De Boomklever Februari 1991

Page 1

Leuven X

Afgiftekantoor

DE BOOMKLEVER Driemaandelijks tijdschrift

JAARGANG

19,

NUMMER

VcranLwoordel ijke

van DE WIELEWAAL afdeling LEUVEN

1

uitgever

1 FEBRUARI 1991 A.

Verboven,

Tervuursevest

254/3,

3000 Leuven


INHOUD

Voorwoord.......................... . 'l'O hl verslagen

lhevallei

u

5

. . . . . .

7 8

• . . . . . . . . . . . . . . .

9

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

LJ

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . •

16

hl 29-09-'90

IJoh11l

n�b rock

1()

z

IH 11 >k

hoofdsluk

1

..

vanwaar komen zij

:

Aktivitellcn dn<I Kalender .

. . . . . . . .

16-12-'90

12-01-'91.

fltl

Onze dllgvl Indo•� •

. . . • . . . . . . . .

. • . . . . . . . . .

Vl11\(J 1

D

27-05-'90

landenpunt 04-08-'90.......... 6

D• 1

?.17

verenigingen .... 19

1

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . .

20

Heckom't vao de illo•tcatie• (voor zover

voorpagina

Werkten mee aan dit

bekend)

H.Blockx

pagina J

Lars Svensson

pagina 7

Minnie Dronkers

pagina

H.

15

IHockx

pagina 16

P.L.J. Schoenmakers

pagina

17

P.L.J. Schoenmakers

pagina

19

Dik Browne

nummer

Herwig,

Suzanne,

Peter en André

1 1 1


I\,�

1 DE BOOMKLEVER De

BOOMKLEVER

is

het

driemaandelijkse

afdelingstijdschrift

van

DE

WIELEWAAL,

afdeling LEUVEN. De Koninklijke Vereniging voor Vogel- en Natuurstudie DE WIELEWAAL heeft tot doel de kennis en de bescherming van de natuur, en in het bijzonder van de in het wild voorkomende vogels, te bevorderen door alle middelen : o.m. plaatselijke

afdelingen,

tijdschriften,

het

houden

van

het verspreiden van vogel-

en

door het oprichten van

studiedagen,

het

natuurboeken en

uitgeven

van

het oprichten van

natuurreservaten. De vereniging

werd in 1933 opgericht door E.H. Fr.

5000 leden,

verdeeld over 55 afdelingen.

Een

van

waaier

geleide

voordrachten,

wandelingen,

dia-

en

studieprojecten,

Segers.

Ze telt nu meer dan

Afdeling Leuven is er daar één van.

filmavonden, deelname

lessen,

aan regionale

tentoonstellingen, en

onderzoeken en inventarisaties, beheerswerken in natuurreservaten,

internationale "" uitstappen en

reizen in binnen- en buitenland staan jaarlijks op de agenda. De vereniging heeft niet minder dan 80 natuurreservaten in beheer met een totale oppervlakte

van

meer

dan

3000

ha.,

verspreid

over

heel

Vlaanderen.

Ze

bezit

bovendien een eigen 11Wielewaalhuis" te Turnhout waar naast het secretariaat ook een ornithologisch museum,

een bibliotheek, vergaderzalen en een boekhandel zijn

ondergebracht. Lid worden van DE WIELEWAAL kan door overschrijven van 500 BF op giro-rekening 000-0319785-73 ten name van De Wielewaal,

Graatakker 11,

2300 Turnhout.

Je kan ook een briefje met je naam en adres en het vereiste lidgeld bezorgen aan één van onze bestuursleden

*

Monique Bekkers - Oostremstraat 4,

*

Herwig Blockx - Langveld 233,

*

Suzanne Nelissen - Molenblokstraat

*

Peter Standaert - Lepelstraat 5,

*

André Verboven - Tervuursevest 254/3,

*

Jan Wellekens - Lipselaan 24,

Leden

ontvangen

het

3020 Herent

3220 Holsbeek 182,

1120 Brussel

3000 Leuven 3000 Leuven

3020 Winksele

tweemaandelijks

tijdschrift

WIELEWAAL,

het

trimestriële

tijdschrift ORIOLUS en het trimestriële afdelingsblad DE BOOMKLEVER. Mensen

die

willen

blijven

geen

overschrijving afdeling

lid van

van

LEUVEN

afdelingsblad.

wensen de

100

met

te

worden

aktivitelten BF

op

van

van

DE WIELEWAAL

afdeling

rekeningnummer

vermelding

maar

Leuven

431-0085991-19

"Boomklever".

Zij

toch

kunnen

op

dit

van DE

ontvangen

dan

de

hoogte

doen

door

WIELEWAAL, enkel

het


VOORWOORD Beste Wielew3ler, allereerst de

Uwen

(vermoedelijk zullen we wel allerlaatst zijn)

een

voldoening

voorspoedig

een

1991

goede

wenst de redaktie U en

gezondheid,

sukses,

maar

vooral

in alles wat je onderneemt.

Je had het na de vorige, eerder karige blaadjes misschien niet meer verwacht, maar hier

is

hij

dus

toch

weer

een

extra

dik

exemplaar

van

die

onvolprezen

Boomklever. Het heeft wee r moeite gekost,

helemaal op tijd is hij ook nu weer niet,

maar met

de hulp van Peter voor een gedeelte van het typwerk en een pas verworven PC met bijbehorende tekstverwerker zijn we er dus toch

weer

in gelukt een presentabel

nummer samen te stellen. Het zal

de oplettende lezer

twee - je leest het juist

nochtans niet ontgaan dat ook dit nummer

: twéé - personen volgepend is.

weer door

Je zou bijna gaan denken

dat de redaktie het schrijven van een Boomklever beschouwt als een duo-baan en er daarom ijverig op los cencureert. Niets is echter minder waar de

trap

af.

richting

minder sportief). de krant,

:

iedere morgen spurt ondergetekende vol verwachling

brievenbus

(in

feite

neemt

hij

de

lift,

maar

dat

klinkt

Telkens wordt zijn hoop echter genadeloos de grond ingeboord

rekeningen,

:

zo'n halve kilo reklame ..... maar géén artikel.

