NOM Jaarverslag 2014

Page 1

JAARVERSLAG 2014

NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG RSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JA M JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 N 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERS VERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG RSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JA M JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 N 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERS VERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG RSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JA M JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 N 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERS VERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG RSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JA M JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 N 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERS VERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG RSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JA M JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 N 2014 NV NOM JAARVERSLAG 2014 NV NOM JAARVERS


Verslag over het veertigste boekjaar 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 Publicatiedatum: 19 juni 2015 N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland • www.nom.nl


Inhoudsopgave

Personalia 4 1. Verslag van de Raad van Commissarissen 5 2. Verslag van de directie 8 2.1 Ontwikkelingen in 2014 8 2.2 Toekomst 9 2.3 Duurzaamheid 10 3. Organisatieprofiel 12 3.1 Algemeen 12 3.2 Organisatiestructuur 16 3.3 Personeel 17 3.4 Organisatorische wijzigingen 19 3.5 Ethiek en integriteit 19 3.6 Commitering aan externe initiatieven 19 4. Waardeketen 21 4.1 NOM Finance 21 4.2 NOM Foreign Direct Investment 24 4.3 NOM Business Development 26 4.4 Significante wijzigingen in waardeketen 26 5. Belanghebbenden 28 6. Toelichting behorende tot het jaarverslag 34 6.1 Doel verslag 34 6.2 Proces bepaling inhoud 34 6.3 MateriĂŤle aspecten 36 6.4 Afbakening 38 6.5 Verslaggevingsbeleid 39 7. Realisatie 42 7.1 NOM Algemeen 42 7.1.1 FinanciĂŤle positie NOM 42 7.1.2 Eigen Duurzaamheidsresultaten 44 7.2 NOM Finance 49 7.3 NOM Foreign Direct Investment 57 7.4 NOM Business Development 62 7.4.1 Flinc NXT 66 7.4.2 Innovatiefonds 68 8. Governance 69 9. Jaarrekening 73 10. Overige gegevens 117 Bijlagen 119 Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 120 Bijlage 2 GRI inhoudsopgave 124 Bijlage 3 Participaties en leningen 128 Bijlage 4 Profielschets van de leden van de Raad van Commissarissen 139 Bijlage 5 Profielschets van de directie 141

3


Personalia

Raad van Commissarissen

Prof. dr. ir. R. Rabbinge (voorzitter) Mr. H. Bosma Drs. J. Kruse A.M.J. Vogd J.E. de Vries

Managementteam

Drs. S. Jansen, directeur Mr. G. Buiter, plv. directeur, manager NOM Finance Ir. S. Oosterhof, manager Foreign Direct Investment en Business Development

Medewerkers

4

Gemiddeld bedroeg het aantal medewerkers in 2014: 36,8 (2013: 39,3)


1.

Verslag van de Raad van Commissarissen

2014 is een succesvol jaar geweest voor de NOM met een positief financieel resultaat van € 9,0 miljoen. De NOM heeft zich in dat jaar ook sterk geprofileerd met Business Development en met Foreign Direct Investment. De Raad van Commissarissen is verheugd met het totaal resultaat. De uitgezette financieringen zijn ook dit jaar gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. We realiseren ons dat we als financier, meer dan de commerciële partijen in de markt, in staat zijn en ook bereid zijn risico’s te nemen, daar waar we kansen voor ontwikkeling zien. Door een kritische analyse en een goed en adequaat zicht op de risico’s weten we op een verstandige en professionele manier kansen te identificeren. Nieuwe ontwikkelingen in de noordelijke regio, onder andere in de maakindustrie, hebben geleid tot verbetering van de economische structuur. Inspanningen, die zijn gedaan samen met verschillende grote bedrijven, leiden tot een versterking van onder andere de HTSM sector in de noordelijke regio. Dit biedt perspectief voor regionale ontwikkelingen en kansen voor het MKB. Met steun van de aandeelhouders kan de NOM een belangrijke rol spelen bij ontwikkelingsactiviteiten in de regio. Als Raad zijn we trots op de verbintenissen die zijn aangegaan met bedrijven en initiatieven in de maakindustrie, de Agri&Food en andere sectoren. De NOM draagt bij aan de ontwikkeling van een nieuwe groene economie. Dit uit zich niet alleen in aspecten als energie en grondstoffengebruik. Het vernieuwen en verbeteren van werkgelegenheid en productiviteit in de industrie draagt in grote mate bij aan het realiseren van positieve sociaaleconomische impact. Hiermee komt de plaats die de NOM, midden in de maatschappij, inneemt steeds meer tot uitdrukking. De Raad beseft zich terdege dat er na de reorganisatie in 2013 een beroep is gedaan op de medewerkers door het aanscherpen van regelingen tot een maatschappelijk acceptabel niveau. Bij afwezigheid van een ondernemingsraad, sinds mei 2013, overlegt de directie periodiek met alle medewerkers. De Raad en directie hechten aan directe lijnen met de werknemers. Het belang daarvan is te komen tot optimale arbeidsomstandigheden die van belang zijn voor een doelmatige en resultaatgerichte organisatie, die de NOM is. Samen met de directie heeft de Raad in 2014 de gesprekken met de aandeelhouders over de versterking van het eigenaarschap van de provincies voortgezet. De Raad benadrukt het belang van het eigenaarschap en de bijbehorende verantwoordelijkheden in de regio voor de regionale economische ontwikkeling. De betrokkenheid van de Provincies bij de NOM is het afgelopen jaar versterkt door het realiseren van de twee Provinciale fondsen die voor beheer bij de NOM zijn ondergebracht. De creatie van een derde Provinciaal fonds vindt momenteel plaats. Met deze fondsen zijn de Provincies in de gelegenheid om in aanvulling op de investeringsmogelijkheden vanuit het NOM fonds, bedrijven in de regio te stimuleren. De Raad ziet dit als een belangrijke eerste stap in de goede richting van de versterking van het regionaal eigenaarschap. Tevens is de Raad verheugd met de ontwikkeling van het innovatiefonds voor de financiering van innovatieve ideeën leidend tot een vermarktbaar product. Deze samenwerking van de NOM met de drie Provincies en het ministerie van

5


Economische Zaken heeft al geleid tot de uitzetting van een eerste financiering. De verwachtingen voor nieuwe participaties uit dit fonds zijn positief. Eind 2014 is op basis van gezamenlijke investeringsafspraken de intentie uitgesproken om de dividenduitkering aan het Rijk regionaal in te zetten voor ontwikkeling in de Noordelijke provincies. De regionale aandeelhouders ondersteunen deze intentie. De NOM versterkt hiermee haar spilfunctie als organisatie voor Business Development en Foreign Direct Investment in het netwerk van de noordelijke economie. Dit jaar heb ik als Voorzitter het stokje van dhr. R.P. Prins overgenomen. Namens de Raad van Commissarissen wil ik hem bedanken voor zijn inzet en de wijze waarop hij leiding heeft gegeven aan de Raad. In zijn rol als Voorzitter heeft dhr. Prins een belangrijke bijdrage geleverd aan de NOM als goed functionerend bedrijf met een brede maatschappelijke taak. Met het voorzitterschap heb ik de belangrijke taak overgenomen om de expertise en kennis binnen de Raad te borgen die nodig is om toe te zien op alle facetten van de NOM. Uit onze zelfevaluatie is een evenwichtige samenstelling van de Raad als een belangrijk aandachtspunt naar voren gekomen. Begin 2015 hebben de aandeelhouders een voorstel van de Raad goedgekeurd voor benoeming van ĂŠĂŠn nieuwe commissaris, de heer J. Kruse, en de voordracht van twee nieuwe commissarissen, te benoemen per juni 2015. Bij de samenstelling van deze voordracht was diversiteit een belangrijk uitgangspunt. De kansen die wij in de ICT sector zien voor regionale ontwikkeling komen tot uiting in de versterking van de Raad. Ik kijk er naar uit om komend jaar in de nieuwe samenstelling onze rol als toezichthouder van de NOM te vervullen. R. Rabbinge, voorzitter Raad van Commissarissen

6


Een kort overzicht van de activiteiten van de Raad van Commissarissen in 2014: • • • • • • • • • •

De Raad vergaderde tien maal in de aanwezigheid van de directie. Er zijn vijf nieuwe financieringen goedgekeurd uit het Groei & Overname fonds. Er zijn twee herfinancieringsvoorstellen goedgekeurd uit het Groei & Overname fonds. Er werd kennis genomen van vijf nieuwe financieringen uit het Aanjaagfonds, waarvoor geen formele toestemming van de Raad is vereist. Er zijn vijf verkopen gerealiseerd. Uit deze verkopen zijn twee nieuwe financieringen ontstaan. Maandelijks werd de Raad geïnformeerd over mutaties en ontwikkelingen in de portefeuille. Tweemaal werden de gehele portefeuille en de daaraan verbonden risico’s besproken. Aan de hand van de kwartaalrapportages werd de financiële performance van de portefeuille besproken. De Raad is geïnformeerd over ontwikkelprojecten en de daaraan verbonden risico’s. De Raad heeft eenmaal buiten de aanwezigheid van de directie haar eigen functioneren en het functioneren van de directie geëvalueerd.

De directie heeft het jaarverslag en de jaarrekening over het boekjaar 2014 opgesteld. De Raad van Commissarissen heeft 19 juni 2015 kennis genomen van de goedkeurende verklaring van PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. met betrekking tot de jaarrekening. De Raad heeft de jaarrekening volgens deze rapportage goedgekeurd en voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Preadvies

Wij stellen de AvA voor de balans, winst en verliesrekening en de toelichting vast te stellen. Inzake het resultaat stellen wij voor de winst van € 9,0 miljoen euro toe te voegen aan de overige reserves. Groningen, 19 juni 2015 Raad van Commissarissen Raad van Commissarissen Prof. dr. ir. R. Rabbinge (voorzitter) Mr. H. Bosma Drs. J. Kruse A.M.J. Vogd J.E. de Vries

7


2.

2.1 Ontwikkelingen in 2014

Verslag van de directie

Als NOM kijken we terug op een succesvol jaar ten aanzien van onze drie kerntaken. De noordelijke economie herstelde zich heel licht, in overeenstemming met het landelijke beeld. Niettemin zijn er nog grote inspanningen nodig om een goed perspectief te bieden aan de inwoners van Noord Nederland. Het jaar 2014 sluiten wij af met een positief resultaat van € 9,0 miljoen, het netto resultaat van ontvangen rente, dividenden en overige resultaten op participaties. Ten opzichte van 2013 was er sprake van een forse groei van het bedrag aan uitzettingen. Het investeringsniveau komt met € 9,2 miljoen ruim binnen de bandbreedte van € 8- € 12 miljoen die we ons intern ten doel stelden. Er is nog ruimte voor groei. De kwaliteit en haalbaarheid van businessplannen die onder de investeringsaanvragen liggen blijft ons zorgen baren. Dat leidt ertoe dat ondanks de vele leads die we binnenkrijgen, er maar relatief weinig leiden tot een financierbaar traject. Voor het jaar 2014 zijn met de subsidieverstrekkers gekwantificeerde afspraken gemaakt op het gebied van Foreign Direct Investment (FDI) en Business Development (BD). Deze afspraken zijn gerelateerd aan de provinciale speerpunten en het Topsectorenbeleid (bepaald door het Ministerie van Economische Zaken) waardoor de prestaties van de NOM beter kunnen worden beoordeeld. De resultaten ten aanzien van acquisitie (FDI) waren goed. De investeringen zijn hoger dan de doelstelling. Ten aanzien van het aantal arbeidsplaatsen in de regio was er in 2014 sprake van een bovengemiddelde score van 388 nieuwe arbeidsplaatsen. Het meest opvallend was de aankondiging van Google in september 2014 om een groot datacenter te gaan bouwen in de Eemshaven, wat een aanzienlijke impact gaat hebben in de regio. Ook de resultaten van BD waren goed. Met € 20,5 miljoen aan investering in innovatieve projecten, wordt de doelstelling ruim behaald. Dit vertaalt zich naar 109 manjaren arbeid dat in ontwikkelprojecten is gerealiseerd afgelopen jaar.

Tabel 1

Resultaten op hoofdlijnen Resultaat Economie FDI: Investeringen BD: Innovatie impuls (financierbare projecten) F: Uitzettingen F: Uitzettingen via Doefonds en MKB Fonds Flinc: Directe en indirecte investeringen Sociaal FDI: Arbeidsplaatsen (incl. behoud) BD: Aantal manjaren arbeid in Ontwikkelprojecten F: Aantal arbeidsplaatsen bij NOMdeelnemingen Flinc: Aantal arbeidsplaatsen Milieu Totale Co2 emissie

8

Realisatie 2013

Doel 2014

Realisatie 2014

Doel 2015

€ 148 mln € 24 mln

€ 100 mln € 13 mln

€ 831 mln € 20,5 mln

€ 100 mln € 6 mln

€ 5,8 mln

€ 8 -12 mln

€ 1,1 mln

€ 4 mln

€ 9,2 mln € 1,1 mln € 4,5 mln

€ 8 -12 mln € 4,7 mln -

1.048 124

100 -

393 109

-

2.658

-

2.774

-

19

36

133

229,960

258,867


2.2 Toekomst

Eind 2013 is een akkoord gesloten tussen aandeelhouders met betrekking tot de toekomst van de NOM. Het uitgangspunt daarvan is dat de NOM een belangrijke rol speelt in de uitvoering van het regionaal economisch beleid. De erkenning van deze rol zien wij als een waardering voor onze activiteiten en inspanningen. De uitwerking van deze afspraken is in 2014 slechts ten dele gerealiseerd. De Raad van Commissarissen en directie hechten er belang aan dat de aandeelhouders op korte termijn over de totale uitwerking hun afspraken formaliseren zodat de NOM haar rol in de uitvoering van het regionaal beleid succesvol kan blijven invullen. Onderdeel hiervan vormt de toekomstige bekostiging van het ontwikkelbedrijf. Deze bekostiging vindt momenteel plaats door middel van een kruisfinanciering. Door de aandeelhouders is besloten de kruisfinanciering per 1 januari 2016 te stoppen. Begin 2015 zal de toekomstige bekostiging van het ontwikkelbedrijf worden vastgesteld. Naar verwachting kunnen binnen afzienbare tijd deze en andere afspraken tussen de aandeelhouders definitief worden vastgelegd waarmee de betrokkenheid van de provincies wordt vergroot en de lange termijn continuïteit van de NOM geborgd kan worden. In 2014 is veel tijd gestoken in contacten met de landelijke en de provinciale overheden. Met name met betrekking tot het beheer van provinciale fondsen ter aanvulling van het bestaande instrumentarium van de NOM. De besprekingen daarover hebben er toe geleid dat in de loop van 2014 het MKB-Fonds Drenthe en het Doefonds Fryslân B.V. van start zijn gegaan, waarover het beheer door de NOM wordt uitgevoerd. Gelet op de start van de fondsen in de tweede helft van 2014 is een uitzetting realisatie van in totaal € 1,1 miljoen voor de beide fondsen opgeteld een goed begin te noemen. Inmiddels vinden de ondernemers in de desbetreffende provincies de weg naar deze fondsen en is de pijplijn voor te realiseren financieringen in 2015 goed gevuld. Ook de samenwerking van de provinciale fondsen met de eigen fondsen van de NOM ontwikkelt zich op een positieve wijze. Hierdoor kunnen ondernemers op een effectieve wijze financieel worden ondersteund in het realiseren van hun plannen. De besprekingen omtrent het beheer van een derde provinciaal investeringsfonds, voor de provincie Groningen, bevinden zich in een afrondende fase. In 2015 verwachten we te kunnen starten met het beheer hiervan. Specifiek voor hele ‘vroege fase financiering’ is het Innovatiefonds Noord-Nederland in 2014 van start gegaan. Het Innovatiefonds heeft in 2014 geen financiering verstrekt doordat enerzijds de bemensing pas eind van vorig jaar kon worden geëffectueerd en anderzijds de provinciale bijdragen nog niet waren ontvangen. Om het fonds op volle kracht te laten opereren dient er tevens nog een besluit te worden genomen over de structuur van het fonds. Verwacht wordt dat dit besluit begin 2015 zal worden genomen. Hiermee zijn onze verwachtingen voor de uitzettingen in 2015 positief. Onder de naam Greenlincs voert de NOM specifiek op het terrein van Agrifood en Biobased Economy (BBE) een Business Development programma uit. De daadwerkelijke start van Greenlincs is, ondanks een vertraging in 2013, begin 2014 definitief geworden. Medio 2014 heeft een evaluatie een aantal verbeterpunten opgeleverd die in 2015 zullen worden doorgevoerd. Het programma van Flinc (zie paragraaf 7.4.1) is na een succesvolle start in 2013

9


met veel enthousiasme in 2014 voortgezet. Uit de resultaten en reacties vanuit de markt blijkt een grote behoefte te bestaan aan deze dienstverlening van de NOM. De overkoepelende doelstellingen zijn gehaald. De continuering van Flinc na 1 maart 2015 is nog onderwerp van gesprek met de provincies. De verwachting is dat dit project zal worden voortgezet. De geschetste ontwikkelingen geven de vraag naar en het belang van de diensten van de NOM vanuit de Noord-Nederlandse markt weer. Ondanks de herhaaldelijke vertraging in het operationaliseren van nieuwe diensten is het toekomstperspectief positief. De stappen die afgelopen jaar zijn gezet ten aanzien van het realiseren van het lokale eigenaarschap bij de noordelijke provincies, zijn een belangrijke basis voor de continuïteit van onze bijdrage aan de economische ontwikkeling van Noord-Nederland in 2015. 2.3 Duurzaamheid

In het kader van duurzaamheid hebben wij circulaire economie als een belangrijke trend geconstateerd. Het is een begrip dat inmiddels wijdverbreid omarmd wordt. De toepassing daarvan krijgt in de praktijk van ons handelen steeds meer vorm en inhoud. Zowel de energiesector, als de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie hebben sterke wortels in Noord-Nederland. Dit maakt het voorzien in eigen energie en voedsel tot een belangrijk ontwikkel- en innovatie thema in onze regio. Ook biedt het sluiten van productieketens kansen om binnen de maakindustrie door innovatie meer regionale productie te realiseren. Deze trend past ons inziens uitstekend bij de Regionale Innovatie Strategie (RIS) van NoordNederland. Daarnaast zien we ook in de topsectoren veel projecten ontstaan die hierop aansluiten. Het realiseren van een circulaire economie kan door middel van hergebruik van grondstoffen en door het betrekken van lokale toeleveranciers. Daardoor kan de brede maakindustrie, die nu een belangrijke kurk is waarop onze economie drijft, dat ook blijven. Hieraan dragen de korte lijnen, de goede arbeidsmoraal en een goed en aansluitende onderwijsstructuur in onze regio zeker bij. De circulaire economie krijgt in Noord-Nederland concreet vorm door de ontwikkeling en productie van nieuwe producten als brood van graan uit de eigen regio, “Fryske bolle” en biopulp als grondstof voor behuizing van apparaten. De NOM draagt bij aan een circulaire economie vanuit haar visie en missie en door de uitvoering van haar kerntaken. Dit komt direct tot uitdrukking in de met onze aandeelhouders c.q. subsidieverstrekkers overeengekomen doelstellingen, met betrekking tot stimulering van de economie in Noord-Nederland. Het continuïteitsperspectief van ondernemingen, het sociale aspect van duurzaam ondernemen, is zowel van toepassing op onze eigen organisatie als op bedrijven in de regio. Het behouden van bestaande werkgelegenheid en het creëren van nieuwe werkgelegenheid is verankerd in onze kerntaak. De groei in werkgelegenheid die hiermee wordt gerealiseerd is het resultaat van een groeiend aantal bedrijven en Start Up’s dat zich, met inzet van Foreign Direct Investment door acquisitie of stimulering, in onze regio vestigt. Daarnaast is de groei in werkgelegenheid toe te schrijven aan toename in de omvang van bestaande bedrijven in de

10


regio. Deze toename in omvang wordt gerealiseerd door het zoeken naar nieuwe producten en diensten en het verlagen van de kosten door efficiency. Gelet op de veranderende maatschappelijke context willen veel ondernemers inspelen op de vraag naar duurzaamheid. Met name onze medewerkers van Business Development zijn actief op zoek naar antwoorden op die marktvraag. In de projecten die zij de laatste jaren ontwikkelen voeren het vergroenen en verduurzamen van de samenleving de boventoon. In opdracht van onze aandeelhouders bevinden we ons als ontwikkelingsmaatschappij aan de voorkant van het innovatieproces. De Business Developers werken daar samen met ondernemers aan het uitdenken en uitwerken van ideeĂŤn. Onze rol als NOM is volbracht wanneer de ideeĂŤn zijn ontwikkeld tot concrete projectplannen en hiervoor financiering is geregeld. Mede doordat resultaten van deze projecten vaak veel later zichtbaar worden, wordt de impact ervan niet altijd gerelateerd aan de NOM ondanks dat wij aan de basis hebben gestaan. De eerder genoemde evaluatie van Greenlincs maakt dit ook duidelijk. Naast de NOM lopen ook clusterorganisaties er tegen aan dat hun impact in de ketensamenwerking niet altijd zichtbaar is. Dat duurzaam ondernemen in de missie en kerntaken van de NOM verankerd ligt, brengen we tot uitdrukking in onze verslaglegging. In dit jaarverslag is geen apart duurzaamheidsverslag opgenomen. De strategie, activiteiten en resultaten met betrekking tot duurzaamheid zijn volledig geĂŻntegreerd in het jaarverslag van de NOM. Door middel van voorbeelden met betrekking tot projecten en activiteiten die wij ontwikkelen, proberen we in dit jaarverslag een gezicht te geven aan het duurzame karakter van onze werkzaamheden. Om inzicht te geven in de interne resultaten van de NOM wordt voor prestatie indicatoren aansluiting gezocht bij de indicatoren gedefinieerd door het Global Reporting Initiative (GRI). De resultaten met betrekking tot de externe en interne prestatie indicatoren, worden in paragraaf 7.1.2 uiteengezet. Eind 2014 heeft de procedure voor de invulling van de openstaande vacature in de Raad van Commissarissen geleid tot een voordracht die begin 2015 goedgekeurd is door de aandeelhouders. Daarnaast is een positief advies gegeven met betrekking tot de voordracht van twee nieuwe Commissarissen, te benoemen tijdens de jaarvergadering 2015 van de NOM. Met deze benoemingen zal de verhouding man-vrouw in positieve zin wijzigen, maar is deze nog niet in evenwicht. Dit blijft een aandachtspunt voor de komende jaren. Tot slot danken het management en personeel de heer Prins voor zijn rol als voorzitter van de Raad van Commissarissen gedurende ruim 8 jaar. Wij hebben hem ervaren als een betrokken en constructieve persoonlijkheid. S. Jansen, directeur

11


3.

3.1 Algemeen

Organisatieprofiel

De NOM gelooft in de kracht van Noord-Nederland en vindt dat zij de plicht heeft om een bijdrage te leveren aan een gezond en duurzaam Noord-Nederland voor ons en onze kinderen. Voor de NOM betekent dit het op de juiste wijze stimuleren van de Noord-Nederlandse economie waarbij ze rekening houdt met trends en ontwikkelingen in haar omgeving (zie hoofdstuk 2). De NOM heeft op basis hiervan haar visie, missie en strategie geformuleerd. Visie Een economisch toekomstbestendig Noord-Nederland Missie De permanente katalysator van economische ontwikkeling in Noord-Nederland zijn. Strategie De NOM wil haar doel, de werkgelegenheid in Noord-Nederland bestendigen en ontwikkelen door het stimuleren van duurzaam winstgevende economische activiteiten, bereiken door het tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal, acquisitie en retentie van bedrijven en innovatie. Daarbij realiseren we ons dat investeringen steeds minder een direct effect hebben op werkgelegenheid. Door toelevering en outsourcing wordt buiten het investerende bedrijf soms meer werkgelegenheid gecreĂŤerd dan er binnen. De NOM is georganiseerd naar de aard van haar activiteiten en kent de afdelingen NOM Finance, NOM Foreign Direct Investment en NOM Business Development.

12


Missie en visie van de NOM Visie Een economisch toekomstbestendig Noord-Nederland Missie Het zijn van de permanente katalysator van economische ontwikkeling in NoordNederland Strategie Het stimuleren van duurzaam winstgevende economische activiteiten Doelstellingen Het tijdelijk verstrekken

Acquisitie en retentie van

van risicodragend

bedrijven

Innovatiebevordering

kapitaal Kerntaken NOM Finance (§4.1)

NOM FDI (§4.2)

NOM BD (§4.3)

Het verstrekken van

Het acquireren van

Het omzetten van een

financiering aan kansrijke

(buitenlandse) bedrijven

concreet idee naar een

ondernemingen in

voor Noord-Nederland

project (van idee naar

Noord-Nederland

en accountmanagement

renderend product)

Omgevingsfactoren (hfdst. 2)

Trends & ontwikkelingen (hfdst. 2)

Figuur 1

voor het bestaande bedrijfsleven in NoordNederland Resultaten §7.2

§7.3 •

§7.4

Groei van omzet

Groei van winst

plaatsen

projecten (Innovatie

Duurzame werkgele- •

Creatie nieuwe

impuls)

genheid

arbeidsplaatsen •

Behoud van arbeids-

Innovatieve

Investeringen

Uit deze strategie volgt een proces van waardecreatie, welke nader wordt beschreven in Hoofdstuk 4. Hierin worden per afdeling het bedrijfsmodel en de waardeketen toegelicht. Bij de invulling van het bedrijfsmodel zijn de trends en ontwikkelingen uit de omgeving, zoals beschreven in hoofdstuk 2, in acht genomen. Voor een breder inzicht in de producten en diensten van de afdelingen, alsmede de markten waarin de NOM opereert, wordt verwezen naar de hoofdstuk 7 (paragrafen per afdeling). In dit hoofdstuk worden de bedrijfsmodellen van de NOM weergegeven.

13


Met de aandeelhouders/subsidieverstrekkers is in de loop van 2012 het beeld met betrekking tot de langetermijnontwikkeling binnen Noord-Nederland gedeeld. De door de provincies vastgestelde speerpunten daarin, vallen grotendeels samen met de door het Ministerie van Economische Zaken gepresenteerde Topsectoren. Als afgeleide daarvan heeft de NOM haar maatschappelijke doelen uitgezet tot en met 2016. In 2014 is blijvend afstemming gezocht met de aandeelhouders en subsidieverstrekkers, als financiers van onze werkzaamheden. De uitvoering van projecten door de NOM, zoals bijvoorbeeld in de vorm van het cluster Greenlincs en Flinc, valt daar ook onder. De lange termijn doelstellingen worden jaarlijks in het werkplan vertaald naar concrete doelen. Na afloop van het jaar wordt de realisatie geëvalueerd met de aandeelhouders en subsidieverstrekkers, op basis waarvan de doelen voor het volgende jaar eventueel worden bijgesteld. In 2014 was, naast het ontwikkelen van een cluster voor smart industries, het beperken van de belasting van het milieu, onder andere door verduurzaming van energie en door waterbesparende technologieën, een belangrijk thema. Interne bedrijfsvoering Teneinde de realisatie van de doelstellingen van de NOM te waarborgen, heeft de organisatie een managementbeheerssysteem ingericht met betrekking tot haar kernprocessen. Omdat de NOM maatschappelijk verantwoord ondernemen definieert als het realiseren van haar basisdoelstellingen, kan ten aanzien van het monitoren van maatschappelijk verantwoord ondernemen gesteund worden op het algemene managementbeheerssysteem van de NOM. Dit systeem van de NOM is ingericht op basis van een voor de organisatie van toepassing zijnde risicoanalyse. De belangrijkste risico’s kunnen worden onderscheiden met betrekking tot de volgende aspecten: Strategisch

Financieel

politieke risico’s

waardering participaties

wet- en regelgeving

liquiditeit

concurrentie

fiscaal

imago Operationeel

Interne organisatie

operationele doelstellingen

IT beheer

interne procedures

archivering

personeel

integriteit

financiering van de activiteiten

calamiteiten

Risicobeheersing Ten aanzien van deze aspecten zijn in 2014 de risico’s en de mogelijke gevolgen, zoals geïnventariseerd en ingeschat in 2013, geëvalueerd. Hierbij is geconstateerd dat de inschatting van de kans, dat ze zich voor doen, en de impact, indien ze zich voordoen, nog actueel zijn. Wanneer de kans dat een risico zich manifesteert en de impact van het risico laag zijn, dan accepteert de NOM het risico. Wanneer de kans dat het risico zich voordoet laag is en de

14


impact hoog is, dan wordt het risico verzekerd. Bij een hoge kans dat een risico zich voordoet, onafhankelijk van de impact, zijn beheersmaatregelen gedefinieerd welke onderdeel uitmaken van de bedrijfsprocessen. Zo zijn onder andere beheersmaatregelen in relatie tot geïdentificeerde risico’s getroffen ten aanzien van: • IT beheer – treffen van maatregelen tegen cybercrime; • wet- en regelgeving – screenen en aanpassen arbeidsovereenkomsten naar aanleiding van veranderende wet- en regelgeving (zie ook §3.3); • interne procedures – verzekeren van aansprakelijkheid met betrekking tot de nieuwe taak van fondsenbeheer; • participaties/imago – screenen en beoordelen van activiteiten van participaties op schending mensenrechten, overtreding en naleving wet- en regelgeving en grote milieurisico’s (zie ook §3.6) Daarnaast zijn maatregelen getroffen ten aanzien van risico’s met betrekking tot het financiering aspect. Gedurende 2014 bleef de financiering van het nieuwe Innovatiefonds lange tijd onzeker. Dit risico kwam voort uit een discussie over de financiële bijdrage van de provincies. Eind 2014 is daarover een afspraak gemaakt tussen de provinciale aandeelhouders en het Ministerie van Economische Zaken. Van de aandeelhouder Economische Zaken is toestemming verkregen om vooruitlopend op de definitieve vormgeving en financiering te starten met het fonds met middelen vanuit de NOM. Hoewel de basisfinanciering voor de komende jaren is veilig gesteld, gaat de directie voort met de ingezette werkwijze om ontwikkelingen op projectbasis te financieren. Aan de andere kant zijn we vanuit een continuïteitsaspect aan het onderzoeken wat de mogelijkheden voor de toekomst zijn van een meer structurele financiering. Daar waar personeel momenteel vaker op projectbasis in dienst wordt genomen vanwege de financiering die op project basis plaats vindt, zou een meer structurele financiering voor Business Development meer ruimte bieden voor een vaste personeelsbezetting met een beperkte flexibele, project gerelateerde schil. De systemen, die tot doel hebben de geïnventariseerde significante risico’s waaraan de onderneming is blootgesteld optimaal te beheersen, zijn op orde. Zij kunnen echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van ondernemingsdoelstellingen, noch kunnen zij alle onjuistheden, verlies, fraude en overtredingen van wetten of regels geheel voorkomen. Het geheel van werkzaamheden inzake de risicobeheersing is besproken met de Raad van Commissarissen.

15


3.2 Organisatie structuur

Afzetmarkt en vestiging De werkzaamheden van de NOM zijn gericht op de versterking van de private sector van Noord-Nederland. In het kader van FDI zijn er intensieve contacten met ondernemingen in onder andere de VS, Japan, en Noord-Europa (voor FDI zie paragraaf 4.2). De publieke en private sector in Noord-Nederland worden als afzetmarkt aangemerkt. De NOM heeft haar hoofdkantoor in Groningen en een dependance in Leeuwarden. Eigendomsstructuur De organisatie is een naamloze vennootschap, waarvan de aandelen voor 99,97% in het bezit zijn van het Ministerie van Economische Zaken en voor 0,03% in het gelijke bezit van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. De vennootschap wordt aangestuurd door de directie en heeft een Raad van Commissarissen, die toezicht houdt. Operationele structuur De NOM heeft een drietal 100% dochterondernemingen, te weten Venture Kapitaalfonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. die, evenals de NOM, voorzien in risicodragend kapitaal. De vierde dochteronderneming, Venture Kapitaalfonds II B.V., is in 2014 omgezet in het Innovatiefonds Noord-Nederland B.V. De Venture Kapitaalfonds III B.V. is mede gefinancierd met Europese gelden en daarmee gebonden aan Europese regelgeving. De investeringen van B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. zijn provincie gebonden. De dochterondernemingen hebben geen personeel in dienst. Omvang van de organisatie De volgende kengetallen geven de omvang van de organisatie weer:

Tabel 2

Omvang van de organisatie Opbrengsten financieringsbedrijf (in € x 1.000) Opbrengsten ontwikkelbedrijf (in € x 1.000) Totale opbrengsten (in € x 1.000)

2013 8.089 3.090 11.179

2014 18.383 3.026 21.409

Omvang portefeuille (in € x 1.000) Omvang overige activa (in € x 1.000) Omvang totale activa (in € x 1.000)

20.207 53.557 73.764

21.913 60.766 82.825

39,3

36,8

Gemiddeld aantal FTE

16


3.3 Personeel

Figuur 2

De NOM bestaat uit de afdelingen NOM Finance, NOM Foreign Direct Investment en NOM Business Development, die ondersteund worden door een stafafdeling bestaande uit de functies Algemene Zaken, Administratie & Financiën en Communicatie. De organisatie kan schematisch als volgt worden weergegeven: Organisatieschema Algemeen directeur

Stafafdeling

Manager Finance, plv. directeur

Afdeling Finance

Manager Foreign Direct Investment & Business Development

Afdeling Foreign Direct Investment (FDI)

Afdeling Business Development (BD)

Personeelsbestand Het aantal medewerkers bedroeg in 2014 gemiddeld 43,5 (36,8 FTE). Hiermee is het gemiddeld aantal werknemers ten opzichte van 2013 met 5% gedaald. Tabel 3

Personeelsbestand Gemiddeld aantal Medewerkers Gemiddeld aantal Medewerkers met een vast contract Gemiddeld aantal fte’s % vrouwen (in fte’s) % Management (in fte's) % Parttime (minder dan 36 uur) % indirect (in fte’s) % gedetacheerd bij andere bedrijven Aantal mensen gedetacheerd bij de NOM Aantal zelfstandigen aan het werk bij de NOM

2013 46 41 39,3 37% 10% 30% 35% 10% -

2014 43,5 38 36,8 35% 10% 21% 30% 7% 0,8 -

De NOM streeft naar een beter evenwicht in de verhouding man/vrouw op totaal niveau en in hogere functies.

17


Het totaal aantal vrouwen daalde echter van 37% naar 35%. In totaal zijn er in 2014 2,4 FTE mannen uit dienst getreden en 1,8 FTE vrouwen. Daarnaast zijn er in 2014 4,6 FTE mannen in dienst getreden en 1,4 vrouwen. De kleine afname in het percentage aantal vrouwen is te onderbouwen door de nieuwe fulltime functies welke gecreëerd zijn voor de uitvoering van de nieuwe taak als fondsenbeheerder. Hiervoor hebben zich geen geschikte vrouwelijke kandidaten beschikbaar gesteld. Alle medewerkers verrichten hun werkzaamheden vanuit het kantoor in Groningen en kunnen gebruik maken van de dependance in Leeuwarden. Tabel 4

verhouding man-vrouw (fte)

Vrouw: 35% Man: 65%

Personeelsbestand naar activiteiten Gemiddeld aantal FTE Finance* Gemiddeld aantal FTE FDI/BD Gemiddeld aantal FTE gecoördineerde projecten** Gemiddeld aantal FTE Staf*** Totaal gemiddeld aantal FTE

2013 10,3 11,7 7,4 9,9 39,3

2014 11,3 10,1 6,5 8,8 36,8

* inclusief medewerkers van Doefonds en MKB Fonds ** inclusief medewerkers Flinc en Greenlincs *** inclusief medewerkers administratie, communicatie, algemene zaken en directie

Arbeidsvoorwaarden Met de medewerkers zijn individuele arbeidsovereenkomsten aangegaan. Op alle medewerkers, inclusief de directeur zijn algemene arbeidsvoorwaarden van toepassing. Er is geen sprake van een collectieve arbeidsovereenkomst. De gehanteerde opzegtermijnen zijn overeenkomstig de geldende wetgeving. Bij contracten van bepaalde tijd geldt een opzegtermijn, die conform wetgeving voor de werkgever het dubbele bedraagt van die van de werknemer. De minimale opzegtermijn voor de werkgever bij een vast contract bedraagt bij een arbeidsduur van: Korter dan 5 jaar: 1 maand 5 -10 jaar: 2 maanden 10 - 15 jaar: 3 maanden Meer dan 15 jaar: 4 maanden Deze opzegtermijnen zijn eveneens van toepassing bij beëindiging van arbeidscontracten als gevolg van organisatiewijzigingen. Aan de contractbeëindiging zal een periode van onderling overleg vooraf gaan. Deze periode is niet aan een termijn gebonden. Bij belangrijke organisatiewijzigingen heeft de OR adviesrecht. Gezien de omvang van de onderneming is er geen wettelijke plicht meer voor het hebben van een OR. De voormalige OR heeft in 2013 besloten zichzelf op te heffen. Gedurende 2014 is een tweetal

18


personeelsbijeenkomsten georganiseerd waarin de algemene gang van zaken met alle medewerkers is besproken. Specifieke agendapunten betroffen: de afschaffing van de leaseregeling die vervangen is door een systematiek van vervoersbudget, de gevolgen van de invoering van de werkkostenregeling en de consequenties van de nieuwe pensioenwetgeving. Ook is de nieuwe regeling vertrouwenspersoon besproken. De pensioenverplichtingen van de NOM zijn volledig gedekt door het afsluiten van een verzekering bij Avero/Achmea. De wetswijzigingen met betrekking tot de pensioenen zijn doorgevoerd in de regeling. 3.4 Organisatorische wijzigingen 3.5 Ethiek en integriteit

Er hebben zich geen wijzigingen voor gedaan in beleid en doelstellingen. Zie paragraaf 4.4 voor wijzigingen in de waardeketen.

Gedragscode In de arbeidsvoorwaardenregeling van de NOM zijn gedragscodes opgenomen ten aanzien van omgangsvormen, gebruik social media en gebruik PC’s, laptops en telefoons. Daarnaast is een klokkenluidersregeling opgenomen en een klachtenregeling, voor klachten binnen de hiërarchische lijn. Afgelopen jaar is er tevens een nieuwe regeling vertrouwenspersoon ingevoerd. Bij indiensttreding ontvangen werknemers de arbeidsvoorwaardenregeling. Bovendien is deze beschikbaar op het intranet. De code is in 2014 op andere punten niet aangepast. Discriminatie Er zijn in 2014 geen gevallen van discriminatie gemeld. Externe klachtenregeling De NOM kent als privaat bedrijf geen externe klachtenregeling. Klantvriendelijkheid dient wel als uitgangspunt voor ons handelen. Daar waar stakeholders klachten hebben over het functioneren van de NOM wordt per individueel geval gereageerd. In het afgelopen jaar is door de directeur rechtstreeks met twee ontevreden stakeholders gesproken.

3.6 Commitering aan externe initiatieven

Precautionary Principle De NOM is zich bewust van het feit dat bepaalde beslissingen een mogelijk negatief effect hebben op mens en/of het milieu. Bij twijfel of wetenschappelijke onduidelijkheid kiest de NOM uit voorzorg voor een beproefde methode. Overige externe duurzaamheidsprincipes/initiatieven In aanvulling op de algemene strategie, heeft het thema duurzaamheid invloed op de investeringsbeslissingen. Hoewel de NOM nog geen expliciete eisen heeft gesteld aan het duurzaamheidsbeleid van participaties waarin wordt geïnvesteerd, beoordeelt zij wel de activiteiten van de participaties. De NOM neemt bijvoorbeeld niet deel in bedrijven waarvan bekend is dat zij de mensenrechten schenden, wet- en regelgeving niet naleven of grote milieurisico’s aangaan. De NOM onderschrijft de ILO en OESO richtlijnen voor MVO.

19


Lidmaatschap verenigingen De NOM is lid van de volgende brancheverenigingen en/of belangenorganisaties: Eurada Noorderlink NVP ECSPP American Chamber of Commerce BIO Farmind AWVN VNO-NCW De NOM heeft geen belang in het bestuur en draagt niet bij aan de funding van de organisaties, behalve contributiebetaling gekoppeld aan regulier lidmaatschap. Behalve bij Noorderlink, waar de NOM deel uitmaakt van twee platforms, neemt de NOM geen deel in projecten of commissies van de organisaties. Daarnaast zijn individuele managementleden betrokken bij de volgende verenigingen of netwerken: Vereeniging van Handelaren, De Verbinding, Ambassadeurs van Groningen, Club diplomatique Frysl창n, Ecologie en Economie in balans, Nederlandse vereniging voor Commissarissen en Directeuren (NCD), Rotary Groningen Centrum. Voor deze betrokkenheid geldt dat er door de managementleden geen specifieke activiteiten worden verricht, anders dan het bijwonen van bijeenkomsten.

20


4.

Waardeketen

De ketenverantwoordelijkheid van de NOM ligt vanuit haar strategische doelstellingen, het tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal, acquisitie en retentie van bedrijven en innovatie, voornamelijk in de regio, waarbij de impact op alle drie de aspecten van duurzaamheid betrekking heeft. Zoals beschreven in paragraaf 3.1, is de NOM georganiseerd naar de aard van haar activiteiten en kent de afdelingen NOM Finance, NOM Foreign Direct Investment en NOM Business Development. De afdelingen hebben ieder een andere waardeketen, van waaruit ze elkaar op tal van manieren versterken en ze actief leads voor elkaar genereren. In de volgende paragrafen wordt de waardeketen per afdeling beschreven. De keten waar de NOM onderdeel van uitmaakt, loopt vanaf het MKB, waar de NOM inkoopt, tot en met het MKB, waarin de NOM investeert, aan adviseert en mee samenwerkt in acquisitie- en innovatieprojecten. De inkopen van de NOM betreffen diensten, leaseauto’s en kantoorartikelen en hebben een beperkte impact op de maatschappij. Omdat de NOM in relatie tot de inkopen geen actieve rol als ketenpartner speelt, wordt dit onderdeel van de keten als niet materieel beschouwd en niet beschreven. De NOM is niet betrokken bij externe controle op ketenbeheer. 4.1 NOM Finance

NOM Finance voorziet het bedrijfsleven van risicodragend kapitaal. De aandeelhouders van de NOM hebben hiertoe kapitaal ingebracht. Met de opbrengsten van de financieringsactiviteiten moet NOM Finance haar eigen activiteiten, inclusief personele kosten, financieren. Daarnaast moet de koopkracht van het door de aandeelhouders beschikbaar gestelde vermogen in stand gehouden worden, zodat NOM Finance risicodragend kapitaal in de toekomst kan blijven verstrekken. Dat wil zeggen dat het financieringsbedrijf na aftrek van haar kosten in meerjarig perspectief, te weten 5 jaar, een rendement boekt dat ten minste gelijk is aan het inflatiepercentage. De NOM voegt ter hoogte van de inflatie waarde toe aan het ingebrachte kapitaal. NOM Finance verstrekt risicodragende financiering aan kansrijke MKB-ondernemingen in Noord-Nederland in de vorm van aandelenkapitaal en/of achtergestelde leningen, omdat zij ondernemingen wil laten groeien. Deze financiering kan worden verstrekt aan zowel startende bedrijven, als aan bedrijven die willen groeien, een overname willen doen of waar sprake is van bedrijfsopvolging. De financiële betrokkenheid van NOM Finance is altijd voor een bepaalde periode. Daarna worden de aandelen (terug)verkocht, wordt de eventuele lening afgelost en wordt de opbrengst weer elders geïnvesteerd. Een aanzienlijk deel van de doelgroep wordt gevormd door starters, technologie gedreven en innovatieve ondernemingen. Daarnaast zijn ook het bestaande bedrijfsleven, groeiende bedrijven en ondernemingen waar een overname of bedrijfsopvolging aan de orde is een belangrijk deel van de doelgroep van NOM Finance.

21


NOM Finance werkt bij de totstandkoming van een financiering samen met de onderneming, adviseurs, banken, private investeerders en/of participatiemaatschappijen. Ook wordt de samenwerking gezocht met partijen die nieuwe vormen van financiering aanbieden zoals bijvoorbeeld kredietunies en crowdfunding platforms. Sinds 2014 voert de NOM het beheer van zelfstandige provinciale investeringsfondsen in Fryslân en Drenthe uit, die provincies in zelfstandige bv’s hebben ondergebracht. Met deze fondsen zijn de overheden in de gelegenheid om in aanvulling op de investeringsmogelijkheden vanuit het NOM fonds, bedrijven in de regio te financieren. NOM Finance onderscheidt zich van andere (private) participatiemaatschappijen door haar focus op de langere termijn en het aangaan van een duurzame samenwerkingsrelatie met de ondernemingen waarmee zij een financieringsrelatie heeft. Snelle winst is geen doel, een actieve participatie en een bedrijfsspecifieke aanpak met daaruit voortvloeiend een positief rendement op termijn daarentegen wel. NOM Finance biedt naast kapitaal in geld ook menselijk kapitaal in de vorm van denkkracht, advies en begeleiding met als doel: groei van omzet, winst en duurzame werkgelegenheid. Daarvoor wordt naast de eigen deskundigheid gebruik gemaakt van de deskundigheid van de andere afdelingen van de NOM en daar waar nodig van externe, specifieke deskundigheid. NOM Finance is een actieve aandeelhouder en denkt mee met de ondernemer en zijn/haar managementteam bij het realiseren van zijn of haar plannen. Uitgangspunt is het aangaan van een langdurige relatie, waardecreatie en het leggen en in stand houden van een duurzame basis voor continuïteit van de onderneming. De participaties en leningen liggen in een segment met hogere risico’s. Het gaat echter wel om in de kern gezonde bedrijven en business cases met goede rendementsperspectieven, zodat het fonds revolverend kan worden gehouden en aan de rendementseisen van de aandeelhouders kan worden voldaan.

22


Figuur 3

Bedrijfsmodel NOM Finance Financiering

Financiering (€) Kapitaal (€) Financiële sector Toegevoegde waarde Samenwerkingskader

Aandeelhouders • Ministerie van EZ (99,97%) • Provincie Drenthe (0,01%) • Provincie Fryslân (0,01%) • Provincie Groningen (0,01%)

NOM Finance

Menselijk Kapitaal Rente, aflossing, dividend, verkoopopbrengsten

Zelfstandige BV’s

Dividend

Kapitaal

Aandelen kapitaal

Achtergestelde lening

Provincies als opdrachtgever

Adviseurs, banken, participatiemaatschaappijen en overige financiers

Fonds beheer

Financiering

Financiering

Bedrijven • • • • •

Starters Technologie gedreven Innovatief Snelgroeiend Waar overname of bedrijfsopvolging speelt

Groei van omzet Groei van winst Duurzame werkgelegenheid Innovatieve producten

23


4.2 NOM Foreign Direct Investment

Een van de taken die NOM uitvoert is die van Foreign Direct Investment (FDI) voor NoordNederland. Feitelijk onderscheidt deze taak zich in de twee sub taken, acquisitie en retentie. Acquisitie Het acquireren van (buitenlandse) bedrijven is sectorgewijs georganiseerd, zoveel mogelijk langs de lijnen van de topsectoren. Om effectief nieuwe investeerders te acquireren, is het van belang een zo volledig mogelijk beeld van het vestigingsklimaat te schetsen voor de investeerders. Door het kapitaal (kennis) dat NOM van de bedrijven verkrijgt te vertalen naar nieuwe proposities per (deel)sector voegt ze waarde toe. Voor NOM FDI zijn kennis van de regio en het netwerk daarmee de belangrijkste assets (menselijk kapitaal). Een nauwe samenwerking met de afdeling Business Development is hiertoe van wezenlijk belang. Voor de uitvoering van de activiteiten ontvangt NOM FDI subsidies en bijdragen van de drie noordelijke provincies, het ministerie van Economische Zaken en verschillende gemeenten uit de regio. De propositie wordt altijd gemaakt in samenwerking met één of meerdere regio’s in het Noorden. Leads voor nieuwe (buitenlandse) investeringen worden gegenereerd door medewerkers van het NFIA (een samenwerkingspartner van de NOM), door medewerkers van de NOM of via derden (bijvoorbeeld locatieadviesbureaus, accountants, advocaten, makelaars en ook gemeenten en provincies). NOM FDI begeleidt vanaf dat moment de investeerder bij het gehele proces om te komen tot een besluit tot vestiging. Wanneer wordt besloten tot vestiging, draagt NOM FDI de regie over aan de betrokken gemeente. De NOM neemt de klant op in het Current Investor Development programma en blijft op afstand betrokken. Retentie Naast acquisitie is het minstens zo belangrijk dat de contacten met deze reeds gevestigde bedrijven worden versterkt en verder ontwikkeld. Daartoe is vanuit het NFIA een Current Investor Development (CID) programma ontwikkeld. In dit programma worden jaarlijks de reeds gevestigde (buitenlandse) bedrijven bezocht om de contacten te versterken en verder te ontwikkelen. Met het lokale management wordt gesproken over de strategie van de onderneming en de impact die dat heeft op de vestiging. De mensen van het NFIA, een belangrijke partner van NOM FDI, hebben waardevolle contacten met het internationale bedrijfsleven. Ze leveren leads waar NOM FDI actief werk van maakt. Door mee te denken met bedrijven, slimme oplossingen te bieden en samen te werken met gemeenten, zorgt de NOM er voor dat gevestigde bedrijven die tegen vestigingsmoeilijkheden of -uitdagingen aanlopen in Noord-Nederland, toch in de regio (kunnen) blijven. De NOM treedt hierbij op als adviseur of bemiddelaar ten behoeve van de verankering van de vestigingen.

24


Figuur 4

Bedrijfsmodel NOM Foreign Direct Investment Financiering (€) Kapitaal (investeringskennis) Samenwerkingspartners Toegevoegde waarde

Subsidie verstrekkers FDI programma • Provincie Groningen, Fryslân en Drenthe • Ministerie van EZ • Gemeenten

Samenwerkingskader

Subsidie

NFIA, Gemeenten, dienstverleners en leveranciers

Regionale bedrijven

Netwerk / Informatie

Informatie

NOM Foreign Direct Investment

Menselijk Kapitaal Netwerk

Advies vestigingsklimaat

Assistentie

Investeerders • Regionale investeerders (behouden in de regio) • Nationale investeerders (vanuit andere delen van Nederland naar de regio) • Internationale investeerders

• Behouden arbeidsplaatsen • Nieuwe arbeidsplaatsen • Investeringen

25


4.3 NOM Business Development

NOM Business Development ontwikkelt, samen met bedrijven in de regio, innovatieve projecten, die het karakter hebben dat zij op termijn moeten leiden tot toegevoegde waarde voor de noordelijke economie en voor de deelnemende bedrijven. Vanuit een projectidee wordt een projectgroep geformeerd met daarin ondernemers en kennisinstellingen. Eigenlijk is NOM BD de kraamkamer van nieuwe ideeĂŤn, met een slagvaardig team dat kansen en trends probeert om te zetten in vernieuwing voor het Noord-Nederlandse bedrijfsleven. Door hun omvang en het innovatieve karakter dragen de projecten bij aan de versterking van de structuur en de concurrentiekracht van de economie van Noord-Nederland. BD treedt op als regisseur en biedt ondersteuning met kennis en expertise. Om haar rol in te kunnen vullen zijn de medewerkers van de NOM voortdurend in gesprek met ondernemingen, kennisinstellingen en overheden. Zij zorgen ervoor dat ze op de hoogte blijven van de technologische stand van zaken en dat ze een vertaling kunnen maken van (technologische) ontwikkelingen naar ideeĂŤn voor innovatie. Het menselijk kapitaal is de toegevoegde waarde van de NOM. Veelal betreffen de projecten initiatieven waar nauw samenwerkende bedrijven uit verschillende sectoren bij betrokken zijn. Die samenwerking zorgt ervoor dat verschillende impulsen en opvattingen bij elkaar komen. Zo ontstaat een vruchtbare kruisbestuiving waaruit nieuwe diensten en producten voortkomen. NOM BD speelt een belangrijke rol door bedrijven in een project te laten samenwerken om een idee naar een marktrijp product of marktrijpe technologie te vertalen. Daarnaast helpt NOM BD met de totstandkoming van de financiering, vaak grotendeels door de betrokken bedrijven zelf, aangevuld met financiering van bijvoorbeeld kennisinstellingen en subsidies. Tenslotte helpt NOM BD ook door iedere keer binnen het project de vraag te blijven stellen of de ontwikkeling nog steeds relevant is en daar waar nodig bij te sturen. Voor de uitvoering van deze activiteiten ontvangt NOM Business Development subsidie van de drie noordelijke provincies en het Ministerie van Economische Zaken.

4.4 Significante wijzigingen in waardeketen

26

Een wijziging die zich in 2014 in de waardeketen Finance heeft voorgedaan betreft de taak die de NOM als fondsenbeheerder in opdracht van overheden heeft toegevoegd en daarmee de inkomsten die ze uit deze diensten ontvangt. Dit heeft echter geen significantie invloed op de waardeketen als zodanig. De trends ten aanzien van de circulaire economie en de langzaam terugkerende investeringsbereidheid van bedrijven hebben geen invloed op onze waardeketen. Wel wordt er andere kennis gevraagd of wordt er meer inspanning in een project gestoken om toegevoegde waarde te kunnen realiseren.


Figuur 5

Bedrijfsmodel NOM Business Development Financiering (€) Kapitaal (kennis) Ontwikkelings partners Toegevoegde waarde Samenwerkingskader

Subsidieverstrekkers • Provincie Groningen, • Provincie Fryslân • Provincie Drenthe • Ministerie van EZ

Regionale bedrijven Project financiering

Ideeën netwerk / informatie Kennisinstellingen Overheden

NOM Business Development

Subsidie

Menselijk Kapitaal Informatie

Netwerk

Samenwerkingsverbanden • Bedrijven • Kennisinstellingen • Overheden

Innovatieve projecten (innovatieimpuls)

27


5.

Belanghebbenden

Selectie belanghebbenden Voor het bepalen van de belanghebbenden van de NOM is uitgegaan van de waardeketens van de afdelingen. Deze ketens beschrijven hoe de toegevoegde waarde van de NOM tot stand komt en welke middelen en partijen daarbij betrokken zijn. Voor de middelen is de NOM afhankelijk van haar aandeelhouders, subsidieverstrekkers en sinds kort van haar opdrachtgevers. De belangrijkste taak van de NOM is het aan elkaar verbinden van de partijen. Zowel de financiers, als de betrokken partijen en de partijen waarvoor de toegevoegde waarde van belang is, merkt de NOM aan als haar belanghebbenden. In 2014 is NOM Finance beheerder van twee zelfstandige provinciale investeringsfondsen geworden, die door de provincies Drenthe en Fryslân zijn opgericht. Met de toename van de twee provincies als opdrachtgever van NOM Finance voor fondsenbeheersing, onderscheidt de NOM “overheden als opdrachtgever” als een nieuwe noemenswaardige belanghebbende. Hieronder vallen ook de gemeenten als opdrachtgever van NOM BD voor het genereren van leads voor acquisitie. Onderstaande tabel geeft inzicht in de partijen die als belanghebbenden van de NOM aangemerkt kunnen worden. Tabel 5

28

Belanghebbenden Verwachtingen belanghebbende

Belanghebbende

Contactmomenten

Ambitie NOM

Ondernemingen in de regio

- Bijeenkomsten (>10 x per jaar) - Eén op één afspra- ken (>1000 x per jaar)

- De NOM als finan- cier - De NOM als ken- nispartner - De NOM als scha- kel tussen instellingen

- Financieren stuwende bedrij- ven - Kennisbank zijn voor onder nemingen - Schakel tussen bedrijven - Schakel tussen de regio en het buitenland

Aandeelhouder/ subsidieverstrekker

- AvA (1 x per jaar) - tussentijdse formele en informele overleggen (>100 x per jaar) - Periodieke verslaglegging (4 x per jaar) - Aandeelhouders- bijeenkomsten (3)

- Revolverendheid fonds - Uitvoering regionaal beleid - Aansluiting rijksbeleid - Informatieverstrek king rol NOM

- Het fonds in stand houden - Doelen NOM behalen, gemeten in prestatie indicatoren - Draagvlak en betrokkenheid van Provinciale Statenleden


Belanghebbende

Contactmomenten

Verwachtingen belanghebbende

Lokale overheden

- Individuele en gezamenlijke overleggen met Gedeputeerden en/of wethouders (>50 x per jaar) - Overleggen met ambtenaren (>100 x per jaar)

- Financieren van stuwende bedrijven - Uitvoering regionaal beleid - Bedrijven begeleiden bij vestiging in de regio

- Financieren stuwende bedrijven - Werkgelegenheid creĂŤren/behouden in de regio - Bedrijven naar de regio halen

Overheid als opdrachtgever

Provincies vanuit Finance: Bij tot stand koming van de provinciale fondsen: - Overleggen ambtelijk apparaat en bestuurders (Gedeputeerden EZ). Na tot stand koming beide provinciale fondsen: - Regelmatig contact met accountmanager vanuit provincies. - Overleg met gedeputeerde tijdens aandeel- houdersvergade- ring. (1x) - Periodieke verslaglegging middels kwartaal en eindejaar rapportages

Provincies vanuit Finance: - Adequaat en pro- fessioneel beheer van provinciale fondsen - Volgens doelstel- ling van het speci- fieke fonds investe- ringen realiseren. - Zorgen voor bekendheid van het fonds in de provincie bij ondernemers en overige financiers.

Provincies vanuit Finance: - financieringsmoge lijkheden voor een zo breed mogelijke doel- groep beschikbaar maken op een professionele en bedrijfseconomi- sche verantwoor- de wijze. - Succes maken van het fonds d.m.v. maximale benut- ting van het fonds- beheer met een maximaal revolve- rend effect.

Gemeenten vanuit FDI: - 4 keer per jaar informeel informe- ren over voort- gang

Gemeenten vanuit FDI: - Leads genereren voor acquisitie van buitenlandse be- drijven

Gemeenten vanuit FDI: - Actief leads gene- reren voor acquisi- tie t.b.v. vestiging in de regio

Ambitie NOM

29


Verwachtingen belanghebbende

Belanghebbende

Contactmomenten

Ambitie NOM

Werknemers

- Bijeenkomsten gehele organisatie (10 x per jaar) - Afdelingsoverleg- gen (1x per 1-2 weken) - Bilaterale overleg- gen (1x per 1-2 weken) - Beoordelingscy- clus (jaarlijks) - Overleggen met OR (maandelijks tot opheffing OR in 2014) - Directe onderlinge contacten (dage- lijks)

- Gezonde inspire- - Een goede werk- rende werkomge- gever zijn ving - Bijdragen aan de - Als NOM, maar persoonlijke zeker ook als werk- ontwikkeling van nemer een bijdra- werknemers ge leveren aan Noord-Nederland

Leveranciers

- Eén op één contacten (>100 x per jaar)

- De NOM als klant

- Inkopen voor goede prijs/kwali- teit verhouding

Kennisinstellingen

- Overleggen in het kader van ontwikkelen of uitvoeren van projecten (wekelijks)

- Gezamenlijk projecten ontwik- kelen en/of uitvoeren

- Realiseren van innovatie door verbinden van kennis en bedrijfs- leven

Niet-Gouvernementele Organisaties

- Bijeenkomsten met belangheb- benden in projec- ten (>12 x per jaar)

- Aandacht voor - Optimale afweging duurzaamheid en van de belangen andere onderdelen van verschillende van MVO belanghebbenden

Burgers in de regio

- Geen formeel georganiseerde contacten

- Werkgelegenheid

- Creëren en behou- den van directe en indirecte werkgelegenheid

De directeur en het management zijn in wisselende samenstelling gesprekspartner in de formele en informele overleggen met aandeelhouders, subsidieverstrekkers en lokale overheden. Daarnaast zijn zij regelmatig in gesprek met werknemers, ondernemingen in de regio en de kennisinstellingen.

30


Tabel 6

Stakeholderdialoog Belanghebbende

Vraagstukken

Reactie NOM

Ondernemingen in de regio

- Financiering zonder deel name in aandelenkapitaal

- Introductie aanvullende productvariant: de mezzaninelening - Toelichten overwegingen - Oprichting innovatiefonds

- Waarom niet investeren - Financieringsvraag voor ontwikkelen van innova tieve ideeën leidend tot een vermarktbaar product - Specifieke vragen of een onderneming in de supply chain past

Aandeelhouder / subsidieverstrekker

- Beschikbare technologieën

- In contact brengen met kennisinstellingen en/of bedrijven met deze technologieën

- Waarom niet investeren - Staatssteun voorkomen

- Toelichten overwegingen - Toetsen nieuwe producten aan staatsteunregels en toetsen rente percentages - Project gefinancierd wer ken (bijv. BBE, Flinc NXT)

- Terugdringen algemene subsidie - Beëindiging kruisfinan- ciering - Financiering bredere doelgroep dan op basis van aandeelhouders instructie - Dividenduitkering

Lokale overheden

- Onderzoek uitvoeren

- Start beheer twee provin ciale fondsen en voor- bereidingen voor beheer derde provinciale fonds - Dividenduitkering aan het Rijk regionaal in te zetten voor ontwikkeling in de Noordelijke provincies

- Toekomstbestendige uitvoeringsorganisatie voor regionaal beleid

- Akkoord op rol NOM bij uitvoering regionaal eco nomisch beleid

- Waarom niet investeren - Onduidelijke acquisitie- structuur in Noord Nederland

- Toelichten overwegingen - Acquisitieafspraken met gemeenten

31


Belanghebbende

Vraagstukken

Reactie NOM

Overheden als opdrachtgever

- Geen specifieke vraagstukken anders dan voortgang

- Informeren via voort gangsrapportages per kwartaal en eindejaar

Werknemers

- Zekerheid ten aanzien van werkgelegenheid

- In gesprek blijven met aandeelhouders / subsi dieverstrekkers en lokale overheden over uitvoering regionaal economisch beleid door NOM en werk nemers informeren over de ontwikkelingen

Leveranciers

- Leverancier worden van de NOM

- Bij aflopende contracten beoordelen van alterna tieven

Niet-Gouvernementele Organisaties

- Geen specifieke vraagstukken

- Informatie op verzoek met in acht name van vertrou welijkheid

Burgers in de regio

- Waarom niet investeren

- gegeven de vertrouwlij heid reageren wij niet publiekelijk

Dilemma’s Als private onderneming met publieke aandeelhouders blijft er een voortdurend spanningsveld tussen het als zodanig opereren en de maatschappelijke wensen en opgaven van de aandeelhouders. Bij het financieren van bedrijven is de beoordeling gebaseerd op het lange termijn perspectief van continuïteit van de onderneming. Ook in het jaar 2014 speelde bij het beoordelen van een aantal aanvragen het spanningsveld tussen die beoordeling en de wens om, op korte termijn, arbeidsplaatsen te creÍren of te behouden een nadrukkelijk rol. Het maatschappelijke belang vanuit de overheden is daarbij evident. Als organisatie hebben wij ons daar ook voortdurend rekenschap van gegeven bij de beoordelingen. Toch heeft dat niet in alle gevallen geleid tot een financiering door de NOM of het versnellen van het proces van besluitvorming over een lange termijn investering. Hierbij is zorgvuldigheid van het proces doorslaggevend geweest. Het dilemma is daarbij wel met de publieke aandeelhouders besproken om elkaars positie daarbij goed voor ogen te hebben. Vanuit zorgvuldigheid brengen wij deze voorbeelden niet naar buiten. Een dilemma dat zich voordoet betreft de discussies die we voeren over onze taak met betrekking tot het vergroten van groei en het stimuleren van de ontwikkeling in de regio Noord-Nederland. Het dilemma doet zich voor wanneer we de afweging maken een doorstart

32


of een herstructurering van een lokaal, regionaal verzorgende onderneming te financieren. Bijna altijd kunnen andere regionale partijen het wegvallen van de bedrijvigheid binnen de regio Noord-Nederland opvangen of compenseren en is dit reden voor de NOM om niet over te gaan tot financiering. Dit heeft er in 2014 toe geleid dat we in enkele gevallen de keuze hebben moeten maken om bedrijven niet te financieren. Het besef dat onze regionale doelstellingen niet altijd te verenigen zijn met de (persoonlijke) doelstellingen van de bedrijven in dezelfde regio is aanwezig en vanzelfsprekend onder de aandacht van de directie en het regionale bestuur. In het kader van duurzaamheid en circulaire economie doet zich het dilemma voor waarbij verschillende aspecten van duurzaamheid om voorrang streven. Het dilemma doet zich voor wanneer wij de afweging maken voor financiering van bedrijven. Hierbij moeten we soms de keuze maken voor het financieren van bedrijven of projecten gericht op innovatieve duurzame ontwikkeling, of bedrijven die minder innovatief zijn maar meer continuiteit in werkgelegenheid bieden. Duurzaamheid beschouwen wij in de brede zin van het woord waarbij het waarborgen van economische continuïteit in de regio, gezien onze taak, een belangrijke pijler is. Perspectief voor mensen Bij de genoemde dilemma’s staat het korte termijn perspectief soms op gespannen voet met het langere termijn perspectief. Ook het hebben van regionale doelstellingen maakt dat we niet altijd tegemoet kunnen komen aan de belangen van lokale ondernemers en bedrijven. Vanuit de NOM benadrukken wij met dit jaarverslag de kansen die wij voor de toekomst van Noord-Nederland zien. Ondanks het verdwijnen van arbeidsplaatsen in de regio, zijn wij positief gestemd over de nieuwe producten en diensten die een antwoord geven op de hedendaagse uitdagingen en vragen voor de toekomst. Deze ontwikkelingen brengen kansen met zich mee die gepaard gaan met werkgelegenheid in de regio. Zo worden er Business Development projecten ontwikkeld met het oog op de langere termijn. Een voorbeeld is het project IJkdijk, dat ruim zeven jaar geleden van start is gegaan. In 2014 is de betrokkenheid van de NOM hierbij geëindigd. Na een intensieve opzetfase waarin de opzet door de NOM is bedacht, de partijen bij elkaar zijn gebracht en de financiering voor het project is gerealiseerd, is de oorspronkelijke projectorganisatie overgegaan in een stichting. De stichting richt zich op de realisering van de ontwikkelde producten in het publieke domein, o.a. via een Dike Data Center. Daarnaast bedienen noordelijke bedrijven nu de internationale ‘watermarkt’ met de geteste producten. Een recenter voorbeeld, waarin de NOM een dergelijke rol heeft gespeeld, is het afronden van de testfase van Smart Factory bij Fokker. Het consortium van bedrijven dat de sensortechnologie bedacht heeft voor deze proefopstelling is nu klaar om de markt op te gaan met hun gevalideerde producten. Wij menen dat onze belangrijkste doelen worden bereikt met inachtneming van principes voor duurzame ontwikkeling op lange termijn. We spreken dan ook over werkgelegenheid voor de toekomst. Het realiseren hiervan gaat echter niet over een nacht ijs.

33


6.

6.1 Doel verslag

6.2 Proces bepaling inhoud

Toelichting behorende tot het jaarverslag

Het jaarverslag van de NOM wordt opgesteld om haar belanghebbenden te informeren over haar prestaties in het afgelopen jaar. De NOM definieert haar belanghebbenden als de partijen die deel uitmaken van de waardeketens (zie hoofdstuk 4) en de partijen waarvoor de toegevoegde waarde van de NOM van belang is. De belanghebbenden zijn in hoofdstuk 5 nader gedefinieerd en betreffen aandeelhouders en subsidieverstrekkers, lokale overheden, de ondernemingen in de regio, werknemers, leveranciers, kennisinstellingen, niet gouvernementele organisaties en burgers in de regio. De NOM zal verslag leggen over haar prestaties aan de hand van de materiële duurzaamheidsaspecten. Onder materiële aspecten verstaat de NOM de aspecten die de economische, sociale en milieu impact van de organisatie weergeven en de aspecten die de beoordeling en beslissingen van de belanghebbenden beïnvloeden. Op basis van de waardeketens heeft de NOM een materialiteitsmatrix gemaakt op basis waarvan bepaald is welke duurzaamheidsaspecten materieel zijn. Het management benadert de categorieën van de duurzaamheidsaspecten als volgt:

Tabel 7

Management benadering Economisch De NOM heeft als primaire functie het versterken van de economische groei- en innovatiekracht van Noord-Nederland. Namens de aandeelhouders (het Ministerie van Economische Zaken en de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân) heeft de NOM de afgelopen decennia deze taak uitgevoerd. Door in te zetten op financieringen, acquisitie, retentie en innovatie voert de NOM haar functie zo effectief mogelijk uit. Zie ook hoofdstuk 2 en 4. Arbeidsomstandigheden De impact die de NOM heeft op arbeidsomstandigheden en werkgelegenheid is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Zo is één van de primaire taken van de NOM om arbeidsplaatsen te behouden en te genereren in de regio door het bevorderen van (buitenlandse) investeringen. Zie hiervoor paragraaf 4.2 en 7.3. De werknemers van de NOM zijn de belangrijkste belanghebbenden in relatie tot de interne organisatie van de NOM, waardoor de interne arbeidsomstandigheden als belangrijk worden aangemerkt. Zie hiervoor paragraaf 3.3 en 7.1.2. Mensenrechten Als westerse onderneming actief in Noord-Nederland is bij de NOM het onderwerp mensenrechten minder relevant. Activiteiten om discriminatie tegen te gaan alsmede duurzaam in te kopen zijn wel geïmplementeerd. Zie hiervoor paragraaf 3.5; 3.6 en 6.4.

34


Maatschappij De impact die de NOM heeft op de maatschappij is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Door het uitvoeren van de primaire taken wordt een positieve maatschappelijke impact nagestreefd voor de regio. Zie hiervoor hoofdstuk 2 en 4. Productverantwoordelijkheid De NOM heeft als primaire functie het versterken van de economische groei- en innovatiekracht van Noord-Nederland. Namens de aandeelhouders (het Ministerie van Economische Zaken en de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân) heeft de NOM de afgelopen decennia deze taak uitgevoerd. Door in te zetten op financieringen, acquisitie, retentie en innovatie probeert de NOM haar functie zo effectief mogelijk uit te voeren. De productverantwoordelijkheid van de NOM is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Zie hiervoor hoofdstuk 2 en 4. Milieu De milieu-impact van de bedrijfsvoering van de NOM is minimaal. De positieve impact die de NOM heeft middels de uitvoering van haar kernprocessen is vele malen groter. Om deze reden is besloten om in te zetten op een aantal duurzame thema’s waaronder de ‘Biobased Economy’. Daarnaast is er ook een aantal maatregelen genomen die gericht zijn op de interne bedrijfsvoering. Zie ook paragraaf 7.1.2.

35


6.3 Materiële aspecten

Tabel 8

Materiële aspecten

SOCIAAL

Personeel

Issue

Belanghebbenden

Economische performance (§3.2, hfst 9)

• Economische waarde creatie (opbrengsten, kosten, resultaat) • Het fonds in stand houden • Financieren stuwende bedrijven • Risico’s en kansen als gevolg van klimaatveran dering • Dekking pensioenver plichting • Significante financiële steun van overheid

• Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Werknemers • Ondernemingen in de regio • Lokale overheden

Manager Finance

Indirecte economische impact (§2.1, hfdst 7)

• Economische waarde creatie van de bedrijven waaraan de NOM kapitaal verstrekt (omzet, winst) • Investeringen in Noord Nederland • Innovatie-impuls

• Ondernemingen in de regio • Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Lokale overheden • Werknemers • Burgers in de regio

Manager Finance

Werkgelegenheid in de regio (§7.1.2, §7.3)

• Creëren en behouden van directe en indirecte werk gelegenheid in de regio

• Burgers in de regio • Ondernemingen in de regio • Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Lokale overheden • Werknemers

Manager Finance / manager FDI / BD

Werkgelegenheid uit NOM activiteiten (§3.3, §7.1.2 hfdst 8, bijlage 5)

• Personeelsbestand en het verloop hierin • Samenstelling bestuurs lichamen en onderver deling medewerkers • Arbeidsvoorwaarden

• Werknemers • Aandeelhouder/subsidie verstrekker

Staf / Algemene Zaken

*Aspect materialiteit en verwijzing beschrijving in het jaarverslag

36

Primaire verantwoordelijkheid

Aspect*

ECONOMISCH

Ondernemingen in de regio

Op basis van de management benadering zijn de volgende materiële aspecten en de issues die hierbij horen bepaald, alsmede voor wie deze van belang zijn. Voor de aspecten is aangegeven waar in de organisatie de taken en verantwoordelijkheden primair zijn belegd ten aanzien van de sturing. De primaire verantwoordelijkheid is belegd bij de managers van de kerntaken of bij Algemene Zaken (stafafdeling). De directie van de NOM draagt de eindverantwoordelijkheid voor alle aspecten.


Issue

Belanghebbenden

Training en opleiding eigen personeel (§7.1.2)

• Loopbaanontwikkeling • Opleiding & scholings uitgaven • Tijdsbesteding aan scholing

• Werknemers

Gezondheid en veiligheid eigen personeel (§7.1.2)

• Levensfasebewust personeelsbeleid • Ziekteverzuim

• Werknemers

Staf / Algemene Zaken

Mensenrechten

Discriminatie in eigen organisatie (§3.5)

• Aantal gevallen van discriminatie

• Werknemers

Staf / Algemene Zaken

Maatschappij

Bijdragen aan politiek (hfdst 5)

• Bijdragen aan politieke partijen, politici en gerela teerde instellingen per land

• Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Gemeenten

Manager Finance / Manager FDI / BD

Voldoen aan weten regelgeving (Bijlage 2, G4-SO8)

• Boetes voor niet naleven wet- en regelgeving

• Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Gemeenten

Staf / Algemene Zaken

Productverantwoordelijkheid

Klanttevredenheid (Bijlage 2, G4-PR3, G4-PR9)

• Onderzoek naar klant tevredenheid • Boetes voor niet naleven wet- en regelgeving betreffende levering van producten/diensten

• Ondernemingen in de regio • Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Gemeenten • Werknemers

Staf / Algemene Zaken

Compliance

Voldoen aan weten regelgeving (Bijlage 2, G4-SO8)

• Boetes voor niet naleven wet- en regelgeving

• Aandeelhouder/subsidie verstrekker • Gemeenten

Staf / Algemene Zaken

Energie en materialen

Verbruik (§7.1.2)

• Energieverbruik in organisatie • Materiaalverbruik in organisatie

• Werknemers • Aandeelhouders

Staf / Algemene Zaken

Emissies

CO2 uitstoot (§7.1.2) • CO2 uitstoot wagenpark

• Werknemers • Aandeelhouders

Staf / Algemene Zaken

SOCIAAL

Personeel

MILIEU

Primaire verantwoordelijkheid Staf / Algemene Zaken

Aspect*

*Aspect materialiteit en verwijzing beschrijving in het jaarverslag

37


De materiële onderwerpen worden aan de hand van de interne en externe prioritering bepaald. De externe prioritering vindt plaats aan de hand van de stakeholderdialoog (zie ook tabel 7, stakeholderdialoog en tabel 8, materiele aspecten). Om meer inzicht te geven in het relatieve belang van de geïdentificeerde materiële aspecten wordt de impact op de belanghebbenden en organisatie in onderstaande matrix weergegeven: Figuur 6

Materialiteitsmatrix Hoog

Impact op de organisatie

Werkgelegenheid bij NOM

Indirecte economische impact Werkgelegenheid in regio Werkgelegenheid in regio

Opleiding personeel Gezondheid & Veiligheid personeel

Economisch Sociaal

Discriminatie bij NOM

Milieu

CO2 uitstoot Verbruik

Naleving wet- en regelgeving Naleving wet- en regelgeving

Laag

Belanghebbende

Bijdrage aan politiek Hoog

Over de materiële aspecten rapporteren we in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 7. Op de materiële aspecten met een hoge impact op zowel de organisatie als de belanghebbenden (werkgelegenheid in de regio en indirecte economische impact) hebben we doelstellingen geformuleerd (zie tabel 1) waarover we ook rapporteren (hoofdstuk 7). 6.4 Afbakening

Extern De NOM heeft samen met haar aandeelhouders en subsidiegevers de prestatie-indicatoren vastgesteld, waaruit de realisatie van de doelen kan worden afgeleid. Afgesproken is hoe deze indicatoren meetbaar kunnen worden gemaakt. Deze indicatoren komen niet uit de door de GRI vastgestelde lijst. De externe prestatie-indicatoren zijn: • Uitzettingen • Gecreëerde en behouden arbeidsplaatsen • Investeringen in de regio • Innovatie-impuls (investeringen in innovatieve projecten) De NOM neemt haar verantwoordelijkheid als ketenpartner met betrekking tot investeringen in bedrijven en deelname aan acquisitie- en innovatieprojecten voor zover zij zelf invloed heeft op het beleid. Dit betekent dat de NOM keuzes maakt of zij wel of niet investeert in een bedrijf of deelneemt in een project, maar dat zij geen verantwoordelijkheid neemt voor het duurzaamheidsbeleid van de participaties of deelnemers in een project. De NOM stelt hierdoor

38


slechts beperkte voorwaarden aan het duurzaamheidsbeleid van partners bij investeringen en ontwikkelingsprojecten. Indien het de NOM bekend is dat bij potentiÍle deelnemingen of partners in projecten sprake is van bijvoorbeeld schending van de mensenrechten, omkoping en corruptie, niet naleven van wet- en regelgeving of grote milieurisico’s, heeft dat tot gevolg dat de NOM niet zal investeren in het bedrijf of niet zal samenwerken in een project. De impact van de inkopen hebben beperkte invloed op economische, milieu en sociale aspecten. Uiteraard probeert de NOM bij de inkoop van producten en diensten de principes van duurzaam inkopen maximaal toe te passen. Gezien de beperkte rol als ketenpartner in het geval van inkopen heeft de NOM nog geen duurzaamheidsbeleid geformuleerd met betrekking tot toeleveranciers. In het inkoopproces zijn geen waarborgen ingebouwd om toeleveranciers met een verhoogd risicoprofiel te identificeren en er is niet vastgesteld hoe te handelen indien toeleveranciers zich niet houden aan interne of externe codes. Intern Voor de interne organisatie is vastgesteld dat het aspect arbeidsomstandigheden de meeste impact heeft. Aan de hand van de door de GRI vastgestelde lijst van indicatoren is vastgesteld welke indicatoren het meest relevant zijn en over welke onderwerpen meetbaar en controleerbaar kan worden gerapporteerd door de NOM. De daaruit voortgekomen selectie is door het Managementteam beoordeeld en vervolgens vastgesteld. In het kader van de dialoog met de stakeholders is de keuze voorgelegd aan de aandeelhouders en subsidiegevers, die met de keuze konden instemmen. 6.5 Verslaggevingsbeleid

Verslaggevingsperiode Het jaarverslag, inclusief duurzaamheidsverslaggeving wordt jaarlijks opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Het vorige verslag d.d. 25 april 2014 had betrekking op het kalenderjaar 2013. Voor nadere informatie over het jaarverslag kunt u contact opnemen via info@nom.nl. De NOM stelt feedback op het jaarverslag op prijs. Toegepaste standaarden De duurzaamheidsverslaggeving, die onderdeel uitmaakt van het jaarverslag van de NOM, is opgesteld aan de hand van de GRI G4-richtlijnen op core niveau. De richtlijnen van het GRI zijn wereldwijd de meest geaccepteerde richtlijnen voor het opstellen van (maatschappelijke) verslaggeving. De G4-richtlijnen zijn de nieuwste generatie rapportage richtlijnen en volgen hiermee de G3-richtlijnen op. De richtlijnen zijn te vinden op de GRI website (www. globalreporting.org). Afbakening Het jaarverslag heeft evenals de jaarrekening betrekking op de NOM en haar 100% dochterondernemingen (zie pagina 77) als geheel. Het verslag heeft geen betrekking op (de duurzaamheidsaspecten van) haar participaties, omdat dit minderheidsbelangen betreffen en

39


de NOM beperkt invloed heeft op hun (duurzaamheids)beleid. Bij het bepalen van de inhoud en de afbakening van het verslag is rekening gehouden met de onderwerpen die door belanghebbenden zijn aangedragen. Dit komt tot uiting in de materialiteitsmatrix in paragraaf 6.3 en de aanvullende toelichting in paragraaf 6.4. Op deze wijze komt de NOM de informatiewensen van belanghebbenden zoveel mogelijk tegemoet. Het verslag gaat in op de resultaten in de waardeketen met betrekking tot uitzettingen, arbeidsplaatsen, investeringen en innovatie impuls in de regio, voor zover de NOM heeft bijgedragen aan de realisatie hiervan. Reikwijdte De NOM legt verslag over de onderwerpen die zij als materieel heeft aangemerkt op basis van de materialiteitsmatrix in paragraaf 6.3. Deze sluiten aan op het doel van de NOM. Het verslag gaat derhalve vooral in op economische en sociale onderwerpen en indicatoren binnen de organisatie en met betrekking tot Noord-Nederland. Milieu gerelateerde onderwerpen komen vooral tot uiting in de innovatie projecten. Het toepassingsniveau van de GRI G4 richtlijnen is ‘core’, wat betekent dat informatie op basis van de richtlijnen G2, G35-G55 en G57-58 niet is opgenomen. De NOM streeft naar het verbeteren van haar verslaggeving, passend bij de aard, risico’s, en kansen van de organisatie. Om deze reden heeft de NOM besloten te rapporteren op basis van de nieuwe richtlijnen, maar stelt zij zich nog geen doel ten aanzien van het realiseren van volledige verslaglegging ten aanzien van duurzaamheid. Het Ministerie van Economische Zaken beoordeelt de transparantie over maatschappelijke prestaties van ondernemingen door middel van de transparantiebenchmark. Met het jaarverslag over 2013 heeft de NOM 164 van de 200 punten behaald. Vergelijking met voorgaand jaar De toegepaste standaarden zijn niet gewijzigd. De NOM rapporteert met ingang van 2013 aan de hand van de GRI G4 richtlijnen op core niveau. De afbakening is niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Ondanks de verandering in de toegepaste richtlijnen, is er feitelijk geen wijziging in de reikwijdte. Er hebben zich geen herformuleringen van eerder verstrekte informatie of wijzigingen in definities en meetmethodes voorgedaan. Effect wijzigingen in de organisatie Er zijn geen wijzigingen in beleid en/of doelstellingen ten aanzien van maatschappelijke aspecten van ondernemen ten opzichte van vorig jaar. De organisatorische wijzigingen en de wijzigingen in de waardeketen welke beschreven zijn in H 3.4 en H4.4 hebben geen effect op het verslaggevingsbeleid. Consolidatiegrondslagen Voor het jaarverslag, inclusief duurzaamheidsverslaglegging en jaarrekening, gelden dezelfde consolidatiegrondslagen als voorgaande jaren. Voor de grondslagen wordt derhalve verwezen

40


naar pagina 78 van het jaarverslag. De gegevens voor het verslag worden centraal verzameld en geconsolideerd. Technieken en Berekeningsgrondslagen De hoogte van de prestatie indicator uitzettingen wordt bepaald op basis van de feitelijke uitstroom van middelen. Maandelijks wordt over het uitzettingenniveau gerapporteerd door de afdeling Finance en per kwartaal wordt dit afgestemd met de administratie. De prestatie-indicatoren investeringen en gecreëerde/behouden arbeidsplaatsen in de regio worden bepaald aan de hand van confirmation letters van de betreffende ondernemingen. Daarmee verklaren de bedrijven dat zij onder andere door samenwerking met de NOM in de regio hebben geïnvesteerd, arbeidsplaatsen hebben gecreëerd of behouden. Bij de verantwoording van de gecreëerde arbeidsplaatsen wordt uitgegaan van een tijdspanne van 3 jaar. De data wordt gedurende het boekjaar verzameld. Prestaties waarvan geen confirmation letters zijn ontvangen worden niet meegenomen in de resultaten. De prestatie-indicator innovatie-impuls geeft inzicht in de totale projectkosten van gefinancierde projecten en is gebaseerd op projectvoorstellen, subsidiebeschikkingen en/ of confirmation letters van betrokken partijen. De data wordt na afloop van het boekjaar verzameld. Prestaties die niet verifieerbaar zijn, worden niet meegenomen in de resultaten. De dataverzameling met betrekking tot de overige aspecten waarover verslag gelegd wordt, vindt jaarlijks na afloop van het boekjaar plaats. Schattingen Voor zover sprake is van schattingen door de directie is dit toegelicht bij het geschatte resultaat. GRI tabel Bijlage 2 van het jaarverslag geeft de GRI tabel weer, waarin staat waar in het verslag de standaard onderdelen van de informatievoorziening te vinden zijn. Assurance De maatschappelijke resultaten worden gedurende het jaar door de daarvoor intern aangewezen functionarissen gemonitord en bijgehouden. Voorafgaand aan de maatschappelijke verslaglegging worden de jaargegevens door een externe adviseur geverifieerd. De accountant keurt de jaarrekening goed en stelt vast of het directieverslag niet in tegenspraak is met de jaarrekening. De maatschappelijke resultaten zijn vooralsnog geen onderdeel van externe verificatie. De NOM heeft zich nog geen doel gesteld om het duurzaamheidsverslag te laten beoordelen door een externe deskundige.

41


7.

Realisatie

7.1 NOM Algemeen 7.1.1 Financiële positie NOM

Figuur 7

Resultaatontwikkeling Het Ontwikkelbedrijf van de NOM heeft haar activiteiten met verlies uitgevoerd. De renteopbrengsten, dividenden en resultaten uit hoofde verkopen van het Financieringsbedrijf hebben geleid tot een positief resultaat voor het boekjaar 2014. Resultaatontwikkeling NOM (in € miljoen)

resultaat F

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2,3

-6,0

12,4

0,1

5,2

2,5

9,5

resultaat ontwikkelbedrijf

-2,1

-1,5

-1,2

-1,4

-1,0

-0,1

-0,5

resultaat NOM

0,2

-7,5

11,2

-1,3

4,2

2,4

9,0

Vermogensontwikkeling Om risicodragend kapitaal te kunnen verstrekken is door de aandeelhouders kapitaal ingebracht. De aandeelhouders stellen als eis aan NOM Finance dat de koopkracht van het door hen beschikbaar gestelde vermogen in stand blijft. Dat wil zeggen dat NOM Finance na aftrek van haar kosten in meerjarig perspectief, te weten 5 jaar, een rendement boekt dat tenminste gelijk is aan het inflatiepercentage. Het beschikbaar gestelde vermogen verhoogd met de inflatiecorrectie wordt aangemerkt als doelvermogen. De 5-jaarsperiode loopt van 1 januari 2011 tot en met december 2015. Het kapitaal was bij aanvang van de periode € 85,2 miljoen. Ultimo 2012 is het doelvermogen gecorrigeerd voor de kosten van de reorganisatie en ultimo 2013 voor de dividenduitkering. Door het positieve resultaat van de NOM is het vermogen van de NOM ultimo 2014 groter dan het doelvermogen, waarmee aan de vereiste van de aandeelhouders wordt voldaan.

42


Figuur 8

Vermogensontwikkeling (in â‚Ź miljoen) 95 90 85 80 75 70 65

Figuur 9

2012

2013

2014

vermogen

88,0

70,5

79,5

doelvermogen

88,1

70,4

71,1

Liquiditeitsontwikkeling De liquiditeitspositie is sterk toegenomen als resultante van de dividenduitkering en de opbrengsten uit de verkoop van een tweetal participaties in 2014. 80 60 40 20 0

aangegane verplichtingen beschikbaar voor financieringen

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

17,5

13,7

8,6

7,3

5,1

4,3

11,3

14,5

14,4

43,4

43,8

63,8

47,1

57,6

43


7.1.2 Eigen Duurzaamheidsresultaten

De duurzaamheidsverslaglegging door de NOM gaat in op de 3 categorieën aspecten die het GRI onderkent, te weten economische, sociale en milieu aspecten. Voor alle drie de aspecten geldt dat de interne organisatie van belang is, maar dat we het grootste effect ten aanzien van duurzaamheid realiseren door de impact op de regio. De nadruk zal bij de resultaten derhalve ook worden gelegd op de externe indicatoren. Economisch Het beleid van de NOM met betrekking tot de economische effecten, is gebaseerd op het nationale Topsectoren beleid en het regionaal economisch beleid zoals bepaald door de provincies. Effecten in de regio De effecten in de regio van het beleid van de NOM kunnen in de volgende tabel worden samengevat. Voor een uitgebreidere toelichting op deze resultaten wordt verwezen naar paragraaf 7.2 tot en met paragraaf 7.5.

Tabel 9

Effecten in de regio Indicator

Realisatie 2013

Doel 2014

Realisatie 2014

FDI: Investeringen

€ 148 mln

€ 100 mln

€ 831 mln

FDI: Arbeidsplaatsen (incl. behoud en CID)

1.048

100

393

BD: Innovatie impuls (financierbare projecten)

€ 24 mln

€ 13 mln

€ 20,5 mln

F: Uitzettingen

€ 5,8 mln

€ 8 - 12 mln

€ 9,2 mln

-

-

€ 1,1 mln

€ 1,1 mln

€ 4 mln

€ 4,5 mln

19

36

133

F: Uitzettingen via Doefonds en MKB Fonds Flinc: Directe en indirecte investeringen (doel voor 2 jaar) Flinc: Aantal arbeidsplaatsen (doel voor 2 jaar)

Eigen economische prestaties Voor de directe economische waarden die de NOM heeft gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden wordt verwezen naar de jaarrekening. De investeringen die de NOM doet, dienen alle de maatschappelijke doelen, die in de missie van de NOM besloten liggen. De materiële belastingen die de NOM moet betalen, beperken zich tot de loonbelasting en OZB in Nederland. Significante financiële steun van een overheid De aandeelhouders van de NOM zijn het Ministerie van Economische Zaken en de drie noordelijke provincies. De aandeelhouders hebben ten behoeve van de financieringsactivitei-

44


ten kapitaal ingebracht. Dit moet door middel van de resultaten van de NOM qua koopkracht in stand gehouden worden. Daarnaast ontvangt de NOM jaarlijks een exploitatiesubsidie ten behoeve van de uitvoering van de kerntaken Foreign Direct Investment en Business Development. Omdat de NOM een exploitatiesubsidie ontvangt, acht zij het niet opportuun om donaties te doen. Kansen als gevolg van verduurzaming De NOM ziet vooral kansen voor innovatie ten aanzien van verduurzaming in een nieuwe groene economie. Dit leidt onder andere tot het ontwikkelen van projecten met betrekking tot offshore wind, biobased economy, smart grids en besturingen watertechnologie. Voor verdere informatie over de projecten zie paragraaf 7.4. Sociaal Ten aanzien van de sociale aspecten van duurzaamheid wordt door de NOM onderscheid gemaakt tussen de impact die de NOM op de regio maakt en de omstandigheden in eigen huis. De NOM hecht belang aan de inrichting van de organisatie voor de eigen werknemers, omdat hun welzijn van invloed is op de uitvoering van hun werk. Als de werknemers tevreden zijn, zal dit positieve gevolgen hebben voor de uitvoering van hun werk en betekent dit een grotere impact op de regio. De NOM heeft zich, anders dan bij de externe aspecten, geen meetbare doelen gesteld ten aanzien van de interne aspecten waarover wordt gerapporteerd. Werkgelegenheid in de regio Door middel van FDI creëert en behoudt de NOM arbeidsplaatsen in Noord-Nederland. De doelstelling voor 2014 ten aanzien van nieuwe arbeidsplaatsen door middel van FDI bedraagt 100. Daarnaast is de NOM actief betrokken bij een groot aantal bedrijven in de regio door middel van financieringen en ontwikkelprojecten. Deze financieringen en projecten leiden niet alleen tot instandhouding van werkgelegenheid, maar ook tot groei. De NOM heeft ten aanzien van arbeidsplaatsen bij gefinancierde bedrijven en ontwikkelprojecten geen doelen gesteld. De tabel bevat alleen de directe arbeidsplaatsen. Dat wil zeggen de arbeidsplaatsen bij de bedrijven waar sprake is van een samenwerkingsverband. Het indirecte effect van onze inspanningen kan niet door de NOM worden aangegeven, omdat niet inzichtelijk gemaakt kan worden welke doorwerking het versterken van de positie van stuwende bedrijven heeft op de omgeving. Tabel 10

Werkgelegenheid in regio uit NOM activiteiten Aantal gecreëerde en behouden arbeidsplaatsen door FDI Aantal arbeidsplaatsen bij NOM-deelnemingen Aantal manjaren arbeid in Ontwikkelprojecten (BD) Aantal gecreëerde en behouden arbeidsplaatsen door Flinc

2013 1.048 2.658 124 19

2014 388 2.701 109 133

45


Werkgelegenheid in eigen huis In totaal traden er 7 medewerkers in dienst en hebben 6 medewerkers de NOM verlaten. Tabel 11

Personeelsverloop Instroom Totaal instroom Uitstroom

Totaal uitstroom

Leeftijdscategorie 20-35 36-45 20-35 36-45 46-60 >60

Aantal m 3 2 5 1 1 1 0 3

Aantal v 1 1 2 1 2 0 0 3

Loopbaanontwikkeling De beoordelingscyclus van de NOM bestaat uit een jaarlijkse gesprekcyclus van 3 onderdelen, ontwikkeling, functionering en beoordeling, welke in 2 formele gespreksmomenten per jaar aan de orde komen. De hoofddoelstelling van de gesprekscyclus is het optimaliseren van zowel het functioneren van de individuele werknemer als van de organisatie. Door het voeren van gesprekken wordt de kwaliteit van het werk gehandhaafd en verbeterd en de motivatie en ontplooiingskansen van een werknemer geoptimaliseerd. Halverwege het jaar wordt het functioneringsgesprek gevoerd. Het functioneringsgesprek heeft tot doel om halverwege het jaar vast te stellen hoe het gaat en indien nodig bij te sturen. In dit gesprek komt ook het persoonlijke ontwikkelingsplan aan de orde. In dit gesprek worden afspraken gemaakt over te ontwikkelen competenties, te leveren prestaties en randvoorwaarden hiervoor, zoals begeleiding ‘on the job’ of het volgen van trainingen, cursussen of opleidingen. Tot slot wordt de medewerker aan het einde van het jaar beoordeeld. Aan deze beoordeling is de beloning op een voor de medewerker inzichtelijke manier gekoppeld. Daarnaast worden de individuele resultaatsafspraken voor het komende jaar vastgelegd tijdens dit gesprek. De beoordelingscyclus is voor alle medewerkers van toepassing. Opleiding en scholing In 2014 hebben minder werknemers een opleiding gevolgd dan in 2013. De kosten voor opleiding waren in 2014 gemiddeld hoger dan in 2013. Het budget was voor beide jaren 4% van de loonsom. In 2014 werd door 13 medewerkers een opleiding of cursus gevolgd (2013: 28). In 2014 werd, evenals in 2013, geen interne training georganiseerd.

46


Tabel 12

Opleiding- en scholingsuitgaven

Uitgaven in € x 1.000

2010

2011

2012

2013

2014

86

93

57

47

55

De gerealiseerde opleidingskosten bedroegen 2,04 % van de loonsom (2013: 1,7%). De opleidingskosten waren in 2014 gemiddeld per medewerker € 1.250 (2013: € 1.044). Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de werknemerscategorieën. De tijdsbesteding aan opleiding en scholing wordt als volgt ingeschat: Tabel 13

Tijdsbesteding opleiding en scholing (in uren) 2013

2014

aantal mw

aantal uren

totaal

aantal mw

aantal uren

totaal

28

22

616

13

27,3

355

Externe opleidingen

Levensfasebewust personeelsbeleid In het kader van het levensfasebewust personeelsbeleid maakte niemand gebruik van de geboden mogelijkheid om in de periode van drie jaar voorafgaand aan het pensioen in deeltijd te gaan werken met behoud van pensioenopbouw. Ziekteverzuim Het percentage is ten opzichte van het vorig jaar drastisch gedaald. Dit komt doordat het aantal langdurig zieken van 7 naar 3 is gedaald. Bovendien zijn deze medewerkers in de loop van het jaar weer hersteld. Daarnaast is het aantal verzuimmeldingen bijna gehalveerd, van 57 in 2013 naar 30 in 2014. Ook is de verzuimfrequentie (het gemiddeld aantal verzuimmeldingen per werknemer, exclusief WAZO-verlof, in een bepaalde periode binnen een werknemersbestand) gedaald van 1,26 naar 0,61. Figuur 10

5 4 3 2 1 0

Tabel 14 Ziekteverzuim % CBS landelijk gemiddelde *

2011

2012

2013

2014

2,3 4,2

4,0 4,0

4,6 3,9

1,9 3,7

* Het gemiddelde van 2014 heeft betrekking op de eerste drie kwartalen van het jaar

47


Milieu De NOM maakt impact op het gebied van milieu, door innovatieprojecten in relatie tot dit onderwerp te ontwikkelen. Dit meet de NOM middels de indicator innovatie-impuls. De NOM heeft zich voor 2014 een innovatie-impuls van € 13 miljoen ten doel gesteld. De interne milieuaspecten van de NOM zijn beperkt. De NOM heeft zich op dit moment derhalve nog geen doelen gesteld met betrekking tot interne milieuaspecten. Voor intern verbruik zijn volgende indicatoren vastgesteld: Tabel 15

Intern verbruik Indicatoren

Eenheid

2013

2014

Gebruikte materialen Drukwerk

aantal

pagina’s

209.600

208.100

Papierverbruik

aantal

zwart / wit kopieën

131.176

154.402

aantal

kleuren kopieën

112.189

131.461

gram

zwart

3.766

4.329

gram

kleur

10.397

3.470

Tonerverbruik Energieverbruik Elektriciteit

kWh

182.434

182.989

Gasverbruik

m3

28.719

27.219

GJ/FTE

39,84

41,31

538.950

575.653

Energieverbruik per FTE Milieugevolgen transport Gereden door wagenpark

km

Zakelijke ritten eigen vervoer

km

92.348

CO2 uitstoot (in CO2 kg) Scope 1: Gasverbruik

51.356

48.674

Scope 2: Elektriciteit

89.435

89.707

Scope 3: Zakelijk vervoer wagenpark en eigen vervoer

89.169

120.487

229.960

258.868

Totaal

De afgenomen energie betreft grijsstroom, hetgeen betekent dat de stroom niet volledig uit duurzame bronnen wordt onttrokken. De NOM neemt de energie af van een energieleverancier en heeft geen verdere gegevens met betrekking tot de energie van de energieleverancier. Voor 2015 is er een slimme meter in het pand geïnstalleerd waarmee het eigen verbruik van de NOM kan worden uitgelezen.

Figuur 11

CO2 emissie Scope 1: Scope 3:

Gasverbruik

Zakelijk

19%

vervoer

Scope 2:

46%

Elektriciteit 35%

48


Met betrekking tot intern verbruik ten aanzien van transport is dit jaar een nieuwe mobiliteitsregeling geëffectueerd als vervanging van de leaseregeling die momenteel wordt afgebouwd. In 2016 zal het wagenpark geen leaseauto’s meer bevatten. Om deze reden is dit jaar begonnen alle zakelijke ritten met eigen vervoer te registreren en rapporteren. Dit kan onterecht het beeld geven van een grote toename in verbruik omdat er voorgaande jaren niet over is gerapporteerd. Omdat deze post alle transport zal vervangen zal deze post komende jaren hoger worden, daar waar de post ‘gereden door wagenpark’ zal afnemen. De verwachting is dat deze regeling ook zal leiden tot het maken van andere vervoerkeuzes zoals het gebruik van openbaar vervoer. In de regio De innovatieprojecten waarin de NOM deelneemt zijn beschreven in paragraaf 7.4. 7.2 NOM Finance

Tabel 16

NOM Finance heeft in 2014 een positief bedrijfsresultaat van € 9,5 miljoen behaald. Dit resultaat is opgebouwd uit rentebaten, ontvangen dividenden en resultaten uit de verkoop van participaties. Ondanks de ook in 2014 nog moeizame economische situatie, kunnen we over 2014 vaststellen dat een aanzienlijk aantal van onze portefeuillebedrijven goed tot uitstekend heeft gepresteerd. Het financiële resultaat van het NOM Finance (in € miljoen) Inkomsten Dividend, rente, provisies, commissariaten Resultaat bij verkoop participaties Bijdrage Provincie Drenthe Resultaat Ontwikkelingsfinanciering Resultaat PSC Totaal Inkomsten Kosten NOM Finance Voorzieningen Totaal kosten Resultaat NOM Finance

2011 10,1 1,3 0,1 -0,6 -0,3 10,6

2012 9,2 3,8 0,2 0,5 13,7

2013 7,6 0,5 0 0 8,1

2014 13,2 5,3 -0,1 0 18,4

3,0 7,5 10,5 0,1

2,6 6,0 8,6 5,1

2,2 3,4 5,6 2,5

2,3 6,6 8,9 9,5

Investeringsniveau In 2014 hebben we onze investeringsambitie met € 9,2 miljoen kunnen realiseren. Aangevuld met de investeringen via de provinciale fondsen (Doefonds Fryslân en MKB Fonds Drenthe) die sinds medio 2014 in beheer zijn genomen, komt het totale investeringsniveau door en via NOM Finance uit op ruim € 10,3 miljoen. We verwachten dat deze ontwikkeling zich in 2015 zal voortzetten. Het aantal aanvragen was in 2014 van voldoende niveau, met een totale omvang van circa 335 leads. Dit heeft vanuit NOM Finance geleid tot 45 inhoudelijke onderzoeken en 11 daadwerkelijke investeringen bij nieuwe portefeuillebedrijven. Daarnaast zijn er in 2014 vijf aanvullende of herfinancieringen bij bestaande portefeuillebedrijven gerealiseerd. Daarmee is 2014 niet alleen in investeringsbedragen maar ook in het aantal gerealiseerde financieringen

49


een aanzienlijk beter jaar dan 2013. Nog steeds is de kwaliteit van de ingediende aanvragen een punt van zorg en aandacht. Ook in 2014 hebben we moeten vaststellen dat het overgrote deel van de aanvragen niet aan de minimale vereisten en beleidsuitgangspunten heeft kunnen voldoen. Daarnaast blijft de moeizame marktsituatie ten aanzien van de realisatie van financieringen in het algemeen nog steeds een beperkende factor in het realiseren van investeringen door NOM Finance. Immers, we zijn bij alle proposities, los van de eigen beoordeling, afhankelijk van de cofinanciering door andere partijen. Deze medefinanciering is binnen het risicoprofiel waarbinnen NOM Finance opereert nog steeds moeizaam te realiseren. Daarnaast is er de uitdaging de totale financieringsvraag vanuit meerdere bronnen te realiseren (het zogenaamde “gestapeld financieren�). Dit maakt dat er meer van de ondernemer wordt gevraagd in de zin van het goed voorbereiden en onderbouwen van zijn of haar financieringsvraag. Dit leidt in veel gevallen tot lange doorlooptijden van het financieringsproces of het uiteindelijk niet kunnen realiseren van de financiering. De ontwikkeling van nieuwe aanbieders op het gebied van financiering heeft zich in 2014 voortgezet en zal zich in 2015 verder voorzetten. Daarbij kan gedacht worden aan de groei van crowdfunding mogelijkheden en de oprichting van kredietunies. Door dergelijke initiatieven wordt de financieringsmarkt voor ondernemers minder transparant en wordt meer van hen gevraagd bij het realiseren van de benodigde financiering. Ondersteuning vanuit initiatieven zoals Flinc is daarmee in toenemende mate noodzakelijk, ook voor het reeds langer bestaande bedrijfsleven. Passend in het daartoe bestaande beleid is ook in 2014 intensief beheer op de bestaande portefeuille gevoerd. Dit geldt zowel voor de Groei- en Overname portefeuille als voor de Aanjaagportefeuille. Met name in de Aanjaagportefeuille heeft dit ook in 2014 geleid tot enerzijds een positieve ontwikkeling van bestaande portefeuillebedrijven en anderzijds tot het definitief afscheid nemen van niet presterende ondernemingen waarbij geen toekomstperspectief meer zichtbaar is.

50


De Vries Trappen klimt uit een dal Al sinds 1973 ontwerpt en vervaardigt De Vries Trappen uit Heerenveen hoogwaardige houten trappen, van seriematig tot zeer luxe uitvoeringen. De Vries Trappen produceert trappen voor zowel de woningbouw als voor bedrijfsgebouwen. Totdat in 2007 de bouwcrisis toesloeg, toonde De Vries Trappen jarenlang goede bedrijfsresultaten. Na een moeilijke periode trekt de markt sinds afgelopen jaar weer stevig aan en vindt het bedrijf haar weg omhoog. Om De Vries Trappen toekomst klaar te maken is de DGA op zoek gegaan naar een strategische partner die het bedrijf van extra energie kon voorzien. Gezien de ontwikkelingen binnen De Vries Trappen, in combinatie met een aantrekkende markt, heeft de NOM besloten een minderheidsbelang in De Vries Trappen te nemen en een achtergestelde lening verstrekt. “Een hele stap” aldus de DGA, de heer Wagelaar. “Natuurlijk, als je een deel van je bedrijf verkoopt, gaat dat met de nodige emoties gepaard. Daar moet je niet voor weglopen. Zeker niet wanneer je kunt samenwerken met een organisatie als de NOM. De organisatie is breed georiënteerd en beschikt over veel expertise. Soms wijzen ze me op zaken die ik zelf over het hoofd heb gezien. Maar bovenal zorgt het nieuwe partnerschap ervoor dat we financieel meer slagkracht hebben. Dat is met het oog op de toekomst niet onbelangrijk. Momenteel draaien al onze machines twaalf uur per dag. Een tijdje geleden was dat nog zeven en een half uur. Alles wijst erop dat we op termijn flink in capaciteit moeten investeren. We zijn er klaar voor”.

Tabel 17

Verloop van de portefeuille (excl. persoonlijke leningen) Aantal bedrijven 01-01-2014 94

Bij: Af:

6 > € 200.000 5 ≤ € 200.000 9 > € 200.000 12 ≤ € 200.000

Aantal bedrijven 31-12-2014 84

In 2014 werden in totaal 11 ondernemingen aan de portefeuille toegevoegd. Daarnaast werd aan 5 ondernemingen binnen de bestaande portefeuille aanvullende financieringen verstrekt. Van 21 bedrijven is in 2014 afscheid genomen. Voor 11 van deze bedrijven was de aanleiding hiervoor een faillissement of oninbaarheid. Van de overige 10 bedrijven is afscheid genomen vanwege de aflossing van de investering of vanwege de verkoop van de participatie (exit). Tabel 18

Uitzettingen 2013 en 2014 Aantal 2013 2014 Nieuwe bedrijven NOM POG DPM Subtotaal Uitbreidingen NOM DPM Subtotaal PSC faciliteit Totaal

7 7

11

9 1 10 17

5

11

5 16

Bedrag (x € 1.000) 2013 2014 4.072 4.072

7.797

1.665 20 1.685 5.757

1.426

7.797

1.426 9.223

51


Topsectoren Nieuwe uitzettingen en uitbreidingen worden in aansluiting bij het Topsectorenbeleid ingedeeld naar de 9 gedefinieerde Topsectoren. De investeringen in nieuwe bedrijven en de uitbreidingen zijn overeenkomstig de onderstaande tabel ingedeeld. Tabel 19

Aantal nieuwe uitzettingen en uitbreidingen in de Topsectoren in 2014 Nieuw in 2014 Topsector High Techmaterialen en systemen Energie Water Life Sciences Chemie Agri&Food Tuinbouw en uitgangsmaterialen Logistiek Creatieve industrie Overig Totaal

Uitbreiding in 2014

Totaal vanaf 2011

Aantal

€ x 1.000

4

546

1

100

1

25

1

600

2

2.950

2 1 1

504 725 172

1

100

2 11

3.501 7.797

Aantal

5

€ x 1.000

1.426

Aantal

€ x 1.000

16

3.149

5 2 7 3 9

898 915 3.369 875 6.172

3

825

1

65

16 62

6.560 22.828

Van de totale uitzettingen in 2014 in euro is 62% uitgezet in de Topsectoren, van de nieuwe uitzettingen is dit 55% en van de uitbreidingen 100%. Van de totale uitzettingen vanaf 2011 is 71% uitgezet in de Topsectoren. Figuur 12

Uitgezette bedragen in 2010 t/m 2014 25

€ mln

20 15 10 5 0 2010

Uitgezet bedrag Streefwaarde

52

2011

2012

2013

2014


Omvang van de verstrekkingen in 2014 7 6 5 aantal

Figuur 13

4 3 2 1 0

tot 100.000

100.001-300.000

300.001- 1 mln

> 1 mln

omvang in €

AttachingIT verwezenlijkt groeiplannen De afgelopen vijf jaar is de hoeveelheid data die door ondernemingen wordt gegenereerd meer dan vertienvoudigd. Of dat veilig gebeurt? In veel gevallen niet, vaak zonder dat organisaties zich daarvan bewust zijn. Bovendien was het lange tijd niet mogelijk om bestanden die groter zijn dan 2 GB te verzenden. Het jonge Groninger bedrijf AttachingIT ontwikkelde en introduceerde een systeem waarmee gebruikers snel, eenvoudig en veilig grote hoeveelheden data kunnen ontvangen en verzenden. Het bedrijf speelt daarmee in op een groeiende marktbehoefte. Niet zomaar verdiende AttachingIT kort na de oprichting een plek in een prestigieus groeiprogramma van Microsoft. Sindsdien heeft het bedrijf grote sprongen gemaakt. Voor de NOM voldoende reden om het bedrijf een financiering te verstrekken. Om de groeiplannen te verwezenlijken was AttachingIT op zoek naar financiering. Onder meer om developers en salesmensen te kunnen aannemen in Nederland en Duitsland. De NOM is één van de financiers die een achtergestelde lening heeft verstrekt. “Voor een jong, risicovol bedrijf als AttachingIT is de NOM een buitengewoon aantrekkelijke partij”, benadrukt Tim Velthuis, één van de drie ondernemers. “Het betekent dat we niet meteen een groot deel van het aandelenpercentage kwijt zijn. Dat is bij veel andere investeerders wel het geval. Hoe meer financiering je vraagt, hoe meer aandelen je weggeeft. Door in zee te gaan met de NOM kunnen we het bedrijf op de juiste manier de boost geven die het nodig heeft”.

53


Figuur 14

Duur van participaties en leningen boven â‚Ź 200.000 12

aantal

10 8 6 4 2 0

<1

1-3

3-5

5-7

7-9

9 -11

11-13

13-17

17-19

>20 jaar

De gemiddelde duur van participaties en leningen bedraagt ruim 7,4 jaar (2013: 7,8 jaar). Het gemiddelde van 2014 is lager dan het gemiddelde van vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt doordat er in de laatste 2 jaren relatief weinig is geĂŻnvesteerd en er wel exits plaats hebben gevonden. De daling van het gemiddelde is verder het gevolg van het afnemen van twee participaties met een investeringsduur van langer dan 20 jaar. Het streven blijft de duur van de participaties in de tijd te beperken zonder dat daarbij een op voorhand (en daarmee vaak geforceerd) exit moment vanuit de NOM wordt vastgelegd. Desondanks dient ook vastgesteld te worden dat, behoudens de deelnemingen die een goed dividend rendement opleveren, het veelal niet in het belang van het rendement voor NOM Finance is, en dus voor het revolverend karakter van het fonds, om meer dan 8 jaar betrokken te zijn bij een participatie. Derhalve worden eventuele exit mogelijkheden gedurende de looptijd van de investering actief gevolgd en daar waar een reĂŤle mogelijkheid zich voordoet actief opgevolgd en bespreekbaar gemaakt met de andere aandeelhouders en bestuurder(s) van de onderneming. Een klein aantal participaties wordt door ons als strategisch aangemerkt, en daarmee wordt op die ondernemingen geen actief exit beleid gevoerd. Een voorbeeld van een dergelijke strategische participatie is Nedmag Industries Mining and Manufacturing Holding BV te Veendam. Tabel 20

Participaties in topsector Nieuw in 2014 Topsector (Door)starter Expansie MBO / MBI Turnaround Totaal

54

Totale portefeuille

Aantal

%

Aantal

%

2 6 2 1 11

18% 55% 18% 9% 100 %

37 32 11 4 84

44% 38% 13% 5% 100 %


Management Buy-Out/Buy-In en bedrijfsovernames Naast een actieve marktbenadering van bedrijven die actief zijn in één van de Topsectoren is ook in 2014 blijvend ingezet op Management Buy-Out en Management Buy-In (MBO en MBI) trajecten en bedrijfsovernames binnen het bestaande MKB in Noord-Nederland. De NOM is hiervoor in het noorden de aangewezen partner, voor zowel kopende als verkopende partijen. Eén van de doelstellingen van de NOM is gezonde bedrijven binnen de regio een continuïteitsbasis te geven en daarmee de onderneming en de werkgelegenheid voor de regio te behouden. In het geval van opvolgingen van overnametrajecten speelt NOM Finance graag een actieve rol, niet alleen door te financieren maar ook actief MBI dan wel het benaderen van overnamekandidaten. Daarnaast krijgen deze trajecten extra aandacht, omdat hiermee onze rendementsdoelstelling ingevuld kan worden. Bij innovatieve bedrijven (in de Topsectoren) zijn de technologieën (en daarmee de onderneming als geheel) nog in ontwikkeling. De investeringen dragen een hoog risicoprofiel met zich mee, waardoor het reëel is ook rekening te houden met een minimaal rendement of zelfs afboekingen op de investeringen. Met de (toekomstige) rendementen van MBO’s en MBI’s en bedrijfsovernames kan dat gecompenseerd worden. Op basis van deze strategie creëert en houdt NOM Finance een uitgebalanceerde portefeuille van startende, jonge en bestaande (groeiende) bedrijven.

Noordlease – Innovatieve mobiliteit uit Groningen Noordlease bestaat 32 jaar en maakte sinds 2011 onderdeel uit van Alphabet, de leasedivisie van de BMW Group. Toen BMW om strategische redenen besloot Noordlease in de verkoop te zetten kwam snel de mogelijkheid van een Management Buy Out aan de orde. Het bedrijf heeft circa 50 werknemers in dienst en beheert een vloot van circa 10.000 auto’s. Zowel de directie van Noordlease als de NOM zagen in de MBO een kans om de zelfstandigheid van de onderneming te behouden en daarmee de werkgelegenheid in Noord-Nederland te behouden en in de toekomst wellicht uit te breiden. De economische waarde van Noordlease voor de regio is duidelijk; een landelijke speler die zowel directe als indirecte (aankoop nieuwe auto’s en onderhoud en schadereparaties) werkgelegenheid realiseert. Samen met NIBC, ABNAMRO, management en NOM, werd overeenstemming bereikt over de overname van de aandelen. Hierdoor kan Noordlease zich in een snel veranderende leasewereld blijven profileren met innovatieve concepten. “Wij kregen te maken met een proces en zaken die voor ons totaal nieuw waren”, aldus Robert Nienhuis, algemeen directeur Noordlease. “Dankzij hun netwerk, de open communicatie en het snelle schakelen van de NOM is het hele proces soepel verlopen.”

55


Marktpositie en investeringsdilemma’s. In 2014 is ook weer actief gewerkt aan de naamsbekendheid van NOM Finance door middel van aanpassingen aan en aanvullingen op de website, het aanwezig zijn op verschillende netwerk bijeenkomsten en eigen bijeenkomsten als NOM on Tour, het Midzomerfeest en masterclasses binnen het Aanjaagfonds. NOM Finance heeft haar positie in de markt als laagdrempelige, betrouwbare en gedegen investeerder/financier verder ge- en bevestigd. In 2014 hebben zich opnieuw veel bedrijven bij de NOM gemeld met een verzoek om financiering. Verwacht wordt dat dit zich in 2015 zal voortzetten. Nu de financierbaarheid van startende en groeiende bedrijven gecompliceerd is en zal blijven, is en blijft er nadrukkelijk een rol voor de NOM als risicofinancier. NOM Finance is en blijft een partij die bereid is stevige risico’s te nemen, in veel gevallen meer dan de commerciële marktpartijen. Er zijn en blijven echter aanvullende partijen als banken en andere medefinanciers nodig om de totale financieringsvraag van een onderneming te realiseren. In die zin zal ook 2015 een jaar vol met uitdagingen zijn. De positief kritische opstelling ten opzichte van financieringsaanvragen van de onderneming en haar ondernemer leveren echter af en toe spanningen en dilemma’s op. NOM Finance kiest voor een kritische houding naar en beoordeling van financieringsproposities vanuit de overtuiging dat dit vanuit het lange termijnperspectief de beste benadering is. Naar onze overtuiging is het, hoe pijnlijk ook vanuit (korte termijn) werkgelegenheidsperspectief, niet alleen onverstandig maar ook onjuist om met publieke middelen ondernemingen in stand te houden die geen lange termijn toekomstperspectief hebben of zullen krijgen. Prestarters Bij de start van het Flinc project werd tot 1 april 2011 ook geïnvesteerd vanuit het de PSC faciliteit. Het verloop van dit fonds wordt in tabel 21 weergegeven. Wegens het beëindigen van de projectperiode per 1 april 2011 zijn en worden er geen investeringen meer gedaan vanuit dit fonds. Het (pre)starters begeleidingsproject Flinc richt zich sinds de herstart in 2013 uitsluitend op het begeleiden van ondernemers naar financieren zonder zelf een financiersfaciliteit te beheren (zie paragraaf 7.4). Tabel 21

Verloop portefeuille Flinc-PSC in 2014 Aantal Financieringen PSC-Flinc 1/1 Af: Aandelenverkoop Af: Aflossing - beëindiging Af: Faillissement - oninbaar Aantal Financieringen PSC-Flinc 31/12

56

2013 34 2 2 7 23

2014 23 0 2 5 16


Toekomst Het beeld voor 2015 is redelijk positief. Het aantal aanvragen eind 2014 en begin 2015 is van voldoende niveau en vertoont een stijgende lijn zowel in aantal als in kwaliteit. Vanwege het revolverende karakter van het investeringsfonds en de minimale rendementseisen van aandeelhouders, die daarmee gepaard gaan, zal NOM Finance ook in 2015 de binnengekomen proposities volgens de bestaande beleidsuitgangspunten positief kritisch beoordelen. De bedrijfseconomische beoordeling van businessplannen en de ondernemers blijft het kernaspect van het investeringsproces. NOM Finance zal, ingegeven door de minimale rendementseisen die de aandeelhouders hebben gesteld, geen hoger risicoprofiel accepteren in haar afweging bij te beoordelen proposities dan in de afgelopen jaren. Met de drie noordelijke provincies zijn gesprekken gevoerd omtrent het beheer van investeringsfondsen welke met verschillende doelstellingen door hen worden ingesteld en gefinancierd. Alle investeringsfondsen zijn gericht op het geven van een economische impuls aan de regio door middel van risicodragende financiering. Dit heeft geleid tot het sluiten van een beheerovereenkomst voor het in beheer nemen van de exploitatie van respectievelijk het MKB Fonds Drenthe als het Doefonds Fryslân. Voor beide fondsen is een fulltime investment manager aangenomen door de NOM. Deze fondsen richten zich, binnen het MKB van de beide provincies, gedeeltelijk op een bredere doelgroep en een andere levensfase van ondernemingen dan NOM Finance. Hiermee wordt risicodragende financiering bereikbaar voor een grotere groep MKB ondernemingen hetgeen een positieve ontwikkeling is. Gezien de positieve opstart van beide fondsen in de tweede helft van 2014 en de goed gevulde pijplijn voor 2015 blijkt er daadwerkelijk behoefte te bestaan aan dergelijke fondsen. Met de provincie Groningen worden gesprekken gevoerd die naar verwachting zullen leiden tot het sluiten van een beheerovereenkomst voor het beheer van het Investeringsfonds Groningen dat zich zal gaan richten op “fonds-in-fonds”-investeringen binnen de provincie Groningen. 7.3 NOM Foreign Direct Investment

In 2014 werd met inspanning van NOM FDI door investeerders besloten voor 832 miljoen euro in Noord-Nederland te investeren, waarmee 388 arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Dat was het resultaat van een tiental succesvolle projecten. Het aantal arbeidsplaatsen en het investeringsniveau lag in 2014 op een geweldig niveau. Een groot aandeel in de totale investering, en de sprong in het investeringsvolume ten opzichte van 2013, is gerealiseerd door het besluit van Google om in de Eemshaven een groot data center te gaan bouwen. Aan de bouw van het datacenter werken ongeveer 1000 mensen. Uiteindelijk zal de vestiging leiden tot 150 vaste arbeidsplaatsen.

57


Tabel 22

Overzicht projecten NOM FDI

Aantal externe leads Aantal projecten Investeringen (x € 1 miljoen) Aantal arbeidsplaatsen

2013 realisatie 70 11 148 1.048

2014 realisatie 78 10 831 393

2014 doel 80 10 100 100

verschil -2 0 732 288

De proactieve manier waarop NOM FDI de acquisitie voor nieuwe projecten in 2014 heeft opgezet, heeft geleid tot 78 nieuwe leads. Hiermee wordt het niveau van de afgelopen jaren vastgehouden. Tabel 23 geeft een uitsplitsing van de resultaten van nieuwe projecten naar topsectoren weer. De sectorgerichte aanpak die vorig jaar in gang is gezet heeft ook dit jaar geleid tot resultaten in meerdere topsectoren. Opvallend daarin is de sector chemie. Ondanks het relatief hoge kostenniveau van de energie in Nederland en de stevige concurrentie van regio’s in andere landen, zijn we er in deze sector in geslaagd een drietal uitbreidingsprojecten te realiseren. In de topsector IT is het investeringsbedrag ten opzichte van voorgaande jaren hoog, dat heeft alles te maken met de bouw van een nieuw datacenter in de Eemshaven. Het aantal arbeidsplaatsen daarentegen is lager, daar vormde de vestiging van IBM in Groningen een jaar eerder een grote extra impuls. De verdubbeling van investeringen in de AgriFood wordt veroorzaakt door één grote nieuwe investering. Tabel 23

Resultaten naar Topsectoren Topsector Chemie Water Life Sciences Agri&Food ICT Overig Totaal

Tabel 24

Investering (in € x1.000)

23 10 25 178 150 7 393

59.000 3.000 7.000 161.500 600.000 500 831.000

Resultaten naar soort project Soort project Nieuw Behoud Joint Venture Uitbreiding Totaal

58

Arbeidsplaatsen nieuw

Arbeidsplaatsen nieuw 170 25 0 198 393

Investering (in € x1.000) 607.000 7.000 0 217.000 831.000


NOM-FDI geeft nieuwe investeerders advies over vestigingslocaties, legt contacten met andere dienstverleners en leveranciers en biedt hulp bij het aanvragen en verkrijgen van vergunningen. Essentiële onderdelen van een acquisitietraject. De met acquisitie vergaarde kennis is tevens een belangrijke bron van leads voor Finance en de programma’s van Business Development, de twee andere hoofdonderdelen van de NOM. Interne leads Vanuit FDI is er een interne doelstelling van tenminste 10 leads voor de afdeling Finance vastgesteld, die ook gehaald is. Als gevolg van een steeds verdere integratie tussen FDI en BD vormen de leads, anders dan de leads voor Flinc, voor BD geen aparte doelstellingen voor FDI. Deze worden om die reden ook niet geregistreerd. Uit de leads die NOM FDI aan Flinc heeft doorgespeeld, blijkt echter dat er een duidelijke behoefte bestaat aan dit initiatief. Om die reden worden de leads van FDI/BD die specifiek voor Flinc gegenereerd worden gerapporteerd. Tabel 25

Leads gegenereerd voor andere afdelingen en/of programma’s Finance

Flinc NXT

14

14

Actieve Acquisitie In 2014 is de NOM verder gegaan met de sectorspecifieke acquisitie van internationale bedrijven voor vestiging in Noord Nederland. Naast het verdere uitbouwen van de topsectoren Water, Energie, Chemie, AgriFood en Life Science, heeft de NOM Noord-Nederland afgelopen jaar sterk geprofileerd als vestigingsplaats voor datacenters. De medewerkers van NOM FDI ontwikkelen een netwerk van bedrijven en kennisinstellingen in de sector en voeren gesprekken met bedrijven op strategisch niveau. Om deze gesprekken te kunnen voeren analyseert de NOM continu de ontwikkelingen in de (top)sectoren, aanleidingen voor aanwezigheid van sectoren in de regio, mogelijkheden voor optimalisatie van de supply chain en de unieke combinatie van factoren (unique set of selling points) in de regio die kansen bieden voor de verschillende sectoren. Hiermee zijn proposities ontwikkeld die in 2014 succesvol hebben bijgedragen aan de resultaten behaald in de topsectoren zoals weergegeven in tabel 23. Samenwerking NFIA Na een veelbelovende start van de samenwerking van NOM met The Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) in 2013, heeft NIFA in 2014 samen met haar partners (waaronder de NOM) een nieuwe strategie opgezet om Nederland als vestigingsplaats te promoten onder het label “Invest in Holland”. De Noord-Nederlandse proposities worden opgenomen in de zo genoemde Holland-proposities. Verantwoordelijk voor deze proposities en voor het samenstellen van long-lists zijn Nationale Acquisitie Teams die gecoördineerd worden vanuit NFIA. Deze teams worden gevormd door partners vanuit verschillende regio’s. NFIA heeft ruim 20 kantoren in het buitenland vanuit waar de medewerkers contacten met bedrijven leggen die op de long-lists staan. Parallel hieraan leggen medewerkers van de

59


NOM gericht en op geselecteerde congressen en beurzen, veelal in het buitenland, contact met ondernemingen die passen bij de propositie om daar Nederland te promoten als een mogelijke vestigingsplaats voor hun Europese operatie. De proposities worden daarnaast verspreid via onder andere whitepapers, social media en websites. Via beide wegen is het doel een relatie op te bouwen met beslissers om op het moment van een mogelijke uitbreiding naar Europa als eerste contactpunt te worden gezien.

Google vestigt zich in Groningen NOM-FDI werd 3 jaar geleden benaderd om te helpen bij het vinden van een geschikte vestigingslocatie met kenmerken die deden vermoeden dat het om een onderneming zou gaan die op zoek was naar een geschikte locatie voor een datacenter. Welke onderneming het betrof was echter nog onbekend. Na ruim een jaar werd duidelijk dat het om internetgigant Google ging. De NOM-FDI projectmanagers speelden een belangrijke rol bij de selectie van de vestigingslocatie. Hiervoor legden ze de juiste contacten, waren actief betrokken bij vergunningstrajecten en bestemmingsplannen en zorgden voor de juiste antwoorden op alle door Google gestelde vragen. Google heeft op 23 september 2014 bekend gemaakt dat het een nieuw datacenter gaat bouwen in de Eemshaven in Noord-Nederland. Google zal de komende jaren meer dan 600 miljoen euro investeren in het project. Dit project maakt van de vestigingsplaats Eemshaven een van de grootste data hubs van Europa. Met duizend banen in de constructiefase en 150 permanente arbeidsplaatsen geeft deze ontwikkeling een geweldige impuls aan de economie in Noord-Nederland. “We zijn zeer verheugd om onze investeringen in Nederland verder uit te breiden”, aldus Francois Sterin, partner Global Infrastructure bij Google. “Met deze investering versterken wij onze lokale aanwezigheid. Ik wil de Provincie Groningen, NOM, NFIA en Groningen Seaports graag bedanken voor de hulp die zij ons boden tijdens de selectie van deze locatie.”

Current Investor Development: verankering Naast de acquisitie is het ook in 2014 minstens zo belangrijk geweest de contacten met reeds gevestigde (internationale) bedrijven te blijven versterken en ontwikkelen. Door vestigingen actief te betrekken in regionale programma’s en door een goede band op te bouwen wordt de NOM vaak in een vroeg stadium betrokken bij obstakels waar gevestigde bedrijven tegenaanlopen. Ook hierin is NFIA een belangrijke partner van de NOM. Middels het CID programma, ontwikkeld vanuit NFIA zorgt de NOM er voor dat bedrijven die plannen hebben om een vestiging te sluiten of de activiteiten te verplaatsen naar vestigingen buiten de regio, toch in de regio blijven. Zo heeft de NOM afgelopen jaar in samenwerking met NFIA 51 buitenlandse ondernemingen in verschillende topsectoren bezocht. De NOM heeft met het lokale management van deze

60


bedrijven gesproken over issues die het ondernemen van de bedrijven in de weg stonden. De issues varieerden van problemen met werkvergunningen of het vinden van de juiste mensen tot aan akkefietjes met een overheidsinstantie. Daar waar issues van belang waren voor het vestigingsklimaat in Nederland is NFIA betrokken. De NOM heeft in een aantal gevallen een belangrijke rol als mediator of adviseur vervuld waarmee obstakels voor ondernemen in de regio zijn weggenomen. Zo is het in een aantal gevallen gelukt om met hulp van gemeente en provincie een voorgenomen sluiting af te wenden. In andere gevallen is het gelukt om de vestiging open te houden door een overname of door een nieuwe productfocus. Ook heeft de NOM gevestigde bedrijven succesvol bijgestaan in het realiseren van uitbreiding door haar hulp aan te bieden bij het opstellen van diverse business cases. Naast de bezoeken die in onderstaande tabel zijn opgenomen heeft de NOM samen met NFIA in 2014 ook in het Verre Oosten een tiental bedrijven bezocht die een vestiging in NoordNederland hebben. Buitenlandse ondernemingen worden daarnaast regelmatig uitgenodigd om deel te nemen aan door de NOM georganiseerde evenementen, zoals het Midzomerfeest. Tabel 26

Current Investor Development 2014 Soort Strategische planvorming

Omschrijving De onderneming beraadt zich over de toekomst. Gedacht kan worden aan een exit door de moeder, herpositionering, mogelijke sluiting en nieuwe product markt combinaties

Aantal 29

Netwerkprogramma

De onderneming wil graag deelnemen aan door de NOM ontwikkelde netwerkprogramma’s, bijvoorbeeld op het gebied van lean manufacturing

4

Uitbreiding

De onderneming plant of is bezig met uitbreiding of uitbreidingsinvesteringen

8

Behoud

De onderneming wordt door de moeder gesloten of gaat failliet

3

Geen Totaal

Er spelen geen issues waarin de NOM een rol kan spelen

12 56

Het overzicht van de door NOM Foreign Direct Investment uitgevoerde CID bezoeken laat zien dat bij 44 van de 51 bezochte bedrijven zaken spelen waar de NOM toegevoegde waarde kan leveren. Bij vier bedrijven heeft NOM FDI van wege meerdere issues een rol kunnen spelen. In totaal heeft NOM FDI daarmee bij de 51 bezochte bedrijven voor 44 issues toegevoegde waarde kunnen leveren.

61


7.4 NOM Business Development

Tabel 27

NOM Business Development heeft in 2014 haar doelstelling voor de innovatie impuls van € 13 miljoen ruimschoots gerealiseerd. In veel gevallen spelen de projecten zich af op het snijvlak van meerdere topsectoren, deze worden gerapporteerd onder de sector die in het project leidend was. Realisatie innovatie impuls (in € miljoen) Energie Agri&Food MKB High Tech Totaal

2013 1,0 3,0 3,1 16,9 24,0

2014 8,8 11,7 20,5

Een belangrijke bijdrage voor de resultaten wordt geleverd door het WCCS (World Class Composites Solutions) dat rondom Fokker in Hoogeveen is opgezet. Dit is een programma waarin de komende jaren voor 11,7 miljoen wordt geïnvesteerd. Energie Northern Netherlands Offshore Wind Een belangrijk project in de sector Energie is Northern Netherlands Offshore Wind (NNOW), dat samen met Energy Valley en de Kamer van Koophandel wordt uitgevoerd. Dit project loopt en heeft tot doel Noord-Nederlandse (inclusief Noord-Hollandse) bedrijven te betrekken bij de aanleg van windparken op zee. NNOW speelt de komende jaren in op de aanleg van windparken in het Nederlandse en Duitse deel van de Noordzee. Zowel de installatiefase als ook de daarop volgende langjarige fase van onderhoud en reparatiewerkzaamheden aan de windparken zal leiden tot additionele omzet bij Noord-Nederlandse bedrijven. Daarnaast worden binnen het project innovatie en samenwerking nagestreefd, waarmee een verlaging van de kostprijs van windenergie op zee moet worden gerealiseerd. Het cluster wordt ook gebruikt in de regioprofilering ten behoeve van het aantrekken van nieuwe bedrijven. Mede door de succesvolle NNOW supply chain meetings en gezamenlijke deelname aan internationale beurzen georganiseerd door de NOM, is het aantal betalende leden in 2014 gegroeid van 60 naar 75 leden. Hiermee is de doelstelling voor 2014 (minimaal 70 leden) ruimschoots behaald. De financiële basis die ten grondslag ligt aan dit clusterprogramma is hiermee versterkt. Het project heeft tevens geleid tot een aantal concrete leads voor vestiging van ondernemingen actief in deze of aanverwante sectoren. Agri&Food Greenlincs Greenlincs is een clusterorganisatie, gezamenlijk gefinancierd door de drie Provincies, die sinds 1 januari 2013 (informeel) van start is gegaan om de AgriFood & Biobased Economy een impuls te geven.

62


De uitdaging in de Biobased Economy is om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van landbouwgronden en tegelijkertijd de bestanddelen van agrarische producten en de restproducten, die daarbij vrijkomen, optimaal te benutten. De activiteiten van Greenlincs zijn gericht op het stimuleren van investeringen en projecten en het sneller naar de markt krijgen van innovaties op het gebied van AgriFood & Biobased Economy. Als onderdeel van het werkpakket voert Greenlincs het project Food Future uit, een majeur Interreg-project dat technologische innovaties ondersteunt in de voedingsmiddelensector in de Nederlands-Duitse grensregio. Interreg is een door de Europese Unie betaald programma dat de samenwerking bevordert tussen regionale gebieden in verschillende landen. Greenlincs speelt een initiërende, ontwikkelende en verbindende rol in een groot aantal projecten. Voorbeelden van deze projecten zijn precisielandbouw in de akkerbouw en melkveehouderij, bio raffinage van aardappelloof en de toepassing van nieuwe biobased grondstoffen in muurverf. Door nauwere samenwerking tussen de agrarische en chemische sector worden marktkansen beter benut. In 2014 is hierbij voor een totaal van € 8.8 Miljoen aan investeringen uitgelokt. Tabel 28

Resultaten Greenlincs ( x € 1.000)

Innovatie impuls

2014 realisatie 8.818

2014 doel 8.500

verschil 318

Greenlincs speelt daarnaast een belangrijke rol bij het identificeren en kwantificeren van nieuwe kansen. Zo is het project betrokken bij een economische studie naar de mogelijkheid om grondstoffen voor de chemie in Delfzijl te produceren op basis van lokaal geteelde suikerbieten, een strategische studie naar nieuwe groene routes voor Noord Nederland (North4Bio) en een technische studie naar het spinnen van Biobased garen. Het is de ambitie dat Greenlincs zich ontwikkelt tot hét gezicht van de Noordelijke AgriFood & Biobased Economy en daarbij fungeert als Noord-Nederlandse spil in het netwerk van bedrijven en kennisinstellingen. Water Het watertechnologiecluster, waar de NOM jaren lang aan mee heeft helpen bouwen, komt tot bloei. Dat is het resultaat van een gezamenlijke inspanning van de NOM met regionale overheden, kennisinstellingen en vooral het bedrijfsleven. Het wereldwijd unieke innovatie ecosysteem van de Water Campus Leeuwarden levert het cluster een continue stroom op van marktrijpe innovaties. De NOM heeft er voor gekozen om haar rol vooral vanuit de Water Alliance te laten gelden. Een keuze die de groei van het watercluster goed heeft gedaan. Mede door alle business gerichte activiteiten en de positieve energie die de Water Alliance heeft ontplooid is het aantal watertechnologie bedrijven dat zich hieraan heeft verbonden, uitgegroeid tot het respectabele aantal van ruim 80. En nog steeds groeit dit aantal gestaag.

63


Onderzoek heeft aangetoond dat deze bedrijven hun omzet hebben zien groeien en ook het aantal arbeidsplaatsen hebben zien toenemen. Een opmerkelijk resultaat gezien het zware economische tij van de afgelopen jaren. Een positief neveneffect op deze ontwikkeling is het betrokken raken van de maakindustrie, die zich niet van origine op de watertechnologie heeft gericht. Deze sector ziet nu goede mogelijkheden om ook de omzet in deze industrie te vergroten. Een aantal bedrijven in deze sector is zelfs bezig zich te specialiseren in watertechnologie. Het cluster heeft inmiddels voldoende kritische massa bereikt om een aanzuigende werking te hebben voor nieuwe innovatieve watertechnologie bedrijven. Het effect op daadwerkelijke bedrijfslandingen is nog licht, maar in naam en faam reikt het watercluster al ver over de landsgrenzen heen. Israël, India, Singapore, Australië en de Verenigden Staten zijn maar een paar voorbeelden van landen waar, in de watertechnologie sector, de Water Campus Leeuwarden een begrip is geworden. In december 2014 heeft Leeuwarden de VN status gekregen als “innovating city”. Dit heeft meteen geleid tot concrete afspraken met de andere tot “innovating city” uitgeroepen stad Milwaukee (eveneens met een sterke watertechnologie focus). Het watercluster maakt hiermee serieuze stappen om het Europese centrum voor innovatieve watertechnologie te worden. High Tech HTSM Noord-Nederland Op initiatief en onder regie van de NOM is in 2014 de Taskforce High Tech Systemen en Materialen (HTSM) van start gegaan. Het taskforce is het sluitstuk van een jarenlange lobby die de NOM heeft gevoerd, samen met onder andere Philips, Fokker en VNO Noord, om naast de traditionele Noordelijke topsectoren meer aandacht te besteden en de Hightech sector. HTSM, feitelijk de ‘maakindustrie’, is in de noordelijke regio en nationaal de grootste topsector die werkgelegenheid op alle opleidingsniveaus biedt. Via het Platform wordt het thema ‘sensortechnologie’ verbreed tot hightech systemen en materialen. Hiermee is de Taskforce in zekere zin de opvolger van de clusterorganisatie Sensor Universe. Binnen de Taskforce zijn alle hightech initiatieven en de belangrijkste hightechbedrijven en organisaties in Noord-Nederland vertegenwoordigd. De Taskforce HTSM heeft vier speerpunten vastgesteld: Embedded Intelligence, Advanced Materials, Adaptive Manufacturing en ‘Big Science.’ Het platform heeft de ambitie om binnen deze speerpunten de komende jaren ‘doorbraak’ projecten te organiseren – gericht op het ontwikkelen van HTSMbedrijvigheid en nieuwe werkgelegenheid. De NOM voert het secretariaat van de Taskforce HTSM en neemt een belangrijke taak in de uitvoering van werkzaamheden op zich. In het kader van de oprichting van de Taskforce HTSM zijn in 2014 diverse activiteiten gerealiseerd. In februari is een werkoverleg gefaciliteerd tussen alle HTSM-spelers uit het Noorden en het landelijke topteam HTSM. In de zomer is het werkprogramma voor het Platform opgesteld. Eind november is het eerste, zeer succesvolle, HTSM-congres gehouden

64


onder de titel: “We gaan van Noord-Nederland een echte hightech regio maken. “ Het congres was met 300 bezoekers uitverkocht. Tijdens dit congres is tevens de website www.htsm-nn.nl gelanceerd. Door de activiteiten rondom de Taskforce heeft NoordNederland zich sterk geprofileerd als kansrijke hightech regio. Dit heeft ertoe geleid dat HTSM is toegevoegd aan de Noordelijke Innovatie Agenda (NIA) en landelijke aandacht voor mogelijkheden voor deze sector is verkregen. De Taskforce is geen nieuwe organisatie, maar een coalitie van partijen – met veel invloed vanuit de marktsector. Velen zien de Taskforce HTSM als een ‘clusterorganisatie’ nieuwe stijl. World Class Composites Solutions Na ruim twee-en-een-half jaar voorbereiding is in november 2014 het programma World Class Composites Solutions goedgekeurd. De ondertitel van het programma is: ‘Een stapsgewijze opmaat naar een regionaal programma op het vlak van lichtgewicht (aerospace) composietmaterialen in een geoptimaliseerde maak- en procesomgeving in NoordNederland’. Deze ondertitel dekt de lading van het programma uitstekend. De basis voor dit programma is de toezegging van Fokker Aerostructures om van de locatie Hoogeveen binnen Fokker hèt ontwikkelcentrum voor composiettoepassingen te maken. Het doel van het programma is het ontwikkelen van innovatieve materialen en daarmee een onderscheidend vermogen te creëren op het vlak van kwaliteit en kosten. De materialen betreffen met name thermoplastisch composiet. Middels operational excellence wordt een constante hoge kwaliteit van deze composieten gewaarborgd tegen acceptabele kosten (relatie met Smart Factory). Omdat de regionale overheden groot belang hechten aan de aansluiting van het middenen kleinbedrijf bij innovatieve technologieën en toepassingen, is het programma verbreed. Naast de acht technische werkpakketten, wordt een ecosysteem op het gebied van composiettechnologie gevormd. Dit ecosysteem bestaat uit bedrijven en kennisinstellingen uit de regio. Eén van de doelen van het ecosysteem is het uitspinnen van bestaande (luchtvaart)composiettechnologie naar andere sectoren, bijvoorbeeld de automotive sector. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat technologiebedrijven in de regio gebruik maken van composietkennis om daarmee hoogwaardige producten uit composiet te kunnen ontwikkelen. Met name in dit deel van het programma vervult NOM een vooraanstaande rol. De doorlooptijd van het totale programma bedraagt 4 jaar. Hierin zal Fokker haar vooraanstaande positie als ontwikkelpartner en toeleverancier in de luchtvaartindustrie moeten versterken. De uitdaging voor de NOM is om de juiste voorwaarden te scheppen waaronder het ecosysteem als zelfstandig kennis- en ontwikkelnetwerk blijft bestaan na afloop van het programma.

65


RosF Smart Factory – De nieuwe Industrie De NOM heeft in 2014 het initiatief genomen tot de vorming van een breed consortium van bedrijven en kennisinstellingen onder de naam “Region of Smart Factories” (RoSF). Dit consortium is opgezet rondom de drie belangrijkste OEM-bedrijven in de regio (Philips, Fokker en TenCate) maar is inmiddels uitgegroeid tot een groep van 35 partners, bestaande uit grote en kleine bedrijven, kennisinstellingen en het complete onderwijsveld. De focus van RoSF ligt op het ontwikkelen van ‘Smart Factories.’ De industrie staat aan de vooravond van een ingrijpend proces van digitalisering (in Duitsland zelfs aangeduid als de vierde industriële revolutie). Producten worden intelligent, productieprocessen worden zelf lerend. Alle spelers uit de maakindustrie – inclusief consumenten - worden via het “Internet of Things” met elkaar verbonden, waardoor nieuwe verdienmodellen mogelijk worden. De opkomst van de “digitale maakindustrie” komt op een interessant moment. Het Noorden heeft een aantal belangrijke troeven in handen om volop te profiteren van de veranderingen die op ons afkomen: kennis van Big Data, ICT en sensorsystemen, opvallend veel kennis over materiaaltechnologie (essentieel voor de overstap naar intelligente fabrieken) én de regio heeft nog een echte maakindustrie. Het RoSF consortium wil Noord-Nederland uitbouwen tot een internationale hotspot voor Smart Factories, en daarmee een bijdrage leveren aan vernieuwing van de noordelijke maakindustrie en uitbreiding van werkgelegenheid op alle scholingsniveaus. Smart Factory biedt de opening om weer te gaan produceren in regio’s met hoge loonkosten. Het RoSF consortium heeft in het afgelopen jaar stevig aan de weg getimmerd. De groep presenteerde zich met veel succes op de Hannover Messe, de grootste industriebeurs ter wereld. RoSF speelt bovendien een sleutelrol op de landelijke actieagenda Smart Industry van de Commissie Dezentjé. RoSF is een van de belangrijkst Fieldlabs op deze actieagenda. De successen van het RoSF consortium hebben er bovendien aan bijgedragen dat NoordNederland steeds meer erkend wordt als een aanstormende hightech-regio. In 2014 heeft het RoSF consortium, onder leiding van de NOM, een uitgebreid innovatieprogramma opgesteld dat begin 2015 aan de Noordelijke overheden wordt aangeboden. Naast een wetenschappelijk programma, met onder andere een aparte leerstoel Smart Factory bij de Rijksuniversiteit Groningen, komen er 9 pilotprojecten rond drie thema’s: intelligente productielijnen, first-time right productontwerpen en customized manufacturing. Via deze pilotprojecten moeten er initieel 1.000 nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan. Daarnaast is er veel aandacht voor business development samen met de deelnemende MKB-parters. Zo komt er een valorisatietraject bestaande uit 10 demonstratieprojecten onder de noemer “Maak van je fabriek een Smart Factory.”

7.4.1 Flinc

66

Flinc is een ondernemend samenwerkingsverband dat zich in het verleden heeft bewezen als succesvol concept voor juist die ondernemers die in Noord-Nederland met innovatieve ideeën de markt willen veroveren. Flinc is na een periode van afwezigheid in 2013 met succes herstart. De partners NOM, Syntens, KvK en de drie noordelijke provincies hebben


.

ook in 2014 de handen ineen geslagen om met Flinc de economische structuur in NoordNederland te versterken door nieuwe, innovatieve bedrijvigheid te ondersteunen. Flinc scout, screent en ondersteunt veelbelovende innovatieve ondernemers uit de regio NoordNederland. Enkele onderwerpen waar deze ondernemingen mee worstelen zijn positionering, competentieontwikkeling, ontwikkelen businessplan en de toegang tot kapitaal. Flinc biedt hiervoor 1-op-1 ondersteuning en koppelt de onderneming aan de juiste financieringsbron. Naast de geboden ondersteuning heeft Flinc ook aanpalende activiteiten ontplooid die de ontwikkeling en groei van ondernemers versterkt. Zo zijn er masterclasses, workshops, pitchbijeenkomsten en events georganiseerd. Voor de uitvoering van de ‘vroege fase financiering’ is sinds april 2014 een pilot opgestart voor Noord-Nederland. Vanuit Flinc werken de partners NOM, Provincies Fryslân / Groningen / Drenthe, KvK, EZ en RVO intensief samen om tot een eenduidig en samenhangend model te komen voor de regionale uitvoering van de VFF-regeling. Tabel 29

Resultaten Flinc in relatie tot doelstellingen eerste twee jaar Contacten met Ondernemers Investeerdersnetwerk Flinc Adviestrajecten Financieringen Masterclasses - deelnemers masterclasses Events - deelnemers events

Doel 200 20 40 30 8 60 -

2014 339 160 83 30 5 91 11 1694

Inmiddels heeft Flinc zo`n 339 ondernemingen gescout, gescreend en verder geholpen. Hiervan zijn 83 ondernemingen door Flinc geselecteerd en intensief ondersteund op weg naar een succesvolle start en duurzame groei. Hiermee bewijst Flinc dat zij een waardevolle en essentiële rol vervult in het ondersteunen van innovatieve starters bij het starten, versnellen en versterken van hun ontwikkeling en ambitie. In veel gevallen heeft de ondernemer een financieringsvraagstuk. De juiste financieringsbron vinden en toegang tot een investeerdersnetwerk is voor ondernemers een moeizaam en langdurig proces. Flinc kan snel, gericht en daadkrachtig toegang tot de kapitaalmarkt verzorgen en de onderneming ‘investor ready’ maken. Om dit te bewerkstellen beschikt Flinc over een investeerdersnetwerk van circa 160 investeerders en financiers. Samen met de ondernemer wordt gekeken welk instrument het beste past bij het type en de fase van de onderneming. Inmiddels zijn 36 trajecten afgerond en is Flinc betrokken geweest bij 30 financieringen met een totaal geïnvesteerd kapitaal van € 4.526.000 met een arbeidspotentieel van 133 arbeidsplaatsen.

