Stad en Groen 7 2019

Page 1

Jaargang 7 7 - 2019

Stad + Groen

HET VAKBLAD VOOR OPENBAAR GROEN EN HET VERGROENEN VAN DE BUITENRUIMTE

‘IK VERWACHT EEN MOOIE TOEKOMST VOOR DONKER GROEP’ CEO Anja Kanters geeft medewerkers figuurlijk én letterlijk eigenaarschap Doesburg pakt ondergeschoven kindje aan

Diner pensant biedt (stik)stof tot nadenken

CO N N E CT I N G G R E E N P R O F E S S I O N AL S

Genomineerden Gouden Gieter 2019


Pro󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨󰇨® en T󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶󰇶® ze󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰󰇰 Kli󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲 co󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳 de󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲󰇲 op 󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫󰈫 VAKBEURS

KLIMAAT 21 NOV 2019 EXPO HOUTEN

2.1.13

de regie over bomen en groen Waar bomen groeien is leven en waar leven is, is groei. Dat maakt bomen waardevol voor de omgeving. Beeldbepalende groenstructuren in het stadscentrum, monumentale beukenlanen op een historisch landgoed: als beheerder van een gemeente, provincie of een andere overheidsinstantie heeft u inzicht in de waarde en baten van bomen. Tree-o-logic ondersteunt u daarbij als onafhankelijk boomtechnisch onderzoeks- en adviesbureau. We helpen u met het opzetten en uitvoeren van efficiënt en klimaat adaptief beleid en ondersteunen u bij specifieke vraagstukken.


beheer uw bomen met onze online tools:

Treedash® Dé oplossing voor het beheren, analyseren en presenteren van al uw boomdata.

Treeasset® Assetmanagement in een handomdraai. Inzicht in, grip op en regie over het complete boombeheer.

échte techneuten De vorm van de kroon en de stam, de kleur van het blad, de groeirichting van de takken… het spreekt boekdelen over de gesteldheid van een boom. Onze experts verzorgen – mede met behulp van moderne meetapparatuur – boomonderzoeken en -analyses in heel Nederland.

Benieuwd? Meer weten over onze aanpak? Of behoefte aan een partij die u

visie met beleid Steeds meer gemeenten stellen zich een CO2-doel of willen klimaat-

onafhankelijk en deskundig adviseert? Knoop een gesprekje aan tijdens de Vakbeurs Klimaat of stuur een e-mail naar b.flier@treeologic.nl

adaptieve maatregelen toepassen. Zo moeten alle Nederlandse steden in 2050 klimaatneutraal zijn. Ambitieuze doelen, waarbij grondige kennis van bomen en hun baten cruciaal is. Tree-o-logic ondersteunt gemeenten bij duurzame beleidsontwikkeling, met het verrijken,

Ber󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳

ontsluiten en analyseren van boomdata én met objectief advies over effectieve inzet van bomen voor een evenwichtige klimaatbalans.

“We k󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻󰇻 bo󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢󰈢 va󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳󰇳”

T 0318 479 166 @ info@treeologic.nl I www.treeologic.nl


Beleving in de omgeving Dolmans L+P Ontwerpers en Adviseurs, onderdeel van Dolmans Landscaping Group, denkt na over de buitenruimte van morgen met de uitdagingen van vandaag. Wij richten ons op het maken van creatieve en duurzame ontwerpen met een hoge belevingswaarde. Leefklimaat staat hierin centraal: een klimaatadaptief ontwerp met een hoge ecologische waarde gericht op het welzijn van de omgeving. Zowel in de ontwerp-, bestek- en uitvoeringsfase als bij het onderhoud en

www.dolmanslp.com

beheer denken en handelen wij integraal. Onze adviseurs zijn inzetbaar als ontwerpers, omgevingsmanagers, EMVI-specialisten, ecologen, (civieltechnische)engineers en directievoerders en voelen zich ook prettig in een bouwteam en geĂŻntegreerde contracten. Door onze eigen expertise te versterken met specialismen van de andere Dolmansonderdelen, gaan we altijd voor het best haalbare resultaat. Niet alleen voor onze klanten, maar ook voor onze omgeving en maatschappij. Samen beter voor buiten.


024

Natuurinclusief als ontwerp- en communicatietool Natuurinclusief ontwerpen houdt in dat je al vanaf het begin rekening houdt met de bestaande biodiversiteit. Je ontwerpt zodanig dat de bebouwde omgeving geen onderbreking is van de natuur, maar er deel van gaat uitmaken. Vooral het stedelijk gebied zit vol kansen die nu verloren gaan.

www.stad-en-groen.nl

5


INHOUDELIJK

stadgroen stadengroen

019 Belang van een goede groeiplaats Het is een bekend gegeven: de burenruzie. Of beter gezegd: de bomenruzie. Buren kunnen elkaar daarmee het leven behoorlijk zuur maken. Jammer, want juist in het kader van klimaatbeheersing is een bomenrijk Nederland zo belangrijk. Ook in de openbare ruimte komt de bomenruzie voor. Nieuwe bomenontwerpen voor die ruimte bieden kansen, maar er zijn veel zaken waarmee rekening moet worden gehouden.

014

058

064

Wat is de Groenste Gemeente van Nederland?

Verbod op oxoplastic wellicht einde ‘afbreekbaar’ maaidraad

Er is geen ontkomen meer aan; om de gevolgen van de klimaatcrisis te bestrijden, zullen we meer bomen aan moeten planten. Dat moet in landelijke, maar ook juist in stedelijke gebieden. De vraag is: hoe presteren de Nederlandse gemeenten op het gebied van vergroenen?

Het lijkt een mooie oplossing voor de circa 10.000 kilometer maaidraad die alleen al in Nederland jaarlijks wordt versleten. Maar de toeslagstoffen in kunststof die het afbreekbaar zouden maken, doen niet wat de fabrikanten van deze zogeheten oxoplastics beloven.

030 De Aar Hoveniers wint prijs Mooiste Rotonde van Nederland 2019 Rijd een rondje door Nederland en wat valt op? De enorme variëteit aan prachtig vormgegeven en mooi onderhouden rotondes.

6

7/2019

108 Vragen of opmerkingen? Willemijn van Iersel Vakredacteur E: willemijn@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-26994921

Alberto Palsgraaf Uitgever E: alberto@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-20436728


Doesburg pakt ondergeschoven kindje aan Wie Doesburg heeft bezocht, herinnert zich ongetwijfeld het historische centrum van de Gelderse Hanzestad. De binnenstad is een toeristische trekpleister en oogt om door een ringetje te halen. Ook het openbaar groen draagt daaraan bij. Dat wordt in het centrum op beeldkwaliteit A onderhouden. Heel anders is het gesteld met de wijk Beinum, het ‘overige Doesburg’, zoals wethouder Birgit van Veldhuizen (Stadspartij Doesburg) de wijk aanduidt. Beinum heeft decennialang aan de laatste mem gehangen, maar daar komt volgend jaar een eind aan, als het aan de wethouder ligt.

Diner pensant biedt (stik)stof tot nadenken Tijdens het Diner Pensant boog men zich over de vraag: 'Is de natuurinclusieve stad een antwoord op de stikstofproblematiek?

Joost Verhagen, Cobra Groeninzicht

‘Wat is de groenste gemeente van Nederland?’ Er is geen ontkomen meer aan; om de gevolgen van de klimaatcrisis te bestrijden, zullen we meer bomen en groen aan moeten planten. Dat moet in landelijke, maar ook juist in stedelijke gebieden. De vraag is: hoe presteren de Nederlandse gemeenten op het gebied van vergroenen? Vakblad Stad + Groen heeft samen met Cobra Groeninzicht een Tree Paper uitgebracht, dit bevat een overzicht van het groen in de 32 grootste Nederlandse gemeenten. Tree paper Verhagen: ‘In onze Tree Paper zijn de eerste resultaten van ons onderzoek uitgebracht. Doel is om op termijn te komen tot een duidelijke rangorde van de groenste gemeenten van Nederland, waarbij we ook vooral in beeld willen brengen welke vooruitgang gemeenten hebben gemaakt. Om het gemeentelijk groen in beeld te brengen is gebruik gemaakt van alle relevante informatie over 2018 van de 32 grootste gemeenten. De data bestaat uit: aantal bomen, aantal grote bomen, boomkroonoppervlakte, CO2-opname, fijnstofafvang, waterafvang, mate van verstening én oppervlakte temperatuur.’

Lees verder op pagina 58

COLOFON

VERDER 008 023 028 038 045 048 060 068 074 078 080 084 090 098 104 112 116 118 122

Kort nieuws Column: Blij met de crisis? Tot ziens op de meest klimaatadaptieve vakbeurs! Elaeagnus: ouderwets? Tien domme vragen over de omgevingswet Genomineerden Gouden Gieter 2019 Vergeten we het kind in de Omgevingswet? Stedelijk gebied klimaatadaptief ontwerpen en inrichten Nieuw: DTA, technische adviesbladen voor duurzaam groenbeheer Assetmanagement: wat is er eigenlijk anders? Groen integreren in stedelijk gebied Vos Capelle viert 75-jarig bestaan Megadaktuin op de Peperklip als maatregel voor een leefbaar Rotterdam Achter de geraniums zitten kan altijd nog! Goupils verminderen fijnstof in de binnenstad Brabantse innovatiedrift in de werkplaats van J. van Esch Wat is de Groenste Gemeente van Nederland? Groen, groener, groenst Hoofdredactioneel

Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal. REDACTIE & COMMERCIE NWST NeWSTories bv, Fransestraat 41, 6524 HT Nijmegen, T 024-3602454, F 024-3602464, info@nwst.nl, www.stad-en-groen.nl HOOFDREDACTEUR Hein van Iersel (hein@nwst.nl) OPERATIONEELMANAGER Peter Jansen (peter@nwst.nl) REDACTEURS Willemijn van Iersel (willemijn@nwst.nl) Linde Kruese (linde@nwst.nl) Nino Stuijvenberg (nino@nwst.nl) Karlijn Klei (karlijn@nwst.nl) Sjoerd Rispens (sjoerd@nwst.nl) VORMGEVING StudioBont Nijmegen ADVERTENTIES Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Rik Groenewegen (rik@nwst.nl) SALES SUPPORT Lieke van der Weijde (lieke@nwst.nl) ABONNEMENTEN Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector €104,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnements-periode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Stad+Groen c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveel­voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, foto-kopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Stad+Groen wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekst­bijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeld­materiaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatieen/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

www.stad-en-groen.nl

7


#TRENDING

Meest gelezen op stad-en-groen.nl

Let op met E10brandstof in maaiers en bladblazers Sinds 1 oktober zijn tankstations in Nederland verplicht om E10 aan te bieden. Veel pompen waar je eerst Euro95 kon tanken, zijn overgedaan op E10. Maar niet alle grasmaaiers en bladblazers zijn geschikt voor deze nieuwe brandstof.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/31182/let-op-met-e10-brandstof-inmaaiers-en-bladblazers

Landelijk protocol 'Omgaan met Aziatische duizendknopen' online Het langverwachte landelijke protocol omgaan met Aziatische duizendknopen is vanaf nu online beschikbaar.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/31285/landelijk-protocol-omgaanmet-aziatische-duizendknopen-online

De beste planttijd voor vaste planten Er bestaan veel misverstanden over de geschiktste planttijd voor vaste planten. Benieuwd hoe het zit? Bert Griffioen van vasteplantenkwekerij Griffioen blogt erover.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/27653/de-beste-planttijd-voor-vasteplanten

8

7/2019

Aannemers en graszaadbedrijven herstellen samen Malieveld De schade aan het Malieveld in Den Haag wordt door bedrijven uit de groene sector hersteld. Zij draaien zelf op voor de kosten van 27.000 euro, meldt Staatsbosbeheer. Na demonstraties liep het Malieveld aanzienlijke schade op, zowel de boomrijke randen als het grasveld. Staatsbosbeheer heeft met een aantal bedrijven afspraken gemaakt over het herstel. Lemken Nederland en Landbouwmechanisatie Henry Swinkels pakken de randen van het Malieveld aan; deze waren het zwaarst beschadigd. AH Vrij is de vaste onderhoudsaannemer voor het gras op het Malieveld. Het bedrijf uit Wateringen gaat de schade zelf herstellen, omdat het gras volgens hen specifiek beheer nodig heeft om te kunnen voldoen aan het intensieve gebruik. Om Staatsbosbeheer tegemoet te komen, rekent AH Vrij een extra laag tarief. Ook de graszaadbedrijven doen een duit in het zakje. Zowel Barenbrug als DSV zaden levert gratis graszaad voor het grasveld en de taluds. ‘Aangezien wij de boeren steunen en daarnaast een adequate oplossing hebben voor het grasmengsel, werken wij graag mee aan het herstel van het Malieveld’, aldus Steven Wiersema van DSV zaden Nederland. De eerste stap in het herstel is het egaliseren van het veld; daarna wordt het gras ingezaaid. De herstelwerkzaamheden aan de randen kunnen volgens Staatsbosbeheer pas in het voorjaar van 2020 beginnen.


NIEUWS Oslo pakt klimaatcrisis aan via financieel model

L E A D I N G WAT E R S O LU T I O N S

www.smitsveldhoven.nl

DAG in DAG uit ZORGEN WIJ VOOR EEN BETERE LEEFOMGEVING

DAGnl.nl 06 11 56 13 37 INFO@GRAS-ADVIES.NL DAGNL.NL CIVIELE TECHNIEK STEDENBOUW LANDMETEN ARCHEOLOGIE

De maatregelen, ingedeeld in de categorieën energie, bebouwde omgeving, transport en grondstoffen, zijn verspreid over nationaal, regionaal en lokaal niveau. Sommige 'klimaatacties' moeten de emissie direct verminderen, terwijl andere, zoals meer communicatie en betrokkenheid van de bevolking, ook belangrijk zijn, maar een minder directe invloed hebben. De kern van het klimaatbudget van Oslo is het strikt monitoren van de vooruitgang of achteruitgang. Net als bij een financieel budget is er continu feedback en moet elke instantie haar vorderingen rapporteren. Zo gebeurt er niets aan het zicht onttrokken en, meent de stad, is de kans dat het doel in 2030 gehaald wordt vele malen groter dan zonder die haast agressieve planning. Om de actuele stand van zaken te kunnen zien, riep Oslo de klimaatbarometer in het leven, die drie keer per jaar geüpdatet wordt. De meter houdt veranderingen bij, zoals het aantal en het soort voertuigen dat binnenkomt, de hoeveelheid brandstof die wordt geleverd voor gebruik in de stad, het aantal fietsen dat er rondrijdt en het aantal mensen dat gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Zo is er direct inzicht in wat er speelt, waar het goed gaat en, het allerbelangrijkst, waar direct actie ondernomen moet worden. Of het Oslo met dit klimaatbudget lukt om aan de deels zelfopgelegde eisen te voldoen, moeten we natuurlijk afwachten. Hoe het ook zij, veel steden kunnen een voorbeeld nemen aan de Noorse stad. Zo hoopt Nederland de uitstoot tegen 2030 met (slechts) 49 procent verminderd te hebben. Zonder een jaarlijks plafond en regelmatige updates is het nog maar de vraag wat er van dat streven terecht zal komen.

BODEMONDERZOEK SANERING

OMGEVINGSMANAGEMENT DUURZAAMHEID

Beperking van de opwarming van de aarde tot minder dan twee graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk, zo luidt het Klimaatakkoord van Parijs. Oslo, koploper op het gebied van verduurzaming, lijkt het plan echt ter harte te nemen, zo schrijft Morten Nordskag, adviseur International Climate Cooperation van Oslo. Door met de koolstofuitstoot net zo om te gaan als met haar portefeuille, hoopt de Noorse hoofdstad in 2030 vrijwel emissievrij te zijn. Eens was de waterkant van Oslo een warboel van scheepscontainers en stonden de kruispunten vol met ronkende auto's. Maar onderhand ligt het er heel anders bij. De stad, dit jaar uitgeroepen tot European Green Capital, is wereldwijd koploper op het gebied van duurzaamheid. Hoewel het een van de snelst groeiende Europese steden is, wil Oslo tegen 2030 een afname zien van 95 procent van de koolstofemissie ten opzichte van 1990, en dus vrijwel emissievrij worden. Hoe de stad dat voor elkaar wil krijgen? Simpel: door zich te houden aan haar strenge klimaatbudget. In 2016 introduceerde de stad als een van de eerste ter wereld een klimaatbudget. Net als bij de financiële tegenhanger stelt de stad elk jaar een maximum in. In dit geval geen plafond voor de uit te geven centen, maar voor de toegestane tonnen CO2-uitstoot – of het equivalent daarvan. Ambitieus gaat Oslo voor het strengste doel uit het Klimaatakkoord, een beperking van de temperatuurstijging tot maximaal 1,5 graad Celsius ten opzichte van 1990. Dat betekende voor de hoofdstad een emissieafname van 95 procent, bijna zero-emissie, tegen 2030. Net als bij bezuinigingen gaat ook dat jaarlijkse emissieplafond steeds een beetje naar beneden. In 2018 kwam dat uit op een maximum van 1.054.000 ton CO2, in 2019 staat de max op 932.000 ton en volgend jaar moet de stad het doen met het equivalent van 809.000 ton van het broeikasgas. Toen de doelen waren vastgesteld en de berekeningen uitgevoerd, maakte de stad een plan van aanpak. Welke manieren zijn er om uitstoot te verminderen, in welke mate, wat kost dat elk jaar, en welke overheidsinstantie is verantwoordelijk voor de implementatie van welke actie? Zo stelde de stad meer dan 40 verschillende soorten maatregelen vast om de uitstoot te drukken, van minder auto's en meer groen in de stad tot het stimuleren van het inkorten van het ochtendritueel tot slechts vijf minuten onder de douche.

ASBEST

FLORA EN FAUNA SPORT EN SPEL

www.stad-en-groen.nl

9


HET POSITIEVE EFFECT VAN GROEN.

Wensen voor speellocaties in kaart? Participatie ideeën Titel initiatief Buitenfitness toestel Omschrijving De kinderen die op dit grasveld spelen hebben behoefte aan een buiten­ fitnesstoestel.

BIODIVERSITEIT BEGINT BIJ GEVARIEERD GROEN IN DE STAD

werk

wijze r BUITENRUIMTE IN KAART

Neem een abonnement op:

werk

wijze r BUITENRUIMTE IN KAART

nl.thegreencity.eu

Geïnteresseerd?

DISCLAIMER The content of this this promotion campaign represents the views of the author only and is his/her sole responsibility. The European Commission and the Consumers, Health, Agriculture and Food Executive Agency (CHAFEA) do not accept any responsibility for any use that may be made of the information it contains.

het ideale online kaartplatform voor • coördinatie van werkzaamheden in de buitenruimte • optimalisatie van communicatie bij de uitvoering • informatie- en inzichtverstrekking aan de opdrachtgever. info@werkwijzer-kaart.nl 085-201 9075 www.werkwijzer-kaart.nl

Met trainingen voor aansturings- en buitenmedewerkers.

Op afstand bestuurbare taludmaaier

Handel in zand, grind en grond Transport | Grondverzet Verhuur van graafmachine, auto met laadkraan en containers

Levering volgens BRL 9335-4 van: Teelaarde, bomengrond en bomenzand. Diverse soorten siersplit en lava.

veilig, snel en betrouwbaar! Gebr. Bonenkamp

IJsselstein Tiel Tinbergenlaan 9 Marconistraat 6 3401 MT IJsselstein 4004 JM Tiel www.gebrbonenkamp.nl T 030 - 688 0 999 T 0344 – 820 344

Specialiteit: Achterhoeks Padvast Hét Halfverhardings materiaal voor de Hoveniers. Middelbuurtseweg 47A • 3903 LB Veenendaal • T 0318 57 12 68 info@hardeman-zand.nl • www.hardeman-zand.nl


NIEUWS

ONKRUIDKOKEN

Heet water onkruid­ bestrijding sinds 1999 een nieuw bedieningspaneel op de handgreep. Dat is intuïtief te bedienen en je hebt direct zicht op de status van de accu. De BLi300-batterij zorgt voor de beste balans en productiviteit. De nieuwe bosmaaiers zijn ook aan te sluiten op een Husqvarna-accubackpack, zodat er voldoende vermogen is voor een complete dag comfortabel maaien.

WWW. O N KRUI DK O K E N . N L

Nieuwe baggerboot voor kleine waterwegen De C91 is de allernieuwste toevoeging aan de serie baggerboten van Conver. Al meer dan dertig jaar produceert Conver oplossingen voor kleinschalig baggerwerk op locatie. Met de komst van de C91 multifunctionele baggerboot is het diverse productgamma verder aangevuld. De Conver C91 is een baggerschip voor kleinere waterwegen, kanalen en meren. Dankzij het CW10snelkoppelingsysteem kunnen er diverse werktuigen aan de werktuigdrager worden gekoppeld, zoals een baggerpomp, maaikorf, klepelmaaier en baggergrijper. De C91 heeft twee stempelpoten, één aan de voorzijde en één aan de achterzijde. De masten hebben een lengte van 4 tot 6 m. Voor de aandrijving is de boot uitgerust met een dubbele antiwikkelvijzel, die hydraulisch in hoogte verstelbaar is en kan worden opgeklapt. De C91 wordt standaard geleverd met cabine en pontons.

De oplossing tegen onkruid voor iedere groenprofessional WWW. ON KRU IDKOKEN . N L

De accubosmaaier 535i RXT heeft een geïntegreerde bluetooth-functie, zodat het apparaat compatibel is met Husqvarna Connect en Husqvarna Fleet Services. Gebruikers kunnen daarmee hun volledige machinepark volgen. De 535i RXT heeft tevens een ErgoFeed-trimmerkop. De nieuwe accubosmaaiers van Husqvarna zijn vanaf februari 2020 verkrijgbaar bij Husqvarnadealers.

Husqvarna presenteert nieuwe accubosmaaiers Husqvarna introduceert twee krachtige bosmaaiers: de 535i RX en de 535i RXT. Beide accumachines leggen de lat voor prestaties zeer hoog. Volgens Husqvarna zijn ze gelijkwaardig aan de benzinemodellen uit de 35 cc-serie. De nieuwe bosmaaiers bieden professionals in het groen een hogere productiviteit zonder uitstoot en lawaai. Kenmerken zijn onder meer de motor met hoog koppel, een grote snijdiameter en een superieur antitrillingsysteem voor uiterst comfortabel werken. In de praktijk levert dit extra voordeel op: sneller en efficiënter werken. De batterijstatus is permanent af te lezen op de display. De nieuwe Husqvarna 535i RX- en 535i RXTbosmaaiers zijn spatwaterdicht en uitgerust met

Eenvoudig te onderhouden én te bedienen. WWW. ON KRU IDKOKEN.NL

www.stad-en-groen.nl

11



NIEUWS

BTL neemt Haags Verboon over De consolidatie in de groensector zet door. Op donderdag 17 oktober werd in Den Haag de acquisitie van het Haagse Verboon Groen & GWW en Verboon Machines door BTL officieel beklonken. BTL laat op zijn website weten met deze stap nog beter vertegenwoordigd te zijn in de Randstad. Verboon bestaat sinds 1965 en is met 50 tot 60 medewerkers voornamelijk werkzaam in het westelijk deel van de provincie Zuid-Holland. De ondernemingen hebben een jaarlijkse omzet van ongeveer 7 miljoen euro. Er werken nu 540 mensen voor BTL in Nederland. BTL is onderdeel van de internationale idverde-groep met vestigingen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. In totaal werken er ruim 6.000 mensen voor het bedrijf in de groene omgeving. Met een omzet van meer dan 600 miljoen euro is idverde marktleider in de Europese groensector. Naar aanleiding van de overname van BTL door idverde schreef vakblad Stad en Groen al eerder een artikel over consolidatie in de groene sector.

ProRail zoekt hulp in strijd tegen exoten ProRail kampt rondom het spoor met invasieve exoten. Deze veroorzaken verzakkingen in het spoor en bedreigen de biodiversiteit. ProRail heeft nu een spoorberm geselecteerd als 'proeftuin' waarop verschillende bestrijdingsmethoden tegen invasieve exoten kunnen worden getest. Dezelfde problematiek is er bij Aziatische duizendknoop en reuzenberenklauw. Door hun grote groei- en concurrentiekracht verdringen ze inheemse soorten en kunnen ze veel schade aanrichten, zoals verzakking van spoorbermen. Ook verspreiden deze onkruiden zich makkelijk naar de omliggende omgeving, zoals tuinen van omwonenden. ProRail wil voor het bestrijden van deze en andere onkruiden graag nietchemische en duurzame methoden inzetten. Daarom is nu een spoorberm geselecteerd als

'proeftuin'. Zes marktpartijen worden uitgenodigd om hier twee jaar lang hun niet-chemische bestrijdingsmethode in een spoorse omgeving uit te testen, voornamelijk op Aziatische duizendknoop. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met een aantal randvoorwaarden, waaronder die van de spoorveiligheid. Aan de test kunnen zes marktpartijen meedoen die elk hun eigen methode inzetten. ProRail laat de spoorberm twee jaar monitoren door een specialistisch bureau. Met de resultaten van de test kan ProRail zijn onderhoudsaannemers adviseren over een duurzame aanpak bij de bestrijding van invasieve exoten.

Bezoekersrecord Vakbeurs Openbare Ruimte De Vakbeurs Openbare Ruimte heeft een nieuw bezoekersrecord van 6.525 professionals gevestigd. Ook de sfeer werd weer beoordeeld met een mooi cijfer: een 8. 96 procent van de bezoekers raadt de beurs aan bij collega's en 86 procent van de bezoekers komt volgend jaar zeker weer. Ook de vele lezingen die verspreid over de beursvloer plaatsvonden, werden goed bezocht. Op het Plein onder de zwevende planten was kunst van exposanten te bewonderen en in de Slimme Wijk kon je van alles te weten komen over de digitale samenleving en omgevingsmanagement. In de Groene Stad stond de natuurinclusieve stad centraal en Groenkeur verzorgde mooie tours over de beurs waarin boomkwekers centraal stonden. Boomkwekerij Ebben verzorgde in haar safaribus ook vele interessante lezingen. Op 21 november vindt de vakbeurs Klimaat plaats in Houten. Hier zal de klimaatbestendigheid van de stedelijke omgeving centraal staan. Vakblad Stad + Groen en vakblad De Hovenier zullen hier de Gouden Gieter uitreiken voor de beste praktische oplossing tegen klimaatproblemen rondom water.

De spelende professional Nóg meer ons best doen, nóg beter presteren, nóg meer kennis, iedereen langs de meetlat. Dat is het dominante paradigma in onze samenleving. Dat zie je terug in het dagelijks leven van kinderen. Hun tijd wordt steeds sterker door volwassenen gestuurd en bepaald. Maar misschien vraagt onze tijd wel om iets anders: om te dromen en te fantaseren, om ruimte voor onze binnenwereld, tijd en ruimte om te exploreren, te experimenteren, buiten de lijntjes te gaan, kortom: te spelen. Het is een oerdrive, die kinderen helpt om een veerkrachtige identiteit te ontwikkelen. Hoe kunnen professionals die met kinderen werken de voorwaarden scheppen voor spel? Hoe verzorgen professionals hun eigen speelse natuur? En hoe geef je spelen een plek in de diverse opleidingen? De thema's van het Speelforum zijn gerelateerd aan de tien zorgen ('concerns') over de speelkansen van kinderen, zoals geformuleerd in het General Comment 17 op artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag. Het Speelforum vindt plaats in Eindhoven. U kunt zich hier aanmelden. Bij

aanmelden voor 15 november betaalt u € 40; na deze datum kost het € 55. Studenten betalen een gereduceerd tarief. Het Speelforum is een initiatief van Platform Ruimte voor de Jeugd en de International Play Association.

www.stad-en-groen.nl

13


Birgit van Veldhuizen

Doesburg pakt ondergeschoven kindje aan Hanzestad koestert ambitieuze plannen om leefbaarheid nieuwe wijken op hoger plan te krijgen Doesburg in vogelvlucht Hanzestad Doesburg telt 11.328 inwoners en circa 702.000 vierkante meter groen. Per Doesburger is 62 vierkante meter (openbaar) groen beschikbaar. In de openbare ruimte staan 5.378 bomen; dat is exclusief de bomen op het terrein van Staatsbosbeheer. Voor het onderhoud van het openbaar groen heeft de Hanzestad 1.145.000 euro in kas. Het beheer van riool, wegen en aanverwante

14

7/2019

infrastructuur is daarbij niet inbegrepen; daar is een aparte begroting voor. Doesburg besteedt veel werkzaamheden aan groenvoorzieningen uit. Toch handhaaft de stad een kleine eigen servicedienst voor het beheer van de openbare ruimte, waaronder groen, bestrating, riool en afvalreiniging. De dienst bestaat uit een opzichter en twee groenmedewerkers. Zij onderhouden de plantsoenen in de binnenstad (beeldkwaliteit

A) en de algemene begraafplaats (beeldkwaliteit B). Het bomenbeheer wordt uitgevoerd door een aannemer via een raambestek. Het groenbeheer in de omliggende wijken, waaronder vegen en onkruidbeheersing, wordt uitgevoerd door een commerciĂŤle samenwerkingspartner, die daarbij ook werkplekken verschaft voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.


6 min. leestijd

OP DE FIETS Wie Doesburg heeft bezocht, herinnert zich ongetwijfeld het historische centrum van de Gelderse Hanzestad. De binnenstad is een toeristische trekpleister en oogt om door een ringetje te halen. Ook het openbaar groen draagt daaraan bij. Dat wordt in het centrum op beeldkwaliteit A onderhouden. Heel anders is het gesteld met de wijk Beinum, het ‘overige Doesburg’, zoals wethouder Birgit van Veldhuizen (Stadspartij Doesburg) de wijk aanduidt. Beinum heeft decennialang aan de laatste mem gehangen, maar daar komt volgend jaar een eind aan, als het aan de wethouder ligt.Auteur:

Auteur: Paul van der Sneppen

‘Doesburg is een binnenstad met een paar wijken eromheen. “De andere helft van Doesburg”, dat is de wijk Beinum eigenlijk. De wijk is ooit gebouwd en daarna is er nooit meer iets vernieuwends aan gedaan’, vertelt Van Veldhuizen. Doesburg is een kleine zelfstandige gemeente. ‘Geld is er wel. We doen het helemaal niet zo slecht als gemeente. Doesburg hangt bovendien erg aan haar zelfstandigheid en zoals we er nu voor staan, is er ook geen reden om daaraan te tornen.’

achterstellen van de wijk ten opzichte van de historische binnenstad. Als het aan Van Veldhuizen ligt, herhaalt die geschiedenis zich niet meer. ‘Normaliter maak je een plan voor het groen met een begroting die is geënt op een vervangingstermijn. Zo’n cyclus hebben we in Doesburg eigenlijk nooit goed opgezet. Er is dus nooit gespaard voor de vervanging van het groen in Beinum. Dat moet in de toekomst anders.’ Creativiteit Voor we op de fiets stappen, buigt de wethouder zich over de ‘Visiekaart Naar Buiten in Beinum’. Uit de legenda wordt meteen duidelijk dat de makers hun creativiteit de vrije loop hebben gelaten. Aan alles is gedacht: heggen, water, boomhutten, ruimte voor de boerderij, véél speelruimte, adoptiegroen, ruimte voor honden en bijenlinten. ‘Maar bovenal willen we in dit plan veel aandacht schenken aan bomen. We zijn in Beinum veel bomen kwijtgeraakt aan essentaksterfte en kastanjebloedingsziekte. Ook zijn er in het verleden bomen gekapt, simpelweg omdat ze in de weg stonden. Aan herplaatsen zijn we eigenlijk nooit toegekomen. Beinum krijgt dus veel nieuwe bomen’, zo licht Van Veldhuizen het plan toe. Bomenbeleid Het nieuwe bomenbeleid is simpel en duidelijk: kappen betekent ook vervangen. Verder wordt er nadrukkelijk gestuurd op biodiversiteit.

Bomen moeten zoveel mogelijk bijdragen aan het in stand houden en bevorderen van een rijke flora en fauna in de gemeente. Ecologisch beheer staat in Doesburg echter nog in de kinderschoenen. ‘We houden in ons maaibeleid wel rekening met biodiversiteit. We hebben dat thema dus zeker wel op het net-

‘De stad groen houden is soms echt een uitdaging’ vlies. Maar echt ecologisch beheren, dat is nog toekomstmuziek, een ambitie.’ Monumentaal groen Ook tijdens de fietstocht die de wethouder heeft voorbereid, wordt stilgestaan bij bomen. Nog onder de rook van het stadhuis in de binnenstad stapt ze af bij twee parels uit het Doesburgse bomenareaal. De twee treurbeuken aan de Koepoortstraat zijn in 2016 door de Bomenstichting opgenomen in het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Volgens de stichting zijn de bomen omstreeks 1860 geplant. Zelfs in de algoritmen van zoekmachine Google scoren de bomen hoog, weet de wethouder te vertellen. ‘Als je in Google afbeel-

Draagkracht Financiële draagkracht is dus niet het probleem. Dan rijst toch de vraag waarom Doesburg de wijk Beinum zo lang links heeft laten liggen. Voor een belangrijk deel is dat volgens Van Veldhuizen te wijten aan de beperkte ambtelijke draagkracht van de kleine gemeente en de onvermijdelijke prioritering die daaruit voortvloeit. ‘We kunnen met ons ambtelijke apparaat hooguit één of twee grote projecten per jaar aan. Het zal niet verbazen dat de binnenstad, als toeristische trekpleister en economische motor, dan steeds de hoogste prioriteit krijgt.’ Maar nu gaat het dan toch gebeuren: Beinum gaat op de schop. Er ligt een ambitieus plan met een begroting van 1,3 miljoen euro. Dat is de prijs die de stad betaalt voor het jarenlang

De binnenstad van Doesburg wordt op beeldkwaliteit A onderhouden.

www.stad-en-groen.nl

15


’s Zomers wil de vijver in Beinum nogal eens droogvallen en voor stankover-

De supermarkt wil uitbreiden, maar daarvoor zijn meer

last zorgen.

parkeerplaatsen voor nodig.

dingen zoekt van treurbeuken, komen deze twee steevast hoog in de zoekresultaten tevoorschijn.’ De monumentale bomen zijn van de gemeente. Die neemt het onderhoud dan ook voor haar rekening. ‘Maar je ziet hier meteen dat we daarbij niet helemaal ons eigen plan kunnen trekken. Beide bomen staan namelijk dicht tegen een monumentaal pand aan. Daardoor moeten we altijd in nauw overleg met de eigenaar bepalen wat er moet gebeuren. Het pand is net van eigenaar verwisseld, maar gelukkig ziet de nieuwe bewoner ook de waarde in van dit monumentale groen.’ Filmdecor De tweede halte op onze rondgang is de algemene begraafplaats aan de Meipoortwal. Ooit diende de monumentale begraafplaats als decor voor scènes uit de speelfilm ‘Knielen op een bed violen’, naar het gelijknamige boek van Jan Siebelink. De algemene begraafplaats wordt op beeldkwaliteit A onderhouden door de drie man sterke eigen groendienst die de stad Doesburg nog rijk is. Dat is niet helemaal vanzelfsprekend, want het meeste werk in Doesburg is de laatste jaren gefaseerd overgedragen aan aannemers. ‘Dat is vooral uit kostenafwegingen gebeurd. Toch willen we per se ook een eigen groendienst houden. Dat heeft nadrukkelijk te maken met plekken als deze, die we op een hoge beeldkwaliteit willen houden. Om dat goed te kunnen doen, moeten we kennis en ervaringsexpertise in huis houden. Het past bovendien bij de Doesburgse aard. We willen zelfstandig zijn. We hebben een eigen zwembad, een eigen afvalscheidingsstation en ook een eigen groendienst. Dat hoort er gewoon bij als onafhankelijke stad.’ Woekerplaag De tocht voert verder over de Oranjesingel, richting het nieuwe Doesburg, de buitenwijken.

16

7/2019

Sporen van een industrieel verleden op de IJsselkade

Op de Halvemaanweg stapt de wethouder af bij een braakliggend terrein en wijst op een duizendknooplocatie. ‘Zoals je ziet, zijn we niet verschoond gebleven van deze woekerplaag. Toch is het lastig om de bestrijding hier adequaat aan te pakken. Er moet een doorwrocht plan van aanpak komen. We hebben hier namelijk te maken met verschillende stakeholders en een oude legerbunker die nu dient als onderkomen voor vleermuizen. We kunnen niet zomaar alles gaan afgraven.’ Beinum is precies zoals Van Veldhuizen de wijk schetste: ruim opgezet, maar veel groen heeft er allengs plaatsgemaakt voor parkeerplaatsen. Veel bewoners hebben zelfs hun voortuin geofferd aan de heilige koe. ‘Doesburg heeft geen treinstation. Daardoor hebben veel mensen een auto nodig. Dat wringt met de ambitie om de stad groen te maken en vooral ook groen te houden.’ Volksgezondheid Dat laatste maakt Beinum tot een wijk die niet

echt uitnodigt tot buiten leven. En dat is een probleem dat juist in een stad met een lage sociaaleconomische score (SES) noopt tot interventie, vindt Van Veldhuizen. ‘We weten dat spelen, sporten en sociale contacten in de buitenruimte veel bijdragen aan het mitigeren van sociale problemen die aan zo’n lage SES kleven. Denk aan eenzaamheid, alcoholmisbruik en overgewicht. De bewoners van Beinum moeten dus weer naar buiten. Het moet een aantrekkelijke wijk worden om in te wonen en te leven, een wijk met een uitnodigende buitenruimte die bijdraagt aan de algehele volksgezondheid.’ Op één plek in de wijk treffen we nog een groene oase aan. We stappen af bij een fruitboomgaard. De boomgaard wordt onderhouden door vrijwilligers uit de buurt. ‘Elke dinsdag komen hier buurtbewoners werken. Het is niet alleen een sociaal project; er worden hier ook oude rassen in stand gehouden. Het valfruit dat onder de bomen ligt, mag iedereen meenemen.’


Groenvakken op de IJsselkade, door buurtbewoners ontworpen en onderhouden

‘Ecologisch beheer is voor mij een mooie ambitie’ Waterbeheer Verderop in de wijk ligt een grote vijver. Nu oogt die nog mooi, maar ’s zomers wil de vijver nog weleens droogvallen. ‘Dat gaat stinken en geeft dan veel overlast. In het nieuwe plan willen we daarom het waterbeheer in de wijk heel anders aanpakken. Meer kleine vijvers en alle open water met elkaar verbinden middels wadi’s. Deze vijver wordt dus kleiner, als het aan mij ligt.’ Maar dit is ook een van de plekken in Doesburg waar auto’s fel concurreren met het openbaar groen. Er gaan namelijk ook stemmen op om de vijver helemaal weg te halen en

plaats te laten maken voor parkeerplaatsen. De aangrenzende supermarkt wil graag uitbreiden en ook daarvoor zijn meer parkeerplaatsen nodig. ‘Hier wringt het dus. Daar is het laatste woord nog niet over gesproken.’ Dissonant De fietstocht voert langs de IJsselkade terug naar de oude stad. De IJsselkade, die nog sporen draagt van een industrieel verleden, was ooit een nogal versteende omgeving. De bewoners van de appartementen langs de kade genieten van een schitterend uitzicht op de

IJssel, maar de stenige kade vonden ze een dissonant in dat beeld. Er was behoefte aan meer groen. Die behoefte heeft geleid tot een innige samenwerking tussen buurtbewoners en de gemeente. De groenvakken op de kade zijn uitgebreid en geheel in onderhoud gegeven aan buurtbewoners. Opmerkelijk is dat bewoners daarbij ook een deel van de onderhoudskosten voor hun rekening nemen. ‘Dit is een mooi voorbeeld van hoe burgers en gemeente met elkaar kunnen optrekken om iets moois te maken. Als gemeente hadden we dit nooit kunnen maken. Het resultaat is verbluffend, vind ik. Geen vak is hetzelfde. Elk seizoen is er hier iets te zien.’ De wethouder is niet de enige die dit kwaliteitsgroen op waarde kan schatten. Terwijl ze haar verhaal doet, stappen recreanten van hun fiets om de groenvakken te bewonderen.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31324/doesburgpakt-ondergeschoven-kindje-aan

www.stad-en-groen.nl

17


RECREATOP het beste graszaad voor parken & plantsoenen Robuust gras dat tegen een stootje kan Geeft zowel zomer als winter een mooie kleur Bevat traaggroeiende grassen

GRASZADEN VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK

Verkrijgbaar bij:

18

7/2019


ADVERTORIAL

Buurbomen

Belang van een goede groeiplaats

Niet de juiste boom op de juiste plaats? Het is een bekend gegeven: de burenruzie. Of beter gezegd: de bomenruzie. Buren kunnen elkaar daarmee het leven behoorlijk zuur maken. Jammer, want juist in het kader van klimaatbeheersing is een bomenrijk Nederland zo belangrijk. Ook in de openbare ruimte komt de bomenruzie voor. Nieuwe bomenontwerpen voor die ruimte bieden kansen, maar er zijn veel zaken waarmee rekening moet worden gehouden. Zo is er vaak een beperkte groeiplaatsruimte; denk aan omliggende en oprukkende bebouwing, kabels en leidingen, wegen etc. Bovendien kunnen bomen onder een gedoogplicht volgens hogere wetgeving vallen.

Auteur: Mr. Kitty Goudzwaard

Er komt dus steeds minder plaats voor de boom. Daarom staat de gemeentelijke boom – op grond van afspraken – soms zelfs in de particuliere voortuin. Soms staan gemeentebomen echter ook ‘ongewild’ in tuinen van particulieren. Het ernstigst is natuurlijk de boom die een pand ‘binnendringt’. Dat een verkeerde boomkeuze funest is, wordt niet snel duidelijk. Die boom met dat mooie blad blijkt pas jaren later een echte deugniet. Bomen kunnen om verschillende redenen op een verkeerde standplaats staan: te groot wortelpakket, veel opschot, verkeerde soort vanwege de kroongrootte, te veel bladval enz. Maar ook de gevoeligheid voor ziekten of plagen kan hinder of zelfs echte schade veroorzaken.

zoals het geven van verkoeling, en ook nog eens voldoen aan de wensen van de bewoners in de straat.

Soortkeuzestress Mede vanwege de toenemende claimbereidheid is het extra zorgvuldig kiezen van de juiste boom van groot belang. Kom als ontwerper echter maar eens tot de juiste keuze, als je geen notie hebt van de lokale omstandigheden waarin de boom moet groeien of van de soortensamenstelling in de omgeving. Soms moet de boom ook nog bepaalde functies hebben,

Rechtbank Gelderland, 15 februari 2019 Deze kwestie draait om het binnendringen van een gemeenteboom in de kelder van een particulier. Het gaat dus niet om hinder, maar om daadwerkelijke schade. De rechter handelt de kwestie daarom af volgens het schaderecht.

Top 5 overlast De top 5 factoren voor overlast door verkeerde boomkeuze: 1. verhardingsopdruk 2. ingroei in bouwwerken 3. schaduw 4. vervuiling door bladval, vruchtval, takval, plak en roet 5. allergieën Onderstaand worden een paar rechterlijke uitspraken over overlast besproken.

De eiser heeft het binnendringen van de wortels van de Robinia bij de gemeente gemeld.

www.stad-en-groen.nl

19


De reactie van de gemeente luidt: wortels tot 4 cm mogen verwijderd worden, dikkere wortels niet. Volgens de gemeente had de eiser de schade kunnen voorkomen door eerder wortels weg te halen. Dit was echter niet mogelijk. De woning grenst direct aan het trottoir. De gemeente wijst op mogelijke dekking door de verzekering van de eiser. De kosten van herstel zijn € 9.075,-. De gemeente erkent geen aansprakelijkheid. De eiser stelt dat de gemeente niet aan haar zorgplicht (onderhoudsverplichting) heeft voldaan. De kantonrechter vindt echter dat het zoeken naar wortels die een woning binnendringen niet tot de zorgplicht van de gemeente behoort. Dit omdat de boomkroon niet tot aan de gevel reikte. De gemeente was echter al een tijd op de hoogte van de wortelingroei en was vanaf dat moment gehouden actie te ondernemen. Dit heeft de eiser nu zelf moeten doen. Om die reden is de gemeente aansprakelijk voor de schade. De rechter kent een schadevergoeding van € 2.000,- toe. Conclusie: laat schadezaken niet stilletjes op het bureau liggen! Hof Den Haag, 31 oktober 2017 De eiser wil dat zijn achterbuur een hoge populier verwijdert of de overhang en ingroei van wortels wegneemt. De overlast betreft het ontnemen van lucht, licht en het ingroeien van boomwortels in zijn tuin, woonhuis en schuur. De eerste vraag is of de vordering verjaard is. Mag de eiser de ingreep nog vorderen of is hij te laat? Het hof oordeelt dat het feit dat de wortels boven de grond zijn gekomen tussen 1990 en 1997 niets zegt over het bestaan van de overlast; die kan veel later zijn ontstaan. En dus is er geen sprake van verjaring van het vorderingsrecht. Het hof erkent vervolgens dat het kappen van wortels niet zover mag gaan dat de boom hierdoor zou omvallen; dat zou misbruik van recht zijn. Het hof is wel van mening dat de eiser de steeds verder ingroeiende wortels niet langer hoeft te dulden. Misbruik van recht is niet bewezen. De achterbuur stelt vergeefs dat hij ten laste van de tuin van de buren een erfdienstbaarheid heeft, en wel op het houden van ‘zijn’ wortels in ‘hun’ tuin. Dit omdat de wortels daar al tien jaar aanwezig zijn. Het hof verwerpt deze grief, want de eiser hoefde niet te begrijpen dat de achterbuur het bezit van deze erfdienstbaarheid had. Bovendien was de achterbuur daarin niet te goeder trouw.

20

7/2019

Voorbeeld van de tool

De boom blijkt niet zonder de uitgroeiende wortels te kunnen. Toch moet de hinder stoppen. Er is nu een patstelling ontstaan. Bemiddeling, minnelijke schikking en nadere adviezen hebben niet gewerkt. Het hof hakt de knoop door. De boom moet geheel worden verwijderd, ondanks het feit dat de eiser dit in eerste instantie niet heeft gevorderd. De grief dat de boom ecologische waarde zou hebben, faalt. Kortom, het eigendomsrecht en daarbij het genot van huis en tuin van de eiser gaan boven het ongehinderd voortbestaan van de boom. Kunnen de wortels niet weg, dan moet de hele boom weg. Rechtbank Den Haag, 2 februari 2019 Dit betreft een bijzondere uitspraak, die niet

Schade door de verkeerde boom op de verkeerde plek

zozeer over bomen gaat, maar over het veroorzaken van schade door een bouwsel. Hier is gebouwd met een omgevingsvergunning voor bouw, maar zelfs dan kan de bouwer onrechtmatig handelen ten opzichte van zijn buren. Hij moet daarvoor een schadevergoeding betalen. De eisers hebben een kleine achtertuin met daarin een boom. Hun achterburen hebben bedrijfsruimte tegen de grens van de achtertuin aan. Ze krijgen een omgevingsvergunning om daar twee woonlagen bovenop te bouwen. De eisers stellen bezwaar in en overleggen een bezonningsstudie. De omgevingsvergunning blijft echter in stand. Reden: het bouwsel zou slechts tien minuten minder bezonning veroorzaken. Bovendien is er volgens de hoogste bestuursrechter geen recht op een blijvend vrij


5 min. leestijd

JURIDISCH GROENGEVONDEN Jarren Verbeek Het belang van het kiezen van de juiste soort voor de juiste plaats kan niet genoeg benadrukt worden, maar deze keuze is niet altijd even gemakkelijk. Want wie kent alle lokale omstandigheden die hiervoor bepalend zijn? Laat staan als er vervolgens ook nog bepaalde functies aan de nieuwe boom worden toegekend en er Jarren Verbeek, specialist GIS en remote specifieke wensen zijn. Dat vraagt om een slimme tool: sensing bij Cobra Groeninzicht GroenGevonden! GroenGevonden wordt ontwikkeld door Cobra Groeninzicht en houdt rekening met onder andere het lokale klimaat, bodem en grondwater, infra, bebouwing, bio- en soortdiversiteit, ĂŠn met de eisen die de boom stelt binnen de gevonden kaders. De keuzelijst kan verder worden verfijnd met selecties zoals fysische eigenschappen, ecologie, klimaat of esthetiek. Zo kunnen bijvoorbeeld functies worden aangegeven waaraan de boom moet voldoen; denk aan het afvangen van fijnstof of bijdragen aan het insectenleven. Vervolgens kunnen wensen ingegeven worden zoals grootte, bloemkleur, kroondichtheid etc. GroenGevonden heeft een directe koppeling met de BomenMonitor met daarin alle honderd miljoen bomen van Nederland. GroenGevonden vergelijkt de keuzelijst met de in het gebied aanwezige en bekende soorten. Hierdoor is het ook mogelijk om het huidige boombestand te scoren. GroenGevonden is mede aantrekkelijk dankzij de doorrekening van de baten van de gekozen bomen volgens i-Tree Nederland, nu en in de toekomst. Zo maakt de tool inzichtelijk hoeveel regenwater en fijnstof de bomen jaarlijks afvangen. Op basis hiervan kan ook nieuw beleid worden gemaakt. GroenGevonden brengt de specifieke kennis van de dendroloog binnen handbereik. uitzicht. Vervolgens sneuvelt de (eerste) omgevingsvergunning alsnog. Er wordt echter een tweede omgevingsvergunning verleend, die vervolgens weer wordt vernietigd. De achterburen gaan toch bouwen. Bestuursdwang legt de bouw stil. Vervolgens verleent het college weer een omgevingsvergunning. Eind 2018 is de bouw klaar. De eiser kan de omgevingsvergunning niet meer bij de rechter aanvechten, maar eist nu op grond van het privaatrecht afbraak van het gebouw. De vraag is: is hier sprake van onrechtmatig handelen van de achterbuur,

ondanks het bezit van een omgevingsvergunning voor bouw? Wordt hier onrechtmatig licht en lucht onthouden? Blijkbaar zorgen een boom in de eigen tuin en een gemeentelijke bomenrij ook voor zonlichtontneming. De eisers stellen dat de eigen boom gekapt wordt en de gemeentelijke bomenrij mogelijk gedund. Bovendien draagt deze boom niet het hele jaar blad en is hij dus niet vergelijkbaar met een massieve blinde muur. De rechter gaat hierin mee.

Bijzonder is dat de verleende omgevingsvergunning wel rechtmatig is, maar volgens de rechter toch niet voldoet aan het Haagse bezonningsbeleid en er niet voor zorgt dat de eiser door de nieuwbouw geen hinder ondervindt. Bovendien zegt de bezonningsstudie volgens de rechter niets over de werkelijke impact van de bouw. Er is nu namelijk ook veel minder zonlicht in de woning zelf. De eiser hoeft de hinder dan ook niet te tolereren. Afbraak van de woonlagen gaat te ver, maar de achterbuur moet de eiser een schadevergoeding voor de toegebrachte hinder betalen. Herplantplicht Deze laatste uitspraak laat zien dat een omgevingsvergunning niet zonder meer een vrijbrief is voor de gebruiker. Ook met zo’n vergunning kan men schadeplichtig zijn wegens het veroorzaken van overlast. Mogelijk geldt dat dus ook voor een omgevingsvergunning voor velling, vooral voor de herplantplicht die daaraan verbonden is. Ook een boom die geplant is op grond van een herplantplicht mag geen onrechtmatige hinder veroorzaken. Voor het bevoegd gezag is het dus belangrijk om ook bij herplantplicht de juiste boom voor de juiste plaats te zoeken. Dat geldt ook voor herplant in het kader van herinrichting van de openbare ruimte.

Mr. A.V.K. Goudzwaard is als boomjurist/juridisch adviseur groen, natuur en landschap werkzaam bij Cobra Groeninzicht. Cobra Groeninzicht adviseert over alle aspecten met betrekking tot stedelijke natuur.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31330/buurbomen

www.stad-en-groen.nl

21


De kleuren van de Indian summer zorgen voor verwondering en vergroten de affiniteit met de natuur. P.A.D. vergoot met natuurinclusief ontwerp de biodiversiteit en de verwondering. (Foto Aaron Burden, Unsplash)

Natuurinclusief als ontwerp- en communicatietool Natuurinclusief ontwerpen houdt in dat je al vanaf het begin van het ontwerpproces rekening houdt met de bestaande biodiversiteit. Je ontwerpt een uitbreiding of versterking van het ecosysteem zodanig, dat de bebouwde omgeving geen onderbreking is van de natuur, maar er deel van gaat uitmaken. Vooral het stedelijk gebied zit vol kansen die nu verloren gaan. Er is in de stad meer biodiversiteit aanwezig dan op het platteland; genoeg kansen dus voor ontwerpers om op in te haken. Auteur: Nina Ravestein

Maar het leven in de stad is ook kwetsbaar en aan snelle veranderingen onderhevig. De stad en onze woonwijken moeten daarom gezien worden als habitat waarbij mens en dier, beplanting en gebouw een samenwerking met elkaar aangaan. Dat wij mensen profijt hebben van de natuur in onze omgeving, is de laatste jaren wel genoeg bewezen. Het is nu dus tijd om ervoor te zorgen dat de natuur ook profijt heeft van onze aanwezigheid. Het is namelijk

24

7/2019

een investering in ons eigen belang en hoe meer we investeren, hoe meer rendement we kunnen verwachten. Natuurinclusief ontwerpen is een pionierspraktijk die steeds populairder begint te worden en daardoor steeds meer aanhangers krijgt. Belangrijk is dat de ingrepen die we doen wel nut hebben en het niet slechts een modeterm wordt. Kennis van ecologie, specifieke kennis van planten- en diersoorten, de geschiedenis van een landschap, maar ook van het menselijk gedrag is een belangrijk aspect waarmee we rekening moeten houden, willen we de leefbaarheid en de overlevingskans van ingrepen vergroten. We moeten het effect van onze ontwerpkeuzes kunnen begrijpen om de juiste randvoorwaarden te kunnen creÍren; dit kan alleen aan de hand van deze kennis. Daarom ontwerpt P.A.D. landscape integraal op grond van al deze thema’s en worden ecologie en biodiversiteit als volwaardige functies in het ontwerp meegenomen. Als we duurzaam willen ontwerpen, kan dit alleen als onze ingrepen toekomstbestendig zijn. Hierbij hebben we de gebruikers van onze ontwerpen nodig en speelt communicatie dus een ontzettend grote rol. Je kunt niet iets beschermen wat je niet kent. Het verhaal dat het landschap vertelt, staat daarom bij P.A.D landscape voorop.

Waarom zouden we in natuurinclusief ontwerpen investeren? De ecosysteemdiensten Bij natuurinclusief ontwerpen streven we naar een symbiose tussen mens en natuur. We gaan een samenwerking aan waarvan beide partijen voordeel hebben. Geen enkele soort kan op zichzelf overleven, dus hoe meer we kunnen samenwerken, hoe beter. Het is van belang dat we met de ingrepen die we doen de biodiversiteit vergroten. Dit betekent niet alleen het vergroten van het aantal aanwezige planten- en diersoorten, maar ook van de genendiversiteit. Dit doen we door te zorgen dat natuurinclusieve projecten geen eilanden zijn, maar stapstenen worden in het grotere groennetwerk. Hoe gevarieerder een ecosysteem, hoe robuuster het wordt. Een veerkrachtig ecosysteem geeft ons daarbij weer meer rendement: de ecosysteemdiensten. De meest directe positieve invloed van meer groen is inmiddels wel bekend: door verdamping van water zorgen planten voor verkoeling, ze bieden schaduw en nemen water op, waardoor overlast bij hevige regen voorkomen kan worden. Ook voor onze gezondheid is groen in de omgeving belangrijk. Maar door met ecosystemen te ontwerpen, wordt op veel meer verschillende niveaus gewin behaald. Een speelbos kan een goede


7 min. leestijd

ONTWERP nestplek zijn voor roofvogels, die vervolgens muizen opeten. Gelaagde beplanting is een goede verstopplek voor struweelvogels, een goede geluidsbuffer en kan een eetbaar landschap voor mensen bieden. Als je een samenhangend netwerk ontwerpt in plaats van alleen in plekken te denken, ontstaan er bijvoorbeeld recreatieroutes met bloesembomen waar vleermuizen op de insecten afkomen. Onze seizoensbeleving wordt enorm versterkt als we ervoor zorgen dat er in elk seizoen voedsel en beschutting is voor dieren. De herfst treedt op dit moment in, maar in veel steden zijn op enkele bomen na de meeste bladeren nog steeds groen. Dat komt doordat er vaak te veel wordt ingezet op één soort, zoals de plataan in Rotterdam. Maar weet wel dat deze geliefde boom, hoewel het een goede stadsboom is, nauwelijks pollen- of nectarwaarde biedt. Bij P.A.D. landscape zien we graag een veel (bio) diverser palet aan bomen, zodat we onze eigen Indian summer midden in de stad hebben. Het

is nu zoeken naar mooie groenplekken, terwijl met kleine ingrepen zoals soortkeuze verwondering voor iedereen bereikbaar is. Door seizoensbeleving te koppelen aan ecologie, vergroten we tegelijkertijd ons bewustzijn van en onze affiniteit met de natuur. Door in systemen te denken, vergroten we dus de voordelen voor mens en natuur. Maar op deze manier kunnen we ook bepaalde zorgen wegnemen. Een waterpartij is zowel voor mens als natuur een enorme aanwinst. Toch is het eerste wat sommige mensen roepen: ‘Daar komen muggen op af!’ Maar als wij onder de dakranden nestgelegenheid maken voor de gierzwaluw, eet deze vervolgens 10.000 insecten per dag, waaronder muggen en spinnen. Om hierop in te kunnen spelen, is kennis van de behoeftes van individuele soorten van belang, maar ook van de relaties die zij onderling vormen.

Wanneer we natuurinclusief ontwerpen vanaf het begin meenemen in het proces, vergroten we de esthetische waarde. Deze bank is behalve ontmoetingsplek en kunstwerk ook een nestplaats voor solitaire bijen. (BuzzBench Anne Marie van Splunter)

NINA RAVESTEIN VAN P.A.D. LANDSCAPE

P.A.D is de afkorting voor plant art design. De naam refereert aan een andere kijk op ontwerpen met beplanting en landschap. Bij P.A.D. wordt beplanting gezien als een levende kunstvorm waarmee je een verhaal vertelt. Het is zo veel meer dan alleen een mooi plaatje. Het verhaal dat je met beplanting en landschap vertelt, is essentieel voor het creëren van meer affiniteit met de natuur. De noodzaak van ingrepen kan op deze manier beter worden overgebracht aan gebruikers, bewoners en opdrachtgevers. Geen enkele levensvorm kan op zichzelf overleven, de mens dus ook niet. P.A.D. ontwerpt vanuit het gedachtegoed dat een symbiose tussen mens en natuur bijdraagt aan de oplossing van belangrijke problemen, zoals klimaatadaptatie, sociale veiligheid en de toenemende eenzaamheid. Duurzaamheid betekent daarbij: de connectie zoeken tussen natuur en cultuur, de balans tussen het natuurlijke proces en menselijk ingrijpen. De stad en onze woonwijken moeten gezien worden als habitat waar mens en dier, beplanting en gebouw een samenwerking met elkaar aangaan. Door op deze manier te ontwerpen, kunnen we de beleving van het landschap en de seizoenen, het geluksgevoel en onze (geestelijke) gezondheid versterken. Ravestein gebruikt natuurinclusief ontwerpen hierbij als een ontwerp- en communicatietool, zodat deze aspecten integraal worden meegenomen in het proces en zo bijdragen aan de esthetische waarde van de plek. Bij P.A.D. landscape kunt u terecht voor onder andere natuurinclusieve consultancy, biodiverse beplantingsplannen en ecologische landschapsconcepten.

In 1418 werd al gebruikgemaakt van ecosysteemdiensten door in de gevel van het Agnietenklooster nestkasten te integreren voor de gierzwaluw. (Foto uit boek Stadsnatuur maken, Vink, Vollaard, De Zwarte)

Is het een dure investering? Het integrale ontwerpproces Natuurinclusief ontwerpen begint met het maken van een uitgebreide analyse. Lijnen, punten en vlakken laten zien welke planten- en diergemeenschappen al in de omgeving van het plangebied voorkomen. Gekoppeld aan de visies van de desbetreffende gemeente worden de kansen waarop ingespeeld kan worden inzichtelijk gemaakt. Misschien wil de gemeente de komende jaren gaan investeren in bloemrijk hooiland langs grote wegen, wat kan leiden tot een verbindend bijenlint met het plangebied. Hoe eerder natuurinclusief ontwerpen in het proces wordt meegenomen, des te meer kansen zichtbaar worden waarop kan worden ingespeeld en hoe meer voordelen eraan gekoppeld kunnen worden. Vleermuisroutes kunnen bijvoorbeeld gekoppeld worden aan de infrastructuur, nadat nest-, foerageer- en slaapplekken in kaart zijn gebracht. Ecosystemen zijn complex en het luistert heel nauw waar je welke ingreep toepast. Zo willen verschillende

www.stad-en-groen.nl

25


Naamloos-2 1

02-11-17 09:54

De Enk groen & golf... de Vernieuwers

O P E N B A A R G R O E N | 2.O De stad slim en gezond

Supertrees_ zijn het bomen? lampen?_ geluidsinstallaties? dat allemaal en meer_ nieuwe ontwik keling_ groeninnovatie_ maak de stad gezonder_ slimmer_ toekomst muziek?_ in Singapore al werkelijk heid_ inspiratie voor meer leefbaarheid_ zien we overal_ we kijken ver en verder_ vernieuwen_ de Enk is er klaar voor_ wij staan in de startblokken_ zetten stappen_ maken toepasbaar_ zorgeloos groen_ een leefbaardere stad_ de Enk zegt ja. Samen maken we de stad slimmer, gezonder en leefbaarder.

De vernieuwers van De Enk groen & golf Meer weten over de Vernieuwers? T: 0317-72 70 00 (Gerard van der Werf) www.deenkgroenengolf.nl info@deenkgroenengolf.nl

DE ENK-adv-148x102-multiplus.indd 1

06-06-18 10:52


ONTWERP

Een grondige analyse aan het begin van het project is nodig om te kunnen inspelen op kansen. (Happy Days, Zoetermeer. P.A.D. landscape i.s.m. plein06)

Ecosystemen zijn complex. Kennis van ecologie, specifieke kennis van plantenen diersoorten, de geschiedenis van een landschap maar ook van het menselijk gedrag, zijn belangrijke aspecten waar we rekening mee moeten houden. (Happy Days, Zoetermeer. P.A.D. landscape i.s.m. plein06)

vogels hun nest aan verschillend georiënteerde gevels, sommige willen alleen hun nest bouwen en andere weer samen. Door de bestaande groenstructuren in kaart te brengen, wordt duidelijk welke verbindingen gelegd kunnen worden en welke biotopen er nog ontbreken, zodat je weet voor welke soorten je maatregelen moet ontwerpen. Kennis van welke soort wat nodig heeft om zich te kunnen vestigen in een plangebied, is hierbij essentieel. Sommige vlinders leggen hun eitjes bijvoorbeeld maar op één soort plant. Het probleem is dat ecologen vaak pas betrokken worden bij het proces als het ontwerp er al ligt. Dan blijken er ineens vleermuizen in het plangebied te zitten, waardoor het hele project tijdelijk stil komt te liggen. De ontwerper vormt hierbij een belangrijke schakel tussen gemeente, ecoloog, opdrachtgever en gebruiker. Doordat P.A.D. landscape deze

kennis integraal meeneemt vanaf het begin, is het geen extra kostenpost op het einde, maar een extra voordeel: het versterkt het verhaal dat het landschap en de beplanting vertellen en vergroot de ecologische en esthetische waarde van ingrepen die binnenkort verplicht worden. Er is namelijk zo veel meer mogelijk dan alleen maar achteraf nestkastjes ophangen. Deze kansen zullen alleen zichtbaar worden als we het natuurinclusieve proces in het grotere geheel plaatsen. Hoe krijgen we te maken met natuurinclusief ontwerp? De wetgeving Wetgeving speelt een heel belangrijke rol bij het stimuleren van natuurinclusief ontwerpen. Het is goed om te zien dat gemeentes als Den Haag al gaan werken met een puntentellings-

ysteem, waarbij in tenders een bepaald aantal punten moet worden gescoord voor ecologische en biodiverse ingrepen. Het is overduidelijk welke positieve invloed wetgeving heeft op steden zoals Singapore, waar groen bouwen de norm is en een wedloop ontstaat onder ontwerpers die allemaal de grootste groene toren willen bouwen. Helaas zijn er nog veel steden als Rotterdam, waar de biodiversiteitsvisie geen status heeft. Het college wil bouwbedrijven niet verplichten om natuurinclusief te bouwen, terwijl regelgeving dus juist zo’n belangrijke drijfveer is. De verdichting van Rotterdam gaat uiteraard gewoon door, waardoor er meer druk op groenplekken en de natuur komt te liggen. Als de regelgeving te vrijblijvend is, wordt er niet in grotere systemen gedacht, wat juist essentieel is voor stadsnatuur. Hierdoor gaan er kansen verloren, zoals bij de sloop van het stuk oud spoor van de Hofbogen, dat over de snelweg heen een verbinding vormde tussen centrum en buitenwijk. Zonde! Zeker omdat investeren in natuurinclusief ontwerpen zoveel andere voordelen met zich meebrengt, zoals het tegengaan van wateroverlast, luchtvervuiling, onveiligheid en eenzaamheid, om maar wat fundamentele problemen te noemen die in Rotterdam spelen. Uiteindelijk zal het verplichten van natuurinclusief ontwerpen ook voor de bouw een positief effect hebben. Soorten staan nu op de rode lijst of genieten soortenbescherming omdat ze zeldzaam zijn. Wanneer natuurinclusief bouwen de norm wordt, ontstaan er meer habitats waar de soort zich kan vestigen en voortplanten, waardoor deze op den duur geen bescherming meer nodig heeft. De aantallen nemen toe, er hoeven geen ontheffingen meer te worden aangevraagd en projecten hoeven dus niet meer zo vaak vertraging op te lopen. We hebben er uiteindelijk allemaal baat bij als we kijken naar het grotere geheel en de lange termijn.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31326/natuurinclusief-als-ontwerp--en-communicatietooldeel-1

www.stad-en-groen.nl

27


28

7/2019


Tot ziens op de meest klimaatadaptieve vakbeurs van ‘t jaar! De klimaatverandering heeft grote gevolgen en zorgt niet alleen voor steeds heftigere regenbuien, maar ook voor hittestress en droogte. Openbare ruimte, met name in de stedelijke gebieden, zal dus klimaatbestendig moeten worden ingericht. Op donderdag 21 november 2019 komen in Expo Houten honderden professionals samen om kennis te delen, inspiratie op te doen en zich te laten informeren over de nieuwste trends en laatste ontwikkelingen op het gebied van de klimaatadaptieve stad en leefomgeving. Het evenement is met name interessant als u werkzaam bent bij een gemeente, provincie, waterschap, rijksoverheid, projectontwikkelaar, adviesbureau of kennisinstituut.

www.stad-en-groen.nl

29


De Aar Hoveniers wint prijs Mooiste Rotonde van Nederland 2019 Rijd een rondje door Nederland en wat valt op? De enorme variëteit aan prachtig vormgegeven en mooi onderhouden rotondes. Minimaal driekwart van de rotondes wordt gesponsord en onderhouden door lokale hoveniers. Naast een verkeersmaatregel is de rotonde dus een fantastische etalage voor groene bedrijven. Auteur: Linde Kruese

Vakblad De Hovenier ging dit jaar voor de tweede keer op zoek naar de mooiste rotonde van Nederland en we hebben een winnaar! Een jaar lang draagt de rotonde Het Wonder van Woerden de titel Mooiste Rotonde van Nederland. Edo Post Uiterweer, directeur van De Aar Hoveniers uit Woerden, kreeg de trofee voor de Mooiste Rotonde 2019 op donderdag 17 oktober uit handen van Linde Kruese (redacteur De Hovenier). De rotonde van De Aar Hoveniers vertelt de legende ‘Het Wonder van Woerden’, waarin tijdens de belegering van de Spanjaarden een hongersnood werd afgewend door de komst van een grote hoeveelheid vissen die via de Oude Rijn de stad binnenzwommen. Dwars over de rotonde is met blauwgrijze rijntjes de rivier weergegeven, waarboven een aantal cortenstalen vissen ‘zwemmen’ in de richting van de stad. De rijntjes zijn zowel een verwijzing naar de rivier de Oude Rijn als

30

7/2019

naar de baksteen- en dakpanindustrie van Woerden. Het ontwerp is gemaakt door Angela Warmerdam van Ontwerpstudio Angela’s Tuinen uit Lisse. Warmerdam: ‘Het verhaal het wonder van Woerden leent zich ervoor om op de rotonde doorverteld te worden. In eerste instantie had ik houten 3D-huizen ontworpen die dienden als insectenhotels, maar omdat hout niet zo bestendig is, kozen we toch voor cortenstalen huizen. De cortenstalen rand langs de stenen rivier staat voor de kademuur. Ook de kleuren van het gemeentewapen komen terug in de beplanting. We hebben veel geel gebruikt.’ Het wapen bestaat uit twee gouden leeuwen die een schild vasthouden met daarop een gouden kroon. Teamprestatie ‘Trots’ is de term die het vaakst uit de mond van Post Uiterweer komt. ‘Toen ik gebeld werd met

de boodschap dat onze rotonde had gewonnen, was ik enorm verrast. Ik heb onze rotonde een tijdje geleden aangemeld, maar het werk gaat door, dus je denkt er niet dagelijks aan. Ik ben enorm trots dat onze rotonde door de jury is uitgekozen als mooiste rotonde van Nederland. Ik ben ook trots en blij dat Angela ons heeft geholpen met dit mooie ontwerp. Ik zie dit als een teamprestatie.’ Niet onbelangrijk zijn ook de reacties van de Woerdenaren die elke dag een rondje rijden om de rotonde. Post Uiterweer hoort veel positieve geluiden van zijn stadgenoten. ‘Ze zeggen dat de rotonde er mooi uitziet, al duurde het voor sommige mensen even voor ze het totaalplaatje in zich konden opnemen. Doordat de situatie op de rotonde na de aanleg vorig jaar is veranderd, moeten ze goed opletten welke baan ze moeten nemen. Als ze daarna nog tijd over hebben, kijken ze naar de rotonde.’ Warmerdam ontving veel positieve reacties van collega-ontwerpers en hoveniers. ‘Zij zeggen dat de rotonde er leuk uitziet en in het oog springt.’ Krachtige beplanting De samenwerking tussen Warmerdam en Post Uiterweer ontstond een aantal jaar geleden tijdens Plantarium, waarvoor Warmerdam een showtuin ontwierp die De Aar Hoveniers aan-


3 min. leestijd

MOOISTE

MOOISTE

van NL - 2019

van NL - 2019

ROTONDE

ROTONDE

legde. Het lag daarom voor Post Uiterweer voor de hand om Warmerdam ook voor dit project te vragen. Het ontwerp lag eind 2017 klaar en in 2018 begon de aanleg door De Aar Hoveniers. De gemeente stelde als randvoorwaarde dat de rotonde een visitekaartje moest worden voor Woerden. Daarnaast was biodiversiteit een belangrijke pijler. ‘Daar is rekening mee gehouden in het ontwerp’, legt Post Uiterweer uit. ‘De beplanting trekt insecten en vlinders aan. Ook zijn de planten groeikrachtig en kunnen ze tegen zon, hitte en wind. De beplanting heeft verschillende bloeitijden, waardoor ook ’s winters een vrolijk beeld ontstaat.’

De rotonde van De Aar Hoveniers vertelt de legende ‘Het Wonder van Woerden’ Visitekaartje Al twaalf jaar onderhoudt De Aar Hoveniers de betreffende rotonde. ‘De gemeente Woerden heeft groenbedrijven in de buurt gevraagd om een rotonde te sponsoren. Zo zijn ook wij gevraagd. Wij hebben de rotonde aangelegd en onderhouden deze op onze kosten; in ruil daarvoor mogen wij een bordje met “De Aar Hoveniers” op de rotonde zetten’, legt Post Uiterweer uit. ‘Vorig jaar ging de rotonde volledig op de schop: de eenbaansrotonde werd een

Edo Post Uiterweer

zogenaamde turborotonde met meerdere rijbanen. De rotonde zelf bestond uit een dikke laag zand, dus we hebben eerst 40 centimeter uitgegraven en vervangen door de juiste grond.’ De wegaannemer gaf Post Uiterweer tekeningen van de rotonde voor het ontwerp, maar toen hij een kijkje ging nemen, bleek de rotonde veel groter te zijn dan verwacht. ‘Daarom hebben we op het laatste moment meer beplantingsvakken en een extra boom toegevoegd. Dat heeft goed uitgepakt, want alle vormen zijn mooi in balans. De beplanting is gelaagd; hij begint laag en eindigt hoog.’ Eens in de twee weken wordt de rotonde in de vaste route van de onderhoudsploeg meegenomen. Veel onderhoud is er niet nodig, doordat de beplan-

ting groeikrachtig is en bestand tegen extreem weer zoals veel zon en wind. Warmerdam: ‘Daar hebben we rekening mee gehouden in het ontwerp. De kleurrijke mixborders bestaan uit heesters, vaste planten, siergrassen en bolgewassen. En met de kleur geel wordt een groot deel van het jaar een zonnige indruk gewekt. Een hoogstamboompje met een transparante kroon geeft wat extra hoogte aan het geheel. Een hoogstamboom belemmert het zicht over de rotonde niet.’ De jury Uit tientallen inzendingen werd de rotonde Het Wonder van Woerden als beste beoordeeld door een zeskoppige jury, bestaande uit

Angela Warmerdam

www.stad-en-groen.nl

31


EIJKELS GEZOCHT!

Ben jij net zo bedreven met snoeischaren en zagen als met mes en vork? ‘Boom’ jij uren over jouw vak en ben je niet bang om ‘hogerop te klimmen’?

deeijkgroep.nl/vacatures


MOOISTE

MOOISTE

van NL - 2019

van NL - 2019

ROTONDE

ROTONDE

‘Ik ben trots en blij dat Angela ons heeft geholpen met dit mooie ontwerp. Ik zie dit als een teamprestatie’ Ard Esselink (Hoveniersbedrijf Harry Esselink), Ben van Ooijen (directeur De Tuinen van Appeltern), Lodewijk Hoekstra (oprichter NL Greenlabel), Danny Lubbers (directeur ingenieursbureau SmitsRinsma), Arie van der Hout (landschapsarchitect), Marion van Beuningen (consument en weggebruiker) en Hein van Iersel (hoofdredacteur vakblad De Hovenier). Zij beoordeelden de rotondes op ontwerp en originaliteit. Danny Lubbers gaf Het wonder van

Woerden met twee negens de hoogste cijfers. Lubbers: ‘Ik waardeer de rotonde vanwege de kleurrijke plantvakken met een grote diversiteit aan soorten. De beplanting heeft naast een bont kleurenpalet in de zomer ook sierwaarde in de winter en biedt tevens meerwaarde voor diverse insecten. In de winter komen de structuurdragers in het ontwerp nog meer tot uiting, waarbij onder andere door de cortenstalen objecten een relatie wordt gelegd met

‘De beplanting heeft naast een bont kleurenpallet in de zomer ook sierwaarde in de winter en biedt tevens meerwaarde voor diverse insecten’

de geschiedenis en de ligging van Woerden. Daarnaast is het overall beeld van de rotonde niet afleidend voor het verkeer, waarmee de rotonde ook functioneel blijft.’ De Aar Hoveniers wint niet alleen de prestigieuze titel, maar ook een uitgebreide reportage in vakblad De Hovenier, een video over de winnende rotonde en een prachtige plastiek. De video is te vinden op www.vakbladdehovenier. nl. De tweede en derde plaats gingen naar rotondes van De Enk Groen en Golf (Drachten) en De Tuinjuwelier (Panningen).

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31345/de-aarhoveniers-wint-prijs-mooiste-rotonde-vannederland-2019

www.stad-en-groen.nl

33


Ralph van der Hulst neemt in 2020 het stokje volledig over van vader Frans.

Van gehoorkap tot snoeischaar Donar Groen levert bijna een kwart eeuw handgereedschappen Een compleet assortiment handgereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen, altijd alles op voorraad en de bestelling de volgende dag geleverd. Dat zijn volgens Ralph van der Hulst de onderscheidende factoren van Donar Groen, het bedrijf dat zijn vader 24

Ralph is sinds 2014 actief in het bedrijf dat zijn vader in 1995 overnam van Sanders Gereedschappen uit Hoogeveen, dat handelde onder de naam Donar. Met zijn achtergrond als inkoper in de groenbranche besloot Van der Hulst senior zich met zijn bedrijf hierop te focussen. Anno 2019 heeft Donar Groen een uitgebreid assortiment handgereedschappen én een omvangrijk klantenbestand.

delen onze kennis en laten voorbeelden zien die zij op school niet of niet meer krijgen’, vult Ralph aan. ‘Op deze manier dragen wij ons steentje bij aan de vakkennis van de leerlingen. Daarnaast gaat het er niet alleen om welke gereedschappen je kiest, maar ook dat je ze op de juiste manier gebruikt. Er is veel belangstelling voor deze rondleidingen. We zien meerdere groepen per jaar en scholen komen ook bij ons terug.’

Gereedschapsleer Ralph: ‘Onze klanten zijn gemeenten, sociale werkvoorzieningen, hoveniers en scholen. Het bestand is behoorlijk evenredig verdeeld over deze vier groepen. Bij scholen moet je denken aan praktijkscholen en vmbo- en mbo-opleidingen. Aan deze groepen geven wij overigens ook al vijftien jaar rondleidingen. We hebben een cursusruimte in huis en we nemen de groepen leerlingen en studenten mee voor een rondgang door het magazijn. Bij gereedschappen komt ontzettend veel kennis kijken en gelukkig hebben wij die in huis.’ Zo maakt het nogal wat uit welke hark, spade of snoeischaar je voor specifieke werkzaamheden gebruikt. De ene schoffel is de andere niet. ‘Wij

Maaidraad van Donar Het artikelenbestand, met meer dan duizend verschillende artikelen, omvat naast persoonlijke beschermingsmiddelen handgereedschappen van Bahco, De Wit, Felco, Fiskars, Fort, Offner, Ideal, Freund, Van Driel, Spear & Jackson en Silky. ‘Wij verkopen alleen gerenommeerde en bekende merken’, legt Ralph uit. ‘Er worden weleens goedkope alternatieven aangeboden. Als de kwaliteit goed is, nemen we daar soms wat van op in het assortiment. Maar kwaliteit staat voorop en we kijken kritisch naar de levertijden. Van de bekende merken die we voor het merendeel voeren, weten we na 25 jaar wel dat het goed is. Er komen weinig klachten en bovendien vraagt de markt erom. Wel brengen we soms producten

jaar geleden voortzette onder de inmiddels bekende naam en het groen-oranje logo. In 2020 stapt vader Frans uit het bedrijf en neemt Ralph het stokje volledig over. Auteur: Heidi Peters

34

7/2019


ADVERTORIAL ruimd en strak. Je ziet geen bulkvoorraden of grote volle pallets, maar alles is wel op voorraad.’

‘Door middel van rondleidingen voor leerlingen brengen we onze kennis over’ onder ons eigen merk uit. Zo lukte het ons niet om een goed schepnet te vinden. Uiteindelijk vonden we in Duitsland een product dat aan onze maatstaven voldeed. Dit hebben we onder ons eigen merk uitgebracht en het slaat goed aan. Ook hebben we maaidraad van Donar Groen. Dat is maaidraad van een heel goede kwaliteit en met een lage prijs. De kwaliteit moet goed zijn; anders beginnen we er niet aan. Daar staan we gelukkig ook om bekend.’

handelen. We willen onze klanten kennen en met ze praten.’ Inmiddels vragen grotere klanten om meer specifieke functionaliteiten in de webshop, zoals het kunnen accorderen van een bestelling door een medewerker of zelfs budgetbewaking. ‘Daar gaan we mee aan de slag. Maar je moet van tevoren goed nadenken welke systemen hiervoor allemaal verbonden moeten worden en hoe je dat vervolgens realiseert.’

Webshop Kort na het aantreden van Ralph, die een achtergrond heeft in commercie en bedrijfskunde, lanceerde Donar Groen zijn webshop. Via deze webshop komen bestellingen binnen van hoveniers, maar ook particulieren en andere bedrijven die tuingereedschap nodig hebben, weten de webshop te vinden. Een enkele keer komen er aanvragen uit de aangrenzende landen of Frankrijk. ‘Die bestellingen sturen we ook gewoon dezelfde dag op’, lacht Ralph. ‘Maar we zouden niet alleen maar via de webshop willen

Geen stekker te vinden De focus van Donar Groen ligt volledig op handgereedschappen. ‘Het lijkt misschien logisch om ook accu- of andere machines aan het assortiment toe te voegen, maar wij kiezen bewust voor alleen handgereedschappen. Wij verkopen bijvoorbeeld ook geen meststoffen. Waarom niet? Omdat wij hier goed in zijn, in handgereedschappen en beschermingsmiddelen’, legt Ralph uit. ‘Wij hebben dit in de vingers; het loopt gestroomlijnd. Onze klanten zijn tevreden en wij hebben er lol in. Ons magazijn is netjes, opge-

Spoed bij incidenten ‘Als je producten met een stekker gaat verkopen, krijg je ook te maken met onderhoud en onderhoudsproducten. Dat vraagt om een andere organisatie. Doordat we ons focussen op alleen handgereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden we gaandeweg ook dé specialist op het gebied van handgereedschappen. Wij werken met acht personen, inclusief mijn vader, moeder en zus. Het team heeft enorm veel kennis in huis en dat is maar goed ook, want we krijgen soms echt specialistische vragen. Denk aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor het veilig verwijderen van de eikenprocessierups. Ook krijgen we vragen over ergonomisch handgereedschap voor mensen met een lichamelijke beperking.’ ‘We hebben ook een paar maal te maken gehad met spoedorders vanwege klimaatincidenten. Op Schiermonnikoog leverden wij binnen een dag de benodigdheden voor het opruimen van het strand en na de orkaan op Sint-Maarten leverden wij met spoed opruimmaterialen op de luchthaven van Eindhoven.’ Onestopshop Ralph is niet bang voor concurrentie door de merken zelf. ‘Veel afnemers hebben meerdere producten nodig en willen deze van verschillende merken. In die zin hebben wij een verzamelfunctie: wij hebben een breed assortiment en alles is ruim op voorraad. Soms komt er een particuliere klant hier in Nieuw-Vennep aan de deur, gestuurd door zijn hovenier. Wij hebben geen winkelfunctie, maar iedere klant is welkom. Dan doen we een rondje door het magazijn en gaat de klant tevreden weer weg. Zo doen wij al bijna 25 jaar zaken: persoonlijk en direct, het is wat het is en dat is duidelijk. Zonder fratsen.’

www.donargroen.nl

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31311/vangehoorkap-tot-snoeischaar

www.stad-en-groen.nl

35


Meer aandacht voor veiligheid en inspecties rondom tuin- en parkmachines Naar schatting 175.000 VA-keuringen in 2019 Nederland telt nu meer dan 260 gecertificeerde VA-keurbedrijven. De afgelopen jaren hebben zij dit keurmerk tot een belangrijk middel gemaakt om periodieke veiligheidskeuringen voor arbeidsmiddelen uit voeren in onze sector. In 2019 zullen ze naar schatting samen 175.000 VA-keuringen uitvoeren.

Auteur: Broer de Boer

36

7/2019

Toch blijkt het noodzakelijk dat VA-(Veiligheid Arbeidsmiddelen-)keur tijdens Groentechniek Holland de actiecampagne ‘Keurig Geregeld’ start. Het blijkt namelijk dat machine-eigenaren niet in alle situaties het belang van veilig werken en het periodiek keuren van machines inzien. De actie ‘Keurig Geregeld’ moet daarin verandering brengen. Dat gebeurt overigens in het kader van het landelijk initiatief ‘Veilig op 1’. Hierin werken onder meer VHG, Cumela, LTO, Fedecom, Inspectie SZW en STIGAS samen. Volgens Jelle Bartlema, directeur VA-keur (het keurmerk voor machineveiligheid van brancheorganisatie Fedecom, red.) zijn er jaarlijks

honderden bedrijfsongevallen, waarvan helaas gemiddeld vijftien met dodelijke afloop. Naast gebruikersfouten als oorzaak is ook in veel gevallen de machineveiligheid in het geding. ‘Met het VA-keurmerk voor ogen willen we diverse partijen bewuster maken van de noodzaak van machineveiligheid en het periodiek laten keuren van de machines. Keuringen volgens VA-keur zijn onderworpen aan vele kwaliteitsborgingselementen, zoals gecertificeerde keurbedrijven, gediplomeerde keurmeesters en een steekproefregime. VA-keur zelf is ISO 27001-gecertificeerd.’


ADVERTORIAL VA-keur Bij de moederorganisatie van VA-keur, brancheorganisatie Fedecom, zijn vooral bedrijven uit de groentechniek, tuin- en landbouw en veehouderijtechniek, industrie en intern transport aangesloten. VA-keur kent daarom ook een brede keurscope: van klein handgereedschap tot grote machines die worden gebruikt in de verschillende sectoren. De roots van het keurmerk liggen echter wel in de tuin & park- en groenvoorzieningsector. Zowel aan de bedrijven die de VA-keuringen uitvoeren als aan de VA-keurmeesters stelt VA-keur hoge eisen. VA-keur kent een strikte bedrijfscertificeereis voor haar keurbedrijven. De eigen ontwikkelde VA-keurrichtlijn vormt hiervoor de basis. In een eerder interview zei Bartlema hierover: ‘We zagen in toenemende mate dat de toepasbaarheid en belangstelling voor de VCA*certificering op onze, veelal mkb-, bedrijven te ver aan het doorschieten waren. Daarom hebben we, met de VCA*-eisen als uitgangspunt, een eigen richtlijn ontwikkeld die kwalitatief qua eisen op hetzelfde niveau ligt als de VCA*certificatie, maar dan meer specifiek op onze branche gericht.’ De bedrijfscertificering van de keurbedrijven laat VA-keur door een onafhankelijk certificerende instelling, HHC-DRS Inspecties BV, uitvoeren. Daarnaast kent VA-keur een onafhankelijk uitgevoerd steekproefregime. Daarbij krijgen de keurmeesters met regelmaat steekproeven op de uitgevoerde keuringen. Dit is naar voorbeeld van de (verplichte) apk van auto’s.

veiligheidsaspecten binnen zijn eigen bedrijf. De VA-keurbedrijven werken met ervaren en gediplomeerde keurmeesters die een externe en onafhankelijke scholing krijgen. Eens in de vier jaar volgen ze verplicht een opfristraining. Het VA-keur wordt door zowel de Inspectie SZW als door verzekeraars als gerenommeerde veiligheidskeuring beschouwd waar een goed kwaliteitsborgingsysteem achter zit.’ Veiligheid serieus nemen Bartlema vervolgt: ‘Overigens verplicht de Inspectie SZW, de voormalige Arbeidsinspectie, bedrijven om de veiligheid van hun medewerkers serieus te nemen. Alleen vinden wij dat de Arbowet de termen ‘periodieke keuring verplicht’ en ‘deskundige keurmeester’ onvoldoende scherp omschrijft. VA-keur geeft met al haar kwaliteitsborgingselementen een veel betere invulling aan deze termen.’ Het beeld is dat alle eisen en verplichtingen het allemaal ingewikkeld en duur maken, is volgens Bartlema overtrokken: ‘Wanneer je regulier onderhoud laat uitvoeren aan je machine, wordt er al op zo’n 80 à 85 procent van de punten van de inspectielijst voldaan. Dan is het nog maar een kleine stap om een volwaardige keuring te laten uitvoeren. Pas dan heb je het formeel én wettelijk goed geregeld. De uniek genummerde VA-keursticker met bijbehorend inspectierapport geldt hierbij als een bewijs dat de machine is goedgekeurd. Keuren is dus niet ingewikkeld, het levert meer bedrijfszekerheid op, een langere levensduur en, het allerbelangrijkste, meer veiligheid.’

Van top tot teen veilig Jelle Bartlema zegt dan ook met overtuiging: ‘Het periodiek keuren van tuin- en parkmachines is minstens net zo belangrijk en onmisbaar als goed onderhoud. Een goedgekeurde machine is van top tot teen veilig; op alle onderdelen, zowel technisch als in het gebruik door jezelf en door medewerkers. Een loszittende treeplank, kapotte verlichting, een niet-afgeschermde aftakas of loshangende bedradingen kunnen grote gevolgen hebben. Met het VA-keur borgt een machine-eigenaar dit soort

Digitale tijdperk Alle VA-keurbedrijven werken met het online VA-keurregistratiesysteem. De uitgevoerde keuringen worden naast de genoemde genummerde sticker voorzien van een bijbehorende inspectierapportage. De keuringen worden vervolgens centraal afgemeld en geregistreerd in het VA- keurregistratiesysteem. Via een speciaal aan te vragen klantenlogin bij het VA-keurbedrijf kunnen machine-eigenaren zelf toegang krijgen tot de keurrapporten van hun gekeurde arbeidsmiddelen. Gevoelige gege-

'De Arbowet is onvoldoende scherp omschreven, VA-keur geeft een betere invulling'

vens zijn beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang en bewerking. Daarvoor is VA-keur ook ISO-27001-gecertificeerd, specifiek op informatiebeveiliging, geen overbodige luxe in dit digitale tijdperk. Tot slot Bartlema: ‘Met die digitalisering lopen we als keuringsorganisatie in Nederland ook echt voorop. Met onze actiecampagne ‘Keurig Geregeld’ hebben we besloten om ons eerst op de tuin & park- en groenvoorzieningssector te richten. Veel VA-keurbedrijven hebben zich reeds aangemeld de campagne te ondersteunen. Bij succes gaan we deze campagne in fasen ook voor de agrarische en interne transportsector organiseren. Bij de actiecampagne kunnen machine-eigenaren profiteren van één gratis keuring op een machine door een VA-keurbedrijf.’ De actiecampagne ‘Keurig Geregeld’ wordt officieel gelanceerd op de GTH-beurs op dinsdag 10 september en loopt door tot eind 2019. Kijk voor de actiecampagne op: www.keuriggeregeld.nl

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/30762/meer-aandacht-voor-veiligheid-en-inspecties-rondomtuin--en-parkmachines

www.stad-en-groen.nl

37


Elaeagnus ebbingei

Elaeagnus: ouderwets? Elaeagnus of olijfwilg is als een oud omaatje: beetje ouderwets, maar daarom niet minder populair Elaeagnus heeft een beetje een ouderwets imago, maar is toch enorm populair. En niet voor niets; hij is goed winterhard, vaak wintergroen en verdraagt ook nog zoute wind. En met een toegift in de vorm van geurende bloemen en eetbare vruchten kan niemand Elaeagnus negeren. Desondanks zijn veel soorten niet erg opvallend. En er is een keerzijde. De bontbladige cultivars zijn berucht om het produceren van groenbladige takken, terwijl groenbladige Elaeagnus vaak wat saai wordt gevonden. Een overzicht van het sortiment. Auteur: Ronald Houtman

38

7/2019

Vooral voor toepassing in de openbare ruimte is Elaeagnus populair. Hierbij gaat het dan voornamelijk om E. ebbingei. Deze hybride heeft vele voordelen, maar het feit dat veel mensen geen plant in hun tuin willen die in plantsoenen staat, heeft het imago van het gehele geslacht beïnvloed. In oudere particuliere tuinen is nogal eens de bontbladige cultivar E. pungens ‘Maculata’ aangeplant. In sommige gevallen is vrijwel de gehele struik groenbladig geworden. Deze plant heeft hierdoor een beetje een jarenzeventig-imago gekregen. Deze voorbeelden zijn natuurlijk wat overdreven, maar helaas schuilt er wel een kern van waarheid in. Ten onrechte. Het is al vreemd dat het imago van één soort op het hele geslacht geprojecteerd wordt, zoals bij E. ebbingei. Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met de kennis van het sortiment bij degenen die dergelijke meningen ventileren. Ook is het vreemd dat juist het ‘saaie’ van deze plant steeds wordt benadrukt, terwijl E. ebbingei veel goede eigenschappen heeft. En wat betreft de bontbladige cultivars van E. pungens: er zijn voldoende bontbladige cultivars die wel stabiel zijn. Naast deze twee vaandeldragers van het geslacht is er ook een aantal bladverliezende

soorten. Ook hierover bestaan weer de nodige vooroordelen. De verschillende bladverliezende soorten hebben een beetje de naam dat ze alleen maar goed zijn om als onderstam te dienen. Ook dit doet geen recht aan de schoonheid en gebruikswaarde van deze planten. Daarbij zijn de bladverliezende soorten vrijwel bodemvaag en zeer winterhard. Kortom, Elaeagnus biedt een grote variatie en is bovendien een prima plant ter bevordering van biodiversiteit. Familie van… Elaeagnus behoort tot de Elaeagnaceae. Deze familie bestaat uit slechts drie geslachten. Na Elaeagnus is Hippophae het bekendste familielid. De bekendste soort, H. Rhamnoides, is de bij ons inheemse duindoorn. Het is een grote struik tot kleine boom met smal, opvallend grijs blad. Hippophae verschilt van Elaeagnus doordat de planten tweehuizig zijn en de bloemen eenslachtig. Enkele uitzonderingen daargelaten, is Elaeagnus eenhuizig met tweeslachtige bloemen. De vrouwelijke planten van Hippophae kunnen, na bestuiving door mannelijke planten, mooie oranje vruchten dragen. Deze vruchten zijn na bewerken geschikt voor


10 min. leestijd

SORTIMENT consumptie. Ten tijde van de Koude Oorlog was het één van de vruchten die de mensen achter het IJzeren Gordijn van vitamine C voorzag. Maar ook nu is het weer populair om de vruchten van Hippophae te gebruiken in gelei, jam, kwark, vruchtensap en likeur. Minder bekend is het geslacht Shepherdia. Dit geslacht telt slechts drie soorten, die allemaal in Noord-Amerika voorkomen. Oppervlakkig gezien lijken ze sterk op Elaeagnus, maar de bladeren staan bij Shepherdia steeds tegenover elkaar, terwijl ze bij Elaeagnus verspreid staan. Ook de vruchten van Shepherdia zijn geschikt voor consumptie. Elaeagnus bestaat uit circa veertig soorten, die voornamelijk in Azië voorkomen. In Europa komt slechts één soort (verwilderd) voor: E. angustifolia. Ook Noord-Amerika moet het met één wilde soort doen: E. commutata. Naast de soorten zijn er enkele hybriden, waarvan E. ebbingei de bekendste is. Het relatief kleine aantal cultivars komt vooral voort uit deze hybride en uit E. pungens. De Nederlandse naam van Elaeagnus is olijfwilg. Het eerste deel van de geslachtsnaam komt van het Griekse elaia, wat olijf betekent. Dit slaat op de uiterlijke gelijkenis van de vruchten van Elaeagnus angustifolia met olijven. Deze zelfde soort, E. angustifolia, heeft smalle bladeren die wel wat aan die van een wilg doen denken. Et voilà, daar is de Nederlandse naam. Bladverliezend De vier voor ons van belang zijnde bladverliezende soorten zijn wat minder bekend dan de wintergroene. Het zijn: Elaeagnus angustifolia, E. commutata, E. Multiflora en E. Umbellata. De olijfwilg, E. angustifolia, is de enige soort die in Europa voorkomt, maar van oorsprong is deze soort niet inheems. E. angustifolia komt van origine uit Centraal-Azië. Al sinds de 16e eeuw is de olijfwilg in Europa in cultuur en verwilderd in Zuidoost-Europa en het Middellandse Zeegebied. In de Verenigde Staten werd de plant ten tijde van de kolonisatie gebruikt om in drogere en warmere streken te worden aangeplant, enerzijds om voor schaduw te zorgen en andere beplanting mogelijk te maken, anderzijds om erosie te verhinderen. Ook in de Verenigde Staten is E. angustifolia verwilderd. Het is een forse struik tot kleine boom van circa 2 tot 5 m hoogte, aanvankelijk breed opgaand, later met een meer waaiervormige kroon. De met zilvergrijze schilfers bedekte takken zijn met doorns bezet. De bladeren zijn smal en lijken op wilgenbladeren (wat de Nederlandse naam olijfwilg verklaart). De bladkleur is enigs-

zins variabel en kan grijsgroen tot zilverachtig groengrijs zijn. In het late voorjaar verschijnen massa’s kleine, lichtgele, zoet geurende bloemen, die zeer goed door bijen worden bezocht. Ondanks de massa is de bloei niet opvallend. De eetbare vruchten zijn 1 tot 1,5 cm groot en eivormig. Ze zijn crème tot lichtgeel tot bleekoranje van kleur en bedekt met zilvergrijze schilfers. Lange tijd was er een plant in cultuur onder de naam E. angustifolia var. caspica. Deze variëteit blijkt echter niet in het wild voor te komen en men heeft er dus voor gekozen de plant een cultivarnaam te geven: E. ‘Quicksilver’. Deze plant heeft wat kortere en bredere bladeren dan E. angustifolia, maar met een intens zilvergrijze kleur. Van nature is het een grote struik tot kleine boom. Vooral op jonge leeftijd groeit ‘Quicksilver’ opvallend slank omhoog. Later zal de plant breder worden. Het is een groeikrachtige plant, die ook als kleine laanboom gekweekt kan worden. Elaeagnus commutata is de enige soort die van nature in Noord-Amerika voorkomt. Deze soort groeit beduidend compacter dan de andere soorten. Uiteindelijk wordt E. commutata slechts 1 tot 3 m hoog. De twijgen en takken zijn vrijwel ongedoornd. De bladeren zijn zilvergrijs van kleur, maar veel korter en breder dan bij E. angustifolia en typisch gegolfd. Ook de

bloei is vrijwel identiek aan E. angustifolia, maar de bloemetjes zijn crèmekleurig. Wel worden ze, net zoals bij E. angustifolia, zeer goed door bijen bevlogen. De vruchten zijn circa 1 cm groot en oranje tot lichtrood. Vanwege de kleine zilverkleurige schilfers op de vruchten wordt deze soort in de Verenigde Staten ‘Silverberry’ genoemd. De Oost-Aziatische Elaeagnus multiflora is gewoonlijk een struik, maar kan onder gunstige omstandigheden uitgroeien tot een kleine boom van een meter of zeven. In ons klimaat is E. multiflora bladverliezend. Groeiend in mildere streken zal deze soort halfbladverliezend of zelfs bladhoudend zijn. De takken zijn vrijwel doornloos. De bladeren zijn ovaal, licht gegolfd en tot 10 cm lang. Hoewel ook de bladeren met kleine schilfers zijn bedekt, zijn ze donkergroen. Qua bloemen en vruchten verschilt E. multiflora weinig van E. angustifolia en E. commutata. De vruchten zijn zo’n 1 cm groot en lichtrood. Elaeagnus umbellata is eveneens een Aziatische soort. Het is een forse struik tot kleine boom die meer dan 8 m hoog kan worden. De takken zijn gewoonlijk gedoornd, de bladeren zijn smal elliptisch en donkergroen. De plant bloeit in het late voorjaar met crèmekleurige tot groenwitte bloemen. Deze geuren zoet en sterk. De vruchten zijn eivormig en lichtrood tot rood. Er zijn diverse in de natuur voorkomende variëteiten,

Elaeagnus ebbingei 'Moonlight'

www.stad-en-groen.nl

39


Elaeagnus pungens 'Frederici'

Elaeagnus ebbingei 'Coastal Gold'

die slechts in detail van elkaar verschillen. De kleine verschillen zitten vooral in bladvorm en -grootte. Wetenschappelijke inzichten geven soms de doorslag bij de vraag of een plant als aparte soort of als variëteit moet worden beschouwd. Maar wetenschappers zijn het ook niet altijd met elkaars inzichten eens. Zo wordt E. parvifolia soms als aparte soort beschouwd en soms als variëteit van E. umbellata. Bladhoudend De twee voornaamste bladhoudende Elaeagnus zijn E. ebbingei en E. pungens. In tegenstelling tot de bladverliezende soorten bloeien de bladhoudende soorten omstreeks oktober. Bij beide planten zijn de bloemen crèmekleurig tot beige-geel. Ze worden gevolgd door bruine ovale vruchten, die later rood kleuren. De vruchten rijpen na de winter, omstreeks april-mei. Een derde soort, E. macrophylla, is niet of nauwelijks meer in cultuur. Dit is één van de ouders waaruit E. ebbingei ontstaan is. Maar omdat E. ebbingei beter winterhard is en min of meer dezelfde sier- en gebruikswaarde heeft, heeft het geen zin om E. macrophylla nog te kweken. Elaeagnus pungens De Japanse soort E. pungens is een dichtvertakte, sterk bedoornde struik die in de natuur zo’n 4 m hoog kan worden. Bij ons in cultuur wordt deze soort echter niet veel hoger dan een meter of twee. De lichtbruine twijgen zijn met kleine zilverachtige schilfers bezet. De donkergroene, glimmende bladeren zijn elliptisch en hebben een opvallend gegolfde bladrand, wat de plant een aparte textuur geeft. De onderkant van de bladeren is zilvergrijs. Qua sier- en gebruikswaarde moet E. pungens

40

7/2019

het hebben van de dichtvertakte, compacte groeiwijze en de mooie gegolfde bladeren. En hoewel E. pungens erg mooi is en prima geschikt als vulheester in groenstroken of als defensieve beplanting, zijn de bontbladige cultivars veel bekender. De bladeren van ‘Maculata’ zijn donkergroen met een groot geel centrum. ‘Maculata’ wordt veel gekweekt en toegepast, maar het is ook de cultivar die het beruchtst is vanwege ‘teruglopen’. Er worden veel groenbladige takken gevormd. Deze takken moeten in een zo vroeg mogelijk stadium worden weggenomen; anders zal de gehele plant op een gegeven moment groenbladig zijn. De groenbladige takken – met meer bladgroen – zijn nu eenmaal sterker dan de bontbladige. Als de groenbladige takken consequent worden verwijderd, is ‘Maculata’ een prima cultivar. De blaElaeagnus angustifolia

Elaeagnus pungens 'Hosoba-fukurin'

deren van een andere oude cultivar, ‘Frederici’, hebben een bleekgeel centrum. ‘Frederici’ is iets stabieler dan ‘Maculata’, maar vormt ook nog regelmatig groenbladige takken. Er is ook een aantal cultivars van E. pungens met geelgerande bladeren. Deze hebben minder last van teruglopen dan de cultivars met bladeren met een geel centrum. De twee bekendste zijn ‘Dicksonii’ en ‘Goldrim’. Eerstgenoemde is een wat steiler opgaand groeiende plant, die zo’n 2,5 m hoog wordt. Hoewel de bladeren niet snel teruglopen, heeft ‘Dicksonii’ wel de neiging om takken met geheel gele bladeren te vormen. Deze zijn gevoelig voor zonnebrand, wat natuurlijk ook een ontsierend effect geeft. ‘Goldrim’ is een zeer stabiele cultivar met een vrij sterke groei, die meer dan 3 m hoog kan worden. Rond de jaren tachtig van de vorige


SORTIMENT eeuw werd uit Japan de bontbladige ‘Hosobafukurin’ in Europa ingevoerd. De bladeren van deze Japanse cultivar zijn wat langer en smaller en zijn donkergroen met een smalle gele rand. Ze hebben een mooi gegolfde bladrand. ‘Hosoba-fukurin’ is nog niet op grote schaal in cultuur, maar deze cultivar is zeker de moeite van het proberen waard. Elaeagnus ebbingei De hybride Elaeagnus ebbingei werd in 1938 door S.G.A. (Albert) Doorenbos gevonden. Er werden twee zaailingen van E. macrophylla verspreid. De planten waren bestoven door E. pungens. De zaailingen verschilden slechts in detail van elkaar, maar toch voldoende om (pas in 1976) benaamd te worden. De grootbladigste werd ‘Albert Doorenbos’ genoemd, de andere ‘The Hague’. De verschillen zijn echter zo moeilijk te zien, dat de planten in de praktijk gewoon als E. ebbingei worden gekweekt en toegepast. Het is een forse struik, die meer dan 3 m hoog en breed kan worden. De takken zijn lichtbruin

en iets gedoornd. De vrij grote bladeren zijn glimmend donkergroen. Over het algemeen zijn het gezonde struiken. Soms laten de planten echter in het late voorjaar de bladeren wat hangen en worden ze wat dof. De ‘gewone’ groenbladige variant wordt zeer veel gekweekt en toegepast. Naast het origineel zijn er enkele groenbladige cultivars op de markt. Zoals de naam al doet vermoeden, groeit ‘Compacta’ duidelijk compacter dan E. ebbingei. De naam doet ook vermoeden dat het hier om een oude cultivar gaat. Maar waarschijnlijk is deze naam recent (in Italië) aan een compactere vorm gegeven, wat de naam ongeldig maakt, want Latijnse cultivarnamen mogen niet, hoe toepasselijk ze ook zijn. Een andere cultivar met een duidelijk compactere groei is ‘Bokraglory’ (Green Glory). De bladeren van deze cultivar zijn iets sterker gegolfd en iets meer grijsgroen dan bij E. ebbingei. Waarschijnlijk is hij ontstaan door terugkruising met E. pungens. De compactere cultivars zijn bij uitstek geschikt voor toepassing in de

openbare ruimte. Een aantal bontbladige cultivars mag zich in eenzelfde populariteit verheugen. Net als bij E. pungens is ook bij E. ebbingei de bekendste bontbladige cultivar zeker niet de beste. ‘Limelight’ heeft glimmend donkergroen blad met een grote goudgele vlek in het centrum. Net als E. pungens ‘Maculata’ heeft ‘Limelight’ sterk de neiging om groenbladige takken te vormen. ‘Lemon Ice’ is ontstaan als mutant in ‘Limelight’. Het is een iets compactere struik met een lichtgeel centrum in het blad. Ook het blad van de relatief onbekende ‘Moonlight’ heeft een lichtgeel centrum, maar is nog iets groener dan ‘Lemon Ice’. Beide zijn mooie alternatieven voor ‘Limelight’, maar ze worden slechts mondjesmaat gekweekt, als ze überhaupt nog worden gekweekt. Er worden ook steeds weer lookalikes van ‘Limelight’ geïntroduceerd, waarbij meestal wordt vermeld dat deze stabieler zijn, maar uiteindelijk blijkt steeds weer dat ook deze cultivars teruglopen. Dit neemt natuurlijk niet

Elaeagnus 'Quicksilver'

www.stad-en-groen.nl

41


RootBlock

®

HDPE 1 en 2 mm Wortelweringswand

Hoogste kwaliteit weringswand van HDPE

¡ Bescherming van kabels, leidingen, riolering en fundering ¡ Economisch en duurzaam ¡ 100% recyclebaar

¡ Ondoordringbaar voor boom- en bamboewortels ¡ Waterdicht ¡ Flexibel Ook in Bio Based leverbaar

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu


SORTIMENT

Elaeagnus angustifolia

weg dat het heel fraaie planten kunnen zijn. De twee belangrijkste zijn ‘Coastal Gold’ en ‘Lannou’. Laatstgenoemde wordt verkocht onder de handelsnamen Eleador en Gold Splash. Met name ‘Coastal Gold’ verschilt van ‘Limelight’ door een wat smallere groei en een meer zilvergrijze onderzijde van het blad. Ook ‘Bridouze’ (Copacabana) kan worden gerekend tot de lookalikes van ‘Limelight’. En ook voor deze relatieve nieuweling geldt: eerst zien dat de plant stabiel is, dan pas geloven! De wat nieuwere ‘Abrela’ (Maryline) heeft slechts smalle groene randen aan de gele bladeren. De bladeren zijn opvallend gegolfd, waarschijnlijk het resultaat van terugkruisen met E. pungens. Het is een leuke en vooral opvallende aanvulling op het sortiment. Waarschijnlijk is ‘Gilt Edge’ de beste cultivar

van E. ebbingei. De donkergroene bladeren zijn goudgeel gerand. Het is een zeer stabiele cultivar. De nieuwere Franse cultivars ‘Viveleg’ en ‘Cherbourg’ lijken sterk op ‘Gilt Edge’. ‘Viveleg’ heeft wat breder blad; ‘Cherbourg’ vormt vrij veel bladeren die voor de helft of helemaal geel zijn, waardoor de plant een duidelijk ‘gelere’ uitstraling heeft. De oude cultivar ‘Variegata’ heeft zeer smalle crèmekleurige bladranden. De cultivar is vrijwel verdwenen uit cultuur, mede omdat ‘Gilt Edge’ en ‘Viveleg’ veel beter zijn. Gebruikswaarde Elaeagnus is vrijwel bodemvaag en zal gedijen op iedere grondsoort; alleen op zware kleigrond zullen de planten minder goed groeien. Overigens zijn de bladverliezende soorten gemakkelijker dan de bladhoudende. Elaeagnus

groeit zowel in de schaduw als in de volle zon goed. Een belangrijke positieve eigenschap van wintergroene Elaeagnus is dat ze zeer windresistent zijn en dat ook zeewind uitstekend wordt verdragen. Hierdoor is het een van de weinige wintergroene planten die tot dicht bij de kust kunnen worden toegepast. Ook de bladverliezende E. angustifolia en E. ‘Quicksilver’ zijn bijzonder zeewindresistent. De bladverliezende en de bladhoudende soorten zijn niet alleen heel verschillend, ook de toepassingsmogelijkheden verschillen. Bij E. angustifolia, E. commutata en E. ‘Quicksilver’ vormen de zilvergrijze bladeren de voornaamste sierwaarde. Deze planten kunnen dus prima als accentstruik worden toegepast. Door de rustige bladkleur passen deze struiken in een breed scala van ontwerpen, niet alleen in de openbare ruimte, maar ook in particuliere tuinen. Vooral ‘Quicksilver’ kan een echte blikvanger zijn. De andere twee bladverliezende soorten, E. multiflora en E. umbellata, kunnen zonder problemen in het openbaar groen worden toegepast, maar ze missen sierwaarde om in de particuliere tuin de show te stelen. Dat het goede drachtplanten zijn, is natuurlijk wel een positieve eigenschap. De vruchten hebben wel een zekere sierwaarde en het zijn prima planten om voor groenschermen met een gemengde beplanting toe te passen. Daarbij zijn de vruchten eetbaar en kunnen ze verwerkt worden in jam of gelei. De wintergroene E. ebbingei en E. pungens lenen zich prima om in groenschermen, als defensieve beplanting of als haag toe te passen. De bontbladige cultivars zijn hiervoor minder geschikt, vooral als het planten betreft met een bont centrum in het blad. Deze zijn minder stabiel en het vergt simpelweg te veel onderhoud om deze planten bont te houden. De planten met gele bladranden zijn hiervoor geschikter, maar over het algemeen worden deze geelbonte planten weinig in het openbaar groen toegepast. Toepassing als haag is uiteraard zeer smaakgevoelig en in praktijk zal hiervoor voornamelijk E. ebbingei: worden gebruikt. Maar de bontbladige planten zijn natuurlijk bij uitstek geschikt voor toepassing in particuliere tuinen.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31320/elaeagnus-ouderwets

www.stad-en-groen.nl

43


MAKITA MAKITA MAKITA ACCU ACCU ACCU BEWEZEN BEWEZEN BEWEZEN TECHNIEK TECHNIEK TECHNIEK DEDE DE

s Sinds 2006 2006 zijnSinds erzijn in Nederland 2006 er in Nederland zijn er ruim in Nederland 1ruim miljoen 1 miljoen 18V ruimLXT 118V miljoen accu’s LXT accu’s 18V aangeschaft. LXT aangeschaft. accu’s Deaangeschaft. bouw De bouw vertrouwt vertrouwt De bouw op Makita vertrouwt op Makitaop Makita gereedschap accugereedschap accugereedschap vanwege vanwege de bewezen de vanwege bewezen kwaliteit de kwaliteit bewezen en uitwisselbaarheid en kwaliteit uitwisselbaarheid en uitwisselbaarheid van devan accu. de accu. Inmiddels vanInmiddels de accu. heeftInmiddels heeft MakitaMakita ook heeft ook Makita ook krachtige een krachtige lijn een 2x18V krachtige lijn 2x18V accugereedschap lijn accugereedschap 2x18V accugereedschap voor de voor groensector de groensector voor de ontwikkeld. groensector ontwikkeld. Metontwikkeld. precies Met precies dezelfde Metdezelfde precies accu die accu dezelfde opdie je op accu je die op je machine boormachine ofboormachine cirkelzaag of cirkelzaag past. of cirkelzaag Vertrouw past. Vertrouw ook past.inVertrouw ook tuininentuin park ook enop in park tuin deop voordelen endepark voordelen opvan dede voordelen van Makita de Makita accu. van de accu. Makita accu. opKijk tuin.makita.nl op tuin.makita.nl Kijk open tuin.makita.nl vraag en vraag een demonstratie een en vraag demonstratie eenaan demonstratie ofaan komofnaar kom aan onze naar of stand kom onzenaar stand in hal onze in 6, hal nummer stand 6, nummer in 6.18. hal 6,6.18. nummer 6.18.

Makita De Makita accu. Deaccu. Daar Makita Daar krijg accu. krijg je energie Daar je energie krijg van.jevan. energie van.

Makita Makita Nederland Nederland Makita B.V.,Nederland Park B.V.,Forum ParkB.V., Forum 1101, Park 1101, 5657 Forum 5657 HK 1101, Eindhoven, HK Eindhoven, 5657Tel. HK 040 Eindhoven, Tel.- 040 206 -40 206 Tel. 40,040 40 info@makita.nl 40, - 206 info@makita.nl 40 40, info@makita.

Makita, Makita, wereldwijd wereldwijd leider leider in accugereedschap in accugereedschap met 200 metmachines 200 met machines op de op 18de V 18 LXTop Vaccu LXT accu Makita, wereldwijd leider in accugereedschap 200 machines de 18 V LXT acc


Tien domme vragen over de omgevingswet Begin 2021 moet de vernieuwde Omgevingswet ingaan. Een grootschalige bundeling van wetten om het beleid in de fysieke leefomgeving eenvoudiger en lokaler te laten verlopen. Vakblad Stad en Groen beantwoordt tien ‘domme’ vragen over deze verandering.

Auteur: Willemijn van Iersel

1. Die nieuwe omgevingswet,

wat is het eigenlijk? Het omgevingsrecht bestaat nu uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Al deze verschillende regelingen en wetten hebben hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen. Dit maakt de wetgeving onnodig ingewikkeld. Al het omgevingsrecht wordt gebundeld in één wet: De omgevingswet. We gaan van 26 wetten naar 1, van 5000 wetsartikelen naar 350, van 120 ministeriele regelingen naar 10, van 120 AMVB’s naar 4. De wet moet het ook mogelijk maken om lokale problemen, lokaal op te gaan lossen.

2. Wat is het doel?

Kort gezegd is het doel om het omgevingsrecht te vereenvoudigen en te bundelen in één wet. Zo moet het geheel inzichtelijker, meer voor-

spelbaar en gemakkelijker worden. Ook moet er meer ruimte komen voor lokale afwegingen bij het inrichten van de leefomgeving.

3. Waar gaat de Omgevingswet over?

De omgevingswet gaat over alle plannen in de fysieke leefomgeving. Dus over alle bouwwerken, water, lucht, bodem en wegen, maar ook over de natuur en de openbare groene ruimte.

4.

Wie krijgt er mee te maken? Iedereen. Gemeenten, burgers en bedrijven.

5. Wanneer gaat het in?

Uitgangspunt is dat de nieuwe omgevingswet per januari 2021 in werking treedt.

.nl

cu

www.stad-en-groen.nl

45


De waarde van

puur groen!

EĂŠn met de natuur, in alles wat we doen. Genieten van geweldig groen is de missie waar onze

buurtbewoners. En dit komt de gezondheid van

vakmensen dagelijks mee bezig zijn. Niet alleen vanwege

elke persoon alleen maar ten goede. Of het nu

de decoratieve functie, maar des te meer voor de postieve

gaat om de aanleg van een nieuwe wijk, een fijn

effecten op gezondheid en het sociale aspect. Wist je

park, gemeentelijk groen of een buurtinitiatief, wij

bijvoorbeeld dat groen zorgt voor stressvermindering

realiseren het! Wij werken het allerliefst circulair,

en meer sociale interactie? Een groene omgeving is

dus zonder afval en met zoveel mogelijk hergebruik.

aantrekkelijk en nodigt uit om naar buiten te gaan en

Waar geen hergebruik mogelijk is, passen we uiteraard

actief bezig te zijn. Daarnaast gedragen mensen zich

duurzaam materiaal toe. Op deze manier dragen

socialer in een groene omgeving. Hierdoor versterkt

we ons steentje bij aan de Global Goals. Samen

de verbondenheid die men voelt met bijvoorbeeld

werken we aan een groene toekomst voor iedereen!

snoekpuurgroen.nl


ACTUEEL

6.

Wat is een Omgevingsvisie? De Omgevingsvisie is een van de instrumenten van de Omgevingswet. Hierin wordt het beleid van de gehele fysieke leefomgeving in hoofd­ lijnen omschreven in één strategische visie. De Omgevingsvisie is er in meerdere lagen. Zo is er de nationale omgevingsvisie, afgekort: Novi. Verder is er ook de Povi en de Govi. Op gemeentelijk en provinciaal niveau.

Hierin wordt het beleid van de gehele fysieke leefomgeving in hoofdlijnen omschreven in één strategische visie

7.

Moet ik dan nu aan de slag? Rijksoverheid, provincies en gemeenten zijn al druk bezig met de Omgevingswet. Opdrachtgevers, adviseurs en aannemers zullen in 2021, na de inwerkingtreding, moeten gaan volgen. Uiteraard is het verstandig om voorbereid te zijn.

8.

Wat gaat dit voor mij betekenen? Wat deze wetswijziging voor u gaat betekenen is lastig uit te leggen met deze tien domme vragen. Het is een zeer massale bundeling van al

het omgevingsrecht. Grofweg betekent het voor gemeenten en andere decentrale overheden dat zij lokaler en sneller kunnen gaan werken. Voor bedrijven biedt de wet meer ruimte voor innovatie en ideeën, doordat er meer algemene regels komen in plaats van talloze verregaande vergunningen en beschrijvingen. Zo moet het doel voorop staan en niet het middel om er te komen. De houding bij de beoordeling van plannen is dan ook een ‘ja, mits’ in plaats van een ‘nee, tenzij’.

belanghebbende te zijn in het bestuursrecht valt er niets te beginnen tegen een besluit van een bestuursorgaan. We zullen hier niet behandelen wanneer je een belanghebbende bent. Van belang is dat de bestuursrechtelijke rechtsbescherming wordt verkleind voor bijvoorbeeld organisaties of stichtingen die in het algemeen belang opereren. Dit maakt dat wijzigingen in de fysieke leefomgeving sneller kunnen worden doorgevoerd.

9.

De omgevingswet moet het mogelijk maken om sneller én lokaler te kunnen gaan werken

Zijn er al problemen of nadelen? Zoals bij iedere grootschalige wetswijziging zijn er al enkele problemen. Zo heeft Wageningen University en Research geconcludeerd dat de Omgevingswet op gespannen voet staat met het Europese Landschapsverdrag. Verder is volgens het onderzoeksrapport nog onduidelijk of de nieuwe wetgeving tot betere besluitvorming zal leiden voor de dossiers natuur en landschap. Door de omgevingswet is er immers geen landelijk kader meer voor een integrale afweging (voordeel hiervan is dat je heel lokaal te werk kan gaan). Verder is het volgens de onderzoekers duidelijk dat de omzetting van oude naar nieuwe wetgeving niet geheel beleidsneutraal verloopt. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de bescherming van het nationaal natuurnetwerk minder sterk.

10. Waarom kunnen veranderingen

sneller verlopen? Zoals genoemd worden activiteiten meer gereguleerd via algemene regels in plaats van via toetsing en vergunningsverlening. De gang naar de rechter wordt hiermee verkleind voor burgers en milieuorganisaties. Want: in het bestuursrecht moet je belanghebbende zijn om bezwaar of beroep te kunnen maken. Zonder

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31344/tien-domme-vragen-over-de-omgevingswet

www.stad-en-groen.nl

47


Tielbürger Sales Office France-Benelux D.B. van der Horst B.V.

..

Tielburger Veegmachines Onkruidborstelmachines Hooggrasmaaiers Versnipperaars Verticuteermachines Motormaaiers Aanbouwwerktuigen voor - zitmaaiers - quads & atv’s - tweewielige trekkers

WWW.DONATVANDERHORST.NL T. +31 (0) 316 26 16 73

info@donatvanderhorst.nl

Alle producten van Tielbürger voldoen aan de CE-normen

MADE IN GERMANY Levering uitsluitend door geselecteerde en geschoolde vak handelaren.

Beste combinatie voor de aanleg van een gazon of plantvak

Zonder toepassing DCM VIVIMUS® en DCM ACTIVATOR

NIEUW, NU IN MINIGRAN®

• Bodemverbetering en voeding • Rijk aan organische stof • Met lavameel, van nature rijk aan sporenelementen • Bevat nuttige bacteriën

Met toepassing DCM VIVIMUS® en DCM ACTIVATOR Ad_Bodenakt_Vivimus.indd 1

DCM Nederland BV • Valkenburgseweg 62a • 2223 KE Katwijk • Nederland • Tel: +31 (0)71 401 88 44 • info@dcm-info.nl

www.dcm-info.nl

3/09/19 13:03


COLUMN

Het goede aan een crisis als deze is mijns inziens dat we eindelijk met de neus op de feiten worden gedrukt Lodewijk Hoekstra

Blij met de crisis? Ze zeggen weleens: never waste a good crisis. Een crisis is juist nodig om tot verandering te komen. