). 1
.1,..,
."
Frankfurt am Main.
Die Vögel Deutschlands
Utrecht 1971. A v ifa un a van Midden-Nederland
Artenliste Porter
R
1. Willis. S. Christensen
..
& B.
Nielsen
1974, Berkhamsted. Flight identif1cation of Euro
J. Orn. 73,
Vaurie C. 19 65, Londen, The birds of the P a l ear ctic F a una
1970, Londen. A field guide to
0.
Raubvogelstudien
295-323
pean Raptors
P rozesky
E. 1925,
Stresemann
the
bi rds of Southern Africa Rudebeck G" M. Kristersson & B. P e rss on 1974. Uddevalla, Falsterbo Smulders B. en A. Joosse 1969, Hoogwoud, Avi
Voous K.,
P.
Birds v o l
.
& J.
Hens
van Marle
1948, Br it ish
xli, 77-82
Voous K. 1 960 , Amsterdam, Atlas van de Europese voge l s Williams J. 1963, Londen, A field g u i de to the birds of East and Central Africa
fauna van Walcheren
Stichting voor vogelbescherming en vogelstudie te
W it her by H. "1949, Lon d e n , The handboek of British
birds
Ornitologie van Vlaanderen 3de
ORNITOLOGISCH
SEIZOENVERSLAG
KLEINE ZWAAN :
een aaneengesloten g ro e p pleis
tert ofwel te Neerijse of
DIJLEVALLEI
EN OMGEVING:
1 JANUARI TOT 1
.
JULI 1976
door Paul Grootaers FUUT: Nee rij se 26.2 1 eks. (aankomst). 3.3 10 eks" 31.3 2 eks.; Oud-Heverlee 29.2 4 eks" 17.3 8 eks" 24.3 12 eks" 1.4 8 eks" 14 4 1 O eks.; St.·Agatha-Ro de t .3 9 eks .. 3.3 29 eks" 17.3 16 eks" 23.3 1.4 10 eks"
,
10.4 24 eks
8 eks. Verder
nog
te
4.6 15
ek s
Heverlee 4.3 en 6.4 2 eks.;
eks"
Florival
"
St.-.Joris-W1nge
33
27.2 2
1.4
e k s. ;
Wes p e l a a r 13.3 1 eks"
1.4 2 eks.; 18
eks.;
W i lse l e 20.3 7 eks. 5.4 14 eks" 21.4 Erps-Kwerps 7.4 4 eks. Enkele broed;iege
vens: Oud-Heverlee 17.3 1 nest;
4
Neerijse
nesten en 1 ad.
2 nesten; Heverlee 1.4 kl i niek 18.4 2 juv.; Roosbeek 11.6 -t
juv.
te Oud-Heverlee;
Oud en 4 juv" 18 2 2 ad en 4 juv" 21.2 6 ad. en 3 juv. en van 15 tot 2 0.3 5 ad. en 4 juv.; N e e rij s e 29.1 7 ad. en 4 juv., 26.2 5 ad. en 4 j uv 7.3 en 27.3 6 ad. en 3 juv.; buiten deze g r oep , a l tij d bestaande uit ad. en juv. verbleef n og een a part groepje van 3 ad. te Oud-Heverlee op 1 0 .3 en te Neerijse op 21 en 24.3. Heverlee 15. 1 9 ad. en 4
juv" 25.1
10 ad.
.
"
GRAUWE het
GANS :
noorden
Neerijse
Oud-Heverlee 7.3
trekkend, aldaar
24.3 6
20 eks. naar ook 1 e ks. op 24.3;
eks.
BERGEEND : Leuven 11.2 1 eks.
overvliegend;
Ag.-Rode 17.3 6 e k s
19.5 en 2.6
WILDE EEND:
.
;
Kessel-Lo
St.
1 eks.
tijdens de ma a n d januari verblijven
in heel het geb i e d met als grootste k o nce ntr a t i e 700 e ks . op 31.1 te Nee r i jse en 500 e k s op 7.1 te Kesse l - L o. In de eigenlijke Dijlevallei 1500
ek s.
.
