Nederlands Kamerkoor Magazine 7: dec 2017-mei 2018

Page 1

Interview Maarten Engeltjes De Johannes volgens Reinbert de Leeuw NKK NXT Ensemblezangers van de toekomst

Nummer 7 december - mei 2017-2018


'Diogenes Reize n verzorgde ee n geweldig slotakkoo rd ! ’

! N E K N LI K D E O G L É É H IE D N E IZ E KOORR STELT U ZICH EENS VOOR.. Optreden in de Sint-Andrieskerk in Antwerpen, zingen in de Wieliczka-zoutmijn in Krakau of marcheren door de binnenstad van Parijs? Bij Diogenes Reizen zorgen we voor een onvergetelijke koorreis! Geef uw wensen door, wij organiseren de reis: ✓ Koor- en orkestreizen ✓ Van kerk tot kasteel en van concertzaal tot stadsplein ✓ Vervoer, verblijf en excursies Ontdek dat onze koorreizen niet alleen heel goed klinken, maar het ook zijn!

Tr i e r

P ra ag

Benieuwd naar de mogelijkheden voor uw koorreis? Bel 088 10 30 700 of ga naar www.diogenesreizen.nl/koorreizen


welkom We genieten nog een heel klein beetje na van het tachtigjarig jubileum. 150 psalmen klonken, in Utrecht en New York. Rachmaninovs Vespers zinderden door het land, en Zuid-Amerika en Mexico genoten van de prachtige samenwerking tussen het Nederlands Kamerkoor en Amsterdam Sinfonietta. Prachtig. Maar tegelijk voel ik na zo’n hectische periode altijd ogenblikkelijk weer een zekere onrust. Het volgende project dat hard aan de deur klopt. Het magazine dat gemaakt moet worden. Het is een internationale ziekte: alles gaat steeds sneller, moet steeds sneller, we hebben allemaal verschrikkelijk veel haast.

inhoudsopgave

Interview Maarten Engeltjes P4 Toen Frénk van der Linden mij te gast had bij Kunststof op NPO Radio 1 ter gelegenheid van 150 Psalms, vertelde ik over het feit dat ik meer dan twintig jaar geleden lymfeklierkanker had gehad. Op de vraag ‘en wat heeft dat je gebracht?’ antwoordde ik tot zijn en mijn verbazing: ‘haast’. Het kostte me even om te begrijpen wat ik zelf gezegd had. Maar ik bedoelde: geen haast omdat we te laat zijn, maar haast omdat er geen tijd te verliezen is. Ik ben mij na mijn ziekbed misschien iets meer bewust van het feit dat het belangrijk is om elke seconde optimaal te benutten.

Er valt de komende tijd weer veel te genieten bij het Nederlands Kamerkoor. En waar ik mij na de psalmen weer extra van bewust ben: haast is ook met elke vezel luisteren naar een prachtig concert. Dat ga ik veel doen de komende tijd.

Tido Visser Algemeen directeur Nederlands Kamerkoor

Column Désanne van Brederode P7 NKK NXT - ensemblezangers van de toekomst P10 Tournee Latijns-Amerika P13 De dag van het concert P16 Brieven van Henk Badings aan Felix de Nobel P20 150 Psalms P25 De Johannes volgens Reinbert de Leeuw P29 Zingen doe je samen! P32 Programmatoelichting P37

foto: Wiebrig Krakau

Concertagenda P46

1


nieuws interview

Lancering master Ensemblezang Koninklijk Conservatorium Het Koninklijk Conservatorium in Den Haag start komend studiejaar in samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en Peter Dijkstra de nieuwe master Ensemblezang. Deze master, uniek in Nederland, leidt zangers op om in stromen in de professionele ensembleen koorberoepspraktijk. De opleiding is gericht op de ontwikkeling van vaardigheden die essentieel zijn voor de ensemblezanger: kleuren, mengen en intoneren, muzikale communicatie en vocaal leiderschap. Dankzij de nauwe samenwerking met het Nederlands Kamerkoor kunnen studenten hun vaardigheden direct toepassen en aanscherpen binnen de professionele omgeving.

Cd Missa Unitatis

Nu verkrijgbaar op cd in onze webshop: de Missa Unitatis van Antony Pitts! Deze dubbelkorige mis, uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor en Cappella Pratensis, ging vorig jaar succesvol in wereldpremière. Op de cd wordt de Missa Unitatis feestelijk omringd door koorcomposities die alle eeuwen overspannen, waaronder werken van Jean Mouton, Francis Poulenc, Giuseppe Verdi en de moderne Spiral Mass van de jonge Amerikaan Nico Muhly. Componist Antony Pitts was aanwezig bij de cd-presentatie op 28 oktober 2017 in het Jheronimus Bosch Art Center: een prachtige afsluiting van een fijne samenwerking met Cappella Pratensis en oud chef-dirigent Stephen Layton. Kijk op www.nederlandskamerkoor.nl/cd’s

Nominatie Gouden Kalf ‘De Matthäus Missie van Reinbert de Leeuw’ De documentaire ‘De Matthäus Missie van Reinbert de Leeuw’ was genomineerd voor een Gouden Kalf in de categorie Beste Lange Documentaire. Deze documentaire van Cherry Duyns laat de voorbereidingen zien van de succesvolle uitvoeringen van de Matthäus-Passion door het Nederlands Kamerkoor en Holland Baroque. De documentaire is opgenomen in de dvd-box Matthäus-Passion, die daarnaast ook een concertverfilming en drie cd’s met de concertopname bevat. Een vervolg van deze prachtige reeks uitvoeringen stond buiten kijf: dit voorjaar werken het Nederlands Kamerkoor, Holland Baroque en Reinbert de Leeuw opnieuw samen, ditmaal aan Bachs Johannes-Passion. De dvd-box is verkrijgbaar in de webshop van het Nederlands Kamerkoor. Kijk op pagina 29 voor het interview met Reinbert de Leeuw over de Johannes-Passion.

2

Nieuwe lichtidenteit Tijdens de viering van het tachtigjarig jubileum presenteerde het Nederlands Kamerkoor een nieuwe lichtidentiteit. Dit ontwerp werd tijdens de jubileumtournee, de Vespers van Rachmaninov, officieel in gebruik genomen en zal nu tijdens alle concerten te zien zijn. Het Nederlands Kamerkoor dankt Floriaan Ganzevoort en de Theatermachine voor het ontwerp en Lichtpunt voor de uitvoering.


foto: Foppe Schut

nieuws

Nieuws van onze kernleden De kernleden van het Nederlands Kamerkoor zingen mee met vrijwel alle concertseries en projecten. Daarnaast maken zij carrière met uiteenlopende projecten en activiteiten. Een overzicht van recente werkzaamheden van een aantal zangers.

Francis Poulenc en de wereld van Paul Éluard Jasper Schweppe (bas) Volgens Francis Poulenc was het componeren van liederen op poëtische teksten niets minder dan een daad van liefde. Zijn mooiste mélodies schreef hij op gedichten van zijn vriend Paul Éluard, een van de centrale figuren van de surrealistische beweging. Bariton Jasper Schweppe maakte samen met pianist Arthur Schoonderwoerd voor deze cd nieuwe opnamen van alle 34 sololiederen van Poulenc op teksten van Éluard. Het is fascinerend om te horen hoe Poulenc diens unieke poëtische universum vertaalt naar zijn muzikale idioom. De interactie tussen verschillende kunstvormen krijgt nog een extra dimensie wanneer het gaat om gedichten die zijn gewijd aan beeldende kunstenaars. Dat boeiende samenspel tussen poëzie, muziek en schilderkunst staat in deze uitgave centraal. In het rijk geïllustreerde tekstkatern worden de liederen van Poulenc en de wereld van Paul Éluard toegelicht door een team van specialisten onder leiding van Maaike Koffeman. Binnenkort verkrijgbaar, kijk op www.etcetera-records.com om op de hoogte te blijven.

Nu te koop:

Universal Voice Guide Alberto ter Doest (tenor)

In de Universal Voice Guide, geschreven door tenor Alberto ter Doest, staan vier stemkarakters centraal, de meest voorkomende manieren van communiceren: spreken, fluisteren, roepen en zingen. Deze stemkarakters bestaan elk uit verschillende klankkenmerken, die worden gemaakt door je instrument dat we in vier pijlers indelen: lichaam, adem, stemplooien en klankruimte. De vier pijlers, de acht klankkenmerken en de vier stemkarakters vormen de basis van het Universal Voice System. Hiermee kun je elke gewenste klank leren maken. Het Universal Voice System geeft jou als zanger, alsook je pedagoog, inzicht en concreet gereedschap om je stem sneller en optimaler te ontwikkelen. Bestel de Universal Voice Guide Kit, met extra’s zoals meer dan 800 audio-oefeningen, online! Daarnaast is het volgen van workshops, masterclasses of cursussen ook mogelijk. Kijk op www.universalvoice.nl

Fiddler on the Roof

Gilad Nezer (bas) De Stichting Theateralliantie (van Joop van den Ende en Peter Prein) werkt momenteel aan het realiseren van een meesterwerk - Fiddler on the Roof, in Nederland bekend als Anetevka. De hoofdrol van Tevye, de melkboer, wordt ingevuld door popster en acteur Thomas Acda. Gilad Nezer is, naast zijn werk bij het Nederlands Kamerkoor, de voorzanger bij de Liberale Joodse Gemeente (LJG) in Amsterdam en werd ingeschakeld als coach om het complexe joodse karakter van Tevye vorm te geven, met een focus op de stem en lichaamshouding. Deze voorbereidende sessies zijn door Thomas Acda beschreven als 'leerzaam en intens'. Voor Gilad Nezer, die zijn wortels heeft in Israël en in de joodse traditie, was het werk fascinerend: “In twee intensieve sessies met Acda en de regisseur hebben we gewerkt aan het karakter van Tevye. Ik ben vereerd om het proces bij zo'n productie te stimuleren.” Benieuwd naar deze productie? Kijk op www.fiddlerthemusical.nl/theateralliantie Voor meer informatie over Gilad Nezer’s coachingspraktijk: www.bombadilcoaching.nl

3


interview

Maarten Engeltjes 4

foto: Marco Borggreve

Muziek van troost en droefheid


interview

“Tja, het is een forse zit”, zegt countertenor Maarten Engeltjes (1984) over het WeihnachtsOratorium van Johann Sebastian Bach, een van de twee programma’s die hij dit seizoen uitvoert met het Nederlands Kamerkoor. In december is hij te horen in het oratorium. Het komend voorjaar zingt hij in een serie concerten met Amerikaanse muziek, rond de Chichester Psalms van Leonard Bernstein. door RENÉ VAN PEER

Engeltjes is er vroeg bij. Al vanaf zijn vierde zingt hij als jongenssopraan. Hij maakt zijn debuut als countertenor wanneer hij zestien is, in de Matthäus-Passion. Hij is internationaal actief en werkt met dirigenten als Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Peter Dijkstra, Reinbert de Leeuw, Markus Stenz, William Christie en Emmanuelle Haïm. Naast repertoire uit de barok zingt hij ook eigentijdse composities. Zo was hij onlangs nog te horen in het Requiem van Lera Auerbach, met de Staatskapelle Dresden onder leiding van Vladimir Jurowski. Het is acht jaar geleden dat hij voor het laatst met het Nederlands Kamerkoor optrad. Engeltjes treedt aan in vier van de zes cantates die samen het Weihnachts-Oratorium vormen. “In omvang is het Weihnachts-Oratorium te vergelijken met de Matthäus-Passion, terwijl de Matthäus zich concentreert op het lijdensverhaal van Christus en zijn dood. In het werk van Bach is de dood vaak aanwezig. Hij heeft daar in zijn directe omgeving mee te maken gehad. Een aantal van zijn kinderen zijn vroeg gestorven. Dat moet hem groot verdriet gedaan hebben. Er lijkt soms de opvatting te zijn dat kindersterfte en de dood minder erg waren in die tijd en erbij hoorden maar veel van Bachs kinderen waren al peuters, echte persoontjes toen hij ze verloor. Nu ik zelf een zoontje heb kan ik me daar een voorstelling van maken. Als Bach over de dood schrijft, raakt me dat dan

ook tot in het diepst van mijn wezen. Maar in het Weihnachts-Oratorium draait alles om hoop. Hoop over de belofte van een nieuw leven. Hoop voor de mensheid. Dat wordt al uitgedrukt in Nun wird mein liebster Bräutigam, het recitatief dat ik aan het begin van het eerste deel zing. Ik ben me heel bewust van die woorden.” Er is wel een verschil tussen het doorleven van de woorden in een religieus geïnspireerd oratorium en een vereenzelviging met de godsdienstige lading, aldus Engeltjes. Hij groeide op in het Gelderse stadje Elburg, een protestants bolwerk. “Mijn moeder was hervormd, maar mijn vader hing geen geloof aan”, zegt hij. “Ik ben dus wel in een religieuze omgeving opgegroeid, maar ik heb er een wat ongemakkelijke verhouding mee. Vragen die ik vanaf mijn tiende bij het geloof had, durfde ik pas op mijn veertiende hardop te stellen. Ik heb het nu losgelaten. Ik ben gaan beseffen dat het vooral van belang is wat de mens ermee doet. Het geloof heeft mensen wel geïnspireerd tot prachtige dingen. En ik moet zeggen dat het verhaal, de Bijbel, een grote impact gehad heeft. Maar als je gaat kijken naar wat eronder ligt, dan is het een doctrine. Zoals Connie Palmen het uitdrukte: ‘Ik geloof niet in God, maar ik houd wel van hem.’ Ik heb een meer boeddhistische levensvisie: in ons hebben we allemaal iets van God, van het goddelijke. Voor Bach lag dat anders. Hij geloofde in die God,

5


in de leer, en dus moest dat wel een integraal onderdeel van zijn werk zijn.” Johann Sebastian Bach is de allergrootste, verklaart Engeltjes zonder enige reserve. Hij werd al op jonge leeftijd geraakt door de muziek. Hij herinnert zich dat hij voor het eerst de Matthäus-Passion meemaakte toen hij zes was. “Als lid van het koor zat ik er middenin. Ik schijn diep geraakt geweest te zijn en dagenlang op mijn kamer de muziek gestudeerd te hebben. De reden dat zijn muziek mij zo raakt is dat je zijn zoeken hoort, een zoeken naar troost. Je kunt er allerlei analyses op loslaten, er zijn er die volhouden dat Bach de muziek al schreef voor hij de teksten kende, maar hoe dan ook openen die diepe, troostrijke melodieën een luikje naar iets dat groter en hoger is dan wijzelf. Naast alle hoop heeft het Weihnachts-Oratorium een droeve ondertoon, zoals in de aria ‘Schlafe, mein Liebster’. Daarin wiegt Maria haar pasgeboren kind in slaap. Maar de aria handelt ook over het lot dat hem te wachten staat. Een geboorte blijft een overrompelende belevenis: een levend wezen dat uit een lichaam tevoorschijn komt. Bach kende de hoop van het toeleven naar een geboorte. Het is niet voor niets dat hij Maria laat zingen over het wonder dat ze in haar hart sluit. Het Weihnachts-Oratorium wordt negen keer uitgevoerd. Ik kan je zeggen dat je emotioneel gesloopt wordt. Bij de laatste uitvoering van zulke tournees houdt vaak niemand het meer droog.”

6

foto: Marco Borggreve

foto: Marco Borggreve

“In het Weihnachts-Oratorium draait alles om hoop. Hoop over de belofte van een nieuw leven, hoop voor de mensheid.”

De countertenor is als stem lang uit de gratie geweest. In de barok werden sopraanpartijen gewoonlijk nog gezongen door jongens, terwijl altpartijen voor rekening kwamen van de countertenor. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw werd de stem weer in ere hersteld, onder meer door toedoen van Benjamin Britten. “Het is waanzinnig interessant om die sprong te maken”, vindt Engeltjes. “Er gaapt een Grand Canyon tussen het repertoire uit die vroege periode en eigentijdse muziek, zoals van Lera Auerbach. Het is ook een geweldige en leuke uitdaging om de muziek van Leonard Bernstein en die andere Amerikanen te zingen. Een van de redenen waarom de countertenor tweehonderd jaar lang uit de gratie raakte, was de opkomst van de grote theaters. Daarin kwam die stem niet tot zijn recht. In het barokrepertoire heeft de countertenor echt een plaats. Overigens stond ik vorig jaar versteld van een Matthäus met Jordi Savall, zijn allereerste! Het orkest kende de partituur aanvankelijk nauwelijks, maar gaandeweg openbaarde de muziek zich aan hen. Meer naar het noorden ligt de nadruk vaker op een strak in de hand gehouden tempi en partituurkennis, terwijl bijvoorbeeld het tempo van een aria best op het moment mag ontstaan, vind ik. Een van de dingen die ik in Peter Dijkstra waardeer is dat hij je die vrijheid durft te geven. Hij kent de partituur door en door, maar die kennis is bij hem niet alleen zaligmakend. Ik mag van hem gelukkig ook ademen.”


column

Désanne van Brederode “Heb je gemerkt dat dit lied al tijden op repeat staat?” vroeg de man die ik tot dan had aangesproken met ‘u’ – vanwege het leeftijdsverschil, maar ook uit licht-komische schroom: ik was tomeloos verliefd op hem, en ik was er, na een paar ontmoetingen, nog steeds verbijsterd over dat hij mij, een negentienjarige eindexamenkandidaat uit Den Bosch, in zijn intellectuele Amsterdamse leven had toegelaten. Ditmaal hadden we het urenlange toneelstuk Strange Interlude van Eugene O’Neill bezocht. Ik moest dus wel bij hem blijven logeren. Ja, er was een apart kamertje, met luchtbed en slaapzak. Maar voordat ik daar naartoe zou gaan, dronken we cognac, rookten en kusten, kusten. Mozarts Ave Verum de soundtrack. “Het betekent: gegroet, waarlijk lichaam”, zei hij. Van die titel werd het lied nog mooier. Grootser in broosheid. Kosmisch. Onsterfelijk.

“Stemmen als sterrenlicht. Om U en Amen tegen te zeggen – sereen en op repeat.”

foto: Keke Keukelaar foto: Keke Keukelaar

Désanne van Brederode (Utrecht, 2 november 1970) is filosofe en schrijfster. Zij staat bekend om haar boeken en lezingen over levensbeschouwelijke onderwerpen. Tijdens 150 Psalms in Utrecht verzorgde ze een aantal overpeinzingen.

Natuurlijk werd het niets tussen ons. Maar een passage uit mijn eerste brief aan hem kwam in zijn debuutroman terecht. Ikzelf debuteerde eerder, met Ave Verum Corpus. Bij de presentatie op de Amsterdamse Uitmarkt, in 1994, zong een vierpersoonsgelegenheidskoor het lied een aantal malen. Opeens kwam mijn oude liefde aangelopen, groette alleen mij, nam een glas champagne en kocht het boek, om daarna stil te verdwijnen in de drukte, in lauwe nazomerregen. Pas later zou ik leren dat de criticus met wie ik, ondanks zijn genadeloze recensie van het boek, in 1997 zou trouwen en achttien jaar samen zou blijven, er die middag ook had gestaan. Toevallig bleek dat hij in 1990 pal onder de Ave Verum-mijnheer had gewoond en dat ik dus zeven jaar eerder al dicht bij hem was geweest. “Ik heb wel eens een briefje onder zijn deur doorgeschoven. Na overlast. De man had een keer een hele nacht I can get no satisfaction van The Stones op repeat staan.” Van Mozarts lied had mijn geliefde niets gehoord. Het werd gezongen bij ons kerkelijk huwelijk en werd daarmee weer wat het is: geen boektitel, maar een schroomvallige kus van de hemel aan de aarde. Stemmen als sterrenlicht. Om U en Amen tegen te zeggen – sereen en op repeat.

7


foto: Foppe Schut

Bedankt voor een onvergetelijk jubileum! 8


Première 150 Psalms 1 & 2 september 2017 Festival Oude Muziek Utrecht 2 dagen, 4 topkoren, 12 concerten. De première van 150 Psalms was magisch.

Fauré Requiem 7 t/m 26 september 2017 Tournee met Amsterdam Sinfonietta

foto: Melle Meivogel

Acht concerten in LatijnsAmerika en Nederland. Een inspirerende samenwerking met het fantastische Amsterdam Sinfonietta.

28 september – 7 oktober 2017 De jubileumtournee omvatte acht concerten door heel Nederland: van Heerenveen tot Den Haag.

foto: Melle Meivogel

Jubileumtournee Rachmaninov Vespers

Jubileumconcert en Zingdag

Lichtontwerp Met de jubileumtournee werd officieel het nieuwe lichtontwerp van het Nederlands Kamerkoor gepresenteerd.

foto: Melle Meivogel

1 oktober 2017 Een absoluut hoogtepunt van het jubileum: samen met 130 amateurzangers delen uit Rachmaninovs Vespers zingen.

9


Het nieuwe talentontwikkelingstraject van het Nederlands Kamerkoor, NKK NXT, is in september van start gegaan! Sindsdien komen negen gemotiveerde, jongprofessionele zangers iedere maandag en woensdag bij elkaar om op zoek te gaan naar antwoorden op de vraag: welke rol kan ensemblezang hebben in de huidige, kosmopolitische samenleving? Graag introduceren we een aantal deelnemers aan u.

foto's: Melle Meivogel

Ensemblezangers van de toekomst

Dennis (27) is afgestudeerd pianist en koordirigent. Hoewel hij altijd al muziek maakte, viel het kwartje pas echt toen hij op de middelbare school in het koor ging zingen. Hij begon als pianist aan het conservatorium, maar door een enthousiaste dirigent werd hij uitgedaagd om koren te dirigeren. Sindsdien is koormuziek steeds belangrijker geworden in zijn muzikale leven.

10

Channa (28) is afgestudeerd klassiek zangeres en werkt al een aantal jaar als freelance zangeres, met een nadruk op opera, oratorium en recitals. Ze maakt moderne operavoorstellingen waarmee ze een jong, hip publiek wil aantrekken; zoals bijvoorbeeld Händel goes Tinder, die in februari 2018 in première gaat.

Hilde (31) is twee jaar geleden afgestudeerd als Docent Muziek, met als hoofdvak Zang. Ze staat tegenwoordig voor de klas als docent muziek op een middelbare school, dirigeert koren (lichte muziek) en zingt zelf in een vocal group. Als dirigent bedenkt ze vaak nieuwe projecten voor haar koren.


De deelnemers van NKK NXT hebben de opdracht gekregen om een eigen, uniek concert te creëren waarin ensemblezang centraal staat, maar die tegelijkertijd de grenzen van het genre opzoekt. In het weekend van 10 en 11 maart vindt de uitvoering plaats. Onderdeel van het traject is niet alleen de ontwikkeling en uitvoering van het concert, maar ook de productie en marketing ervan. Zo leren ze van alle kanten van het vak.

Waarom hebben jullie besloten deel te nemen aan NKK NXT? Dennis: “Ik heb mezelf altijd afgevraagd waarom ik muziek zou maken. Wat is de betekenis, of het ‘nut’ van musiceren? Wat heeft de wereld om mij heen eraan dat ik muziek maak? NKK NXT biedt mij de mogelijkheid om dieper op deze vraag in te gaan. Ik voel me bevoorrecht om de kans te hebben gekregen met zo’n bevlogen groep niet alleen muziek te maken, maar ook na te denken over onze rol in de maatschappij. Zo kan muziek de wereld nog een stukje mooier maken.” Channa: “Ik ben veel bezig met vernieuwing in de klassieke muziek, en dan met name vanuit het perspectief van mijn eigen leeftijdsgroep. Ik kon de kans die het NKK bood niet laten liggen: om met een groep jonge musici binnen een intensief traject buiten de gebaande paden te treden.” Hilde: “Ik zou graag mensen van mijn generatie laten horen en voelen hoe mooi klassieke muziek kan zijn. Het zou geweldig zijn als de drempel voor klassieke muziek wordt verlaagd. Ook onder de jeugd leeft het weinig, zie ik in het voortgezet onderwijs. Daar ligt de interesse echt bij de popmuziek.

Het zou zo mooi zijn als klassieke muziek in de toekomst ook ‘cool’ is. NKK NXT geeft mij de mogelijkheid om te experimenteren met manieren om dit voor elkaar te krijgen.”

Wat hebben jullie tot nu toe geleerd van het traject? Hilde: “Natuurlijk zijn we muzikaal hard aan de bak gegaan. Veel repeteren, op elkaar ingezongen raken. Dat is een uitdaging, want we komen allemaal van verschillende achtergronden. Maar we hebben goede coaching zodat we een gebalanceerd ensemble kunnen worden. We maken grote stappen en ik leer veel over zuiverheid, balans en muzikaliteit. Onze oren gaan steeds meer open.” Channa: “Ik heb geleerd hoe je snel muzikale stappen kunt maken met een diverse groep mensen en dat het mogelijk is om in korte tijd iets heel moois te maken. Maar ook leer ik veel over conceptontwikkeling. Hoe kun je jezelf inspireren en ‘aanzetten’ voor het opdoen van nieuwe ideeën? Hoe kom je effectief van idee naar concept naar uitvoering?” Hilde: “We hebben allemaal wel wat ervaring met het maken van een eigen voorstelling, bijvoorbeeld door de afstudeervoorstellingen op het

conservatorium. Maar waar we binnen NKK NXT mee bezig zijn gaat veel verder dan dat: we willen een voorstelling brengen die echt uit onszelf komt, en niet ‘gewoon’ een mooie verzameling van stukken is. Dennis: “Dat is ook wat ik het meest heb geleerd: hoe belangrijk het is om vanuit jezelf te beginnen wanneer je een nieuw idee wilt ontwikkelen.” Hilde: “Het is best een uitdaging om met negen man op zoek te gaan naar een gemeenschappelijke deler. Stapje voor stapje komen we dichterbij; het is een wisselwerking tussen het uitdiepen van een thema, vereenvoudigen, verder uitdiepen, nog meer vereenvoudigen… om uiteindelijk tot de kern te komen.”

Kun je al een tipje van de sluier oplichten over de eindproductie waar jullie mee bezig zijn? Channa: “Ik zal een cryptische omschrijving geven: eigenlijk is het nog te vroeg om iets te zeggen over de voorstelling, maar de zoektocht is in volle gang…” Hilde: “Hoe verhoud je je tot deze maatschappij, en hoe verhoudt de maatschappij zich tot jou? Hoe blijf je bij jezelf? Het is een zoektocht…” Dennis: “Wat doet de hectiek van de moderne, snelle wereld met ons?”

11


NKK voor u geselecteerd.qxp_NKK voor u geselecteerd 14-11-17 13:32 Pagina 1

VOOR U GESELECTEERD SING ALONG EVENTS Actief genieten van muziek? Sing Along Events: voor meezingconcerten op niveau. Zing mee met de Matthäus Passie op zaterdag 10 maart, of kom naar het Fauré-zangweekend in het Kloosterhotel te Deurne in het weekend van 25 en 26 augustus.

www.singalongevents.nl

ZANGSCHOOL UTRECHT Zangopleidingen voor kinderen. Het Utrechts Kinderkoor zingt regelmatig mee in diverse opera’s en werken waar een kinderkoor bij nodig is (bv Matthauspassion) en heeft meedere malen een Eerste prijs gewonnen bij het Europees Muziekfestival voor de jeugd.

www.zangschool.nl

WEIHNACHTSORATORIUM VAN J.S. BACH Zondag 17 december 2017 in de Groeneweghal, Wilgenlaan 1 van Schagen. Met medewerking van het Begeleidingsorkest voor Noord-Holland. Aanvang: 13.30 uur. Toegang: € 25,00. Kaarten: secretaris@oratoriumkoor.nl

www.oratoriumkoor.nl

‘Verplichte kost voor iedereen die op wat voor wijze dan ook met muziek bezig is.’ zing magazine 

Gezien bij

DWDD

‘De auteur is aanstekelijk enthousiast als altijd.’

‘Elke wetenschap verdient een Erik Scherder.’

trouw 12

de volkskrant

Verfrist de mond, verzacht de keel. Diele is de bekende keelpastille in het ronde blikje. Het product is bedoeld voor dagelijks gebruik, voor het verzachten van de keel en voor een frisse adem. Het karakteristieke blikje maakt het product ideaal voor onderweg of voor in de handtas om altijd direct van de verzachtende werking te genieten.


Tournee LatijnsAmerika Het Nederlands Kamerkoor opende dit seizoen met drie projecten die in het teken van het tachtigjarig jubileum stonden: 150 Psalms, de Vespers van Rachmaninov en het Requiem van Fauré, samen met Amsterdam Sinfonietta. De tournee met Amsterdam Sinfonietta telde negen concerten, waarvan vijf in Latijns-Amerika. Jasper Schweppe, bas en artistiek coördinator van het NKK, deed verslag van de tournee.

Dag 1 – Van Amsterdam naar Mexico City Het Nederlands Kamerkoor reist vandaag naar Mexico. De eerste dag is een lange vlucht van ongeveer zeventien uur, van Amsterdam via Madrid naar Mexico City. De busrit naar het hotel van ruim drie uur die daarop volgt is een beetje too much. De rit zou eigenlijk een half uurtje moeten duren, maar we staan eindeloos in de file terwijl de regen met bakken uit de hemel valt. Het schijnt dat met regen de hele stad ontregeld is. Nou, dat hebben we gemerkt! Morgenavond is het eerste concert. Dag 2 – Sala Nezahualcóyotl De concertzaal is een grote moderne zaal die mij doet denken aan het auditorium in Lyon. Het is een prima zaal en de repetitie loopt gesmeerd. Het concert begint om 20.30 uur en dat voelt voor ons nog steeds een beetje als 3.30 uur ’s nachts. En met de vermoeidheid van de reis van gisteren en de hoogte van 2250 meter moeten we alle zeilen bijzetten voor dit concert. We zingen mooi en het orkest speelt prachtig. We ver-

13


reisverslag kopen onze huid duur bij ons debuut in Latijns-Amerika! We krijgen de zaal muisstil en als het Requiem is afgelopen barst een luid applaus los. Iedereen is blij en opgelucht dat het eerste concert goed is gegaan. De meeste mensen gaan meteen naar hun kamer, een paar mensen drinken nog even een afzakkertje in het hotel. En daar, na een Mexicaans biertje, gebeurt het… Ik zit op een barkruk. En opeens voel ik dat ik heen en weer ga. Een soort wiebel. Ik zie verderop plafondlampen enorm heen en weer zwaaien en er wordt iets geroepen door het personeel. We moeten naar buiten, de straat op. Ik wil ook erg graag de straat op: plotseling weet ik dat we een aardbeving meemaken. Later bleek dat het op de begane grond, waar ik me in de bar bevond, enorm mee was gevallen. Sommige musici zaten op de negende verdieping en daar was het best vreselijk geweest. We staan een tijd met elkaar te wachten tot het hotel weer vrijgegeven wordt. Om 1.00 uur mogen we onze kamer weer in. De bus vertrekt om 5.00 uur en zodoende hebben we allemaal bijzonder weinig kunnen slapen. Dag 3 - Bogotá Raoul is onze tourmanager in Bogotá en hij was heel duidelijk over de veiligheid hier. Het is oppassen geblazen. Het hotel doet er nog een schepje bovenop. Op een keycard van de kamer op creditcardformaat geeft het hotel elf richtlijnen van hoe je je veilig door de stad kunt bewegen. Toch besluit bijna iedereen het erop te wagen en in groepjes de stad in te gaan. We vinden een leuke bar en drinken een biertje. Alleen maar Colombianen. Heel vriendelijk en het voelt heel erg veilig. We vragen wat mensen of we ergens iets leuks kunnen eten. Ze wijzen ons ergens heen waarvan we onmiddellijk weten dat we dat niet zullen vinden.

14

Maar er is genoeg bedrijvigheid en restaurants. We hebben snel iets gevonden waar we gaan eten. Na het eten lopen we nog wat rond, vinden nog een leuke bar en gaan daarna vroeg slapen. Iedereen is moe. Dag 4 - Teatro Mayor De dag van ons tweede concert hebben we de ochtend om Bogotá te bezoeken. Met de plezierige ervaring van gisteravond voelen we ons vrij en veilig genoeg om naar het centrum te gaan. We worden afgezet op het plein met de kathedraal. Eenmaal binnen horen we livemuziek. Daarna lopen we verder, en willen we de oude kleine straatjes in. We bezoeken nog een kerk. Deze is veel mooier en ouder dan de kathedraal. Hier lopen we zo de achttiende eeuw binnen. We eten een lunch in het restaurant van het museum van Ferdinand Botero en gaan met de taxi terug. Het concert is in het Teatro Mayor van Bogotá. Een moderne zaal die er van buiten niet erg aantrekkelijk uitziet. Ook van binnen is het niet de meest fotogenieke zaal. Maar als we onze eerste akkoorden zingen, horen we meteen de prachtige klank. Enorm helder en een klein beetje akoestiek. We repeteren prettig en zijn gauw gewend aan de elektronische harmoniumklanken. Er is in de stad van ruim zevenmiljoen inwoners geen normaal harmonium te vinden en de oplossing is gevonden in een stagepiano die orgelklanken heeft. Het concert gaat erg goed en na afloop ontmoeten we de Nederlandse ambassadeur en de directeur van de zaal. We ontvangen veel grote complimenten!

Dag 6 - Van Bogotá naar Buenos Aires Dag 5 is een reisdag van Bogotá naar Buenos Aires. De volgende ochtend, dag 6, wandelen Kees Jan en ik naar de haven in Buenos Aires. Het is een getijde-jachthaven met mondaine schepen. Wat onmiddellijk opvalt is dat Buenos Aires de meest Europese stad is waar we tot nu toe zijn geweest. Als je je ogen half dichtknijpt zou je zeggen dat je in Madrid loopt. Het Teatro Colón is met 3400 plaatsen een zeer indrukwekkend gebouw. Voor velen van ons is het de eerste keer dat we hier optreden en we zijn er allemaal een beetje gespannen onder. De beroemde zaal met een van de mooiste akoestieken van de wereld is voor velen van ons een nieuw hoogtepunt. We gaan naar binnen, zoeken de kleedkamers en gaan naar de zaal. Overal is bladgoud en het plafond is beschilderd. Het is een theaterzaal en daarom oogt het nogal donker. Maar wat een grandioos gevoel. Al die balkons en de loges die hier rondom de hoogte ingaan en die prachtige lampjes die de kleuren doen gloeien zijn bijzonder sfeervol. Gordijnen van velours en het rode pluche van de stoelen. Je loopt hier echt de negentiende eeuw binnen. Hier hebben ze destijds groots uitgepakt. Een werkelijk groot voorrecht om hier te zingen en te spelen. Het concert ’s avonds gaat prachtig en we krijgen veel bravo’s. Zoveel bravo’s zelfs dat we het aandurven de speciaal voor hier ingestudeerde Argentijnse toegift te zingen. De mensen zijn ontroerd. Dag 7 – Vrije dag in Buenos Aires Dag 7 is onze eerste echte vrije dag. Ik kies ervoor om met wat


mensen te gaan wandelen door de stad. Het wandelen is heerlijk. We gaan naar het prachtige kerkhof. Sommige graven dateren van begin negentiende eeuw. Er zijn veelal deurtjes waardoor je naar binnen kunt kijken en soms zijn ze in totaal verwaarloosde staat. Als de avond begint te vallen gaan we met een taxi naar La Boca. Dat moet een leuke wijk zijn. Op straat had eerder die middag een vrouw ons een tip gegeven voor het beste restaurant van La Boca. Daar zijn we naar onderweg. Plotseling rijdt de chauffeur een snelweg op en mompelt iets wat op ‘Oh, no’ lijkt. Hij zit verkeerd. Hij stopt na een paar honderd meter en begint achteruit terug te rijden. Er is geen sprake van een vluchtstrook, dus de auto’s, bussen en vrachtauto’s razen ons voorbij. Het is een nachtmerrie. Een levensgevaarlijke actie. Het restaurant kunnen we aanvankelijk ook niet goed vinden. We rijden door straten die erg onaangenaam voelen. Het is heel duidelijk dat dit gedeelte van La Boca niet voor de toeristen is bedoeld. Het restaurant waar we naar op weg waren blijkt gelukkig een heel leuk restaurant waar we heerlijk eten en voortreffelijk wijn drinken! Dag 8 - Teatro Colón Dag 8 is de dag van het tweede concert in Buenos Aires. De meeste mensen doen een beetje rustig aan. Ik heb erg weinig gedaan om ’s avonds heel mooi te kunnen zingen. Het concert wordt opgenomen, audio en video, dus we moeten het beste geven. Het concert is werkelijk prachtig. Er zijn natuurlijk altijd wat details en kleine mishaps tijdens een concert. Maar vooral de spanningsboog van dit concert zal ik mijn leven niet vergeten. Weder-

om is het theater tot de nok gevuld en in het applaus kijken we vooral ook naar boven naar het zevende of achtste balkon. Daar zijn de duizend sta-plaatsen die de musici van Buenos Aires zich kunnen permitteren. Ze zijn in groten getale gekomen en we hebben de neiging om naar elkaar te zwaaien… Dag 9 – Teatro Corpartes Volgens ingewijden in de luchtvaartindustrie is de vlucht tussen Buenos Aires en Santiago de Chili de mooiste vlucht van de globe. Je vliegt recht over de Andes. We zien duizenden witte toppen vlak onder ons langsgaan. De hoogste toppen zijn bijna zevenduizend meter, en dat is aanzienlijk hoger dan de Alpen. Ik zie nergens een weg of dorp en zelfs huizen of hutjes zijn nergens te bekennen. We moeten honderden kilometers over die toppen gevlogen hebben. We boffen enorm met het weer want we kunnen alles prachtig zien en er is nauwelijks turbulentie. De zaal in Santiago blijkt de kleinste zaal van de tournee en hoewel het een beetje aandoet als een congreszaal klinkt het helemaal niet slecht. We repeteren en het blijkt een openbare repetitie te zijn. De zaal zit op een goed moment bijna vol! Het concert is het laatste concert op dit continent. We zingen en spelen zeer geïnspireerd en we krijgen weer veel applaus. Na afloop ontmoeten we weer een ambassadeur. We hebben bijna in elk land de ambassadeur ontmoet.

Anderen nemen een georganiseerde reis om naar 3500 meter hoogte te gaan. Op mijn vrije dag ga ik met de metro naar het centrum. De winkels doen ouderwets aan en midden in de winkelstraat staan een soort marktkraampjes waar van alles verkocht wordt. Schoenenpoetsers vind je op elke straathoek. Her en der liggen zwervers te slapen en zwerfhonden dragen hier een soort hesje en worden gewoon door mensen op straat aangehaald. Ik zie aan de overkant van de rivier een markthal waar het zwart ziet van de mensen. Er is veel etenswaar van barbecues en frituurpannen, maar het ziet er niet uit. De markthal is immens en de fruitkramen zien er best goed uit. Ik heb nog nooit zulke grote aardbeien gezien. Maar alles is behoorlijk verwaarloosd en vies. ’s Avonds hebben we een etentje dat door het Nederlands Kamerkoor en Amsterdam Sinfonietta is georganiseerd. Dat etentje is bijzonder aardig. We zitten in een tuin en als de avond is gevallen zie ik een ster. Een ster van het zuidelijk halfrond die ik nog nooit eerder heb gezien! Op dag 11 vliegen we via Madrid naar Amsterdam de tijd tegemoet. We slaan een nacht over en moeten proberen zo gauw mogelijk aan onze eigen tijdzone te wennen.

Dag 10 – Santiago de Chile Dag 10 is een laatste vrije dag. Een vrije dag in Santiago de Chile biedt veel mogelijkheden. Er zijn collega’s die al vroeg vertrekken om een dag te gaan skiën in de bergen.

Het volledige verslag dat Jasper Schweppe maakte over de tour in Latijns-Amerika is te lezen op de Facebookpagina van het Nederlands Kamerkoor.

15


de dag van het concert

16


Alberto ter Doest (1962) Alberto ter Doest start zijn dag altijd met een kop cappuccino. Hij wordt wakker, zegt niets en drinkt zijn kop cappuccino. Als zijn kop leeg is, dan checkt hij met lipoefeningen of zijn stem het weer doet. Iedereen is bekend met dit ritueel. Als hij met het Kamerkoor op tour is dan roept iedereen zijn naam als ze een Starbucks voorbij rijden, zelfs in Latijns-Amerika. Alberto is naast zijn werk als tenor in het Kamerkoor veel onderweg om als stemcoach mensen te trainen. Hij is de afgelopen jaren bovendien druk geweest met het schrijven en uitgeven van zijn boek De Universal Voice Guide. “Mensen kennen mij niet anders dan met mijn laptop voor me.” Als Alberto op de dag van een concert vrij is - wat dus zelden voorkomt - dan gaat hij in elk geval naar de sportschool en in de natte sauna. “Dan weet ik dat ik fantastisch kan zingen.” beeld en tekst WIEBRIG KRAKAU

17


tipje van de sluier

Under the Horizon

"Het is alsof de zangers Yi vergezellen in zijn reis naar het hiernamaals."

18


Het Nederlands Kamerkoor presenteert jaarlijks een ‘voorpaginaproject’. Een groot, spraakmakend project, dat voor even the talk of town is. Het gaat om prikkelende samenwerkingen, innovatieve concepten; je kunt ervan op aan dat je iets bijzonders te wachten staat. Een van die voorpaginaprojecten is Under the Horizon. Een samenwerking met de Taiwanese choreograaf Huang Yi en de Japanse audiovisueel artiest Ryoichi Kurokawa. Een adembenemende voorstelling, waarbij je van de ene in de andere verbazing valt. Hoe we dat weten? We zijn al twee jaar bezig met de voorbereidingen. Een tipje van de sluier. Huang Yi staat bekend als innovator. Met zijn dansgezelschap Huang Yi Studio+ vergaarde hij wereldwijde faam met de voorstelling Kuka, waarin hij danst met een eenarmige robot. De synthese tussen robot en mens is in deze voorstelling zo nabij dat het het gevoel van afstand tussen de twee alleen maar doet toenemen. Yi’s voorstellingen zijn doorspekt van een bevreemdende melancholie. Voor de gloednieuwe voorstelling Under the Horizon ontwikkelden Huang Yi en audiovisueel artiest Ryoichi Kurokawa baanbrekende technieken die een wereld scheppen waarin schaduwen en mensen in elkaar opgaan. Waarin je even niet meer weet waar je moet kijken, of wat je moet geloven. Waarin schaduwen van vlees en bloed worden, en mensen tot louter schaduw worden. Under the Horizon is een kijk- en luisterspel waar je letterlijk oren en ogen tekort komt. Huang Yi en zijn dansers werken samen met de zangers van het Nederlands Kamerkoor. Under the Horizon is vooral een persoonlijk verhaal. Yi was nog geen zeven toen het bedrijf van zijn vader ten onder ging. De welgestelde familie geraakte aan lagerwal. Yi’s moeder probeerde met een sprong uit het raam zelfmoord te plegen. Het had vanzelfsprekend een grote impact op Yi’s leven. Maar het maakte hem tegelijk des te nieuwsgieriger naar de grens tussen leven en dood. Zoals Yi zelf aangeeft: “Als kind was ik gefascineerd door de schaduwen op de wand, of de donkere hoekjes in de kamer. Ik had het gevoel alsof ik aan het einde van dat duister mensen van een andere wereld kon zien. Ik vroeg me af: is er een manier om de doden via je schaduw te vergezellen?” De horizon staat in Chinese mythologie voor daar waar het hier-

namaals begint. Under the Horizon is als het ware de Chinese visie op het verhaal van Orpheus en Euridice. Huang Yi reist naar het hiernamaals, waar slechts schaduwen acteren. Hij brengt de doden tot leven. Zijn ze echt, of verbeelding? Zijn zij de dierbaren die hij verloor? Tido Visser, directeur van het Nederlands Kamerkoor: “Toen we zijn voorstelling met de robot zagen, wisten we gelijk dat Yi’s fysieke taal zich bij uitstek leent voor koormuziek. Daarom zijn we met hem het gesprek aangegaan. Het bleek dat hij al tijden speelde met de gedachte een voorstelling te maken waarin koormuziek een prominente rol zou spelen. Er is geen puurdere klank dan de menselijke stem. We zingen hoofdzakelijk bestaand repertoire, van Pärt tot Lang, van Tormis tot Vasks. Toegankelijk en sferisch tegelijk. Het is alsof de zangers Yi vergezellen in zijn reis naar het hiernamaals.” De Taiwanese regering investeert op ongekende wijze in dit project, waarin techniek weliswaar een hoofdrol vervult, maar nooit de overhand neemt. Tido Visser: “Als je denkt: dat is knap gedaan, ben je je doel eigenlijk al voorbijgeschoten. Het knappe van Ryoichi’s werk is dat je nooit het gevoel hebt naar techniek te kijken. Het verhaal zelf, de inhoud zelf, staat altijd voorop. De techniek staat in dienst van die inhoud. Maar ik kan niet ontkennen dat bij de eerste previews mijn mond af en toe openviel van verbazing.”

De voorstelling Under the Horizon gaat op 21 september 2018 in première in de Stadsschouwburg Utrecht, en toert vervolgens door Nederland. Iets later gaat de productie ook naar Taiwan en de Verenigde Staten.

19


Beste Felix

Brieven van Henk Badings aan Felix de Nobel door GERARD MAASSEN

In standaardwerken over het Nederlandse muziekleven in de twintigste eeuw wordt zonder uitzondering de nodige aandacht besteed aan Henk Badings (1907-1987). Dit is verklaarbaar omdat hij een van de belangrijkste Nederlandse componisten was in die periode, maar ook vanwege zijn prominente rol in het Nederlandse muziekleven gedurende de Tweede Wereldoorlog. Er is dus veel geschreven óver Badings. In een korte serie in dit magazine publiceren we een selectie van fragmenten die uit de pen van Badings zelf zijn gevloeid. Het betreft zijn aandeel in zijn briefwisseling met Felix de Nobel. (Of De Nobels helft van de correspondentie bewaard is gebleven, is niet bekend.) In het eerste deel (NKK Magazine nr. 5, januari-mei 2017) hebben we gezien hoe Badings en De Nobel bevriend raakten. Zij waren leeftijdgenoten - in hetzelfde jaar geboren - en deelden dezelfde muzikale smaak. In musicis waren zij ook nuttig voor elkaar. Badings componeerde werken in een gematigd modernistische stijl, die De Nobel als kamermusicus en koorleider zou kunnen uitvoeren. De Nobel zat te springen om nieuwe koorwerken in een gematigd modernistisch idioom. Uit de brieffragmenten liet Badings zich kennen als een sensitieve persoonlijkheid, die hypercreatieve perioden afwisselde met tijden van depressie en inertie. De schrijfstijl die hij hanteerde zou ik typeren als – en dat is natuurlijk een persoonlijke indruk – enigszins theatraal en ‘geconstrueerd’ humoristisch. In het eerste deel kwamen 1935 en een deel van 1936 aan de orde, de eerste maanden van de vriendschap tussen Badings en De Nobel. Dit tweede deel pakt de draad op in de herfst van 1936. Badings had het druk gekregen. Naast zijn werk aan de afdeling Mijnbouw in Delft en zijn eigen compo-

20

sitorische arbeid, had hij ook onderwijstaken op zich genomen. In 1934 werd hij aangesteld als hoofdleraar compositie in Rotterdam en tevens als leraar aan het Amsterdamse Muzieklyceum. Verder had hij in september 1936 een boekje het licht doen zien: De hedendaagsche Nederlandsche Muziek. Dat het leraarschap hem niet altijd even goed beviel, blijkt uit het volgende opmerkelijke brieffragment (geschreven in Delft op 16 september 1936): “Ik ben niet bij je geweest Zaterdagavond. Het gaat overigens mis met mijn Zaterdagavonden, want ik krijg er twee uur bij (in Amsterdam, GM), die perse op Zaterdagavond een uur na zonsondergang moeten vallen omdat in die klas een orthodox jodinnetje komt te zitten. Eigenlijk zit ik er leelijk mee.” Over zijn pas verschenen boekje schrijft hij verderop in dezelfde brief: “Zoo schoot mij ook te binnen dat ik in mijn boekje een paar zwaar belangrijke componisten glad en onherstelbaar vergeten ben. Onherstelbaar want het lamme ding is net uit, een paar dagen geleden kreeg ik het. Tusschen twee haakjes neem het ding niet, want je krijgt er een van den schrijver, wanneer je tenminste zulk tuig hebben wilt.” Klaagde Badings in het verleden al regelmatig over zijn gezondheid, in zijn brieven van eind 1936 begint hij symptomen van hypochondrie te vertonen. In een van zijn brieven gebruikt hij zelfs de term “ziekteviering”. Daarop blijkt Felix de Nobel niet steeds te reageren zoals Badings zou wensen, getuige de volgende brief: “Overigens ben ik boos op je (niet erg hoor!) dat je op een briefkaart zinspeelt op de ziekte waarvan de symptomen zich zoo nauwkeurig uiten, dat ik de datum van intrede te voren kan vaststellen. Alles wat op een briefkaart staat wordt door alle ploerterijen zorgvuldig gelezen en de mijne “bedient” tevens op Mijnbouw! Maar om op die intrede terug te komen,


de ziekte begint Donderdag om 8 uur wanneer ik per trein uit Adam vertrek.” En in een brief van 16 november 1936, weer vanuit Delft: “Even een krabbel om je te melden, dat ik hoogstwaarschijnlijk Vrijdag na de uitzending zoodanig ongesteld zal zijn - ik voel het al aankomen – dat ik op een langdurig ziekbed geworpen zal worden. Dat moet je nu niet op een briefkaart schrijven, te meer daar ik mij werkelijk heel beroerd voel. Ik waarschuw alleen omdat ik dan Vrijdag niet met je mee kan gaan.” Badings bezoekt regelmatig huize De Nobel, dan nog in Overveen gesitueerd, soms om samen per radio naar de uitvoering van een pas gecomponeerd werk te luisteren. Daarover, en tevens over een nieuw internationaal succes, lezen we in een briefje gedateerd 3 oktober 1936: “Wel wil ik graag a.s. Donderdag (8 Oct) aan komen waaien, zelfs met een vreeselijk egoïstisch doel: op dien avond gaat ijs-en-wederdienende mijn 3e symphonie door Brussel de lucht in en dat zou ik graag willen hooren.” En op 5 december 1936 schrijft Badings vanuit Delft: “Dan wil ik je vragen of ik aanstaande Donderdag (10 december, GM) bij jullie mag komen luisteren naar Radio Wien, waar Olly (de violiste Olly Folge Fonden, Badings vriendin, GM) omstreeks 9.30 eenige nummers ten beste geeft. Mocht het je niet schikken, wil je dan even bericht zenden opdat ik een ander arrangement kan maken.” Dan neemt de briefwisseling een verrassende wending. Op 8 december blijkt Felix de Nobel nog niet gereageerd te hebben en op 9 december schrijft Badings: “Natuurlijk kom ik Donderdag niet. Ik zal nu trachten per radio van mijn Mussert te luisteren, op zichzelf gaat dat wel maar zijn toestel heeft onhebbelijke hoestbuien, is daarbij een volleerd vervalscher van timbres en heeft een uitgesproken sympathie voor bastonen en antipathie tegen hooge tonen.” Badings koketteert hier dus met Mussert, oprichter van de Nationaal Socialistische Beweging als lid van zijn kennissenkring. Laten we deze mededeling in het perspectief van de tijd plaatsen. De N.S.B. koesterde bij de oprichting in 1931 en enkele jaren daarna nog geen antisemitisch gedachtegoed en oefende aantrekkingskracht uit op een niet onaanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking. Ultimo 1935 bereikte de aanhang een maximum. De N.S.B., die zich vanaf het begin al wel had laten kennen als antidemocratisch, begon verder te radicaliseren. Zij profileerde zich als een beweging met onder andere Bloed en Bodem-theorieën als centrale filosofie. De N.S.B. verloor daardoor een belangrijk deel van haar sympathisanten. Badings schreef dus zijn briefje op een moment dat al veel leden de beweging de rug hadden toegekeerd. De Bloed en bodem-filosofie sprak Badings wel aan, maar gezegd moet worden dat, in tegenstelling tot zijn vriendin Olly Folge Fonden, Badings nooit lid is geworden van de N.S.B.

