31 minute read

Balans tussen maatschappij en eikenprocessierups

Sinds 1989 is de eikenprocessierups onafgebroken aanwezig in Nederland. De succesvolle verspreiding maakte dit insect tot een belangrijk nieuwsitem

in 2019. Er is bijna niemand te vinden die nog nooit van dit insect heeft gehoord en velen hebben er zelf mee te maken gehad. Beheermaatregelen

Advertisement

bleken onvermijdelijk, maar waren niet altijd effectief. Juist het doorgronden van de levenscyclus en het gedrag van dit interessante insect maakt dat

beheer van de eikenprocessierups maatwerk is. Het vastleggen en in kaart brengen van alle gegevens rondom deze rups, zoals de locatie van de aange

taste eiken en de mate van aantasting, zijn hierbij essentieel. Met als uiteindelijk doel de populatie eikenprocessierupsen beheersbaar te houden en de

overlast aanvaardbaar.

Auteur: Dr. Wendy Batenburg, wetenschappelijk medewerker bij Terra Nostra

Levenscyclus De eikenprocessierups heeft één complete levenscyclus per jaar, waarin hij zes larvale stadia doorloopt. Uiteindelijk overwintert het insect in eitjes, die in eipakketten in de bovenste kroonhelft van de eik worden afgezet. Op basis van waarnemingen in het insectenstation in Mill van 2005 tot en met 2019 weten we dat de vroegste ei-uitkomst ooit op 31 maart 2014 was. De laatste ei-uitkomst is geregistreerd op 21 april 2006. Bepalend voor de ei-uitkomst is de temperatuur in de drie voorliggende maanden, waarbij maart het meeste van invloed is. Over de afgelopen jaren gezien komen de eerste eikenprocessierupsen gemiddeld op 8 april uit het ei en verkeren de rupsen gemiddeld 101 dagen in larve- en popstadium. Vanaf het vierde larvale stadium (L4) ontstaan de brandharen waar mensen en dieren overlast van ondervinden. Vanaf L4 vindt doorgaans nestvorming plaats en zijn de nesten zichtbaar. Ook deze ontwikkeling varieert echter sterk, omdat ze wordt beïnvloed door de temperatuur. In 2009 en in 2011 werd al op 7 mei het L4-stadium bereikt; in 2013 was dit pas op 30 mei. De snelste ontwikkeling van rups naar vlinder werd in 2006 waargenomen en vond

SPECIAL EPR

toen binnen 73 dagen plaats. De temperatuur in april heeft de grootste invloed op de ontwikkeling van het L4-stadium. De extreem warme zomers van 2018 en 2019 hadden gevolgen voor het gedrag en de ontwikkeling van het insect. Vanaf L4 werd in beide jaren een ander gedrag dan gebruikelijk waargenomen, waarbij de rupsen onrustig over de stam liepen, losse spinsels op de stam achterlieten en nesten laag tegen de stamvoet maakten. Het gezondheidsrisico bij dit gedrag is groot.

Grondnesten Bij geschikte bodems worden grondnesten waargenomen waarbij rupsen zich in bodemopeningen begeven. Grondnesten ontstaan onder invloed van hoge temperaturen, voedseltekort, overpopulatie en weinig beschutting door hoog opgesnoeide bomen. Vanuit grondnesten worden rupsen waargenomen die uit de bodem kruipen, maar de rupsen kunnen zich in

Grafiek EPR-verloop (bron: Henry Kuppen)

de bodem ook verpoppen tot vlinder. Rupsen en poppen kunnen in de grondnesten in diapauze gaan, waardoor een uitzondering op de gebruikelijke levenscyclus ontstaat. De diapauze kan jaren duren en komt pas ten einde onder ideale omstandigheden voor het insect, waardoor de populatie eikenprocessierupsen plotseling kan toenemen, ondanks bestrijding. Meer onderzoek naar grondnesten en diapauze is nodig om erachter te komen hoe substantieel deze fenomenen zijn.

De eikenprocessierups heeft één complete levenscyclus per jaar

Feromoonvallen Sinds 2008 worden feromoonvallen gebruikt om eikenprocessievlinders te monitoren. De feromonen in deze vallen lokken de mannetjesvlinders, die vervolgens in de val terechtkomen. Vanaf half juli worden de vallen om de twee weken geleegd en geteld. De meeste eikenprocessievlinders worden normaliter in de eerste helft van augustus gevangen. Landelijk werden er in 2019 1.799 feromoonvallen geïnstalleerd. In 2017 werden gemiddeld 23 vlinders per val geregistreerd en in 2018 gemiddeld 73 vlinders; dit was landelijk gezien de grootste vangst

ooit. In 2019 daalde dit naar 40 stuks per val. Ondanks de terugval ten opzichte van 2018 blijft de vangst van 2019 nog steeds de op één na grootste van de afgelopen jaren. Het aantal gevangen vlinders geeft een indicatie voor de populatie eikenprocessierupsen in een bepaald gebied en de gegevens kunnen gebruikt worden om een inschatting te maken van de plaagdruk in het jaar erop. Mede door bestrijding is niet altijd een correlatie te vinden tussen feromoonvalvangsten en het aantal nesten in het volgende jaar, maar bij meerjarig gebruik geven de feromoonvallen inzicht in trends van de plaagpotentie, het effect van bestrijding en de verspreiding van de eikenprocessierups.

Kortetermijnoplossingen Er is een grote behoefte aan één oplossing van het probleem. Na dertig jaar beheren kan geconcludeerd worden dat er niet één oplossing is, maar een combinatie van korte- en langetermijnoplossingen. Kortetermijnoplossingen hebben te maken met geïntegreerd beheer van het insect, gericht op het voorkomen en verminderen van gezondheidsrisico’s. Dit betekent maatwerk, bijvoorbeeld door drie risicozoneringen op basis van betredingsdruk in te voeren. Vervolgens kan binnen een risicozone specifiek beheer toegepast worden. Voor het juiste beheer is het dus belangrijk dat er inzicht is in het risico op de locatie, maar ook in de mate van aantasting en de locatie van de aangetaste bomen. Het ontbreekt maar al te vaak aan objectieve populatiegegevens. Een zorgvuldige nestregistratie op boomniveau en de meerjarige feromoonvalvangsten zijn belangrijke

Voor een effectieve bestrijding van de eikenprocessierups

SPECIAL EPR

Koolmees met EPR (bron: Henry Kuppen)

indicatoren voor het bepalen van de populatiedynamiek en te nemen beheermaatregelen.

Diversiteit Duurzame oplossingen voor de overlast door de eikenprocessierups vinden we niet in symptoombestrijding, maar in het aanbrengen van balans. Het geslacht eik, Quercus, is de favoriete boomsoort geworden op de zandgronden en vooral in Oost-Nederland. Naast het geschikte klimaat draagt deze enorme voedselbron bij aan het succes en de impact van de eikenprocessierups. Omvorming van het bomenbestand is hierbij de enige mogelijkheid om balans aan te brengen. Vanzelfsprekend is het niet meer aanplanten van eiken de eerste mogelijkheid om de dominantie van eik te beperken, bijvoorbeeld door eiken die door een storm verdwijnen of afsterven niet meer te vervangen door nieuwe eiken. Ook de aanplant van grote hoeveelheden andersoortige bomen in meerdere lagen en groottes binnen eikenopstanden vergroot de diversiteit. Actieve omvorming ligt nogal wat gevoeliger. Het verwijderen van gezonde bomen en zeker van oude bomen past niet bij de roep om meer bomen vanuit de huidige klimaatproblematiek. Afhankelijk van de scenario’s die uit passieve omvorming voortkomen, zou wel dunning in lanen kunnen plaats

Een andere manier om meer balans aan te brengen, is het stimuleren van natuurlijke vijanden

vinden en zouden bomen met een beperkte levensverwachting vervangen kunnen worden. Vanwege de hoeveelheid ecosysteemdiensten die oude bomen leveren, dient bij het verwijderen de focus op de jongste bomen te liggen.

Natuurlijke vijanden Een andere belangrijke manier om meer balans aan te brengen, is het stimuleren van natuurlijke vijanden. Deze natuurlijke oplossingen, zoals het herstellen of ontwikkelen van biotopen, zijn complex en kosten tijd. Hoopvol is dat inmiddels is vastgesteld dat in Nederland zeventien verschillende soorten insecten, zestien verschillende soorten vogels, spinnen en drie soorten vleermuizen op één of meerdere levensfasen van de eikenprocessierups prederen. Door een complex aan maatregelen, waarbij op diverse vlakken wordt samengewerkt om biotopen te herstellen, is inmiddels bewezen dat natuurlijke vijanden perfect in staat zijn balans aan te brengen.

Actuele stand van zaken In samenwerking met het ministerie van LNV is door Kenniscentrum Eikenprocessierups een website opgezet om mensen te informeren over de eikenprocessierups (www.eikenprocessierups.nu). Verder is de Leidraad beheersing eikenprocessierups vernieuwd met een update voor 2019 en is het Kennisplatform Eikenprocessierups in oprichting. Ondertussen is er ook een afvalprotocol opgesteld, voor het afvoeren en verwerken van het afval van de bestrijding van de eikenprocessierups. In 2020 zal het afvalprotocol verder worden ontwikkeld en zal er gewerkt worden aan het ontwikkelen van eenduidig beheer. Momenteel wordt gewerkt aan het topsectorenvoorstel, waarbij met steun van de deelnemende gemeentes uniforme vastlegging van aantastingsgegevens, ontwikkelen en volgen van natuurlijke vijanden en registratie van gezondheidsklachten bij huisartsen verder uitgewerkt zal worden.

Wendy Batenburg

Naar het zich laat aanzien, zal de eikenprocessierups nooit meer weggaan. Er zijn echter voldoende maatregelen voorhanden om de situatie beheersbaar te houden. Hierbij is het wel noodzakelijk om nog veel meer kennis op te bouwen over het stimuleren van natuurlijke vijanden, om tot een duurzamer en natuurvriendelijk beheer te komen. Het herstel van ons verschraalde monotone landschap zal hieraan bijdragen, maar dat vergt een lange adem. Open communicatie met gebruikers van de openbare ruimte is nodig om draagvlak te creëren voor het feit dat eikenprocessierupsen in zekere mate geaccepteerd moeten worden.

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32493/balans-tussenmaatschappij-en-eikenprocessierups

Alle neuzen dezelfde kant op in strijd tegen eikenprocessierups

Met beheerplan hebben gemeenten jaarrond grip op eikenprocessierups

De Nationale Bomenbank Zuidoost-Nederland (NBB ZON) maakt vanuit Mill risicoanalyses op het gebied van de eikenprocessierups voor opdracht

gevers. Op basis daarvan kunnen deze een solide beheerplan opstellen. De gemeente Ede werkt volgens het beheerplan dat ze samen met NBB ZON

heeft opgesteld. Twan Verhoeven, bedrijfsleider bij NBB ZON, en Marije Wesselius, beleidsmedewerker bij de gemeente Ede, vertellen over de resultaten

van het beheerplan EPR.

In 2007-2008 nam in de gemeente Ede plotseling de eikenprocessieplaagdruk toe, wat zorgde voor meerdere uitdagingen. Daarnaast was er sprake van essentaksterfte en andere boomziektes. Beleidsmedewerker Marije Wesselius vertelt wat er toen allemaal aan het rollen werd gebracht.

Bewustwording groeit ‘Ondanks de EPR-toename van 2007-2008 viel het aantal klachten redelijk mee. Er was nog niet veel bekend over de rups met de brandharen. Wel kwam NBB ZON onmiddellijk de brandhaarden en risicogebieden met EPR bestrijden en dat bleven ze jaren achtereen doen. Het bedrijf behandelde de bomen in een vroeg stadium preventief met het biologische bestrijdingsmiddel XenTari WG. In 2015 kwam daar de behandeling met nematoden bij. In de tussentijd krabden wij ons als gemeente achter de oren: we beseften dat alleen XenTari WG, nematoden en het curatief wegzuigen van nesten niet genoeg was. We moesten het aantal eiken terugbrengen en gunstige omstandigheden creëren voor natuurlijke vijanden. We merkten dat we niet genoeg variëteit hadden in ons bomenbestand: 33 procent van ons bomenbestand bestond uit Quercus (21.748 exemplaren) en 28,5 procent uit Quercus robur (18.436 exemplaren); Fagaceae maakte 42 procent uit met 27.167 bomen. Vanaf dat moment gingen we geleidelijk aan meer inzetten op variëteit. In 2018 ontwikkelde onze gemeente een actieplan biodiversiteit, dat in 2009 werd aangenomen. De gemeente houdt zich de laatste tijd veel bezig met het creëren van meer biodiversiteit – en dus meer natuurlijke EPR-vijanden – als inzet tegen plagen, maar ook ter voorkoming van massale ziekte-uitbraken bij bomen. In 2013 werd het nieuwste bomenbeleidsplan geschreven. Daarin is dit soort zaken vastgelegd, maar ook de regel dat de juiste boom op de juiste plek moet staan.’

Alle neuzen dezelfde kant op In 2018 deed zich een tweede, landelijke eikenprocessierupsgolf voor. Ditmaal haalden de klachten over de rups het nieuws wel. Burgers raakten bezorgd. Het regende klachten en ditmaal wilde de politiek geïnformeerd worden. ‘Tot nu toe hadden we in de gemeente Ede het EPR-beheer vanuit de uitvoering aangepakt. De buitenteams van NBB ZON en onze afdeling beheer wisten precies wat er waar werd gedaan. Maar ook andere afdelingen in onze organisatie moesten erbij worden betrokken. Het doel was om eensgezind naar buiten te treden met tekst en uitleg over onze aanpak. Het werd dus tijd om met een gezamenlijke aanpak het EPR-beheer in één keer goed te regelen.’

Sinds 2018 is het EPR-beheer bij de gemeente Ede in een bestek gegoten. NBB ZON kreeg gegund op basis van het ingediende plan van aanpak. Het bedrijf maakte een risicoanalyse, maar wist feitelijk al hoe de vlag erbij hing in de gemeente Ede na tien jaar EPR-bestrijding. ‘We wisten al welke plaatsen prioriteit hadden om te worden behandeld’, vertelt bedrijfsleider Verhoeven.

Belang van beheerplan Verhoeven: ‘In een beheerplan worden heel veel data verzameld. Na een aantal jaar heb je zoveel informatie verzameld, dat je op basis daarvan zowel directe als langetermijnbeslissingen kunt nemen. Je kunt aan de hand van een risicoanalyse niet alleen besluiten waar je gaat spuiten, maar de gemeenteraad en burgers ook uitleggen waarom.’

Verhoeven noemt een tweede belangrijke reden om een duidelijk beheerplan te hebben. ‘Je wilt als gemeente voldoende mensen en machines kunnen inzetten. Daarvoor heb je van tevoren een plan nodig dat je effectief kunt uitrollen. Natuurlijk is elk jaar weer anders, maar een plan kun je altijd bijstellen. Het sleutelwoord is: voorbereiding.’

‘Je kunt op basis van een risicoanalyse besluiten waar je spuit en dat naar buiten toe uitleggen’

Wat te doen? NBB ZON heeft in 2018 alle eiken in de gemeente Ede gemonitord en in kaart gebracht waar de EPR zich ophoudt en in welke mate. ‘Een boom kan helemaal vol zitten of een klein nestje bevatten. Daar bestaan grote verschillen tussen’, legt Verhoeven uit. ‘Zo ontdekten we in de gemeente Gennep dat er in een achterafgelegen gebied

SPECIAL EPR

grote brandhaarden waren. Andersom kan de plaagdruk relatief laag zijn op plaatsen waar veel mensen verblijven of wonen. We brengen op deze manier in kaart welke gebieden onze prioriteit moeten hebben in het beheer.’ Verder is de basis van het beheerplan geënt op de cyclus die NBB ZON normaal gesproken doorloopt: preventief spuiten, curatief spuiten, feromoonvallen ophangen, vlinders tellen en op basis daarvan een risicoanalyse en beheerplan voor het jaar erop maken.