GEOORDE FUUi: van 1 tot 7.3 Rode. DODAAHS: 18.4 10
1.3 1
St.-Ag.-Rode
eks" 25.4 2 eks
1 eks. te
;
en
17.3 2
eks"
4.3 2
ek s . ;
Roos
2 juv .
BLAUWE REIGER : op 4.6 v e r bl i j v e n 20 eks .
in het hele gebied; op 17.6 18 eks. te Oud-Heverlee. Dit jaar ook een nieuwe broe :lplaats te K or tenber g; één paartje aldaar nestbouw op 3.3 en een broe d end , op 22.4 (GRSJ. volledig buiten de verwachting pl e i st erde deze soort slechts tot ein d januari; Oud Heverlee 15. 25, 28 en 29.1 4 ad. en 3 juv" 31.1 (l aa tst e datum), 2 ad. en 3 juv.; Wilsele 21.1 2 ad. en 4 juv. WILDE ZWAAN :
pl eistere n op 14.2 190 eks" op 3.3 240 eks., en op 31.3 135 eks. Verder nog te Erps-Kwerps 1.2 300 e ks Over het algemeen blijkt vanaf half februa r i het (overwinterings)aantal sterk te verminderen. Op 4.6 z ij n te N ee rij se 101 eks. en te S t Ag. R od e 40 eks. aanwezig. .
eks,
Oud-Heverlee 2.2 7 eks"
19.3 3 eks" 24.3 4 eks.; N e erij s e beek 11.6 2 eks.
St.-Agatha
.-
WINTERTALING:
vanaf half febr. tot
-
begin
april
komen de hoogste aantallen
(doortrekkers) voor. Vooral de ondiepe plassen van Oud-Heverlee en Neerijse ko m en hiervoor in a a nmer ki n g Oud-Hever· lee 28.1 5 eks" 15.2 100 eks 18.2 30 eks., 1.3 50 eks., 2 3.3 6 eks., 2.4 40 eks., 27.4 5 eks.: Neerijse 17.1 5 eks" 29.1 65 eks"8.2 50 e ks. , 21.2 6 e k s , 2.3 15 eks., 10.3 100 ek s . , 31.3 4 eks" 12.4 30 eks., 19.4 5 eks.; St.-Ag.-Rode 12.4 20 eks.; Tildonk 25.2 .
..
.
en
1.4
25
eks.
Rode 2.5 2 ó' ei
Mogelijke en
1 ?
:
broedgevallen
:
St.-Ag.
Oud-Heverlee 5.5 o en ? .
189
ZOMERTALING:
de zomertaling trok in
1976 iets
talrijker door dan in 1975. Neerijse 7.3 1 ê en 1 ? 24.3 5
(aankomst).
ó ó en 4
9?, 12.4
10 eks.,
19.4 20 eks., 8.5 3 eks.; Oud-Heverlee 17.3 2 ó o ·;? 9 , 14.4 4 eks . , S.5 1 ó en 2 9 9. Spora
en 2
disch nog te W i ls e le 9.4 2 eks; 3
14.4
Boutersem
Meerbeek 1.5 1 o en 1 ? . Mogelijke broed g evalle n : St.-Ag .-R o de 27.5 2 J ó, 4.6 ó en ? . e ks . ;
KRAKEEND :
alleen in St.- Ag.-Rode doorlopend 21.3 2 oó en 2 ? 9, 12.4 4 óó en
a anwezig : 3
? ? , 19 en 25.4 3ó ó
en 2 9 <;?.Sporadisch te
en 1 y; Oud-Heverlee 15 en 16.2 2 6 o; Kessel.Lo 3.3 1 ó.
Tervure n 24.3 en 3.4
1
ó
SMIENT: ee n kleine
groep
eind
aanwezig.
april
konstant
is van
1ó en 1?.21.3 2 óó en 2 1
:;; , 19.4 6 eks., 25.4 3 o ó
is wel
late pleisteren te
het
J en 9 op 16.5, 2 PIJLSTAARl':
paartjes op
half febr.
St.-Ag.-Rode
tot
11.2
) '.;' , 12.4 3 óó en 1 9. Merkwaardig
en
van
Kessel-Lo
een
19.5 en 2 J cî op 7.6.
over het heie gebied stijgt het aan
tal g e lei del ij k van half februari tot eind maart om dan af te nemen tot b eg i n mei. Enkele aantallen : Oud Heverlee 15.2 3 è c) en 1 (,' , 1.3 6 J ,) en 4 � :;; . 24.3
27.4
22 eks"
8 eks.;
14.2
Neerijse
2 é cî ( aan ko m s t ) . 1.3 4 6 J en 4 � ,' , 10.3 50 eks" 27.3 28 eks., 12.4
en
24.4 1
en 2
(1
Rode 21.2 1 ó, 6.4 16 eks., 2.5 1
,
'
St.-Ag.
� ;
,··. Het maximum
bedraagt 58 e ks . op 27 .3 over heel het gebied.
St.- A g .- R ode 21.2 2
SLOBEEND:
17.3 12
e ks. ,
4.6 2 è ó; ek s . ;
é:), 3.3 7
eks ..
2 eks" 30.3 1 O e ks " 12.4
Oud-Heverlee 23.3
3 ó en 2
·; 1', 14.5 1
c"J; St.-Joris
Wi ng e 20.3 17 eks.; Tildonk 1.4 10 eks. Broedgeval
St.-Ag.-Rode
27.5, 1
<; met 9 pulli (JOB).
TAFELEEND : Oud-Heverlee 1.1 3 eks., 1'6.1 40 eks" 28.1 15 eks" 2.2 10 eks., 21.2 11eks.,23.2 16 eks"
26.2 23 eks . , 29.2
9 met 4 pulli
(JOB); Florival zonder datum
(JDBJ.
KUIFEEND : St.-Ag.-Rode 1.3 28 Jo en 27 9 ? , 3.3
70 eks., 21.3 52 ó ó en 37 9 ?
Oud-Heverlee 2.2 2
? 9. 2.3 9 eks" 19.3 1 ó. 25.4
1
o, 5.5 5 d cî en 5 9 9, 14.5 2 é o en 2 9 9, 4 en 7.6 1 ó en 1 '·'; Oud-Heverlee (Zoet-Water)
9.6 6 é o
en 2 ? 9, 17.6 10 eks.
goed als niet
zo
is een max.
1 O eks" 1.3 18 eks " 3.3 24 eks"
3
op
piaatsen
1
BRILDUIKER :
Neerijse .
21 .2 7 eks ., 1.3 na
14.2
11
eks"
17 eks . . 3.3 i30 eks" 43 1 30 eks . .
d eze datum we rd de p las afgelaten; St.-Ag.-Rode
21.2 80 eks " 1.3 86 ..J d en 75 Ç ,', 3.3 130 ek s " 7.3 120 eks., 10.3 75 eks" 17.3 80 eks" 21.3 64 3 c� en 61??,
24.3
75 eks"
31.3 12 eks" 6.4 30
eks ..
18.4 4 eks., 25.4 12 eks., 2.5 12 eks., 9.5 3 ó ,s en 3 ? ? , 27.5 11 ó cî en 4 \) 'Y. ln f\eel de Dijle vallei samen
is een
max.
van 230
NONNETJE :
1 tot
van
op 7.3. Nog losse waarnemingen : St.-Joris-Winge eks . ; Kessel-Lo '7.1 100 eks.; Wilsele 14.2 5 eks.;
1 5 .2 10
,� ó en 14
6 eks.; Heverlee 4.3 9 cî ,î en 2
en
9
ek s . ,
; \). 1 .4 4
'
5.4 J (l
\) 9; W espela a r 13.3 14 eks. Broedgevallen :
St.-Ag.-Rode
190
\'?, 2 0 . 3 61
4.6 3
<;> 9
met resp. 5 , 8 en 4 pulli
in
St.-Ag.
te
'.
14.3 1
9
te
St.-Ag.-Rode.
BUIZERD : meiwaarnemingen : Heverlee 1.5 2 eks.; Roosbeek
5.5 1
eks.;
11.5 6 eks.;
Florival
Haacht
juniwaarnemingen: Holsbeek 6.6 1 eks. ;
12.5 1 eks.;
Pellenberg 13.6 1 eks.; H e ve r lee 18 en 23 .6 1 eks. De indruk was dat de voorjaarstrek in 1976 uitzon derlijk
merkbaar was
laat
(tot einde mei). Rotselaar 1.1
1,-'.· en 1 ,- ; Oud-Heverlee 10.1 1 •;i; Heverlee 18.1 1 3; St.-Ag.-Rode 21.1 1 \'; Haacht 24.1 1 �·; 1 eks.
