20 minute read

Thermisch, biologisch, natuurlijke vijanden

Het bestrijden van de eikenprocessierups is van levensbelang

als je de zomer enigszins jeukvrij wilt doorkomen. Wat doen de

Advertisement

partijen die de rups bestrijden allemaal? Welke middelen zetten

zij in, en werken die goed?

Auteur: Sjoerd Rispens

Thermisch, biologisch, natuurlijke vijanden - manieren om eikenprocessierups te bestrijden

Een overzicht van de bestrijdingsmethoden die worden ingezet tegen de eikenprocessierups

Rupsen opzuigen Je kunt de eikenprocessierups op meerdere manieren bestrijden, bijvoorbeeld biologisch met natuurlijke vijanden. Eind vorig jaar maakte de NOS een rondgang langs 355 gemeenten, waarvan er 200 reageerden. Daarvan gaven 39 de voorkeur aan het opzuigen van rupsen (in 2018 waren dat er nog 65). Het merendeel van de gemeenten gaf aan de eikenprocessierups op een natuurlijke manier te willen bestrijden. Zij zetten vooral natuurlijke vijanden in en leggen de focus niet op wegzuigen en verbranden. Ook overwegen veel gemeenten (92 om precies te zijn) om het bomenbestand aan te passen, want minder eiken betekent minder rupsen. Bermbeheer De natuurlijke vijanden van de rups, zoals vogels en vleermuizen, hebben hem op het menu staan. Daarom heeft onder meer de gemeente Amsterdam geïnvesteerd in het ophangen van mezenkastjes. Ook pakken veel gemeenten het bermbeheer aan om op die manier insecten te trekken zoals de sluipwesp en de gaasvlieg, die zich voeden met de eitjes van de eikenprocessierups. Arnold van Vliet, deskundige van het Kenniscentrum Eikenprocessierups en de Universiteit van Wageningen, liet weten dat hij blij was met de ontwikkelingen. De pilots die gestart waren, waren volgens hem veelbelovend. Desondanks moeten we ons volgens deze kenner realiseren dat alleen de inzet van natuurlijke vijanden niet voldoende zal zijn om alle problemen te beheersen. Natuurlijke vijanden kunnen volgens hem niet alles oplossen, zeker niet in stedelijk gebied.

Biologische bestrijding Ook biologische bestrijding komt veel voor in Nederland; vaak zetten gemeenten hierop in. Bij biologische bestrijding wordt een bacteriepreparaat op de bladeren gespoten. Als er vervolgens rupsen van die bladeren eten, krijgen ze het middel binnen, waardoor er bacteriën in de rups groeien en de rups uiteindelijk doodgaat. Een nadeel van deze methode is dat vlinders ook vaak doodgaan bij het gebruik van

biologische middelen.

Nematoden Een andere methode is het gebruik van parasitaire nematoden. Deze nematoden zoeken de rupsen op, dringen ze binnen en eten ze vervolgens ook van binnen op. Jonge nematoden gaan vervolgens op zoek naar nieuwe rupsen. Nematoden worden gespoten wanneer er nog geen blad aan de boom zit, maar de eitjes van de rups zitten aan het uiteinde van de takjes en het is moeilijker om die te raken. Het gebruik van nematoden luistert wel erg nauw; het is precisiewerk. Ook de weersomstandigheden moeten precies goed zijn wil je resultaat boeken met nematoden.

Feromoonvallen Een aantal gemeenten heeft ook proeven uitgevoerd met feromoonvallen. Er wordt dan een val geplaatst voor mannelijke vlinders. In de vallen zitten vrouwelijke sekslokstoffen. De mannelijke vlinders vliegen dan gretig die val in. Hierdoor kunnen vrouwelijke vlinders niet bevrucht worden, waardoor er ook geen eitjes uitkomen. Een groot probleem bij deze methode is dat die niet is toegestaan. Feromoonvallen mogen niet voor bestrijding worden ingezet, alleen voor monitoring. Overigens kunnen er ook de nodige vraagtekens worden gezet bij de doeltreffendheid van feromonen. De gemeente Opheusden heeft een proef met feromonen gedaan die 16.000 euro kostte, maar het resultaat was teleurstellend.

