9 minute read

Het water van Gastein

In duizenden jaren van druppel naar radontherapie

Het water van Gastein

Advertisement

Al honderden jaren bubbelt en borrelt het water in de bergen van Gastein. Aan de Heilstollen wordt vanaf 1350 een geneeskrachtige werking toegedicht. Maar waar komt dat water vandaan? We gaan een paar dagen op zoek naar het water van Gastein: een bergmeer, een spectaculaire waterval en een drooggevallen stuwmeer. En als verrassend toetje een bijna verborgen dal waar natuurproducten gekoesterd worden.

Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies

De badcultuur is in Oostenrijk geworteld in de samenleving. Ga je naar een plaats waar Bad onderdeel van de plaatsnaam is, dan is het duidelijk: hier is water waaraan men geneeskracht toekent. Of dat op zijn minst goed is voor het lichaam. Rondom die plaatsen ontstond een levendig toerisme, zoals in Bad Gastein nog steeds het geval is. Oostenrijkse keizers en keizerin Sisi waren er te gast. Zij kwamen om een kuurtje te ondergaan. Daarna bleven bekende politici, artiesten en welgestelden het dorp bezoeken. Monumentale hotels herinneren aan die periode. In Bad Gastein kan je niet om het water heen. De enorme waterval middenin het dorp waar de Gasteiner Ache onvermoeibaar naar beneden dendert, is deel van de vijf miljoen liter water die dagelijks uit de berg tevoorschijn komt.

De Reedsee. Radioactief gas

Duizenden jaren sijpelen waterdruppels van de bergen boven Gastein 3000 meter naar beneden. Daar wordt het water door de hitte in de aarde opgewarmd waarop het weer langzaam omhoog stijgt, vervolgens weer afkoelt en uit de berg naar buiten komt. Het is tegen die tijd verrijkt met allerlei stoffen die van nature in de bergen zitten, waarvan radon het meest in het oog springt. Een radioactief edelgas dat op natuurlijke wijze in de bodem ontstaat. Een bezoek aan de Heilstollen lijkt op een excursie naar een mijn. Er staat een smal geel treintje met overdekte zitplaatsen, zoals dat bekend is van mijnwerkers die op weg gaan naar hun werkterrein diep in de rotsen. Alleen lopen hier geen kompels maar badgasten, in zwemkleding en met badjassen en handdoeken. Ze zijn op weg naar het gangenstelsel waar de combinatie van warmte (veertig graden Celsius), luchtvochtigheid en radon een heilzame werking heeft op het menselijk lichaam. Veel bezoekers komen hier ter verlichting van hun reumatische pijnen, aldus de mensen van de Heilstollen. Gastein is het grootste centrum ter wereld voor patiënten met de ziekte van Bechterew. Zij komen voor een kuur naar het bergdorp en weten op die manier de pijn van hun ontstekingsreuma een aantal maanden te verdrijven. Rondom de Heilstollen is een wetenschappelijk instituut ontstaan dat al tachtig jaar onderzoek doet naar de werking van het water van Gastein.

Zirbenweg

Tijd om te kijken waar dat water de berg in sijpelt. De eerste tocht gaat naar het gebied van de Graukogel waar twee bergmeren laten zien waar het water vandaan komt. We lopen vanaf het einde van de Graukogellift over de mooie Zirbenweg richting de Palfnersee. De heerlijk geurende Zirben, alpenden of arve in het Nederlands, zijn taai en sterk. Ze overleven in het gebied rondom

De Gasteiner Ache middenin Bad Gastein.

Boven: Uitleg van gids Hans Naglmayr. Onder: zeven stops met plaatselijk

gemaakte lekkernijen.

Afdaling van de Graukogel.

de boomgrens. De kleine roodbruine kegeltjes worden geplukt en na zes weken in de alcohol ontstaat Zirbenschnaps. Deze ijzersterke naaldboom, vaak met grillig gevormde takken, wordt wel de Koningin van de Alpen genoemd. Hier is niet alleen het water gezond voor lijf en leden, ook aan de Zirbe worden bijzondere krachten toegeschreven: een verbeterde slaapkwaliteit, een lagere hartslag en het stimuleert de bloedsomloop.