Wijgmaal 28.1
enz.
Ook tijdens de ma a n den
febr" maart e11 april is de vogel aanwezig o.a. nog
Hols b e e k ,
te
beek-Dijle
Gelrode,
en
Wezemaal,
T i j d e ns
Lubbeek.
Kor·
Neerijse,
b r o e dt i j d
de
te
Holsbeek 5.6 1 eks. 10.4 1 eks.;
St.-Ag.-Rode
WESPENDIEF:
Bierbeek
21.4 1 eks.; Heverlee 25.4, 16.5. 22.5 en 6.6 1 eks. BRUINE KIEKENDIEF : een overwinteringsgeval in de D e mer va llei te Gelrode;
beek 20.4
1
St.-Ag. Rode
cf.
Vreemd
van 1
,j
van
werd er ge
(PMUJ; d o o rtrekk e rs
te Everberg 1 5 . 4 , 1 ,î; St.-Ag.-Rode 16.4 î de
is
'•';
Lub
aanwezigheid
op 29.6 en 2
,
•
te
op 30.6
(JOB) BLAUWE KIEKENDIEF:
1
.'
;
St.-Ag.-Rode
11.2
Haacht
1
VISAREND : Holsbeek 9 en
eks. aanwezig
4.1 11
23.3
Rode.
op 2.1. 3.1. 27.2 en 1.3
N ee r i jse
tot
GROTE ZAAGBEK: van 21 tot 24.3, 1
zien
20 eks.;
wellicht
of St.-Ag.-Rode.
17.3 53 eks., 20.3 71 eks" 23.3 50 eks . , 24.3 60 e ks ,
1.4
houden
pleistert van 1
Oud-Heverlee
,
eks"
febr.
broedgevallen in.
een
31.3 22
en
Dijlevallei
de
130 eks. a an w e z i g op 3.3. De juni
van
waarnemingen
In jan.
in heel
aanNezig;
53 eks" 7.3 94 eks" 10.3 75 eks" 15.3 112 eks. ,
5.3
31.3 61 eks" 1.4
,
25 eks" 19.4 100 e ks " 2.5 52 eks., 9.5 34 eks . . 27.5 13 é o en 8 ? ? , 4.6 30 eks.; Neerijse 3.3 60 eks.;
SPERWER : algemeen overwinterend :
31.3 23 eks., 19.4 18 eks" 2.5 12 eks., Neerijse van 1.3 tot 27.5 van 1 tot 4
20 ek s . , 25.4 6
(CBI); St.-Ag.-Rode zonder datum 5 9? met resp. 6, 3, 3, 2 en 6 pulli
BOOMVALK:
Lo o n beek 2.5
11.1
r'en
1
24.3
\'
en
15.2
.1.
11.4 1 eks.
1
eks.;
St.-Ag.-Rode
30.6 2 eks.
SMELLEKEN: late waarneming : Heverlee 2.5 1 d. KWARTEL:
een
rode op 22.5.
lÎ
zingend in de akkers te Haas
KRAANVOGEL: Heverlee 14.3 1 eks. en 27.3 24 eks. ---+
11 eks" 4.6 3 eks.: Oud-Heverlee 1 .4 1 eks., 27.4 en
MEERKOET: in heel
en
op 31.3 186
Dijleval!ei op 3.3
de
5.5 2 eks.: Kessel-Lo 27.3 4 eks., 16.5 en 19.5 2 eks.
126 eks.
ZWA RTE RUITER: Neerijse 13.3 1 eks., 29.4 5 eks ..
eks. De grootste koncentratie be
vindt zich in St.-Ag.-Rode 150 eks. en 18.4 165 eks.
met
op 3.3 81
25.5 3 eks.; Oud-Heverlee 15.4 2 eks" 24.4 1 eks.
eks., 10.3
6 eks.,
vijvers
plassen.
en
ee rs te
De
Neerijse. Mogelijke broedgev?.llen, d.w.z. er werd een geves t i g d paartje
met balts of zang genoteerd : Kessel-Lo ·�B-3 2 eks" 19.5 2 eks.; Boutersem 18.4 2 eks.: Kerkom 4.4, 19.4. 5.5, 23.5 en 2 2.6 telkens 2 eks.; Oud·Heverlee 21.4, 28.4, 14.5 en 29.5 t e l k en s 2 eks.; Florival 11.5 2 eks. Waarschijnlijk broedgeval : Ne er i j se 24.3 2 eks" 19.4 1 eks" 25.4 3 eks. waar van 2 met balts, zang en k opul atie , 29.4 6 eks. 2.5 2 eks., 9.5 6 eks .. 25.5 2 ek s. Zekere broedgevallen : Haasrode 22.5 2 ad. en 3 pulli (PAGJ; Erps-l<werps 4 eks. en 1 nest met 3 ova (PRE).
Heverlee 10 3 1
St.-Ag.-Rode KLUUT: 4 ek s
20 eks.
Neerijse 21.3
1
eks"
eks:
te Lubbeek 22.2,
N eer ij s e 10.3 1
eks. :
heeft
pleisterd nl.
uitzonderlijk l a ng ge
dit s ei z o e n
van
1 eks.
2.5
27.2 tot 27.4; Kessel-Lo
eks" 3.3 6 eks" 27.3 27
e
ks .. 28.3 2 eks.,
27.2,
10
5.4 5 e ks. ;
Oud Hev e rl P. e 2.3 en 24.3 2 eks., 1 4, 15, 1 9. 21 en 27.4
1 eks.; Neerijse
24.3 3
eks" 27.3
2
eks
.
25.4
1 eks.; St .- Ag .-R o d e 1 .4 5 eks.
WITGATJE: de soort is aanwezig van op
max.
jan.
tot mei
7 plaatsen; hoogste aantal 7 eks. op 1 2.4
te N e e r ijse ; vuren.
laatste waarneming
BOSRUITER:
Neerijse
doortrek.
betreffende vo g e ls een
het B.A.H.C.
van
2 eks
.
;
STERN :
op
St.-.A.g.-Rode
•
op 29.5 te Ter
e ks. ;
Florival
sub
te moeten volg.en
niet minder dan 5
2.5 4
VISDIEFJE : St.-Ag.-Rode 2.5
e ks. ;
1
pl a ats en
Oud-Heverlee
eks.: Wilsele
eks.
d en d in treurwilg. NACHTZWALUW: een
25.4
op
doortrekker te Heverlee
3.5: br o ed vo g els : Rotselaar 14.5 3 è o, 26.6 5 o o; Ho ls b e e k 27.5 1 eks. DRAAIHALS:
op
19.4
1 eks. te Oud-Heverlee .
BONTE KRAAi : 2 eks. t e Neerijse o p 2.2.
KOPERWIEK: l a te waarnemingen:
30.4 10 eks. en
1 5 2 eks. te Heverlee. .
Neerijse
1 eks., 29.4 9 eks" 9.5
Oud-Heverlee 5.5 "0
één
184).
19.5 en 14.6 3 eks.; Kessel-Lo 6.5 1 15.5 1 eks.; R oos b e ek 5.5 12 eks.
PAAPJE : 25.4
19.4
STEENUIL: Wijgmaal 20.3 1 eks.; Holsbeek 17.4 en 6.6 1 eks.;broedgeval : Rotselaar 1 tot 5.5 9 broe
.
WULP: Holsbeek 2.5 1 eks.; Neerijse GRUTTO:
4.4 1 eks.:
27.2 en
6.4
.
(zie O.W. 1 974, p. "ZWARTE
Tremelo 1 7 4 1 eks.
Oud
eks"
27.3 1 2
Oud Heverlee
MANTELMEEUW:
.
1
;
4 eks.; Florival 25.4 7 eks.
25.4,
wij het advies
aanwezig te Oud-Heverlee 17.1 1 eks. 30.1 3 eks., 1 .2 5 eks., 2.2 4 eks .. 7.2 3 eks" 26.2 2 eks. 1.3 1 eks" 7.3 en 10.3 2 eks en tenslotte van 1 1 .3 tot 21.4
.
ó, 27.4 3 eks.;
specifie ke naam werd gegeven nl. omissus menen
april doorl op e nd
t ot eind
half jan.
van
29.4 9 eks, 9.5 14 e ks
.
2 geelpotige eks. verb!P.ven van 12 tot 21.4 te Oud-Heverlee; ofschoon door enkele
en
27.4 5 eks. Te Meerbeek balts en z a n g op 1.5
.
c), 2, 14 en 15.4 1
waarnemers aan de
eks., 27.3 40 eks" 21.4
25.4 9 e ks , Heverlee
ZILVERMEEUW:
de belangrijkste overwinterings- en doortrekp!aats in O u d- H e v e rl e e 17.1 2 eks., 28.1 30
BOKJE:
Florival
25.5 1 eks.
KLEINE
WATERSNIP:
21.2 50
"
3e jaars eks
13.3 3 eks. ->- N.
e k s .,
eks.;
25.4 2 e ks
6 eks"
eks.; Haacht
1
1
eks., 25.4
Oud-Heverlee 24.4
KEMPHAAN: Neerijse 1'1.3 3 eks., 21.3 4 eks" 24.3
5.4 4 eks"
Oud-Heverlee 2.3
.
12.4 2 ;
BONTE STRANDLOPER: Kessel-Lo 27.3 10 eks., 28.3 15 eks.; in het 'v oorjaar minder gewoon.
2 eks. arriveerden op 24.3 te
GOUDPLEVIER:
25
.
3.2 1 eks.
deze plevierensoort dankbaar gebru i k gemaakt van droogstaande
N e eri j se
GROENPOOTRUITER:
32 eks., 5.5. 20 eks" 9.5 2 ek s
KLEINE PLEVIER : door de uitzonderlijke droogte van HJ"16, die reeds vanaf april m e r k b a a r was heeft
de
Neerijse 6.4 6 eks" 29.4 10 eks" 25.5
TURELUUR:
N.
BLAUWBORST:
2.5 1
Berg
é; Holsbeek 23.5 1 eks.
17.4
1
o:
St.-Ag.-Rode
3.5
2 eks. zingend.
2 eks. 2 1 .2
OEVERLOPER:
Oud-Heverlee
komst). 27.3
27.4 3 eks, 27.5 1
en
3
eks.
(aan
eks.; Neerijse
CETTi'S ZANGE R : een ó
z i ngt doorlopend van 2.4
tot 17.6 te Oud-Heverlee (tevens broedvogel)
(zie
13.4 8 eks.; 8.5 3 eks" 25.5 1 eks.: V o s s em 28.5
O.W. 1976, p. 369); Heverlee 1 zingend o van half
1 eks.
april tot begin juni.
191
juli maar
KLAPEKSTER : St.-Ag.-Rode 11.2 1 eks., 30.6 1 eks.;
gen vangt immers pas aan half
Lubbeek 18.2 1 eks.; H o lsbee k 8.4 1 eks.; Heverlee
augustus (Handb. der Vögel Mitteleuropas,
24.3, 15.4 en 21.4 1 eks.
p. 327).
GRAUWE KLAUWIER : Binkom 5.5 1 eks.
DWERGAREND
FRATER :
slechts
BARMSIJS
één
waarneming
Oud-Heverlee
:
zang).
17.3 2 eks. (1 é
streek: Oud-Heverlee 19.5 1 eks., 17.6 1 een jong ,
in de
18.6
1
zingend
J
voert
ó en 2 bedelende
juv.
KRUISBEK : Bierbeek 1 9.4 1 eks.:
in juni
9.6 5 eks.; Heverlee 1 1, 12, 14 en 1 5.6 en
te
:
Loon
•
Milvus migrans: 1 eks. te Neer·
ijse op 14.4. RODE WOUW
•
Milvus milvus :
Oud-Heverlee 2.4,
1 eks. (MHSJ; Haasro-ie 18.4 2 eks. (MHSJ; Kessel· Lo 15.5 (JVR).
(MHS).
5
pennatus
Band 1,
beek op 2.5. 1 eks. (zie O.W. 1976, 264). ZWARTE WOUW
voor het e e r s t een broedbewijs
:
Hieraaëtus
•
vooral in
:
Bierbeek
REGENWULP
3, 4,
1 eks. (JOB).
r e sp .
1 eks.
Numenius phaeopus
MIDDELSTE BONTE SPECHT
Een zingend 3
*
•
Neerijse 2.5
:
Dendrocopos medius :
18.4 (zie O.W. 1976
te Bierbeek op
348).
ONREGELMATIGE GASTEN.
ROUWKWIKSTAART
Van
yarrelli.
Motacilla alba
-
30.1 tot 7.2 1 eks. te Oud-Heveriee (MHS). AALSCHOLVER -
)4
>(
Phalacrocorax
te St.-Ag.
carbo:
KLEINE VLIEGENVANGER
F i c ed u la parva: op 28.5
·
Rode op 26.3 2 eks. (GRSJ.
één z in g e n d .:· te Haasrode (zie O.W. 1976, 349).
OOIEVAAR - Ciconia ci co n i a : op 2.3 een doortrek kende voge l te Erps Kwerps [GRSJ.
ORTOLAAN - Emberiza hortulana : één , < op 9.5 te
LEPELAAR
Platalea
•
Neerijse op
leucorodia : te
12.4 1 eks. (JOB, GDB). }(PURPERREIGER
•
Ardea pu r p u r ea :
tijde'ls de voor
juv. eks. op 29
dezelfde plaats [JOB).
Opnieuw
werd
gebruik g e ma a kt
van
veldnotities
van WJ Leuven en Brussel en BJN Leuven. Gebruik
jaarstrek werden 2 eks. waargenomen op 16.4 te St.-Ag.-Rode [NVL). Volkomen raadselachtig is de w aarne m i n g van een
Haasrode.
te afkortingen:
De
GAS
(Guido Rooseleer); .JOB [Jan
Boe); CBI (Carole Billiet);
PAG
(Paul
De
en
30.6 op
(Guy
De najaarstrek van
de jon-
(Marc
PRE
Grootaers):
Bor·ger);
Herrernans);
NVL
PMU (Piet (Paul
(Nand
Mulier);
Renier);
GDB
Laer);
MHS
Van
JVR (Jo Van Rompaey).
Natuurbescherming
. '
Ministerie van Landbouw, M i n i s t e r i e van Financiën,
Gelet op de wet van 20
juli 1922.
waarbij het zegel
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse
recht ges t e l d op de verlofbrieven voor h et d ra g en
Ha ndel en Ontwikkelingssamenwerking, Minister
van jachtwapens en voor
W<1alse aangelegenheden, Minister
van se
1an
Vlaam
aangelegenheden, Minister van Brusselse aan
gelegenheden, Adjunkt voor Ekonomische Zaken
en Staatssecretaris voor Bo ss en , Jacht
en
Vis
vangst, toegevoegd aan de Minister van Vlaamse
aangel e g e n h ed e n .
wind voor
verhoogd wordt en
het jagen waarbij
het vogelvangen met netten
met de haze een
en
verlofbrief
een
taks op
de inrichtingen voor eendekooien ingevoerd wordt. inzonderheid op artikel 2. tweede
Gelet op de
lid;
1974 tot oprich ting van gewestelijke instellingen. in voorbereiding van
artikel
wet van
1 augustus
107quater van
de Grondwet, inzonder
heid op artikel 4:
2 8 FEBRUARI 1977. - Koninldijk.besluit betreffende de !'lfgifte van jachtverloven en jachtvergunningen. BOUDEWIJN, Koning der Belgen. Aan
allen die nu
zijn en hierna
wezen
zullen.
Onze Groot. Gelet op de
jachtwet van 28 februari
derheid op art i k e l 14, vierde lid;
192
Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1975 tot afbakening, binnen het raam van de bevoegd· heden van het Ministerie van Landbouw, van de aangelegenheden waarin een verschillend regionaal beleid. geheel
1882. inzon
zonderheid
lijk besluit
of gedeeltelijk, verantwoord
op artikel 1, gewijzigd bij van
is,
in
het konink
1 0 september 1975. en op artikel 7;