B
NTGent-acteurs en hun artistieke directeurs, 1965 › 2015
Dré Poppe, Eddy Asselbergs, Roger Bolders, Chris Boni, Herman Bruggen, Herman Coessens, Daniël De Cock, Jo Delvaux, Jef Demedts, Jo De Meyere, Roger De Wilde, Jog Gevers, Blanka Heirman, Suzanne Juchtmans, Werner Kopers, Marilou Mermans, Lieve Moorthamer, Eric Raes, Hugo Van Den Berghe, Cyriel van Gent, Paul-Emile van Royen, Gabriël Van Landeghem, Maria Verheyden, Greta Verniers, Jaak Vissenaken, Veerle Wyffels, Albert Hanssens, Walter Eysselynck, Jaak Van Schoor, Magda Cnudde, Nolle Versyp, Bob Van der Veken, Els Magerman, Walter Moeremans, Eddy Vereycken, Jean-Pierre De Decker, Elise Bundervoet, Brecht Callewaert, Mieke De Groote, Fabrice Delecluse, Hilde Heijnen, Daan Hugaert, Mathias Sercu, Miek Van Bocxstaele, Tom Van Landuyt, Guy Van Sande, Johan Simons, Elsie de Brauw, Els Dottermans, Frank Focketyn, Aus Greidanus Jr., Katja Herbers, Servé Hermans, Betty Schuurman, Wim Opbrouck, Kristof Van Boven, Sanne den Hartogh, Oscar Van Rompay, Steven van Watermeulen, Sanne van Rijn, Peter Verhelst, Domien Van der Meiren, Walter Bart, Wine Dierickx, Maartje Remmers, Marleen Scholten, Matijs Jansen, An Miller, Lien Wildemeersch, Chris Thys, Bernard Dewulf, Julie Van den Berghe, Christoph Homberger, Bert Luppes
Plooi mij tot een feesthoedje
en maak kans op een gratis duoticket voor ons
verjaardagsfeest op zaterdag 30 mei
met overnachting in Grand Hotel Reyolf ****
1. Neem dit feestkatern en leg het met deze coverzijde zichtbaar naar u toe. 2. Vouw linksboven en linksonder de twee driehoeken A en B naar achter. 3. Plooi op de plooilijn rechts deze en volgende pagina samen om, zodat zowel de slogan op bladzijde vier als die op de achterliggende bladzijde vijf zichtbaar worden. 4. Doe hetzelfde met bladzijde vijf en zeven. 5. Klaar!
Zet het hoedje op, maak een foto en post die #NTGent50
via Facebook, Instagram of Twitter. Onze jury bekroont de origineelste bijdrage.
Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard.
NTGent wordt 50! Chapeau!
A
Herbeleef 50 jaar theatergeschiedenis op www.ntgent50.be Onder de noemer Het Salon bouwde regisseur Sam Bogaerts tussen 1993 en 1995 in ‘de Minnemeers’ een artistiek nest, een vrijplaats waarin vooral een jonge generatie spelers en makers haar ding kon doen. Samen met Drama Gent (KASK | School of the Arts) gaan we op zoek naar aanknopingspunten tussen Het Salon van toen en de theateropleiding van nu. Marijke Pinoy regisseert met derdejaarsstudenten
Je reist er in woord en beeld doorheen de belangrijkste producties en gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Van de 420 voorstellingen die we intussen maakten, selecteerden we er een zestigtal die memorabel, vernieuwend, schokkend of bijzonder goed waren. We bevroegen ook heel wat mensen naar hun vroegste en diepste herinneringen over ons huis en onze werking. Met deze meer dan 50 uur interviewopnames, aangevuld met beeldmateriaal uit ons archief en dat van de VRT, maken we een reeks documentaire filmpjes die je op de website en tijdens de festiviteiten kan ontdekken.
Zalig de Onwankelbaren, een versie van Voorjaarsontwaken van Frank Wedekind. Anna Carlier, Mira Bryssinck, Tom Goossens en Elsa Rauchs spelen, Chris Carlier verzorgt de muziek.
Donderdag 2 april, vr 3, za 4/04 om 20u in NTGent Minnemeers — 5,50 euro
In Getuigenissen live gaan we met een aantal bevoorrechte getuigen in gesprek over de geschiedenis van ons huis en kijken we on bevangen de toekomst tegemoet. Dramaturg Steven Heene modereert. De eerste avond (30/04) heeft als thema Forever Young? Een huis met een missie. Over het prille begin: de nood aan een vast gezelschap in Gent. Over de ambitie om de vinger aan de pols te houden wat teksttheater betreft. De behoefte ook om jong acteertalent te introduceren, al dan niet gecombineerd met een afdanking van oudere spelersgeneraties. Over de impact van de regisseur, en zijn werkrelatie met de auteur. Over de missies van zovele generaties beleidsmakers. Over spraakmakende producties. Met o.a. Johan Thielemans, Roger Arteel, Herman Balthazar en acteurs van vroeger en nu. Evelyne Coussens draagt haar steentje bij in de vorm van een pittig statement over stadstheaters vroeger en nu. De tweede avond (13/5) kreeg als titel Olie
en azijn. Tussen vakmanschap en experiment en belicht concrete werkmodellen
binnen de theaterpraktijk. Een avond over de terugkerende behoefte aan alternatieve formats, naast de ‘reguliere’ aanpak: de Salons van regisseur Sam Bogaerts, de Brandhaarden van Johan Simons, de Clauskampen onder Wim Opbrouck. Een gesprek over vakmanschap als olie en experiment als azijn in de podiumkunsten. Maar ook over de wisselwerking tussen kleinere plateaus en de grote zaal: waar leer je de stiel het best, als jonge maker? Met o.a. Freddy Decreus, Roger Arteel, Frank Beke, Oscar Van Rompay, Michael De Cock en Sara De Bosschere. Evelyne Coussens levert opnieuw een prikkelend inhoudelijk statement. Getuigenissen live is een samenwerking met UGent Theaterwetenschappen. Donderdag 30 april om 20u in NTGent Arca — 5,50 euro Woensdag 13 mei om 20u in NTGent Minnemeers — 5,50 euro
2
Zaterdag 30 mei in NTGent schouwburg
feest 50 jaar NTGent
15u00 Platform 17u00 eten, drinken, muziek & verrassingsacts met om 17u30 speeches door Wim Opbrouck, artistiek leider van NTGent en Daniël Termont, burgemeester van Gent 21u00 We Shall Overcome 23u30 party tickets € 17 – 20 per voorstelling of € 30 – 35 als combiticket
Platform, een regie uit 2005 van Johan Simons
naar de ophefmakende roman uit 2001 van Michel Houellebecq, is sinds de recente gebeurtenissen in Parijs actueler dan ooit. In een verhaal over de gevolgen van liefdeloosheid maken we kennis met het mannelijk hoofdpersonage dat eindelijk liefde lijkt te vinden in een seksueel bevredigende relatie. De man zet vervolgens een reisbureau op poten dat zich specialiseert in sekstoerisme, tot zijn droom uiteenspat na een wrede aanslag door moslimterroristen. Voor Johan Simons is de ramp waarmee Houellebecqs Platform eindigt geen cynische eindconclusie. Want hoezeer Valérie en Michel ook het failliet van de westerse beschaving belichamen, ze ervaren iets wat nog weinigen gegeven is: oprechte liefde. Platform werd geselecteerd voor het Vlaamse en Nederlandse theaterfestival 2006, toerde met veel succes door ons taalgebied en was ook te zien in Keulen, Straatsburg, Berlijn, Warschau, Vilnius… tekst naar Michel Houellebecq › bewerking Tom Blokdijk › oorspronkelijke vertaling Martin de Haan › regie Johan Simons › spel Wine Dierickx, Els Dottermans, Maartje Remmers, Steven Van Watermeulen, Oscar Van Rompay en Ward Weemhoff › dramaturgie Koen Haagdorens › scenografie Bert Neumann › kostuumontwerp Nina von Mechow › lichtontwerp Lothar Baumgarte › productie NTGent
We Shall Overcome. Friede Vrede Paix Peace Pax verkondigt in alle toonaarden zijn geweldloos verzet tegen oorlog en geweld: het is een liedjesprogramma dat eerder dit seizoen in première ging en 100% de warmhartige signatuur van Wim Opbrouck draagt, muzikaal versterkt door een stevige live band onder leiding van Ron Reuman. De Morgen had vijf sterren over voor deze eigenzinnige selectie uit het wereldklasserepertoire, met hommages aan Bob Dylan, Wannes Van de Velde, John Lennon, PJ Harvey, Pete Seeger en vele anderen: “Ga dat zien en horen en laat u meeslepen.” Na een korte (uitverkochte) speelreeks in de Minard is deze voorstelling klaar voor de grote zaal, met Wim als frontman en ceremoniemeester. Vanavond in onze schouwburg, volgend seizoen uitgebreid op tournee. zang en livemuziek Wim Opbrouck, Ron Reuman, Axl Peleman & Roeland Vandemoortele › decorontwerp Luc Goedertier › lichtontwerp Mark Van Denesse › kostuumontwerp Marta Stoffels › dramaturgie Koen Haagdorens › productie NTGent
te gast in NTGent: Thalia Theater Hamburg / Luk Perceval
Draussen vor der Tür
Een emotioneel overweldigende avond. — Die Welt Perceval heeft zichzelf overtroffen. — Frankfurter Rundschau Mooier kan men de woorden van een personage niet voor het nageslacht bewaren. — Theaterheute
Luk Perceval trok van de legendarische
Blauwe Maandag Compagnie via het Toneelhuis en de Schaubühne am Lehniner Platz Berlin naar het Thalia Theater Hamburg. Daar maakte hij deze voorstelling over de soldaat Beckmann die bij zijn terugkeer van het Russische front na de Tweede Wereldoorlog alle deuren voor hem gesloten vindt. Als in een koortsdroom doolt Beckmann door de straten van een verloren
Spiegelprojecten
vormen de kers op de taart van een parcours dat NTGent via zijn afdeling publiekswerking loopt met scholen, amateurtoneelspelers en kansengroepen. Het zijn ‘gezond eigenzinnig’ uitgewerkte voorstellingen, geïnspireerd op grote NTGent-producties. Ter gelegenheid van onze 50ste verjaardag maken we er ditmaal drie, gespiegeld aan producties die NTGent in zijn rijke geschiedenis bracht: Emigranten in 1978, Rosalie Niemand in 1989 en Vergeten Straat in 2008. Daarnaast werd aan OostVlaamse amateurgezelschappen gevraagd een stuk uit te pikken uit de meer dan 420 stukken die NTGent sedert 1965 ten tonele voerde en daar een eigen productie van te maken: dit zijn de Oost-Vlaamse spiegelprojecten die in de loop van dit seizoen op de planken staan/stonden.