Mogen wij daarom nogmaals,

met aandrang - op onze blote knieën - vragen

aub ook eens iets. Het hoeft geen wereldliteratuur te zijn. Een simpel, ook lang én ingewikkeld) verslagje van iets dat

je gezien,

:

schrijf

korl

(mag

meegemaakt of beleefd

hebt zou ons uitermate plezieren. In dit verband kan je misschien eens nadenken over het volgende

This is a story about four people, Somebody,

named Everybody,

Anybody and Nobody.

There was an important job to be done, was asked to do it. do it.

Anybody could have done it,

Somebody got angry about that, Everybody's job. it,

and Everybody

Everybody was sure Somebody would but Nobody did it.

because it was

Everybody thought Anybody could do

but Nobody realized that Everybody wouldn't do it.

It ended up that Everybody blamed Somebody, when Nobody did what Anybody could have done.

De Redaktie


r 1 TOCHTVERSLAGEN

OURTHEVALLEI

27-5-'90

Kent U ondertussen al de overeenkomsten tussen onze doorsnee tochtenkalender en een

goed

antwoord

gevulde "neen"

wijnkelder?

luidt,

Zo

ja,

draai

dan

deze

bladzijde

maar

om.

Zo

het

dient U verder te lezen.

Een eerste overeenkomst betreft het zorgvuldig beheer van beiden. Alle twee dienen ze jaarlijks aangevuld met een goede cuvée;

de nieuwe aanwinst dient dan wel van

onberispelijke kwaliteit te zijn. De

nieuwe

1990"

en

aanwinst jawel,

voorbeeld

van

de

heette

dit

eerste

jaar

afdronk

"Calistienne-en-Ourthe viel

orchideeënsoorten

12

voortreffelijk

w.o

harlekijn,

Randonnie

mee.

Wat

Controlie

denkt

vliegenorchis

U

en

bij­ zelfs

aangebrande orchis? Maar U vindt orchideeën misschien net zo stoeferig en pompeus als champagne? Het uitgesproken fleurig boeket pijl-

en

verfbrem,

van deze dag bevatte echter

vleugeltjesbloem

en

graslelie

om

ook akelei, maar

enkele

heelkruid, van

mijn

favorieten te noemen. Een tweede smaakmaker vormden ongetwijfeld de vlinders. af

een halve vlindergids op te schrijven,

hooibeestje,

tweekleur-hooibeestje,

klein

groot

en

geaderd

groentje,

witje,

Hier willen we op gevaar

heel even volledig zijn. bruin-,

boswitje,

Landkaartje,

dwerg- en

Icarusblauwtje,

oranjetipje,

argusvlinder,

sleutelbloemvlinder, citroentje, zilvervlek, koninginnepage, voorjaarserebia: van zo ' n

''fond"

zou zelfs de meest geoefende

''pimpelaar"

duizelig worden.

Tussendoor werden sporadisch zelfs vogels gezien: buizerd, vuurgoudhaan, fluiter, kruisbek

en

vertrokken,

een

plukplaats

van

een

sperwer.

Enkele

gelukkigen,

die

vroeger

besloten de dag nog met een sublieme rode wouw.

Volgend jaar ontkurken we de volgende fles ...

Herwig Blockx


DRIELANDENPUNT 04-08-'90

( 35

Een tocht met Spaanse temperaturen

°C in de schaduw)

en ook de waarnemingen

mochten er best zijn. Het eerste plekje,

de Thommerweiher,

was al direct een voltreffer van formaat.

In de buurt hadden kennelijk wat kromsnavels gebroed want we kregen een kermis van 11 buizerden,

5 rode wouwen,

1 zwarte wouw en 1 torenvalk voorgeschoteld.

De deelnemers zullen niet vlug dat prachtige beeld van de sparren vergeten,

3

zittende rode wouwen op

denk ik.

De gedeeltelijk droog liggende plas viel ook in de smaak van honderden kieviten,

36

blauwe reigers,

oeverlopers en 1 bosruiter.

2

Libellen profiteerden natuurlijk ook van de Zuiderse temperaturen. bruine

en

blauwe

heidelibellen

glazenmaker

waren

waren

druk eieren aan

met

o"'

Keizerlibel,

vertegenwoordigd.

het afzetten.

Steenrode

De meest talrijke soort

was

waar de boterhammen aangesproken werden.

Een

ongetwijfeld de watersnuffel. Op naar onbekend terrein te Beho, kruisbek,

2

o"'metaalglanslibel

en

een

o"'bosbeekjuffer

waren

de

waarnemingen

vooraleer we beleefd maar kordaat uit dit privé-terrein gezet werden.

Had er dan

niemend dat bordje zien hangen ? Even

verder

interessants.

bevond

er

zich

een

Een distelvlinder

oude

tramdijk

en

ook

daar

was

vind ik nog steeds schitterend;

ringslang was alleen voor ondergetekende weggelegd

.

er

een

wel

wat

schichtige

.

Ondertussen was het kwik zodanig hoog gestegen dat een terras te Stoubach lokte. Prima uitzichtpunt trouwens : roomijs en/of grand cru gekombineerd met wespendief, buizerd en sperwer - wat wilt U nog meer ? De

Dur

lag

er

weidebeekjuffer

maar waren

droogjes de

bij.

De

belangrijkste

talrijke

libellen.

bosbeekjuffer Toen

de

meeste

uitgestrekt onder de brug hun Grand Cru aan het verteren waren, hun hoofden een weerschijnvlinder voorbij

een wespendief met prooi,

één

0

deelnemers

fladderde boven

1

De laatste wandeling leidde ons van Bracht naar de Our te Hemmeres wouwen,

en

:

alweer rode

ijsvogel en in de weiden naast het riviertje

grote pimpernel en adderwortel. Wat zegt U ? Jawel,

een streek om U tegen te zeggen

1

H.

Blockx


VISTOCHT 29-9-'90

Als er iets is wat ik prettig vind aan het opstellen van een uitstappenkalender, is het wel dat je af en toe band"

even uit de band moet kunnen springen.

Met "uit de

bedoel ik natuurlijk niet het gelijknamige radioprogramma. Deze zegswijze

duidt aan dat niet alle tochten met hetzelfde doel naar dezelfde plekjes moeten gaan. Dit motto indachtig werd op 29-9 ll.

de Lessevallei verkend o.l.v.

van amateur­

ichtyoloog Johan Bogaert. Te

Anseremme

mondt

ijsvogel zitten De

de

onderwaterwereld

Amerikaanse beekjuffers, allemaal

Lesse

uit

in

de

Maas.

Mijn

woorden

"hier

zal

wel

een

" waren nog niet koud of jawel... werd

duchtig

rivierkreeften, oorpoelslak

nieuw.

Ook

en

de

verkend

roofzuchtige kleine

vissen

m.b.v. larven

netten van

diepslakken

ontbraken

voor

niet

en

bokaaltjes.

elzenvliegen

op

de

het

en

meeste

Drie

weide­

deelnemers

appèl

kopvoorn,

rivierdonderpad en bermpje. We reden daarna op goed geluk verder naar Gendron waar gepicknickt werd langs een veldweggetje. Floragewijs werden hier herfststijlloos, agrimonie, borstelkrans,

genoteerd. Interessant waren de drie boomleeuweriken die alsmaar "Lowie" riepen maar Louis was De

(jammer genoeg voor hem) Lesse

en

stekelbaars

een en

thuis gebleven.

bijriviertje

alver

vulden

boden

ons

hier

veel

vissenlijstje

interessants

aan.

Allerlei

dr iedoornige koker juffers

en

steenvlieglarven werden grondig bekeken. Naast de onvermijdelijke ijsvogels waren er ook 2 waterspreeuwen waarvan 1 zelfs flink aan het zingen was. Het

hellingbos

herbergde

o.a.

kleine

kaardebol

en

ook

zwammen

als

ivoorzwam,

elfenschermpje, vreemde "oranje• melkzwammen, blauwe kaaszwam en vooral prachtige gekraagde aardsterren. U begrijpt het reeds, hier komen we nog terug.

Misschien bent U er dan ook bij

.

.

?

Herwig Blockx


SCllULl!:NSOHOEK

16-12-'90

van kleur bekennen gesproken

Een van onze tegenwoordig al te volprezen Vlaamse 1'artiesten'1 omschrijft ons weer als •grijs, zo zelden blauw van Noordzeestrand tot Haspengouw". De deelnemers van deze tocht kunnen daar wel mee instemmen. Een andere zinsnede luidt : valt de regen zo mals en ruisend neer"

:

"en nergens

over boerenbedrog gesproken. Ons Vlaams

zangers(?)repertorium is dus nergens voor verlegen maar dat wist U reeds geruime tijd. O�

U

maar

te

zeggen dat

het

koud

en

grijs

was met veel

wind.

Droog

bleef

het

overigens gelukkig wel. Onder een stopverfkleurige lucht kregen wij een heel pak stopverfkleurige eenden te zien w.o. wintertaling,

krakeend en honderden wilde eenden.

Nader speurwerk leverde tranende ogen, "top of the bil!" een

een snotneus,

een vijftal smienten en als

nonnetje.

In het broek zelf minstens 5 torenvalken,

een buizerd,

enkele blauwe reigers en

een groepje rietgorzen. Op een bepaald moment kwam er ook een levendige discussie op gang of staartmezen nu een bruine of een kamijnroze vlek op hun rug hebben. Als men wat handig is met waterverf vindt men de oplossing voor dit vraagstuk in een

handomdraai.

Wanneer

stopverfgrijs mengt,

men

bij

karmijnroze

een

bekomt men als bij wonder "Bekkers'

zicht een rare kleur,

voldoende

hoeveelheid

bruin". Op het eerste

maar bij nader toezien valt dat allemaal best mee...

Spijtig genoeg misten we een ijsvogel,

want ook hier lag stof ter discussie

(Was

da blauw? Groen zekers,

gijzieniegoe... 1 ).

In het voorjaar van

komen we hier zeker terug. De zon en U zijn dan ook van

'91

de partij. Of niet soms ...?!

Herwig Blockx


ZEELAND 12-01-'91 een impressie

We

hadden

beloofd

een

alternatief

traject

te

volgen

de

eerste

halte

van

betekenis was de Oesterdam

(1) waar we onmiddellijk een staalkaart kregen van de

Zeelandse

kluut,

wintervogels

krakeend,

dodaars,

Enigszins

verrassend

.

rotgans,

was

de

kleine

overvliegende formaties kolganzen

:

pijlstaart,

wintertaling,

groep

:

brandganzen

en

mooi

vond

ik

ook

de

een hoop-volle start.

(2) konden we uitstekend middelste zaagbekken bekijken.

In een haventje weet het nu

smient,

Iedereen

de mannetjes hebben een rode iris.

Via Tholen reden we naar de Philipsdam (3) waar vooral het volgende onze aandacht trok

:

een grote groep brilduikers

groepje.

Vlak

erboven

hing

een

vlogen de brilduikers helaas op Op

weg

naar

Zierikzee

(allen

9fjuv.)

parasiterend

kokmeeuwen.

Bij

nadering

natellen leverde 54 exemplaren op.

:

passeerden

we

groepjes

2

(4) was onze volgende bestemming.

Sirjansland

dook in een hecht samengepakt

groepje

kleine

zwanen.,

De

plas

Schitterend was hier een

bij

adult 0

sperwer die verschillende malen neerstreek op de grond alvorens te verdwijnen. Ook een

juv.

slechtvalk

dook hier plots op en

ging in een spectaculaire

duikvlucht

achter prooi aan. Enkele exoten -

4 Chileense flamingo's,

ik pas luchtvervuiling)

Indische gans en

Nijlganzen

4

(dat noem

- zorgden voor de nodige intercontinentale verwarring •

.

.

Vanaf nu kwamen terug oerklassieke sites aan de beurt. De

Flauwersinlagen

(5)

bijvoorbeeld

deelnemers te vlug af was. Een aan de stok met kraaien. Naast

een

groep rietganzen,

2

9

waar

een

9

smelleken

het

merendeel

van

de

sperwer was heel wat gewilliger maar kreeg het

kolganzen

en

(zoals steeds)

honderden rotganzen

waren er vooral indrukwekkende aantallen brandganzen. Een

kleine

omweg

buizerd en een Brouwersdam (7) zon.

Van

de

bracht

ons

naar

de

Koudekerkse

Inlagen

(6)

waar

we

o.a.

een

blauwe kiekendief noteerden.

vond ik schitterend

vogels

drieteenstrandloper.

onthouden Voor

de

we rest

:

een leeg strand,

vooral is

de

de

geen wind en een stralende

8 roodkeelduikers

zee

t.h.v.

en

Brouwersdam

een

eenzame

deze

winter

opvallend "leeg". Geen nood echter, te

kort

om

alle

in Zeeland is een winterdag altijd de helft interessante

plaatsen

aan

te

doen.

We

besloten

klassiek

te

eindigen aan de Plaat van Scheelhoek (8). Net toen we daar aankwamen vlogen enkele duizenden brandganzen (waaronder één sneeuwgans) op. Niemand van de deelnemers zal dit sublieme beeld snel vergeten. De

waarnemingen

werden

afgesloten

te

Dirksland

waar

een

subliem

paartje

grote

zaagbek uit een sloot opvloog. Met dank aan de bereidwillige chauffeurs. Volgend

jaar een nieuw tracé

1 Herwig Blockx


( 1) '

)

1)

11

t Il

11

'V

1

1

1 dn111

11 I

l'li 1 1

)

1

()1111

l

1

!111111

Il """'

•r" S l r jan s l and en w versinlagen udekerkse In agen rouwersdam ( 7) ( 8) Plaat van Scheel hoek

( 11

"l\1\11

w

(

il' 1

s-

) ) ( li) '>

Ll ll w

. · f .,_ '

.

.

-

.

.

.

. . ' ·' . .' •

' '. ". Il

c::u ,7

.... -,,.-..� \ \Rog <.-.:_:-J ,

''"':::<�:' - ...

J•n;) , -�·�!'.• 1,

... _____ ...

-

...

"

.

" "

!!

1

J


z�•landbrug ,' "' 1 ' ' .

' ' '

'

0

'

" ..,

: Ö,

I

"

\_' 1

'

1

'S__

.

. )'.

' '

" \ _"

,

, ___ ...


FAMILIENIEUWS

Op

9

Februari

hebben

DIRK

COSTROP

en

KARIN

DEFOSSES

@ elkaar

hun

JA-woord

gegeven. Wij wensen het jonge paar alle geluk toe. Een

feestelijke

dag,

die

9de

Februari

want

op

deze

dag

werd

het

eerste

zoontje van J. PAUL MOERMAN en ELFRIEDE LEDOCTE geboren. FRIEDER JAN heet de jonge spruit. Onze oprechte gelukwensen bij deze blijde gebeurtenis. Sommigen

komen

voorlopig

voor

getrokken. onderneming

en

anderen

bekeken

BOTSWANA ginds,

is en

gaan

en

:

zijn

MARC voor

en

DIANE

enkele

hun bestemming. Wij misschien

mogen

HERREMANS

jaren

wensen

wij

naar hen

ons

eens

houden

het

alle

het

warme succes

verheugen

hier

Zuiden in op

hun een

artikeltje over Afrikaanse vogels ?

AANKONDIGING

1991 verschijnt het boek

Eind

september

over

het

deel

van de Leie- en van de Scheldevallei,

zuid-westen

'ZIJN ER NOG VOGELS'

een avifauna

van Oost-Vlaanderen. Landschappelijk gaat

het

om

een

de Zwalmstreek en de westelijke

Vlaamse Ardennen. Er worden 230 vogelsoorten uitvoerig besproken. Naast een algemene tekst rondom de problematiek per soort over

doortrek

(1988-90).

de

overwintering,

en

een

recente

zijn er gegevens

broedvogelinventarisatie

Het boek telt circa 500 blz. en wordt verlucht met zwartwit-

kleurenfoto's, Bij

en

tekeningen,

verschijning

Voor intekenen

kan

door

en

grafieken en verspreidingskaartjes.

kost

975

het F

te

1200

F,

storten

zonder op

de

rekening

verzendingskosten.

891-2540092-60

van

Wielewaal Schelde-Leie, B.P.Ceuterickstraat 12, 9980 Asper. In deze prijs is de verzending inbegrepen. Een

aanrader voor iedereen die in de vogels van deze streek geĂŻnteresseerd

is,

zowel voor beginnende vogelaars als voor specialisten.


DE GROTE

ZAAGBEK

een graag geziene wintergast Toen

Jan De Wilde z1Jn scheldwoordennummer komponeerde vergat hij een vogelgids

open te slaan om inspiratie op te doen.

Anders had in zijn scheldwoordenlijstje

beslist Grote zaagbek voorgekomen, in het illustere gezelschap van de bergkwabaal en de borgworm. Nu ontleent de Grote zaagbek ZlJn naam niet aan een kwalijke karaktertrek die vaak toebedeeld

wordt

aan

vrouwelijke

specimen

van

onze

eigen

soort,

maar

aan

een

lichamelijk kenmerk, typisch voor alle zaagbeksoorten : aan de rand van een lange, dunne

en

harde

zaagtandjes.

snavel

bevinden

zich

hoornige

lamellen

die

er

uitzien

als

Zo bekeken is het dus toch een scheldwoord.

Dit unieke werktuig stelt hen in staat de meest glibberige vast te houden.

vissen te pakken en

Allerlei zoet- en zoutwatervissen vormen dan ook de voornaamste

voedselbron van deze fraaie watervogel.

Kleine krabben, garnalen en ander levend

grut worden echter ook niet versmaad. Dat het uitstekende vissers zijn konden wij met eigen ogen aanschouwen tijdens een uitstap naar Zeeland op

27

Jan 1985.

Het had flink gevroren,

maar het weer was

schitterend. Het kleine haventje van Goederede-Havenhoofd

lag te schitteren in

een

weldoend

winterzonnetje. Een brede ijsrand, enkele meters breed, omzoomde het haventje maar in

het centrale wak zwommen tot onze vreugde 8

mannetjes

en

vrouwtjes

6

Grote

zager. Vanuit de wagen konden wij vanop korte afstand observeren hoe de vogels tot vlak bij

de

rand

van

het

ijs zwommen,

doken,

onder het ijs

verdwenen

en

vervolgens

geregeld boven kwamen met een flink uit de kluiten gewassen paling. Een blauwe reiger en een mantelmeeuw die vanop een houten staketsel probeerden hun èeel van de buit te bemachtigen kregen daarbij geen schijn van kans. Grote

Zaagbekken

zijn

er

trouwens

om

bekend

dat

zij

in

groep

voedsel

zoeken.

Beroemd zijn de kolossale fouragerende troepen van sommige Zweedse meren en van het IJsselmeer.

Soms sluiten meeuwen zich bij zo'n groep aan. Met een beetje geluk

kunnen zij dan mee profiteren van de verwarring die gesticht wordt in een school vissen. Hetzelfde zagen wij tijdens onze laatste Zeelanduitstap trouwens ook bij een groep Brilduikers ter hoogte van de Philipsdam. Zoals gezegd zijn Grote zaagbekken schitterende vogels. De mannetjes in broedkleed zijn met geen enkele andere vogel te verwarren. ze op Kop

In de winter en vroege lente zijn

hun mooist.

en

bovenhals

vrouwtjes

aristocratisch trouwens

zijn

dragen ook

lang

in

dan

ZlJ

de

zwart

geen

gedragen, vlucht

met

kuif,

een

zodat

goed

op

groene

maar :

de

de kop

door

glans.

veren

overdreven

die

In

van

lange

tegenstelling kruin

groot

'IMlanen"

en

lijkt.

krijgt

tot

nek

de

worden

Dat

de

kop

valt een

lange vorm. Herwig kent daaraan het verschil tussen een vrouwtje Middelste en een vrouwtje vliegende

Grote fles

Zaagbek (hij

in

zegt

de

vlucht

hetzelfde

van

een een

Grote Zwarte

Zaagbek

is

Specht,

maar

volgens bij

hem

een

een

Zwarte

Specht staat de hals scheef). De snavel is sterk gehoekt,

rood en over de bovensnavel loopt van basis tot punt

een donkere streep. De mantel is glanzend zwart;

het midden van de rug grijs en de vleugels zwart met


witte dekveren. De kleine slagpennen zijn wit. Van zeer dichtbij kan je merken dat deze

witte

onderhals,

pennen

een

borst,

flanken

smal zwart randje hebben en

buik

zijn

wit,

langs de

met

een

buitenvlag.

prachtig

Bovenrug,

zalmkleurig-roze

schijn. De streek aan weerszijden van de staart is fijn grijs gestreept. Het vrouwtje is veel minder uitbundig gekleurd, kruin,

en

hals

en

een afhangende

kuif.

Ze

en heeft een kastanjebruine kop,

ziet

er

veel "deftiger"

uit

dan

een

vrouwtje Middelste Zaagbek met haar punkkapsel. De kin en de bovenhals zijn wit en, dat in tegenstelling tot de Middelste zaagbek, scherp afgescheiden. Dit is het makkelijkste kenmerk om de vrouwtjes van de twee soorten te onderscheiden. De blauwachtig-grijze bovendelen zijn vaag bruin gevlekt. De grote slagpennen en de

buitenste

dekveren

kleine

zijn

slagpennen

zijn

grotendeels wit.

De

zwart;

de

onderdelen

binnenste

zijn

kleine

slagpennen

crèmekleurig-wit;

zijden

en en

flanken grijs met witte randjes langs de veren zodat een gevlekt geheel ontstaat. Zoals bij het mannetje zijn snavel,

poten en voeten rood-oranje.

Reeds vroeg in de lente neemt het mannetje het eclipskleed aan. Hij draagt dit tot in de herfst en lijkt dan sterk op het vrouwtje maar met witte vleugeldekveren en, volgens de kenners,

een lichter gezicht en een veel kortere kuif. ,------ -

-·-

-

--·--

Op het verspreidingskaartje is te zien dat de Grote zaagbek, bewoner

Alleen de taceus,

zoals de andere zaagbekken,

is van het

Braziliaanse Zaagbek,

Mergus octose­

die voorkomt in wouden in het binnenland

van Zuid-Brazilie en Noord-Argentinie, het

een

Noordelijk halfrond.

leeft op

zuidelijk halfrond.

De Aucklandzaagbek,

Mergus australis,

die vroeger --·--·· -·

voorkwam op de Auckland-eilanden ten zuiden van Nieuw-Zeeland,

--

werd in 1902 voor het laatst gezien en is meer dan waarschijnlijk

uitgestorven. De Grote Zaagbek en de Middelste Zaagbek, M. serrator komen zowel in de Oude als in de Nieuwe wereld voor. Het Nonnetje, M. albellus daarentegen ontbreekt op het Amerikaanse

continent

Kuifzaagbek,

Lophodytes cucullatus.

Ondanks

het

en

uitgestrekte

wordt

daar

vervangen

verspreidingsgebied

door

de

prachtig

onderscheidt

men

gekleurde

slechts

drie

ondersoorten van de Grote zaagbek.De exemplaren die bij ons overwinteren, behoren allemaal omvat

tot

de

Ijsland,

Oostzeekusten,

ondersoort

M.m.merganser.

Schotland

(sinds . 1871)

Het en

broedgebied

van

Noord-Engeland,

deze

ondersoort

Scandinavië,

de

Nova Zembla en verder doorheen West-Rusland en Siberië.

In West-Duitsland en Zwitserland bestaan geïsoleerde broedgebiedjes. De ondersoort M.m.americanus komt alleen voor in Noord-Amerika. De ondersoort uit Centraal-Azië,

M.m. orientalis

is kleiner,

met

een

slankere

snavel,

en

broedt

o.a. in Afghanistan en Tibet. Hoewel

de Grote

Zaagbek,

samen

met de

Eidereend,

de

Ijseend,

de

Brilduiker,

de

Zwarte en de Grote Zeeëend ingedeeld wordt bij de Zeeëenden (Mergini), hebben zij duidelijk een voorkeur voor zoet water. In

de

winter

zie

je

duidelijk het verschil tussen de Middelste

vooral op zout water voorkomen, Visrijke

plassen,

bouwkundige

in

werken

ddnkwaterbekkens),

Vlaanderen (havens,

vormen

in

zaagbekken,

die

en de Grote Zaagbekken die zoet water verkie�en.

de

meestal

ontstaan

snelwegen, winter

de

zand-

als en

belangtijkste

gevolg

van

allerlei

grindontginningen, pleisterplaatsen.

De


vl><Jrnaamste concentraties

zijn dan

ook

te vinden in de

kuststreek,

het noorden

van Oost-Vlaanderen, de beneden-Schelde, de Kempische zandputten en de Maasvallei. Tn

Zeeland zie je vaak kleine groepjes op brede sloten in de polders.

Al

en

toe

komen ze echter ook diep in het binnenland voor.

In de strenge winter

1Y86 verbleven op het Kanaal Rupel-Brussel tientallen exemplaren voor tussen

varr

Willebroek en

Zemst.

Vanuit de wagen konden ze vanop korte afstand geobserveerd �orden. Een unieke kans om het onderscheid te leren kennen tussen vrouwtjes en eerstewintermannetjes. Deze laatste hebben een fijn licht lijntje tussen snavelbasis en oog.

Als viseters hebben Grote Zaagbekken genoeg aan ijsvrij water om te overwinteren. De voornaamste overwinteringsgebieden liggen dan ook ten noorden van onze streken. Vogels

in

wijfjeskleed

meerderheid. groter

omdat deze

Gebr.oed

wordt

kloze ll.iod

n1.

en

eerste

wintermannetjes)

eveneens

nabij

zoet

water

:

grote

li e t

zie je ze

steeds

in

de

�e

meren diepe,

en

rivieren

met

meestal

meestal weinig begroeide

water moet helder zijn omdat Grote Zaagbekken oogjagers z1Jn

:

eerst de kop onder water steken om vervolgens te duiken naar de vis

die

ze opgemerkt hebben.

Il

wijfje zoekt een boomholte als nestplaats,

t

zijn

doorgaans �oordelijker overwinteren.

helder visrijk water en een niet

�nclslromend, vadk

(wijfjes

Enkel bij strenge vorst wordt het aandeel van de adulte mannetjes

vaak een oude holte van een zwarte

specht en meestal vlakbij het water gelegen. Bij gebrek aan bomen wordt echter ook genoegen

genomen

met

rotsspleten,

muurgaten

en

beschutte

plekken

tussen

verlaten

na

rotsblokken. De

jongen

worden

in

het

nest niet gevoederd door

de

ouders

en

een

tweetal dagen, door de honger gedwongen, de nestholte. Vliegen kunnen ze nog niet, er

blijft dus niets anders over dan een sprong in de diepte.

De meesten van geluk mc1oie,

h�n zullen deze stoutmoedige sprong overleven

en met

groeien zij voorspoedig op tot prachtige volwassen dieren.

een

beetje

Tot zij op een

zonnige winterdag ons winterhart komen ver�armen.

André


ONZE DAGVLINDERS

is niet verwonderlijk dat de tere,

ll�t

v 1 inde r s Zi i

worden bezongen door dichters,

kunstenaars.

en meestal prachtig gekleurde

geschilderd,

getekend en gefotografeerd

door

Zelfs nagezeten door lieden met vlindernetten en met veelal minder

vreedzame doelen voor ogen. in donkere kasten vol

Zij geloven dat je hun broze schoonheid kan bewaren

mottebollen.

iedereen houdt van vlinders, 11aam

vliegende,

eeuwen lang de meest geliefde insekten zijn.

al

heeft ze wel eens gezien,

en kent er wel enkele bij

: het kleinste kind en zelfs de grootste stadsmus. Nochtans merk je dat zelfs

ridtuurliefhebbers

vaak weinig weten over

de levensgewoonten van

zelfs de

meest

algemene vlindersoorten. Wisl

jij

zomaar rups

bijvoorbeeld

in

van

open het

mierennest Welnu,

dat de citroenvlinder

als

volwassen vlinder

lucht en onbeschermd tegen de barre wintertoestanden gentiaanblauwtje

een

gedeelte

van

zijn

leven

overwintert, ?

Of dat de

doorbrengt

in

een

?

dan heb je nu de kans om er iets over te leren : in een reeks artikels hoop

ik tal van dergelijke interessante wetenswaardigheden over onze dagvlinders uiteen te

zetten.

Hopelijk vind je het een leerrijke en boeiende ontdekkingstocht.


Hoofdstuk 1. Van waar komen zij?

Vlinders en hun ontwikkelingsgeschiedenis

oude

Een

legende

zevende dag, puur

voor

en

de

schiep

dat

de

luister

hij

vlinders

Zondagsschepselen

vlinders.

van de

hij

in

's morgens,

het luchtruim,

de

De

blauwe

gele vlinders en 's middags,

werden

en

sindsdien al

de vlinders lieten zich zakken en lieten

onveranderd

lang

milieuomstandigheden, soorten.

Om

te

rode

de

op

de

hij,

middagvuur, schakeringen

's avonds

en

de

zich neer

op

de

En daar vinden wij ze ook nu nog steeds terug.

sommige mensen nog steeds geloven dat ondertussen

de

al

God

vormde

's nachts. Al dit bont gewemelte plaatste

zo vaak het geval is met oude verhalen,

Zoals

Toen

Hij nam daarvoor morgenlicht,

nacht.

donkere, met hun manen en sterrenlijnen, bloemen der aarde.

z1Jn.

uitrustte van zijn noeste scheppingsarbeid,

zijn plezier,

avondglans daarvan

vertelt

de zondag,

van wel

degelijk

achterhalen

tologen fossielen:

bleven

overtuigd hoe

is

deze legende niet waar,

alle levende

voortbestaan.

dat

soorten,

veranderen

soorten

wezens op

en

geleefd hebben.

Helaas zijn insekten,

zeker vlinders,

en

"Lot stof en as" vergaan.

zijn

er

invloed

kunnen zijn,

van bepaalde ' evolueren tot nieuwe onderzoeken

de stoffelijke overschotten van wezens die vroeger,

miljoenen jaren geleden,

hoewel

geschapen

Wetenschappers

onder

gelvolueerd

één dag

paleon­

vaak vele

tere wezens die reeds kort na hun dood

De kans om als vlinderfossiel op de onderzoektafel van

een paleontoloog te belanden is dan ook klein.

De oudste fossielen die duidelijk

in s ekten herkend kunnen worden, zijn afkomstig uit steenkoollagen gevormd Lijdens het Carboon, ruim 300 miljoen jaren geleden. De fossielen daterend uit d ic Lijd tonen reeds sterk ontwikkelde, gevleugelde insekten: kakkerlakken, als

1 ibcllcn.

Hun evolutie moet op dat ogenblik dus al lang bezig geweest zijn.

g'br >k aan oudere in licL duisLer. van

l·:on

d

Bij

fossielen tasten we over de vroegste insekten echter volledig

meest spectaculaire insekten uit

arboon was de reuzenlibel Meganeura monyi,

hel

gevonden in de kolenbeddingen van Commentry in Vran krijk . Deze libel had een spanwijdte meer dan 65

van

cm!

Tegenwoordig jagen grote

libellen ondermeer op vlinders,

het is echter

onwaarschijnlijk dat Meganuera monyi in de reusachtige vochtige varenwouden van het Car­ boon al vlinders op zijn menu had.

zijn

Vermoedelijk

de vlinders pas veel later ontstaan uit de

voorouders van de schorpioenvliegen. Vlinderfossielen waarin details van het vleugeladerstelsel te zien zijn,

zijn pas

gekend uit leisteen ontstaan in het Oligoceen, miljoen jaar geleden.

30

,25'

Deze fossielen komen

sterk overeen met onze huidige soorten : 30 miljoen jaar is in termen van evolutie dan ook een peulschil! van

dit

hoofdstuk werd reeds gewezen op de

bloemdragende

planten

de

meeste

rupsen

In de inleiding

band die bestaat tussen vlinders

en

leven

of

van

de

wortels,

bladeren

stengels - sommige lekkerbekken lusten enkel jonge bloemknoppen - van bloemen. En

ook

nektar

de volwassen vlinders voeden zich in de meeste gevallen uitsluitend met de die zij vinden in bloemen,

alhoewel er natuurlijk

altijd

uitzonderingen


�i jn :

zo is de weerschijnvlinder verlekkerd op allerlei sterk ruikende organische

sloffen.

Zijn

voorkeur

gaat

dan

ook

uit

naar

overreden insekten en zelfs Brusselse kaas lksondanks

denken wetenschappers

dat

verse

uitwerpselen,

de evolutie van

de

dagvlinders

µarallel verlopen is met die van de bloemdragende planten.

wij

kennen stammen uit het Boven Krijt,

1ar

herinnering:

lijkjes

van

1

zo'n

lange

tijd

De eerste bloemen die

90 miljoen jaren geleden.

de geologische tijdschaal

duur

miljoen

miljoen

jaren

jaren Quartair

2 2 Plioceen

10

Mioceen

13

Oligoceen

15

Eoceen

20

Paleoceen

10

12 -

25 Kaenozoïcum

Tertiair

40 60 =

70 Krijt

65

Jura

45

Trias

45

Perm

45

Carboon

80

Devoon

50

Siluur

40

Ordovicium

60

135 Mesozoïcum

180 =

225

270 350 Paleozoïcum

400 -

440 500 Cambrium

100

u

Mdar ook hier weer hetzelfde verhaal reeds

gang moet zijn geweest.

11u

da t

rni 1

juen jaar

de eerste

die

kijken. cc1der

: de grote verscheidenheid die op dat moment

bestaat wijst erop dat de evolutie op dat ogenblik al miljoenen jaren aan

de

llue

=

600

geleden,

eerste

Er komt dus een flinke dosis giswerk

vlinders ontstaan zijn gedurende

het Trias,

bij

zo'n

:

men schat

150

tot

200

als tijdgenoten van de eerste zoogdieren.

vlinders

er

toendertijd

uitgezien

hebben

is

helemaal

koffiedik

Waarschijnlijk hadden ze helemaal geen schitterende kleuren maar waren het grauwe,

somber gekleurde insekten. Wordt vervolgd


In onze streek worden talrijke interessante aktiviteiten georganiseerd door andere verenigingen

:

y.r_ienden van Ueverleebos en Meerdaalwoud - Vr 22/03

:

dia-avond door de leden 20 u 00 Paters Salvatorianen

(Naamsesteenweg).

y�ge l wer kgroep van de Regionale vereniging Natuur Voor

de

uitstappen

picknick meenemen. Jonckers

wordt

gebruik

gemaakt

van

en Landschap :

eigen

wagens.

Best vooraf bellen naar Philippe Smets

Dagtocht Grindputten Maasvlakte - 7 u 30 Afrit 25 van de A2

16/03

Za

-

Za 30/03

Dagtocht Hoge Venen

-

Za 20/04

Dagtocht Gaumestreek - 7 u 00 V.

-

Zo

l 2/05

-

10

Lem 20/05

(Korhoenders) - 6 u 30 Baraque Michel Centrum Tienen

1/2 dag Mechels Broek - 7 u 30 Kerk Muizen :

Pinksterweekend op texel Vooraf inschrijven bij Philippe Smets

Zo

30/06

�2fkdagen Alspraak

kijkers,

(016/818787).

-

-

Laarzen,

(016/820353) of Marcel

Dag in de Demervallei - 7 u 30 Station

(016/82 03 53)

Zichem

in de Doode Bemde telkens om 10 u 00 aan het materiaaldepot,

in de Reigerstraat in Sint­

._Jdr is-Weert. 11/3 //G

-

een doodnormale werkdag de laatste werkdag van het voorjaar.

De mensen van VIBEG

(licht mentaal

gehandicapten) werken ook mee.

�ulervogeltellingen

IRWB

:

ldatste tel.dagen op 17 en 18 maart. met

Als je wil meetellen neem je best contact op

de regionale coördinator Jan Wellekens

Hagar de Verschrikkelijke

(016/ 48 16 37).

door Dik Browne


KALENDER

�ondag 24

maart 1991

Wandeling doorheen de Dijlevallei ten

z

van Leuven.

We

rijden met de trein tot in Pécrot en komen te voet terug. Degenen nemen

die

slechts

een

dag

halve

wensen

terug,

in Oud-Heverlee de trein

te

wandelen

de anderen

gaan

door tot in Heverlee.

V1 i jdag 19 aeril

1991

Vertrek

7 u 45 Leuven Station

Leiding

Herwig Blockx

Bestuursvergadering

ten

huize

van

Jan

Wellekens,

Lipselaan 24 - Wilsele. Iedereen die een woordje wil meespreken is welkom. Aanvang

Z01Jdag 21

aeril 1991

:

20 u 00

Bosvogeltocht in Meerdaalwoud. Vertrek

7 u

30 Leuven Station

8 u 00 Leiding

Woensdag 1 mei

Zd/Zo l

en

1991

2 juni

1991

Halve dagtocht

Kerk St-Joris-weert

André Verboven

Halvedag tocht naar het Schulensbroek Vertrek

7 u

Leiding

Jan Wellekens

30 Leuven Station

Weekend naar de Eifel.

Dit weekend was vorig jaar re

dB

gepland maar viel toen in het water. Gelieve voor 15 mei te bellen naar André

(016/23 01

om vervoer en logement te kunnen regelen.

�d!o�rdaq 29 juni 1991

Vertrek

7 u 00 Heverlee Station

Leiding

André Verboven

Dagtocht naar de Schwalmvallei Vertrek

7 u 00 Leuven Station

Leiding

Herwig Blockx

01)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.