Stofzuigers Geert de Haan werkt namens het Bredase bedrijf Krinkels in de bestrijding van de

SPECIAL EPR

eikenprocessierups. ‘Bij Krinkels gebruiken we verschillende modellen EPR-stofzuigers bij de bestrijding’, zegt De Haan. ‘Welke modellen dat zijn, hangt van de situatie af, bijvoorbeeld van de vraag of de nesten hoog zitten of juist laag. Daarnaast gebruiken we een doosmodel; die stofzuiger is mobieler.’

Cowboys De Haan ziet dat er in de praktijk ook veel verkeerde bestrijdingsmethoden worden gebruikt. ‘De roep om aannemers is groot, maar niet elk bedrijf heeft voldoende capaciteit om aan alle aanvragen te voldoen’, legt hij uit. ‘En dan zie je de zogenoemde “cowboys” verschijnen, die de markt op gaan om snel geld te verdienen. Die werken ook voor veel minder geld. Mensen die ramen wassen, kunnen vast ook wel nesten verwijderen, is de gedachte. Deze partijen hebben vaak geen affiniteit met groen en bomen. Ze gebruiken verkeerde filters, waardoor de haren aan het uiteinde van de stofzuiger niet worden opgevangen en er juist weer uit gaan. Het risico is dat deze bedrijven zich niet houden aan regels en afspraken, omdat die nog niet goed zijn vastgesteld. De aangepaste leidraad is pas kort geleden uitgegeven.’

Gebruik De EPR-zuiger werkt in principe vrij simpel. ‘Je neemt een hoogwerker mee’, begint De Haan. ‘Het grote model stofzuiger heeft een aggregaat nodig. Boven aan de stofzuiger zit een filter. De nesten die je opzuigt, komen aan de onderkant in een afgesloten zak. De stofzuiger heeft drie standen, van minder hard tot hard zuigen. In een zak gaat zo’n 10 kg aan nesten. Meestal moet je de zak na vijf keer zuigen vervangen. De doos kan 23 kg meenemen. Het gebruik van deze stofzuiger is over algemeen effectief; je haalt de nesten er wel mee weg. Maar je hebt nooit de garantie dat je alles weghaalt. Soms moet je vier of vijf keer naar dezelfde boom toe. Je ziet ze simpelweg niet altijd, zeker in het beginstadium als de rupsen veel aan de wandel zijn.’

Zomer De stofzuiger wordt al langere tijd toegepast. Je moet wel een uitgebreide training volgen voor je ermee op pad mag. Medewerkers krijgen onder meer een uitgebreide instructiekaart waarop de hele procedure staat uitgelegd. ‘Dat moet ook wel, want “God straft onmiddellijk” als je het niet goed doet of niet de juiste bescherming draagt. Dan krijg je enorme jeuk’, zegt De Haan. ‘Het is geen pretje om in de hitte te werken. Je hebt een pak aan en een helm op, waardoor je beperkt zicht hebt. Daarom doen wij er van alles aan om het werk aangenamer te maken voor onze werknemers, zoals de aanschaf van degelijke PBM’s, minder werkuren, een tropenrooster en ploegendiensten. We geven ze ook koelvesten, zodat ze het minder warm hebben.’

Consequent ‘Ik heb twintig jaar ervaring met dit werk, waarvan acht jaar bij Krinkels’, vertelt De Haan. ‘Toen ik er net mee begon, werd er veel thermische bestrijding toegepast. Dat is niet goed, weet ik nu. De brandharen vliegen de lucht in door de thermische behandeling en de brandharen die actief blijven, besmetten het omliggende gebied. Een giettank werkt ook niet goed. Ik wil iedereen vooral aanraden op zoek te gaan naar preventieve manieren van bestrijding. Wij zijn daar ook volop mee bezig. Welke manier van bestrijden nu het beste is? Ik denk dat de inzet van nematoden biologisch gezien tot nu toe de beste en vriendelijkste manier is. Andere biologische bestrijdingsmiddelen kunnen ook, maar die zijn vaak slecht voor vlinders. Er gelden – terecht – ook veel eisen voor het gebruik. Dat werkt wel wat beperkend. Verder steken wij ook in op natuurlijke vijanden; we gaan de komende maanden 65 koolmeeskasten ophangen. En we zetten in op het vergroten van de biodiversiteit met bloemenmengsels. Maar dat zijn oplossingen waarvan je pas over een jaar of 25 kunt zeggen of ze goed werken. Bovendien is dit soort natuurlijke bestrijding op zich niet genoeg om grootschalige overlast op korte termijn tegen te gaan.’

Radicale ideeën De Haan vestigt zijn hoop op innovatie wat betreft bestrijding. ‘Ik ben weleens op bijeenkomsten geweest waar iemand met heel radicale ideeën kwam aanzetten en vervolgens werd uitgelachen. Maar uiteindelijk bleek dat idee het interessantste dat ik gehoord had. Er zijn veel mogelijkheden; die moeten we zo goed mogelijk benutten.’

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32507/thermischbiologisch-natuurlijke-vijanden---manieren-omeikenprocessierups-te-bestrijden

* Getoonde model: GTS1300G - €3.450 ,–

Met ruim 50 jaar kennis en ervaring produceert ons familiebedrijf een uitgebreide lijn houtversnipperaars, geheel in eigen beheer. De capaciteit van onze machines gaat van 5 cm tot 12 cm diameter hout. Alle machines zijn voorzien van een efficiënt rotor versnippersysteem voor een optimale werksnelheid. Bij ons staat de veiligheid van de gebruiker voorop. Daarom voldoen onze houtversnipperaars aan de laatste Europese veiligheidsnormen en worden ze uitvoerig getest. Zo zorgen wij voor innovatieve en betrouwbare producten die jouw werk makkelijker maken.

Jaargang 12 1 - 2020

Boomz or g HET VAKBLAD VOOR BOOMVERZORGING EN BOOMBEHEER IN DE OPENBARE RUIMTE

ABONNEMENT BOOMZORG

Lees je met interesse de berichten op www.boomzorg.nl? Misschien is een abonnement op het vakblad wel iets voor jou!

CONNECTING GREEN PROFESSIONALS SPECIAL EPR Inspiratieboom: Ulmus minor argenteomarginata Land Life Company doet wereldwijd aan herbebossing MET DEZE ACCUKETTINGZAAG hebben hoveniers geen benzineaangedreven zaag meer nodig Vijf vragen rondom vochtvoorziening bij bomen

Abonnement €86,-

Print is bij ons nog lang niet passé. En dat merk je als abonnee! Je ontvangt namelijk zes keer per jaar de Boomzorg op jouw mat – of die van je bedrijf. Bomvol artikelen over praktische informatie op het gebied van sortiment, innovaties en onderzoek op gebied van bomen in de stedelijke omgeving.

Klinkt goed? Ga naar www.boomzorg.nl

F ieldmanager HET VAKBLAD VOOR SPORTVELDBEHEER Jaargang 16 1 - 2020 Er liggen mooie kansen voor jouw nieuwe carrière bij Donker Groep. Ga j ij bij ons aan de slag als projectleider, calculator, werkvoorbereider of ontwerper? Talent groeit niet aan de bomen, maar wel bij ons.

Jaargang 8 1 - 2020

Stad + Groe n HET VAKBLAD VOOR OPENBAAR GROEN EN HET VERGROENEN VAN DE BUITENRUIMTE Rovero heeft jarenlang ervaring op het gebied van foliekassen & folietunnels. Onze ervaren adviseurs denken met u mee, om de beste denkbare oplossing aan te bieden om uw bedrijfsrendement te optimaliseren. Daarvoor hebben we een breed aanbod foliekassen en tunnels, en schermhallen. Bij Rovero kunt u rekenen op een helder en betrouwbaar advies. Thuis in foliekassen voor de boomkwekerij

ROVERO ROLL-AIR • Dé cabrioletkas • Uw gewas in enkele minuten binnen óf buiten • Altijd het ideale klimaat voor uw bomen en planten Jaargang 11 1 - 2020

HET ANDERE VAKBLAD VOOR DE BOOMKWEKERIJ Boom in Business TreeEbb.nl

ROVERO MULTI • Diverse types voor zowel grote als kleinere projecten • Kapbreedtes 6,40 / 8,00 / 9,60 / 12,80 m • Enkel- en dubbel zijdige nokluchting mogelijk, en diverse types gevelluchting

CONNECTING GREEN PROFESSIONALS HORTICONTACT Boomkwekerij Ebben | Beerseweg 45 | 5431 LB Cuijk T +31 485 312021 | info@ebben.nl | www.ebben.nl | www.treeebb.nl Jaargang 12 1 - 2020 Boomz or g HET VAKBLAD VOOR BOOMVERZORGING EN BOOMBEHEER IN DE OPENBARE RUIMTE MORE POWER TO YOU

Jaargang 31 1 - 2020 HET VAKBLAD VOOR GREENKEEPING Gr eenk eeper

Van plan naar actie

Hoe staat het ervoor met het nieuwe Kennisplatform Processierups?

De eikenprocessierups is al jaren met een opmars bezig, maar in de zomer van 2019 werden het

aantal rupsen en mensen met gezondheidsklachten wel heel erg groot. Ook de variatie in

bestrijdingsmogelijkheden van de rups werd groter. Was er jaren eerder nog een terugtrekkende

beweging door de overheid waar te nemen, in 2019 kwam ze in actie. Het Kennisplatform

processierups werd opgericht en lanceerde een website en een leidraad. Hoe staat het er nu mee

en wat kunnen we in 2020 concreet van het kennisplatform verwachten?

Auteur: Heidi Peters

Henry Kuppen, directeur van Terra Nostra, is mede-initiatiefnemer van een van de partners van het Kennisplatform Processierups: het Kenniscentrum Eikenprocessierups. Hij legt eerst het verschil uit tussen het kennisplatform en het kenniscentrum: ‘Het onderscheid tussen het kennisplatform en het kenniscentrum is niet altijd duidelijk. Het kenniscentrum is een van de partners van het kennisplatform, naast onder meer het RIVM, het ministerie van LNV, KAD en GGD GHOR Nederland. Het kenniscentrum werd zo’n tien jaar geleden opgestart. Dat deed ik niet alleen, maar samen met entomoloog Sylvia Hellingman, gezondheidsdeskundige Henk Jans en Arnold van Vliet, bioloog bij de WUR. Als kenniscentrum verspreiden wij al tien jaar nieuws en info via Nature Today. Deze berichten genereren veel aandacht en de landelijke pers pakt dat vervolgens op.’ ‘Toen in 2019 de aantallen rupsen met bijbehorende problemen zo groot werden, wilde de overheid actie ondernemen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) en minister Schouten kwamen met de vraag wat er moest gebeuren. Hierop hadden wij als kenniscentrum drie antwoorden: er moest een website komen met informatie, waaronder antwoorden op meer dan honderd veelgestelde vragen, er moest een afvalprotocol komen en de bestaande leidraad moest nodig geüpdatet worden. In vrij korte tijd hebben wij alle drie deze zaken gerealiseerd.’ Samen iets bereiken Omdat het probleem van de rupsen niet meer regionaal is en nationale coördinatie gewenst is, werd in opdracht van het ministerie van LNV het kennisplatform opgericht. De regie van het kennisplatform ligt bij het RIVM, in de persoon van scientific consultant Jannie van der Helm. Sanne van Wijk, communicatieadviseur bij het RIVM: ‘Alle partners houden zich inhoudelijk bezig met de onderwerpen waar ze verantwoordelijk voor zijn. Zo is de WUR via het kenniscentrum verantwoordelijk voor de input van kennis, de GGD voor de gezondheidsaspecten en zorgen wij, het RIVM, voor de coördinatie en het bij elkaar brengen van de partijen.’ Het kenniscentrum is dus een van de partners van het platform. Binnen het platform zijn verschillende werkgroepen ingericht voor verschillende thema’s. Zo is er een werkgroep bestrijding, waarvan het KAD penvoerder is. Er is de werkgroep coördinatie, voor het coördineren van de samenwerking (RIVM) en om tot een landelijke aanpak te komen, en verder de werkgroepen communicatie (RIVM), gezondheid (GGD GHOR), signaleren kennishiaten, afvalprotocol (penvoerder VHG), aansprakelijkheid (VBNE) en monitoring en evaluatie (RIVM). Henry Kuppen: ‘Ik ben nu bezig met het herzien van het afvalprotocol. Toen het kennisplat

SPECIAL EPR

‘In vrij korte tijd hebben wij alle drie deze zaken gerealiseerd’

Henry Kuppen Terra Nostra

form vorig jaar van start ging, was er geen enkele afvalverwerker die mee wilde werken aan het verbranden van het afval van de rupsen. Dat was vanwege een calamiteit bij een van de ovens. Daarop heb ik in afstemming met diverse belangenvertegenwoordigende organisaties een protocol geschreven, waarna twee afvalverwerkende bedrijven wel wilden meewerken. Maar twee is karig. Bovendien zijn dit bedrijven in het westen van het land en de meeste rupsen zitten in het oosten. Met het herziende protocol verwacht ik dat weer meer afvalverwerkende bedrijven willen meewerken. Dat is belangrijk voor het kennisplatform: eenduidigheid en slagvaardigheid. In dit initiatief moet ontwikkeling zitten; het moet niet verzan

De organisatie van het Kennisplatform Processierups Een kern van organisaties geeft invulling aan de ontwikkeling en activiteiten van het kennisplatform (oftewel de kennisplatformleden). De kernorganisaties vormen de expertise‐ en kennisdragers van het platform. Het kennisplatform bestaat nu uit: CUMELA Nederland, de Gezondheidsdienst voor dieren, GGD GHOR Nederland, het Kennis‐ en Adviescentrum Dierplagen (KAD), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Vereniging van Bos‐ en Natuurterreineigenaren (VBNE), Branchevereniging VHG en het Kenniscentrum Eikenprocessierups (waaronder Wageningen University & Research). Sturing vindt plaats door een stuurgroep. Hierin zijn de kerngroepleden en betrokken overheden vertegenwoordigd, zoals VNG en IPO. De opdrachtgever voor het platform is het ministerie van LNV. Bieskensgraaf

den in overleg, zodat de particulier merkt dat de overheid zijn rol heeft opgepakt.’

Van oprichting naar actie In juli 2019 werd de oprichting van het kennisplatform bekendgemaakt en in september, tijdens een drukbezochte bijeenkomst in Ede, werden de eerste initiatieven gepresenteerd die waren opgepakt door het kenniscentrum: de website www.processierups.nu met onder andere ruim honderddertig veelgestelde vragen met antwoorden, een nieuw afvalprotocol en een vernieuwde leidraad. Wat is er in de tussentijd gebeurd? De site geeft geen uitsluitsel, want na september 2019 is er geen nieuws meer gepubliceerd. ‘Er is intensief contact tussen de partners’, vertelt Sanne van Wijk. ‘Er is een stuurgroep ingericht en de werkgroepen zijn van start gegaan. Vorig jaar konden groenprofessionals input geven voor het platform in oprichting. Deze input is gebruikt bij het inrichten van de werkgroepen en geeft richting aan de werkzaamheden die gepland staan voor deze werkgroepen. Alle werkgroepen hebben inmiddels een plan van aanpak gemaakt. Eigenlijk zitten we nu op het omslagpunt van plannen naar uitvoering. De werkgroep communicatie is bezig met het organiseren van de eerste bijeenkomsten en met het opstarten van de communicatie. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd door het Interprovinciaal Overleg, het IPO. De taak van het platform is om naar buiten te treden met kennis, informatie en advies. Als het gaat om het vergaren van kennis en informatie wordt het platform nog niet zozeer gevonden, maar de partners wel.’

bestrijding en bestrijdingsmogelijkheden. De afgelopen jaren zijn er creatieve methodes bedacht voor de bestrijding van de eikenprocessierups: van heet water tot koud water, van verbranden tot bevriezen met stikstof, van rupsenvallen tot het gebruik van knoflook. Deze methodes zijn echter nog niet wetenschappelijk onderzocht. ‘Er bestaat van alles en dat juich ik toe’, zegt Kuppen, ‘maar ik wil wel graag onderbouwing dat het inderdaad werkt. Ook in de informatieverspreiding zie je creativiteit ontstaan. Wij, van het kenniscentrum, zijn alle vier specialist op het gebied van de processierups en zitten al lang in de materie. In 2018 gaven we al aan dat er een verdrievoudiging aankomt. De eerste verdubbeling bleek er in 2019 al te zijn. Er was eerder ook al een expertgroep eikenprocessierups, onder auspiciën van de plantenziektekundige dienst. Deze groep is helaas een stille dood gestorven. Wij vonden en vinden het delen van kennis over deze rupsenplaag belangrijk en hebben daarom tien jaar geleden het kenniscentrum opgericht. Wij blijven het nieuws verspreiden, gratis en voor niets.’

Platform als informatieverstrekker Het belangrijkste doel van het Kennisplatform Processierups is het verspreiden van correcte, zinvolle en wetenschappelijk getoetste informatie over de rups en de bestrijding daarvan. Hiervoor zijn of worden de volgende acties ondernomen: • Het huidige systeem van vragen stellen wordt verder uitgebreid. • Tijdens de bijeenkomst in september werden door het publiek veel vragen gesteld; deze zijn verzameld en op basis hiervan wordt actie ondernomen.

HYDRAULISCHE STOBBENFREZEN TOT 450PK

Terra Nostra Kennisatelier voor boom en bodem www.hemos.nl Info@hemos.nl 06 46602500

Onze diensten

• Boomtechnisch onderzoek • Advies, beleid en beheer • Boomwaardebepaling • Onderzoeksapparatuur

• Diagnostiek • Ziekten en aantastingen • GIS (Geografi sch Informatie Systeem) • I-Tree

kennisatelier voor boom en bodem Terra Nostra

SPECIAL EPR

Topsectorenproject De Vereniging Stadswerk diende in het voorjaar van 2019 bij de Topsector Agri & Food een projectvoorstel in voor onderzoek naar verbetering van de beheersing van de eikenprocessierups. Hierbij gaat het onder meer om een goede jaarlijkse beheercyclus en het opdoen van meer kennis over de rol van het natuurlijk evenwicht bij het voorkómen van een hoge plaagdruk, maar ook om een goede registratie daarvan als onderdeel van een optimale jaarplanning. Met de ontwikkelde kennis wordt de bestaande Leidraad beheersing eikenprocessierups verder verbeterd. Joop Spijker is senior researcher bij Wageningen Environmental Research (WENR), een onderdeel van WUR, en is als onderzoeker betrokken bij het project: ‘In november 2019 werd bekend dat de financiering er komt. Naast de Vereniging Stadswerk en WENR doen ook ProRail, de Stichting Groene Stad, de Vereniging van bos- en natuureigenaren (VBNE) en diverse gemeenten mee. Dat zijn op dit moment in ieder geval gemeenten uit de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant, zodat er een goede spreiding over het land is. Mogelijk sluiten er nog gemeenten uit de provincies Utrecht en Zuid-Holland aan.’

Het beheer nu De drie thema’s waarmee de onderzoeksgroep in 2020 en 2021 aan de slag gaat, zijn: het beheer op dit moment, de maatschappelijke kosten van de plaag en de gaten die nog in het netwerk van feromonenvallen zitten. Joop Spijker licht toe: ‘In september 2019 presenteerden we bij de bijeenkomst van het Kennisplatform Processierups een leidraad. Een voorlopige leidraad weliswaar, maar met een jaarronde aanpak. We beginnen met het onderzoeken van het beheer door gemeenten en andere organisaties en of dit overeenkomt met de aanbevelingen in de leidraad. Wat doe je als gemeente? Begin je in augustus of september te monitoren waar de vlinders hebben gevlogen, of doe je niks en geef je vooral voorlichting? Hoe werk je samen met buren? Neem je als gemeente die ene eik in een particuliere tuin mee in de gekozen aanpak, of laat je dat over aan de eigenaar? Mogelijk kan de aanpak van de onderzochte organisatie verfijnd worden of worden er juist dingen gedaan die helemaal niet in de leidraad staan, maar wel heel verstandig zijn en wellicht een vermelding verdienen in de leidraad. Sommige gemeenten voelden zich vorig jaar overvallen door de plaag en pakten het niet planmatig aan. We proberen de diverse aanpakken wetenschappelijk te onderzoeken, zodat we data krijgen over verschillen en effectiviteit.’

Wat kost dat eigenlijk? Afgelopen zomer hoorde je het overal om je heen: klachten over jeuk, tips over middeltjes tegen jeuk en nieuws in de media over jeuk. Maar hoeveel impact heeft de rups eigenlijk en wat zijn de maatschappelijke kosten daarvan? Vallen er mensen uit door ziekte ten gevolge van de rupsenplaag? Hoeveel mensen komen er daadwerkelijk bij de dokter? Wellicht zijn er mensen die afzien van een fietstochtje of de gebruikelijke wandeling met de hond. Ook dit gaat het researchteam de komende twee jaar onderzoeken. Een deel van het

• Er komen informatie- c.q. kennisdelingsbijeen- komsten, waar kennis wordt bijeengebracht en de informatiebehoefte wordt geïnventariseerd. • De cyclus van de rups wordt in kaart gebracht, met daarbij de maatregelen die bij de verschillende stadia passen. • Er worden communicatiemiddelen beschik- baar gesteld waarmee de partnerorganisaties de eigen achterban kunnen voorzien van informatie.

Vooruit op twee sporen Wat Kuppen betreft, gaat de kennisvergaring en -deling verder op twee sporen. Ten eerste via de werkgroepen, die qua organisatie een brede vertegenwoordiging hebben, waaronder gemeenten en bedrijven. Deze zijn inmiddels van start gegaan en hebben plannen van aanpak gemaakt. Daarnaast is door de Vereniging Stadswerk en Wageningen Environmental Research een projectvoorstel ingediend bij de Topsector Agri & Food. Dit is belangrijk voor de kennisontwikkeling over de processierups, maar staat verder buiten het kennisplatform. Zie kader.

Plannen voor 2020 Voor 2020 kan concreet gesteld worden dat de werkgroepen een plan van aanpak hebben. De komende maanden wordt gestart met de uitvoering daarvan. De werkgroep gezondheid brengt bijvoorbeeld in kaart hoeveel mensen de huisarts bezoeken met klachten en monitort waar de eikenprocessierups voorkomt. onderzoek wordt opgepakt door onderzoeksinstituut Nivel, een kennisorganisatie voor medische zorg. ‘We willen graag dat er een registratie komt van mensen met klachten die te maken hebben met de processierups’, legt Spijker uit. ‘Vergelijk het met de griepregistratie. Het Nivel zal een registratievorm ontwikkelen voor huisartsen, zodat we meer inzicht krijgen in het aantal en de soort klachten. Uit de huisartsenregistratie zijn dan gemakkelijker data te herleiden over overlast door de eikenprocessierups.’

Feromoonvallennetwerk dichten Een van de bestrijdingsmiddelen is het zetten van feromoonvallen. Deze worden opgehangen in de maanden juli tot september. Hier komen de mannelijke motten op af. De feromonenvallen zijn enerzijds een hulpmiddel bij de bestrijding, maar geven tegelijkertijd een indicatie voor het aantal aanwezig vlinders en dus het aantal gelegde eitjes. Spijker: ‘Het derde deel van ons onderzoek richt zich op de feromoonvallen. Er is een feromoonvallennetwerk opgericht, maar dit is nog niet gesloten; er zitten gaten in. Een van de doelstellingen is om die op te vullen. De informatie die hiermee wordt verzameld, hebben we nodig voor de planning van dat jaar.’

In het najaar van 2021 wordt op basis van de onderzoeksresultaten een herziene leidraad gepresenteerd. De leidraad die tot die tijd geldt, staat op de website van het Kennisplatform Processierups: www.processierups.nu.

De werkgroep afvalprotocol is bezig met het herzien van het afvalprotocol, met onder meer als doel meerdere afvalverwerkers bereid te vinden het afval van de bestrijding te verwerken. Ook wordt de haalbaarheid onderzocht van alternatieve methodes voor bestrijding, zoals knoflook, heet water en de rupsenval. Het is aan de marktpartijen zelf om wetenschappelijk te bewijzen dat een bepaalde methode werkt; in budget voor dergelijk onderzoek is binnen het kennisplatform niet voorzien.

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32517/van-plan-naaractie

This article is from: