2 minute read

Voortreffelijk multi-site maintenance

Excellentie is een eeuwenoude aanspreekvorm die letterlijk ‘uwe voortreffelijkheid’ betekent. In de industrie kennen we de term ‘Operational Excellence’ en doordat maintenance hierin een belangrijke rol speelt, is de term ook in dit vakgebied inmiddels common knowledge. Met Maintenance Excellence streven we naar de hoogst mogelijke performance. Een prachtige uitdaging, maar hoe voer je dit door op meerdere fabrieken wereldwijd?

Advertisement

Grote bedrijven met meerdere vestigingen wereldwijd noemen we multi-site companies. Door groei, verhuizing of overname ontstaan soms nieuwe vestigingen in nieuwe landen. Dit impliceert dat het goed gaat met het bedrijf, maar het zorgt ook voor een enorme uit- daging. Hoe laat je al deze fabrieken – met verschillen in processen, talen, culturen, time zones en IT systemen – allemaal op excellente wijze presteren? En bestaat er überhaupt één excellente aanpak die overal kan worden doorgevoerd?

> Cultuurverschillen

“Er ligt een enorm potentieel om van elkaars best practices te leren, maar dit is geen eenvoudige opgave”, bevestigt Guy Delahay, Managing Partner binnen Mainnovation. Delahay vliegt regelmatig naar andere continenten om multi-site companies te adviseren op het gebied van onderhoud en Asset <anagement. “Zonder te willen generaliseren: in Amerika zijn ze gewend aan een top-down approach en áls het management inderdaad de juiste lijn weet uit te zetten, kan dit goed werken. Als… Duitsland is meer hiërarchisch. Wanneer ook de baas aan tafel zit, houdt de medewerker zich gedeisd. In Aziatische landen zie je dat sterk rekening gehouden moet worden met het groepsgevoel. En Nederlanders hebben het imago open en vrijgevochten te zijn. Een monteur kan tegen de directeur zeggen dat hij een beter idee heeft. Als dit dan weer een Amerikaanse manager is, zou dit kunnen botsen”.

> Ideologieën

Toch loont het de moeite om te kijken of de verschillende fabrieken van elkaar kunnen leren. Om Maintenance Excellence te realiseren kiezen veel organisaties voor methodes die dit ondersteunen. Delahay noemt dit ‘the battle of the ideologies’. Bedrijven kiezen ervoor om op alle fabrieken Total Productive Maintenance (TPM) of Reliability Centered Maintenance (RCM) te implementeren. “Dit leidt vaak tot top-down opgelegde programma’s waarbij je voorbij gaat aan adaptatie, commitment en draagvlak. Er worden dan best practices aangewezen vanuit kwalitatieve metingen die op sommige fabrieken helemaal niet aan de orde zijn ”.

Ook wordt er een Global Maintenance Excellence Champion benoemd die het project moet leiden. “Dit kan goed werken, maar dit moet wel iemand zijn met – daar is dat woord weer – voortreffelijke kwaliteiten. Flair, leiderschap en doortastendheid. Maar ook iemand met mandaat. Mag hij beslissingen nemen of alleen maar adviseren?

En dan nog kan deze functionaris aanlopen tegen een muur van weerstand. ‘No invented here’ zeggen de medewerkers, die vooral geloven in hun eigen manier van werken”.

> Draagvlak

Is het dan een onbegonnen opdracht? “Zeker niet”, zegt Delahay. “Je moet je alleen bewust zijn van de valkuilen”. Cultuurverschillen, weerstand tegen een top-down aanpak en verschillen in targets, prioriteiten en actieplannen. “En dat kan. Met onze VDMXL methodologie is er bijvoorbeeld meer ruimte voor fabriek specifieke oplossingen. Het gaat veel meer over het verbinden van mensen. Gezonde competitie bewerkstelligen tussen sites is goed, maar je moet wel appels met appels vergelijken: dus goed benchmarken en de juiste KPI’s met elkaar vergelijken”. Ook is het belangrijk om iedereen mee te nemen, om draagvlak te creëren. “Bied ruimte aan ownership en kennisuitwisseling en vier successen. En geef inzicht in elkaars resultaten en KPI’s. Op die manier creëer je stap voor stap bereidheid om andere – betere – werkwijzen en EAM-systemen te gaan implementeren. Multi-site verbeteren”. <

This article is from: