Doodnormaal Een crematorium in de stad
Colofon Niek van der Putten hello@niekvanderputten.nl www.niekvanderputten.nl +31 (0)6 408 91 007 Opleiding Rotterdamse Academie van Bouwkunst Master Architectuur Comissieleden Mentor: Remco Bruggink (Bureau Hootsman) Externe criticus: Gert Kwekkeboom (Civic Architects) Toegevoegde criticus: Robert Winkel (Mei Architects & Planners) Voorzitter: Jeroen Visschers (ravb)
Augustus 2020
Doodnormaal Een crematorium in de stad Niek van der Putten 20/08/20
— Voorwoord Drijfveer & doel
D
oodnormaal, heel gewoon, vanzelfsprekend. De dood is normaal. Het is iets wat ons allemaal overkomt, bij de een helaas wat eerder dan bij de ander. Na onze dood kunnen we kiezen welke lijkbezorging plaatsvindt: word je lichaam afgegeven voor onderzoek, begraven of gecremeerd? Het is altijd mijn intentie geweest om af te studeren op een publiek gebouw. Eén van de redenen hiervoor is dat ik het interessant vind om een gebouw te ontwerpen waar sociale interactie plaatsvindt, waar men elkaar kan ontmoeten en waar iets gebeurt. De ruimtelijke componenten, de identiteit en de relatie van een gebouw tot zijn (stedelijke) omgeving boeien mij zeer. Een crematorium is in zekere zin ook een publiek gebouw. Het is een plek waar iedereen terecht kan indien men er voor kiest. Het is echter geen voor de hand liggend publiek gebouw zoals een station of sportstadion waar men dagelijks of wekelijks komt . Toch is het een ontzettend belangrijk onderdeel van onze huidige maatschappij. Het is een voorziening die de afgelopen jaren een gigantische groei heeft ondervonden en deze groei is nog lang niet voorbij. Mijn afstudeeropgave richt zich op een crematorium in de moderne stad en hoog stedelijk gebied waar iedereen terecht kan. Vanuit een anticiperende strategie is berekend wat het benodigde programma voor crematies in de stad Rotterdam zal zijn in 2040. Door het crematorium in een stedelijke context te plaatsen, moet anders omgegaan worden met het ruimtegebruik. De verschijningsvorm breekt met het conventionele type crematorium dat veelal horizontaal georiënteerd is. Dit alles heeft geleid tot een herkenbaar, markant gebouw in de stad. Het is een gebouw wat gezien mag worden. Zijn krachtige, soms wat onwerkelijke, uitstraling draagt hier aan bij. Door iets zichtbaar te maken en onder de aandacht te brengen, wordt iets bespreekbaar en door iets bespreekbaar te maken wordt getracht het taboe te doorbreken. Hierdoor wordt een crematorium in een hoog stedelijk gebied, doornormaal!•
5
— Inhoud Wat kan je verwachten
Crematorium Definitie Geschiedenis Hedendaags Cremeren & architectuur Relevantie Opgave Stedelijke representatie & identiteit Verticaal crematorium Full service crematorium Doelgroep Programma Verticaal crematorium Strategie & locatie Concept Situatie & stedelijke inbedding Materiaal & detaillering Route, gebruik & beleving Constructie Duurzaamheid Reflectie & Nawoord Opgave Proces Wie ben ik als architect Nawoord Bronnen
7
11 11 13 17 24 26 31 31 34 38 38 40 45 45 52 58 62 77 109 114 121 121 122 123 128 131
cre·ma·to·ri·um (het; o; meervoud: crematoriums, crematoria) 1. inrichting voor lijkverbranding cre·me·ren (cremeerde, heeft gecremeerd) 1. verbranden van lijken
9
— Crematorium Thema & analyse
H
et crematorium! Waar komt het vandaan, wat doet het en wat voor impact heeft het op de maatschappij en stedelijke omgeving? Een crematorium is de plek waar overledenen worden gecremeerd. Op dit moment is cremeren de meest populaire vorm van lijkbezorging in Nederland. Naast cremeren zijn er twee andere opties voor lijkbezorging in Nederland, namelijk begraven of je lichaam afstaan voor onderzoek. Een crematorium is meestal geen gebouw dat vanaf de buitenkant zeer herkenbaar is zoals een tankstation, een McDonalds of een station. Vaak ligt het ver buiten de stad in de natuur. Dit zorgde voor mij al voor een aantal vragen: Kan dit anders? Is dit nodig, of mag het gewoon gezien worden? Is het een typologie die een bepaalde identiteit ontbreekt? Zo ja, heeft het crematorium een identiteit nodig? Deze eerste gedachtespinsels waren al genoeg redenen om voor dit thema te kiezen. Definitie Wat is een crematorium? De meeste mensen weten wat het principe inhoudt en dat de overledenen en geliefden er worden gecremeerd. Crematie is eigenlijk niet anders dan het lichaam op een hoge temperatuur verbranden. De verbranding vindt plaats in een speciale crematieoven. De temperatuur is ongeveer 1100 graden Celsius en de verassingstijd is ongeveer anderhalf uur. De as van een volwassen persoon weegt ongeveer 2,5 - 3 kg, dit is inclusief de kist. Het is een misverstand dat een lichaam verteert door de vlammen, de verassing geschiedt namelijk door de hitte. Naderhand kunnen nabestaanden de as bewaren in een urn, maar as verstrooiing is ook mogelijk. Tegenwoordig kan er van de as ook een sieraad worden gemaakt, zodat men de dierbare altijd dicht bij kan blijven dragen.
11
Gorini oven te Milaan (1877, Carlo Maciachini)
Père Lachaise, Stedelijk crematorium in Parijs (1889, Jean-Camille Formigé)
Geschiedenis Crematies vinden al eeuwen lang plaats. Zo vonden de eerste crematies plaats in het Midden-Oosten en China. Dit gebeurde circa 8.000 jaar voor Christus. De jaren hierna werd cremeren een wijdverbreid uitvaartritueel in Europa en ging het over van de Grieken naar de Romeinen. Bij de Romeinen was cremeren een eervol ritueel, cremeren was niet voor iedereen een mogelijkheid. Het was vooral voor de keizerlijke familie, de elite en hooggeplaatste militairen. Vanuit economische redenen zijn de Romeinen ook deels overgestapt op begraven, brandhout werd schaars. Door de snelle opmars van de rooms-katholieke kerk en het feit dat zij cremeren als een barbaars ritueel zagen, verdween cremeren grotendeels uit Europa. Rond 475 bestempelden de Christenen begraven als de enige juiste vorm van lijkbezorging. Het ging zo ver dat zelf Karel de Grote in het jaar 789 de doodstraf invoerde voor overtredingen, ironisch.
13
15
Crematorium Velsen te Westerveld in Driehuis, ontworpen door Marius Poel.
In 1874 werd in Nederland de (Koninklijke) Vereniging voor Facultatieve Crematie opgericht, ook wel bekend als de Koninklijke Facultatieve. Deze Nederlandse vereniging en goed doel werd opgericht om de acceptatie van cremeren in Nederland te bevorderen. De eerste doelstelling van de vereniging was om het cremeren van een lijk mogelijk te maken. Hoewel er toen nog een wettelijk verbod was voor crematies in Nederland, waren er geen strafrechtelijke consequenties aan verbonden. In 1913 werd begonnen met de bouw van het allereerste crematorium in Nederland, crematorium Westerveld te Driehuis. Inmiddels is dit crematorium een rijksmonument geworden in de jonge geschiedenis van de crematorium typologie. Op 1 april 1914 vond de eerste crematie plaats, die van Dr. C.J. Vaillant, voormalig hoofdbestuurslid van de Vereniging voor Facultatieve Crematie. In 1954 was de opening van het tweede crematorium in Nederland, waarna in 1955 cremeren werd gelegaliseerd. In 1963 besloot zelfs paus Paulus VI om het rooms-katholieke verbod op cremeren op te heffen. Sinds de jaren ‘50 heeft cremeren een gigantische ontwikkeling doorgemaakt en een groei die nog steeds doorzet. In 2003 was zelfs het kantelpunt in Nederland; sindsdien worden er meer overledenen gecremeerd dan begraven. Hedendaags Over de hele wereld worden tegenwoordig mensen gecremeerd, in sommige landen meer dan in andere. Zo wordt in Japan jaarlijks 99,98% van alle overledenen gecremeerd. Dit komt grotendeels doordat het landschap zo rotsachtig is dat begraven ontzettend duur is. Als men dit vergelijkt met de Arabische Emiraten (1,25% crematies) zijn dit de uitersten. Dat er zo weinig wordt gecremeerd in de Arabische Emiraten heeft te maken met het geloof, in de islam is er voorgeschreven dat een dode niet mag worden verbrand. Dit wordt bezien als een daad van disrespect en schande.
17
Crematie percentages in de wereld. Bron: Cremation Society of britain.
19
Sinds de jaren ‘50 is er een gigantische toename van crematies in Europa. Bron: Goodbye Architecture
Met 67% heeft Nederland ongeveer zo’n 100.000 crematies per jaar. Bron: Goodbye Architecture
21
Op dit moment is cremeren de meest toegepaste lijkbezorging in Nederland en de vraag naar crematies neemt nog steeds toe. Doordat steeds minder mensen gelovig zijn, is er steeds minder binding met begraven. Ook vinden mensen begraven niet milieuvriendelijk: het is slecht voor de aarde en het neemt veel land in beslag, gemiddeld zo’n 10 m² per persoon. Hierdoor kiest men eerder voor een crematie. Andere redenen waarom cremeren zo populair is geworden, zijn het financiële aspect, onderhoud en de wijze van afscheid. Steeds vaker kiezen nabestaanden ervoor om een bestaand graf te laten ruimen en de overledenen alsnog te laten cremeren in plaats van het grafrecht te verlengen. Dit zorgt voor minder onkosten en geen onderhoud meer van het graf. Best gek eigenlijk, dat een overledenen uiteindelijk dan twee keer een lijkbezorging krijgt. Dit allemaal in samenhang met de stijging van sterfte in ons land zorgt voor een gebrek aan crematoria. Anno 2020 vinden er jaarlijks in Nederland ruim over de 100.000 crematies plaats, wat neerkomt op zo’n 67% van alle overledenen. Dit bespaart ons per jaar zo’n 100 hectare aan grond, die weer kan worden gebruikt voor andere doeleinden. De 100.000 crematies gebeuren in Nederland in circa 100 verschillende crematoria. Naast de conservatieve manier van cremeren op gas blijft de crematietechniek zich ook steeds verder evolueren. Zo heeft DELA in 2019 haar eerste elektrische crematieoven in Nederland geplaatst. DELA heeft tevens de ambitie om in 2030 volledig klimaatneutraal te zijn. Naast elektrisch cremeren zijn er ook groene alternatieven voor de kisten.
Nederland bevat circa 100 verschillende crematoria.
23
Crematoria & architectuur Ondanks dat cremeren al eeuwen plaatsvindt is het fenomeen crematorium een relatief jong begrip. De ontwikkeling van het crematorium is tot nu toe, in tegenstelling tot andere gebouwtypen, niet hand in hand gegaan met de culturele ontwikkelingen. Het crematorium als gebouwtype ontstond namelijk in samenhang met de ontwikkeling en technische innovatie van de crematieoven. Pas na deze ontwikkeling kreeg het crematorium een eenduidige betekenis als typologie. Maar wat is deze typologie nu eigenlijk, hoe ziet zij eruit? Merendeel zijn het gebouwen die voor ‘’iedereen’’ zijn gemaakt, zonder uitgesproken karakter. Veelal zijn het ingetogen gebouwen waarin verstilling en contemplatie centraal staan. Dit kan heel mooi zijn en in dat kader kan het een droom voor een architect zijn om dit soort gebouwen te mogen ontwerpen. Toch missen ze vaak een bepaalde identiteit. Dit komt doordat ze vaak in de buitengebieden staan en geen enkele context hebben waaraan ze zich tegen kunnen afzetten of spiegelen. Typische plekken voor crematoria zijn begraafplaatsen, niet-plekken of grens- of buitengebieden. Functioneel gezien is dit natuurlijk heel handig en de natuurgebieden dienen dan tevens als decor. Maar kan dit niet anders? Op drukke zichtbare plekken, eventueel in de stad? Hoewel de Vlaams Bouwmeester crematoria bestempelt als gebouwen met een significante functie die vragen om een sterke architectuur, is dit in Nederland slechts sporadisch terug te zien in onze crematoria. Gekeken naar de crematoria die ik zelf ken en ooit ben geweest, is er vaak sprake van ontbrekende architectuur en ruimtelijke ervaring. Daarvan is het crematorium in Helmond er één van. Volgens Tom Olsen, manager van het crematorium Ringsted (DK), zijn crematoria waardige gebouwen met een belangrijke functie, we bouwen ze niet per definitie voor het publiek om te aanschouwen, maar het moeten respectvolle plekken zijn voor onze doden en het handelen rond de dood. Crematoria zijn een reflectie van hoe we met onze doden omgaan. Daarbij hoort ook een hoogwaardig cultureel product. Het gevoel van een hoogwaardig product krijg ik niet bij het crematorium in Helmond en
Crematorium te Helmond
Crematorium te Berlijn
25
wel bij het crematorium in Berlijn. Wat eigenlijk heel raar is, omdat het crematorium in Berlijn een gigantische machine is en jaarlijks over de 10.000 crematies verwerkt en hierdoor een bepaalde intimiteit ontbeert. Misschien heeft het dan niet zozeer te maken met de grootte maar toch een bepaalde representatie die mist. Een representatie die uitgebeeld wordt met materialen, speling met licht en ruimtelijke beleving. Relevantie Wat het thema interessant en relevant maakt is dat crematoria een belangrijk onderdeel uitmaken van de maatschappij en dit in de toekomst nog meer zullen gaan doen. Op dit moment is er een gebrek aan crematoria en dat zal de komende jaren alleen nog maar groter worden. De populariteit en de groei van het aantal crematies neemt toe. Dit vanwege onder andere de stijgende sterftecijfers en het afnemende aantal gelovigen. In België hebben ze geanticipeerd op dit verschijnsel. Niet alle crematoria in België voeren momenteel de maximale hoeveelheid crematies uit waarvoor ze gebouwd zijn. Dit is geen misrekening, maar heeft vooral te maken met het feit dat men actief toekomstgericht landelijk beleid voert. Wat nu nog niet rendeert, is in feite het gevolg van een heldere langetermijnvisie en anticipeert op de toekomst waarin het aantal crematies zal toenemen. Hier zouden we in Nederland een voorbeeld aan moeten nemen. Steden worden steeds groter en er trekken steeds meer mensen naar de stad. Toch liggen de meeste crematoria buiten de stad en ontbreekt er een stedelijke representatie van deze functie. Wanneer iemand zijn hele leven in de stad heeft gewoond, wil die misschien ook gewoon in de stad begraven of gecremeerd worden en niet ergens op een achteraf gebied waar geen enkele connectie mee is. Naast de standaard voorzieningen in de stad zoals OV, winkels en horeca, mag een belangrijke functie als lijkbezorging niet ontbreken. Hier hoort ook een crematorium bij. Bij voorkeur met één sterke identiteit en architectuur.•
Sterfte aantal neemt fors toe sinds 1950, prognose CBS is te bescheiden. Anticiperen op de toenemende sterfte aantallen, vooral in combinatie met de babyboomers!
27
Crematoria in België met hoge architectonische waarden.
“ Het crematorium is een monument dat eer betoont aan alle doden van de stad. Het dient een gebouw te zijn dat om een rituele structuur wordt gebouwd. “ — François Michaud-Nérard
29
— Opgave
Uitgangspunten & doelstellingen
D
e dood is een onderdeel van het dagelijks leven, het is iets onoverkomelijks. We worden geboren, we leven en we gaan dood. Door iets zichtbaar te maken, maak je iets bespreekbaar. Door het op de achtergrond weg te stoppen wordt het nooit een onderwerp van gesprek, omdat het niet opvalt. Ik vind dat een crematorium best in het zicht mag staan. Misschien geeft het wel een signaal af dat de dood dus onvermijdelijk is en dat je hierdoor bewuster gaat leven en de dromen najaagt die je altijd al hebt willen volgen. Stedelijke representatie & identiteit Vanwege het feit dat vele crematoria buiten de stad liggen maken de dood en het afscheidsritueel hierdoor geografisch en emotioneel minder deel uit van de maatschappij. Door een crematorium te ontwerpen dat de relatie aangaat met de stad heb ik de ambitie om het een integraal deel uit te laten maken van ons dagelijks leven en de ecologie van de stad. Zo ontstaat er een stedelijke representatie van deze functie. Het doel is om lijkbezorging mogelijk te maken dichtbij de woonomgeving van de overledenen en nabestaanden. Hierbij moet omgegaan worden met de stedelijke dynamiek, lawaai en rumoer in de stad. Of keert deze stedelijke dynamiek juist weer terug in het ontwerp en wordt het onderdeel van het geheel? Het is van belang dat het gebouw een bepaalde identiteit en herkenbaarheid heeft. Uitgangspunt is om een crematorium te ontwikkelen met een hoge architectonische waarde.
31
Op dit moment zijn er drie verschillende crematoria aanwezig verspreid over Rotterdam. Alle drie zijn ze verspreid over de stad. In Capelle aan den IJssel is er ook één aanwezig.
33
Als locatie is er gekozen voor de stad Rotterdam. Het is een stad die openstaat voor vernieuwing en kenmerkt zich door stedelijke experimenten. Het is tevens een stad die enkele symbolen bevat die de stad vormen en identiteit geven. Denk aan het Centraal Station, de Erasmus brug, Kubuswoningen, de Rotterdam en bijvoorbeeld de Markthal. Misschien kan het toekomstige crematorium hier ook een plek tussen vinden. Op dit moment bevat Rotterdam drie verschillende crematoria, allen liggen ver buiten het stadscentrum. Het zijn drie redelijk kleinschalige crematoria die allen aan een begraafplaats zijn gekoppeld. Twee van de crematoria vallen nog binnen de ring, de derde valt er ver buiten en ligt zelfs bijna op de grens met Delft. In de stadsdriehoek of in de buurt hiervan zou een crematorium niet misstaan. Verticaal crematorium Begraafplaatsen lagen zijn vanuit origine vaak gelegen buiten de stad in verband met hygiëne. Met de opkomst van crematoria was dit de meest voor de hand liggende locatie om ernaast te plaatsen. Crematoria buiten de stad, hebben geen problemen met ruimtegebruik of naastliggende panden. Deze crematoria zijn merendeels één laags gebouwen en indien nodig kunnen ze zich horizontaal uitbreiden. Bij een hoog stedelijk crematoria is de inpasbaarheid complexer. Hier zal omgegaan moeten worden met de ‘’footprint’’ die het crematorium tot zijn beschikking krijgt, wat er in resulteert dat er meer in de hoogte gewerkt gaat worden. Daarom is een van de uitgangspunten dan ook een verticaal crematorium. Een hoog stedelijk verticaal crematorium geeft mij de kans om iets te doen wat in Nederland nog niet eerder is gerealiseerd en wat misschien de aanleiding kan worden voor toekomstige crematoria.
Begraafplaatsen liggen veelal buiten de stad, nieuwe crematoria worden ernaast geplaatst. Crematoria amper aanwezig in hoogstedelijke context.
35
Van horizontaal naar verticaal!
Crematorium ontwerp van Hofman Dujardin gecombineerd met de Rotterdamse skyline.
37
Full service crematorium Er zijn verschillende typen crematoria: van een technisch crematorium, tot een crematorium met een mortuarium en kantoor, tot een volwaardig uitvaartcentrum. Bij een technisch crematoria vindt enkel de lijkverbranding plaats. Dit kan beschouwd worden als de machine die de dood verwerkt, hier staat efficiëntie voorop. In een volwaardig uitvaartcentrum zijn er naast een crematieoven ook een kantoor, mortuarium, opbaring, aflegging, columbarium en ruimtes om nog een hapje en een drankje te doen. Het full service crematorium is een gebouw waar overledenen direct na overlijden heen worden gebracht en naderhand worden verzorgd, opgebaard, herdacht en gecremeerd. Het is een gebouw wat zowel in het teken staat van het efficiënte machinale, maar ook van de meer menselijke rituele expressie. Dit menselijke proces gaat langzamer, omdat men de tijd nodig heeft om te rouwen. Mensen in rouw kan je namelijk niet versnellen. Een full service crematorium zorgt voor een contrast tussen machine en menselijk, snel en langzaam, rationeel en emotioneel. Doelgroep Het crematorium moet voor iedereen toegankelijk zijn. Op dit moment worstelen veel crematoria, met name de oudere gebouwen, nog met een vaag christelijke symboliek. In de nieuwe crematoria is dit grotendeels verdwenen. Dit is ook de intentie van het nieuw te ontwerpen crematorium. Rotterdam heeft een multiculturele samenleving. Om een zo groot mogelijke doelgroep te accommoderen, zal er daarom geen enkele associatie met religie zijn. Mensen met een geloofsovertuiging zijn zeker welkom, iedereen kan ervoor kiezen om gecremeerd te worden. Het is een crematorium voor iedereen.
Technisch crematorium
Volwaardig uitvaartcentrum
Logistieke werking, machinale ten opzichte van het menselijke
39
Programma Vanuit een anticiperende strategie is berekend wat het benodigde programma voor crematies in de stad Rotterdam zal zijn in 2040. Zoals eerder benadrukt, stijgt het aantal crematies in Nederland, echter is er niet net zoals in België genoeg capaciteit om te voldoen aan de stijgende cijfers. In de berekening is rekening gehouden met verschillende factoren, zoals groei van de stad en stijging van het aantal sterfte. Momenteel wordt 67% van de bevolking gecremeerd. Als de groei van het cremeren wordt doorgezet met het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar dan zal in 2040 het aantal crematies 85,8% bedragen in Nederland. In Rotterdam sterven er nu jaarlijks zo’n 5.600 mensen en daarvan worden er 3.600 gecremeerd. In 2040 zal het sterfteaantal rond de 7.000 bedragen. In de berekening is rekening gehouden met de inwonersgroei prognose van het CBS en de toename van het sterfte percentage. In combinatie met het verhoogde crematiepercentage komt aantal crematies in 2040 voor Rotterdam neer op circa 6.000 crematies per jaar. Uitgaande van het feit dat er dagelijks wordt gecremeerd (365 dagen) komt dit neer op gemiddeld 16,5 crematies per dag. Deze cijfers gelden puur voor de gemeente Rotterdam. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat kleinere buurtgemeentes ook gebruik zullen maken van de crematie faciliteiten van Rotterdam. Voor de toekomst is het goed om uit te gaan van circa 21 crematies per dag. Dit komt neer op 7.665 crematies per jaar. In totaal is dit een toename van 4.000 crematies per jaar afgezet tegen 2020. Op basis van referentieprojecten is er een aanname gedaan dat er ongeveer 5 m² per crematie benodigd is. Dit kerngetal vermenigvuldigd met het aantal crematies per jaar in 2040 komt neer op een extra behoefte van 20.000 m² bruto vloeroppervlak.•
2020
2040
Aantal crematies
67%
85,8%
Overledenen Rotterdam
5.620
6.995
Inwonersaantal Rotterdam
638.200
722.600
Aantal crematies
3.659
6.002
Crematies per dag
10
16,5
Inclusief buurtgemeentes
-
21 (7.665 p/j)
Ovens
5 (731,8 crem.) 10 (benodigd)
Extra aantal crematies t.o.v. 2020
-
4.006
Programma (2,5m² per crematie GO)
-
10.015 m2
Prognose van CBS loopt nu al achter de feiten aan, dit zou hoger mogen zijn!
+/- 20.000 m2
Totaal BVO (2x GO)
Berekening programma voor Rotterdam 2040
41
43
— Verticaal crematorium Plantoelichting I
n de wereld bestaat er op dit moment nog geen verticaal stedelijk crematorium en het doel is om de eerste in Rotterdam te realiseren. In het volgende hoofdstuk licht ik toe hoe ik tot mijn ontwerp en uitwerking ben gekomen. Graag neem ik jullie mee op ontdekkingsreis door mijn gebouw. Strategie & locatie In het vorige hoofdstuk is het benodigde programma berekend voor Rotterdam in 2040. In plaats van één groot crematorium te maken, is er voor gekozen om het programma op te splitsen in vier verschillende crematoria. Het splitsen van het programma geeft een betere spreiding en dekkingsgraad in de stad. Dit vergroot de bereikbaarheid en toegankelijkheid. De vier locaties worden allen gepositioneerd op of in de buurt van belangrijke knooppunten in de stad. De vier crematoria bestaan uit drie technische crematoria en één full service crematorium. Dit full service crematorium wordt voor het plan als testcase verder uitgewerkt. Door de splitsing van het totaal programma is er voor het full service crematorium 8.000 m² BVO benodigd. Dit is gesplitst in een aantal functies zoals te zien is in het bijbehorende cirkeldiagram. Het knooppunt waar het full service crematorium komt te liggen is naast de Erasmusbrug aan de noordzijde van de Maas. Dit is een plek die is ontstaan vanwege de aanlanding van de brug en waar zeer veel ruimte is voor verbetering. Het gebied is makkelijk bereikbaar met zowel het OV, de fiets als de auto en heeft een zeer centrale en prominente plek in de stad waar het nieuwe crematorium goed tot zijn recht kan komen. Binnen de vastgestelde perceelsgrens moet rekening worden gehouden met één obstakel binnen het plot, het ondergrondse metro spoor. Wat tevens opvalt is dat er geen eenduidige oriëntatie is van het plot. Dit komt grotendeels doordat het een overblijvend stuk grond is na de aanlegging van de Erasmusbrug.
45
Eén groot crematorium opsplitsen in meerdere crematoria verspreid over de stad.
Het volgende programma is genoeg voor 1.600 crematies per jaar (4+ per dag). Dit aantal crematies komt neer op circa 8.000 m2 BVO programma.
47
Door het spreiden van crematoria en het kleinschalliger houden, wordt er een groter gebied bereikt binnen de stad. Zo is het makkelijker bereikbaar en wordt het voor iedereen toegankelijk.
49
Gebieds impressies.
Verkeerstromen rondom het gebied.
Obstakel binnen het plot.
Geen eenduidige oriëntatie van het plot, overblijvend stuk grond vanwege aanlanding Erasmusbrug.
51
Concept Nu de locatie bekend is, zijn er aanvullend op de algemene uitgangspunten voor de afstudeeropgave (stedelijke representatie, verticaliteit, etc.) drie uitgangspunten opgesteld waar het gebouw aan moet voldoen: • Het is een gebouw dat van open naar gesloten gaat en waarbij de plint een publieke functie heeft; • De Routing zal van boven naar beneden zijn. Zo neemt men de lift naar boven en dwaal je langzaamaan rustig af naar beneden; • Functies worden gestapeld, waarbij de stilte ruimtes hoger gelegen zijn. De ceremonie neemt een centrale positie in binnen het ensemble, omdat dit de meest belangrijke functie is van het geheel.
Van open naar gesloten, plint publiek.
Routing boven naar beneden, stille ruimtes hoog.
53
Ceremonie centraal.
Doordat het plot geen eenduidige richting heeft, is er voor gekozen om elke functie op een ander gedeelte van Rotterdam te oriënteren. Het ensemble is een compositie van gedraaide volumes om een ronde kern. De opbouw hiervan is tot stand gekomen door op basis van het programma de benodigde functies als volumes te stapelen volgens de uitgangspunten. Hiermee is al een eerste stap gezet van de functionele route door het gebouw. Tevens is inzichtelijk geworden op welke hoogten de verschillende functies komen te liggen. Vanuit een ruimtelijke studie zijn per hoogte de meest bepalende en mooiste uitzichtpunten gekozen. Zodoende zijn de volumes van de verschillende functies richting deze punten gedraaid. Vanuit elke ruimte is een ander gedeelte van Rotterdam zichtbaar. Door de volumes van de functies te vervormen worden de bepaalde uitzichtlijnen op de stad versterkt of getrechterd. Dit leidt tot spectaculaire achtergronden. Elke functie heeft een ander uiterlijk en innerlijk. Qua vorm verschillen ze allemaal en zijn het vooral primaire vormen. Voor de wachtruimte is een driehoek gekozen. Dit zorgt voor een verrekijker effect waarbij de uiteenlopende schuine wanden en plafond het uitzicht op de stad extra versterken. De vorm van de ceremonieruimte is een trechter waarbij de aandacht meer wordt gelegd op de overledene die aan het einde op de katafalk ligt. De cirkel vorm van het mortuarium is zo gevormd omdat iedere overledene gelijk is en de ruimte ook zo benaderd is. De ronde generieke vorm en gang zorgt voor continuïteit en oneindigheid. Alle volumes zijn ten opzichte van de kern zo geplaatst dat het generieke (de kern) het specifieke (de functie) zo min mogelijk verstoort. Daarnaast is er rondom de kern een verticale ruimte die van boven naar beneden loopt door het gehele gebouw. Dit is de bezinningsruimte, waar rust, afscheid en beleving centraal staan. De opeenstapeling, vervorming en plaatsing van de volumes resulteert in een sculptuur in de stad die ongeacht waar je staat er altijd anders uitziet. Vanuit verschillende perspectieven geeft het gebouw elke keer een ander beeld en indruk. Het is een markant gebouw dat is ingepast in het stedelijk weefsel, met een eigenzinnig en onwerkelijke uitstraling.
Wijnhave
n
Bo pje
t r um
om
ve
Era
ha
sm
us
br
ug
Noordereiland
Cen
s
De
n
Plot heeft geen eenduidige richting. In het nieuwe crematorium oriënteert elke functie zich op ander gedeelte van de stad.
55
Plot heeft geen eenduidige richting. In het nieuwe crematorium oriënteert elke functie zich op ander gedeelte van de stad.
Vorm van de functie vervormen, uitzichtlijnen worden versterkt.
Plaatsing functie ten opzichte van de kern zo dat het specifieke niet wordt verstoord door het generieke.
Bezinningsruimte wordt één grote ruimte door het gebouw.
57
Situatie & stedelijke inbedding Op dit moment is het gebied voor ongeveer 50% geasfalteerd en 50% beklinkerd, dus 100% verhard. Door middel van de stedelijke interventie gaat dit flink veranderen en een stuk groener worden. Het crematorium wordt als een object in de ruimte beschouwd en het stedelijk landschap wordt hieromheen aangelegd. Het gebied is vanaf twee zijdes te bereiken, namelijk vanaf het kruispunt bij de Erasmusbrug en vanaf het Willemsplein bij de stijger van de Watertaxi. Omdat het Willemsplein op dit moment ook een als een verloren ruimte wordt gezien is het betrokken bij het plangebied, zodat de grens van het project gebied niet tot aan de brug loopt maar ook de ruimte eronder benut. Hierdoor wordt er tevens een connectie gemaakt met de groenvoorziening die naast de kade loopt bij de Waterbus. Bij de entreezones wordt een bomenrij geplaatst. De bomen zorgen impliciet voor een afscheiding van de locatie, maar de mate van dichtheid zorgt niet voor een ruimtelijke barrière. De ruimtelijke afscheiding is net voldoende om de bezoeker het gevoel en besef te geven dat men het gebied betreedt. In het plangebied zijn kleine groene pleintjes gecreëerd waar mensen even op een bankje kunnen zitten en genieten van het uitzicht over de Maas en het zicht richting het crematorium, Noordereiland en Kop van Zuid. Het columbarium is in het landschap geplaatst in plaats van het gebouw. Dit heeft er mee te maken dat het altijd openbaar moet zijn voor mensen om te bezichtigen. Door de urnenmuur in grind te plaatsen krijgen ze een andere accentuering dan de rest van het beloopbaar gebied. Het wekt de twijfel bij mensen of dit gebied betreden mag worden. Zo krijgt het een iets formeler karakter en wordt het minder openbaar, ondanks dat het vol in het zicht ligt. De drempel om dicht bij de urnen te komen ligt hierdoor iets hoger. Door deze ingrepen krijgt de huidige verharde omgeving een flinke boost aan groen. Naast de functie van tuin en columbarium van het crematorium, is het een klein stadspark en een verblijfsruimte voor bewoners en bezoekers van de stad die graag een wandeling willen maken of tot rust willen komen.
Bomenrij entree zone
Urnenmuren geplaatst in het grind
Groene pleinen
Bomenrij entree zone
Het crematorium als object in het stedelijk landschap geplaatst
59
De schitteringen van de avondzon op het crematorium, kijkend vanaf de kade langs de Maas.
61
Exterieur
Interieur
Bezinningsruimte
Interieur versus Exterieur / Object versus binnenruimte Elke ruimte vormt een andere representatie van de stad, samen één geheel!
+ Vorm van het patroon in de gevel, groeit in verhouding met de hoogte van het volume.
Patronen worden extra benadrukt vanwege groei algen.
Materiaal & detailering In de materialisering wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het exterieur en het interieur van het gebouw, oftewel object versus de binnenruimte. Het crematorium is van buiten een sculptuur in de stedelijke context, terwijl het interieur van elke ruimte juist een andere representatie van de stad vormt. Gecombineerd vormt het samen één geheel. De buitengevel wordt vervaardigd van duurzaam beton: geopolymeerbeton. De gevel bestaat uit prefab gevelpanelen die worden opgehangen tijdens de bouw. In de panelen wordt een patroon aangebracht waarbij de vorm van elk volume in de buitengevel extra benadrukt wordt. Deze patronen hebben dezelfde vorm als het volume zelf. De afmetingen van de vormen in het patroon groeien mee in verhouding met de hoogte van het volume. Zo zijn de afmetingen van de vormen van de opbaring (tussen de 70 en 100 meter hoogte) circa 700 x 2300 mm en die van het restaurant op de begane grond 300 x 300 mm. De patronen in de gevelpanelen geven tevens de mogelijkheid om dilataties zoveel mogelijk weg te werken. De buitengevelpanelen worden geprefabriceerd en op de bouw bevestigd. Het prefabriceren heeft als voordeel dat de panelen altijd onder dezelfde condities worden gemaakt en hierdoor er amper afwijkingen zijn in de kleurstelling van de betonnen elementen. De panelen worden opgehangen aan de constructieve wanden en vloeren, zie details. Door de jaren heen zullen de patronen nog extra benadrukt worden vanwege de groei van algen en ophoping van vuil. Dit is iets wat wordt gestimuleerd in het gevel ontwerp. In de gevel is hier zowel in de afwerking als detaillering van de patronen extra rekening mee gehouden. De verdiepte groeven zijn qua afwerking ruwer dan de vlakke zijdes. De vlakke zijdes worden gepolijst zodat ze zeer glad zijn waardoor het vuil en de algen hier niet of nauwelijks kunnen nestelen. De ruwe groeven houden juist meer vuil en stof vast en dit zal tijdens regenbuien verspreid worden door het patroon heen. Het patroon van de volumes is ook doorgezet in de 5e en 6e gevel, oftewel op de daken en plafonds.
63
A
B
C
65
Doorsnede entree
Doorsnede opbaringsruimte
Doorsnede wachtruimte
Doorsnede ceremonieruimte
67
Noordgevel
Oostgevel
Zuidgevel
Westgevel
69
Conceptuele weergave waterafdracht gevel panelen
71
Voor de materialisering van het interieur is er gekozen voor ‘’stedelijke materialen’’. Het interieur van de volumes is een assemblage van de stad en elke ruimte wordt gekenmerkt door zijn eigen materiaal. De toegepaste materialen zijn allemaal materialen die in de stad voorkomen en waar nodig op een moderne manier zijn toegepast. De bezinningsruimte wordt gezien als één ruimte. Deze zal ten hoogte van de verschillende functies hetzelfde materiaal bevatten als de functie zelf. Echter, dit wordt overal in een lichte tint gedaan. Hierdoor behoudt de bezinningsruimte zijn eenheid, maar wel met het karakter van de functie waar men zich op dat moment begeeft. Voor het interieur wordt gebruik gemaakt van de volgende materialen: baksteen, geglazuurde tegels, beton, verroeste en verweerde staalplaten, melk glas, travertin en trespa platen. Elk materiaal is een verwijzing naar een toegepaste gevelbekleding of een materiaal wat zich bevindt in de stad. Zo zijn de geglazuurde tegels een vernieuwde versie van de tegels van de paperclip van Carel Weber. Het travertin verwijst naar de Bijenkorf van Marcel Breuer, de trespa platen naar de verwaarloosde gevels van woongebouwen aan de Gerdesiaweg, de stalen platen naar de scheepsvaart en de bijbehorende damwandplaten en de baksteen een verlenging van de bebouwde woonomgeving.
Geglazuurd
Beton
Staal
Glas Natuursteen Trespa Metselwerk
Elke ruimte vormt een andere representatie van de stad.
Overzicht materialenpalet.
73
De paperclip, Carel Weber.
De Bijenkorf, Macel Breuer
Trespa woongebouwen, Gerdesiaweg
Damwanden van de haven
75
Routes gebruik & beleving De gebruikers van het gebouw zijn op te delen in drie verschillende groepen. Namelijk de werknemers, de bezoekers en de overledenen. De werknemers mogen overal komen en het gebouw is zo ingericht dat het voor hen een praktische en prettige werkomgeving is. Voor de bezoekers zijn niet alle ruimtes toegankelijk, zoals het mortuarium en de technische ruimtes. Daarnaast is het van belang dat de route van de bezoekers niet kruist met de route van de overledenen, ook wel de ‘’coffin flow’’ genoemd. In de indeling van het gebouw is er veel aandacht besteed om deze stromingen te scheiden. Zo zijn er in de kern drie liften geplaatst waarvan er maar twee toegankelijk zijn voor bezoekers. De middelste lift is voor het personeel en om de overledenen te vervoeren. Doordat de uitvaart bestaat uit een sequentie van ruimtes is het mogelijk om twee uitvaarten tegelijk te laten plaatsvinden.
0.2
0.1
0.3
0.4
0.5
Begane grond, entree
0.1 - Entree bezoeker 0.2 - Garderobe 0.3 - Entree overledenen 0.4 - Restaurant 0.5 - Bezinningsruimte
1.1 - Familiekamer 1.2 - Koffietafel / restaurant 1.3 - Bezinningsruimte
1.1
1.2
1.3
1e verdieping, restaurant
2.1 2.3 2.1 - Kantine 2.2 - Overlegruimte 2.3 - Kantoren 2.4 - Kleedruimte 2.5 - Bezinningsruimte
2.4
2.2 2.5
2e verdieping, personeelsruimte
77
3.1 - Grote ovenruimte 3.2 - Kleine ovenruimte 3.3 - Bezinningsruimte 3.1
3.2 3.3
3e verdieping, techniekruimte
4.2
4.1
4.3
4.3
4.4
4e verdieping, techniekruimte
4.1 - Cremulator ruimte 4.2 - Algemene nis 4.3 - Techniekruimte 4.4 - Bezinningsruimte
5.1 - Aflegruimte 5.2 - Bezinningsruimte
5.1 5.2
5e verdieping, mortuarium
6.1 - Aflegruimte 6.2 - Bezinningsruimte
6.1 6.2
6e verdieping, mortuarium
79
7.1 7.1 - Condoleance register 7.2 - Ceremonieruimte 7.3 - Bezinningsruimte 7.2
7.3
7e verdieping, ceremonieruimte
8.1 - Balkon ceremonie 8.2 - Bezinningsruimte
8.2
8.1
8e & 9e verdieping, ceremonieruimte balkon
10.1
10.1 - Wachtruimte 10.2 - Bezinningsruimte
10.2
10e verdieping, wachtruimte
11.1 - Rouwkamer 11.2 - Zithoek rouwkamer 11.3 - Bezinningsruimte
11.2
11.1
11.3
11e tm 18e verdieping, opbaringsruimte
81
Het gebouw is grofweg te verdelen in negen verschillende ruimtes, ondanks dat er maar zeven volumes zijn. Namelijk, de entree, opbaringsruimte, wachtruimte, ceremonieruimte, mortuarium, techniekruimte, personeelsruimte, bezinningsruimte, en het restaurant. We gaan stapsgewijs door het gebouw heen zoals de gebruiker het zou ervaren. Entree Na een kleine wandeling door het crematorium landschap arriveert mijn bij de entree. De entree op de begane grond is een verlengstuk van de stad. Dit wordt ervaren door de toepassing van baksteen, een veel gebruikt bouwmateriaal in de stad. Bij binnenkomst wordt de route door het gebouw voor de bezoeker meteen duidelijk. Vanuit de entree, waar ook twee garderobes zijn, wordt de bezoeker direct naar de liften geleid. De garderobes zijn zo vormgegeven dat ze bij start van de uitvaart aan de entreezijde geopend zijn en aan het eind van de uitvaart vanaf de restaurantzijde te bereiken zijn. Vanuit de entree neemt men de lift naar de opbaringsruimte of de algemene wachtruimte. Dit is afhankelijk van de aard van het bezoek.
Entree - Begane grond
83
Opbaringsruimte - 11e tm 18e verdieping
Opbaringsruimte De opbaringsruimte is een stille ruimte waar men op rouwbezoek kan komen. De ruimte is op grote hoogte gesitueerd voor rust en afstand tot de drukke stad, hier krijg je weinig mee van al het geluid wat zich afspeelt op het maaiveld. Tevens kijk je op een heldere dag ver uit over de Maas en de haven van Rotterdam. Als wandafwerking is gekozen voor geglazuurde tegels met een reliëf erin. De tegel zorgt voor een bepaalde dynamiek die men ook terug ziet in het uitzicht over de stad.
85
Beeld vanuit de rouwkamerruimte over de haven van Rotterdam bij zonsopkomst en een ontwakende stad.
87
Wachtruimte De wachtruimte is een van de meest imposante ruimtes in het gebouw. Dit komt voornamelijk door de vorm van de ruimte (driehoek), de hoogte van de wanden en ramen en het diagonale plafond wat de ruimte vergroot. De afwerking van de ruimte is door de toepassing van beton, zo rustig mogelijk gehouden om zo de nadruk te leggen op het uitzicht over de binnenstad. Dit uitzicht vanaf 60 meter hoogte kan men bij het betreden van de ruimte niet ontgaan.
Wachtruimte - 10e verdieping
89
In de wachtruimte verwijden de wanden & het plafond het beeld. De rustige materialen zorgen ervoor dat de nadruk komt te liggen op het uitzicht.
91
Ceremonieruimte Deze ruimte ligt centraal in het gebouw en is de plek waar de dienst plaatsvindt. De ruimte bestaat uit drie verdiepingen. Op de laagste verdieping is ruimte voor 230 zitplaatsen. Daarnaast zijn er nog twee balkons waar indien nodig ook nog staanplaatsen aanwezig zijn. De balkons zijn een knipoog naar stadion tribunes en theaterzalen. De ceremonieruimte is afgewerkt met staal en voelt heftig ten opzichte van andere ruimtes in het crematorium. Dit is gedaan om het contrast te accentueren met het uitzicht: twee sferen in één ruimte. Ondanks de harde afwerking creëert het staal een warme sfeer. De afwerking staat voor ceremonie en afscheid. Indien het even teveel wordt tijdens de ceremonie, kan men een toevlucht zoeken in het uitzicht naar buiten toe. Hier kijkt men uit over Noordereiland, de Hef en Rotterdam Zuid.
Ceremonieruimte - 7e tm 9e verdieping
93
Vanuit de ceremonieruimte heeft men een mooi en zeer rustig uitzicht over het Noordereiland en feyenoord. De lichtinval van de draaiende zon versterkt het contrast tussen het meteriaal en uitzicht.
Mortuarium waarbij de zoninval zorgt voor een prettige werksfeer.
95
Mortuarium - 5e & 6e verdieping
Mortuarium In het mortuarium kan het lichaam van een overledene gedurende enkele dagen tot aan de crematie worden bewaard. Dit is een ruimte waar alleen het personeel komt en ook de laatste verzorging van het lichaam plaatsvindt. De ruimte is afgewerkt met melk glazen platen en heeft daardoor een gladde en kille afwerking. Dit past bij de functie van de ruimte en staat daarmee in sterk contrast met de ceremonieruimte. In het mortuarium is plek voor 96 overledenen verdeeld over twee verdiepingen. In conservatieve crematoria is er normaal gesproken geen direct daglicht in het mortuarium. Om voor het personeel een fijne werkomgeving te creëren is er in dit crematorium gekozen om toch ramen toe te passen in deze ruimte. Door de smalle hoge ramen die taps toelopen wordt direct daglicht de ruimte in gelaten, maar is de inkijk van buitenaf minimaal. Op een zonnige dag weerspiegelt het zonlicht tegen de glazen platen.
97
Techniek - 3e & 4e verdieping
Techniekruimte De techniekruimte is de laatste plek voor naaste familie en vrienden om samen afscheid te nemen. Het is tevens ook de allerlaatste fase van de route die de overledenen afleggen. In deze ruimte zijn twee ovens gesitueerd in een grote en kleine zaal. Vanuit de grote zaal kan men een blik werpen over de Erasmusbrug en de Rotterdam op de Kop van Zuid. Nadat het crematieproces is voltooid zal het as van de overledenen gefilterd worden in de cremulator en minimaal één maand lang worden bewaard in de algemene nis. Voor de techniekruimte is gekozen voor een traditionele tijdloze afwerking in de vorm van travertin. Het is een ruimte met een beladen functie die vraagt om een kwalitatief hoogwaardig product.
99
Met uitzicht over de Maas vindt het laatste afscheid van de overleden plaats in de techniekruimte.
101
Personeelsruimte Het personeel kan zich voor en na een werkdag en tijdens pauzes terugtrekken in een eigen ruimte. Er zijn verschillende kantoren gerealiseerd samen met kleedkamers, douches, vergaderzaal en kantine. In de personeelsruimte zijn materialen toegepast die men in een standaard kantoorgebouw ook terug ziet. Voor de wanden worden trespa platen gebruikt. Trespa is een materiaal dat in de stad veel wordt toegepast, vooral op gebouwen met een laag budget. Door het af te werken met een gouden tint en gebruik te maken van een kleine paneelverdeling krijgt het desondanks toch een chiquere uitstraling.
Personeel - 2e verdieping
Vanuit de kantine kijkt het personeel uit over het kruispunt en het begin van de Erasmusbrug.
103
De route naar beneden waar men op een zelfstandige manier afscheid kan nemen.
Bezinningsruimte De bezoekers komen niet in het mortuarium en de personeelsruimte. Wel leggen zij na de ceremonie een route af door het gebouw die deze ruimtes passeren. Ondanks dat de bezinningsruimte niet de vorm heeft van een reguliere ruimte, vervult deze toch een erg belangrijke rol in het gebouw en het afscheid van de overledene. Het is een ruimte waarbij men tijdens de afdaling op een zelfstandige manier afscheid kan nemen van de dierbare. De nabestaanden kunnen er optioneel voor kiezen om muziek af te spelen wat door de ruimte heen galmt en/of foto’s, beelden en andere objecten te tonen die herinneren aan de overledene. Zo wordt de persoonlijke beleving geoptimaliseerd. Dit wordt versterkt door de architectonische en ruimtelijke beleving die men ervaart bij het bewandelen van de ruimte. In de bezinningsruimte zijn alle materialen uit de overige ruimtes samengevat, alleen in een lichtere kleur. Zo wordt de eenheid van de bezinningsruimte behouden, met blijft wel het eigen karakter van de verschillende functies zichtbaar.
105
Restaurant Aan het eind van een mooi afscheid kunnen nabestaanden samen iets eten en/of drinken in het restaurant. Dit is naast de ruimte voor de koffietafel ook een openbaar grand café. Overdag is de 1e verdieping beschikbaar voor de koffietafel, in de avond voor het grand café. De afwerking is hier gelijk aan die van de entree, waardoor de bezoeker alweer wordt voorbereid op de terugkeer de drukke stad in. Nadat men het crematorium verlaat, moet nog eerst even de jas worden opgehaald. De garderobe is nu vanuit de restaurant zijde geopend. Eenmaal buiten wordt het gebied weer verlaten door het crematorium park. Met bijna 8.000 m² BVO is het gebouw veel groter dan een normaal crematorium. Er zit veel ruimte en hoogte in het gebouw, wat bijdraagt aan een bijzondere beleving. Er is naar een balans gezocht die past bij de oriëntatie en functie van de ruimtes, waarin de stedelijke materialen naar binnen zijn gehaald. De opbouw van het gebouw, de variatie aan materialen in de ruimtes én de logistieke werking, maken dit crematorium uniek ten opzichte van andere crematoria.
Restaurant - begane grond & 1e verdieping
107
Na een wandeling in de ochtend even lunchen met uitzicht over de Maas in het crematorium grand café.
Constructie Naast de esthetische compositie van de volumes is er in het proces ook rekening gehouden met de constructieve compositie. Alle volumes zijn zelfdragende dozen en de koppeling aan de kern zorgt voor de stabiliteit. De afdracht van krachten vindt plaats op de punten waar de dozen elkaar raken. De uitkragingen van het mortuarium, de ceremonieruimte en de wachtruimte worden in balans gehouden door het volume van de opbaring. Dit zorgt ervoor dat het geheel niet omvalt. In de constructieve opzet is niet uitgegaan van een standaard stramien, maar van de lengte van een standaard doodskist. Het stramien grid bestaat zodoende uit een 2,1 x 2,1m structuur. Op de plekken waar de volumes elkaar raken is een dubbele vloer gerealiseerd. Als dit niet was gebeurd zouden de volumes deels in elkaar zakken. Door dit te doen is er voor gezorgd dat de compositie een gestapeld volume blijft. Het constructieprincipe voor het uitkragende deel van de wachtruimte is gebaseerd op een kraan. Er is een vakwerk dat is gekoppeld aan de kern zodat deze niet kan torderen. Het vakwerk zorgt ervoor dat door middel van trekkrachten de uitkragende vloer omhoog wordt gehouden. Doordat het vakwerk een dusdanige grootte heeft, is het noodzakelijk dat er op minimaal twee plekken een krachtafdracht naar beneden plaatsvindt. Deze kolommen dragen zodoende weer hun kracht af aan de constructieve buitengevel wand van de ceremonieruimte.
109
De gestapelde volumes zijn zelfdragend, koppeling aan de kern zorgt voor stabiliteit.
Gridstructuur gebaseerd op standaard afmeting doodskist.
Kern waar de dozen aan worden gekoppeld.
Constructie wachtruimte als kraanprincipe.
Constructie wachtruimte.
111
Doorsnede mortuarium
Doorsnede techniek
Doorsnede peroneelsruimte
Doorsnede restaurant
113
Duurzaamheid Het crematorium anticipeert qua programma op de toekomst. Het is dan ook de bedoeling dat het gebouw er nog vele jaren zal staan. Het gebouw is niet in zijn geheel circulair, maar er is wel gekeken naar duurzame oplossingen of toepassingen. Een voorbeeld hiervan is het duurzaam opwekken van energie en het gebruik van duurzaam beton. Op de daken van de opbaring, wachtruimte, ceremonie en mortuarium worden zonnepanelen geplaatst in de vorm van het gevelpatroon. De zonnepanelen wekken stroom op voor de nodige elektriciteitsvoorzieningen voor onder andere het verlichten van het gebouw en het gebruik van de oven. Dit betekent dat er elektrisch wordt gecremeerd in plaats van op gas. Ook wordt de restwarmte van de oven benut voor het verwarmen van het gebouw. Daarnaast wordt het dak van het restaurant ingezet voor het opvangen van regenwater. Dit water wordt opgeslagen en daarna gefilterd zodat het hergebruikt kan worden voor de watervoorzieningen binnen het gebouw. Deze oplossingen zorgen ervoor dat het crematorium zichzelf voorziet van een aantal benodigde basisvoorzieningen. In de gevel en constructie van het gebouw wordt een grote hoeveelheid beton toegepast. Omdat regulier beton veel CO2 genereert tijdens het verhardingsproces, is er gekozen om duurzaam beton toe te passen: geopolymeerbeton. In geopolymeerbeton wordt een alternatief bindmiddel gebruikt waarin geen cement van pas komt. Cement is namelijk het onderdeel dat zorgt voor de CO2 uitstoot. Geopolymeren zijn cementachtige grondstoffen, die als ze worden geactiveerd, veranderen in een keten van moleculen met cementachtige eigenschappen. Met andere woorden, ze werken en reageren hetzelfde als cement, maar maken betere en sterkere verbindingen onderling. Optisch zie je geen verschil tussen geopolymeerbeton of regulier beton. Het mooiste is dat voor de productie van geopolymeren geen hoge CO2 uitstoot nodig is. Geopolymeren worden namelijk gemaakt van lokale grondstoffen zoals klei, rivierslib, maar ook restproducten van de staalindustrie
(geen zware metalen) en zelfs van biobased restproducten. Kortom, geopolymeerbeton wordt gemaakt van lokale (afval)producten waar geen CO² uitstoot bij vrij komt. Het blijkt dat van dit ‘groene’ beton enkele aspecten zelfs gunstiger zijn. Naast de lagere CO2 uitstoot ontstaat er bij de verharding geen (hydratatie)warmte, krimpt het minder en kan er meer gerecycled zand en grind in worden toegepast. In de buitenruimte is een deel van de verharding vervangen door een groene invulling. Dit heeft verschillende voordelen: het draagt bij aan een betere afwatering, het stimuleren van biodiversiteit en het tegengaan van hittestress in de stad.•
115
Gebruik & hergebruik van duurzame energie.
Regenwater hergebruiken in het crematorium
117
Perspectief doorsnede van het gebouw.
“ Doen is leren en denken niet, denken brengt me niets. Ik overpeins tot ik mezelf verlies. Wil mijn dromen leven, moet in plaats van dromen, leven. Mogelijkheden ga ik zien door minder in mijn hoofd te leven. Je bereikt meer door te doen, dan door te denken. Ook al doe je maar de helft goed. “ — Fresku
119
Een vos is een veelzijdig persoon die veel dingen weet en kan en ziet de wereld in al zijn complexiteit, terwijl de schilpad de complexe wereld tot één ding vereenvoudigt en zoekt naar de essentie en de rest negeert.
— Reflectie & nawoord
Hoe heb ik het beleefd Het doel van mijn afstuderen was om een
maatschappelijk relevant thema aan te grijpen en een heldere stelling in te nemen met betrekking tot het thema en hoe het zich verhoudt in de maatschappij. Ik wilde met het ontwerp agenderen dat een crematorium een belangrijk onderdeel uitmaakt van de samenleving en dat het daarom ook niet mag ontbreken in de stad. Op mijn eigen manier wilde ik het thema een vorm van aandacht en een podium geven. Opgave De keuze voor een verticaal stedelijk crematorium heeft wat dat betreft goed uitgepakt. Het is een thema wat zich hier goed voor leent en wat nog niet bestaat. Het crematoria an sich vertaalt zich fysiek redelijk conventioneel. De schrijvers van het boek Goodbye Architecture verwoorden dit ook heel mooi ‘’de verschijningsvormen tonen hoe er geen optimale oplossing is voor het ruimtelijk probleem van afscheid. In het ontwerp, de aankleding en het gebruik van het crematorium is juist ruimte voor de nietalledaagsheid’’. De keuzes die ik gaandeweg gemaakt heb waren allen met in het achterhoofd dat het niet alledaags hoefde te zijn. Ik denk dat de keuzes die ik gemaakt heb grotendeels aan de doelstellingen voldoen. Het is een uitgesproken object geworden op een prominente plek in Rotterdam. Het gebouw ligt duidelijk in het zicht en ik denk dat wanneer mensen het gebouw in de stad zien, ze zichzelf afvragen wat het is en wat het doet. Zo kan men langzaamaan wennen aan het idee dat een crematorium midden in de stad is gepositioneerd en onderdeel uitmaakt van het stedelijk weefsel. Daarnaast zijn de gebruiker als basis en de ruimtelijke ambiance ook een belangrijk onderdeel geworden in het project. Dit waren twee doelstellingen die van te voren waren opgeschreven in het startdocument. In het crematorium is een ruimtelijke constellatie
121
ontstaan die stuurt op het scheiden van uitvaartstromen, maar ook op de ervaring van gebruikers en de route die ze afleggen. Daarnaast is de ruimtelijke ambiance gewaarborgd door de veelheid aan uitzichten over de stad, de variatie aan ruimtes die men betreedt en de bezinningsruimte die men aflegt naar beneden. De materialisatie van de ruimtes draagt hier nog extra aan bij. Dit allemaal heb ik bereikt door veel maquettes, schema’s en tekeningen te maken. Zo heb ik geprobeerd zo visueel mogelijk te communiceren en mijn project zo duidelijk mogelijk te laten overkomen. Ik hoop dat mijn project al voor zichzelf spreekt zonder een verbale toelichting. Uiteindelijk is er een verticaal crematorium tot stand komen midden in de stad, die zichzelf representeert. Een crematorium dat een relatie aangaat met de stad en integraal deel uit maakt van het dagelijks leven. Proces In mijn startdocument had ik beschreven dat voor mij het project geslaagd zou zijn als ik in het traject tot snelle duidelijke keuzes zou komen en dit zou weten te vertalen in een ontwerp, schema’s, tekeningen en maquettes. Ook wilde ik in het afstudeertraject de schildpad in mij naar voren halen en een compleet project afleveren. Naar mijn inziens ben ik hier redelijk goed in geslaagd. Ik heb tijdens het proces weinig tot geen momenten gehad dat ik vastliep met het project of het moeilijk vond om keuzes te maken. Ook heb ik alle stappen van een project doorlopen en een volledig mogelijk product afgeleverd: van een globale strategie tot en met details van het gebouw. Naast de vele maquettes zijn er zelfs Mock-up gevelpanelen gemaakt. Dat het traject langer heeft geduurd wijt ik dan ook niet aan het ontwerpproces. Mijn inziens heeft dit twee oorzaken. Een kritische blik op mezelf leert me dat ik soms iets te perfectionistisch ben. Hierdoor gebeurt het wel eens dat ik mezelf verlies in het maken van een tekening of plaatje, waardoor ik er meer tijd aan besteed dan noodzakelijk zou zijn. De tweede reden heeft meer te maken met persoonlijke en fysieke omstandigheden. Als ik kijk wat er tot stand is gekomen in het afgelopen jaar, kan ik hier heel erg
trots op zijn. Ondanks de tegenslagen is voor mij het afstuderen altijd een uitvlucht geweest en een middel om gedachten te verzetten en met iets bezig zijn wat ik echt leuk vind: het maken en visualiseren van ‘’dingen’’. Wie ben ik als architect Wat heeft de Academie mij nou gegeven naast hoofdpijn, lange nachten en veel stress? Het belangrijkste wat ik heb geleerd is dat je vooral moet doen en niet bang moet zijn om te falen. Soms is het ook goed om te falen zodat je daarna weet wat je anders moet doen. Ik heb geleerd buiten de kaders van het conventionele te denken en dit om te zetten in toffe projecten. Projecten die misschien voor de één totaal onrealistisch lijken, maar voor een ander weer een aanleiding tot iets vormt. Dit is ook iets wat ik tracht met mijn werk: grenzen op te zoeken, zowel bij mijzelf als op architectonisch gebied. Soms door een contrasterend beeld te vormen, soms door een controversiële ingreep. Dit moet mensen aanzetten tot denken en beleven. Denken wat er wel of niet goed is, aan de maatschappij, wereld, de stad, de straat en het gebouw. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit vaak gebeurt in mijn projecten door een object in de openbare ruimte te maken, zo ook met mijn afstuderen. Een object met een achterliggend verhaal of betekenis. Ik ben hierin geïnspireerd door architecten als John Kormeling (draaiend huis) en de ingrepen van Gordon Matta-Clark. Achter hun ontwerpen zit altijd een diepere betekenis dan in eerste opzicht lijkt. Nu is het tijd om afscheid te nemen, afscheid van dit project en afscheid als student. Net zoals bij de dood komt aan alles een einde en zo ook mijn Academie periode die ik met veel plezier heb ervaren. Ik wil degene graag bedanken die dit allemaal gelezen heeft, ik hoop dat het de moeite waard was!•
123
2e peiling
Massa studie
Maquette voor groenlicht
Groenlicht peiling
125
Mallen voor de bekistingen
Resultaat beton storten
Resultaat beton storten
127
Nawoord Graag wil ik Remco Bruggink bedanken voor zijn motiverende begeleidingen, inzichten en zijn flexibiliteit. Eén van de belangrijkste dingen die mij hiervan zal bijblijven is; de waarheid bepaal je zelf! Daarnaast een dankwoord aan Gert Kwekkeboom, Jeroen Visschers en Robert Winkel voor de positieve kritische feedback tijdens de peilingen. Dit heeft mij zeer geholpen gaandeweg het traject. Ook dank ik alle mensen met wie ik heb kunnen sparren en die hebben geholpen bij het behalen van dit resultaat. Als laatste wil ik graag Celine op de Laak heel erg bedanken voor al het geduld, hulp en (emotionele) ondersteuning tijdens mijn periode op de Academie van Bouwkunst. Nu is het tijd om samen veel leuke dingen te gaan doen :) Niek van der Putten Dordrecht, augustus 2020
129
— Bronnen
Waar heb ik mijn informatie vandaan Goodbye architecture, De architectuur van crematoria in Europa nai010 uitgevers, 2018, ISBN 978-94-6208-423-0 NOS, Primeur in begrafenisland: elektrisch cremeren https://nos.nl/artikel/2216647-primeur-in-begrafenislandelektrisch-cremeren.html DELA https://www.dela.nl/uitvaart/rondom-de-uitvaart/elektrischcremeren Uitvaart, Geschiedenis cremeren https://www.uitvaart.nl/infotheek/achtergronden/geschiedeniscremeren Wikipedia, Crematie https://nl.wikipedia.org/wiki/Crematie Wikipedia, Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Vereniging_voor_ Facultatieve_Crematie Beton lab https://beton-lab.com/geopolymeerbeton/ ABT https://www.abt.eu/actueel/blog/ook-groen-beton-is-grijs.aspx
131
www.niekvanderputten.nl
133
© 2020 Niek van der Putten