8 minute read

Leni van Remmerden was de allereerste medewerker

Next Article
Van de redactie

Van de redactie

Samen met andere aanwezige disciplines zoals fysio en logopedie schetsen we een zo compleet mogelijk beeld van, ten eerste, de ontwikkelingsachterstand, maar al even snel van de eventuele ontwikkelingsmogelijkheden. Naast de cognitieve vaardigheden letten we even sterk op de sociaal emotionele ontwikkeling en de zelfstandigheid en zelfredzaamheid.’

Stap voor stap ‘Uiteraard krijgt het kind de tijd om aan de groep, de begeleiding en de nieuwe omgeving te wennen. We gebruiken deze beginperiode om alle informatie die er is te verzamelen. Zijn er al onderzoeken geweest? Is het gehoor getest? Is er een taal- spraaktest gedaan? Op basis van wat aanwezig is doen we een verdiepend onderzoek. Als orthopedagoog zet ik de lijnen uit voor de fysiotherapeuten, de logopedisten, de muziektherapeut en de ergotherapeut. Uiteraard zijn de bevindingen en rapportages van de begeleiders op de groep het meest belangrijk. Zij zien het kind de hele dag in de meest uiteenlopende omstandigheden. Hoe beweegt het kind zich in de groep? Is het in staat om een taak uit te voeren? Hoe maakt het contact met andere kinderen? Naast het observeren in de groep doe ik individuele ontwikkelingstesten voor het jonge kind. Het contact met de ouders is zeer frequent. Voor hun is het ook een onzekere, turbulente periode. Er overkomt hun en het kind veel in korte tijd. Ouders krijgen maximaal de gelegenheid om vragen te stellen, contact op te nemen en ze worden dagelijks meegenomen in ontwikkelingen en kleine vorderingen. Kortom, alles wat stap voor stap een duidelijker beeld moet geven van de positie van het jonge kind in een, eerst nog onzekere, nieuwe omgeving. Binnen een half jaar hebben we een eerste verslag klaar en samen met de ouders en de groep stellen we ontwikkelingsdoelen voor.’

Advertisement

Verwachtingen ‘Die eerste officiële bespreking met de ouders kan verhelderend zijn, maar ook confronterend. Langzaam vormt zich een toekomstperspectief. Verwachtingen kunnen naar boven toe bijgesteld worden, maar kunnen ook bevestigend zijn, de bevestiging dat ouders te maken hebben met een kind met een beperking. Soms moet je ook verwachtingen temperen. Het is belangrijk om begrip te hebben voor deze emoties. Doelen stellen voor de nabije toekomst kan helpen bij de verwerking. “Hier staan we dus, maar we willen stap voor stap met elkaar vooruit en hoe doen we dat?” Een gezamenlijke opbouwende positieve insteek naar verbetering en ontwikkeling. Deze afspraken en doelen komen in een rapportage en worden met grote regelmaat geëvalueerd. Ouders kunnen digitaal de tussenrapportage en de overdrachten dagelijks lezen en zo hopen we dat er een open sfeer ontstaat van het samen zorgen voor de optimale ontwikkeling van het kind.’

Dankbare uitdaging ‘Ik geniet enorm van het werk dat ik mag doen. Ik heb 12 jaar gewerkt als leerkracht op de Ambelt, maar ik kwam erachter dat ik meer in de brede ontwikkeling van het jonge kind wilde meedenken in plaats van alleen vanuit de cognitie. Hierop ben ik de studie orthopedagogiek gaan doen en kwam ik op de Kameel terecht. Ik vind het meer dan boeiend om een kind aan het begin van zijn of haar ontwikkeling te volgen. De puurheid van het prille, zeg maar. Het is een dankbare uitdaging om snel de mogelijkheden te zien en daar hard aan te gaan werken. Jonge kinderen maken vaak grote stappen en kunnen je enorm verrassen in hun vooruitgang. Ook het contact met de ouders vind ik fijn. Gelukkig werk ik binnen een stichting die maximaal ruimte biedt om met de ouders mee te bewegen. Soms ga ik mee naar een arts of probeer te adviseren of te helpen als het gaat om indicatieaanvragen. Het is wel eens lastig om ouders te moeten vertellen dat er minder perspectief is dan waar ze op hoopten, maar belangrijker vind ik dat ze recht hebben op een reële visie. Acceptatie is vaak een heftig proces. Ik hoop dat ik samen met alle betrokken collega’s een constructieve rol kan spelen in dat proces en dat ik kan bijdragen in het scheppen van een eerlijk beeld ten aanzien van hun kind. Daarbij is wederzijds respect voor mij altijd het allerbelangrijkst.’

“school” Linda gaat nogelke dag naar “school” Linda gaat nogelke dag naar

Midden in Heerde, boven hun eigen Electro World-winkel, wonen Henri en Carla Gelderman. Hun dochter Linda (33) woont deeltijd in bij hun in Heerde en deeltijd in de Duiker in de Zwolse wijk Stadshagen. Ten tijde van het DOEN-gesprek is ze thuis en neemt op een gezellige manier de kans waar om maximale aandacht van de schrijver en de fotograaf te krijgen. Het blijkt Linda ten voeten uit te zijn.

Nuchter ‘Linda houdt van gezelligheid en mensen om haar heen. Ze is zeer sociaal en maakt makkelijk contact. Dat had ze als kind al en dat heeft ze nog steeds’, zegt moeder Carla. ‘Ze heeft een verstandelijke beperking, maar we hebben met ons gezin altijd redelijk kunnen doen wat we willen. Ze moest gewoon meedraaien met de rest. We prijzen ons gelukkig dat dat ook bijna altijd heeft gekund.’ Henri: ‘We zijn in ons gezin van nature vrij nuchter en tevreden. Linda heeft daar een vanzelfsprekende plaats ingenomen. De kracht van het gezin heeft iets moois. Ieder van ons heeft daar zijn of haar rol in en met elkaar hebben we het altijd prima kunnen ‘rooien’.

Berusten In het gezin Gelderman is Linda de oudste dochter. Na haar kwamen zoon Kasper en andere dochter Petra. Linda is in het ziekenhuis geboren. Rondom de bevalling waren een paar complicaties, maar niet van dien aard dat het meteen een groot risico voor het kind zou opleveren. Wel is Linda iets langer gebleven ter observatie. Volgens Carla was ze wel wat langzamer dan andere kinderen, maar volgens de kinderarts zou ze dat nog wel inhalen. Linda is ook gewoon naar de peuterspeelzaal en een dag per week naar de kleuterschool gegaan. Carla: ‘Als kind was Linda sociaal, gezellig en leuk, maar als je haar naast andere kinderen zag functioneren viel de achterstand in haar ontwikkeling meer en meer op. Er vonden allerlei onderzoeken plaats, maar allemaal zonder resultaat. Het gevolg was wel dat we een aantal zaken konden uitsluiten, maar tot op de dag van vandaag is niet duidelijk wat de oorzaak van haar beperking is. We laten het maar zo, we berusten daar nu wel in.’

Definitief Henri: ‘We zijn in Linda’s kleutertijd op zoek gegaan naar een school waar ze terecht zou kunnen en waar ze het best zou passen. Onze huisarts tipte ons de Kameel in Zwolle en daar zijn we gaan kijken. We kregen een rondleiding van de toenmalige directeur Jans Meulenkamp.’ Carla: ‘Ik vond dat eerst erg confronterend en moeilijk. Onze, nog kleine en kwetsbare-, Linda tussen kinderen met allerlei maten van beperkingen. Het had ook iets definitiefs. Vanaf dat moment had onze dochter het stempel “gehandicapt”. Henri: “Je geeft de zorg over aan een ander met het idee dat je zelf het kind het allerbest kent. Ja, dat was een jaar waarin we wel even moesten wennen aan de omstandigheden. Het voordeel was dat de thuissituatie stabiel was. We waren altijd in de buurt omdat we bij de winkel wonen. En als wij er niet waren dat was oma er wel of een van de andere kinderen.’ Carla: ‘Al hebben we nooit bij hen de druk en de verantwoordelijkheid gelegd dat ze een extra taak hadden met een zus met een beperking.’

Open sfeer De dubbele gedachten van het begin van de Kameelperiode hebben Henri en Carla niet meer. Linda wisselde een paar keer van groep en de dagelijkse zorg op de Kameel werd als steeds vertrouwder ervaren. Carla: ‘Linda gaat nu naar de Niloka. We noemen het nog elke dag dat ze naar “school” gaat met de bus. Al bijna 30 jaar. Ze kennen haar daar heel goed en Linda heeft het er erg naar de zin. Ze is erg gevoelig voor sfeer en we zouden het meteen merken als ze zich niet prettig zou voelen in Zwolle.’ Henri: ‘ Ook voor ons geldt dat dat we ons erg thuis voelen bij de Stichting. Je zou bijna kunnen zeggen dat we met elkaar opgegroeid zijn. Ik heb nog een paar jaar in de cliëntenraad gezeten. We hebben het gevoel dat we alles kunnen bespreken, de sfeer is zeer open.’

Schriftje Henri en Carla waren zeer ontstemd toen de mededeling van de Stichting kwam dat het communicatieschriftje afgeschaft werd. Ze hebben er geen goed woord voorover. Henri noemt het de ‘verschraling van de zorg’. Henri: ‘Linda praat niet, dus vertelt ze thuis ook niet wat ze allemaal beleefd heeft. Wij, en ook oma die Linda vaak opving, hadden een prettig dagelijks ritueel om bij thuiskomst even het schriftje te pakken en even de dag door te nemen. Tegenwoordig moeten we inloggen voor een algemeen stukje. Het waardevolle ritueel is over. Digitaal is niet fijn. De communicatie via het schriftje was ook veel persoonlijker.’ Carla: ‘Het is veel afstandelijker geworden. Het blijkt nu dat veel ouders niet meer in de dagelijkse digitale verslaglegging kijken. Ook de communicatie tussen logeerhuis de Duiker en de Niloka is afgenomen.’

Harmonisch geheel Carla: ‘ Het gaat goed met Linda. Ze is gelukkig. Ze voelt zich fijn in ons gezin, op de Niloka en bij de Duiker. Ze is een gezelligheidsmens. Ze zal altijd thuis zijn als er een verjaardag te vieren is of een feestdag. En regelmatig gaan we naar onze zeilboot in Friesland. Dat is haar lust en haar leven. Zwemvest aan, lekker de wind in de haren en zeilen over de meren bij Woudsend. Ook een hoogtepunt is de jaarlijkse truckersdag in Heerde. Linda rijdt al 16 jaar met trucker Henk in de vrachtauto. Hij haalt haar zelfs van huis. En een keer per jaar maken we een treinreis die volgens traditie wordt afgesloten met patat. Alleen met Pinksteren doen we iets met het gezin, zonder Linda. Maar verder hoort ze er altijd onvoorwaardelijk bij. Het voelt als een harmonisch geheel.’

This article is from: