OKTOBER 2021
GROEIEN BEGINT HIER.
GENERATIEWISSELING HOUDT GET THERE OP KOERS
ACQUISITIE WIJST WEG NAAR NOORD-NEDERLAND
WHAT'S NEW?
COLUMN
Ik was al een jaar niet in een museum geweest toen ik voor de zomervakantie een aankondiging zag van een film over de kunstenares Frida Kahlo. De bioscopen waren, met veel beperkingen, open. Het was dan wel geen museumbezoek maar de documentaire bood toch een inspirerende inkijk in het leven en werk van deze kunstenares. Sinds een aantal weken mogen we weer wat meer. Congressen in plaats van webinars. Hybride werken in plaats van thuiswerken. En steeds hoor je de zin: ‘Wat fijn dat u er bent! Dat we elkaar weer fysiek kunnen ontmoeten.’
Wat fijn dat u er weer bent …
Bij het Wetsus congres begin
oktober over ‘Innovatie voor een eerlijke en duurzame maatschappij’ startte vrijwel iedere spreker handenwringend met de voorgaande zin. Professor Cees Buisman vertelde over het onderzoeksprogramma van Wetsus waarin duurzaam water, gezonde omgeving, weerstand tegen verdroging en het terugwinnen van grondstoffen uit water centraal staan. Ook stak hij zijn enthousiasme over het NEW fonds niet onder stoelen of banken. Het Netherlands Enabling Watertechnology is een Thematisch Technologie Transfer fonds waarvoor de NOM het fondsbeheer doet (hierover mee op pagina 36 van deze NOMMER). Een mooie ontwikkeling om kennis te valideren en te komen tot mogelijke spin-offs vanuit onderzoek. En aan het begin en het eind van zijn betoog raakte hij niet uitgepraat over hoe blij hij was ons allemaal te mogen begroeten in de Leeuwarder Harmonie.
Een paar dagen later was het Wind meets Gas congres in de Martinikerk in Groningen. Koning Willem-Alexander, topambtenaar Sandor Gaastra van EZK, Ruud de Jongh van Shell en Faiza Oulahsen van Greenpeace waren allemaal overtuigd van de enorme kansen van Nederland, en die van Noord-Nederland in het bijzonder, op het gebied van groene waterstof. Ook waren ze allemaal blij om dit tijdens een fysieke bijeenkomst te delen. Watertechnologie en groene waterstof zijn twee thema’s waar we als Noord-Nederland het verschil kunnen maken. Daar slaan de wetenschap, het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid de handen ineen. Duidelijk is dat er hard gewerkt moet worden om het momentum op deze terreinen te pakken in onze regio. De NOM collega’s kunnen ondernemers bijstaan met ontwikkelkracht, investeringsmiddelen en inspirerende voorbeelden uit ons brede netwerk. Wij verwelkomen u graag bij ons op kantoor of we komen bij u langs.
En als u zich dan een keer op heel andere wijze wilt laten inspireren dan raad ik u aan het Drents museum in Assen te bezoeken waar nu de grote tentoonstelling Viva La Frida is te zien over de bijzondere kunstenares Frida Kahlo. Ik ben ervan overtuigd dat u welkom geheten wordt met een vriendelijk: ‘Wat fijn dat u er weer bent.’
boonstra@nom.nl @dinaboonstra
In deze
8 30
EEN NIEUW HOOFDSTUK VOOR GET THERE
16
DE ARC PULSE HEEFT POTENTIE
DE WERKWIJZE VAN HET ACQUISITIETEAM
en verder ...
5 Vanhulley geeft vrouwen een kans 10 Maak je mensen blij 12 MKB Fonds Drenthe groeit 14 Fascinating is duurzamer, gezonder, slimmer 20 Maak ruimte voor diversiteit en inclusiviteitg 24 Chemie is overal in Noord-Nederland 26 Geld voor groei 27 Aan de slag met Smart Industry 32 Hoofd én bijzaken 33 Innoveren: kansen en risico’s 34 Studio 212 Fahrenheit maakt het! 36 Netherlands Enabling Watertechnology 39 De kracht van het Noorden 40 Nieuwe fondsen bij IFG 42 GroBusiness helpt het mkb
22
RESHORING EEN GOED IDEE? OF NIET?
COLOFON NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe. Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM. Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief. Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl. Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief. Tekstbijdragen: Amber Boomsma, Folkert van der Glas, Femke van Houwelingen, Minke Haveman, Manisch Creatief, Bouke Nielsen, Jens Ruesink en Jean-Paul Taffijn.
4
Fotografie: Roelof Bos, Jelte Bosma, Hans van Dijk (o.a. cover), Founded in Friesland, Alfred Oosterman, Martijn Scholtens, Ronald Zijlstra en stock NOM. Drukwerk: Scholma Print & Media. Oplage: papier 3.000, digitaal 915. Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl Cover: In het naaiatelier van Vanhulley worden de prachtigste producten gemaakt van oude materialen. Daar kijkt ondernemer Jolijn Creutzberg dus niet meer van op. De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De gebruikte biofolie is biologisch afbreekbaar en composteerbaar. Oktober 2021
| OKTOBER 2021
OP DE GEVOELIGE PLAAT ... Als organisatie updaten we onszelf natuurlijk continu. Bijblijven is niet voldoende, vooroplopen willen we, in kennis en kunde, want alleen zo kunnen we jou als ondernemer écht van dienst zijn. En omdat het oog ook wel wat wil zijn we van tijd tot tijd ook zelf aan de beurt. Het was dus weer tijd voor een update van onze headsheet op nom.nl. Want NOMmers wil je niet alleen kennen, je wilt ze ook herkennen ;). Typisch een klus voor fotograaf Ronald Zijlstra. Hij kwam (langs), zag en legde ons vast. Zin in een feestje van herkenning? Kijk op www.nom.nl/over-ons/het-team
ONDERNEMERS IN ONTWIKKELING Hoe beweeg je zelf mee als het bedrijf groeit? In deze rubriek vertellen ondernemers over hun veranderende rol en hoe zij daarmee omgaan.
Het merk Vanhulley zit in elke vezel van de oprichter. Jolijn Creutzberg bouwde een bedrijf op de kernwaarden ‘lef, plezier en eigen’ en wist daarmee een beweging te creëren die haar nog steeds verrast, ontroert én inspireert in ondernemerschap. In het Groningse naaiatelier – te midden van een nieuwe lichting medewerkers – vertelt ze over
Jolijn Creutzberg, Vanhulley
haar organische ontwikkelpad.
5
‘Vanhulley verandert levens’ | GROEIEN BEGINT HIER.
Jolijn studeerde psychologie en bedrijfskunde, runde bijna twee decennia haar eigen projectbureau Creutzberg en had altijd ondernemende ideeën. Eén ervan was boxershorts maken van overhemden die niet meer gedragen worden, maar te goed zijn om weg te gooien. Inmiddels zijn de boxers van Vanhulley een begrip en maakt het bedrijf nog veel meer mooie producten van (bedrijfs)textiel dat anders op de afvalberg verdwijnt. Net zo uniek als de collectie, is de jaarlijks wisselende naaiploeg: elke zomer start er een nieuwe groep vrouwen, die met een opleiding én de werkervaring bij Vanhulley een stap op de arbeidsmarkt zetten.
6
‘Eigen modellen’ showen verschillende items uit de business-to-business-collectie. | OKTOBER 2021
Flow volgen ‘Vanaf het moment dat ik met anderen ging praten over mijn idee om een lokale boxerfabriek te starten, is er een reis in gang gezet over wegen die ik vooraf niet eens kende’, vertelt Jolijn. ‘Het was een commercieel plan en wat er nu staat, is een sociale onderneming. Maar wel eentje waar de klant koning is, want zonder verkoop kunnen wij geen impact maken. De verrassende wendingen onderweg hebben mij geleerd dat het weinig zin heeft een businessplan in beton te gieten. Je moet gewoon beginnen en open staan voor wat er op je pad komt. De flow volgen. En blijven vernieuwen, want ook al heeft Vanhulley een grote gunfactor, ons bedrijf is fragiel.’
‘Die kwetsbaarheid verrast de meeste mensen. We hebben een kloppend verhaal dat velen aanspreekt, krijgen regelmatig publiciteit en hebben een mooi klantenbestand. Toch moeten we elk jaar hard werken voor voldoende betaalde opdrachten. Eén van de grootste lessen die ik met dit bedrijf heb geleerd is: kill your darlings. Voor mij was de boxershort heilig en die focus heeft me in de startfase ver gebracht. Maar om overeind te blijven, was een bredere collectie nodig. Business-to-business werken met bedrijfstextiel bleek een gouden zet. In alles wat we maken zit nog steeds het hart van Vanhulley. Ook in de mondkapjes die we vorig jaar in grote aantallen maakten. Hoe naar de
Behalve mooie producten maken,
is een grote kwaliteit van Vanhulley dat we vrouwen een zetje geven dat wérkt.
Jolijn Creutzberg, Vanhulley
WWW.VANHULLEY.COM
aanleiding ook was, het bracht ons winst waarmee we weer investeren in nieuwe mogelijkheden.’
Verschil maken Als voorvrouw haalt Jolijn bij Vanhulley het beste uit zichzelf. ‘Met dit bedrijf valt alles samen: van mijn liefde voor mensen en ondernemen tot mijn behoefte aan veelzijdig bezig zijn. Mijn opzet was niet per se het starten van een sociale en duurzame onderneming, ik had simpelweg een idee en ik zag een markt. Zodra ik aan de slag ging met vrouwen die graag werkervaring willen opdoen, gebeurde er iets wat ik niet voorzag: zij groeiden zo in hun ontwikkeling, dat ik besefte waar we met Vanhulley écht verschil konden maken. Vanaf dat moment verschoof mijn missie en stond de inzet van gemotiveerde vrouwen centraal. Zij verdienen een kans en het geeft mij grote voldoening om te zien welke beweging we in gang zetten.’ ‘Vanhulley verandert levens. Elk jaar zie ik het opnieuw gebeuren en toch verrast en ontroert die impact me elke keer opnieuw. Het is bijna verslavend om zoiets teweeg te brengen. Behalve mooie producten maken, is een grote kwaliteit van Vanhulley dat we vrouwen een zetje geven dat wérkt. Dat zij nieuwe stappen zetten in hun leven, inspireert mij op mijn beurt om met Vanhulley stappen te blijven zetten. Wij kunnen hier in Groningen iets dat elders ook kan, daarom onderzoeken we de mogelijkheden voor een tweede atelier in Rotterdam. Vrouwen genoeg die we verder kunnen helpen. Een ander ontwikkelpunt is meer samenspel met het lokale bedrijfsleven, voor bewustwording van het belang van sociaal ondernemen. Wat wij hier doen, is het nieuwe normaal.’
7
Les in loslaten Talentontwikkeling is een essentieel onderdeel van het traject dat medewerkers bij Vanhulley doorlopen. Hoe zit het met de ontwikkeling van Jolijn zelf sinds ze in 2012 dit bedrijf startte? ‘Als ondernemer ben ik echt meegegroeid. Vooral hoe het werkt met gemeenten, openbaar bestuur, politiek en regelgeving was een ontdekkingstocht. Nog altijd leer ik van wat er onderweg op mijn pad komt. Al zit Vanhulley inmiddels diep in mijn vezels en weet ik precies hoe ik het wil hebben. Met als valkuil dat het bedrijf te afhankelijk is van mij. Op dat punt ben ik nog volop in ontwikkeling, zeker nu ik de zestig nader.’ ‘Het voordeel van groei is dat ik – naast de naaisters, vrijwilligers en stagiaires – een geweldig team van vijf vakmensen om me heen heb verzameld, inclusief een manager voor de organisatorische kant. Ik bewaak het merk en de uitstraling nog steeds, al is het soms vreselijk dat ik óveral expliciete ideeën over heb. Dat blijft een les in loslaten. Tegelijk ben ik blij met de ruimte die het team mij geeft. Blijven ontwikkelen is wat ik het liefste doe. Daarom spreek ik me steeds vaker uit over de maatschappelijke rol van sociale ondernemingen. Wij zijn een brug tussen vrouwen die graag willen werken en de krappe arbeidsmarkt. Daarmee zijn we – nog los van het feit dat we materialen hergebruiken – een wezenlijke schakel in een duurzame samenleving.’
| GROEIEN BEGINT HIER.
INVESTEREN
Generatiewisseling
8
Sinds 1999 bedient Get There voornamelijk de Noord-Nederlandse markt met hoog-
V.l.n.r. : Emiel ten Have, Nico Kluin, Niels van Bostelen en Frank Hoving
waardige ICT-dienstverlening, waaronder maatwerksoftware en data-oplossingen. Na een management buy-out in september 2021, een generatiewisseling, begint het bedrijf uit Leek aan een nieuw hoofdstuk in haar succesvolle bestaan.
Ruim 22 jaar stonden ze aan het roer en zagen de drie oprichters van Get There hun bedrijf uitgroeien tot een gerenommeerde speler in de Noord-Nederlandse markt voor ICT-dienstverlening. Nu dragen Auke van der Meulen, Durk Valk en Eric Martens de leiding en het aandeelhouderschap over aan de jongere generatie, afkomstig uit de eigen gelederen. Zo treedt Niels van Bostelen aan als de nieuwe commercieel directeur, Frank Hoving als technisch directeur en de huidige aandeelhouder Nico Kluin als algemeen directeur. Samen vormen ze de nieuwe directie van Get There.
Jong en ambitieus ‘Deze management buy-out zorgt ervoor dat we de continuïteit van het bedrijf en de duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers kunnen borgen’, vertelt Nico Kluin, sinds 2009 commercieel directeur en nu algemeen directeur van Get There. ‘En dat we niet, zoals we
| OKTOBER 2021
WWW.GETTHERE.NL
houdt Get There op koers Get There is één van de weinige partijen die
rechtstreeks kennis, mensen en expertise levert aan de noordelijke uitvoeringsorganisaties. Niels van Bostelen, Get There
regelmatig bij andere organisaties zien, door een grote marktspeler worden overgenomen, opgeslokt en verkruimeld. Daarnaast zijn Frank en Niels jong, ambitieus en al geruime tijd medebepalend voor de koers en visie van het bedrijf. Samen zijn we als geen ander in staat om de formule van Get There te bewaken en voort te zetten.’
Uitstekende reputatie Ook de NOM treedt toe als aandeelhouder, waarbij de management buy-out door de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij met de grootst mogelijke zorgvuldigheid werd begeleid. De eerste contacten daarover waren al in de zomer van 2020. In de aanloop zijn alle wensen en eisen van alle betrokken partijen doorgesproken en uitgewerkt. ‘Hoewel het proces soepel verliep, was het voor alle betrokkenen natuurlijk een spannende stap’, blikt investment manager Emiel ten Have van de NOM terug. ‘Auke, Durk en Eric hebben Get There in 1999 opgericht en hun hele ziel en zaligheid in de succesvolle ontwikkeling van het bedrijf gestopt. Het is echt hun kindje. Dan is het, ondanks dat het een bewuste keuze is, een proces van afscheid nemen. Voor Niels en Frank geldt dat ze jarenlang bij Get There hebben gewerkt en nu de kans kregen om aandeelhouder te worden. Een spannende stap. Nog complexer ligt het voor Nico, die al aandeelhouder was en blijft, hij bevond zich in het traject dus aan twee kanten. Daar komt bij dat Get There niet zomaar een IT-dienstverlener is. Het heeft zich de afgelopen 22 jaar, zeker in Noord-Nederland, nadrukkelijk onderscheiden en een uitstekende reputatie opgebouwd. Er was ons dus veel aan gelegen om zo’n sterk en innovatief bedrijf voor de regio te behouden. Het behoud van de zelfstandigheid van Get There en het bieden van ruimte aan de nieuwe generatie waren voor de NOM de voornaamste redenen om aandeelhouder te worden en de management buy-out financieel mogelijk te maken.’
Noord-Nederlandse uitdagingen Get There is een echt Noord-Nederlands bedrijf. Dat zie je terug in de noordelijke nuchterheid en het klantenportfolio, maar ook in de manier waarop er met medewerkers wordt omgegaan. ‘Onze collega’s
wonen veelal in de drie noordelijke provincies, bewust en met heel veel plezier’, verduidelijkt Nico. ‘Daarom sturen we onze mensen bijvoorbeeld niet naar het westen van het land. Dat past gewoon niet bij ons. Bovendien kent het Noorden talloze mooie opdrachtgevers met uitdagende en spraakmakende projecten.’ Inderdaad, de regio heeft aan IT-uitdagingen geen gebrek. Mede ingegeven door de aanwezigheid van grote uitvoeringsorganisaties als het CJIB, DUO en RDW. Om slagvaardig te kunnen inspelen op de complexe en snel veranderende maatschappij, wordt van deze organisaties veel gevraagd van de inrichting van hun businessprocessen en ondersteunende IT-diensten. ‘Get There is één van de weinige partijen die rechtstreeks kennis, mensen en expertise levert aan de noordelijke uitvoeringsorganisaties’, onderstreept Niels van Bostelen. ‘In dergelijke omgevingen bewijzen we al dagelijks onze waarde. De komende tijd zullen we dat, in tal van aansprekende projecten, onverminderd blijven doen. Dat betekent dat we continu op zoek zijn naar specialisten.’
9
Binden, boeien én groeien Eenvoudig is het voor IT-dienstverleners als Get There echter niet om goede mensen te vinden. De markt draait op volle toeren, waardoor er een fors aanbod aan werk is. Met als gevolg: een omgekeerd evenredig tekort aan specialisten. Het is dus belangrijker dan ooit om IT-professionals te binden, te boeien én met een nieuwe generatie ITprofessionals te groeien. ‘Get There heeft altijd ruim aandacht gehad voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling van medewerkers’, vertelt Frank Hoving. ‘Dat doen we onder meer in de vorm van trainingen, opleidingen en coaching. Hierbij zie ik ook dat er behoefte is aan meer dan alleen professionele groei, namelijk verbinding. Als nieuw management zien we het als onze taak om, op weg naar een mooie toekomst, die verbinding nog meer te stimuleren en te faciliteren. Eén ding is zeker: in de nieuw setting wordt dezelfde hoogwaardige dienstverlening gewaarborgd en ontstaan tegelijkertijd talloze nieuwe kansen!’ Emiel ten Have | investment manager T +31 6 467 530 82 | E tenhave@nom.nl
| GROEIEN BEGINT HIER.
Moeite met werving en behoud? Maak je mensen blij! Goede werknemers. Kom er maar eens aan 10
én zorg maar eens dat ze blijven. Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Jouke van Dijk vertelt wat je moet doen.
Hoewel menig werkgever met de handen in het haar zit, is het werven en behouden van personeel geen rocket science, stelt Jouke van Dijk. Maar vanzelf gaat het zeker niet. De kernbegrippen: waardering, facilitering, fun en imago. ‘Je moet goed luisteren naar de wensen van je mensen. Dat is misschien wel het belangrijkst.’ Eerst maar eens waardering. ‘Dat kan gaan over geld. Betaal gewoon wat meer dan je concurrent, of bied een beter salarisperspectief. In sommige sectoren, zoals het onderwijs, is daar best nog wat ruimte voor. Maar in andere sectoren is het plafond wel zo’n beetje bereikt, zoals in de IT. Dan moet je dus wat anders bedenken.’
Faciliteren en fun dus. Om maar eens met dat eerste te beginnen; daar is vaak nog wel meer haalbaar dan nu gebeurt, denkt Van Dijk. ‘Werkgevers die hun mensen de mogelijkheid geven het werkrooster flexibeler in te delen, scoren goed. Tijdens de coronacrisis zag je dat het ook best mogelijk is, als je er moeite voor doet. Mensen die in de horeca werkten, keren voor een deel niet terug omdat ze elders merkten dat werktijden veel meer naar hun zin konden worden aangepast. Ik snap dat het lastig is, maar dat is iets waar de horecabranche over zou kunnen nadenken.’
‘Een leven lang leren’. De term popt de laatste jaren overal op. En niet voor niets, want het is belangrijk, vindt Van Dijk. ‘Dat leren van werknemers ligt ook bij de werkgever. Die moet zijn mensen ertoe in staat stellen. Alles wordt digitaler bijvoorbeeld. Dan moet je investeren in je personeel, zodat die het bij kan benen. Faciliteren en stimuleren. Dat gaat iets verder dan: ‘er is een potje voor’. Je moet het actief aanbieden en mensen bij de hand nemen. Neem vragen en verzoeken van personeel in die richting ook serieus. Een werknemer die leert is blij en waardevol.’
En dan ‘fun’, misschien wel de overkoepelende voorwaarde, want plezier in het werk is essentieel. Meer salaris maakt het werk ietsje leuker, goede arbeidsvoorwaarden zeker ook, taken die passend zijn zeker. Leermogelijkheden zijn van belang, net als goede koffie, een fijne vrijdagmiddagborrel, pingpongtafels, bedrijfsuitjes en gezellige collega’s. ‘Leuk werk is in veel gevallen de belangrijkste factor om te blijven.’
| OKTOBER 2021
Jouke van Dijk Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse
NOM
TALKS P O D CA S T
Daarin kunnen veel bedrijven wel wat meer creativiteit aan de dag leggen, merkt de hoogleraar. ‘Als je weet dat je mensen blij worden van passend werk, dan moet je dat creëren voor ze. Als ik naar mezelf kijk: ik word niet blij van allerlei administratieve taken met apps en links en mails en zo. Vroeger deed mijn secretaresse dat, dat beviel me veel beter. Ik had dankzij haar meer tijd voor taken die ik zelf interessanter en nuttiger vind.’
‘Ik hoorde laatst van een meubelfabriek waar vakmensen dol zijn op hun werk, behalve op het opruimen aan het eind van de dag. Hadden ze echt de schurft aan. De werkgever besloot twee Wajongers aan te trekken, die het fijn vinden om de hele dag in de fabriek te vegen en bij te springen. Iedereen blij en de arbeidsproductiviteit gaat nog omhoog ook. Soms moet je nadenken hoe je dingen anders kunt organiseren, wilde ik maar zeggen.’
Aflevering 7 Het behoud van talent in het Noorden Luister vooral ook naar onze podcast over dit onderwerp. NOM host Wim A,B. en zijn vaste sidekick Rob Drees gaan in gesprek met: Leofwin Visman, Managing Director IBM Harrie Buurlage, Vice President of Global Sales and Europe SHINE Medical Technologies Arjen Edzes, Lector Regional Labour Market | School of Law | Hanze University of Applied Sciences De podcast is op 28 oktober in de lucht. Check www.nom.nl/media/podcasts
En hoe zit het dan met ‘purpose’? De laatste jaren popt dat begrip op in discussies over het aantrekken en behouden van personeel. Dan wordt meestal bedoeld dat de werknemer van nu zich het liefst verbindt aan een bedrijf dat goed doet voor de wereld. ‘Het imago van een onderneming is zonder twijfel belangrijk. Niemand vertelt zijn vrienden graag dat ie bij een grote vervuiler werkt, of bij een onderneming die kinderarbeid niet serieus neemt. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom steeds meer concerns serieus bezig zijn met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Doe je het niet, dan valt de keus niet op jou.’
11
Wim A,B. en Rob Drees zitten samen in de podkast ;)
| GROEIEN BEGINT HIER.
INVESTEREN Het MKB Fonds Drenthe is in 2014 in het leven geroepen omdat banken na de crisis minder makkelijk geld uitleenden. En met succes: vanaf die tijd zijn er meer dan 65 bedrijven ondersteund. Waarmee er 100 nieuwe arbeidsplaatsen zijn gecreëerd en meer dan 500 zijn behouden. In totaal is er 12,2 miljoen euro toegezegd, wat ervoor gezorgd heeft dat andere financiers op hun beurt ruim 35 miljoen geïnvesteerd hebben in Drentse mkb-ondernemingen. Kortom: er worden mooie resultaten behaald. Het MKB Fonds Drenthe krijgt 10 miljoen extra voor de komende 15 jaar.
10 miljoen extra voor MKB Fonds Drenthe
12
De bodem is namelijk in zicht. Dit komt doordat het wel 7 tot 8 jaar kan duren voordat de investeringen weer terugkomen. Daarom hebben Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten voorgesteld opnieuw een lening te verstrekken, van 10 miljoen dit keer. Dave de Groot, investment manager bij het MKB Fonds Drenthe: ‘Dat geld is heel erg welkom. We zien namelijk een toenemende financieringsbehoefte vanuit het mkb nu de steunmaatregelen vanuit de rijksoverheid afgebouwd worden.’
Voor bedrijven met groeiambitie of social impact Drentse mkb-bedrijven met een flinke groei- of innovatieambitie óf social impact ondernemers kunnen aankloppen bij het MKB Fonds Drenthe. Vaak is het namelijk moeilijk om bij een bank aan financiering te komen. MKB Fonds Drenthe fungeert als breekijzer: als zij bereid is te investeren, volgen andere financiers meestal ook wel. Maar de financiering krijg je niet zomaar: er volgt een grondige analyse voordat een financieringsvoorstel aan de Investeringscommissie wordt voorgelegd. Bij voldoende vertrouwen in de plannen en de ondernemer, wordt een financiering verstrekt in de vorm van een lening of aandelenparticipatie. Drentse ondernemers kunnen bedragen van € 10.000,- tot maximaal € 1,5 miljoen lenen. Cofinanciering
| OKTOBER 2021
van een andere partij is een vereiste. En zodra het bedrijf op eigen benen kan staan, wordt de lening afgelost en/of worden de aandelen verkocht. Het MKB Fonds Drenthe blijft meestal zo’n 6 à 7 jaar betrokken.
Toegevoegde waarde Dave voorziet dat de aanvullende rol van MKB Fonds Drenthe in de huidige kapitaalmarkt de komende jaren niet minder wordt. ‘Starters en groeiende bedrijven met een hoger risicoprofiel dan standaard hebben moeite om financiering te krijgen. Wij zorgen ervoor dat verschillende financiers bij elkaar komen en dat we met elkaar een veelbelovend bedrijf verder helpen. Het risico wordt daarmee voor ons allemaal kleiner, terwijl de impact voor de Drentse economie enorm is. Het zou zonde zijn als we onze ervaring en opgebouwde netwerk niet meer kunnen inzetten.’
Ben jij zelf op zoek naar financiering? Als MKB Fonds Drenthe ondersteunen wij jouw kansrijke initiatieven met maatwerk financieringen en kredieten, gericht op de groei en innovatie van je (social impact) bedrijf. Neem gerust contact op om te kijken wat we voor jou kunnen betekenen!
WWW.MKBFONDSDRENTHE.NL
Emmy Saimi-Roozeboom | investment manager T +31 6 461 074 13 | E saimi-roozeboom@mkbfondsdrenthe.nl Dave de Groot | investment manager T +31 6 557 079 67 | E groot@mkbfondsdrenthe.nl
13
| GROEIEN BEGINT HIER.
In plantaardige eiwitten blijken meer en meer sleutels naar de voedingstoekomst verscholen. Ze kunnen dienst doen als vleesvervanger en zijn een antwoord op de klimaatverandering en het bevorderen van biodiversiteit. Ze hebben de potentie de gezondheid van mensen te bevorderen en uiteindelijk zelfs de chemie en de energiesector van dienst te zijn.
Het programma Fascinating (Food Agro Sustainable Circular Nature Technology in Groningen) duikt op al die kansen. Vanuit één overtuiging: deze majeure transitie krijgen we alleen van de grond als we het samen doen. Het programma brengt partijen, kennis, geld en ambitie samen op een ongekende manier. Grote coöperaties als Avebe, Cosun, Friesland Campina en Agrifirm leveren hun bijdrage, het Universitair Medisch Centrum Groningen denkt en doet mee, LTO-Noord is betrokken, de provincies staan erachter, het onderwijs zit aan tafel, grotere en kleinere bedrijven vanuit de chemische sector en de energiesector ook.
Fascinating creëert in Noord-Nederland
14
| OKTOBER 2021
ONTWIKKELEN Antwoord op vragen Fascinating geeft antwoord op een serie prangende vragen, legt Tjeerd Jongsma uit. Hij is directeur van het Institute for Sustainable Proces Technology (ISPT) en ook penvoerder van het project dat in Noord-Nederland wordt uitgerold. ‘Hoe krijgen we meer nutriënten in onze voeding om langer gezond te blijven? Hoe maken we de vertaalslag naar ons landbouwsysteem, in harmonie met natuur en zonder uitstoot van CO2 en stikstof? Welke technologie kunnen we gebruiken om meer voedingsstoffen te behouden en gebruiken in verwerkingsprocessen?’ Die vragen zijn zo veelomvattend, dat ze niet anders dan in samenspraak met heel veel bedrijven, instituten, instellingen en overheden
We richten ons op de wereldwijde transities duurzamer, gezonder en slimmer. Heel logisch dus dat wij een project als Fascinating van harte ondersteunen en hebben bekrachtigd middels een samenwerkingovereenkomst. Start-ups en scale-ups die hier een rol in kunnen spelen verbinden we aan het project. Ook zorgen we voor aansluiting op projecten en programma’s buiten het Noorden. En binnen het landelijke ROM-netwerk betrekken we Fascinating om hiermee nationaal mkb-aansluiting te bewerkstelligen. Dina Boonstra, directeur NOM
landbouwsector van de toekomst beantwoord kunnen worden. En dat is precies wat er in Noord-Nederland gebeurt. ‘De hele keten van akker tot consument moet op de schop. Dat wij dat nu op kleine schaal aan het doen zijn hier, is heel bijzonder. Wij realiseren de bouwsector van de toekomst: een circulair systeem dat duurzaamheid, natuur, gezonde voeding en economische impact met elkaar in balans brengt.’ Kennis over en toepassingen van plantaardige eiwitten spelen een grote rol in het programma. In Noord-Nederland houden aardappelverwerker Avebe en zuivelreus Friesland Campina zich daar al langer mee bezig. Suikerproducent Cosun zit op hetzelfde spoor, Agrifirm ook. Allemaal werken ze aan het verrijken en ‘oogsten’ van eiwitten, en aan het zo efficiënt mogelijk toepassen ervan.