Begin 1937 maakt Badings het nog bonter. Den 11ten Januar schrijft hij een nederige brief aan De Nobel geheel in het Duits. De brief is gericht aan “Hochwohlgeborener, Hochverehrteste Herr Hofkammersängerklavierbegleiter, Entschuldigen Herr Baron gnädigst, das zich Euer Hochgeboren mit meinem schreiben belästige. In der Tagespresse las ich, dasz Eure Hochgeboren erkränkt sei und ich kann keine Seelesruhe finden bevor Hochderselbe mir gestatten hat mit diesem Brief meine herzlichsten Besserungswünsche zu Ihren Füszen legen zu dürfen. Obschon ich alzusehr davon überzeugt bin, wie jeder Augenblick für Hochselben goldern ist, bitte ich dehmütig und innigst mir eine kleine Notiz senden zu wollen wie es Euer Hochgeboren und seiner gnädigsten Frau gemahlin geht. (...) P.S. Erst vor kürzem habe ich erlernt wie man einen Brief abfassen musz. Es ist mir eine grosze Freude Euer Hochgeboren das erste Muster dar zu bieten.” Of deze bijzondere uiting van zorg voor zijn gezondheid De Nobel ook vreugde deed, is niet bekend. Hij zal er wel vreemd van opgekeken hebben. Dat geldt eigenlijk ook voor ons. Het briefje is duidelijk satirisch bedoeld, maar het is een toch wel sprekend voorbeeld van Badings’ humor, dit keer geconstrueerd – het woord gebruikte ik al eerder - met een dubbele bodem. Het is onmiskenbaar een uiting van Deutschfreundlichkeit, weliswaar op een moment dat de Duitse oorlogszucht nog niet in volle omvang manifest was, maar het fascisme en antisemitisme van Hitler-Duitsland waren dat daarentegen wel. In de jaren die volgden, met name in de bezettingsjaren, zou Badings ook in het openbaar blijk geven van een pro-Duitse houding. Het naschrift van het briefje lijkt mogelijk te zinspelen op een gevoel bij Badings, dat goede kennis van het Duits hem later zou helpen bij het verwezenlijken van zijn muzikale ambities. Dit briefje noopte ons tot een beschouwend intermezzo, maar de briefwisseling wordt in feite in dezelfde sfeer en met dezelfde frequentie voortgezet als voorheen. Brieven en kaartjes om een bezoek aan De Nobel af te spreken, of juist af te zeggen, volgen elkaar op. Nieuw is dat enkele van zijn brieven zijn gericht aan “Beste Dineke en Felix”. Badings besteedt daarin speciale aandacht aan de gezondheid van Dineke, de vrouw van Felix. In deze periode verblijft zij geruime tijd in het buitenland, waarschijnlijk om gezondheidsredenen. Dan doet zich opnieuw een opmerkelijk voorval voor, dat op Badingse wijze in een briefje (gedateerd 9 mei 1937) wordt aangekondigd: “Beste Felix, er is iets ontzettends gebeurd: ik moet hals-over-kop naar Zuid Frankrijk met een excursie, terwijl ik er met alles op gerekend had niet mee te hoeven. Ik ben radeloos: al mijn plannen in de war, al mijn nachtrust gaat er tot

21


Beste Felix mijn vertrek aan. Een paar dagen geleden hoorde ik het pas! Hoe vervelend ik het ook vind, ik moet wel vragen onze afspraak voor morgen nog eens uit te stellen en wel ditmaal tot na de excursie (begin Juni ben ik weer terug).” Nog vóór begin juni ontving Felix de Nobel een ansichtkaart (afgestempeld op 21 mei 1937), verstuurd vanuit Bourg-Madame, dat precies op de Frans-Spaanse grens ligt. De kaart bevat de volgende tekst: “Even een levensteeken. Wanneer je me niet terugziet en verder niets van me hoort, dan ben ik hier over de (Spaansche) grens en vecht mee in de duistere legioenen. Daar ik niet weet of ik je bij je verjaardag (27 mei, GM) per ansicht kan bereiken (zie onder) wensch ik je nu maar vast van harte geluk”.

Felix de Nobel zal de kaart met ongeloof hebben gelezen. De overgang van deelnemer aan een excursie naar aspirant-strijder in de Spaanse Burgeroorlog is wel heel verrassend, maar lijkt wel serieus, hoewel je je dat bij Badings altijd afvraagt. Badings geeft op de kaart niet ondubbelzinnig prijs aan welke zijde in de Spaanse Burgeroorlog hij van plan is te gaan vechten. Het valt te vrezen dat hij niet de Internationale Brigaden op het oog had, die werden gevormd door vrijwilligers die uit de hele wereld toestroomden om de Republikeinen te steunen in hun strijd tegen de nationalistische gardes van Franco. Het ligt meer voor de hand de “duistere legioenen” te associëren met De Zwarte Legioenen, onder andere bekend als de titel van een N.S.B.-lied dat de strijdbaarheid van de volgelingen van Mussert bezingt.

22

Het avontuur eindigt in een anticlimax. Hoe dichtbij hij ook was, Badings zou het strijdtoneel niet betreden. In de eerste brief na zijn terugkeer – niet gedateerd maar we kunnen afleiden dat die is geschreven op 8 juni 1937 – beschrijft hij eerst uitgebreid hoe ziek hij zich voelt, waarna hij vervolgt met: “De tocht in Frankrijk is buitengewoon geslaagd ondanks de krankzinnige hitte, die ons op den duur deed verlangen naar een echte Hollandsche regendag! Vooral de Pyreneeën zijn mooi, misschien zelfs voor menschen, die niet van gras en steen houden. (. . . .) Een bijzondere sensatie was het om op 100 m. van de Spaansche grens te slapen en om door de internationale commissie op de bon geplaatst te worden.” (De Internationale Commissie was ingesteld door de grote mogendheden om te beletten dat allerlei partijen zich zouden mengen in het Spaanse conflict; de grenzen van Spanje werden gesloten, GM).

Medio juli 1937 ontvangen Felix en Dineke de Nobel een brief waarin Badings een belangrijke stap aankondigt: “Beste Dineke en Felix, Zaterdagavond heb ik een deel van mijn plannen nog niet onthuld, omdat zij daarvoor nog niet voldoende gefixeerd waren. Thans wel: ik ga in het huwelijk treden t.z.t. met Olly. Op mijn uitdrukkelijk verzoek heeft er noch een verloving, noch eenige andere festiviteit of formaliteit bij het huwelijk plaats. Het zal onverwacht en in stilte geschieden”. Blijkens het slot van deze brief was het Badings opgevallen dat zijn soms wonderlijke manier van communiceren niet altijd positief op Dineke de Nobel overkwam. Maar nu iemand beslag kwam leggen op zijn hart, zou zij daar in de toekomst minder last van hebben! Korte tijd later ontvangen “Den Heer en Mevr. de Nobel” een klein kaartje met daarop als enige tekst: “Ir. Henk Badings en Olly Folge Fonden geven U hierbij kennis van hun huwelijk op 31 Juli 1937”. Wordt vervolgd...


backstage

Sanne van den Brink (31) is relatiemanager van het Nederlands Kamerkoor. Wat houdt dat precies in? Een kijkje in haar leven binnen én buiten het Nederlands Kamerkoor. Je bent net begonnen als relatiemanager. Wat houdt die functie in?

wel wilde wist ik nog niet precies. Toen de toenmalige salesmanager in het hotel waar ik werkte ontslag nam vroeg mijn baas of die positie niet iets voor mij zou zijn. Dat bleek een schot in de roos: het visitekaartje zijn voor een bedrijf en zoveel mogelijk mensen enthousiasmeren voor het product werd mijn grote passie. Wel had ik altijd het gevoel dat ik nóg beter in mijn werk zou zijn als het product iets was wat me aan het hart zou gaan: waarvan ik het écht belangrijk zou vinden dat het bekender werd bij nog meer mensen en waarvan ik zou willen dat het over honderd jaar nog steeds zou bestaan. Toen ik de vacature voor het Nederlands Kamerkoor zag dacht ik: dit is precies waar ik naar op zoek ben!”

“Als relatiemanager hou ik me eigenlijk bezig met alles wat met de relaties van het Nederlands Kamerkoor te maken heeft. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan het werven van donateurs, bedrijven en fondsen, maar natuurlijk is ook het onderhouden van onze bestaande relaties een erg belangrijk gedeelte van mijn werk. Hiervoor verzinnen we bijvoorbeeld leuke activiteiten. Mijn doel is om zoveel mogelijk mensen en instanties te vinden die het Nederlands Kamerkoor een warm hart toedragen. Hun (financiële) hulp zorgt dat we het topniveau van het Nederlands Kamerkoor kunnen blijven waarborgen. Van dit extra geld kunnen we bijvoorbeeld Wat zijn je hobby’s? de grote voorpaginaprojecten, zoals dit jaar 150 Psalms, “Ik hou heel erg van zeilen, dus zodra het ook maar een bekostigen.” beetje mooi weer is, probeer Wat is je achtergrond en hoe ik op het water te zijn, bijben je bij het NKK terecht voorbeeld de Friese meren gekomen? of de Waddenzee. Afgelopen “Ik ben opgegroeid in Lojaar ben ik in Griekenland chem, in de achterhoek. Ik geweest om de Middellandse ben naar Utrecht gekomen Zee over te zeilen. Daarnaast om rechten te studeren. Daar hou ik heel erg van koken wilde ik na mijn afstuderen en bezoek ik graag en veel niet in verder, maar wat ik concerten.”

Wat is het lekkerste recept? “Van mijn bospaddenstoelenrisotto met twee soorten kaas krijg ik nooit genoeg!”

Je favoriete muziek? “Het Nederlands Kamerkoor natuurlijk! Daarbuiten: mijn muzieksmaak is echt heel breed. Thuis luister ik graag klassieke muziek, ik luister op dit moment graag Erik Satie en Gidon Kremer, maar ik ga bijvoorbeeld ook elk jaar naar Lowlands en ik vind het ook heerlijk om een avond te dansen op elektronische muziek.”

Mooiste plek op aarde? “Ik ben afgelopen jaar dus in Griekenland wezen zeilen, toen zijn we elke dag van het ene naar het andere kleine eilandje gegaan. De zee was zo blauw en de eilanden zo knus en authentiek, ik was echt heel erg onder de indruk dat zoiets in Europa bestond!”

23


24


150 Psalms Een monument voor de koormuziek 150 psalmen, 150 componisten, 1000 jaar koormuziek, in één weekend, ingebed in debat en reflectie. Een monument voor de koormuziek, een hedendaags ritueel dat kunst en maatschappij verbindt, en een oproep tot menswaardigheid. Dat was de basis voor een heuse koormarathon onder de naam 150 Psalms, als onderdeel van het Festival Oude Muziek. In twaalf concerten in twee dagen klonken alle 150 psalmen, van 150 verschillende componisten, uit 1000 jaar koormuziekgeschiedenis. Vier kamerkoren van wereldniveau trokken daarvoor samen op: The Choir of Trinity Wall Street (VS), The Tallis Scholars (VK) en het Noors Solistenkoor. Lezingen, inleidingen en kunstinstallaties vormden samen een parallelprogrammering die tot doel had de psalmen midden in de actualiteit te plaatsen. De psalmen – 3000 jaar oud – als bron van inspiratie voor de mens van nu. Het Nederlands Kamerkoor, initiatiefnemer van dit unieke project, bracht met 150 Psalms niet alleen een project van internationale allure, maar bekroonde met dit monument voor de koormuziek tevens zijn tachtigjarig bestaan. Er werden maar liefst 11.210 kaarten verkocht.

25

foto: Foppe Schut

terugblik


Is gerechtigheid puur een doel om naar te streven, o

Een leider moet het goede voorbeeld geven, maar w

Als iedereen gelijk is, waarom is er dan ongelijkheid

Kan mijn vrijheid die van jou inperken?

Rechtvaardigheid, vanuit wiens perspectief?

Maar heeft mijn vijand mij ook lief?

Waar gaat dankbaarheid over in gewenning?

Als ik dankbaar ben, krijg ik dan meer?

Een krachtige leider zijn zonder sterke mening, kan

Waar staan de regels voor het maken van nieuwe reg 26


of kan zij ook bereikt worden?

wie bepaalt wat dat is?

d?

dat?

gels?

Hoewel 80% van de muziek die hier in twee dagen klonk, van voor 1800 was – en de oudemuziekliefhebber dus volop aan zijn of haar trekken kwam – diende de actualiteit van de psalmen ook te worden weerspiegeld in composities van de negentiende en twintigste eeuw, en niet te vergeten in opdrachtcomposities. Aansprekende componisten als Nico Muhly, Michel van der Aa, David Lang, Caroline Shaw, Mohammed Fairouz en Zad Moultaka zetten een psalmtekst op muziek. De koren brachten wat betreft klank, kleur, presentatie en traditie diversiteit met zich mee. Het was deze diversiteit die het hele festival als zodanig een extra glans gaf. Mensen ging na elk concert steeds heviger in debat over welk koor eruit sprong. Een winnaar leverde dat niet op, het was vooral geen wedstrijd en over smaak valt niet te twisten, maar het oorverdovende applaus na afloop van het gezamenlijk gezongen Spem in Alium van Thomas Tallis gaf wel aan dat de waardering voor alle koren hoog was. 150 Psalms kende twee lagen: de intellectuele, beschouwende kant van lezingen en inleidingen, met aan de andere kant van het spectrum de muziek zelf, de meditatie op de thema’s. De programmering van de muziek was op prachtige wijze ingevuld door musicoloog en componist Leo Samama, zelf voormalig directeur van het Nederlands Kamerkoor. Theoloog Gerard Swüste had een indeling in twaalf hoofdstukken of centrale thema’s gemaakt. Elk van deze thema’s was voorzien van die psalmen die tezamen een verhaallijn aanreiken. De Balie gaf invulling aan een programma van lezingen en inleidingen door aansprekende lezinggevers en concertinleiders. Michael Ignatieff, rector van de Central European University in Boedapest, en de Engelse historicus Tom Holland gaven indrukwekkende keynote lezingen. Elk concert werd voorafgegaan door een inleiding van drie vooraanstaande Nederlanders: Désanne van Brederode, Oek de Jong en Ramsey Nasr. Zij hadden elk een geheel eigen stijl en een eigen, zeer persoonlijke relatie met de psalmen. De inleidingen duurden niet langer dan vijf minuten per keer, maar

waren daarmee een prachtige korte reflectie voordat we ons in de teksten van de psalmen en de muziek zelf onderdompelden. De brug tussen muziek en lezingen/inleidingen werd gevormd door de programmering in de foyer van TivoliVredenburg, door Creative Court. Verbeeldingskracht, ontregeling en reflectie prikkelen de geest. Ze maken ons vrij van systemen en beperkingen, brengen ons op nieuwe ideeën. Ze synchroniseren ons morele kompas, helpen ons relativeren en begeleiden ons in de zoektocht naar de kern van onze gedeelde menselijkheid. Zo kan de connectie met het hogere bewustzijn een way of life worden, een doorlopend proces van invoelen in en duiden van de omgeving en de eigen rol daarbinnen. In haar werk als curator van Creative Court ontwikkelt Rabiaâ Benlahbib concepten waarin die elementen terugkomen, zoals bij de installaties voor 150 Psalms. In tijden van onzekerheid of onvoldoende diepgang hebben we al snel de neiging antwoorden uit religieuze boeken te versimpelen of verabsoluteren. De installaties belichtten op prachtige wijze de complexiteit, de nuance en de universaliteit van de psalmthematiek. Na Utrecht trok de psalmenmarathon naar New York City, als hoofdbestanddeel van het White Light Festival van Lincoln Center. En het succes was er al even groot. De concerten werden zeer goed bezocht. Uiteindelijk waren negen van de twaalf concerten uitverkocht. Jane Moss, artistiek directeur van het Lincoln Center, stelde: “Toen ik dit project omarmde, was ik bang dat twaalf concerten wel erg veel zou zijn. Nu heb ik het gevoel: het waren er lang niet genoeg.” Volgend jaar maart wacht nog een halve marathon, in het Brusselse Klarafestival. Terugkijkend kunnen we zeggen: 150 Psalms is in vrijwel alle opzichten dat geworden wat we er ons van hadden voorgesteld. De waardering voor het project was enorm en hartverwarmend, met talloze emails, brieven, reacties op social media, en met viersterrenrecensies in de NRC en Trouw en een vijfsterrenrecensie in het gezaghebbende Duitse magazine Rondo.

27


interview

Word Vriend Uw steun, onze adem.