Koud bergwater

Genoeg gemijmerd. De hartslag moet omhoog op het laatste stuk naar de overgang net onder de Graukogel (2492 meter). De andere kant is wat ruiger, veel stenen en het loopt langzaam dalend naar de idyllische Reedsee. Een groot bergmeer tussen de bossen, een verlaten blokhut en de hellingen van de Graukogel. Een ideale plek om te zwemmen. Even later ligt Aart uitgestrekt in het koude bergwater.

Bij de afdaling staat een waarschuwingsbord voor een zeer steile en vermoeiende afdaling. Zo’n bord heb ik nog nooit gezien, wat doet het hier? Die vraag wordt al snel beantwoord. Het is inderdaad een lastige steile afdaling, vooral omdat je geen moment in hetzelfde tempo kan blijven lopen. Grote stappen, veel gladde stronken en wiebelende stenen; bedrieglijk lang duurt het voordat we bij de weg in het Kötschachtal zijn. Daar loopt een van de vele mountainbikeroutes rondom Gastein. We lopen op de brede bosweg naar beneden, passeren de almhut die in het hoogseizoen precies vandaag dicht is. Gelukkig hebben ze een koelkast buiten staan met zelfbediening. Iets verder, waar ook de plaatselijke bus komt, worden we opgewacht door Liddy van Gennip, de Brabantse die al jaren de publiciteit voor Gastein verzorgt en het ook leuk vindt dat ze een keer gezellig kan buurten terwijl ze vertelt over haar dorp.

Vijf kilo stenen en zand in een kubieke meter water

Therapie in de Heilstollen.

Foto Gasteinertal Tourismus

Leeg stuwmeer

Een dag later nemen we de Stubnerkogelbaan omhoog. ’s Winters een geliefd skigebied, in de zomer voorzien van een mooi uitzichtsplatform en een hangbrug als adrenalinekick voor wie vooral rond het liftstation blijft hangen. We lopen via de Zittrauer Tisch (2463 meter) richting Sportgastein. Een ruig pad langs de kale bergrug. Er ligt nog verraderlijk veel zomersneeuw. We houden het niet droog en zijn amper ingepakt in regenpak en -hoes of de hagelstenen komen ons in vliegende vaart tegemoet. Zoals vaak in de bergen is het na een half uur ook weer overgewaaid. Het is alleen koud en blubberig. Diep onder ons ligt de Unterer Bockhartsee, een stuwmeer voor de stroomvoorziening. Het meer is bijna helemaal leeg. Liddy vond dat geen fijn beeld maar het is mooi om te zien wat zich onder dat wateroppervlak bevindt. Grote bulldozers en kranen versterken de stuwdam, halen stukken bergwand weg en maken het meer wat dieper. Over een paar maanden stroomt het meer langzaam weer vol.

Goud en zilver

We lopen via de Bockhartseehütte naar een kleine nederzetting die plaatselijk bekend staat als Nassfeld. Daar werd ooit gedroomd van grote rijkdom, men vond er goud en zilver. Hoe dat in zijn

werk ging is te zien in het kleine museum. Later hoopte men rijk te worden van het witte goud, de sneeuw en waren er grootste plannen voor een sportcentrum, vandaar de naam Sportgastein. Er is een bescheiden skigebied met freeride-afdalingen en een zeer uitgestrekt langlauf- en winterwandelgebied. Vanaf Sportgastein zijn er onder andere tochten mogelijk naar het Niedersachsenhaus en de Hagener Hütte, die op de grens van Salzburgerland en Karinthië (Mallnitz) ligt.

Ford Taunus

In Bad Gastein zijn we te gast in Hotel Mozart. Een hotel in vrolijk geel met sierlijke balkons. En op de begane grond steekt de achterkant van een Ford Taunus uit de gevel. Grapje van eigenaar Florian Krenn, wiens familie al sinds de opening in 1913 betrokken is bij het hotel. Zo pakte ook het hotel dat toen nog Villa Mozart heette een graantje mee van de bezoeken van keizer Wilhelm I en keizer Franz Josef I. Vanaf het begin zijn er in het hotel thermaalbaden, grote badkuipen, waarin je het heilzame water kan ondergaan. Florian Krenn, zijn vrouw Isabella en hun drie zonen hebben het gebouw gemoderniseerd, maar de oude sfeer weten te behouden. In de stemmige salon wanen wij ons rustende reizigers op doorreis, terwijl de koets en de paarden verzorgd worden. Een paar stappen verder, waar Florian zich uitgeleefd hee in de Taunus Bar, ziet het leven er heel anders uit. Zelfs een originele voorkant van een Taunus compleet met knipperende lampen ontbreekt niet. ‘’Het is een beetje uit de hand gelopen hobby’’, lacht de hoteleigenaar. ‘’Ik was vroeger gek op die Taunus. Er komen nog steeds veel mensen op af, dus ik verander het niet.” We worden uit de bar gehaald door Elisabeth Kröll, een wandelende vraagbaak voor alles dat met het dorp te maken hee . Bij ieder huis weet ze een verhaal. Over gasten, gebeurtenissen en de geschiedenis. Over lokale, nationale en internationale beroemdheden (onze prins Hendrik, de echte James Bond Sean Connery en Hugh Grant) die eenmalig of vaker in Gastein te gast waren.

Nassfelder Alm

Zeker zo veel weet Hans Naglmayr, een voormalige parkranger van het National Park Hohe Tauern, met wie we de volgende dag op stap zijn in Sportgastein. Hij weet alles over de natuur, plantjes, de beesten, de geschiedenis van het gebied. Met hem maken we een culinaire wandeling door het dal, waarin op veel plaatsen kleine oude boerenhutjes staan en een enkele grotere boerderij. Het is bedrieglijk hoe groot het beschutte gebied is en hoe lang het doorloopt naar het einde van het dal. Waar de opgang naar Karinthië begint draaien wij om. We maken zeven stops op onze culinaire wandeling.

Wat een verrassing achter sommige deuren! Zoals in de Viehauseralmhütte, die nog dateert uit de tijd (14e tot half 16e eeuw) dat naar goud en zilver werd gezocht en waar de waardin drie heerlijke stukjes brood met beleg hee klaargemaakt, terwijl het open vuur onder een enorme koperen ketel de ruimte aangenaam warm houdt. In het hele gebied lopen zo’n 450 koeien waarvan een deel op hogere almen, jonge beesten die nog geen melk geven. In de vallei staan veertig tot zeventig paarden die beter tegen het harde gras kunnen dan de koeien. En er lopen tussen de 1000 en 1300 schapen, maar ook die zijn vrijwel allemaal hoger op de berg te vinden. Zirbenschnaps, Tiroler knödl, Kaspressknödl, muntkruidensap, het wordt allemaal ter plekke gemaakt. Halverwege de wandeling staan er machtige Pofesen op het menu, een soort wenteltee es met een dot zwartebessenmarmelade. We leren alles over de koeien op de Nassfelder Alm, over de kaas die de boeren er maken in een coöperatie op de alm, over de leefgewoonten in vroeger jaren. En aan het einde van de wandeling hebben we ook nog wat weetjes over de kracht van het water gehoord. Eén kubieke meter water vervoert, aldus Hans, maar liefst vijf kilo zand en stenen. En dat er in de niet eens zo grote beek op de alm in één seconde dertig kubieke meter water voorbijraast. Het duurt nog wel even voordat deze druppels in de mijnschacht als levenskrachtige damp tevoorschijn komen. Daarmee nemen we afscheid van het water van Gastein. P ati! Typisch dialect, dat zoiets betekent als ‘groeten en tot ziens’.

Overal water, ook op grote hoogte.

Op de achtergrond de Tischlergruppe.

Gastein

Gastein ligt op 1020 kilometer van Utrecht. Met de trein ben je tussen de 11 en 13 uur onderweg, met twee tot vier keer overstappen. De beschreven wandeltocht Graukogel-Reedsee-Kötschachtal duurt 6 à 7 uur, de tocht van de Stubelkogelbaan naar Sportgastein 5 à 6 uur. De culinaire wandeling in Sportgastein wordt in het hoogseizoen aangeboden door de VVV in Bad Gastein: gastein.com. Op diezelfde site staat veel overige informatie en vind je adressen van de diverse kuurmogelijkheden. Informatie over de Gasteiner Heilstollen vind je op gasteiner-heilstollen.com/nl.

This article is from: