Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Tumor Artica誰nemysterie How To Save Your Teeth Tandpasta Amalgaambelasting WIP-richtlijnen Light in Shaping Life
www.nvbt.nl
Jaargang 18 nr. 3-2014
NVBT
Colofon Hoofdredactie M. Muts 0634089844 martinemuts@gmail.com Redactie F.J.M. Neelissen 0235266616 fneelissen@kpnmail.nl A.J.M. Heintzberger 0251313879 bertheintzberger@ziggo.nl A.J. Starrenburg 0174631413 arjan@starrenburgbv.nl R.A. Muts 0553553153 info@mp3tandartsen.nl S. Hulscher 0475320210 info@bio-tandarts.nl P. Dros 0654901690 peter@mondzorgmaasdriel.nl Aanleveren kopij martinemuts@gmail.com MP3 Tandartsen Postbus 10325 7301 GH Apeldoorn
Abonneren Secretaris W.M.J. Messing
Website www.nvbt.nl Aanmelden lid of abonnee.
Bestuur Voorzitter A.J. Starrenburg - Tandarts Tel. praktijk 0174631413 Tel. privé 0174630383 Fax: 0174641518
Webmaster J. Kamphorst website@nvbt.nl
Secretaris W.M.J. Messing - Tandarts Benesserlaan 266 1911 VK Uitgeest Fax: 0251319554 w.messing@hetnet.nl Penningmeester/Vice-voorzitter N.J.W. Kamphorst - Tandarts Parklaan 32 3972 JZ Driebergen 0655327653 nvbt@kamphorst.nl Bankrelatie Triodos 39.02.27.994 t.n.v. Penningmeester NVBT Driebergen IBAN: NL29 TRIO 0390 2279 94 BIC: TRIONL2U ISSN: 2214-1294 info@nvbt.nl Oplage: 270
Secretariaat NVBT W.M.J. Messing Benesserlaan 266 1911 VK Uitgeest Fax: 0251319554 w.messing@hetnet.nl Adverteren Penningmeester N.J.W. Kamphorst Inzenddatum kopij Uiterlijk 15 januari 2015, bij voorkeur digitaal. Volgend nummer Eind februari 2015. Druk OCC De Hoog B.V. De Wetering 30 4906 CT Oosterhout 0162476534 www.almanakker.nl Dit tijdschrift is op 100% gerecycled papier gedrukt.
Voorblad ‘Biofotonen’ Copyright Niets uit dit tijdschrift mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.
Disclaimer De inhoud van dit tijdschrift is uitsluitend informatief. De redactie is niet verantwoordelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden.
Editorial
Inhoud
Geachte lezer,
Editorial
3
Deze herfst maakte ik een prachtige bergwandeling met uitzicht op de Aletschgletsjer in Wallis, Zwitserland. Halverwege de wandeling werd het veilige wandelpad ineens abrupt onderbroken door een 125 meter lange hangbrug met een diepe afgrond gevormd door een kolkende rivier van smeltwater. De metalen brug was smal, maar ik keek naar de overkant en besloot de uitdaging aan te gaan. Vanaf de houten trap besteeg ik de brug en de eerste paar meter genoot ik van de mooie bergen om me heen. Ineens voelde ik het metaal onder mijn voeten resoneren en de brug begon van links naar rechts te zwaaien. Zo stoer als ik de brug was opgegaan, zo snel greep ik de metalen draden nu met beide handen vast. Ik stond midden op de smalle brug en het enige wat ik zag was de grote groep mensen die me vanaf de andere kant wilde passeren. De brug zwaaide nog harder heen en weer en ik wilde terug. Terug naar het veilige pad. Maar ik dacht aan wat me aan de overkant te wachten stond en besloot door te zetten. Ik concentreerde me op de bergtop in de verte en liep zo snel ik kon naar het einde van de brug. Pas op de houten trap voelde ik me weer veilig. Ik keek om me heen en het uitzicht was nog prachtiger dan ik vanaf de andere kant ooit had kunnen bedenken.
Van de Voorzitter
4
Van de bestuurstafel
6
Agenda
8
Opinie
10
Nieuwe (?) kijk op het fenomeen tumor - deel III
12
Reactie op aanvullende opmerkingen dr. Moolenburgh
16
Het articaïnemysterie
18
How To Save Your Teeth
24
Respect
30
Oorlog in tandpastaland?
32
Vrijkomende ionen uit implantaten gevaar voor gezondheid
35
Tandpasta: een ongezouten fabeltje?
36
Nieuwe inzichten amalgaambelasting
38
De nieuwe wet op infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk
42
Light in Shaping Life
46
Reactie artikel Nt
51
De biologische extractie
52
Kortkortkortkortkort
54
De stap om naar de overkant te komen was groot, heel groot, en de weg ernaartoe was een uitdaging. Even zo’n grote uitdaging om als regulier tandarts de stap naar de bio-energetische tandheelkunde te zetten. Onderweg komen mensen op je pad die deze uitdaging moeilijker maken, maar de overkant is prachtig. En gelukkig overwinnen steeds meer tandartsen die hangbrug en genieten we samen van het mooie uitzicht. Het wordt drukker aan het einde van de brug en het wordt tijd om verder te gaan en nieuwe stappen te zetten. Zo zetten we als redactie van de NVBT stappen richting een professioneler tijdschrift. Stappen om de brug aantrekkelijker te maken, want er is nog veel ruimte aan de overkant. Veel leesplezier toegewenst.
Martine Muts
Rectificatie In de vorige editie van het NVBT-tijdschrift (NVBT jaargang 18 nr. 2 - 2014) is per abuis de naam van Coen van der Molen onjuist weergegeven. In het artikel ‘Zou het zo eenvoudig zijn?’ op pagina 34 wordt gesproken over Coen van der Moolen, dit moet Coen van der Molen zijn.
www.nvbt.nl
3
Arjan Starrenburg - Voorzitter NVBT
Van de Voorzitter
Over de rol van occlusie en articulatie bij de functie van gebit en kaakgewricht
I
edere drie maanden ontvang ik een keurige vraag van de redactie of ik een ‘Van de Voorzitter’ wil aanleveren voor het komende NVBT-tijdschrift. Vaak moet ik dit even laten bezinken en dan komt er ineens een ingeving van een trending topic voor de NVBT. De zomerperiode is altijd wat rustiger, dus deze keer is er uit de actualiteit niet zoveel te halen. Het voor mij meest in het oog springende feit is eigenlijk de naamsverandering van de NMT. Die extra letter ziet er toch nog een beetje vreemd uit, maar we zullen er met trots aan gaan wennen. Vanaf hier kunnen we de NMTorganisatie en bestuur dan ook van harte feliciteren met hun Koninklijke waardering: de KNMT! Met deze felicitatie alleen, hoe welgemeend deze ook is, vul je helaas geen openingsbeschouwing. Daarnaast wint de NVBT steeds meer terrein als het gaat om serieus genomen te worden, waardoor ook deze trend niet verder hoeft te worden toegelicht. In het Nt is er weer een discussie geweest over amalgaam en ook hier is tussen de regels door te lezen dat de instelling van de fanatici onder de discussievoerders steeds milder wordt. Deze strijd is namelijk gestreden, maar de volgende strijd is al een beetje begonnen. De NVBT blijft zich toch gedragen als een luis in de pels van de Koninklijke NMT. De fluoridestrijd bedoel ik verrassend genoeg niet, want ook deze con-
4
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
troverse tussen de NVBT-tandartsen en de meeste KNMT-tandartsen is niet nieuw en lijkt al over haar hoogtepunt heen. Langzamerhand komen er steeds meer patiënten met een kritische kijk op hun gezondheid en zetten vraagtekens bij het gebruik van fluoride in tandpasta’s. Ook mondspoelmiddelen worden tegenwoordig veel kritischer bekeken door de patiënten en het laatste woord over de vermeende carcinogeniteit van chloorhexidine is ook nog zeker niet gezegd. Allemaal heel interessant, maar al deze discussies zijn er al jaren. Wat is dan die mogelijk nieuwe opvatting over iets dat weer in tegenstrijd is met de algemeen gangbare opvattingen? Ik zal het proberen uit te leggen. Bij mijn bezoeken aan verschillen IQual-groepen ben ik erachter gekomen dat ik als tandarts op gnathologisch gebied iets heb gemist. Hun opvattingen zijn namelijk wezenlijk anders dan de opvattingen en verklaringsmodellen die volgens mijn bescheiden mening eigenlijk gangbaar zouden moeten zijn en waarvan ik dacht dat die ook gangbaar waren. Helaas is dit helemaal niet het geval. In de wereld van de chiropractie en de chirodontie (een combinatie van ortho/ cranio pedie/dontie en de chiropractie) is het heel logisch en normaal dat bij afwijkingen van het functioneren van het gebit en dus ook het kaakgewricht dit hersteld dient te worden en dat hierbij de juiste occlusie en articulatie een dominerende rol heeft om tot een goed eindresultaat te komen
en dus genezing te bewerkstelligen. Hier ergens heb ik als gewoon tandarts de iets gemist, omdat mij is gebleken dat juist de gnathologen heel verrassend de articulatie en occlusie wetenschappelijk hebben weggezet als een niet-dominerende factor in het geheel van gnathologische klachten. Graag wil ik gebruik van dit platform gebruik maken om hier aandacht voor te vragen. In mijn eigen praktijk zie ik vele uiteenlopende gnathologische klachten, die uiteindelijk vaak door herstel van de juiste articulatie en occlusie kunnen worden opgelost. Deze patiënten hebben klachten uiteenlopend van moe, hoofdpijn, concentratieverlies, aangezichtspijn (vaak gediagnosticeerd als atypisch!), hypergevoelige tanden, totaal niet meer functionerend in de maatschappij, etc. etc. Ik maak mij dus druk over het feit dat als ik deze getallen in mijn praktijk extrapoleer naar bijvoorbeeld heel Nederland, dan moet er wel tienduizenden
patiënten rondlopen in Nederland die met het juist behandelen van de articulatie en occlusie weleens helemaal van hun antidepressiva af kunnen komen. Dit gebeurt echter niet, omdat dit behandelen van de articulatie en occlusie dertig jaar geleden is afgeschaft als behandelmethode, omdat het wetenschappelijk bewezen is dat dit geen echte belangrijke rol van betekenis heeft op het behandelresultaat. Het gevolg van deze beslissing is mijns inziens desastreus te noemen, omdat hierdoor veel patiënten onnodig een ondraaglijk leven leiden en onder invloed zijn van zware medicijnen die hun hele persoonlijkheid veranderen. Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat ik hier als tandarts een volledig andere mening over heb, omdat ik in mijn praktijk hele andere behandelresulaten zie. Juist deze dankbare (ex)patiënten geven mij de inspiratie om met volle krachten proberen de opvatting hierover weer zodanig te veranderen, dat de juiste articulatie en occlusie weer terug de plaats krijgt in het behandelprotocol van de tandarts die het verdient! Dit zal wat mij betreft de nieuwe strijd zijn, waar wij als NVBT-tandartsen weer net even een stukje sneller zijn in het aannemen van nieuwe paradigma’s dan de meeste van onze collega’s. In dit nummer van het NVBT-tijdschrift en waarschijnlijk ook in de volgende nummers zal dit onderwerp hoogstwaarschijnlijk wel vaker ter discussie gaan staan. Houd dus uw NVBT-tijdschrift in de gaten. Als u er meer over wilt weten, dan kunt u natuurlijk ook altijd contact met mij opnemen.
www.nvbt.nl
5
Nico Kamphorst - Penningmeester/Vice-voorzitter NVBT
Van de bestuurstafel Bosscherstichting Op pagina 18 van dit nummer treft u een verslag aan van de lezing door Marthe Bosscher over articaïne. De Bosscher Stichting ontvangt geen subsidie en heeft geen eigen middelen, waardoor zij afhankelijk is van bijdragen van getroffen patiënten en (para-) medici die het belangrijk vinden dat dit werk doorgaat. Aan het einde van de lezing is er voor de stichting geld ingezameld. De vereniging heeft dat bedrag verdubbeld tot €320,- en hiermee is de stichting weer even zeker van internet en telefoon. Maar er is meer nodig. Had u wel willen komen, maar is dat niet gelukt? Marthe Bosscher is blij met elke ondersteuning. U kunt doneren op de rekening van de stichting: Bosscher Stichting Vlierbessenstraat 5 te Rockanje IBAN: NL91RABO0355707020 SEPA-incasso Van diverse leden en abonnees ontbreekt de nieuwe machtiging nog. Inmiddels is het incasseren en factureren over 2014 gestart. Wanneer er geen geldige machtiging (meer) is, treft u bij de nota een formulier aan om een nieuwe machtiging te geven. Met ingang van 2015 kunnen de betalingen dan weer grotendeels automatisch plaatsvinden. N.B.: De nieuwe SEPA-machtiging is ook geldend voor de andere Eurolanden.
6
Vakgroep Bio-energetische Tandheelkunde In de algemene ledenvergadering van de AVIG op 26 juni jl. is de Vakgroep Bio-energetische Tandheelkunde ingesteld.Na het groene licht op onze (NVBT) jaarvergadering heeft ook de AVIG haar akkoord gegeven. Bert Heintzberger was getuige van dit gedenkwaardige moment. Hiermee wordt namelijk een extra podium gecreëerd voor de interdisciplinaire samenwerking op CAM-gebied. Deze twee beroepen kunnen elkaar goed aanvullen en leiden tot een vruchtbare samenwerking. In de AVIG-statuten is al in een vakgroep tandartsen voorzien. Nico Kamphorst is contactpersoon voor de NVBT. Er komt een register voor de tandartsen binnen de AVIG. Er zijn nu circa vijf tandartsen lid van de AVIG en circa vijftien NVBTtandartsen die lid willen worden van de AVIG. Samen met het AVIG-bestuur zal gezocht worden naar een vorm en locatie voor een eerste vergadering waar zowel de AVIG-leden als niet AVIG-leden de Vakgroep BT een start kunnen geven. Het is de bedoeling nog dit jaar de start te maken, zodat vanaf 2015 de vakgroep ook daadwerkelijk functioneert.
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
KiMo Dit najaar worden mensen gezocht voor de Raad van Toezicht. Het gehele KiMo is een gelaagde structuur met elk een eigen aspect. Voor ons als NVBT minder van belang hoe het in elkaar steekt. Via diverse andere verenigingen en de KNMT is dit voor geïnteresseerden gemakkelijk na te lezen of op te vragen. EBRO Vanaf 2015 kan er een echt begin gemaakt worden met de EvidenceBased Richtlijn Ontwikkeling (EBRO). Allereerst zal goed worden vastgelegd wat er eigenlijk al vastligt, maar dan op verschillende locaties. Verenigingen zijn zo in staat hun richtlijnen centraal en meer eensluidend te presenteren en dit levert winst op voor vindbaarheid en presentatie. Daarnaast zullen richtlijnen die niet volledig aan de huidige standaarden voldoen worden aangepast. Niet-EBRO-richtlijnen zullen getracht worden EBROproof te worden gemaakt. Hierbij zitten richtlijnen die we in de gaten moeten houden. Mogelijk zijn ze van belang voor de bioenergetische tandheelkunde. De NVBT zal zelf niet actief deelnemen, maar blijft wel met een lijntje verbonden via de NVT (zie de e-mailwisseling met Willeke Sanderink hiernaast). Er kan dan op gewenste momenten een poging gedaan worden om de belangen van de bio-energetische tandheelkunde voor onze patiënten te beschermen.
“
16 september 2014
Driebergen, 20 september 2014
Info NVT:
Beste Willeke,
In het kader van de komende vergadering op 30 september 2014 over het KiMo heeft de voorbereidingsgroep gevraagd om vanuit de wetenschappelijke verenigingen twee leden voor te dragen voor de Benoemingscommissie Raad van Toezicht.
Rustig maar doelgericht ontwikkelt het KiMo zich verder. Na wat discussie op de algemene ledenvergadering van 2013 en bij volgende contacten tussen (bestuurs)leden is gebleken dat er te weinig draagkracht is voor deelname in de ontwikkeling van het instituut.
Wellicht is het aan te bevelen om met de acht verenigingen gezamenlijk een voordracht te doen voor een lid van de Benoemingscommissie. De NVT stelt voor om de heer Rob Burgersdijk voor te dragen als lid. Hieronder geven wij de loopbaan weer - zie hoogleraren Radboud - van de heer Rob Burgersdijk.* Graag ontvangen wij uw input betreffende dit voorstel voor 29 september a.s., zodat dit voorafgaande aan de vergadering op 30 september kan worden medegedeeld aan de voorbereidingsgroep. In afwachting van u antwoord, Met vriendelijke groet,
Een actieve inbreng zal onze vereniging dan ook niet leveren. Wanneer het KiMo eenmaal actief met richtlijnontwikkeling bezig is, is een kritisch meedenken over de betreffende richtlijnen een nieuwe zaak. Ik ga ervan uit dat, zoals ik in de werkschetsen heb gelezen, er vóór definitief vaststellen van een richtlijn deze eerst langs verenigingen gaat voor commentaar. Deze rol - meedenken in de zijlijn met onze expertise - zie ik als nuttig en haalbaar. Dit kan immers roulerend worden gedragen door de (bestuurs)leden met de grootste ingang op het betreffende onderwerp. De NVT fungeert dan als een koepelorganisatie voor de 'kleinere' verenigingen, net zoals de opstelling in de voorbereidende fase is geweest.
Willeke Sanderink *Na zijn afstuderen, werd Rob Burgersdijk tandarts-
instructeur op de afdeling Kindertandheelkunde van de Nijmeegse subfaculteit Tandheelkunde. In 1982 werd hij benoemd tot hoogleraar Kindertandheelkunde. Naast zijn werk als hoogleraar bekleedde Burgersdijk verschillende bestuursfuncties binnen en buiten de universiteit. Burgersdijk begeleidde 12 promovendi en hij heeft 90 wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Daarnaast leidde hij enkele grote onderzoeksprojecten: het LEOT (Landelijk Epidemiologisch Onderzoek Tandheelkunde) en het STG-project Tandheelkunde van de Stuurgroep Toekomstscenario’s Gezondheidszorg. Zijn klinische werkzaamheden bestonden uit het behandelen van doorverwezen moeilijk behandelbare kinderen en patiënten met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Eén van de nevenactiviteiten: Vertegenwoordiger van de gezamenlijke tandheelkundige opleidingen binnen drie VWS/OCW-stuurgroepen: Capaciteit mondzorg, Opleidingen mondzorg en Innovatie mondzorg.
Wat betreft de voordracht van Rob Burgersdijk zou ik geen beter alternatief weten. Het opgestelde profiel zal altijd een vergelijkbaar persoon en functie uit de ‘inner circle’ opleveren. De toekomst zal uitwijzen of dat de kracht of de zwakte van het KiMo wordt. Belangrijk aspect van richtlijnontwikkeling blijft de escape van het beargumenteerd kunnen kiezen voor alternatieve oplossingen. Met vriendelijke groet, Nico Kamphorst, Vicevoorzitter NVBT
www.nvbt.nl
7
Parklaankerk - Parklaan 7 - Driebergen
Agenda Digitale occlusie- en articulatie analyse Dinsdag 9 december - Meten is weten! Voor een goede occlusie kun je niet alleen op articulatiepapier vertrouwen. Deze informatie zegt namelijk niets over de grootte van krachten op de verschillende elementen. Ook krijgt u geen informatie over de premature contacten. Kennis van de timing en de relatieve krachten zijn onontbeerlijk voor het nastreven van een optimale occlusie! Meten is weten! Arjan Starrenburg praat u graag bij over de laatste digitale technieken om de krachten, timing en locatie op het gebit eenvoudig inzichtelijk te maken. Hierbij wordt ingegaan op de bestaande opvattingen achter occlusie en articulatie en wat de nieuwe technieken voor de moderne behandeling kunnen betekenen. Daarnaast is er de mogelijkheid om zelf een digitale occlusie analyse te maken en te bespreken.
Holistische/biologische tandarts gezocht! Om aan de grote vraag naar biologische tandheelkunde te voldoen zijn we voor tandartspraktijk René in Amsterdam op zoek naar een tandarts die kan aantonen sterke interesse te hebben in holistische tandheelkunde. Onze voorkeur gaat uit naar een Nederlands sprekende tandarts die ervaring heeft met alternatieve geneeswijzen en goed kan communiceren. We hebben op woensdag, vrijdag en zaterdag een stoel beschikbaar. Van 9:00 tot 17:00 of van 13:00 tot 20:30. Interne training in biologische tandheelkunde mogelijk. Voor meer informatie over onze praktijk: www.tandartsenpraktijk-rene.nl Interesse? Mail CV en motivatie naar: tandartspraktijkrene@hotmail.com.
8
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Dinsdag 11 en 25 november 2014 Ledencontactavonden verplaatst naar dinsdag 9 december 2014. Vrijdag 28 november 2014 Nascholing AVIG - aansluitend ALV. Locatie: Zeist. Voor meer informatie: AVIG.nl. Dinsdag 9 december 2014 Ledencontactavond T-Scan door Arjan Starrenburg. Introducees welkom. Locatie: Parklaankerk, Driebergen. 19:30 uur: inloop, koffie/thee. 20:00 uur: aanvang avond. Donderdag 11 t/m zaterdag 13 december 2014 OP Seminar: Chirurgisch Integrative Störfeldsanierung mit Live Operationen - Dr. Johann Lechner Locatie: München Voor aanmelding en informatie: Tel.: 0049 89 69386256 E-mail: office@mindlink.info Dinsdag 20 januari 2015 Ledencontactavond (onderwerp nog niet vast). Dinsdag 14 april 2015 ALV (met Groenlandbuffet). Locatie: Parklaankerk, Driebergen.
Vooraankondiging
Neuraaltherapiecursus met Udo Franke NVBT organiseert tweedaagse cursus voor artsen en tandartsen
Udo Franke is al tweemaal eerder in Nederland geweest om een cursus neuraaltherapie te geven. Deze cursussen zijn met groot wederzijds enthousiasme beleefd. Udo komt op ons verzoek graag twee dagen naar Driebergen om daar een interessante cursus te verzorgen waarbij het accent geheel boven de claviculairlijn zal liggen. Daarbij zal de toepasbaarheid in de praktijk voor zowel artsen als tandartsen en de samenwerking tussen beiden worden behandeld. Uiteraard komen alle interacties met de rest van het lichaam ook ruim voldoende aan bod! Onderwijsvormen Presentaties met hand-outs en case analyse. Oefenen van lichamelijk onderzoek en injectietechnieken vormt een belangrijk deel van de cursustijd. Neem daarom geschikte kleding mee. Docent Udo Franke is sinds 1989 chirurg en werkzaam in het Duitse Rostock. Zijn aandachtsgebieden zijn neuraaltherapie, acupunctuur, poliklinische chirurgie, regulatiediagnostiek en psychokinesiologie, apitherapie, biologische tumortherapie, micro-immunotherapie en mentalfieldtherapie volgens Klinghardt. Hij is geaccrediteerd als docent neuraaltherapie bij de Deutsche Gesellschaft für Akupunktur und Neuraltherapie DGfAN. Organisatie De onderwijskundige organisatie is in de goede handen van Jean Pierre Jansen. Informatie en inschrijving en logistiek ter plekke wordt verzorgd door Nico Kamphorst. Vooraanmelding penningmeester@nvbt.nl o.v.v.: ‘Belangstelling Oktobercursus Udo Franke’
Docent Udo Franke, chirurg in Rostock, Duitsland Accreditatie Accreditatie wordt aangevraagd bij de diverse CAM-verenigingen. Deze cursus is los te volgen, maar kan ook deel uitmaken van de opleiding Neuraaltherapie (twee dagen van de acht dagen B-cursus). Datum en locatie 9 en 10 okt. 2015: 09:30-18:00 uur NVBT-vergadergebouw, Parklaankerk te Driebergen. Kosten €500,- incl. koffie, thee en biologische Groenlandlunch. Overnachting tegen gereduceerd tarief en vervoer hotel-cursus wordt georganiseerd. Nadere informatie volgt op de website en in het tijdschrift. Groepsgrootte Tien tot twintig cursisten. Vol is vol. Bij overtekening hanteren we een wachtlijst met volgorde van (voor-)inschrijving. N.B.: Om de volledige registratie af te ronden dienen cursisten binnen twee jaar na het halen van het A-examen, acht cursusdagen op B-niveau met goed gevolg af te ronden.
www.nvbt.nl
9
Fred Neelissen - Tandarts
Opinie In de maatschappij hebben we, zonder dat we het direct merken, vaak te maken met het fenomeen van de blinde vlek: het gedeelte van het oog dat iets niet ziet dat wordt vertaald naar de hersenen die iets niet verwerken. Door een mededeling van een ander kan hier verandering in komen. Hieronder enkele voorbeelden. Amalgaam Allereerst het bekende amalgaam. Voor een enkeling in deze tijd nog steeds een ogenschijnlijk blinde vlek. Vele jaren is het een echte geweest. Er waren drie amalgaamoorlogen nodig om dit materiaal de tandheelkunde uit te krijgen. De laatste oorlog heeft dertig jaar geduurd. De argumenten hiervoor waren geld en de goede technische aspecten van het vulmateriaal. De blinde vlek wilde het zware metaal kwik niet zien. Hier hadden we de KNMT zelfs tegen ons. Tot op heden hult de KNMT zich in stilzwijgen over een officieel standpunt. In een enkel geval zou er allergie voor het kwik zijn. Toch heeft de
10
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
redactie van het Nt kortgeleden gereageerd door mijn ingezonden brief in dat blad te plaatsen over de mededeling dat amalgaam onschadelijk is omdat het kwik gebonden is. Zou er toch een barstje in het bastion komen? Chemtrails Een tweede voorbeeld zijn de chemtrails. Die witte strepen in de lucht die uren lang blijven hangen en deels het zonlicht tegenhouden tot ze verwaaid zijn. Dat kan uren duren. Normaal verdwijnt de condensstreep achter een vliegtuig in een minuut. Dat noemen wij een contrail. Deze chemtrails lijken een ander doel te hebben.
Daar zijn nog onduidelijkheden over. Het KNMI verwijst deze gedachte naar het rijk der fabelen. Wel vertelden ze me dat ze mijn opmerking hierover zullen archiveren. Daar ben ik blij mee. Nu kunnen ze nooit meer zeggen: “Wir haben es nicht gewusst”. Ze zijn zeer regelmatig te zien bij een blauwe lucht. Soms worden er vierkanten gevormd en deze geven dan inderdaad minder zonlicht. De vliegtuigen hebben een extra sproei-installatie waaraan tanks verbonden zijn. Hier zit een mengsel in van aluminium, barium en strontium. Dit wordt achter het vliegtuig de lucht in gespoten en geven een streep die urenlang blijft zweven en uitwaaiert in een wat rechtlijnige wolk. Er wordt wel eens gezegd dat dit gebeurt om de opwarming van de aarde tegen te houden. Deze stof valt uiteindelijk op de aarde en wij ademen dit als fijnstof in. Op Earth Matters staat regelmatig een filmpje over deze chemtrails, ook een filmpje waarin een klokkenluider kond doet van dit fenomeen. Hij was technicus op een vliegveld in Duitsland waar deze vliegtuigen opstijgen en hij moest de tanks vullen met dit goedje. Daarvoor moest hij wel goed ingepakt zijn. Er zat blijkbaar een gevaarlijk luchtje aan. Hij vond dit bizar en meldde dit bij zijn superieuren. Hij werd prompt ontslagen en loopt nu in Duitsland op pleinen en markten zijn boodschap te vertellen. Dit alles is te zien op Earth Matters. Ook staat op internet een prachtig onderzoek dat een relatie legt tussen Alzheimer en aluminium! En Alzheimer neemt toe. Zou de wereldbevolking te snel groeien? Een blinde vlek van jewelste die van hogerhand wellicht in stand wordt gehouden. Voer voor een complottheorie. Wiet Als derde voorbeeld cannabis of wiet. Als er één stof is waar mensen met klachten goed op reageren is het wel mediwiet (zie www.mediwiet.nl). Je kunt er inderdaad high of stoned van worden, maar dat worden we ook met wijn of bier. Echter, zodra het woord ‘wiet’ valt word je in
een verslaafdenhoek geduwd. Er zijn al talloze patiënten die het gebruiken en dan eindelijk soelaas voor hun vaak ernstige klachten vinden. Tandheelkundig wordt het interessant voor kinderen die tandheelkundig onbehandelbaar zijn. Enkele druppels wietolie kunnen dan wonderen doen. Fluoride De vierde blinde vlek is het geloof in fluoride. Het uiten van twijfel aan deze stof levert vaak een woedereactie op van de collega. We zouden de kinderen iets essentieels onthouden. Wij hebben echter geen fluoridetekort. Het is onbegrijpelijk dat met zo weinig bewijs deze giftige stof bij de mensen via de tandpasta erin gejast wordt en dat er over de soms ernstige nadelige aspecten daarvan nooit in de tandheelkunde gepubliceerd wordt. Onderzoek naar lijfelijke reacties op de fluoride, dat is pas onderzoek, niet dat gegoochel met statistieken. Holocaust Als laatste en tevens de ergste: de Holocaust. Nooit hebben we geweten dat aan het eind van de spoorlijn de gasovens stonden. De onwetende stilte rondom dit gruwelijk gebeuren is bizar te noemen. De lijn van Westerbork naar Auschwitz was bekend, maar wat daar aan het eind gebeurde was in duisternis gewikkeld. Op het bekende perron in Auschwitz stonden de borden met de vertrektijden terug. De mensen mochten niet weten dat dit het eindpunt was. Zelfs Paus Franciscus heeft nooit begrepen dat er niet af en toe een bommetje op de rails geworpen werd waardoor de transporten zouden stagneren en misschien wel stoppen. Ook het verzet had dit misschien kunnen doen. Nee, de blinde vlek was te sterk. Misschien is het interessant om met elkaar nog meer blinde vlekken te verzamelen. Gaarne reacties. De volgende zit al in mijn hoofd: focale storingen.
www.nvbt.nl
11
Bert Heintzberger - Tandarts
Nieuwe (?) kijk op het fenomeen tumor - deel III De informatieve rol van het licht
E
en tumor ontwikkelt zich in een afgesloten gebied omgeven door een ‘hek’. Dit hek is ondoorgankelijk voor licht - in dit geval de biofotonen. In dit artikel zal de rol die elektronen hierin spelen en hoe de quantumfysica daar een verklaring voor kan geven, uiteen worden gezet.
Informatieopslag In een vorig artikel heb ik de rol van zuurstof uiteengezet met zijn mogelijkheid tot informatieopslag. Deze informatie was ontstaan bij de vorming van zuurstof tijdens de fotosynthese van planten. Daarbij werd zuurstof gevormd met behulp van zonlicht. Het zonlicht vervoert informatie vanuit hogere dimensies en die informatie wordt overgedragen op de zuurstof. Hoe zou dat kunnen werken? Zuurstof Zuurstof bezit twee ongepaarde elektronen. Normaal zijn elektronen altijd gepaard en houden zich zo in evenwicht. Het feit dat een elektron niet gepaard is en in zijn eentje rond de kern rondcirkelt, houdt in dat het elektron energie opgenomen moet hebben. Hij cirkelt rond in een hogere (aangeslagen) baan en kan zo geen baan aangaan met een ander elektron (die een lagere lading heeft), want dat is onevenwichtig. Het feit dat er twee elektronen ongepaard rondcirkelen wijst er bovendien op dat deze twee elektronen ook nog verschillende banen hebben. Zuurstof heeft zodoende een grote behoefte aan elektronen om deze twee onevenwichtige banen in evenwicht te brengen. Dat verklaart de agressieve structuur van zuurstof. Zuurstof is een ‘elektronenrover’.
12
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Fotonen In de quantumfysica gaat men ervan uit dat die extra energie voor die hogere baan geleverd wordt door de opname van één foton. Zo komt een elektron in een hogere (aangeslagen) baan terecht. Het zonlicht heeft tijdens de vorming van zuurstof de elektronen van het zuurstofatoom in een hogere baan gebracht door afgifte van fotonen van het zonlicht en een opname van fotonen door zuurstof. Bij een chemische reactie is er een uitwisseling van elektronen waarbij het aangeslagen elektron weer in een lagere baan terechtkomt. Hierbij wordt het opgenomen foton weer afgegeven. Bij elke chemische reactie is er dus een constante uitwisseling van elektronen en dus ook van licht. Het licht dat weer de boodschapper is van informatie uit de hogere dimensies. Oxideren Een voorbeeld hiervan is de wil om beter te worden. Bij uitstek speelt zuurstof hier een grote rol in. Zuurstof rooft namelijk graag elektronen met als gevolg uitwisseling van de extra fotonen van de zuurstof op de nieuw gevormde stof waar de zuurstof een reactie mee is aangegaan. De elektronen van de zuurstof komen in de nieuw gevormde stof in een lagere en nu gepaarde baan terecht. De vrijkomende energie van
de afgifte van de fotonen wordt omgezet in warmte. Dit heet oxideren, in de volksmond ook wel verbranden genoemd. Tot zo ver niets nieuws. Vrije radicalen De hele opvatting over de negatieve rol van de vrije radicalen komt zo in een heel ander daglicht te staan. Vrije radicalen zijn juist nodig voor de opname en afgifte van elektronen en fungeren daardoor als boodschapper van informatie. Maar hoe verklaart men dan de opslag-capaciteit van informatie van water? Hoe werkt homeopathie? Hoe kan men informatie overdragen op afstand zoals met de radionica? Hoe kunnen edelstenen weer opgeladen worden in zonlicht? Hoe werkt bidden? Om hier een antwoord op te kunnen geven zal men nader in moeten gaan op wat elektronen eigenlijk zijn en daar ligt nu net het probleem: men weet het niet. Golfpakketjes Stel nu dat het volgende waar zou kunnen zijn. Elektronen worden beschreven in de quantumfysica als golfpakketjes. Maar pakketjes van wat?
Stel nu dat elektronen niets anders zijn dan samengeperste fotonen, die op de een of andere manier samengevoegd blijven. Door hogere dimensies? In dat geval is het heel gemakkelijk voor te stellen dat een elektron ĂŠĂŠn foton kan opnemen of afgeven. De hoeveelheid fotonen die tezamen het elektron vormen bepaalt de lading van dat elektron en zo ook de baan die dat elektron gaat beschrijven. Maar als elektronen niets anders zijn dan golfpakketjes van fotonen, dan zijn ze ook opslagplaatsen van informatie. Licht is immers de drager van informatie. Door informatie aan een stof toe te dienen (water kan informatie heel goed opslaan), zoals met radionica (bezenden van een stof of voorwerp, meestal op afstand), worden de elektronen van deze informatie voorzien. De elektronen in het water nemen deze informatie op. Dit gebeurt niet door uitwisseling van elektronen onder afgifte van fotonen, maar ze nemen deze informatie gewoon op. En dat is nu net de eigenschap van licht. Licht kan informatie opslaan en fungeert als drager en uitwisselaar van deze informatie. Zo is te begrijpen dat er zonder licht geen leven op aarde mogelijk is.
www.nvbt.nl
13
Specifieke informatie Daarnaast ligt de specifieke informatie van een stof opgeslagen in zijn elektronen. Bijvoorbeeld de informatie van het plantje Pulsatilla. Een plantje dat bij uitstek geschikt is om zich snel aan de wisselende omstandigheden in het voorjaar met warmte en kou (sneeuw) aan te passen. Door dit plantje in water te leggen, neemt het water deze informatie over. Water bestaat uit waterstof en zuurstof. Op de een of andere manier moet het water in staat zijn om die informatie op te slaan in zijn elektronen. Het schudden tijdens het potentiëren zou daarin wel eens een grote rol kunnen spelen. Ook als er later niets meer van de oorspronkelijke stof aanwezig is ligt de informatie van Pulsatilla opgeslagen in de elektronen van het water. Indien men dit water later inneemt door het te drinken kan met de chemische reactie van dit water, met stoffen elders in het lichaam, de informatie worden overgedragen op het lichaam. Dit is een iets andere verklaring voor de werking van homeopathie dan de klassieke verklaring van de dipoolstructuur van het water die een bepaalde ruimtelijke ordening zou geven. Samengevat Elektronen zijn opslagplaatsen van licht en licht is de drager van informatie. Informatie komt vanuit de hogere dimensies. Met deze hypothese zou veel verklaard kunnen worden. Het is aan de wetenschap om deze hypothese te bewijzen. We weten in ieder geval dat homeopathie werkt en dit zou een verklaring kunnen zijn. Empirie kan in deze als een bewijs gelden. Bachbloesems worden op een andere manier gemaakt dan een homeopathisch middel. Het bloemetje wordt in een schaal met water gelegd waar het zonlicht op schijnt. Het water neemt de informatie op van het bloemetje. Dat Bachbloesems werken weet men vanuit de praktijk. Dat is geen placebo-effect, want ook dieren reageren spectaculair op deze middelen. Als zodanig kan het bestaan van Bachbloesems als een bewijs dienen dat zonlicht de informatie van het bloemetje overdraagt op het water. De elektronen van het water kunnen als een
14
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
informatiedrager fungeren. Er komt geen verdunnen of potentiëren aan te pas. Van een dipoolstructuur is geen sprake. Van Bachbloesems is bekend dat ze een hele milde werking hebben. Edelstenen verliezen hun helende werking als ze worden gedragen. Men zegt dan dat ze vervuild zijn. Door ze in het zonlicht te leggen worden ze weer gereinigd. Ook door ze in stromend schoon water te leggen kunnen ze weer hun oorspronkelijke energetische werking verkrijgen. Wetenschap, neemt u de uitdaging aan? Quantumfysica kan hier het antwoord op geven. Maar houdt de quantumfysica zich niet ook bezig met hoe materie is ontstaan? Uit zogenaamd ‘niets’ (informatie) ontstaat door verdichting de materie. Dat is toch hetzelfde probleem als bij de vraag waar de hertjes in de Kalahari-woestijn hun materie vandaan hebben gehaald? (Zie artikel NVBT jaargang 18 - nr. 2 pag. 34.) Alles draait dus om het vervoer, de uitwisseling en de opslag van informatie. We hebben nog de kern van het atoom. Om nieuwe materie te maken zou het lichaam moeten beschikken over een apparaat van kernfusie om nieuwe elementen te maken. Mogelijk speelt ook het zonlicht daarin een rol. Het DNA als ontvanger en zender van de biofotonen (theorie van Popp)? In een volgend artikel mogelijk een nadere verklaring. Een bewijs dat dit moet bestaan zijn nog steeds de hertjes. Een ander bewijs is dat na verbranding van een plant of dier sporenelementen of mineralen aanwezig zijn die de plant of het dier nooit heeft opgenomen.
Bent u mijn tandarts? Beste tandarts, Mijn tandartsverzekering heb ik opgezegd. Ik wil namelijk geen onnodig hoge premies meer betalen. In plaats daarvan heb ik een spaarpotje bij ixorg. De hoogte van dat spaarpotje bepaal ik zelf of in overleg met u. U kent mijn gebit immers het beste. Uit dat spaarpotje worden dan uw kosten betaald. En wat ik niet besteed blijft gewoon van mij. Natuurlijk kan ik een keer pech hebben. Daarom ben ik bij ixorg tot 10.000 euro gedekt bij gebitsschade door een ongeval. En omdat ik maar een paar keer per jaar voor controle bij u kom, betekent dit al gauw een besparing van 100 euro per jaar op mijn tandartsverzekering. Oh ja, ook niet onbelangrijk, ixorg is een initiatief van de KNMT. Dus eigenlijk van tandartsen zelf, maar dat wist u natuurlijk al.
> Hét goedkope alternatief voor de tandartsverzekering
eigen spaarpotje • geld blijft van patiënt • al gauw 100 euro besparen • tot 10.000 euro gedekt bij gebitsschade door een ongeval Meer weten?
Lees verder op ixorg.nl of volg ons op twitter.com/ixorg2
Bert Heintzberger - Tandarts
Reactie op aanvullende opmerkingen dr. Moolenburgh Reactie op artikel ‘Lezerspost’ (NVBT jaargang 18 nr. 2 - 2014) over het artikel ‘Nieuwe kijk op het fenomeen tumor - deel I’ (NVBT jaargang 18 nr. 1 - 2014).
B
este Hans,
Opmerkingen zijn altijd zinvol en kunnen de zaak duidelijker maken en ook de eventuele onduidelijkheden in een artikel naar voren brengen. Terecht merk je op dat er al lang bekend is dat er rondom tumoren barrières aanwezig zijn. Dat is al heel lang bekend. Bij vele alternatieve therapieën worden er bioscores gebruikt om de conditie van het lichaam te testen. Bioscores zijn gebaseerd op de vervuilingsgraad van het lichaam. Vanaf een zekere vervuilingsgraad gaat deze indeling hand in hand met de kans op het optreden van een tumor. Dat zijn dus zaken die al heel oud zijn. Waarom dan toch in de aanhef van het artikel het woord ‘nieuw’? Dat is omdat het langzamerhand duidelijk wordt welke fenomenen er achter het ontstaan van een tumor zitten. De blokkade (hek/omheining) is op zich niet zo belangrijk, maar wel hoe een dergelijke blokkade werkt. Waarom gaan cellen binnen een dergelijke structuur juist niet dood, maar gaan ze zich juist heel sterk vermenigvuldigen? Quantumfysica, met als onderdeel biofotonen, speelt hierin een belangrijke rol. In dit opzicht is het verschijnen van het boek ‘Light in Shaping Life’ van Roeland van Wijk van onschatbaar belang voor een duidelijk inzicht (zie ook NVBT jaargang 18 nr. 2 - 2014 en dit nummer op pagina 46). De toekomst zal duidelijk maken dat dit een boek is van onschatbare waarde. In dit boek wordt heel goed beschreven dat het licht het fundament is van het leven
16
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
hier op aarde. Dat het licht (in levende wezens biofotonen) een hoofdrol speelt in het vervoeren en het verspreiden van informatie. Door middel van licht ‘praten’ cellen met elkaar. Door het afgesneden zijn van de hoofdbron kan een afgesloten gebied een eigen leven gaan leiden. Er kan vanuit een dergelijke ‘omheining’ geen licht in- of uittreden. Dat is ook de reden dat hetgeen zich in een dergelijke omheining afspeelt niet wordt opgemerkt door het lichaam. Maar ook niet door de therapeut die zich bezighoudt met energetisch testen. Dat is op zich een heel grote lacune in het energetisch onderzoek. Echter, ook de patiënt merkt de tumor pas op als het veel te laat is. Licht fungeert dus als drager en als boodschapper van informatie. Zouden we als het ware ‘gaten’ kunnen schieten in deze omheining, dan zou het lichaam kunnen opmerken wat er zich daarbinnen afspeelt. Een natuurlijke genezing is dan mogelijk. Een dergelijke vervuiling kan macro maar ook micro zijn. Dat micro-aspect speelt zich af op celniveau, inderdaad door een vervuiling van de celmembraan. Ook dan kan er geen licht meer uit de cel ontsnappen of binnendringen. Een tumor kan dus een macro- en micro-aspect hebben. In dit verband, en om aan te tonen dat er eigenlijk niets nieuws is, is het experiment met de salamander (1930) beschreven in het boek van Roeland van Wijk. Indien men van een salamander de staart afsnijdt,
Afb. 1: Proef van Seilern-Aspang en Kratochwill. Uit: Light in Shaping Life
groeit er weer een nieuwe aan. Dat weet men al heel lang. De proef (afb. 1) van Seilern-Aspang en Kratochwill aan het Oostenrijkse Kankeronderzoek Instituut (1962-1963): men implanteert aan de basis van de staart van de salamander tumorcellen van een kikker. Men wacht tot er zich uitzaaiingen gaan voordoen. Daarna snijdt men de staart af, waarbij de tumor blijft zitten, en dan gebeurt het volgende: de staart groeit gewoon weer aan, maar tegelijk verdwijnt de tumor in het restgedeelte van de staart. Tegelijk verdwijnen ook de uitzaaiingen elders in het lichaam van de salamander. Een zeer opmerkelijke proef. Het fenomeen hierachter was toen nog niet duidelijk. Wel vermoedde men dat er iets met licht was. Men had echter nog geen apparatuur om
dat hele zwakke licht te kunnen meten en vast te leggen. Het een en ander wordt een beetje duidelijker in deel II (NVBT jaargang 18 nr. 2 - 2014) en deel III (pagina 12 van dit nummer). Deel IV en V volgen nog in de komende nummers. Met recht kan men zeggen dat als de reguliere geneeskunde met een grote boog om dit overkoepelende regulatiesysteem heenloopt, men eigenlijk niets van de geneeskunde en van de essentie van het leven begrepen heeft. Wat heet dan nog evidence-based?
Bert Heintzberger www.nvbt.nl
17
Het articaïnemysterie Articaïne stond centraal bij de thema-avond op 16 september jl. voor NVBT-leden en introducees. Marthe Bosscher gaf acte de presence met een uitgebreide opsomming van feiten en gebeurtenissen omtrent het in sommige biologische kringen - omstreden gebruik van articaine. De redactie mocht getuige zijn van het optreden van Marthe in de Parklaankerk te Driebergen, waarvan onderstaand een resumé is.
Afb. 1: Structuurformule articaïne (boven) en articaïnezuur (onder).
Articaïne wordt in de tandheelkunde veelvuldig gebruikt voor lokale verdovingen. Het is doorgaans een middel van eerste keus, omdat het zo snel werkt en goede verdovende eigenschappen heeft. Althans, zo wordt vaak verondersteld. De tandheelkundige beroepsgroep is echter slecht op de hoogte van de bijwerkingen die in de bijsluiter vermeld staan, laat staan dat die aan de patiënt ter inzage wordt gegeven. Bovendien blijken de meeste tandartsen en kaakchirurgen niet op de hoogte te zijn van een mogelijke neurotoxische werking. Zelfs de
18
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
‘ganzheitlich’-werkende collega’s Volz en Lechner in Duitsland kennen de problemen met articaïne niet. Paresthesiën komen bij het gebruik van articaïne 20x vaker voor bij een mandibulair blok dan bij het gebruik van lidocaïne. Wetenschappelijk onderzoek toont de schadelijke werking van articaïne op zenuwweefsel aan. Zo heeft onder andere Hillerup in het laboratorium aangetoond dat articaïne een dosisafhankelijke zenuwbeschadiging geeft, waarbij zowel de diameter als de myelineschede worden aangetast.
Articaïne Articaïne is het enige lokaal anestheticum dat zowel een amide- als een esterverbinding heeft en daarnaast een thiofeenring met een zwavel component bevat. Een amide gebonden aan een thiofeenring gedraagt zich echter niet als een amide. Articaïne kan hierdoor niet tot de amidetypen lokaalanesthetica worden gerekend. Dit in tegenstelling tot wat er in de bijsluiter staat (zie bijlage pag. 22). Een ester gebonden aan een thiofeenring gedraagt zich anders dan de overige esters en articaïne kan hiermee evenmin tot de estertypen lokaalanesthetica worden gerekend. De thiofeenring met de zwavel blijft dan als typering voor articaïne over. Metabolisering Leuschner, Leblanc en Rahn hebben wetenschappelijk aangetoond dat articaïne voor vijf tot tien procent in de lever wordt afgebroken. Dit komt niet overeen met wat vermeld wordt in het Farmacotherapeutisch Kompas: “Tmax = 10 - 17 min. Plasmaeiwitbinding: 95%. Metabolisering: in de lever, volledig. Eliminatie: vnl. met de urine. T1/2el = ca. 25 min.” Wat gebeurt er dan met die andere 90 tot 95%? Articaïne wordt in eerste instantie afgebroken in het plasma door het enzym pseudocholinesterase (PCE). Ongeveer 4,5% van de bevolking heeft echter een verminderde werking van PCE door erfelijke afwijkingen. PCE wordt in de lever aangemaakt en bij leverfunctiestoornissen zal hierdoor ook de concentratie PCE verlaagd zijn. Ook cholinesteraseremmers in chemicaliën, insecticiden e.d. geven een verminderde beschikbaarheid van PCE. Hoeveel articaïne nodig is om een verzadigingsspiegel in het bloed te krijgen is nooit onderzocht. Ook is nooit onderzocht wat het effect is op mensen met een cholinesterasedeficiëntie. Mogelijkerwijs werkt articaïne dan langer door. Bij lokale verzadiging in de mond zou dat ook het geval kunnen zijn.
Literatuuronderzoek In 1998 heeft Marnix Westein van de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen in Utrecht een literatuuronderzoek gedaan naar de ongewenste effecten van articaïne. Hieruit blijkt dat: Articaïne is het enige lokaal anestheticum met een thiofeenring in plaats van een benzeenring. Hoewel er een amidegroep is, vindt de afbraak plaats op de esterverbinding elders in het molecuul. Deze afbraak wordt uitgevoerd door het enzym Pseudo Cholin Esterase. Hierbij ontstaan articaïnezuur en methanol. De afbraak van articaïnezuur op de amideplaats door cytochroom P450 vindt dan niet meer plaats, omdat articaïnezuur, of articaïnezuur gekoppeld aan glucuronzuur, voldoende in water oplosbaar is om het lichaam snel te kunnen verlaten. Naast normale variaties zijn er ook mensen bij wie de activiteit van PCE sterk verlaagd is. Ongeveer 4,5% van de bevolking heeft door erfelijke afwijkingen een verminderde activiteit van dit enzym. Bij mensen die geneesmiddelen gebruiken die normaal door PCE worden afgebroken, kunnen er, door de langere verblijfstijd in het lichaam, problemen ontstaan. Als bij mensen met een cholinesterasedeficiëntie toch articaïne wordt toegediend, is het onduidelijk wat hiervan de gevolgen zouden kunnen zijn. Ook bestaat de mogelijkheid dat articaïne, in geval van een cholinesterasedeficiëntie, alsnog via een alternatieve route in de lever wordt omgezet. Daarbij zou dan een nieuw, nog niet bekend afbraakproduct kunnen ontstaan. Verder onderzoek is nodig om antwoord te kunnen geven op de vraag of cholinesterasedeficiëntie de kans op negatieve effecten na toediening van articaïne inderdaad vergroot en of metabolisering in de lever mogelijk is. De producent heeft aangegeven dat dit inderdaad mogelijk is.
www.nvbt.nl
19
Where is the waste going? Tom Vree, voormalig anaesthesioloog en organisch analytisch chemicus in het Radboudziekenhuis heeft in het verleden veel onderzoek gedaan voor de toenmalige firma Hoechst. In 1989 heeft hij wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de metabolisering en eliminatie van articaïne bij vijf patiënten die geopereerd werden en via een spinaalanaesthesie articaïne kregen toegediend. Zijn conclusies waren: De halfwaardetijd was een half uur 2 tot 5% werd onveranderd uitgescheiden 40 tot 70% werd uitgescheiden als articaïnezuur 4 tot 15% werd uitgescheiden als articaïnezuur glucuronide Het percentage van de totale dosis die werd uitgescheiden varieerde van 50 tot 91% De verschillen in uitscheiding van de metaboliet articaïnezuur zijn sterk patiëntafhankelijk De eliminatie van articaïne was per patiënt sterk verschillend en tussen de 10 en 50% is zoek! Of zoals Dr. Vimy destijds al tijdens een amalgaamdiscussie memoreerde: “Where is the waste going?” Is de andere helft van de thiofeenring in rook opgegaan of is er misschien zoveel aan de structuur veranderd dat het niet meer is terug te vinden als er niet gericht naar wordt gezocht? Mogelijke consequenties metabolisering Er zijn twee mogelijkheden: 1. Hydrolyse gevolgd door glucuronidering (in feite de-glucuronidering van het sulfoxidedeel van de metaboliet articaïnezuur) kan glucuronides vormen die soms instabiel zijn en uiteen kunnen vallen in electrofiele stoffen. Of dit ook gebeurt bij articaïne is niet bekend. 2. Bij een cholinesterasedeficiëntie bestaat de mogelijkheid dat er een alternatieve route wordt gebruikt voor metabolisering van de thiofeenring. Voor veel moleculen is aangetoond dat oxidatie van een thiofeengroep door cytochroom P450 tot zeer reactieve metabolieten kan leiden. Dit kan door epoxidatie van de dubbele binding, dan wel door sulfoxidatie van
20
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
het zwavelatoom. Er zijn structurele overeenkomsten met articaïne en stoffen waarbij dit is aangetoond. Een voorbeeld hiervan is tinilic acid, een diureticum dat van de markt is gehaald vanwege de levertoxiciteit. Bij beide bio-activeringsroutes is het wel het meest waarschijnlijk dat de giftigheid zal optreden in het orgaan waar de activatie plaatsvindt: in de nieren (deglucuronidering) en/of blaas en de lever, waar de hoogste P450 activiteit is. Zwaveldioxide Het is door Medower in 2008 in Chemical Research in Toxicology wetenschappelijk aangetoond dat tijdens de metabolisering van thiofeen door cytochroom P450 zwaveldioxide (SO2) wordt aangemaakt. SO2 is uiterst reactief. Mosier publiceerde in 2003 een artikel in hetzelfde tijdschrift: "Predicting the genotoxity of thiofeen derivates from molecular structure," waarin hij de geno/ mutagene toxiciteit uit de literatuur van 140 thiofeenderivaten gebruikt. Je zou met wetenschappelijk onderzoek kunnen meten of het veronderstelde lange termijn mutagene effect optreedt bij personen bij wie een groot gedeelte van de toegediende articaïne niet snel als articaïne of articaïnezuur uit het lichaam is verdwenen. Tot nu toe is dat niet gebeurd. Zware metalen Zwavel bindt zich aan zware metalen, waaronder amalgaam, kwik en kobalt. Bij een nog aanwezige zware metalenbelasting vanuit het amalgaam kan articaïne zich daaraan binden waardoor het niet afgebroken kan worden. Het maakt daarbij niet uit of je de articaïne hebt gekregen bij de chirurg, de gynaecoloog, de tandarts of op de EHBO voor hechtingen. Dat zou kunnen verklaren dat mensen met een zware metalenbelasting sneller last van bijwerkingen krijgen zoals in de praktijk is gebleken. Thiofeen F. Mori publiceerde in 2000 in The Journal of Neuropathology: "Eerdere onderzoeken met ratten hebben aangetoond dat thiofeen selectieve degeneratie van de granule cellen
in het cerebellum bewerkstelligt. Na drie dagen hadden ze necrose in het cerebellum met ataxie en convulsies en gingen ze dood.” P. Bradley publiceerde in 1979 in The Journal of Neuropathology: "Effects of thiofeen on the Purkinje cell dentritic tree." Een analyse werd gemaakt van veranderingen in de dentrische samenstelling van de cellen van Purkinje in het cerebellum van de volwassen rat na toevoeging van thiofeen. Deze stof elimineerde het aantal granule cellen op een aantal plekken in de cerebrale cortex volledig. F. Fonnum publiceerde in 2000 in Toxicology letter: "Cerebellum as a target for toxic substances." De cellen van Purkinje en de granule cellen zijn de belangrijkste doelen in de kleine hersenen voor toxische substanties. De cellen van Purkinje behoren tot het grootste neuron in de hersenen. Granule cellen zijn gevoelig voor methylhalides, thiofeen en methylkwik.
vergt individuele aanpak, veel kennis en tijd, heel veel tijd. En dat heeft zelfs de (bio-energetische) tandarts niet. De ingewikkelde invloed van de factoren ‘Erbtoxinen’, zware metalen, articaïne, PCE-deficiëntie, etc. op elkaar maakt het als een nauwelijks te ontwarren kluwen. Zelfs Marthe kost het vaak jaren om de gewenste genezing te bereiken. Verwijzen naar Marthe blijft dan voor ons het meest haalbare alternatief. Marthe verwijst daarna vaak door naar door haar opgeleide artsen. Zolang de afbraak van de stof articaïne in het lichaam niet tot in detail bekend is, is het wenselijk om af te zien van het gebruik ervan. Aan de in 2010 toegevoegde contra-indicatie - "Gebruik ultracaïne niet: als u overgevoelig bent voor bepaalde middelen voor plaatselijke verdovingen (lokale anesthetica van het amidetype, zoals lidocaïne en prilocaïne), tenzij grondig onderzoek heeft uitgewezen dat u niet overgevoelig bent voor articaïne" - kan geen enkele tandarts voldoen!
De cellen van Purkinje behoren tot de grootste neuronen in de cerebellaire cortex en zijn verantwoordelijk voor de meeste prikkeloverdracht in het cerebellum. Ze zijn essentieel voor de motorische functies. De granule cellen in de kleine hersenen horen tot de kleinste neuronen in de cerebellaire cortex en verbinden zich met de cellen van Purkinje. De kleine hersenen spelen een belangrijke rol bij het coördineren van alle motorische activiteiten als lopen, slikken en spreken.
Voor nadere informatie: www.bosscherstichting.org Bijlage: bijsluiter Ultracaïne CBG.
In hoeverre de functie van de kleine hersenen wordt beïnvloed door articaïne is niet onderzocht of aangetoond, maar het zou de bijwerkingen van articaïne op het zenuwstelsel kunnen verklaren zoals die worden vermeld op de bijsluiter, de internationale tandartsenforums, het onderzoek van de R.U.G. (november 2001) en bij de Stichting. Onthutsend Op de vraag hoe wij als bio-energetische tandartsen een articaïnepatiënt kunnen behandelen kwam een onthutsend antwoord. Er is geen protocollaire aanpak voor behandeling. Genezing
www.nvbt.nl
21
22
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
het meest bio-compatibele composiet els extra low shrinkage® overtreft al uw verwachtingen omtrent bio-compabiliteit, kwaliteit en betrouwbaarheid. [ [ [ [ [
Optimale bio-compabiliteit zonder TEGDMA en HEMA Geen afgifte Bisphenol-A Uitstekende marginale integriteit Verminderd risico op microfissuren in het glazuur Minimale postoperatieve pijn door lage krimpspanning
De ongeëvenaarde minimale krimp van els extra low shrinkage® is de oplossing voor de problematiek gerelateerd aan krimp en krimpspanning.
Qualitative and quantitative analysis of eluted compounds from dental composites F.X. Reichl1,2 M.Seiss1, A. Oxynos2, M. Folwaczny1, J. Glas1, K.Kehe2, R. Hickel1 1. Department of Operative Dentistry and Periodonology, Ludwig-Maximilians-University of Munich, Goethestr. 70 80336 Munich, Germany 2. Walther-Straub-Institute of Pharmacology and Toxicology, Ludwig-Maximilians-University of Munich, Nussbaumstr. 26, 80336 Munich, Germany
Praktijk voorbeeld van drie éénvlaksvulingen (36, 46 en 47)
detected comonomers (µg/ml) composite
dest.water HEMA TEGDMA els extra low shrinkage n.d.* n.d.* Synergy Duo Shade n.d.* 104± 16 Grandio n.d.* 36 ± 5 TetricEvoCeram n.d.* 57 ± 12 Venus n.d.* 197± 26 Gradia n.d.* 123± 18 Premise n.d.* 48 ± 7
methanol HEMA TEGDMA n.d.* n.d.* n.d.* 126± 23 n.d.* 68 ± 12 496±77 n.d.* n.d.* 76 ± 7 500± 66 62 ± 2 n.d.* 51 ± 9
* n.d. = not detectable (below limit of detection) published IADR, Thessaloniki 2007
Easier Dental Care
Dijkstraat 19
2675 AX Honselersdijk
Voor bestellen en meer informatie: easierdentalcare.com of 0174-752060
0174-752060
info@easierdentalcare.com
easierdentalcare.com
Sanne Hulscher - Tandarts
How To Save Your Teeth - deel I Toxic-Free Preventive Dentistry - Dr. Kennedy, D.D.S. (2e editie 1996)
D
r. David Kennedy, een tandarts in de USA, was jarenlang in de veronderstelling dat amalgaam en fluoride veilig en noodzakelijk waren. Na jarenlang op reguliere wijze te hebben gewerkt, kwam hij tot de conclusie dat er niets anders gebeurde dan symptoombestrijding.
Dit boek ben ik gaan lezen, omdat ik zeer benieuwd was naar de manier waarop Dr. Kennedy zo effectief gebitsziekten wist te bestrijden in een moderne wereld. Gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat deze man zijn tijd al ver vooruit was. Soms kom je nog veel goede, verloren wijsheid tegen in dergelijke boekjes, die geschreven zijn met ouderwets boerenverstand.
Dr. Kennedy Dr. Kennedy heeft dertig jaar gewerkt als tandarts en oefent niet langer zijn beroep uit als zodanig, maar is nog altijd zeer actief in de strijd tegen drinkwaterfluoridering. Hij is voormalig voorzitter van de International Academy of Oral Medicine and Toxicology (IAOMT), een organisatie die onderzoek doet naar gifstoffen en de biocompatibiliteit van tandheelkundige materialen. De IAOMT is in een zeer uitgebreide studie in 1985 tot de conclusie gekomen dat er geen bewijs bestaat dat amalgaam veilig is, maar voldoende bewijs om aan te nemen dat het serieuze gezondheidsproblemen
24
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
veroorzaakt. Hetzelfde geldt voor fluoride en doordat dit middel zeer toxisch is, is Dr. Kennedy van mening dat het niet verstandig is om het te gebruiken als middel tegen cariës. Naar zijn persoonlijke ervaring is het namelijk ook niet effectief. Er is veel informatie over hem en van hem te vinden via het internet. Interessant is de website www.nofluoride.com. Er is een uitgebreide film van hem te bekijken op www.fluoridegate.com en men kan hem in levenden lijve zien spreken via enkele kortdurende interviews op YouTube (typ in: ‘Dr. Kennedy, fluoride’).
Hoofdstuk 1 - Gebitsgezondheid Zijn boek, dat ik hier uitgebreid zal bespreken, is voor het eerst uitgebracht in Amerika in 1993 en speelde zich dus af in een iets ander milieu. Tandheelkunde hield in die tijd niets anders in dan een gaatje uitboren, waarbij er dan ook nog veel gezond weefsel moest worden opgeofferd zodat een amalgaamrestauratie kon blijven zitten, maar de tand wel verzwakt raakte. Breuk trad vaak op na jaren, waardoor een kroon moest worden geplaatst. Als die het begaf, was de tand verloren. Aan preventie werd nagenoeg niets gedaan. Tegenwoordig wordt er gelukkig al meer aandacht aan preventie besteed, maar in de meeste gevallen beperkt dit zich tot een instructie mondhygiëne en het advies om minder suiker en meer fluoride te gebruiken. Dr. Kennedy raakte geïnspireerd door het ons welbekende fotoverslag van Dr. Weston Price, in zijn boek ‘Voeding en Fysieke Degeneratie’. Hij beschrijft aan de hand van enkele voorbeelden hoeveel verborgen suiker er in moderne voeding zit, welke in het westerse dieet algemeen geaccepteerd is. Zijn conclusie is dat we het tandbederf als mensheid aan onszelf te danken hebben, doordat we te ver zijn afgedreven van ons oorspronkelijke dieet. Het moderne dieet bestaat voornamelijk uit lege calorieën: suikers, vetten en doorgekookte bestanddelen die bijna volledig ontdaan zijn van hun voedingsstoffen, daarnaast nog schadelijke additieven en toegevoegde hormonen die met de normale ontwikkeling van het lichaam interfereren. De oorzaak van gebitsziekten Dr. Kennedy gebruikte een microscoop om parodontitis op te sporen en was daar in zijn tijd één van de eersten mee. Hij stelde: tandbederf en parodontitis zijn een oorlog tussen bacteriën en het afweersysteem. Door de bacterie te identificeren, weet men ook welke therapie er moet worden ingezet. Opvallend is dat het standpunt van Dr.
Kennedy tegenwoordig wordt onderwezen op de opleiding Tandheelkunde als de normaalste zaak van de wereld: we kennen het verhaal over de grote boosdoener S. Mutans en de bacteriekweken die door mondhygiënisten en parodontologen worden uitgevoerd - hoewel tegenwoordig ook nog maar zelden, omdat er zelfs met onze moderne technieken maar een zeer klein deel van alle stammen kan worden aangetoond. Desalniettemin staan wij tegenwoordig met de voltallige tandheelkundige professie achter deze inzichten van bacteriën als oorzaak van tandbederf. Maar in zijn tijd ervaarde Dr. Kennedy dit nog als een enorme strijd tegen de algemene stroming. Hij werd belachelijk gemaakt door zijn collega’s, die parodontitis slechts met het mes bestreden. Eigen aantekening: bent u bekend met de 1% regel? In de hele geschiedenis is het die ene procent, het handjevol mensen dat iets anders doet dan de rest, die aanvankelijk belachelijk wordt gemaakt en tegen wordt gewerkt. Maar zij zijn het, die uiteindelijk gelijk krijgen en het meest succevol blijken. In de businesswereld geldt hetzelfde voor de echte topmanagers. Dr. Kennedy viel dus wel duidelijk onder die 1%-regel. Grappig is ook wel dat wij met onze circa 95 tandartsleden van de NVBT bijna exact 1% uitmaken van de grofweg 9000 tandartsen in heel Nederland. Maar Dr. Kennedy ging zelfs nog verder dan dat: bacteriën zijn niet de óórzaak van gebitsverval, maar slechts een symptóóm. Een slecht afweersysteem is de werkelijke oorzaak en laat deze opportunisten hun gang gaan. Via deze weg sloeg Dr. Kennedy al een brug naar onze holistische denkwijze: dat chronische ziekten (en dus ook gebitsziekten) de kans krijgen doordat het afweersysteem verminderd kan functioneren als gevolg van een ongezond leefpatroon, fysieke- en zelfs emotionele stress.
www.nvbt.nl
25
De Dr. Keyes-methode Dr. Kennedy was voorstander van de Dr. Keyes-methode, een non-operatieve aanpak van parodontitis. Net als Dr. Kennedy, maakte Dr. Keyes gebruik van microscopische analyses van tandplaque ten behoeve van zijn diagnose. Dr. Keyes toonde in de jaren 60 als eerste aan dat er specifieke bacteriën betrokken waren bij parodontitis en ontwikkelde een systeem om dit bij proefdieren te onderzoeken. Tijdens een studie naar ouderen, kwam hij bij toeval een dame tegen die in de negentig was en nog over al haar gebitselementen beschikte. Hij vroeg haar naar haar geheim en ze vertelde hem dat zij uit het Appalachen gebergte kwam. Haar familie was te arm om tandpasta te kunnen kopen, maar van haar grootmoeder kreeg zij het advies haar tanden met baking soda te poetsen. Dat had ze haar hele leven volgehouden. Hierdoor ging Dr. Keyes onderzoek doen naar de antibacteriële eigenschappen van baking soda. Hij ontdekte dat de paropathogenen uiterst gevoelig waren voor dit middel. Hieruit ontwikkelde hij een methode om parodontitis op een nonoperatieve wijze aan te pakken. In zijn methode werd gebruik gemaakt van: 1. Scaling en rootplaning; 2. Baking soda om de sulcus mee uit te spoelen, aangevuld met waterstofperoxide voor een schuimend effect. Dit werd dagelijks door de patiënt zelf gedaan, als onderdeel van een uitgebreid mondhygiëneprotocol; 3. Dr. Keyes was de eerste die bij patiënten met zeer ernstige en oncontroleerbare parodontitis kortdurend systemische antibiotica voorschreef.1,2 Röntgenfoto’s Dr. Kennedy raadt aan om voorzichtig te zijn met het maken van röntgenfoto’s. Enerzijds zijn ze onmisbaar in een goede diagnostiek, anderzijds moeten we rekening houden met de schadelijke effecten die veroorzaakt worden door vrije radicalen. Er dient dus altijd een goede afweging te worden gemaakt. Dit is niets nieuws voor ons en gelukkig wordt de straling dankzij de moderne apparatuur steeds verder
26
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
teruggebracht. Maar in zijn tijd was hij wederom koploper op dit gebied. Maar al te vaak werd een tandarts beschuldigd van malpraxis, wanneer hij een tandheelkundig probleem niet vroegtijdig op had weten te sporen, op basis van het feit dat hij onvoldoende röntgenfoto’s had gemaakt. Destijds leerden tandartsen om ieder half jaar foto’s te maken. Anderszijds, zegt Dr. Kennedy, is er nog nooit een tandarts aangeklaagd voor het veroorzaken van een speekselkliertumor. Dr. Kennedy maakte gebruik van lichtfoto’s om een gebitssituatie te monitoren en van een lichtsonde om caviteiten te kunnen opsporen. Daarnaast maakte hij regelmatig studiemodellen om de stand van de elementen te beoordelen. Tandpasta Middelen voor de mondhygiëne zijn bekend in de meeste culturen en zijn overal ter wereld anders: variërend van de bast of twijgen van een speciale boom tot zelfs zeep. Vanaf het begin van de twintigste eeuw gebruikten mensen ook baking soda en zout, welke zelfs vandaag de dag nog gelden als één van de meest effectieve bacteriedodende stoffen, maar helaas niet goed smaken. Eigen aantekening: over die smaak valt te twisten. De meeste patiënten aan wie ik mijn speciale combinatie van o.a. baking soda en keltisch zeezout heb voorgeschreven, hebben geen problemen met de zoute smaak. Voor kinderen adviseer ik deze eerst te mengen met de tandpasta die ze al gewend zijn en zo langzaam aan de nieuwe smaak te wennen. De grote industrie heeft deze effectieve middelen verdreven door goede marketing. Over het algemeen produceren zij enkel cosmetische producten, die weinig effectief zijn tegen tandbederf. Op zijn best kunnen de prettig smakende tandpasta’s kinderen ertoe aanzetten om te gaan poetsen, maar het gevaar hierbij is wel dat zij het inslikken en dus allerlei chemische toevoegingen binnenkrijgen. En wie kent de tubes nog die uit zichzelf opgerold bleven liggen? Daar zat vaak lood in.
Afb. 1: Dr. David Kennedy3
De zogenaamde ‘whitening’ tandpasta’s zijn sterk abrasief en slijten langzaam het glazuur weg, waardoor juist het tegenovergestelde effect wordt bereikt. Tandpasta’s die ontwikkeld zijn om de opbouw van tandsteen te verminderen, werken vaak demineralisatie in de hand. Conclusie Effectieve preventie van tandbederf vraagt om een holistische aanpak en bestaat uit een gezonde levensstijl, goede voeding, zo min mogelijk blootstelling aan vervuilende stoffen, een effectieve mondhygiëne en de professionele mondzorg van een tandheelkundig team dat gebruik maakt van microscoopanalyse, grondige reiniging en antimicrobiële middelen. De reguliere tandheelkunde richt zich op een zo effectief mogelijk prepareren en restaureren van caviteiten, waarmee alleen het probleem wordt aangepakt, niet de oorzaak. Daarmee zullen ze op termijn het probleem verergeren.
De reden dat tandbederf is afgenomen de laatste drie decennia, is te danken aan een betere educatie en mondhygiëne en het terugdringen van het suikergebruik in veel gebieden. Hoofdstuk 2 - Parodontitis, de stille epidemie De meeste tandartsen in die tijd besteedden nagenoeg geen aandacht aan de gingiva. Dit terwijl 90% van de mensen boven de 30 jaar tenminste enige vorm van gingivitis had en zelfs al 60% van de kinderen van 15 jaar. Tijdens hun opleiding hadden zij geleerd om parodontitis op chirurgische wijze te lijf te gaan, maar toch hadden de meeste collega’s het gevoel dat dit allemaal niets hielp. Operatie na operatie, waarna de meeste patiënten hun tanden alsnog kwijtraakten. Door gebrek aan een goede oplossing, werd het probleem dus maar genegeerd, totdat extracties nodig waren. Ondertussen kwamen er wel bacteriën in de bloedbaan terecht en brachten in de rest van het lichaam hun schade toe.
www.nvbt.nl
27
Dr. Kennedy vond echter dat parodontitis prima te behandelen was, en hoe eerder, hoe beter. Chirurgische behandeling van parodontitis adviseerde hij alleen in ernstige gevallen, waarbij het bacteriële probleem van tevoren wel onder controle gebracht moest zijn. De reden is dat, hoewel er nieuwe ontwikkelingen waren die minder ingrijpend waren voor het parodontium, deze operaties ertoe leken te leiden dat het botverlies versnelde, zeker wanneer er onvoldoende follow-up plaatsvond. Daarom maakte Dr. Kennedy gebruik van een andere methode: 1. Identificatie van de pathogenen door middel van microscooponderzoek; 2. Het dagelijks gebruik van antibacteriële irrigatiemiddelen om de pockets mee te reinigen; 3. Regelmatige professionele reiniging van de pockets, gecombineerd met irrigatie. Zodra de patiënt hiermee in staat was gebracht om een voldoende mondhygiëne te handhaven, werd hij in een recall programma geplaatst met een interval van maximaal drie maanden. Hierbij werd ook regelmatig de inhoud van de pockets met de microscoop gecontroleerd. Aan de hand van de vorm en bewegingen van de
28
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
bacteriën, kon men vaststellen of het om de commensale flora of om pathogenen ging. Verder kon men bepalen in welk stadium de infectie zich bevond, voorspellen of de bacteriën gemakkelijk of moeilijk te bestrijden zouden zijn en vaststellen welk middel het beste paste. Alleen in de therapieresistente casussen indiceerde hij soms een laboratoriumkweek. De Nederlandse uitvinder van de microscoop, Antony van Leeuwenhoek, zag als eerste de bacteriën uit zijn eigen tandplak onder de microscoop en was ook de eerste die het verband legde tussen bacteriën en parodontitis. Dit gebeurde al rond 1680.1 Helaas was er eeuwenlang niemand die hier iets mee deed. Op een grappige manier heeft Dr. Kennedy aan de lezer uitgedrukt wat die zich nu eigenlijk kan voorstellen bij zo’n microscoopbeeld: ‘Als het monster dat je aan het bekijken bent eruitziet als spitsuur op de snelweg, dan weet je zeker dat het foute boel is. Ziet het er echter uit als de Sahara woestijn, dan is er zeker niets aan de hand.’ Vervolgens legt hij aan de hand van foto’s en voorbeelden in meer detail uit welke micro-organismen er zijn en wat ze doen.
Dr. Kennedy vindt microscoopanalyse betrouwbaarder in het opsporen van parodontale problemen dan een pocketsonde. Zijn redenering is namelijk dat de flora al verandert voordat er pockets beginnen te ontstaan. Wanneer men een verandering in de flora opmerkt, kan ziekte worden voorkómen, dus échte preventie. Actie ondernemen wanneer de sulcus zich al begint te verdiepen, is slechts vroege diagnostiek. Mondhygiëne Dr. Kennedy wijdt uit over het belang van een goede mondhygiëne. Zo is hij voorstander van de Bassmethode, maar dan wel met de speciale Basstandenborstel. Ook een elektrische tandenborstel bewijst volgens hem goede diensten, net zoals de Rotadent, een single-tufted elektrische borstel die één kant op draait. Dagelijks flossen is eveneens zeer belangrijk, maar in de grotere interdentale ruimten dient een rager te worden gebruikt. Wanneer op die manier de bacteriën mechanisch zijn losgemaakt, dienen zij te worden weggespoeld met antibacteriële middelen (denk hierbij aan middelen zoals baking soda, keltisch zeezout en waterstofperoxide), welke bij de aanwezigheid van pockets het beste met een waterpik kunnen worden verspreid tot in de kleinste hoekjes. De tandarts (eigen aantekening: of tegenwoordig de mondhygiënist(e) of preventie-assistent(e)) dient zijn of haar patiënten goed te instrueren, zodat het dagelijkse onderhoud niet veel tijd hoeft te kosten (zo’n vier minuten) en optimaal effectief is. Wanneer de bacteriën dagelijks worden verstoord, zal zelfs bij gingivitis na vijf dagen het weefsel hersteld zijn en blijven.
onvoldoende ontwikkelt en er op volwassen leeftijd onvoldoende ruimte is voor alle gebitselementen. Preventie van cariës bij kinderen In de cariëspreventie zijn volgens Dr. Kennedy de volgende drie zaken van belang: 1. Verminderd suikergebruik. Dit betekent niet alleen witte suikers, maar zelfs suiker uit vruchtensappen en gedroogd fruit. 2. Een goede mondhygiëne, waarin baking soda een belangrijke rol speelt als antibacterieel middel en tevens de pHwaarde neutraliseert. 3. Het sealen van de molaren. Door onmiddelijk na het aanbrengen de sealent te reinigen met puimsteen, is de hoeveelheid weekmakers die vrijkomt verwaarloosbaar. In de eerstvolgende uitgave zal deel II van dit boekverslag, dat in totaal uit drie delen bestaat, worden gepubliceerd. Referenties 1) ‘An interview with Thomas Rams, DDS, clinical periodontist and Professor of Microbiology and Immunology, Temple University School of Dentistry’ by Maryann Napoli (2010) http://medicalconsumers.org/tag/keyes-technique/ 2) ‘Keyes Technique: The Fallacy of The Usage of Hydrogen Peroxide in Periodontal Therapy’by Dinh X. Bui, D.D.S., M.S. http://www.drbui.com/arthydrogenperoxide.html 3) www.fluoridegate.org/about-dr-kennedy/
Hoofdstuk 3 - Het probleem van tandbederf Ontwikkeling van het tandkaakstelsel Goede voeding en een goede gezondheid zijn uiterst belangrijk voor de ontwikkeling van de tanden en de kaken. Wanneer de gezondheid tijdelijk slecht is, zoals bij een hoge koorts, kan dit later worden teruggezien in de formatie van het glazuur. Wanneer een kind tijdens zijn groei niet de juiste voeding krijgt, is de kans groot dat het onderste derde deel van zijn gezicht
www.nvbt.nl
29
Fred Neelissen - Tandarts
Respect Regelmatig hoor ik mensen over de contacten met hun huistandarts. Deze mensen hebben een hang naar het natuurlijke en dus naar natuurgeneeskunde. In een ‘normale’ tandheelkundige praktijk blijft daar vaak weinig van over. Respectloos Als zo iemand kenbaar maakt de fluoridetoepassingen niet te zien zitten, evenmin voor de kinderen, ontsteekt de tandarts vaak in een woedeaanval en zegt met stemverheffing dat het kind iets essentieels wordt onthouden. De vader of moeder voelt zich hierdoor sterk aangevallen en er ontstaat een vervelende sfeer. Dit betekent een respectloze benadering van een andere mening. En die benadering wordt niet eens door wetenschap afgedekt. We moeten niet vergeten dat de patiënten koning en koningin zijn. Zij mogen hun ministers vragen op te draven. De ministers zijn de therapeuten, ook tandartsen. Met andere woorden: de patiënt staat centraal. Focale storingen Dezelfde agressie kan zich voordoen wanneer de patiënt de tandarts vraagt om extractie van een element. De patiënt heeft daar dan blijkbaar argumenten voor. Nu wordt alles uit de kast gehaald om de patiënt van dit heilloze gebeuren af te houden. Op zich kan de tandarts alleen verweten worden dat hij de literatuur niet heeft bijgehouden of alleen de standaard gangbare variant daarvan. Hem kan niet verweten worden dat hij niet weet dat een dood element, dat organisch van
30
aard is en dus onderhevig aan bederf, een stoorzender kan zijn voor de gezondheid. Dat heeft hij in de opleiding niet geleerd. Een lapje vlees dat twee weken in de zon heeft gelegen gaat het vuilnisvat in en wordt niet meer geconsumeerd, het is bedorven. Een kies blijft zitten. Als hij op de universiteit goed geluisterd heeft kan hij de opmerking gehoord hebben dat focale storingen al decennialang een onopgelost probleem zijn en dat de universiteiten deze afwijking laag op het prioriteitenlijstje hebben staan. Via de universiteit is een focus niet te bewijzen. Niemand wil de handen eraan branden. Als zo’n patiënt op de universiteit komt hoort hij uiteraard hetzelfde verhaal. Daar zijn ze in deze fase stil blijven staan. Informatie Het gevolg is wel dat de patiënt, die de informatie over focale storingen veel op internet tegen is gekomen, overtuigd raakt van het belang ervan. Daarbij heeft hij de ervaring dat die ene dode kies wel eens opspeelt, maar dat de tandarts vertelt dat met die kies niets aan de hand is omdat er een zenuwbehandeling in zit. Een situatie waarin de patiënt meer weet dan de tandarts. Met andere woorden: “Niet zeuren, laat de kies maar lekker zitten.” Ook deze situatie kan
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
weer agressie opwekken. In een uitzonderingsgeval wil de tandarts wel een hernieuwde endo doen à raison van €900,-. Dan wordt het me wel eens zwaar te moede. Misschien doet hij er wel een paar honderd euro bovenop in een poging de patiënt van de beslissing tot extractie af te houden. De patiënt een briefje laten ondertekenen dat hij een kies getrokken wil hebben, is een kleine moeite. Angst We denken dat aan de basis van deze houding van de tandarts angst ligt. Bang om geconfronteerd te worden met een blinde vlek in zijn tandheelkundige kennis. Bij hoge uitzondering zoeken deze tandartsen contact met een bioenergetische collega. Al was het maar uit respect voor de patiënt. Een tandarts kan niet gedwongen worden om een behandeling te doen waar hij niet achter staat. Dat is juist, maar hij verliest wel een patiënt op deze manier en dat blijft hem nog lange tijd achtervolgen. De juiste weg zou zijn om de patiënt te verwijzen naar een bioenergetische collega. Wat goed dat er een NVBT is, dat clubje collegae dat blijft geloven in de kracht van het gezonde en goede argumenten als gevolg van een literatuurstudie die regulier omzeild wordt.
Beste tandartsen,
Het tijdschrift bestaat al drie decennia en viert dit jaar zijn 30-jarig jubileum. Graag willen we integrale geneeskunde verder verspreiden in Nederland, overstijgend en ten dienste van de patiënten. Daarvoor hebben wij de nieuwe vorm van het Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde in het leven geroepen. Het doel van het tijdschrift is om met wetenschappelijke informatie een brug te slaan en helpen de kloof te dichten tussen de verschillende visies binnen de geneeskunde. De Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde (AVIG) – een samenwerkingsverband tussen verschillende CAM-artsenverenigingen – heeft een collectief abonnement op het TIG. Het tijdschrift bereikt een grote groep artsen en een brugfunctie naar de regulierdenkenden. Zo brengt het reguliere artsen in aanraking met de mogelijkheden die er met supplementen en andere methodieken zijn. Ook politici, zorgverzekeraars en geïnteresseerde specialisten of ambassadeurs voor de Integrale Geneeskunde krijgen dit tijdschrift. Het Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde verschijnt viermaal per jaar in gedrukte vorm. U kunt tevens individueel lid worden voor slechts €70,- per jaar.
Redactie TIG
Jubileumaanbieding €20,- groepskorting
Wanneer tien leden tegelijk abonnee worden kunnen wij een jubileumaanbieding doen van €50,- voor een jaar lidmaatschap. Een korting van maar liefst €20,-!
Fred Neelissen - Tandarts
Oorlog in tandpastaland? Al vele decennia heerst er binnen de tandheelkunde een vorm van gewapende vrede met als inzet het fenomeen van fluoride in de tandpasta. Aan de ene kant staat de heersende orde die de gevestigde gedachte over deze giftige stof niet eens hoeft te verdedigen, omdat het geloof in de preventieve en helende fluoride z贸 sterk is dat elk ondermijnend denken als een aberratie wordt gezien. Desalniettemin zijn de eerste scheurtjes in het bastion te herkennen. Toch blijft het stil bij onze gelovige collegae. Fluoride in de tandheelkunde bestaat immers dankzij het geloof in deze stof. Vele collegae bevinden zich in het eerste stadium: de omgang met een verschijnsel waarvan zij vinden dat dit te gek is om los te lopen. Ze houden zich stil wanneer fluoride wordt aangevallen. Zij zijn op weg naar het tweede termijn waar de grote ontkenning een rol speelt, in afwachting van de derde fase: de erkenning. De rol van de NVBT Het valt niet te ontkennen dat de NVBT hierin een grote rol speelt. Al vele jaren ageert onze vereniging tegen het gebruik van fluoride in de tandheelkunde, waarbij haar medewerker collega Hans Moolenburgh een vaste plaats heeft ingenomen. Het bestaan van onze vereniging neemt bij de KNMT nauwelijks een plaats in; de eerste fase van bovengenoemde ontkenning. Ditzelfde zien we trouwens ook bij artsen, ondanks het feit dat er aan fluoride ernstige gezondheidsbezwaren kleven. Het optreden van Moolenburgh een paar jaar geleden, op uitnodiging van de KNMT, leidde direct tot een heftige woordenwisseling aldaar. Oude wonden werden blijkbaar, bij de partij die zich aangevallen voelde, opengereten. U raadt het al, dat was de gevestigde orde. De aanleiding van die discussie was
32
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
het feit dat in de zeventiger jaren het Tiel-Culemborg fluorideonderzoek schipbreuk leed. De voorvechter van dit project was professor O. Backer Dirks. Het plan had echter niet de kracht om de geplande waterfluoridering in Nederland voort te zetten. De inspirator van deze tegenbeweging was onze collega Moolenburgh. Tijdens de bijeenkomst van een paar jaar geleden bleek hoe gevoelig de snaar was die werd geraakt. Hierna is het weer als vanouds stil geworden. Tenminste, naar buiten toe; de bekende eerste fase van ontkenning. Historisch overzicht Nt Wel is er enige beweging geweest toen collega Moolenburgh kortgeleden reageerde op het overzichtsartikel over fluoride in het Nt naar de redactie van het blad. De informatie komt grotendeels uit het boek van Edeler die hierin een historisch overzicht over de fluoridestrijd beschrijft. Moolenburgh gaf in zijn reactie aan welke fouten daarin stonden. De redactie heeft deze correctie ecther niet willen aanpassen, met het argument dat het slechts om een historisch overzicht ging. Hier is dus sprake van geschiedenisvervalsing. Het stilzwijgen is er nog steeds. Wetenschap en fluoride Dat de complementaire tandheelkunde zich heeft vastgebeten in deze materie komt omdat wij vinden dat de bewijsvoering over fluoride onjuist is.
Het is dan ook onverantwoord om de toepassing van fluoride uitgebreid te promoten, zoals dit nu gebeurt. De aluminiumindustrie wrijft zich in de handen omdat zij dit giftige halogeen nog kunnen verkopen aan de tandheelkunde, daar waar zij vroeger veel kosten moesten maken om dit afvalproduct te verwerken als chemisch afval. Het is eigenlijk niet meer mogelijk om fluoridevrije tandheelkunde uit te oefenen, daar waar zelfs vulmaterialen als glasionomeer het fluoride als bestanddeel hebben. Wetenschappelijk heeft het reguliere fluorideonderzoek niet veel te bieden. Het is gericht op de cariësproblematiek en het zijn steeds de statistieken die de grote rol spelen wanneer er een nieuwe variant in de tandpasta wordt gevonden. En statistieken kunnen liegen zoals vaak uit onderzoek is gebleken. Het is heel gemakkelijk om te bepalen wat een cavitiet is, als de bedoeling er is om er fluoride te gaan gebruiken. Daarnaast is uit de quantummechanica gebleken dat de gedachte van de onderzoeker de statistiek al kan beïnvloeden. Het woord ‘bewijs’ mag dan ook verdwijnen. Als de gelden voor het onderzoek ook nog door de fabrikant van de tandpasta worden
geschonken, dan hebben we de slager die zijn eigen vlees keurt. De hele geneeskunde is hier vol van en de tandheelkunde daarbij niet uitgezonderd. Het lijkt erop dat dit een steeds grotere rol gaat spelen. Echt onderzoek De echte wetenschap komt pas boven water zodra er onderzoek wordt gedaan naar de effecten van fluoride op het menselijk lichaam. Dàt is echte wetenschap. Dan zien we bijvoorbeeld dat er schildklierafwijkingen kunnen ontstaan, omdat fluoride de plaats inneemt van jodium in de schildklier. Het ene halogeen voor het andere. Bij elke poetsbeurt stapelt zich een beetje fluoride in het bindweefsel op en bindweefsel zit overal in het lichaam. De enige plek waar dit optisch zichtbaar wordt is helaas het glazuur dat bruingele vlekken krijgt (mottled enamel). Ook glazuur is namelijk uit bindweefsel ontstaan. Daarnaast stapelt fluoride zich op in het bot dat hierdoor brosser wordt. Dit is gebleken bij de heupfracturen in het ziektebeeld osteoporose. Men heeft nog enige tijd geprobeerd om fluoride aan deze patiënten te geven om het bot harder te maken, maar deze therapie werd gestaakt door de vele fracturen die hiervan het gevolg
www.nvbt.nl
33
waren. De gewrichten worden stijver door vermeerderde kalkafzetting. In gebieden met veel fluoride in het drinkwater (Turkije, India en China bijvoorbeeld) lopen heel wat mensen op zeer jonge leeftijd al met een stok. Er ontstaat bewegingsbeperking. Ook de ligamenten, banden en pezen verharden. Fluoride zou tevens een medeoorzaak kunnen zijn van de vermeerderde sportblessures. De elasticiteit verdwijnt uit het lichaam. Bloedvaten verharden en vooral de aorta is een predilectieplaats voor fluoride. Kortgeleden is er een onderzoek verschenen dat laat zien dat het IQ van mensen lager wordt door fluoride. Hitler heeft destijds alle mensen in zijn directe omgeving fluor laten slikken. Zij werden volgzaam en tam. Veel psychiatrische medicamenten bevatten fluoride. De lijst van afwijkingen die ontstaan door fluoride is hiermee zeker niet compleet. In een volgend artikel zullen we hier een uitgebreide samenvatting van geven. Nog maar kortgeleden kregen we een onderzoek in de bus dat was toegevoegd aan een reclame. Alle tandartsen hebben dit gekregen. Een onderzoek waarbij arginine was toegevoegd aan een tandpasta. Plaquevermindering en cariësverbeteringen zouden duidelijk zichtbaar zijn. Arginine Arginine is één van de twintig natuurlijk voorkomende aminozuren, is semiessentieel en heeft een goede invloed op het menselijk lichaam. Het is een precursor van stikstofmonoxide. Dit laatste is een krachtige neurotransmitter die helpt de bloedvaten te ontspannen en de circulatie te verbeteren. Arginine wordt ingezet bij angina pectoris, hoge bloeddruk, hartfalen, pre-eclampsie, etalagebenen en impotentie. Ook het immuunsysteem wordt door arginine gestimuleerd en het vermindert post-operatieve infecties. Mogelijke symptomen van een overdosis zijn een verdikte huid, diarree, hoofdpijn en spierzwakte. Onduidelijk is nog of de arginine gedurende lange tijd dagelijks
34
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
aan de mens gegeven mag worden als toevoeging aan tandpasta. Volwassenen produceren het zelf, kinderen kunnen dit niet en zouden dus tijdelijk gesuppleerd kunnen worden. Door het aan tandpasta toe te voegen zal dit leiden tot langdurig gebruik en de literatuur is hier nog onduidelijk over. Claims In datzelfde artikel wordt gewag gemaakt van de onwerkzaamheid van fluoride. Wat zou het dan niet logisch zijn om de fluoride uit de tandpasta weg te laten? Zou de firma dit niet aandurven? Zoiets zou een totale omwenteling betekenen. Nee, het lijkt beter om geleidelijk naar deze beslissing toe te leven. Het blijkt immers dat de mensen steeds meer bedenkingen hebben bij de fluoride in de tandpasta en de claims naar de fabriek liggen op de loer. Datzelfde hebben we destijds meegemaakt met het amalgaam waarover de fabriek Degussa in Duitsland meer dan 10.000 claims te verwerken kreeg. Toen was het gauw gebeurd met de productie van amalgaam. Het bovengenoemde onderzoek werd gesponsord door Colgate-Palmolive. Ook de tandenborstels werden geleverd door dezelfde fabriek, die ook de auteurs van het onderzoek betaalden. Dit alles stond onder het verslag. Hierdoor krijgt dit onderzoek een wat vieze bijsmaak. Zo`n oratio pro domo gaat mij te ver. Maar een collega vertelde me dat deze informatie tegenwoordig verplicht is bij het publiceren. Een gevolg hiervan is dat we een onderzoek voortaan niet zo gauw meer onder ogen zullen krijgen. Alles wordt immers door de farmacie gesubsidieerd. We hopen dat objectieve instituten, zoals bijvoorbeeld ZonMw, hierdoor meer in beeld komen. Het wachten is nu op de derde fase in het fluoridegevecht, die van de erkenning. Ook kunnen we hopen dat de tweede fase van de ontkenning wordt overgeslagen, maar dat lijkt me wishful thinking. Voor nadere informatie: www.secondopiniontandarts.org
Vrijkomende ionen uit implantaten gevaar voor gezondheid Vorige week hield de technische commissie tandheelkunde van de International Organisation for Standardisation haar vijftigste bijeenkomst in Berlijn, Duitsland. Onafhankelijke deskundigen van over de hele wereld kwamen bijeen om nieuwe normen voor tandheelkundige implantaten te bespreken, naast andere mondgezondheidskwesties. Na de vergadering had Dental Tribune ONLINE een ontmoeting met Dr. Jean-Paul Davidas, de oudste praktiserend implantoloog in Europa met zo’n vijftig jaar ervaring en tevens lid van de Franse National Organisation for Standardisation (Association Française de Normalisation), om meer te weten te komen over de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. Dental Tribune ONLINE: “Dr. Davidas, zou u ons kunnen vertellen welke kwesties, met betrekking tot tandheelkundige implantaten, tijdens de vergadering zijn besproken?” Dr. Jean-Paul Davidas: “We hebben een aantal vernieuwingen in de normen voor tandheelkundige implantaten besproken. De commissie, die uit onafhankelijke deskundigen uit meer dan dertig verschillende landen bestaat, gaat onderzoek doen naar het vrijkomen van ionen uit metalen implantaten. Sinds de ontdekkingen van prof. Per-Ingvar Brånemark, de vader van osseo-integratie, worden titaniumimplantaten routinematig gebruikt in de tandheelkunde. Deze implantaten kunnen echter corroderen en afbreken, waarbij ionen vrijkomen. Er is enige bezorgheid over het feit dat metalen afbraakproducten van implantaten een schadelijk effect kunnen hebben op patiënten. Om de gevolgen van deze lekken te beoordelen zijn we bezig met de ontwikkeling van nieuwe normen om dit soort problemen te evalueren. Het kan echter tot vijf jaar duren voordat een nieuwe norm van kracht is.”
“Wat zijn de gevaren van metalen implantaten voor de gezondheid en hoe kunnen deze gevaren worden aangepakt?” Het vrijkomen van ionen kan zeer gevaarlijk zijn binnen de immunotoxicologie. Het kan ernstige systemische ziekten in de hersenen, longen en nieren veroorzaken, evenals kanker. Hoewel we nog niet de exacte lange termijn gevolgen kunnen vaststellen, weten we wel dat corrosie en het vrijkomen van ionen uit metalen implantaten gevaarlijk is voor de gezondheid. Allereerst is ons doel om nieuwe normen op te stellen om de risico’s van de vrijkomende ionen te evalueren over de komende tien jaar. Als blijkt dat het gebruik van metalen implantaten in dit opzicht te gevaarlijk is, zijn er meerdere manieren om de patiënt te beschermen. Zo zouden metalen implantaten kunnen worden vervangen door alternatieve materialen, zoals keramieken, die de afgelopen jaren al zijn geïntroduceerd. Het is echter nog te vroeg om dit nu al te beslissen.”
“Het aantal normen en voorschriften waar fabrikanten zich aan dienen te houden zijn de laatste tien jaar sterk toegenomen. Is het voor fabrikanten te moeilijk geworden om implantaten te produceren?” Helaas wel. Ik denk dat er vandaag de dag te veel normen zijn. Met te veel regels bestaat het gevaar van het ontstaan van een monopolie. Als het te ingewikkeld wordt om een bepaald implantaat op de markt te brengen, kunnen alleen de bedrijven die het zich kunnen veroorloven voldoen aan de voorschriften van hun land. Het is dan ook mijn doel om de normen en voorschriften voor medische hulpmiddelen te vereenvoudigen. Naar mijn mening hebben we wereldwijd geldende normen nodig die door ieder bedrijf in de wereld kunnen worden nagestreefd.” Referentie 1) Vertaling van: Interview: “Ion release from metal implants is dangerous for human health” door Claudia Duschek in Dental Tribune - The World’s Dental Newspaper: 25 september 2014.
www.nvbt.nl
35
Sanne Hulscher - Tandarts
Tandpasta: een ongezouten fabeltje? Een aanvulling op een eerder verschenen artikel
In jaargang 17 nr. 1 - 2013 pag. 20 van dit tijdschrift schreef ik een artikel over tandpasta. Hierin heb ik een recept opgesteld om een tandpasta aan te maken die geen schadelijke bestanddelen bevat en remineralisatie bevordert. In de tussentijd heeft die bij enkelen al zijn werking bewezen. Het is nog te vroeg om te zien of het proces van cariës wordt tegengegaan, maar de eerste effecten zijn dat gevoeligheid vermindert en het heeft zelfs een licht blekend effect. De meeste patiënten ervaren het gebruik van de tandpasta als prettig.
Voor een nog veiliger gebruik is mijn advies om de baking soda vooraf op te lossen in water. Voeg niet teveel water toe, maar juist genoeg om een pasta-achtige substantie te creeëren. Op die manier wordt er niets afgedaan aan de werking, maar is men er wel zeker van dat het middel geen abrasieve eigenschappen meer bezit.1
Eén van de meest belangrijke bestanddelen is baking soda, oftewel: natriumbicarbonaat. Hierover heb ik meermaals de vraag gekregen of dit geen schurend effect heeft op de tanden. En terecht. Daarom maak ik bij deze nog een aanvulling op mijn eerdere artikel.
Referenties 1) ‘An interview with Thomas Rams, DDS, clinical periodontist and Professor of Microbiology and Immunology, Temple University School of Dentistry’ by Maryann Napoli (2010) http://medicalconsumers.org/tag/keyes-technique/
Recept tandpasta Kokosvet (biologisch, ongeraffineerd) Keltisch zeezout (grijs en enigszins vochtig) Baking soda (bijv. Arm & Hammer) Tea tree oil (of een andere essentiële olie) Kommetjes met eetlepel Vijzel
36
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
1. Doe twee scheppen baking soda in het kommetje en laat dit oplossen in water zodat een pasta-achtige substantie onstaat. 2. Schep vijf eetlepels kokosvet in het andere kommetje en laat dit opwarmen tot kamertemperatuur zodat het zacht wordt. 3. Doe twee scheppen keltisch zeezout in de vijzel en maal het fijn. Voeg hier de opgeloste baking soda aan toe. Meng de twee soorten zout, voeg dit toe aan het kokosvet en roer het geheel goed door. 4. Voeg eventueel een paar druppeltjes tea tree oil toe (niet te veel!). 5. Roer nogmaals en bewaar in een afgesloten container.
Eindelijk: SDS2.0 Het volledig zirkonium, tweedelige implantaat van Swiss Dental Solutions
10 belangrijke redenen om te kiezen voor het ‘screw-mounted’ zirkonium-oxide implantaat SDS2.0: 1. Hogere stabiliteit in gebieden die gevoelig zijn voor breuk (vergeleken met ééndelige implantaten) 2. Verschillende standaard schroeven van goud, titanium en Pekkton (metaalvrij) 3. Implantaat, abutment en interface zijn bestand tegen 20 miljoen cycli van 160N (ISO 14801 bij een diameter van 3.80 mm) 4. Bone-to-Implant-Contact (BIC) van gemachineerd oppervlak na 20 jaar bij patiënten 5. Behoud van bot langs de micro-threads (geen risico op peri-implantitis) 6. Oppervlakte gezandstraald met zirkonium-dioxide partikels (1.7 μm) – implantaat belastbaar na 8 weken in alle botklassen 7. Lacunae voor doorbloeding in klasse I bot – ingebouwde botcompressie voor klassen III-IV 8. Excellente reactie van weke delen dankzij de biochemie van zirkonium dioxide (perfecte esthetiek) 9. Ontwikkeling steunt op 12 jaar directe ervaring met 7,000 keramische implantaten (Dr. Ulrich Volz, oprichter van Z-Systems, ontwikkelaar van de Z-Look3, oprichter van SDS AG) 10. Oplsossingen al beschikbaar voor vele potentiële problemen. Exclusief verkrijgbaar bij Easier Dental Care 0174-752060 - info@easierdentalcare.com - www.easierdentalcare.nl
Peter Dros - Tandarts
Nieuwe inzichten amalgaambelasting In Nederland zijn circa 8300 tandartsen werkzaam. Slechts een klein deel van deze tandartsen werkt op de zogenaamde bio-energetische wijze. Alle bioenergetisch tandartsen hebben een reguliere opleiding afgerond, maar zijn zich daarna gaan verdiepen in de complementaire geneeskunde. Ze hebben zich verenigd in de NVBT, Nederlandse Vereniging ter Bevordering van de Bioenergetische Tandheelkunde. Binnen deze vereniging zijn wij van mening dat de mond moet worden gezien als onderdeel van de totale mens en dat er een wisselwerking is tussen de mondgezondheid en de algehele gezondheid.
D
at de mond invloed heeft op onze gezondheid is voor alle tandartsen evident. Lastiger wordt het als er beweringen worden gedaan als: “amalgaam kan schadelijk zijn voor de gezondheid” en “articaïne kan een schadelijke verdovingsvloeistof zijn”. Vaak worden patiënten die met deze vraag bij hun reguliere tandarts komen gerustgesteld en wordt gezegd dat dit niet evidence-based is aangetoond. Maar wat kun je doen in het geval een patiënt het vermoeden heeft dat amalgaam zijn gezondheid nadelig beïnvloedt? Ten eerste raad ik aan deze patiënt altijd serieus te nemen. Er is namelijk veel informatie beschikbaar op internet en vaak zijn patiënten beter geïnformeerd over de eventueel nadelige gevolgen die amalgaam kan hebben op hun welzijn dan de reguliere tandarts. Een steeds groter wordend probleem wordt gevormd door de neurologische aandoeningen. Voorbeelden van deze ziekten zijn amyotrofe laterale
38
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
sclerose en myalgische encefalomyelitis. De reguliere ontstaanswijze is onbekend. Complementair gezien zijn er aanwijzingen dat deze ziekten veroorzaakt worden door stapeling van vooral zware metalen en pesticiden in het lichaam. Waarom dit plaatsvindt en welke rol amalgaamvullingen hierin kunnen spelen verdient een toelichting. In mijn praktijk zie ik dagelijks patiënten met soortgelijke vragen. Eén van de meest voorkomende vraag die gesteld wordt is: “Kunt u bepalen hoeveel invloed de amalgaamvullingen hebben op mijn klachten?” Het antwoord op deze vraag is: “Ja, dat kan met behulp van zowel reguliere testmethoden als met elektro-acupunctuur volgens Voll en een kinesiologische test.” Bij deze laatste twee methodes wordt tevens de systemische invloed van het gebit zichtbaar.
Reguliere methoden om een amalgaambelasting aan te tonen Indien men wil aantonen of er sprake is van een amalgaambelasting of kwikbelasting, kan dit met een eenvoudige, niet-belastende DMPS-urinetest worden aangetoond. Ook kan met behulp van een speekselstimulatietest de hoeveelheid kwik in het speeksel worden vastgesteld. Het laboratorium dat deze testen uitvoert is ELN in Bunnik. Het is niet zinvol om een bloedtest af te nemen omdat kwik dat niet wordt uitgescheiden via de gal gestapeld wordt op plaatsen elders in het lichaam. Bovendien heeft kwik een grote affiniteit voor eiwitten (in het bijzonder enzymen) waardoor stofwisselingsprocessen kunnen worden geremd. Helemaal dramatisch wordt het in het geval de stapeling optreedt in de mitochondriën. Door het lamleggen van de energiecentrales van de cel wordt de regeneratiecapaciteit sterk geremd. Niet alleen vullingen geven echter kwik af. Ook vanuit onze voeding (vis) en milieu (verbranding van fossiele brandstoffen) krijgen we minimale hoeveelheden kwik binnen. Tevens bevatten sommige vaccinaties kwikverbindingen zoals Thiomersal. De relatie tussen kwik en autisme is in Amerika aangetoond door Prof. Boyd Haley. Ook is deze relatie kortgeleden aangetoond door één van de belangrijkste mensen van CDC (Center of Disease Control), de heer Thompson. Op YouTube.com geeft Haley een wetenschappelijke verklaring voor de invloed van kwik op mens en dier. Kinesiologisch testen met behulp van Mindlink/Preventest Systeem Omdat het verwijderen van amalgaamvullingen alleen vaak niet tot het gewenste resultaat leidt, is het belangrijk te weten welke factoren nog meer van invloed zijn op het klachtenpatroon van de patiënt. Dit is mogelijk door gebruik te maken van toegepaste kinesiologie in combinatie met bewustzijnsvelden. Hiermee is het
mogelijk om het probleem op meerdere niveaus te ontleden. Het voert hier te ver deze methode uit te leggen, maar geïnteresseerde collegae nodig ik van harte uit een dag mee te lopen of een workshop te volgen. Het individueel belastingsvat Hoe kan het nu dat er mensen zijn die een hele mond vol vullingen hebben en nergens last van hebben, terwijl er ook patiënten zijn die opknappen na het verwijderen van hun amalgaamvullingen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt binnen de bio-energetische tandheelkunde uitgegaan van het feit dat geen twee mensen hetzelfde zijn. Ieder persoon is uniek en dient als dusdanig gezien en behandeld te worden. Om te kunnen bepalen wat de invloed is van bijvoorbeeld amalgaamvullingen heb je een methode nodig die in kaart kan brengen in hoeverre amalgaam verstorend werkt bij de desbetreffende patiënt. Omdat echter geen enkele chronische klacht door slechts één factor wordt bepaald, is het van belang in het individueel belastingsvat te ontleden. Uit alle kinesiologische testen blijkt dat dit belastingsvat niet alleen gevuld wordt met zichtbare belastingen (bijvoorbeeld de amalgaamvulling), maar dat vooral de nietzichtbare en niet-met-reguliere-methodenmeetbare belastingen hier een nog grotere rol spelen. In de complementaire geneeskunde gaat men ervan uit dat chronische klachten ontstaan wanneer dit belastingsvat overloopt. D.w.z.: het lichaam is niet meer in staat te compenseren. Ieder individu heeft een maximale belastingcapaciteit op zowel fysisch als emotioneel niveau. Dit wordt bepaald door erfelijke- (genetische) en omgevingsfactoren (epi genetische). Het verschil in reguliere en complementaire benadering is de visie dat ziekten regulier gezien veroorzaakt worden door één factor (bijvoorbeeld een
www.nvbt.nl
39
bacterie, virus of genafwijking) en alleen de meetbare en zichtbare zaken ertoe doen, terwijl complementair gezien vooral de omgevingsfactoren en het individueel belastingsvat de doorslag geven. Complementaire behandeling bestaat uit het zoveel mogelijk legen van dit individuele belastingsvat. Verwijderen van amalgaamvullingen vormt slechts één onderdeel van de totale behandeling. Naast de zichtbare component (amalgaam) worden namelijk ook niet-zichtbare (emotionele) factoren behandeld. Daarnaast gaat iedere behandeling gepaard met een uitleidingstherapie. Behandeling van de zichtbare component Deze behandeling is simpel en door iedere tandarts uit te voeren. Het betreft het verwijderen van de amalgaamvullingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een rubberdam en clean-up afzuiger. Omdat ook bij het uitboren van amalgaamvullingen kwikdamp vrijkomt, is het zaak deze belasting zoveel mogelijk te reduceren. Voor een patiënt die reeds maximaal belast is kan uitboren zonder gebruik van deze hulpmiddelen ernstige reacties geven. Aanvullend worden de vulmaterialen en verdovingsvloeistof kinesiologisch uitgetest. Behandeling van de onzichtbare component: de belasting van het onderbewustzijn Tot deze belastingen behoren de onbewuste negatieve overtuigingen van het onderbewustzijn. Deze worden veelal tijdens de eerste levensjaren jaren gevormd en telkens wanneer zich een traumatische ervaring voordoet wordt het belastingsvat aangevuld. Uiteindelijk kan dit er toe leiden dat iemand chronisch ziek wordt en blijft totdat de emotionele component, die inmiddels het grootste deel uitmaakt van het belastingsvat, wordt aangepakt. Omdat negatieve overtuigingen niet met reguliere meetmethoden zijn vast te stellen en ieder individu verschilt, is ‘evidencebased’ onderzoek niet uitvoerbaar. Behandeling vindt plaats met behulp van informatietherapie. Overdracht van informatie vindt plaats met behulp van een teslaspoel. Omdat hier spectaculaire resultaten mee kunnen worden geboekt,
40
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
verdient deze vorm van behandeling mijns inziens een plaats binnen de zorg. Vooral omdat er steeds meer ziekten een chronisch karakter hebben is onderzoek naar deze methode zeer gewenst. Uitleidingstherapie: de lever als de grote ontgifter De lever is verantwoordelijk voor het verwijderen van zware metalen en andere milieubelastingen die we dagelijks binnen krijgen. Er zijn twee verschillende typen van biochemische processen gedurende het verloop van het ontgiftingsproces (detoxificatie) in de lever. De eerste fase en de tweede fase van de lever noemen we detoxificatie. In deze twee fases worden schadelijke, in vetoplosbare stoffen omgezet tot wateroplosbare stoffen. Deze omgezette stoffen kunnen dan door de lever - via de galblaas - afgescheiden worden. Ze worden dan via de stoelgang verwijderd of via het bloed naar de nieren getransporteerd en daar tot urine gevormd om dan uitgeplast te kunnen worden. De reacties van de eerste fase zijn chemische omzettingen waarbij een uitgebreide familie van enzymen (cytochroom P450 iso-enzymen) betrokken is. Deze enzymen zijn wat betreft hun aanmaak afhankelijk van mineralen, antioxidanten en vitamine B. De eerste fasereactie van de lever alleen is onvoldoende om het lichaam te verlossen van schadelijke verbindingen. Een tweede fase-activiteit is nodig om dit te voltooien. Het zijn de vele chemische transformaties, binnen het zogeheten conjugatieproces, die daarvoor zorgen. In dit conjugatieproces zijn onder andere enkele zwavelhoudende aminozuren betrokken. De verhouding van de activiteit in beide fases is van groot belang voor behoud van onze gezondheid. Verloopt de eerste fase sneller dan de tweede dan ontstaan er vrije radicalen (agressieve verbindingen die celschade geven). Verloopt de tweede fase te traag door onvoldoende zwavelhoudende aminozuren dan kan zich dit uiten in vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, oedeem, buikklachten, verstopping, misselijkheid, vieze metaalsmaak in de mond, huidklachten, duizeligheid, jeuk én een ander eetgedrag. Ook in de tandheelkundige praktijk zien we veel patiënten met dergelijke klachten.
De eerste ontgiftingsfase In fase één van de ontgifting van de lever worden door enzymatische processen (de zogenaamde P450 enzymen) niet alleen toxinen zoals drugs, pesticiden en zware metalen onschadelijk gemaakt, maar ook afbraakproducten van lichaamseigen stoffen zoals hormonen en stoffen uit het immuunsysteem zoals histamine. In fase één wordt een deel van de stoffen volledig onschadelijk gemaakt. Een ander deel wordt voorbewerkt en in fase twee verder verwerkt om dan via gal en nieren te worden uitgescheiden. Of iemand een goede ontgifter is wordt bepaald door de wel of niet optimale werking van zijn enzymsystemen en dit is mede door zijn erfelijkheid bepaald. We kennen allemaal voorbeelden van mensen op feestjes die na een paar slokken wijn al ‘dronken’ zijn. Bij een onvoldoende werking van fase één zien we bijvoorbeeld dat mensen cafeïne niet kunnen verdragen. Veel chemische geneesmiddelen hebben een vernietigende werking op de cytochroom P450 enzymen die door tenminste 71 verschillende genen worden gecodeerd. Daarom zijn er veel individuele variaties en dus variaties in ontgiftingscapaciteit mogelijk. Indien er in fase één onvoldoende ontgift wordt, ontstaan er veel zogenaamde vrije radicalen. Dit zijn zeer agressieve chemische verbindingen die onder andere weefselschade kunnen geven.
bepaalde E-nummers. Zo heeft elke fabriek een bepaalde taak en heeft daarvoor ook bepaalde voedingsstoffen nodig om dit scheikundig te kunnen bolwerken. Deze hardwerkende fabrieksarbeiders hebben goede voeding nodig om dit smerige werk te kunnen volhouden. Krijgen ze onvoldoende nutriënten zoals vitaminen, mineralen en aminozuren dan leggen ze het werk neer. Elke fase heeft zijn specifieke ‘superbenzine’ nodig aan nutriënten om de gifstoffen goed wateroplosbaar te kunnen maken. Met behulp van de Preventest is inzicht te verkrijgen in welke leverfase is verstoord en met welke voedingssupplementen deze weer in balans kan worden gebracht. Samen met het verwijderen van amalgaamvullingen kan op deze wijze een enorme verbetering worden bereikt in het welzijn van de patiënt. Door het legen van het belastingsvat wordt de weerstand van de gastheer vergroot.
De tweede ontgiftingsfase De lever maakt in deze fase door middel van enzymen de al omgezette gifstoffen uit de eerste fase verder wateroplosbaar. Veel chemische transformaties verlopen via een aantal gespecialiseerde 'fabrieken'. Een fabriek die acetylering wordt genoemd verwerkt bijvoorbeeld medicijnen zoals antibiotica. De fabriek glutathionconjugatie verwerkt onder andere paracetamol, alcohol, koffie en pesticiden en de fabriek die sulfatie heet transformeert allerlei hormonen en zware metalen. De lucoronidatiefabriek verwerkt aspirine, morfine, oxazepam en een fabriek met de mooie naam methylering neemt specifieke hormonen en histamine voor zijn rekening. Als laatste is de glycinatiefabriek verantwoordelijk voor o.a. nicotine en
Referenties - Open Mind Academy: Elemente der Gesundheit, ISBN 978-9814759-0-6 - DMPS-test en speekseltest: www.europeanlaboratory.nl - Boyd Haley YouTube.com: www.youtube.com/watch?v=ZpKum7J0kso https:// www.youtube.com/watch?v=DUcggKW6M7I - Leverbiotransformatie: www.natuurdietisten.nl - Mindlink/Preventest coaching: www.mindlinkcoach.nl en www.mindlink.info - Storfeld Zahn: Karlheinz Graf, ISBN 978-3-437-58570-8 - Armlangenreflex-test Und Systemische Kinesiologie: Johann Lechner, ISBN 3-935767-01-3
Conclusie In hoeverre amalgaamvullingen een belasting vormen is alleen met individueel testen te bepalen. Het klakkeloos uitboren van amalgaamvullingen moet tot een minimum worden beperkt en wanneer er toch verwijdering plaatsvindt is gebruik van rubberdam en clean-up afzuiging wenselijk. Zonder begeleidende uitleidingstherapie kan verergering van klachten optreden.
www.nvbt.nl
41
Bert Heintzberger - Tandarts, acupuncturist
De nieuwe wet op infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk
“
Ceterum censeo dat een objectieve waarheid niet bestaat en dat de aerosol zelf afdoende bestreden dient te worden, wil de wet op infectiepreventie geloofwaardig overkomen.
42
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
�
W
ellicht heeft de lezer opgemerkt dat mijn artikelen uit voorgaande nummers van het NVBT-tijdschrift werden afgesloten met: “Ceterum censeo dat een objectieve waarheid niet bestaat en dat de aerosol zelf afdoende bestreden dient te worden, wil de wet op de infectiepreventie geloofwaardig overkomen.” Eenzelfde opzet als de oude Cato uitsprak aan het einde van elke senaatzitting ten tijde van het Romeinse rijk. Een uitspraak die uiteindelijk heeft geleid tot de verwoesting van Carthago, aldus de historie. Nieuwe WIP-richtlijnen In de oude WIP-richtlijnen werd aan de aerosol slechts een paar regels gewijd: “De aerosol dient zoveel mogelijk vermeden te worden.” In de nieuwe WIP-richtlijnen is dit tot een dieptepunt afgezwakt: “In een kritische ruimte (dus ook de behandelruimte) is er geen specifieke luchtbehandeling nodig.” (?) Bij een nieuwe praktijk of verbouwing: “Houd bij het nieuwe ontwerp rekening met spatzone en aerosolen (in oude praktijken niet?). Beschik over minstens twee kritische ruimtes, waarvan één voor reinigen, desinfecteren en steriliseren.” In deze ruimten is dus geen specifieke luchtbehandeling vereist. Wel dient er rekening mee te worden gehouden, maar hoe? En dan te bedenken dat de volledige WIP-richtlijnen haast een boekwerk zijn. Schijnveiligheid Toch is het eigenlijk heel logisch: alles wordt onbetaalbaar duur of het vak houdt op te bestaan. Erover zwijgen lijkt de enige optie te zijn. Er wordt een schijnveiligheid gecreëerd: het Nederlandse volk wordt om de tuin geleid. Met zulke strenge maatregelen moet het wel veilig zijn. In een aantal van mijn voorgaande artikelen heb ik enkele aanbevelingen gedaan hoe de aerosol bestreden zou kunnen worden. Het heeft echter geen zin, men zwijgt simpelweg.
Water naar de zee dragen Tijdens mijn opleiding in de zestiger jaren zei een professor: “Indien speeksel OostIndische inkt zou zijn, dan zou iedere tandheelkundige praktijk er pikzwart uitzien.” Het betreft dan ook geen nieuw probleem, maar het wordt niet opgelost binnen de nieuwe WIP-richtlijnen. Het is als het reinigen van een pikzwarte rivier, waarbij de bodem en oevers zwart en vervuild zijn, terwijl men vergeet de smeerpijp af te sluiten. Dichtbij de smeerpijp blijft het hopeloos. Het is als water naar de zee dragen. Aerosolen Hoe zit het met de verontreinigde en besmette lucht met microscopisch kleine druppeltjes (aerosolen) vol speeksel, bloedresten, bacteriën en virussen die ontstaan door het gebruik van de met hoge snelheid werkende micromotoren en de hoogfrequentie tips voor het verwijderen van tandsteen? Een lucht die blijft hangen en door iedere behandelaar en nieuwe patiënt wordt ingeademd. En hoe zit het met instrumenten die uit de verpakking worden gehaald in de behandelkamer? En de handschoenen die direct na het aantrekken alweer besmet zijn door de aerosolen? En de kleding, knopjes van kastjes en alle werkbladen die na schoonmaken direct weer besmet zijn? Het is niet toegestaan met het instrumentarium door een wachtruimte te lopen, maar het mag wel uitgepakt en opgeborgen worden in de behandelruimte. Een lade openen geeft direct besmetting van de inhoud. Praktijksluiting Een praktijk sluiten door de inspectie op grond van onvoldoende hygiëne? Elke praktijk zou dan gesloten moeten worden. Het is een farce om op grond van deze richtlijnen een praktijk te sluiten. Kweek de lucht in een behandelkamer maar eens met luchtmonsters. En hoe zit het met de kwikbelasting door het uitboren van de amalgaamvullingen?
www.nvbt.nl
43
Lysol Er is tevens een keerzijde aan onze schoonmaakwoede. Indertijd werd gezegd dat mensen in het medische circuit die niet tegen het ontsmettingsmiddel Lysol konden niet meer geschikt waren voor het medische beroep. Binnen de tandheelkunde ontstaat er een nieuwe probleem. Medische hulpverleners krijgen steeds meer lichamelijke klachten door het voortdurende contact met ontsmettende vloeistoffen die door verdamping een blijvende belasting voor de gezondheid kunnen veroorzaken. Hoe erg is dit probleem? En wordt de link tussen de algehele gezondheid en dit fenomeen wel gelegd? Ikzelf ben hard met mijn neus op de feiten gedrukt en weet dat het probleem ook bij andere hulpverleners speelt. Anafylactische shock In de late ochtend tijdens het werken in mijn praktijk voelde ik me plotseling onwel worden. Ik kreeg het vreselijk benauwd en het leek alsof duizenden naaldjes in mijn lijf en vooral in mijn voorhoofd werden gestoken. Het beeld verslechterde met de minuut en mijn hoofd werd enorm rood. Na 112 te hebben gebeld werd ik met gillende sirene afgevoerd naar het ziekenhuis. Een anafylactische shock! In de ambulance en net daarvoor dreigde ik het bewustzijn te verliezen. Ik keek naar het plafond van de ambulance en dacht: “Zo ziet het er dus uit als je doodgaat.” Ik heb het overleefd! De volgende dag, toen ook mijn hart weer rustig was, mocht ik naar huis. Oorzaak Wat was de oorzaak? Daar kwam ik snel achter. Toen ik de volgende dag mijn praktijk binnenliep merkte ik direct dat alles weer terugkwam: vijftien minuten lang heb ik buiten naar adem moeten snakken. Het heeft twee maanden geduurd voor ik weer in mijn behandelkamer kon vertoeven. Een behandelkamer die intussen telkens gelucht was en hermetisch gesloten bleef voor de rest van het gebouw waar nog wel werd gewerkt. Het is nu een half jaar verder en het gaat goed met me. Het heeft echter wel heel lang geduurd en het gevaar is uiteraard nog steeds aanwezig. Ik zal nooit meer als tandarts kunnen werken.
44
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Hernieuwd contact Het hele probleem is ontstaan doordat ik wegens omstandigheden (mijn vrouw was ernstig ziek) een paar maanden niet in mijn praktijkkamer was geweest. Het gebeurde toen ik voor de eerste keer weer in mijn praktijk kwam. Door een hernieuwd contact heeft mijn lichaam zijn probleem opgemerkt en actief gemaakt. Voor die tijd was het lichaam er ‘zogenaamd’ aan gewend. Luchtbehandeling Ik werk niet meer als tandarts, maar doe alleen nog acupunctuur. In de ruimten die geregeld worden ontsmet kan ik nog steeds niet komen. De koffiekamer en wachtruimte zijn te doen. Eén keer kwam ik in een ruimte waar iets desinfectievloeistof was gemorst bij het overschenken en dat werd heel snel duidelijk. Overigens ben ik al zeker veertig jaar heel alert op de luchtbehandeling in de praktijk. Bij de bouw van onze groepspraktijk dachten we daar al heel goed rekening mee te hebben gehouden, vooral met het oog op kwikdampspanningen. Een centraal afzuigsysteem met koolfilters, in elke behandelkamer afzuiging boven de stoel en een verrijdbare luchtreiniger. Had ik een voorgevoel? Helaas zonder succes. Dit moet veel professioneler worden aangepakt, zoals werken met een sterke onderdruk. Relatie Overigens ben ik niet de enige die daar last van heeft. Een andere tandarts in onze groepspraktijk heeft chronische longklachten en hoest continue. Hij krijgt geen lucht en moet Prednison gebruiken. Een andere, jonge medewerkster heeft hoofdpijnklachten. Mijn vrouw, die de laatste vijfentwintig jaar met mij heeft samengewerkt, heeft een niertumor gekregen. Regulier is daar geen verklaring voor, maar met acupunctuur is er wel degelijk een relatie te leggen tussen deze klachten en de ontsmettingsmiddelen. Door een groot wonder kon de nier met een operatie worden behouden. Wat zal de toekomst brengen? Zwangerschap Een andere belangrijke vraag is of deze middelen effect hebben op zwangere
vrouwen, gezien het grote aantal vrouwelijke tandartsen en mondhygiënsten. In onze groepspraktijk is het mogelijk door middel van acupunctuur deze link wel degelijk aan te tonen. Regulier heeft men bij mij niets kunnen vaststellen en een onderzoek in het ziekenhuis met deze ontsmettingsvloeistoffen om hier achter te komen lijkt me geen goed idee. Ik ben bekend met de oorzaak en durf rustig verder te leven. Weet men de oorzaak niet dan kan de paniek weer heel snel toeslaan. Overigens loop ik nu wel rond met de beroemde ‘anti-spuit’. Enquête Waar zijn we mee bezig? Herkent u zich in klachten zoals allergie voor geurtjes en dergelijke, hoofdpijn of migraine, chronische vermoeidheid, COPD, astma, sinusproblematiek, onverklaarbare
anafylactische shock en tumoren? Wie heeft het lef dit met een enquête te inventariseren? Ik durf mijn mond open te doen, want ik ben zeventig jaar. Veel jonge medewerkers zeggen: “Ik moet nog lang mijn brood verdienen.” Anderen vinden de maatregelen erg overdreven. En dan heb ik het nog niet over de milieuvervuiling door allerlei wegwerpartikelen. De medische stand zou daar eigenlijk als eerste het voorbeeld moeten geven. U kunt contact met mij opnemen via: bertheintzberger@ziggo.nl of op 0251-311044.
www.nvbt.nl
45
Nico Westerman - Arts voor acupunctuur, biofysische geneeskunde en neuraaltherapie
Light in Shaping Life Biophotons in Biology and Medicine - dr. Roeland van Wijk
D
e schrijver wordt algemeen beschouwd als Nederlands bekendste en meest vooraanstaande wetenschapper binnen het onderzoeksgebied van de complementaire geneeskunde. Gedurende vele jaren gaf hij als senior scientist, verbonden aan de afdeling moleculaire biologie van de Rijksuniversiteit Utrecht, leiding aan het Steunpunt Integrale Geneeswijzen. Zijn onderzoek naar de principes van homeopathie en (elektro-)acupunctuur hebben diverse prestigieuze prijzen opgeleverd. Sinds de oprichting ervan is hij als redacteur en hoofdredacteur verbonden aan het Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde.
Roeland van Wijk - Light in Shaping Life - Biophotons in Biology and Medicine. ISBN 978-90-818843-2-7 Uitgave: Meluna, Geldermalsen, 2014. Engelstalig, 419 pagina’s, overzichtelijk ingedeeld, zeer rijk geïllustreerd, uitgebreide literatuurverwijzingen, glossary, auteur index en subject index. Prijs: € 69,95 (inclusief verzendkosten binnen Nederland). Te bestellen via: www.meluna-international.boekenservice.nl.
46
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Onderzoeker biofotonen Behoudens onderzoek naar complementaire geneeswijzen, naar de moleculaire basis van stress en naar stress en tumorgroei, is Roel al gedurende decennia één van de meest vooraanstaande biofotonenonderzoekers ter wereld. Zo leidde hij jarenlang samen met Fritz-Albert Popp het International Institute of Biophysics in Neuss (WD), destijds het centrum van het mondiale biofotonenonderzoek, waarin hij met vrijwel alle vooraanstaande wetenschappers ter wereld op dit gebied onderzoek heeft gedaan. Zo geeft hij sinds vele jaren leiding gegeven aan het Nederlandse Meluna Insituut (Measurements of Luminescence of Natural Products), zowel in samenwerking met de universiteit van Utrecht als die van Leiden. Zijn onderzoek heeft geleid tot een imposante stroom aan publicaties over biologisch elektromagnetisme in een diversiteit aan biomedische tijdschriften in de hele wereld.
Light in Shaping Life Na meer dan dertig jaar onderzoek realiseerde Roel zich de noodzaak van een omvattend overzichtswerk over het biofotonenonderzoek én de noodzaak van een boek waarmee dit fascinerende onderzoeksgebied voor een breder publiek inzichtelijk en toegankelijk wordt gemaakt. Hij heeft meerdere jaren besteed om beide doelen in één werk tot stand te brengen. Het resultaat is een weergaloos boek: Light in Shaping Life, dat als zijn voorlopige magnum opus kan worden beschouwd. Het werk is zowel een historisch testimonium van het onderzoek naar het fascinerende verschijnsel van biologisch licht, het vormt ‘the state of the art’ van het moderne biofotonenonderzoek en het is het eerste wetenschappelijke overzichtswerk op dit onderzoekterrein. Ontwikkeling Het boek is geschreven als een ontdekkingsreis, een reis door de tijd, waarin de lezer de ontsluiering van de lichtuitstraling van levende wezens stapvoor-stap meemaakt. Het eerste deel voert terug naar het begin van de 18e eeuw en laat vanaf die periode de ontwikkeling zien van het concept ‘veld’ binnen de biologie en geneeskunde. Het concept dat de uiteindelijke context vormt waarbinnen de uitstraling van licht door levende wezens en hun cellen kan worden begrepen. En daarmee concreet: het antwoord op de fundamentele vragen rond morfogenese: ‘hoe komen biologische vormen tot stand’, ‘wat stuurt de embryologische ontwikkeling’, ‘hoe verloopt regeneratie’ en vooral: ‘hoe kan een biologisch organisme als een systeem worden begrepen’. Het concept ‘veld’ is niets minder dan de basis die alle richtingen binnen de complementaire geneeskunde, ongeacht hun onvoorstelbare diversiteit, met elkaar gemeen hebben en die het bestaansrecht van CAM vormt: de integrale visie op geneeskunde en het centrale uitgangspunt van zelfgenezing daarbinnen.
Ultrazwakke lichtuitstraling Het tweede deel van de reis die ‘light in shaping life’ de lezer laat maken, begint bij de aanvang van de 20e eeuw met de ontwikkeling van het principe van morfogenetische velden die zijn gebaseerd op elektromagnetische straling. Centraal hierbij is het imposante en imponerende onderzoek van de Russische arts en wetenschapper Alexander Gawrilowitsch Gurwitsch tot in de jaren vijftig. Onderzoek waarmee, haaks op de heersende reductionistische tijdvisie, het belang van het veldconcept binnen de biologie en geneeskunde onomstotelijk is aangetoond. En dat heeft laten zien dat binnen dat veldconcept doelgerichte lichtemissie (vooral in het ultraviolette bereik) door biologische systemen een vitale rol speelt. Wat Gurwitsch en zijn medewerkers niet konden aantonen, was het feitelijke fysische bestaan van dat licht. Dat zou tot de jaren zestig in de USSR en de jaren zeventig in de westerse wereld duren, toen voor het eerst detectieapparatuur ter beschikking kwam (fotomultiplicatoren) waarmee biologisch licht natuurkundig kon worden vastgesteld en gemeten. Vrijwel iedere cel bleek licht uit te stralen, met een intensiteit die onvoorstelbaar gering is (de verklaring dat het zo lang heeft geduurd voor de bevindingen van Gurwitsch daadwerkelijk bevestigd konden worden) en de golflengte bleek zich niet alleen in het ultraviolette bereik te bevinden, maar in het gehele lichtspectrum, dus ook en juist in het zichtbare spectrum van rood t/m violet. Cellen, organen en organismen bleken aantoonbaar licht uit te stralen met een golflengte van 780 nm (rood) tot circa 315 nm (violet) en met een geringere intensiteit tot 190 nm (ultraviolet A en B, met een deel van het aangrenzende UV-C bereik). Het gevolg dat biologisch licht nu feitelijk vast kon worden gesteld is een wereldwijde acceleratie geweest van het onderzoek naar ultrazwakke lichtuitstraling door biologische systemen met navenant een bijna overweldigende hoeveelheid
www.nvbt.nl
47
aan onderzoekdata. Gelukkig gidst de auteur de lezer langs de belangrijkste onderzoeksgroepen en ontstaat een helder beeld van wat het onderzoek heeft opgeleverd. Vrije radicalen Eén van de vele topics hierbij is de relatie tussen biofotonen en de productie van vrije radicalen (ROS, reactive oxygen species: geëxciteerde zuurstofmoleculen die tijdens de stofwisseling ontstaan). Die relatie wordt uitgewerkt in het derde deel van het boek. Ook hier weer: een reis door de tijd waarin de loop der ontwikkelingen vanuit historisch perspectief wordt belicht. Zo komt onder meer het fascinerende onderzoek van de Duitse fysioloog en arts, tevens Nobelprijswinnaar, Otto Heinrich Warburg in de jaren dertig tot zestig van de vorige eeuw rond zuurstoftekort en gisting op celniveau en het ontstaan van kanker uitgebreid aan bod. De lijn van het verhaal bij de relatie tussen biofotonen en vrije radicalen voert langs glycolyse, Krebscyclus en ademhalingsketen. Voor velen moeilijke en halfvergeten onderwerpen. Maar de lezer wordt aan de hand genomen en vlekkeloos door deze processen geleid. Vergeten kennis wordt weer gewekt en misschien wel voor het eerst ontstaan echt begrip van het belang van deze fundamentele biochemische processen. Waar gaat het om? Het gaat om de vraag hoe biofotonen geproduceerd kunnen worden. Exitatie Uitstralen van licht vergt dat elektronen onder invloed van opgenomen energie naar een hogere elektronenschil in hun molecuul springen. In de natuurkunde wordt dit ‘exitatie’ genoemd. Als het elektron terugspringt naar de eigen schil wordt de opgenomen energie in de vorm van een lichtquant, een foton, afgegeven. Dat is de fysische basis van het uitstralen van welk licht dan ook. Dus om licht uit te kunnen stralen moet binnen weefsels exitatie van elektronen optreden. En dat blijkt daadwerkelijk het geval te zijn. Er is nu onomstotelijk aangetoond dat binnen cellen, meer specifiek binnen mitochondriën, vrije zuurstofradicalen
48
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
die tijdens de celademhaling ontstaan, leiden tot de productie van geëxciteerde moleculen die verantwoordelijk zijn voor lichtuitstraling in het rode t/m het ultraviolette bereik. De intensiteit van de biofotonenafgifte blijkt als maat te kunnen worden gebruikt voor de vrije radicalenproductie. Eén van de mechanismen waardoor cellen licht produceren is hiermee ontsluierd. Controverse Hoe fascinerend dit ook is, de lezer ontkomt op dit punt mogelijk niet aan enige ontnuchtering. Biofotonen roepen voor velen positieve associaties en fascinatie op, voor sommigen heeft het begrip zelfs een min of meer mystieke of zelfs magische klankkleur. Vrije radicalen echter worden doorgaans geassocieerd met celschade en ziekten zoals kanker, hart- en vaatziekten en andere chronische degeneratieve aandoeningen. De auteur laat zien dat deze controverse op het punt staat om te worden opgelost. Er is al lang aangetoond dat het lichaam doelbewust gebruik maakt van vrije radicalen, onder meer bij iedere immuunrespons. Te verwachten is dat het beeld rond vrije radicalen op korte termijn zal wijzigen van dat van een negatief bijproduct bij het metabolisme, tot een uiterst functioneel, fysiologisch relevant principe dat door het lichaam doelgericht wordt ingezet waar hoogenergetische processen vereist zijn. De relatie met ziekte zou dan uitsluitend op een ontsporing van dit fysiologische mechanisme berusten. Er is zelfs al een snelgroeiend terrein van onderzoek ontstaan dat zich met ‘redoxregulatie’ bezighoudt, dus met de processen die binnen de stofwisseling de productie en de biologische inzet van vrije radicalen reguleren. Adequate redoxregulatie betekent dan dat de vrije radicaleninzet zich volledig binnen fysiologische grenzen bevindt. Zoals het er zich nu laat uitzien zal de biofotonenemissie wel eens een belangrijk hulpmiddel binnen dit nieuwe onderzoeksterrein kunnen worden. Vanuit het verleden heeft de relatie met vrije radicalen ook de productie van biofotonen gelinkt met ischemie, kanker en andere degeneratieve aandoeningen. Behoudens de veranderende beeldvorming
rond vrije radicalen is er zeer veel evidence dat biofotonen juist en vooral betrokken zijn op groei en differentiatie. Deel vier van het boek - de auteur heeft het over ‘de reis’ - gaat in op informatieve en regulatieve aspecten van de biofotonenuitstraling door cellen. Elektromagnetische velden Het idee dat elektromagnetische velden een controlerende rol hebben bij morfogenese, celgroei en differentiatie is niet nieuw. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw is deze hypothese voorgesteld (met name door Gurwitsch). Ook voor de verdere ontwikkeling die dit concept (dat als de basis kan worden beschouwd van de moderne biofysische geneeskunde) heeft doorgemaakt laat de auteur de lezer een reis door de tijd maken. Onder meer het onderzoek naar elektrische en elektromagnetische velden tijdens de embryologische ontwikkeling, bij regeneratie en onder meer bij kanker dat door de Amerikaanse hoogleraar anatomie aan de Yale universiteit Harold Saxton Burr in de jaren 1935 tot 1960 is verricht, komt uitgebreid aan bod. Evenals het werk van de Amerikaanse orthopedisch chirurg Robert O. Becker in de jaren zestig en zeventig, dat als het vervolg op het werk van Burr kan worden beschouwd, maar dan vooral met betrekking tot botweefsel. Dan volgt onderzoek dat laat zien hoe wijdverbreid elektromagnetische vibraties binnen organismen voorkomen, onder meer als gevolg van interacties tussen macromoleculen onderling, cellen onderling en mogelijk enzymen en substraat, antilichamen en antigenen en DNA en RNA. Regulatieniveau Het is steeds duidelijker geworden dat biologisch elektromagnetisme meer is dan alleen maar een blauwdruk van organische processen, maar dat het om een feitelijk regulatieniveau gaat. De uitspraak dat ‘chemische reacties altijd samengaan met elektromagnetische vibratieprocessen en daar ook door veroorzaakt kunnen worden’, dateert al uit de jaren zestig. Het werk van de Russische onderzoeker Presman, rond 1970, laat zien dat biologische systemen elektromagnetische frequenties genereren
tussen enkele Hz of minder (het gaat dan om extreem lange golflengtes van meerdere keren de omtrek van de aarde) en extreem korte golven in het verdere UV-bereik. Fritz-Albert Popp, de Duitse fysicus die prominent onderzoek naar biologisch elektromagnetisme heeft gedaan, sprak van ‘elektromagnetische bio-informatie’, en heeft het denkmodel gestimuleerd dat er naast het moleculaire regulatieniveau een biologisch elektromagnetisch regulatieniveau bestaat. Popp heeft verder aan de wieg gestaan van reeksen multidisciplinaire conferenties waarin een diversiteit aan wetenschappers uit de hele wereld zich over de vragen met betrekking tot dit nieuwe regulatieniveau hebben gebogen. Meer en meer werkhypothesen wonnen terrein dat biologische systemen fotonvelden bezitten, de regulatie van enzymatische processen door elektromagnetische signalen waaronder fotonen plaatsvindt en biologisch elektromagnetisme de sleutel kan zijn waarmee de organisatie van levende organismen begrepen kan worden. Buitenwereld Deel vijf laat zien dat fotonen niet alleen binnen het lichaam ontstaan, maar dat ze ook vanuit de buitenwereld worden opgenomen (‘trapping’), kunnen worden opgeslagen en dan vervolgens op een later moment kunnen worden uitgestraald. Popp heeft waarschijnlijk gemaakt dat het organisme in staat is tot coherente opslag en dat de resonatorkwaliteit van organische trillingssystemen die externe fotonen opslaan een kwaliteitsfactor hebben (de zogeheten Q-factor, het vermogen van een trillingssysteem om een trilling vast te houden en daarmee ook maat voor de specificiteit en sensitiviteit van het trillingssysteem), die vele duizenden malen groter is dan die van de meest geavanceerde technische laser. Beeldvorming Het zesde deel gaat in op de enorme verbetering in de beeldvorming van biofotonen in de laatste vijftien jaar. Fotomultiplicatoren hebben een doorbraak gegeven in het biofotonenonderzoek die zijn weerga niet kent. Maar als meetresultaat
www.nvbt.nl
49
geven ze uitsluitend staatjes met fotonen weer die behalve voor ingewijden niet direct tot de verbeelding spreken. In het laatste deel van de ontdekkingsreis van het biofotonenonderzoek wordt onder meer de zoektocht beschreven die uiteindelijk tot beeldvormende apparatuur zou leiden. Rond de wisseling van de 20ste naar de 21ste eeuw zijn Japanse onderzoekers in staat gebleken met hoog gevoelige CCD-camera-systemen daadwerkelijke afbeeldingen van de menselijke fotonenemissie te maken. Het licht uit cellen was hiermee voor het eerst niet alleen aantoonbaar, maar ook zichtbaar geworden. Een Nederlands onderzoeksteam onder leiding van auteur Roel van Wijk, is nauw bij deze ontwikkeling en bij het vervolgonderzoek met deze techniek betrokken geweest. Het ligt voor de hand dat deze overtuigende manier om biologisch licht vast te leggen een enorme meerwaarde voor de acceptatie van het fenomeen zal hebben. En dat de te verwachten volgende stap zal zijn dat biofotonenonderzoek als non-invasieve diagnostische methode ingang binnen de reguliere geneeskunde zal krijgen.
Afb. 1: Het menselijke biofotonenveld
50
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
CAM Het enorme belang van dit boek voor het vakgebied van de complementaire geneeskunde behoeft geen betoog. Vele toepassingen binnen CAM, waaronder acupunctuur en homeopathie, ontlenen hun fysiologische onderbouwing goeddeels aan het bestaan van biologisch elektromagnetisme. CAM zou voor een niet onaanzienlijk deel kunnen worden gekarakteriseerd als de combinatie van biomedische kennis met unieke concepten als ‘bio-energie’ en ‘biofotonen’ in het proces van zelfheling. Het boek is daarmee ook een geweldige brug tussen regulier medisch denken en CAM. Het kan in reguliere ogen aanvaardbaar en begrijpelijk maken wat CAM nu juist zo onderscheidt van regulier: het bio-energetische aspect dat zonder wetenschappelijk gefundeerde onderbouwing voor velen zo gemakkelijk zweverig, onbegrijpelijk en onaanvaardbaar is. Een absolute must-have Light in Shaping Life is een boek dat in de boekenkast van geen enkele CAMarts of -therapeut mag ontbreken. En hetzelfde geldt natuurlijk voor reguliere artsen. De nabije toekomst zal onafwendbaar een paradigmawisseling binnen de geneeskunde laten zien waarbij biologisch elektromagnetisme als nieuw regulatieniveau zijn plaats in zal nemen. Dat maakt het boek bijna tot verplichte vakliteratuur voor een ieder die professioneel bij de geneeskunde betrokken is. Maar niet alleen vakliteratuur, ook en vooral een fantastisch boek dat veel genoegen zal geven tijdens het lezen, kennis en inzicht zal verbreden en verdiepen en dat voor de CAM-arts of -therapeut een appèl zal doen op de motivatie waarmee ooit de stap is gemaakt om CAM-geneeskunde te gaan beoefenen. Verder een boek dat zonder meer de basis kan en gaat vormen van de verdere wetenschappelijke onderbouwing van CAM en daarmee een absolute mijlpaal voor de complementaire geneeskunde.
Reactie artikel Nt Onderstaand het antwoord van de Nt-redactie op een reactie van mij op een artikel in het Nt. Het valt op dat de KNMT al jaren vermijdt om een officieel standpunt in te nemen over amalgaam. Amalgaam Onder het tussenkopje ‘Niet schadelijk’ staat in het praktijkartikel in het Nt 11/20/14, p. 30 de zin: “Maar de KNMT nam het standpunt van de ADA en de FDI over dat kwik in amalgaam gebonden is en dus niet schadelijk voor het menselijk lichaam is, behalve in het uitzonderlijk geval van allergie voor het kwik.” Daarmee verschuilde de KNMT zich achter internationale organisaties, in voorkomende gevallen verwees men daar ook naar. Echter, talloze
onderzoeken laten zien dat kwik in amalgaam niet gebonden is. Door de batterijwerking, die op een amalgaamvulling eenvoudig met elk elektrisch meetapparaat meetbaar is, lost het kwik op, gaat in ionvorm het lichaam in en bindt zich aan eiwitten. Ook verdampt kwik bij hogere temperaturen. Het doorbreekt dan in atomaire vorm de bloed-hersenbarrière. De Zweed Störtebecker heeft onder andere aangetoond dat de hypofyse van tandartsen meestal vol kwik zit. Het is dus niet een allergisch,
maar een toxisch probleem. Door te stellen dat het kwikprobleem allergisch is, kunnen veel collegae op het verkeerde been worden gezet en weer gaan geloven dat kwik onschuldig is: “Het staat immers in het Nt,” zegt men dan. Dus nogmaals: kwik is niet alleen schadelijk in het milieu (op grond waarvan minister Els Borst indertijd het besluit nam het te elimineren), maar ook in de mond. Fred Neelissen - Tandarts
Acupunctuur- en auriculobenodigdheden • • • • • • • •
naalden elektrostimulatie lasers moxa magneten modellen kaarten literatuur
l’Univers bv - Prins Hendrikweg 2 - 3771 AK BARNEVELD Tel.: +31 (0)342 420 664 - Fax: +31 (0)342 420 646 - E-mail: info@lunivers.nl - www.acupunctuurdirect.nl
Fred Neelissen - Tandarts
De biologische extractie De term ‘biologische extractie’ is destijds geïntroduceerd door Irene Hill, een lid van de NVBT. Deze uitdrukking dekt de lading heel goed. Het betekent dat na een extractie de alveole uitgefraisd wordt om resten van het periodontium te elimineren. Wanneer dit niet gebeurt is het risico bij immuunzwakke patiënten groot dat zich een cavitatie of NICO kan ontwikkelen. De ervaring heeft geleerd dat deze ruimtes erg groot kunnen worden. Ook zijn auto-immuunreacties mogelijk. Het is net alsof bij een geboorte van het kind de placenta blijft zitten. Wanneer op de röntgenfoto de contouren van de wortel in het bot zichtbaar zijn, is met zekerheid te zeggen dat er niet uitgefraisd is en helaas zijn deze lijnen heel vaak te zien. Uitfraisen heeft in het universitair onderwijs nog onvoldoende plaats gekregen. Steriliteit Tandartsen claimen dat zij bij een endo de tand kunnen steriliseren. Dat is helaas niet het geval. Misschien kunnen zij, alvorens het kanaal te vullen een kolom lucht steriel maken. Maar zit daar het probleem? De tubuli blijven onbehandeld. Bacteriën gaan de tubuli uit richting periodontium, blijkt uit onderzoek van Weston Price. Uit nieuwsgierigheid onderzocht hij na de extractie bloedmonsters uit de alveole op anaërobe bacteriën. Hij vond dat er 400% meer bacteriën rond de wortel aanwezig waren dan in de tubuli van de tand zelf. Het ziet er wel naar uit dat de tand zelf de incubator is. Het periodontium geeft meer voedsel aan de bacteriën en deze rukken dus op vanuit de tubuli. Maar de winnaar in de pathologische groei van bacteriën bleek het omgevende bot. Als we kijken naar de bacteriële behoefte aan voedsel dan kunnen deze beestjes een gedekte tafel vinden in het bot. Dit zit vol met bacteriële nutriënten. Dit verklaart ook de enorme bacteriële concentratie in het bloed als voorstadium naar het bot.
52
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Immuunreactie De aanwezigheid van dood weefsel geeft aanleiding tot een reactie van het immuunsysteem. Als gevolg hiervan ontstaat een infectie plus een autoimmuunreactie. Steeds meer bacteriën verzamelen zich rond het dode weefsel. Elke keer als de patiënt met een dood element bijt, worden de bacteriën in de bloedstroom geduwd op zoek naar voedsel. Chemotaxis, ofwel de chemische aantrekkingskracht van een speciale bacterie voor speciaal weefsel, helpt de bacterie een nieuw huis te vinden in hart, zenuwweefsel, nieren, hersenen, etc. Daar waar zij de eerste schade aanrichten. Veel van de bacteriën in het omgevende bot waren in meer dan 50% terug te vinden in de bloedmonsters. De Streptococcus mutans was in 92% aanwezig. Deze bacterie is medeverantwoordelijk voor longontsteking, sinusitis, otitis media, meningitis en cariës. Bijna altijd was ook de Streptococcus mitis te vinden. Dit is een hardnekkig beestje. Het ging met een onbemand ruimtevaartuig in een camera naar de maan, verbleef daar twee jaar in een atmosfeerloze omgeving, blootgesteld aan een temperatuur van 250 graden Fahrenheit overdag en in de schaduw -250 graden. Toen de bacterie terugkwam op aarde met de astronauten van Apollo 12 was hij nog in leven.Bij mensen doet hij mee aan de pathogenese van endocarditis.
Moeten we deze jongen in uw dode element laten leven? De Prevotella intermedia zat in 76% van de bloedmonsters. Deze valt hart, nieren en bijholtes aan. Streptococcus intermedius zat in 69% van de monsters en zoekt hart, zenuwen, longen, lever en hersenen op.
Afb. 1: Weston A. Price
DNA-onderzoek van de geëxtraheerde wortelkanalen liet in 100% van de gevallen een bacteriële contaminatie zien. Met dit DNA-onderzoek wordt het onderzoek van honderd jaar geleden van Weston Price bevestigd, toen dat nog niet bestond. Dit alles staat tegenover de officiële stelling dat 97% van de endo`s een succes is. Ik denk dat dit uitsluitend slaat op het uitblijven van pijn. Moet er niet een nieuwe definitie komen? Relatie met amalgaam We maken even een zijsprong. De relatie met het voorgaande zal duidelijk worden. In 1975 werd het koperamalgaam geïntroduceerd als een vulling die voldeed aan ‘the state of the art’. Onderzoek toonde echter aan dat er vijftig keer meer kwik uit de vulling ontsnapte dan uit voorgaande amalgaamvullingen. Tegelijkertijd echter steeg het aantal gevallen van multipele sclerose (Lou Gehrig ziekte) van een gemiddelde van 8800 per jaar gedurende de periode van 1970-1975 naar een aantal van 123000 in één jaar. Het jaar waarin het koperamalgaam geïntroduceerd werd. Is kwik nu de enige initiator van autoimmuunziektes? Nee. Ook toxines van bacteriën kunnen het zenuwstelsel ongunstig beïnvloeden. Haptenen De oorzaak is de vorming van haptenen. Een hapteen is een klein molecuul dat een reactie aan het immuunsysteem kan ontlokken als het gebonden is aan een grote drager, zoals een eiwit. Gezonde cellen bezitten een code, een soort selfie in lekentaal. Dit komt bij het immuunsysteem betrouwbaar over. In wetenschappelijke taal wordt het major histocompatibility complex (MHC) genoemd. Elke verandering in deze
selfie wordt door het lichaam als een non-selfie herkend. Het immuunsysteem is getraind om deze indringers vervolgens te elimineren. Dat gebeurt ook als het immuunsysteem in een goede conditie is. Als kwik zich nu in deze vorm aan het zenuwweefsel bindt kan het gevolg een multipele sclerose zijn. Kwik gebonden aan een hormoon geeft storingen in het endocrine systeem. Op deze manier kunnen autoimmuunreacties overal plaatsvinden. Later is gebleken dat ook toxinen van bacteriën dezelfde eigenschap hebben voor deze non-selfie immuunziektes. Dus dode elementen kunnen ook autoimmuunreacties tot gevolg hebben. Brengt de tandarts gezondheid? Weston Price heeft zich altijd afgevraagd waarom tandheelkunde beschouwd werd als een gezondheidbrengend beroep. Zijn proeven met konijnen zijn inmiddels over de hele wereld bekend: Price implanteerde een dood element onder de huid van een konijn. Het konijn ging binnen twee weken dood aan dezelfde ziekte als welke de patiënt had bij wie het element verwijderd was. Vaak knapte de patiënt op. Implanteerde hij een gezond element bij een konijn, dan gebeurde er niets. Met elektroacupunctuuronderzoek blijkt dat zowel kwik als tandwortelontstekingen meetbaar zijn op het lymfemeetpunt van de mond als ook op de zenuwdegeneratiemeridiaan. Hiermee wordt dus energetisch de relatie met het zenuwstelsel aangetoond. Het onderzoek van Price laat dus zien dat bij een intact immuunsysteem er niet zoveel hoeft te gebeuren. Niet alle dode elementen zijn altijd een storing. De enige manier om hier achter te komen is een energetische meting. Wel blijven dode elementen een potentiële bedreiging voor de gezondheid en kan men die als een soort tijdbom beschouwen. Voor nadere informatie: www.secondopiniontandarts.org www.nvbt.nl
53
Kortkortkortkortkort Minder hersenschade door fluoride met curcumine Curcumine, de ontstekingsremmende stof uit de kurkumaplant, kan de neurodegeneratieve werking van fluoride tegengaan. Muizen werden verdeeld in vier groepen. Muizen in de eerste groep kregen gedurende dertig dagen drinkwater met 120 ppm fluoride. De muizen in de tweede groep kregen daarnaast dagelijks curcumine in een dosis van 30 mg per kilogram lichaamsgewicht. Muizen in de derde groep kregen alleen curcumine en in de controlegroep kregen de muizen geen gefluorideerd drinkwater noch curcumine. Het gefluorideerde drinkwater leidde tot een significante toename van de vetzuurperoxidatie zoals bleek uit de verhoogde malondialdehyde (MDA)concentraties in vergelijking met de controlegroep. Ook leidde de consumptie van gefluorideerd drinkwater tot neurodegeneratie van bepaalde gebieden van de hippocampus. Wanneer de muizen tevens curcumine kregen, werd een significante afname van de vetzuurperoxidatie gezien die gepaard ging met een vermindering van de neurodegeneratieve cellen in de hippocampus. Uit de resultaten blijkt dat curcumine de hersenen van muizen beschermt tegen de neurodegeneratieve invloed van de fluoride.
Nieuwe petitie tegen fluoridering van het drinkwater Uit: Dagblad Willemstad, Curaçao 13-01-2014
Bezorgde burgers hebben online een petitie geopend tegen de fluoridering van kraanwater. De petitie, aangemaakt door Lyn Nederlof, stelt dat het belangrijk is dat de fluoridering stopt vanwege het gevaar voor de gezondheid. “Een te hoge concentratie van fluoride kan verschillende ziektes veroorzaken. Ook is het bewezen dat fluoridering cariës niet voorkomt. Wij zijn de mensen, wij moeten zeggenschap hebben wat ze aan het drinkwater toevoegen,” aldus de petitie. Vanmorgen hebben al 192 mensen de petitie getekend. Het doel is om 200 handtekeningen te verzamelen. De petitie zal aan de regering worden aangeboden. Minister Ben Whiteman van gezondheid (PS) blijft er echter bij dat fluoridering van het drinkwater effectief is om cariës tegen te gaan. Het aantal volwassenen op Curaçao met cariës is hoog, daarom moet de huidige dosis verhoogd worden binnen de daartoe geldende richtlijnen van de World Health Organisation (WHO).
Referentie Suhalka, P., et al. (2014). Curcumin attenuates neurotoxicity induced by fluoride: An in vivo evidence. Pharmacogn Mag 10(37), 61-65.
54
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Zürich diplomiert die ersten Chiropraktiker der Schweiz Uit: Tages Anzeiger 16-07-2014 Medizinische Premiere in der Schweiz: Sechs Jahre nach der Schaffung des ersten Lehrstuhls Chiropraktik an der Medizinischen Fakultät der Universität Zürich haben die ersten vier Studierenden die eidgenössische Prüfung abgelegt, wie die Uniklinik Balgrist gestern mitteilte. Fluoridering Jeruzalem en Curaçao Naar aanleiding van twee artikelen die dr. Hans Moolenburgh schreef voor de Jeruzalem Post zijn de plannen voor fluoridering in Jeruzalem gestopt. Ook de fluorideringsoprisping op Curaçao is gesmoord. Hans heeft hen aldaar verteld dat de fluoridering in Nederland is verboden en omdat Curaçao tot het Koninkrijk der Nederlanden behoort, is waterfluoridering ook in Curaçao niet toegestaan. Twee mooie successen.
Dare to be different.
www.bluemcare.com
Easier Dental Care, uw meest biocompatibele leverancier van tandheelkundige producten en diensten.
Volledig keramisch implantaatsysteem met meer dan 13.000 geplaatste implantaten. Revolutionaire mondverzorgingsproducten op basis van actieve zuurstof. Composiet en adhesief met extreem lage krimpspanning,vrij van HEMA en TEGDMA.
crosspomÂŽ actieve retainer
Metaalvrije retentiedraad met een blijvende flexibiliteit. Geen afdruk meer nodig! Digitale occlusie en articulatie analyse. Meet de locatie, kracht ĂŠn timing! Ervaren (>30 jaar) en voordelig implantaatsysteem met unieke dubbele HA-coating. Snelle pijnverlichting bij CMD klachten dankzij de gepatenteerde waterbedsplint.
Easier Dental Care Dijkstraat 19 2675AT Honselersdijk
easierdentalcare.nl info@easierdentalcare.nl 0174 75 20 60
www.nvbt.nl
57
Hans Moolenburgh - Arts
Fluoride Hans Dinges Al vele decennia heerst er binnen de tandheelkunde een vorm van gewapende vrede met als inzet het fenomeen van fluoride in de tandpasta. Aan de ene kant staat de heersende orde die de gevestigde gedachte over deze giftige stof niet eens hoeft te verdedigen, omdat het geloof in de preventieve en helende fluoride zó sterk is dat elk ondermijnend denken als een aberratie wordt gezien.
G
eachte Nt-redactie,
Vergunt u mij, mede op verzoek van een bevriende tandarts, enkele kanttekeningen te plaatsen bij uw artikel ‘De minister propageert iets dat in een politiestaat thuishoort’ over drinkwaterfluoridering (25 april 2014, pag. 24). De ‘al direct veelbelovende resultaten in Grand Rapids (Michigan)’, de eerste gefluorideerde stad in de VS: we weten nu waar ze vandaan kwamen. Er is namelijk ontdekt dat fluoride het element jodium verdringt uit de schildklier waardoor in alle gefluorideerde mensen een min of meer lichte hypothyreoïdie optreedt. Bij jonge kinderen zorgt dit voor een vertraging van de doorbraak van de blijvende dentitie met ongeveer één jaar.1 Rekent u zelf na: het blijvende gebit begint bij ongefluorideerde kinderen door te breken met het zesde levensjaar, bij gefluorideerde kinderen met het zevende jaar. Tandbederf in een cariogene omgeving begint direct zodra de elementen doorbreken en aangezien die er van het gefluorideerde kind nog niet zijn betekent dit een succes van 100% voor het gefluorideerde kind. Een jaar later begint óók bij het gefluorideerde kind de blijvende dentitie te komen, maar óók de cariës en dan is het succes ten
58
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
aanzien van het ongefluorideerde kind nog maar 50%. Nu schuiven beide groepen gelijk op, evenals de cariës, en zie je het verschil in resultaat langzaam afnemen. Bij twaalf jaar is het nog maar ongeveer 14%. Tel nu de eerste zes jaar (6-12) bij elkaar op, deel deze door zes en je krijgt het indrukwekkende succes voor het gefluorideerde kind (wat zelfs werd opgeklopt tot 65%). De cariësreductie is echter een statistisch artefact. Op het achtiende levensjaar is het verschil weg. Toen Backer Dirks de fraaie curve met zijn uitwaaierende lijnen vertoonde, tijdens de poging om Haarlem te fluorideren (1971), wees mijn oudste zoon erop, toen in de vijfde klas Gymnasium, dat hij gemeten had tot het twaalfde levensjaar en daarna de lijnen ongemeten door had laten lopen tot het achttiende jaar. Dit mocht niet. Backer Dirks tegen hem: “Wat jij daar doet kan je niet doen met een grafiek. Volgende vraag!” Toen Nieuw Zeeland de proefsteden Hastings en Napier instelde (respectievelijk gefluorideerd en niet gefluorideerd), bleek de cariës na drie jaar volgens het algemene schoolonderzoek van kinderen tussen de zes en twaalf jaar in Napier minder te zijn dan in Hastings. De verantwoordelijke minister riep uit: “I have got egg on my
face!”(“Ik sta er gekleurd op!”) Daarop kregen de schooltandartsen, en de hen helpende verpleegsters, de opdracht om in Hastings de diagnostiek te veranderen. Voortaan mocht een aantasting alleen cariës worden genoemd als dit al door het glazuur heen een dieper gaatje had gemaakt. En dit terwijl daarvoor elke verkleuring al als cariës werd aangemerkt, wat in Napier ook zo bleef. Bij een volgend algemeen onderzoek bleek dan ook dat de verwachte spectaculaire cariësreductie in Hastings was opgetreden, niet in Napier. Later werd Dr. John Colquhoun (tandarts) de grote begeleider van de Nieuw Zeelandse fluoridering. Vele jaren later werd hij door de regering op een wereldtournee gestuurd om het succes van de fluoridering elders te bestuderen en stuitte hij overal op statistieken die eigenlijk meer weg hadden van fantasierijk boekhouden. Terugkerend in Nieuw Zeeland dook hij, met behulp van een nieuwe wet over openheid van regeringsbesluiten, op de geheime opdracht aan de schooltandartsen en groeide uit tot een der meest felle bestrijders van de fluoridering. Samen met hem gaf ik lezingen in Londen (House of Parliament) Midden Engeland en Utrecht (een zaal vol jonge tandartsen). Hij vertelde al deze dingen die hij overigens ook publiceerde.2,3 Het is dan ook geen wonder dat toen Tony Blair een groep wetenschappers de opdracht gaf om eens en voor altijd te bewijzen dat fluoridering effectief en veilig was, deze York’se groep hem berichtte dat een statistisch sluitend bewijs niet geleverd kon worden. Acht van de negen onderzoeken waar het fluorideringsgebouw op rustte waren niet deugdelijk. Het enige wat zeer duidelijk tevoorschijn kwam was de alomtegenwoordige tandfluorose in de gefluorideerde gebieden.4 Sinds het Yorkfiasco komt de UK niet voorbij de 10% fluoridering (het onderzoek dateert uit het jaar 2000). Dan de steeds weer beklemtoonde onschadelijkheid van waterfluoridering. Ik ben zelf de voorzitter geweest van een artsenwerk-
groep, die in het begin der zeventiger jaren de bijverschijnselen onderzocht in de gefluorideerde gemeenten rondom Haarlem. Bij ongeveer 5% van de bevolking werden bijverschijnselen gevonden. Dat waren de acute verschijnselen, zoals maag-darmklachten, stomatitis, gewrichtspijnen, migraine-achtige hoofdpijnen, gezichtsstoringen, tinnitus. Precies zoals ik die van de pionier op dit gebied, de Amerikaanse allergoloog George Waldbott had geleerd. (Zie mijn boek samen met mijn vriend Professor Burgstahler: Fluoridation. The Great Dilemma.) Genezing trad op binnen tien dagen door streng ongefluorideerd water (de gewrichtsklachten namen iets langer). Het opvallende is dat sommige patiënten hun klachten spontaan kwijtraakten, in overeenstemming met het General Adaptation Syndrome van Hans Selye. Hij ontdekte dat een lang aangehouden stress drie fasen kent: de acute fase (zoals hier juist beschreven), de adaptatiefase zonder symptomen maar wèl met harder werken van het lichaam om de symptomen weg te houden uit het bewustzijn, en de uitputtingsfase als door een bijkomende stress de adaptatie breekt en heel andere verschijnselen optreden.5 Ik zal er twee van bespreken. Dean Burk (emeritus directeur van de chemische afdeling van het National Cancer Institute (USA) vond samen met Dr. Yiamouyiannis 10% extra kankersterfte in de gefluorideerde steden. Dit onderzoek, alhoewel fel ontkend door de autoriteiten, is nooit weerlegd en zelfs in 1978 tijdens een rechtzaak in Allegheny door rechter Flaherty juist bevonden.6 Het is twee jaar geleden opnieuw aangetoond in de gefluorideerde Ierse Republiek, die in vergelijking met het ongefluorideerde Northern Ireland een forse toename vertoonde van maar liefst elf verschillende kankersoorten. (Onafhankelijk onderzoek door enkele artsen.)7 We begrijpen inmiddels ook waarom dit zo is. De twee spiralen van het DNA-molecuul worden bijeengehouden door zwakke waterstofbruggen. Hoewel
www.nvbt.nl
59
waterstof éénwaardig is tolt het atoom zo snel om zijn as dat het met zijn éne ‘pootje’ beide strengen bij elkaar houdt als een jongleur met ballen. De fluoride hecht zich echter aan dit waterstofpootje, de jongleur verliest zijn ballen en er ontstaat een breuk in de DNA-streng. Dit betekent het eerste stadium van kanker. Het DNA-reparatieenzym, dat hier kan helpen, wordt helaas specifiek geremd door fluoride.8 Een tweede feit is dat thans in 36, van elkaar onafhankelijke onderzoeken, beginnend in China, is gebleken dat kinderen geboren en getogen in een gefluorideerde streek (of een streek met van nature een hoog fluoridegehalte) een statistisch significante IQ-achterstand hebben bij ten opzichte van kinderen uit ongefluorideerde gebieden.9 De verklaring zou de schildklierremming kunnen zijn. Zeker is dat er een belangrijke rol wordt gespeeld door de al in de zeventiger jaren beschreven interferentie (door de neurologe Mien Bulthuis) van fluoride met de prikkeloverdracht in (onder andere) de hersensynapsen, waardoor de informatiestroom wordt verstoord. De overdracht vindt plaats met behulp van acetylcholine en wordt afgebroken door het enzym cholinesterase dat door fluoride wordt geremd.10 In de keuze Tiel-Culemborg zat een storend foutje dat de grote man van Tiel, Backer Dirks, blijkbaar over het hoofd zag, want tijdens de grote strijd sprak hij er nooit over. Nadat de fluoridering was begonnen (1952) was tandarts Fick namelijk gepromoveerd op een vergelijkend onderzoek tussen de steden Tiel en Culemborg waarin hij vaststelde dat de kinderen in Culemborg een voedselpatroon hadden dat cariogener was dan dat van de Tielse kinderen. Promoter: Backer Dirks (1966). Een wat ongelukkige keuze dus. Wat de grondwetswijziging betreft, die fluoridering in ons land onmogelijk maakt: het initiatief ertoe werd genomen door de oud-burgemeester van Zandvoort, dhr. Van Fenema, naar aanleiding van het analoge na-oorlogse Duitse artikel, dat was opgesteld naar aanleiding van de gruwelijke experimenten op mensen in de Nazi con-
60
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
centratiekampen. Hij, samen met kamerlid E. Kappeyne van de Coppello, advocaat Oberman en ik, zette dat artikel in Leiden in elkaar met behulp van jurist professor Bloembergen. Het bleek een belangrijk artikel op andere gebieden. Dat het fiasco van de drinkwaterfluoridering vooral te wijten is aan een maatschappelijk en politiek probleem, zoals het artikel enigszins suggereert, is onjuist. De medische bezwaren waren toen al erg groot en zijn nu zo overweldigend dat het een groot raadsel is dat er in Angelsaksische landen nog drinkwaterfluoridering bestaat. Overigens ben ik het van harte eens met de eindconclusie dat de strijd een groot effect heeft gehad op een betere verzorging van het gebit en een waarschuwing is voor de echte en enige oorzaak van cariës: het Westerse dieet. Hoogachtend, H.C. Moolenburgh Referenties 1) Schuld, A. (2005). Is dental fluorosis caused by thyroid hormone disturbances? Fluoride 38(2), 91-94. 2) Colquhoun, J. (1990). Flawed foundation: A re-examination of the scientific basis for a dental benefit from fluoridation. Community Health Studies 14, 288-296. 3) Colquhoun, J., Mann, R. (1987). A re-examination of New Zealand’s fluoridation trial. Presented to 56th Congres, Australian en New Zealand Association for the Advancement of Science, Massey University, Palmerston North. 4) Limeback, H. (2001). Recent studies confirm old problems with water fluoridation: a fresh perspective. Fluoride 34(1), 1-6. Zie ook prof. Albert Burgstahler, University of Texas, in Fluoride. 5) Moolenburgh, H.C. (1978). Fluoride: The Freedom Fight. Edinburgh: Mainstream Publishing Company. 6) Yiamouyiannis, J. (1986). Fluoride the Aging Factor: How to Recognize and Avoid the Devastating Effects of Fluoride. Delaware, Ohio: Health Action Press, 63-72. Deze gegevens zijn ook opgenomen in ‘The Congressional Records’ van 1975 en 1977. 7) De exacte kaart van de toegenomen kanker is te verkrijgen via Walter Graham, Northern Ireland (adres via mij). 8) Yiamouyiannis, J. (1986). Fluoride the Aging Factor: How to Recognize and Avoid the Devastating Effects of Fluoride. Delaware, Ohio: Health Action Press, 76-81. 9) Meerdere artikelen in o.a. Fluoride, 41(4) - 2008, 44-2011, 45-2012. 10) Bulthuis, M. (1972). The syndrome of atypical serum cholinesterase [proefschrift]. Groningen: University of Groningen.
www.nvbt.nl
61
Agenda Vrijdag 28 november 2014 Nascholing AVIG - aansluitend ALV. Locatie: Zeist. Voor meer informatie: AVIG.nl. Dinsdag 11 en 25 november 2014 Ledencontactavonden verplaatst naar dinsdag 9 december 2014. Dinsdag 9 december 2014 Ledencontactavond T-Scan door Arjan Starrenburg. Introducees welkom. Locatie: Parklaankerk, Driebergen. 19:30 uur: inloop, koffie/thee. 20:00 uur: aanvang avond. Dinsdag 20 januari 2015 Ledencontactavond (onderwerp nog niet vast). Dinsdag 14 april 2015 ALV (met Groenlandbuffet). Locatie: Parklaankerk, Driebergen.
Onderwijsvormen Presentaties met hand-outs en case analyse. Oefenen van lichamelijk onderzoek en injectietechnieken vormt een belangrijk deel van de cursustijd. Neem daarom geschikte kleding mee. Docent Udo Franke is sinds 1989 chirurg en werkzaam in het Duitse Rostock. Zijn aandachtsgebieden zijn neuraaltherapie, acupunctuur, poliklinische chirurgie, regulatiediagnostiek en psychokinesiologie, apitherapie, biologische tumortherapie, micro-immunotherapie en mentalfieldtherapie volgens Klinghardt. Hij is geaccrediteerd als docent neuraaltherapie bij de Deutsche Gesellschaft für Akupunktur und Neuraltherapie DGfAN.
62
Parklaankerk - Parklaan 7 - Driebergen
Digitale occlusie- en articulatie analyse Meten is weten!
Voor een goede occlusie kun je niet alleen op articulatiepapier vertrouwen. Deze informatie zegt namelijk niets over de grootte van krachten op de verschillende elementen. Ook krijgt u geen informatie over de premature contacten. Kennis van de timing en de relatieve krachten zijn onontbeerlijk voor het nastreven van een optimale occlusie! Meten is weten!
Arjan Starrenburg praat u graag bij over de laatste digitale technieken om de krachten, timing en locatie op het gebit eenvoudig inzichtelijk te maken. Hierbij wordt ingegaan op de bestaande opvattingen achter occlusie en articulatie en wat de nieuwe technieken voor de moderne behandeling kunnen betekenen. Daarnaast is er de mogelijkheid om zelf een digitale occlusie analyse te maken en te bespreken.
Neuraaltherapiecursus met Udo Franke
NVBT organiseert tweedaagse cursus voor artsen en tandartsen Udo Franke is al tweemaal eerder in Nederland geweest om een cursus neuraaltherapie te geven. Deze cursussen zijn met groot wederzijds enthousiasme beleefd. Udo komt op ons verzoek graag twee dagen naar Driebergen om daar een interessante cursus te verzorgen waarbij het accent geheel boven de claviculairlijn zal liggen. Daarbij zal de toepasbaarheid in de praktijk voor zowel artsen als tandartsen en de samenwerking tussen beiden worden behandeld. Uiteraard komen alle interacties met de rest van het lichaam ook ruim voldoende aan bod! Organisatie De onderwijskundige organisatie is in de goede handen van Jean Pierre Jansen. Informatie en inschrijving en logistiek ter plekke wordt verzorgd door Nico Kamphorst. Vooraanmelding penningmeester@nvbt.nl o.v.v.: ‘Belangstelling Oktobercursus Udo Franke’ Docent Udo Franke, chirurg in Rostock, Duitsland. Accreditatie Accreditatie wordt aangevraagd bij de diverse CAM-verenigingen. Deze cursus is los te volgen, maar kan ook deel uitmaken van de opleiding Neuraaltherapie (twee dagen van de acht dagen B-cursus).
Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde
Datum en locatie 9 en 10 okt. 2015: 09:30-18:00 uur NVBT-vergadergebouw, Parklaankerk te Driebergen. Kosten €500,- incl. koffie, thee en biologische Groenlandlunch. Overnachting tegen gereduceerd tarief en vervoer hotel-cursus wordt georganiseerd. Nadere informatie volgt op de website en in het tijdschrift. Groepsgrootte Tien tot twintig cursisten. Vol is vol. Bij overtekening hanteren we een wachtlijst met volgorde van (voor-) inschrijving. N.B.: Om de volledige registratie af te ronden dienen cursisten binnen twee jaar na het halen van het A-examen, acht cursusdagen op B-niveau met goed gevolg af te ronden.