NOMMER 39

Page 1

FEBRUARI 2021

GROEIEN BEGINT HIER.

DTS2 IS ER KLAAR VOOR

AI WORDT BEPAALD DOOR DE MENS

WIERTSEMA & PARTNERS GAAN VOOR EEN SMART EXIT


COLUMN Geklaag was er de afgelopen tijd in Noord-Nederland. Het grote geld ging weer eens aan onze neus voorbij, nu de Lelylijn niet op het lijstje met projecten staat die vanuit het Nationaal Groeifonds bekostigd worden. Dat is zonder meer jammer, maar alle politieke partijen maken zich inmiddels sterk voor de snelle treinverbinding tussen Scandinavië en Zuid-Europa. Belangrijker nog: er is zoveel méér. Meer kansen, meer toekomst en meer middelen. Nú is het moment om Noord-Nederland op te stuwen in de vaart der volkeren. Dat lukt, als we het met zijn allen doen. De middelen liggen klaar, op allerlei verschillende planken. We moeten ze er alleen wel zelf van afhalen. En dat kan ook. Als we maar de goede plannen en ideeën hebben én als we maar in actie komen. Van het Nederlandse deel van JTF (Fonds voor een rechtvaardige energietransitie) heeft NoordNederland al de helft toegewezen gekregen. Dan zijn er ook nog de Europese Recovery & Resilience fondsen, React EU en de nationale en regionale herstelfondsen. Ze zijn er, laten we ze gebruiken.

Het ijzer is loeiheet in het Noorden. Tijd om te smeden.

Dat doen we al op een

aantal zeer kansrijke gebieden, om de samenleving duurzamer, gezonder en slimmer te maken. Het programma ‘Groenvermogen van de Nederlandse economie’ is gericht op de opschaling van waterstof en de toepassing van groene elektronen in energie-intensieve industrieën. Samen moeten de publieke investeringen in deze onderdelen een krachtig en flexibel energie-ecosysteem creëren dat de basis vormt voor de opschaling van waterstof en elektrochemie, en de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen. Bedrijven als SkyNRG, Chemcon, Holthausen, Resato en Nedmag zijn er al druk mee.

Foodswitch is nog zo’n deelterrein waarop Noord-Nederland zich nu al niet onbetuigd laat. Het nationale project moet Nederland leidend maken in de verduurzaming van de mondiale voedselproductie door het versnellen van de opschaling van innovaties. Het Noorden levert een belangrijke bijdrage in programma’s binnen Foodswitch zoals biotechnologie en veredeling, informatietechnologie en slimme systemen. Een project als Fascinating waarin Cosun, Avebe en Friesland Campina samenwerken is daar een voorbeeld van. Met alle mogelijkheden voor het mkb om aan te sluiten.

Nog zo’n megaproject met noordelijke inslag is de Nederlandse AI Coalitie. Dat landelijke investeringsprogramma heeft als ambitie om Nederland blijvend te vestigen in de kopgroep van landen in de ontwikkeling en toepassing van kunstmatige intelligentie (AI). Noord-Nederland speelt al een grote rol in AI. Beginnend in onze eigen Smart Industry Hub, een samenwerking van onderwijsinstellingen, overheden en (indirect) honderden bedrijven met als doel het delen van data, het versterken van kennis en de ontwikkeling van autonome systemen. Ook de Noordelijk AI-coalitie is inmiddels van start en ook hier kunnen mkb-bedrijven aan meedoen. Ons landsdeel staat echt niet achteraan in de rij bij het uitdelen van herstelfondsen van Europese, nationale en regionale aard. Maar: de overheidsmiddelen komen alleen beschikbaar als we zelf ook bereid zijn substantieel te investeren. De NOM kan daar bij ondersteunen. We helpen Noordelijke bedrijven graag op weg, zeker innovatieve mkb-ondernemingen die zich bewegen binnen één van de hierboven beschreven, kansrijke thema’s. De NOM heeft de middelen, zeker na een aantal mooie exits afgelopen tijd, waarvan Catawiki, Organ Assist en Original-G voorbeelden zijn. Daarom zeg ik tegen ondernemers: ‘Kom maar op met al die mooie innovatieve plannen!’ Het momentum is er, de middelen zijn er, de ambitie is er. Dan investeren we en dragen we bij aan de belangrijke transities om de wereld duurzamer, gezonder en slimmer te maken.

boonstra@nom.nl @dinaboonstra


In deze

10 19

INNOFEST IS OOK ZELF INNOVATIEF

SMART EXIT EN DE MEERWAARDE VAN DE NOM

en verder ...

5 Nieuwe toekomst voor Dutch Theatre Systems 8 Visie 9 Geld voor groei 12 Eigenzinnig ondernemen: NXT Motors 16 Groeien door divers en inclusief beleid 22 Butterstreet 21: snel, lucratief en leuk 24 Industrie werkt samen in Drenthe (SBD)g 26 We moeten mensen opleiden 28 PGO Netwerk Noord biedt kansen 30 Flinc biedt hulp 31 Bijzaken 32 Het alternatief? Senbis 34 Ondernemersimpuls Fryslân helpt 36 Niels Postma maakt intelligent papier 41 Elzinga & Van der Krieke heeft idealen 44 Nieuws van Investeringsfonds Groningen 46 Het Schone Noorden 48 Hoofdzaken 49 DUCAM-project: Water Innovation of the Year

38 14

DE ROUTE VAN AI-COALITIE NOORD-NEDERLAND

EUROFINS BLIJFT


COLOFON NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

JA, NATUURLIJK! Ook wij webinaren en podcasten. En kun je die webinars en podcasts niet volgen op het moment van uitzending? Geen probleem, je vindt ze terug op nom.nl/media. Net als kennisblogs, verhalen van ondernemers en andere publicaties trouwens.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM. Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief. Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl. Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief. Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Amber Boomsma, Manisch Creatief, René Franssen, Folkert van der Glas, Minke Haveman, Bouke Nielsen, Jean Paul Taffijn.

4

Fotografie: Mona Alikhah, Artworx, Roelof Bos (cover), Antsje Cnossen, Hans van Dijk, Louis Meulstee, Philips, stock NOM. Drukwerk: Scholma Print & Media. Oplage: papier 3.000, digitaal 895. Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl Cover: Roelof Bakker en Annemieke Wouterse op onderzoek in de coulissen van theater De Oosterpoort.

De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De gebruikte biofolie is biologisch afbreekbaar en composteerbaar. Februari 2021

Ontvang je graag een herinnering wanneer een webinar of podcast plaatsvindt? Word dan lid van de eNOMMER, de digitale nieuwsbrief die vervolgens, met onder andere deze informatie, 1x per maand in je inbox binnenkomt. Aanmelden kan hier:

www.nom.nl/enommer/ | FEBRUARI 2021


INVESTEREN PARTNERS

DUTCH THEATRE SYSTEMS STAAT OP EIGEN, KANSRIJKE BENEN

5

Is deze coronatijd nou het juiste moment om het volledige belang van een bedrijf in theatertechniek te verwerven? Jazeker, zegt Roelof Bakker. Hij nam met zijn Van Raad Investments onlangs de aandelen in Dutch Theatre Systems & Services (DTS²) over van de andere aandeelhouder, Participatiefonds Ondernemend Groningen (onderdeel van NOM), dat in 2009 in het bedrijf investeerde. ‘Het is een mooi huwelijk geweest.’

Die vraag is hem de afgelopen tijd regelmatig gesteld. ‘Beetje gek moment, nu de hele theaterwereld op zijn gat ligt. Of niet?’ Roelof Bakker heeft het zichzelf ook wel afgevraagd, maar kwam steeds tot dezelfde conclusie: het is mooi geweest, het moment is prima. ‘Dit is een logisch vervolg op een verbintenis van dik tien jaar. DTS² is sterk, kan op eigen benen staan, ook in deze tijd.’ Natuurlijk, ook het in Groningen gevestigde DTS² heeft te maken met de grillen van het virus en de maatregelen die ertegen worden genomen. Maar verwar de impact niet met die op de creatieve sector. ‘Wij doen de techniek. Dat is een ander verhaal. De lege zalen betekenen aan de ene kant dat theaters amper inkomen hebben. Dat kan impliceren dat ze besparen op onderhoud en vernieuwing. Aan de andere kant zie je theaters die dit moment juist aangrijpen om hun zalen een grote beurt te geven. Bovendien lopen meerjarige renovatieplanningen door.’

VRI Tech Group Dat de zich voortslepende situatie diep triest is voor de theatersector, is duidelijk. ‘We komen schrijnende verhalen tegen. Wij vinden cultuur belangrijk, dit is echt niet leuk. Maar zakelijk valt het voor ons dus mee. We hebben nagenoeg het hele jaarbudget voor dit jaar alweer in

| GROEIEN BEGINT HIER.


portefeuille. Afgezien daarvan: ik denk niet op korte termijn. De theatermarkt komt heus wel weer terug. Het is moeilijk, maar het komt goed. DTS² gaat een mooie toekomst tegemoet.’ En als het zo ver is, dan kan DTS² vol op het gas. Dat heeft te maken met de bijzondere aard van de bedrijven die Van Raad in de loop van de jaren verzamelde. Het gaat naast DTS² om Integron (hydraulische systemen, energiesystemen), Wadcon Automation (industriële automatisering van machines), Habeload Lifting Solutions (industriële tilhulpen), Hecas Techniek (inspecties en onderhoud) en Munter (elektrotechniek en kastenbouw). Samenwerkend binnen de VRI Tech Group. Dat is geen toevallig rijtje. De bedrijven versterken elkaar op verschillende fronten. Zo zijn ze naast elkaar gehuisvest aan de Duinkerkenstraat in Groningen. En in Hendrik-Ido-Ambacht maken Integron en DTS² gebruik van dezelfde vestiging als Munter. ‘Maar we hebben ook vestigingen in Leeuwarden en Emmen. De kracht is de samenwerking, de uitwisseling van mensen en kennis op het terrein van aandrijftechniek, hijs- en heftechniek, engineering en besturing. In een crisistijd zoals waarin we nu zitten zie je dat de ene onderneming minder draait en de andere beter. Door de hechte samenwerking kunnen onze mensen projectmatig ondersteunen in één van de beter draaiende bedrijven. We hebben niemand hoeven ontslaan.’

6

Bakker geeft NOMMER Annemarie Wouterse uitleg over theatertechniek.

| FEBRUARI 2021

Roelof Bakker, CEO Van Raad Investments, ziet de toekomst

Meer uitdaging

van DTS2 met vertrouwen tegemoet.

Het bedrijfsmodel werkt prima, zegt Bakker. ‘De efficiëntieverhoging is fors. Dat we gebruikmaken van elkaars huisvesting en resources, levert veel op. Alle bedrijven delen ook hun overhead. Het zijn dezelfde administratiesystemen, dezelfde IT. Dat scheelt veel.’ Bakker heeft het met nadruk over verschillende bedrijven. De manier waarop die


verweven zijn, kán de indruk geven dat het gaat om één bedrijf met verschillende divisies. ‘De verschillende ondernemingen zijn meer dan dat. Ze hebben allemaal een eigen markt, een eigen karakter, een eigen management. Maar ze delen hun kennis en worden allemaal ondersteund vanuit de groep. We hebben best wat geüniformeerd, zoals ook de tarieven intern. Je wil natuurlijk niet dat de bedrijven onderling tijd verdoen en elkaar gaan beconcurreren.’

WWW.DTS-2.COM

Veruit de meeste werknemers zijn zeer content met de samenwerking binnen de VRI Tech Group. ‘Ze weten dat hun baanzekerheid hoger ligt. Maar wat nog belangrijker is: ze worden vaker door de techniek uitgedaagd als er aan een gezamenlijk project wordt meegewerkt. Of omdat ze bij één van de zusterbedrijven kunnen invallen.’

NOM en DTS² De samenwerking die is ontstaan, is goed voor meer dan efficiëntie en synergie. ‘Je hebt het dan over innovatiekracht en risicospreiding. Door de koppeling van expertises ontstaan ideeën die in de afzonderlijke ondernemingen niet zouden bovenkomen. Dat kan nieuwe producten opleveren, het openen van nieuwe markten. Dat gebeurt dus ook.’ In wezen is het ontstaan van Dutch Theatre Systems & Services een typisch voorbeeld van dat denken. In 2008 ontstond op de engineeringsafdeling van Integron een idee voor de ontwikkeling van een nieuw type lier, geschikt voor in theaters. In plaats van zelf die markt te willen betreden, zocht Bakker contact met Roden Staal, dat al in de theatermarkt opereerde, om een samenwerking op te tuigen. Dat denken dus.

Door de koppeling van expertises

ontstaan ideeën die in de afzonderlijke ondernemingen niet zouden bovenkomen.

Roelof Bakker, Van Raad Investments

7

Dat was in 2008, aan de vooravond van de financiële crisis. Die werd het staalbedrijf fataal. Voor Roelof Bakker geen reden om het plan te laten varen. Hij vroeg de NOM medeaandeelhouder te worden van een nieuw op te richten bedrijf dat deels uit het faillissement van Roden ontstond: DTS². Een nieuwe loot aan de stam, in een totaal nieuwe markt. Dat past dan weer prima bij de carrière van Roelof Bakker, die een combinatie lijkt van doorzettingsvermogen, interesse en toeval. ‘Ik ben van de theaterwereld gaan houden sinds DTS². Dat kwam echt toevallig op mijn pad. Net als de hele technieksector eigenlijk. Daar bewegen al mijn bedrijven zich in, maar ik heb zelf helemaal geen technische achtergrond.’

Jac Boiten Bakker, die zijn wortels in Groningen heeft, maar al een tijd in Amsterdam woont, is geschoold als bedrijfseconoom. Hij kwam ooit als consultant terecht bij het toenmalige Jac Boiten, raakte onder de indruk van de technische puzzels die er werden gelegd, van de oplossingen die altijd werden gevonden. Met Van Raad Investments werd hij eigenaar en doopte het bedrijf om in Integron. ‘Dat was de start, ik voerde toen ook de directie. Maar na verloop van tijd raakte ik weer voornamelijk betrokken bij financial restructuring en turnaround consultancy. Erg uitdagend en leerzaam. Sinds eind 2018 richt ik mij volledig op directievoering en investment management.’ Nu is de cirkel dus weer rond.

Voor de NOM is dit verhaal een prachtig voorbeeld van hoe het zou moeten werken. Helpen met de start of de groei en als het moment daar is het belang weer verkopen om nieuwe ondernemers te kunnen helpen. Roelof Bakker: ‘Het was een mooie relatie met de NOM, een loyale partner, die op een mooie manier wordt afgesloten.’

Annemieke Wouterse | Investment Manager T +31 6 215 184 94 | E wouterse@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


VISIE

OP NAAR EEN NOORDNEDERLANDSE INCUBATOR! Ja, er zijn al de nodige initiatieven om starters te begeleiden, te financieren en door te laten groeien. En nee, het is niet de bedoeling om iets nieuws toe te voegen aan de bestaande orde. Het punt is juist dat die bestaande orde voor startups nogal ondoorzichtig is, waardoor het benodigde zetje soms moeizaam is te krijgen. ‘Het is jammer als startups daardoor afhaken, het momentum missen of naar de Randstad vertrekken’, zegt Ytsen. ‘Innovatie is essentieel voor een sterke regio en daar hoort bij dat ondernemende geesten met kansrijke ideeën de best mogelijke ondersteuning krijgen om te focussen op waar het in de startfase om gaat: in de productontwikkeling zo snel mogelijk aansluiten bij de markt. Want dán wordt het interessant voor investeerders.’

Gunstig klimaat

8

Het is een kip-ei-verhaal. Investeerders zijn meestal pas bereid om risico te nemen als er al concrete business is, terwijl startups geld nodig hebben om hun product voldoende te ontwikkelen om er serieuze klanten voor te interesseren. ‘Financiering van de vroegste fase kan beter in Noord-Nederland’, Hij heeft passie voor zijn vak en herkent dat ook bij stelt Ytsen. ‘En daarmee verbeter je ook de financieringskansen in latere fases. Naast beschikbare fondsen gaat het vooral om jonge startups. Die hebben aan ideeën en ambities het klimaat dat je schept voor kansrijke startups. Wat zij nodig hebben, is focus op het realiseren van een optimale productgeen gebrek, maar: wáár vind je de beste setting marktcombinatie en het technisch en commercieel valideren om een spurt te maken? Investment Analist Ytsen van die ontwikkeling. Dat vraagt financiële ontzorging en support van kennisinstellingen, maar ook de kans om te sparren met het van der Meer vertelt hoe de NOM zich oriënteert bedrijfsleven.’

om – door het slim verbinden van bestaande

Incubators bieden zo’n klimaat en ter inspiratie verdiepte Ytsen zich onder meer in Yes!Delft, die wereldwijd tot de top tech-incubators behoort. ‘Wat je ziet bij deze en andere succesvolle incubators, is incubator te vormen. een sterke combinatie van startersprogramma’s, talentontwikkeling, fondsen en een ecosysteem van kennis, netwerken en faciliteiten. Bouwstenen die wij ook in Noord-Nederland hebben, alleen zijn ze minder makkelijk aan één plek te koppelen. Clusters als Campus Groningen en Watercampus Leeuwarden zijn voorbeelden die deels de rol van incubator vervullen, maar voorzien niet in een compleet startup-klimaat voor Noord-Nederland.’

bouwstenen – een herkenbare Noord-Nederlandse

Ander perspectief Laat ons weten wat je hiervan vindt! Mail of bel met Ytsen van der Meer via 06 22 03 70 20 of vandermeer@nom.nl

| FEBRUARI 2021

‘Wij vinden het als NOM belangrijk om een herkenbare noordelijke incubator te realiseren’, besluit Ytsen. ‘Vraagt dat één locatie? Of vooral één duidelijke ingang? Onze insteek is het startup-klimaat in de hele noordelijke regio naar een hoger niveau te tillen. De Universiteit van het Noorden biedt mooie aanknopingspunten, waarover de NOM al verkennende gesprekken voert. De situatie is hier natuurlijk anders dan in Delft. De uitdaging ligt vooral in het verbinden van bestaande initiatieven vanuit het perspectief van een incubator. We willen innovatie stimuleren. Bestaande structuren bieden daarbij houvast, maar werpen soms ook barrières op voor startups. Een incubator kan zoveel mogelijk vrije doorgang én voeding bieden, zodat vruchtbare ideeën succesvol op de markt ontspruiten.’


2021 update #1

GELD VOOR GROEI We houden je graag per kwartaal op de hoogte van de financieringen via Geld voor Groei. Dat doen we online, maar ook in de NOMMER.

104 MILJOEN

9

186 61

30

Voor startende bedrijven en bedrijven die willen groeien of een overname willen doen.

66

MILJOEN

9 Bel Daniëlle van Dalfsen op 06 152 425 41 of mail haar via vandalfsen@geldvoorgroei.nl

Voor innovatieve ondernemers, starters en bestaande bedrijven in Fryslân.

Voor starters en bestaande bedrijven in Drenthe.

Voor starters, het mkb en voor grote investeringen in Noord-Groningen.

| GROEIEN BEGINT HIER.


PARTNERSCHAP

Grote festivals vormden de levende laboratoria die Innofest faciliteert, maar sinds vorig jaar zijn vaccin- en testlocaties nog de enige grote bijeenkomsten in het land. Een veelzeggend verschil,

INNOFEST MOEST DOOR

waardoor Innofest zichzelf moest heruitvinden. ‘Het was schrikken, want we konden niet zonder festivals’, zegt directeur Linda Vermaat. ‘We moesten ineens zelf innovatief zijn.’

10

Innofest ging noodgedwongen online. Maar ook werden fysieke living labs op Biergarten Paradigm in Groningen en Kampeerterrein Stortemelk op Vlieland gecreëerd. Het werd zo een mix van de enige mogelijkheden die resteerden. Vermaat: ‘Een ondernemer wil op zijn product feedback van de festivalbezoekers, maar al die mensen zaten nu thuis omdat er geen festivals waren. Dus moest het op deze manier. En in De Suiker en op de camping kon toch in een realistische omgeving worden getest of het product naar behoren werkt.’

