NOMMER 44

Page 1

VOEDSELTRANSITIE: LEF TONEN EN VOOROP LOPEN SMIT KWEKERIJEN: VAN INGEDUTTE KAMERPLANT NAAR TRENDY WOONACCESSOIRE HYDRALOOP PAKT DOOR
NOVEMBER 2022
GROEIEN BEGINT HIER.

Dit gaat niet over muizen, tinnitus of scharnieren die een beetje olie behoeven, maar over de energietransitie.

Natuurlijk, we zijn in Noord-Nederland al jaren bezig met de energietransitie. We werken niet alleen aan het vervangen van energie uit fossiele bronnen door die uit zon, wind en water. We werken ook aan het vervangen van fossiele grondstoffen door biologische grondstoffen die ook nog eens biologisch afbreekbaar zijn. Hiervoor zijn allerlei innovaties nodig in de techniek, biologie en chemie. Eigenlijk in alle vakgebieden, ook de sociale en commerciële. Hoe organiseren we de innovatieve cultuur en wat zijn de nieuwe verdienmodellen? Best ingewikkeld allemaal. Daarvoor is een visie op het geheel nodig, maar ook programma’s en budgetten.

’n piep is ’n piep

Tijdens de European Water Technology Week zag ik daar inspirerende voorbeelden van. Wetsus, de Water Alliance en CEW (Centre of Expertise Water) maakten er in Leeuwarden weer een prachtig programma van, waar de wereldtop bij elkaar kwam.

Dat gold ook voor het Wind meets Gas congres van de New Energy Coalition in Groningen.

Tijdens beide congressen was goed te ervaren dat we met elkaar in de wereld steeds verder komen om duurzaam en circulair te worden. Ook was heel goed de belangrijke rol te zien die bedrijven en kennisinstellingen uit Noord-Nederland spelen op dit wereldwijde speelveld.

Maar niet alleen een visie, programma’s en budgetten zijn nodig om al die innovaties te laten leiden tot energieen grondstoffentransitie. Praktische technische kennis en ervaring zijn onontbeerlijk. Natuurlijk weten we dat de arbeidsmarkt lastig is, ook voor deze functies. Onlangs sprak ik een monteur over zijn werk in gasinstallaties. Hij had alle vertrouwen in zijn kwaliteiten om ingezet te worden bij de bouw van electrolyzers. ‘Och ja, ’n piep is ’n piep’, was zijn antwoord met een flinke dosis noordelijke nuchterheid.

boonstra@nom.nl @dinaboonstra www.linkedin.com/in/dinaboonstra

COLUMN
RONDE TAFEL: VOEDSELVERWERKING In deze en verder ... 34 3 26 10 36 DE STARTUP-SCENE LEEFT SMIT KWEKERIJEN EN NOM UIT ELKAAR 1. Maak gebruik van een Living Lab om je circulaire ideeën uit te testen (pagina 14). 2. Wees niet (te) bescheiden. Deel je successen (pagina 32). 3. Denk aan 3D printing voor je productieprocessen (pagina 40). EXPORTGARANTIE VOOR SALTTECH UIT DIT NUMMER TIPS 5 Hydraloop is duurzaam en slim 9 Geld voor groei 12 Batterijboegbeeld van Nederland: Moniek Tromp 14 Noord-Nederland verdient Circulair 17 Het GROEIfonds durft meer! 18 Longbloom gaat verhuizen 20 De verzendsoftware van Innosend 22 50 jaar NOM: RUG en NOM werken samen 24 De drijfveren van Jouster klokmakers 29 Diverse vragen aan Arjan Herskamp 30 Vier jaar protonentherapie in Groningen 32 Kennisblog: Alex Berhitu 33 Verse spirulina groeit bij I AM ALGEA 39 Even voorstellen: FOM 40 De nieuwe plannen van Druckwege 42 Kijktip: grondstoffentransitie uitgelegd 43 Bijzaken

COLOFON

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.

Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.

Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl. Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.

Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Alex Berhitu, Sil Faber, Folkert van der Glas, Anne von Gleich, Minke Haveman, Lydwine Huizinga, Tine van Knijff-van Hijum, Richard Kootstra, Manisch Creatief, Hans Schrijer, Jean-Paul Taffijn, Laura Wijnia.

Fotografie: Jurjen Backer Dirks, Johan Brouwer, Hans van Dijk, Hans Loosman, Geert Job Sevink, Ronald Zijlstra, stock NOM.

Drukwerk: Scholma Print & Media.

Oplage: papier 2.950, digitaal 915.

Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl

Cover: Sabine Stuiver (CEO Hydraloop), Allard van der Horst (investment manager NOM) en Arthur Valkieser

De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De folie waarin de NOMMER bij verzending per post wordt aangeboden is suikerriet 12 mu folie. Deze folie is voor meer dan 80% gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen en is volledig recyclebaar binnen het reguliere inzamelsysteem.

SPECIAAL VOOR ABONNEES

IS JOUW FOTO AAN VERNIEUWING TOE?

Dat je eerste indruk belangrijk is hoeven we jou niet te vertellen. Daar zijn boeken over vol geschreven en is onderzoek naar gedaan. Dat geldt dus ook voor jouw LinkedIn-profiel. Wat vertel je daar en hoe profileer je je? Maar ook: welke profielfoto gebruik je?

Speciaal voor abonnees deelt fotograaf Ronald Zijlstra tips & trics voor de ideale profielfoto.

Ga naar: https://www.nom.nl/speciaal-voor-abonnees/

(CEO Hydraloop) proosten op het enorme succes van de Hydraloop in het gebouw van de WaterCampus in Leeuwarden. Fotografie: Jurjen Backer Dirks.
November 2022
SCAN/CLICK ME 4 | NOVEMBER 2022

NOM investeert in internationale expansie Hydraloop

Hydraloop uit Leeuwarden groeit snel. Zo snel dat het veelgeprezen bedrijf aan de vooravond staat van een grote internationale uitrol. Hydraloop, dat slimme waterrecycling producten voor gebruik in woningen en gebouwen ontwerpt en produceert, wordt daarbij ondersteund door de NOM.

Het is 3 augustus 2022 als minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat laat weten dat Nederland door de aanhoudende droogte kampt met een feitelijk watertekort. Nee, van een nationale crisis is nog geen sprake. Er is en blijft, zo horen we, voldoende drinkwater beschikbaar. Maar hoelang nog? Niet zomaar pleitte de voorzitter van de Nederlandse waterleidingbedrijven, een kleine twee weken na het bericht van de minister, voor een fundamentele herziening van onze waterhuishouding.

Er speelt meer dan alleen klimaatverandering’, zegt Arthur Valkieser, oprichter en CEO van Hydraloop. ‘We krijgen ook te maken met een mondiale bevolkingsgroei. Neem Nederland, waar in 2050 naar verwachting 22 miljoen mensen zullen wonen. Momenteel gebruiken we hier per persoon zo’n 120 liter leidingwater per dag. Straks komen er dus nog eens ruim vier miljoen inwoners bij. Het huidige systeem loopt wereldwijd, kortom, helemaal vast.’

5 | GROEIEN BEGINT HIER.
Sabine Stuiver en Arthur Valkieser, CEO’s Hydraloop (op voorgrond) klinken met Allard van der Horst, investment manager NOM, op de internationale uitrol. INVESTEREN EN INNOVEREN

‘De CES in Las Vegas was

Verzamelen, reinigen en desinfecteren De meest efficiënte en betaalbare manier om minder water te gebruiken? Inderdaad, het lokaal zuiveren en hergebruiken van licht verontreinigd huishoudelijk water. Des te vreemder is het dat, zeker in tijden van toenemende waterschaarste, onze toiletten bijvoorbeeld nog altijd worden doorgespoeld met schoon drinkwater.

Vanuit die gedachte richtte Valkieser in 2015 samen met zijn partner Sabine Stuiver het bedrijf Hydraloop op. De Hydraloop is een compact

en onderhoudsarm systeem, een soort luxe koelkast, dat het water van douche, bad, wasmachine, maar ook het condensatiewater van airconditioner, wasdroger en warmtepomp verzamelt, reinigt en desinfecteert. Het gerecyclede water kan vervolgens worden gebruikt voor toepassingen waarvoor een minder hoogwaardige kwaliteit water nodig is, zoals het doen van de was, het doorspoelen van het toilet of het irrigeren van de tuin. Hydraloop verkoopt via een b2b-model aan partners en focust zich voornamelijk op nieuwbouwprojecten voor zowel de particuliere als de zakelijke markt. Het concept slaat aan, dat zeker. Sterker nog, het bedrijf staat, met ondersteuning van onder meer de NOM, aan de vooravond van een grote internationale uitrol.

Het begin

Eerst even terug naar het allereerste begin. Of preciezer nog, naar het jaar 2003. Een goede vriend van Valkieser en Stuiver had destijds het idee om douchewater op te vangen en te zuiveren. Hij had hiervoor een eenvoudig systeem ontwikkeld. ‘Wij ontvingen elk prototype en plaatsten die, nadat we de leidingen geschikt hadden gemaakt, in ons huis’, vertelt Valkieser. ‘Ingegeven door de financiële crisis in 2008 is het bedrijfje in 2010 ter ziele gegaan. Wel werd het patent op het product door de toenmalige investeerders in stand gehouden. Maar elk jaar vielen er mensen uit de groep weg. Op een gegeven moment bleef ik als enige aandeelhouder over.’

6 | NOVEMBER 2022

Het idee, een potentiële oplossing voor een wereldwijd probleem, liet Valkieser niet meer los. Zelfs niet toen de geboren ondernemer zijn bedrijven had verkocht en zich na zijn vroegpensioen in Frankrijk settelde. Waarom pakt niemand dit op, vroeg hij zich af, het is zo’n eenvoudig uitgangspunt om slimmer met water om te gaan. Misschien moet ik het zelf maar doen, dacht hij in 2015.

Amerikaanse standaarden

Terug in Nederland installeerde Valkieser het oude apparaat van zijn vriend. De waterkwaliteit daarvan liet echter nogal te wensen over. Het werkte gewoon niet goed. Hij besloot opnieuw te beginnen en zich te richten op een volledig nieuw concept. In de garage van zijn woning ging hij aan de slag. Dat ging zo voortvarend dat Valkieser het waterreinigingssysteem, dat nu het gepatenteerde hart is van elke Hydraloop, al binnen anderhalf jaar ontwikkelde. Met trial and error wist hij telkens weer een oplossing te vinden voor elk probleem dat zich aandiende. ‘Vervolgens hebben we bepaald dat we ons in eerste instantie vooral gingen richten op de zuidwestelijke staten van Amerika’, kijkt Sabine Stuiver terug. ‘Omdat het daar hartstikke droog is, mensen de middelen

En ja, een bedrijf met zo’n mooie en waardevolle technologie wilde hij graag voor de prestigieuze award nomineren.

WaterCampus Leeuwarden

Hydraloop deed mee en wist de WIS-Award 2018 uiteindelijk te winnen. Naast de eer vormde ook een marketing- en PR-pakket onderdeel van de prijs, bedoeld om de innovatie internationaal te promoten. ‘De kern van business development is om bedrijven te ondersteunen bij het realiseren van nieuwe zakelijke kansen’, licht Berhitu toe. ‘Vandaar dat we Hydraloop op verschillende plekken in de wereld hebben meegenomen naar allerlei conferenties en beurzen op het gebied van watertechnologie.’ Hydraloop was in die periode gevestigd in de Randstad. Maar uit de gesprekken tijdens de tripjes kon Berhitu afleiden dat Valkieser en Stuiver onder de indruk waren van de ontwikkelingen in Leeuwarden, het epicentrum van innovatieve watertechnologie. Hij besloot er werk van te maken om Hydraloop naar Noord-Nederland te halen. Met succes, want inmiddels is het bedrijf alweer een paar jaar gehuisvest op de WaterCampus Leeuwarden. Eerst in het WaterCampus Business Centre ‘Johannes de Doper’ en sinds 2020 in het Wetsusgebouw.

voor ons bedrijf een kantelpunt’

hebben om in een dergelijk systeem te investeren en er in het gebied al jaren volop aandacht was voor duurzaamheid. Nadat we zeker wisten dat het behandelde water aan de Amerikaanse standaard voldeed is Arthur het product gaan vormgeven.’

Waardering en aandacht

Sindsdien heeft het Hydraloop aan waardering niet ontbroken. De eerste versie van het waterrecyclesysteem was nog maar net gereed toen het bedrijf eind 2017 op de Aquatech-beurs in de Amsterdamse RAI stond. Valkieser: ‘Als relatieve buitenstaanders deden we daar onze intrede in de wereld van de watertechnologie. Ook nog eens met een product dat qua uitstraling en vormgeving vrij ongewoon was in de sector. We vielen dus op en werden genomineerd voor de Innovation Award.’ De innovatie trok ook de aandacht van Alex Berhitu. De business developer van de NOM, in die hoedanigheid destijds nauw betrokken bij de Water Alliance, is initiatiefnemer en mede-bedenker van de Water Alliance Stimulation Award (WIS), een innovatieprijs die veelbelovende Nederlandse watertech bedrijven helpt om hun product voor het (internationale) voetlicht te brengen.

Technologies Added

Vanuit de markt begon de interesse in de Hydraloop meer en meer te groeien. Tijd dus om de productie op gang te brengen. De vraag was echter nog niet zodanig dat er meteen een eigen productiefabriek moest komen. Voor Berhitu reden om Valkieser en Stuiver in contact te brengen met Hans Praat, business developer Smart Industry bij de NOM en het brein achter Technologies Added in Emmen. ‘Tech nologies Added is een zogeheten shared facility, waar verschillende bedrijven samen onder één dak produceren’, legt Berhitu uit. ‘Terwijl het werkt als je eigen fabriek. Valkieser en Stuiver waren enthousiast over het concept en kozen Technologies Added in 2018 als hun productiepartner. Korte tijd later stond er in Emmen een complete assemblagelijn van Hydraloop.’

WWW.HYDRALOOP.COM
Een decentraal waterrecyclesysteem moet een standaard item worden in elk gebouw. Simpelweg omdat je op die manier tot 45% leidingwater en afvalwater bespaart.
7 | GROEIEN BEGINT HIER.

Doorbraak

De echte doorbraak kwam in januari 2020 nadat het bedrijf op de CES in Las Vegas, de grootste techbeurs ter wereld, maar liefst vier awards in de wacht sleepte, waaronder die van het allerbeste product van de show. Hydraloop wist daarmee liefst 20.000 andere innovaties voor te blijven. ‘Dat was voor ons een kantelpunt’, zegt Stuiver. ‘Wereldwijd stroomden de aanvragen binnen en zijn we enorm gaan groeien. Inmiddels hebben we 48 fte’s in dienst, verdeeld over ons hoofdkantoor in Leeuwarden, kantoren in de Verenigde Staten en het Midden-Oosten en twee business units in Canada en Australië. Tegelijkertijd wordt de Hydraloop in meer dan vijftig landen verkocht door ruim 125 lokale partners.’

Maar ja, het succes brengt onmiddellijk ook weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Het vinden van groeifinanciering bijvoorbeeld, om snel te kunnen opschalen. Die zoektocht bracht Hydraloop onder andere, wederom, bij de NOM. ‘We hadden de NOM leren kennen als een gedegen en zorgvuldig opererende organisatie’, verduidelijkt Valkieser. ‘Het is een instituut in Noord-Nederland met een enorm waardevol netwerk. Een partner dus waarmee we ook dit traject graag wilden ingaan.’ Het vertrouwen bleek wederzijds, benadrukt investment manager Allard van der Horst van de NOM. ‘De Hydraloop is een uitontwikkeld product met bewezen internationale potentie. De technologie biedt een oplossing voor een urgent maatschappelijk probleem en sluit naadloos aan op de transitiethema’s Duurzamer en Slimmer waar de NOM zich op richt. Bovendien heeft de onderneming alles in zich om de watertechnologie in Noord-Nederland prominent op de wereldkaart te zetten.’

Standaard item

De financiering wordt met name gebruikt voor het uitbreiden van het productportfolio, het versterken van het partnernetwerk en het in meerdere landen opzetten van decentrale assemblagelijnen. ‘Een decentraal waterrecyclesysteem moet een standaard item worden in elk gebouw’, onderstreept Stuiver de missie van Hydraloop. ‘Simpelweg omdat je op die manier tot 45% leidingwater en afvalwater bespaart. Daarom pleiten we ervoor dat waterbesparing, met het oog op klimaatverandering en bevolkingsgroei, in bouwbesluiten wordt opgenomen. Op verschillende plekken zie je dat ook al gebeuren. Het mooie is: met de Hydraloop stellen wij mensen in de gelegenheid om zelf actie te ondernemen. Van eigenaren van woningen en commercieel vastgoed tot hotels, lodges en sportscholen. Voor projecten van elke omvang is er, kortom, een oplossing. Waar ter wereld je je ook bevindt.’

Afgelopen 13 oktober was het opnieuw raak. Tijdens de CES Unveiled in Amsterdam werd Hydraloop uitgeroepen tot winnaar van de Innovation Award. Ditmaal in de categorie Smart Home met de Hydraloop Concealed, het nieuwste model dat waterrecycling mogelijk maakt voor mensen die klein behuisd zijn. Denk aan tiny houses en appartementen, maar ook de verbouwingsmarkt. En zo zal Hydraloop ongetwijfeld blijven verrassen met oplossingen om het waterverbruik drastisch terug te brengen.

Allard van der Horst | investment manager T +31 6 126 422 89 | E vanderhorst@nom.nl

8 | NOVEMBER 2022
startende bedrijven
bedrijven
willen
Bel Alexander Draaijer op 050 - 521 44 44 of mail hem via draaijer@geldvoorgroei.nl Voor starters en bestaande bedrijven in Drenthe. We houden je graag per kwartaal op de hoogte van de financieringen via Geld voor Groei. Dat
we online, maar ook
NOMMER. 127 MILJOEN 202 72 7 21 2022 3e kwartaal Voor starters, het mkb en voor grote investeringen in Noord-Groningen. Voor innovatieve ondernemers, starters en bestaande bedrijven in Fryslân. in Noord-Nederland? BEDRIJVEN www.geldvoorgroei.nl Durf te vragen Geld voor groei GEÏNVESTEERD IN HET NOORDEN NOG BESCHIKBAAR 113 MILJOEN 9 | GROEIEN BEGINT HIER.
Voor
en
die
groeien of een overname willen doen.
doen
in de

De startup-scene in Noord-Nederland leeft, en heeft meer te bieden dan menigeen had gedacht. Nu is het tijd om het ecosysteem in het licht te zetten en aan te sluiten bij de rest van de wereld.

Lekker druk, lekker gemengd, lekker positief. Het Startup Festival of the Northern Netherlands bracht vorige maand veel mensen op de been. Jonge ondernemers waren er, investeerders, ondernemende studenten, adviseurs en anderen die met de startup-wereld begaan zijn. Evenementenlocatie EM2 in Groningen is een inspirerende plek, waar je ook nog een lekker drankje kunt drinken. Een topcombinatie. ‘Wat ik niet vaak meemaak, is dat iedereen na zo’n event blijft hangen om na te borrelen. Dat gebeurde hier wel en dat is prachtig. Het zegt iets over hoe enthousiast mensen zijn, hoe graag ze elkaar willen leren

kennen en meer willen weten.’ Dat zegt Alain Le Loux, partner bij Cottonwood Technology Fund. Samen met de NOM en het Investeringsfonds Groningen organiseerde zijn fonds het festival. ‘En na het festival klopten er meteen al tien startups bij me aan. Dat heb ik nog niet eerder gezien.’

Dit moeten we vaker doen, is één van zijn conclusies. Ytsen van der Meer, investment manager van de NOM, beaamt dat. ‘Mij viel op dat er best wat onbekende gezichten waren. Vooral student-ondernemers waren goed vertegenwoordigd, en dat is heel goed. Die groep zien we lang niet overal, maar is wel heel interessant. Studenten hebben regel matig heel goede ideeën. Tijdens evenementen als deze komen ze in contact met mensen die advies kunnen geven of willen investeren.’

Linkjes naar buiten

Dat contact bleek juist het grote succes van het evenement op het Suikerterrein. Meer dan honderdvijftig mensen uit heel Noord-Neder land, maar ook van ver daarbuiten (tot en met de Verenigde Staten) kwam erop af. Om te luisteren naar wat startups moeten doen om te slagen, wat de valkuilen zijn. Maar ook welke marketingstrategieën werken en hoe het kan dat Klippa zo’n succesverhaal is.

Startup-ecosysteem: klaar

INVESTEREN
10 | NOVEMBER 2022

‘Yeelen Knegtering van Klippa is echt een topondernemer. Daar wil je gewoon naar luisteren’, vertelt Ytsen van der Meer, die zelf meedeed aan een paneldiscussie over de kracht van het noordelijke ecosysteem. ‘Daaruit zou je kunnen concluderen dat we best goed bezig zijn hier. En we hebben de afgelopen jaren echt wel vooruitgang geboekt als het gaat om het verbinden van talent en kapitaal. Maar we zijn er nog niet. Ik zou zeggen: het is nu tijd voor de sprong voorwaarts. En meer van dit soort evenementen organiseren is dan een goede start.’

Dat denkt Alain Le Loux ook. ‘Om het noordelijk ecosysteem te versterken, moeten er veel ervaringen worden uitgewisseld. Oók van buiten de regio. Volgens mij ontbreekt dat nog een beetje. In het Noorden kennen veel mensen elkaar, maar de linkjes naar buiten zijn nog wat mager. De aansluiting met de rest van de wereld is wat nodig is om een grote sprong te kunnen maken.’

Kon minder

Le Loux weet waarover hij praat. Al twintig jaar ondersteunt hij tech-startups, vooral in andere delen van Nederland. ‘We investeren zelf, of weten waar het geld te vinden is. Wat ik in Noord-Nederland af

en toe zie, zijn pareltjes. Daar worden veel interessante, technische uitvindingen gedaan. Maar er is geen hond die het weet! Het potentieel is groot, maar de onbewuste bescheidenheid ook. Dat is zonde, want zo bereiken mooie producten de markt niet.’

Dat is niet iets van de laatste tijd. Al jaren wordt ‘het Noorden’ aan gewreven dat het niet goed genoeg is in het verkopen van de eigen kracht. Ytsen van de Meer herkent dat ook wel. ‘We moeten onze succesverhalen veel meer promoten. Ik word altijd een beetje kriebelig van het typisch Groningse gezegde ‘kon minder’. Dat zegt mij dat we hier te snel tevreden zijn. Meer bekendheid voor de mooie dingen die we doen, dat hebben we nodig.’

Wie weet treedt één van de deelnemers van het evenement in de nabije toekomst onbescheiden naar voren. Het kan. Van der Meer: ‘We hebben hier vruchtbare grond, maar er kan meer op groeien. Dat moet ons gezamenlijke doel zijn in het ecosysteem.’

T +31 6 220 370 20 | E vandermeer@nom.nl

voor de grote sprong

Ytsen van der Meer | investment manager
11 | GROEIEN BEGINT HIER.

Hoe kunnen we duurzamer, slimmer en gezonder werken?

In deze editie vertelt hoogleraar Materiaalchemie Moniek Tromp hoe belangrijk het is om ons te richten op batterijtechnologie. Ze werkt aan de batterij van de toekomst: duurzaamheid voorop.

Batterijboegbeeld trekt

We hebben ruimte, we hebben een goed opgeleide beroepsbevolking, we hebben talent, we hebben infrastructuur. En we hebben Moniek Tromp. De hoogleraar Materiaalchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen is een extra argument voor bedrijven om naar NoordNederland te komen. Sterker nog: verschillende (grote internationale) partijen hebben besloten naar ons landsdeel te komen voor de productie van batterijen en onderdelen daarvan. Ter informatie: dat gaat altijd over oplaadbare batterijen, ook wel accu’s genoemd.

Het gaat wellicht wat ver om dat allemaal op het conto van Moniek Tromp bij te schrijven. Zeker is dat zij geholpen heeft. ‘Batterijen zijn booming en worden steeds belangrijker. Wij zijn bezig exemplaren te ontwikkelen die langer meegaan en ook anderszins duurzamer zijn. Batterijen van grondstoffen uit Europa, batterijen op basis van veel voorkomende delfstoffen, recyclebaar ook nog. Als dat lukt, dan gaat dat heel veel betekenen.’

Met de stijgende energieprijzen wordt nog eens extra duidelijk hoezeer we met zijn allen toe moeten naar een duurzame energievoorziening. ‘Dat was natuurlijk al zo omdat we ons klimaat moeten redden. Maar je ziet altijd dat geld nog een iets sterkere drijfveer blijkt.’ Dus zetten we mondiaal in op wind- en zonne-energie. Een goed idee, míts je

DE
EXPERT
Katalyse, parasitaire reacties, reversibiliteit, nikkelmangaankobaltoxide. Hoogleraar Moniek Tromp houdt zich er dagelijks mee bezig. Dé autoriteit in Europa werkt aan de batterij van de toekomst. In Groningen.
12 | NOVEMBER 2022

Eerlijk gezegd loopt Nederland wat achter op het batterijvlak.

We hebben naar mijn smaak iets te veel gefocust op waterstof.

genoeg capaciteit hebt om pieken in de energiewinning op te slaan. Waterstof kan daar een rol in spelen, maar zonder batterijen gaat het niet lukken. ‘We hebben het allemaal nodig. Waterstof en daarnaast verschillende typen batterijen, afhankelijk van locatie, toepassing en benodigde eigenschappen.’

Zoveel mogelijk energieopslag en geen degeneratie, dat is het doel

Met haar onderzoeksgroep bestudeert Tromp tot op detailniveau de werking van oplaadbare batterijen. ‘We gebruiken röntgen om te zien wat er precies gebeurt. Zo weten we hoe elektroden zich gedragen en zien we waarom de capaciteit van batterijen langzaam afneemt.

het bedrijfsleven helpen met het verbeteren van batterijtechnologie. Om diezelfde reden, maar ook omdat het mooi onderzoek oplevert.’

Inhaalslagje

Startups kloppen aan om hun technologie te laten testen, multinationals strijken in het Noorden neer vanwege de kennis en kunde van Moniek Tromp en haar onderzoekers. ‘Ja, dat is voor een paar concerns een belangrijke overweging geweest, weet ik. Dat ze zich in Noord-Nederland willen vestigen is mooi, maar voor een buitenlandse partij zijn de afstanden in Nederland natuurlijk sowieso kort, dus die kijken ook naar het totaalplaatje. Groningen is Amsterdam-Noord, als het ware. Ik ben blij met alle ontwikkelingen op batterijgebied, in heel Nederland, mits die goed zijn voor een duurzame toekomst.’

Haar onderzoekers werken aan verschillende trajecten. Enerzijds kijken ze op fundamenteel niveau naar batterijen om de exacte werking te begrijpen. Anderzijds denken ze - met een consortium van universiteiten, hogescholen en bedrijven - mee over de verdere perfectionering van bestaande lithiumbatterijen in het project BatteryNL. ‘Het is allemaal belangrijk. Je kunt niet het één doen en het ander laten. Voor onze

bedrijven naar Noord-Nederland

Dat is wat we proberen op te lossen door het gebruik van andere materialen en structuren. Geen degeneratie. Dat is ons uiteindelijke doel, samen met het verhogen van de energiecapaciteit. Je wilt niet dat mensen bij wijze van spreken een zeecontainer bij huis moeten hebben voor de opslag van energie.’

Aardig ecosysteem

Wat dat betreft zit ze in Groningen goed. De expertise van de faculteit Materiaalkunde van de universiteit geniet internationale faam. Met illustere voorgangers als Sibrandus Stratingh (eerste elektrische auto in 1835) en Ben Feringa (Nobelprijs 2016 voor ‘elektrische’ nanomotor) timmerde de RUG al lekker aan de elektrische weg.

‘Afgezien daarvan zie je dat hier een aardig ecosysteem aan het ont wikkelen is. De universiteit positioneert zich als batterij-onderzoeksinstituut, Chemport Europe heeft een unieke propositie. Daar is groene stroom om batterijen mee te kunnen produceren. En dat is waar bedrijven naar op zoek zijn. Die willen bijdragen aan het verkleinen van de voetafdruk. Batterijen zelf zijn daarbij belangrijk, maar de productie moet ook duurzaam zijn.’

Om verder te komen, moeten academie en bedrijfsleven elkaar omarmen, is haar stellige overtuiging. ‘Kijk, we doen fundamenteel onderzoek, maar niet alleen om stukken te schrijven die in de onderste la verdwijnen. Wij willen impact hebben, bijdragen aan een betere wereld. En dat kan alleen als onze ideeën en bevindingen worden gebruikt door commerciële partijen. Andersom kunnen wij

mobiliteit hebben we veel batterijkracht nodig, voor de opslag van energie thuis ook, en afhankelijk van de toepassing worden er andere eisen aan je batterij gesteld en is er waarschijnlijk een andere oplos sing nodig. Er gaat nog een heleboel gebeuren.’

Tromp is onlangs uitgeroepen tot Batterijboegbeeld van Nederland. In die rol is haar taak om onderzoek naar batterijtechnologie in Nederland aan te zwengelen en het bedrijfsleven een impuls te geven. ‘Eerlijk gezegd loopt Nederland wat achter op het batterijvlak. We hebben naar mijn smaak iets te veel gefocust op waterstof. Het is heel goed dat we nu een inhaalslagje aan het maken zijn. We hebben als ‘sector’ onlangs de Actieagenda batterijsystemen aangeboden aan het parlement. Dat werd hoog tijd. Nu moeten we zorgen dat we ook in Europa weer aan tafel komen.’

Waar gaat het heen met de batterij? ‘Die is straks duurzaam, herbruik baar, gaat heel lang mee en heeft ruimschoots aanwezige grondstoffen die te delven zijn zonder dat daar ernstige arbeidsomstandigheden aan te pas komen. Een blik in de toekomst: we werken aan een batterij gemaakt van ijzer en lucht. Die zou ideaal zijn voor gebruik thuis en een heel nieuwe wereld openen.’

Of de productie van die mooie dromen in Noord-Nederland gaat plaatsvinden, zal de toekomst uitwijzen. Zeker is, dat ondernemingen nú naar hier komen om te testen, om te leren, maar ook om gewoon productie te draaien. Tesla kwam iets te vroeg, de opvolgers staan klaar.

13 | GROEIEN BEGINT HIER.

Het liefste wil business developer en ecosysteem ontwikkelaar Alex Berhitu dat eind 2023 duizend bedrijven in NoordNederland circulair ondernemen. ‘Het is misschien een tikkie ambitieus, maar ik ben er nou eenmaal van overtuigd dat duurzaam ondernemen de toekomst is.’

belangrijk dat je op de juiste manier recyclet weet Berhitu. ‘Welke materialen zijn recyclebaar? Hoe duurzaam is het productieproces of kan een product beter in zijn geheel hergebruikt worden?’

Living Labs: experimenteren met duurzame processen Om ondernemers te stimuleren circulaire ideeën uit te testen zijn zogenaamde Living Labs in het leven geroepen. Dit zijn experimen teerruimtes waar een plan uitgeprobeerd kan worden zonder dat het lopende productieproces van een bedrijf stilstaat. Op deze manier wordt een ondernemer niet in zijn core business geraakt.

Als het onbekende wat bekender wordt blijken er kansen te liggen die bedrijven daarvoor niet zagen merkt Berhitu. ‘Ik hoop daarom met Noord-Nederland verdient Circulair zoveel mogelijk ondernemers te bereiken in hun circulaire ambities omdat ik zie dat het echt iets oplevert.’

Circulair ondernemen is geen ver-van-ons-bed-show meer’

Alex Berhitu is ambitieus met een reden. ‘Overheidsrichtlijnen bepalen dat we binnen tien jaar veel duurzamer moeten produceren. Dat lijkt een ver-van-ons-bed-show maar dat is het niet. De stijgende energieen grondstofprijzen maken meer dan ooit duidelijk dat ondernemers aan de bak moeten.’

Toch weten veel bedrijven niet waar ze moeten beginnen. Dat kan anders vindt de NOM en daarom neemt zij deel aan het React-EU project Noord-Nederland verdient Circulair. Dit project wil een ecosysteem ontwikkelen dat ondernemers in het Noorden stimuleert om circulair te ondernemen.

‘Een businessplan voor een circulair initiatief vraagt andere accenten’ ‘Circulair ondernemen roept vaak andere vragen op dan wanneer je op een traditionele manier je geld verdient’ weet Berhitu. Een business plan heeft net andere accenten nodig. De NOM biedt daarom het Market Readiness- en Investor Readiness Program aan. Trainingen die ervoor zorgen dat ondernemers goed voor de dag komen wanneer ze de markt betreden en indien nodig de juiste financiers bereiken.

De kracht van Noord-Nederland verdient Circulair zit volgens Berhitu in de samenwerking tussen verschillende partners met ieder hun eigen expertise. ‘Waar de NOM bijvoorbeeld ondernemers op weg helpt die al bepaalde ideeën hebben, helpen partners als MadeCircularBy…, VCF of IBDO/NICE bedrijven die nog geen concrete plannen hebben. Op deze manier worden ondernemers in verschillende stadia op weg geholpen.

En dat moet ook. Grondstoffen raken uitgeput en worden duur. Hergebruik door het bedrijfsleven is noodzakelijk. Het is alleen wel

Heb je een vraag of wil je deelnemen aan een Investor Readiness- of Market Readiness training of Living Lab?

Neem contact op met Alex Berhitu om te kijken wat de mogelijkheden zijn. T +31 6 255 472 69 | E berhitu@nom.nl

De partners van ‘Noord-Nederland verdient Circulair’: Vereniging Circulair Friesland, GroBusiness, Ynbusiness, Ik Ben Drents Ondernemer, Biocooperative Northern Netherlands, MadeCircularBy…, NHL Stenden Hogeschool, Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE), Chemport Europe, NOM, Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, TCNN, VNO-NCW Noord.

Ondersteunende partners: Rabobank, Versnellingshuis, CIRCO, KIA CE, VNO-NCW Midden, Gemeente Leeuwarden, Gemeente Groningen, Gemeente Emmen, Gemeente Assen.

INNOVEREN
14 | NOVEMBER 2022
Alex Berhitu

De markt veroveren met een circulair idee hoeft niet moeilijk te zijn’

Een van de ondernemers die de mogelijk heden voor deelname aan een Living Lab verkent is Wim van der Vorst van vouw wagenbedrijf Holtkamper. Hij was al jaren geïntrigeerd door circulair ondernemen. Maar het bleef er telkens bij. Dit veranderde toen hij in contact kwam met de NOM.

‘Ik denk niet dat het met de groeiende grondstoftekorten moeilijk is om de markt te veroveren met een circulair idee’ aldus Van der Vorst. ‘Waar de moeilijkheid wél in zit is om als bedrijf de juiste modus te vinden. Als ondernemer word je snel opgeslokt door de dagelijkse werkzaamheden, terwijl vooruitkijken zo belangrijk is’.

Er zijn ontzettend veel manieren om te verduurzamen. Het is best lastig om hier je weg in te vinden ervoer Van der Vorst. ‘De wil was er, maar we hadden er simpelweg de capaciteit niet voor.’

De juiste afwegingen maken

Met hulp van de NOM lukt het de ondernemer nu wél om deze afwegingen te maken. ‘We krijgen steeds meer richting in onze plannen. Zo is ons productieproces bijvoorbeeld vrij versplinterd. De NOM heeft veel lokale contacten waardoor wij met leveranciers uit de omgeving kunnen werken. Dat is veel duurzamer.’

Van der Vorst: ‘We nemen ons hele productieproces nu onder de loep. Het kan best zijn dat we een soort verhuurprincipe ontwikkelen en meer modulair gaan werken. Ik hoop aan het einde van het jaar te weten welke richting we uitgaan en stappen te maken.’

15 | GROEIEN BEGINT HIER.
WWW.HOLTKAMPER.NL

Happy Cups:

‘plastic’ waar iedereen blij van wordt

Wie kent het beeld niet. De zee van plastic bekers op een festival. Na jaren lang pionieren én volhouden vond Lenze Leunge een alternatief: de eerste 100% fossielvrije ‘plastic’ beker.

Vanuit zijn recyclebedrijf LIMM werkte Leunge al circulair met de recycling van koffiebekers. Toen de provincie Friesland voor Leeuwarden Culturele Hoofdstad een alternatief zocht voor plastic bekers besloot hij deze uitdaging aan te gaan.

Leunge stak zijn ziel en zaligheid in het project. Hij zocht contact met universiteiten, hogescholen en lokale bedrijven om zijn idee vorm te geven. Mede dankzij ondersteuning van het stimuleringsfonds Biocas Interreg slaagde hij erin de Happy Cup te ontwikkelen. Een beker gemaakt van PHA-biopolymeer; een organisch materiaal dat gecreëerd wordt door bacteriën te voeden met suikerriet.

‘In de afwasmachine en tóch biologisch afbreekbaar’ ‘Ons doel is altijd hergebruik van de bekers. Maar belanden ze onver hoopt toch bij het afval, in de sloot of de zee dan lossen ze op tot CO2 en mineralen die goed zijn voor de natuur. Ze kunnen gewoon in de afwasmachine maar zijn tóch biologisch afbreekbaar’ glimlacht hij.

Leunge koos bewust voor de onconventionele weg. ‘Ik ben overtuigd van het belang van ons product. PHA-biopolymeer is het plastic van de toekomst. Happy Cups heeft een missie en dat willen we delen. Door te investeren in onze cups investeer je in een duurzame wereld. Daar ben ik trots op.’

Zijn advies voor andere bedrijven? ‘Circulair ondernemen heeft de toekomst, daar ben ik van overtuigd. Opereer zoveel mogelijk lokaal. Investeer in de eigen regio en zoek lokale ondersteunende partners zoals de provincie, hogescholen en universiteiten of de NOM.’

WWW.HAPPYCUPS.NL 16 | NOVEMBER 2022

Serieuze groeiplannen?

Het GROEIfonds durft méér!’

Wat voor soort bedrijven kunnen bij het fonds aankloppen voor ondersteuning in de vorm van risicodragend kapitaal? Daar hebben de twee investeringsmanagers Emma Schakel en Gijs Vermeer wel een antwoord op: ‘We sluiten geen sector uit. In principe iedereen met groeiplannen, die of innovatie, duurzaam of maatschappelijk rendement aanjagen, alles van energietransitie tot een restaurant met kansen om uit te breiden, als het maar om het zinvol vergroten van de economische activiteit gaat.’

Voor wie?

‘Kort gezegd: het mkb in Noord-Groningen, maar dan echt heel breed. De aandacht ligt minder op de internationale reuzen aan de Eemshaven, maar meer op het regionale mkb. Het belangrijkste is dat je ons altijd kan vinden en benaderen, graag zelfs. Als het niet past, kunnen we je misschien doorverwijzen naar een andere financier, of naar een andere ondernemer in ons kloeke netwerk die je stoute plannen ineens vleugels kan geven.

Goed om te weten: het GROEIfonds werkt nooit solo als financier. Er moet altijd sprake zijn van de toegevoegde waarde van aanvullende financiering. Een cofinancier vinden is zelfs een harde eis. ’De kracht van hefboomwerking’ noemen we dat wel. Met ons netwerk kunnen we je misschien ook helpen bij het vinden van een passende cofinancier.’

‘Het mooie is namelijk dat onze belangstelling voor een product of idee ook weer andere financiers aantrekt. Die trekken we dan ook over de streep!’ Gijs en Emma zijn het over veel dingen eens. Ze zijn allebei enthousiast, energiek, nieuwsgierig, drukke praters die ook goed kunnen luisteren. Vastberaden op zoek naar de kansen om bedrijven écht vooruit te helpen. Overeenkomsten genoeg dus, tussen de twee vaste gezichten van het GROEIfonds.

Zoek de verschillen!

‘Ik werk al 6 jaar bij de NOM mee aan projecten, vooral in een backoffice rol: contracten, afspraken, dat soort dingen. Ik was vanaf het prille begin betrokken bij de start van het GROEIfonds en het voelt nog altijd een beetje als 'mijn’ fonds. Ik stroomde door naar de functie van specialist leningen, dus beheerder op afstand. Nu ben ik terug als investeringsmanager; zo kan ik nog meer betekenen voor de ondernemer. Ik vind het heerlijk dat ik nu veel bij bedrijven over de vloer kom. Mijn tocht naar het uiterste Noorden ging zo: opgegroeid in de Betuwe, bedrijfskunde studeren aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen, wonen op de Veluwe. Noordelijker dan nu kan bijna niet meer. Nu ik het zeg: mijn familie heeft in Noord-Zweden een primitief huisje. Daar kom ik heel graag. Beetje wandelen, buiten zijn, vuurtje stoken, boekje lezen, vroeg naar bed. In de winter kun je er alleen met de sneeuwscooter komen, in de zomer met een bootje. Heel erg relaxed allemaal. En dan op tijd weer terug naar de reuring en bedrijvigheid hier.’

‘Emma en ik vullen elkaar perfect aan, dat is het mooie. Ik ben een geboren noorderling, ik verken de regio in mijn vrije tijd onder andere op mijn racefiets. Emma is al een tijd bekend bij de NOM met het onderwerp risicodragende leningen voor het mkb; ik heb hiervoor lang in de banksector gewerkt. Natuurlijk ook wel met financieringen en een uitgebreid netwerk vol ondernemers, maar dan onder andere voorwaarden. We zeggen hier niet voor niks ‘het GROEIfonds durft meer!’ Dat netwerk is gebleven, dat loopt niet weg.

Ik werk nog niet lang voor het GROEIfonds; ik ben al erg onder de indruk van alle inhoudelijke kennis die in het NOM huis aanwezig is. Binnen allerlei sectoren: zoals chemie, energie en agri & food, er is altijd wel een collega die er wat over kan vertellen. Ik ben misschien niet zo avontuurlijk als Emma met haar logeerpartijen in Zweden, maar ik heb op mijn 29ste wel een jaar lang een wereldreis gemaakt. Mijn baan bij de bank opgezegd en ineens past je hele leven in een rugzak. Meer heb je niet nodig. Heel leerzaam. Ik heb commerciële economie gestudeerd aan de Hanzehogeschool – en ik heb sterk het idee dat ik nu heel mooi op mijn plek zit.’

INVESTEREN
Je zou het niet meteen zeggen, maar de letters GROEI in de naam GROEIfonds vormen stiekem ook een afkorting: GROninger Economisch Investeringsfonds. Opgericht in 2016. Met als doel: Groningen een economische impuls geven, met primaire focus op het noordelijke deel van Groningen.
118 363 74
68
GIJS VERMEER 17 | GROEIEN BEGINT HIER.
Contact T +31 6
E schakel@groei-fonds.nl Contact T +31 6 120 389
E vermeer@groei-fonds.nl EMMA SCHAKEL

Produceren is vele malen lastiger

Hij heeft de afgelopen jaren al aardig wat omzwervingen gemaakt. Maar binnenkort hoopt Lex Rademaker met zijn bedrijf Longbloom voor lange tijd neer te strijken in Wolvega. ’Er is diepgaande vakkennis nodig om elke dag weer hoogwaardig gepreserveerde bloemen te kunnen maken.’

liet mij echter niet meer los. Natuurlijk, ook destijds was ik al een lief hebber van bloemen en planten. Maar ik was vooral gegrepen door de commerciële mogelijkheden van gepreserveerde bloemen. Vandaar dat ik samen met investeerders nog datzelfde jaar Longbloom heb opgericht. Met het doel om op termijn wereldmarktleider te worden. Een ambitie die nog niets aan kracht heeft ingeboet.’

Genuanceerder

In Zuidwest-Friesland worden door Longbloom verse bloemen als rozen, orchideeën en pioenrozen straks zodanig geprepareerd dat ze zes maanden of langer houdbaar blijven. Dat gebeurt aan de hand van een innovatief, schoon en gepatenteerd procedé. Een methode die maar liefst 95% schoner is dan de gangbare manier waarop zogeheten gepreserveerde bloemen worden gemaakt. Het is het tastbare resultaat van doorzettingsvermogen, gecombineerd met gedegen pionierswerk.

Want nieuw is het bedrijf allerminst. Het idee voor Longbloom ontstond nadat Lex in 2010 in contact kwam met een stel bloemen handelaren uit Aalsmeer. Hoewel ze hun bedrijf hadden verkocht, bleef nog één onderdeel in eigen handen: gepreserveerde rozen uit Colombia. ‘Dat bleek gouden handel in met name Azië’, licht Lex toe. ‘Desondanks besloten ze even later ook daarmee te stoppen. Het idee

Je zou denken dat Longbloom zich richt op een enorm brede markt. Want wie wil zijn bloemen nu niet maandenlang in een vaas zien pronken? Of ligt het toch wat genuanceerder? Het blijkt dat laatste te zijn. ‘Vooral in Noordwest-Europa en Noord-Amerika hebben mensen een grote voorkeur voor verse bloemen’, zegt Lex. ‘Eigenlijk zijn ze de standaard in alle landen waar de temperatuur gematigd is. Verse bloemen leven en verwelken, er zit verandering in. Dat spreekt in rijke landen zichtbaar aan. Onze gepreserveerde bloemen, een uniek product in een groeiende nichemarkt, zie je voornamelijk terug in bijvoorbeeld de hotellerie, op cruiseschepen, in etalages van grote warenhuizen en in geaircode ruimtes zoals congrescentra. Op plekken dus waar het korte leven van verse bloemen vaak een obstakel is.’

Efficiënter en duurzamer Meteen na de oprichting huurde Lex een ruimte op de Agrarische Hogelschool in Dronten, waar hij met hulp van studenten alle ins en outs van het productieproces probeerde te doorgronden. Een op alcohol gebaseerd proces, waarmee in Zuid-Amerika grote successen

INVESTEREN
V.l.n.r. Daniëlle van Dalfsen (NOM), Adriaan Meewisse, Tom Meewisse, Ruud van Dijk (NOM), Lex Rademaker en Chantal Leijendekker (NOM) proosten op de samenwerking.
18 | NOVEMBER 2022

dan verkopen’

waren geboekt. Tot hij door Gert-Jan Euverink, hoogleraar biochemie aan de RUG, werd gewezen op de toepassing van superkritisch CO2

Het gebruik van superkritisch CO2, een milieuvriendelijk en niet-toxisch oplosmiddel, kan het proces van preserveren veel efficiënter en bovenal duurzamer maken, gaf de professor aan. ‘De mogelijkheden hebben we vervolgens grondig onderzocht’, vertelt Lex. ‘In eerste instantie zijn we in 2012 de bloemen, nog zonder toepassing van superkritisch CO2, zelf gaan importeren uit Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. ‘De boeketten werden daarna verhuurd aan horeca, hotels en zakelijke dienstverleners.

Het ei van Columbus, dachten we. De boeketten kun je tenslotte hergebruiken. In die tijd is ook de NOM ingestapt. De NOM heeft een sterk geloof in de marktkansen en is dus al vanaf het eerste commer ciële uur bij Longbloom betrokken.’

Ecuador

De toelevering bleek helaas onvoorspelbaar en bovendien liet de kwaliteit van de geïmporteerde bloemen nogal eens te wensen over En dus nam het bedrijf de productie zelf ter hand. Begin 2013 betrok Longbloom een lab op de RUG, de universiteit waar Lex ooit zijn studie Bedrijfskunde afrondde, om vervolgens het proces met superkritisch CO2 samen met PhD-studenten en professoren uit te ontwikkelen.

Een jaar later vertrok hij met zijn gezin voor twee jaar naar Ecuador om daar de nieuwe techniek op grotere schaal toe te passen in een fabriek. Dat was lastiger dan op voorhand gedacht. ‘Vooral de taal was een barrière’, verduidelijkt Lex. ‘Zeker wanneer je samen intensief bezig bent met een nieuw en ingewikkeld proces. Toch kijk ik met plezier terug op het avontuur in Ecuador. Het was zakelijk gezien erg interessant. Ik heb onder meer veel geleerd over hoe het op alcohol gebaseerde productieproces in Zuid-Amerika verloopt en gemerkt dat deze traditionele methode wat betreft duurzaamheid nauwelijks toekomst heeft. Of beter: het leerde mij dat onze techniek op de lange termijn aanzienlijk betere kaarten heeft.’

Kostbare machine

Terug in Nederland werd Lex geïnterviewd door een journalist van het Vakblad voor de Bloemisterij. Het uiteindelijke artikel, dat in de zomer van 2016 verscheen, wekte de interesse van rozenkwekers Adriaan en Tom Meewisse uit Bleiswijk. De broers besloten in 2017 in Longbloom te investeren en aandeelhouder te worden. Sindsdien vormt Lex samen met Adriaan als, zoals ze het zelf noemen, Chief Flower Officers de leiding van het bedrijf. Op de rozenkwekerij van Tom Meewisse in Bleiswijk werd het preserveren van bloemen op basis van superkritisch CO2 stap voor stap op gang gebracht. Zo werd er mede dankzij een financiering van InnovationQuarter, de regionale ontwikke lingsmaatschappij in Zuid-Holland, en de NOM een kostbare machine aangeschaft. Een reactorvat, om precies te zijn. ‘Het is eigenlijk een op zijn kant liggende cilinder, waar onder hoge druk CO2 en een heel klein beetje alcohol doorheen worden gepompt’, legt Lex uit. ‘De bloemen worden daarmee gedroogd en geïmpregneerd.’

Vervolgfinanciering

In 2020 wist Longbloom via een agent in Los Angeles Gucci als grote opdrachtgever binnen te slepen. Het gerenommeerde Italiaanse modebedrijf gebruikt de gepreserveerde bloemen voor het maken van hoedendozen die als goodie aan klanten worden meegegeven. ‘De komst van Gucci was voor de NOM één van de redenen om Longbloom een vervolgfinanciering te verstrekken’, onderstreept Lex. ‘Simpelweg omdat we er meer dan ooit voor moeten zorgen dat de productie voorspelbaar verloopt. Vandaar dat we samen met de NOM de machine gaan ombouwen naar een versie waarin de nieuwste inzichten zijn verwerkt. Naast Gucci hebben we momenteel een behoorlijke lijst klanten. Maar produceren is vele malen lastiger dan verkopen. Het is zonder twijfel de belangrijkste les die ik tot dusver heb geleerd. Er is diepgaande vakkennis nodig om elke dag weer hoogwaardig gepreserveerde bloemen te kunnen maken.’

Hoogwaardige werkgelegenheid

Zoals gezegd staat Longbloom voor een terugkeer naar NoordNederland. Waarom eigenlijk? En waarom juist Wolvega? ‘Na overleg met de NOM concludeerden we dat een vertrek naar het Noorden de beste optie is om het bedrijf verder te brengen’, vertelt Lex. ‘Vanwege de nabijheid van de RUG, uiteraard, waar we al jarenlang heel prettig mee samenwerken. We hadden ons graag op Campus Groningen gevestigd, maar dat bleek financieel nog niet haalbaar. In Wolvega huren we nu een loods die aan al onze eisen voldoet. Met als bijkomend voordeel dat voor Adriaan Zuidwest-Friesland vanuit Bleiswijk veel sneller bereikbaar is dan de stad Groningen. Ons doel is om Longbloom vanuit Wolvega zelfstandig te laten groeien en een sterk productieteam samen te stellen. We creëren in de regio, kortom, hoogwaardige werkgelegenheid. En ook dat is wat de NOM natuurlijk graag ziet.’

T
WWW.LONGBLOOM.COM 19 | GROEIEN BEGINT HIER.
Danielle van Dalfsen investment manager
+31 6 152 425 41 | E vandalfsen@nom.nl

Met een simpele muisklik je verzendlabels uitprinten en je producten tegen de scherpste tarieven verzenden. Innosend ontwikkelde slimme verzendsoftware om het leven van webshopeigenaren een stuk gemakkelijker te maken, door automatisch orders te koppelen aan de juiste verzendmethode en vervoerder. ‘We willen er met ons platform voor zorgen dat ondernemers niet steeds het wiel opnieuw uit hoeven te vinden.’

Verzending is onlosmakelijk verbonden met het runnen van een e-commerce bedrijf. En tegelijkertijd is verzending ook het meest tijdrovende en complexe aspect, want het bedrijf valt of staat immers bij goede levering van de producten. Dat kon en moest makkelijker, vonden oprichters Liu Kars en Virgil Swagemakers. ‘Het is niet makkelijk om als webshop een goed distributieproces op te zetten, zeker niet als je ook in het buitenland klanten hebt’, vertelt Liu. ‘En met Innosend willen we deze ondernemers de mogelijkheid geven om dat deel te automatiseren en uit te besteden, zodat zij zich kunnen richten op groei van hun bedrijf.’

Corona

Het idee achter Innosend ontstond in de zomer van 2020, vlak nadat Liu een lastige knoop had doorgehakt. ‘Met mijn vorige bedrijf Ticket guard waren we eerst goed aan de weg aan het timmeren, maar door de combinatie van corona en verkeerde bedrijfskeuzes viel alles ineens stil. En omdat er toen ook nog veel onduidelijkheid was, hadden we net besloten om onze werkzaamheden voor de komende tijd maar helemaal te pauzeren. Ik was die zomer eigenlijk vooral bezig met het bedenken van wat ik nou precies wilde gaan doen.’

En toen ontmoette Liu zijn toekomstige compagnon Virgil, die voorstelde een verzendplatform te ontwikkelen. ‘Virgil had al heel veel ervaring als e-commerce ondernemer en was eigenaar van meerdere webwinkels. Hij liep eigenlijk al tegen alle verzendproblemen aan die we met Innosend oplossen’, vervolgt Liu. ‘De software die hij toen gebruikte, had bijvoorbeeld functies die hij niet nodig had, maar waar hij wel extra voor betaalde. En het was ook lastig om contact op te nemen als er iets mis ging. Hij had het gevoel dat hij voor elke stap steeds het wiel opnieuw moest uitvinden. Dat kon gewoon beter en dat wilde hij samen met mij doen.’

Slimme software

De basis voor een mooie samenwerking was gelegd. En het resultaat is een compleet pakket met slimme software en handige tools. ‘Je kunt meerdere webwinkels koppelen en we hebben een dashboard met een overzicht van alle orders, waarmee je snel en makkelijk verzendlabels kunt printen’, legt Liu uit. ‘Onze software kiest automatisch de beste verzendmethode en vervoerder binnen heel Europa en we hebben ook een eigen track & trace portaal, zodat je zelf je klanten op de hoogte kunt houden.’

Slimme software

Maar wat Innosend volgens Liu vooral uniek maakt, is het persoonlijke contact. ‘Daar was ook wel echt een grote behoefte aan, merkten we. Als webwinkel ben je voor verzending afhankelijk van iemand anders. En eigenlijk heb je dus geen controle over een heel belangrijk aspect van je klantervaring. Dan is het fijn om snel met die andere partij in contact te kunnen komen, wat in de regel gewoon niet echt het geval is. En los daarvan, gaan we ook altijd eerst in gesprek over echte behoeftes, in plaats van dat we een pakket aanbieden met functionali teiten die niet nodig zijn.’

Gezonde groei

De persoonlijke aanpak bleek een gouden greep voor Innosend. In iets meer dan twee jaar tijd groeide het bedrijf uit naar 4 fte. ‘Het heeft ook zeker geholpen dat we altijd de klantvraag als uitgangspunt hebben genomen bij onze ontwikkeling’, vertelt Liu. ‘Dus je ontwikkelt in die zin de nieuwe functionaliteiten samen met je klanten en leert van hun feedback. En het is daarnaast ook fantastisch om te zien dat elke nieuwe functionaliteit die we uitrollen ook altijd weer een paar nieuwe klanten oplevert. Maar op een gegeven moment kwamen we wel op

Liu Kars
20 | NOVEMBER 2022 INVESTEREN

Liu Kars, co-founder Innosend

met een persoonlijke touch

een punt dat we extra financiering nodig hadden om verder te kunnen groeien.’

Groeigeld

Die financiering vond Innosend bij de NOM. ‘Je ziet vaak dat dit soort bedrijven uiteindelijk op een punt komen dat ze geremd worden in hun groei en kapitaal nodig hebben’, zegt Daniëlle van Dalfsen, die als investment manager van de NOM bij het proces betrokken was. ‘En voor startende ondernemingen is het vaak moeilijk om financiering aan te trekken, dus ik ben blij dat wij hier een rol in kunnen spelen en Noord-Nederlandse bedrijven zo een stap verder kunnen helpen. Liu en Virgil zijn twee hele enthousiaste ondernemers die een niche markt hebben gevonden. Beiden hebben ze ervaring in het ondernemerschap. En in combinatie met de persoonlijke aanpak zullen ze ook zeker nieuwe klanten kunnen aansluiten en verder doorgroeien.’

Ambities

Innosend is in ieder geval hard aan de slag om straks klaar te zijn voor de groeispurt. ‘We zijn bijvoorbeeld bezig om ons track & trace

portaal naar een nog hoger niveau te tillen, zodat het voor webshops straks nog makkelijker wordt om een betere klantervaring te bieden’, zegt Liu. ‘Daarnaast zijn we ook bezig met een retour-functie. Dat is misschien niet het leukste onderdeel voor een webwinkel, maar het is wel een goede manier om je te onderscheiden en je service verder uit te breiden.’

Fulfillment center

Daarnaast zijn er ook concrete plannen voor een eigen fulfillment center. ‘Er zijn veel webwinkels die vanuit huis werken of soms ineens een stuk sneller groeien dan verwacht. Dus dan wil het weleens voorkomen dat je niet genoeg ruimte hebt voor opslag of het magazijn wordt te klein’, legt Liu uit. ‘Daarom zijn we nu ook bezig met een eigen fulfillment center, waar onze klanten hun producten dan kunnen opslaan en wij eigenlijk het hele distributieproces voor ze kunnen regelen. Al deze plannen zorgen er hopelijk voor dat we de komende jaren kunnen uitgroeien tot één van de grotere spelers in Nederland.’

Onze software kiest automatisch de beste verzendmethode en vervoerder binnen heel Europa.
INNOSEND.EU Danielle van Dalfsen | investment
T +31 6 152 425 41 | E vandalfsen@nom.nl
manager
Virgil Swagemakers
21 | GROEIEN BEGINT HIER.
Vincent Luder

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de NOM werken samen om ondernemerschap, innovatie, duurzaamheid en welzijn in het Noorden te stimuleren. Het 50-jarig jubileum van de NOM is bij uitstek een moment om eens samen door de tijd te reizen. ‘Het Noorden heeft op veel terreinen een koploperspositie die al behoorlijk oud is. Daar mogen we best wat trotser op zijn.’

Sterktes van het Noorden

Het onderzoek van de RUG voorziet daarom zes sterktes uit het Noorden van een identiteit: de slimme maakindustrie, groene chemie, energietransitie, voedselproductie 2.0, gezond leven en watertech nologie. Studenten geschiedenis kijken naar het verleden. Studenten economische geografie onderzoeken hoe het noordelijk ondernemer schap in de toekomst versterkt kan worden.

Uit de eerste uitkomsten blijkt dat het Noorden al vanaf de jaren ’70 een koploperspositie op zich nam richting een meer natuur inclusieve landbouw. Ook werd er in deze periode sterk geanticipeerd op vergrijzing, wat healthy ageing een van de krachten van het Noorden maakte. ‘We hebben hierin een koploperspositie die dus al behoorlijk oud is’ aldus Molema.

Noorderlingen mogen best wat

Wie reisden er mee door de tijd? Dina Boonstra (directeur NOM), Jouke de Vries (voorzitter College van Bestuur RUG), Marijn Molema (bijzonder hoogleraar regionale vitaliteit en dynamiek RUG en programmaleider Fries Planbureau), Aleid Brouwer (assistent professor ruimtelijke wetenschappen RUG en lector NHL Stenden) en Frans Sijtsma (associate professor ruimtelijke wetenschappen en interim-directeur SUSO Agricola School of Sustainability RUG).

Dat het in het Noorden borrelt van ondernemerschap en innovatieve ideeën is een feit. Toch leeft nog vaak het idee dat ‘we’ in het Noorden achterlopen op het nationale gemiddelde. ‘Het bewustzijn over de kracht van het Noorden mag wel wat sterker worden’ vertelt Marijn Molema. ‘Het is heel interessant om te zien dat bepaalde sectoren in het Noorden historisch gegroeid zijn en een enorme kracht hebben, ook op internationaal vlak.’

Nieuwe generatie

Studenten van de RUG doen daarom sinds een jaar onderzoek naar de kracht van het Noorden. Boonstra: ‘We hebben heel bewust studenten betrokken bij dit project. Het is belangrijk dat een nieuwe generatie dit vraagstuk onder handen neemt. Niet alleen ten behoeve van de NOM, maar ook voor de studenten zelf. Zodat zij zich misschien wel realiseren dat het niet alleen fijn is om hier te studeren, maar ook om te werken.’

‘Als je het verhaal over de kracht van het Noorden voor jezelf op orde hebt kun je dit ook aan de rest van de wereld vertellen’ aldus Molema. Dit is iets waar je van binnenuit aan moet werken, ziet Aleid Brouwer. ‘Het verhaal van het Noorden’ vinden veel van mijn studenten nog best een ingewikkeld concept. Hier kunnen we nog echt stappen maken.’

‘Meedoen

en niet bang zijn voor de toekomst’

‘Wanneer mensen trots zijn op hun koploperspositie versterkt dit de culturele identiteit en onderlinge verbondenheid. Op het moment dat je bijvoorbeeld met elkaar werkt aan een transitie richting innovatieve voedselproductie en daar ook koploper in bent, dan creëert dat enthousiasme. Mensen willen meedoen.’

De bevindingen uit het onderzoek spelen een belangrijke rol voor het creëren van een innovatie ecosysteem in het Noorden. ‘We zijn als RUG en NOM bezig om een aantal zaken hoog op de politieke agenda te krijgen. Hiervoor is een duidelijk verhaal over de kracht van het Noorden cruciaal’ reageert Jouke de Vries. ‘De komende jaren staan er een aantal grote fondsen, zoals Just Transition Fund en het Nationale Groeifonds gereed waarbij het echt noodzakelijk is dat we het Noorden goed positioneren’.

De toekomst: een tandje scherper

De samenwerking tussen de RUG en de NOM mag daarom de komende periode nog een tandje scherper worden vinden beide partijen. ‘We worden door de buitenwereld echt als het Noorden gezien en niet als aparte provincies of gemeenten. Het is daarom des te belangrijker dat iedereen die zich met de ontwikkeling van het Noorden bezighoudt met elkaar samenwerkt. Op deze manier kunnen we direct op kansen inspringen zodra die zich voordoen’ aldus Boonstra.

Een tandje erbij mag dus zeker. Maar we mogen ook trots zijn op wat er al staat

22 | NOVEMBER 2022 PARTNERS

nuanceert Brouwer. Onze samenwerking valt al wel op. ‘Het bedrijfsleven vestigt zich nabij kennisinstituten. Zo is er zelfs een dependance van de universiteit in Emmen (Greenwise Campus) waar samen met de NHL Stenden en het bedrijfsleven onder zoek wordt gedaan naar afbreekbaar plastic. De minister van onderwijs is hier zwaar van onder de indruk.’

‘Een sterk samenwerkingsverband geeft een voortrekkersrol’

De kracht van de samenwerking tussen kennisinstellingen in het Noorden en de NOM is dat je door het apolitieke karakter veel meer voor elkaar kunt krijgen dan in de lokale politiek vervolgt Brouwer. ‘Dit werkt in ons voordeel. Er is een sterk samenwerkingsverband

trotser zijn

tussen de noordelijke mbo’s, hogescholen en de universiteit (de Universiteit van het Noorden). Dit geeft ons een voortrekkersrol.’

‘We moeten de boel bij elkaar houden’ zei Job Cohen. Dat is onze missie, besluit Frans Sijtsma. ‘Ervoor zorgen dat de juiste kennis bij de juiste personen en ondernemers verspreid wordt en niet alleen bij de knappe koppen van de universiteit’. Met een consistent verhaal en een intensieve samenwerking kan het Noorden het ver schoppen

In 2024 bestaat de NOM 50 jaar. Uiteraard willen we niet alleen op de afgelopen 50 jaar terugkijken. Maar ook, of juist ook, vooruitkijken. Zoals Godfried Bomans verwoordde: de geschiedenis is het heden, gezien door de toekomst. Terugblikken dus maar vooral ook met een blik naar de toekomst. Dit doen we onder andere samen met de RUG. Zij gaan onder zoeken waar de kracht van het Noorden vandaan komt. En hoe we deze kracht verder kunnen versterken.

23 | GROEIEN BEGINT HIER.

Jacob en Johan ten Hoeve en Freerk Pasveer zijn gepassioneerde klokmakers die het ambacht van klokmaker voor Nederland willen behouden vanuit Joure, want dat is al drie eeuwen de thuisbasis van de klokkenmakerij. Johan: ‘We zijn het aan het ambacht en aan komende generaties verplicht om onze kennis niet verloren te laten gaan, maar juist over te dragen. Dat het vak blijft bestaan en dat we aan anderen laten zien dát het bestaat; dat is wat ons drijft.’

Wij willen dit vak voor de toekomst behouden.

DRIJFVEREN
V.l.n.r. Freerk, Johan en Jacob
24 | NOVEMBER 2022
Johan ten Hoeve

Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in Noord-Nederland daar bewust mee bezig? En hoe pakken ze dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze rubriek organisaties die hun beweegredenen actief onderzoeken.

Tijd dringt voor Jouster klokmakers

Jacob ten Hoeve Designuurwerken in het centrum van Joure is al sinds 1978 Jacobs onderneming. Freerk Pasveer werkt hier vanuit zijn eigen onderneming Klokreparatie Joure. Jacobs zoon Johan woont al vijftien jaar in Engeland en is daar klokmaker en -conservator. Medio 2023 keert Johan terug naar Nederland, zodat de gezamenlijke ambities hun definitieve vorm kunnen krijgen. Johan: ‘Zowel in Nederland als internationaal wordt ons ambacht steeds kleiner. In Nederland zijn nog maar twee mensen die klokken maken: één daarvan is mijn vader.’

Uitbreiding

‘Het maken van klokken is een heel ander vak dan het repareren’, benadrukt Johan. ‘Wij willen dit vak voor de toekomst behouden en daarom mensen gaan opleiden. Dat kunnen we vanuit Joure doen, maar ik heb een internationaal netwerk en de klokkenmarkt is wereldwijd. Een brede blik is ook noodzakelijk: de Nederlandse markt is gewoonweg te klein.’

Jacob, Johan en Freerk weten dat het opleiden van mensen veel tijd en energie zal kosten. Bovendien moet er eerst ruimte gecreëerd worden: in het huidige pand aan de Midstraat kampen Jacob en Freerk al met ruimtegebrek. ‘Of we het pand ombouwen of elders in Joure een locatie zoeken staat nog niet vast. Uitbreiden is sowieso nodig voordat we een opleidingscentrum beginnen en mensen laten meedraaien binnen het bedrijf. Daarvoor hebben we een gedegen financieel plan nodig. Bovendien moeten de mensen die we opleiden al een basis hebben: een vooropleiding in klokreparatie bijvoorbeeld, zodat een opleiding klokken maken een logisch vervolg is. Maar ook een metaaltechnische vooropleiding kan een basis zijn.’

Net zo eigentijds als horloges

Johan kent ook de internationale horlogemarkt goed. ‘Horloges zijn trendy, het is een interessante markt waar veel geld in om gaat. De klokkenmarkt sluit daar goed op aan en internationaal is er ook animo voor moderne klokken, maar we moeten onze producten beter vermarkten zodat we een eigentijdser imago krijgen.’ Jacob: ‘Ik maak inmiddels al twintig jaar designklokken. Daar is zoveel vraag naar, ik kan daar in mijn eentje niet aan voldoen. Hieraan zie je ook: er zit toekomst in. Wij moeten zorgen dat wij klaar zijn voor die toekomst.’ Johan: ‘Als wij één procent kunnen bereiken van de horlogemarkt met onze klokken doen we het heel goed. Het netwerk ligt er: als wij de noodzakelijke uitbreidingen doen én mensen opleiden kunnen we over de hele wereld klokken verkopen.’

Passie voor het vak Jacob: ‘Voor ons is het belangrijk dat de basis Joure blijft, want Joure ís al drie eeuwen de thuisbasis van de klokkenmakerij. Die bloeiende historie moeten we behouden. Het pand waar wij sinds 1987 in zijn gevestigd, was vóór ons ook van een klokkenmaker. Toen we het kochten deden we dat met het idee: de klokkenmakerij moet hier gewoon doorgaan. Mensen die iets met klokken hebben associëren ‘Joure’ met kwaliteit. Het is echt een unique selling point (USP).’ Freerk: ‘Mensen moeten voor klokken naar Joure toe kunnen blijven komen. Voor reparatie, restauratie én voor nieuwe klokken. Juist omdat we als ondernemers elkaar als back-up hebben is ons werk van hoge kwaliteit: we houden elkaar scherp.’ Jacob: ‘De geschiedenis moet zich hier herhalen en daar willen wij bij helpen.’