67


Flinc is direct vanaf het begin in staat geweest om aansluiting te vinden bij regionale initiatieven en partijen uit haar netwerk. Binnen dit netwerk heeft Flinc de taak om partijen te verbinden en ondernemers naar het juiste ‘loket’ te verwijzen. De samenwerking met het Noord-Nederlandse netwerk heeft mooie resultaten opgeleverd. Dit is terug te zien in doorverwijzingen, waardevolle connecties, gezamenlijke organisatie van evenementen en de optimalisatie van het ecosysteem rondom ondernemerschap en innovatie. Toekomst Na het opnieuw opstarten van de organisatie van Flinc in 2013, is in 2014 vooral ingezet op de ondersteuning en begeleiding van innovatieve starters met de daaraan gekoppelde events, masterclasses en pitchbijeenkomsten. Dit heeft gezorgd voor mooie resultaten en een versterking van de Noord-Nederlandse economie. De uitdaging voor 2015 ligt met name op de veranderende kapitaalmarkt waardoor de toegang tot kapitaal steeds complexer wordt voor ondernemers. Ondernemers ervaren een gebrek aan kapitaal terwijl er voldoende kapitaal beschikbaar is. Dit geldt overigens voor de innovatieve starters alsook het MKB. Dit vraagt om een goede verbinding tussen ondernemers en kapitaalmarkt. In de toenemende complexiteit van het financieringslandschap met meerdere aanbieders is behoefte aan een onafhankelijk adviseur/begeleider die de individuele ondernemer (starter maar ook bestaande ondernemingen) bij het financieringsproces ondersteunt. We zijn dan ook voornemens de activiteiten niet alleen in de huidige vorm voort te zetten maar uit breiden naar het bestaande bedrijfsleven. 7.4.2 Innovatiefonds

Kennis en innovatie is een belangrijke motor voor de economisch ontwikkeling en het concurrentievermogen van de regio Noord-Nederland, vandaar dat door de drie provincies in samenwerking met de NOM en het ministerie van Economische Zaken is gekozen om kennis en innovatie te ontwikkelen en te stimuleren middels het Innovatiefonds. Het innovatiefonds Noord-Nederland stelt MKB-bedrijven in staat om hun kansrijke ideeën verder te ontwikkelen in samenwerking met andere MKB-bedrijven. Het betreft een instrument om te komen van idee naar vermarktbaar product. De beschikbaarheid van risicokapitaal voor de doelgroep van het innovatiefonds is beperkt. Het innovatiefonds vult hiermee een “gap” in de financieringsmarkt en voorziet in een behoefte. Door de investeringen vanuit het fonds ontstaat innovatie die leidt tot nieuwe bedrijvigheid en waarde creatie voor de regio. In 2014 hebben al veel bedrijven zich bij het Innovatiefonds gemeld met een verzoek om financiering. In 2013 heeft het Innovatiefonds Noord-Nederland reeds haar eerste financiering uitgezet. Geïnvesteerd is in het bedrijf CO2Dry, dat baanbrekende apparatuur ontwikkelt om producten zoals groente en fruit te drogen. Momenteel zitten 5 partijen in een traject voor een toekomstige participatie. In 2015 zal actief gewerkt worden aan de naamsbekendheid van het Innovatiefonds NoordNederland door middel van een eigen website, bezoeken van bijeenkomsten en positionering binnen het ecosysteem.

68


8.

Governance

De directie en Raad van Commissarissen van de NOM laten zich, hoewel de NOM in formele zin geen structuurvennootschap is, in het algemeen in de verhoudingen tussen bestuur, Raad van Commissarissen en (algemene vergadering van) aandeelhouders leiden door de Nederlandse Corporate Governance code zoals die in 2009 is herzien door de commissie Frijns. Het bestuur Het bestuur van de NOM wordt statutair uitgeoefend door de directeur die de vennootschap in de rechte vertegenwoordigt. De directeur conformeert zich volledig aan het principe ter zake van zijn verantwoordelijkheid met inbegrip van zijn verantwoordelijkheid en zijn verantwoordingsplicht voor het naleven van wet en regelgeving, het beheersen van risico’s en de in hoofdstuk 6 geïdentificeerde materiële onderwerpen. Aan de daarop betrekking hebbende best practice bepalingen wordt voldaan. Voor de wijze van risicobeheersing wordt verwezen naar paragraaf 3.1 van het jaarverslag. De nevenfuncties van de directeur en van diens plaatsvervanger worden vermeld in bijlage 5. Remuneratie De beloning wordt vastgesteld op voorstel van de remuneratiecommissie door de Raad van Commissarissen. De remuneratiecommissie bestaat uit Mr. H. Bosma (voorzitter) en Prof. Dr. Ir. R. Rabbinge. Het remuneratieproces is gericht op het aantrekken, motiveren en vasthouden van een bestuur met de juiste kwaliteit en ervaring. Dit bestuurlijke talent is noodzakelijk voor het realiseren van de essentiële doelstellingen van de strategie van de NOM. De bezoldiging van de directeur is vermeld op pagina 101 van de jaarrekening. De bezoldiging past binnen de grenzen, die de minister van Economische Zaken bij zijn aanstelling heeft gesteld. De directeur ontvangt geen beloning in de vorm van aandelen of opties. Er zijn geen aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen opgenomen in de beloningsstructuur. Daarnaast zijn er geen doelstellingen gesteld die bepalend zijn voor de toekenning van prestatietoeslagen. De beloning van de directie bestaat uit een vast inkomen met secundaire arbeidsvoorwaarden (onkostenvergoeding, pensioen). De Raad van Commissarissen bewaakt mogelijke tegenstrijdige belangen. In 2014 hebben zich geen gevallen voorgedaan waarin sprake was van mogelijke tegenstrijdige belangen. Omdat het bestuur uit één directeur bestaat, wordt niet voldaan aan de vereiste van een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen in het bestuur. Bij de huidige omvang zal ook niet aan deze vereiste voldaan kunnen worden. Raad van Commissarissen De principes op het gebied van toezicht, Raad, belang van de vennootschap, maatschappelijke aspecten en kwaliteit van eigen functioneren worden door de Raad onderschreven. De Commissarissen zijn en handelen volledig onafhankelijk; zowel ten opzichte van de voordragende aandeelhouder, als ten opzichte van de bestuurder, alsook ten opzichte van elkaar. De Commissarissen ontvangen rechtstreeks noch indirect persoonlijke financiële vergoedingen voor verrichte werkzaamheden voor de NOM, anders dan de vaste vergoeding

69


in hun rol van commissaris en de aan die werkzaamheden verbonden reis- en verblijfskosten. De vergoeding is vastgesteld door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. De vergoeding is niet afhankelijk van de behaalde resultaten. De Raad is zodanig samengesteld dat op alle terreinen die de NOM bestrijkt voldoende deskundigheid aanwezig is om de taken van de Raad te kunnen vervullen. Er is echter geen sprake van een evenwichtige verdeling van de zetels tussen mannen en vrouwen. Het profiel van de leden van de Raad is vermeld in bijlage 4. Bij mutaties in de samenstelling en bij herbenoemingen wordt aan het aspect deskundigheid en de evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen aandacht besteed. Bij de vervanging van de voorzitter, na aftreding van dhr. R.P. Prins in april 2014, is expliciet naar een vrouwelijke kandidaat gezocht. Er waren echter geen vrouwelijke kandidaten met de gewenste deskundigheid beschikbaar. Voor vervanging van de twee leden , na aftreding in april 2015 is expliciet naar een vrouwelijke kandidaat gezocht. Aan de benoemingstermijnen wordt de hand gehouden. De code schrijft voor dat de Raad drie kerncommissies in het leven roept. De Raad heeft deze bepaling als volgt ingevuld: Er is ĂŠĂŠn gecombineerde selectie en benoemingscommissie en remuneratiecommissie. De voorzitter van deze commissie is een ander lid dan de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De Raad acht de betrokkenheid van alle Commissarissen bij de taken van een auditcommissie zo essentieel dat, mede gezien de betrekkelijk geringe omvang van de Raad, alle leden geacht worden deel uit te maken van de auditcommissie, waardoor de instelling van deze commissie overbodig is. Dit betekent dat aan de bepaling dat de voorzitter van de auditcommissie niet tevens voorzitter is van de Raad van Commissarissen, niet wordt voldaan. De bepalingen met betrekking tot een one-tier bestuursstructuur zijn niet van toepassing aangezien de NOM geen one-tier bestuursstructuur kent. De directeur en de Raad van Commissarissen achten dat ook niet wenselijk. Algemene vergadering van Aandeelhouders De Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) maakt volledig gebruik van haar bevoegdheden, zoals die in de code wordt omschreven. De statuten van de vennootschap zijn in lijn met de code. De AvA wordt qua informatievoorziening vanuit de directie naar beste weten in staat gesteld om van haar bevoegdheden gebruik te maken. De stelregel is daarbij dat de AvA geen informatie ontvangt die door individuele ondernemingen vertrouwelijk aan de NOM ter hand is gesteld. De directie en Raad van Commissarissen streven een optimaal overleg met de aandeelhouders na. Overleg met de directie vindt met enige regelmaat plaats, ook buiten de formele AvA. Audit Het jaarverslag en de jaarrekening worden opgesteld onder de directe verantwoordelijkheid van de directeur. De Raad van Commissarissen ziet er op toe dat de directeur deze

70


verantwoordelijkheid naar behoren vervult. De door de AvA benoemde onafhankelijke accountant brengt verslag uit aan de Raad van Commissarissen. Dit verslag wordt in aanwezigheid van de accountant besproken met de voltallige Raad van Commissarissen. De externe accountant is aanwezig bij de jaarlijkse AvA zodat deze door de aandeelhouders rechtstreeks kan worden bevraagd. Er is geen interne auditor. De controller en de externe accountant hebben rechtstreeks toegang tot elkaar, evenals de controller en de leden van de RvC. De rollen en verantwoordelijkheden voor duurzaamheid Omdat de NOM het goed uitvoeren van de kerntaken beschouwt als duurzaam ondernemen, ligt deze verantwoordelijkheid logischerwijs bij managers van de afdelingen, ingericht naar de kerntaken. Iedere afdeling heeft coรถrdinatoren aangewezen voor het verzamelen, consolideren en valideren van de voor de duurzaamheidsaspecten relevante data. Het valideren van data gebeurt op basis van vergelijking met data van voorgaande jaren en toetsing tegen de definities. De eindverantwoordelijkheid voor de voor de NOM relevante duurzaamheidsaspecten van ondernemen ligt bij de directeur. De directeur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen en de AvA. De Raad van Commissarissen houdt toezicht en staat de directie met raad terzijde.

71


72


JAARREKENING

V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA RVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAAR REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING V NOM JAARVERSLAG 2014 JAARREKENING NV NOM JAA


Geconsolideerde balans per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

2014

Activa

2013

MateriĂŤle vaste activa Inventaris 1

146

146

-

FinanciĂŤle vaste activa Participaties 2

11.063

11.681

Vorderingen op participaties 3

8.073

6.008

Overige leningen u/g 4

1.069

672

Stimuleringskredieten 5

1.438

1.355

270

491

Pre Seed Capital Faciliteit 6

21.913

20.207

Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 7 Liquide middelen 8

Passiva

1.925

2.185

58.841

51.372 60.766

53.557

Totaal activa

82.825

73.764

Groepsvermogen 9

79.466

70.456

82

75

Voorzieningen 10 Langlopende schulden Lening Provincie Drenthe (TAFF) 11

Kortlopende schulden 12 Totaal passiva

74

-

1.500 -

1.500

3.277

1.733

82.825

73.764


Geconsolideerde winst- en verliesrekening

2014

Financieringsbedrijf

2013

Opbrengsten Rente- en provisiebaten 13

3.147

3.639

Ontvangen dividenden 14

10.106

3.948

40

48

5.251

469

-131

34

-30

-49

Opbrengst commissariaten 15 Resultaat verkopen participaties 16 Resultaat Ontwikkelingsfinanciering 17 Resultaat Pre Seed Capital Faciliteit 18

18.383

8.089

Kosten Personeelskosten 24

1.273

1.416

Overige kosten 25

1.044

765

Saldo van dotaties aan de voorziening voor financiĂŤle vaste activa 26

6.572

3.430 8.889

Resultaat Financieringsbedrijf Ontwikkelingsbedrijf

5.611 9.494

2.478

Opbrengsten / vergoedingen Ministerie van Economische Zaken 19

1.004

1.202

Bijdrage Provincies 20

556

547

Bijdrage Provincies inzake Regionale Netwerken 20

116

160

Bijdrage acquisitie Gemeenten, CID 20

160

146

Projectfinanciering 21

751

771

Opbrengst Detachering 22

433

262

6

2

Diensten aan derden 23

3.026

3.090

Kosten Personeelskosten 24

2.082

2.019

Overige kosten 25

1.428

1.153 3.510

3.172

Resultaat Ontwikkelingsbedrijf

-484

-82

Resultaat voor en na belasting

9.010

2.396

75


Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

2014

2013

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat

9.010

2.396

Aanpassingen voor: Mutatie voorzieningen Mutatie voorzieningen waardering financiĂŤle vaste activa

7

-2

1.389

-12.726

260

-70

1.544

-1.122

Verandering in werkkapitaal: Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden

3.200 Kasstroom uit bedrijfsoperaties

-13.919 12.210

-11.524

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in participaties

-11.086

-7.203

Mutatie effecten Investeringen in duurzame activa Ontvangsten inzake de verkoop van participaties en aflossing leningen

-146

7.991

21.209 -3.241

14.006 -3.241

14.006

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Dividenduitkering NOM Mutatie lening TAFF

-

-20.000

-1.500 -1.500

-20.000

7.469

-17.518

Saldo liquide middelen begin boekjaar

51.372

68.890

Saldo liquide middelen einde boekjaar

58.841

51.372

7.469

-17.518

Netto kasstroom

Mutatie liquide middelen

76

-


Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2014

Algemeen

De onderneming, gevestigd te Groningen aan de Paterswoldseweg 810, is een naamloze vennootschap, waarvan de aandelen voor 99,97% in het bezit zijn van de Staat der Nederlanden. De resterende 0,03% is in het bezit van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Uitgangspunt bij participatie door de N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (statutair gevestigd te Groningen) in ondernemingen, is het in principe tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal met als doel nieuwe activiteiten op te starten of bestaande activiteiten te versterken. Behoudens bijzondere omstandigheden wordt daarbij gestreefd naar minderheidsbelangen.

Verslagleggings periode Toegepaste standaarden

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening is opgesteld met inachtneming van art. 2:402 BW. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaat­bepaling zijn gebaseerd op historische kosten.

Vergelijking met voorgaand jaar Stelselwijziging Schattingswijziging

Continuïteit Grondslagen voor waardering

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Er hebben zich in 2014 geen stelselwijzigingen voorgedaan. In 2014 is de totstandkoming van de marktwaarde op de financiële vaste activa gewijzigd. Het implementeren van een, in eiegen beheer ontwikkeld, portefeuillebeheermodel (Fista) heeft geleid tot een professionaliseringsslag. Waar voorheen de indeling in risicocategorieën plaatsvond op basis van vastgestelde percentages, wordt er met Fista een cijfermatige benadering van de marktwaarde gevolgd. Middels het model is er sprake van inzage in meerdere financiële waarderingsmethodieken, waardoor de kwaliteit van de waardeinschatting (voorziening) verbeterd. Deze nieuwe methodiek is in 2014 toegepast op het Groei- en Overname Fonds. Het Aanjaagfonds wordt nog op de oude wijze verantwoord. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

77


per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw­baar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten uit verkoop van participaties worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de participaties zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van de grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Grondslagen voor consolidatie

78

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de onderneming en haar groeps­maatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend, dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of


beleids­bepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participaties die worden aangehouden om te vervreemden worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afge­stoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Geconsolideerde deelnemingen Geconsolideerde deelnemingen

%

Plaats

Venture Kapitaal Fonds III B.V.

100 %

Groningen

B.V. Drentse Participatie Maatschappij

100 %

Groningen

Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.

100 %

Groningen

Innovatie Fonds Noord-Nederland

100 %

Groningen

Overige deelnemingen Het volgende meerderheidsbelang wordt, gezien de geringe omvang van deze deelnemingen, niet geconsolideerd: Overige deelnemingen

%

Plaats

NOM Daq B.V.

100 %

Groningen

NOM Fin B.V.

100 %

Groningen

Noordelijke Scheepvaart I B.V.

100 %

Groningen

Rozenborg B.V.

100 %

Groningen

Het volgende meerderheidsbelang wordt, omdat er geen sprake is van een duurzaam karakter, niet geconsolideerd: Prins Holding B.V.

79,2 %

Dokkum

NV NOM is statutair directeur van het Doefonds Fryslân B.V. en Drentse Holding B.V. Aangezien de NOM geen beleidsbepalende invloed heeft op beide fondsen, worden deze niet meegeconsolideerd.

79


Grondslagen voor omrekening vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsmaatschappijen omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen historische kostprijs worden opgenomen, worden naar euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen per transactiedatum. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen. Materiële vaste activa Overige materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.

Grondslagen voor waardering

Financiële vaste activa Aandelenparticipaties worden gewaardeerd tegen kostprijs, onder aftrek van voorzieningen die worden gevormd als de situatie bij de betrokken ondernemingen daartoe aanleiding geeft. Deze waardering tegen kostprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Om een nader inzicht te geven in de verandering van de waarde van de participatieportefeuille wordt in de toelichting op de balans de benaderde actuele waarde vermeld. De leningen betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin de NOM niet participeert. Het betreft hier, behoudens uitzonderingsgevallen, (converteerbare) achtergestelde leningen. De leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van eventueel noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de netto­vermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderings­grond­slagen van de onderneming gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve netto­vermogens­waarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de onderneming garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Voorzieningen financiële vaste activa Voorziening participaties, leningen aan participaties en overige leningen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere

80


waarde­vermin­deringen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdien­ mogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald op basis van een beoordeling van de resultaten in het verleden, de te verwachten toekomstige resultaten, het management, de organisatie, de uniekheid van het product en/of de productontwikkeling, de marktpositie en de ontwikkelingen in deze. Wanneer de boekwaarde van een actief naar verwachting niet terugverdiend kan worden, zal er een voorziening worden gevormd voor het verschil tussen de boekwaarde en de te verwachten realiseerbare waarde. Voorziening deelnemingen De voorziening deelnemingen wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de onderneming ten behoeve van deze deelneming. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Projecten Projecten met meerdere deelnemers, die de NOM als subsidieaanvrager coördineert, worden in de balans verantwoord. De balanspost is het saldo van de gemaakte projectkosten en de ontvangen bijdragen. Personele kosten die subsidiabel zijn worden aan het project toegerekend en in mindering gebracht op de personele kosten van de NOM. Een eventuele eigen bijdrage van de NOM wordt ten laste van het resultaat gebracht. Indien ultimo het boekjaar de projectkosten hoger zijn dan de ontvangen bijdragen, wordt het saldo gepresenteerd onder overige vorderingen. Indien de ontvangen bijdragen hoger zijn de projectkosten, wordt het saldo onder kortlopende schulden gepresenteerd. Kosten en opbrengsten met betrekking tot op projectbasis gefinancierde werkzaamheden van de NOM, die op verzoek van derden worden uitgevoerd, worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en (direct opeisbare) deposito’s met een looptijd korter dan één jaar. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder

81


schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen, hetzij de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen, hetzij de contante waarde van die uitgaven. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: • een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en • waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en • het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Toegekende pensioenaanspraken zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer, onder aftrek van een AOW-franchise, rekening houdend met de leeftijd van een werknemer. Jaarlijks wordt geindexeerd op basis van de consumentenprijsindex, met een maximum van 1,5%. Toegekende pensioenaanspraken worden door middel van periodieke premiebetaling aan de pensioenverzekeraar afgefinancierd. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenverzekeraar verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de verzekeraar of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.

82


Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van de verzekeraar en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met de verzekeraar, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenverzekeraar wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Operationele Leasing Bij de vennootschap kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan het eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst- en verliesrekening over de looptijd van het contract. Grondslagen voor resultaatbepaling

Opbrengstverantwoording Opbrengsten worden alleen verantwoord als er een redelijke zekerheid bestaat dat toekomstige voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en dat deze voordelen betrouwbaar kunnen worden geschat. Rente- en provisiebaten Rentebaten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa. Dividenden Dividenden van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen, worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Verkoop van participaties Opbrengsten uit de verkoop van participaties worden opgenomen in de opbrengsten tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van de boekwaarde van de participatie. Opbrengsten uit de verkoop van participaties worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer de belangrijkste risico’s en voordelen van eigen­dom aan de koper zijn overgedragen, de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is, de hier­ mee verband houdende kosten betrouwbaar kunnen wor­den ingeschat en er geen sprake is van aanhoudende management­betrokken­heid bij de participaties.

83


De overdracht van risico’s en voordelen varieert naargelang de voorwaarden van de betreffende verkoopovereenkomst. Diensten Opbrengsten van verleende diensten worden in de winst- en verliesrekening als netto-omzet opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. De opbrengsten van diensten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn verricht. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat zal worden voldaan aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst- en verliesrekening opge­no­men in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Projectfinanciering De opbrengsten van op projectbasis gefinancierde projecten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waar de opbrengsten betrekking op hebben. Opbrengst detachering Detacheringsopbrengsten worden systematisch als netto-omzet in de winst- en verliesrekening opgenomen in dezelfde periode, als die waarin de kosten worden gemaakt. Resultaat deelneming De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten, worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de Groep. Kosten Personele en overige kosten De kosten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben. De kosten van het Ontwikkelingsbedrijf worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben dan wel wanneer de externe verplichting is aangegaan. Saldo dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa Verliezen bij afstoting van participaties of bij oninbaarheid van leningen worden afgeboekt op de daarvoor gevormde voorziening. Toevoegingen aan deze voorziening komen ten laste van het resultaat van het Financieringsbedrijf.

84


Rentelasten Rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

Belastingen Omdat alleen publiekrechtelijke organisaties aandeelhouder van de N.V. NOM kunnen zijn en de N.V. NOM geen bedrijf uitoefent als bedoeld in het 3e lid van artikel 2 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 is de N.V. NOM, evenals Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en ontvangen dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Bepaling actuele waarde Een aantal grondslagen en de toelichtingen in de jaarrekening vereisen de bepaling van de actuele waarde van zowel financiÍle als niet-financiÍle activa en verplichtingen. Ten behoeve van waardering en informatieverschaffing is de actuele waarde op basis van diverse methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangs­punten voor de bepaling van de actuele waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is.

85


Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven: 1.

Materiële vaste activa 2014 Stand per 1 januari

2013

-

-

-

Mutaties Investeringen

146

-

Desinvesteringen

-

-

Afschrijvingen materiële vaste activa

-

-

Afschrijvingen desinvesteringen

-

-

Stand per 31 december 2.

146

-

Participaties Het verloop van de participaties was als volgt: 2014 Verkrijgingswaarde per 1 januari

Bij:

Nieuwe participaties Uitbreidingen / conversies

2013

40.993

45.464

4.301

837

624

20 4.925

Af:

857

Faillissementen / liquidaties

1.801

5.078

Afgestoten participaties

1.253

250 3.054

Af:

5.328 1.871

-4.471

Nominaal bedrag per 31 december

42.864

40.993

Voorziening

31.801

29.312

11.063

11.681

De actuele waarde van de participaties bedroeg ultimo 2014 circa € 47 miljoen (2013: € 31 miljoen).

86


Het verloop van de voorziening op de participaties was als volgt:

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2014

2013

29.312

33.464

5.336

926 5.336

Af:

Vrijval door desinvestering / afboekingen / faillissementen

926

2.847

5.078 2.847

Voorziening per 31 december

5.078 2.489

-4.152

31.801

29.312

87


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

3.

Vorderingen op participaties Dit betreffen converteerbare achtergestelde leningen verstrekt in combinatie met een participatie in het aandelenkapitaal.

Nominaal bedrag per 1 januari Bij:

Nieuwe leningen

2014

2013

15.352

18.014

2.896

3.531

Uitbreiding leningen

776

495

Bijgeschreven rente

725

129 4.397

Af:

Aflossingen

4.155

1.282

1.578

Herrubricering lening

-

93

Conversie

-

-

1.576

5.146

Afboekingen / faillissementen

2.858 Nominaal bedrag per 31 december Af:

88

Voorziening

6.817 1.539

-2.662

16.891

15.352

8.818

9.344

8.073

6.008


Het verloop van de voorziening op de vorderingen op participaties was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

9.344 1.050

13.461 1.029

1.050 Af:

Vrijval door desinvestering / afboekingen / faillissementen

1.029

1.576

5.146 1.576

Voorziening per 31 december

4.

5.146 -526

-4.117

8.818

9.344

Overige leningen u/g Dit betreft (achtergestelde) leningen aan bedrijven waarin de NOM niet participeert in het aandelenkapitaal. 2014 Nominaal bedrag per 1 januari

Bij:

Nieuwe leningen Uitbreiding leningen Bijgeschreven rente

2013

6.728 -

13.417 -

10

-

1.080

1.382 1.090

Af:

Aflossingen

1.382

508

2.435

392

5.636

Conversie Afboekingen / faillissementen

900

Af:

8.071 190

-6.689

Saldo per 31 december

6.918

6.728

Voorziening

5.849

6.056

1.069

672

89


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Het verloop van de voorziening op de overige leningen u/g was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

6.056 186

10.216 1.476

186 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

1.476

393

5.636 393

Saldo per 31 december

5.

5.636 -207

-4.160

5.849

6.056

Stimuleringskredieten Dit betreffen achtergestelde leningen aan bedrijven met een maximum van â‚Ź 200.000,2014 Nominaal bedrag per 1 januari

Bij:

Nieuwe leningen

2013

2.027

1.688

600

496

-

93

Uitbreiding leningen

25

150

Bijgeschreven rente

35

Herrubricering lening

39 660

Af:

778

Aflossingen

267

280

Afboekingen / faillissementen

508

159 775

Saldo per 31 december Af:

90

Voorziening

439 -115

339

1.912

2.027

474

672

1.438

1.355


Het verloop van de voorziening op de Ontwikkelingsfinancieringen was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

672 310

679 152

310 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

152

508

159 508

Saldo per 31 december

159 -198

-7

474

672

De dotatie aan de voorzieningen is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Stimuleringskredieten. 6.

Pre Seed Capital Faciliteit (PSC) Dit betreffen financieringen aan innovatieve starters middels participaties, leningen aan bedrijven en persoonlijke leningen 2014 PSC Participaties PSC Leningen Totaal Pre Seed Faciliteit

2013

67

100

203

391 270

491

91


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

PSC Participaties Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt: 2014 Nominaal bedrag per 1 januari Bij:

Uitbreiding participaties

2013

121 -

267 65

Af:

Afboekingen/ Faillissementen

65

-

211 -

Saldo per 31 december Af:

Voorziening

211 121

146

121

121

54

21

67

100

Het verloop van deze voorziening op de PSC participaties was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

21 33

22 130

33 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

130

-

131 -

Saldo per 31 december

131 33

-1

54

21

De dotatie aan de voorzieningen is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Pre Seed Capital Faciliteit.

92


PSC Leningen Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt: 2014 Nominaal bedrag per 1 januari Bij:

Nieuwe leningen Bijgeschreven rente

2013

822

1.199

-

51

13

6 13

Af:

57

Aflossingen

154

220

Afboekingen / faillissementen

249

214 403

Af:

434 -390

-377

Saldo per 31 december

432

822

Voorziening

229

431

203

391

Het verloop van de voorziening op de PSC lening was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

431 47

720 -74

47 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

-74

249

215 249

Saldo per 31 december

215 -202

-289

229

431

De dotatie aan de voorziening is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Pre Seed Capital Faciliteit. Een overzicht van de participaties en leningen u/g per 31 december 2014 is vermeld in de bijlagen.

93


per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Vlottende activa

7.

Vorderingen en overlopende activa 2014

2013

Te vorderen subsidie inzake apparaatskosten

120

54

Debiteuren

456

581

Projecten

793

1.025

Pensioenen

1

Te ontvangen interest op liquide middelen

441

486

Overige vorderingen

114

39 1.925

2.185

2014

2013

Debiteuren

Nominale waarde uitstaande vorderingen Af:

Voorziening oninbaarheid

456

592

-

11

Stand per 31 december

456

581

2014

2013

Projecten

Food Future

138

108

AOP

447

690

European Regions for Innovative Productivity

144

146

NSSC

54

72

Overige projecten

10

Stand per 31 december

9 793

1.025

In de vorderingen en overlopende activa is een bedrag van € 502.966 begrepen, welke betrekking heeft op een periode langer dan één jaar (2013: € 482.188). Dit bedrag bestaat voornamelijk uit overlopende projecten en nog te ontvangen interest op liquide middelen.

94


8.

Liquide middelen Voor een verklaring van de mutatie van het saldo liquide middelen wordt verwezen naar het geconsolideerd kasstroomoverzicht. In de liquide middelen zijn de volgende deposito’s begrepen: Looptijd tot 17 januari 2014 14 februari 2014 8 september 2014 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 17 januari 2017 17 februari 2017 11 september 2017

2014 € 9,2 miljoen € 10,0 miljoen € 2,5 miljoen € 1,6 miljoen € 2,5 miljoen € 5,1 miljoen € 5,0 miljoen € 5,1 miljoen € 4,8 miljoen € 4,3 miljoen € 5,2 miljoen € 55,3 miljoen

2013 € 4,6 miljoen € 4,2 miljoen € 5,0 miljoen € 2,5 miljoen € 1,6 miljoen € 5,0 miljoen € 5,0 miljoen € 5,0 miljoen

€ 32,9 miljoen

De deposito’s zijn direct opeisbaar, evenals de liquide middelen. Het gemiddelde rendement op de liquide middelen bedraagt 1,2% (2013: 1,6%). 9.

Groepsvermogen Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de vennootschappelijke balans.

Voorzieningen

10.

Voorzieningen Het verloop van de voorziening dienstjubilea in het verslagjaar was als volgt: 2014

Stand per 1 januari Bij: Af:

2013

75

77

Dotatie ten laste van winsten verliesrekening

7

2

Jubileumuitkeringen

-

4

Stand per 31 december

7

-2

82

75

95


per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

De voorziening dienstjubilea is gevormd ten behoeve van toekomstige uitkeringen inzake 10- en 20-jarige dienstjubilea. De voorziening is opgenomen voor de personeelsleden, welke voor de pensioendatum het jubileum kunnen halen. Daarbij is op basis van de leeftijd van de werknemers rekening gehouden met de kans dat het dienstverband voor het bereiken van 10- en 20 jarige jubileum wordt beëindigd. De voorziening is opgenomen voor het aan de verstreken dienstjaren toe te rekenen verplichting. Van de voorziening is een bedrag van €1.878 als kortlopend (korter dan 1 jaar) aan te merken. 11.

Lening Provincie Drenthe (TAFF) De provincie Drenthe heeft een lening verstrekt aan de B.V. Drentse Participatie Maatschappij van maximaal € 4,0 miljoen, op te vragen in tranches van € 500.000 tot uiterlijk 31 december 2010. In 2011 is de tranche ontvangen, die eind 2010 is aangevraagd. De lening is verstrekt voor de uitvoering van het projectplan tijdelijke additionele financieringsfaciliteit. De rente bedraagt 4% en de aflossing zal uiterlijk in een keer op 31 december 2015 worden voldaan. De lening is in 2014 onder de kortlopende schulden verantwoord. Er heeft geen mutatie plaatsgevonden in het verslagjaar.

11.

Kortlopende schulden 2014

2013

Belastingen en sociale verzekeringen

336

325

Reservering vakantietoeslag

102

105

Reservering vakantiedagen

100

106

Nog te betalen kosten

282

414

Projecten

376

363

Crediteuren

288

172

Pensioenen

1

8

Vooruit ontvangen subsidie Provincie Drenthe

170

170

Overige schulden

122

70

TAFF lening Provincie Drenthe

1.500 3.277

1.733

In de kortlopende schulden is een bedrag van € 376.000 (2013: € 363.000) begrepen, zijnde de projecten, welke in de meeste gevallen, een looptijd van langer dan 1 jaar hebben.

96


Financiële instrumenten

Algemeen

De NOM maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De NOM handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet-nakomen door een tegenpartij van aan de NOM verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de waarde van de desbetreffende posten.

Kredietrisico

De vorderingen uit hoofde van leningen zijn niet in overwegende mate geconcentreerd bij één of enkele participaties en overige ondernemingen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De onderneming heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Renterisico

Marktwaarde

Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. De marktwaarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder leningen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Claims

Tegen de onderneming en/of groepsmaatschappijen is een claim ingediend die door haar/hen worden betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt – mede op grond van ingewonnen juridisch advies – aangenomen dat deze geen nadelige invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie, anders dan waarvoor een voorziening is gevormd.

Optierechten

Bij een aantal participaties heeft de NOM aan medeaandeelhouders het recht van aankoop op de door de NOM gehouden aandelen verleend (call optie). Tevens heeft de NOM in sommige gevallen het recht bedongen haar aandelen aan medeaandeelhouders te kunnen verkopen (put optie). Het totaalbedrag van deze opties bedraagt ca. € 3,1 miljoen (2013: € 7,5 miljoen). De NOM heeft in 2014 geen verplichtingen bij verkoop van aandelen (2013: geen verplichtingen).

Garanties

Er zijn ultimo 2014 geen openstaande garanties meer.

Lease

Ultimo 2014 zijn voor 15 personenauto’s leasecontracten afgesloten. De restantverplichting op balansdatum betreft € 72 K, welke volledig betrekking heeft op het volgende boekjaar.

Huur

Voor het kantoorpand aan de Paterswoldseweg 810 te Groningen is per 1 november 2014 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van 5 jaar. De restantverplichting op balansdatum bedraagt ca. € 1,0 miljoen, waarvan ca. € 0,2 miljoen betrekking heeft op het volgende boekjaar.

Stortingsverplichtingen

Ultimo 2014 staat er een bedrag van € 11,3 miljoen aan stortingsverplichtingen gereserveerd.

97


per 31 december

Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening

bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Opbrengsten

13.

Rente- en provisiebaten 2014

Rente leningen u/g Rente op liquide middelen Provisies

2013

2.441

2.517

648

1.064

58

58 3.147

3.639

14.

Ontvangen dividenden Gedurende het verslagjaar is â‚Ź 10.106.336 aan dividenduitkeringen ontvangen (2013: â‚Ź 3.948.097).

15

Opbrengst commissariaten In 2014 had de NOM bij 9 participaties een zetel in de Raad van Commissarissen waarvoor een vergoeding in rekening is gebracht (2013: 9).

16.

Resultaat verkopen participaties 2014 Gerealiseerde opbrengst verkopen participaties

Af:

Bij:

98

Aanschafwaarde participaties Vrijval voorziening

2013

5.463

719

212

250 5.251

469

-

-

5.251

469


17

Resultaat Ontwikkelingsfinanciering Dit betreft het saldo van de rente- en provisiebaten en de dotatie aan de voorziening van Stimuleringskredieten. De specificatie van deze post luidt als volgt: 2014 Ontvangen rente- en provisiebaten Dotatie voorziening nieuwe kredieten

2013

179

186

-310

-152 -131

18

34

Resultaat Pre Seed Capital Faciliteit Dit betreft het saldo van de rente- en provisiebaten en de dotatie aan de voorziening van financieringen uit hoofde van de Pre Seed Capital Faciliteit. De specificatie van deze post luidt als volgt: 2014 Ontvangen rente- en provisiebaten. Opbrengst verkopen PSC Dotatie voorziening nieuwe kredieten

2013

50

78

-

-70

-80

-57 -30

-49

19

Ministerie van Economische Zaken De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken is een bijdrage in de exploitatie van het Ontwikkelingsbedrijf en bedraagt maximaal € 1.004.000 in 2014.

20

Bijdrage Provincies en Gemeenten De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe dragen in totaal € 555.600 bij in de exploitatie van het Ontwikkelingsbedrijf. Daarnaast dragen de provincies en gemeenten € 276.500 bij in de kosten van de regionale netwerken Groninger Bedrijfslocaties, Drentse Bedrijfslocaties, Netwerk Fryslân en CID.

21

Projectfinanciering De projectfinanciering bestaat uit de bijdrage van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe in het project Agrifood & BBE (€ 400.800) en Flinc NXT (€ 156.457). Daarnaast wordt de bijdrage van de Kamer van Koophandel in het Flinc NXT project (€ 150.000) en de bijdrage van de provicie Drenthe in het MKB-actieprogramma (€ 43.650) hierin meegenomen.

99


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Kosten

22

Opbrengst Detachering In 2014 zijn twee werknemers volledig gedetacheerd aan respectievelijk TCNN (1) en het ministerie van Economische Zaken (1). De opbrengst van deze detachering bedraagt in totaal â‚Ź 432.657.

23.

Diensten aan derden De diensten aan derden bestaan voornamelijk uit verricht projectmanagement voor derden.

24.

Personeelskosten In 2014 waren gemiddeld 36,8 FTE in dienst van de NOM, in 2013 waren dat gemiddeld 39,3 FTE. Alle personeelsleden waren werkzaam in Nederland. De personeelsomvang is als volgt te verdelen over de afdelingen: 2014

2013

Finance

11,3

10,3

Ontwikkelbedrijf

10,1

11,7

Projecten

6,6

7,4

Overhead (incl. administratie en communicatie)

8,8

9,9

36,8

39,3

De personeelskosten zijn als volgt te specificeren: 2014

Salarissen Doorbelaste personeelskosten

2.792

2.963

-633

-660

Sociale lasten

427

388

Pensioenlasten

438

551

Uitzendkrachten

101

14

30

28

Vergoeding woon-werk Overige personeelskosten

200

151 3.355

100

2013

3.435


Bezoldiging bestuurder en Raad van Commissarissen Bezoldiging bestuurder In onderstaande tabel is de bezoldiging (in â‚Ź) van de bestuurder weergegeven: 2014

2013

Belastbaar loon, incl. sociale premies*

170.113

166.825

Levensloop uitkering

-

47.442

Pensioenbijdrage**

42.430

Totaal

46.144 212.543

260.411

* In 2014 geen teruggave bijdrage ZVW * * De pensioenregeling betreft een middelloonregeling, uitgaande van pensionering op de 65-jarigeleeftijd. Er is geen systeem van prestatiebonussen van kracht. Bezoldiging commissarissen De bezoldiging van de commissarissen bedroeg in 2014 â‚Ź 69.087 (2013: â‚Ź 72.003). Ultimo 2014 waren 4 commissarissen aan de vennootschap verbonden (2013: 5). 25.

Overige kosten 2014

2013

Algemene kosten

1.349

1.070

Projectkosten

1.110

832

13

16

Overige kosten

2.472

1.918

Onder de algemene kosten worden onder meer de kosten van huisvesting, automatisering en public relations verantwoord. Vanwege de verbouwing in 2014 vallen de algemene kosten in 2014 hoger uit dan voorgaande jaren. De projectkosten bestaan uit de onderzoeks- en beheerkosten van het Financieringsbedrijf, de acquisitiekosten van Foreign Direct Investment en de kosten van Business Development. De overige kosten bestaan voornamelijk uit kosten voor VKF III.

101


per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

26.

Saldo van dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa 2014

2013

Dotatie aan voorziening voor participaties

5.336

926

Dotatie aan voorziening voor vorderingen op participaties

1.050

1.028

186

1.477

-

-

Dotatie aan voorziening voor overige vorderingen Dotatie voorziening dubieuze debiteuren m.b.t. participaties

6.572

3.431

Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.

Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de kasstromen Het saldo liquide middelen van de NOM steeg gedurende het boekjaar 2014 met € 7,5 miljoen, tot € 58,8 miljoen, met name als gevolg van een aantal dividenduitkeringen. De operationele activiteiten laten een positieve kasstroom zien van € 11,8 miljoen.

102


Enkelvoudige balans

2014

Activa

2013

MateriĂŤle vaste activa Inventaris

146

11.318 146

FinanciĂŤle vaste activa Participaties 27 Vorderingen op participaties 28 Overige leningen u/g 29 Stimulerings- en innovatiekredieten 30 Pre Seed Capital Faciliteit 31 Deelnemingen 32 Vorderingen op deelnemingen 33

10.496

11.318

8.037

5.974

640

34

1.438

1.355

270

491

19.624

22.477

-

40.505

41.649

Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 34 Liquide middelen 35

1.883

2.155

43.299

36.512

Totaal activa Passiva

45.182

38.667

85.833

80.316

Eigen Vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal 36

51.899

51.899

Overige reserves 37

18.557

16.161

Onverdeelde winst 38

9.010

2.396 79.466

70.456

81

75

6.286

9.785

85.833

80.316

Voorzieningen Personeelsvoorzieningen 39 Kortlopende schulden 40 Totaal passiva

103


Enkelvoudige winst- en verliesrekening per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

2014

Resultaat uit deelnemingen Overige baten en lasten Resultaat voor en na belasting

2013

628

101

8.382

2.295 9.010

2.396

Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2014 Algemeen

De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2014 van de onderneming. Ten aanzien van de enkelvoudige winst- en verliesrekening van de onderneming is gebruik gemaakt van de vrijstelling ingevolge artikel 2:402 BW. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en enkelvoudige winst- en verliesrekening hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening.

Vergelijking met voorgaand jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering, van resultaatbepaling en van presentatie zijn ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar, zoals opgenomen in de toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening.

Grondslagen voor de waardering

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, met uitzondering van het volgende:

Grondslagen voor de waardering

Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de onderneming in de resultaten van deze deelnemingen.

104


Toelichting op de enkelvoudige balans

FinanciĂŤle vaste activa

27

Participaties Het verloop van de participaties was als volgt: 2014 Verkrijgingswaarde per 1 januari

Bij:

Nieuwe participaties Uitbreidingen / conversies

2013

39.036

43.527

4.301

837

625

4.926

Af:

837

Faillissementen / afboekingen

1.802

5.078

Vervreemde participaties

1.253

250 3.055

Af:

5.328 1.871

-4.491

Nominaal bedrag per 31 december

40.907

39.036

Voorziening

30.411

27.718

10.496

11.318

105


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Het verloop van de voorziening op de participaties was als volgt:

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2014

2013

27.718

32.059

5.540

737 5.540

Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

737

2.847

5.078 2.847

Voorziening per 31 december

106

5.078 2.693

-4.341

30.411

27.718


28.

Vorderingen op participaties Dit betreffen converteerbare achtergestelde leningen verstrekt in combinatie met een participatie in het aandelenkapitaal. Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt:

Nominaal bedrag per 1 januari Bij:

Nieuwe leningen

2014

2013

15.302

17.947

2.896

3.531

Uitbreiding leningen

776

495

Bijgeschreven rente

724

127 4.396

Af:

Aflossingen

4.153

1.266

1.559

Herrubricering lening

-

93

Doorplaatsing / conversie

-

-

1.576

5.146

Afboekingen / faillissementen

2.842 Nominaal bedrag per 31 december Af:

Voorziening

6.798 1.554

-2.645

16.856

15.302

8.819

9.328

8.037

5.974

107


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

Het verloop van de voorziening op de vorderingen was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

9.328 1.056

13.439 1.035

1.056 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

1.035

1.565

5.146 1.565

Voorziening per 31 december

108

5.146 -509

-4.111

8.819

9.328


29.

Overige leningen u/g Dit betreft achtergestelde leningen aan bedrijven waarin de NOM niet participeert in het aandelenkapitaal. Het verloop van de participaties was als volgt: 2014 Nominaal bedrag per 1 januari

Bij:

2013

5.179

11.257

Nieuwe leningen Uitbreiding leningen Bijgeschreven rente

10 1.024

1.320 1.034

Af:

Aflossingen Afboekingen / faillisementen

1.320

25

2.113

-

5.285 25

Af:

7.398 1.009

-6.078

Saldo per 31 december

6.188

5.179

Voorziening

5.548

5.145

640

34

Het verloop van de voorziening op de overige leningen u/g was als volgt: 2014

Voorziening per 1 januari Bij:

Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen

2013

5.145 403

8.969 1.461

403 Af:

Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen

1.461

-

5.285 -

Saldo per 31 december

5.285 403

-3.824

5.548

5.145

Een overzicht van de participaties en leningen u/g per 31 december 2014 is vermeld in de bijlagen.

109


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

30

Stimulerings- en innovatiekredieten Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.

31.

Pre Seed Capital Faciliteit Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.

32.

Deelnemingen De deelnemingen in Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde. Het verloop gedurende het boekjaar was als volgt: 2014

Stand per 1 januari Bij:

Resultaat deelnemingen Liquidatie VKFII Saldo per 31 december

*

110

2013

22.477

32.549

628

101

-3.481

-10.173* 19.624

22.477

In 2013 heeft er een dividenduitkering ter hoogte van â‚Ź 10.173 vanuit VKF II plaatsgevonden.


33.

Vorderingen op deelnemingen Dit betreft een lening verstrekt aan Venture Kapitaal Fonds N-O Nederland B.V., welke medio 2007 door VKF II is overgenomen. Halverwege 2013 is deze lening volledig afgelost. Het verloop gedurende het verslagjaar was als volgt: 2014

Stand per 1 januari

-

Bij:

Rente

-

Af:

Afboeking lening

-

34.

709 709

Saldo per 31 december Vlottende activa

2013

-

-709

-

-

Vorderingen en overlopende activa 2014

2013

Te vorderen van subsidiĂŤnten inzake apparaatskosten

120

54

Debiteuren

456

581

Projecten

794

1.025

Te ontvangen interest op liquide middelen

399

456

Overige vorderingen

114

39 1.883

2.155 1.883

2.155

111


per 31 december bedragen x € 1.000 (voor resultaat bestemmming)

35.

Liquide middelen Voor een verklaring van de mutatie van het saldo liquide middelen wordt verwezen naar het geconsolideerd kasstroomoverzicht. In de liquide middelen zijn de volgende deposito’s begrepen: Looptijd tot 17 januari 2014 14 februari 2014 8 september 2014 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 31 december 2015 17 januari 2017 17 februari 2017 11 september 2017

2014 € 9,2 miljoen € 2,5 miljoen € 1,6 miljoen € 5,1 miljoen € 5,0 miljoen € 5,1 miljoen € 4,8 miljoen € 4,3 miljoen € 5,2 miljoen € 42,8 miljoen

2013 € 4,6 miljoen € 4,2 miljoen € 5,0 miljoen € 2,5 miljoen € 5,0 miljoen € 5,0 miljoen

€ 32,9 miljoen

De deposito’s zijn direct opeisbaar evenals de overige liquide middelen. Passiva

Het gemiddelde rendement op de liquide middelen bedraagt 1,2% (2013: 1,6%).

Eigen vermogen

36.

Gestort en opgevraagd kapitaal Aandelen A nominaal € 453,78

39.941

Preferente aandelen B nominaal € 453,78

11.958 51.899

De verdeling van het aandelenkapitaal per 31 december 2014 is als volgt: Staat der Nederlanden

99,97 %

Provincie Groningen

0,01 %

Provincie Fryslân

0,01 %

Provincie Drenthe

0,01 % 100,00 %

112


37.

Overige reserves Het verloop in het verslagjaar is als volgt:

Saldo begin boekjaar Bij:

Winstbestemming: resultaat voorgaand jaar

2014

2013

16.161

32.007

2.396

4.154 2.396

4.154

Af:

Dividenduitkering

-

20.000

Af:

Wettelijke toevoeging bestemmingsreserve Europese gelden n.a.v. terugkerende middelen

-

-

Saldo per 31 december Bij:

Vrijval bestemmingsreserve Europese gelden n.a.v. terugkerende middelen

-

20.000

18.557

16.161

-

-

18.557

16.161

113


per 31 december bedragen x â‚Ź 1.000 (voor resultaat bestemmming)

38.

Onverdeelde winst Het verloop in het verslagjaar is als volgt: 2014

Stand per 1 januari

2.396

4.154

Af:

Winstbestemming

2.396

4.154

Bij:

Resultaat boekjaar

9.010

2.396

Saldo per 31 december Voorzieningen

2013

6.614

-1.758

9.010

2.396

39.

Personeelsvoorzieningen Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.

40.

Kortlopende schulden 2014 Belastingen en sociale verzekeringen

336

325

Reservering vakantietoeslag

102

105

Reservering vakantiedagen

100

106

Nog te betalen kosten

282

414

Projecten

376

363

Crediteuren

253

136

12

24

1

8

4.824

8.304

Overige schulden Pensioenen Rekening courant VKF III

6.286

114

2013

9.785


Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Claims

Optierechten

Garanties

Tegen de onderneming is een claim ingediend die door haar wordt betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt – mede op grond van ingewonnen juridisch advies – aangenomen dat deze geen nadelige invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie. Bij een aantal participaties heeft de NOM aan medeaandeelhouders het recht van aankoop op de door de NOM gehouden aandelen verleend (call optie). Tevens heeft de NOM in sommige gevallen het recht bedongen haar aandelen aan medeaandeelhouders te kunnen verkopen (put optie). Het totaalbedrag van deze opties bedraagt ca. € 3,0 miljoen (2013: € 7,4 miljoen). Er zijn ultimo 2014 geen openstaande garanties meer.

Lease

Ultimo 2014 zijn voor 15 personenauto’s leasecontracten afgesloten. De restantverplichting op balansdatum betreft € 72 K, welke volledig betrekking heeft op het volgende boekjaar.

Huur

Voor het kantoorpand aan de Paterswoldseweg 810 te Groningen is per 1 november 2014 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van 5 jaar. De restantverplichting op balansdatum bedraagt ca. € 1,0 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen betrekking heeft op 2015 en € 0,8 miljoen op de periode daarna.

403-verklaring Stortingsverplichting

Inzake alle 100% geconsolideerde deelnemingen is een 403-verklaring afgegeven. Ultimo 2014 staat er een bedrag van € 11,3 miljoen aan stortingsverplichtingen gereserveerd.

115


Toelichting op de vennootschappelijke winst- en verliesrekening

Het resultaat uit deelnemingen betreft het saldo van de resultaten van Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse ParticipatieMaatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.

Groningen, 19 juni 2015 Directie Raad van Commissarissen Drs. S. Jansen Prof. dr. ir. R. Rabbinge (voorzitter) Mr. H. Bosma Drs. J. Kruse A.M.J. Vogd J.E. de Vries

116


10. Overige gegevens

Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland Controle verklaring

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 73 tot en met 116 opgenomen jaarrekening 2014 van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2014 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2014 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiÍle verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de onafhankelijke accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de onafhankelijke accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiÍle verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

117


Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Groningen, 17 juni 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Drs. H.J. Kruisman RA

Statutaire winstbestemmingsregeling en winstbestemming 2014

118

De directie stelt voor om, in overeenstemming met de winstbestemmingsregeling opgenomen in artikel 24 van de statuten, de winst van 2014 ad â‚Ź 9.010.323 toe te voegen aan de overige reserves.


BIJLAGEN

NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVE 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN N JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 20 GEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JA AG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGE M JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG AGENNV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JA RSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLA NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVE 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN N JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 20 GEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JA LAG 2014 BIJLAGENNV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGE OM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NO VERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJ NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVE 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN N JAARVERSLAG 2014 BIJLAGENNV NOM JAARVERSLAG 201 GEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JA AG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGE OM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NO VERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJ NV NOM JAARVERSLAG 2014 BIJLAGEN NV NOM JAARVE


Bijlage 1 Verklarende woordenlijst Afkortingen

Belangrijkste indicatoren

120

a.p.

Arbeidsplaatsen (in Full Time Equivalents)

AvA

Algemene Vergadering van Aandeelhouders

AWVN

Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW

AZ

Algemene Zaken

BBE

Biobased Economy

BBRA

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren

BD

Business Development

CID

Current Investor Development

ECSPP

European Chemical Site Promotion Platform

FDI

Foreign Direct Investment

FTE

Full-time equivalent

GRI

Global Reporting Initiative

KvK

Kamer van Koophandel

MBO/MBI

Management Buy-Out/Management Buy-In

MKB

Midden- en Kleinbedrijf

MVO

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

NFIA

Netherlands Foreign Investment Agency

NOM

NV NOM - Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord Nederland

NVP

Nederlandse Verenigingen voor Participatiemaatschappijen

OR

Ondernemingsraad

plv.

plaatsvervangend

PSC

Pre Seed Capital

RIS

Research and Innovation Strategy

RvC

Raad van Commissarissen

VNO-NCW

Verbond van Nederlandse Ondernemingen - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond

VS

Verenigde Staten

Arbeidsplaatsen, behouden

Arbeidsplaatsen die zijn behouden bij bedrijven in de regio, door samenwerking met onder andere de NOM. Dit wordt vastgesteld op basis van confirmation letters van de betreffende ondernemingen waarin zij dit verklaren.

Arbeidsplaatsen, nieuw/ gecreëerd

Arbeidsplaatsen die zijn gecreëerd doordat bedrijven in de regio zijn uitgebreid, dan wel doordat bedrijven zich in de regio hebben gevestigd, door samenwerking met onder andere de NOM. Dit wordt vastgesteld op basis van confirmation letters van de betreffende ondernemingen waarin zij dit verklaren. Bij de gecreëerde arbeidsplaatsen wordt uitgegaan van een tijdspanne van 3 jaar.

Innovatie impuls

De totale projectkosten van gefinancierde projecten, gebaseerd op projectvoorstellen, subsidiebeschikkingen en/of confirmation letters van betrokken partijen.

Investeringen, direct

Investeringen door bedrijven ter hoogte van het gefinancierde bedrag, waarbij Flinc heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de financiering.


Investeringen, indirect

Investeringen ter hoogte van de aanvullende financiering, die in dezelfde financieringsronde is gerealiseerd als de directe investeringen.

Manjaren arbeid in ontwikkel- Een inschatting die gebaseerd is op uitgangspunten dat de projecten projectkosten uit 80% personele kosten bestaan en de kosten (incl. opslagen) van een FTE € 150.000 per jaar bedragen. (Berekening: 80% van de totale projectkosten/€ 150.000= aantal manjaren).

Begrippen

Uitzettingen

Uitstroom van kasmiddelen als gevolg van verstrekken lening en/of deelname in aandelenkapitaal.

Aangegane verplichtingen

Voorstellen tot financiering die zijn goedgekeurd, maar waarvan het aandelen kapitaal en/of de lening nog niet is uitgezet.

Aanjaagfonds

Fonds waaruit zakelijke achtergestelde leningen tussen de € 50.000 en € 200.000 worden verstrekt aan kansrijke, jonge bedrijven opererend binnen de Topsectoren of provinciale speerpunten (chemie, creatieve industrie, energie, high tec systems, logistiek, life sciences, tuinbouw, agrifood, water, biobased economy, sensortechnologie en healthy ageing).

Agrifood/BBE

Clusterorganisatie Agrifood en netwerkorganisatie Biobased Economy. Inmiddels wordt daarvoor de naam Greenlincs gebruikt.

Belanghebbenden

Financiers, partijen betrokken in het bedrijfsmodel en partijen waarvoor de toegevoegde waarde van belang is.

Biobased Economy

De overgang van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof; het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen.

Circulaire Economie

Een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waarde vernietiging te minimaliseren.

Cluster(organisatie)

Een cluster is een nieuwe, niet–traditionele structuurbenadering, waarbij clusters een grote verwantschap hebben met projectgroepen.

Confirmation letters

Verklaringen van ondernemingen dat de NOM heeft bijgedragen aan het realiseren van arbeidsplaatsen, investeringen en/of innovatieve projecten.

Corporate Governance

Aanduiding van hoe een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden alsmede het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid richting belanghebbenden waaronder de eigenaren (aandeelhouders), werknemers, afnemers en de samenleving als geheel.

Cross-over

De samenhang tussen topsectoren onderling en speerpunten.

Financieringsketen

Financiering vanaf vroegefasefinanciering en aanjaagfinanciering tot groei- en overnamefinanciering. 121


122

Flinc NXT

Een project met als doel het actief speuren naar innovatieve startups in hun vroege fase om hen te helpen bij het vervolmaken van hun ondernemingsplan en het leggen van de juiste contacten, waaronder met potentiele investeerders.

Greenlincs

De clusterorganisatie Agri&Food/BBE; met als doel om alle ketenpartijen uit Noord-Nederland in de agro & foodsector te helpen innoveren in de richting van een sterke biobased regio.

Groei & Overnamefonds

Fonds waaruit een financiering wordt verstrekt voor een bedrag van tussen de € 200.000,- en € 2.500.000,-, wat bestaat uit een combinatie van aandelenkapitaal en achtergestelde lening.

Innovatiefonds

Fonds voor de financiering van innovatieve ideeën leidend tot een vermarktbaar product.

Investeringsbevordering

Het acquireren van (buitenlandse) bedrijven en het voor de regio behouden van gevestigde bedrijven.

Ketenpartner

Een organisatie die onderdeel uitmaakt van een aaneenschakeling van opeenvolgende activiteiten van verschillende organisaties, vanaf ‘grondstof’ tot ‘eindproduct’, waarbij de alle organisaties waarde toevoegen.

Management Buy-In

Een overname waarbij een bedrijf of unit wordt gekocht door managers van buiten de onderneming, die vervolgens zelf de leiding over de onderneming nemen.

Management Buy-Out

Een overname waarbij een bedrijf of unit wordt uitgekocht door het zittende management.

Materialiteitsmatrix

Matrix waarin het relatieve belang van de materiële aspecten op de belanghebbenden en de organisatie inzichtelijk wordt gemaakt.

Materiële duurzaamheidsaspecten

De duurzaamheidsaspecten die de economische, sociale en milieu impact van de organisatie weergeven, dan wel de aspecten die de beoordeling en beslissing van de belanghebbenden beïnvloeden.

Mezzaninelening

Een achtergestelde lening van maximaal € 1,5 miljoen, die verstrekt kan worden voor nieuwe investeringen of groei, in samenwerking met andere financiers en de bank.

Niet gouvernementele organisaties

Een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang. Over het algemeen gaat het om organisaties die werken aan het bevorderen van milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk of het bevorderen van mensenrechten.

NOM Business Development

De NOM afdeling die bedrijven en kennisinstellingen met de juiste competenties bij elkaar brengt om projecten uit te voeren die moeten leiden tot het omzetten van een zorgt plannen of ideeën in innovatieve producten, diensten of IP, maakt.

NOM Finance

De NOM afdeling, die ondernemingen wil laten groeien door financiering te verstrekken aan kansrijke ondernemingen in Noord-Nederland in de vorm van aandelenkapitaal en/of achtergestelde leningen.


NOM fonds

Totale fonds van de NOM, bestaande uit het aanjaagfonds en groei- en overnamefonds.

NOM Foreign Direct Investment

De NOM afdeling die als kerntaak het acquireren en begeleiden van (nieuwe) investeerders in Noord-Nederland heeft.

Pre Seed Capital

Financiering idee- en planfase starters/ vroegefasefinanciering.

One-tier bestuursstructuur

Eén orgaan waarin de leiding van de rechtspersoon in handen is van uitvoerende bestuurders en het toezicht op de leiding door niet uitvoerende bestuurders verenigd zijn.

Ontwikkelbedrijf

Het ontwikkelbedrijf bestaat uit de afdelingen Foreign Direct Investment en Business Devlopment.

Prestatie-indicatoren

Variabelen om prestaties van ondernemingen te meten en analyseren.

Provinciale fondsen

Fondsen, gefinancierd door de provincies, waaruit financieringen worden verstrekt aan bedrijven in de betreffende provincie.

Raad

Raad van Commissarissen

Revolverendheid fonds

Het in stand houden van de koopkracht van het fonds.

Toegevoegde waarde

De uiteindelijke doelstelling van een investering of een project in de vorm van bijvoorbeeld additionele omzet van de betrokken ondernemingen.

Topsectoren

De sectoren waarin Nederland uitblinkt, die nog sterker gemaakt kunnen worden: water, agrifood, tuinbouw, high tech systems, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie.

Topsectorenbeleid

Het beleid van de overheid dat er op gericht is om de negen topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker te maken. Om dat te bereiken, gaan overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen werken aan kennis en innovatie.

Uitbreidingsvoorstellen

Voorstel voor aanvullende financiering van een bedrijf waaraan de NOM reeds een financiering heeft verstrekt.

Verankering

Activiteiten van de NOM, in samenwerking met gemeenten, die er voor zorgen dat bedrijven die plannen hebben om een vestiging te sluiten of de activiteiten te verplaatsten anaar vestigingen buiten de regio, toch in de regio blijven.

Vroegefasefinanciering

Financiering idee- en planfase starters/ vroegefasefinanciering

Waardeketen

Een aaneenschakeling van opeenvolgende activiteiten van verschillende organisaties, vanaf ‘grondstof’ tot ‘eindproduct’, waarbij de alle organisaties waarde toevoegen.

Werkgelegenheid, direct

Werkgelegenheid bij bedrijven die zich mede dankzij onze medewerking in Noord Nederland hebben gevestigd.

123


Bijlage 2 GRI inhoudsopgave (‘In accordance’ - Core) Algemene standaard informatievoorziening Pagina

124

Strategie en analyse

G4-1

Verklaring directie /rvc over de relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie

p.10

Organisatieprofiel

G4-3

Naam organisatie

p.2/p.12

V

G4-4

Producten en diensten

p.12

V

G4-5

Locatie hoofdkantoor

p.16

V

G4-6

Landen waarin actief

p.12

V

G4-7

Eigendomsstructuur en rechtsvorm

p.16

V

G4-8

Afzetmarkten

p.12

V

G4-9

Omvang organisatie

p.16

V

G4-10

Samenstelling personeelsbestand

p.17

V

G4-11

Percentage medewerkers dat onder CAO valt

p.18

V

G4-12

Waardeketen

p. 21-27

V

G4-13

Significante organisatorische wijzigingen

p.26/p.40

V

G4-14

Toepassing Precautionary Principle

p.19

V

G4-15

Extern geformuleerde duurzaamheidsprincipes en initiatieven die de organisatie onderschrijft/toepast

p.19

V

G4-16

Lidmaatschap van verenigingen (zoals brancheverenigingen en/of nationale/internationale belangenorganisaties

p.20

V

Materialiteit en Afbakening

G4-17

Basis verslaggeving dochters/samenwerkingsverbanden

p.40

V

G4-18

Proces bepaling inhoud en afbakening verslag

p.34-35

V

G4-19

Identificatie materiële aspecten vanuit proces bepaling inhoud van het verslag

p.36-38

V

G4-20

Materiële aspecten voor de organisatie

p.36-38

V

G4-21

Materiële aspecten voor de omgeving

p.36-38

V

G4-22

Gevolgen herformuleringen

p.40

V

G4-23

Significante wijzigingen t.a.v. reikwijdte en afbakening t.o.v. vorige verslagperiodes

p.40

V

Betrokkenheid belanghebbenden

G4-24

Lijst van betrokken belanghebbenden

p.28-30

V

G4-25

Selectie van belanghebbenden

p.28

V

G4-26

Benadering van belanghebbenden

p.28-30

V

V


Algemene standaard informatievoorziening Pagina V

G4-27

Reactie organisatie op onderwerpen/vraagstukken die naar voren zijn gekomen door betrokkenheid belanghebbenden

p.31-32

Grondslagen voor verslaggeving

G4-28

Verslagleggingsperiode

p.2/p.39

V

G4-29

Datum voorgaande verslag

p.39

V

G4-30

Verslaggevingscyclus

p.39

V

G4-31

Contactgegevens

p.39

V

G4-32

GRI tabel

p.41/p.118-121

V

G4-33

Beleid en huidige praktijk m.b.t. externe Assurance

p.41

V

Governance

G4-34

Governance structuur

p.69

Ethiek en Integriteit

G4-56

Waarden en normen van de organisatie

p.19

V V

V = Volledig aan voldaan

Er heeft geen accountantscontrole op de algemene standaard informatievoorziening plaatsgevonden.

125


Specifieke standaard informatievoorziening Specifieke indicatoren gerelateerd aan de materiële aspecten

Pagina

Reden Ommissie

Economisch DMA

Management benadering

p.34

EC-1

Economische Waarden die gegenereerd en gedistribueerd zijn

p.42-43/p.72-118

EC-2

V

V

Risico’s en kansen als gevolg p.45 van klimaatverandering

V

EC-3

Dekking pensioenverplichting

p.19

V

EC-4

Significante financiële steun van een overheid

p.44

V

EC-8

Significante indirecte economische impact

p. 44-49 Uitzettingen p.51 Investeringen p.58 Innovatie-impuls p.62

Economische waarde creatievan bedrijven niet meetbaar

V

Sociaal: Arbeidsomstandigheden V

DMA

Management benadering

p.34

LA-1

Totale personeelsbestand en verloop

p.17/p46

LA-4

Arbeidsvoorwaarden

p.18

V

LA-6

Letsel, beroepsziekten, uitvaldagen en verzuimcijfers

p.47

D

LA-9

Gemiddeld aantal uren dat een medewerker besteed aan opleidingen

p.47

D

LA-11

Percentage medewerkers dat wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling

p.46

V

LA-12

Samenstelling van bestuurs- p.18 lichamen en onderverdeling medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde minderheidsgroep

D

D

V

Sociaal: Mensenrechten DMA

Management benadering

p.34

HR-3

Totaal aantal gevallen van discriminatie binnen de organisatie en getroffen maatregelen

p.19

V

Sociaal: Maatschappij

126

DMA

Management benadering

SO-6

Totale waarde van financiële Geen en in-natura- bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land

V

p.35

V


Specifieke standaard informatievoorziening Specifieke indicatoren gerelateerd aan de materiële aspecten SO-8

Pagina

Monetaire waarde van sigGeen nificante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en regelgeving

Reden Ommissie V

Sociaal: productverantwoordelijkheid DMA

Management benadering

p.35

PR-3

Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar klanttevredenheid

De NOM streeft ernaar één keer in de drie jaar een klanttevredenheidsonderzoek te houden. Het laatste onderzoek heeft plaatsgevonden in 2010.

PR-9

Monetaire waarde van sigGeen nificante boetes wegens het niet naleven van wet- en regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten

V

V

Milieu V

DMA

Management benadering

p.35

EN-1

Gebruik materialen

p.48

V

EN-3

Energieverbruik in de organisatie

p.48

V

EN-11

Operationele sites in eigendom, gehuurd of beheerd, die aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteit buiten beschermde gebieden grenzen.

Geen

V

EN-17

Andere directe en indirecte emissie van broeikassen naar gewicht (CO2 wagenpark)

p.48

V

EN-22

Lozingen

Geen

EN-29

Monetaire waarde van sigGeen nificante boetes en niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet en -regelgeving

V

V = Volledig aan voldaan D = Deels aan voldaan Er heeft geen accountantscontrole op de specifieke standaard informatievoorziening plaatsgevonden.

127


Bijlage 3 Participaties en leningen Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

AttachingIT

128

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

2009

1

&Talent B.V., Groningen Achtergestelde lening

Het aanbieden van producten en diensten voor talentontwikkeling www.entalent.nl

9

2007

2

Alu-Bouw Fryslân B.V., Franeker Achtergestelde lening

Productie en verkoop van aluminiumdelen op grote luxe pleziervaartuigen www.alubouwfryslan.nl

10

2009

3

Anome B.V., Haren Aandelen

Het valoriseren van het octrooi dat gebruikt wordt bij elementen voor bijvoorbeeld dijkaanleg en -verzwaring www.anome.nl

6,0%

1

2009

4

Anome Projects B.V., Haren Aandelen Achtergestelde lening

Het engineeren van, en de handel in elementen die gebruikt worden bij dijkaanleg en -verzwaring. Deze zogenaamde Ground Consolidator elementen worden ingezet bij het uitvoeren van innovatieve projecten in deze sector www.anomeprojects.nl

6,0%

1

2010

5

Applied Polymer Innovations Emmen B.V., Emmen Achtergestelde lening

Ontwikkeling en productie van high-end (biobased) polymeer producten www.api-institute.com

14

2008

6

AS Pol B.V., Bruntinge Achtergestelde lening

Handelsmaatschappij die zich hoofdzakelijk bezig houdt met import en export www.polbv.nl

1

2014

7

AttachingIT Holding B.V., Groningen Achtergestelde lening

Ontwikkelen en verkopen van systemen en diensten op het gebied van beveiligd versturen van grote hoeveelheden data www.attaching.it

4

2009

8

Autotrust Europe B.V., Assen Aandelen Achtergestelde lening

Verstrekker van garanties op gebruikte auto’s www.autotrust.nl

30,0%

Aantal werknemers

23


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

2008

9

Baron-de Boer Beheer B.V., Marum Aandelen Achtergestelde lening

Teelt en verkoop van champignons www.baronchampignons.nl

35,0%

96

2010

10

Benaulim B.V., Assen Aandelen

Online veilingplatform voor unieke objecten. Tevens online tools voor verzamelaars www.catawiki.com

14,6%

108

2004

11

Bioclear Holding B.V., Groningen Achtergestelde lening

Adviesbureau op het gebied van milieu en duurzame bio technologie dat technologisch advies combineert met implementatie en advies www.bioclear.nl

2006

12

BioMethanol Chemie Holding B.V., Farmsum Aandelen Achtergestelde lening

Productie van en handel in (bio) methanol www.biomcn.eu

2013

13

Bosma Transport & Opslag B.V., Heerenveen Achtergestelde lening

Specialist op het gebied van transport, op- en overslag van gevaarlijke stoffen www.bosma-logistiek.nl

2009

14

Conoship International B.V., Groningen Aandelen

Ingenieursbureau voor scheepsontwerpen en -aanpassingen. Broker voor reders en werven www.conoship.com

2014

15

Corvus Holland B.V., Emmen Achtergestelde lening

Ontwikkeling en verkoop van high tech systemen aan de internationale geld- en verpakkingsindustrie www.pro-vision-engineering. nl

6

2010

16

DairyTuner B.V., Coevorden Achtergestelde lening

Het leveren van meetsystemen t.b.v. het meten en verwerken van data van aan- en afvoer van voer en andere stromen in de dierhouderij www.dairytuner.com

2

engineering

%

Aantal werknemers

32

24,9%

99

21

1,0%

14

129


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

e embrace change

130

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

2004

17

Data B. Mailservice Holding B.V., Leek Aandelen

Printen, couverteren en verzenden van mailingen i.c.m. dienstverlening op het gebied van digitale databewerking en -beheer www.datab.nl

2004

18

Dewulf Netherlands B.V., Winsum (FR) Achtergestelde lening

Het ontwikkelen, produceren en verkopen van machines gericht op het planten, het transport en het inschuren van aardappels www.miedema.com

113

2013

19

Donker Holding B.V., Sneek Achtergestelde lening

Landelijk opererend hoveniersbedrijf www.donkergroen.nl

526

2011

20

Drenthe Tours Holding B.V., Assen Achtergestelde lening

(Bemiddeling bij) verhuur van autobussen en touringcars en georganiseerde reizen www.drenthetours.nl

2009

21

Dutch Theatre Systems & Services B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening

Het ontwikkelen, leveren, installeren, inspecteren en onderhouden van machines, constructies en besturingssystemen voor podia en theatertoepassingen www.dts-2.com

2011

22

Dynaplak Adhesive and Starches B.V., Veendam Achtergestelde lening

Ontwikkeling en productie van kleefstoffen en zetmeelderivaten voor industriĂŤle toepassingen www.dynaplak.nl

2011

23

Embrace SBS B.V., Groningen Achtergestelde lening

Ontwikkelen en leveren van Social Business Software en het begeleiden van bedrijven die m.b.v. deze software de transitie willen maken naar een eigentijdse vorm van samenwerking www.embracesbs.com

31,0%

Aantal werknemers 64

42

45,0%

23

8

10


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2010

24

Energy Developments Holding B.V., Groningen Achtergestelde lening

EnerGQ is een systeem dat in staat is om, op basis van realtime analyse, het energieverbruik in de bedrijfsvoering te signaleren en te communiceren www.energq.com

2014

25

Frisian Motors B.V., Bakkeveen Ontwikkeling en assemblage Achtergestelde lening van elektrische zitmaaiers www.frisianmotors.nl

5

2010

26

G.H. Welles Holding B.V., Appelscha Achtergestelde lening

De productie en verkoop van hout en houtproducten www.welleshout.nl

1

2011

27

Geo Plus Holding B.V., Scheemda Aandelen

Bureau voor hydrografie en verhuur van surveyschepen (zeebodemonderzoek) www.geoplus.nl

37,5%

45

2005

28

Global Environmental Solutions B.V., Joure Aandelen Achtergestelde lening

Ingenieursbureau en projectrealisatie van biogas-, water- en luchtreinigingssystemen www.dirksemilieutechniek.com

35,0%

42

2002

29

GVZ Europark Coevorden-Em- Ontwikkeling en exploitatie lichheim GmbH, Coevorden van het grensoverschrijdend Aandelen bedrijven足terrein Europark Coevorden-Emlichheim www.gvz-europark.eu

41,3%

1

2010

30

Hanggo B.V. , Tynaarlo Achtergestelde lening

Productontwikkeling, productie en vermarkting van een innovatief ophangsysteem www.hanggo.eu

1

2013

31

Hei-Tech B.V. , Emmen Achtergestelde lening

Ontwikkeling, productie, assemblage en verkoop van systemen waarbij warm afvalwater wordt gebruikt om vers aan te voeren water voor te verwarmen www.hei-tech.nl

9

5

131


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

132

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2008

32

Hennepverwerkingsbedrijf Dun Agro B.V., Oude Pekela Aandelen

Verwerking van hennepstro tot natuurvezels en hennephout waarbij gebruik wordt gemaakt van een nieuwe generatie scheidingstechnieken

9,0%

6

2013

33

Hoitsema Beheer B.V. , Groningen Aandelen Achtergestelde lening

Etikettendrukkerij www.hoitsema.nl

49,0%

75

2012

34

Homemade Holding B.V., Roden Aandelen

Ontwikkeling, productie en verkoop van thuisbakmixen www.homemade-bakmixen.nl

25,0%

1

2007

35

Inlicence B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening

Innovatief engineeringbureau dat zich onder andere richt op het ontwikkelen van oplossingen op transportgebied. Daarnaast biedt Inlicence B.V. diensten aan voor het implementeren van SAP business one voor het engineering-to-order proces www.maxgross.nl

2005

36

Interwell Holding B.V., Assen Aandelen Achtergestelde lening

Beheermaatschappij www.interwell.eu

2009

37

Iwebination Group B.V., Groningen Achtergestelde lening

Het faciliteren van een digitale leeromgeving voor onderwijs en bedrijfsleven www.iwebination.nl

2009

38

Jorritsma Holding B.V., Giethoorn Achtergestelde lening

Franchise organisatie welke advies geeft en begeleidt bij de aanleg en exploitatie van Pitch&Putt Golf vestigingen www.pitch-putt.nl

2

45,9%

1

3

10


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

www.ledlighteurope.com

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2007

39

Kalooga B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening

Technologieleverancier voor het ontsluiten van databases met afbeeldingen voor nieuws websites, en het doorzoeken van internet voor specifieke doeleinden www.kalooga.nl

35,2%

11

2013

40

Kampen Mechanical Group B.V. , Hoogezand Aandelen Achtergestelde lening

Specialist op het gebied van leidingsystemen en alle toebehoren rondom leidingsystemen zoals pompen en andere installaties. www.kampencare.com

45,0%

87

2004

41

Kiadis Pharma B.V., Groningen Een pharmaceutisch productAandelen ontwikkelingsbedrijf met een focus op kanker die een brede productportfolio heeft met producten in verschillende fasen van klinische ontwikkeling. Het hoofdproduct van Kiadis Pharma is in ontwikkeling om het uitvoeren van ‘mismatched’ beenmergtransplantaties mogelijk te maken voor bloedkankerpatiënten www.kiadis.com

4,5%

22

2010

42

Km-Engineering / Liquid Filtration Systems V.o.F., Klazienaveen Achtergestelde lening

Ontwikkeling, productie en verkoop van filters en filterapparatuur voor industriële toepassingen www.lfs-kme.com

2010

43

KWIC Holding B.V., Zuidbroek Achtergestelde lening

Verbeteren kwaliteit van de zorg m.b.v. ICT, gericht op patiëntveiligheid gecombineerd met sensortechnologie www.kwic.nl

2

2013

44

Led Light Europe B.V. , Leeuwarden Achtergestelde lening

Handel in en ontwikkeling en verkoop van Ledproducten www.ledlighteurope.com

7

12

133


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

134

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2012

45

Longbloom B.V., Zuidlaren Achtergestelde lening

Ontwikkeling, productie en verhuur van boeketten van gestabiliseerde bloemen www.longbloom.com

2007

46

Mucosis B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening

Ontwikkeling van een nieuwe technologie om vaccins mucosaal (via de neus of de mond) toe te dienen www.mucosis.com

2012

47

MXR V.o.F., Midlaren Achtergestelde lening

Ontwikkeling productie en verkoop van vernieuwde en geavanceerde lijn rรถntgenaccessoires voor paardendierenartsen; het Podoblock www.mxr.nl

1994

48

Nedmag Industries Mining and Manufacturing Holding B.V., Veendam Aandelen

Productie van dead burned magnesia en andere producten op basis van magnesiumhoudend zout www.nedmag.nl

50,0%

149

2007

49

No Noises Holding B.V., Sneek Aandelen Achtergestelde lening

Producent van akoestische materialen www.cellisolatie.nl

20,0%

1

2014

50

Noordlease Holding B.V., Groningen Aandelen

Autolease, zakelijk en particulier www.noordlease.nl

2010

51

NovaTrade B.V., Groningen Achtergestelde lening

Inkoop, productie en verkoop van insectenwering www.novatrade.nl

2008

52

Orteq Ltd., Londen Aandelen

Ontwikkeling, productie en vermarkting van bioafbreekbaar meniscusmateriaal, dat zowel stevig als poreus is www.orteq.com

4,2%

6

2011

53

Paragon Products Holding B.V., Veendam Aandelen Achtergestelde lening

Productie en verkoop van hondensnacks www.paragondogchews.com

25,0%

37

1

16,7%

15

4

25,1%

49

9


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

2014

54

PendraCare Holding B.V., Leek Ontwikkelen, produceren en Achtergestelde lening verkopen van hoog kwalitatieve diagnostische- en guiding katheters en specialistische katheters met meetsystemen www.pendracare.com

2011

55

Pipe Proteq B.V., Emmen Achtergestelde lening

Ontwikkeling en productie van Threadprotector, waarmee de schroefdraad van boorpijpen wordt beschermd tijdens transport en opslag. Met de Threadprotector kan het bevestigen en ontkoppelen sneller en milieuvriendelijker gebeuren www.pipeproteq.nl

2000

56

Polyganics Holding B.V., Groningen Aandelen

Ontwikkeling van medische producten op basis van eigen polymeer patent positie www.polyganics.nl

23,2%

44

1976

57

Prins Holding N.V., Dokkum Aandelen Achtergestelde lening

Beheermaatschappij

79,2%

3

2008

58

Professionele Distributiegroep B.V., Leeuwarden Achtergestelde lening

Het ontwikkelen en leveren van computersoftware www.prodist.nl

18

2009

59

Proflex Containermeten B.V., Groningen Achtergestelde lening

Het gasmeten en gasvrij maken van import zeecontainers www.containermeten.nl

4

2014

60

ProStair Holding B.V., Heerenveen Aandelen Achtergestelde lening

productie, verkoop en montage van trappen www.devriestrappen.nl

2007

61

Ritinimara B.V., Zuidlaren Achtergestelde lening

Exploitatie van hotels / restaurants www.hethotel.nl

BETTER SAFE THAN SORRY......

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers 79

2

40%

68

45

135


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

136

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2007

62

Rovecom Holding B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening

ICT bedrijf gespecialiseerd in toepassingen voor agrarische markt. www.rovecom.nl

2009

63

SenzAir B.V., Groningen Achtergestelde lening

Vervaardiging van producten en hulpmiddelen voor het meten van uitgeademde gassen alsmede het geven van adviezen op dat gebied www.senzair.nl

2002

64

Smit Sappemeer Beheer B.V., Sappemeer Aandelen Achtergestelde lening

Het kweken, veredelen en verhandelen van sierteeltproducten www.smitkwekerijen.nl

37,7%

215

2006

65

Solenne B.V., Groningen Aandelen

Een chemie-gebaseerd bedrijf, dat zich richt op de ontwikkeling, productie en verkoop van een familie moleculen die hun toepassing vinden als semi足 conductor in plastic zonnecellen en andere plastic elektronica toepassingen en als antioxidant in huidverzorgingsproducten www.solennebv.com

9,7%

5

2009

66

Stabi Alert B.V., Groningen Achtergestelde lening

Ontwikkelen en vermarkten van hoekmeting en trilllings apparatuur www.stabialert.nl

8

2014

67

StoreContrl International B.V., Ontwikkeling en vermarkten van Assen ge誰ntegreerde kassasystemen Achtergestelde lening www.storecontrl.nl

5

1995

68

Strating Beheer B.V., Oude Pekela Achtergestelde lening

Producent van gebakken strengperssteen in diverse maten en kleurnuanceringen www.strating.nl

2009

69

Supermailservice V.o.f., Hoogeveen Achtergestelde lening

Verzorgen van post- en pakketbezorging, aangevuld met optimale dienstverlening www.supermailservice.nl

49

1

20

5


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

%

Aantal werknemers

2010

70

Syntri B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening

Leverancier van MKB-bedrijfssoftware en webapplicaties www.syntri.nl

2007

71

TCN SIG Telehousing B.V., Groningen Achtergestelde lening

Datacenters Eemshaven en Zernike www.tcndatahotels.com

2008

72

Thazza B.V., Haulerwijk Aandelen

Het aanbieden van oplossingen voor de verkrijging van tickets en andere producten en diensten voor mobiele telefoons www.thazza.mobi

45,0%

1

1994

73

Tjaarda Oranjewoud B.V., Oranjewoud Aandelen

4-sterren hotel/restaurant met vergader- en congresfaciliteit www.tjaarda.nl

39,1%

80

2011

74

VCN B.V., Leek Achtergestelde lening

Het verspanen van soorten staal, roestvast staal, aluminium, koper en messing, gespecialiseerd in complexere delen met nauwe toleranties www.vcnbv.nl

1992

75

Vergnes Holding B.V., Leeuwarden Aandelen

Houdstermaatschappij

2009

76

VIA Drupsteen B.V., Sneek Achtergestelde lening

Ondersteunen van ruimtelijke ontwikkelingsprocessen door middel van visualisaties www.viadrupsteen.nl

2014

77

Vita Square B.V., Wolvega Aandelen Achtergestelde lening

Exploitatie van een kleinschalige drooginstallatie voor de productie van poeders voor de voedingsmiddelenindustrie

2010

78

Vleems Holding B.V., Emmen Achtergestelde lening

Exploitatie van een bakkerij en de productie en handel van gemaksvoedingsproducten www.vleemsfood.nl

10

8

52

25,0%

1

17

33,3%

2

95

137


Participaties NOM Pre Seed Capital Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V. Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij

Sinds

#

Naam en vestigingsplaats

Aard van het bedrijf

2009

79

VmR Holding B.V., Roden Achtergestelde lening

Ontwikkeling, productie en levering van technische producten, met name waterstraal snijmachines, meeten regelapparatuur, controle- en testinstallaties www.resato.nl

2010

80

Web-Based Entertainment Media B.V., Groningen Aandelen

De website Songa maakt gebruik van een techniek die het mogelijk maakt om bepaalde onderdelen binnen de webpagina van content te veranderen, terwijl andere delen actief blijven www.songa.nl

23,1%

3

2005

81

Wireless Value Beheer B.V., Emmen Aandelen

Het ontwikkelen en produceren van draadloze sensorsystemen in RF netwerken met centrale data bewerking en ontsluiting op afstand www.wirelessvalue.nl

15,0%

8

2012

82

WS Kalsbeek Holding B.V., Tynaarlo Aandelen Achtergestelde lening

Dienstverlener op het gebied van water en lucht, onder te verdelen in drie kernactiviteiten: Waterbehandeling, Legionella en VGM (Veiligheid, Gezondheid en Milieu). www.kalsbeek.net

49,1%

50

2014

83

Zonderland Holding B.V., Joure Achtergestelde lening

Ontwikkeling, productie en verkoop van landbouwwerktuigen alsmede handel in landbouwwerktuigen www.zonderlandmachinehandel.nl

13

2011

84

Zorg Office Nederland B.V., Stadskanaal Achtergestelde lening

Ondersteuning bij administratieve processen in de zorgsector www.zorgofficenederland.nl

7

Het aantal persoonlijke leningen per 31 december 2014 bedraagt: 5.

138

%

Aantal werknemers 72


Bijlage 4 Profielschets van de leden van de Raad van Commissarissen

Vastgesteld op 19 juni 2015 Het publiek-private werkterrein van de NOM dient tot uitdrukking te komen in de samenstelling van de Raad van Commissarissen. De Raad moet bestaan uit personen die voldoende ervaring en kennis hebben om de kwaliteit van de directie in alle opzichten te kunnen beoordelen. De Raad opereert als team waarbij elk van de leden zich laat leiden door de belangen van de onderneming. De Raad dient te bestaan uit personen met waardering voor disciplines anders dan de hun eigen. Voor een juiste vervulling van zijn taken dient de Raad, gespreid over zijn leden, te beschikken over kennis, vaardigheden en (internationale) ervaring betreffende: • •

het functioneren van de private kapitaalmarkt (w.o. venture capital, fondsen) en van (complexe) financiële processen in het algemeen; regionale, nationale en Europese economische ontwikkelingen, meer specifiek rondom (cross-sectorale) innovaties in het bedrijfsleven, valorisatie van kennis en het ontwikkelen van business kansen, alsmede van marketing & acquisitie (inclusief verankering van buitenlandse ondernemingen); alle aspecten van moderne bedrijfsvoering van not-for-profit-organisaties op het grensvlak van overheid en bedrijfsleven (w.o. strategievorming, leidinggeven, business control, ICT, HRM, medezeggenschap); en goed bekend te zijn met: het functioneren van regionale, rijks- en Europese overheidsorganisaties, alsmede van onderwijs- en kennisinstellingen.

Daarnaast is belangrijk dat Commissarissen over een relevant netwerk beschikken en vertrouwd zijn met de kerntaken van NOM N.V. en het bedrijfsleven in Noord-Nederland. Tevens is van belang dat de Raad beschikt over inzicht in de positie van overheidsdeelnemingen in brede zin en in daaraan gerelateerde juridische aangelegenheden. De samenstelling van de Raad wordt in eerste instantie bepaald op basis van benodigde expertise en ervaring. Daarbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de zetels tussen mannen en vrouwen in de Raad (minimaal 30% van de zetels bezet door mannen en minimaal 30% bezet door vrouwen).

Leden Prof. dr. ir. R. Rabbinge (1946)

Voorzitter. Benoemd in 2012 op aanbeveling van de provincie Drenthe. Einde termijn: april 2016 Bestuur/Adviescollege: Plv. voorzitter Commissie voor de Milieu Effect Rapportage, Emeritus Universiteitshoogleraar Duurzame Ontwikkeling en Voedselzekerheid en adviseur RvB, Adviseur Samenwerkende Noord-Nederlandse provincies voor Agribusiness, Special En- voy Food Security Ministerie van EZ, Lid CvT Samenwerkingsver- band Noord-Nederland, Lid Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Lid van RvA Planbureau voor de Leefomgeving, Voorzitter Bestuur Carbohydrate Competence Center, directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, Lid

139


van CvT Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Voorzitter Commissie voor de Veen-KoloniĂŤn, Lid van Bestuur SER Noord Ne- derland, Lid RvB Alliance for a Green Revolution in Africa, Erelid RvB International Soil Fertility Development Centre, Voorzitter Stichting Onderzoek Wereldvoedsel-voorziening, President Virtual Fertilizer Research Centre, Voorzitter International Advisory Board Chinese Academy of Agricultural Sciences, Erelid Board Bibliotheca Alexan dria Egypte, Vice voorzitter Global Research Alliance. Mr. H. Bosma (1943)

Benoemd in 2005 op voordracht van het Ministerie van Economische Zaken. Herbenoeming: april 2011 Einde termijn: april 2015 Bestuur/Adviescollege: Voorzitter RvT, Nictiz, Lid RvA Sociale Verzekeringsbank

A.M.J. Vogd (1946)

Benoemd in 2006 op aanbeveling van de provincie Groningen. Herbenoeming: april 2011 Einde termijn: april 2015 Functie : Bestuurder VESTA woonforum/VESTA Meubelgroep B.V. Bestuur/ Adviescollege: Honorair Consul voor de Bondsrepubliek Duitsland in de provincies Groningen en Drenthe en Friesland, Voorzitter Woonboulevard Groningen, Voorzitter stichting Meubelboulevards Nederland, Voorzitter RvT Topform, Lid RvT ZINN, Lid RvA Stichting Oude Groninger Kerken, Voorzitter RvA Ondernemersfonds gemeente Groningen , Lid instellingsadviesRaad Alfa-College

J.E. de Vries (1956)

Benoemd in 2007 op aanbeveling van de provincie Fryslân. Herbenoeming: april 2012 Einde termijn: april 2016 Functie : Directeur Schansborgh Investeringsmaatschappij Bestuur/Adviescollege: Lid RvC Koninklijke Dekker Hout Groep, Lid RvC Koninklijke Oosterhof Holman, Voorzitter RvC Itho Daalderop, Lid RvC TBI Hol- dings.

Drs. J. Kruse (1955)

Benoemd in 2015. Einde termijn: Functie: Bestuur/Adviescollege:

januari 2019 Corporate Director Mexichem SAB de CV, Corporate Director Strategy / M&A Wavin BV te Zwolle Lid RvC Stork Plastics Machinery BV

Benoemings- en remuneratiecommissie, Leden: Mr. H. Bosma (voorzitter), Rudy Rabbinge Alle Commissarissen hebben de Nederlandse nationaliteit.

140


Bijlage 5 Profielschets van de directie

Drs. S. Jansen (1957)

Functie: Herbenoeming: Bestuursfuncties:

Algemeen Directeur (per 1 maart 2007) per 1 maart 2015 Voorzitter Stichting Stadsschouwburg de Harmonie, Voorzitter RVT LIMIS, Voorzitter RVT Zienn

Mr. G. Buiter (1962)

Functie: Bestuursfuncties:

Plaatsvervangend directeur, Manager Financieringen (per 1 september 2009) Lid Raad van Toezicht Stichting BMD Advies Noord-Nederland Leek, Voorzitter stichting Assagioli Haren, voorzitter stichting Vrienden van het Behouden Huys.

141


NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHA VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN WIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND OM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ V NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTW INGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NO ESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR N -NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELING ATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVES GS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-N AND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAAT PPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLA NV NOM INVESTERINGS-EN ONTWIKKELINGSMAATSCHA VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN WIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLANDN OM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ V NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTW INGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NO STERINGS- ENONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NO NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELING N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland TSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTE Bezoekadres Paterswoldseweg 810, 9728 BM Groningen S- Postadres EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NE Postbus 424, 9700 AK Groningen NDT (050) NV521NOM INVESTERINGS44 44 E info@nom.nl I www.nom.nl EN ONTWIKKELINGSMAATSC PIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS-


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.