Open innovatieplatform ‘Dat ze dat nu samen doen is echt wel bijzonder. Maar we willen nog veel meer partijen betrekken. We zijn een open innovatieplatform, we nodigen iedereen uit mee te denken en mee te doen. We hebben ondernemerschap, creativiteit en denkkracht nodig, omdat er heel wat uitdagingen zijn. De boer moet zijn gewas aanpassen, onderzoekers moeten uitvindingen doen, afnemers moeten geïnteresseerd raken, de consument moet mee willen. In al die schakels is werk aan de winkel, elke schakel heeft direct voordeel van wat we met Fascinating bedenken en uitproberen.’ De bedrijven en overheden investeren samen dik 20 miljoen euro voor de eerste drie jaar. Daar komt later nog veel meer bij, Europa kijkt mee. Jongsma: ‘Het gaat om ontwikkelingen die tijd kosten, zo’n transitie is niet snel voor mekaar. We zijn nog maar net begonnen. We hebben de deelprojecten geformuleerd en hebben onze eerste proefvelden ingezaaid.’ Het oogsten komt later.
Alex Berhitu | business developer T +31 6 255 472 69 | E berhitu@nom.nl
Verbinden is niet zomaar geïnteresseerde partijen aan elkaar voorstellen. We willen begrijpen welke meerwaarde de verbinding kan gaan opleveren. Daarvoor voeren we uitgebreide gesprekken met de programmaleiders in Fascinating en met bedrijven en organisaties die het programma zouden kunnen versterken.
15
Alex Berhitu, business developer NOM
Wat wij als Cosun met Fascinating in Noord-Nederland willen bereiken is sneller de volgende stap te kunnen zetten in onze ambitie om met het produceren en verkopen van plantaardig eiwit de markt op te gaan en daarmee een extra verdienmodel realiseren voor onze leden/bietentelers van de coöperatie waaronder onze bietentelers op het Groningerland. Teun van der Weg, Innovation Manager Cosun Beet Company
In de landbouw en industrie komen op het moment zeer grote uitdagingen op ons af. Het varieert van energie en CO2 en water voor de fabrieken tot nitraatconcentraties in het grondwater en biodiversiteit voor de teelt. Daarnaast hebben we een prachtkans om plantaardig eiwit een serieuze boost te geven. Fascinating is een unieke ‘coöperatie’ van coöperaties samen met de provincie, RUG en LTO om oplossingen te vinden en te realiseren die groter zijn dan Avebe alleen aankan. Peter-Erik Ywema, Director Sustainability Avebe
| GROEIEN BEGINT HIER.
ACQUIREREN
ACQUISITIE WIJST WEG NAAR NOORD-NEDERLAND
Van Amsterdam region naar Onbekend maakt onbemind. Daarvan is het acquisitieteam goed doordrongen. Want draai het eens om: waar komt een Noord-Nederlandse ondernemer uit als die zich oriënteert op een buitenlandse vestigingsplaats? Precies, bij de meest bekende steden en regio’s van het betreffende land. Hetzelfde geldt voor bedrijven die plek zoeken in Europa. Kijken ze al specifiek naar Nederland, dan komt vooral de Randstad in beeld. ‘Oftewel: Amsterdam region, zoals veel buitenlandse ondernemers het noemen’, zegt Annefloor Wilke, de junior van het acquisitieteam. Ze snapt het wel. ‘Tijdens mijn studiejaren in Groningen was ik er zelf ook van overtuigd: in de Randstad gebeurt het! Ik wilde hier weg, totdat ik ontdekte hoeveel moois er gaande is in Noord-Nederland.’ Na haar studie – die ze deels in het buitenland deed – koos Annefloor daarom tóch voor Groningen. Bij de NOM zet ze zich in voor de omgekeerde beweging: niet weg uit Noord-Nederland, maar juist ondernemers hierheen halen. ‘De grote uitdaging is laten zien dat we bestaan en dat in deze regio meer mogelijk is dan je denkt’, zegt Annefloor enthousiast. Ze laat zich daarbij graag inspireren door haar collega’s, waaronder Gerard Lenstra en Wubbo Everts. Deze mannen weten
door hun rijke ervaring dat je voor dit werk vooral bevlogenheid, veel energie en een lange adem nodig hebt. En je moet kunnen omgaan met teleurstellingen, omdat de mooiste kansen ook na enorme inspanningen regelmatig afketsen door factoren waar het acquisitieteam geen enkele invloed op heeft.
Noord-Nederlands perspectief ‘We draaien aan alle mogelijke knoppen waar we wél invloed op hebben’, vertellen de heren. ‘Dat begint hier in Noord-Nederland zelf, door in gesprek te gaan met ondernemers en overheden om te onderzoeken waar behoefte aan is. We willen de economie hier versterken en als er nog iets mist om verder te innoveren, dan doen wij graag ons best om de ontbrekende schakels hier te krijgen. Wij kijken wat daarvoor nodig is en houden het grote plaatje goed in beeld. Aan ons de taak om boven gemeentelijke en provinciale belangen uit te stijgen en vanuit het Noord-Nederlandse perspectief te opereren. Maar óók vanuit het perspectief van potentiële vestigingskandidaten. We brengen zo goed mogelijk in kaart wat nodig en wenselijk is voor de bedrijven die we hier graag willen hebben. In dat samenspel is het vaak een kwestie van balanceren met verschillende belangen.’
16
Ze doen misschien wel het meest ongrijpbare werk bij de NOM: het acquisitieteam, dat (inter)nationale bedrijven warm maakt om zich te vestigen in NoordNederland. Drie collega’s geven een inkijkje in het vak waar ze zo enthousiast over zijn. ‘Dat niet alles lukt, maakt ons werk interessant. We blijven vol gaan voor alles waarmee we onze regio versterken en aanjagen.’
| OKTOBER 2021
WWW.NOM.NL
TopDutch Als alle puzzelstukjes op hun plek vallen en een acquisitie lukt, is dat het mooiste wat er is. ‘Maar het lukt vaker niet dan wel hoor’, vertelt het drietal nuchter. ‘Daarom is dit werk niet voor iedereen weggelegd. Je moet er na elke tegenvaller weer vol voor kunnen gaan en accepteren dat je niet op alles invloed hebt. Al proberen we dat natuurlijk wel. Dit werk zit altijd in het achterhoofd, jezelf steeds afvragend: hebben we alle facetten in beeld? Zien we niks over het hoofd? Zeker in de laatste fase, als we ergens maanden of jaren naartoe hebben gewerkt en bezig zijn met de laatste puntjes. Zelfs als we alles goed hebben gedaan, kan het alsnog afketsen. Soms op de gekste dingen: een partner die een andere vestigingsplaats verkiest, financiering vanuit het moederbedrijf die plotseling wegvalt, of de centrale contactpersoon die een andere functie krijgt.’
Toegevoegde waarde Andersom komt afketsen ook voor: dat bedrijven graag naar NoordNederland willen komen, maar dat de regio daar niet echt op zit te wachten. ‘We kijken naar economische factoren als werkgelegenheid en het realiseren van innovatieve ketens. Maar we letten daarbij meer
WWW.NVNOM.COM WWW.TOPDUTCH.COM dan ooit op duurzame en circulaire ontwikkeling. Ook ethische aspecten en leefbaarheid spelen mee, want als je werkt aan de economische bedrijvigheid in deze regio raakt dat alles in de samenleving. We willen graag bedrijven hierheen halen die echt toegevoegde waarde bieden in de regio, dus daar zijn we kritisch op. Het vraagt van ons dat we weten wat er speelt, in de regio én elders. Met luchtfietserij komen we er niet, acquisities moeten helder onderbouwd worden. Goed ons huiswerk doen is daarom essentieel in dit werk. En blijven afstemmen met alle betrokken partijen.’ ‘Als we te maken hebben met geheimhouding gebeurt dat afstemmen heel voorzichtig en vertrouwelijk. Bijvoorbeeld als grote tech- of beursgenoteerde bedrijven verkennend onderzoek doen naar vestiging in Noord-Nederland. We gebruiken codenamen als iets niet mag uitlekken. Ook dan komt het voor dat we tijdenlang werken aan grote acquisities die uiteindelijk toch niet doorgaan. Daar hoort niemand wat over. Ons werk is pas nieuws als het wél doorgaat.’ Overigens stopt een traject niet als een bedrijf hier zich hier eenmaal heeft gevestigd, benadrukt het drietal. ‘We hebben binnen de NOM 17
Op de foto van v.l.n.r. Reinder de Jong, Heleen Roovers, Rick Riedstra, Soraya Ludema, Sander Oosterhof, Wubbo Everts, Annefloor Wilke, Gerard Lenstra, Celia Williams en Wim A,B.
| GROEIEN BEGINT HIER.
BLIJVEN ONDERSCHEIDEN MET TOPDUTCH 18
een Investor Relations programma om de ontwikkelingen rondom geslaagde acquisities goed te volgen. Bedrijven hierheen halen is één ding, het gaat uiteindelijk om een zachte landing en verbinding met de regionale economie.’
Bouwen aan relaties Over verbinding gesproken: voor Annefloor, Gerard en Wubbo begint in hun vak alles met goede contacten. ‘Netwerken zijn de voedingsbodem voor acquisities, dus we steken veel tijd en aandacht in het bouwen aan goede relaties. Dat doen we doelgericht, met elk een eigen focus op bepaalde sectoren. Maar ook toeval speelt een rol van betekenis: welke mensen en kansen kom je tegen op beurzen of andere bijeenkomsten? Door corona is het speelveld zowel kleiner als groter geworden. Je treft elkaar veel minder live, terwijl je online juist meer mogelijkheden hebt. Dat lijkt efficiënter, maar de valkuil is dat contacten vluchtig blijven in een steriele online omgeving. Verbinding ontstaat vaak pas als je samen iets beleeft en echt contact hebt.’ ‘Een goede persoonlijke relatie is de basis om door te vragen en mogelijkheden te creëren’, merken de acquisitiecollega’s. ‘Veel bedrijven werken standaardlijstjes af om tot een shortlist van mogelijke vestigingslocaties te komen, terwijl daar vaak punten op staan die voor hen minder relevant zijn. Als je daarover in gesprek gaat, blijkt dat Noord-Nederland sneller naar voren komt als geschikte vestigingslocatie. Verkenningen zijn altijd een proces van aftasten, creatief meedenken en eventuele zorgen wegnemen. Amerikanen maken zich bijvoorbeeld druk over het feit dat Nederland zo dicht aan het water ligt. De beslisfactoren zijn bij elke acquisitie weer anders. Het is aan ons om die boven tafel te krijgen en om daar goed op in te spelen. Met alles wat er al is in de regio én met wat we nog kunnen organiseren natuurlijk.’
| OKTOBER 2021
Op internationaal niveau bundelen de Nederlandse regio’s structureel hun krachten om ons land stevig op de kaart te zetten. Zo is de NOM – samen met andere ontwikkelmaatschappijen – onderdeel van het Invest in Holland netwerk, een waardevolle eerste ingang voor buitenlandse acquisities. Toch is het van belang dat Noord-Nederland zichzelf blijft onderscheiden, om te laten zien dat er méér is dan de Randstad. Het jaren geleden zo ludiek gestarte TopDutch – om Tesla te prikkelen – blijkt een klinkende merknaam en staat voor wat we gezamenlijk te bieden hebben in de noordelijke regio. Daarom wordt TopDutch – aangejaagd door de NOM – straks weer actiever ingezet voor verrassende vormen van promotie en acquisitie.
Het grote geheel Zijn er droombedrijven die ze graag naar Noord-Nederland willen halen? ‘Natuurlijk, maar we gaan geen namen noemen’, zegt Wubbo. Voor Annefloor is het belangrijk dat er een goede mix is tussen groot en klein. ‘Want ook een interessante start-up kan waardevol zijn en nieuwe ontwikkelingen in de regio aanjagen.’ Waarop Gerard nog aanvult: ‘We kijken verder dan de vestiging van individuele bedrijven. Het gaat om de inbedding in het grote geheel; om het stimuleren van bewegingen zoals je die ziet in ketens en op campussen. De filosofie achter elke acquisitie is dat we de bestaande economische structuur in Noord-Nederland versterken, uitdiepen en verder laten ontwikkelen. Dát laten slagen, als radertje in het grote geheel, maakt ons vak zo mooi en interessant.’
Annefloor Wilke
Gerard Lenstra
Wubbo Everts
T +31 6 553 300 39 | E wilke@nom.nl
T +31 6 534 066 02 | E lenstra@nom.nl
T +31 6 215 184 97 | E everts@nom.nl
ACQUIREREN Onze werkwijze: netwerken en verbinden
Promotie Noord-Nederland We brengen Noord-Nederland onder de aandacht van buitenlandse bedrijven en bieden begeleiding vanaf oriëntatie tot vestiging (en/of uitbreiding) in de regio.
Actief werven Door samenwerking met de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA, met kantoren wereldwijd), beursbezoeken, contacten met consultants en het eigen netwerk komen we proactief aan potentiële leads die de TopDutch ecosystemen versterken.
Op maat profileren Eenmaal in gesprek inventariseren we de behoefte, kijken naar wensen en denken bij eventuele vraagstukken mee over oplossingen op maat. Noord-Nederland heeft voor ons geen geheimen: we hebben een groot netwerk, we kennen de geschikte bedrijfslocaties, de actuele regelgeving en relevante partners.
Live kennismaken We organiseren een uitgebreide kennismaking met waardevolle contacten in de private en publieke sector, eventueel met investeerders, en bezoeken potentiële vestigingslocaties.
De waardevolle sectoren van Noord-Nederland: • Chemie • AgriFood • Life Sciences & Health • IT • Watertechnologie • High Tech Systems & Materials
Team van professionals Ons acquisitieteam bestaat uit professionals met heel specifieke kennis en ervaring. We werken nauw samen met overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven.
19
Match? Mooi! Dan gaan we samen aan de slag om de vestiging in de TopDutch regio verder te begeleiden.
We houden contact Zodra een bedrijf gevestigd is in Nederland, blijven we in contact via het Investor Relations programma. Zo weten we wat er speelt en kunnen we buitenlandse bedrijven in de regio blijven ondersteunen.
| GROEIEN BEGINT HIER.
We praten in het bedrijfsleven volop over het belang van innovatie en hebben massaal behoefte aan talent en vernieuwende perspectieven. Maar als dat echt zo is, waarom zijn we dan vaak zo voorspelbaar en eenzijdig in het kiezen van de mensen waar we mee werken? Change maker Ruth Nahumury-van de Poll legt uit waarom alle bedrijven blinde vlekken hebben als het gaat om inclusie en diversiteit.
20
‘Geweldig dat er binnen organisaties meer dan ooit aandacht is voor diversiteitsbeleid’, zegt Ruth, die in heel Nederland aan de weg timmert met haar expertisebureau No Labels. Ze plaatst bij haar enthousiasme wel een belangrijke kanttekening: ‘Wat veel bedrijven over het hoofd zien, is dat er pas echt ruimte is voor diversiteit als je een inclusieve organisatie bent. Daarmee bedoel ik dat er een open sfeer heerst, met ruimte voor andere perspectieven. Een sfeer waarbinnen alle medewerkers zich durven uit te spreken en ook werkelijk gehoord worden.’
Ons brein wil makkelijk Wie deze uitspraak van Ruth laat indalen, realiseert zich dat zelfs een homogene groep van witte mannen niet vanzelfsprekend inclusief is. En dat diversiteit meer omvat dan herkomst of sekse. Wat heb je eraan om een collega aan te nemen die heel anders in de wereld staat – op welke manier dan ook – als je toch niet van plan bent om naar nieuwe perspectieven te luisteren? ‘Als we samenwerken met anderen, kiest ons brein het liefst iemand die op ons lijkt’, legt Ruth uit. ‘Dat is makkelijk en snel, dan kunnen we doorgaan zoals we gewend waren. Maar als we willen vernieuwen en innoveren, dan is het juist nodig om te schuren. En dan heb je mensen met andere ervaringen nodig; mensen die een – voor jou – afwijkende kijk op de zaak hebben.’
Investeren in inclusie en
| OKTOBER 2021
‘Ja, het kost tijd en inspanning om samen te werken met mensen die anders zijn dan wijzelf’, weet Ruth uit ervaring. ‘Zeker als er culturele verschillen te overbruggen zijn. Maar op termijn is dat een investering die loont. Uit tal van onderzoeken blijkt dat teams die hoog scoren op inclusie en diversiteit betere prestaties leveren. Samen heb je letterlijk een bredere blik en dat draagt bij aan het creatieve en innovatieve vermogen. Naast deze winst loop je met een inclusieve organisatie ook minder kans op verlies. Want: uitsluiting maakt ziek en als mensen niet werkelijk gehoord worden, ontstaat er frustratie, ziekteverzuim en verloop. Daarom is inclusie essentieel voor een succesvol diversiteitsbeleid.’
‘De meeste bedrijven willen wel graag, alleen weten ze niet goed hóe dan’, merkt Ruth. ‘Bovendien zijn vooroordelen hardnekkig. We hebben ze allemaal en het blijft een levenslang proces om ons daar bewust van te blijven. Ook ik heb voornamelijk een wit perspectief, zelfs al ben ik met een Molukse man getrouwd en werk ik bij No Labels met een zeer divers team. Als recruiter dacht ik altijd neutraal te zijn, maar toch was ik het niet. Ons brein plakt automatisch labels en we kiezen – soms bewust, maar veel vaker onbewust – voor mensen die op ons lijken. En die neiging blijft altijd, maar het goede nieuws is: we kunnen wél leren om pauzes in te lassen en onszelf kritisch te bevragen.’
Iedereen is nodig
Bewustwording is volgens Ruth essentieel voor inclusie en diversiteit. ‘We praten heel makkelijk over onze vooroordelen heen, maar waar komen die vandaan? Iemand in een split second beoordelen gaat vanzelf en het vraagt moed om onszelf daarop te bevragen: klopt het wat we denken? We zitten als samenleving in een transitiefase, waarbij we nog niet alles zien, door onze eigen blinde vlekken. Kijk maar naar discussies over zwarte piet. Het valt niet mee om de ander écht te horen als de labels al geplakt zijn. Dat geldt ook in het bedrijfsleven, waardoor je belangrijke perspectieven over het hoofd ziet en dus ook kansen mist. Jouw eerste oordeel over iemand zegt helemaal niets over wat de ander in huis heeft. Ga maar eens na hoeveel talent en kwaliteit er dan nog te ontdekken valt!’
Diversiteit omvat volgens Ruth alles waarin mensen van elkaar verschillen. Inclusie gaat over de manier waarop je omgaat met die verschillen. ‘Daarom is diversiteitsbeleid geen kwestie van vinkjes zetten, maar van blijvend bewustzijn in hoe we samenwerken. Stilstaan bij wie wél en wie níet mogen meedoen. Helaas zijn er te veel mensen die omwille van – vaak nog onbewuste – vooroordelen minder kansen en mogelijkheden krijgen. Het is mijn persoonlijke drijfveer om daar met No Labels verandering in te brengen. Omdat het nodig is voor de mensen die nog niet volop mogen meedoen, maar óók omdat we in deze uitdagende tijd iedereen nodig hebben om verder te komen als maatschappij.’
Gemiste kansen
diversiteit loont
21
< Ruth Nahumury-van de Poll
HOE INCLUSIEF DENKT & DOET DE NOM? Met een online whitepaper over diversiteit en inclusie moedigt de NOM bedrijven aan om concrete stappen te zetten. Om zelf het goede voorbeeld te geven, ondertekende de NOM in 2020 het diversiteitsstatement #FundRight: een belofte om – binnen drie jaar – alleen nog maar te investeren in start-ups waarvan het managementteam voor minimaal 35% uit vrouwen bestaat. En om die 35% natuurlijk óók binnen het eigen team van investment managers waar te maken.
‘Zelfreflectie blijft belangrijk, daarom werken we binnen de NOM met No Labels aan bewustzijn rondom dit thema’, vertelt Annemarie Atema (NOM). ‘We hebben een voorlopige visie geformuleerd en zijn in de praktijk nog steeds op zoek naar antwoorden. Want: wat als een witte man echt de beste kandidaat is? En: willen wij nog wel investeren in bedrijven zonder vrouwen? Het zijn vragen die soms schuren, maar dat is nodig om tot vernieuwing te komen.’ | GROEIEN BEGINT HIER.
Productie terug naar Nederland halen Reshoring, onshoring, inshoring, backshoring. Al die termen betekenen hetzelfde: het terughalen van de productie naar het eigen land. Nadat het tegenovergestelde – offshoring – in de jaren negentig van de vorige eeuw tot een hoogtepunt kwam, lijkt de trend de laatste jaren tegenovergesteld. Onder druk van stijgend arbeidsloon, oplopende transportkosten,
snelheid en meer nadruk op flexibiliteit kán reshoring een goed idee zijn. Zeker bij ondernemingen die nadenken over hun productiefootprint is nearshoring in zwang: dichtbij de markt op een slimme manier produceren. Er is geen algemeen advies voor te geven. Wat voor het ene bedrijf een heel goed idee lijkt, kan voor het andere veel minder goed uitpakken. Het is – zoals altijd bij ondernemen – kansen zien en risico’s afwegen.
HERALD MEIJER, PROLUTION
bomen, metalen frames, behuizingen, in elk gewenst volume, afmeting, kleur of materiaal. Veel daarvan komt in toenemende mate uit Oost-Europa.’
‘In Nederland produceren? Dat is niets voor ons’ Natuurlijk, de coronacrisis raakt alle bedrijven die in het verre Oosten produceren. Zo ook Prolution, 22
dat in Chinese en Taiwanese fabrieken PCBA’s, matrijzen voor spuitgieten, kabels en kabelbomen, batterijen en batterij packs laat maken. Toch is er geen haar op het hoofd van directeur Herald Meijer dat denkt aan het naar Nederland halen van de productie. Oost-Europa is dichtbij genoeg. Risicospreiding, flexibel blijven en de kosten in de hand houden. Dat zijn de drie belangrijkste redenen voor directeur Herald Meijer om het grootste deel van zijn productie in het buitenland te houden. ‘Wat we wel doen, is meer verplaatsen van China en Taiwan naar Oost-Europa, waar we al veel produceren. Dat heeft alles met de uit de pan rijzende transportkosten te maken.’ Elke ondernemer die de afgelopen jaren zaken deed met het verre Oosten heeft het gemerkt: de kosten voor containervervoer over zee gingen een keer of zeven over de kop. Daar komt bij dat de loonkosten ook in dat deel van de wereld stijgen en dat het soms lastig kan zijn om een goede, betrouwbare productiepartner te vinden. Van dat laatste heeft Prolution geen last. ‘We hebben prima partners die echt kwaliteit leveren. Voor sommige componenten/producten blijven we in China. We zijn bijvoorbeeld vrij groot in specialistische batterijen en batterij packs. Die blijven daar gemaakt worden naar ons ontwerp. Maar we doen nog veel meer. PCBA’s (printplaten), kabel-
| OKTOBER 2021
Oost-Europa is dichtbij genoeg Maar waarom dan niet nog wat verder richting huis? ‘Op een eigen fabriek zitten wij niet te wachten. Die moet dan altijd gevuld zijn en dat zou betekenen dat we ook voor derden zouden moeten produceren. Wij blijven liever doen waar we goed in zijn, dat is waar we ons volledig op willen richten. En dat gaat beter als we verschillende productiemogelijkheden hebben, zodat we altijd kunnen draaien wanneer ons dat het best uitkomt.’ Dus ziet Prolution meer in een serie fabrieken die voor hun maken wat zij nodig hebben. Oost-Europa is dichtbij genoeg. De arbeidskosten liggen er nog altijd een stuk lager dan in Nederland.
kán een goed idee zijn De transportkosten blijven binnen de perken, zelfs al is de logistiek op het eerste gezicht wat omslachtig. Componenten komen in Hoogeveen binnen – vanuit de gehele wereld – en gaan elke week op transport naar Oost-Europa, waar ze verwerkt worden in de producten die vervolgens terug naar Hoogeveen komen en naar klanten binnen Europa worden gezonden.
MARC HENDRIKS, SIXTY82
Geïnteresseerd in dit ontwerp? Luister dan binnenkort naar de NOM-talks podcast over reshoring. Houd de NOM media-kanalen in de gaten.
Toch is dat voor Prolution de beste manier. ‘Kwaliteit is essentieel. Dat is waar wij altijd het stuur op willen houden en dat lukt op deze manier. We controleren eerst zorgvuldig de componenten die naar Oost-Europa gaan en we doen een uitgebreide kwaliteitscontrole op de producten die weer terugkomen, alvorens ze naar de klant gaan. Dit is voor ons het beste systeem.’
De crisis is voor het bedrijf directe aanleiding
Een eerder avontuur in Roemenië bleek ook niet zaligmakend. ‘Wij willen goed, snel en efficiënt zijn. Dan is ‘thuis’ produceren de logische optie’, zegt CTO en mede-eigenaar van Sixty82 Marc Hendriks. Een uitgewerkt plan ligt klaar voor een nieuwe productielijn, zodat ook de bulkproducten in Nederland gemaakt kunnen worden. Kleine series en specials komen nu al in Drachten tot stand. Lagere transportkosten, grotere flexibiliteit en snelheid, betere controle op de kwaliteit. Waarom maakt het bedrijf zijn trussen en podiumsystemen niet altijd al in Nederland, kun je je afvragen. ‘Simpel. In Polen staan fabrieken die toegerust zijn om dedicated te produceren. Personeel is beter voor handen, de prijs is lager, terwijl de kwaliteit uitstekend is. Dat verliep een hele tijd ook heel goed, maar door de coronacrisis hebben we ondervonden dat wij toch net iets anders in de wedstrijd zitten dan onze Poolse leverancier. Laat ik zeggen dat de boel er toch minder goed georganiseerd is dan het aanvankelijk leek.’
tot een grote stap: de productie terughalen
Robotisering
naar Nederland.
Sixty82 kreeg te maken met onbegrip vanwege gecancelde opdrachten. Het werd geconfronteerd met prijsverhogingen die slecht uitgelegd werden, de transportkosten stegen intussen fors. ‘De crisis werd daar in eerste instantie wat ontkend. De manier van werken is er nogal opportunistisch. Eerst produceren, mensen aan het werk zetten, voorraad aanleggen en daarna pas gaan rekenen. Dat past niet bij onze werkwijze.’ Niet dat de podiumbouwer nu volledig afscheid neemt van zijn Poolse partner. ‘We hebben er kennis heengebracht en veel gaat ook echt wel goed. We nemen de komende tijd om langzaam maar zeker ook een groot deel bulkproductie naar Nederland terug te halen. Dat besluit is genomen. We hebben al geïnvesteerd in machines voor bepaalde productgroepen.’ De bedoeling is dat er uiteindelijk een goed geoutilleerde, moderne eigen fabriek staat. ‘Maar eerst gaan we de productie van onderdelen in eigen land uitbesteden en zelf assembleren. Dat is toch de weg die we moeten gaan, denk ik. Meer samenwerking is belangrijk, ruimte houden om te anticiperen op onzekerheid ook.’ Dat is een les van de (hopelijk snel afgelopen) coronaperiode. ‘De onzekerheid is nog niet weg. Prijzen voor producten en onderdelen rijzen de pan uit, net als transportkosten. En tegelijkertijd zijn er niet genoeg vakmensen te vinden om onze producten te maken. We zetten daarom fors in op automatisering en robotisering. Dat is de enige manier om productie in eigen land concurrerend te houden.’
‘Terughalen van productie maakt ons sneller, beter en efficiënter’ ’Je hebt ‘voor corona’ en ‘na corona’. Die cesuur geldt voor flink wat bedrijven, zeker voor ondernemingen die het moeten hebben van de evenementensector, zoals Sixty82 in Drachten.
Bij de bouwer van aluminiumconstructies voor podia wordt al langer nagedacht over de vraag hoe de productie het beste ingericht kan worden. De OEM-leveranciers in Oost-Europa hebben zo hun grillen.
23
| GROEIEN BEGINT HIER.
Onder onze neus een André Heeres: ‘Noord-Nederland heeft alles voorhanden voor een biobased circulaire transitie.’ Ronald Hesse vult aan: ‘En de consument wil het ook. De industrie voelt daarom de druk: alles moet groener. En daarbij gaat het van schoonmaak- tot genees- en voedingsmiddelen.’ Als een geoliede machine vult het duo André Heeres-Ronald Hesse elkaar aan. Maar bij het onderwerp van gesprek past deze metafoor niet. Want het gaat in dit gesprek juist om het vervangen van olie, ofwel fossiele grondstoffen. We praten namelijk met het duo over Chemport Europe; een samenwerking onder onze neus die revolutionaire vernieuwingen in de mondiale chemie wil afdwingen. Want op die plek worden grondstoffen eindproducten en eindproducten weer grondstoffen. Circulair dus. Ofwel: closing the loop. Het moet allemaal groen en duurzaam worden. Ronald Hesse
24
Interesse van Lego en Coca Cola André Heeres is lector Biobased Chemistry aan de Hanzehogeschool, Ronald Hesse is business developer bij de innovatiemotor Campus Groningen. De eerste weet alles van de chemie, de tweede faciliteert en structureert de zaken zodanig dat er business vanuit die circulaire chemie ontstaat. Hesse vervolgt zijn betoog: ‘Noord-Nederland is Europees koploper op het gebied van plastics, zeker in Emmen. Als je, zoals Cure, de interesse weet te wekken van Coca Cola en Lego, dan doe je het hartstikke goed.’ Waarop Heeres aanvult: ‘Je wilt plastics recyclen met zo min mogelijk schade-effecten voor het milieu. In dat proces verlies je altijd wat materialen, maar we kunnen het aanvullen met nieuwe duurzame materialen.’
Landbouw levert nieuwe grondstoffen voor chemie Heeres doelt dan op grondstoffen die uit de agro-sector komen, zoals de suikerbiet. Want de agro-wereld en de chemie worden in NoordNederland gekoppeld. Dankzij Chemport Europe en chemieparken in Emmen en Delfzijl. Avantium maakt bijvoorbeeld plastic uit suiker. ‘We hebben hier in de regio veel verstand van chemie op laboratoriumschaal’, zegt André Heeres. ‘Kijk naar de kennisinstellingen, kijk naar wat de Feringa’s (winnaar Nobelprijs chemie, red.) voortbrengen en voortbrachten.’ Noord-Nederland heeft alle ingrediënten om ambities waar te kunnen maken. De landbouw levert nieuwe grondstoffen, er is een stevig chemisch cluster, Friesland heeft met onder meer Omrin kracht op gebied van circulariteit, er is een haven, er zijn top-kennisinstellingen, er is groene waterstof (voor energie maar ook als grondstof), een aanjagende Life Sciences coöperatie in de vorm van Life Cooperative (voor toepassing van groene grondstoffen in o.a. geneesmiddelen-
| OKTOBER 2021
wereldwonder van chemie ontwikkeling) en er is het vliegwiel Campus Groningen waar wetenschap en ondernemerschap in elkaar overvloeien: alles is beschikbaar binnen een straal van 100 kilometer.
Beter een goede buur dan een verre vriend Die infrastructuur is er niet alleen een van buurlui die elkaar op de lip en achter de broek zitten, het is er ook een die het hele traject van idee naar fabriek kan faciliteren. Want van idee, gaat het naar onderzoek, naar stoeien met moleculen voor de juiste chemische verbinding, naar de productie van een paar gram product, daarna enige tientallen kilo’s product en uiteindelijk een (proef)fabriek. Kijk naar de trajecten van bijvoorbeeld Avantium, BioBTX, Photanol en Cure. Dat hele proces wordt wel de ‘TRL-train’ genoemd. TRL staat voor technology readyness levels. Voorbeelden: TRL 1 is de fase van fundamenteel onderzoek, TRL 4 is de implementatie en test van het prototype, TRL 9 (hoogste niveau) is wanneer het concept commercieel en technisch af is, dus een product dat rijp is voor de markt.
Keten in Noord-Nederland is compleet Daar is onlangs nog de Chemport Innovation Campus (CIC) bij gekomen. Heeres: ‘Er ontstaat daarmee een perfecte situatie. Om drie redenen. De eerste: we kunnen nu ideeën van bijvoorbeeld Ben Feringa naar de markt brengen. De tweede is dat we nu een teststraat hebben waar wereldwijde projecten terecht kunnen speciaal voor het testen van innovaties op TRL 4-niveau. Projecten op TRL 4-niveau kunnen zo in Delfzijl terecht. En ten derde kunnen we studenten opleiden in de praktijk.’ Het gaat in Noord-Nederland in grote lijnen om drie productstromen: chemische producten, geneesmiddelen en plastics. Heeres: ‘Als er één regio is waar we al die ambities kunnen waarmaken is het Noord-Nederland. Waterstof, chemieparken, landbouw, Campus Groningen, het is er allemaal. De cultuur is ook dat we goed met elkaar kunnen opschieten, we willen samenwerken.’ En Hesse vult aan: ‘De keten is compleet en we zoeken elkaar op.’
André Heeres
25
Koplopers Avantium, Cure, Photanol en BioBTX In de wereld van chemische producenten wordt vol belangstelling naar het Noord-Nederlandse concept gekeken. Heeres: ‘We hebben met Avantium, Cure, Photanol en BioBTX zeker vier koplopers. Een van die vier - en liefst alle vier - moet beslist een wereldspeler worden, want daar komen investeerders op af. Daarom moet je ook goed blijven kijken of een van die partijen tussendoor extra financiering nodig heeft. Daar mag het niet op stuk lopen.’ Ronald Hesse benadrukt daarom nog even de impact van Chemport Europe: ‘Het brengt oplossingen die de maatschappij vraagt maar die economisch nog niet rond zijn. En het gaat om een lange adem, want het kan zomaar zijn dat we pas over 40 jaar de producten op de markt zien die bijvoorbeeld Ben Feringa heeft bedacht.’
Errit Bekkering | business developer NOM/Chemport T +31 6 250 083 70 | E bekkering@nom.nl
| GROEIEN BEGINT HIER.
2021 update #3
Geld voor groei in Noord-Nederland? We houden je graag per kwartaal op de hoogte van de financieringen via Geld voor Groei. Dat doen we online, maar ook in de NOMMER.
GEÏNVESTEERD IN HET NOORDEN
99
MILJOEN 26
NOG BESCHIKBAAR
176
117
MILJOEN
BEDRIJVEN
65
10 25
Voor startende bedrijven en bedrijven die willen groeien of een overname willen doen.
| OKTOBER 2021
Durf te vragen Bel Kyra Weaver op 050 - 521 44 44 of mail haar via weaver@geldvoorgroei.nl
www.geldvoorgroei.nl Voor innovatieve ondernemers, starters en bestaande bedrijven in Fryslân.
Voor starters en bestaande bedrijven in Drenthe.
Voor starters, het mkb en voor grote investeringen in Noord-Groningen.
Smart Industry Hub Noord helpt je verder
Sluit je aan! Smart Industry gaat over het gebruikmaken van digitalisering in bedrijfsprocessen in de maak- en procesindustrie. Door machines en processen slim te koppelen en aan te sturen en de nieuwste technologieën te gebruiken wordt de productie efficiënter, de concurrentiekracht groter en de continuïteit verbeterd. Het is echter een complex en abstract onderwerp. En niet alle bedrijven kunnen mensen vrij spelen om zich te verdiepen in vernieuwing. Smart Industry Hub Noord
Smart Industry is essentieel als je als bedrijf in de maak- en procesindustrie optimaal wilt blijven presteren. Alleen waar begin je, welke mogelijkheden zijn er en hoe weet je wat je precies nodig hebt? Hoe kom je aan geld en kennis en zorg je dat je ook werkelijk de juiste stappen maakt? Bij de Smart Industry Hub Noord zijn organisaties aangesloten die helpen stappen te zetten richting een slimmere fabriek.Twaalf onafhankelijke en professionele partijen die nauw verbonden zijn met de praktijk en belangen van ondernemers, hebben hun krachten gebundeld om versneld een samenwerking op gang te brengen tussen bedrijven uit de maak- en procesindustrie, solution providers, consultants en kennisinstituten. De NOM is een van deze partijen.
Webinar ‘Aan de slag met Smart Industry’ De Smart Industry Hub Noord heeft een divers activiteitenprogramma opgesteld voor bedrijven in alle fases. Regelmatig bieden we masterclasses en workshops waarbij altijd kennisinstellingen en experts vanuit het werkveld betrokken zijn. Lees hoe we je verder helpen op smartindustry.nl/hubs/noord Je kunt hier ook het webinar ‘Aan de slag met Smart Industry’ terugkijken. Daarin laten André Harmens (NOM; partner Smart Industry Hub Noord) en Carl Schultz (Ynbusiness; partner Smart Industry Hub Noord) zien welke positieve impact het werken aan Smart Industry heeft gehad op ondernemers in Noord-Nederland.
27
Doe je ook mee?
biedt ondersteuning.
WEBINAR
Aan de slag met Smart Industry
Carl Schultz | adviseur
André Harmens | business developer
T +31 6 113 017 15 | E carlschultz@ynbusiness.nl
T +31 6 113 017 15 | E harmens@nom.nl
| GROEIEN BEGINT HIER.
ONTWIKKELEN Na de industrie wil de Smart Industry Hub Noord nu ook de noordelijke bouwsector
SIH-Noord helpt
inspireren om te investeren in een fabriek van de toekomst. Samen met bouworganisaties BuildinG en Bowinn werd daartoe onlangs een mooie eerste stap gezet. ‘Het is voor de bouwwereld makkelijker om in te stappen dan pakweg tien jaar geleden.’
Het is vrijdag 1 oktober rond het middaguur als Hans Praat met een goed gemoed het pand van Bowinn campus Noordoost Fryslân in Dokkum uitloopt. Daar, op de plek waar kennis en innovatie in de bouw samenkomen, heeft zojuist een veelbelovende kick-off plaatsgevonden. De aftrap van een samenwerking tussen de Smart Industry 28
| OKTOBER 2021
Hub Noord (SIH-Noord) en de noordelijke bouwsector, om precies te zijn. En ja, daar mocht de business developer van de NOM en tevens kwartiermaker van SIH-Noord natuurlijk niet ontbreken. ‘Het was een meer dan geslaagde ochtend met zeven enthousiaste bedrijven’, zegt Hans. ‘Uitsluitend fabrikanten van bouwcomponenten, zoals gevelsystemen, kozijnen en prefab onderdelen. Klassieke productiebedrijven waar digitalisering heel relevant is en steeds relevanter wordt.’
Digitale kansen Al geruime tijd zet SIH-Noord stevig in op het ondersteunen van industriële bedrijven in Noord-Nederland bij de ontwikkeling van Smart Industry of Industry 4.0, zoals de verregaande digitalisering van productiemiddelen, apparaten en fabrieken wordt genoemd. Daarvoor zijn op basis van voorgaande projecten, waaronder het bekende Noordelijke Fieldlab Region of Smart Factories, een visie en diverse diensten ontwikkeld. ‘Wij willen dat het gedachtegoed van de Smart Industry community over de hele regio wordt uitgerold’, betoogt Hans. ‘Vooral in sectoren die voor de Noord-Nederlandse economie belangrijk zijn en waar digitalisering steeds nadrukkelijker een rol speelt. De
SMARTINDUSTRY.NL/HUBS/NOORD
bouw bij digitaliseringsslag eerste sector waar we dat, na de maakindustrie, gaan doen is dus de bouw. Zo willen we samen met BuildinG en Bowinn bouwbedrijven laten profiteren van digitale kansen om hun positie te versterken. Het doel van de crossover is om ervaringen uit de maakindustrie over te brengen op de bouwsector. Tegelijkertijd introduceren we de bedrijven bij solution providers die kunnen helpen om versneld de overstap te maken naar een slimme fabriek. In eerste instantie zoomen we, zoals gezegd, in op fabrikanten van bouwcomponenten.’
Sterke sector Inderdaad, onder aanvoering van talloze innovatieve bedrijven is de bouw uitgegroeid tot een sterke sector voor de Noord-Nederlandse economie. Om die stijgende lijn vast houden is het zaak om strategisch te anticiperen op de aanstaande digitaliseringsgolf. Hoewel, eigenlijk is die al in volle gang. Kijk maar eens naar de snelle opkomst van digitale technologieën als 3D-printing, kunstmatige intelligentie, robotica en sensoring in de sector. Allemaal technologieën die ervoor zorgen dat er efficiënter kan worden gewerkt en de faalkosten aanzienlijk worden gereduceerd. Dat is mooi, zeker nu de bouwwereld voor de enorme maatschappelijke opgave staat om jaarlijks vele tienduizenden woningen per jaar te bouwen en te verduurzamen. Toch blijkt het voor veel bouwbedrijven lastig om een digitaliseringsslag te maken. ‘De bouw is natuurlijk heel traditioneel en conjunctuurgevoelig’, legt Hans uit. ‘Na de financiële crisis in 2008 zat de sector bijvoorbeeld langdurig in een flinke dip, nu is de groei nauwelijks nog bij te houden. Die dynamiek maakte het er lange tijd niet eenvoudiger op om in digitalisering te investeren. Momenteel zijn veel oplossingen rondom Smart Industry al redelijk uitgekristalliseerd en beginnen andere in rap tempo vorm te krijgen. Dus is het makkelijker om in te stappen dan pakweg tien jaar geleden. En juist daarbij kunnen en willen wij ondersteuning bieden.’
Smart Industry Assessment Terug naar de kick-off van afgelopen 1 oktober. Hoe zag die ochtend er concreet uit? En vooral: hoe verder? ‘Allereerst hebben we de deelnemende bedrijven, onder meer aan de hand van ervaringen uit de maakindustrie, verteld over de mogelijkheden van Smart Industry
Het enthousiasme van de aanwezige bedrijven op de eerste bijeenkomst van de Smart Industry Hub Noord voor de bouwsector bij Bowinn, campus voor innovatie in de bouw te Dokkum, gaf goed de behoefte weer om cross-sectoraal samen met de maakindustrie kennis te gaan delen in het proces van industrialisatie en digitalisering van het totale productieproces in de bouw. Martin van der Veen, directeur Bowinn
De grote opgaven waar de bouw voor staat nopen tot slimmer en efficiënter werken. Digitaliseren en industrialiseren zijn key. Die ontwikkeling is belangrijk voor een economisch vitale bouwketen van fabrikant tot architect en aannemer, maar ook essentieel in de context van duurzaam en circulair bouwen. Daarbij kan de bouw veel leren van andere sectoren en is het mooi dat we deze eerste stap in de samenwerking met de SIH hebben kunnen zetten. Voor ons een belangrijke verbinding in BRAINR, lerend netwerk voor intelligente bouw. Rolf Koops, directeur BuildinG
en over hoe ze slimme technologie kunnen toepassen om nieuwe businesskansen te creëren’, blikt Hans terug. ‘Daarna hebben we een mini-assessment gedaan, een lightversie van het Smart Industry Assessment dat we in het vervolgtraject afnemen. Het is een beproefd instrument om op een gestructureerde manier te peilen waar productiebedrijven qua digitalisering staan, waar ze naartoe willen en wat er zoal moet gebeuren om een slimme fabriek te worden. De evaluatie van het mini-assessment maakte duidelijk dat de deelnemende fabrikanten van bouwcomponenten nog flinke stappen te zetten hebben. Terwijl ze in hun vakgebied allemaal koplopers zijn. Tijdens zo’n assessment krijg je een spiegel voorgehouden, word je met de neus op feiten gedrukt. Maar bovenal krijg je inzicht in de verbetermogelijkheden en merk je dat de winst voor het grijpen ligt.’
29
Mooie basis Snel na de kick-off gaan de deelnemers onder leiding van adviseurs van de SIH dus het ‘echte’ Smart Industry Assessment doorlopen. Het assessment behelst de hele bedrijfsvoering, waarbij over 35 onderwerpen de meest uiteenlopende vragen moeten worden beantwoord. Daarna volgt een bijeenkomst tussen de aanbieders van Smart Factory-oplossingen en de bouwsector. Naast het bespreken van de uitkomsten van de assessments zal er dan tevens uitgebreid worden gedebatteerd over de uitdagingen waar de sector voor staat en, uiteraard, welke oplossingen er mogelijk zijn. ‘Maar ook inventariseren we tijdens die bijeenkomst ideeën voor verdere samenwerking in de toekomst’, benadrukt Hans. ‘Tijdens de kick-off in Dokkum hebben we daar in elk geval een mooie basis voor gelegd. We werken nu nog individueel met een zevental bedrijven, maar bouw- en aannemingsbedrijven die zich nog bij dit traject willen aansluiten zijn van harte welkom. Wij willen zo snel als mogelijk de hele noordelijke bouwwereld bereiken. Het is onze ambitie om minstens 300 regionale bedrijven in het Noorden versneld richting Smart Industry te krijgen.’ Hans Praat | business developer T +31 6 215 184 93 | E praat@nom.nl
@HansPraat
| GROEIEN BEGINT HIER.
INVESTOR READY De missie is even uitdagend als helder. Arc wil de interactie tussen technologie en de gebruiker opnieuw vormgeven en verbeteren. Te beginnen met de Arc Pulse, een premium telefoonhoesje dat de iPhone optimaal beschermt en waarmee bovenal het elegante design en het gevoel van de smartphone behouden blijven.
‘Het hele plaatje klopt’ 30
Het is Moritz Angermann al tijden een doorn in het oog. Natuurlijk, hij geniet dagelijks van alle mogelijkheden die technologie hem biedt. Sterker nog, hij leeft en ademt technologie. Niet voor niets was hij vanuit Duitsland naar Groningen gekomen om aan de RUG Kunstmatige Intelligentie te studeren. Maar wat Moritz stoort is dat de technologie zelf te vaak centraal staat en de interactie met de gebruiker nogal eens vergeten wordt. ‘Ik vind het design van mijn iPhone bijvoorbeeld echt heel mooi’, zegt hij. ‘Het apparaat ligt ook nog eens lekker in de hand. Helaas verdwijnen al die fraaie eigenschappen zodra je er een hoesje omheen doet. Fabrikanten van telefoonhoesjes willen logischerwijs de beste bescherming bieden tegen krassen en vallen. Vandaar dat ze de hoesjes, veelal vervaardigd van allerlei plastic materiaal, zwaar en dik maken. En dus wordt ook je iPhone zwaarder en dikker en is er ineens niets meer over van de elegante uitstraling en het lekkere gevoel. Welk model je ook hebt, door het hoesje lijken ze allemaal op elkaar. Dat is natuurlijk doodzonde en bovenal onnodig.’
Enthousiast Moritz vond het tijd om de interactie tussen technologie en de uiteindelijke gebruiker opnieuw vorm te geven. Op zijn Groningse studentenkamer begon hij producten te ontwerpen die het gebruik van zijn smartphone en computer eenvoudiger en prettiger moesten maken. Eén van die producten was, uiteraard, een telefoonhoesje. Een hoesje dat niet alleen een goede bescherming bood, maar waarmee de telefoon ook in volle glorie zicht- en voelbaar bleef. ‘De mensen uit mijn omgeving waren zo enthousiast, dat ze vroegen of ik er ook één voor hen wilde maken’, blikt Moritz terug. ‘Toen dacht ik: als zoveel mensen dit willen, dan moet ik het wellicht gaan vermarkten. Kort daarna, in maart 2020, heb ik samen met Tom Theuer en Niclas Bertelsen, twee goede Duitse vrienden die ik tijdens de studie Kunstmatige Intelligentie
| OKTOBER 2021
geholpen bij het perfectioneren van onze businesscase, het aanscherpen van de pitch deck en financiële onderbouwing, en het op orde brengen van alle relevante documenten. Tegelijkertijd kregen we toegang tot het omvangrijke netwerk van Flinc en hebben ze ons in contact gebracht met Jeroen Bos van het Groningse ICT-bedrijf Bossers en Cnossen, een mogelijke investeerder.’
Ongelooflijk Moritz Angermann
heb leren kennen, Arc opgericht. Een start-up dus die zich richt op het verbeteren van de interactie tussen mens en technologie.’
De beste materialen Langzaamaan werd het premium telefoonhoesje, de Arc Pulse genaamd, door Moritz, Tom en Niclas steeds verder geperfectioneerd. Dat bleek lastiger dan op voorhand was gedacht. De grootste uitdaging lag vooral in het vinden van de beste materialen om de Arc Pulse aan alle gewenste eigenschappen te laten voldoen. Want ja, het hoesje mocht nagenoeg geen dikte of gewicht hebben. En het moet de smartphone optimaal beschermen, uiteraard. ‘Die bescherming is voor ons geen doel op zich’, onderstreept Moritz. ‘Dat is gewoon een basisvoorwaarde. Uiteindelijk hebben we de juiste materialen gevonden in de Duitse auto-industrie en de ruimtevaart, waaronder titanium grade 5, aluminium 7075 en elastomeer. Het heeft geresulteerd in een hoesje dat voldoet aan alle specificaties die we vanaf het begin voor ogen hadden. De Arc Pulse heeft een minimalistisch ontwerp, is door de opschuifbare pasvorm eenvoudig op de iPhone te plaatsen en geeft de voorkant, de zijkanten, de achterkant en de cameralenzen de best mogelijke bescherming.’
Meteen enthousiast was Jeroen niet. De Arc Pulse oogt fraai, dat zag hij ook wel. Maar toch: een hoesje voor de IPhone, daar bestaan toch al honderden van? Niet interessant genoeg, dacht hij. Totdat hij de Arc Pulse toonde aan de eigenaar van een start-up waar Dataconfetti Investments, het investeringsvehikel van Bossers & Cnossen, zo’n twee jaar geleden in had geïnvesteerd. Ongelooflijk, wat is dit hoesje in technisch opzicht fantastisch bedacht en gemaakt, kreeg hij als reactie. ‘Toen heb ik ze toch maar langs laten komen’, glimlacht Jeroen. ‘Als investeerder kijk je dan vooral naar het product, het businessmodel en het team. Bij Arc zag ik meteen dat het hele plaatje klopt. In de manier waarop ze zich presenteerden en met elkaar overlegden, hoe Moritz dingen bedenkt, Tom naar organisatorische aspecten en financiën kijkt en de manier waarop Niclas marketing wil bedrijven. Het viel bij mij pas op zijn plek toen ik het product in combinatie met het team zag. Vandaar dat we hebben besloten om met Dataconfetti Investments in Arc te investeren en hen te ondersteunen bij zaken waarvan wij pretenderen verstand te hebben, zoals logistiek, sales, HR, financiële administratie en juridische zaken. Sindsdien betrekken ze eveneens bij ons een kantoor.’
Grootschalige productie Naast Dataconfetti Investments investeren ook Sander Prinsen en RUG Ventures in de Groningse start-up. Het heeft ervoor gezorgd dat Arc vaart kan maken om ook andere producten te ontwikkelen. Zo wordt binnenkort gestart met het volgende ambitieuze project, gericht op het verbeteren van de interactie tussen mens en computer. Momenteel wordt hard gewerkt aan de grootschalige productie van de Arc Pulse. De hoesjes zijn alle enige tijd verkrijgbaar voor de iPhone 12 en zullen vanaf eind oktober 2021 ook beschikbaar zijn voor de iPhone 13. ‘Een groot aantal mensen uit ons netwerk heeft de Arc Pulse al in gebruik’, vertelt Moritz. ‘De reacties zijn uitsluitend positief. De verwachtingen zijn, zeker gezien de vele pre-orders, dan ook hooggespannen. ’
31
Investor Readiness Program Om de inmiddels gepatenteerde Arc Pulse met succes op de markt te brengen en het bedrijf in staat te stellen nog meer producten te ontwikkelen, waren vanzelfsprekend investeerders nodig. Makkelijker gezegd dan gedaan, zeker voor kersverse en onervaren ondernemers als Moritz, Tom en Niclas. Veel veranderde er nadat ze bij VentureLab North een pitch, waar ook Flinc in het panel zat, hielden. Bij Flinc waren ze onder de indruk, zeker toen ze hoorden over de succesvolle crowdfundingcampagne die Arc was gestart. Voor hen voldoende reden om de mannen te attenderen op het Investor Readiness Program, een programma dat innovatieve start-ups helpt om goed voorbereid bij financiers aan tafel te komen. ‘Dat heeft ons heel veel gebracht’, betoogt Moritz. ‘Het programma heeft ons onder meer
ARC GOED OP WEG Het team laat zien niet alleen complementair te zijn, maar ook over executiekracht te beschikken. Dat geeft vertrouwen. Dit in combinatie met het verkregen patent en de ondersteuning van de business angels die zijn aangehaakt, maken de potentie van Arc groot! We zijn er trots op dat wij middels ons Investor Readiness Program een bijdrage hebben mogen leveren aan de weg richting investeerders voor Arc.
Ellen Ploeger | coördinator Flinc T +31 6 481 779 082 | E ploegerr@flinc.nl
| GROEIEN BEGINT HIER.
HOOFD &
Rankings
BIJ ZAKEN
Gezondheid/Geluk In het jaarlijks verschijnende World Happiness Report van de Verenigde Naties is Nederland ten opzichte van vorig jaar één plaats gestegen naar een vijfde plek. Nederlandse kinderen zijn daarnaast volgens UNICEF het meest tevreden met hun leven wereldwijd. En de OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) stelt Nederland op de eerste plaats als het aankomt op werk-privé balans. (Invest in Holland) Ook presteren we in 2021 wereldwijd op topniveau voor wat betreft kwaliteit van de gezondheidszorg. In het jaarlijks gepubliceerde Commonwealth Fund Healthcare Report staat Nederland op de tweede plek, waarbij alleen Noorwegen beter scoort. Nederland presteert ver boven gemiddeld op 4 van de 5 indicators, waarbij alleen ‘administratieve efficiëntie’ een achterblijver vormt. (Iamexpat.nl) Naast mooie cijfers voor Nederland op de gebieden gezondheid en geluk is Nederland ook de meest fysiek actieve bevolking van Europa. Volgens de Euro Barometer sport 56% van de Nederlanders op een wekelijkse basis. Hiermee scoren we aanzienlijk hoger dan het Europese gemiddelde van 40%. (NL TIMES)
Offshore wind
32
Het grootste noordelijke offshore windpark Gemini II, ligt op 85 kilometer van de kust van Groningen. Het park beslaat maar liefst 68 km2 waarover 150 turbines verspreid staan. Deze leveren gezamenlijk 600 MW aan vermogen. Het midden van de turbine staat 88 meter boven het water en gemiddeld 32 meter onder water. De gigantische turbines wegen bijna 1.350 ton per stuk, waarbij één van de drie wieken 18 ton weegt. De wieken maken -afhankelijk van de windsnelheid5 tot 13 omwentelingen per minuut. (Website Gemini Wind Park)
Biomassa Het energieverbruik uit biomassa zoals biogas, biobenzine, het groene deel van huishoudelijk afval of houtproducten, steeg in 2020 met 10% ten opzichte van een jaar eerder, en kwam uit op een totaal van 119 petajoule. Deze stijging is grotendeels te danken aan het toegenomen gebruik van biomassa in kolencentrales. Energie uit biomassa draagt voor 6% bij aan het totale energieverbruik in Nederland, blijkt uit analyses van het CBS.
Biomassa is met 54% de grootste bron van groene energie in ons land, gevolgd door wind (23%) en zon (14%). Er zijn veel verschillende vormen van biomassa die ieder op een eigen manier worden benut. (CBS)
| OKTOBER 2021
K E N N I S
DELEN
Innoveren met je bedrijf: kansen en risico’s Een innovatief bedrijf onderscheidt zich beter, concurreert effectiever en benut beter nieuwe marktmogelijkheden. Effectief innoveren kost tijd en geld, zonder garantie op succes. Vanuit mijn ervaring heb ik een lijst gemaakt van veelgemaakte fouten en mislukkingen. 1. Geen duidelijke ambitie, visie of strategie
6. Verkeerde aannames en inschattingen
Veel ondernemers zijn bezig met innovatie, maar als ik vraag naar hun doel dan krijg ik soms geen of een vaag antwoord. Weet wat je wilt bereiken. Wat is de toekomst van jouw bedrijf en de stip op je horizon? Zet een koers uit voor de lange termijn.
Een verkeerde inschatting van concurrenten, trends, ontwikkelingen of bedreigingen kan leiden tot een slechte marktvalidatie of product-market-fit. Onderzoeken, experimenteren, testen en valideren zijn essentiële fases in het innovatieproces. Verleg je koers als je oorspronkelijke idee niet blijkt te werken.
2. Te weinig actie en daadkracht Ik maak mee dat ondernemers zich bewust zijn van een bedreiging maar daar niet op anticiperen. Of dat ze wel over innovatie praten maar niet aan de slag gaan. Andere valkuilen: blijven hangen in de waan van de dag of afgeleid worden door andere ‘urgente’ ontwikkelingen. Begin gewoon en durf dingen te doen. Jens Ruesink | investment manager T +31 6 215 185 08 | E ruesink@nom.nl
7. Geen goede timing Bedrijven brengen een technologie of innovatief product op de markt, maar te vroeg. Ook kan het gebeuren dat een concurrent een innovatie introduceert waar jij al een tijd mee bezig was. Door goed klantonderzoek en aandacht voor je marktvalidatie voorkom je dat je een oplossing ontwikkelt waar de markt niet klaar voor is.
33
3. Gebrek aan innovatiecultuur Je hebt niet alleen visie, maar ook durf, ondernemerschap en creativiteit nodig. In je team heb je mensen nodig die niet bang zijn om te veranderen, te experimenteren, fouten te maken en persoonlijk initiatief te tonen. De hele organisatie moet achter de nieuwe koers staan en de status quo durven loslaten.
8. Niet de juiste middelen of resources Zorg voor voldoende capaciteit, middelen en tijd om echt te vernieuwen. Denk naast financiering ook aan kennis, partners, technologie of test- en productiemiddelen. En houd rekening met mogelijke tegenvallers.
9. Teveel in een keer willen doen of te snel gaan 4. Een ontoereikend team Betrek naast medewerkers ook externe partijen zoals klanten, stakeholders of rolemodels. Laat de organisatie met nieuwe ideeën komen en geef mensen hiervoor ruimte en verantwoordelijkheid. Dit kan leiden tot verrassende resultaten.
Het kan verleidelijk zijn om alles ineens te willen doen. Of je legt de lat heel hoog en blijft experimenteren en prototypen. Als je te snel wilt sla je belangrijke stappen over. Ga voor kleine stappen die overzichtelijk en financierbaar zijn.
10. Slechte planning of organisatie Dit is een verkorte versie van mijn blog. Scan de QR-code om het hele verhaal te lezen.
5. Onvoldoende creativiteit Creativiteit is belangrijk! Blijf niet in je eigen belevingswereld en vaste patronen hangen. Ook een te strakke sturing van het creatieve proces werkt belemmerend. Probeer je eigen kaders los te laten, maar probeer wel bij de werkelijkheid te blijven. Durf te kiezen uit alle ideeën.
Innovatie is geen lineair proces. Je zult te maken krijgen met onverwachte uitkomsten of gebeurtenissen. Een goede planning, structuur en voorbereiding zijn heel belangrijk. Houd rekening met verschillende meningen en belangen. Laat je niet afleiden van het einddoel. Dit zijn enkele valkuilen die ik in de praktijk vaak tegenkom. Heb je zelf plannen om te innoveren met je bedrijf en wil je eens sparren? Neem contact met mij op. Ik help je graag op weg!
| GROEIEN BEGINT HIER.
SPOTLICHT
ONDERNEMING UITGELICHT
Gigantisch lichtgevend kruis ‘Lifelights’ schittert in Milaan: made in Groningen In 2018 ging het roer volledig om bij Studio 212 Fahrenheit. Albert Buring en Paul Mulder zwaaiden de klanten van hun goedlopende reclamebureau
34
netjes, maar gedecideerd, gedag. Ze hadden er goed en lang over nagedacht: ze gingen doen waar ze het allergelukkigst van werden. En kozen het pad van de kunst. Afgelopen zomer pronkte hun stuk ‘Lifelights’ in het Palazzo Francesco Turatti tijdens de Designweek Milaan. Tijd voor een goed gesprek.
’Het voelde als een soort schoolreisje, maar dan met wat meer gedoe’, lacht Buring. ‘Onze installatie, een enorm lichtgevend kruis met daaraan kleinere lampjes in de vorm van een gouden hand die een smartphone vasthoudt, moest met een vrachtwagen worden vervoerd naar Milaan. Dat is gelukkig goedgekomen.’ De heren hadden nog wel even gecheckt of een metershoog kruis plaatsen in een kathedraal ook voor problemen zou zorgen, maar de organisatie zag geen problemen. En op twee wat toch wat geprovoceerde oudere Italiaanse vrouwen na, waren die er ook niet. Aandacht trok het stuk vanzelfsprekend wel. ‘We hebben tien dagen lang heel veel mensen gesproken van over de hele wereld en met een aantal hebben we nu nog steeds contact.’
| OKTOBER 2021
Met vogels de coronacrisis door Het is een nieuwe wereld, waar ze inmiddels in zijn beland. Met hun werken begeven ze zich tussen design en kunst in. Betekenisvolle statements met een schone esthetiek. Het grootste succes tot nu toe zijn de zogenaamde Blocbirds: geabstraheerde prints van bekende vogelsoorten voor aan de muur -of in het museum. ‘Drie jaar geleden stonden we met Blocbirds op de Dutch Design Week in Eindhoven. Daar zijn we toen in contact gekomen met de curator van de Designweek Milaan. Inmiddels is de expositie te zien in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en de prints worden besteld van over heel de wereld. Het is ook hoe we de coronacrisis zijn doorgekomen, want alle grote projecten vielen stil’, legt Mulder uit.
WWW.212F.NL Een heel andere wereld Het klinkt bijna als een sprookjesdroom: hart volgen, mooie dingen maken, awards winnen en schitteren in Milaan. Maar zo zien de heren het zelf nog niet helemaal. ‘Begrijp me goed, we gaan nooit meer de reclamewereld in. Deze keuze is heel erg goed geweest en daar zijn we echt heel gelukkig mee. Het is echter wel echt een heel andere wereld. Vroeger ging de telefoon dagelijks, moesten we zelfs best vaak nee zeggen tegen opdrachten. En nu zijn wij zelf degenen die moeten bellen of mailen. Je hebt in deze wereld maar twee smaken: je maakt het, of je maakt het niet’, legt Mulder opgewekt uit. ‘Milaan lijkt een doel op zich, maar het is eigenlijk alleen maar een middel, gezien onze ambities. Wij willen meer moois maken dat op meer plekken en in meer landen te zien is. Dat we uitgenodigd werden en verschillende prijzen wonnen met ons werk, helpt en zien we ook als bevestiging, maar toch moeten we nog steeds écht ontdekt worden.’
Kunst doet geen concessies Al ziet de buitenwereld dat toch anders, soms. ‘We horen wel eens terug dat mensen nu denken dat we onbetaalbaar zijn geworden, maar dat is helemaal niet zo’, lacht Buring. We zijn nog steeds heel toegankelijk en kunnen voor veel verschillende opdrachtgevers echt
mooie dingen doen, iedereen is altijd welkom om ons te bellen. Het is een belangrijke les die we hebben meegenomen uit Milaan: we hoeven niet steeds nieuwe dingen te maken, we kunnen veel meer werken aan onze zichtbaarheid en aandacht vragen voor wat we al hebben gedaan. Dat is dus nu onze opdracht in het licht van onze ambities.’ Het portfolio van Studio 212 Fahrenheit is dan ook substantieel. Allemaal objecten die een eigen verhaal vertellen en waar ze overduidelijk ziel en zaligheid in hebben gestopt. In het idee, maar ook in alle keuzes rondom de productie. ‘Kunst doet geen concessies, het is wat dat betreft een heel eerlijke wereld. Net als kunstenaars. Wij leggen onszelf hoge standaarden op in ons werk.’
Onzekerder, maar gelukkiger ‘Wat de toekomst ons brengt, is veel onzekerder dan toen we nog reclamewerk deden. Tegelijkertijd maakt dit ons echt veel gelukkiger. We raken thema’s aan waar iedereen wel wat mee heeft. De dood, het leven, de waan van alledag, ons historisch besef, religie, maar ook concreter zoals het milieu, het welzijn van onze dieren. Inspiratie in overvloed. Ideeën ook. Dus we vinden het spannend, maar we hebben alle vertrouwen. En vooral heel erg veel plezier.’
35
Albert Buring
Paul Mulder
Bekijk het werk van Studio 212 Fahrenheit op www.212f.nl. Ook zijn ze momenteel te zien in de synagoge Groningen en het Natuurhistorisch Museum Rotterdam.
| GROEIEN BEGINT HIER.
Hoe vertalen we wetenschappelijk onderzoek naar concrete oplossingen om de dreigende tekorten aan schoon water aan te pakken? En hoe brengen we die innovaties succesvol naar de markt? Het NEW-plan biedt antwoorden door de komende jaren 8 miljoen euro te investeren in veelbelovende kennisstarters binnen de watertechnologie. Geweldig, maar … what’s NEW?
NEW
36
What’s
Waarom watertechnologie?
NEW staat voor Netherlands Enabling Watertechnology. Vanuit het NEW-consortium stimuleren Wetsus, Deltares en Rijksuniversiteit Groningen samen met de NOM kansrijke initiatieven op gebied van watertechnologie. Hoofdthema’s zijn: waterbehandeling, hergebruik van water- en grondstoffen, productie en opslag van energie uit water en ook het slimmer beheren van watersystemen.
Zonder schoon en veilig water kunnen we niet leven op aarde. Door vervuiling, verspilling, sterk toenemend gebruik, klimaatverandering en uitputting van eindige bronnen zien we wereldwijd steeds vaker acute watertekorten. Terwijl water essentieel is. Van land- en tuinbouw tot de chemische sector: we zijn in bijna alles afhankelijk van water. Om schoonwatervoorraden niet langer uit te putten en te vervuilen, is het noodzakelijk om circulair en klimaatneutraal te produceren. Dat vraagt watertechnologische innovaties die op grote schaal en tegen aanvaardbare kosten inzetbaar zijn. En dat biedt kansen in ondernemerschap!
Wetsus-directeur Cees Buisman: ‘Wereld creëren waar je zelf wilt wonen’ Als initiator van het NEW-plan is Wetsus-directeur Cees Buisman trots dat het samen met Deltares, RUG en NOM is gelukt om als ‘Calimero’ onder de consortia miljoenen binnen te halen in een grote tender van de TTT-regeling (Thematische Technology Transfer) van de rijksoverheid. ‘Dit is een kans voor de hele watertechnologiesector in Nederland en dat wij daarbij met maar liefst drie Noord-Nederlandse partijen – en Deltares – een impuls kunnen bieden, is een geweldig visitekaartje.’
Grotere slagen ‘Met het NEW-plan zetten we Nederland nog steviger op de kaart als watertechnologieland’, stelt Cees. ‘Dankzij deze kenniskrachtenbundeling én het fonds kunnen we grotere slagen maken. NEW geeft ons de mogelijkheid om kennisstarters systematisch en professioneel op weg te helpen. Zij vormen de brug tussen wetenschap en de samenleving. Om een wereld te creëren waar je zelf graag wilt wonen,
| OKTOBER 2021
hebben we scheppende research nodig en dat kost geld. Daarom is die combinatie met ondernemerschap zo belangrijk; er zijn commerciële bedrijven nodig om de cirkel rond te maken.’
Keuzes maken Met scheppende research doelt Cees specifiek op coherente innovaties: vernieuwing die de wereld werkelijk verbetert in plaats van nog verder verstoort. ‘Zorgvuldig omgaan met water is daarbij essentieel. We kunnen niet zonder, daarom is watertechnologie zo hard nodig. Met NEW stimuleren we deze ontwikkeling, al zijn de aanwas van nieuw talent en de beschikbaarheid van materialen punten van zorg. Daarin kan ook Noord-Nederland ondersteunende keuzes maken, bijvoorbeeld door ruimte te bieden aan productie en te zorgen dat het technisch (opleidings)domein haar glans terugkrijgt. Intussen zetten wij met NEW in op zo’n twee tot drie nieuwe bedrijven per jaar.’
NEW? Manager ondernemerschap Ronald Wielinga: ‘Vroeg beginnen, slim scouten en goed begeleiden’ Bij WaterCampus Leeuwarden – het knooppunt van de Nederlandse watertechnologiesector – houden Ronald Wielinga en zijn team zich al volop bezig met het stimuleren van ondernemerschap. Dat doen ze met focus op talentontwikkeling, marktconnectie, financiële middelen, kennisoverdracht en faciliteiten. ‘Door de krachtenbundeling met Deltares, RUG en NOM gaan we met het NEW-plan onze kennisstarters nog beter maatwerk bieden en zo de kans van slagen vergroten.’
Vijver vergroten ‘Krachtig aan het NEW-plan is de combinatie van kennisoverdracht én een fonds’, stelt de manager ondernemerschap. ‘Die kennisoverdracht was er al en wordt nu verder versterkt, maar waar het vaak nog aan ontbrak, was vroegfasefinanciering bij hoog risico. Met het NEW-fonds vergroten we de vijver voor starters, terwijl het consortium zorgt dat er ook voldoende inhoudelijke voeding is voor ontwikkeling
en groei. We vormen een sterk team en ik heb het vertrouwen dat we elkaar iets gunnen, vanuit het belang van de kennisstarters. Daar hebben we uiteindelijk allemaal profijt van.’
37
Ondernemerschap stimuleren Ook al komt niet elke kennisstarter in aanmerking voor het fonds, Ronald voorziet dat het NEW-plan een boost geeft aan ondernemerschap in watertechnologie. ‘Omdat we al vroeg beginnen met stimuleren. Heus niet elke PhD (onderzoeker/student) hoeft ondernemer te worden, maar mijn uitdaging is hen er op z’n minst over te laten nadenken. Volgende stap is het slim scouten van talent: de mensen met potentie eruit pikken én verbindingen leggen binnen onze netwerken. Tot slot komt het aan op goed begeleiden, zonder te betuttelen. We willen er zijn als het nodig is.’
PMH-investeerder Durk van der Meer: ‘Van kennis naar een bedrijf met toekomst’ Naast de NOM – als beheerder van het NEW-fonds – zijn ook vijf externe financiers betrokken bij het NEW-plan, waaronder PMH Investments in Heerenveen. Waarom haken zij als private investeerder aan bij dit fonds voor de watertechnologie? Directeur Durk van der Meer: ‘Wij willen ons op tijd verdiepen in bedrijven die nodig zijn voor een duurzame toekomst.’
Klaar staan ‘Meestal stappen wij op een later tijdstip in, als starters doorgroeien en opschalen’, vertelt de Friese investeerder. ‘Maar we zien het grote belang van innovaties in watertechnologie en daarmee de noodzaak van het NEW-fonds. Onze betrokkenheid is tweeledig: maatschappelijk
| GROEIEN BEGINT HIER.
bijdragen aan duurzame ontwikkelingen én betrokken zijn bij wat er speelt, om in de toekomst klaar te staan voor de nieuwe bedrijven die gaan ontstaan. Het NEW-fonds is er voor financiering van de eerste fase, wij zijn er – desgewenst – als investeerder voor de volgende stap.’
Bewijsmodel
resultaten belangrijk, maar de bedrijven staan centraal. Wij trekken soms wel twintig jaar op met ondernemers. Bijzonder van het NEWplan vind ik dat het een mooi bewijsmodel is om te laten zien hoe je beweegt van kennis naar een bedrijf met toekomst. Wetenschappelijk onderzoek is mooi, maar wat zien we daarvan terug in de wereld om ons heen? Daar ben ik heel nieuwsgierig naar.’
Durk ziet overeenkomsten tussen PMH en de NOM: ‘We zetten beide in op waardecreatie voor de lange termijn. Natuurlijk zijn financiële
Fondsbeheerders NOM: ‘Kennispartners essentieel voor slagen NEW-fonds’ 38
Fondsmanager Rob Drees van de NOM is benieuwd hoeveel kwalitatief goede kandidaten de komende jaren aankloppen bij het NEW-fonds. ‘Ik vertrouw erop dat ook onze kennispartners in het NEW-consortium met kansrijke leads komen’. Collega Allard van der Horst – die als investment manager de uitvoering van het fonds op zich neemt – is blij met Deltares, RUG en Wetsus als inhoudelijke ‘filters’ bij de selectie.
Rijp voor doorbraak ‘De doelstelling van het NEW-plan is om veelbelovende kennisstarters goed op weg te helpen’, stelt Allard. ‘We kijken uiteraard naar ondernemerschap, maar het begint bij de inhoud. Bij de scouting en selectie van geschikte NEW-kandidaten is kennis van watertechnologie essentieel. Daarom is het samenspel binnen het consortium zo waardevol. Wetsus, RUG en Deltares kunnen inschatten welke innovaties rijp zijn voor doorbraak, of nog even op de rem moeten. Ze geven het ook eerlijk aan als kennisstarters eerst terug moeten naar de tekentafel.’
Steun waar nodig ‘De kandidaten die serieus in aanmerking komen, pitchen bij een onafhankelijke commissie’, vertelt Rob. ‘Pakt dat goed uit, dan volgt een formele toetsing door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In dit hele proces gaat het om verbinden, vertrouwen en zorgen dat veelbelovende kennisstarters steun krijgen waar het nodig is. We weten uit ervaring dat niet elk business-idee het gouden ei is. Maar zien we serieuze potentie, dan doen we er alles aan om deze starter door die beruchte valley of death te loodsen. Met het NEW-plan beschikken we daarvoor over alle middelen.’
| OKTOBER 2021
Naar de markt ‘We zitten er bovenop om ondernemers te laten doen waar ze goed in zijn’, vult Allard aan. ‘In de technische hoek zien we vaak dat goede koppels belangrijk zijn, want lang niet elke techneut heeft commerciële antennes. Hier komt het belang van netwerken om de hoek kijken. Verbindingen leggen en zorgen voor coaching of partners met aanvullende competenties. De basis ligt in het wetenschappelijk onderzoek, maar ondernemerschap brengt kansrijke watertechnologie de wereld in. Dat is in de kern wat we doen met NEW.’
WIL JIJ MET WATERTECHNOLOGIE DE MARKT OP? Het NEW-fonds is bedoeld voor kennisstarters die nog géén commerciële activiteiten hebben ontplooid – ook eventuele aandeelhouders niet – maar die al wel in de ‘proof of concept fase’ zitten en klaar zijn om door te ontwikkelen naar een marktrijp product. Meer weten over de mogelijkheden, voorwaarden en procedures? Neem dan contact op met investment manager Allard van der Horst: +31 6 126 422 89 of vanderhorst@nom.nl.
Kracht van het Noorden toont toen, nu en straks in economisch Noord-Nederland 50
NOM 1974 - 2024 De komende twee en een half jaar wordt het platform steeds rijker, in aanloop naar het 50-jarig bestaan van de NOM. Dit jubileum is bij uitstek een gelegenheid om terug te kijken naar hoe het was, trots te zijn op wat er is en met goede moed en vertrouwen verder te bouwen aan de toekomst. Dat vertellen we als NOM niet alleen zelf. We laten met liefde en trots alle spelers aan het woord die een rol spelen in de tijdlijn van toen naar straks.
De opkomst van de dairy-industrie, het
Want immers, het bruist in Noord-Nederland. Ondernemerschap en goede ideeën zijn er te over, net als technische doorbraken en innovaties. Daarvan zijn sommige zó veelbelovend, dat ze Noord-Nederland in staat stellen een voorbeeldfunctie voor de rest van de wereld in te nemen. Op Kracht van het succes Noorden is te zien welke ontwikkelingen dat zijn.
van de health-sector, de ontwikkelingen dankzij de Lelylijn. Typisch onderwerpen waarover (binnenkort) meer te lezen en zien is op Krachtvanhetnoorden.nl. De NOM riep dat platform in het leven om kansen en activiteiten in het Noorden te tonen, en ook om terug te
39
De NOM wijst op het platform zes kansrijke deelgebieden aan en wil iedereen op de hoogte houden van de majeure bewegingen daarbinnen. Het gaat om de slimme maakindustrie, de groene chemie, de energietransitie, voedselproductie 2.0, gezond leven en de maakindustrie. Stuk voor stuk zijn het deelgebieden waarop de autoriteit van het Noorden groot is, of groeiende. In elk ervan bevinden zich unieke spelers die een gezamenlijke noordelijke trots oproepen. De projecten zijn zo mooi, dat iedereen er vanaf zou moeten weten, zeker ook mensen van buiten Noord-Nederland.
Trots van en op het Noorden
blikken op de afgelopen halve eeuw.
Zie het platform als een etalage voor bedrijven, instellingen en initiatieven die zich in het Noorden op die deelterreinen bewegen. En vooral ook voor initiatieven die zich over en tussen die deelterreinen bewegen. Want verbinden is één van de doelstellingen. Niet alleen van de NOM, maar ook van Kracht van het Noorden. Het platform is op papier van de NOM, maar is in wezen van heel NoordNederland. Meedoen en aansluiten juichen we van harte toe. Duurzamer, gezonder, slimmer in woord en beeld.
Annemarie Atema T +31 6 464 309 54 | E atema@nom.nl
| GROEIEN BEGINT HIER.
INVESTEREN
Portfolio IFG groeit
Sinds 2015 participeert Investeringsfonds Groningen (IFG) in investeringsfondsen die hun kapitaal (ook) willen investeren in regionale mkb-bedrijven. IFG wil hiermee bijdragen aan het versterken van de innovatiekracht en de structuur van de Groningse economie. Recent werden aan het toch al rijke portfolio wederom twee aansprekende fondsen toegevoegd: Shared Facility Capital en CapitalT. Een korte introductie.
Meer verbinding door shared facilities 40
Onlangs werd het fonds Shared Facility Capital gelanceerd. Het fonds is bedoeld om op Campus Groningen nieuwe open innovatiefaciliteiten voor start-ups en R&D mogelijk te maken. Waarom is dat nodig en wat is de verwachte impact?
‘Campus Groningen is flink aan het groeien’, zegt Jan Martin Timmer, fondsmanager van IFG. ‘Het is zelfs de snelst groeiende campus van Nederland. ‘Door de aanwezigheid van kennisinstellingen als de Hanzehogeschool en de RUG, maar vooral ook omdat er zich steeds meer bedrijven vestigen. Het gaat dan om een combinatie van start-ups en meer volwassen bedrijven. De ervaring leert dat als je daar faciliteiten realiseert waar meerdere bedrijven gebruik van kunnen maken, de zogenaamde shared facilities, je deze nog beter kunt ondersteunen en de groei kunt versnellen. Het reeds aanwezige Innolab Agrifood heeft dat al ruimschoots bewezen. Vandaar dat Investeringsfonds Groningen het fonds Shared Facility Capital in het leven heeft geroepen.’
Hoeveel geld heeft de provincie hiervoor vrij gemaakt? ‘Voor het fonds Shared Facility Capital is in totaal € 7,5 miljoen beschikbaar gesteld. Dat geld is afkomstig uit de € 60 miljoen fondsbudget van IFG en hebben we dus apart gezet om de onderlinge verbinding op de campus en in de regio tussen bedrijven te versterken.’
| OKTOBER 2021
Waar zijn de aandachtspunten bij het realiseren van een shared facility? ‘Het gaat in elk geval verder dan alleen het bouwen en inrichten van panden. Er moet ook een vorm van dienstverlening, bijvoorbeeld een serviceorganisatie, aan verbonden zijn, zodat de huurders worden ondersteund en tegelijkertijd worden gefaciliteerd. Het moet echt toegevoegde waarde bieden. We gaan dus uit van full service concepten. Daarnaast vinden we het belangrijk dat er een verdienmodel in zit. Als dat ontbreekt is de kans groot dat de faciliteit op een gegeven moment weer verdwijnt.’
Het fonds heeft inmiddels al geleid tot een medefinanciering, toch? ‘Dat klopt. We hebben geïnvesteerd in het Innolab Chemistry & Engineering dat in het eerste kwartaal van 2022 wordt geopend. Gezien de interesse van bedrijven hebben we daar grote verwachtingen van. Daarbij moet ik de credits geven aan Triade en RUG Ventures die de behoefte in die markt al vroeg hebben gesignaleerd. Ik ga er vanuit dat we in de nabije toekomst in totaal nog twee of drie innolabs en een aantal andere shared facilities zullen financieren. We hebben nog geen zicht op wat dat zou kunnen zijn. Maar er gaan zich ongetwijfeld zaken aandienen.’
nog steeds Ruim
20,9%
WWW.IFG.NL Jan Martin Timmer | fondsmanager IFG T +31 6 292 408 99 | E timmer@ifg.nl
€ 19,3
miljoen geïnvesteerd Groningse fondsen bedrijven Groningse fte’s
11 € 95.675
vrouwen in management Investering per fte
34
202
‘We kijken heel nadrukkelijk naar het team’ CapitalT is een investeringsfonds dat, in een heel vroege fase, investeert in start-ups die zich richten op Artificial Intelligence (AI).
41
Wat maakt het fonds anders dan andere techfondsen en vanwaar de samenwerking met IFG? Medeoprichter Janneke Niesen vertelt. ‘In 2019 ben ik samen met Eva de Mol begonnen met het opzetten van CapitalT’, vertelt Janneke. ‘Zelf heb ik een ondernemersachtergrond en was ik actief als angel investor. Eva deed jarenlang onderzoek naar ondernemende teams en is vervolgens aan de investeringskant gaan werken. Inmiddels hebben we sinds februari 2020 vijftien investeringen gedaan en beschikt CapitalT over een totale fondsomvang van € 50 miljoen.’
Waarop ligt concreet jullie focus? ‘We investeren uitsluitend in jonge techbedrijven die aantoonbaar een probleem oplossen met AI. Naast Nederland doen we dat eveneens in Noord-Europa, Engeland en soms de Verenigde Staten. Daarbij kijken we vooral naar kansrijke start-ups die zich bezighouden met klimaattechnologie, digital health, onderwijs, Future of Work en New Social Tech.’
Wat zijn daarbij de voornaamste aandachtspunten? ‘Als duidelijk is of er een markt voor het product of de dienst is, kijken we heel nadrukkelijk naar het team van de start-up. We willen precies weten of het team de visie van het bedrijf ook echt kan waarmaken. Met behulp van een door Eva ontwikkeld wetenschappelijk model proberen we daar op een datagedreven manier achter te komen. Zo kunnen we objectief naar teams kijken en worden vooroordelen uit
het investeringsproces gehaald. We investeren dus puur op basis van feiten in plaats van, zoals je in onze wereld nog te vaak ziet, te vertrouwen op je onderbuikgevoel.’
Hoe zijn de contacten met IFG ontstaan? ‘De regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn in ons land natuurlijk belangrijke investeerders. Vanuit die achtergrond hebben we ze allemaal benaderd. Onze strategie en visie bleken prima aan te sluiten op die van IFG. Vooral ook vanwege onze focus op teams in combinatie met AI. In een provincie als Groningen, met gerenommeerde kennisinstellingen en talloze talentvolle IT’ers, zagen ze net als wij grote mogelijkheden. Vandaar dat we hebben besloten om te gaan samenwerken.’
Hoe zie je die samenwerking voor je? ‘Omdat we anders kijken naar investeren en door de manier waarop we ons presenteren, vinden we wellicht bedrijven die IFG zelf wat minder op de radar heeft. In die zin zijn we naar mijn idee aanvullend aan elkaar. Wanneer de samenwerking is geslaagd? Als we in Groningen al in een vroeg stadium een techbedrijf vinden dat vervolgens uitgroeit tot een voorbeeld voor andere Nederlandse techbedrijven. Dat is ook precies wat we voor ogen hebben.’
| GROEIEN BEGINT HIER.
PARTNERS
GroBusiness, het gaat
42
Marleen Lenting (adviseur & coördinator Verduurzaming), Maarten Soppe (adviseur & coördinator Digitalisering), Annemiek Maathuis (communicatie), Kees Tuin (programma manager & specialist Bedrijfsontwikkeling & Financiering), Christa Assink (intern adviseur) en Frans Arkema (adviseur & coördinator Innovatie)
Groningen: een prachtige provincie met vele actieve ondernemers! Alles is aanwezig voor groei en bloei. De kennis, het talent, de technologie, het onderzoek en de middelen. Alleen: hoe zorgen we er nou voor dat bedrijven elkáár vinden? En dat ze weten welke ondernemer, organisatie of specialist ze verder kan helpen met een bepaald vraagstuk? Dat ze niet verstrikt raken in het aanbod? Of zelfs producten en diensten in het buitenland inkopen terwijl een collega-ondernemer in Groningen ook goed zou kunnen helpen? Kortom: Hoe helpen we ondernemers in Groningen zich verder te ontwikkelen met hulp van anderen in Groningen?
| OKTOBER 2021
WWW.GROBUSINESS.NL
om de vraag achter de vraag GroBusiness
GroBusiness Het antwoord hierop is GroBusiness’, vertelt Kees Tuin, programmamanager van GroBusiness. ‘GroBusiness is een onafhankelijk verbindingspunt voor ondernemers, met name gericht op het mkb in Groningen. We helpen ondernemers de juiste partij te vinden bij een ambitie of uitdaging. We verbinden Groningse bedrijven met elkaar en met partijen die de onderneming verder kunnen helpen. Daarmee versnellen we groei en dragen we indirect bij aan meer banen, meer bedrijvigheid en een aantrekkelijker vestigingsklimaat. En daarmee een leefbare en vitale provincie Groningen. Kortom: we versterken Groningen.’
Groot netwerk Kees: ‘De grote kracht van GroBusiness is ons enorme netwerk. Wil jij innoveren? Digitaliseren? Verduurzamen? Of heb je financiering nodig? En weet je niet waar je moet zijn of welke eerste stappen je moet nemen? Dit zijn precies de thema’s waar wij je heel goed bij kunnen helpen. En dat doen we uiteindelijk niet zelf, maar we verwijzen je door naar een bedrijf of onderneming in Groningen die jou verder helpt.’
Vraag achter de vraag Dit betekent niet dat je GroBusiness moet zien als een soort startpagina voor onderwerpen die spelen bij ondernemers. ‘We zijn echt veel meer dan dat’, legt Kees uit. ‘We hebben veel kennis en expertise in huis op de thema’s innovatie, digitalisatie, verduurzaming, financiering en meer. En onze ervaring is dat er bij een vraag altijd meer zaken spelen of nodig zijn dan die ene vraag. Bijvoorbeeld: een bedrijf dat wil innoveren, moet misschien eerst wel een digitale inhaalslag maken. En heeft misschien ook wel aanvullende financiering nodig. Maar waar begin je? Met onze ervaring en expertise zijn we goed in het achterhalen van de vraag achter de vraag. Soms weet een ondernemer ook gewoon niet precies wat hij nodig heeft.’
Thema’s waar GroBusiness jou verder mee helpt: • • • •
Financiering Digitalisering Verduurzaming Groei
• • • •
Innovatie Bedrijfsvoering Internationaal ondernemen En meer!
‘En we verwijzen ook niet zómaar door. We overleggen met de dienstverlener die eventueel verder zou kunnen helpen. En blijven bij die eerste stap ook betrokken. Je kunt ons dus zien als een partner die jou écht verder helpt. We luisteren, sparren, denken mee.
GroBusiness is een vijfjarig initiatief van Economic Board Groningen, gefinancierd door de Provincie Groningen en het Nationaal Programma Groningen. Op grobusiness.nl vind je alle samenwerkingspartners.
Zelf op pad Kees: ‘Ons netwerk is onze grote kracht. En dat onderhouden we en breiden we uit. Daarvoor gaan we zelf ook op pad. Binnen de thema’s waar we ons mee bezighouden, proberen we zoveel mogelijk ondernemers te leren kennen en verder te helpen. Dit betekent dat onze specialisten heel veel mensen spreken. Enerzijds levert dat hele goede contacten op die voor andere ondernemers van pas kunnen komen. Anderzijds leren we wat voor vragen en uitdagingen er bij deze ondernemingen spelen. Zo zijn we goed op de hoogte van wat er speelt in de markt én werken we aan het uitbreiden van ons netwerk. Samen met dat netwerk organiseren we ook activiteiten en evenementen. Denk aan webinars en workshops over verduurzamen, smart industry of innovatie. Of netwerkevenementen met specifieke thema’s. We verspreiden waardevolle kennis en brengen mensen met elkaar in contact.’
43
Kennismaken? Meer informatie? Ben jij Gronings ondernemer en heb jij groeiplannen? Wil je innoveren? Verduurzamen? Of heb je andere vragen? Neem dan contact op met GroBusiness.
Wij zijn heel blij met GroBusiness. In Fryslân en Drenthe functioneren YnBusiness en Ik Ben Drents Ondernemer al een tijd als eerste aanspreekpunt voor mkb-ondernemers. Veel ondernemers worden daarmee verder geholpen, vaak door een doorverwijzing naar bijvoorbeeld een adviseur, een subsidiedeskundige of naar de NOM. De gesprekken leveren ook een schat aan informatie op waarmee provincies en gemeenten hun dienstverlening aan ondernemers kunnen verbeteren. In het bijzonder tijdens de eerste coronaperiode bleken deze organisaties een onmisbare schakel tussen ondernemers en alle regelingen die toen beschikbaar waren! Sander Oosterhof (NOM)
| GROEIEN BEGINT HIER.
WWW.NOM.NL