Spiegelprojecten in NTGent NTGent Publiekswerking & Instituut Sint-Lutgardis Zomergem, KA Oudenaarde, Bernardusscholen Oudenaarde Emigranten van Slawomir Mrozek coach Bert Luppes › dramaturgie Steven Heene 15 april 2015 (try-out), 16, 17, 18 april 2015 om 20u in NTGent Minnemeers NTGent Publiekswerking & GAMA Rosalie Niemand van Jan De Vuyst naar Elisabeth Marain regie Julie Van den Berghe › dramaturgie Bernard Dewulf 30 april 2015 (try-out), 1, 2 mei 2015 om 20u in de Minardschouwburg
gisteren en blijft ‘ergens tussenin’ vastzitten — tussen leven en dood, verleden en heden, droom en werkelijkheid. In Luk Percevals regie wordt dit ‘tussenin’ een absurd circus, een scenisch concert waarin het leven dat we leefden aan ons voorbijgaat in droombeelden. Beckmann zingt, schreeuwt, fluistert en dicht de wanhoop van zijn ziel. Het requiem van een beginner. Een concert. Felix Knopp is tegelijk Beckmann en de zanger van de band My Darkest Star, waarvan de muziek hem op een nachtmerrie-achtige trip stuurt waar geen ontkomen aan is. En boven hem zweven en rond hem dansen de engelen. Draussen vor der Tür beleefde zijn première op 2 april 2011 in het Thalia Theater Hamburg en was onder meer te gast in Beijing, Berlijn en Moskou (waar deze productie werd bekroond als Beste Buitenlandse Productie die in 2013 in Rusland te zien was). Nu speelt deze voorstelling naar aanleiding van 50 jaar NTGent ook in onze schouwburg, ter onderstreping van het interna tionale verhaal dat we het laatste decennium schreven en steeds verder willen uitbouwen, ook met Luk Perceval overigens, met wie we na Platonov (2013) en FRONT (2014) blijven samenwerken. Wist u overigens dat Perceval in 1987 in onze schouwburg zijn grote-zaaldebuut maakte met de familievoorstelling Pinokkio? tekst Wolfgang Borchert › regie Luk Perceval › spel Felix Knopp, Peter Maertens, Barbara Nüsse en acteurs uit de Eisenhans-Theaterprojekten › dramaturgie Tarun Kade › decors Katrin Brack › kostuums Anja Sohre › muziek My Darkest Star › musici Martin Dog Kessler, Dirk Ritz, Marco Schmedtje › muziekregie Paul Lemp / Stefan Wuff › productie Thalia Theater Hamburg › Duitstalige voorstelling met Nederlandse boventitels Zaterdag 6 juni om 20u in NTGent schouwburg – vanaf € 15,50
Save the date
NTGent Publiekswerking & Kompas Vergeten Straat naar Louis Paul Boon regie Servé Hermans › dramaturgie Koen Haagdorens 15 & 16 mei 2015 om 20u in NTGent Schouwburg
Oost-Vlaamse spiegelprojecten BeTon Zomergem Mijnheer gaat op jacht van G. Feydeau regie Inge Stock november 2014 in Kring (Waarschoot) VKT Vooruit Deinze Opening Night van John Cassavetes regie Anouk Demey oktober/november 2014 in Palace (Deinze) Teater 2000 De koning sterft van Eugen Ionesco regie Maarten Van Steenbergen maart 2015 in OPC Polderbos De Scheldezonen Wie is er bang voor Virginia Woolf? van Edward Albee regie Roeland De Trazegnies 24, 25, 26, 29 april — 1, 2, 3, 6, 8 en 9 mei 2015 om 20u (15u) in T Schat (Magerstraat 78, Heusden) www.tschat.be Lust naar kunst Opening Night naar John Cassavetes 24, 25, 26 april — 1, 2, 3 mei 2015 om 20u (15u) in CC Lokeren (Torenstraat 1, Lokeren) www.lustnaarkunst.be TAL Don Juan van Nathan Vecht naar Molière regie Lies Geldhof 23, 29, 30 mei en 5, 6, 7, 8 juni 2015 om 20u30 in TAL (Meuleschettestraat 32, Aalst) www.tal.be
Vrijdag 9 oktober: academische zitting & lancering van het gedenkboek Theater in een box
3
NTGent wordt 50! Chapeau! 4
Nooit komt een eind aan ons verlangen Bij een gouden jubileum hoort feestgedruis en lof, maar ook bezinning en kritiek. Het is het uitgelezen moment om een werking naar buiten te plooien. Elders in deze publicatie leest u meer over het programma dat artistiek werd uitgedacht. Vanuit een meer bestuurlijke blik kijken wij opnieuw naar de rol en het effect dat een stadstheater kan en moet hebben binnen de stad. Het gaat om het publiek Wie de realiteit van NTGent kent, weet dat we anno 2015 nog steeds genieten van een periode van artistieke hoogconjunctuur. Met een zaalbezetting van 80% en een publieksbereik in Gent alleen al van 100.000 bezoekers, hebben we ook aangetoond dat er een breed draagvlak is voor onze rol in het rijke Gentse landschap. Tegelijk staat het hele model van een stadstheater als instelling onder druk. De opeenvolgende subsidiekaasschaven hebben een organisatie gecreëerd die nu al 30% minder personeel telt dan in 2007. Tussen hangen en wurgen wordt in de kunsten verder gewerkt en gestreefd om elke euro te laten renderen. Met trots kunnen we ons vijftig jarig bestaan aankondigen in een financieel gezonde organisatie. We vinden dat we het beste moeten bieden, binnen de beschikbare middelen.
Het gaat om de kunst(enaar) Zowat 80 artiesten verbonden zich over de jaren heen ‘vast’ aan ons gezelschap; de optelsom van artistieke gastrollen in die 50 jaar is niet te tellen. Waar we nu staan, daar zijn we trots op. Huidig artistiek leider Wim Opbrouck heeft er een huis van verbeelding van gemaakt, en bovendien de deuren opengezet voor een brede, multidisciplinaire programmering. Tegelijk maakt NTGent nog steeds furore in het buitenland, met speelplekken in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Polen, Luxemburg, de Baltische staten, Zuid-Europa en occasioneel zelfs op andere continenten. Met de plannen vanaf 2015-2016 versterken we die lijn nog, en gaan we voor een verhaal dat alle Europese culturen incorporeert, en identiteitsbepalend wil zijn binnen het internationale landschap. NTGent viert niet zijn bakstenen, maar zijn bewoning. Daarom zijn we eerst een kunstenproducent, en dan pas een kunstentoner. Daarom hebben we een productie model, en dan pas een model waarin we onze inhoud ontlenen aan anderen. We zijn onze inhoud, maar dan wel in al zijn aspecten. Een artistieke familie die een open huis creëert en doet wat ze kan om maatschap pelijk bewust haar rol op te nemen.
Het gaat om Gent Gent heeft recht op zijn kunsteninstituten. De concentratie aan kunstenaars, en het belang van kennis en cultuur in onze stad, kent geen gelijke. Een bezoek aan Gdansk enkele weken geleden toonde aan dat een bundeling van krachten tussen kunst en economie, tussen stadsbestuur en individuele spelers, tussen haven en cultuur, een perfecte en aantrekkelijke mix creëert voor buitenlandse investeringen. Het stadsbestuur van Gent maakte de moedige keuze om er een heuse eco nomische en culturele missie van te maken, waar de burgemeester en het havenbedrijf schouder aan schouder stonden met initiatieven uit de culturele sector. De brug — via residenties en langetermijntrajecten tussen diverse actoren in beide steden — zal ongetwijfeld leiden tot meer: meer uitwisseling, meer artistieke output, meer investeringen, meer rendement. De kunsteninstellingen hebben ook recht op Gent. De Stad kan hen maken of breken. In een stad zo rijk aan artistieke krachten, moet het soms moeilijk zijn om dit te blijven zien als een van de grote assets.
Het gaat om de collega’s En dan zijn er de collega’s, de artistieke partners, de concullega’s en de concurrenten. Gent kenmerkt zich door samenwerking: of het nu gaat over een platform waarin duurzaamheid wordt onderzocht, of het delen van infrastructuur zoals in de Minard. Coproducties en samengebruik van infrastructuur zijn schering en inslag. De kleine geschiedenis van het NTG heeft er onder meer door de fusie met ARCA tot Publiekstheater voor gezorgd dat we sedert 2001 drie theaters beheren. Dat geeft ons een grote verantwoordelijkheid binnen het Gentse landschap. Maar we hebben ook de kans gekregen om een atelierwerking uit te bouwen, een apparaat te creëren dat efficiënt planningen en verkoop van voorstellingen kan organiseren, en alle andere ondersteunende diensten levert voor de goede werking van de kunstenproductie. Meer dan ooit zijn we ervan overtuigd dat we die logistieke kant samen met anderen moeten opzetten.
Nooit komt een eind aan ons verlangen NTGent heeft een werking opgezet waarin het niet alleen een beroepsgezelschap engageert, maar ook productiekernen opzet rond verschillende makers. En we zijn daarin niet de enigen. De werking van de afgelopen jaren was breed ondersteunend naar de makers rondom ons. De ervaren Johan Simons, de Zwitserse samenzangkunstenaar Christoph Homberger, het talent van Julie Van den Berghe, de eigenzinnigheid van Peter Verhelst, de weerbarstigheid van Luk Perceval, en het collectief talent van Wunderbaum. Om het nog niet te hebben over het muzikale talent van Opbrouck en Dottermans. De komende jaren komt er nog meer, maar vooral, met de woorden van één van de installaties van Verhelst:
‘Nooit komt een eind aan ons verlangen’…
om een Gents theaterinstituut te kunnen zijn dat beroert en ontroert, om onze knowhow te delen met onze collega’s, om de laatste stoel bezet te krijgen bij onze voorstellingen, om u als publiek te bedanken voor uw inzet en vertrouwen. En nooit komt een eind aan ons verlangen om de artiesten en het ondersteunende personeel te danken voor hun inzet door de jaren heen. Het is immers de gemeenschap waar het om draait, waarbinnen de kunst reflectie en esthetisch genot toevoegt in een wereld die elders alleen nog om rendement dreigt te gaan. Maar dan wel in een context waarin we beheerst en maatschappelijk bewust ondernemen. Luc Van den Bossche
Kurt Melens
Voorzitter NTGent
Algemeen Directeur NTGent
Gommer Van Rousselt sprak met
Hugo Van Den Berghe en Wim Opbrouck De Haan aan zee. Ten huize van Blanka Heirman en Hugo Van Den Berghe. Een warme, sfeervolle plek met opmerkelijke kunst van hun oude kompanen Pjeroo Roobjee, Hugo Claus, Jan Decleir en Jan Vanriet aan de muren. Terwijl de gastheer een fles Franse bubbels opent, arriveert Wim breed glimlachend met een bos bloemen in de armen. De poes kronkelt spinnend rond zijn benen. Alsof ze mekaar in jaren niet gezien hebben, beginnen de drie een geanimeerd gesprek over, jawel, theater en hoe druk ze het wel niet hebben. De toon is gezet, de vragen liggen antwoordklaar. De protagonisten zullen twee uur later enthousiaste, geëngageerde, praatgrage maar ook kritische gasten blijken.
Van acteur naar artistiek leider en terug Jullie waren beiden acteurs die later artistiek leider werden. Hugo maakte na 25 jaar de overstap in 1992, Wim kwam in 2005 naar NTGent en is sedert 2010 de artistieke verantwoordelijke van het gezelschap. Was dat een bewuste keuze of voelden jullie je eerder ‘de Chinese vrijwilliger’?
Hugo: Het was een bewuste keuze, onder andere op aandringen van een aantal mensen binnen het gezelschap. Maar de echte reden was dat ik heel veel ambitie had om het te doen, in de hoop veel, zo niet alles, te veranderen en beter te maken. Dat was de eigenlijke reden. Wim: Bij mij lag het enigszins anders. Ik was misschien wel die Chinese vrijwilliger, omdat het nooit mijn ambitie geweest is om artistiek leider te worden van een toneelgezelschap. Nooit! Toen Johan Simons vrij vroeg — al na twee seizoenen — zijn vertrek aankondigde, merkten wij als spelersgroep dat we nog lang niet uitverteld waren. Gelukkig vormden wij een hecht ensemble, een fantastische groep van mensen die verder wilde gaan. Wij zochten toen naar een werkbaar model; eerst zouden we met drie de taken verdeeld hebben, dan met zijn tweeën, maar uiteindelijk zag iedereen in dat het maar één iemand kon worden. De raad van bestuur wilde dat ook omwille van het ‘historische deficit’. Maar nogmaals, het stond niet in de sterren geschreven dat ik de artistieke verantwoordelijkheid op mij zou nemen. Trouwens nu nog niet! Er is nog een fundamenteel verschil. Wim, jij hebt vaak de metafoor uit de sport wereld gebruikt ‘voetballer wordt trainer’
maar jij werd zelfs ‘speler-coach’. Jij hebt altijd gedubbeld: én acteren én artistiek leiding geven. Hugo daarentegen wilde of kon die twee zaken niet combineren. Hugo: Ja… (denkt lang na)… ’t is nog moeilijk om daarover iets te zeggen, het is al zo lang geleden… (twijfelend) Ik dacht altijd ‘mij gaan ze niet verwijten dat ik het beste deel voor mij neem’, dus heb ik mij als acteur volledig teruggetrokken. Ik heb daar nog altijd spijt van want dat heeft betekend dat ik vijf, zes jaar niet gespeeld heb. Ik had het dus wel moeten doen. Of dat iets veranderd zou hebben? Nee, denk ik, maar ik heb dat toen geweigerd. Trouwens, waarom zou dat niet te combineren zijn? Het is voor mij gebeurd en na mij (knikt glimlachend naar Wim). (Pauzeert even) Het grote verschil tussen Wim en mij was dat er in die tijd een totaal andere mentaliteit heerste. Er was een onderlinge concurrentie aan de gang — god mag weten hoe het kwam — die stilaan maar zeker groter werd. In het begin van het NTG was die er niet, maar met de jaren is die gegroeid. Onder andere daarom wilde ik geen hoofdrollen meer spelen en tegelijk artistieke verantwoordelijkheid dragen. Bovendien was er toen sprake van dat Blauwe Maandag Cie zou fusioneren met of opgaan in het NTG of andersom. Ik was daar voorstander van, maar kon dat moeilijk hardop zeggen want dat zou geïnterpreteerd worden als ‘verraad’ ten opzichte van het NTG. Meer kan ik daarover niet zeggen, alleen dat ik er nu nog spijt van heb dat ik het niet gedaan heb. Wim: Ik ben het heel bewust blijven doen. Ik kreeg een duidelijk mandaat vanuit de spelers
NTGent wordt 50! Chapeau!
“Het theater zal nooit ten onder gaan, het zal elke crisis overleven.”
5
groep: blijf spelen! Nooit deelde ik de schrik van Hugo dat ik rollen zou spelen die een collega had kunnen invullen, omdat wij daarin heel collectief hebben gewerkt. Wij hadden een blauwdruk waarin ik het spel moest verdelen: ik was de kapitein-spelverdeler. Maar ik heb veel geleerd van Luk Perceval en Johan Simons, die beiden grote gezelschappen hebben geleid. Indien ik na vijf jaar verder zou gaan als artistiek leider, dan zou ik moeten stoppen met spelen. Dat heb ik nu pas ingezien. Maar ‘elk nadeel heb zijn voordeel’! Omdat ik zoveel speelde, kwam ik vaak in contact met theaterdirecteurs uit Nederland, België and beyond en daardoor word je beschouwd als het gezicht van een gezelschap, zeg maar ‘de directeur’ die kan zorgen voor een nog betere communicatie en samenwerking. Het negatieve aspect van zoveel spelen is dat ik te weinig aanwezig was in het beleid, de kern van het beleid. Je stippelt de dingen uit, daarbij geholpen en gesteund door een team van fantastische mensen, maar als puntje bij paaltje komt, moet ‘de directeur’ op tafel kloppen en knopen doorhakken. Hugo heeft natuurlijk gelijk, het zijn twee verschillende, zware jobs om te combineren. Doorgaan zou dus betekenen: stoppen met spelen! En dat is nooit een optie geweest. Medewerkers zeggen over jou dat jij een sterke peoplemanager bent. Iemand die mensen goed bij mekaar kan houden en graag initiatieven neemt. Wim: Dat is waar. Maar ik voelde mij ook goed in mijn vel om zogenaamde pr-activiteiten uit te voeren, gesprekken met de minister van cultuur, de burgemeester en de schepen van cultuur van Gent… Wat ik lastiger vond was problemsolving bij collega-acteurs. Je kent mekaar zo goed en soms moet je moeilijke beslissingen nemen. En dat zou op de lange termijn onhoudbaar geworden zijn, want alleen maar artistieke leiding geven bestaat niet. Je krijgt ook te maken met de organisatorische, administratieve en financiële kant van een bedrijf. Hugo: Daarom heb ik die functies niet tegelijk willen uitoefenen. Aan de ene kant wil je samen aan dat artistieke parcours beginnen, samen je
schouders er onderzetten, maar de collega’s blijven je toch altijd beschouwen als ‘de directeur’. Ook al speel je met hen samen, ga je naar de repetities, vraag je wat de mogelijke problemen zijn… je blijft ‘de directeur’, die afstand blijft. Het probleem was ook dat al die mensen — het ensemble bestond toen uit tweeëntwintig acteurs — er van bij het begin van het NTG bij waren. Dat is totaal anders dan mensen die pas aangeworven zijn. Daar ga je anders mee om. Die mensen waren bij wijze van spreken het NTG, daar kon je niet zomaar gaan boven staan. Dat werkte niet! Wim: Mijn verhaal is anders gelopen. De collega’s hebben mij altijd gesteund, ze zijn wel heel kritisch gebleven, ze hebben me niet gespaard, wat ook goed is. Ik was ook vieren twintig uur beschikbaar… Hugo: … gij zijt bijna de burgemeester van Gent, gij! (smakelijk gelach) Wim: Ja, ja Termontje! Want als ge het zo doet dan lukt het wel… Hugo: … en toch blijft gij in hun ogen de directeur. Hoe goed ge uw best ook doet en dezelfde Wim gebleven zijt. Veel, zo niet alles, heeft te maken met ‘vertrouwen’ winnen en krijgen. Er kan veel als er vertrouwen is. Had je dat vertrouwen toen, Hugo? Hugo: Ik heb nooit de indruk gehad dat men mij volledig vertrouwde. In de eerste plaats was er het wantrouwen van de toenmalige raad van bestuur. Dat was een lamentabele raad die zich met alles wilde bemoeien. Op een slinkse manier werd er constant kritiek geleverd op alles wat ik deed. Dan wordt het moeilijk om dat te kaderen voor het gezelschap dat ook wel wist hoe de raad er over dacht.
Je hebt ooit eens gezegd dat Wim beter omringd was dan jij. Voelde je zo weinig geruggensteund? Hugo: Ik durf zeggen dat ik er alleen voor stond. Mijn dramaturg — de enige op wie ik artistiek kon terugvallen — vertrok nogal plots naar Antwerpen om er directeur te worden. De zakelijk leider was nogal ‘afwezig’… (Zucht)… In die zin is en was Wim veel beter omringd dan ik. (Stilte) Maar ik verwijt het mezelf, hé! Wim: Daar kan je zelf soms weinig aan doen. Ik ben gespaard gebleven van alle raden van bestuur. Luc Van den Bossche, de voorzitter, wilde mij enkel zien en horen om mijn artistiek beleid toe te lichten en van de rest was ik afgeschermd. Dat is vanuit zakelijk standpunt goed gedaan door de algemeen directeur Kurt Melens. We hebben natuurlijk moeten besparen en de riem aantrekken, maar geen enkel project is door de raad van bestuur bekritiseerd of tegengehouden. Hugo: Nog één voorbeeld wil ik aanhalen wat die raad van bestuur betreft. Ik programmeerde Kamagurka in de Minnemeers, niet in de schouwburg, enkel met de intentie om een ander en jonger publiek aan te boren. Op de première zit op de eerste rij de erevoorzitter van de raad van bestuur. Na het applaus staat hij in de gang tussen het buitengaand publiek te gesticuleren en te roepen ‘Dit gaat nog een staartje krijgen!’ Dat was toen de sfeer waarin ik moest werken.
Maakte die tegenstand je niet onzeker, moedeloos? Was je dan niet fundamenteel gekwetst? Hugo: Toen niet, nee. We zullen doorgaan, weet je wel. Maar nu voel ik de pijn des te erger. Nu voel ik mij inderdaad diep gekwetst. Wim: Ik vind dit merkwaardig, Hugo. Toen deed het geen pijn maar nu, na zoveel jaren, snijdt het pas echt en des te dieper.
6
Beginselverklaringen Jullie hebben bij je aantreden een beginselverklaring geschreven. In 1992 schreef jij, Hugo: ‘Het NTG richt zich ondubbelzinnig naar een jong publiek. D.w.z. een publiek dat zich jong voelt, dat openstaat voor de trilling van de tijd, voor vernieuwing, voor avontuur, voor vers talent, voor ongewone visies.’ Jij hebt vanaf het begin zwaar ingezet op ‘vernieuwing’. Het beste voorbeeld blijft de oprichting van Het Salon. Hugo: Een beetje geschiedenis is hier wel op zijn plaats. Je moet weten van waar ik kom. Mijn roots liggen bij Toneel Vandaag. Rudy Van Vlaenderen was mijn geestelijke vader, door hem ben ik aan het theater gegaan. Rudy zat volop in de avant-garde, ik dus ook. Later ben ik naar het NTG getrokken en dat was een behoorlijk conservatief nest! Ik dacht bij mezelf: ‘Dat moet hier veranderen’. Met die idee in mijn achterhoofd ben ik eraan begonnen. Ik vroeg mij bovendien af waarom wij, maar ook de KVS en de KNS, zoveel kritiek kregen. Het bleken bastions waar niemand in geraakte, gesloten clubjes. Ik dacht: ‘We moeten dat openbreken, we moeten jonge mensen binnenhalen’. Maar die jonge mensen waren niet bereid om te komen, omdat ze dat inderdaad gesloten bastions vonden. Wim: Zo is het, wij wilden daar niet beginnen. Hugo: Dus alle jonge acteurs zoals Günther Lesage, Koen De Sutter, Tom Van Dijck, Tania Vandersanden… heb ik kunnen overtuigen om te komen via Het Salon van Sam Bogaerts. Maar door de mentaliteit die er toen bij het gezelschap heerste, zeiden die vlug dat het goed was voor één keer, niet voor een langduriger engagement.
Je wilde ook een boost geven aan het bestaande gezelschap. Hugo: Ja, natuurlijk. Het was de bedoeling dat het bestaande gezelschap zou meedoen aan Het Salon. Ik wilde hen uit dat korset wringen en een paar acteurs zoals Blanka en Chris Thys zijn daarin mee gestapt. Maar de meesten weigerden. Ze zeiden niet alleen ‘ik doe niet mee’ maar ‘daar blijf ik af’! Had het hele gezelschap meegewerkt, dan had het NTG er totaal anders uit gezien.
Een tweede kort fragment uit je beginsel verklaring: ‘Waar is de provocatie? En de schok tussen wat op het podium en in de zaal gebeurt, waar is de botsing van ideeën?’ Vind je zoveel jaar later dat je te provocatief bent geweest? Hugo: (met nadruk) Nee en nog eens nee! Nooit, nooit, nooit ben ik dat geweest! Omdat, en dat is bewezen, het publiek die vernieuwing begon te smaken en te appreciëren. Bij de andere voostellingen van klassieke stukken en wellmade plays zaten de toeschouwers bij wijze van spreken te slapen. Ik heb Wim Van Gansbeke als dramaturg aangenomen, dat was één van de goede zaken die ik gedaan heb. Toen zijn wij bijvoorbeeld Schwab gaan spelen. Dat was toen vernieuwend, dat was inderdaad ‘een botsing van ideeën’. Wim was voor de artistieke kant van de zaak een zegen, maar een ramp voor het verdere verloop van de geschiedenis. Hij schreef brieven naar de raad van bestuur waarin hij stelde dat ze er niets van kenden en ander fraais. Ironisch genoeg zijn een aantal leden van het gezelschap door discussies met hem bijgedraaid en gaan nadenken. Maar ja, hij was al vooraf verbrand door zijn scherpe kritieken in de krant. Bovendien was hij zeer, zeer rechtlijnig. Ik had volgens hem het hele gezelschap moeten ontslaan en opnieuw beginnen. Zo simpel was dat voor hem. Wim: (glimlachend) Soms zou dat goed zijn, tabula rasa.
Bijna twintig jaar later in 2010 schrijf jij, Wim, in je beginselverklaring: ‘Het NTGent wil theater brengen dat ontroert, uitdaagt en bevreemdt. Het theater blijft onovertroffen als sociale, mentale en artistieke ruimte.’ Jouw vlag was niet direct vernieuwing zoals bij Hugo in 1992, maar eerder popperiaans gekleurd: ‘Optmism is a moral duty’. Wim: Dat klopt. Maar dat heeft te maken met de veranderingen die hebben plaats gevonden tussen 1992 en 2010. We hebben ons in die tijd als jonge generatie theatermakers kunnen afzetten tegen die gevestigde, vastgeroeste gezelschappen en bijna iedereen begon met een eigen groep: STAN, de Roovers, Luk Perceval, die zich al vroeger had afgezet tegen de KNS, Jan Decorte, De Enthousiasten met Johan D’Hollander en Dirk Van Dyck… Dat wilden we doen! En wat zien we nu bijna twintig jaar later? Jonge acteurs staan te trappelen om te mogen beginnen bij het NTGent. Ik moest dus niet gaan zeggen: we moeten hier vernieuwen, want de muren waren al lang gesloopt. Er kwamen eerder andere vragen op tafel: wat is de verhouding theater-politiek-maatschappij, wat is de bete kenis van een stadstheater binnen een stedelijk weefsel, hoe spreek je je publiek aan, met welk repertoire? Ach, ik ben in wezen een heel romantische ziel. Theater is voor mij een plaats waar verhalen verteld worden. Zo simpel is het. Herman Teirlinck zei het al, het theater zal nooit ten onder gaan, het zal elke crisis overleven. Als de mens verdwijnt, verdwijnt het theater! Ik heb verder gebouwd op wat Johan Simons geïnstalleerd had. Het enige waarvoor ik schrik had, was dat het de Titanic zou worden, het mocht niet mislukken! Want het theater blijft kwetsbaar. Een conflict kan zomaar ontaarden. Ik wilde dat ten allen tijde vermijden. Vandaar dat ik minder de nadruk heb gelegd op ‘ver nieuwing’.
‘NTGent, een huis van spelers’ is als vlag behoorlijk vernieuwend.
in Gent willen gaan zien. Waarom zouden ze in Gent geen Shakespeare willen gaan bekijken in Antwerpen en geen Boeing Boeing in Brussel?’ Redelijk naïef, ik geef het toe. Dat is er natuurlijk nooit van gekomen… (gelach aan de tafel) En gelukkig maar… Wim: Het is nogal evident denk ik, een eigen profiel. Elk gezelschap is daar naar op zoek. ‘NTGent, een huis van spelers’ wil eigenlijk zeggen dat de acteur de smoel, de baas is, ook naar het publiek toe. Ik moest wel de gepaste regisseurs vinden om dat ‘topelftal’ te trainen. Ik had daarom aan iedereen gevraagd hun dromen en wensen te formuleren: met wie willen jullie samenwerken? Zo ontstond er een longlist van namen waarmee iedereen wilde werken, niet alleen regisseurs maar ook acteurs van buitenaf. Indien die toezegden, werden die ook meteen aanvaard. Ze werden gedragen door de hele groep, ze werden als het ware ‘ge-peter-d’. Het hele ensemble, het huis van spelers, heeft zo het profiel bepaald van NTGent.
kaart zou zetten en Platonov en Front — beide coproducties, akkoord — hebben dat bewezen. Maar het blijft een boeiende keuze lange reeksen te spelen van eenzelfde stuk of kortere periodes plannen die meer en beter gespreid worden. En suite of in repertoire? Hugo: Zou het met een groter gezelschap mogelijk zijn om bijvoorbeeld langer in Gent te spelen? Wim: Absoluut. Waarom kan een acteur niet langer in eenzelfde stuk staan? Omdat hij alweer moet beginnen aan een volgende, nieuwe productie. Ons gezelschap is nu te klein om nog langere reeksen van eenzelfde stuk te spelen hetzij in Gent, hetzij elders in binnen- of buitenland. Misschien verandert dat wel in de toekomst. Nog één slotvraagje: waarop zijn jullie fier dat je dat ene hebt kunnen realiseren tijdens jullie ‘ambtstermijn’ en wat had wellicht anders gekund? Hugo: Ik blijf de realisatie van Het Salon het beste vinden wat ik gedaan heb. Dat heeft – ondanks alles – veel in gang gezet. Het ergste vond ik dat ik mensen heb moeten ontslagen. Wim: Ik ben het meest trots op de realisatie van ‘een huis van spelers’. Heel concreet de opening Aïda, het hele personeel op de scène. Dat heeft mij veel krediet gegeven, dat is vanuit de spelers geboren, vanuit het hart van het gezelschap is het ontstaan. Op dat moment hebben wij onze vlag geplant op een zeer respectvolle wijze naar het verleden en de toekomst. En ik blijf het jammer vinden dat ik te weinig heb kunnen doen voor de uitbreiding van het gezelschap. Meer mensen kansen en werk geven.
Wim: Dat is zo. Voor mij essentiëler dan
de uitspraak van Popper. Hugo: Het is en blijft een groot en duidelijk statement, Wim. Wim: Ik had het nog meer een huis van spelers willen maken. Het is mij niet gelukt om nog meer spelers te kunnen aannemen… Ik heb echt gedroomd van een groter gezelschap, maar dan spelen de wetten van ‘tussen droom en daad’ een rol. De middelen lieten het niet toe. Hoe vaak heb ik niet gehoord ‘Wij willen maken, wij willen spelen!’ Niet alleen jonge theatermakers vragen dat, maar ook de oudere generatie. Ik mis soms de dynamiek van de generaties in ons gezelschap, want onze oudste acteurs zijn prille vijftigers.
De rol van een stadstheater Een stadstheater — en dan heb ik het hier over de historische driehoek Brussel/Antwerpen/Gent — zoekt naar en werkt aan een eigen profiel. Hoe hebben jullie dat aangepakt? Hugo: Ik had in het begin het naïeve idee om die drie theaters een verschillend profiel te geven. Het NTG zou het moderne repertoire spelen, de KNS het klassieke en de KVS de komedie. Wim: Zat dat zo in je hoofd, Hugo? Hugo: Dat zat zo in mijn hoofd omdat dat voordien al zichtbaar was in de repertoirekeuze van de drie stadstheaters, het zat in hun DNA. Ik dacht: ‘We zitten maar op veertig, vijftig kilometers van mekaar, waarom zouden de toeschouwers in Antwerpen dan geen stuk van Pinter
Hoe kijken jullie naar de grote stadstheaters en in concreto NTGent? In welke richting gaat het evolueren? Hugo: Het is niet aan mij om een oordeel te vellen over de rol van de stadstheaters of te zeggen in welke richting zij moeten evolueren. Ik vind wel, maar dat is een heel persoonlijke kritiek, dat NTGent te weinig speelt in zijn eigen stad. Het is magnifiek al die reizen, de wereld door, maar uiteindelijk blijft het publiek van Gent op zijn honger zitten. Wim: (gromt) Mmm, ja… Ik ben het er toch niet mee eens. Als je de reeksen ziet die we spelen in Gent. En avant, marche! staat bijvoorbeeld twintig keer in Gent, langer kun je dat niet spelen, Aïda heeft lang gespeeld, idem voor Parsifal. Ik krijg soms het omgekeerde verwijt, NTGent is te regionaal geworden. Als je zou nagaan hoeveel keer we in onze eigen zalen gespeeld hebben, hoe groot de eigen inkomsten zijn, hoe groot de publieksopkomst is... Ik ben ervan overtuigd dat de cijfers het tegendeel bewijzen. Doordat we repertoire spelen, keren stukken ook terug. Ik ben alleszins fier dat ik op bepaalde avonden hoor dat én de Minard is uitverkocht én de Minnemeers vol zit en de Schouwburg ook. Meer aanwezig kan je als stadsgezelschap niet zijn. Bovendien hebben wij Vlaanderen en omstreken bij wijze van spreken plat gespeeld. Internationaal daarentegen kiest men nog vaak voor een grote naam, dus voor regisseurstheater, als ‘groep’ moet je knokken om in het buitenland aan de bak te komen. Luk Perceval verzekerde mij dat hij met zijn regies NTGent op de Europese
Ik dank jullie voor dit boeiende gesprek.
Gommer Van Rousselt
info& tickets
www.ntgent.be +32 9 225 01 01 Deze bijlage bij De Standaard van 2 april 2015 valt onder redactionele verantwoordelijkheid van NTGent. samenstelling Koen Van Caekenberghe verantwoordelijke uitgever Kurt Melens, SintBaafsplein 17, 9000 Gent
7
GelukkIGe veRjAARdAG NTGent! Bedankt voor 50 jaar recensievoer PROFICIAT! In 2015 viert NTGent zijn vijftigste verjaardag. Al een halve eeuw maakt het Nederlands Theater Gent van de planken een scène, van de scène een stuk. Vijftig jaar verbazen en verrassen op een podium, van de lach naar een traan. Met een steengoede organisatie en een grote dosis acteertalent lukt dat al generaties lang. Gisteren, vandaag, maar ook morgen. Bedankt NTGent, zonder jullie was onze cultuurkatern flink wat dunner.
De Standaard, trotse partner van NTGent