Johan: ‘Voor mij gaat het om de passie voor het vak. Die kun je niet kopen of maken, die moet je hebben. Als je die passie hebt, straal je dat ook uit. We vinden het alle drie belangrijk dat het vak blijft bestaan en dat we aan anderen laten zien dát het bestaat, dat je hier je geld mee kunt verdienen en dat de wereld aan je voeten ligt: vanuit Joure – of waar dan ook – kun je de hele wereld bedienen.’

Kennis overdragen

Johan vervolgt: ‘Er is ook zoveel mogelijk, zoveel technieken waar we gebruik van kunnen maken.’ Freerk: ‘CNC-frezen is zo’n techniek, daarin ben ik opgeleid. Waar CNC-frezers in een productie-omgeving vaak repetitief werk en onderdelen maken voor andere machines, werk je als klokmaker en -reparateur juist heel autonoom. Je creëert iets bijzonders dat bij mensen thuis komt te staan of hangen.’ Jacob: ‘Klanten komen soms wel twee of drie keer langs om even te kijken, zo interessant vinden ze het. We maken overigens ook uurwerken voor zakelijke klanten die een bijzonder object willen en nieuwe klokken van oude uurwerken, zelfs van enorme uurwerken uit kerktorens. Dat soort projecten voeren we uit in samenwerking met andere ambachtsmensen, zoals meubelmakers en glazeniers. Zo hebben we ook de restauratie van het Eise Eisinga Planetarium in Franeker gedaan. Het onderhoud daarvan ligt eveneens in onze handen.’

Johan: ‘Je ziet: ons ambacht is een levend beroep. Er is vraag naar wat wij maken, ons werk wordt verkocht. We zijn het aan het ambacht en aan komende generaties verplicht om onze kennis niet verloren te laten gaan, maar juist over te dragen. Uiteindelijk moet alles samenkomen: een financieel gezond bedrijf dat klaar is voor een internationale toekomst en ook anderen klaarstoomt voor die toekomst.’

JACTENHOEVE.NL
WWW.
25 | GROEIEN BEGINT HIER.

Innovatiediner

Hoe Noord-Nederland de voed

Als we allemaal willen, dan gaat het ook lukken. Het was zonder twijfel de belangrijkste conclusie tijdens het Innovatie diner – Ronde Tafel voedselverwerking die woensdag 28 september 2022 plaatsvond in het Avebe Innovatiecentrum op Campus Groningen. ‘We moeten lef tonen en uitstralen dat we voorop lopen.’

Het evenement was de tweede uit de reeks Ronde Tafels die de NOM organiseert. Dit keer samen met de Campus Groningen, gekoppeld aan het Innovatiediner. De Ronde Tafels staan in het teken van de sterkten van Noord-Nederland. Voornaamste doel: bedrijven en organisaties bij elkaar brengen en nieuwe samenwerkingen en initiatieven faciliteren en stimuleren. Ditmaal was het de beurt aan de agrifoodsector om elkaar te informeren en te inspireren over huidige en toekomstige ontwikkelingen rondom de voedseltransitie.

Inderdaad, een radicale verandering van het voedselsysteem. Een actueel en urgent vraagstuk, dat zeker. Want met de groeiende wereldbevolking neemt ook de vraag naar duurzame en gezonde voeding toe. Met name de vraag naar eiwitten en eiwitrijke producten. Tegelijkertijd dwingt de opwarming van de aarde ons tot het verminderen van dierlijke productie en consumptie. Vandaar dat de circa 40 deelnemers letterlijk met elkaar om tafel gingen, de focus lag op de eiwittransitie: de overgang van dierlijke naar plantaardige en nieuwe eiwitbronnen.

INNOVEREN
26 | NOVEMBER 2022

seltransitie kan

ingrediënten die een grote toegevoegde waarde hebben op ons hele eetpatroon. Allemaal gerealiseerd in een eiwitfabriek die we hier dan al geruime tijd hebben staan.’ De zuivelprocestechnoloog was aanwezig namens Fascinating, een vernieuwingsprogramma waarin landbouw coöperaties Avebe, Agrifirm, Cosun en FrieslandCampina samen met onder meer het UMCG en LTO Noord werken aan een circulair voedselsysteem.

Ook Dina Boonstra, directeur van de NOM, kijkt vol vertrouwen vooruit. ‘Het is goed mogelijk dat de TopDutch-regio in 2035 wereldwijd een grote naam in de voedseltransitie is geworden.

versnellen

Dat overheden, ondernemers en investeerders weten dat ze voor slimme oplossingen en innovaties in Noord-Nederland moeten zijn. Simpelweg omdat hier de faciliteiten, de mensen en de kennis aanwezig zijn die hen verder kunnen helpen.’

Reduceren energiebehoefte essentieel

De verwachtingen zijn hooggespannen, zo blijkt. Daar is, zoals gezegd, ook alle reden voor. Toch zijn er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Zo is een reductie van de energiebehoefte, vooral in tijden van explo derende energieprijzen, van essentieel belang om de systeemveran dering versneld vorm te geven. Alleen al het drogen van plantaardige eiwitten bijvoorbeeld is behoorlijk energie-intensief. Om te voorkomen dat veelbelovende initiatieven en projecten vroegtijdig stranden moet er dus worden gezocht naar mogelijkheden om minder te leunen op fossiele energiebronnen.

‘De voedseltransitie draagt bij aan het tegengaan van klimaatverande ring, een gezonde en gebalanceerde levensstijl en een duurzame agro keten’, trapte schrijver, journalist en gespreksleider van de dag Jeroen Smit af. ‘Iemand tegen?’ Niemand, uiteraard. Niet in de laatste plaats omdat juist Noord-Nederland een grote rol van betekenis kan spelen om die transitie versneld vorm te geven. Ga maar na: de regio heeft het landbouwareaal, kent diverse grote landbouwcoöperaties, vervult een voortrekkersrol op het gebied van groene energie en beschikt tevens over een levendige agrifoodsector en kennisinstellingen met veel verstand van (voedsel)zaken. En ja, dat zijn natuurlijk dé ingrediënten voor een ideale krachtenbundeling.

Blik op de toekomst

Stel dat alles de komende jaren meezit, vroeg Smit de gasten aan de centrale tafel, hoe zou 2035 er dan wat betreft de voedseltransitie uitzien? ‘Ik ben ervan overtuigd dat we dan in staat zijn om hoogwaardige plantaardige eiwitten te maken’, was het hoopvolle antwoord van Peter de Jong. ‘Daarmee bedoel ik zelfstandige plantaardige

Maar hoe kom je tot een energie-efficiënte en duurzame verwerking? Tijdens de Ronde Tafel werd duidelijk dat in het Noorden hard wordt gewerkt aan mogelijke oplossingen. Denk aan het ontwikkelen van nieuwe technologieën om meer waardevolle voedingsstoffen te behouden, om rest- en zijstromen optimaal te verwaarden en slimmer te ontwateren en te drogen. Of denk aan innovaties om bijproducten om te zetten in energie en een deel daarvan te gebruiken voor de eigen energieopwekking.

Ook waterstof wordt genoemd als potentiële bouwsteen voor de voedseltransitie, uiteraard. ‘De regio heeft tenslotte de ambitie en de potentie om het groene stopcontact van Nederland te worden’, zegt Teun van der Weg, Innovation Manager van Royal Cosun. ‘Zelf zijn we bijvoorbeeld aangesloten bij H2-agri, een samenwerkingsverband dat voor agrarische bedrijven in Groningen en Drenthe de mogelijkheden onderzoekt om groene waterstof te produceren. Dat is kleinschalig, maar grootschalig gebeurt het in de Eemshaven. Natuurlijk, we zijn er nog niet. Feit is dat er de afgelopen jaren gigantische stappen gemaakt zijn en dat waterstof steeds belangrijker wordt.’

TopDutch is powering the Protein Transition SCAN/CLICK ME 27 | GROEIEN BEGINT HIER.
Kijktip:

Iedereen moet meedoen!

De voedseltransitie lukt alleen wanneer alle relevante partijen mee doen en slim en doordacht samenwerken. Overheden, de agrarische sector, de industrie en de wetenschap. Het mooie is: Noord-Nederland is de regio bij uitstek om te experimenteren, innovaties in de praktijk te testen en op te schalen als ze succesvol blijken. Op Campus Groningen is alle kennis, kunde en talent aanwezig om een stevige bijdrage te leveren aan de broodnodige transformatie van dierlijke naar plantaardige eiwitten, onder meer in het Avebe Innovatiecentrum, Innolab AgriFood en het UMCG.

‘Als je samen innoveert is het belangrijk dat je elkaars taal leert spreken. Maar ook moeten bedrijven zich ervan bewust zijn dat als je technologieën gaat implementeren en vertalen naar processen het qua techniek en productie niet altijd synchroon loopt. Het kan best zijn dat het ene bedrijf meteen voordeel heeft, terwijl het andere bedrijf nog even moet wachten. Dat moet je accepteren. Als je niks doet, gebeurt er ook niks,’ aldus Edward van der Meer, directeur Campus Groningen.

En natuurlijk is er Fascinating, waar met name Avebe en Cosun werken aan de realisatie van een heuse eiwitfabriek. De nieuwe fabriek, een zogeheten multi-purpose fabriek gaat nutritionele plantaardige eiwitten produceren uit verschillende in de regio geteelde gewassen, waaronder aardappelen, veldbonen lupine en bieten. Komend jaar wordt de business case volledig uitgewerkt.

Ook het mkb, onmisbaar voor het welslagen van de voedseltransitie, is bezig met een soortgelijk project. De mkb-eiwitfabriek moet er zelfs al in 2024 staan. ‘In ons geval gaat het om functionele eiwitten uit veldbonen’, verduidelijkt Bert Knol, die namens het noordelijke

mkb plaats nam aan de centrale tafel. ‘Wij gaan halffabricaten voor voedingsmiddelenbedrijven maken voor bijvoorbeeld vleesvervangers, sauzen en het stabiliseren van schuim.’ Deze fabriek zal in twee jaar operationeel zijn. En voor een stabiele business case - inspirerend in deze tijden - zal de fabriek zelfvoorzienend zijn in energie.

Lef tonen Mooi natuurlijk al die dromen en ambitieuze plannen. Maar zijn ze ook te financieren? Dat kan zeker, klinkt het veelbelovend. Voorwaarde is wel dat er substantieel wordt bespaard op energiebehoefte, we blijven focussen op wat we in de regio kunnen maken en dat de krachten bundeling is gebaseerd op goed leiderschap. Tegelijkertijd vraagt de transitie en de financiering daarvan om passende wet- en regelgeving om processen te kunnen versnellen en efficiënter te kunnen laten verlopen. ‘Het is raadzaam dat partijen als de NOM en Campus Groningen al in een vroeg stadium bij trajecten worden betrokken’, benadrukt Dina Boonstra. ‘Zodat alle financieringsvragen tijdig kunnen worden beantwoord.’

Noord-Nederland draagt, kortom, alles in zich om in de voedseltransitie een leidende rol te vervullen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Om snelheid te winnen moeten we, bedrijfsleven en kennisinstellingen, ook uitstralen dat we in de regio met grote avonturen bezig zijn. Lef tonen en er met elkaar echt voor willen gaan. Als dat gebeurt zal iedereen aanhaken, ook bestuurders, subsidiegevers, banken en risico-investeerders. Bovendien zal het de zoektocht naar talent enorm vergemakkelijken. Ook dat is voor nu en straks geen onbelangrijk gegeven.

Joep de Vries | business developer Agri & Food T +31 6 253 926 71 E jdevries@nom.nl 28 | NOVEMBER 2022
Gespreksleider Jeroen Smit bevraagt de deelnemers over de noodzaak van een voedseltransitie.

vragen aan Arjan Herskamp

Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat resultaten verbeteren in een diverse en inclusieve organisatiecultuur. Welke maatregelen nemen bedrijven om diversiteit & inclusiviteit in hun organisatie te bevorderen? En heeft dat gevolgen voor de stijl van leidinggeven? Wij zijn benieuwd of en hoe ondernemers dit oppakken.

We vallen met de deur in huis: hoe staat het binnen jouw bedrijven met de diversiteit?

‘Wij zijn IT-specialisten. En helaas werken er echt nog steeds weinig vrouwen in de IT. Zonde, want ik geloof echt dat vrouwen even goed, zelfs beter, kunnen programmeren en adviseren dan mannen. Waar we kunnen werven we dus ook actief vrouwen voor onze IT-functies, maar het aanbod is schaars. We hebben er twee jaar geleden bewust voor gekozen om op zoek te gaan naar een vrouwelijk lid voor onze Raad van Advies. Ik ben toen echt gewoon op LinkedIn gaan zoeken op vrouwelijke CFO’s in de IT-sector. Dat is gelukkig gelukt in de persoon van Inès de Wit, nu CEO van CSN Groep.’

Wat levert een divers team jullie op?

CEO Mydatafactory en Calago PIM Experts

CEO MYDATAFACTORY

EN CALAGO PIM EXPERTS

Specialisten in productinformatie: ontwikkeling en implementatie van productinformatie management software. Ze werken met 24 mede werkers op verschillende locaties in Drenthe.

www.mydatafactory.com www.calago.nl

‘Dat een divers team een positief effect heeft, lijkt me evident. De dynamiek is anders, iedereen brengt iets anders mee naar de werkvloer. Dat is belangrijk en komt uiteindelijk niet alleen de sfeer, maar ook de kwaliteit van het werk ten goede. Daarom vind ik het extra van belang dat Inès er is, dat laat ook zien dat het gewoon kán, werken en carrière maken in de IT als vrouw. Wat dat betreft lopen we in Nederland ernstig achter. We werken ook internationaal en daar is soms bijna de helft van de programmeurs waarmee we werken vrouw. Er zit kennelijk iets heel hardnekkigs in onze cultuur dat zegt dat techniek niets voor meisjes of vrouwen is. Dat begint al vroeg.’

Heb je ook een idee over hoe we dat tij keren?

‘Vanuit mijn pragmatische inborst zeg ik het liefst tegen alle jonge meiden die een studie keuze moeten maken: kies voor techniek, ga programmeren. Kunnen jullie gewoon, het is leuk, vraagt analytisch vermogen, creativiteit en het is een prima carrière. Ik ben echt benieuwd naar de reden dat ons veld nog zo door mannen is gedomineerd. Daarmee is het ook een soort selffulfilling prophecy, natuurlijk. Zolang vrouwen ondervertegenwoor digd zijn, blijft het beeld bestaan dat het niet geschikt is voor ze. En dat is echt onzin. Vrouwen moeten gewoon de stap nemen naar de IT. Er is echt geen werkgever die ze gaat afwijzen.’

Wat betekent diversiteit en inclusie nog meer voor jou?

‘Ik vind het in algemene zin belangrijk dat we beseffen dat we vooroordelen hebben, wij allemaal. Als je dat kunt zien, kun je er ook op acteren. En dan kun je mensen beter zien voor wie ze zijn en wat ze kunnen. Bij ons is iedereen welkom, als je maar goed bent in je werk. Doordat we internationaal werken, komen we sowieso veel in aanraking met bijvoorbeeld andere (werk)culturen. Dat is leerzaam en voegt waarde toe. Dus daar hebben we oog voor. Een divers team wensen vraagt ook om daar actief op in te zetten. Zoals wij doen in onze werving. Maar ik ben wel ook op een punt dat ik vind dat er nu actie moet komen, in plaats van alleen maar praten. Dus vrouwen: ga programmeren en solliciteer!’

DIVERSITEIT & INCLUSIVITEIT
29 | GROEIEN BEGINT HIER.

In 2018 opende het UMCG Protonentherapiecentrum officieel haar deuren. Daarmee had Groningen het eerste protonencentrum van Nederland en gelijk ook het eerste centrum in het land waar kinderen terecht kunnen voor deze innovatieve behandeling van kanker. Aan de wieg stond Prof. Dr. Hans Langendijk, wiens onderzoek niet alleen de basis heeft gelegd voor de komst van het centrum, maar ook zorgt voor wereldprimeurs op het gebied van medische innovaties.

Onlangs werd het UMC Groningen Cancer Center, waar het protonen centrum onderdeel van is, erkend als Comprehensive Cancer Center door de Europese Organisatie van Kanker Instituten (OECI). Daardoor behoort het UMCG nu tot een select gezelschap van meest vooraan staande kankercentra in Europa. Het Protonentherapiecentrum is één van drie centra in Nederland en biedt nu jaarlijks meer dan 500 kankerpatiënten een alternatief voor reguliere bestraling.

Fotonen en protonen

Maar wat maakt deze vorm van bestralen nou zo innovatief? ‘Reguliere bestraling gebeurt met fotonen’, legt Langendijk uit. ‘Het doel van bestraling is het doden van kankercellen, maar daarbij moeten de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard worden. Dat is alleen in sommige gevallen lastig, bijvoorbeeld als een tumor dichtbij kwetsbare organen ligt. Met protonentherapie kun je veel nauw keuriger bestralen en is de kans op schade aan gezond weefsel of omliggende organen veel kleiner.’

Complicaties

Daar ligt volgens Langendijk ook de grootste winst van protonen therapie: ‘Afhankelijk van waar je bestraalt, kan dit soort schade aan omliggend weefsel zorgen voor langdurige problemen met slikken na bestraling voor keelkanker, of een hartinfarct na bestraling voor borstkanker. Maar ook cognitieve problemen of zelfs dementie, na bestraling voor hersentumoren. Bijwerkingen van bestraling kunnen acuut optreden, maar soms ook echt jaren later. Zeker bij kinderen wil je dat zoveel mogelijk voorkomen, zodat je ze na een succesvolle behandeling een gezond leven kunt bieden, zonder beperkingen.’

Vertekend beeld Ondanks het potentieel van de therapie was er ook kritiek. Eind 2021 berichtten verschillende media dat het verwachte jaarlijkse aantal van 1.600 behandelde patiënten lang niet werd gehaald. Het waren er uiteindelijk zo’n 1.000, waarvan 480 patiënten in Groningen werden behandeld. Critici vonden dat de verwachtingen veel te optimistisch waren en uiteindelijk niet opwogen tegen de kosten van de bouw van de centra en de behandelingen zelf, die zo’n 2,5 keer duurder zijn dan fotonenbestraling.

Maar dat is echt een vertekend beeld van de werkelijkheid, zegt Langendijk: ‘Ten eerste is dat aantal van 1.600 niet een verwachting, maar een vergunning voor het maximum aantal patiënten die nu landelijk behandeld mogen worden per jaar. Dat dit aantal niet is gehaald, heeft niks te maken met een gebrek aan behoefte, maar juist met opschaling. Specialisten, fysici en laboranten moeten eerst ervaring opdoen, er moeten voor iedere nieuwe indicatie behandelprotocollen worden gemaakt en het administratieve proces van patiëntverwijzingen moet goed geregeld worden. Dat kost tijd en het is een leerproces. Onze capaciteit wordt nu optimaal benut en met ongeveer 520 patiënten per jaar zitten we al bijna op ons maximum.’

Van bouw tot baanbrekend onderzoek: vier jaar protonentherapie in Groningen

30 | NOVEMBER 2022 INVESTEREN

Kosten

Ook de kritiek dat de nieuwe behandeling 2,5 keer duurder is dan de reguliere, is volgens Langendijk te kort door de bocht. ‘Het klopt dat het per behandeling duurder is, maar we zien nu al dat het aantal acute bijwerkingen en complicaties minder is. Dat bespaart al veel kosten op andere zorg. Daarnaast kunnen we dankzij nieuwe methodes straks intensiever bestralen, dus kan het aantal behandelingen per patiënt omlaag, van bijvoorbeeld 35 naar 20, of in sommige gevallen zelfs naar 5. Dat maakt het ook veel kostenefficiënter.’

Vergrijzing

Protonentherapie zal in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Volgens een recent gepubliceerd onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland, neemt het aantal patiënten met kanker in Nederland de komende tien jaar sterk toe. Waar nu nog ongeveer 800.000 mensen kanker hebben of hebben gehad, zijn dat er in 2032 naar verwachting 1,4 miljoen.

‘Dat heeft voor een groot deel te maken met de vergrijzing’, legt Langendijk uit. ‘Het goede nieuws is dat de genezingskansen tegenwoordig steeds hoger zijn, maar dat betekent per saldo ook meer patiënten die te maken kunnen krijgen met bijwerkingen en complicaties van behandelingen. Door de vergrijzing komt ons zorgsysteem nog meer onder druk te staan, dus is het nog belangrijker om die bijwerkingen zoveel mogelijk terug te dringen.’

Wereldprimeur

Onlangs bestraalde het UMCG Protonentherapiecentrum de eerste patiënt met een op kunstmatige intelligentie gebaseerd behandelplan voor protonentherapie. Dit gebeurde voor de eerste keer ooit ter wereld,

een unicum dus. Om een handmatig behandelplan te maken heeft een planningslaborant gemiddeld 1 tot 2 dagen nodig, maar dat kan nu in ongeveer 2,5 uur. ‘Daarnaast beginnen we in de loop van volgend jaar ook als eerste ter wereld met Proton Arc Therapy voor hoofd- en halskanker’, zegt Langendijk. ‘Dit is een nieuwe techniek waardoor we nog gerichter kunnen bestralen.’

Hoewel protonentherapie nog een relatief nieuwe methode is, zijn de eerste resultaten al veelbelovend. ‘De acute bijwerkingen zijn in ieder geval al veel minder’, zegt Langendijk. ‘We brengen alle data nauwkeurig in kaart en we werken hierin ook samen met de andere protonen centra in Nederland en in de rest van de wereld. Het is een continu leerproces en ik ben daarom ook heel trots op ons team. Zij zijn de mensen die de techniek mogelijk maken en het is ongelooflijk wat ze in zo’n relatief korte tijd hebben neergezet.’

IFG: ONZE ROL IS KLAAR

Investeringsfonds Groningen was als één van de partners betrokken bij de financiering van de bouw en realisatie van het protonencentrum. Een dergelijk traject heeft namelijk nog wel wat voeten in de aarde. ‘De komst van een protonentherapie centrum betekent als eerste een enorme bijdrage aan de overlevingskansen van een specifieke groep kankerpatiënten’, vertelt fondsmanager Jan Martin Timmer. ‘Daarnaast ondersteunt het ook de positie van het UMCG en Groningen als toonaangevend oncologisch centrum. Voldoende redenen dus voor het UMCG om de bouw te willen realiseren.’

‘Maar dat bracht natuurlijk wel een risico met zich mee’, vervolgt Timmer. ‘En dat is niet een risico wat je alleen wilt dragen als ziekenhuis, want dan staat de zorgverlening voor een hele regio op het spel als het toch mis gaat. Daarom hebben we samen met Triade, Provincie Groningen en Proton International samen de financiering opgezet. Zo spreid je niet alleen het risico, maar het werkt ook als een hefboom, zodat je andere partijen zoals een bank kunt overhalen. Het idee van deze constructie was dat we voor de eerste paar jaar aan boord zouden blijven. Dus niet alleen voor de bouw, maar ook erna, zodat je ook zeker weet dat de apparatuur naar behoren werkt, de behandelingen goed en met zekerheid kunnen worden uitgevoerd en er daarbij geen problemen ontstaan.’

Timmer kijkt met trots terug op de samenwerking. ‘Het was echt indrukwekkend met hoeveel precisie de hele projectvoering liep. Normaal is er altijd wel wat vertraging bij de bouw of vallen kosten iets hoger uit. Daar was nu geen sprake van. En ook geen enkel probleem met de apparatuur. Alles werkte gewoon goed. We hadden een bescheiden rol en die zit er nu op. En we zijn echt heel trots op wat we bereikt hebben.’

|
IFG T +31 6 292 408 99 | E timmer@ifg.nl
Jan Martin Timmer
fondsmanager
Met protonentherapie kun je veel nauwkeuriger bestralen en is de kans op schade aan gezond weefsel of omliggende organen veel kleiner.
31 | GROEIEN BEGINT HIER.
Prof. Dr. Hans Langendijk

Het bouwen van nieuwe ecosystemen waarin ondernemers gezamenlijk met kennisinstellingen, overheden, adviseurs, andere ondernemers en ondersteund door allerlei faciliteiten zichzelf doorontwikkelen en daardoor ons allen helpen in het versnellen van transities naar een duurzamer, slimmer en gezonder Noord-Nederland, vergt veel geduld.

Een ecosysteem bouwen kost tijd

Ruim 12 jaar geleden begon ik bij de NOM. Kopjes koffie drinken met nieuwe contacten was een belangrijk onder deel van mijn werk. Eerst met een handjevol ondernemers, wetenschappers en ambtenaren in het Noorden. Later ook in de rest van Nederland, Europa en de wereld. Die eerste gesprekken waren niet altijd de meest prettige gesprekken. De meesten zagen niet meteen de meerwaarde. Sommigen zagen het zelfs initieel heel anders en wensten ons veel ‘geluk’ met onze ideeën. Totdat na vele kopjes koffie er wel concrete connecties tot stand kwamen. Gedurende deze moeilijke periode begreep ik al wel dat het me soms hielp als ik mijn ideeën vanuit een netwerkorganisatie (de Water Alliance) bracht. En zo gebeurde het dat ik mij als business developer van de Water Alliance presenteerde (zeker op het internatio nale speelveld).

Resultaten

Langzamerhand ontstonden er meer en meer connecties. Resulterend in nieuwe samenwerkingen in kortdurend praktijkonderzoek tot grotere innovatieprogramma’s (zoals SAWA, sensoren in water); van een directe verbinding tussen probleemeigenaar en technologieleveranciers (de waterpleinen) tot het ontwikkelen van consortia met een totaaloplossing voor complexe problemen (zoals bij de Smartbase van defensie). Maar ook het samenwerken als watercluster (het handjevol bedrijven groeide uit naar ruim 200 bedrijven die zich hebben verbonden) en het samenwerken met andere waterclusters zowel binnen Europa als ver daarbuiten (van een buitenbeentje binnen Nederland tot inmiddels stevige verbindingen met ruim 25 waterclusters verdeeld over de hele wereld).

Gaandeweg de jaren werden er (ondersteunende) faciliteiten ontwikkeld en toegevoegd. Fysieke faciliteiten als ‘bedrijfsverzamelgebouw’ voor kleine startups, ‘demosites’ voor groot schalig praktijkonderzoek en een ‘water applicatie centrum’ voor experimenten op labschaal. Je zag letterlijk het water cluster ontkiemen en zichtbaarder worden. De naamborden van Leeuwarden werden opgesierd met Capital of Watertech

nology en er verrees beeldbepalende nieuwbouw om o.a. de groei van het Wetsus instituut te faciliteren. Groei die zich ook vertaalde naar de gevestigde bedrijven zoals Berghof Membrane Technology, Hydraloop en Wafilin. Het geheel kreeg een zelfstandige naam: WaterCampus Leeuwarden.

Ook aan de minder zichtbare faciliteiten werd gewerkt. Het onderwijs ontwikkelde een volledige leerlijn watertechnologie. Er kwamen trainingen om met name ondernemers verder te bekwamen in de diverse aspecten van ondernemen. Zo ook een heuse marktplaats (waterjobs) om werkgevers en vakmensen met elkaar te verbinden. En de diverse investe ringsfondsen zorgden voor voldoende geld om ondernemers financieel te kunnen faciliteren in hun groeiambities.

Kortom, ondernemers ontwikkelden en innovaties op het gebied van duurzame watertechnologie volgden elkaar snel op. Innovaties die we internationaal in het spotlicht zetten. Zo waren daar de roemruchte WIS-Award winnaars zoals o.a. BlueLegMonitoring (waterkwaliteit meten zonder fysiek monsters te hoeven nemen); Hydrowasher (handen wassen met miljarden druppels heet water en toch met slechts 10 ml water); Hydraloop (huishoudelijk waterhergebruik) en de zojuist verkozen 2022 winnaar Ferrtech (meest krachtige en toch duurzaamste oxidator). Allen toppers die maar weer eens laten zien dat Nederland koploper is in innovatieve watertechnologie. Inmiddels is het kiempje dat lang geleden in Leeuwarden werd geplant uitgegroeid tot een goed functionerend ecosysteem voor innovatieve watertechnologie van internationale allure.

Transitie

Sinds een jaar richt ik me op de transitie naar een duurzame, circulaire economie. Wederom drink ik koffie en probeer ik verbindingen te leggen. We zijn inmiddels met een aantal partners het project Noord-Nederland verdient Circulair gestart (zie pagina 14) om samen dat ecosysteem te bouwen voor een circulaire economie. Of het weer 10 jaar gaat duren voordat ik tevreden kan terugkijken en een andere transitie ga aanjagen… ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat het ook nu moeizaam van start gaat, niet iedereen is meteen ontvankelijk voor mijn ideeën. Maar inmiddels weet ik dat de kleinere successen bij elkaar opgeteld zullen uitgroeien tot iets moois en dat de successen elkaar steeds sneller zullen opvolgen. Een kwestie van lange adem, veel geduld en misschien een snufje geluk. Maar uiteindelijk veel voldoening.

DELEN KENNIS
je meer informatie? Of
je nog vragen?
mail
Alex Berhitu business developer T +31 6 255 472 69 | E berhitu@nom.nl 32 | NOVEMBER 2022
Wil
heb
Bel of
Alex.

INVESTEREN

In smoothies, soepen, pasta’s, sauzen, snoep goed, dips en wie weet wat nog meer. Spirulina past in heel veel dranken en gerechten. De alg is hypergezond en wordt op revolutionaire wijze gekweekt in Bolsward.

In poedervorm en in tabletten wordt de Spirulina wereldwijd al flink ingenomen. Logisch. Meer dan zestig procent van de alg is puur eiwit en dan zitten er ook nog zeven vitaminen en verschillende mineralen in. Toch is er een manier om de gezondheidsvoordelen nog beter te benutten: door de Spirulina in verse vorm aan te bieden. En dat is precies de uitdaging die de startup I AM ALGAE oppakte. ‘Je hebt voor het kweken vooral water en zonlicht nodig’, legt CEO Filips Jager uit. ‘Wij zeggen wel eens dat het ons gelukt is de zon te hacken. We hebben een technologie ontwikkeld waarmee we de algen continu en duurzaam kunnen kweken met behulp van energie zuinig kunstlicht. Snel opschalen is geen probleem.’ Jager denkt dat de unieke ‘fabriek’ begin volgend jaar draait. Het product is dan via de webshop van I AM ALGEA voor iedereen te bestellen waarna het bevroren wordt geleverd aan de eindgebruiker.

De allerbeste groeiomstandigheden

De founders van I AM ALGAE kennen elkaar van andere projecten rond de uitdagingen van de landbouwtransitie. Jager: ‘Onze missie is om daaraan serieus bij te dragen, vooral aan de eiwittransitie. Afgezien daarvan speelt duurzaamheid bij elke beslissing die we nemen een belangrijke rol. Uiteindelijk is ons doel om de verse algen voor iedere consument op ieder moment en waar dan ook beschikbaar te hebben.’ Ze zijn techneuten, hun startup is in wezen een techbedrijf. ‘Met onze gepatenteerde techniek laten we de Spirulina doen wat we willen. We bouwen hightech apparatuur om lowtech algen te kweken.’

Kunstlicht is het hart van ‘algenfabriek’ in Bolsward

De startup verwacht dat opschalen op korte termijn nodig is. ‘We zitten in een eiwittransitie. Van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Daar past ons product perfect in. Gezondheid is belangrijk, gemak en smaak ook. Onze verse algen hebben een lekkere frisse smaak. De combinatie van welzijn, versheid en gebruiksvriendelijkheid zie je terug in de uitstraling van ons merk. Wij leveren ingevroren Spirulina in blokjes, een beetje wat mensen gewend zijn van spinazie. Wij zijn ervan overtuigd dat de vraag daarnaar snel zal stijgen.’

Die overtuiging hebben de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM), de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) en het landelijke investeringsfonds Netherlands Enabling Watertechnology (NEW) ook. Gezamenlijk steken ze een flink bedrag in de startup. Investment manager Allard van der Horst spreekt namens de fondsen. ‘I AM ALGAE is een goed team met een zeer beloftevolle propositie. Minder ruimte, minder energie, meer continuïteit, meer smaak, meer gezondheid. Deze startup sluit perfect aan bij de doelstellingen van de fondsen.’

Allard van der Horst | investment manager T +31 6 126 422 89 | E vanderhorst@nom.nl

I-AM-ALGAE.EU 33 | GROEIEN BEGINT HIER.
I AM ALGEA - Team - v.l.n.r. Filips Jager, Jarno Stel en Henk Jan Hulshof

In Amerika wordt volgend jaar een enorme ontziltingsinstallatie opgebouwd door een Friese scale-up: Salttech. Voor dit miljoenenproject wil de opdrachtgever, een lithiumproducent, de garantie hebben dat Salttech de financiële middelen heeft om het werk uit te voeren. Het probleem: scale-ups hebben weinig liquide middelen. De oplossing: het nieuwe product van de FOM, de exportgarantie.

Model van de Salttech DyVaR-360.

FOM-exportgarantie doorslaggevend

Salttech is het eerste bedrijf waaraan deze exportgarantie is verstrekt. Jan te Lintelo, CFO en partner bij de Dutch Water Technologies (DWT) Group, is er blij mee. ‘Scale-ups zoals wij zijn te groot voor een servet, maar te klein voor een tafellaken. Als een klant ons een grote opdracht gunt maar wil dat wij garant staan voor een bepaald bedrag, kunnen we niet bij een bank aankloppen voor financiering. We hebben daar voor niet genoeg liquide middelen. Daar lopen we continu tegenaan.’ Hij vervolgt: ‘Salttech is lid van de DWT Group, net als Biotrack. In het verleden hebben we met Doefonds Fryslân – de voorloper van de FOM – samengewerkt voor een financiering voor Biotrack en in 2018 hebben we samen met het Doefonds en de Rabobank een financieringsoplossing voor een exportproject van Salttech bewerkstelligd. We kenden elkaar dus al.’

Eigen technologie

Salttech heeft zelf technologie ontwikkeld – en gepatenteerd – om zeer zoute waterstromen te behandelen. ‘Wij scheiden alle zouten uit de waterstromen door middel van een innovatieve verdampings technologie. Het resultaat van de behandeling is schoon condensaat en zoutkristallen. Het water kan worden hergebruikt in de productie en de gewonnen zoutkristallen vertegenwoordigen vaak een financiële waarde. Bij de lithiumproducent is de mogelijkheid om energiegunstig schoon water te produceren en kostbaar lithium te kunnen terugwinnen doorslaggevend geweest in hun keuze voor Salttech uit Joure.’

Te Lintelo vervolgt: ‘Vanwege de brede toepasbaarheid van onze DyVaR-technologie bouwen wij in verschillende takken van de indus trie belangrijke referenties op, zoals het terugwinnen van waardevolle melkzouten in de zuivelindustrie en het produceren van schoon water

in olie- en gasvelden in het Midden-Oosten. Om aan de klantvraag te kunnen voldoen hebben wij diverse formaten ontwikkeld, van de DyVaR-30 tot en met de DyVaR-360. Het getal staat voor het aantal verdampingscyclonen. Een kleine DyVaR-30 leveren we als container oplossing waar alle aansluitingen al op zitten. Deze wordt bij de klant neergezet en in enkele dagen opgebouwd, aangesloten en opgestart.’

De eerste opdracht voor de Amerikaanse lithiumproducent was een DyVaR-60 containeroplossing die inmiddels opgesteld is. Voor het miljoenenproject wordt de DyVaR-360 installatie in delen gefabriceerd – hoofdzakelijk door de Friese maakindustrie – getransporteerd en door de klant geïnstalleerd. ‘Wij overzien dat proces, onze engineers en projectmanagers leiden de installatie en de opstart en lokale mensen worden opgeleid om met de installatie te kunnen werken. Wij kunnen de installatie bovendien via internet in de gaten houden en advies geven.’

De verwachting is dat de DyVaR-360 in het eerste kwartaal van 2023 geleverd wordt en in het tweede kwartaal kan worden opgestart. ‘Het wordt de eerste keer dat we de DyVaR-360 opbouwen, maar het procesontwerp is gebaseerd op dezelfde principes als de kleinere varianten. We zijn niet nerveus: we weten dat onze technologie werkt.’

Mogelijkheden

Als het niet was gelukt met de exportgarantie was er wel reden geweest om nerveus te worden. ‘Tegelijk met het goede nieuws dat de keuze op Salttech was gevallen kwam de vraag om financiële garanties te verstrekken. Daarom hebben we wederom bij de FOM aangeklopt.’

INVESTEREN
34 | NOVEMBER 2022

voor Salttech

Te Lintelo vervolgt: ‘We zijn erg blij met de samenwerking vanuit de FOM, eerst met Diederik Jongema, daarna met zijn opvolger Klaas Kooistra. Zij hebben alles gedaan wat zij kunnen om ons te helpen. Het grote voordeel was dat we elkaar al kenden. Het heeft veel tijd gekost, maar we hebben nu een oplossing die niet alleen ons enorm helpt, maar ook geschikt is voor veel andere bedrijven. Door het grotere bewustzijn van bedrijven over duurzaamheid openen de mogelijkheden zich voor ons. Dankzij de exportgarantie kunnen we laten zien wat we voor het milieu waard zijn.’

NIEUW FOM-PRODUCT VOORZIET IN BEHOEFTE

Klaas Kooistra is sinds 1 juli investment manager bij de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM), na acht jaar lang bij de NOM dezelfde functie gehad te hebben. Hij is erg enthousiast over de exportgarantie, het nieuwe product van de FOM. ‘Deze garantie kunnen we in twee weken regelen, dat is ontzettend snel.’

Salttech is het eerste bedrijf waarvoor de exportgarantie is gefinan cierd en dat is niet zonder reden. Kooistra: ‘Zoals Jan al zei: Biotrack was één van de eerste financieringen van de FOM, toen nog Doefonds Fryslân. De betrokken ondernemers zijn dus goed bekend bij ons. We weten hoe belangrijk deze exportgarantie voor hen is. De opdrachtgever wil garantie dat Salttech het werk financieel gezien kan uitvoeren. Als dat niet het geval is, kan de klant de garantie claimen. Die heeft daarmee dus een back-up.’

Oplossing voor liquiditeitsprobleem

De investment manager legt uit: ‘We weten dat er in de markt behoefte is aan een product dat deze garantie kan afgeven. We zijn meer dan een jaar bezig geweest met het ontwikkelen ervan. Wij hebben hiermee dé oplossing voor het liquiditeitsprobleem dat startups en scale-ups hebben om garanties af te kunnen geven. Let wel: de garantie wordt afgegeven voor het exportproject, daarna vervalt de lening. Het is zo afgedekt dat het is gekoppeld aan het project. Wij doen daarnaast een financiële toets op het bedrijf.’

Versneld proces

Kooistra vervolgt: ‘Wij zijn de enige partij in het Noorden die dit product biedt. Het is een standaardproduct van de FOM, met een versneld proces. We kunnen het al in twee weken regelen, tijdens een kort maar krachtig en goed afgedekt proces. Mits de onderneming zijn informatie op orde heeft uiteraard. We stellen een standaardcontract op met goede voorwaarden. Deze exportgarantie biedt startups en scale-ups de mogelijkheid om internationaal versneld voet aan de grond te krijgen.’

Rechtstreeks bereikbaar

Kooistra benadrukt: ‘Wij spelen als FOM in op vragen vanuit de markt. Daarom hebben we dit product ontwikkeld: er is behoefte aan. We staan dan ook open voor vragen en gaan graag in gesprek met organisaties die internationaal aan de slag willen of al zijn.’

De contactgegevens van Klaas Kooistra en zijn evenknie Sybo Zijlstra staan op de website www.fom.frl. ‘We zijn rechtstreeks bereikbaar. Wat wij belangrijk vinden in het contact met ondernemers? Een relatie met elkaar opbouwen en wederzijds vertrouwen. We hebben nu 38 bedrijven in portefeuille, daar zitten echte parels bij. Wij zijn heel benieuwd welke parels in export wij mogen verwelkomen!’

SALTTECH.COM
Dankzij de exportgarantie kunnen we laten zien wat we voor het milieu waard zijn.
|
Klaas
Kooistra | investment manager T +31 6 557 076 95
E kooistra@fom.frl
Jan te Lintelo, CFO en partner bij de Dutch Water Technologies (DWT) Group
35 | GROEIEN BEGINT HIER.
De Salttech DyVaR-60.

Jarenlang hadden Obed en Hetty Smit een hechte band met de NOM - nu nemen we op papier afscheid. We kijken nog een laatste keer rond bij Smit Kwekerijen, het Groningse bedrijf dat met hun luxe en originele ‘Eden Collection’ de wat ingedutte kamerplant opwaardeerde tot trendy woonaccessoire. We mogen met eigenaar Obed Smit de kas in. De fotograaf voor dit artikel is al aan de horizon verdwenen, op zoek naar de fleurigste achtergrond. Je zou bijna denken dat je hierbinnen de kromming van de aarde kunt waarnemen, zo ver reikt de blik. Zo ziet 160.000 vierkante meter onder één dak er dus uit. Stel je voor: genoeg ruimte voor 32 voetbalvelden, als het moet met kleedkamers en al.

INVESTEREN
Kees Pingen, algemeen directeur Smit Kwekerijen Annemieke Wouterse, investment manager NOM
36 | NOVEMBER 2022
Obed Smit, eigenaar Smit Kwekerijen

De Hof van Eden. Gewoon aan de Siepweg, Sappemeer

Obed blijft er zelf vrij nuchter onder: ‘Tja, het is geen tropische kas met siersmeedwerk en fluitende zangvogels. Het is wel een planten fabriek.’ De fotograaf heeft intussen zijn plekje gevonden, in een zee van zachtroze. Obed is hier tussen de planten merkbaar meer in zijn element dan op kantoor: ‘Prachtig voorbeeld dit kleine roze plantje. Ontstaan als een eigenwijze mutant van de groene variant die we al in huis hadden. Onze teeltexperts zien dat gelijk – geen mislukking maar een onvoorziene kans! We proberen het daarna zo uit te dokteren dat het een aantrekkelijke en robuuste nieuwe soort wordt. Kijk, neem deze andere: die bestond overal al met een vlammend wit-groen blad. Bij ons is het precies andersom, veel stabieler getekend ook, mét als extra een lief rood randje. Veel spannender toch? Over robuust gesproken: een van onze afnemers, een tuincentrum, hing boven onze Eden Collection een bordje met ‘Sterke Jongens’. Planten die niet na een week verpieteren of uit elkaar vallen. De tussenhandel weet dat.’

Zakelijk inzicht

‘Wij waren 20 jaar geleden de eersten in Nederland die kamerplanten zagen als luxeproduct. Stoer kartonnen designlabel erom, met een mooie afbeelding – en aansprekende namen. Rain drop, zwanen kroos, de meloenplant. We hadden al snel een sterk team, we vulden elkaar perfect aan. Nanno was een gedreven verkoper, Lammert net als ik een enthousiaste planthunter. Altijd op zoek naar nieuwe teeltjes, die hier nog onbekend zijn. In vaktijdschrift Bloemisterij noemden ze ons toen een gouden combinatie. We zijn ooit klein begonnen, met 4 hectare. Dat werd langzaam steeds meer. We deden het op gevoel, op de pioniersmanier. Het liep. En toen moest Kees Pingen nog komen!’

Groene vingers

Obed Smit vindt de nieuwe huisgenoten van plantenliefhebbers in Europa op de tropische plekken waar ze gewoon buiten staan, in het wild. ‘Ik dwaal graag door de binnenlanden van Zuid-Amerika, Ecuador, Costa Rica, noem maar op. Indonesië, ook zo’n mekka. In Azië wonen veel gedreven verzamelaars. Ik geef mijn ogen altijd goed de kost. Totaal nieuwe planten verzamelen en daar geduldig een commercieel product van maken, het mooiste werk dat er is! In Windhoek, Namibië liep ik door een woonwijk te koekeloeren en dan belde ik bij iemand met een mooie tuin gewoon aan. Ze zijn dan soms best even arg wanend, maar ik ga pas weg als ik een uitgebloeide stengel van een prachtexemplaar afgeknipt heb. Daar vond ik een schitterende, grillige vetplant of ‘succulent’ die buiten rood wordt en die het binnen ook heel goed doet. In het Afrikaans ‘plakkieplant’. Ook import uit Namibië: onze woestijnroos of Kalenchoe Thyrsiflora. Daar wordt iedereen vrolijk van, gegarandeerd.’

Even technisch: er zijn vier methoden om planten te vermeerderen. Een zaadje in de grond stoppen, het stekje (geen introductie nodig), het plugje (met een begin van wortels in wat potaarde) en ten slotte weefselkweek met stamcellen, cellen die in het laboratorium groeien onder invloed van hormonen. Dat heet in vakjargon meristemen. Je ziet er in de huiskamer niks meer van.

Wij waren 20 jaar geleden de eersten in Nederland die kamerplanten zagen als luxeproduct. Stoer kartonnen designlabel erom, met een mooie afbeelding – en aansprekende namen.

Obed Smit, eigenaar Smit Kwekerijen

Dagelijks gereedschap: de iPad

Veel kwekers en tuinders hebben problemen met de hoge energieprijzen (begrijpelijk); Obed Smit voorlopig nog niet. Daar doet hij alles aan. Zijn iPad gaat 24/7 overal mee naartoe, ook op bezoek bij kennissen en ook in vergaderingen. ‘Daar steek ik heel veel tijd in, dat rekenwerk. We kopen gas om de kas te verwarmen en met de opbrengst van onze warmtekrachtunit leveren we elektriciteit terug aan het net, alles wat we zelf niet nodig hebben. Ik let heel scherp op de dagprijzen van inkoop en verkoop. Die ingewikkelde puzzel moet je handmatig blijven bijsturen, dat gaat niet anders – om toe te kunnen slaan op precies het voordeligste moment. De tarieven fluctueren nu enorm, met heftige uitschieters. Een gasprijs van 1 euro zou dodelijk zijn. Ik zag al ergens 1,60 staan voor 2023. Gelukkig hebben we ruim op tijd veel gas ingekocht; we hadden al een langetermijncontract voor betaalbaar gas toen dat nog niet actueel was.’

Laatste nieuws: fusie met Plant World, Naaldwijk ‘Dat doen we voor een deel voor mijn gezin en voor een deel om een verantwoord voortbestaan van het bedrijf in de toekomst te verzekeren. Het gaat toch om 190 hoogwaardige arbeidsplaatsen in Groningen, in het drukke seizoen komen daar nog eens 100 uitzendkrachten bij. Mijn vrouw Hetty en ik wilden ook iets meer gemoedsrust privé, risico afdekken voor ons pensioen. Ik ben nu 54 en Hetty 52. Wat meer tijd voor de kleinkinderen misschien. Wat ook meespeelt: ik heb geen opvolging binnen de familie. Alle vier mijn kinderen zijn wel eens mee geweest op ontdekkingsreis naar Zuid-Afrika of Namibië, maar ze doen heel ander werk.’

SMITKWEKERIJEN.NL
37 | GROEIEN BEGINT HIER.

‘Voorlopig voelt de fusie met Plant World niet als een stap terug. Het is hard werken; de nieuwe combinatie moet ook weer goed gaan lopen. Dat zit volgens mij wel goed; er zit daar in het bestuur ook iemand die bezeten is van planten en plantensoorten ontdekken. Wat ik zeker ga doen straks, als de rust weerkeert? Nog veel meer reizen, naar alle uithoeken van de wereld. En dan wat langer. Op de wat avontuurlijkere tochten, het oerwoud in zonder gerieflijk hotelletje, bleef Hetty altijd thuis. Misschien kunnen we straks vaker samen op pad. En dan niet naar een terrasje in de stad. Planthunting is het allerleukste wat er is!’

ANNEMIEKE WOUTERSE OVER EEN

GESLAAGDE EXIT

Investment manager Annemieke Wouterse is al 10 jaar nauw betrokken bij Smit Kwekerijen; de samenwerking met de NOM bestaat nog veel langer, al sinds 2002. Best bijzonder, want de gemiddelde duur van dit soort ‘groei-en-bloei’ trajecten is maar zo’n 5 jaar. Maakt niet uit of het om een startup of een scale-up gaat. Wanneer de NOM overgaat tot de verkoop van het belang in een bedrijf, heet dat op kantoor ‘een exit’. Klinkt misschien kil en emotieloos; is het zelden.

Annemieke vertelt. Opmerkelijk en veelzeggend detail: ze spreekt over Smit Kwekerijen in de wij-vorm en niet in de zij-vorm: ‘Waarom zo lang en innig? Net als bij een gewoon ‘huwelijk’ maakten we ups-anddowns mee. De huwelijksbelofte is niet voor niks ‘for better and for worse’. We hebben wat managementwisselingen gehad, met gunstige gevolgen: professionalisering van de processen, een positieve vibe, vakkundig inspelen op de vraag. Dat betekent concreet: de juiste planten op de juiste momenten. Vroeger moest de hele kas per se vol. Nu zeggen we: liever driekwart vol met rendabele, goede producten. Zo min mogelijk gedwongen raken om overschot te verkopen op de veiling, precies genoeg in huis hebben om te leveren aan de eigen afnemers.

ALGEMEEN DIRECTEUR KEES PINGEN IN DRIE QUOTES

‘Ik wil dat onze mensen zoveel mogelijk met plezier naar hun werk komen. Zelf nadenken over verbeteringen: hee, dat kan anders! Dat werkt veel beter dan dat ik het vertel.’

‘Ik kwam terecht in een mooi bedrijf. Meteen mocht ik op zoek naar meer structuur, gestroomlijnder werken. In de teelt, in de planning, de arbeidsomstandigheden, innovatie. Duurzame, biologische bestrijding: vliegjes in de kas in plaats van gif. We leveren ook aan Ikea, dat waarderen ze daar. Vaste klanten hebben nu een eigen account, zodat ze niet elke keer alles opnieuw hoeven te specificeren. Wij weten wat ze nodig hebben.’

‘Ik denk niet dat Obed Smit straks thuis achter de geraniums gaat zitten. Hij staat overigens al sinds zijn 17e tussen de geraniums!’

Mindere tijden waren er ook; toen ik een herfinanciering voorstelde, een noodzakelijke, nieuwe financiële impuls, reageerde een NOM-collega die twijfels had met ‘weet je het wel zeker?!’ Maar ik geloofde er heilig in, dankzij een rotsvast vertrouwen in de mensen van Smit. In de kern altijd al een gezond bedrijf, dat voelde ik. Overigens had de bank er ook direct zonder twijfels vertrouwen in; dat is tamelijk uniek. Achteraf bleek die extra kapitaalinjectie niet eens nodig. En moet je nu zien! Natuurlijk, er kwamen op tijd meevallers om de hoek kijken. Soms onverwacht. In de coronatijd zat ineens iedereen veel binnen. Dan moet het thuis ook een beetje gezellig zijn. Wat doe je dan zodra de winkels weer opengaan? Sfeervolle kamerplanten uitzoeken. Een glossy magazine dat in een woonreportage de pannenkoekplant ineens trendy en gewild maakt, met zijn knusse, ronde blaadjes die wel wat van poffertjes weg hebben. Bij Smit slagen ze er dan meteen in om er een aantrekkelijke en gezonde variant van te kweken.

Het was het waard, die lange adem. Misschien wel het geheim van de NOM; we zijn niet zo verkoopgericht. Je moet je kunnen verplaatsen in de ander, het belang van het bedrijf vooropstellen. Dat is precies de reden dat ik hier werk. Andere investeerders worden nog wel eens door hun aandeelhouders onder druk gezet om snel met rendement te komen, binnen 5 jaar is heel gewoon. Wij hebben het geduld en de mogelijkheden om naar de veel langere termijn te kijken. Natuurlijk willen wij na 20 jaar ook een mooie winst behalen – geld dat we weer goed kunnen inzetten voor belangrijke, nieuwe investeringen in de regio.’

T +31 6 215 184 94 | E wouterse@nom.nl 38 | NOVEMBER 2022
Annemieke Wouterse | investment manager

‘We doen het gewoon met zijn allen, bij de FOM’

groeien en starters, plus bruikbare exportgaranties voor het mkb, een garantstelling voor het buitenland waarbij je nog wel bij je werkkapitaal kunt. Die service bestond helemaal nog niet in Nederland. Het mooie vind ik, dat we in een gebied werken waar veel traditionele financiers juist niet actief zijn. Dus wij kunnen nu echt een toegevoegde waarde voor ondernemers betekenen.’

Wie is wie, bij de Friese Ontwikkelingsmaat schappij? Het team bestaat uit Klaas, Berber, Rob, Thomas en Sybo. Een slagvaardig ploegje, samen op een missie: ‘We doen meer dan geld uitdelen. Misschien wel onze grootste toege voegde waarde: vanzelf meer vakkennis over ondernemen in huis.’

Meest blij met . . .

Klaas – ‘Het denken in mogelijkheden, samen met de ondernemer de (investerings)strategie bepalen, andere financiers benaderen en enthousiasmeren en vervolgens de onderneming succesvol zien worden. Sybo – ‘Onze maatschappelijke impact. We helpen mee aan verduur zaming en innovatie in de regio. Ook niet onbelangrijk: de werkgelegenheid. Ik moet nu denken aan een moedig project, dat zonder de bemoeienis van de FOM zeker niet gelukt was. Er werken daar nu een flink aantal mensen met (voorheen) een afstand tot de arbeidsmarkt; dat stond al zo in het businessplan. Voor ons destijds de hoofdreden om te zeggen: hier moeten we voor gaan. Dat soort mooie initiatieven zien we gelukkig steeds meer. Het geeft veel voldoening.’

Berber – ‘Het moment dat je na een lang traject samen naar de notaris gaat voor de overdracht van aandelen, terwijl je weet dat alles tot in de puntjes geregeld is. Iedereen heeft zijn steentje bijgedragen en als team hebben we de ondernemer geholpen.’

Thomas – ‘Soms staat er na een moeilijke aanloop uiteindelijk een knoert van een bedrijf en is de lening helemaal afgelost. Het pand is intussen meer dan twee keer zo groot.’

Rob – ‘Bij de oprichting van de FOM in 2014 ging het eerst alleen nog om innovatie. Later hebben we dat uitgebreid met bedrijven die willen

Goed om te weten, over de FOM Klaas – ‘We willen graag zo laagdrempelig mogelijk zijn voor mensen met een goed plan, zelfs als het gedurfd of ongebruikelijk is. Daarom zitten we ook dichtbij, in Leeuwarden. Heb je een serieuze vraag, dan komen we langs, altijd! We gaan heel graag het gesprek aan. Ik zou zeggen: bij twijfel: bel ons.’ Rob – ‘Ook belangrijk om te weten als je met Sybo of Klaas in gesprek gaat: onze investment managers nemen geen besluiten. Ze werken het hele traject nauwkeurig uit – product, markt, management, risicoprofiel – en leggen het dan als adviesvraag voor aan een onafhankelijke investeringscommissie. De leden brengen allemaal hun eigen soort ervaring mee, zodat ze ook durven te zeggen: dit heb ik ooit van dichtbij meegemaakt, let daar en daar straks goed op. We laten ze daarom tijdens de voorbereiding al even meekijken.’

Sybo – ‘We houden er rekening mee dat sommige ondernemers goed in ondernemen zijn, maar slecht in het op papier zetten van een deug delijk businessplan. Wij weten dan wel een specialist die kan helpen bij het formuleren.’

Rob – ‘Je kan een hele mooie uitvinding gedaan hebben, maar wij vragen altijd: voor wie?! Als niemand er behoefte aan heeft, zit je met de gebakken peren. Het begint overigens altijd met iets van een haakje voelen in je onderbuik. Als dat er is, dan lees je in een minder goed geschreven plan wel tussen de regels door.’

Thomas – ‘Bij starters die snel aan de slag willen met een relatief klein bedrag (tot 100.000 euro), hoeft het allemaal niet zo lang te duren.

Dan kunnen we ook snel spijkers met koppen slaan, voordat het te laat is. Het begint met een handige, snelle online procedure, om zelf thuis af te vinken waar je plan aan moet voldoen.’

Berber – ‘Op onze website staat ‘It kin wol’ – we gaan echt op zoek naar de mogelijkheden om een ondernemer verder te helpen.’

Wekelijks teamoverleg

Berber – ‘Op papier doe ik samen met Thomas wat je wel ‘backoffice’ kunt noemen: het maken van afspraken, contracten opstellen, contracten aanpassen, periodieke rapportages maken. Thomas is de specialist leningen, vooral voor starters. Maar elke afzonderlijke aanvraag bespreken we eerst uitgebreid met zijn vijven.’

Sybo – ‘We vullen elkaar onderling mooi aan. Ik ben meestal wat intro verter en voorzichtiger dan Klaas. Die kan snel enthousiast raken. Een mooie eigenschap, maar soms ben ik er dan om dat enthousiasme nog even wat af te remmen. En andersom werkt het ook. Dan trekt Klaas mij en de rest over de streep.’

INVESTEREN
Sybo Zijlstra | investment manager T +31 6 114 299 42 | E zijlstra@fom.frl
Klaas Kooistra | investment manager T +31 6 557 076 95 | E kooistra@fom.frl
WWW.FOM.FRL 39 | GROEIEN BEGINT HIER.
V.l.n.r. Klaas Kooistra, Berber Bakker, Rob Drees, Thomas Hekman en Sybo Zijlstra

Wat begon als een uit de hand gelopen hobby, moet straks een belangrijk onderdeel worden van de productietransitie in Noord-Nederland en hopelijk ver daarbuiten. Met de overname van het Duitse bedrijf Druckwege en de verhuizing naar Groningen, gaat, als het aan Jeroen Bos ligt, de regio straks een proeftuin worden voor 3D printing en additive manufacturing. ‘De potentie is echt heel groot en dat is voor ons ook wel de grootste drijfveer geweest om deze stap te zetten.’

Grote ambities

Zeven jaar geleden richtten Anton Gillert en Florian Reil DruckWege op. Het is een bedrijf dat zich specialiseert in het produceren van resin, een kunsthars die gebruikt wordt als grondstof voor 3D printen. Dus heel simpel gezegd, de inkt voor 3D-printers. ‘Dat begon eigenlijk als een hobby, die al snel uit de hand liep’, zegt Jeroen Bos van Bossers & Cnossen, die als één van de informele investeerders het bedrijf overnam en naar Groningen haalde. ‘Toen ze op een gegeven moment 6.000 liter moesten produceren en de familie iets te vaak moest worden ingeschakeld om ze te helpen met flessen vullen, was de rek er een beetje uit’, voegt Bos lachend toe.

Resins

Het geheim achter het plotselinge en misschien wat te grote succes, heeft volgens Bos te maken met de kwaliteit die Druckwege biedt. ‘De resins voor 3D-printers worden bijna exclusief in Azië geproduceerd. Maar de samenstelling en kwaliteit ervan verschilt nogal, dus consis tente kwaliteit bij gebruik is dan echt een probleem. Anton en Florian waren nerds die het gewoon heel leuk vonden om zelf te experimen teren met resins. Ze waren daarnaast ook heel transparant over de samenstelling, dus het leverde ineens klanten van over de hele wereld op. Het werd teveel werk en daarom wilden ze het bedrijf verkopen. En daarnaast was de omgeving ook geen goede voedingsbodem voor groei of het stimuleren van ondernemerschap.’

Wasaweg Campus

Maar hoe komt een Duits bedrijf in een niche markt ineens bij de NOM en investeerders als Sander Prinsen en Jeroen Bos terecht? ‘Eigenlijk min of meer per toeval’, zegt Bos. ‘Vanuit Dataconfetti, waar we vanuit Bossers & Cnossen investeringen mee doen, bieden we de bedrijven uit onze portfolio ook een kantoorruimte op de Wasaweg Campus. Citoforma, één van die bedrijven, is gespecialiseerd in 3D printing en additive manufacturing oplossingen en werkte al samen met Druckwege. Rolf Meijer, de CEO, zag dat het bedrijf te koop stond en wees ons daarop. Hij zag gelijk de potentie en wist ons al snel te overtuigen van de meerwaarde om zo’n bedrijf naar Groningen te halen.’

Avontuur

Er werd snel geschakeld en ook de NOM kwam aan boord voor de overname en verhuizing van Druckwege. ‘Dat was voor ons best een avontuur’, zegt Jeroen van Onna, investment manager bij de NOM. ‘En tegelijk ook een mooi experiment, want normaal gesproken investeren we in de ondernemers achter het bedrijf. Nu heb je ineens alleen het bedrijf en moeten er nog mensen bijgezocht worden, dus dat was binnen de NOM ook wel even wennen. Maar we gaan graag het experiment aan om iets kleins uit te bouwen naar iets heel groots en voor de regio een heel nieuw expertisegebied neer te zetten.’

INVESTEREN
40 | NOVEMBER 2022

voor de regio met 3D printing

Voor de dagelijkse bedrijfsvoering van het nieuwe Druckwege werd Jelmer Johan Siekmans aangetrokken als CEO. Siekmans heeft als voormalig Head of R&D van Shapeways (een internationaal succes volle spin-off van Philips) al ruime ervaring op het gebied van additive manufacturing en was toevallig een ander bedrijf op de Wasaweg Campus, genaamd Arc, aan het helpen met rapid prototyping. Kleine wereld dus? ‘Nee joh! Gewoon de kracht van de Wasaweg Campus’, grapt Bos.

Cookbook

Met de overname van het bedrijf werd ook het cookbook gekocht. ‘Daarin staan zes verschillende recepten voor resins met speciale eigenschappen, die perfect kunnen voldoen aan de verschillende kwaliteitseisen van klanten’, zegt Siekmans. ‘Voor de auto- en luchtvaartindustrie bijvoorbeeld, maar ook voor tandartsen en zelfs juweliers.’

‘Dan hebben we het trouwens niet over de bekende filament 3D-printers, waarbij alles laagje op laagje geprint wordt door de contouren te volgen’, voegt Siekmans toe. ‘Dit zijn resins die reageren op licht en gebruikt worden in een heel ander type 3D-printer. Je moet het zien als een soort vloeistof badje, met onderin een scherm. En net als bij een CT-scan, worden hele lagen dan uitgelicht. Je krijgt dan een veel hogere resolutie. En dat levert hele gedetailleerde en stevige prints op.’

Productietransitie

Het nieuwe Druckwege heeft daarnaast ook grote ambities voor de hele regio. ‘We willen actief samen gaan werken met kennisinstellingen’, vertelt Bos. ‘De potentie is echt heel groot en dat is voor ons ook wel de grootste drijfveer geweest om deze stap te zetten. Ons hele productieproces bestaat uit dingen wegnemen totdat je een product overhoudt. Bij een boom zaag je hout weg totdat je een plank over hebt. Additive manufacturing werkt omgekeerd, want je maakt van niets iets, net zoals de natuur eigenlijk. Het is een manier van pro duceren die veel minder verspilling en afval oplevert en kan dus een transitie op gang brengen op het gebied van productie.’

‘Voor veel producten moet je heel veel investeren in een productielijn en het kan alleen uit als je in hele grote oplages produceert. Met additive manufacturing is dat niet meer nodig en is het veel makkelijker om op kleinere schaal persoonlijkere producten te maken. En ook innovaties gaan veel sneller door rapid prototyping. Arc, het bedrijf dat Jelmer daarmee hielp, had anders nooit zo snel een super innovatief toetsenbord kunnen ontwikkelen dat ze in januari op CES in Las Vegas gaan presenteren. Ik denk echt dat we hiermee kunnen bijdragen aan een mooie toekomst en als hele regio straks voorop kunnen lopen, net zoals we dat nu met de energietransitie doen.’

Jeroen van Onna | investment manager T +31 6 270 871 51 | E onna@nom.nl
gesproken investeren we in de ondernemers achter het bedrijf. Nu heb je ineens alleen het bedrijf en moeten er nog mensen bijgezocht worden.
Normaal
41 | GROEIEN BEGINT HIER.
Jeroen van Onna, investment manager NOM

DE GRONDSTOFFENTRANSITIE IN 6 MINUTEN UITGELEGD

Biomassa als alternatief voor fossiele grondstoffen. Misschien heb je erover gehoord, misschien ben je een expert, misschien ben je een voorstander, misschien zie je bezwaren. Het kennisniveau en vooral de meningen over biomassa zijn verdeeld. Toch zijn plantaardige grondstoffen onmisbaar voor een duurzame industrie, vindt Industrietafel Noord-Nederland.

door ook biomassa te gebruiken, krijgen wij een circulaire economie’

Veel CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door de (maak)industrie. Een sector waar we allemaal mee te maken hebben zonder dat we het weten, vertelt Frans Alting, directeur Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE). ‘De industrie houdt onze maatschappij draaiende. Van het T-shirt dat je draagt tot de medicijnen die je slikt: elke dag heb je met de industrie te maken. Maar omdat alles achter gesloten hekken plaatsvindt, is de sector lastig te begrijpen.’

Wie rook uit schoorstenen ziet of langs de industrieterreinen rijdt, vraagt zich misschien af of de fabrieken niet beter gesloten kunnen worden. Alting begrijpt die redenering. ‘De industriesector ligt onder een vergrootglas. En het klopt dat we veel grondstoffen en energie gebruiken, maar daar krijg je veel voor terug. Dus in plaats van te sluiten, moeten we overgaan op andere en schone productieprocessen. Want de maatschappij kan nu eenmaal niet zonder industrie, en andersom.’

Er is dus veel te doen en uit te leggen. Industrietafel Noord-Nederland neemt dit uiterst serieus: met meer dan dertig bedrijven hebben ze een plan gemaakt om duurzaam te produceren. Met een combinatie van biomassa, recycling, waterstof, hergebruik van CO2 en duurzame energie kan er volledig circulair en dus duurzaam geproduceerd worden. Ook wel samengevat als de energie- en grondstoffentransitie.

Dat klinkt ingewikkeld, en dat is het soms ook, maar de Industrietafel heeft alles al uitgedacht. De kansen liggen voor het oprapen en Noord-Nederland is er klaar voor. Alle bevindingen zijn uitgewerkt in een rapport en in een heldere uitlegvideo. Dat was nodig om biomassa op een laagdrempelige manier uit te leggen, legt Alting uit. ‘Er zijn veel misvattingen over biomassa. En hoe het precies werkt, is niet voor iedereen even duidelijk. Deze video vertelt stap voor stap wat biomassa is en hoe je het op een duurzame manier kan gebruiken.

Wil je begrijpen hoe biomassa de industrie kan verduurzamen? Na zes minuten weet je precies hoe het zit! Deze video is geschikt voor iedereen vanaf 12 jaar oud en dus ook geschikt om te gebruiken in het onderwijs.

‘Alleen
KIJKTIP
42 | NOVEMBER 2022
SCAN/CLICK ME

BIJ ZAKEN

Duurzaam en gezond: frietjes van koolraap

Koud douchen: waarom je er meteen mee moet beginnen

• Je bespaart energie want je hoeft geen water te verwarmen.

• Het verbetert je bloedtoevoer, ook naar de hersenen, waardoor je alerter wordt.

• Je weerstand wordt beter, waardoor je minder vaak ziek bent.

• Je krijgt een beter humeur (onderzoekers stellen dat blootstelling aan koud water de beschikbaarheid van neurotransmitters als noradrenaline en endorfine verhoogt).

Mocht je koud douchen toch niet zien zitten, dan zijn er in het Noorden genoeg innovatieve bedrijven die je douchebeurt toch duurzamer kunnen maken. Bijvoorbeeld Q-Blue uit Emmen. Zij maken slimme warmtewisselaars voor de douche, waarbij de warmte van het afvoerwater het aanvoerwater verwarmt.

Bron: www.gezondheidenwetenschap.be/gezondheid-in-de-media/is-elke-dag-koud-douchen-gezond

Koolraap is (helaas) een vergeten groente, terwijl het een supergezond product is dat erg goed op onze noordelijke kleigronden groeit. Een koolraap is rijk aan vitamine C (goed voor de weerstand) en vitamine B11 (nodig voor de vorming van nieuwe weefsels en cellen, ook de witte en rode bloedcellen). Daarnaast is een koolraap erg laag in koolhydraten (90% minder dan aardappelen), waardoor je als alternatief voor friet van aardappelen, frietjes van koolraap kunt maken. In oktober/ november worden de koolrapen geoogst en vers verkocht bij lokale groentewinkels en boerderijkraampjes in het Noorden.

Bron: www.lowcarbchef.nl/recept/koolraap-frietjes en https://moniquevandervloed.nl/maakook-eens-snel-kennis-koolraap

De Streekboer: eerlijk en dichtbij

De Streekboer brengt verse, biologische producten uit de buurt naar jouw keuken. Daarvoor betaal je een eerlijke prijs. Zodat de boer kan blijven werken aan ver duurzaming. Met De Streekboer weet jij waar jouw eten vandaan komt. Niet van een ver land maar gewoon van Durkje uit Vegelinsoord, Egbert uit Groningen of Lambert uit Veenhuizen. Zo wordt de afstand die jouw voedsel aflegt verkleind en komen we samen dichterbij een betere wereld voor mens en natuur. Lokale producten komen vers van het land. De Streekboer vindt het belangrijk dat de consument weet waar hun eten vandaan komt: de boer is zijn eigen keurmerk. Doordat de producten van een boerderij of kwekerij uit de buurt gehaald worden, is de impact op klimaat en natuur beperkt door het inperken van transport.

43 | GROEIEN BEGINT HIER.
WWW.NOM.NL

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.