6 minute read
Jord Hutten heeft twee broers met een beperking
SANDRA NAM AFSCHEID Opgegroeid, ingegroeid, meegegroeid en doorgegroeid
Sandra Mermans heeft na 29 jaar trouwe dienst besloten haar carrière in de zorg op een andere plek voort te zetten. Ze wordt manager zorg en begeleiding bij Philadelphia in Bennekom.
Advertisement
Sandra: ‘Ik ga niet bij de Stichting weg omdat ik het niet meer leuk vind!! Dat moet helder zijn. Ik heb mezelf onlangs de vraag gesteld of ik tot mijn pensioen in Zwolle wil blijven of dat ik nog een keer een stap wil maken. Ik ben 55 en als het er nog eens van moet komen dan is dat nu. Maar ik heb wel besloten dat ik de stap alleen wil maken als het echt een aantrekkelijke nieuwe plek is. En dat lijkt Philadelphia zeker te zijn. Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren. En dat kan ik bij die nieuwe baan.’
‘Bijna dertig jaar is een lange tijd. Ik ben met de Kameel opgegroeid, er ingegroeid, meegegroeid en doorgegroeid. De Stichting zit dan ook stevig in mijn hart. En dat geldt nog meer voor alle kinderen die ik heb zien komen en velen ook weer zien gaan. Als ik terug kijk zie ik dat het zorgaanbod enorm is gegroeid. Er heeft een gigantische professionaliseringsslag plaatsgevonden.
Toen ik begon op de Kameel waren er zelfs nog geen computers. De wereld om ons heen verandert bijna dagelijks en de Stichting zal in die vaart mee moeten en ik heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken. Als je dit leest ben ik al aan de slag in mijn nieuwe baan. Ik wil iedereen, misschien nogmaals, bedanken voor de samenwerking en wens je het allerbeste!’
LENI VAN REMMERDEN WAS DE ALLEREERSTE MEDEWERKER
‘Ik was zeer verrast toen ik een mailtje van de Kameel kreeg met de vraag of ik mevrouw van Remmerden was die in 1972 was aangesteld als de hoofdleidster van het kinderdagverblijf voor geestelijk gehandicapte kinderen aan de Botlek. Ik heb terug gemaild dat ik bijzonder graag op de uitnodiging in wilde gaan om een rondleiding te krijgen op de plek waar ik 50 jaar geleden heb gewerkt. Meteen heb ik de fotoboeken van zolder gehaald en kwamen er vele mooie herinneringen boven.’
Verantwoordelijkheid Leni van Remmerden werd in september 1972 aangenomen als hoofdleidster van de Kameel. Ze begon met een geheel schone lei. Ze moest personeel gaan werven, groepen indelen, inventaris en spullen aanschaffen en ondertussen op een drietal, reeds functionerende-, dagverblijven een week stage lopen om kennis en inspiratie op te doen. Vanaf januari 1973 was de Kameel officieel open voor, in het eerste jaar, 29 kinderen, verdeeld over 6 groepen. Volgens de eerste statuten bevonden zich onder de kinderen zeven die de ‘’ziekte” van Langdon Down, mongolisme hadden. Leni: ‘In het begin was het behoorlijk pionieren. Dat was erg leuk, omdat we veel vrijheid hadden om alles naar eigen inzicht in te richten. Ik heb erg veel steun gehad van Cees Ratelend. Hij was als maatschappelijk werker verbonden aan het deskundigenteam. We deden samen de huisbezoeken bij de ouders en kinderen die zich hadden aangemeld. Het was natuurlijk een prachtige manier om vanaf het begin iedereen te leren kennen. Met zijn allen beginnen aan iets nieuws schiep een band. Ik was met mijn 25 jaar betrekkelijk jong, maar had al wel ervaring in de zwakzinnigenzorg. Maar dit was wel een prachtige uitdaging.’
Mejuffrouw Tijdens het kennismakingsgesprek met huidige directeur Joan Albrecht komt het meegebrachte fotoboek al snel op tafel. Zwart-wit foto’s van groepen met kinderen en hun begeleiders. In het zwembad, tijdens het buitenspelen en foto’s van kinderen individueel. Erg grappig is de sollicitatiebrief met de adressering: ‘aan het Geestelijk gehandicapt dagverblijf’. Er komen namen voorbij van medewerkers en behalve de naam van Chris roepen de vroegere personeelsleden geen herkenning op. Plotseling blijkt dat Petri, die nu in de keuken van de Kameel werkt, als 17-jarige stage te hebben gelopen tijdens de periode van Leni. Volgens Petri nam Leni de telefoon altijd op met de zin: ‘Dagverblijf de Kameel, met mejuffrouw van Remmerden’. Als het tijd is voor een rondleiding vraagt Leni of het wandkleed met de kamelen, voor haar een waardevol attribuut uit de beginperiode, nog ergens hangt. Dat blijkt niet het geval te zijn, maar de eerste steen uit 1972 zit nog muurvast op dezelfde plek. Tijdens de rondleiding merkt Leni op dat de indeling nog nagenoeg hetzelfde is, al zijn de groepsruimtes allemaal wel groter geworden. De herinneringen doen veel met haar. Het contact met de kinderen en de gesprekjes met de begeleiders laten haar niet onberoerd.
Kleurtjes Eenmaal terug op het kantoor is het indrukken verwerken met een kop koffie. Leni: ‘Ik vond het geweldig om rond te lopen op de plek waar ik 50 jaar geleden ben begonnen als hoofdleidster. Het is geweldig om te zien hoeveel er sindsdien ontwikkeld is. In mijn tijd was het allemaal heel overzichtelijk. Een gebouw met zes betrekkelijk kleine groepen. Het valt me op dat ik meer kinderen met een meervoudige beperking zie, meer rolstoelen. En de kleurtjes van de kinderen zijn veranderd. Wat dat betreft is de populatie hier een duidelijke afspiegeling van een veranderende maatschappij. Ik zie ook dat er een professionaliteitsslag heeft plaatsgevonden als het gaat om de hulpmiddelen en het spelmateriaal. Maar wat hetzelfde is gebleven is het enthousiasme van de begeleiding, de positieve en warme uitstraling. Gelukkig is dat niet veranderd. Iedereen is zo open en hartelijk in de gesprekjes in de groepen.’
Warm hart ‘Ik heb er enorm van genoten, het komt allemaal weer boven. Ik heb 7 jaar op de Kameel gewerkt en ben opgevolgd door Jans Meulenkamp. Ik ben maatschappelijk werker geworden en heb daarna nog lesgegeven aan de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening aan Windesheim. Aan het eind van mijn werkzame leven heb ik een eigen praktijk gehad in psychotherapie en gestalttherapie. De Kameel ben ik een beetje uit het oog verloren, maar ik heb de ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg altijd wel met veel belangstelling gevolgd. Ik heb erg genoten van de ontmoetingen op de huidige Kameel. Vanaf nu word ik op de hoogte gehouden door het toezenden van de DOEN, erg leuk. De hernieuwde kennismaking heeft veel met me gedaan en ik heb gemerkt dat ik nog steeds een warm hart voor de doelgroep heb. Ik wens iedereen bij de Stichting, kinderen en personeel, dan ook het allerbeste toe en hopelijk nog eens tot ziens.’
Sigrid, Meri, Mohammed en Nils zijn de medewerkers van de Industriegroep. Regelmatig stropen ze de mouwen op om vakantiepakketjes in te pakken. Je weet wel, die pakketjes met een vaatdoekje en nog een paar spulletjes die op het aanrecht van je zojuist gehuurde vakantiehuisje liggen.
De Industriegroep De Industriegroep
De spullen worden opgehaald bij de leverancier in Zwolle en als er dertig dozen vol zijn gaan ze weer terug. Het is erg leuk om te doen, want op deze manier neem je zinvol deel aan de samenleving. Je produceert iets waarvan een ander profiteert. Er staat een vergoeding tegenover die opgespaard wordt om zo nu en dan eens een gezellig dagje van uit te gaan. Dat en de gezelligheid tijdens het werk maken dat de Industriegroep elke keer weer fanatiek aan de slag gaat.