Interview Rob van Hassel Expert zonnepanelen bij Airbus Defence and Space Netherlands
‘Ik werk elke dag in mijn jongensdroom’ Als jongen van zeven jaar zag Rob van Hassel een raket naar de maan vliegen. Hij had een kamer vol ruimtevaartposters en een hoofd vol vragen. Hoe werkt zo’n raket? Hoe blijft hij heel in de ruimte? En hoe bouw je zoiets ingewikkelds? Als ruimtevaartingenieur werkt hij nu aan zonnepanelen voor de nieuwe maanmissies van NASA en ESA: ‘Voor mij is de cirkel rond.’ We beginnen bij het begin: op jouw kinderkamer hingen posters over ruimtevaart? ‘Ik was een jaar of zeven. Het was de tijd waarin Apollo 8 voor het eerst naar de maan vloog. Op mijn kamer hingen inderdaad posters van de Saturnus V-raket, van de Apollo-commandomodule en van een maanlander met daarbij het ruimtepak waarin astronauten zouden lopen op het oppervlak van de maan. Ik kon er helemaal bij wegdromen.’
Wat herinner jij je van de eerste maanlanding in 1969? ‘Dat ik ’s nachts op mocht blijven, natuurlijk. Zoiets vergeet je niet. Het idee van de maanlanding kon ik bijna niet bevatten. Hoe was het mogelijk dat mensen zoiets voor elkaar kregen. De landing zelf voelde als een anticlimax. Voor mijn gevoel duurde het eindeloos lang voordat Neil Armstrong van die trap af kwam. Toen het gebeurde was het beeld vaag en vlekkerig. Ik herinner me de teleurstelling dat ik het nauwelijks kon zien.’
Veel kinderen wilden in die tijd astronaut worden. Jij ook? ‘Ik raakte rond die maanlandingen helemaal verslingerd aan ruimtevaart. Maar astronaut wilde ik niet worden. Ik was juist gefascineerd door de techniek erachter. Voor mij en mijn klasgenoten was volstrekt duidelijk wat ik zou gaan doen later: dingen bouwen voor in de ruimte. Dat bleef zo tijdens de middelbare school, dus was er voor mij maar één studie: Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de TU in Delft. Techniek was echt mijn grote liefde in die tijd en dat is het altijd gebleven.’
Waarom fascineert juist ruimtevaarttechniek je zo? ‘Alles wat je bouwt voor de ruimte moet allereerst een lancering overleven. Daarna moet het opgewassen zijn tegen extreem hoge en extreem lage temperaturen. Het moet stijf en sterk zijn en dan ook nog eens zo licht mogelijk. Al die parameters hebben gevolgen voor wat je ontwerpt. Daarin zit een enorme uitdaging. Door rampen als die met de spaceshuttle Challenger in 1986 en Columbia in 2003 werd dat gevoel alleen maar versterkt: het ontwerp kan beter, het moet beter.’
Om mensenlevens te sparen? ‘Astronauten moeten veilig hun werk kunnen doen. Maar ruimtevaart is nog heel veel meer dan alleen de missies naar het ISS of de maan. Het is een middel om de mensheid vooruit te brengen. Daar was ik als achtjarige niet mee bezig, maar nu des te meer. Ruimtevaart is een enabler. Satellieten zijn een onmisbare schakel geworden in het oplossen van allerlei maatschappelijke vraagstukken. Van navigatie en communicatie tot de voedselvoorziening en het klimaat. Daar wil ik met mijn werk graag een bijdrage aan leveren.’
16
Jaaroverzicht Ruimtevaart 2020 Netherlands Space Office