In het beleidsplan is opgenomen wie waarvoor verantwoordelijk is. Wesselius: ‘De gemeente heeft een zorgplicht voor de bomen in de openbare ruimte. Particulieren zorgen voor hun eigen bomen, dus ook als er EPR in hun eik zit. We maken als gemeente weleens een uitzondering als het gaat om risicoplekken zoals scholen. Het afgelopen jaar was het soms lastig voor particulieren om een bestrijdingsdienst in te schakelen, omdat deze diensten overbelast waren, maar we moeten ergens een lijn trekken.’

Communicatie Ook een punt van aandacht blijft de communicatie omtrent het EPR-beheer. Wesselius: ‘We hebben een verbeterd meldsysteem. Als mensen klachten hebben, kunnen ze zelf met een stipje op de kaart aangeven waar de overlast is. Deze kaart is aangemaakt in ons gemeentelijke beheersysteem Geo Ede. Dat systeem is gekoppeld aan het beheersysteem van de Nationale Bomenbank (ArcGis). Daardoor wordt de klacht automatisch doorgezet naar het digitale meldsysteem van de Nationale Bomenbank. De klacht verschijnt dan op hun to-dolijst. Het is belangrijk dat burgers met klachten niet te lang hoeven te wachten voordat deze in behandeling worden genomen. Burgers moeten zich gehoord voelen.

Intern hebben wij een Team Rups opgesteld. Daarin zijn toezicht, buitendienst, beheer, beleid en communicatie vertegenwoordigd. We houden wekelijks overleg. Daarnaast houden we de rest van de organisatie op de hoogte van de uitvoering van het EPR-beheerplan via intranet. De communicatie naar buiten toe gaat via onze website. We zijn voornemens om burgers ook actief te betrekken bij de EPR-bestrijding. We willen ze mezenkastjes, bloembollen en zaad van wilde bloemenmengsels aanbieden, om ze enthousiast te maken voor het vergroten van de populatie natuurlijke vijanden van de EPR. Zo hopen we draagvlak te creëren voor onze manier van beheren.’

Specialist in biologische oplossingen

Een greep uit onze biologische bestrijders

N E M A T O D E N N E M A N

G A A S V L I E G E N G A A S E N

L A R V E N L I E V E H E E R S B E E S T J E S L A R V E N L E E R S B E E S T J E S B O D E M R O O F M I J T E N B O D E M M I J T E N

Eikenprocessierupsen, blad luizen, engerlingen, snuitkevers, fruitvliegen, .... Ongedierte kan een

ware plaag zijn! Met de adviezen en de biolo gische bestrijding van Biocontrole bindt u er succes vol de strijd mee aan, op een natuurvriendelijke manier. Biocontrole doet voortdurend onderzoek: naar plaag insecten, naar (de inzet van) biologische vijanden, plantversterkers en toepassingstechnieken. Hierdoor zijn wij bij uitstek uw partner bij het bestrijden van (bodem)plaag insecten langs biologische weg. Met hoog

waardige producten en een gedegen advies op maat. R O O F M I J T E N biologische weg. Met hoog- R O O F M

Volgens Verhoeven en Wesselius is dat ook nodig; mensen zijn soms ongerust omdat er zoveel is gespoten tegen de buxusmot en vanwege de recente glyfosaatdiscussie. ‘Voorlichting over de biologische middelen waarmee we spuiten, kan veel verschil maken’, aldus Verhoeven.

Jaarrond alert Verhoeven ziet duidelijk verschil tussen gemeenten die jaarrond bezig zijn met EPR-beheer en gemeenten die dat niet zijn. ‘Het aantal bomen dat EPR bevat, is niet kleiner bij proactieve gemeenten, maar de plaagdruk per boom wel. Zoals ik al zei: er is een groot verschil tussen een boom die uitpuilt van de nesten en een boom die een klein nestje bevat.’ De gemeente Ede verdient volgens Verhoeven een dikke pluim. ‘Zij zijn al jarenlang het hele jaar door bezig met hun EPR-beheer.’ Wesselius: ‘Het lijkt misschien alsof wij er nu niet mee bezig zijn en pas in mei in actie komen, maar achter de schermen zijn we druk bezig met de EPR-problematiek.’ ‘We zien elkaar nu bijna wekelijks’, valt Verhoeven haar bij. Wesselius knikt. ‘Natuurlijk hebben we meer te doen dan alleen de bestrijding van de rups, maar deze problematiek heeft wel prioriteit.’

Toekomst Verhoeven wijst op natuurlijke plaagcycli van circa tien jaar: ‘Als we een voorspelling baseren op de cyclus die EPR de afgelopen decennia heeft laten zien, dan is het waarschijnlijk dat de maximale plaagdruk al achter ons ligt en dat we

‘We delen ons plan van aanpak met omliggende beheerders, zodat we niet hoeven te dweilen met de kraan open’

SPECIAL EPR

zoetjesaan weer minder overlast zullen krijgen. In de toekomst kunnen gemeenten die geïnvesteerd hebben in biodiversiteit het in luwe periodes wellicht af met natuurlijke vijanden. Maar in periodes dat de plaagdruk hoog is, blijft een combinatie van maatregelen waarschijnlijk nodig.’ Verhoeven en Wesselius willen hun aandacht dus niet laten verslappen. ‘Anders kun je weer van voren af aan beginnen’, klinkt het eensluidend.

Samenwerking in Gennep NBB ZON bestrijdt en adviseert ook al jarenlang in de gemeente Gennep. Het beheer deed de gemeente Gennep zelf. Sinds twee jaar wordt in Gennep ook met een EPR-beheerplan gewerkt. Dat plan wordt opgesteld door NBB ZON, op basis van de resultaten van voorgaande jaren. De daadwerkelijke bestrijding wordt uitgevoerd door de Nationale Bomenbank.

Christine Naaijen, beleidsmedewerker groen, natuur en landschap: ‘Een overzicht van de gemeentebomen in de openbare ruimte die in ons beheersysteem staan, laat zien dat ruim 40 procent (zomer)eik is. We hebben ook nog kleine bosjes in de gemeente; die bestaan ook voor een groot deel uit eik. In de toekomst willen we meer diversiteit.’

Naaijen vertelt dat de plaagdruk steeds erger lijkt te worden. ‘Of mensen hebben meer klachten vanwege de mediahype, dat kan ook.’

Net als Ede zet Gennep in op meerdere maatregelen om de EPR-plaag te beheersen. Naaijen: ‘We bestrijden EPR preventief en curatief, maar monitoren ook om tot een risicoanalyse en plan van aanpak te komen voor het volgend jaar. We willen daarnaast de biodiversiteit vergroten om de populatie natuurlijke vijanden te stimuleren. We hopen dat deze maatregelen elkaar versterken. NBB ZON analyseert de data van afgelopen jaar en rapporteert over onze bomen, maatwerk dus. Alles wordt in GIS bijgehouden en de communicatie gaat ook via GIS; dat is heel efficiënt. Ze zijn op de hoogte van landelijke protocollen en richtlijnen. Ze verfijnen hun strategie door resultaten en verwachtingen als basis te gebruiken voor het volgende beheerplan. We hebben een meerjarig contract. Ondanks de intensieve aanpak was er toch nog een hoge plaagdruk en waren er veel klachten. Maar er zit ook een maximum aan wat je als gemeente kunt doen. Ik ben ervan overtuigd dat we niet meer kunnen doen dan we nu al doen.’ Naaijen vertelt over de samenwerking met NBB ZON: ‘De samenwerking gaat heel goed. Het is ook geweldig dat zij ons steunen bij de ‘nevenactiviteiten’, zoals ik ze maar even noem. NBB ZON heeft veel informatie waaruit blijkt wat we doen en dat we het systematisch aanpakken. Zo kunnen we naar buiten toe uitleggen dat wij het hele jaar door niet stilzitten. Hopelijk komt er dan ook meer begrip. EPR-vrij worden, dat is een illusie en dat hoeft ook niet. De hoop is dat het natuurlijke systeem zijn balans terugvindt, dat het weer zo veerkrachtig wordt dat preventief spuiten met XenTari op een dag niet meer nodig is. Komend jaar wordt NBB ZON weer ingezet om het EPR-plan uit te voeren en beginnen we met een paar pilotprojecten met aangepast maaibeheer.’

De gemeente is zich ervan bewust dat het verlagen van de EPR-plaagdruk het effectiefst is bij samenwerking met beheerders van omringende gebieden met eiken. De gemeente en de Nationale Bomenbank hebben in februari om de tafel gezeten met andere terreinbeheerders, zoals de buurgemeenten Bergen en Mook en Middelaar, CenterParcs Heijderbos, Stichting Dichterbij, Limburgs Landschap (IKL), Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid IVN en enkele betrokken inwoners van de gemeente. Naaijen: ‘We hebben het IKL gevraagd om ons te helpen met zoveel mogelijk partijen samen te werken. Deze eerste stap om samen te komen was bemoedigend. Er was veel animo onder de verschillende beheerders om informatie uit te wisselen over wie wat doet in de strijd tegen EPR. We zullen ons plan van aanpak delen met omliggende beheerders, zodat we elkaar kunnen inspireren en niet hoeven te dweilen met de kraan open. Maar we hebben nog blanco vlekken op de kaart. Voor particulieren is bestrijding lastig en we weten nog niet precies wat de provincie en Rijkswaterstaat aan EPR-bestrijding doen.’

Naaijen vat samen: ‘We streven naar een betere samenwerking met andere partijen en willen volop inzetten op biodiversiteit, zodat de overlast voor bewoners afneemt en we de plaag beter in bedwang krijgen.’

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32516/alle-neuzendezelfde-kant-op-in-strijd-tegen-eikenprocessierups

Van curatief naar preventief

Geïntegreerde aanpak helpt bij terugdringen eikenprocessierups

De opkomst van de eikenprocessierups heeft

zich de laatste jaren ontwikkeld tot een plaag.

Verwacht wordt dat deze zich in de komende

jaren verder over Nederland zal uitbreiden.

Toch is de overlast te beperken, volgens Peter

Mook van Vos Capelle: ‘Met een geïntegreerde

aanpak is de hoeveelheid rupsen terug te

dringen.’

Auteur: Heidi Peters

Bij de bestrijding van de eikenprocessierups worden verschillende methodes toegepast, zoals branden, stofzuigen en plukken. ‘Het gaat ons erom dat je de juiste methode toepast op het goede moment’, legt Mook uit. ‘En dat goede moment luistert heel nauw.’ Hij is adviseur openbaar groen, sportvelden en golfbanen bij Vos Capelle en adviseert gemeenten en aannemers over onder meer de bestrijding van de eikenprocessierups. ‘Het is belangrijk dat je de verschillende stadia van de eitjes, larven en rupsen kent, om het juiste middel te kunnen toepassen. Wacht niet tot de rupsen er zijn, maar begin nu al met monitoren en start in april met de bestrijding.’

Samenwerking met Koppert Biological Systems Mook adviseert: ‘Vanaf half april komen de eitjes uit. Dat is het eerste stadium van de larven. Vanaf dit moment kun je al gaan bestrijden en dat doe je het beste met nematoden. Nematoden zijn heel kleine aaltjes. Deze aaltjes zoeken een gastheer, in dit geval de rupsen, en dringen naar binnen. Daar laten de aaltjes een bacterie achter met een dubbele functie: de rups gaat dood en dankzij deze bacterie ontstaat er voeding voor nieuwe nematoden. Deze nematoden zitten in het product Entonem van Koppert Biological Systems. We hebben de werking hiervan samen met Koppert wetenschappelijk onderzocht en die is goed. Mits je het op het juiste moment toepast!’

Monitoren, monitoren, monitoren Het effect van Entonem, het biologische product met de nematoden, valt of staat met het moment van de toepassing. ‘En daarnaast ook met de dosering; die moet precies goed zijn’, vult Mook aan. ‘Op basis van testen en onderzoeken hebben wij, samen met Koppert, vastgesteld welke dosering en aanpak goed werken. Zowel de inzet en de timing als de manier waarop je Entonem gebruikt zijn essentieel voor het resultaat. Zo moet je de nematoden alleen gebruiken in de eerste twee

‘Vanaf half april komen de eitjes uit. Dat is het eerste stadium van de larven. Vanaf dit moment kun je al gaan bestrijden en dat doe je het beste met nematoden’

stadia van de levensfase van de larven. Om te bepalen welke dat zijn, is deskundigheid nodig. Die hebben wij bij Vos Capelle in huis. Wij kunnen dus adviseren, helpen met een plan van aanpak en helpen bij het monitoren op welke dag actie ondernomen moet worden. Timing is zó belangrijk!’

Stadium 3: Bacillus thuringiensis Na de aanpak met nematoden volgen een of twee behandelingen met Bacillus thuringiensis, een bacteriepreparaat. De aanpak met dit preparaat wordt ook wel de bt-methode genoemd. ‘Deze methode zetten we in wanneer de larve in het tweede of derde groeistadium is’, legt Mook uit. ‘Het preparaat, dat verkocht wordt onder de namen Xentari en Turex, wordt met een boomnevelspuit in de bomen gespoten, tot boven in de kruin. De boomblaadjes moeten op dat moment 40 tot 50 procent ontplooiing hebben om aan beide zijden goed bedekt te kunnen worden. De rups die van de blaadjes eet, gaat dood. Het heeft geen zin om het middel op de rupsen zelf te spuiten; ze moeten de blaadjes eten. De werking van het preparaat Bacillus thuringiensis is pakweg zeven dagen. Uv-licht heeft invloed op de werking van het middel, evenals regen. Deze beneveling, die in de tweede helft van mei of begin juni wordt uitgevoerd, mag in juni herhaald worden.’

Geen onderscheid Een aandachtspunt is wel dat zowel de nematoden als Bacillus thuringiensis geen onderscheid maken in hun slachtoffers. Aaltjes dringen binnen in alle soorten rupsen en ook de rupsen die je wilt behouden eten de blaadjes met Bacillus thuringiensis. Ook daarom moeten de bomen van tevoren gemonitord worden, zodat zeker is dat er geen beschermde vlindersoorten bestreden worden.

Advies Mook adviseert: ‘Kies voor een geïntegreerde

Het is belangrijk de bomen te blijven monitoren om de fase van de larve te kennen.

ADVERTORIAL

aanpak en maak een plan van aanpak met een aantal methodes die elkaar opvolgen. Je kunt ook denken aan het inzetten van natuurlijke vijanden, door bloemen in de buurt van de boom te plaatsen waar sluipwespen en lieveheersbeestjes op afkomen. Of nestkasten voor merels en spreeuwen, dat zijn ook natuurlijke predatoren. Maar waarschijnlijk is dit niet genoeg. Zet dus in april de nematoden in en in mei en juni het bt-preparaat. Doe je niets, dan moet je in juni en juli gaan behandelen door branden, zuigen of plukken én heb je elk jaar hetzelfde of een nog groter probleem. Je loopt dan eigenlijk achter de feiten aan. Wij zijn ervan overtuigd dat de nazorg een stuk minder zal zijn als je start met Entonem en dat opvolgt met Xentari en Turex op het juiste moment. In onze testen zijn er goede resultaten mee behaald.’

www.voscapelle.nl

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32510/van-curatiefnaar-preventief

Rupsen en haartjes veilig in gecertificeerde zak

Eikenprocessierupsen en -nesten veilig verwijderen met nieuwste machine van Meclean

Asbest en eikenprocessierupsafval, daar moet

je doordacht mee omgaan. Meclean had al een

stofzuiger voor asbestresten en ontwikkelde op

basis van die machine een zuiger voor nesten

van processierupsen. Dankzij de speciaal

hiervoor ontwikkelde zakken kunnen de nesten

veilig afgevoerd geworden.

Auteur: Heidi Peters Artikel meclean voor Boomzorg epr special In de brede aanpak bij de bestrijding van de processierupsenplaag is het opzuigen van de nesten één van de oplossingen. Nesten van processierupsen bevinden zich zoals bekend op de stam, in de boomkroon en soms aan de grond. Als vóór het ontpoppen het nest wordt weggezogen, voorkomt men een nieuwe populatie op de boom. Daniël Goossens is verantwoordelijk voor de marketing en communicatie bij Meclean en vertelt meer over de hagelnieuwe zuiger: ‘De Meclean EPR VAC is een professionele zuiger. Dankzij de extra

brede zuigbuis met een diameter van 6 cm en het speciaal hiervoor toegevoegde handvat op de zuigbuis kunnen nesten makkelijk en toch nauwkeurig weggehaald worden.’

Gesloten zakken In de stofzuiger kan een speciale HEPAgecertificeerde zak met een inhoud van 30 l worden geplaatst. Meclean ontwikkelde al eerder speciale zakken voor asbestverwerking en deed dit nu ook voor afval van rupsnesten. Het materiaal laat geen haartjes door en de zakken zijn milieuvriendelijk te verbranden. Naast

Specificaties van de EPR VAC: Aansluitwaarde: 3300 W max. (220 V) Gewicht: ca. 26 kg Geluidsniveau: ca. 65 dB Snoerlengte: 8,30 m Zuigbuislengte: 150 cm Zuigbuisdiameter: 6 cm Lengte flexibele slang: ca. 600 cm; langere slang op aanvraag mogelijk

de zakken zelf is ook het sluitsysteem speciaal ontwikkeld voor de verwerking van processierupsafval. Goossens: ‘Je moet natuurlijk voorkomen dat er bij het vervangen van de zak toch nog haartjes vrijkomen. Daarom zijn de zakken uitgerust met een speciale rubber sluiting en vindt de afdichting direct na het afnemen van de zak plaats. Omdat de machine te maken kan krijgen met schokkende bewegingen tijdens het werk, heeft de zak ook nog een extra borging, om te voorkomen dat hij tijdens het gebruik loskomt van de zuigbuisconnectie aan de binnenkant van de zuiger.’

Drie motoren, instelbare zuigkracht De Meclean EPR VAC-zuiger is uitgerust met drie motoren. Deze kunnen afzonderlijk van elkaar worden ingeschakeld en de zuiger kan dus werken op een, twee of drie motoren. Waar

en wanneer minder vermogen nodig is, kan dit naar behoefte worden ingesteld. De machine is aan te sluiten op 220 V, direct op de netspanning of op een aggregaat.

Combi met heetwaterbestrijding Meclean heeft ook een serie warmwater-hogedrukreinigers die uitgerust kunnen worden met Weedplus. Met deze techniek kan op een milieuvriendelijke wijze onkruid worden bestreden met alleen maar zuiver water. Volgens een Franse studie uit 1989 verliezen de haartjes van de processierups hun irriterende werking wanneer ze behandeld worden met heet water. De heetwatertechniek van Meclean, waarbij water met een temperatuur tot 99,5 °C wordt afgegeven, kan ook ingezet worden om de nesten eerst te laten stollen. Vervolgens kunnen ze dan worden opgezogen met de Meclean EPR VAC. Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32501/rupsen-enhaartjes-veilig-in-gecertificeerde-zak

Eenvoud en degelijkheid De zuiger en de speciale zakken voor de nesten van processierupsen zijn recent ontwikkeld en inmiddels met een korte levertijd beschikbaar. Net als de andere professionele reinigingsmachines van Meclean staat deze machine bekend om zijn degelijke techniek en eenvoud. ‘Wat er niet per se op hoeft te zitten, zit er niet op’, zegt Goossens. ‘Onze gebruikers weten en waarderen dat.’ Het hoofdkantoor van Meclean is gevestigd in Terneuzen. De machines worden internationaal verkocht via een selectief netwerk van dealers. Meclean is ook specialist in hogedruktrailers en machines voor reiniging in de openbare ruimte. Deze machines worden ontwikkeld en gebouwd in Terneuzen.

Alle informatie over eikenprocessierups in een handomdraai beschikbaar dankzij Werkwijzer

Bij de bestrijding van de eikenprocessierups is

het van essentieel belang om beschikking te

hebben over de juiste informatie. In dat kader

heeft Werkwijzer uit Vianen een online werk

en informatieplatform ontwikkeld, waarop

belangrijke informatie makkelijker en sneller

beschikbaar is voor mensen die ten strijde trekNadat de overlast van de eikenprocessierups vorig jaar een hoogtepunt bereikte, schakelde Werkwijzer een tandje bij. Zij breidden hun Werkwijzer-module uit, zodat deze ook kan worden ingezet om de rups te bestrijden. ‘De quick win van deze module is dat je heel snel kunt handelen in de strijd tegen de eikenprocessierups, omdat je meteen weet waar je precies moet zijn’, zegt mede-oprichter Pieter Verloop.

ken tegen de jeukrups.

Satellietbeelden De EPR-module die het bedrijf gebruikt is gebouwd op basis van een geografisch informatiesysteem, een zogeheten GIS-model. ‘Oftewel: een digitaal werkplatform waarop allerlei informatie verzameld is’, verduidelijkt Verloop. ‘De boomlocatie is daarbij het uitgangspunt. Het platform geeft aan waar de eikenprocessierups zit en hoe hoog de nesten precies in de boom zitten. Alle informatie die verzameld wordt, is beschikbaar voor opdrachtgevers, projectleiders en uitvoerders. Bij de bestrijding van de eikenprocessierups maak je preventieve rondes en curatieve rondes. Bij een preventieve ronde kun je de kaarten gebrui

ken waarop aangegeven staat waar de eiken met nesten zich bevinden. Heb je een nieuwe boom met de rups erin ontdekt, dan kun je die nieuwe informatie ter plekke aan de module toevoegen. Je kunt ook foto’s en bestaande beschikbare kaarten met relevante informatie inlezen, bijvoorbeeld over boomsoorten.’

Kleuren De EPR-module bestaat uit zogeheten dashboards, waar de data-informatie in staat en aan kan worden toegevoegd. ‘Dat systeem wordt op dit moment ook gebruikt voor de bestrijding van het coronavirus’, zegt Verloop. ‘Het is een kaart waarop met kleuren is aangegeven waar het gevaar zit, in dit geval de eikenprocessierups.’ Werkwijzer kan alle toegevoegde gegevens meteen omzetten naar gedetailleerde informatie, die groenmedewerkers vervolgens kunnen gebruiken wanneer ze aan de slag gaan.

Risicogebieden ‘Met de module analyseren en registreren we ook risicogebieden’, gaat Verloop verder. ‘Daarop kun je zien of bomen bij scholen of kinderdagverblijven staan of op dichtbevolkte plaatsen. Dat zijn de gebieden die wat meer aandacht vereisen. Die heb je dus ook veel makkelijker en sneller in beeld. Bovendien kun je alle informatie ook weer voor evaluatie gebruiken, met het oog op het komende seizoen van de eikenprocessierups. Het maakt alles een stuk overzichtelijker. Er staat bijvoorbeeld ook bij wat voor hoogwerker je nodig

}  Basisdata bomen Meldingen  Risico analyse ® Datum Hoogte nest Grootte nest Nest wel/geen rupsen? Foto Inwinnen eikenprocessierups 2-5-2020 lager dan 4m <25 cm Klein Wel rupsen

Inspecteur

hebt, een grote of een wat kleiner model. De quick win is dat je direct kunt handelen in de strijd tegen de eikenprocessierups omdat je snel weet waar je precies moet zijn.’

Voordelen Welke voordelen heeft de Werkwijzer nog meer? Verloop: ‘Ten eerste hebben de mensen die het werk moeten doen de juiste info, of ze kunnen de juiste info meteen aan de Werkwijzer toevoegen. Goede bestrijding van de eikenprocessierups valt of staat namelijk met de beschikking over de juiste informatie. Ten tweede zorgt de module voor een grote mate van transparantie. Burgers kunnen op het dashboard meekijken, net als gemeenten. Zo weet iedereen meteen hoe de bestrijding verloopt en waar die wordt uitgevoerd. Het is een goede vorm van communicatie. En het derde grote voordeel van werken met deze module is dat je een goede grip op de situatie kunt krijgen door de verkregen informatie goed te bestuderen en te evalueren. Het maakt gerichte bestrijding van de eikenprocessierups makkelijker.’

Filosofie De methodiek achter het platform van de Werkwijzer wordt veel breder ingezet dan alleen tegen de eikenprocessierups. ‘Daar zit een bepaalde filosofie achter’, verduidelijkt Verloop. ‘Wij gaan uit van het zogenaamde IAPUC-principe. De I staat voor de informatie die je op een kaart aanbrengt en vervolgens bekijkt en gebruikt. De A staat voor het

C A I ® IAPUC Proces

U P ®

Uitvoeren ® 

4-5-2020 1 klein nest Verwijderd Datum uitvoering Hoeveelheid Status Foto Verwijderen nest eikenprocessierups

Hoogte van nest Aantal bomen met EPR

Aantal bomen met EPR

2-4 m1 23 4-6 m1 100 6-10 m1 91

Grootte van nest

233

233

Risico Gemiddeld 23 Groot 100

Gemiddeld 92 Hoog 8 Klein 91

Aantal geinspecteerde bomen

1194

ADVERTORIAL

analyseren van die gegevens, waarna je een planning maakt voor de bestrijding (de letter P). De U staat voor uitvoeren. De C, ten slotte, staat voor controle: was alles effectief? Dit principe herhaal je dan steeds. We zetten deze methode bij het hele boombeheer in.’

Toekomstmuziek Het gebruik van de module tegen de eikenprocessierups is afgelopen winter geëvalueerd door Werkwijzer. Die resultaten waren positief, volgens Verloop. ‘Maar een module als deze is eigenlijk nooit af. Er is altijd ruimte voor verbetering. Daar zijn we op dit moment dan ook druk mee bezig. Eén middel om de eikenprocessierups te bestrijden, is bijvoorbeeld het ophangen van mezenkasten. Dat wordt momenteel behoorlijk veel gedaan. Het zou kunnen dat we de module daaraan gaan aanpassen. We zouden in kaart kunnen brengen waar al die mezenkasten hangen. Ook kunnen we burgers nog meer bij de module betrekken. Burgers kunnen nu al op de website van de gemeente een melding maken als ze de eikenprocessierups ergens gezien hebben. Wij zouden bijvoorbeeld een interactieve app kunnen maken waarop meldingen gedaan kunnen worden. Maar dan is de vraag: wil iedereen dat? Zien burgers dat zitten? En aannemers, en gemeenten? Dat moet je eerst onderzoeken. Dit is dus nog toekomstmuziek. Voorlopig zijn wij blij met deze module en de werking evan.

www.werkwijzer-kaart.nl

Be social Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/article/32505/alle-informatie-over-eikenprocessierups-in-een-handomdraai-beschikbaar-dankzij-werkwijzer

This article is from: