarsconcert, voorafgegaan door een champagnebrunch.
17 t/m 25 januari 2015
MAS Antwerpen
Malta (Valletta baroque) In het midden van de Middellandse Zee ligt het heerlijke eiland Malta. Vele volken hebben hier in de loop der eeuwen hun sporen achtergelaten. Het herbergt, met vondsten uit 5200 voor Christus, enkele van de oudste menselijke sporen in de wereld. Sommige tempels op het eiland dateren uit 3800 jaar voor Christus. Bijzondere excursies, leuke restaurants in combinatie met de vele uren zon die dit eiland ook in de wintermaanden te bieden heeft, staan borg voor een onbezorgd verblijf. Tijdens deze achtdaagse vliegreis bezoeken we in het kader van het Valletta International Baroque Festival een aantal concerten in prachtige kerken en het sfeervolle Teatru Manoel uit 1731.
Teatru Manoel Valletta
VR A AG NA AR ONZE BROC HURE OF KIJK OP WWW.MUSIC O.NL MUSICO REIZEN
Naast bovengenoemd aanbod organiseert MUSICO Reizen in de komende maanden operaen concertreizen naar onder meer Zürich, Wenen, Berlijn, Parijs, Stockholm, Canarische Eilanden, Praag, Antwerpen, Bilbao, Dresden, Brugge en diverse ééndaagse reizen naar operatheaters in Essen en Düsseldorf.
Willemstraat 29 3511 RH Utrecht T: (030) 299 11 05 F: (030) 293 00 39 E: reizen@musico.nl I: www.musico.nl
programmatoelichting
Dit werk behoeft geen nadere uitleg: wat de Matthäus-Passion is voor de passietijd is het Weihnachts-Oratorium voor Kerst. En steeds meer mensen realiseren zich dat: de uitvoeringen van het Nederlands Kamerkoor zijn al jaren succesvol en razendsnel uitverkocht.
Nederlands Kamerkoor Concerto Copenhagen Thomas Michael Allen evangelist Solisten uit het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Risto Joost Woensdag 17 december Amsterdam, Muziekgebouw aan 't IJ Donderdag 18 december Amsterdam, Muziekgebouw aan 't IJ Zaterdag 20 december Naarden, Grote Kerk Zondag 21 december Arnhem, Musis Sacrum
In de tijd dat het Weihnachts-Oratorium ontstond, hield Bach zich meer met wereldlijke dan met geestelijke muziek bezig. Toen in 1733 Augustus III van Saksen werd gekroond, probeerde Bach met zijn briljante wereldlijke feestcantates de functie van kapelmeester aan het hof van deze keurvorst te veroveren (wat hem overigens niet is gelukt). Wellicht had hij daardoor te weinig tijd om een geheel nieuwe cantate-cyclus te componeren voor de kerstdiensten in Leipzig. Het Weihnachts-Oratorium is grotendeels als zogenaamde parodie vervaardigd. In de muzikale betekenis van het woord betekent dit dat een oudere compositie van een nieuwe tekst wordt voorzien, maar dat de muziek nagenoeg ongewijzigd blijft. Van het totaal aantal delen gebruikte Bach maar liefst een derde – bijna alle openingskoren en aria’s – uit bestaande, meestal wereldlijke, cantates. Dat hij zijn muziek nogmaals wilde gebruiken, is makkelijk te begrijpen: wereldlijke cantates waren gelegenheidswerken en het zou verspilling van energie en kwaliteit zijn als deze muziek nooit meer zou worden uitgevoerd. De belangrijkste muzikale bronnen voor het WeihnachtsOratorium zijn de cantates Hercules am Scheidewege (BWV 213) en Tönet, ihr Pauken, erschallet Trompeten! (BWV 214). Volledig nieuw zijn alle recitatieven, de meeste koralen en koraalbewerkingen, de sinfonia aan het begin van de tweede cantate en het openingskoor van de vijfde cantate. De zes cantates volgen in grote lijnen het bijbelverhaal zoals die uit de Evangelies van Lucas, Johannes en Mattheus tijdens de zondagse kerkdiensten werden voorgelezen. De geboorte van Christus wordt in
17
de eerste cantate bezongen. In de daaropvolgende cantate verkondigt de engel aan de herders het heuglijke feit, waarna de derde de aanbidding van de herders bij de kribbe verhaalt. De vierde handelt over de naamgeving en de laatste twee cantates gaan over de Drie Koningen bij Herodes en de aanbidding. Een deel van de tekst is afkomstig uit de Bijbel. De andere ‘vrije teksten’, bijvoorbeeld van de aria’s, zijn waarschijnlijk van de hand van Picander (pseudoniem van Christian Frederick Henrici (1700-1764), met wie Bach al eerder samenwerkte. Maar zeker is dit niet: de tekst van dit oratorium staat niet vermeld in de gedrukte edities van Picander’s verzamelde poëzie. De instrumenten en stemmen Het bruisende inleidingskoor van de eerste cantate begint met de feestelijke klank van pauken en trompetten. De geboorte van Jezus wordt gevierd. Deze muziek schreef Bach in december 1733 ter gelegenheid van Maria Josepha. Trompetgeschal werd in Bach’s tijd veelal gebruikt om composities ter ere van wereldlijke vorsten een extra feestelijke lading mee te geven. In het Weihnachts-Oratorium zet Bach de trompet in om het koningschap van
programmatoelichting
Christus uit te beelden. Behalve in de eerste horen we dit instrument ook in de derde en zesde cantate, waarin de herders, respectievelijk de Wijzen de Heer aanbidden. Bach schreef zijn muziek niet zomaar letterlijk over op een andere tekst. Met veel zorg schaafde hij de bestaande muziek bij, zodat er een overtuigend geheel kon ontstaan dat paste bij de nieuwe tekst. Dit is goed te horen in de koralen Wie soll ich dich empfangen uit de eerste cantate en Nun seid ihr wohl gerochen uit de slotcantate. In beide stukken gebruikt hij de melodie van het koraal O Haupt voll Blut und Wunden uit de Matthäus-Passion. Het onderwerp hierin is het grote verdriet om het lijden van Christus. In de eerste cantate klinkt het koraal echter verwachtingsvol en ingetogen en in de laatste cantate wordt overduidelijk een overwinning gevierd. In de tweede cantate spelen fluiten en hobo’s een grote rol. Deze instrumenten gebruikte Bach, net als de trompet, niet voor niets. Fluiten, hobo’s, fagotten en hoorns werden vaak gebruikt om de muziek een pastoraal karakter te geven. In Bijbels perspectief is Christus de goede herder. Het is dan ook geen toeval dat het juist in deze cantate over de herders gaat die door een engel op de hoogte worden gebracht van de geboorte van Jezus. Aan de fluiten en hobo’s werd door Bach dus een symbolische betekenis toebedacht. Voor Bach was het heel gewoon om dergelijke middelen te gebruiken om de emotie van een tekst uit te drukken. Deze gewoonte kwam voort uit de zeventiende-eeuwse traditie om in de muziek alle thema’s zo realistisch mogelijk over te laten komen. Componisten zochten ernaar om emoties als droefheid, woe-
de, haat, vreugde, liefde en jaloezie, zoals deze gerelateerd waren aan de teksten, in vocale muziek uit te drukken. Andere middelen waarmee Bach de muziek aan de tekst meer gewicht of betekenis wist te geven zien we in de tenor-aria Frohe Hirten, eilt, ach eilet uit de tweede cantate. De snelle, lange melismen (meerdere noten op een lettergreep, red.) op ‘eilt’ (maak haast) en op ‘labet’ (verkwik) verlenen de aria een sfeer van haast en ongeduldige verwachting om de pasgeborene te zien. De derde cantate gaat over de aanbidding van het Kind door de herders. Het opent met het opgetogen koordeel Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen. Het hieropvolgende koraal Dies hat er alles uns getan is een innig dankgebed, dat verder wordt uitgewerkt in het duet voor sopraan en bas. Deze twee stemmen combineert Bach vaker als hij de liefde tussen de gelovige ziel en Christus verklankt. Hier laat Bach ons nog een voorbeeld zien van een middel waarmee hij de sfeer en de intentie van de tekstvoordracht heeft beïnvloed: de specifieke keuze van de zangstemmen die de tekst vertolken. Net als de eerste, derde, vijfde en zesde opent de vierde cantate met een krachtig jubelkoor in een levendig, bijna dansachtig ritme. Dit werk vertelt over de naamgeving en besnijdenis van Jezus. De schallende hoorns versterken de atmosfeer van onbekommerde dankbaarheid en zekerheid. Bijzonder is de echoaria voor de sopraan. De echo wordt vertolkt door een hobo en een tweede sopraan, maar heel soms komt er een echo uit het niets, zonder dat hieraan voorafgaand hetzelfde wordt gezongen of gespeeld. Deze vondst van Bach
18
veroorzaakt een suggestie van pure magie. De tenoraria Ich will nur dir zu Ehren leben is een vrolijk loflied, met virtuoze melismen op het woord ‘ehren’. Ook in de vijfde cantate wemelt het van voorbeelden van suggestieve tekstexpressie. Luister maar eens naar de sierlijke noten op het woord ‘strahlen’ in de bas-aria Erleuchtet auch meine finstre Sinnen. Voor deze aria maakte Bach gebruik van de feestcantate voor de keurvorst van Saksen Preis dein Glücke, gesegnetes Sachsen (BWV 215). Het terzet van sopraan, tenor en alt Ach, wann wird die Zeit erscheinen is een prachtig theatraal moment dat de onrust en het ongeduld van de Drie Koningen uitbeeldt. De slotcantate van het Weihnachts-Oratorium staat in het teken van de victorie. De triomf over de zonde, de dood en de duivel wordt hier uitbundig gevierd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bach hier weer een trompet laat schallen. De cantate opent wederom met een feestelijk en groots opgezet koor Herr, wenn die stolzen Feinde schnauben, dat in de stralende toonsoort D-groot is gecomponeerd. Hier ontdekken we weer een middel waarmee de betekenis van de tekst een extra impuls krijgt: Bach’s keuze van bepaalde toonsoorten. Ook de openingskoren van de eerste, derde en vijfde cantate staan in D-groot. De muzikale eenheid van de zes cantates is hierdoor toch enigszins aanwezig. Het koraal Ich steh an deiner Krippen hier is wat meer ingetogen, maar gezien de tekst zou het niet anders moeten klinken. Met de tenor-aria en natuurlijk met het slotkoor keert echter al gauw de overwinningsstemming terug.
— Sytske Slager
programmatoelichting
Na het daverende succes van vorig jaar, met lovende kritieken en uitverkochte zalen, was het haast onvermijdelijk: dit programma onder leiding van Peter Phillips, oprichter van de Tallis Scholars, moest hernomen worden. En dat is gelukt! De NRC schreef over dit programma vorig jaar: “Overweldigend en vervoerend.” Kortom: niet geweest? Hier is de kans!
Nederlands Kamerkoor o.l.v. Peter Phillips Vrijdag 6 februari 2015 Stadsgehoorzaal, Leiden Zaterdag 7 februari 2015 Grote of St. Michaëlskerk, Zwolle Zondag 8 februari 2015 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
Josquin des Prez (ca. 1450/55-1521) wordt algemeen gezien als de ster onder de renaissancecomponisten. Over zijn leven is maar weinig bekend, maar we weten dat hij rond 1480 vertrok naar Italië, waar hij in Milaan, Rome en Ferarra betrekkingen had. De tekst van de vierentwintigstemmige canon Qui habitat in adiutorio Altissimi stamt uit Psalm 90 (91), die in de Roomskatholieke liturgie aan het begin van de veertigdagentijd wordt gezongen. Het stuk begint met één enkele stem, maar breidt zich weldra uit tot een vloeiend netwerk van stemmen. De harmonische beweging wiegt als de pendule van een klok van links naar rechts. Hard bewijs voor een directe leraar-leerlingband tussen Josquin en Antoine Brumel (ca. 1460-ca. 1512/13) is niet te vinden, maar Brumel borduurde wel degelijk voort op het rijke erfgoed van de oudere componist. Antoine Brumel begon zijn muzikale carrière als zanger in het koor van de kathedraal in zijn geboorteplaats Chartres (Fr), en trad later in de voetsporen van Josquin, in dienst van het hof van Ferrara. Brumel groeide uit tot een van de meest gerespecteerde componisten van de Renaissance. Het muzikale thema van de Aardbevingsmis is afgeleid van een Gregoriaanse antifoon, Et ecce terra motus, dat tijdens het ochtendgebed (Lauden) op Paaszondag werd gezongen. ‘De aarde beefde en de rotsen spleten’ (Mattheüs 27:51) op het moment dat Christus stierf aan het kruis. Bevende effecten worden gecreëerd door het gebruik van ritme en elkaar afwisselende patronen in de verschillende stemmen, bijvoorbeeld in het Christe en het tweede Kyrie. Brumel gebruikte slechts de eerste zeven noten van de antifoon als cantus firmus. De melodie
is in langzame noten te horen als trage canon in de tenor- en baspartijen, maar hij duikt ook op in de andere stemmen. Het verleent de mis ‘kolossale harmonische pilaren,’ aldus Peter Phillips, waar de andere stemmen zich omheen vlechten: een muzikale kathedraal. Het enige tegenwoordig bekende manuscript van de Missa Et ecce terra motus is afkomstig uit de bibliotheek van Orlandus Lassus (1532-1594). Zijn tienstemmige Magnificat super Aurora lucis is gebaseerd op een bestaand motet van zijn eigen hand. De tekst beschrijft het aanbreken van de rozerode morgen van de dag dat Christus verrijst. Hemel en aarde verheugen zich en de hel siddert van angst, geïllustreerd door de dialoog tussen twee groepen van hoge en lage stemmen. Het Magnificat straalt een feestelijke vreugde uit. De Lamentationes Hieremiae zijn wat dat betreft van een andere orde. De tekst volgt de klaagzangen van Jeremia, waarin de profeet treurt over de vernietiging van Jeruzalem. In de Rooms-Katholieke liturgie worden de lamentaties in de Goede Week gezongen, vanwege de passende emoties van schuld en boetedoening, maar ook omdat de vernietiging van de tempel in Jeruzalem wordt opgevat als een vooruitwijzing naar de komst van Christus. Zelden is er muziek geschreven met zoveel geraffineerde uitdrukkingskracht, zoveel tedere droefenis, zoveel overweldigende schoonheid.
19
— Susanne Vermeulen
programmatoelichting
Het moest er eens van komen, daar was iedereen het over eens: Daniel Reuss, de dirigent en artistiek leider van Cappella Amsterdam, voor het Nederlands Kamerkoor. Een ontmoeting tussen twee totaal verschillende klankculturen. Dat moet haast wel spannende concerten opleveren. Daniel heeft een programma samengesteld uit stukken - oud en nieuw uit de rijke Amerikaanse koortraditie.
Nederlands Kamerkoor o.l.v. Daniel Reuss Vrijdag 20 februari 2015 Parkstad Limburg Theaters, Heerlen Zondag 22 februari 2015 Nieuwe Kerk, Den Haag Woensdag 25 februari 2015 De Harmonie, Leeuwarden Vrijdag 27 februari 2015 Pieterskerk, Utrecht Zaterdag 28 februari 2015 Grote Kerk, Enschede Zondag 1 maart 2015 Waalse Kerk, Amsterdam Woensdag 4 maart 2015 Musis Sacrum, Arnhem
Op het programma staan twee werken van Samual Barber. Barber schreef zijn Agnus Dei naar aanleiding van zijn eigen compositie Adagio for strings (1938), dat in 2007 door luisteraars van BBC Radio 3 werd uitgeroepen tot het meest droevige stuk muziek dat er is. Het Adagio for strings is oorspronkelijk het tweede gedeelte van Barber’s Eerste Strijkkwartet (1936). In 1945 werd het Adagio op de radio uitgezonden na het overlijdensbericht van president Franklin D. Roosevelt. Door de radio-uitzending werd het stuk eensklaps door de hele natie gehoord. Het werd nog populairder door het gebruik ervan in films, waarmee een enorm publiek werd bereikt. Van een ander kaliber zijn Barber’s Reincarnations. Onder het werk vallen drie madrigalen gebaseerd op James Stephens’ poëtische bewerking van Gallische liederen. Het eerste madrigaal, Mary Hynes, vertelt van het mooiste meisje uit het dorp. Anthony O’Daly is het tweede madrigaal en gaat over een kapitein van een rebellengroep die onterecht is geëxecuteerd. The Coolin, ten slotte, portretteert twee geliefden op een romantische tochtje door de heuvels. Van wereldlijke muziek door naar een reactie op het passiestuk: in David Lang’s Little Match Girl Passion, dat hij componeerde voor de concertzaal, vervangt Lang het personage van Jezus door het meisje met de zwavelstokjes uit het sprookje van Hans Christian Andersen. Lang, met zijn Joodse wortels, beeldde zich in hoe het zou zijn het lijdensverhaal met dezelfde tekst en eerbied te vertellen, maar daarbij het lijden van Jezus te vervangen door het lijden van iemand anders. Morten Lauridsen’s O Magnum Mysterium, later op het programma, is een stuk dat juist over de geboorte van Jezus gaat.
20
Hoewel het stuk gewoonlijk het gehele jaar door wordt uitgevoerd, gaat het in feite over Kerst. Tenslotte is er aandacht voor componiste Edie Hill. Haar Cancion de el Alma: en una noche escura heeft als tekst een gedicht van de zestiendeeeuwse Spaanse mysticus Johannes van het Kruis. De componiste vertelt: “De boodschap van het gedicht dat ik het meest roerend vond, is het idee van het toestaan van het vuur dat in mijn hart brandt om me te leiden.” Het programma in Musis Sacrum, Arnhem, vangt in tegenstelling tot de overige concerten, aan met een compositie van de Nederlander Lucas Wiegerink, wiens werken ook in Amerika worden uitgevoerd. Eros is een compositie voor gemengd koor en harmonium, gebaseerd op Plato’s Symposium: een lofrede aan Eros, de god van de liefde. In het stuk combineert Wiegerink een nieuwe tekst met fragmenten Oudgriekse muziek uit de vijfde tot tweede eeuw voor Christus: een bijzondere mengeling van oud en nieuw. — Sanne Thierens
programmatoelichting
Wie van Bach houdt, kan in dit programma zijn hart ophalen. Bijna nooit opgevoerde parels van Bach’s zoon Carl Philipp Emanuel gaan hand in hand met het onwaarschijnlijk populaire Immortal Bach van Knut Nystedt. Uiteraard ontbreekt de meester zelf ook niet, en klinken drie van zijn motetten onder leiding van een fenomeen: Erik van Nevel. Hij is oprichter van het fameuze ensemble Currende, en al jaren een autoriteit op het gebied van de Oude Muziek.
Bach in de breedste zin van het woord: dit programma biedt zowel werken van de grootmeester zelf als van zijn zoon Carl Philipp Emanuel, en daarnaast van componisten die zich lieten beïnvloeden door Bach. Van Johann Sebastian worden drie van zijn zes motetten ten gehore gebracht. Het meest uitgebreide - en misschien ook wel meest beroemde - is Singet dem Herrn ein neues Lied.
Nederlands Kamerkoor o.l.v. Erik van Nevel
Carl Philipp Emanuel Bach was de tweede overlevende zoon van Johann Sebastian en zijn vrouw Maria Barbara Bach. Hij was de belangrijkste componist van de achttiende eeuw in het protestantse Duitsland en genoot vooral roem als klaviercomponist. Zijn motet Bitten bijvoorbeeld, is oorspronkelijk een strofisch lied voor zang en klavier.
Vrijdag 6 maart 2015 St. Petruskerk, Boxtel Zaterdag 7 maart 2015 Grote Sint Laurenskerk, Alkmaar Zondag 8 maart 2015 Chassé Theater , Breda Woensdag 11 maart 2015 Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden Donderdag 12 maart 2015 Der Aa-Kerk, Groningen Vrijdag 13 maart 2015 Pieterskerk, Utrecht Zaterdag 14 maart 2015 Philharmonie, Haarlem Zondag 15 maart 2015 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
Twee koren komen er aan te pas om deze melodie, een van Bach’s vrolijkste, te zingen. In de finale komen ze samen voor een vierstemmige fuga. Jesu, meine Freude, vervolgens, bestaat uit maar liefst elf gedeeltes en heeft een symmetrische structuur. Het eerste en laatste gedeelte zijn identiek: het tweede tot het vijfde is gelijk aan het zevende en het achtste. Het centrale, zesde gedeelte is een fuga. In Furchte dich nicht, ich bin bei dir, ten slotte, klinkt een polykorale zetting van Jesaja 41, vers 10 waarin de koren op elkaar reageren en met elkaar communiceren.
Naast muziek van de heren Bach zelf, biedt het repertoire een variatie aan werken van andere componisten - maar wel op Bach geïnspireerd. Zo worden twee stukken van de Zweed SvenDavid Sandström ten gehore gebracht. Sandström beleefde zijn internationale doorbraak met het Koninklijk
21
Concertgebouworkest in Amsterdam in 1972. Tot begin jaren tachtig schreef hij vooral instrumentale muziek. Sandström’s muziek wordt gekenmerkt door een sterk expressievermogen. In dit programma hoort u zijn interpretatie van J.S. Bach’s Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf en Lobet den Herrn. Het programma sluit af met Immortal Bach van de Noor Knut Nystedt. Dit stuk is een bewerking van Bach’s populaire koraal Komm, süsser Tod, komm selge Ruh. Nystedt breidde de originele bezetting van solostem en basso continuo uit naar vijf koren. Deze koren zingen de oorspronkelijke melodie, maar in verschillende tempi. Door de verschillende inzetten wordt men letterlijk omringd door de muziek.
— Sanne Thierens
programmatoelichting
Risto, vaarwel! Dit programma mag je niet missen. De afscheidstour van chef-dirigent Risto Joost wordt er een waar we nog lang over zullen napraten. Met een programma van de muziek uit de streken waar hij vandaan komt, laat hij zijn invloed op het Nederlands Kamerkoor naklinken.
Nederlands Kamerkoor Solisten uit het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Risto Joost Zondag 12 april 2015 De Harmonie, Leeuwarden Woensdag 15 april 2015 Musis Sacrum, Arnhem Donderdag 16 april 2015 Der Aa-Kerk, Groningen Vrijdag 17 april 2015 Pieterskerk, Utrecht Zaterdag 18 april 2015 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam Zondag 19 april 2015 Nieuwe Kerk, Den Haag
Met zowel Zweedse, Deense, Noorse, Letse, Estlandse als Finse muziek is dit programma een ware reis door NoordEuropa. Zo wordt er een stuk van de Zweedse Sven-David Sandström ten gehore gebracht, wiens muziek gekenmerkt wordt door haar zeggingskracht. In Hear my prayer, o Lord geeft Sandström zijn interpretatie van Henry Purcell’s werk met dezelfde titel. Veel aandacht in dit programma is er voor de Est Veljo Tormis. Hoewel Tormis in het Estland van de jaren zestig een gevestigde naam was, bleef zijn muziek vanwege de Koude Oorlog onbekend in het Westen. Door traditionele zang in zijn muziek te verwerken, stond Tormis’ muziek voor het vasthouden van een nationale identiteit tegenover het Sovjetregime. Een voorbeeld is het folkloristische, verhalende Pisskop ja pagan. De tekst hiervan gaat over de dood van de Britse strijder en christelijke missionaris bisschop Henry, door schuld van de Finse boer Lalli. Deze geschiedenis uit 1158 is bijzonder genoeg door beide zijden gedocumenteerd: een Gregoriaans gezang in het Latijn geeft het christelijke perspectief weer, terwijl volksliedjes de gebeurtenis door de ogen van de Finse landarbeiders uitdrukken. De tekst van Tormis’ Ruena needmine stamt af van de Kalevala, het nationale Finse epos. Dit vertelt het verhaal over het ontstaan van ijzer, en hoe deze grondstof een middel werd om mensen tegen elkaar op te zetten. Tormis mengt in Rauna needmine Baltische folkloremuziek met moderne toonhoogten.
Ook de Letse Ugis Praulins liet zich inspireren door volksmuziek, maar dat niet alleen: Praulins haalt zijn inspiratie ook uit de natuur en uit rockmuziek. Laudibus in sanctis geeft Praulins’ onconventionele benadering van de kunst van het componeren weer, waarbij alles mogelijk is - een houding die Praulins aan zijn achtergrond in de rockmuziek toewijst. Let bijvoorbeeld op de ritmische puls van de muziek, duidelijk beïnvloed door rock, in tegenstelling tot de Barokke versieringen in de muziek. De Noor Knut Nystedt presenteerde met Immortal Bach een bewerking van Bach’s populaire koraal Komm, süsser Tod, komm selge Ruh (BWV 478). Nystedt breidde de originele bezetting van solostem en basso continuo uit naar vijf koren. In verschillende tempi zingen zij de melodie, waardoor er als het ware een surround-sound ontstaat. Als afsluiting klinkt er muziek van Bo Holten, een Deense componist die gespecialiseerd is in oude muziek, in het bijzonder in vocale polyfonie. Holten’s The Marriage of Heaven and Hell is gebaseerd op zes achttiendeeeuwse gedichten van William Blake.
22
— Sanne Thierens
Cantus Nobilitas
Vrienden van het Nederlands Kamerkoor
Vriendennieuws
Openbare repetities en reacties op het eerste magazine
pagina 24
Uit de kast van Felix
Vierstemmige intonatie-oefeningen, het verhaal achter een oud schriftje‌ pagina 25
In de keuken van de Muze
Bach en Messiaen, verslag openbare repetitie pagina 28
Peter Phillips en het Nederlands Kamerkoor, toen en nu
In gesprek met Jelle Draijer pagina 30
23
Cantus Nobilitas
Vriendennieuws •
NKK-Zingdag
Openbare repetities
Als u dit Magazine onder ogen krijgt is de Zingdag net voorbij. Een verslag van dit evenement kon dus helaas niet meer in dit Magazine worden opgenomen, dat houdt u tegoed. Wij ontvangen graag reacties van deelnemers, omdat het de eerste NKK-Zingdag was, de opvolger van het Cantus-koorweekend, waarvoor niet alleen Vrienden, maar alle donateurs en fans van het Nederlands Kamerkoor zich konden aanmelden.
In het seizoen 2014-2015 organiseert het Nederlands Kamerkoor weer openbare repetitie’s. De eerste was op 24 september in het kader van het programma Bach en Messiaen onder leiding van Reinbert de Leeuw. Op de volgende data bent u nog van harte welkom:
Algemene Ledenvergadering
19 oktober 2014, 10 – 13 uur 6 november 2014, 10 – 13 uur 16 december 2014, 10 – 13 uur 5 februari 2015, 14 – 17 uur 18 februari 2015, 10 – 13 uur 5 maart 2015, 14 – 17 uur 24 maart 2015, 15 – 18 uur 10 april 2015, 14 – 17 uur
In Engelse kringen... Faure Requiem (NedPhO-Koepel)* Weihnachts-Oratorium Drie Renaissancemeesters In Amerikaanse kringen... Bach, Bach, Bach Johannes-Passie In Scandinavische kringen...
De repetities vinden door omstandigheden op een ander adres plaats dan in het vorige seizoen. Als u zich opgeeft voor een openbare repetitie krijgt u bericht op welk adres deze plaatsvindt. Aanmelden kan per e-mail via vrienden@nederlandskamerkoor.nl of telefonisch bij het NKK-kantoor: 020 – 578 7978.
Als vereniging houdt Cantus jaarlijks een algemene ledenvergadering. Het verenigingsjaar is niet hetzelfde als het kalenderjaar, maar valt samen met een ‘muziekseizoen’: van 1 september tot 1 september. Dit jaar is de vergadering gepland op 15 november in Utrecht. De Cantusleden zullen hiervoor 4 weken van tevoren een uitnodiging ontvangen. In deze vergadering zal, naast de gewone ‘huishoudelijke’ zaken, ook op de rol van Cantus in de toekomst worden ingegaan, zoals op het gebied van fondsenwerving en het werven van vrijwilligers.
Reacties op het eerste Magazine Het eerste nummer van het Nederlands Kamerkoor Magazine heeft veel positieve reacties van de Vrienden gekregen. Daar zijn we blij mee. Volgens ons was het een goed idee om het koor en de Vrienden op die manier ‘dichter bij elkaar’ te brengen en met het onderdeel van Cantus voor een veel groter publiek duidelijk te maken dat Cantus onlosmakelijk bij het koor hoort.
24
Cantus Nobilitas
Uit de kast van Felix
• Vierstemmige intonatie-oefeningen, het verhaal achter een oud schriftje… In de bibliotheek van het Nederlands Kamerkoor staat een oude eikenhouten boekenkast. Wij (de werkers in de bibliotheek) denken dat hij van Felix de Nobel zelf is geweest. Anders dan in de andere kasten en rekken staat er niet de ‘gewone’ bladmuziek in, gerangschikt naar componist, maar ook andere soorten boeken, willekeurig door elkaar gezet na de verhuizing.
T
ot nu toe is de aandacht van de bibliotheek-vrijwilligers gericht geweest op het ordenen en opbergen van de bladmuziek die door het koor is gebruikt. Nu was de ‘kast van Felix’ aan de beurt. Helemaal vooraan op de eerste plank staat het boek Een wonder van klank, uitgegeven ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van het Nederlands Kamerkoor en geschreven door Gerard Maassen en Geert van den Dungen. Een bijzonder volledig en mooi uitgegeven naslagwerk voor iedereen die meer wil weten over de geschiedenis van het koor tot 1997. Over de zeventien jaren die daarna verstreken zijn zou zo weer een boek kunnen worden geschreven.
Een eindje verder op de plank staan twaalf boekjes in schoolschrift-formaat die mijn aandacht trokken. Ze zijn zo te zien uit de jaren ’50, toen Donemus en Annie Bank de muziek nog uitgaven in de vorm van gedrukte handschriften. Een uitgever staat er echter niet op, maar wel een stempel van de Teylers Stichting. De titel: Vierstemmige intonatie-oefeningen door Jan van Dijk, als voorbeelden bij een studie van Prof. A.D. Fokker. De boekjes zien er ongebruikt uit, zonder aantekeningen. Er staan wel initialen op de buitenkant, waarschijnlijk van de NKK-zangers die in die tijd lid waren. Hier kan het ‘Wonder van Klank’ misschien uitkomst brengen. Wie waren lid van het koor in die jaren? Kunnen die er nog iets over
25
vertellen? En Jan van Dijk, kan ik die nog vinden? Heeft het Teylersmuseum nog informatie over dit boekje waar hun stempel op staat? En professor Fokker? Hij is overleden in 1972 en is bekend van het 31-toonsorgel dat hij in 1950 heeft laten bouwen door de orgelbouwer Pels en dat sindsdien in het Teylersmuseum stond. Allemaal vragen waar ik antwoord op wil vinden. De initialen op de boekjes zijn niet allemaal te ontcijferen, ik vind HM, RV, EL, LB en AB. In ‘het grote boek’ staan de foto’s met namen erbij. In 1952 staan Henk Meijer en Riek van Veen tussen de groep, in 1954 Emile Linssen, Leny Bon en Ans Braskamp. Ik besluit Maria Rondel, die wat later in het koor zong, te vragen of zij zich iets kan herinneren
Cantus Nobilitas van de oefeningen. Dat is heel makkelijk, want zij is langjarig lid van Cantus, de vriendenvereniging van het NKK. Zij vertelt mij dat ze op het conservatorium van Rotterdam les heeft gehad van Jan van Dijk en ook werk van hem heeft uitgevoerd. Van de oefeningen weet zij helaas niets, dat was vóór haar tijd in het koor. Via zijn website krijg ik contact met Jan van Dijk (1918) zelf. Hij is graag bereid mij te vertellen over de 31-toons muziek, zijn samenwerking met Fokker en zijn intonatie-oefeningen voor zangers. Hij componeert nog steeds en is inmiddels bezig met zijn 16e symfonie. Die ligt op de tafel als ik hem bezoek voor een gesprek. Hij vertelt dat hij op introductie van zijn compositieleraar Willem Pijper heel prettig heeft samengewerkt met professor Adriaan Daniel Fokker, vanaf 1927 conservator en vanaf 1928 curator van het natuurkundig kabinet van het Teylers Instituut onder Conrad Lorentz en bijzonder hoogleraar natuurkunde te Leiden. Van Dijk schreef een aantal werken in het 31-toons systeem voor het Fokker-orgel en heeft het bij de plaatsing in het Teylers Museum ingewijd tijdens het feestelijke inwijdingsconcert. Het
Fokker-orgel, een pijporgel, staat sinds de restauratie in 2009 in de kleine zaal van het Muziekgebouw aan het IJ. Er worden regelmatig concerten op gegeven door o.a. Anthon de Beer, Joop van Goozen, Eric Lievonen en Cees v.d. Poel.
twaalf, moeten er op het orgel veel meer toetsen zitten dan normaal. Fokker heeft daarvoor een werkbare oplossing gevonden en ervaren organisten schijnen er gemakkelijk de weg op te leren vinden.
De 31-toonsverdeling in de muziek is de verdeling van het octaaf in 31 gelijke verhoudingen. Deze verdeling is al in de 17e eeuw geïntroduceerd door Christiaan Huygens. Hij nam de middentoonstemming als voorbeeld, maar wilde daar het liefst een evenredige toonsverdeling van maken. In een evenredige toonsverdeling kan namelijk naar believen gemoduleerd worden, zonder dat intervallen in de ene toonladder goed en in de andere anders of zelfs vals klinken. Net als de gangbare stemming is het systeem van Huygens dan ook een gelijkzwevende stemming. In de 18e eeuw heeft ook de Zwitserse wiskundige Leonhard Euler zich beziggehouden met dit toonsysteem. In het Teylersmuseum staat nog het Euler-orgeltje, een voorloper van het Fokker-orgel.
Op een orgel staan de afstanden tussen de tonen vast, maar zingen volgens het 31-toons stelsel is moeilijker, omdat de zangers zelf op het gehoor de juiste toon moeten vinden. En in een koor dus ook allemaal gelijk. De notatie van 31-toons muziek is ook ingewikkelder, aan het notenschrift dat wij gewend zijn moeten tekens worden toegevoegd.
Omdat er in het 31-toons systeem 31 tonen in een octaaf zitten en geen
26
Van Dijk weet dat Fokker zelf niet alleen het Nederlands Kamerkoor maar ook andere goede koren waaronder het Omroepkamerkoor benaderde met het verzoek de ‘Intonatie-oefeningen’ uit te proberen. Ik heb helaas niets kunnen vinden dat een aanwijzing geeft wat de resultaten waren. Waarschijnlijk kan je zeggen dat het uitdenken van het systeem en zien hoe het in de praktijk uitwerkte een tijdlang veel aandacht kreeg die later verslapte.
Cantus Nobilitas
dui rui mui
Stef Spijkermans
sui
Jan van Dijk concludeert dat deze muziek een beetje bedacht en kunstmatig is: het is gemaakt, niet ‘geboren’. Je groeit op in de muzikale traditie van een bevolkingsgroep die in je eigen systeem gaat zitten. De ‘bedachte’ muziek wordt zelden ‘eigen’. China bijvoorbeeld, kent een heel ander toongeslacht met kwart en vijfde tonen, het 53-toons. Daarin raak je als westerling nooit zo thuis als in je ‘eigen’ muziek. Zoals vermeld is Jan van Dijk op dit moment aan het schrijven aan zijn 16e symfonie. In totaal schreef hij zo’n 1200 werken voor allerlei uitvoerders. Als een van de eerste componisten schreef Van Dijk soloconcerten voor blokfluit, saxofoon, elektronisch orgel, accordeon, beiaard en pianola.Bijzondere aandacht schonk Van Dijk aan composities bedoeld voor amateurs die geïnteresseerd zijn in de evolutie van de muziek. Behalve de intonatie-oefeningen voor koor heeft Jan van Dijk nog een
do
aantal 31-toons werken geschreven die Donemus heeft uitgegeven:
Vier intonatie-oefeningen voor strijkkwartet Opus 106-109, 1946 Musica per organo trentunisono 1 Opus 158, 1951 Musica per organo trentunisono 2 Opus 245, 1957 Concerto voor trombone, viool, cello Opus 313, 1961 Zijn lijfboek is Rekenkundige bespiegelingen der muziek van professor Fokker. Ook andere Nederlandse componisten hebben werken geschreven in
27
het 31-toons-systeem voor andere instrumenten dan orgel, zoals Henk Badings, Peter Schat en Hans Kox. Van Dijk heeft in zijn lange leven les gegeven in de vakken harmonieleer, theorie, compositie, orkestratie, analyse en contrapunt aan verschillende conservatoria in Nederland en België. Een aantal oud-koorleden van het NKK heeft hij als leerling gehad. Behalve Maria Rondel hoorde daarbij bijvoorbeeld ook Lodewijk Meeuwsen. Verder is hij altijd actief geweest als koor- en orkestdirigent tot zijn gehoor te slecht werd. Maar componeren kan je altijd blijven doen. Het werk dat hem het meest dierbaar is, is zijn Psalter: Daarin zijn in handschrift alle 150 psalmen (of gedeelten daarvan) op muziek gezet op Franse tekst. Na Sweelinck heeft niemand dat meer gedaan…
— Mieke van Lingen
Cantus Nobilitas
In de Keuken van de Muze • Bach en Messiaen
De Kauwgomballenfabriek. Als vriend van het Nederlands Kamerkoor kom je nog eens ergens. Hier was op 24 september de openbare repetitie van het programma Bach en Messiaen.
N
a het vertrek uit de Beurs van Berlage repeteerde het Kamerkoor een tijdlang in MuzyQ in Amsterdam Oost, midden in een gebied in opbouw, zodat je er elke keer via een andere omweg moest zien te komen. Toen alles klaar was en MuzyQ begon te lopen kregen ze geen krediet meer en gingen ze failliet. En zo repeteren we in de Kauwgomballenfabriek, op een industrieterrein even ten zuiden van station Amsterdam Amstel.
“Nog gefeliciteerd met jullie concert,” begint Klaas de repetitie. Het NKK heeft, ook onder leiding van Reinbert de Leeuw, gezongen op de Köthener Bachfesttage, eerder in september. Daar zongen ze twee motetten van Bach en het stuk Immortal Bach van Knut Nystedt, die ook nu weer op het programma staan, en Sonnengesang van Sophia Goebaidoelina. Het Kamerkoor begint met Cinq Rechants van Olivier Messiaen. Mooie, maar erg lastige muziek. Een ‘gewone’ vierkwartsmaat van vier tellen is een zeldzaamheid, elke maat is weer anders en het ritme wisselt steeds, zodat de zangers letterlijk op hun tellen moeten passen. Ook ons vertrouwde do-re-mi heeft Messiaen omgebouwd tot eigen toonladders waardoor vaak bijzondere akkoorden ontstaan. Samen met Klaas Stok werken de zangers eraan om al die noten zuiver en precies gelijk te zingen terwijl het natuurlijk ook muziek moet worden. De eerste twee bladzijden van de partituur vragen zo al minstens tien minuten. Klaas dirigeert, en als hij ergens een minder gelukte noot hoort, slaat hij die met zijn linkerhand op de piano aan, zodat de zangers zelf kunnen corrigeren.
Een beetje Spartaans is het wel. We zitten in een ruimte waaraan het industriële verleden is af te zien. Met panelen met geluiddempend materiaal aan de muren is het geschikt gemaakt voor musiceren, met TL-buizen en toneellampen aan het plafond en rubber op de vloer, zoals dansers dat gebruiken. In een hoek staat een witte vleugel, maar naast de dirigentenlessenaar een handzame elektrische piano. Daar zal Klaas Stok plaatsnemen en later Reinbert de Leeuw, die de concerten zal leiden.
Geduldig wordt zo deel na deel doorgeploegd. In het derde van de vijf delen zorgt sopraan Heleen Koele voor een magisch moment met haar solo die door de rest van het koor zacht begeleid wordt. Haar partituur is geler dan die van de anderen en in een koffiepauze vraag ik haar of ze gevraagd heeft om een partituur die ze al eens gebruikt heeft. Inderdaad. Er waren er zelfs vijf waarop haar naam staat en waarin ook haar aantekeningen van eerdere uitvoeringen staan. “Toen ik pas bij het Kamerkoor zat, zong Adinda de Nijs deze solo en dat deed ze zo mooi, die stem heb ik nog steeds in mijn oren,” aldus Heleen.
28
Cantus Nobilitas
“Iedere klank moet helder zijn, hoekig en mechanisch. Als een kind. Zo kaal als je kunt.”
Net vóór de lunchpauze van één uur is het stuk af. In die pauze worden er trommels in allerlei maten, ander slagwerk en statieven binnengebracht: slagwerker Ger de Zeeuw installeert zijn instrumenten voor het stuk An Eye voor koor en slagwerk van de jonge componist Leonard Evers. Evers is er ook en intensief nemen ze samen de slagwerkpartij door, bedenken oplossingen voor lastige of onhandige passages en worden daar steeds meer tevreden mee.
“Wat ik gehoord heb is heel goed maar veel te snel. Ik ga het rustiger dirigeren en ik wil alles van het koor veel duidelijker.” Het koor is al vanaf tien uur bezig maar Reinbert begint pas. Over de losse klanken waarmee het stuk begint: “Houd het kort, stotterend, als in paniek.” Even later: “Raken jullie nooit eens in paniek? Het moet véél feller! Aan het eind zelfs over de top.” “Als het koor dan tekst te zingen krijgt, it is unfair, moet iedere klank helder zijn, hoekig en mechanisch. Als een kind. Zo kaal als je kunt.” Aan het eind het koraal, “Echt zo mooi als je kunt zingen.”
Na de pauze komt eerst O Sacrum Convivium, een ander stuk van Messiaen. Het Kamerkoor zingt het in één keer door, maar Klaas Stok vindt dat er nog wel wat bijgevijld moet worden: elk braampje moet eraf. Dan Papaver, een nieuw stuk van de componist Dai Fujikura. De tekst bevat enerzijds verwijzingen naar de Eerste Wereldoorlog die snelle noten meekrijgen in een ‘half-whisper’, met veel lucht en wat hees gezongen. Anderzijds zijn er enigszins beschouwende passages die, wat langzamer, echt gezongen worden. Tot drie uur wordt er geconcentreerd aan gewerkt. Eindelijk komt dan An Eye. Het koor begint met losse klanken waarin het wedijvert met het slagwerk: later volgt een snel gezongen, enigszins betogende tekst en ten slotte een koraal. Steeds met het slagwerk. Klaas wil het voor de pauze absoluut doornemen en die pauze nadert snel. Intussen is Reinbert de Leeuw gearriveerd, die geïnteresseerd luistert en na de pauze de leiding overneemt.
Om kwart over vier, ten slotte, Papaver. Reinbert slaat na drie maten af. “Ja, maar ik vind het niet ghostly en dat staat eronder.” Bij de noten staat half-whisper en onderaan de bladzijde staat de bedoeling: ghostly, spookachtig. De resterende tijd is Reinbert voornamelijk bezig om een groot verschil te krijgen tussen delen die spookachtig moeten klinken maar wel duidelijk verstaanbaar zijn, en lyrisch gezongen passages. In het stuk moeten die twee manieren van zingen langzamerhand in elkaar overgaan en ook al ziet Reinbert wel dat dat niet eenvoudig is, het is duidelijk dat hij het toch voor elkaar wil krijgen. Dat willen de zangers ook wel, maar mogen ze nu even bijkomen? Dat mag: het is vijf uur. Zanger zijn is geen romantisch beroep. Het is keihard werken. — Jan Verhoef
29
Cantus Nobilitas
Peter Phillips en het Nederlands Kamerkoor, toen en nu •
In de maand februari van dit jaar gaf het Nederlands Kamerkoor zeven concerten onder de directie van de Engelse dirigent Peter Phillips, bekend als leider van de beroemde Tallis Scolars. De hypnotiserende Aardbevingsmis van Antoine Brumel vormde de kern van het programma, daaromheen werden werken van Di Lasso en Des Prez uitgevoerd. Het publiek en de zangers waren enthousiast, de concerten hadden zo veel succes, dat Phillips werd uitgenodigd om het programma in het nieuwe seizoen te herhalen.
D
at het Kamerkoor dit jaar weer met Phillips ging optreden, was voor degenen die het koor al langer volgen wel enigszins een verrassing. Het koor had namelijk al eerder met hem gewerkt en die samenwerking was niet onverdeeld plezierig verlopen. De output leek te wijzen op een success story: bijdragen aan twee van de drie bekende Sweelinckcd’s die in de jaren tachtig (en later opnieuw) werden uitgebracht, en een spectaculaire tv-registratie van het concert dat op 6 september 1986 werd gegeven in de Nieuwe Kerk te Amsterdam ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Prins Claus. Deze evenementen leken een bevestiging van de hernieuwde status van het Nederlands Kamerkoor als een herboren, jeugdig en vitaal ensemble. De achterliggende werkelijkheid was genuanceerder. Ik had al van zangers gehoord dat de repetities onder Phillips
destijds ‘desastreus’ waren verlopen. Ook Phillips had zich in de pers negatief over de samenwerking uitgelaten. Zo vertelt hij in het Tijdschrift voor Oude Muziek (1988, nr.4): “Ikzelf kan bij de directie van het Kamerkoor geen enkele interesse constateren in de grote namen van de Renaissance.” En over de zangers: “Sommige leden zijn erg goed thuis in die muziek. Een stuk of acht mensen zouden best Oude Muziek kunnen zingen voor hun beroep, zoals Barbara Borden en Yvonne Benschop, en de andere leden van het Gesualdo Consort. Maar de andere helft van het Kamerkoor is ingesteld op al die andere activiteiten: Mahler, de Messiah en moderne muziek. Je kunt van hen dan ook niet dezelfde specialisatie verwachten. Het resultaat is daarom slechts ten dele bevredigend.” Zo tegen het einde van de repetities met het Nederlands Kamerkoor begin dit jaar hield Peter Phillips zijn in 2003 verschenen boek What we really do op en zei: “Hierin heb ik negatief geschreven over het Nederlands Kamerkoor, maar dat geldt niet voor het huidige koor, hoor!”
30
In het verleden konden we verschillende dirigenten citeren die zich uitgesproken positief hebben uitgelaten over het Nederlands Kamerkoor. Een negatief oordeel van een vooraanstaand dirigent is uitzonderlijk en maakt uiteraard nieuwsgierig. Dit is wat hij schreef in zijn boek over het koor van die dagen (in de vertaling van ondergetekende). “In 1985 werd ik uitgenodigd om het Nederlands Kamerkoor te dirigeren, het enige koor in loondienst in Holland, buiten de operahuizen. Het verschil tussen hen en waaraan ik in Engeland gewend was uit de amateurtijd was totaal, en verbijsterend voor mij. Waar getalenteerde amateurs met lichte stemmen vaak over de techniek beschikken om zonder grote problemen om te gaan met de vereisten van de polyfonie, en de lange uren zullen repeteren die nodig zijn om ervan te genieten, waren de Kamerkoorzangers goedgetrainde professionals met een uitgebreide ervaring in de koorzang, wier blik, meer of minder realistisch, gericht was op een solocarrière. Velen
Donald Bentvelsen
Cantus Nobilitas
van hen pikten de polyfoniestijl niet makkelijk op, niet in het minst omdat een flink deel van het koor niet van de muziek hield. Op de keper beschouwd waren ze ambtenaren en hadden zorgvuldig omschreven, hogelijk gepolitiseerde arbeidsvoorwaarden, die hen verplichtten om te repeteren volgens een onaantastbaar patroon: tussen 10 en 13 uur, nooit in de middag of avond behalve wanneer er een concert was, met een op de minuut geregelde pauze en een boete van een gulden voor iedere minuut dat men te laat kwam. Deze voorwaarden gaven hun ook een genereus betaald absentieverlof in geval van ziekte. Ik heb nooit meegemaakt dat een kleine groep mensen zo ziek was. Noch heb ik zo’n oncoöperatieve geest gevoeld met de schijn van de wil tot samenwerken. Zelfs de muziek, die eens zo vloeiend en gemakkelijk scheen, leek nu problemen op te leveren door technische valkuilen en moeilijkheden, die – zo maakte men mij duidelijk – meer van hen vroegen dan sommigen redelijk achtten. Het was een vuurdoop voor mij op het internationale podium en er was maar weinig wat ik hun kon geven.” Er is één zanger, bas-bariton Jelle Draijer, die zowel begin dit jaar als in de jaren tachtig onder directie van Phillips heeft gezongen. Wat is zijn reactie op Phillips’ ervaringen met het koor destijds? Hoe heeft hij de concerten in beide perioden beleefd en welke verschillen maakten de repetities destijds ‘desastreus’ en de concerten van dit jaar zo succesvol? Onze eerste vraag was vanzelfsprekend:
Was jij op de hoogte van Phillips’ mening over het Kamerkoor in die jaren? Ik heb het boek zelf niet gelezen. Ik meen dat een collega mij een hele tijd geleden een kopie van een paar bladzijden ervan heeft toegestuurd. Ik weet ongeveer wat hij over het Kamerkoor zei. Wat vond je daarvan? Ik kan wel begrijpen wat hem dwars zat op dat moment. Hij is sowieso een gevoelige ziel. Hij was nog heel jong – hij is twee jaar jonger dan ik – hij had iets schuchters. Bij die eerste repetities, weet ik nog wel, had hij niet zo veel te melden. We waren op dat moment een koor dat een keer in de twee à drie weken aan een nieuw project werkte. Dat liep vanaf de Middeleeuwen tot muziek van dat moment, met allerlei verschillende dirigenten. Waar wij behoefte aan hadden, of waar een aantal van ons behoefte aan had, was een duidelijke dirigent, waarmee je efficiënt kon werken en die precies kon vertellen wat hij wilde. Dan was het tenminste gauw in kannen en kruiken en konden we die concerten op een goede manier doen. Zo werkte het niet bij hem. Misschien had hij de verwachting dat het koor de muziek uit de periode die hij wilde doen, goed beheerste, terwijl wij in een ontwikkeling zaten van het leren kennen van de Oude Muziek-praktijk. Phillips´ ervaringen met het koor en zoals hij die verwoord heeft – het zegt eigenlijk net zoveel over hemzelf als over het koor. Ik vermoed dat ik, in zijn
31
“We konden solisten inbrengen als dat nodig was, maar we waren ook goede ensemblezangers.” positie, eerder naar het hele proces had gekeken en had geprobeerd om te begrijpen waar en waarom het vastliep en wat daarin mijn eigen aandeel geweest zou kunnen zijn. Om daarvan te leren. En natuurlijk zou ik proberen mijn kritiek, wat het functioneren van het koor betreft, op een respectvolle manier met het koor te delen, maar ik had het zeker niet op zijn manier in de openbaarheid gebracht. Hij schrijft dat eigenlijk maar de helft van het koor in renaissancemuziek was geïnteresseerd, en dat de ogen van de zangers meer waren gericht op een solocarrière. Die eerste opmerking kan ik me wel voorstellen. In een groep musici die muziek doet uit een lange tijdsspanne, heb je altijd voorkeuren. De een voelt zich thuis in de barok, de ander in de romantiek. Wij hebben ons als groep tot taak gesteld om muziek uit al die stijlperioden zo goed mogelijk uit te voeren. Dat er wat dat betreft een scheiding door het koor liep, ook wat betreft de vaardigheid in die muziek, dat kan ik wel met hem eens zijn. Die opmerking over een solocarrière klopt niet. Als je echt uit bent op een solocarrière dan ga je niet in een koor zitten. Het koor is altijd een mix geweest van mensen die beide mogelijkheden hebben. Dat was ook de sterke kant van het koor. We konden solisten inbrengen als dat nodig was, maar we waren ook goede ensemblezangers.
Cantus Nobilitas die muzikaal iets moois oplevert en als dat niet lukt, dan hebben beide kanten daar debet aan. Het zijn vaak complexe processen, die niet zo eenvoudig en eenzijdig te duiden zijn.
★★★★ “Eeuwenoude koormuziek saai? Dankzij de zeer actieve Phillips en het gedreven Kamerkoor is die bijzonder enerverend” NRC Handelsblad, 2014
Hij kwam natuurlijk uit een andere cultuur. Hij keek tegen jullie aan als een groep ambtenaren, met een cao en zo. Dat was hij helemaal niet gewend. Ik kan me wel voorstellen dat hij er zo tegenaan keek. In Engeland gaat het op een andere manier. Alleen ik denk dat het niets zegt over de kwaliteit van ons werk. Dat dat de reden zou zijn dat wij in zijn ogen niet goed functioneerden ben ik helemaal niet met hem eens. Wij werkten vanuit een verantwoordelijkheidsbesef, zoals wij dat zagen, voor het eindproduct, nooit vanuit ambtenarij. Een vileine opmerking was dat hij nog nooit een groep mensen had ontmoet die zo ziek was. Hij vond kennelijk dat men erg vaak afwezig was wegens ziekte. Ik kan daar niets mee, met zo’n opmerking. Hij vertelt in dat boek dat hij moeite had om schijnbaar eenvoudige zaken over te brengen. Ja, aan wie ligt dat? Is dat zijn onvermogen, of voelt hij zich lamgelegd door een bepaald conflict, waarmee hij geconfronteerd wordt? Ligt het aan ons? ‘It takes two to tango’, met inzet van twee kanten moet er een chemie ontstaan
Toen je hoorde dat hij weer zou komen, wat dacht je toen? Het is een andere tijd, we zijn een stuk ouder. Ik ging er wel van uit dat het anders zou zijn dan voorheen. Ik hoopte ook op een goede samenwerking. Ik was vooral heel benieuwd. Het is nu een heel succesvolle tournee geweest. Wat waren nu de verschillen in jouw ogen? Phillips is natuurlijk ook ouder geworden. Gaat wat makkelijker, ontspannener met mensen om. Toen ik hem de laatste keer ontmoette, kende hij me nog en wist hij nog allerlei details over de periode van toen. Hij wist nog dat ik voor een bepaald concert dat ik buiten het Kamerkoor te doen had ontzettend nerveus was, dat was heel grappig. Mijn indruk is dat hij ook minder kwetsbaar, opener is. Nu had hij meer te vertellen over de muziek. Hij had toen last van met name een paar mensen, die zich nogal kritisch hebben geuit. Daar kon hij niet zo goed mee omgaan. Van toen is mij bijgebleven, dat hij – misschien ook al meteen geïntimideerd door de kritische houding van het koor – niet zo gek veel over de muziek te melden had, en er meer vanuit ging dat we allemaal wel wisten en konden wat hij met die muziek wilde. En dat hij een beetje ging coördineren en de finishing touches aanbrengen. Maar zo werkten wij natuurlijk niet. Als je komt met een bepaalde visie op muziek, maak die dan duidelijk aan mensen die ook met heel veel andere muziek te maken hebben. Is het huidige koor volgens jou minder kritisch dan vroeger? Er bestaan geen vaste banen meer, er wordt meer projectmatig gewerkt. Mijn indruk is dat er daardoor misschien minder identiteitsbesef is dan vroeger, van waaruit nog wel eens kritisch op allerlei aspecten van het functioneren
32
gereageerd kon worden. Bovendien zijn tegenwoordig de meeste freelance zangers door hun opleiding – waarin natuurlijk ook de ontwikkelingen in de muziekpraktijk van de afgelopen drie, vier decennia doorwerken, en door hun ervaring in verschillende ensembles – gepokt en gemazeld in alle muziekstijlen en zijn ze wellicht daardoor flexibeler in ieder project dat ze aannemen. Hoe vond je het nu zelf om in dit koor te werken? Ja, prima, ik vind het prettig. Er zitten nog steeds een paar collega’s in, waarmee ik vaak in het verleden heb gezongen. Kees Jan de Koning, Jasper Schweppe, en ook zangers die ik in andere ensembles tegenkom. Ik zing veel bij de Bachvereniging. Er is een heel circuit van zangers die in verschillende ensembles werken. Die krijgen daardoor een soort efficiency en weten zich goed in te passen en er goed ensemblewerk van te maken.
“De spanning die hij toen had was er duidelijk niet meer.” Het programma onder Phillips wordt binnenkort weer hernomen. Doe je dan weer mee? Ik ben er wel voor gevraagd, maar in november kan ik niet. Het gaat ook nog een keer in het voorjaar, dan doe ik wel weer mee. En daar verheug je je op? Zeker, ik vond het prettig werken met hem. Een prettige persoon ook om mee te werken. Er was een zekere losheid en humor, en de spanning die hij toen had was er duidelijk niet meer.
— Gerard Maassen
seizoen oudemuziek 2014/2015
Met o.a. Emma Kirkby, Collegium Vocale Gent en Jordi Savall
Geniet extra voordelig van het Seizoen Oude Muziek en stel uw eigen seizoen samen! Wanneer u kaarten bestelt voor minstens vier concerten (in dezelfde locatie of juist op verschillende plekken) krijgt u 15% korting, geldig voor elke persoon die vier of meer concerten bezoekt.
Voor meer informatie: oudemuziek.nl
Backstage •
Gerrit Schreurs
Lizet Spijker is sinds 2013 office manager en coördinator educatie & participatie bij het Nederlands Kamerkoor. Ze is een belangrijke schakel tussen en vangnet voor zangers en kantoormedewerkers. Een kijkje in haar leven binnen én buiten het Nederlands Kamerkoor. Wat houdt je functie in? Ik heb een veelzijdige functie: als office manager houd ik me bezig met administratieve taken, en assisteer ik bij productie en marketing. Als coördinator educatie & participatie onderhoud ik het contact met de amateurkoren: onze zangers geven steeds vaker workshops aan amateurkoren. 30 november aanstaande geven we in Parkstad Limburg Theater Heerlen workshops aan de tien beste amateurkoren van Limburg en verzorgen we een gezamenlijk concert. Ook dat leid ik in goede banen. Vertel eens iets over jezelf. Ik ben 24, opgegroeid in Rotterdam en omstreken en woon nu via omwegen in het mooie Utrecht. Mijn bachelor haalde ik aan het University College Roosevelt, een internationaal honourscollege van Universiteit Utrecht. Binnen deze opleiding volgde ik het muziekprogramma, maar ook klassieke literatuurvakken. Vervolgens heb ik een master Classics behaald aan University College London. In mijn scriptie combineerde ik m’n kennis van muziek en klassieke literatuur: ik onderzocht de muziekfilosofie van Plato in zijn werk Wetten. Via een stage kwam ik terecht bij het Nederlands Kamerkoor. Heb je een muzikale achtergrond? Mijn vader komt uit een organistenfamilie, maar mijn moeder weigerde een orgel in huis te nemen. Als compromis
34
kregen we een piano. Binnen korte tijd was ik er niet meer achter weg te slaan. Tijdens m’n bachelor heb ik muziek gestudeerd, zowel muziekwetenschappen als pianolessen. Hier kwam ik in aanraking met koormuziek. Dat was een openbaring, want koorzang vergt heel andere kwaliteiten dan in je eentje pianospelen. Ineens moet je een dirigent volgen en letten op de zangers om je heen. In Londen heb ik veel aandacht besteed aan koorzang: de koorcultuur in Engeland is geweldig, en ik mocht meezingen in het University of London Chamber Choir. Hobby’s Pianospelen, yoga, klimmen, koken en – afhankelijk van het weer – schaatsen of skaten. Favoriete muziek Om te spelen: Brahms, Beethoven, Poulenc en Debussy. Om te luisteren? Van alles: folk, alternative, elektronica, met uitstapjes naar jazz en rock-’n-roll. Lekkerste recept Eén recept noemen is lastig, want ik maak niet vaak hetzelfde. Op ‘t moment ben ik helemaal weg van de Baskische keuken! Ik was deze zomer op vakantie in Noord-Spanje. Mooiste boek Een mooiste boek vind ik lastig. Ik was laatst erg onder de indruk van The WindUp Bird Chronicle van Murakami.
In Memoriam
Afscheid van Frans Brüggen • 1934 – 2014
A
ls blokfluitist sierde zijn poster in de zeventiger jaren menige tienerkamer en als dirigent van zijn Orkest van de Achttiende Eeuw groeide hij vanaf 1981 uit tot een van de grote vernieuwers van de Oude Muziek. Het Nederlands Kamerkoor heeft met name in de jaren ’90 veel met Brüggen en het orkest samengewerkt. Deze projecten herinner ik me als hoogtepunten van het seizoen omdat we dan in de belangrijke muziekcentra voor volle zalen met zeer betrokken publiek de toppers uit het oratoriumrepertoire zongen. Zo was als eerste Bach’s Hohe Messe aan de beurt, in 1988, met zeventien concerten van Moskou tot Lissabon. In het toen nog communistische Warschau zaten de toehoorders in de midden- en zijpaden op de grond en leek er aan de ovaties van de overvolle zaal geen eind te komen.
en prominent klikkende hobokleppen riepen in dit verband ook vragen op. De interactie tussen Frans Brüggen, orkest, soli en koor bij de repetities en concerten was altijd geladen met de onvoorwaardelijke toewijding aan de waarachtige weergave van de bedoelingen van de componist. Bijzonder was de manier waarop met weinig, vaak cryptische woorden en verre van soepele dirigeerstijl de collectieve inspiratie tot stand kwam en wondertjes aan de vluchtigheid van het klankmedium werden prijsgegeven. Dezelfde inspiratie was kenmerkend voor de Japanse tournee met Mozart’s Requiem (1998). De gedreven toewijding aan Mozart’s muziek leidde bij het eerste concert in Tokyo tot het gewaagde experiment om de toegevoegde slotfuga van Süssmayr weg te laten waardoor het Requiem op een dominant septiem akkoord (dus niet op de grondtoon) eindigde. Verbijstering ging door de zaal waardoor het experiment eenmalig bleef. Het tweede concert in Tokyo met TV-registratie werd een bijzondere belevenis waar alles des te meer op zijn plek viel en Mozart's muziek met Süssmayr's toevoegingen optimaal recht werd gedaan. De nog altijd verkrijgbare cd-opname is er, bij het afscheid van Frans, een ontroerend document van.
Ook met de Johannes- (1992) en Matthäus Passion (1996) en het Weihnachts-Oratorium (1999) werden grote tournees ondernomen. Zo klonken in de laatste maand vóór het millennium twee Weihnachtscantates ‘on the spot’ in Bethlehem. Het volledige Weihnachts-Oratorium leek voor het goeddeels Palestijnse publiek te veel van het goede. De liveopnames van de laatste concerten van deze Bach-tournees in de toenmalige Vredenburgzaal werden m.u.v. het WeihnachtsOratorium op cd uitgebracht. Brüggens opvatting over het kooraandeel als ‘vocale inkleuring van het orkest’ is bij deze opnames volgens sommigen wat al te consequent gerealiseerd
Lodewijk Meeuwsen oud-lid van het Nederlands Kamerkoor
35
ACHTERGRONd
Het ultieme kerstgevoel •
Al jaren brengt het Nederlands Kamerkoor rond kerst Bach’s Weihnachts-Oratorium. Zalen zitten steevast vol. Dit meesterwerk van Bach krijgt steeds meer de status die het verdient, naast diens Matthäus-Passion. Het beantwoordt aan een groeiende behoefte in de samenleving elkaar op te zoeken op vaste momenten. Het Weihnachts-Oratorium: traditie of ritueel?
O
ok dit jaar brengt het Nederlands Kamerkoor weer het Weihnachts-Oratorium van meestercomponist Bach. Een traditie wordt hiermee voortgezet. Het lijkt alsof in de loop der jaren de beleving van deze concerten is veranderd. Mensen komen niet alleen voor een mooie uitvoering, maar ook om rust te vinden, even te ontsnappen aan de hectiek van een eindeloze stroom kerstdiners, eindejaarsborrels en familiebezoeken. Om zichzelf even terug te vinden, te herpakken na een ongetwijfeld bewogen jaar. Zou het kunnen dat mensen kiezen voor een kerstconcert in plaats van het bezoeken van de nachtmis?
Alexandre Duret-Lutz
De wijze waarop wij als maatschappij rituelen vormgeven is op zijn minst opvallend te noemen voor een samenleving die alleen maar meer lijkt te individualiseren. We willen toch constant bevestiging van ons eigen unieke bestaan? De meest intieme details worden gedeeld op sociale media. Het is een omgekeerd voyeurisme: de behoefte bekeken te worden, gehoord te worden, ‘geliket’ te worden. En dus bevestigd te worden in je eigen bestaan. Hoe rijmen we dat met een onmiskenbare trend: de behoefte aan en vormgeving van nieuwe rituelen? Het lijkt alsof we afkoersen op een collectief beleefd individualisme. Een soort wij-individualisme. Zoals Heleen Crul het verwoordde: “Het uitgesproken ik-gevoel biedt een enorme voedingsbodem aan het georganiseerde ‘wijgevoel’.” Oude rituelen die ons vroeger verbonden, bij elkaar brachten, zijn grotendeels vervangen door nieuwe rituelen. Concerten, zeilregatta’s, festivals, golftoernooien, ze dienen volgens Crul hetzelfde doel: evenwicht te brengen tussen de behoefte uitdrukking te geven aan ons meest unieke, eigenste ik en tegelijk deelgenoot te zijn van een breed gevoeld ‘wij’.
36
ACHTERGRONd
“Bach’s muziek biedt troost, hoop en geeft ons even de mogelijkheid gedurende een paar uur terug te keren naar onszelf.”
Wat maakt een bezoek aan het Weihnachts-Oratorium zo bijzonder? Als een van de weinigen in Nederland voeren we alle zes cantates uit, waarmee het stuk dezelfde duur krijgt als de Matthäus-Passion. Een flinke zit, maar tegelijk voegt dat juist iets toe aan de beleving. In een maatschappij waar ons een moordend tempo wordt opgelegd, en waarin de sociale en politieke veranderingen elkaar razendsnel opvolgen, is er juist behoefte aan rustpunten. Aan momenten van verstilling. Krishnamurti, een grote denker uit de 20e eeuw, verwoordde het als volgt: “Laten we ons teveel leiden door hetgeen om ons heen gebeurt, dan verliezen we het contact met ons ‘zelf’. De wereld verandert constant. Als die wereld in jezelf leidend wordt, word je vanzelf gedwongen mee te veranderen.” Waarmee we in zijn optiek het contact met onszelf verliezen. Die verstilling is niet meer aanwezig.
Het Weihnachts-Oratorium van het Nederlands Kamerkoor kent een inmiddels omvangrijke geschiedenis. Eerst was er de samenwerking met Combattimento Consort Amsterdam. Onder leiding van de onvolprezen JanWillem de Vriend werd in de afgelopen decennia een bezoek aan het WeihnachtsOratorium voor velen vast onderdeel van de kersttijd. De komende jaren werkt het Nederlands Kamerkoor samen met een ander topensemble, het Deense Concerto Copenhagen. Dit ensemble maakte de afgelopen 24 jaar wereldwijd furore met opzienbarende uitvoeringen van de grote barokwerken. Dit jaar staan de twee ensembles onder leiding van chef-dirigent Risto Joost.
Maar dat is het mooie aan de mens. Ze is altijd weer in staat om in een snel veranderende wereld bakens en rustpunten te vinden. Het Weihnachts-Oratorium is voor velen zo’n rustpuntje. Bach’s muziek biedt troost, hoop en geeft ons even de mogelijkheid gedurende een paar uur terug te keren naar onszelf. Grote persoonlijke gebeurtenissen een plek te geven of de stress even te laten varen. — Tido Visser
Susanne Vermeulen
37
ALS JE VAN ZINGEN HOUDT
Zing Magazine, hÊt blad voor zingend Nederland Voor koren en vocal groups, duo’s en grootkoren, voor solisten op het podium tot vocalisten in de badkamer. Maar ook voor dirigenten, zangdocenten, professionele zangers, bestuursleden, korenbonden, organisatoren, programmeurs. Kortom, voor iederen die bij zingen betrokken is. In Zing Magazine leest u interviews met collega-zangers, dirigenten, zangpedagogen. In Zing Magazine vindt u achtergrond verhalen, koorportretten, artikelen over componisten en arrangeurs. Maar natuurlijk ook het laatste nieuws over kunst- en cultuurbeleid, ontwikkelingen in de koorwereld, spraakmakende muziekproducties. Concerttips, recensies, muziekagenda, info over workshops en veel meer. Zing Magazine verschijnt 6 keer per jaar.
Neem voor 1 december een abonnement op Zing Magazine en u betaalt het eerste jaar slechts 19,90 i.p.v. 32, 50
U kunt een abonnement aanvragen door naam en adresgegevens te mailen naar: abo@zingmagazine.nl o.v.v. Nederlands Kamerkoor. Of stuur een kaartje naar Zing Magazine met uw naam en adresgegevens naar: Zing Magazine. Antwoordnummer 9386 1000 XH Amsterdam. Postzegel is niet nodig.
Zingen doe je samen •
In de rubriek Zingen doe je samen geven we aandacht aan het nieuw te lanceren amateurkorentraject van het Nederlands Kamerkoor. In het vorige magazine blikten we terug op de pilotprojecten in het seizoen 2013–2014 met het Arnhemse koor Novo Cantare, het jeugdkoor van de koorschool Midden-Gelderland en een succesvolle studiedag met vijf Brabantse topkoren. Nu kijken we vooruit naar seizoen 2014-2015.
39 39
samenwerking met amateurkoren
V
olgend jaar gaat dit traject officieel van start. Veel koren hebben het Nederlands Kamerkoor al benaderd voor een workshop en bij een groot aantal concerten gaan lokale koren het voorprogramma verzorgen.
“Een studiedag organiseren voor negen koren is een flinke uitdaging”
Weet u het nog, de jubileumtournee langs NS-stations? Het Nederlands Kamerkoor bestond twee jaar geleden 75 jaar en naar aanleiding daarvan benaderde het Nederlands Kamerkoor amateurkoren om mee te doen met workshops en mee te zingen bij optredens op NS-stations door het hele land. Zo ook het vrouwenkoor Vocaal Ensemble Kerkrade o.l.v. Louise Deal. Het koor ontving een workshop van Gilad Nezer, zanger van het Nederlands Kamerkoor en medeverantwoordelijk voor het educatie- en participatieprogramma van het Nederlands Kamerkoor. Anderhalf jaar later nam het koor contact op met het verzoek om een grootschalige studiedag voor maar liefst negen koren te organiseren. Gesponsord door de Vereniging Nederlandse Koren afdeling Limburg mochten de beste koren (een ranglijst gebaseerd op de uitkomst van het Nederlands Korenfestival) zelf een gezamenlijk educatieproject realiseren. Na de positieve ervaring van het Vocaal Ensemble Kerkrade kwamen de koren zo bij het Nederlands Kamerkoor terecht. Een studiedag organiseren voor negen koren, dat is een flinke uitdaging. Onder de koren zitten niet alleen kleine vocale ensembles, maar ook een fusionkoor, een 72-koppig mannenkoor en een
40
close-harmony vrouwenkoor. Gelukkig zijn de zangers van het Nederlands Kamerkoor van alle markten thuis: zes zangers hebben ieder een eigen workshop samengesteld, gebaseerd op hun eigen specialismen en toegespitst op de wensen van de verschillende koren. Ieder koorlid kan zich inschrijven voor twee van deze workshops. Bovendien krijgt elk koor ook nog een workshop tijdens hun eigen repetitie, waar gewerkt wordt aan specifieke vraagstukken waar het koor mee kampt. De workshopdag wordt afgesloten met een feestelijk slotconcert. Ieder koor presenteert zich kort met zijn favoriete werk. In de tweede helft treedt het Nederlands Kamerkoor op met een gevarieerd, toegankelijk programma. Werken van Saint-Saëns, Brahms en Debussy komen aan bod, maar ook een stuk van Billy Joel én een nieuw werk gecomponeerd door één van de zangers van het Kamerkoor zelf. Een echte primeur! Het concert wordt geopend met twee gezamenlijke stukken: alle 250 koorleden staan dan tegelijk op het podium. Hoe dat klinkt kunt u zelf horen: kaarten voor het concert op 30 november zijn nog te verkrijgen via www.parkstadlimburgtheaters.nl. Zes ervaren zangers van het NKK verzorgen zes compleet verschillende workshops. De workshops geven een goed beeld van de diversiteit aan zangers in het Kamerkoor. Maak hier kennis met zangers die regelmatig workshops verzorgen, ieder met hun eigen persoonlijke inbreng.
samenwerking met amateurkoren
Annet Lans
Kees Jan de Koning
Alberto ter Doest
Annet Lans zingt al ruim tien jaar in het NKK en weet dus als geen ander wat het vak ‘zanger van het Nederlands Kamerkoor’ behelst. Voor Annet betekent dit niet alleen goed zingen, maar doet het zingen in het NKK een appèl op je hele persoonlijkheid. Niet alleen stemtechniek, maar ook je persoonlijke flexibiliteit, zelfvertrouwen en humeur hebben invloed op de kwaliteit van het koor. Haar workshops focussen dan ook vaak op de alomvattendheid van het vak. Op 30 november gaat ze aan de hand van korte muziekfragmenten aan de slag om de vele aspecten naar voren te laten komen: intonatie, adem, dynamiek – alles komt aan bod. Net als bij een reguliere repetitie van het Nederlands Kamerkoor.
Kees Jan de Koning is al jaren zanger van het Nederlands Kamerkoor maar heeft ook vaak vóór een koor gestaan als koorcoach of projectdirigent. Hier heeft hij ervaren hoe lastig het voor veel zangers is om zelfverzekerd hun stem te laten horen. Een succesvol koor bestaat uit zelfstandige leden, die zelf initiatief nemen en niet té afhankelijk zijn van de dirigent. Zeker zijn van de noten die je zingt is hierbij van grote invloed. Hoe pak je dat aan, het instuderen van een nieuw stuk? Kees Jan geeft je in zijn workshops de tools voor een professionele aanpak.
Klassiek, pop, musical – voor Alberto ter Doest liggen deze genres niet zo ver uit elkaar als sommigen denken. Alberto zingt niet alleen klassiek in het Nederlands Kamerkoor, maar heeft ook ruime ervaring als musicalzanger. Hij is vertegenwoordiger van de Estill’s stemtechniek in Nederland en benadert vanuit die techniek de stem. Met een goede kennis van de stem zijn de mogelijkheden oneindig: klassieke zangers kunnen ook popmuziek zingen en natuurlijk andersom. Zijn workshops geven inzicht in het technische aspect van je stemgebruik, waardoor je mogelijkheden worden vergroot.
Karin van der Poel
Gilad Nezer
Åsa Olsson
Al 23 jaar resoneert Karin van der Poel met zangcollega’s in het Nederlands Kamerkoor en daarbuiten. Samenzang is dan ook Karin’s specialiteit. Haar nadruk ligt hierbij op het ‘samen’: het contact dat je vanuit jouw eigen klank met de ander maakt. Sta je open voor de klank van de zanger naast je? Wat gebeurt er om je heen, hoe reageer je hierop? Een goed koor zingt in Karin’s ogen niet alleen maar goede noten, maar creëert een gezamenlijke resonantie. Tijdens haar workshops worden je voelsprieten vanuit het bewustzijn van je eigen klankbijdrage gericht op het grotere geheel. Ze werkt aan verbinding en communicatie door klank.
Gilad Nezer is als eigenaar van Bombadil Coaching in Creatieve Communicatie al jaren bezig met vraagstukken over muziek en communicatie. Tijdens het zingen in een koor is er van alles gaande. In je handen heb je de bladmuziek. Links en rechts van jou staan collega’s die hetzelfde zingen als jij. Voor je geeft de dirigent met veel passie de maat aan. Eens kijken waar je inzet is… oeps! Daar is ‘ie geweest. Je zingt een mooi stuk, maar het is lastig om de juiste toon te vinden. In zijn workshops behandelt Gilad het fenomeen ‘aandacht’ in al z’n facetten. Hoe verdeel je de aandacht tussen je innerlijke belevingswereld, de zangers om je heen, de dirigent en het publiek?
De van oorsprong Zweedse zangeres Åsa Olsson wordt vaak gevraagd om het Nederlands Kamerkoor te versterken. Haar kracht ligt in het zingen van ingewikkeld modern repertoire: met het grootste gemak maakt haar stem ingewikkelde sprongen. Hierbij let zij vooral op het lichaam, want uiteindelijk is dat de klankkast. Hoe blijf je soepel in je lijf als de muziek uitdagend is? Hoe ga je flexibel om met moeilijke muziek? Tijdens haar workshops krijg je tips en trucs om zelfs tijdens een spannend optreden op het podium tóch relaxt te blijven en mooi te zingen.
41
Wat vond u ervan? • Boete en beklag
“De mooiste uitvoering van mijn grootvaders Requiem ooit!”
— De achterkleindochter van Peter Cornelius
Cees Bruinsma @ikbencees 28 juni 2014
Tournee Israel
Oke Spinvis & Nederlands Kamerkoor en Maarten Vos & Kieran Klaasen maken t de moeite waard #mallofsound
“Your concert in Abu Gosh was so wonderful!!! I enjoyed every moment of your singing! I'd like to stay in touch with you all and come to many more concerts of you in Israel and abroad. Hope you'll come again and again, and hopefully also to TelAviv and Jerusalem!” — Shlomit Aibeshitz
Martin Hoondert @MartinHoondert 6 juni 2014
Bach en Messiaen
"Onbeschrijflijk mooi! Zeker de nieuwe stukken. Van componisten die nog een lang leven voor zich hebben..."
Wat een mooie seizoensbrochure c.q. Magazine ontving ik vandaag van het @ned_kamerkoor
— Huibrecht Bos
In de pers
Dai Fujikura / 藤倉大 @daifujikura 28 september 2014
• Israel in Egypt
the WHOLE concert was amazing, last night performed by @ned_kamerkoor! V clever programming, how gorgeous is Messiaen's vocal works, wow!
"Wat een belevenis! …En het grootse Nederlands Kamerkoor. Het beschikt over wonderschone stemmen. Glashelder gezang zonder overtrokken pathos. De sopranen zonder enig vibrato, de alten warm en evenwichtig, net als de tenoren en bassen."
— Kreiszeitung.de
"GEGOKT EN GEWONNEN… Het concert in het Arsenal in Metz bevestigde de uitmuntendheid van twee ensembles op dezelfde muzikale golflengte. Het Nederlands Kamerkoor toonde zijn absolute meesterschap over alle technieken van het koorrepertoire." — Resmusica France
Uw reactie in het volgende magazine? Laat ons weten wat u ervan vond via /nederlandskamerkoor @ned_kamerkoor of mail uw reactie naar info@nederlandskamerkoor.nl
"FURIEUZE UITVOERING IN DE DOM. Met ovationeel applaus werd afgelopen vrijdag de uitvoering van Israel in Egypt ontvangen. Het Nederlands Kamerkoor zette een klankenscenering neer van episch lyrsche omvang."
• Tweets
— Weser Kurier
w w w.nederlandsk amerkoor.nl
43
Backstage
•
Jasper Schweppe is bariton bij het Nederlands Kamerkoor. Sinds 2005 behoort hij tot de vaste kern van het koor. Een kijkje in zijn leven binnen én buiten het koor.
Gerrit Schreurs
Waarom ben je zanger geworden? Bij mij thuis was zingen de normaalste zaak van de wereld. Mijn vader (de bekende tenor Marius van Altena, red.) en zijn beide broers waren beroepszangers. Toen ik op een dag zei dat ik op zangles wilde, was dat geen wereldnieuws. Ik heb natuurlijk veel naar mijn vader geluisterd. Maar ook naar Harry van der Kamp (bas en oud-lid, red.) en niet te vergeten bariton Bernard Kruysen. Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik geen fanatieke luisteraar ben. Ik vind ‘t veel fijner om het te doen. Waarom zing je bij het Nederlands Kamerkoor? Zingen bij het NKK was voor mij altijd een diep gekoesterde wens. Mijn oom Reinier en tante Fredy zongen beiden in het NKK en kwamen altijd thuis met de mooiste verhalen. Het NKK onderscheidt zich van veel andere kamerkoren omdat het als topensemble veel solistische kwaliteit in huis heeft. Dat maakt het heel bijzonder. Bij de bassen ben ik degene met de hoogste stem. Ik ben een hoog-getimbreerde bariton. Mijn bijdrage aan de hoge lijnen van de bassen is dus belangrijk. Als we de laagte in gaan, krijg ik het lastiger. Dan zijn er collega’s die hun mannetje staan. Heb je nog activiteiten naast je werk als zanger bij het NKK? Ik geniet erg van mijn gezin. Mijn vrouw Suzanne en ik zijn de gelukkige ouders van drie zoons: een tweeling, Joris en Laurens van 17 jaar, en Abel
44
van 13 jaar. Naast mijn werk als zanger ben ik ook artistiek coördinator bij het NKK. Ik werk programma’s uit voor de chef-dirigent, en ben een klankbord voor de directie vanuit de zangers bij de samenstelling van repetitieschema’s, indelingen, etc. Daarnaast coach ik het Kamper Boys Choir. Onder leiding van Ton Koopman zing ik in het Amsterdam Baroque Choir. Ton heeft me uitgenodigd volgend jaar de Christus-partij te zingen in de Matthäus Passion van Bach, in La Coruña, Spanje. De aria’s deed ik dit jaar 24 keer, o.l.v. Pieter Jan Leussink. Ik heb verder een grote liefde voor het klassieke lied. Binnenkort neem ik een cd op met Die Winterreise van Franz Schubert. Kortom, genoeg te doen! Hobby’s Wandelen in de natuur, in Dalfsen. Of vliegeren op Texel, met van die grote vliegers. Lekkerste recept Tournedos Rossini (tournedos belegd met eendenleverpaté, overgoten met een truffel-maderasaus). Schandelijk lekker! Mooiste boek Jan Wolkers, Een roos van vlees. Dankzij dat boek ben ik het hele oeuvre van Wolkers gaan lezen. Nu is hij een van mijn favoriete schrijvers. Mooiste plek op aarde Texel, vanwege de rust en de prachtige natuur. De Waddenkant is adembenemend.
hoofdstuk proeven
Steun het Nederlands Kamerkoor
•
Herfstaanbieding van Cultuur & Wijn 6 wijnen uit Italië en Frankrijk € 69,– 15% van uw aankoopbedrag komt ten goede aan het koor
Wijn waar muziek in zit! 12 UVE IGT, Paradiso di Frassina, 2007, Toscane, Italië In de wijngaarden van Il Paradiso di Frassina uit het Brunello gebied rond Montalcino klinkt door 48 luidsprekers 24 uur per dag klassieke muziek. De muziek is terug te vinden in de 12 verschillende druivensoorten in deze wijn, de 12 tonen van de toonladder. Een klasse wijn met een volle, ronde smaak met rood en donker fruit. Zeker zo lekker als een Brunello. Beaujolais Cuvée Traditionnelle, Domaine du Vissoux, 2010, Beaujolais, Frankrijk Een kloeke, frisse wijn met fruit, fruit, fruit. Koel schenken. Shiraz, Maremma Toscana IGT, Parmoleto, 2010, Toscane, Italië 12 maanden gerijpt in eiken vaten. Robuuste wijn, geuren van de Monte Amiata in Toscane. Gefilterd. Pinot Blanc Cuvée Reserve, Salzmann-Thomann, 2011, Elsaz, Frankrijk Een zuivere, verfijnde wijn met frisse mineralen van top terroirs in Kaisersberg. Corbières ‘Premiers Pas’, Domaine des deux Anes, 2010, Languedoc, Frankrijk Veel Carignan. Jeugdig, smeuïg fruit, kruiden, joviale, frisse smaak. Hamersma 2014: 9-. Bianco, Maremma Toscana IGT, Peteglia, 2010, Toscane, Italië Deze stevige witte wijn is een blend van Trebbiano, Malvasia Bianca en Chardonnay.
10% kor ting
Aanbieding voor bezoekers van het Nederlands Kamerkoor: € 69,– (inclusief 10% korting) + € 8,– verzendkosten. Bestellen via: www.cultuurenwijn.nl/ wijn/1318336564 Bij de afrekening van uw online bestelling kunt u aangeven dat het Nederlands Kamerkoor 15% van uw aankoopbedrag ontvangt. Cultuur & Wijn is een non-profit initiatief en biedt de mogelijkheid om podiumkunstinstellingen financieel te ondersteunen door wijn te bestellen. De wijnen zijn scherp geprijsd en niet hoger dan elders. Om een breed en bloeiend cultureel leven te blijven bieden aan jong en oud is cultureel ondernemerschap meer dan ooit noodzakelijk. Cultuur & Wijn draagt daar zijn steentje aan bij. www.cultuurenwijn.nl
45
concertagenda
Concertagenda Alkmaar Grote Kerk
Arnhem Musis Sacrum
Den Haag Nieuwe Kerk
Za 7 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Tickets: www.theaterdevest.nl 072 – 548 9999 (ma-za 12:00-16:00)
Di 21 oktober 2014, 20:15 In Engelse Kringen Zo 21 december 2014, 14:15 Weihnachts-Oratorium Wo 4 maart 2015, 20:15 In Amerikaanse kringen Wo 15 april 2015, 20:15 In Scandinavische Kringen Abonnement 3 concerten (exclusief Weihnachts-Oratorium) €54 (normaal €99) Tickets: www.mssa.nl 026 – 443 7343 (ma-za 14:00-17:00)
Za 25 oktober 2014, 20:15 In Engelse Kringen Voorprogramma: Haags Vokaal Ensemble Za 16 november 2014, 20:15 In Vlaamse Kringen Zo 22 februari 2015, 14:30 In Amerikaanse Kringen Voorprogramma: Residentie Kamerkoor Zo 19 april 2015, 14:30 In Scandinavische Kringen Voorprogramma: Leidersdorps Kamerkoor Abonnement 4 concerten 1e rang €96 (normaal €120) Abonnement 4 concerten 2e rang €80 (normaal €100) Tickets: www.ltd.nl 070 – 880 0333 (di-za 12:00-18:00)
Amsterdam Muziekgebouw aan ’t IJ / Waalse Kerk
Zo 26 oktober 2014, 15:30 In Engelse Kringen Di 18 november 2014, 20:15 In Vlaamse Kringen Wo 17 december 2014, 19:30 Weihnachts-Oratorium Do 18 december 2014, 19:30 Weihnachts-Oratorium Ma 10 januari 2015, 20:15 Pärt – Miserere Zo 8 februari 2015, 15:00 Drie Renaissancemeesters Zo 1 maart 2015, 15:30 In Amerikaanse Kringen Zo 15 maart 2015, 15:00 Bach, Bach, Bach Za 18 april 2015, 20:15 In Scandinavische Kringen Tickets: www.muziekgebouw.nl 020 – 778 2000 (ma-za 12:00-18:00)
Amsterdam Concertgebouw Za 8 november 2014, 20:15 Fauré – Requiem Ma 10 november 2014, 20:15 Fauré – Requiem Vr 27 maart 2015, 20:15 J. S. Bach – Johannes-Passie Zo 29 maart 2015, 14:15 J. S. Bach – Johannes-Passie Tickets: www.concertgebouw.nl 0900 – 671 8345 (ma-zo 10:00-17:00)
Amsterdam Orgelpark Za 21 februari 2015, 20:15 Messiaen in het orgelpark Tickets: www.orgelpark.nl
Boxtel Sint Petrusbasiliek Vr 6 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Tickets: www.nederlandskamerkoor.nl 020 – 578 7978 (kantoor NKK)
Breda Chassé Theater Zo 8 maart 2015, 15:00 Bach, Bach, Bach Tickets: www.chasse.nl 076 – 530 3132 (ma-za 11:00-18:00)
Eindhoven St. Catharinakerk Wo 14 januari 2015, 20:15 Pärt – Miserere Tickets: www.muziekgebouweindhoven.nl 040 – 224 2020 (ma-vr 13:00-17:00)
Bestel een concertabonnement voor het Nederlands Kamerkoor! • • • •
Flinke kortingen Garantie op de beste plaatsen Tweemaal per jaar het magazine Liedteksten van tevoren per e-mail
Laatste kans!
Wilt u een abonnement bestellen? Ze zijn nog beschikbaar voor Arnhem, Leeuwarden, Den Haag, Utrecht en Groningen. De abonnementen voor Utrecht en Groningen kunt u bestellen via www.nederlandskamerkoor/abonnementen of telefonisch via 020 – 578 7978 (ma-vr 10:00–17:00). De abonnementen voor Arnhem (Musis Sacrum), Den Haag (Dr. Anton Philipszaal) en Leeuwarden (De Harmonie) zijn rechtstreeks via de zalen te bestellen.
46
concertagenda
Enschede Grote Kerk Za 28 februari 2015, 20:00 In Amerikaanse Kringen Tickets: www.wilminktheater.nl 053 – 485 85 00 (ma-za 12:00-17:00)
Groningen Der Aa-Kerk
Serie Proefkamermuziek Do 23 oktober 2014, 20:15 In Engelse Kringen Voorprogramma: Vokaal Ensemble Groningen Zo 23 november 2014, 15:00 In Vlaamse Kringen Do 12 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Do 16 april 2015, 20:15 In Scandinavische Kringen Abonnement 4 concerten €80 (normaal €100) Tickets: www.blgroningen.nl 020 – 578 7978 (kantoor NKK)
Haarlem Philharmonie Za 14 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Tickets: www.theater-haarlem.nl / 023 – 512 1212 (ma-vr 10:00-16:00)
Heerlen Parkstad Limburg Theaters Zo 30 november 2014, 20:00 Presentatieconcert Limburgse Korendag Vr 20 februari 2015, 20:30 In Amerikaanse Kringen Tickets: www.parkstadlimburgtheaters.nl 045 – 571 6607 (ma-vr 11:00-17:00 / do 18:00-21:00 / za 11:00-14:00)
Leeuwarden De Harmonie / Grote of Jacobijnerkerk Wo 22 oktober 2014, 20:15 In Engelse Kringen Wo 19 november 2014, 20:15 In Vlaamse Kringen Wo 25 februari 2015, 20:30 In Amerikaanse Kringen Wo 11 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Zo 12 april 2015, 14:30 In Scandinavische Kringen Abonnement 5 concerten €100 (normaal €144) Tickets: www.harmonie.nl 058 – 233 0233 (ma-vr 12:00-18:00 / za 14:00-18:00)
Utrecht Pieterskerk Vr 21 november 2014, 20:15 In Vlaamse Kringen Vr 27 februari 2015, 20:15 In Amerikaanse Kringen Vr 13 maart 2015, 20:15 Bach, Bach, Bach Vr 17 april 2015, 20:15 In Scandinavische Kringen Abonnement 4 concerten €78,50 (normaal €98) Tickets: www.pietersconcerten.nl 020 – 578 7978 (kantoor NKK)
Zwolle Grote of St. Michaëlskerk
Leiden Stadsgehoorzaal
Za 7 februari 2015, 20:15 Drie Renaissancemeesters Tickets: www.odeondespiegel.nl 038 – 428 8288 (di-za 13:30-19:00)
Vr 6 februari 2015, 20:15 Drie Renaissancemeesters Tickets: www.stadspodia.nl 0900 – 900 1705 (ma-za 16:00-19:00)
Buitenland Belgie, Gent De Bijloke
Naarden Grote Kerk Za 20 december 2014, 19:30 Weihnachts-Oratorium Tickets: www.nederlandskamerkoor.nl 020 – 578 7978 (kantoor NKK)
Wo 26 november 2014, 20:15 In Vlaamse Kringen Tickets: www.debijloke.be +32 (0)9 – 269 9292 (di-vr 10:00-17:00 / za 13:00-17:00)
Malta Valletta Baroque
Rotterdam Laurenskerk Do 20 november 2014, 20:30 In Vlaamse Kringen Ma 12 januari 2015, 20:30 Pärt – Miserere Tickets: www.dedoelen.nl 010 – 217 1717 (ma-za 14:00-18:00)
Za 10 januari 2015, 19:30 De laatste lamentatie
Spanje, Bilbao Ars Sacrum Ma 23 maart 2015, 20:00 Rossini – Petite Messe Solenelle
Duitsland, Deggendorf / München Za 01 november 2014, 17:00 Drie Renaissancemeesters (Deggendorf – Maria Himmelfahrt) Zo 02 november 2014, 16:00 Drie Renaissancemeesters (München – Allerheiligen Hofkirche)
47
In de volgende editie
•
Koninklijk Concertgebouworkest
Joel Ethan Fried
Over de concerten van het Nederlands Kamerkoor met het Koninklijk Concertgebouworkest
Seizoensbrochure 2015–2016
Laat u verrassen door de nieuwe programmering Het Nederlands Kamerkoor artist-in-residence in Hongarije
Verslag Zingdag
Nederlands Kamerkoor Magazine Redactie: Mieke van Lingen, Gerard Maassen, Lizet Spijker, Jettie Nijenhuis, Margriet Stok, Sanne Thierens, Jan Verhoef, Tido Visser Foto omslag: Gerrit Schreurs Concept: Green Room Creatives Ontwerp: Pony Design Club Druk: BCM Nederlands Kamerkoor Batjanstraat 11 1094 RC Amsterdam telefoon 020-5787978 fax 020-5787979 info@nederlandskamerkoor.nl www.nederlandskamerkoor.nl /nederlandskamerkoor @ned_kamerkoor Chef-dirigent Risto Joost Kantoor Tido Visser directeur Janneke Godschalk productiemanager Steven Heybroek administrateur en ict Mieke van Lingen allround officemedewerker Gilad Nezer educatie/participatie Jettie Nijenhuis marketingmanager Jasper Schweppe artistiek coördinator Lizet Spijker office manager en educatie/participatie Margriet Stok relatiebeheer Allard Veldman allround officemedewerker Raad van toezicht Huibrecht Bos voorzitter Jos Kleinhans penningmeester Walter Groenen Yvonne Looye Julienne Straatman
Europa Cantat
Zingen doe je samen
Colofon
Het Nederlands Kamerkoor wordt structureel ondersteund door
Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden
voorjaar
2015
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Wijzigingen voorbehouden; kijk voor de laatste informatie en updates op: www.nederlandskamerkoor.nl
Wie is wie? •
Van links naar rechts Marleene Goldstein alt Mónica Monteiro sopraan Matthew Baker bas Stefan Berghammer tenor Heleen Koele sopraan Marian Dijkhuizen alt Gilad Nezer bas Karin van der Poel alt Kees Jan de Koning bas Dorien Lievers alt Jasper Schweppe bas Kaspar Kröner counter tenor Alberto ter Doest tenor Annet Lans sopraan João Moreira tenor Maria Valdmaa sopraan
www.nederlandskamerkoor.nl