Mede dankzij de schenkingen van onze Vrienden kunnen wij al tachtig jaar op topniveau presteren. Draagt u het Nederlands Kamerkoor een warm hart toe? Ga naar www.nederlandskamerkoor.nl/wordvriend, en meld u aan!

28


interview

De Johannes volgens Reinbert de Leeuw Na de succesvolle Matthäusuitvoeringen leidt Reinbert de Leeuw het Nederlands Kamerkoor nu in Bachs Johannes. Ook deze uitvoering zal verrassen. 29


interview

door MERLIJN KERKHOF

Reinbert de Leeuw heeft Bachs Johannes-Passion nooit eerder gedirigeerd. Sterker nog: hij heeft het stuk nog nooit live gehoord. En toch gaat hij de Johannes, de kleine maar oudere broer van de Matthäus-Passion, uitvoeren – zeven concerten staan er gepland in maart. Weer met het Nederlands Kamerkoor uiteraard, en wederom met Holland Baroque als orkest. De Johannes onder De Leeuw is een logisch gevolg van een zeldzaam publiekssucces, het Matthäus-project van 2016. De Leeuw hield college aan tafel bij De Wereld Draait Door en televisiekijkend Nederland viel als een blok voor de man die zich – na zich jaren te hebben ingespannen voor de grote, maar niet altijd toegankelijke componisten als Schönberg, Boulez en Ligeti – op late leeftijd (77 destijds) ineens op Bach stortte. Het gevolg: uitverkochte zalen en kerken. De cineast Cherry Duyns maakte een documentaire over De Leeuws Bach-bekering. Ook de dvd daarvan werd een hit. Wie bij een van de concerten was, hoorde een Matthäus die in alles afweek van de vertrouwde, gemiddelde of – terecht of onterecht – als historisch verantwoord bestempelde uitvoering. De tempi? Soms zo veel langzamer dan musici gewend zijn, dat je ze bij de eerste uitvoe-

30

ring in het Arnhemse Musis Sacrum zag vechten tegen hun gewoontes. Bijzonder om te zien: de volledige overgave van de zangers en instrumentalisten. Nog mooier: de concentratie die zij onder De Leeuw afdwongen bij het publiek. Amper twee jaar later vergaderen Reinbert de Leeuw en Tineke en Judith Steenbrink (de tweeling achter Holland Baroque, respectievelijk klaveciniste/organiste en violiste) over de Johannes. Al kun je vergaderen beter tussen haakjes zetten. De Steenbrink-zusters hebben weliswaar veel meer Bach gespeeld, het is vooral de dirigent die aan het woord is – niemand wil hem onderbreken. Het enige moment dat hij stilvalt, is wanneer hij een hijs neemt aan zijn onafscheidelijke sjekkie – het podium moet de enige plek zijn waar De Leeuw niet rookt. “Het is een wonderlijke situatie”, zegt hij. “Ik dirigeer muziek waar zij het hele jaar door mee leven. Maar ik ben er wel heel intensief mee bezig. Ik lees veel over het Johannes-evangelie, ik neem de partituur mee op tournees. Dan ontstaan er allemaal ideeën. In zo’n bespreking met Tineke en Judith probeer ik die ideeën te toetsen.” De zussen knikken aanmoedigend. “Ik ben me ervan bewust dat mijn Bach anders is dan anders. Ik kan er niks aan doen dat ik zo’n uitgesproken

mening heb. Soms geneer ik me daarvoor, zeker tegenover zangers die het stuk 90, 100 keer gezongen hebben. Maar het is voor mij zo wezenlijk hoe het moet klinken.” Wat hij dan precies zo anders deed? “Die zangers hoefde ik weinig uit te leggen. Maar de instrumentalisten…” De Leeuw zingt de eerste vioolpartij van de Matthäus-aria Blute nur voor, licht en met afgemeten articulatie. “Nou, dan vroeg ik: kunnen jullie ook Blute nur spelen? De tèkst?” Tineke Steenbrink vult aan: “We zijn als instrumentalisten gewend geraakt de noten wat korter te spelen, alsof we de dictie en adempauzes van zangers imiteren. Maar als Reinbert ‘de tekst spelen’ zegt, bedoelt hij: de inhoud van die tekst, die moeten wij overbrengen.” De Leeuw: “Dat zeg ik steeds: dènk de tekst.” Dat hij de Johannes nooit live hoorde, is trouwens best te verklaren. Toen De Leeuw opgroeide, was de Nederlandse Matthäus-traditie al een feit. In zijn jeugd hoorde hij het stuk over het sterven van Christus geregeld, maar de Johannes werd nog zelden uitgevoerd. De Leeuw raakte in de ban van de twintigste-eeuwse avant-garde, hij componeerde zelf, ontwikkelde zich als pianist (hij scoorde onverwachts met de pianominiaturen van Erik Satie) en voor hij er erg in had, gold hij als Nederlands belangrijk-


“Het moet zoals ik in mijn hoofd heb, het kan niet anders” ste voorvechter van de eigentijdse kunstmuziek. Zelf naar concerten gaan, daar kwam hij weinig aan toe, en Nederland was inmiddels een aantal specialistische ensembles en orkesten rijker die Bach speelden. Waarom zou De Leeuw zich daaraan wagen? Het veranderde toen hij werd gevraagd om een Matthäus-project te leiden bij het Limburgs Symfonie Orkest. Dat was 2013. Hij nodigde zangers bij hem thuis uit om het stuk door te spreken. Ook de samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en Holland Baroque was intensiever dan gebruikelijk. Zoals Judith Steenbrink zegt: “We wilden niet zo’n Matthäus waar iedereen even voor de zaalrepetitie aan komt kakken.” Zo zal het ook nu niet gaan. De Leeuw: “De samenwerking met deze mensen is heerlijk. Die volledige bereidheid om alles te doen wat ik voorstel, zelfs al gaat het in tegen hun natuur, raakt me enorm. Ik heb geen enkel moment wrijving gevoeld. Het bijzondere was dat iedereen deel uitmaakte van het stuk. Ook die ene speler die dan tien minuten niets te doen had voor hij weer moest inzetten, bleef betrokken; de solisten murmelden de koralen mee. Voordat ik aan de Matthäus begon ging het niet zo goed met mij. Na afloop voelde

ik me veel beter.” Ook die Johannes zal hem goed doen. “Al moest ik toen ik begon te studeren wel wennen, hoor. God, wat is dit stuk ánders. We moeten het vooral zoeken in de tekst – het evangelie van Johannes (het door de evangelist Johannes opgetekende Bijbelboek waarin over het leven van Jezus Christus wordt verteld, MK) verschilt ontzettend van de tekst van Matteüs. Bij de laatste is het lijden de grote onderstroom. In het Johannes-evangelie wordt Jezus als de zoon van God verheerlijkt, hij is minder mens dan bij Matteüs, hij staat op een voetstuk. Hij kent geen twijfel en blijft op het arrogante af superieur in zijn dialogen met Pontius Pilatus (de Romeinse prefect die beslist – of, volgens Christus, dénkt te kunnen beslissen – over Jezus’ kruisiging, MK). Nog zo’n verschil hoor je in de slotkoren. In het Ruht wohl van de Johannes zingen we dat we de dood van Christus niet moeten bewenen, het was immers Gods bedoeling, terwijl we de Matthäus eindigen met Wir setzen uns mit Tränen nieder.” Wat hem fascineert aan de Johannes: die drie aria’s na Jezus’ dood, allemaal adagio’s. “Ik ben er nog niet uit waarom dat is. We bezien het sterven vanuit drie ooghoeken, heel interessant.” En dan natuurlijk de vraag waarom Johann Sebastian Bach, toen hij het stuk in 1724 aan

het papier toevertrouwde, ervoor koos om toch wat tekst uit het Matteüs-evangelie toe te voegen. De Leeuw: “Hij leent de scène over Petrus’ verloochening van Jezus. Ik denk dat Bach zich identificeerde met Petrus. Waarom ik dat denk? Bij de Matthäus-Passion zit het zwaartepunt bij de verloochening – Petrus die trouw wil zijn, maar zwakte toont, Erbarme dich. Dat hij juist die geleende woorden ‘und weinete bitterlich’ in de Johannes zo veel ruimte geeft, daaruit blijkt volgens mij dat Bach niet wilde dat het menselijke element ontbrak. Toch dat lijden, Bach kon gewoon niet zonder!” De dirigent blijkt zich wel voorzichtig in te luisteren. Op de salontafel ligt een cd-box met een opname van Frans Brüggen – het Orkest van de Achttiende Eeuw met het Nederlands Kamerkoor. Toen De Leeuw zich voorbereidde op zijn eerste Matthäus, zocht hij Brüggen op om over het stuk te praten. De oudemuziekpionier overleed in 2014. “Natuurlijk zou het mooi zijn geweest als ik nu ook zijn zegen had gekregen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik opnames toch snel uitzet – zelfs die van hem. Ik heb nu eenmaal zulke sterke opvattingen. Het moet zoals ik het in mijn hoofd heb, het kán niet anders.”

31


interview Verslag

Jubileumzingdag in thuisstad Utrecht door JAN VERHOEF

Op 1 oktober 2017 was het op de dag af tachtig jaar geleden dat het ‘Nederlandsch Kamerkoor’ voor het eerst op de Nederlandse radio was, onder leiding van oprichter Felix de Nobel. Dat moest gevierd worden, met 130 amateurzangers uit heel Nederland. Jan Verhoef, al jarenlang een zeer betrokken Vriend van het NKK, schreef een verslag.

Opeens, op het moment dat het concert zou gaan beginnen, stond een aanzienlijk deel van het publiek op om voluit mee te gaan zingen. Door het volle TivoliVredenburg ruiste een golf van verrassing. Het jarige Nederlands Kamerkoor had een cadeau voor ons: een zeer bijzondere uitvoering van de Vespers van Sergei Rachmaninov waarbij een adhoc-koor van zo'n 130 amateurs meezong. Hoorbaar en zichtbaar werd zo de bijzondere band die dit professionele topkoor de laatste jaren met Nederlandse amateurzangers heeft opgebouwd. Dat kon natuurlijk niet zómaar. Al vroeg op deze zondag 1 oktober hadden zangers en stafleden van het Nederlands Kamerkoor en meer dan honderd bevriende amateurzangers zich verzameld in het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Voor elke stemgroep stond een tafel klaar waar iedereen voorzien werd van informatie. Er was koffie en men voerde geanimeerde gesprekken. Muziek verbindt, ook al vroeg op de dag. Exact om tien uur heette directeur Tido Visser iedereen welkom: “Vandaag op de dag af tachtig jaar geleden richtte Felix de Nobel het Nederlands Kamerkoor op.” Annet Lans, sopraan in het Kamerkoor, nam het stokje van hem over. Stijve stemmen, stroeve schouders, alles moest los en soepel worden gemaakt. Annet had weinig tijd: om twaalf minuten over tien kreeg elke stemgroep een zanger en een staflid van het Kamerkoor mee zodat men strikt volgens plan om kwart over tien zou kunnen beginnen. De strakke dienstregeling werd door een team van vrolijke, vriendelijke jonge vrouwen onverbiddelijk gehandhaafd.

32

Ik mocht overal kijken en begon bij de bassen, die zich onder leiding van Jasper Schweppe in hun partijen zouden verdiepen. Alle zangers hadden zich thuis al grondig voorbereid. Eerst stelde Jasper zichzelf voor. Hij vertelde over het concert dat het Nederlands Kamerkoor de avond tevoren in Heerenveen had gegeven. Zoals het NKK regelmatig doet werd bij het concert in Heerenveen samengewerkt met een lokaal koor, in dit geval zelfs drie, die eerst onder hun eigen dirigent enkele stukken zongen en daarna met het Kamerkoor onder leiding van dirigent Peter Dijkstra twee delen van de Vespers van Rachmaninov. Op een gegeven moment, vertelde Jasper, “nam de Friese dirigent het woord om ons te feliciteren en daarna zongen de drie koren met de hele zaal ons toe, in het Fries. Ontroerend.” Maar genoeg gepraat: aan het werk! In de zaal ernaast was Åsa Olsson met de alten al een eind op weg met het eerste stuk. “Nu eerst maar het andere stuk dat we doen. Zal ik eerst de ademplekken geven? Soms heb je geen tijd om te ademen, dan moeten jullie even smokkelen.” Daarna spraken ze de Russische tekst, in koor. Zelfs het omslaan van een pagina op een onlogische plek kreeg aandacht. Bij de tenoren, onder leiding van Stefan Berghammer, zag ik tot mijn verrassing overal gescheurde kranten. Dat bleek te horen bij een bepaalde techniek. Later legde Stefan me uit: “Amateurs hebben de neiging om aan het eind van een zin te denken: zo, dat is weer gelukt. Dan komt de eerste noot van de volgende zin als een ver-


rassing. Het moet dóórgaan en dat ondersteun je als je al zingende langzaam een krant van boven naar beneden doorscheurt.” Er werd ingespannen en geconcentreerd gewerkt en dat moest ook: de tenoren vormden de kleinste groep. Tenslotte de zaal vol sopranen aan het werk met Annet Lans. Annet trok er flink aan: “Jullie willen dit langzaam zingen, maar dat gaat Peter zéker niet doen!” Na de pauze kondigde ze swingend aan: “We gaan het een beetje lichter maken.” En meeklappend: “Ja, beweeg maar! Ik wil jullie uit je oude tempo halen want het moet echt sneller!” Vooruit, dat was overal het toverwoord. Bij de tenoren: “Heel goed, voelen jullie het? Zo loopt de lijn door.” En Åsa Olsson met de alten: “Jullie doen het hartstikke goed! Het moeilijkste is het tempo wanneer het zó mooi is dat je vergeet te zingen.” Jasper Schweppe vermaande de bassen: “Denk erom, Peter Dijkstra zal veel meer aangeven dan ik. Kijk naar hem, kom uit je boek.”

"Jarig Nederlands Kamerkoor, je vrienden staan achter je!"

Het was tijd. Zingend pakten ze hun spullen bij elkaar. Even later liepen ze allemaal naar TivoliVredenburg. In de Grote Zaal kreeg iedereen een plaats en toen was het moment daar: “Peter, ik heb hier honderddertig zangers voor je!” Nu zouden alle stemmen bij elkaar komen. Peter Dijkstra begon met de zangers te bedanken: “Aan ons streven om contact te krijgen met die veelkleurige korenwereld in Nederland draagt u luister bij. En sorry, het licht wordt zometeen beter. We beginnen met het tweede stuk.” Verbaasd applaudisseerde hij. Geweldig! Maar dan: “Jullie hebben nu licht en er staan in je partij dynamische aanwijzingen die je misschien nu wèl kunt lezen …" Even later: “Uiterst zacht, en met z'n dertigen kun je een veel mooier piano maken

dan met z'n tweeën!” Geen detail, te late inzet of verkeerd uitgesproken woord liet hij passeren, maar altijd positief. “Oorspronkelijk is dit door Rachmaninov zonder één maatstreep genoteerd waardoor het heel zwevend wordt. Dat moeten jullie ook doen, je niet veel van die maatstrepen aantrekken, gewoon doorjassen.” Even later: “Het wordt beter, 't kan nòg beter!” Samen met het Nederlands Kamerkoor werd de toegift gerepeteerd. Dijkstra: “Er zijn niet veel mogelijkheden om adem te halen in dit stuk, dus als u er één heeft, geniet ervan zou ik zeggen.” Na de inzet stopte hij meteen weer: “Véél zachter.” Wonderlijk hoe zacht 160 zangers samen kunnen zingen! Het werk van Rachmaninov bestaat uit vijftien delen waarvan de vrienden het eerste en zesde meezingen. Dus werden de overgangen geoefend. Niets werd aan het toeval overgelaten. Van zingen krijg je honger. We werden meegenomen voor een prima lunch. Aan mijn overbuurman vroeg ik hoe het was geweest. “Feest,” zei hij spontaan, “Gewoon feest!” Hij bleek al in twee koren te zingen, dus ik vroeg of dit iets toevoegde. “Jazeker, véél! Veel meer de diepte in, aandacht voor details, details verzorgen, hoe je dat doet.” Stipt op tijd waren we weer in de zaal. De spanning steeg: nu ging het gebeuren. De amateurzangers, de 'vrienden van het NKK' namen hun plaatsen in achter het podium. Gewoon publiek, leek het, in een vol TivoliVredenburg. Na de verjaardagstoespraken is het hun beurt. Peter Dijkstra geeft de zangers van het Kamerkoor een teken en ze staan op. Tegelijk staan de rijen erachter op om zeer geconcentreerd mee te gaan zingen. Duidelijker kun je het niet zeggen: jarig Nederlands Kamerkoor, je vrienden staan achter je!

33


interview

gramma van het Nederlands Kamerkoor.

Zondag 10 & zaterdag 16 december, Kollum & Veenhuizen: Kerstconcerten door Northern Voices o.l.v. Edwin Velvis. Houd de website

Maar deze koren geven natuurlijk ook hun

www.northernvoices.nl op de hoogte voor

eigen concerten, waaraan u als koorlief-

meer informatie!

Met het traject Zingen doe je samen! geven we amateurkoren door het hele land de kans op te treden in het voorpro-

hebber uw hart kunt ophalen. Wij hebben de mooiste kerst- en nieuwjaarsconcerten voor u op een rijtje gezet:

Zaterdag 9 december, Waalse Kerk te Amsterdam: Adventsconcert door het Lelikoor o.l.v. JanJoost van Elburg. Een prachtig en gevarieerd

Vrijdag 15 & zaterdag 16 december, Schalkwijk & Sliedrecht: Kerstcantateconcerten door Canticum Amicorum o.l.v. Patrick van der Linden.

Orkest en Gerben Budding op orgel. Kijk voor meer informatie op www.canticumamicorum.nl!

Zaterdag 27 & zondag 28 januari, Leeuwarden & Groningen: Musica Amorosa door Cantatrix o.l.v. Krista Audere. Een bijzondere samenwerking van Cantatrix, gastdirigent Krista Audere en gitarist Jan Bartlema, met het spetterende koorwerk Romancere

Canticum Amicorum slaat de handen ineen

Gitano van Mario Castelnuovo-Tedesco als

met kamerkoor Marcantus voor deze twee

hoogtepunt in het programma, aangevuld

cantateconceten, waarin Schwingt Freu-

door werken van componisten als Elgar,

adventsconcert met composities door o.a.

dig en Ärgre dich, o Seele, nicht centraal

Jackson en Gjeilo. Een warmbloedig

Guerrero, Byrd en Praetoris, om u helemaal

staan. Het programma wordt aangevuld

programma om de winter mee door te

in de kerststemming te brengen! Kijk op

met werken van Händel, Vivaldi en Men-

komen! Kijk op www.cantatrix.nl voor meer

www.lelikoor.nl voor meer informatie.

delssohn en begeleid door het Ars Musica

informatie.

Van sopraan Cressida Sharp In elke editie van het Nederlands Kamerkoor Magazine geeft een zanger of zangeres de geheimen van het vak weg. Deze editie vragen we Cressida Sharp, pas net sopraan in het Nederlands Kamerkoor, naar haar toptips voor koorzangers: 1. Eer de muziek Bij het Nederlands Kamerkoor hebben we het geluk dat we een grote variëteit aan genres binnen de koormuziek mogen ontdekken. Belangrijk daarbij is: eer deze verschillende soorten muziek! Elk genre – van oude muziek tot romantisch tot hedendaags - heeft een eigen aanpak nodig, en we stemmen onze klank hier altijd op af. Welke toonproductie past bij welk genre? Heeft dit stuk een brede klank nodig of juist een veel fijnere? Hoeveel vibrato moet ik gebruiken, en hoeveel warmte? Dirigenten geven hierover vaak algemene aanwijzingen, maar we moeten onze eigen verantwoordelijkheid nemen voor onze individuele klank én voor de afstemming onderling door grondig te luisteren naar elkaar.

34

2. Waar zingen we over? Het vergt veel tijd en moeite om de woorden echt tot je te laten doordringen. Al helemaal als je in veel verschillende talen zingt! Het is echter enorm belangrijk om te weten waar je over zingt. Pas als je de betekenis van de tekst goed begrijpt, kun je een echte emotionele verbinding aangaan met de betekenis van de muziek. Als dat lukt, is het de allergrootste beloning. Door zo’n verdiept begrip ontstaan steeds meer mogelijkheden in dictie en communicatie. 3. Eer het publiek Op het podium staan kan zowel glamorous als afschrikwekkend zijn. Je wordt nerveus, het is vermoeiend en de emoties spelen soms vaak hoog op (logisch ook, met muziek). Daardoor bevind je je vaak in een stressvolle situatie. Maar wat er ook gebeurt backstage, het zwaartepunt blijft in de concertzaal. Dus: is het koor gespannen? Zing voor het publiek! Is het stuk eng ingewikkeld? Zing voor het publiek! Gebruik de woorden, luister naar de andere zangers, vertrouw de dirigent, geef de muziek aan de mensen die zijn gekomen om het allerbeste van je te horen. Verder: vergeet nooit je potlood!


8x voor € 51,45 N R 726 ,

S I N D S 1952 |

S E P T E M B E R | O K TO B E R 2017

Luister is hét toonaangevende klassieke muziektijdschrift en verschijnt acht keer per jaar. Nu nog méér pagina’s vol interviews, recensies, beschouwingen en portretten van componisten en uitvoerenden! N R 725 ,

S I N D S 1952 |

N R 724 ,

J U L I | A U G U S T U S 2017

S I N D S 1952 |

M E I | J U N I 2017

Noa Wildschut

Passie voor klassiek

N R 723 ,

S I N D S 1952 |

A P R I L 2017

Zomerfestivals:

Zomerfestivals

❯Robeco SummerNights 2017 ❯Oranjewoud Festival ❯Opera Styx ❯Festival Classique

o.a. Robeco SummerNights, Wonderfeel, Festival Oude Muziek, Delft Chamber Music Festival

Han de Vries

Begenadigd hoboïst en gepassioneerd schilder

Klaartje van Veldhoven

Naxos bestaat 30 jaar

Directeur Klaus Heymann blikt terug

Christophe Rousset viert 25 jaar Les Talens Lyriques

Zoekt naar verbinding van stijlen en culturen

Nederlands Kamerkoor

150 psalmen, 150 componisten, 1000 jaar koormuziek

Strijdlustige doorzetter

Grande Dame Caroline Kaart

De ongebaande wegen van Antoinette Lohmann

Growing old gracefully

Nieuwe Yamaha-vleugels

Voorkeur voor onbekende muziek

De SX met onverwachte kwaliteiten

Op het hoogste niveau lol trappen

€ 7.99

Diana Damrau ‘Meyerbeer is pure magie’

Harriet Krijgh

Philippe Herreweghe 70 jaar

€ 7.99

‘Mijn agenda voor de komende vijf jaar ligt al vast’

€ 7.99

‘Muziek maken gaat om het raken van mensen’

Ga snel naar www.luister.nl e-mail naar abonnement@bcm.nl of bel 085-7600237 (ma-vrij, 8:30-12:30 uur, lokaal tarief)

Volg ons op

en schrijf je in voor de nieuwsbrief op www.luister.nl

35

€ 7.99


Wat vond u ervan?

tweets

150 Psalms “Van harte gefeliciteerd met jullie 80-jarig bestaan. Afgelopen 1 en 2 september was ik bij jullie psalmenproject. Het is nu de avond van 4 september en ik begin weer een beetje te landen op aarde. Wat een prachtig project, wat een prachtige koren, wat een prachtige nieuwe composities, wat een prachtige kennismaking met allerlei ‘oude’ componisten van wie ik nog nooit had gehoord! Deze liederen waren mij al zeer dierbaar maar ze zijn me door jullie project nóg dierbaarder geworden. Dank, dank, dank!”

Henk Vis

Joep Annegarn @CKC_Joep 03-09-2017

Geweldig dat je als 80-jarig koor zó goed bij stem bent! Wereldklasse @ned_ kamerkoor

Rachmaninov Vespers "Wij hoorden vrijdag 29 september de Vespers van Rachmaninov in Den Haag. Wat een prachtige muziek, wat een prachtige uitvoering. Mijn man zei: ‘Als je niet religieus bent, zou je het worden.’ Dat leek me een compliment voor Rachmaninov, en voor de manier waarop Peter Dijkstra dat geweldige kamerkoor dirigeerde."

Hanneke de Jong

In de pers Britten: Sacred and Profane “Met zijn vrijwel geheel losgezongen ontleningen aan Brahms heeft Ein Schemen een eigen schoonheid en dramatiek, waarover het Nederlands Kamerkoor een stralende vocale glans werpt.”

Martin Bokx @martinbokx 23-09-2017

Prachtig concert vanavond in @MusisArnhem door @Ams_Sinfonietta en @ned_kamerkoor. Vanaf de start recht naar het hart.

Frits van der Waa, Volkskrant

Rachmaninov Vespers “Chef-dirigent Peter Dijkstra liet de zangers ademen als één lichaam en leidde hen gedetailleerd maar soepeltjes door treffende kleurschakeringen en dynamische nuances.”

Joep Stapel, NRC Handelsblad

36

Daijiro Ukon @ukondaijiro 28-09-2017

Thank you for your great performance 2 days ago! The best choral performance I’ve heard in years. @ned_kamerkoor


Programmatoelichting Weihnachts -Oratorium Psalmensymfonie van Stravinsky Miserere NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer 37


interview # Bach

# familie

# kerst

# Peter Dijkstra

Het Weihnachts-Oratorium is niet meer weg te denken bij het Nederlands Kamerkoor. Met steeds weer nieuwe topensembles, maar altijd onder leiding van chef-dirigent Peter Dijkstra, verrijkt en verdiept het koor zijn blik op dit meesterwerk van Bach. “Veel meer valt er met Kerst niet te wensen”, schreef NRC dan ook over het WeihnachtsOratorium van het Nederlands Kamerkoor in 2016.

WeihnachtsOratorium

foto: Kasimir Szekeres

Johann Sebastian Bach BWV 248 (cantate 1-6)

In 2017 werkt het Nederlands Kamerkoor samen met de absolute top van barokmusici: Concerto Köln, een van de beste oudemuziekensembles ter wereld, en solisten Louise Kemény, Maarten Engeltjes, James Gilchrist en Andreas Wolf. Het complete Weihnachts-Oratorium klinkt: van de feestelijke cantate voor Eerste Kerstdag tot die voor Driekoningen. uitvoerenden Nederlands Kamerkoor Concerto Köln Peter Dijkstra chef-dirigent solisten Louise Kemény / Hannah Morrison (Keulen) sopraan Maarten Engeltjes countertenor James Gilchrist / Tilman Lichdi (Keulen) tenor Andreas Wolf bas www.nederlandskamerkoor.nl/weihnachtsoratorium

door DIRK LUIJMES

J.S. BACH: WEIHNACHTS-ORATORIUM We schrijven Leipzig, najaar 1734. De director musicus van de stad, Johann Sebastian Bach, zit achter zijn schrijftafel met muzikale plannen voor de komende kerstperiode. Hij zet zijn pruik af en neemt een slok uit een pul bier. Zes cantates moet hij laten horen, zo rekent hij, tijdens de erediensten van Eerste Kerstdag tot en met 6 januari, het feest van Epifanie. Zes werken, bedenkt hij, die op zichzelf kunnen staan maar ook een logisch verband moeten krijgen en zo samen een oratorium kunnen vormen. De ingrediënten ziet hij ook voor zich, omdat hij die al eerder in zijn passiestukken beproefde: het evangelieverhaal als rode draad en daar omheen koorstukken die de stemming en affecten groots onderstrepen, aria’s met beschouwende teksten, hier en daar een reflectief arioso én de bij de kerkgangers bekende lutherse koralen. RECYCLING De deadline nadert en dat kan een probleem worden. Bach heeft zijn handen vol aan componeren, lesgeven, zijn kerkbaan en het leiden van het veredelde studentenorkest dat hij de laatste jaren onder zijn hoede heeft. In zijn hoofd

38

galmen nog de klanken na van de gelegenheidscantates die hij vorig jaar schreef voor Saksische vorsten. Zoals wel vaker overweegt hij dit materiaal te recyclen: het scheelt tijd én meer mensen kunnen nu genieten van de fraaie klanken. De feestelijke ‘cantates’, zo stelt hij zich voor, vormen samen met een eerder geschreven kerkcantate de pijlers van het nieuwe oratorium. De evangelieteksten uit Mattëus en Lucas die op de betreffende feestdagen vanaf de kansel klinken moeten in recitatieven worden verwerkt. Er moet een tekstschrijver gevonden worden; misschien kan hij weer aankloppen bij Picander, wiens piëtistische poëzie hij al veel vaker verklankte. Bladerend door zijn oude manuscripten vermoedt de Thomaskantor dat het moet lukken: een verjaardagscantate voor een wereldlijk vorst kan toch zonder al te veel problemen worden omgeschreven voor de verjaardag van de goddelijke koning? Uit de losse pols schrijft hij alvast een harmonisatie van het kerstkoraal Vom Himmel hoch. De ideeën blijven komen: de melodie van het passiekoraal O Haupt voll Blut und Wunden moet erin, om de verbinding met het lijden van Christus te leggen. De tederheid van het kerstverhaal moet een plaats krijgen, de jubel van de engelen, de verwondering en de aanbidding van de herders…


programmatoelichting concertagenda 14 december 2017 Kerkrade, Theater Kerkrade 15 december 2017 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ 16 december 2017 Naarden, Grote Kerk 17 december 2017 Braunschweig (Duitsland), Sint-Martinuskerk 19 december 2017 Lochem, Grote of Sint-Gudulakerk 20 december 2017 Utrecht, TivoliVredenburg 22 december 2017 Boedapest (Hongarije), Liszt Academy Concert Centre 23 december 2017 Leiden, Pieterskerk 29 december 2017 Keulen (Duitsland), Philharmonie

EENHEID Het is niet ondenkbaar dat het ongeveer zo ging, een kleine 300 jaar geleden, toen Bach zich aan zijn Oratorium Nativitatis Tempori Christi zette. Dat hij de zes losse cantates als een geheel beschouwde, blijkt uit de tekstboekjes die hij voor de kerkgangers laat drukken. Een fraaie eenheid vormen de drie eerste cantates (voor de eerste drie kerstdagen) waarvan nummer 1 en 3 in dezelfde toonsoort, D groot, staan en zijn ingekleurd met de bijbehorende feestelijke trompetten en pauken. Cantate 1 en 2 worden verbonden door het koraal Vom Himmel hoch. Min of meer apart staat cantate 4 (voor Nieuwjaar) waarin twee hoorns aanschuiven. In cantate 5 ontbreken net als in nummer 2 de koperblazers. Qua toonsoort (A groot) sluit dit deel aan bij cantate 6 , die (afgezien van het ontbreken van de fluitpartijen) dezelfde toonsoort en instrumentale bezetting heeft als 1 en 3. Het slotkoraal van nummer 6 krijgt dezelfde als het openingskoraal van nummer 1. TEKST Volgens plan verwerkt Bach in zijn Weihnachts-Oratorium de kort ervoor geschreven drammi per musiche (BWV 213-214), waarvan hij koren en aria’s verdeelt over de verschillende cantates, ander oud materiaal en een recente kerkcantate (die als nummer 6 een plaats krijgt). Ze zijn door een onbekend gebleven dichter van nieuwe teksten voorzien, die vaak wonderwel passen in de nieuwe context. Er is wel gesuggereerd dat Bach bij het schrijven van de wereldlijke cantates al bedacht moet hebben dat ze in het oratorium een plaats zouden krijgen. Met dit hergebruik onderstreept Bach de stelling van de achttiende-eeuwse theoloog Gottfried

Ephraim Scheibel: “Er is wat het beroeren van de emoties betreft geen verschil tussen religieuze en wereldlijke muziek.” Het vreugdevolle affect van bijvoorbeeld het openingskoor Jauchzet, frohlocket!, is hetzelfde als dat van de oorspronkelijke cantatedeel Tönet ihr Pauken, waarin overigens de paukenslagen nog beter passen. Hoe subtiel en handig Bach tekst en muziek laat samengaan is onder meer goed te zien in de aria Bereite dich Zion. In de oorspronkelijke wereldlijke cantate gaat deze aria over de vertoornde Griekse godenzoon Hercules; in de nieuwe versie is de toon, in overeenstemming met de adventstekst, mild en ‘zärtlich’. In de wereldlijke cantate spelen twee violen unisono en staccato; in het Weihnachts-Oratorium verandert Bach de frasering: de tonen klinken minder bits, en een van de violen wordt door de oboe d’amore vervangen. Ook in andere aria’s past Bach af en toe de instrumentatie aan en zet hij de oudere werken in een toonsoort die beter in het tonale plan passen. SICILIANO Bach schrijft voor het Weihnachts-Oratorium niet alleen nieuwe recitatieven en geraffineerd geharmoniseerde koralen. Ook nieuwe delen krijgen een plek. Tot de hoogtepunten behoren de wondermooie inleiding tot de tweede cantate, waarin de herders (blazers) en de engelen (strijkers) in een Italiaanse siciliano een prachtige dialoog aangaan én de aria Schliesse mein Herze voor de alt (in het Weihnachts-Oratorium de stem van Maria). Door al dit nieuwe materiaal moeiteloos te verbinden met het oude voegt de 49-jarige Bach een nieuw meesterwerk toe aan zijn oeuvre.

Concerto Köln Een gepassioneerde uitvoeringsstijl en een onverzadigbare behoefte om zich in onbekend gebied te wagen zijn de handelsmerken van Concerto Köln. Al ruim 30 jaar staat het orkest met een onderscheidend geluid tussen leidende ensembles met een historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Concerto Köln speelt regelmatig op gerenommeerde festivals en in muzikale hoofdsteden in de wereld en staat synoniem voor uitstekende interpretaties van oude muziek. Tegelijkertijd behouden ze de diepe wortels in de muzikale wereld van Keulen. Projecten met bijvoorbeeld het Chor des Bayerischer Rundfunks, het Norddeutscher Rundfunk Chor, het Chorwerk Ruhr en het Zweeds Radiokoor laten zien hoe zeer Concerto Köln gewaardeerd wordt in samenwerkingen met vocale ensembles.

39


interview # Peter Dijkstra

De Psalmensymfonie (1930) van Stravinsky behoort zonder twijfel tot de belangrijkste werken van de twintigste eeuw. Het Nederlands Kamerkoor brengt een unieke versie voor koor en piano vierhandig, een bewerking van Dmitri Sjostakovitsj. Het stuk wordt onder andere geflankeerd door werken van Lili Boulanger – zus van Nadia – die precies honderd jaar geleden op veel te jonge leeftijd stierf aan de ziekte van Crohn. Ook klinken werken van Francis Poulenc en de Nederlandse componisten Rudolf Escher en Ton de Leeuw. Pianist Ralph van Raat maakt zijn debuut bij het Nederlands Kamerkoor, en nodigde Bobby Mitchell uit hem te vergezellen achter de toetsen.

# expressionisme

Psalmensymfonie foto: Kasimir Szekeres

Igor Stravinsky

programma Rudolf Escher Ciel, air et vents Lili Boulanger Soir sur la plaine Francis Poulenc Sept Chansons Ton de Leeuw selectie uit Cinq Hymnes: Regarde / Silence Stravinsky Psalmensymfonie (transcriptie voor piano vierhandig van Dmitri Sjostakovitsj) uitvoerenden Nederlands Kamerkoor Peter Dijkstra chef-dirigent Ralph van Raat piano Bobby Mitchell piano

concertagenda 24 januari 2018 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ Voorprogramma: Vocaal Ensemble Kwarts 25 januari 2018 Alkmaar, Theater de Vest 27 januari 2018 Utrecht, TivoliVredenburg 31 januari 2018 Arnhem, Musis 4 februari 2018 Den Haag, Nieuwe Kerk www.nederlandskamerkoor.nl/psalmensymfonie

door ERWIN ROEBROEKS

LIEFDESLYRIEK De werkwijze van Rudolf Escher (1926-1996) hield het midden tussen de praktijk van een dichter en die van een laborant. Elke noot heeft betekenis, elk akkoord is gemotiveerd, het kleinste muzikale detail bestudeerd. Escher vermoedde dat zijn precisie enigszins erfelijk bepaald was – zijn vader was een halfbroer van de graficus Maurits Escher. Het leidde tot letterlijk essentiële muziek. Ciel, air et vents uit 1957 is gecomponeerd in opdracht van de Nederlandse regering. Het is een koorwerk op poëzie van de Franse renaissancedichter Pierre de Ronsard. Het gelijknamige sonnet vertolkt de liefde aan de hand van beschrijvingen van de natuur. Muziek en poëzie zijn minutieus op elkaar afgestemd. De harmonie volgt de betekenis van de tekst; van open en helder

40

naar gesloten en mistig. We horen canontechnieken uit de tijd van Ronsard. De drie delen hebben elk een karakteristieke structuur die samen een diversiteit aan aspecten van de (menselijke) natuur weergeven. Deel een en drie bezingen de natuur, het middendeel is liefdeslyriek – Ronsard hing het Petrarcisme aan. Terwijl Petrarca zijn oeuvre wijdde aan de voor hem onbereikbare Laura, horen we in dit Ciel, air et vents letterlijk de tortelduifjes. ZONSONDERGANG De scheppingskracht en gezondheid van Lili Boulanger waren omgekeerd evenredig aan elkaar. Boulanger stierf in 1918 op 24-jarige leeftijd. Ze was een soort wonderkind, wiens muzikale talent zich al op tweejarige leeftijd manifesteerde. Geboren in Parijs groeide ze door muziek omgeven op. Haar familie bestond uit musici; Nadia was haar zus en haar vader won de Prix

de Rome in 1835. Zelf was ze de eerste vrouw die de Prix de Rome in de wacht sleepte, in 1913, met de cantate Faust et Hélène. Uit datzelfde jaar stamt haar Soir sur la plaine, geschreven voor de voorronde van de Prix de Rome. Het is een toonzetting van het gelijknamige gedicht van Albert Samain, een vriend van haar vader, voor sopraan of tenor, koor en orkest. Ze was een sociaal geëngageerd componist, afgaande op de keuze van veel teksten. Haar wijze van toonzetting was qua vorm geïnspireerd door Massenet, Fauré en Debussy, maar haar verlangen naar nieuwe harmonische en instrumentale kleuren bracht haar tot vernieuwende experimenten. Dat laatste horen we in Soir sur la plaine, een harmonisch en melodisch sprankelend werk. Het stuk verklankt wat je van een avond op de vlakte mag verwachten. Zonsondergangsthematiek, contrasten in vocale texturen, en een immense vlakte. De


programmatoelichting

De Psalmensymfonie is een intens werk, vol van ambachtelijk vernuft.

katholiek gebruik. In een brief schreef Poulenc zeer content te zijn met de zeven liederen die hij van plan was te componeren: "vier zijn zeer poëtisch, drie extravagant." De Sept Chansons zijn een hommage aan de renaissance, kennelijk gecomponeerd nadat Poulenc een concert met madrigalen en motetten van Claudio Monteverdi had bijgewoond.

foto: Astrid Ackermann

OPENHEID Ton de Leeuw (1926-1996) is een veel te onbekend gebleven Nederlands componist. Hij combineerde een bijzondere etnomusicologische vorming bij Jaap Kunst met compositielessen bij Henk climax ligt op de woorden ‘la plaine immense’, met het koor op volle sterkte, Badings en Olivier Messiaen. De Leeuw had een unieke, gelijkberechtigende en leidt naar het einde van de dag: ‘Et benadering van de vele muziekculturen voici que le coeur du jour s’est arrêté!’ van de wereld, het oor niet enkel binnen Europa gespitst. Cinq Hymnes voor EROTIEK gemengd koor, twee piano’s en percusParijzenaar Francis Poulenc (1899sie is een werk uit 1987/88, waarvan 1963) werd geboren in een schatrijk bourgeoisgeslacht. Aanvankelijk keerde ‘Regarde’ en ‘Silence’ het tweede en hij het katholicisme de rug toe, om zich vierde deel zijn. Het uit vijf delen bestaande werk is zodanig geconcipieerd, in 1936 weer te bekeren, waarna hij dat de stukken afzonderlijk of in een religieuze koorwerken componeerde. andere volgorde kunnen worden uitgeUit datzelfde jaar stammen de Sept voerd. We horen een subtiel, spannend Chansons, voor gemengd koor, op werk met een grote muzikale ruimte als gedichten van Guillaume Apollinaire afspiegeling van zijn open compositorien Paul Éluard. Daarin worden de sche houding. vleselijke lusten bezongen, naar goed

Peter Dijkstra

Peter Dijkstra studeerde koordirectie, orkestdirectie en solozang aan de conservatoria van Den Haag, Keulen en Stockholm en behaalde zijn diploma’s summa cum laude met onderscheiding. Met de toekenning van de Kersjes van de Groenekanbeurs voor jonge orkestdirigenten in 2002 en de eerste prijs van de Eric Ericson Award 2003 werd zijn internationale carrière in gang gezet. In 2005 werd Peter Dijkstra artistiek leider van het Chor des Bayerischen Rundfunks, en in september 2007 werd Dijkstra aangesteld als chef-dirigent van het Zweeds Radiokoor. Na een lange periode als eerste gastdirigent werd Dijkstra in september 2015 chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor. Als gastdirigent is Dijkstra actief bij vele gerenommeerde professionele koren en orkesten, waaronder het RIAS Kammerchor Berlijn, het Norske Solistkor, Collegium Vocale Gent,

TIJDSGEEST De Psalmensymfonie van Stravinsky uit 1930 markeert het einde van de populariteit van symfonische jazz als gevolg van de Great Depression, de grote crisis van de jaren dertig. Het einde van de roaring twenties viel samen met een ontluikend verlangen naar een muziek die vertrouwen met eloquentie combineert. Net als in zijn antisemitisme en Mussolini-adoratie voelde Stravinsky deze tijdsgeest uitstekend aan. Hij zette de toon met de Psalmensymfonie, een cantate uit drie delen, in opdracht van het Boston Symphony Orchestra dat zijn gouden jubileum vierde. Het werk werd ter meerdere eer en glorie Gods gecomponeerd en opgedragen aan het Boston, maar ging door Stravinsky’s omgang met deadlines in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel in première. Het is een intens werk, vol van ambachtelijk vernuft. De Latijnse psalmteksten zijn afkomstig uit de Editio Vulgata, de tijdens het Concilie van Trente door het Vaticaan als gezaghebbend geoormerkte bijbelvertaling. Vandaag klinkt de versie voor koor en vierhandige piano, een bewerking van Dmitri Sjostakovitsj.

Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, het Japan Philharmonic Orchestra en het Residentie Orkest. Hij wordt alom gezien als een specialist op het gebied van vocale muziek, en voelt zich thuis in een breed spectrum aan muziekstijlen. Zijn interpretaties van de grote oratoria van Mozart, Händel en Bach worden zeer geroemd en zijn cd´s werden meermaals met prijzen bekroond. Peter Dijkstra is erelid van de Royal Swedish Academy of Music. In 2013 werd hem het Gouden Viooltje toegekend, en in 2014 won hij de Eugen Jochum prijs. Dijkstra zet zich speciaal in voor de verbinding tussen de professionele muziekpraktijk en de amateurwereld. Hij werkt graag met amateurensembles, en is artistiek leider van vocaal ensemble MUSA en vaste gastdirigent van vocaal ensemble The Gents. Daarnaast engageert hij zich voor de jonge generatie dirigenten en geeft regelmatig masterclasses.

41


interview # Peter Dijkstra # a cappella

programma Gregorio Allegri Miserere mei, Deus Domenico Scarlatti Stabat Mater Carlo Gesualdo Responsoriae Giacinto Scelsi Tre Canti Sacri James MacMillan Miserere uitvoerenden Nederlands Kamerkoor Peter Dijkstra chef-dirigent

concertagenda

Miserere foto: Kasimir Szekeres

Religieuze werken van Allegri, Scarlatti en MacMillan

13 april 2018 Utrecht, Pieterskerk Voorprogramma: Vocaal Ensemble Coqu 14 april 2018 Vlissingen, Jacobskerk 15 april 2018 Groningen, De Oosterpoort Voorprogramma: Mrs. Johnson 16 april 2018 Arnhem, Musis Voorprogramma: Koorschool Midden-Gelderland 18 april 2018 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ Voorprogramma: Lelikoor Amsterdam 19 april 2018 Leeuwarden, Grote of Jacobijnerkerk Voorprogramma: Northern Voices 20 april 2018 Eindhoven, Stadskerk St. Catharina Voorprogramma: Sotto Voce 21 april 2018 Rotterdam, Grote of Sint Laurenskerk Voorprogramma: Canticum Amicorum 22 april 2018 Enschede, Muziekcentrum Voorprogramma: Arte Vocale www.nederlandskamerkoor.nl/miserere

door DIRK LUIJMES

Stel je voor: een stuk van zo’n mystieke schoonheid, dat de kapel waar het wordt uitgevoerd de muziek voor geen goud wil delen. In een tijd zonder opnameapparatuur een kostbaar bezit. Totdat een veertienjarige jongen bijna 150 jaar later een dienst bijwoont, het stuk hoort, en het vervolgens thuis in één keer foutloos opschrijft. Die jongen? Wolfgang Amadeus Mozart. De kapel? De Sixtijnse Kapel. En het muziekstuk? Het Miserere van Allegri. Een bijna magisch stuk dat al eeuwenlang de gemoederen bezighoudt. Het Nederlands Kamerkoor voert het stuk uit, samen met Scarlatti’s Stabat Mater en het Miserere van James MacMillan. Een programma van pure schoonheid.

42

Bijna elke klassieke muziekliefhebber zal het beamen: mooie muziek is toch vooral trieste muziek. Om diep in de menselijke ziel van zijn toehoorders af te dalen, neemt een componist in het algemeen toch liever de sporten van de mineurtoonladder dan die van de grote tertstrap. Tal van teksten vragen er ook om, waaronder die van Psalm 51. Een schuldbewuste koning David zou de woorden ervan geschreven hebben nadat hij vreemd was gegaan. Een van de populairste zettingen van de boetepsalm zette de Italiaanse componist Gregorio Allegri rond 1638 op papier. Blijkbaar vonden pausen en kardinalen dat deze hemelse muziek slechts bestemd was voor hun eigen, ‘heilige’ oren: meer dan een eeuw lang mocht het werk alleen maar tot klinken komen in de Sixtijnse kapel in Rome. Kopieën van het negenstemmige werk, waarin de versierde sopraanpartij zelfs de hoge c aandoet, waren verboden en het zou tot het einde

van de achttiende eeuw duren totdat het beschikbaar werd voor gewone schepselen. Overigens was de muziek daarvoor al eens (op een bijna bovenmenselijke manier) naar buiten gesmokkeld door een veertienjarige knaap. Deze jongeman (een zekere Wolfgang Amadeus Mozart) had Allegri’s werk in de pauselijke kapel gehoord en het – als was het de gewoonste zaak van de wereld - kort daarop vanuit zijn geheugen opgeschreven. SOBERHEID Ook de jammerende woorden van de bedroefde Maria bij het kruis - zoals weergegeven in de middeleeuwse Latijnse hymne Stabat Mater - werden in de loop der eeuwen vaak door componisten ter hand genomen. Domenico Scarlatti was een van hen. De Italiaan, die vooral bekend zou worden dankzij de meer dan 550 klaviersonates, die hij na zijn verhuizing naar Spanje schreef, laat de klaagzangen horen uit de mond van tien onaf-


programmatoelichting

Blijkbaar vonden pausen en kardinalen dat deze hemelse muziek slechts bestemd was voor hun eigen, ‘heilige’ oren: meer dan een eeuw lang mocht het werk alleen maar tot klinken komen in de Sixtijnse kapel in Rome.

hankelijke vocale stemmen, ondersteund door continuo (orgel en een strijkbas). Hij schreef het werk nog in zijn vaderland, vermoedelijk voor het pauselijke koor. In zijn Stabat Mater kijkt Scarlatti in dit werk qua stijl eerder terug in de tijd, dan vooruit of om zich heen. Soberheid, en ouderwetse degelijkheid zijn troef; de belcantostijl, waar zijn vader Alessandro in grossierde, of de lichte, ‘klassieke’ stijl die Domenico in zijn sonates hanteert, zijn ver weg. Alleen in de dansante slotdelen wijkt de meditatieve sfeer voor meer vrolijkheid. Knap hoe Scarlatti de tekst steeds in andere samenstellingen van de tien stemmen over het voetlicht weet te brengen. SHOCKEREND De klagende teksten van de Responsoriae die voor tijdens de drie dagen vóór Pasen in de traditionele katholieke liturgie staan voorgeschreven, waren waarschijnlijk koren op de molen van de excentrieke graaf Gesualdo de Venosa. Bij deze morbide Italiaanse componist, die zijn vrouw en haar minnaar vermoordde, zaten meerdere steekjes los. Gelukkig maakte hij van zijn hart geen moordkuil: met name in zijn laatste madrigaalboeken lijkt het getormenteerde karakter van de graaf door te klinken in dissonante en onconventionele muzikale tekstuitbeeldingen. "In hoge mate shockerend", meenden tijdgenoten, "Het ene akkoord volgt zonder enig verband op het andere." Is zijn geestelijke muziek doorgaans traditioneler, de Responsoriae uit 1611 doen regelmatig aan deze expressieve madrigaalstijl denken. Vandaag hoort u drie gezangen voor Witte Donderdag, de vijfde dag (Feria V) van de Goede Week, waarop traditioneel de Maaltijd van de Heer centraal staat (‘in coena Domini’). GLISSANDO’S Met Giacinto Scelsi maakt een tweede Italiaanse graaf zijn entree in het programma, maar dan een uit de twintigste

eeuw. Net als veel van zijn tijdgenoten, schreef Scelsi aanvankelijk in een idioom, dat voortborduurde op dat van Arnold Schönberg en de zijnen. Na een crisis sloeg hij aan het eind van de jaren vijftig een nieuwe weg in: hij begon zich vooral te focussen op klank, - ‘de kosmische kracht waarvan alles afkomstig is’ - en bracht oosterse mystiek in zijn werken. Zijn Tre Canti Sacri dateren uit 1958. In het centrale deel horen we een tekst uit de dodenmis; een toonsafstand die wel de ‘duivel in de muziek’ wordt genoemd, speelt een belangrijke rol. De zonnigere thematiek van de hoekdelen lijkt er los van te staan. In de drie werken gebruikt Scelsi tal van mogelijkheden van de menselijke stem, we horen glissando’s, vibrato en tonen die niet in het gebruikelijke spectrum voorkomen (microtonen). MEESTERWERK James MacMillan is een van de bekendste hedendaagse Schotse componisten. Zijn gevarieerde muziek die gekleurd wordt door zijn sterke katholieke geloof, zijn Schotse roots, zijn politieke engagement en oosterse invloeden, doet het uitstekend op de internationale podia. Zijn muzikale taal – een mix van felle dissonanten, interessante ritmiek en meditatieve momenten – weet kennelijk een gevoelige snaar te raken bij menig 21ste-eeuwse luisteraar. In 2009 schreef hij voor Harry Christophers en zijn ensemble The Sixteen, zijn versie van de Miserere-tekst. Net als Allegri gebruikt MacMillan de gregoriaanse melodie van de psalm, maar hij vertaalt de tekst in een spannende persoonlijke interpretatie, waarin verstilde momenten contrasteren met expressieve uitbarstingen. In de woorden van Christophers: 'MacMillans Miserere is – om Christophers te citeren: – "ongelooflijk krachtig. Hij kent zijn Bijbel en kruipt in de woorden… het is een meesterwerk."


# Peter Dijkstra

# hedendaags

Countertenor Maarten Engeltjes en harpiste Lavinia Meijer zijn ongetwijfeld twee van de meest begenadigde musici van hun generatie. Samen met het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Peter Dijkstra vieren ze de honderdste geboortedag van Leonard Bernstein. We horen een vrijwel volledig Amerikaans programma, met solo’s, duetten, en de uitvoering van een van Bernsteins meest persoonlijke werken, de Chichester Psalms. Samen met werken van Copland, Glass, Kernis en Traiger vormt het een programma met een meditatieve inslag. programma Aaron Copland In the Beginning (voor koor en alt) Philip Glass Solo voor Harp Aaron Jay Kernis Ecstatic Meditations Laurence Traiger Endless Light Leonard Bernstein Chichester Psalms (versie met slagwerk, orgel en harp) uitvoerenden Nederlands Kamerkoor, Peter Dijkstra chef-dirigent Maarten Engeltjes countertenor, Lavinia Meijer harp

foto: Kasimir Szekeres

concertagenda

NKK, Maarten Engeltjes & Lavinia Meijer

12 mei 2018 Tilburg, Concertzaal 13 mei 2018 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ Voorprogramma: Vrouwenkoor LUZ 16 mei 2018 Enschede, Muziekcentrum 17 mei 2018 Leeuwarden, Grote of Jacobijnerkerk Voorprogramma: Cantatrix 18 mei 2018 Den Haag, Nieuwe Kerk 19 mei 2018 Utrecht, TivoliVredenburg Voorprogramma: Kamerkoor Estrivo 20 mei 2018 Helmond, Lambertuskerk I.s.m. Helmonds Vocaal Ensemble www.nederlandskamerkoor.nl/bernstein

door SANNE THIERENS

BERNSTEIN: DIRIGENT EN COMPONIST In 2018 is het precies honderd jaar geleden dat Leonard Bernstein werd geboren in New York als zoon van joods-Russische immigranten. Bernstein studeerde muziek aan Harvard en compositie aan het Curtis Instituut in Philadelphia. Nadat hij in 1943 assistent-dirigent werd van het New York Philharmonic Orchestra, vergaarde Bernstein al gauw roem als dirigent en componist. Hij is vooral bekend vanwege zijn magistrale musical West Side Story uit 1957, maar Bernstein heeft veel meer dan dat geschreven. Tot zijn composities behoren symfonische werken, liedcycli, kamermuziek, ballet, opera en koormuziek. Tot die laatste categorie behoren ook de Chichester Psalms uit 1965.

44

GELUK BIJ EEN ONGELUK Begin jaren zestig werkte Bernstein nog steeds bij het New York Philharmonic Orchestra, inmiddels niet meer als assistent maar als volwaardig dirigent. In juni 1964 nam hij een sabbatical van vijftien maanden. West Side Story was inmiddels acht jaar oud, en Bernstein was van plan tijdens zijn sabbatical een nieuwe musical te schrijven gebaseerd op Thornton Wilders toneelstuk The Skin of Our Teeth. De musical wilde echter niet van de grond komen, en zes maanden later gaf Bernstein het op. Het stopzetten van het project bleek echter een geluk bij een ongeluk, want het zou uiteindelijk tot de creatie van de Chichester Psalms leiden. Aanvankelijk begon Bernstein te experimenteren met avant-gardemuziek en de twaalftoonstechniek, maar hij kwam tot de conclusie dat het niet ‘zijn soort muziek’ was. Als alternatief begon hij aan wat de Chichester Psalms zouden

worden, naar eigen zeggen de meest toegankelijke tonale compositie die hij ooit had geschreven. Ter gelegenheid van de première van het werk schreef Bernstein een gedicht dat werd gepubliceerd in de New York Times, waarin hij de Chichester Psalms als volgt omschreef: These psalms are a simple and modest affair Tonal and tuneful and somewhat square Certain to sicken a stout John Cager With its tonics and triads in E flat major But there it stands- the result of my pondering Two long months of avant-garde wandering My youngest child, old-fashioned and sweet And he stands on his own two tonal feet


programmatoelichting De Chichester Psalms werden (wellicht vanwege hun toegankelijkheid) een van Bernsteins populairste concertwerken: na de Symphonic Dances uit West Side Story en de Overture van Candide worden ze van al Bernsteins werken het meeste uitgevoerd.

verwonderlijk dat een groot deel van de Chichester Psalms lijkt op Bernsteins theatrale, jazzy Broadwaymuziek. Maar ook zijn er invloeden van klassieke componisten terug te horen. Zo zijn de verschillende maatsoorten die Bernstein gebruikt kenmerkend voor Stravinsky, lijken de harmonieën uit de orkestrale interlude aan het begin van het derde deel op die van Sjostakovitsj, en doet het gebruik van hemiolen (een tweedeling in een driedelig metrum) denken aan Brahms.

BROADWAY ALS BASIS De driedelige Chichester Psalms danken hun naam aan het feit dat de opdracht ervoor gegeven werd door de kathedraal van Chichester in het Engelse Sussex. "Velen van ons zouden verheugd zijn als er een hint van West Side Story in de muziek zou zitten," schreef de deken van de kathedraal aan Bernstein. Hij werd op zijn wenken bediend, want Bernstein gebruikte een ongebruikt lied uit West Side Story als basis voor de Chichester Psalms. Ook de muziek die hij al had geschreven voor het afgebroken project The Skin of Our Teeth kwam nu goed van pas; het ongebruikte materiaal werd de basis voor de muzikale thema’s in de Chichester Psalms. Met deze musicalcomposities als startpunt is het niet

HEBREEUWS Bernstein was net als zijn ouders joods, en het geloof vormde een belangrijke bron in zijn leven en in zijn werk. Hij stond er op dat de Chichester Psalms in het Hebreeuws werd uitgevoerd. Hoewel hij aanvankelijk wel een Engelse vertaling liet maken, besloot Bernstein uiteindelijk toch: "Als ze het niet willen uitvoeren in het Hebreeuws, laat ze het dan niet uitvoeren!" Bernsteins joodse identiteit sijpelt ook door in de inhoud van Chichester Psalms, waarin hij uitdrukking gaf aan wat hij zag als

Maarten Engeltjes & Lavinia Meijer

Maarten Engeltjes is inmiddels één van de meest gevraagde countertenoren ter wereld en werkt regelmatig met dirigenten als Gustav Leonhardt, Vladimir Jurowski, William Christie, Ton Koopman, Peter Dijkstra en Reinbert de Leeuw, wat hem een regelmatig geziene gast maakt in de meest prestigieuze zalen en festivals ter wereld zoals: Lincoln Center New York, Théatre des Champs Elysées Parijs, Philharmonie Berlijn en het Concertgebouw Amsterdam. In mei 2007 werd zijn debuutalbum gepresenteerd, waarop hij liederen van Dowland, Byrd en Purcell ten gehore brengt. De kritieken waren unaniem lovend. Dit album stond wekenlang in de top 10 van best verkopende klassieke cd's in Nederland. Intussen is Maarten Engeltjes te horen op vele binnen- en buitenlandse cd opnamen. In september 2007 studeerde Maarten cum laude met onder-

de geloofscrisis van destijds. Tegelijkertijd is de boodschap van het werk ook hoopvol. In de woorden van koning David, die Bernstein op muziek zette, wordt uiteindelijk namelijk toch een hernieuwd vertrouwen in God gevonden. TIJDGENOTEN Aaron Copland (1900-1990) was Bernsteins tijdgenoot. Zijn muziek onderscheidt zich net als die van Bernstein als duidelijk Amerikaans, met elementen van typisch Amerikaanse muziekstijlen zoals jazz en blues. Copland is een van de meest succesvolle Amerikaanse componisten en speelde een doorslaggevende rol in de opkomst van de origineel Amerikaanse klassieke muziek. Net als Bernstein was Copland een kind van joodse immigranten, en het joodse geloof speelt ook in zijn werk een rol. Zo doet In The Beginning (1947), waarin Copland teruggreep op een tekst uit het eerste boek van de Hebreeuwse Bijbel (Genesis), denken aan het joods gebed.

scheiding af aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag waar hij studeerde bij Maria Acda, Manon Heijne en Michael Chance en Andreas Scholl. Lavinia Meijer (1983), winnares van de Nederlandse Muziekprijs 2009, is een van de meest veelzijdige harpisten van deze tijd. Na haar debuut in Carnegie Hall in New York in 2007 wordt ze regelmatig uitgenodigd om als soliste op te treden in Europa, Azië en Amerika. Ze werkte samen met bekende componisten als Philip Glass (Koyaanisqatsi, the Hours) en Ludovico Einaudi (Intouchables, Black Swan) en deelde met hen het podium, alsook met de legendarische Iggy Pop en Laurie Anderson. Haar albums worden wereldwijd uitgebracht (Channel Classics, Sony Classics) en zijn bekroond met een Edison Award en een gouden- en platina-status.

45


Concertagenda & bestelinformatie 2017-2018

Alkmaar, Grote Sint Laurenskerk/Theater de Vest

Den Haag, Nieuwe Kerk/Zuiderstrandtheater

Donderdag 25 januari 2018, 20.15 Psalmensymfonie (Theater de Vest)

Zondag 4 februari 2018, 15.00 Psalmensymfonie

Donderdag 1 maart 2018, 20.15 Fauré Requiem met het NKO

Zondag 18 maart 2018, 14.15 Johannes-Passion (Zuiderstrandtheater)

www.theaterdevest.nl 072 – 548 9999

Vrijdag 18 mei 2018, 20.15 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer www.nkklassiek.nl 070 – 880 0333

Amsterdam, Concertgebouw Donderdag 1 februari 2018, 20.15 Japanse Impressies

Eindhoven, Sint-Catharinakerk

Vrijdag 2 februari 2018, 20.15 Japanse Impressies

Vrijdag 20 april 2018, 20.15 Miserere

Vrijdag 2 maart 2018, 20.15 Fauré Requiem met het NKO

Voorprogramma (19.45): Sotto Voce

Zaterdag 3 maart 2018, 20.15 Fauré Requiem met het NKO

www.muziekgebouweindhoven.nl

Vrijdag 23 maart 2018, 19.00 Matthäus-Passion met het KCO

040 – 244 20 20

Zondag 25 maart 2018, 12.00 Matthäus-Passion met het KCO www.concertgebouw.nl

Enschede, Muziekcentrum

0900 – 671 8345

Zondag 22 april 2018, 14.30 Miserere Voorprogramma (14.00): Arte Vocale

Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ

Woensdag 16 mei 2018, 20.00 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

Vrijdag 15 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium

www.wilminktheater.nl

Woensdag 24 januari 2018, 20.15 Psalmensymfonie

053 – 485 85 00

Voorprogramma (19.45): Vocaal Ensemble Kwarts Zondag 11 maart 2018, 20.15 Johannes-Passion

Groningen, Oosterpoort

Zaterdag 17 maart 2018, 20.15 Johannes-Passion

Zaterdag 10 maart 2018, 20.15 Johannes-Passion

Zaterdag 7 april 2018, 20.15 Vocale fantasieën

Zondag 15 april 2018, 20.15 Miserere

Woensdag 18 april 2018, 20.15 Miserere

Voorprogramma (19.45): Mrs. Johnson

Voorprogramma (19.45): Lelikoor Amsterdam

www.de-oosterpoort.nl

Zondag 13 mei 2018, 15.00 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

050-368 0368

Voorprogramma (14.30): Vrouwenkoor LUZ www.muziekgebouw.nl

Haarlem, Philharmonie

020 – 788 2000

Zondag 4 maart 2018, 14.30 Fauré Requiem met het NKO www.theater-haarlem.nl

Arnhem, Musis

023 – 512 1212

Woensdag 31 januari 2018, 20.30 Psalmensymfonie Vrijdag 16 maart 2018, 20.00 Johannes-Passion

Helmond, Lambertuskerk

Maandag 16 april 2018, 20.30 Miserere

Zondag 20 mei 2018, 20.00 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

Voorprogramma (20.00): Koorschool Midden-Gelderland

I.s.m. Helmonds Vocaal Ensemble

www.arnhemsepodia.nl

www.lambertusconcerten.com

026 – 443 7343

0492 – 590 333 Kerkrade, Theater Kerkrade Donderdag 14 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium www.plt.nl 045 – 571 6607

46


concertagenda

Leeuwarden, Grote Kerk

Voorprogramma (19.45): Kamerkoor Coqu

Donderdag 19 april 2018, 20.15 Miserere

Zaterdag 19 mei 2018, 20.00 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

Voorprogramma (19.45): Northern Voices

Voorprogramma (19.30): Kamerkoor Estrivo

Donderdag 17 mei 2018, 20.15 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

www.tivolivredenburg.nl

Voorprogramma (19.45): Cantatrix

030 – 231 4544

www.harmonie.nl 058 – 233 0233

Vlissingen, Jacobskerk Zaterdag 14 april 2018, 20.00 Miserere

Leiden, Pieterskerk

www.muziekpodiumzeeland.nl

Zaterdag 23 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium

0118 - 886 800

Donderdag 29 maart 2018, 19.30 Matthäus-Passion met het Residentie Orkest Vrijdag 30 maart 2018, 11.30 Matthäus-Passion met het Residentie Orkest www.pieterskerk.com 071 – 516 3881

Zwolle, Grote Kerk Dinsdag 13 maart 2018, 20.00 Johannes-Passion www.zwolsetheaters.nl 0900 - 1435

Lochem, Grote of Sint-Gudulakerk Dinsdag 19 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium

Duitsland, Braunschweig, Martinikerk

www.schouwburglochem.nl

Zondag 17 december 2017, 16.30 Weihnachts-Oratorium

0573 – 250 051

www.solidegloria.de Duitsland, Keulen, Philharmonie

Naarden, Grote Kerk Zaterdag 16 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium

Vrijdag 29 december 2017, 19.00 Weihnachts-Oratorium www.koelner-philharmonie.de

www.spant.org 035 – 693 3254

Hongarije, Budapest, Liszt Academy Concert Centre Vrijdag 22 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium

Rotterdam, Grote of Sint Laurenskerk

www.zeneakademia.hu

Zaterdag 21 april 2018, 20.30 Miserere Voorprogramma (20.00): Canticum Amicorum www.dedoelen.nl 010 - 217 1717

Familievoorstelling Beauty en het Beest Een betoverend liefdesverhaal voor iedereen van 8 tot 108. Deze coproductie van Maas theater en dans, de Stadsschouwburg Utrecht en het Nederlands Kamerkoor is van december tot maart te zien in: Amsterdam,

Tilburg, Concertzaal

Breda, Delft, Den Haag, Dordrecht, Drachten, Groningen, Haarlem, Hasselt

Zaterdag 12 mei 2018, 20.30 NKK, Maarten Engeltjes en Lavinia Meijer

(België), Kerkrade, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Zeist

www.theaterstilburg.nl 013 – 543 2220

en Zwolle. www.nederlandskamerkoor.nl/beauty

Utrecht, TivoliVredenburg/Pieterskerk Woensdag 20 december 2017, 19.30 Weihnachts-Oratorium Zaterdag 27 januari 2018, 20.00 Psalmensymfonie Woensdag 14 maart 2018, 20.15 Johannes-Passion Vrijdag 13 april 2018, 20.15 Miserere (Pieterskerk)

47


interview

in de volgende editie

Colofon Magazine Nederlands Kamerkoor: Redactie Sanne van den Brink, Pauline Hunse, Gerline van Lieburg, Gerard Maassen, Lizet Spijker, Jan Verhoef, Tido Visser Ontwerp Roman Jans, romanontwerp.nl Ontwerp omslag en huisstijl Total Identity Koorfoto Kasimir Szekeres Druk BCM

Vers van de pers

Seizoen 2018/2019

Nederlands Kamerkoor Doelenstraat 46 3512 XJ Utrecht 030 - 230 30 20 info@nederlandskamerkoor.nl www.nederlandskamerkoor.nl /nederlandskamerkoor @ned_kamerkoor Peter Dijkstra chef-dirigent

Gloednieuwe samenwerking

Outhere Music

Kantoor Tido Visser algemeen directeur Janneke Godschalk zakelijk leider Annelot Rijkaart productieleider Sanne van den Brink relatiemanager Ines Beyer officemanager Pauline Hunse marketingmanager Lizet Spijker coördinator educatie/ participatie Anna Kesler developer Margriet Stok relatiebeheer Jasper Schweppe artistiek coördinator Iris van 't Veer bibliothecaris Eline Langejan publieksservice Sophie Dinglinger productiestagiaire Gerline van Lieburg marketingstagiaire Raad van Toezicht Julienne Straatman voorzitter Huibrecht Bos Saskia Laseur Olivier Sueur Het Nederlands Kamerkoor wordt ondersteund door:

Don Carlo Gesualdo

Portret van een prins, componist en moordenaar

48

Wilt u adverteren in dit magazine? Neem contact op met Medialijn, Caroline Sanders: c.sanders@medialijn.nl of 0314 – 763735 Kijk voor de laatste informatie op: www.nederlandskamerkoor.nl


Kernleden Nederlands Kamerkoor Sopranen

Alten

Tenoren

Bassen

Heleen Koele Annet Lans MĂłnica Monteiro Cressida Sharp

Elsbeth Gerritsen Marleene Goldstein Dorien Lievers Karin van der Poel

Stefan Berghammer William Knight JoĂŁo Moreira Alberto ter Doest

Kees Jan de Koning Gilad Nezer Jasper Schweppe



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.