Totaal andere wereld dan in 2016 Nieuwe technieken voor online groepsbijeenkomsten, zoals het door Innofest ontwikkelde Test Teevee-format, brachten ook uitkomst. Linda: ‘Het was niet allemaal slechter, want ik vind de feedback via Zoom eerlijker. Misschien komt dat omdat het iets anoniemer is dan een fysieke reactie.’ Het is een totaal andere wereld dan die van 2016, toen Innofest van start ging. Innofest, onder Vermaats voorganger Anna van Nunen, was toen nog klein. ‘Maar steeds meer ondernemers begonnen te geloven dat het wijs is om innovaties zo vroeg mogelijk te laten testen. En meer festivals zetten hun deuren open als testlocatie’, zegt Linda. Startups, innovatieve mkb’ers en spin-offs meldden zich al vlot en ook steeds meer festivals haakten aan.

Recyclen van poep en urine Het afgelopen jaar alleen al meldden zich in totaal 60 startups bij Innofest. En in de voorbije vijf jaar werden in totaal 180 cases begeleid. Prachtige initiatieven kwamen voorbij, van mobiele batterijen tot het recyclen van poep en urine en van handen wassen met 10 ml water tot eerste hulp met een tuktuk. Linda: ‘De producten zijn beter geworden door de respons van de tests. Innofest is tot wasdom gekomen in de

| FEBRUARI 2021

afgelopen jaren. Volwassen geworden. We hebben ons netwerk uitgebreid en de partners van het begin zoals de Rijksuniversiteit Groningen bleken een goede match met Innofest te zijn. We weten beter wat we doen en kunnen daarom steeds beter helpen. We voegen steeds meer toe.’

Ondernemers worden bijgespijkerd Het is gaandeweg veel professioneler en ‘zelfverzekerder’ geworden. Startups die gebruik willen maken van Innofest als testfaciliteit worden tegenwoordig bijgespijkerd in vier lessen, zodat iedereen een gelijke startpositie heeft en misverstanden zo goed als uitgesloten zijn. Er is in die vijf jaar bovendien veel ervaring opgebouwd, hetgeen heeft geresulteerd in een methodiek die met zoveel mogelijk anderen wordt gedeeld (te vinden op innofest.co). ‘Anderen kunnen er zo mee aan de slag als ze dat willen’, stelt Linda. ‘Voor de toename van innovatie is dat belangrijk.’ Er zijn tal van mooie projecten voorbij gekomen in die eerste jaren. Linda noemt Greener (mobiele batterijen) en Semilla Sanitation. De laatste


INNOFEST.CO

‘CORONA’ ZELF INNOVEREN We hebben ons netwerk uitgebreid

en de partners van het begin zoals de

Rijksuniversiteit Groningen bleken een

11

goede match met Innofest te zijn. Linda Vermaat, Innofest

haalde uit toiletunits drinkwater maar ook voedingsstoffen voor planten. ‘Echt te gek’, vindt Linda. ‘Een heel mooi project is ook kaas uit plantaardig voedsel. Van Willicroft. Het gaat om de ecologische voetafdruk van vlees en zuivel. Willicroft heeft daar een oplossing voor.’

Ondernemers kunnen cultuur nu ook helpen In feite heeft de cultuursector de afgelopen jaren het ondernemerschap gesteund door startups hun festivals te laten gebruiken als testterrein. Maar nu is de cultuursector zelf in problemen, net zoals trouwens het merendeel van de ondernemers. Gaan de startups nu ook iets bedenken voor de festivals? Is er iets van wederkerigheid? Linda: ‘Er zijn al wel innovaties bedacht voor de festivals. We gebruiken de openheid van festivals om te testen. Vier festivals hebben dit eigenlijk zelf bedacht want men wil bijdragen aan de maatschappij. Omgekeerd hoeft de startup niet altijd wat met de festivals of cultuur te hebben.’ Ondernemers blijven zich nog steeds melden bij Innofest. Er is volop materiaal dat nog getest kan worden door het grote publiek. Maar het

is allerminst zeker of de festivals dit jaar doorgaan. ‘Het zou natuurlijk enorm spijtig zijn als de festivals opnieuw stil komen te liggen, want wij willen de ondernemers blijven helpen met het testen van hun prototypes. Om meer waarde te blijven toevoegen, vind ik dat we steeds scherper moeten testen’, zegt Linda.

Innofest gaat het land in Innofest gaat desondanks wel nieuwe stappen zetten. ‘We gaan vaker naar nieuwe regio’s en grotere steden als Amsterdam en Den Haag’, kondigt de Innofest-directeur aan. ‘We willen ideeën in heel Nederland kunnen testen.’

INNOFEST ZOEKT ONDERNEMERS DIE WILLEN TESTEN Innofest zoekt op dit moment naar ondernemers uit Noord-Nederland die producten of diensten willen testen op het TT Festival, Welcome to the Village en Into the Great Wide Open.

Ondernemers kunnen zich tot 1 april melden via innofest.co.

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Het klinkt zo opgeblazen, zo van de luchtkastelen, maar NXT Motors uit Heerenveen heeft beslist iets weg van een Tesla-variant onder de motoren. Eigenzinnig ontwerp, 12

elektrische aandrijving, baanbrekend, hoge kickfactor en een bijzondere ondernemer in de persoon van Harm Besseling.

Maar Besseling lijkt tegelijk in heel veel níét op Tesla’s Elon Musk. Want Besseling gruwt ervan om op de pof eerst een fraai en goed verkopend imago op te bouwen. ,’Ik kan er slecht tegen als partijen miljoenen euro’s lenen, van alles beloven en tenslotte niet leveren’, zegt de directeur-eigenaar van NXT Motors, die daarbij overigens doelt op een andere partij dan Tesla. ‘Wij doen het allemaal op een ouderwetse manier. Eerst een product, daarmee geld verdienen en van dat geld opschalen en nieuwe modellen betalen.’

‘Sommige verkooppraatjes zijn bijna een vorm van liegen’ Daar zit geen woord Chinees tussen. Harm Besseling is overtuigd van zijn ondernemersvisie. ‘Veel verkooppraatjes van starters zijn bijna een vorm van liegen.’ Hij wil dat niet. Geen loze marketing vooraf, maar de markt pas bewerken als de producten zich bewijzen. Zo, en niet anders, moet NXT Motors de wereld veroveren. Duidelijkheid boven alles. Het antwoord op de vraag of Besseling nu motorfanaat is, óf techneut met bovenmatige interesse voor elektrische voortstuwing óf ondernemer past daarbij: ‘Ondernemer ben ik wel het laatst. Van jongs af aan ben ik geïnteresseerd in alles op wielen.’ Hij legt uit: ‘We hebben in de familie transportbedrijven. En in mijn defensietijd was ik daarom de voertuigenspecialist binnen onze

| FEBRUARI 2021

WWW.NXTMOTORS.COM eenheid. Ik zat bij een verkenningseenheid. Wat zo’n eenheid doet in vredestijd? Ik ben in Afghanistan geweest, we moesten daar diep vijandelijk gebied in. En in vredestijd bereid je je voor op een uitzending.’

Motorwereld loopt achter op die van auto’s Zo, in een paar zinnen weten we al heel veel over Harm Besseling. Recht op het doel af. Baanbrekend vindt hij zichzelf trouwens niet, want alles hangt samen met de motorwereld die nu eenmaal achterloopt op die van de auto’s. Hij wijst erop dat meer dan 20 jaar geleden al de eerste ‘hybride’ auto werd gelanceerd, de Toyota Prius. En het is de regelgeving (geluid, CO2-emissie) die een serie innovaties aanjaagt, zo stelt Besseling. NXT Motors staat aan de vooravond van de productie van het eerste model. De afgelopen jaren werd gewerkt aan het design, de techniek en perfectionering van het modulaire ontwerp dat ervoor zorgt dat het aantal handelingen bij de productie flink is afgenomen – minder handjes maken het goedkoper - maar ook dat er relatief eenvoudig straks vier modellen kunnen worden gemaakt. Het resultaat: een strakke motor die qua prijs concurreert met de top van het middensegment (tussen de 20.000 en 30.000 euro).


BJORN REDMEIJER, PROJECTMANAGER FLINC:

NXT MOTORS: LIJKT OP TESLA, MAAR NIET OP MUSK

‘Vanuit Flinc hebben we NXT Motors intensief ondersteund met het opstellen van de plannen en vervolgens verbonden met ons financieringsnetwerk. Met het opgehaalde kapitaal van deze financieringsronde moet productie worden opgestart en eerste verkopen worden gerealiseerd. Ondernemer Harm Besseling heeft een militaire en technische achtergrond, deze ervaring komt goed van pas bij het opstarten van de productie. Vanuit het netwerk van Flinc hebben we een ‘informal’ weten aan te haken die naast kapitaal, ook kennis, ervaring en netwerk toevoegt. Met name ten aanzien van het bouwen van een brand, marketing en sales. Tezamen met de kapitaalinjectie van de FOM zijn wat mij betreft alle ingrediënten aanwezig om de ambitieuze plannen te realiseren.’ Bjorn Redmeijer | Project Manager Flinc T +31 6 541 001 22 | E redmeijer@flinc.nl

de motorliefhebber moet op de elektrische motor. Besseling: ‘Sommigen willen lawaai maar dat is voor een deel ook kuddegedrag. We hebben op de motorbeurs gestaan en daar hebben we gezien dat veel mensen met een eigen mening interesse hadden. Het is een ander type motorrijder. Hoger opgeleid, een beetje de Tesla-rijder, vooruitstrevend. Je moet met deze motor niet in het verleden blijven hangen. Deze motor vind je geweldig of niet. Is prima. Er zijn genoeg die ‘m geweldig vinden.’ Besseling heeft de tijd genomen voor de financiering van NXT Motors. Flinc, onderdeel van de NOM, heeft daarbij geholpen de plannen aan te scherpen en contact gelegd met investeerders. ‘Dat is nu prima geregeld vanuit een goede samenwerking’, vindt hij. ,,Mijn ambitie is om zo min mogelijk geld te lenen. Ik wil het bedrijf zelf in handen houden. We kunnen nu rustig meegroeien met de vraag en we hebben geen bedrijf met een waterhoofd. Ik ga ook geen gekke dingen doen met pre-orders en zo.’

‘Anders, omdat we blanco zijn begonnen’ Er zijn overigens al wel wat elektrische motoren, maar die zijn functioneel en spreken de motorliefhebber niet aan, weet Besseling: ‘Er zijn vaak fiscale redenen om zo’n motor te nemen.’ NXT Motors levert elektrische motoren met unieke eigenschappen: 70 procent minder onderdelen, 30 procent minder gewicht, monocoque design (de dragende constructie is niet het frame maar de ‘schaal’, zoals bij een ei) en topmaterialen. Besseling: ‘We zijn eigenlijk heel goedkoop, want als je ziet wat we erin stoppen, zou de motor wel 50.000 euro moeten kosten.’ Besseling somt moeiteloos de bijzonderheden van de NXT Motor op. ‘We hebben het heel anders kunnen doen omdat we blanco zijn begonnen’, legt hij uit. ‘Bij ons bestond niet de ambitie om een traditionele motor kosten-efficiënt te produceren. We hebben geen bestaande situatie, zoals een grote fabrikant. En dus ga je het allemaal anders doen in plaats van het bestaande aan te passen.’

‘Deze motor vind je geweldig of niet’

13

Geld verdienen in plaats van lenen NXT Motors werkt met modules, waardoor vanuit een serie basiselementen snel nieuwe modellen kunnen worden geproduceerd. ‘We willen ook al snel een tweede type op de markt brengen. Eén voor een populair en groot segment.’ Want er moet geld verdiend – in plaats van geleend – worden.

SYBO ZIJLSTRA, INVESTMENT MANAGER FOM: ‘Harm Besseling is een gedreven ondernemer, hij weet wat-ie doet en hij bokst het steeds weer voor elkaar. Hij is bovendien nuchter en realistisch. We hebben NXT Motors begin 2019 al eens gefinancierd en afgelopen jaar nog eens, toen het vanwege de corona-perikelen lastiger was een investeerder te vinden. Voor de FOM als Friese investeerder is een bedrijf als NXT Motors een mooi voorbeeld van steun aan een ontwikkeling vanuit Friesland.’

Maar één ding stond voorop toen Besseling achter de tekentafel zat: Sybo Zijlstra | Investment Manager T (06) 114 299 42 | E zijlstra@fom.frl | GROEIEN BEGINT HIER.


ONTWIKKELEN

WERELDSPELER EUROFINS BLEEF TÓCH IN HEERENVEEN EN ZORGT VOOR INNOVATIES IN DE AGRIFOOD-SECTOR

14

Met een moederbedrijf in Frankrijk en wereldwijd 800 vestigingen in 47 landen, was het voor multinational Eurofins niet vanzelfsprekend dat er nieuwbouw zou komen in Heerenveen, nadat een van hun labs buiten gebruik raakte door een brand. Toch gaan komende juli de eerste palen de grond in. En dat is een belangrijke beslissing voor zowel het concern, als voor Noord-Nederland. Karlijn Miltenburg is Business Unit Manager Chemistry bij Eurofins en vertelt hoe deze stap tot stand kwam.

| FEBRUARI 2021

Brand maakt chemisch lab onbruikbaar ‘We hadden altijd al twee vestigingen in Heerenveen, zowel een microbiologisch laboratorium als een chemisch lab. Twee jaar geleden werd de nieuwbouw van ons microbiologisch lab opgeleverd. Enkele maanden daarna brak er brand uit in de oudbouw van ons chemisch laboratorium. Dat pand werd onbruikbaar en het laboratorium verhuisde naar een tijdelijke plek’ vertelt Miltenburg. ‘We moesten dus op zoek naar een nieuwe locatie. Dat dit in Noord-Nederland zou zijn, stond niet vast. Er werd gekeken naar logistiek en de dichtheid van mensen en bedrijven, dus de voorkeur voor de randstad was automatisch groot.’ Dat Eurofins, gespecialiseerd in het testen en analyseren van voeding, diervoeding en water, toch in het noorden bleef, was mede te danken aan de samenwerking met de NOM. ‘Wij onderschrijven de visie van de NOM op Noord-Nederland volledig. Ze hebben ons geholpen bij de contacten en onderhandelingen met lokale overheden, zodat een nieuwe locatie ook daadwerkelijk gerealiseerd kon worden en alle neuzen dezelfde kant op stonden.’


WWW.EUROFINS.NL

Artist impression van de nieuwbouw

met grote babymelkfabrikanten aan het de ontwikkeling van een moedermelkeigen suiker: een allergievrij alternatief voor het koemelkeigen lactose. En dat is zeker niet de enige innovatie in de opkomst van ‘new foods’. Ook insectenleveranciers kunnen gebruik maken van de expertise van Eurofins. Miltenburg: ‘Insecten worden steeds meer als volwaardig voedsel beschouwd en dus ook op die manier geproduceerd. Wij helpen deze bedrijven om te zorgen dat de producten ook veilig zijn, dus zonder chemische of microbiologische vervuiling en voldoen aan de richtlijnen van het land waar het wordt verkocht.’

Slagkracht in innovatie

Meest ecologische lab van Nederland Het nieuwe lab wordt hiermee ook nog eens uniek: niet alleen wordt het pand gasloos, het wordt zelfs het meest ecologische chemische laboratorium van Nederland. Op deze manier wil Eurofins een bijdrage leveren aan de klimaatambities. Miltenburg: ‘Onze core business in Heerenveen is het testen en analyseren van allerlei soorten voedsel, dierenvoeding en water. In onze chemische tak verbruiken we veel energie om ons aan alle benodigde protocollen te houden. Dat richten we nu dus anders en ecologischer in. En ook daarin hebben we veel aan onze samenwerking met de gemeente en provincie.’

Moedermelkeigen suiker tegen allergie De rol van Eurofins in de agrifood-sector van Noord-Nederland is belangrijk. ‘Onze historie in Nederland ligt in de melksector, maar inmiddels bedienen wij alle food-gerelateerde bedrijven. We testen bestaande, maar ook nieuwe producten. Zo werken we op dit moment vanuit ons Expertisecentrum Koolhydraten bijvoorbeeld veel samen

Zo beschouwd is Eurofins een belangrijke radar in het ecosysteem van de Noord-Nederlandse agrifood-sector. En dat ecosysteem was dan ook een belangrijk argument om toch in Noord-Nederland te blijven. Dat beaamt ook Joep de Vries, Business Developer bij de NOM: ‘Nederland heeft wereldwijd een belangrijke rol in agrifood. Belangrijke spelers in Noord-Nederland slaan hun handen ineen om essentiële uitdagingen in de voedingsindustrie het hoofd te bieden door middel van innovatie. Eurofins heeft daarin ook een belangrijke rol. Het gaat dan bijvoorbeeld om vraagstukken rondom duurzaamheid, de rol van voeding in gezond ouder worden, maar bijvoorbeeld ook: hoe zorgen we ervoor dat iedereen op de wereld voldoende eten heeft? Alleen met slagkracht kun je deze issues serieus aanpakken. Die hebben we in Noord-Nederland door deze samenwerkingen en we doen daarom ook erg ons best om dat zo te houden of, liever nog, uit te breiden.’

15

Visie op Noord-Nederland belangrijk Eurofins herkent zich dus in de visie van de NOM op de ontwikkelingen en positie van Noord-Nederland. ‘Een goede relatie met lokale overheden en andere spelers in de markt is belangrijk om de gezamenlijke ambities te kunnen realiseren. Dat werkt door in het vestigingsklimaat, in locaties en bijbehorende voorzieningen, maar zeker ook als het gaat om samenwerkingen’ vat Miltenburg samen. ‘Ook omdat wij een internationaal concern zijn en daarmee beschikken over een enorm netwerk. We kunnen nog veel mooie dingen doen, samen.’

Joep de Vries | Business Developer T +31 6 253 926 71 | E jdevries@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


DIVERSITEIT & INCLUSIVITEIT

Onderzoek toont aan dat diversiteit op de werkvloer bijdraagt aan het succes van een onderneming. Het ontwikkelen van goed divers en inclusief beleid begint bij bewustwording en urgentiebesef. Daaraan leveren we in de NOMMER graag een bijdrage. Lees de verhalen van Mardjan Seighali, directeur van Stichting Vluchteling-Studenten UAF, Myrna Harms, HR-adviseur NOM en Ruzanna Hovakimian, asielzoeker en student.

16

‘VLUCHTELING ZIJN IS GEEN IDENTITEIT Mardjan Seighali groeide op in Iran en is 30 jaar geleden uit het land gevlucht. In Nederland is het haar gelukt haar eigen pad te volgen en haar leven in te richten zoals ze dat zelf wil. In vrijheid. Nu vindt ze het haar taak anderen te inspireren. Als directeur van Stichting voor Vluchteling Studenten UAF begeleidt ze vluchtelingen bij studie en op weg naar werk. ‘Werkgevers kunnen de positie van nieuwkomers verbeteren. Het draait erom niet alleen begaan te zijn met de ander, maar ook de moed te hebben er iets mee te doen. Al is dat best moeilijk.’

| FEBRUARI 2021


Kansen

Opnemen

‘Mijn eerste studie in de jaren 90 is mogelijk gemaakt door het UAF. Ik was toegelaten tot de Hogeschool van Amsterdam maar kwam niet in aanmerking voor studiefinanciering. Ik was somber en teleurgesteld. Gelukkig kon het UAF me helpen. Na mijn studie ben ik vrij snel in een betaalde baan terechtgekomen. Mijn leidinggevende zag toen al mijn talent om leiding te geven. Ik kreeg een podium en heb het waar kunnen maken. Inmiddels ben ik bijna 8 jaar directeur bij het UAF, een prachtige organisatie. Mijn boodschap aan werkgevers is: grijp je kans, bied een podium. En mijn boodschap aan de deelnemers van het UAF is: grijp ook je kans, laat zien wat je te bieden hebt.’

‘De arbeidsparticipatie van vluchtelingen kan en moet beter. Divers en inclusief beleid in organisaties is helaas nog niet vanzelfsprekend. Dus het is belangrijk elkaar te ontmoeten en de dialoog aan te gaan vanuit het geloof dat het goed is voor jezelf, voor je organisatie en voor de waardigheid van de mens. Juist nu moeten we deze mensen omarmen. Over vluchtelingen moet je niet praten, je moet ze in je organisatie opnemen. Tegen ondernemers wil ik zeggen: durf het aan! Spullen kun je afschrijven, mensen niet.’

UAF ‘Er komen zoveel talentvolle vluchtelingen ons land binnen. Hoogopgeleide studenten en professionals die veel voor Nederland kunnen betekenen maar die toch moeite hebben met het vinden van een goede opleiding en een baan. Met de hulp van het UAF kunnen ze zich verder ontwikkelen. We adviseren, bieden studiebegeleiding en ondersteunen ze bij het vinden van een studie en een baan. We treden op als belangenbehartiger en werken samen met onderwijsinstellingen, overheden en werkgevers. Door de groter wordende instroom van vluchtelingen en de schaarste op de arbeidsmarkt in techniek, zorg en ict, richten we ons sinds kort ook op het mbo. Ik ben zelf op pad gegaan om werkgevers te enthousiasmeren voor mbo-leerwerktrajecten. Pionierswerk. Door te investeren in hun toekomstige medewerkers nemen werkgevers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mensen worden in het bedrijf opgeleid, krijgen waar mogelijk baangarantie of tijdens hun opleiding al een inkomen waardoor ze een traject kunnen volgen. Van beide kanten moet je inspanning verrichten om tot elkaar te komen. Het gaat niet vanzelf. Zo’n traject creëert verbondenheid.’

Power ‘Er zijn talloze redenen om vluchtelingen in je bedrijf op te nemen. Ik noem alleen al inclusiviteit, diversiteit en maatschappelijke plicht.

HET IS EEN ERVARING’ Er zijn weinig redenen om het niet te doen. Zoals: ‘Ze hebben een trauma dus ik weet niet waar ik aan begin.’ Of ‘ze spreken de taal niet zoals jij en ik.’ Klopt, doe ik ook nog steeds niet zeg ik dan. In mijn boek ‘Tot op de dag’ vertel ik openhartig over mijn eigen leven om te laten zien dat een trauma niet perse in de weg hoeft te staan. Juist in deze tijd van corona moet je als ondernemer wendbaar zijn en iedere keer opnieuw leren om met de situatie om te gaan. Mensen die zijn gevlucht zijn hierin vaak op de proef gesteld. Ze zijn gekomen met een rugzak vol met kennis, ervaring en heel veel veerkracht. Met een open en empathische houding kun je die kennis en dat talent verzilveren. Power in je organisatie en inspiratie voor je medewerkers, dat krijg je er voor terug.’

Levensverhaal ‘Vluchteling zijn bepaalt voor de rest van je leven je ontwikkeling. Ik heb gestreden voor de vrijheid in Iran, heb in de gevangenis gezeten en ben naar Nederland gevlucht. Ik heb geleerd om een hele sterke wil te ontwikkelen en te zorgen dat mijn vrijheid mij niet meer wordt afgepakt. Ik maak mijn eigen keuzes. Een andere karaktereigenschap is mijn vermogen om altijd te kijken naar mogelijkheden. Bij mij hoor je niet zo gauw dat iets niet kan. Daar komt bij dat ik vind dat je nooit moet vergeten dat je op de aarde bent om iets voor je medemens te betekenen. Mijn levensverhaal heeft bevestigd wat ik doe en hoe ik het doe. Met mijn boek wil ik bijdragen aan tolerantie, gastvrijheid en solidariteit. Iedereen kan er iets voor zichzelf uithalen. Wat ik mee wil geven is dat vluchteling zijn geen identiteit is. Het is een ervaring.’

WWW.UAF.NL 17

MARDJAN SEIGHALI IN HET KORT Mardjan Seighali is 30 jaar geleden uit Iran gevlucht voor het regime van ayatollah Komeini. Ze heeft Maatschappelijk werk- en dienstverlening gestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam en heeft verschillende post-hbo opleidingen gevolgd. Mardjan is directeur bij de Stichting voor Vluchteling Studenten UAF (Universitair Asyl Fund), voorzitter van het Humanistisch Verbond, bekleedt verschillende bestuurlijke en adviesfuncties op het gebied van mensenrechten en won in 2019 de Comeniusprijs (een prijs die wordt toegekend aan een persoon, instelling of initiatief gericht op een van de thema's onderwijs, zingeving en samenleving). In januari 2021 verscheen Tot op de dag, het levensverhaal van Mardjan Seighali dat ze samen schreef met Job Hulsman.

| GROEIEN BEGINT HIER.


‘ALS JE IEMAND AANNEEMT MOET DIE HET WEL NAAR ZIJN ZIN HEBBEN’

Myrna Harms, HR-adviseur NOM ‘Een van de actiepunten in het HR-jaarplan 2021 van de NOM is diversiteit en inclusiviteit. Het is van belang dat we daar aandacht aan besteden, want de NOM heeft ook een maatschappelijke functie. Door ons partnerschap in FundRight hebben we afgesproken dat binnen vijf jaar 35 procent van de investment managers van de NOM een vrouw zal zijn. Maar diversiteit gaat niet alleen over vrouwen.

Iedereen roept natuurlijk voorstander te zijn van een diverse en inclusieve organisatie, maar als je kijkt naar de samenstelling van onze organisatie zijn we dat niet. Dan is het makkelijk praten. Dus toen we via het UAF in contact kwamen met Ruzanna, student Human Resource Management, zagen we een kans. Ruzanna gaat tijdens haar stage bij de NOM onderzoeken hoe we binnen de organisatie tegen diversiteit aankijken en zal ons adviseren hoe te komen tot officieel beleid. Het onderzoek zal duidelijk maken hoe we aan een diverse en inclusieve bedrijfscultuur kunnen bouwen. Ik vind dat belangrijk. Als je iemand aanneemt moet die het wel naar zijn zin hebben. Pas als je daarvoor kunt zorgen in je bedrijfscultuur ben je inclusief. Waar het mogelijk is willen we mensen een kans geven bij de NOM. Ik denk dat straks het HR-beleid een goede basis zal zijn om gerichte acties uit te zetten. Dan kunnen we kijken waar de mogelijkheden liggen. Misschien zullen we eerst moeten werken aan onze eigen organisatie.’

18

‘MIJN PLAN IS OM VERDER TE GROEIEN TOT HR BUSINESS PARTNER’ ‘Ik ben gevlucht uit Armenië en woon inmiddels tien jaar in Nederland waarvan al een aantal jaar in Groningen. Via het UAF studeer ik Human Resource Management aan de Hanzehogeschool. Dit is mijn laatste jaar. Mijn afstudeeronderzoek doe ik bij de NOM. Tijdens mijn verblijf in het asielzoekerscentrum vertelde een medewerker me over het UAF. In Armenië had ik human relations gestudeerd maar niet afgemaakt en ik wilde graag de draad weer oppakken. Het UAF heeft me geholpen bij mijn studiekeuze, met studiematerialen en financiële middelen. Ik ben blij dat ze er zijn, dankzij hen heb ik de kans gekregen om in Nederland te studeren. Ook bij het vinden van een stageplek heeft het UAF me geholpen. Mijn begeleider bracht me in contact met de NOM, zij zochten een stagiair om een onderzoek uit te voeren. De NOM streeft naar meer diversiteit en wil een inclusieve werkgever zijn die ook vrouwen, mensen met een afstand tot arbeidsmarkt en mensen met andere achtergronden en uit andere culturen aantrekt. Ik ga onderzoeken of en hoe dat gerealiseerd kan worden. Een interessant thema. Persoonlijk denk ik dat een diverse organisatie zowel voor medewerkers als klanten leuk en aantrekkelijk is.

| FEBRUARI 2021

Ruzanna Hovakimian doet haar onderzoeksstage bij de NOM In februari begin ik. Een plan van aanpak heb ik nog niet, mijn begeleider van de Hanzehogeschool gaat me daarbij helpen. Om te beginnen ga ik kennismaken met alle medewerkers. Erg spannend, maar ik heb er heel veel zin in. Momenteel zit ik nog in de asielprocedure. Ik hoop dat na mijn studie mijn verblijfsstatus in Nederland bevestigd wordt en ik de kans krijg om te werken. Mijn plan is om verder te groeien tot HR Business Partner. Dat zie ik helemaal voor me.’


INVESTEREN

< Johan van der Ploeg

19

Duco Kriele en Kees-Jan van der Made deden een stapje terug en verkochten een deel van

‘IK HOOP DAT ZE NOG LANG BETROKKEN BLIJVEN’

hun aandelen. Oftewel: de directeuren van Wiertsema & Partners gaan voor een Smart Exit. In Johan van der Ploeg is inmiddels een opvolger gevonden. ‘Ik krijg alle tijd om het bedrijf en de markt te leren kennen.’

Het is oktober 2019 als Johan van der Ploeg het pand van Wiertsema & Partners binnenwandelt. Hij is op dat moment werkzaam bij infrabedrijf Roelofs en bij het geotechnische ingenieursbureau uit Tolbert op bezoek voor een projectbespreking. Na afloop stuit hij op de trap op directeur Duco Kriele. De twee raken in een geanimeerd gesprek over de activiteiten van Wiertsema & Partners. De ontmoeting maakt indruk op Johan en laat hem, eenmaal thuis, niet los. Natuurlijk, hij heeft het naar zijn zin bij Roelofs, een echt familiebedrijf waar hij alweer twaalf jaar aan verbonden is. Als rayonmanager is hij, vanuit de hoofdvestiging in Den Ham, verantwoordelijk voor de vijf noordelijke provincies. Hij geniet van de vrijheid die hij krijgt, net als van de uitdagingen die de infrastructurele projecten hem dagelijks bieden. Maar toch: stiekem staat hij wel open voor een nieuw avontuur.

>

| GROEIEN BEGINT HIER.


>

Zeker bij zo’n prachtig bedrijf als Wiertsema & Partners, een prominente speler in de Nederlandse geotechniek. Bovendien had Johan onlangs gelezen dat Duco Kriele en Kees-Jan van der Made aan het rondkijken waren naar toekomstige opvolging. Beide directeuren, en tevens aandeelhouders, wilden graag een stapje terugdoen. Vandaar.

Appje Na wat nachtjes slapen besluit Johan Duco een appje te sturen. ‘Klopt het dat jullie opvolging zoeken, en zo ja, is dat niks voor mij?’ Een reactie liet niet lang op zich wachten. ‘Dat klopt. Ik heb een lijstje met een paar namen in mijn hoofd en één daarvan ben jij.’ Vanaf dat moment gaat het snel. Na een aantal prettige gesprekken schudden Johan en Duco, acht weken na die toevallige ontmoeting, elkaar definitief de hand. ‘Sinds 4 januari 2020 vormen we samen de directie van Wiertsema & Partners’, zegt Johan. ‘Duco gaat zich meer richten op Marine Sampling Holland, onze zustermaatschappij die verantwoordelijk is voor de offshore-activiteiten van het bedrijf en buitenlandse projecten. Bij die internationale projecten ligt echt zijn hart. Door mijn komst kan hij daar meer tijd voor vrij te maken. Kees-Jan houdt zich vooral bezig met nieuwe ontwikkelingen en is daarnaast zeer actief als voorzitter van de branchevereniging.’

Geen haast 20

Inmiddels is Johan, als directeur en mede-aandeelhouder, alweer ruim een jaar bij het bedrijf actief. Nu al voelt hij zich als een vis in het water, zegt hij. ‘Duco en Kees-Jan gaven aan niet veel haast te hebben met de opvolging, waardoor ik alle tijd krijg om het bedrijf en de markt goed te leren kennen. Ik heb er bewust voor gekozen om zoveel mogelijk mee naar buiten te gaan. Daar, in het veld, krijg je een goede indruk van onze werkzaamheden en wat er nu precies van Wiertsema & Partners verwacht wordt. Wat me vooral aanspreekt is de enorme variëteit aan opdrachtgevers. Van gemeenten en provincies tot onafhankelijke onderzoeksorganisaties en particulieren. Jaarlijks zijn we betrokken bij zo’n 3.500 projecten.’ Van de infra naar de geotechniek, het lijkt, zo op het eerste gezicht, een behoorlijke overgang. ‘In de basis zijn het inderdaad twee totaal verschillende vakgebieden,’ beaamt Johan. ‘Aan de andere kant: of het nu gaat om een weg, een brug of een complete woonwijk, allemaal wordt het gebouwd op de ondergrond. Het gekke is, sinds ik bij Wiertsema & Partners werk besef ik pas hoe verschrikkelijk belangrijk het is om goed bodemonderzoek te doen. Bij veel projecten in de wegen- en woningbouw, klein en groot, gaat het daar vaak mis. Simpelweg omdat relevante kennis over de risico’s in de bodem ontbreekt. Eigenlijk is het best raar, dat je daar na 25 jaar werkervaring pas achter komt. Terwijl ik ook nog eens Civiele Techniek heb gestudeerd.’

Duco en Kees-Jan hebben een deel van

hun aandelen verkocht en werken een dagje

in de week minder. Een Smart Exit, wordt dat ook wel genoemd. Johan van der Ploeg

Corona Johan was nog maar kort directeur in Tolbert, toen in maart vorig corona uitbrak. De crisis had vanzelfsprekend impact op het bedrijf, vooral op de buitenlandse activiteiten van Marine Sampling Holland. Het was even schrikken, uiteraard, maar slapeloze nachten heeft hij er, naar eigen zeggen, niet van gehad. ‘De omzet over 2020 was lager dan geprognotiseerd’, vertelt hij. ‘Maar we zijn een stabiel en goedlopend bedrijf. We kunnen wel een stootje hebben.’

| FEBRUARI 2021

Open en direct, omschrijft Johan zijn manier van leidinggeven. Als iets hem niet bevalt of als hij vindt dat het anders moet, geeft hij dat meteen aan. ‘Daarnaast geef ik medewerkers veel verantwoordelijkheid. Dat doe ik met het besef dat iedereen zijn sterke en zwakke punten heeft. Als je die sterke punten in een team kunt bundelen ontstaan vaak de mooiste dingen.’


WWW.WIERTSEMA.NL

21

SMART EXIT EN DE MEERWAARDE VAN DE NOM

Duidelijke taakverdeling Johan is tevreden over de samenwerking met Duco. Meer dan dat zelfs. ‘We hebben doorgaans aan twee woorden genoeg. Het verloopt heel natuurlijk. Al vanaf het begin is er sprake van een duidelijke taakverdeling. Ik ben bijvoorbeeld meteen hoofd Advies geworden. Dat betekent dat ik bij projecten adviseer over uiteenlopende geotechnische -, geohydrologische - en milieuzaken. Halverwege het jaar zijn daar Commercie en KAM-zaken, wat staat voor Kwaliteit, Arbo en Milieu, aan toegevoegd. Duco is nog steeds verantwoordelijk voor de prijsbepaling. Er gaat nog wel een tijdje overheen voordat ik ook dat aspect onder de knie heb. ‘ Zoals gezegd, die tijd heeft Johan ook gekregen. Maar hoe lang eigenlijk? Heeft hij al enig idee of en wanneer hij het bedrijf definitief gaat overnemen? ‘Nog geen idee, maar uiteindelijk is het wel mijn doel’, betoogt Johan. ‘Duco en Kees-Jan hebben een deel van hun aandelen verkocht en werken een dagje in de week minder. Een Smart Exit, wordt dat ook wel genoemd. Dat ze een stapje terug doen vind ik prima, twee stapjes is straks ook goed, maar ik hoop echt dat ze nog zo lang mogelijk doorgaan en betrokken blijven. In welke rol ook. Ik kan nog heel veel van ze leren.’

In het voorjaar van 2019 nam de NOM een aandelenbelang in Wiertsema & Partners. Toen al was duidelijk dat Duco Kriele en Kees-Jan van der Made, de directeuren, een deel van hun opgebouwde bedrijfsvermogen liquide wilden maken en tegelijk nog een tijdje actief wilden blijven binnen het bedrijf. ‘Een Smart Exit wordt dat tegenwoordig genoemd’, licht Ruud van Dijk, Investment Manager van de NOM, toe. ‘De ondernemer kan dan een deel van de waarde van zijn bedrijf ‘veilig’ stellen ter voorbereiding op pensioen of gebruiken om daar andere ‘leuke’ dingen mee te doen. De één koopt er bijvoorbeeld een nieuwe woning voor, een ander gaat beleggen of investeren in andere bedrijven. Om dat geld bij elkaar te krijgen is uiteraard een investeerder nodig. Bij de NOM komen we dergelijke financieringsaanvragen steeds vaker tegen. Ook omdat we naast financiering tevens waardevolle kennis meebrengen. Zo kunnen we samen het bedrijf laten groeien, mogelijke opvolging vinden en begeleiden en helpen bij het organiseren van de uiteindelijke overdacht van het bedrijf. Het is vooral die combinatie van financieren en organiseren die de NOM in dit soort trajecten tot een krachtige samenwerkingspartner maakt.’ Ruud van Dijk | Investment Manager T +31 6 215 185 09 | E vandijk@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


SPOTLICHT

ONDERNEMING UITGELICHT

CORNÉ VAN WILLIGEN GAAT VOOR SNEL, LUCRATIEF EN LEUK 22

We willen de Netflix van

de e-commerce worden. Dat betekent goede

kwaliteit beeldmateriaal, alles wat je nodig hebt

om je business een echte slinger te geven.

| FEBRUARI 2021


Corné van Willigen verbaasde anderhalf jaar

WWW.BUTTERSTREET.NL

geleden vriend en vijand door niet alleen de fysieke winkel van Hi-Fi Corner te sluiten, maar óók de webshop. ‘Dat had ik eigenlijk een jaar eerder moeten doen’, zegt hij er nu over. ‘Dan waren we met Butterstreet 21 nu nóg verder geweest.’

Als er iets is dat Corné Van Willigen heeft opgestoken van de laatste jaren, dan is dat: sneller beslissingen nemen. Eerder van een plan afstappen als het niet werkt, tijdig bijdraaien als het nodig is, vroeger volledig gaan voor een goed idee. Zoiets. ‘Met Hi-Fi Corner was het al een tijd sleuren en trekken. Maar hoe langer je wacht met de beslissing te stoppen, des te meer argumenten je vindt om toch nog even door te gaan.’ Logisch dat het niet makkelijk is. Hi-Fi Corner is een familiebedrijf dat bijna veertig jaar bestond. Daar neem je niet zomaar afscheid van. Vader René maakte het bedrijf (de fysieke winkel in Groningen) groot, zoon Corné leidde het schip naar een online-verdienmodel. Het leverde succes en prijzen op. En tóch was het drie jaar geleden klaar.

Easy, lucrative, fun De moordende concurrentie op het internet maakt het bijna onmogelijk om als kleine speler nog wat te verdienen. ‘De marges werden zo klein, dat elke fout die we maakten bij een bestelling meteen een verlies op dat product betekende.’ Tijdens een trip naar San Diego zag hij het licht. Een tycoon in de online business zei: je onderneming moet easy, lucrative en fun zijn. ‘Ik moest concluderen dat het bij ons geen van drieën meer was.’’

veel meer, wist hij. ‘Ik krijg er zóveel energie van om met dat bedrijf full time aan de slag te zijn, dat ik al snel wist dat ik een goede beslissing had genomen. Een beetje te laat misschien, dat wel.’ Butterstreet 21 bouwt e-commerceshops in vooral nichemarkten. ‘Wij zijn vooral dol op bijzondere technieken. Specifieke software voor de systemen aan de achterkant, of voor het platform eronder. Niet om een leuke gadget te gebruiken, maar puur om de e-commerce te verbeteren. De website is geen doel, maar een middel.’ Bijzonder aan de onderneming is dat niet alleen gebouwd wordt, maar ook geadviseerd. ‘We hebben in allebei heel veel ervaring en kennis in huis. Veel klanten willen allebei. Dan zitten we om tafel om te bedenken hoe de online business verbeterd kan worden en bouwen we het instrument om dat te bereiken. Maar het komt ook voor dat we alleen vertellen hoe het zou kunnen, of juist alleen uitvoeren wat door de klant bedacht is.’ Dat zijn diensten waarnaar Van Willigen destijds naarstig op zoek was voor de optimalisatie van de webwinkel van Hi-Fi Corner. ‘Ik kon gewoon niet vinden waar ik behoefte aan had, precies die combinatie van diensten en kennis die we nodig hadden. Dus heb ik zelf de juiste mensen bij elkaar gezocht en ben Butterstreet gestart.’

Community e-commerce In den beginne was Hi-Fi Corner de enige klant, maar dat veranderde snel, omdat het concept aansloeg in de markt. ‘We groeiden hard, elk jaar met dubbele cijfers.’ Hij deed het ernaast, een paar uur in de week. En nu richt hij zijn volledige aandacht er al een tijdje op. ‘Dat vond ik best spannend toen ik had besloten afscheid te nemen van Hi-Fi Corner: wordt Butterstreet wel succesvol genoeg? Het gaat toch om het steeds maar weer binnenhalen van nieuwe klanten.’

Corné van Willigen nam de pijnlijke beslissing de echte en virtuele deur van het bedrijf te sluiten. ‘Maar we krijgen af en toe nog steeds post van instanties en banken en zo. Je wilt niet weten hoeveel gezeik het is om een bedrijf te stoppen. Je kunt uitschrijven wat je wilt, maar echt weg ben je kennelijk nooit.’

Wel dus. Inmiddels steekt hij veel uren van zijn tijd in een gave spinoff van Butterstreet. Afgelopen november was de kick off ervan. ‘TurnTheCorner.me hebben we het nu genoemd.’ Het gaat om een community voor e-commerce. ‘En dan met name de mensen die er nog niet zo heel bekend mee zijn, met de grote kansen. Denk aan online trainingen, discussies, cursussen, showcases.’

Failliet gaan is in wezen eenvoudiger, een overname van buitenaf ook. Die twee opties zijn niet serieus overwogen. Corné, die 95 procent van de aandelen in handen had, heeft best wat gesprekken met overnamekandidaten gehad. ‘De voorwaarde was steeds dat ik een actieve rol zou behouden. En dat, had ik al besloten, wilde ik echt niet. In mijn hoofd had ik al afscheid genomen.’

Corné van Willigen denkt groot. ‘We willen de Netflix van de e-commerce worden. Dat betekent goede kwaliteit beeldmateriaal, alles wat je nodig hebt om je business een echte slinger te geven. Je kunt los cursussen kopen of een abonnement nemen en alles zien.’ Hij is ervan overtuigd dat daaraan behoefte is. ‘Tijdens de kick off keken al 550 ondernemers mee. Dat zegt veel.’

Butterstreet

Hij schakelt snel. ‘Dit project is zoiets waar je niet te lang over moet nadenken. Keuze maken en gas erop. Beslissing nemen en erachter gaan staan. Sinds ik daar beter in ben, kwam de easy, lucrative en vooral de fun pijlsnel terug.’

Dat hoofd zat al meer in de Boteringestraat, op nummer 21 om precies te zijn. De onderneming die daar zeven jaar geleden ontstond als ondersteuning van de online-activiteiten van Hi-Fi Corner, belooft

23

| GROEIEN BEGINT HIER.


ONTWIKKELEN Kwartiermaker Patrick Brouns verwacht bij verschijning van deze NOMMER – begin maart – de oprichting van Samenwerkende Bedrijven Drenthe (SBD) rond te hebben. In deze bedrijvenvereniging bundelt de Drentse industrie haar krachten op thema’s als innovatie, mobiliteit van medewerkers en externe veiligheid. Brouns verwacht ook dat er door de netwerkfunctie meer zaken binnen de regio worden gedaan.

24

In Drenthe is de industrie – in het bijzonder de procesindustrie – goed voor ruim elf procent van de banen. Het maken van halffabricaten, kunststoffen en ingrediënten voor verdere verwerking in binnen- en buitenland gebeurt in plaatsen als Assen, Beilen, Coevorden, Emmen, Gasselternijveen, Hoogeveen en Meppel. ‘Geografisch gezien is de industrie in Drenthe behoorlijk verspreid’, constateert Brouns, die eerder de kar trok bij Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta. ‘Tegelijk zijn er grote gezamenlijke uitdagingen – van vergrijzing onder het personeel tot de roep om duurzame productie – waarbij het zinvol is om als collectief te opereren. Je hebt elkaar binnen de regio nodig om die sterke internationale concurrentiepositie te behouden. Bedrijven realiseren zich dat terdege, daarom is de tijd rijp dat de Drentse industrie zich verenigt.’ De oproep tot het oprichten van SBD komt voort uit de Procesindustrie Agenda Drenthe, die vorig jaar werd opgesteld door twintig Drentse bedrijven in samenspel met Chemport Europe. Doel van deze agenda is om thema’s als energie, digitalisering, personeel, innovatie en materialenkringloop regionaal op te pakken. ‘Om daarmee concreet samen aan de slag te gaan, is een bedrijvenvereniging essentieel’, stelt de kwartiermaker. ‘Daarom hebben we – ondanks de impact van corona – de afgelopen maanden vlot doorgepakt om dit realiseren. Uitdagingen waar de industrie voor staat, wachten nu eenmaal niet. Bedrijven die eerst goed door de crisis willen komen, kunnen later altijd nog aanhaken. In de Eemsdelta heb ik gezien dat succes doet volgen. Als je maar begint met de groep die graag het voortouw neemt.’

Grotere stappen maken Brouns merkte in de gesprekken met enkele tientallen industriële bedrijven in Drenthe dat ze allemaal zoeken naar manieren om mee te bewegen met maatschappelijke ontwikkelingen. ‘Van klein tot groot: al deze bedrijven willen en moeten duurzamer produceren, terwijl ze tegelijk te maken hebben met beperkende regelgeving, sterke vergrijzing onder het personeel en de moeite om noodzakelijke investeringen rendabel te krijgen. Juist in dat soort uitdagingen kun je samen optrekken en een vuist maken binnen de regio. Als gesprekspartner richting overheid, maar ook om te onderzoeken hoe je proces- en productinnovatie samen kunt aanvliegen. Als collectief kun je bovendien grotere stappen maken in de energietransitie en duurzamer grondstoffengebruik.’

| FEBRUARI 2021

‘Bedrijven zijn gewend om primair op zichzelf te focussen’, merkt Brouns. ‘Ze zien vaak wel het nut van samenwerking, maar in de praktijk is het een hele omslag om meer vanuit het collectief te denken. Een bedrijvenvereniging vraagt iets van haar leden, het is halen én brengen. Maar juist door te investeren in een gezamenlijke basis, scheelt dat op termijn tijd en geld. Je kunt samen ontwikkelingen in gang zetten waar je als individueel bedrijf te weinig invloed op hebt. Neem de zoektocht naar technisch talent die door de vergrijzing alleen maar toeneemt. Door vanuit SBD op te trekken met scholen en instellingen en ook onderling te kijken naar de mobiliteit van medewerkers, creëer je meer mogelijkheden binnen de regio. In plaats van dezelfde vijver leeg te vissen, werk je dan aan nieuwe aanwas en de ontwikkeling van de huidige werknemers in de procesindustrie.’


Naast de netwerk- en themabijeenkomsten spelen de werkgroepen een belangrijke rol

in de uitvoering. De kracht zit in het samen uitwisselen en sparren over vraagstukken.

Scan de QR-code voor meer informatie.

Patrick Brouns

DRENTSE INDUSTRIE WERKT AAN KRACHT VAN HET COLLECTIEF 25

Ander startpunt Samen aan de slag gaan met thema’s als innovatie, duurzaamheid, personeel en externe veiligheid betekent volgens Brouns dat er ook meer kruisbestuiving kan ontstaan. ‘Een aantal bedrijven hebben elkaar al gevonden, maar ik ontdekte dat er binnen de Drentse industrie zeker nog onwetendheid is over wat er allemaal in de eigen regio te vinden is. SBD vervult daarom ook een belangrijke netwerkfunctie en katalysator voor onderling zakendoen. Je gaat elkaar minder als concurrent zien als je samen een regionaal collectief vormt. Natuurlijk hoef je niet alles te delen, maar met een bedrijvenvereniging is je startpunt anders. Ieder heeft z’n eigen kracht en je kunt elkaar versterken, bijvoorbeeld door binnen de keten toeleveranciers te betrekken bij het verbeteren van processen.’

‘Er zijn veel mooie bedrijven binnen de Drentse industrie. Als kwartiermaker was mijn belangrijkste taak om die samen te brengen en zo meerwaarde te creëren. In een snel veranderende wereld neemt de behoefte aan ordening toe en ook daar draagt SBD aan bij. De ervaringen bij Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta zijn daarbij een voorbeeld. Natuurlijk kent elke regio haar eigen dynamiek; het is aan de deelnemende bedrijven om daarin zelf een weg te vinden, met de vereniging als kader. Naast de netwerk- en themabijeenkomsten spelen de werkgroepen een belangrijke rol in de uitvoering. De kracht zit in het samen uitwisselen en sparren over vraagstukken. Vanuit urgente maatschappelijke thema’s gaan we toewerken naar concrete focuspunten binnen de Drentse procesindustrie die aandacht en actie verdienen vanuit het collectief.’ Errit Bekkering | Business Developer T +31 6 250 083 70 | E bekkering@nom.nl | GROEIEN BEGINT HIER.


Glazen bollen worden steeds vager, dat heeft het afgelopen coronajaar wel bewezen. Toch zijn er zekerheden. De energietransitie gaat in steeds sneller tempo door, geen twijfel mogelijk. En nog zo één: data en de verwerking ervan blijven aan belang winnen. Net zo zeker is daarom dat we snel mensen moeten opleiden die ermee om weten te gaan. Maar hoe doe je dat op de beste manier? Nou, door onderwijsinstellingen en bedrijfsleven de handen ineen te laten slaan, samen met de overheid. Dat zorgt voor snelheid en draagkracht. En het belangrijkste: op die manier weet je zeker dat de scholieren en studenten leren wat de markt vraagt.

Hydrogen Valley Sinds kort mag iedereen in Noord-Nederland zich ook inwoner van de Hydrogen Valley noemen. Hier komt van alles op het gebied van waterstof bij elkaar. De toevoer van duurzame energie, de klanten in de industrie, de mobiliteit en de gebouwde omgeving, een gemotiveerd publiek bestuur én waterstoftechnologiebedrijven. En dan ook nog de productie van waterstof en de infrastructuur die klaarligt. Dat lijken de ingrediënten voor een glorieuze toekomst. Maar: dan moeten we wel voldoende mensen hebben die weten hoe ze van die

ingrediënten een mooie taart kunnen bakken. Technisch personeel dus. En laat het nu al langer een groot probleem zijn om daar genoeg van te vinden. ‘Het tekort is er nu al, door de energietransitie wordt de vraag naar technisch opgeleide mensen nog veel groter’, vertelt Arjan Sixma. Hij is directeur Services en projecten bij Engie Services Noord. Denk aan het installeren van warmtepompen, het plaatsen van zonnepanelen en boilers, het werken aan waterstoftechnologie en nog veel meer. Daar bestaan amper opleidingen in, terwijl de specialisten hard nodig zijn, in toenemende mate. Reden genoeg voor ENGIE, Gasunie, Strukton, Enexis, Bouwend Nederland en Techniek Nederland om samen met het Alfa College een nieuwe mbo-opleiding op te zetten: Commercieel Energie Technicus (CET). De eerste leerlingen zijn onlangs van start gegaan. Sixma: ‘Wij hebben die afgestudeerde mensen straks keihard nodig, maar veel meer bedrijven hebben er profijt van. Engie en Strukton zien het – als grote jongens – ook wel als hun verantwoordelijkheid om dit vraagstuk op te pakken. De studenten leren een vak dat ze straks een mooie toekomst geeft. De bedrijven zijn geholpen met de instroom van technisch talent, de opleiding levert straks mensen af die een megakans hebben op een mooie carrière.’ De ontwikkeling van de opleiding CET past perfect in het programma Gas 2.0, een vierjarig subsidieprogramma waarbij zeven onderwijsinstellingen, 55 bedrijven, vier gemeenten en de drie noordelijke provincies zijn betrokken. Doel: door publiek-private samenwerking toekomstbestendig energie-onderwijs ontwikkelen voor de NoordNederlandse energiesector.

26

NIEUW ONDERWIJS ONTSTAAT

| FEBRUARI 2021


‘De samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is daarin essentieel’, zegt Anja Hulshof van New Energy Coalition, kartrekker van het programma. ‘Binnen Gas 2.0 ontwikkelen we onderwijs op thema’s als waterstof, energiebesparing en duurzaamheid voor de mbo-student. We werken daarbij nauw samen met het bedrijfsleven en hbo-instellingen om de aansluiting met de praktijk en een vervolgopleiding zo optimaal mogelijk te maken. Want we hebben ongelooflijk veel vaklui nodig voor de technische verwezenlijking van het energievraagstuk.’

Hoogeveen Een ander mooi voorbeeld van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is te vinden in en om Hoogeveen. Daar is een groep bedrijven gevestigd die heel veel doet op het gebied van IT, bedrijven die over veel data beschikken en die willen inzetten voor innovatie. TVM en Unigarant zijn twee van die ondernemingen. Zij trekken met Fokker aan een nieuwe community, samen met hogeschool Stenden, de Hanzehogeschool, het Alfa College en het Drenthe College. De plek waar onderwijs en bedrijvigheid moeten samenkomen, is onderdeel van de IT-hub die in ontwikkeling is in dat deel van Drenthe. De provincie heeft zich achter het initiatief geschaard, net als de gemeente Hoogeveen. Djurre Dinkla (Front Five) is kwartiermaker. ‘We werken hard aan de totstandkoming. Duidelijk is dat de behoefte aan goed opgeleide mensen vanuit het bedrijfsleven groot is. De focus ligt op het ondersteunen van de digitale transitie van bedrijven, het opzetten van IT innovatielabs en de scholing van studenten en medewerkers van bedrijven.’

Eén van die bedrijven is verzekeraar Unigarant. Namens het bedrijf zit IT-manager Peter Leever aan tafel. ‘De digitale transformatie is een opgave van formaat. We zitten er al middenin, maar er komt nog veel meer op ons af. Het is nu al lastig zat om goede mensen te vinden die daarin hun steentje kunnen bijdragen. Die uitdaging wordt steeds groter.’ Logisch dus dat Unigarant meedenkt en meedoet met de opleiding, die nog in ontwikkeling is. Leever: ‘Wij hebben in deze regio misschien niet zo de naam van IT-regio, maar er gebeurt meer dan menigeen denkt. Bij Unigarant bijvoorbeeld, doen we met 600 collega’s ook al het datawerk voor de ANWB, het moederbedrijf. Dan heb je het over grote datasets, die steeds groter worden. Met de ANWB Veilig Rijden Autoverzekering krijg je korting op basis van je rijscore, die we bepalen aan de hand van rijdata. De data die we daarmee verzamelen gebruiken we daarnaast om onveilige verkeerssituaties op te sporen. Slimme datascientists die ons hierbij kunnen helpen zijn dus van harte welkom.’ De IT-hub betekent meer dan alleen een eraan gelieerde opleiding. Die moet iets hips uitstralen, iets cools. We willen startups verzamelen en faciliteren, misschien wel een datalab opzetten om samen met scholen en andere bedrijven te onderzoeken wat we nog meer met data en algoritmes kunnen. Het moet een innige samenwerking worden, die deze regio op de kaart zet.’ Het convenant is net getekend, geld is gereserveerd. Komende maanden moeten alle plannen tot wasdom komen en realiteit worden.

27

SAMEN MET BEDRIJVEN De bedrijven zijn geholpen met de

instroom van technisch talent, de opleiding levert straks mensen af die een megakans hebben op een mooie carrière.

Arjan Sixma, directeur Services en projecten Engie Services Noord

| GROEIEN BEGINT HIER.


ONTWIKKELEN

KANSEN VOOR DE ZORG ÉN DE ECONOMIE WWW.PGONETWERKNOORD.NL

28

Met de start van PGO Netwerk Noord wordt vaart gemaakt met de ontwikkeling van PGO-diensten. Bedrijven en zorginstellingen uit Groningen, Friesland en Drenthe werken in het programma samen. Het doel is om zoveel mogelijk burgers gebruik te laten maken van PGO-diensten, zorginnovaties te stimuleren én bij te dragen aan een betere en betaalbare zorg. Het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN) heeft 4 miljoen euro subsidie toegekend aan het programma.

| FEBRUARI 2021


IN NOORD-NEDERLAND SAMENWERKING MET PCH ECOSYSTEEM Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) Steeds meer mensen willen hun eigen gezondheid kunnen regisseren. Door gebruik te maken van PGO-diensten is dat mogelijk. In een PGO, meestal een website of app, wordt persoonlijke medische informatie van bijvoorbeeld ziekenhuis, huisarts, thuiszorg en fysiotherapeut centraal verzameld. Als burger of patiënt beschik je zo over je eigen gezondheidsgegevens en bepaal je zelf welke medische informatie je met derden wilt delen.

PGO Netwerk Noord werkt samen met het Personalised & Connected Health (PCH) Ecosysteem. PCH is een open innovatiesysteem waarin het de bedoeling is om met mkb-bedrijven en start-ups innovatieprojecten rondom PGO’s te initiëren en uit te voeren. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) hebben hiervoor subsidie beschikbaar gesteld. In het PCH Ecosysteem nemen Lifelines, Thunderbyte AI, WijDus B.V., Inter-Psy, Certe en UMCG het voortouw.

Data koppelen Veel persoonlijke medische gegevens staan nu nog in de systemen van verschillende zorgaanbieders. Het is de bedoeling om al deze data te koppelen en te zorgen dat zoveel mogelijk zorgaanbieders hun data in een PGO willen delen. Als burger of patiënt kun je je eigen PGO kiezen. Je kunt daaraan ook je eigen apps en gezondheidsprogramma’s koppelen, bijvoorbeeld apps die je bloedsuiker of longfunctie meten, een programma dat je helpt om op gewicht te blijven of metingen van wearables op het gebied van sport. Ook door corona zijn er steeds meer digitale innovaties die de gezondheid en de zorg verbeteren en betaalbaar maken. De verwachting is dat deze nieuwe producten en diensten de zorg blijvend gaan veranderen. De verdere ontwikkeling van PGO’s kan een waardevolle bijdrage leveren om de zorg te ontlasten. Daar komt bij dat PGO’s nieuwe banen zullen opleveren.

SUBSIDIE Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft 4 miljoen euro subsidie toegekend aan PGO Netwerk Noord. Het bedrag komt uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Stichting GERRIT is penvoerder van PGO Netwerk Noord.

PGO-diensten en -producten PGO Netwerk Noord biedt kansen voor zowel de zorg als het bedrijfsleven in Noord-Nederland. Het netwerk is een consortium van ruim veertig noordelijke bedrijven en zorginstellingen. De stuurgroep bestaat uit Stichting GERRIT (een samenwerkingsverband van zorgverleners op het gebied van ICT en informatie-uitwisseling), Philips, De Friesland zorgverzekeraar, Medisch Centrum Leeuwarden (MCL), Stichting Kennislab Noordoost Friesland en de NOM. Zij werken met de andere bedrijven in het netwerk samen om nieuwe zorginnovaties aan te jagen en de ontwikkeling van PGO-diensten en -producten in Noord-Nederland op gang te helpen, vertelt programmamanager Michel Evers. In het netwerk is gerichte kennis en expertise aanwezig om innovatieve mkb’ers en startups te ondersteunen bij hun plannen: technisch, financieel en inhoudelijk. Op het gebied van technische infrastructuur, standaarden voor data-uitwisseling en het bereiken van burgers wordt samengewerkt met het PCH Ecosysteem (zie kader).

Ondersteuning De basis-PGO’s worden door Philips, Ivido en Quli ontwikkeld, partijen die ook deelnemen in het programma. ‘Wat we willen is dat alle PGO-diensten en -producten uitwisselbaar zijn met alle PGO’s’, vertelt Michel. ‘Daarbij is veilige data-uitwisseling tussen zorgaanbieder en patiënt van belang. We helpen mkb’ers en startups met het bouwen van een technische infrastructuur die data-uitwisseling in PGO’s mogelijk maakt en die voldoet aan de strenge standaarden op het gebied van privacy en veiligheid van MedMij. Daarnaast ondersteunen we ondernemers in hun zoektocht naar financiering of met specifieke expertise. Partijen als Flinc, Ik ben Drents Ondernemer en Ynbusiness zijn gefocust op het opschalen van de initiatieven en het vergroten van de samenwerking tussen verschillende partijen. Daarmee vergroten we de impact op de economie in Noord-Nederland en de kwaliteit en kosten van zorg. Nadrukkelijk richten we ons ook op het gebruik van PGO-diensten en -producten door burgers en zorgprofessionals, de eindgebruikers. We werken met een aantal praktijklabs in NoordNederland waar we het gebruik van de PGO-diensten zowel testen als stimuleren. Hiermee willen we bereiken dat de diensten niet alleen ontwikkeld maar ook gebruikt gaan worden.

29

Aansluiten Het programma loopt tot juni 2023. De ambitie is om dan 200.000 noordelijke PGO-gebruikers te hebben. Daarvoor is het belangrijk dat zoveel mogelijk zorgaanbieders hun data willen delen. PGO Netwerk Noord zoekt bedrijven die actief zijn op het snijvlak van economie en zorg, gericht zijn op de ontwikkeling van een PGO-dienst of -product en die aan willen sluiten. Ondernemers die geïnteresseerd zijn kunnen contact opnemen.

MEDMIJ MedMij zorgt dat iedereen die dat wil kan beschikken over zijn gezondheidsgegevens in een zelfgekozen persoonlijke gezondheidsomgeving. Daarbij is het belangrijk dat je als burger zelf bepaalt welke gegevens je in je PGO verzamelt en met wie je ze deelt. MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen burgers en gezondheidsprofessionals. Om het MedMij-label te krijgen wordt een uitgebreide toetsing uitgevoerd. Stichting MedMij bestaat uit nationale organisaties van patiënten en zorgverleners.

| GROEIEN BEGINT HIER.


OP ZOEK NAAR FINANCIERING VOOR JE PGO-DIENST OF -PRODUCT? Gerieke Been is projectmanager Flinc. Ze begeleidt innovatieve startups op weg naar financiering en heeft onder andere ervaring in de medisch technologische sector. Gerieke vertelt wat Flinc voor startups en app-bouwers met een PGO-dienst of -product kan betekenen.

‘De steeds verder stijgende zorgkosten in Nederland zullen uiteindelijk door innovatie en efficiënter werken naar beneden moeten. PGO’s kunnen daarbij helpen. PGO Netwerk Noord is een groot en interessant netwerk van bedrijven en zorginstellingen waar startups met goede ideeën graag bij aan willen haken. Life science en medische technologie zijn onderwerpen die in Noord-Nederland leven, veel partijen werken al met elkaar samen. Vandaar ook de betrokkenheid van Flinc. Met onze deelname willen we zichtbaar zijn voor innovatieve startups die hulp nodig hebben bij hun groeiplannen. Wij helpen door ze in contact te brengen met de juiste partijen. Of dat nou is om een product of dienst te valideren, omdat ze op zoek zijn naar een launching customer of omdat ze hulp nodig hebben bij het vinden van financiering, wij bieden hulp in iedere fase, vanaf het prototype tot en met het vinden van passende financiering.’

WWW.FLINC.NL

‘PGO Netwerk Noord wil het gebruik van PGO’s bij zoveel mogelijk burgers stimuleren. Dat betekent kansen voor startups en app-bouwers met een PGO-dienst of -product. Opname in de nog te ontwikkelen e-health appstore geeft toegang tot een grote klantengroep die het product meteen kan gaan testen of in hun PGO opnemen. Ook kan een app verspreid worden binnen andere PGO-netwerken in Nederland. Mooie voorbeelden van ondernemers die we via het netwerk ondersteunen zijn PETRA en Inforium.’

MAAK KENNIS MET FLINC! We komen graag in contact met zoveel mogelijk partijen. Dus als je denkt dat je dienst of product geschikt is voor verdere ontwikkeling of je bent op zoek naar financiering, neem contact met ons op!’

30

Kijk via de QR-code wat Flinc voor je kan betekenen. Gerieke Been | Project Manager Flinc T +31 6 112 865 53 | E been@flinc.nl

PETRA, WEB-BASED DAGBOEK TOOL

INFORIUM, DIGITALE INFORMATIE OP MAAT

PETRA staat voor ‘personalised treatment by real-time assessment’. Het is bedoeld voor volwassenen die in behandeling zijn voor psychische problematiek. In deze dagboek tool kunnen mensen die in behandeling zijn dagelijks bijhouden hoe ze zich voelen. Behandelaren kunnen via PETRA samen met hun patiënten een gepersonaliseerd dagboek samenstellen en verzamelde data interpreteren. Zo ontstaat meer inzicht in hoe dagelijkse factoren van invloed zijn op de ervaren problematiek. Dit is dan een goede basis voor interventie selectie en shared-decision making tijdens de behandeling. Daarnaast geeft het invullen van dagboeken de patiënt meer inzicht en zelfmanagement in de problematiek.

De filosofie van Inforium is dat patiënten en cliënten die goed geïnformeerd zijn ook meer grip en begrip krijgen voor hun situatie en behandeling en betere keuzes maken. Inforium is een contentplatform dat digitale contextinformatie op maat van de zorgverlener deelt met de cliënt. Een folder wordt vervangen door een Inforium met video, tekst en links van geaccrediteerde bronnen die per mail en naar portal en/ of PGO gedeeld kan worden met een cliënt. Het gebruik van Inforium is voor zorgverleners eenvoudig. De zorg is efficiënter ingericht waardoor minder contacturen met de arts nodig zijn. Technisch gezien zal in de PGO’s een plaats voor uitleg en informatie op maat naast de data gecreëerd moeten worden. Via een koppelingstraject beogen MedMij en Inforium dit te realiseren. De eerste content zal waarschijnlijk in 2021 via MedMij in de PGO geplaatst worden.

Flinc heeft ons begeleid om onze plannen verder te structureren, inzicht te krijgen in onze juridische entiteit en de consequenties daarvan voor het ophalen van financiering. De samenwerking met Flinc heeft duidelijk gemaakt dat PGO Netwerk Noord niet het meest logische platform is voor PETRA, maar heeft ons uiteindelijk wel verbonden met Triade. Harriëtte Riese (associate professor, afdeling psychiatrie, UMCG)

WWW.PETRAPSY.NL | FEBRUARI 2021

We werken samen met Flinc aan een business model en financiering zodat we PGO Noord-partners kunnen voorzien van betrouwbare content voor hun applicaties. Hiermee kunnen ze hun gebruikers zonder zorgen van geaccrediteerde informatie op maat voorzien. Dr. Markus L.Y.M. Oei – Oprichter en directeur innovatie Inforium

WWW.INFORIUM.NL


HOOFD &

BIJ ZAKEN

Om een spijkerbroek te produceren van nieuwe grondstoffen is circa 8.000 liter water nodig. NPO3 De top van de Mount Everest is ongeveer net zo groot als 2 pingpongtafels. New York Times Er ligt ongeveer 37.000 km fietspad in Nederland. Fietsbond

Bijen kunnen elektrostatische velden waarnemen om te bepalen of een bepaalde bloem recentelijk door een andere bij is bezocht. Horizon Magazine Aanstekers todayifoundout

zijn eerder uitgevonden dan lucifers.

Kamerplanten zijn ongekend populair in tijden van thuiswerken. Sommige online verkopers registreerden een omzetverhoging van 300% gedurende de eerste lockdown. De populairste planten zijn de Strelitzia, Calathea en de Monstera. WNL / Fleur.nl

31

Elke minuut wordt er door gebruikers 500 uur aan video’s geüpload naar YouTube. Statista Nederlanders eten gemiddeld 19 kilo kaas per persoon per jaar. frenchfoodstories.com De leefbaarheid binnen de Noordelijke provincies in 2021 wordt door de bewoners gewaardeerd met gemiddeld een 7,8. Sociaal Planbureau Groningen

De Rijksuniversiteit Groningen telde in 2020 36.023 ingeschreven studenten voor een bachelor- of masteropleiding. Dit is een stijging van ruim 9,8% ten opzichte van collegejaar 2019-2020. RUG

Nederland is voor de 7e keer op rij uitgeroepen tot ‘Best Connected Country’ door pakketvervoerder DHL. Sinds de oprichting van de prijs heeft Nederland hem elk jaar gewonnen. iamsterdam | GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN ‘Eindgebruiker kiest vaak voor goedkoop’

De toegangspoort naar een wereld van nieuwe en duurzame kunststoffen staat uitnodigend wijd open, maar achter de poort liggen nog wel wat obstakels. Kunststofexpert Senbis uit Emmen maakt bijvoorbeeld producten waar de wereld op zit te wachten. En toch is het vaak moeilijk de verkoop op gang te krijgen.

Zo’n probleem kennen meer bedrijven met een sterke onderzoekstak: ze lopen te ver voor de markt uit en hebben achteraf misschien ook iets te weinig aandacht voor marketing & sales. Gerard Nijhoving, directeur van Senbis, noemt nog een andere reden waarom hij onder andere zijn biologisch afbreekbare korrels voor kunstgras nog lastig kwijt kan, terwijl iedere voetballer juist een schone kunstgrasmat wil: regelgeving en overheidseisen. ‘Het zou helpen als de overheid in de eisen voor het bestek vraagt om duurzame producten, want nu mist er een prikkel’, legt hij uit. ‘Want duurzame producten zijn altijd duurder en worden daarom niet als eerste gekozen.’

Nijhoving zegt dat er wel even is geaarzeld om in deze onzekere tijden te investeren. ‘Maar we zijn ervan overtuigd dat de verduurzamingstrend in de kunststofsector alleen maar sterker wordt’, zegt hij. De maatschappij gaat het eisen. Maar daarbij tekent hij wel aan: ‘De consument wil het, maar als producent van halffabricaten zitten we met Senbis wel te ver van die consument af om daar invloed op te hebben.’ En zo komen we weer bij het punt waarmee we dit verhaal begonnen. Want duurzame producten van Senbis zijn minder goedkoop, omdat er veel onderzoekskosten in zitten en er nog geen grote omzetten zijn. Maar ook omdat de vaak milieubelastende plastics waarmee ze concurreren qua prijs en kwaliteit volledig uit elkaar getrokken zijn: goedkoper kan niet, beter kan niet en recyclebaar, ho maar. Nijhoving: ‘Het is een ratrace to the bottom.’ De eindgebruiker kiest nog al te vaak voor goedkoop. Het is gemak. Duurzame producten verraden visie en principes bij de koper, de goedkope alternatieven onthullen een gebrek aan goede wil.

R&D is op niveau van een multinational Senbis leunt op twee poten. De eerste is R&D dienstverlening, ofwel onderzoek en ontwikkeling. Senbis heeft, als voormalige research afdeling van AKZO en Diolen, op dat gebied zowel de faciliteiten als de

Proeftuin duurzame kunststoffen 32

Het is een complex scala van factoren waar bedrijven als Senbis doorheen moeten akkeren en baggeren voor ze de wereld blij kunnen maken met hun baanbrekende en duurzame nouveautés. Geld, onderzoek en machines zijn bijvoorbeeld evenmin onbelangrijk. Senbis kent alle obstakels en om die reden wordt in dochter SPIC Facilities 5,5 miljoen geïnvesteerd om een proeftuin voor duurzame kunststoffen neer te zetten waarvoor meteen nieuwe pilotmachines worden aangeschaft. SPIC is het Sustainable Polymer Innovations Cluster van Chemport Europe, waarbinnen onderwijs en bedrijven hun krachten en kennis hebben gebundeld. Gerard Nijhoving: ‘Met SPIC Facilities vullen we de ontbrekende puzzelstukjes in van het ecosysteem van Chemport Europe. We krijgen nu een indrukwekkend aanbod van machines, waarmee we opeenvolgende processen in de productie van nieuwe materialen beschikbaar hebben: van enkele grammen tot vrachtwagens vol.’

Bij SPIC door de sluis van opschaling SPIC vormt de sleutel tot groei van de sector. Ieder bedrijf moet door dezelfde sluis van opschaling, maar hoeft nu niet steeds dezelfde machines als de collegabedrijven aan te schaffen. De ontwikkeling van duurzame kunststoffen kan zo worden versneld en opgeschaald. Nijhoving: ‘We kunnen ons onderzoek nu veel beter doen. Sommige vragen konden we tot nu niet beantwoorden, omdat we wel de kennis maar niet de faciliteiten hadden.’ De kennis in het kunststoffencluster in Emmen wordt geroemd. Het Getec park.Emmen, zoals Emmtec tegenwoordig heet, heeft een voor Europa unieke structuur, want het is de enige plek in ons continent waar alle denkbare faciliteiten bij elkaar staan. Het cluster SPIC heeft meerwaarde. Nijhoving: ‘Ons doel is om het product en het proces zo snel mogelijk werkend te krijgen. Dat kan hier.’

| FEBRUARI 2021

SENBIS IS KLAAR


kennis van een industriële multinational. Het mkb kan dat onmogelijk zelf opbouwen. Sterker nog, de meeste multinationals hebben niet de mogelijkheden die Senbis heeft. Daar komt de beschikbaarheid van SPIC dan nu ook nog bij.

aanpakken, want de schoorsteen moet wel roken’, klinkt het. ‘We krijgen vaak het verzoek om ook nog even een bepaald product mee te nemen in onze ontwikkelingen. Als een klant niet wil betalen voor dat onderzoek, zijn we daar zeer kritisch in.’

De tweede poot bij Senbis is de productie van duurzame en biologisch afbreekbare kunststoffen. Daar komen de afbreekbare korrels vandaan, maar ook het afbreekbare draadje voor de trimmer die door plantsoendiensten worden gebruikt om het gras te onderhouden. Soortgelijk touw kan onder een visnet worden bevestigd dat bij bodemvissen over de zeebodem wordt getrokken. Het touw dat nu gebruikt wordt, ook wel ‘pluis’ genoemd, zorgt voor grootschalige plastic vervuiling in de zee.

Daarom kiest Senbis altijd een eigen niche. Zo wordt permanent gekozen voor de biologisch afbreekbare plastics in producten die een grote kans hebben in de natuur terecht te komen. Nijhoving: ‘Want dan leveren we toegevoegde waarde. Wij willen microplastic-problematiek oplossen. We zullen daarvoor worden beloond.’

Senbis heeft dus een alternatief. Maar waarom wordt dat nog niet grootschalig ingezet? Nijhoving: ‘Ons biopluis is duurder dan het huidige pluis en er is geen subsidie of regelgeving voor het gebruik van ons duurzame alternatief. Met andere woorden er is geen prikkel voor verandering.’

Schoorsteen moet wel roken Senbis legt, als voorloper, dus een pad geplaveid met risico’s af. Nijhoving weet dat als geen ander. ‘We kunnen daarom ook niet alles

Gerard Nijhoving, > directeur Senbis

EMMY SAIMI-ROOZEBOOM, INVESTMENT MANAGER VAN MKB FONDS DRENTHE: ‘Wij investeren vaak in iets dat opgeschaald moet worden. Wij zien de kansen zeker bij Senbis. Er is een businessmodel en Senbis heeft laten zien dat het wat kan. We staan nu aan de vooravond van een uitbreiding en door hierin te stappen met risicodragend kapitaal hopen we andere financiers en investeerders ook mee te trekken. Het is een mooi verhaal, interessant en redelijk uniek. We dragen nu bij aan een steviger fundament van eigenlijk een nieuwe sector. Het verhaal is goed, maatschappelijk treft het doel. Het levert werk op in de regio, maar milieutechnisch levert Senbis ook zeker een toevoeging. En verduurzaming is uiteindelijk voor iedereen van belang. 33 Emmy Saimi-Roozeboom | Investment Manager T (06) 461 074 13 | E saimi-roozeboom@mkbfondsdrenthe.nl

VOOR VRAAG UIT MARKT WWW.SENBIS.COM

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

34

Snel schakelen en samen doorpakken: dat is wat de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM), Ynbusiness en de provincie Fryslân vorige zomer deden, toen zij constateerden dat er door de impact van corona een gat was ontstaan in financieringsland. Dankzij het gezamenlijke initiatief Ondernemersimpuls Fryslân kunnen Friese ondernemers die anders tussen wal en schip vallen tóch blijven investeren.

| FEBRUARI 2021

Ondernemersimpuls Fryslân verstrekt leningen van € 50.000 tot € 250.000 aan ondernemingen in het Friese micro- en kleinbedrijf. Het is een noodinstrument, bedoeld voor alle bedrijven met een winstoogmerk die door de coronacrisis een acuut financieringsvraagstuk hebben en niet in aanmerking komen voor gangbare financiering of coronaregelingen. De regeling omvat 2 miljoen euro en is onlangs verlengd tot eind 2021, zodat Ondernemerimpuls Fryslân ook dit jaar ondernemers kan helpen om sterker uit de crisis te komen. Aanvragen kan via www.ondernemersimpuls.frl.


FOM.FRL ‘Het gaat nadrukkelijk om bedrijven die goed voor ogen hebben hoe ze sterker uit de crisis kunnen komen’, vertelt investment manager Diederik Jongema van de FOM, die de aanvragen beoordeelt. ‘Deze overbruggingslening is er niet om de coronacrisis uit te zitten, maar om actief te blijven werken aan gezonde business. Het geld wordt ingezet als werkkapitaal, om noodzakelijke investeringen te doen of om het businessmodel aan te passen naar een bestendiger toekomst. Met dit initiatief geven we letterlijk een impuls aan ondernemingen die gezond waren, maar hard zijn geraakt door de coronacrisis, terwijl ze nog steeds alle potentie hebben om straks terug te veren.’

zou in het voorjaar van 2020 net het eerste van een reeks tiny houses opleveren, toen alle opties wegens corona kwamen te vervallen. De engineers besloten het roer meteen om te gooien en bedachten sanitaire units voor campings, omdat daar een groeiende vraag ontstond. Ook zag Barrelcamp kansen om haar kennis en kunde in te zetten voor thuiswerkunits en onderkomens voor dagrecreatie. Om de productie mogelijk te maken, klopten ze aan bij de FOM voor een overbruggingslening. ‘Het was duidelijk dat zij móesten investeren om verder te kunnen’, aldus Diederik. ‘Dan ben je blij om van betekenis te kunnen zijn met passende financiering.’

Noodinstrument

Barrelcamp, Che Chil en de andere bedrijven die tot nu toe in aanmerking kwamen voor een lening van Ondernemersimpuls Fryslân voldeden allemaal aan de gestelde criteria: vóór corona waren ze financieel gezond, ze zijn geraakt door de crisis, hebben aantoonbaar potentie om weer gezond te worden en ze kwamen in de huidige situatie níet in

Krachtig terugveren lukt de bedrijven waar Diederik op doelt alleen als hun acute financieringsvraag wordt opgelost. ‘Onder het Friese micro- en kleinbedrijf zijn diverse sectoren die buiten de criteria vallen van specifieke coronaregelingen en de bestaande financieringsmoge-

STERKER UIT DE CRISIS MET ONDERNEMERSIMPULS FRYSLÂN lijkheden. Dat geldt vooral voor kleinzakelijke dienstverlening, recreatie en horeca en juist die bedrijven zijn in Friesland belangrijke aanjagers van de regionale economie. Daarom zijn wij in dat gat gesprongen met een noodinstrument: een betaalbare overbruggingslening voor ondernemers die verder willen. De nuchtere Friezen zijn vrij terughoudend als het gaat om financieringen, maar Ondernemersimpuls Fryslân trekt bedrijven die licht aan het eind van de coronatunnel zien en daar vol op inzetten.’

aanmerking voor gangbare financiering of regelingen. ‘We toetsen de aanvragen binnen twee weken, omdat het in deze tijd essentieel is dat ondernemers snel verder kunnen’, benadrukt de investment manager. ‘Diezelfde efficiëntie en kordate actie was nodig toen we als FOM, Ynbusiness en de provincie Fryslân vorig jaar signaleerden dat er bedrijven tussen wal en schip dreigden te vallen. Al voor de zomer zagen we de noodzaak en dankzij grote inzet van alle betrokkenen konden we eind augustus starten met Ondernemersimpuls.’

Eén van die bedrijven is Che Chil, een jong foodbedrijf in Leeuwarden dat kaas van partner Friesland Campina verwerkt tot verrassende gerookte kaassticks. Het product sloeg goed aan bij de horeca, tot corona toesloeg en acuut een stevige rem op de groei van het bedrijf zette. ‘De bevlogen ondernemer achter dit concept was al van plan om zich na introductie via de horeca rechtstreeks op de consumentenmarkt te richten’, vertelt Diederik. ‘Nu is het bittere noodzaak om op korte termijn vol in te zetten op retail en online verkoop. Met de overbruggingslening van Ondernemersimpuls kan Che Chil de investeringen doen die nodig zijn om dat voor elkaar te krijgen, zodat het bedrijf niet meer afhankelijk is van de horeca en ook na de crisis een steviger basis heeft in de markt.’

Veerkracht regio

Het roer om Ondernemersimpuls Fryslân is er ook voor getroffen ondernemers die door de effecten van corona nieuwe marktbehoeftes signaleren en daarop willen inspelen. Neem Barrelcamp uit De Wilgen. Deze starter

35

De regeling – zie kader – had in eerste instantie een looptijd tot 31 december 2020, maar is recent verlengd tot eind dit jaar. Diederik: ‘De crisis en onzekerheid duren voort. Om in te zetten op de mogelijkheden die er wél zijn, is het belangrijk dat het micro- en kleinbedrijf over financiële middelen kan blijven beschikken. De regeling blijft nadrukkelijk bedoeld voor bedrijven met ideeën, lef en serieuze kansen om in business te blijven en sterker uit de crisis te komen. Het blijft koffiedik kijken hoelang en hoeveel impact corona nog heeft. Wij verwachten pas na de zomer iets zinnigs te kunnen zeggen over dit jaar, maar intussen blijven we in gesprek met ondernemers die laten zien dat ze met deze overbruggingslening in staat zijn om de klappen van de crisis positief om te buigen. Zodat hun eigen bedrijf overeind blijft en daarmee ook bijdraagt aan de veerkracht van de regio.’ Diederik Jongema | Investment Manager T +31 6 557 122 96 | E jongema@fom.frl

| GROEIEN BEGINT HIER.


DRIJFVEREN

TAPP.ONLINE

Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in NoordNederland daar bewust mee bezig? En hoe pakken ze dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze rubriek organisaties die hun beweegredenen actief onderzoeken.

36

DE WERELD VERBETEREN MET Niels Postma (37) nam vorig jaar ontslag om zich volledig te focussen op zijn kansrijke startup Tapp.online. Middenin de coronacrisis, met twee jonge kinderen en een baby. De Friese ondernemer – die vanuit zijn zolderkamer in Joure zijn ‘intelligente papier’ de wereld instuurt – vertelt graag waarom hij voor het ondernemerschap gaat.

| FEBRUARI 2021


Bij veel bedrijven raken de oorspronkelijke drijfveren na verloop van tijd wat naar de achtergrond. Bij startende ondernemers is de drive nog kakelvers, zoals bij Niels. Hij stelt zichzelf en anderen geregeld de vraag: wat zou je doen als geld geen rol speelt? ‘Want geld is een drijfveer geworden die overstemt waar het werkelijk om gaat’, stelt de oprichter van Tapp.online. ‘Natuurlijk, geld maakt dingen mogelijk, maar het gaat in de kern om de mógelijkheden. Wat wil je doen? Wat wil je bijdragen? Daar wil ik op focussen. Door mezelf af te vragen hoe ik mijn ideeën en talenten kan inzetten. Niet op safe spelen, maar bezig zijn met waar ik blij van word én waarmee ik de wereld een beetje beter maak. En als ik waarde kan toevoegen, dan volgt vast ook het geld wel.’

Internet of things Niels spreekt vanuit vertrouwen in zijn business: ‘intelligent papier’ dat als label is toe te voegen aan producten die de hele wereld over gaan en waar klanten handige data uit kunnen genereren. ‘Het begon met het verwerken van een NFC-chip (near field communication, zoals bij contactloos betalen, red.) in bijvoorbeeld folders, posters en productlabels’, vertelt Niels. ‘Handig voor marketingdoelen, het overbrengen van informatie én om inzicht te krijgen in hoeverre dat slaagt. Die chip integreren in papier bleek een prachtige basis, maar de volgende stap maakte de cirkel pas echt rond: het toevoegen van sensoren die transportcondities meten – zoals temperatuur, luchtvochtigheid of schokintensiteit – inclusief koppeling met een ondersteunend dataplatform. Zo breng je het internet of things op plekken waar je anders niet komt. In papier, in plaats van het vervuilend plastic waarin bestaande dataloggers vaak verwerkt zijn.’

SLIM PAPIER Duurzaam en circulair werken is één van de grootste drijfveren achter Niels zijn onderneming. ‘Met drie kinderen ben ik me bewuster dan ooit van de toekomst. En daar ben ik niet de enige in. De roep om beter voor onze planeet te zorgen, wordt groter en bedrijven bewegen daarin mee. Met mijn intelligente papier en karton kan ik een bijdrage leveren. Omdat het recyclebaar is en ook omdat het materiaal steeds vaker wordt gewonnen uit landbouwafval, in plaats van bomen. De chip, sensoren en geprinte minibatterijen die ik in het papier aanbreng, zijn minuscuul en net als nietjes prima te verwerken bij de recycling. Dat is een hele stap vooruit in vergelijking met plastic loggers die in veel landen in de afvalverbranding terecht komen.’

Verrassende wending Hoe kwam Niels op dit idee? ‘Door toeval’, vertelt de ondernemer. ‘Na mijn rechtenstudie realiseerde ik me dat ik geen mens ben om me zestig uur per week in een kantoor op te sluiten. Maar wat dan wel? Ik stapte bij mijn ouders in het bedrijf, die net hun fysieke winkel hadden verkocht om in te zetten op een online culishop met duurzame producten. Helaas ging die ten onder in de periode van de bankencrisis. Toen vroegen vrienden van mijn ouders of ik bij hen in de drukkerij wilde stappen, met de insteek om het bedrijf na hun pensionering over te nemen. Een compleet nieuwe wereld voor mij. Dat een traditionele

drukkerij niet toekomstbestendig is, ontdekte ik al snel. Intussen was ik wel helemaal gegrepen door papier en die drive bracht een verrassende wending.’ ‘Hoe meer ik me in papier verdiepte, hoe gefascineerder ik was. Een circulair natuurproduct, daar moeten we toch méér mee kunnen? Ik wilde papier als het ware opnieuw uitvinden, zoals Tesla de auto door toevoeging van technologie naar een ander niveau tilde en zoals Netflix de hele film- en televisiewereld opschudde. De nerd in mij – als kind haalde ik al graag computers uit elkaar – ging prutsen met papier en een NFC-chip en voilà, zo kwam ik tot intelligent papier. Na een succesvolle pilot bij pootgoedbedrijf HZPC dat wereldwijd bigbags met pootaardappelen levert, kwam de vraag of ik ook sensoren in het papier kon integreren. En dat is gelukt. Op dit moment doet HZPC opnieuw een grote pilot waarbij sensoren in de slimme labels de temperatuurschommelingen tijdens transport in kaart brengen. Maar ook de NFC-chip blijft belangrijk: zo kunnen afnemers ter plekke met hun smartphone teeltadviezen over de rassen uitlezen, in hun eigen taal.’

37

Wereldwijd impact De publiciteit rondom de bigbagpilot heeft al tot aanvragen geleid vanuit Australië, India en andere landen. Niels werd bovendien uitgenodigd om over zijn innovatieve product te vertellen op CES, de grootste techbeurs ter wereld die dit jaar online plaatsvond wegens corona. ‘Tja, die coronacrisis is jammer’, zegt Niels, ‘maar verder klopt alles. Mijn intelligente papier en bijbehorende dataplatform zijn een schaalbaar concept dat wereldwijd impact kan hebben. Ik werk nu samen met één steengoede programmeur en wil dat uitbouwen tot een krachtig team. Mijn focus ligt op de techniek van het slimme papier en voor de productiekant ben ik bezig met partners. Lange tijd dacht ik: waar ben ik nou goed in? Mijn kracht blijkt dat ik van veel een beetje weet en dat slim kan verbinden tot een zeer toegankelijk circulair product. Nu dat aanslaat, heb ik echt de kans om de wereld een beetje beter te maken met iets waar ik zelf ook blij van word. Dát wilde ik na mijn studie al, maar toen had ik nog geen idee ...’

| GROEIEN BEGINT HIER.


ONTWIKKELEN

PROF. JAN POST:

‘MENS BEPAALT WAT MET AI GEBEURT’ Prof.dr.ir. Jan Post pareert de vrees voor de effecten van AI (artificial intelligence, ofwel kunstmatige intelligentie) met een fraaie metafoor. ‘We hebben lang gewerkt aan de 38

bouwsteen en nu die er is, je kunt er huizen mee bouwen of ze door een ruit gooien. Maar

een sterke positie op te bouwen in de ontwikkeling en toepassingen van kunstmatige intelligentie. Het gaat niet alleen regionale samenwerking maar om de aansluiting bij de Nederlandse AI Coalitie en de aansluiting bij de EU. Voordelen: een gunstiger vestigingsklimaat en betere kansen voor innovatie van bedrijven en op financiering van R&D.

‘We doen het niet eens zo slecht’

het is de mens die bepaalt wat ermee gebeurt.’

De Nederlandse AI Coalitie heeft een actie-agenda voor dertien domeinen (onder meer gezondheidszorg, water, agrofood, energie, mobiliteit, maritiem en smart industry). Post: ‘We willen laten zien wat Noord-Nederland kan toevoegen.’ Yvonne Kooi (voormalig directeur Royal Goedewaagen) staat hem bij, samen met de RUG.

Zo gaat het ook met AI, wil hij maar zeggen. We kunnen computers (robots) net zo slim maken als we willen, maar die computers en robots zullen ons niet gaan domineren. De metafoor is mooi. Er is niettemin wel wat op af te dingen want een computer of robot kan zelf beslissingen nemen en een steen niet. Maar ook dan, als de robot hoegenaamd autonoom de verkeerde beslissingen neemt, zijn wij mensen het die onze eigen ruiten ingooien.

De professor gaat geen knollen voor citroenen verkopen, want op de vraag of er al veel bedrijven op AI draaien, klinkt het: ‘Ja en nee. Een paar bedrijven staan hun mannetje, zoals Philips en Ziuz. We doen het niet eens zo slecht, maar bij ons, in Noord-Nederland zitten de projecten meer verspreid. Er is in elk geval volop mkb en veel interesse, dat over de volle breedte moet zien aan te sluiten.’

Post is kwartiermaker AI

De kennis en toepassingen op het gebied van AI moeten worden ingezet voor welzijn en welvaart, zo vindt de Nederlandse AI Coalitie. ‘Ja, dat is ook ons grote doel’, klinkt het. We kunnen niet achterblijven, vindt Post, want de digitalisering is op stoom. Smart Industry, een kindje van Post, profiteert ten volle. Post: ‘Het wordt nu tijd de digitalisering uit te buiten, want die wereld is immens gegroeid en heeft veel potentie.’

Jan Post is de kwartiermaker van de AI-hub Noord-Nederland, zeg maar de regionale uitvoeringsclub van AI Coalitie Nederland. Hij is al de kartrekker van Smart Industry in Noord-Nederland, professor digitale productie en bij Philips Consumer Lifestyle belast met strategische partnerships. AI is de wetenschap die zich bezighoudt met het creëren van ‘dingen’ die een vorm van intelligentie vertonen. De AI-Coalitie Noord-Nederland brengt noordelijke bedrijven, kennisinstellingen en andere belanghebbende organisaties (overheid) bij elkaar om

| FEBRUARI 2021

Zeiler Post: Wel goede route kiezen

Kunstmatige intelligentie is min of meer een model van menselijke hersenen in de computer. Je kan informatie (lees data) opslaan in een dergelijk AI-systeem en op die manier de kennis die opgeslagen ligt


in het systeem hergebruiken als een vorm van intelligentie. Op basis daarvan (kennis en ervaring) kunnen die kunstmatige hersenen zich ontwikkelen. Post: ‘We moeten leren snappen hoe we het moeten gebruiken. Het pad is nog niet geplaveid, we weten niet waar het eindigt. Dus moeten we ervaring opbouwen en dan kun je meewandelen in de goede richting.’ En verwijzend naar zijn inauguratierede aan de RUG, puttend uit zijn ervaringen als zeiler: ‘Als je niet weet waar het eindigt, kun je nog wel de goede route en richting kiezen.’

Juiste routes, juiste keuzes Artificial Intelligence biedt kansen en bedreigingen. Post beaamt: ‘Het leidt altijd tot de steen die je gebruikt om een huis te bouwen of door een ruit te gooien.’ Juiste routes, juiste keuzes, daar gaat het om. Post: ‘Het is intelligentie als je informatie gebruikt en op basis daarvan beslissingen neemt. Digitalisering, op zichzelf, is niet intelligent, want daarmee neem je nog geen besluiten.’

voorspellen. Predictive maintenance is zo’n voorbeeld. Als je met een helikopter naar een windturbine op zee vliegt is het handig om te weten wat je meeneemt en dat je weet welke onderdelen aan vervanging toe zijn.’ Dit soort voorspellend onderhoud en logistiek is ook toe te passen in de maritieme sector en in de industrie.

AI gaat wereld veranderen AI biedt talloze mogelijkheden, want data over machines en menselijk gedrag leidt tot informatie en beslismomenten. Post: ‘Je moet er wel goed mee leren omgaan. Het gaat de wereld enorm veranderen. Het is zaak om er de goeie dingen mee te blijven doen. De systemen worden intelligenter en dus moet je steeds beter opletten. De negatieve kanten moeten we leren beheersen.’

Partners Partners in de AI-coalitie Noord-Nederland zijn: Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden, Van Hall Larenstein, UMCG,

Repeterende handelingen en beelden vormen de basis voor AI. Ze zijn goed in te zetten voor de noordelijke sectoren die mee gaan doen. Post: ‘Sectoren staan niet op zichzelf, het zijn geen geïsoleerde gebieden, er is ook interactie tussen al die werelden. Je leert soms te

ASTRON, New Energy Coalition, TNO, Wetsus, Philips, Innovatie Cluster Drachten en Metaalunie en FME via Smart Industry Hub (meer dan 2.000 bedrijven). Dina Boonstra (directeur NOM) is voorzitter van de AI-coalitie.

39

‘ER KUNNEN ONEINDIG VEEL IDEEËN UIT VOORTVLOEIEN.’ Jarno Duursma, spreker/auteur/trendwatcher over digitale technologie: ‘Kunstmatige intelligentie kan ervoor zorgen dat fysieke spullen slimmer worden. Bijvoorbeeld bij het internet of things (fysieke spullen verbonden met het internet, red.). Software op apparaten zorgt ervoor dat sensoren steeds slimmer worden. Neem een autofabriek. Eén maal in de vier uur werden de robots in de fabriek stilgezet, omdat ze gecalibreerd moesten worden zodat de robotarmen weer precies zo werken als ze zijn ingesteld. Dat gebeurt tegenwoordig realtime dankzij geïntegreerde artificial intelligence in sensoren. Een ander voorbeeld is een piepkleine camera die zonder verbinding met internet beslissingen kan nemen. Bijvoorbeeld waar auto's geparkeerd kunnen worden. Of ze tellen producten, waardoor ze de voorraad bijhouden. Als je uitzoomt van die toepassingen dan zie je dat bijna alle techmegatrends door AI een immense versnelling hebben doorgemaakt. Ook AR en VR (Augmented en Virtual Reality) zijn door AI beter geworden. De synthetische media vormen een nieuwe trend. Ze worden gecreëerd door kunstmatige intelligentie, die van video’s, foto’s,

teksten, geluidsfragmenten nieuwe media maakt. Denk bijvoorbeeld aan de video's waar gezichten en stemmen verwisseld worden en softwaresystemen die geloofwaardige teksten schrijven. Er is een site ‘This person does not exist’, maar ook ‘This car, church, flower – noem maar op – does not exist’. Het is software die op basis van een database nieuwe gezichten of nieuwe auto’s bedenkt. Als je op die manier steeds nieuwe bloemenvazen weet te bedenken, zou het voor een binnenhuisdesigner van Ikea misschien een inspiratiebron kunnen zijn. Je kunt zelfs nieuwe recepten maken, bijvoorbeeld marshmellows met de smaak van een dubbele espresso of kauwgom die naar knoflook smaakt. Er kunnen oneindig veel ideeën uit voortvloeien. Slimme softwaresystemen bedenken zelfs compleet nieuwe bedrijfsideeën, zoals 'een tool die je kan helpen bij het vastleggen van patenten'. Er is nu een golf van synthetische media ontstaan. Heb je mij en mijn avatar al gezien? Ik heb in een kwartier een geloofwaardige avatar van mezelf gemaakt.’

Kijk op: jarnoduursma.com

| GROEIEN BEGINT HIER.


‘ER IS WINST IN SNELHEID, FLEXIBILITEIT EN KWALITEIT.’ Gerben Dolsma, eigenaar Nidaros uit Hoogeveen (specialist automatisering robotische processen): ‘We zijn gespecialiseerd in RPA, ofwel Robot Process Automation. We leveren een virtuele robot, die alle repeterende en administratieve werkzaamheden overneemt. Het zorgt dat de fysieke medewerker zinvolle en waardescheppende taken kan uitvoeren. De robot gebruikt de bestaande software, maar maakt geen fouten en werkt 24 uur per dag. Er is winst in snelheid, flexibiliteit en kwaliteit.

Tussen nu en vijf jaar zul je zien dat alle seriematige handelingen zullen zijn gedigitaliseerd. Neem loonstrookjes, ze zijn er in soorten en maten. De posten staan nooit op dezelfde plek, dus heeft een persoon tijd nodig te vinden waar wat staat. Een robot herkent dankzij AI de posten meteen.’

‘WE HEBBEN ONS KANTOORPAND TOTAAL AANGEPAST. ALLES DUURZAAM.’ Serge de Mul, eigenaar softwarebedrijf Ultraware uit Assen: 40

‘Wij maken specifieke software voor bedrijven waarmee we de dromen van onze klanten waarmaken. AI bestaat eigenlijk al lang, maar nu pas komen de toepassingen. Kunstmatige intelligentie passen we onder meer toe in domotica. We hebben ons kantoorpand totaal aangepast. Alles duurzaam. Alle knoppen eruit en het pand moet meeveren met het gebruik. Begint

iemand elke maandag om 7 uur, dan wordt de ruimte van die persoon iets eerder opgewarmd. Je hebt in zo’n pand data en wensen, die los je met AI op. Je moet de goede dingen erin stoppen, want het moet een lerend proces zijn. Als je dat in één pand voor elkaar hebt, mooi, maar er zijn duizenden panden die op die manier duurzaam kunnen worden gemaakt.’

‘ER STAAT NOG VEEL IN DE KINDERSCHOENEN’ André Harmens, Business Developer maakindustrie en HTSM bij de NOM: ‘Artificial Intelligence, ofwel AI, is heel breed. De tak die momenteel het verst ontwikkeld is, is computervision, het analyseren van beelden door de computer, zoals gezichtsherkenning. Een verzameling plaatjes wordt aangeboden en verwerkt tot een eigen neuraal netwerk. Als je daarna een nieuw plaatje aanbiedt van een persoon, gaat de waarschijnlijkheidsscore dat het een bepaald iemand is omhoog. Dit is toepasbaar in allerlei industriële processen, zoals de kwaliteitscontrole bij spuitgieten. Er staat nog veel in de kinderschoenen,

| FEBRUARI 2021

de vision-toepassingen zijn het verst. We gaan nu vanuit Smart Industry Hub een assessment uitvoeren bij 300 bedrijven. Alle thema’s komen daarin aan de orde, het geeft zelfinzicht aan de bedrijven. We krijgen de koplopers in beeld maar ook de bedrijven die de eerste stappen zetten.’

André Harmens | Business Developer T +31 6 113 017 15 | E harmens@nom.nl


INVESTEREN

< Ruurd Harthoorn

Wietse Elzinga >

FRIESE SPUITGIETERS VERBINDEN MAAKINDUSTRIE MET IDEALEN Wat vanuit passie begon met een oude spuitgietmachine in de garage, groeide in enkele jaren uit tot serieuze business. Oprichters Wietse Elzinga (27) en Arjen van der Krieke (35) combineerden hun bedrijf in Drachten eerst met uitstekende banen bij Philips, totdat ze beseften dat zij met Elzinga & Van der Krieke het verschil kunnen maken. ‘Wij brengen vernieuwing in een traditionele sector’, stelt Elzinga. ‘Onze idealen sluiten aan bij wat wereldwijd noodzaak gaat worden: circulair werken met kunststof.’

41

Best gewaagd, om uitgerekend met kunststof jullie idealen te verwezenlijken in een tijd waarin vervuiling door plastics zorgen oproept … ‘Wij vinden vooral de vraag hóe je grondstoffen gebruikt relevant. Kunststof is overal om ons heen. Volgens TNO is verduurzamen zonder kunststof zelfs onmogelijk, omdat het vervangen door andere materialen vaak niet haalbaar is of op andere fronten te veel energie kost. De oplossing schuilt in circulair werken. Omdat er eindeloos veel soorten kunststof zijn, is het recyclen ervan nog een flinke uitdaging en de huidige methodes zijn nog niet kostenefficiënt. Toch is dat waar we in de toekomst naartoe moeten. Wij leveren daar een bijdrage aan met innovatieve proeven naast onze gangbare productie. Zo doen we een project met het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics (NTCP), waarbij we een product gaan ontwikkelen met afvalplastic uit de grachten van Leeuwarden.’ Spuitgieten is geen bekend fenomeen. Wat voor producten maken jullie? ‘Wat onze fabriek uitgaat, varieert van kunststof vormen voor koekjesfabrieken tot airco-onderdelen en van sensoren tot bouwmaterialen. Alles is mogelijk. We maken zelfs minuscule elementen voor een kunstmatige alvleesklier die in de medische wereld is ontwikkeld. Verzin het en wij maken het. Voor het spuitgieten met kunststof werken

| GROEIEN BEGINT HIER.


42

we met zelf ontwikkelde matrijzen. Dat zijn metalen gietvormen die we ook in opdracht maken voor afnemers die een specifieke mal nodig hebben voor machines in hun eigen productieproces. Alles wat wij ontwerpen en produceren, is maatwerk en niet standaard verkrijgbaar.’ Is maatwerk bijzonder in de spuitgieterswereld? ‘De sector is vrij traditioneel en de meeste spuitgieters draaien alleen grote volumes. Wij beginnen vanaf één, wat betekent dat we opdrachten aannemen van zowel innovatieve startups als multinationals. Onze spuitgieterij onderscheidt zich door de combinatie van engineering en productie. Het gaat om hoogwaardige techniek en álles is van invloed op het eindresultaat, daarom doen wij alles in eigen huis. We hebben enorm veel kennis van kunststoffen en hun eigenschappen, maar ook van metalen matrijzen. En we weten hoe je producten kunt optimaliseren. Dat Arjen en ik onze loopbaan zijn begonnen bij Philips, heeft een basis gelegd die ons nu een enorme voorsprong geeft, zowel in kennis als netwerk.’ Hoe was het mogelijk om dit bedrijf naast jullie werk bij Philips op te zetten? ‘Het begon als hobby. Bij Philips konden we niet volledig ons ei kwijt, omdat de mogelijkheden die wij overal zagen vaak te ver afweken van onze kerntaken. Om tóch te kunnen stoeien met onze ideeën, kochten we een oude spuitgietmachine en lieten ons netwerk weten dat we een soort proeffabriekje hadden. Zodra we aan de slag gingen, rolden we van het ene in het andere. Zo ontstond heel organisch een bedrijf, met medewerkers op de loonlijst. Philips wist ervan. Hun focus is

| FEBRUARI 2021

anders dan de onze: zij ontwikkelen apparaten, wij maken kunststof onderdelen, dus we zijn geen directe concurrent. We hadden afspraken over wat wel en niet kon, maar de combinatie ging op termijn wel schuren. Toen onze klanten gingen vragen hoe serieus wij Elzinga & Van der Krieke eigenlijk namen en wij beseften waar ons hart lag, zijn we vol voor het ondernemerschap gegaan.’ Behalve personeel kwamen er ook twee nieuwe partners bij. Waarom? ‘We vinden het belangrijk om als directie over voldoende kennis te beschikken en met z’n vieren weet je meer dan met z’n tweeën. We hebben allemaal een gelijk aandeel in het bedrijf en vervullen elk een eigen rol. Arjen is de absolute Willy Wortel van het spuitgieten. Als techneut ben ik op dat vlak ook goed onderlegd, maar ik focus vooral op het netwerk, klantencontact en commerciële taken. Ruurd Harthoorn kwam erbij omdat hij ijzersterk is in matrijsbouw en Dennis Mous is een aanwinst als enige niet-techneut, omdat hij vanuit zijn achtergrond met heel andere aandachtspunten en vragen komt. Belangrijk, want om als bedrijf te ontwikkelen heb je meer nodig dan techniek.’ Is vier kapiteins op een schip niet te veel? ‘Daar stelden mijn ondernemersfamilie en de FOM ook kritische vragen over, maar deze samenstelling werkt voor ons heel goed. Kijk, conflicten kun je ook krijgen als je met z’n tweeën bent en bij ons kan niemand in zijn eentje iets doordrukken, want er moeten altijd drie stemmen vóór zijn om een knoop door te hakken. Ook hiervoor is


ELZINGAVANDERKRIEKE.COM Wij vinden het belangrijk

dat de maakindustrie weer de plek en waardering krijgt die het

verdient, ook in de regio. Wietse Elzinga

Philips een goede leerschool geweest, daar ging ik bij het leiden van grote projecten soms op mijn smoel. Daarom is het belangrijk om inhoudelijk te kunnen sparren en elkaar daarbij kritische spiegels voor te houden.’ Zien jullie de FOM ook als een sparringpartner? ‘Zeker, zodra je rond de tafel gaat na een financieringsaanvraag, ben je al kritisch met elkaar in gesprek. Het mooie van de FOM is dat het om meer gaat dan alleen geld. Natuurlijk kijken ze naar de cijfers, maar ook naar het ondernemerschap en de impact van bedrijven. Wij vinden het belangrijk dat de maakindustrie weer de plek en waardering krijgt die het verdient, ook in de regio. De FOM ziet dat, hecht daar waarde aan, omdat zij zich als Friese ontwikkelingsmaatschappij inzetten voor de kracht van de regio. Verder is het fijn dat de FOM een groot netwerk heeft en een portefeuille waar voor ons mogelijk interessante contacten tussen zitten.’ Lukt het om de maakindustrie dichtbij weer aantrekkelijk te maken? ‘Sinds de jaren negentig meende Nederland het maken beter te kunnen uitbesteden aan lagelonenlanden, maar daar komt de markt nu van terug. Onze concurrenten in Azië winnen het slechts op prijs en dat criterium blijkt veel te mager. Klanten stellen steeds hogere eisen aan kwaliteit. Wie high performance producten nodig heeft, loopt risico’s bij spuitgieters die alleen voor goedkoop en grote volumes gaan. Azië wordt daarom minder interessant en sinds corona is daar onzekerheid over de levering bijgekomen, waardoor wij het alleen maar drukker hebben. Afnemers kijken wat er dichtbij te krijgen is en

ontdekken welke meerwaarde wij bieden qua kennis, engineering en maatwerk. Bovendien kunnen we snel schakelen en ook dat is veel waard.’ Kunnen jullie de snelgroeiende vraag aan? ‘Daar zetten we vol op in. Mede door het groeikapitaal van de FOM kunnen wij straks in ons nieuwe bedrijfspand het machinepark uitbreiden én vernieuwen. Het productieproces bij spuitgieten kost veel energie, daarom gaan de verouderde energieslurpers niet mee naar het nieuwe pand. Omdat we zo duurzaam mogelijk willen werken, komen er moderne machines die veel minder energie verbruiken en verwarmen we het pand met de restwarmte. We breiden uit naar zes spuitgietmachines voor de kunststofproductie en drie freesmachines voor metalen matrijzen. Dat is een prima basis, al bestaat de kans dat we door de snelgroeiende orderportefeuille eind dit jaar al uit onze nieuwe jas groeien. We hebben opties op de naastliggende kavels, dus indien nodig kunnen we verder uitbreiden.’ Nog vóór de verhuizing is uitbreiding al een thema? ‘We verwachten in april over te kunnen naar het nieuwe pand, maar omdat we dit zelf hebben laten bouwen, liggen de plannen er natuurlijk al langer. Het lijkt er op dat we door de ontwikkelingen worden ingehaald. Er is een grote markt en we hebben de tijd mee. In een vrij traditionele sector vallen wij op met ons lef om naar idealen te streven en dat ook te vertalen in concrete verbeteringen. We hebben alles in huis om naar een circulaire toekomst toe te werken. De grootste uitdaging is teamuitbreiding bij groei, want goede medewerkers zijn schaars. Dat komt mede omdat de maakindustrie lange tijd niet populair was, maar daar gaan wij verandering in brengen.’

43

Hoe maken jullie de nieuwe generatie warm voor spuitgieten? ‘Laten zien wat we doen. Contacten leggen met scholen. Een kweekvijver van stagiaires oprichten, zoals we dat ook bij Philips deden. Belangrijker dan een achtergrond in werktuigbouw, mechanica of hardware is dat iemand het vak echt leuk vindt. Je hoort soms dat jonge mensen hun handen niet vies willen maken, terwijl ze als kind gek waren op technisch lego en thuis een 3D-printer hebben. Kom dan zeker eens bij ons kijken! De maakindustrie gaat mee met haar tijd en in het streven naar een toekomst van circulair werken kun je met machines, kennis én creativiteit een verschil maken. Bovendien boek je tastbare resultaten: wat je gisteren hebt bedacht, kun je vandaag al maken.’

INVESTMENT MANAGER SYBO ZIJLSTRA: ‘Elzinga & Van der Krieke valt als spuitgieterij op in een traditionele sector door vernieuwend te zijn in het productieproces én het materiaalgebruik. Deze ondernemers weten precies waar ze voor staan en voor gaan. Dat zij voorop lopen met een sterke focus, valt ons dan weer op als FOM en maakt dat wij graag investeren in de groei van dit bedrijf.’

Sybo Zijlstra | Investment Manager T (06) 114 299 42 | E zijlstra@fom.frl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

PORTFOLIO IFG WEDEROM Investeringsfonds Groningen (IFG) kijkt terug op een prima 2020. Natuurlijk, de coronacrisis had een vertragend effect op de voortgang van de fondsen waarin het participeert. Desondanks werden de vooraf gestelde doelen door IFG gerealiseerd. Zo zijn wederom twee mooie fondsen aan het portfolio toegevoegd: het Dutch Security TechFund en NextGen Ventures 2.

44

Eind 2019 kwam Jan Martin Timmer, fondsmanager van IFG, voor het eerst in contact met het management van Dutch Security TechFund. Heel veel wist hij destijds inhoudelijk nog niet van cybersecurity technologie, de sector waar het fonds zich op focust. Wel wist hij, uiteraard, dat cybersecurity flink in opkomst is en wereldwijd alleen maar groter en belangrijker wordt. ‘Ik ben gaan praten met onder meer Erik Rutkens’, vertelt Jan Martin. ‘Erik is als ondernemer en als voorzitter van Stichting Cyber Security Centrum Noord-Nederland een echte ambassadeur van de sector in de regio. Het werd me al snel duidelijk dat steeds meer IT-bedrijven in Groningen hun focus verleggen naar cybersecurity. Logisch, want heel veel business valt ermee samen. Gecombineerd met de grote aandacht die de Noordelijke kennisinstellingen, zoals RUG, Hanzehogeschool en Noorderpoort, voor het thema hebben, zagen we voldoende basis om in het Dutch Security TechFund te investeren.’

‘WE HEBBEN EEN IMPACTGEDREVEN MISSIE’ We zien dat de kosten voor gezondheidszorg alsmaar hoger worden. Daarom investeren we bij voorkeur in baanbrekende innovaties in de Healthcare IT en medische technologie die de kwaliteit van de gezondheidszorg bevorderen, tegen lagere of gelijkblijvende kosten.’

Wat is het verschil tussen NextGen Ventures 1 en 2? Peter Haasjes

NextGen Ventures, opgericht in 2013, is een investeringsfonds dat zich uitsluitend richt op veelbelovende zorgtechnologie. Na NextGen Ventures 1 volgde in 2019 NextGen Ventures 2, waarin ook IFG investeert. Vanwaar die samenwerking en wat mogen we in de regio van het fonds verwachten? Fondsmanager Peter Haasjes vertelt. ‘NextGen Ventures werkt op basis van een impactgedreven missie’, zegt Peter. ‘Uiteraard willen we rendement maken, maar wel altijd met als doel om te investeren in aantoonbare zorgverbetering.

| FEBRUARI 2021

‘Met ons tweede fonds kijken we heel nadrukkelijk naar de datacomponent van innovaties. Dat doen we vanuit het besef dat het toevoegen van data aan het zorgproces kan resulteren in betere diagnostiek en behandelingen. Tegelijkertijd kun je aan de hand van datagedreven modellen heel gericht werken aan preventie, waardoor je de kosten van de zorg omlaag kunt brengen. Kijk maar eens naar de ontwikkelingen rondom healthy ageing, waar wij ook bij betrokken zijn.’

Hoe zijn de contacten met het IFG ontstaan? ‘Zorgverzekeraar Menzis, De Friesland Zorgverzekeraar, Stichting Triade en Noaber Foundation hebben vanaf onze oprichting in NexGen Ventures geïnvesteerd. Via Stichting

Peter Haasjes | NextGen Ventures

Triade zijn we in contact gekomen met IFG. Een interessant fonds in een interessante regio, waarmee we meteen een goede klik hadden. Vandaar dat we hebben besloten om te gaan samenwerken en IFG dus een belang in het fonds heeft genomen.’

Concurreren jullie niet met het investeringsbedrijf van de NOM? ‘Nee hoor, integendeel. De NOM vind het juist prettig wanneer een private partij als NextGen Ventures zich bij een investering aansluit. Sterker nog, vrij recent hebben we nog samen geïnvesteerd in de Groningse biotech-startup Tracer.’

Wat mogen we van de samenwerking met IFG verwachten? ‘We hebben in de loop der jaren veel partijen om ons heen verzameld met dezelfde visie op gezondheidszorg als NextGen Ventures. Mede door dat grote netwerk zijn we een aantrekkelijke partner voor ondernemers in de zorgtechnologie, ook in Groningen. Door onze goede contacten met Stichting Triade zijn we sowieso al goed ingevoerd in de regio. In het verleden hebben we bijvoorbeeld al in diverse Groningse startups geïnvesteerd. Ons doel is om dat samen met IFG nog veel vaker te doen.’


WWW.IFG.NL

VERRIJKT MedTech NextGen Ventures, een fonds dat zich voornamelijk richt op kansrijke bedrijven in de MedTech, was voor IFG geen onbekende. Niet in de laatste plaats omdat Stichting Triade, gelieerd aan het UMCG, één van de initiatiefnemers is. Bovendien was het fonds met NextGen Ventures 1 al een tijdje flink actief in Groningen. ‘Vanuit het netwerk had ik al zo nu en dan contact met Peter Haasjes, fondsmanager van NextGen Ventures’, zegt Jan Martin. ‘Hij heeft mij op een gegeven moment de propositie van NextGen Ventures 2 voorgelegd. Dit tweede fonds richt zich, als één van de weinige in Nederland, op medische

technologie in combinatie met gebruik van (big)data. Dat sprak aan, want de MedTech is, net als de IT-sector, in Groningen heel goed georganiseerd. Je ziet ook dat die twee elkaar steeds vaker weten te vinden. Daarnaast streeft NextGen Ventures zowel een financieel als een maatschappelijk rendement na. Dat doet IFG ook. Vandaar dat we graag in NextGen Ventures 2 wilden participeren.’ Jan Martin Timmer | Fondsmanager IFG T +31 6 292 408 99 | E timmer@ifg.nl

INVESTEREN IN EEN VEILIGE DIGITALE TOEKOMST onder meer gefinancierd door KPN Ventures, Regionale Ontwikkelingsmaatschappij nnovationQuarter, de Gemeente Den Haag en het Ministerie van Economische Zaken, Invest-NL en sinds kort ook door IFG.‘

Wat maakt die markt voor investeerders zo interessant? Maarten Derks

Het Dutch Security TechFund is het 6e venture capital fonds van TIIN Capital, dat al jaren investeert in jonge, innovatieve ondernemingen. Met het nieuwste fonds, dat in 2018 werd gelanceerd, wil TIIN Capital binnen het Nederlandse ecosysteem bijdragen aan een veilige en gezonde digitale toekomst. We vroegen managing partners Michael Lucassen en Maarten Derks naar het hoe en waarom en natuurlijk naar de samenwerking met IFG. ‘Het Dutch Security TechFund richt zich op startups en scale-ups die actief zijn in cyberbeveiliging en IoT-beveiligingsoplossingen’, zegt Michael. ‘Op kansrijke bedrijven dus die met behulp van innovaties andere bedrijven en de samenleving veiliger maken. Het fonds wordt

Maarten: ’Allereerst omdat cybersecurity steeds belangrijker gaat worden. Tegelijkertijd zien we dat er in de markt heel veel deeloplossingen bestaan. Er zijn tal van bedrijven die elk een kleine stukje van cybersecurity oplossen. We verwachten dat er de komende jaren een soort concentratieslag ontstaat, dat grotere partijen die kleine partijen overnemen en gaan samenvoegen tot een totaaloplossing. Dan is het, met het oog op een exit, natuurlijk aantrekkelijk om in zo’n deeloplossing te investeren.’

Wat kunnen jullie concreet voor startups en scale-ups betekenen? Maarten: ‘Michael en ik beschikken beiden over een jarenlange ervaring in early stage en later stage ICT-investeringen. Daarnaast bestaat het team uit jonge ondernemers die in de technologiesector zelf een startup naar een scale-up hebben gebracht. We hebben, kortom, alle expertise in huis om veelbelovende bedrijven in de cybersecurity te helpen groeien en opschalen.’

Michael Lucassen en Maarten Derks

Dutch Security TechFund

Michael: ‘Maar ook kennen we de meerwaarde van een sterk ecosysteem. De ervaring leert dat je door intensief samen te werken met overheden, semi-overheden, corporates en de particuliere sector daadwerkelijk het verschil kunt maken.’

45

Vanwaar die samenwerking met IFG? ‘Michael: ‘NOM-directeur Dina Boonstra, met wie we ooit in gesprek zijn geraakt, heeft ons geïntroduceerd bij Jan Martin Timmer. Een voorname reden dat we uiteindelijk met elkaar in zee zijn gegaan is dat Groningen beschikt over een goed ontwikkeld ecosysteem op het gebied van zowel ICT als cybersecurity, met name vanuit van Stichting Cyber Security Centrum NoordNederland en de RUG.’ Maarten: ‘We weten zeker dat we in de regio van grote toegevoegde waarde kunnen zijn en verwachten in Groningen dan ook mooie investeringen te doen. De samenwerking met IFG stellen we daarbij enorm op prijs. Vooral ook omdat ze nu al heel actief zijn in de markt.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


ONTWIKKELEN De recycling van plastics moet beter, veel beter. Dat vraagt om samenwerking van alle partijen in de keten van productie, gebruik en hergebruik. In de drie Noordelijke provincies zijn die allemaal vertegenwoordigd, en Het Schone Noorden brengt ze bij elkaar. Kwartiermaker Rob Hamer zet in op de energie van bedrijven en kennisinstellingen.

‘Het sluiten van die keten is een gigantische uitdaging’, zegt Hamer. Maar juist in de drie Noordelijke provincies zijn alle bedrijven aanwezig om een circulaire plastic-keten te maken. ‘Daarom hebben we de ambitie om hier hèt circulaire kunststoffencluster van Europa te ontwikkelen.’ Daar zet Hamer zich binnen het project Het Schone Noorden, inmiddels al bijna een jaar voor in.

46

Hamer werkte een groot deel van zijn carrière als voedingsonderzoeker waarvan de laatste tien jaar als directeur van het R&D lab van voedingsmultinational Unilever. ‘Pas daar ging ik mij bezighouden met de – vaak plastic – verpakking. Het was de tijd waarin CEO Paul Polman zijn duurzaamheidsstrategie lanceerde. Dat was de reden dat ik het Field Lab circulaire plastic verpakkingen opzette.’ Sinds een jaar werkt hij nu als zelfstandig consulent op het terrein van duurzaamheid en circulariteit. Het Schone Noorden begon met een initiatief van de provincie Friesland maar groeide al snel uit naar heel Noord-Nederland en is inmiddels integraal onderdeel van Chemport Europe. ‘We willen een open aanpak, waarbij we ook over de grenzen heen kijken’, benadrukt Hamer. In de eerste fase zijn de ambities vastgesteld, die ertoe moeten leiden dat bedrijven en kennisinstellingen samen gaan werken aan het opzetten van circulaire plasticketens. Ook overheden zijn daarbij nodig. Al in de eerste fase is bedrijven gevraagd om plannen in te leveren die bijdragen aan de circulaire plastic-keten. Inmiddels ligt er een portfolio met 36 projecten waar twintig bedrijven bij betrokken zijn. ‘Een mooi voorbeeld is Nedcam in Heerenveen, dat onder meer mallen voor polyester boten maakt. Die mallen zijn nu nog niet recyclebaar. NedCam onderzoekt nu met CuRe Technology uit Emmen of zij met gerecyclede kunststofpellets dit probleem kunnen oplossen.’ Via workshops leren de bedrijven die meedoen elkaar kennen en ontstaan er ook nieuwe verbindingen. Een projectteam helpt bij het vinden van financiering, bijvoorbeeld door het oerwoud aan subsidieregelingen in kaart te brengen. ‘Zo kunnen we adviseren over een goede route voor publieke of private financiering.’ Dit hoort bij de tweede fase van het plan. Het doel is om de komende tien jaar een miljard aan investeringen te realiseren. Inmiddels zijn vier focusgebieden geïdentificeerd, waarmee de grote uitdagingen echt kunnen worden aangepakt. Bij het hergebruik van

| FEBRUARI 2021

polycondensaten zoals PET in verpakkingen, het eerste focusgebied, is een goede aanvoer belangrijk. Bedrijven als Morssinkhof en Cure Technology verwerken die tot nieuwe grondstoffen. ‘Wel hebben we nog bedrijven nodig die de keten verder sluiten’, aldus Hamer. Voor hergebruik van polyolefinen (PE, PP) verpakkingen, het tweede focusgebied, is naast mechanische recycling nu eigenlijk alleen pyrolyse een optie. ‘En dat heeft nu nog een laag rendement’, weet Hamer. Betere sortering en reiniging kan de bruikbaarheid van het ingezamelde materiaal voor chemische en mechanische recycling vergroten. Vervolgens is er het focusgebied kunststof en composiet in bouw en constructie. De bouw gebruikt al steeds meer kunststoffen, bijvoorbeeld in kozijnen en leidingen, maar wil nog veel verder verduurzamen.


NOORD-NEDERLAND WORDT HÈT CIRCULAIRE KUNSTSTOFFENCLUSTER VAN EUROPA

47

De uitdagingen en de kansen in

plastic recycling zijn groot. ‘Noord-Nederland heeft een goede kennisinfrastructuur en veel bedrijven in de plasticsector die samen die cirkel kunnen sluiten en laten draaien. Kwartiermaker Rob Hamer Nedcam werkt aan recyclebare mallen.

‘Hiervoor is het nodig om nieuwe materialen en bouwelementen te ontwikkelen die ontworpen zijn om lang mee te gaan, maar daarna weer hergebruikt kunnen worden.’ Ten slotte zijn er polycondensaten in textiel. Hamer: ‘Recycling is op dit moment nog grotendeels onontgonnen terrein. Maar het gaat wel om enorme hoeveelheden kleding en tapijt. Hierin hebben we samenwerking gezocht met partners uit de textielindustrie in Overijssel.’ De uitdagingen en de kansen in plastic recycling zijn groot. ‘NoordNederland heeft een goede kennisinfrastructuur en veel bedrijven in de plasticsector die samen die cirkel kunnen sluiten en laten draaien. Bovendien is er de wil om samen te werken. Die energie in de regio is de oorsprong van dit hele traject’, zegt Hamer. De potentie

is groot, blijkt ook uit de ambities die voor de komende tien jaar zijn uitgesproken: een jaarlijkse groei van 5 procent voor de bedrijven, het aantrekken van 150 kleine en 5 grote ondernemingen in de circulaire projecten, een miljard aan bedrijfsinvesteringen en in totaal zesduizend banen creëren. Het begin is er, en nieuwe bedrijven zijn altijd welkom, benadrukt Hamer. ‘De kunststoffensector groeit sneller dan gemiddeld. Duurzaamheid is ook een verstandige economische strategie voor bedrijven. Alleen dan is je voortbestaan op langere termijn gewaarborgd.’ Errit Bekkering | Business Developer NOM/Chemport T +31 6 250 083 70 | E bekkering@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


Bij &

HOOFD ZAKEN

WEEK VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE De eerste week van februari markeert weer de week van de circulaire economie. Een circulaire economie is een economisch systeem dat draait om de 3 R’en: reduce, re-use & recycle. Binnen een circulaire economie worden materiaalkringlopen gesloten waardoor het traditionele concept van ‘afval’ in theorie niet meer bestaat. In 2020 passeerden we wereldwijd voor het eerst de grens van 100 miljard ton aan gebruikt productiemateriaal. Hiervan was slechts 8,6% gerecycled. De productie van materialen voor dagelijks gebruik is daarmee verantwoordelijk voor 45% van de wereldwijde CO2-uitstoot. - Trouw De overgang naar een circulaire economie komt met grote voordelen voor de Europese Unie. Uit onderzoek blijkt dat met een volledig circulaire economie EU-landen jaarlijks € 600 miljard kunnen besparen op materiaalkosten, € 500 miljard kunnen besparen op kosten die gepaard gaan met negatieve bijeffecten van het huidige systeem, en € 700 miljard aan overige kostenbesparingen kunnen realiseren. Ook voor Nederland zou het aanzienlijke winst kunnen boeken. De circulaire economie kan leiden tot 54.000 extra banen en een groei van € 7,3 miljard aan bruto nationaal product. Ook kan hiermee een CO2-reductie van 10% worden gerealiseerd. – Het Groene Brein

GREEN ENERGY DAY

48

Het was 16 februari weer Green Energy Day. Deze elk jaar opschuivende dag geeft aan wanneer de groene energie ‘op’ zou zijn mochten we aan het begin van het jaar beginnen met het verbruiken van alle geproduceerde groene energie. Vorig jaar viel deze dag op 10 februari. Het doel is om deze dag in 2050 op 31 december te laten vallen, een indicatie dat de volledige energievoorziening uit hernieuwbare bronnen komt. – Green Energy Day

HUIZENMARKT De stad Groningen lijkt bezig aan een opmars in populariteit. Groningen was de krapste woningmarkt van Nederland in 2020. Dit houdt in werkelijkheid in dat in bepaalde segmenten woningzoekers maximaal 2 relevante huizen kunnen vinden. De huizenprijs in de gemeente Groningen nam daarnaast toe met maar liefst 11,6%. – NVM

| FEBRUARI 2021

ONZE ENERGIE Nederland leefde in 2020 gemiddeld 1 uur en 49 minuten per dag van duurzame energie. De overige 22 uur komt nog steeds vanuit geïmporteerde- en zelf geproduceerde fossiele energie. – Energie in Nederland

LEKKER ZONNETJE Ieder uur straalt de zon 430 quintiljoen joules aan energie richting de aarde. Wanneer we in staat zouden zijn dit volledig op te vangen zou dit de gehele energiebehoefte van de mensheid voor een jaar kunnen voorzien.– Business Insider

GROEN BEZIG Noord-Nederland produceert bijna 2 keer zoveel windenergie per inwoner dan de rest van Nederland, en 70% meer zonne-energie per inwoner dan de gemiddelde Nederlander. – Dashboard Klimaatmonitor


DUCAM HELPT AVEBE VERDUURZAMEN

Avebe haalt alles eruit wat erin zit. Dus naast zetmeel wint de onderneming ook eiwit uit de aardappel. Die

49

eiwitwinning is echter een behoorlijk energie-intensief proces. Tot voor kort dan. Want samen met Wafilin Systems kwam Avebe met een duurzame en circulaire oplossing, het zogeheten DUCAM-project. Een verhaal over membraantechnologie, een aanzienlijke energieen waterbesparing en een forse CO2-reductie.

Avebe verwerkt jaarlijks miljoenen kilo’s aardappelen. Tot nog niet eens zo heel lang geleden lag de focus daarbij uitsluitend op zetmeelproductie. Tegenwoordig wordt door het bedrijf, dat sinds 2019 het predicaat Koninklijk mag voeren, steeds sterker ingezet op het winnen van eiwit. Omdat innovatieve technieken dat proces eenvoudiger maken, maar vooral ook omdat de vraag naar plantaardige eiwitten in rap tempo toeneemt.

Grote volumestromen Eerst even wat achtergrond: een aardappel bestaat voor 75 procent uit water, 20 procent zetmeel, 1,5 procent eiwit, 1 procent vezels en 2 procent reststromen. Dat percentage eiwit, dat in het aardappelsap is opgelost, lijkt zo op het eerste gezicht weinig. Maar uit het grote volume aardappelen is een aanzienlijke hoeveelheid eiwit te winnen. ‘Het winnen van eiwit gebeurt op onze productielocatie in Ter Apelkanaal door het aardappelwater aan de kook te brengen, waardoor de eiwitten uitvlokken’, vertelt Erik Koops, director Energy Transition & Utilities bij Avebe. ‘Het resterende sap wordt vervolgens ingedampt tot Protamylasse, een stroopachtig product dat onder meer wordt gebruikt in diervoeding.’ Elk jaar wordt er in Ter Apelkanaal circa een miljard liter aardappelsap gekookt en ingedampt. Dat verwerken van die grote volumestromen is een behoorlijk energie-intensief proces. Erik Koops, director Energy Transition & Utilities Avebe

| GROEIEN BEGINT HIER.


WWW.AVEBE.COM WWW.WAFILINSYSTEMS.NL

Henk Schonewille, CEO Wafilin Systems

50

De DUCAM-installatie

En ja, dat past niet echt bij een onderneming die duurzaamheid hoog op de agenda heeft staan. ‘We zijn daarom gaan nadenken over hoe we het energie- en waterverbruik van dat proces terug kunnen dringen’, vertelt Erik. ‘Toen hebben we bedacht om het aardappelwater, voordat we het gaan verhitten en indampen, te concentreren met behulp van membraantechnologie.’

Nieuwe poging Helemaal nieuw is het gebruik van membranen voor Avebe niet. Jaren geleden werd de technologie ook al eens gebruikt voor het concentreren van aardappelsap. Destijds helaas zonder het gewenste resultaat. De mate van concentratie was vrij beperkt en de kosten relatief hoog. Bovendien had het aardappelsap een sterk vervuilend effect op de membranen, waardoor ze vaak halverwege de aardappelcampagne moesten worden vervangen. ‘Toch leek het ons de moeite waard om een nieuwe poging te wagen’, onderstreept Erik. ‘Eenvoudigweg omdat we wisten dat de membraantechnologie zich in de loop der jaren flink had ontwikkeld. Vandaar dat we in 2015 contact hebben gezocht met Wafilin Systems, een bedrijf uit Leeuwarden dat is gespecialiseerd in het ontwikkelen, ontwerpen en leveren van membraanfiltratiesystemen voor de voedingsmiddelen- en zuivelindustrie. Wafilin Systems was in het verleden ook betrokken bij de membraantechnologie bij Avebe. Ze waren dus bekend met aardappelsap en de processen binnen ons bedrijf.’ | FEBRUARI 2021

Veelbelovend De hernieuwde samenwerking met Wafilin Systems betekende de start van een duurzame alternatieve route, het zogeheten DUCAM-project. DUCAM staat voor Duurzaam Concentreren van Aardappelsap met Membranen. Wat volgde was een langdurig onderzoekstraject. Uiteindelijk slaagden Wafilin Systems en Avebe er samen in om de juiste membranen te vinden en de best mogelijk procesregeling en reinigingsmethodiek te ontwikkelen. De nieuwe membraaninstallatie werd in 2018 door het Leeuwarder bedrijf gerealiseerd, in nauwe samenwerking met diverse regionale partners als onder meer Westra RVS, Kampen Industrial Care en Beenen Industrial Automation. ‘We zijn gekomen tot een combinatie van ultrafiltratie en omgekeerde osmose’, legt Henk Schonewille, CEO van Wafilin Systems, uit. ‘De nieuwe membraaninstallatie is geïntegreerd tussen de opvang van het aardappelsap en de bestaande installatie van Avebe. Hoe het precies werkt? Met behulp van ultrafiltratie wordt het sap met ongeveer een factor drie geconcentreerd. De volumestroom van 240 kuub per uur wordt daardoor teruggebracht naar 80 kuub. Om de eiwitten te winnen hoeft dus veel minder sap verhit en ingedampt te worden. Het water dat met ultrafiltratie is onttrokken gaat vervolgens door een nog fijner filter. Omgekeerde osmose wordt dat genoemd, waarbij ook mineralen en andere componenten worden tegengehouden. Het water dat oorspronkelijk in de aardappel zat kan hierdoor weer als schoon proceswater door Avebe worden hergebruikt.’


Arnold bakker, managing director Kampen Industrial Care ‘Kampen Industrial Care was in het DUCAM-project verantwoordelijk voor het werktuigbouwkundige deel van de installatie. Om precies te zijn: voor het verbindend leidingwerk tussen alle onderdelen die Wafilin geleverd heeft, zoals de pompen, de tanks en de filters. Voor Avebe zijn we al jaren de huisaannemer als het gaat om werktuigbouwkundige zaken. Dat betekent dat we de membraaninstallatie hebben aangesloten op afvoerleidingen die we ooit zelf hadden aangelegd. Het hele project is uiterst soepel verlopen, dus zonder noemenswaardige complicaties. Dat had alles te maken met de coöperatieve houding van Wafilin Systems. Het was echt schouder aan schouder. Samen met Wafilin Systems, Avebe en de andere contractors hebben we iets heel moois neergezet. Een innovatieve membraaninstallatie die doet wat ie moet doen en die er ook nog eens erg fraai uitziet.’

Harry van Wieren, accountmanager Beenen Industrial Automation

Operationeel DUCAM is sinds begin december 2019 operationeel. Door de droge zomer van dat jaar werd echter een kwart minder aardappelen geproduceerd dan in voorgaande jaren. ‘Normaal gesproken draaien we tijdens de kerstdagen gewoon door’, zegt Erik. ‘Nu moesten we er door de slechte oogst rond de kerst twee weken uit. De campagne was in februari 2020 al klaar, waardoor we geen tijd hadden voor verdere procesoptimalisatie. Desondanks zijn we meer dan tevreden over de resultaten. Tijdens het hele eiwitwinningsproces besparen we in Ter Apelkanaal op jaarbasis nu 30% aan energie en ook nog eens bijna een half miljoen kuub aan water. Het is ons doel om jaarlijks een besparing van zo’n 13.000 ton CO2 te realiseren. Momenteel zitten we al op 60% daarvan. Anders gezegd: we zijn een flink eind op weg om onze duurzame ambitie daadwerkelijk te verwezenlijken. Niet vreemd dus dat we de DUCAM-technologie ook op onze andere productielocaties gaan toepassen.’

Water Innovator of the Year Ook mooi: afgelopen 11 februari werd het DUCAM-project tijdens de online conferentie van Watervisie 2021 uitgeroepen tot ‘Water Innovator of the Year 2021. Een prestigieuze award die wordt toegekend aan innovaties die het gebruik van (industrie)water goedkoper, duurzamer of efficiënter maken. ‘Het is een bekroning van een fantastische samenwerking’, zegt Henk trots. ‘Met Avebe, maar zeker ook met alle

‘We hebben in het verleden wel meer bij Avebe gedaan, maar DUCAM was wel een heel uniek project. Een behoorlijke klus, dat zeker. Ook omdat het installatiewerk, onze expertise, aan uiterst strenge hygiëne-eisen moest voldoen. Dat vroeg bij de bouw van de membraaninstallatie veel aandacht voor de veldkasten, kabeltracés en de gebruikte montagemethodes. De bekabeling moest bijvoorbeeld zodanig worden gemonteerd dat er geen stof of andere vuiligheid achterblijft. Naast een prachtig eindresultaat is uit het DUCAM-project tevens een mooie samenwerking met Wafilin Systems voortgekomen. Zo werken we inmiddels ook in andere projecten met veel plezier samen. We hebben elkaar echt gevonden.’

51

Renze Westra, managing director Westra RVS ‘Samen met Wafilin Systems, waarmee we een lange relatie hebben, zijn we al een flink aantal jaren actief bij Avebe. Voor Wafilin Systems zijn we een belangrijke partner voor de bouw van membraaninstallatiesystemen, dus ook in het DUCAM-project. In het project waren we verantwoordelijk voor het bouwen van de membraan skids, de filterinstallatie. Het mooie was dat we de installatie compleet konden opbouwen in onze fabriek in Elahuizen. Daarbij werden logischerwijs hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van het laswerk. Dat is vooral belangrijk met het oog op de reinigbaarheid en het voorkomen van vervuiling en de aangroei van bacterievorming. Of we trots zijn op het resultaat? Op een banner die buiten op ons bedrijf hangt, prijkt een foto van de membraaninstallatie van Avebe. Dat zegt genoeg, lijkt me.’

partners die bij het project betrokken waren. Zonder hen hadden we het nooit voor elkaar gekregen. Het is echt een teamprestatie.’ | GROEIEN BEGINT HIER.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.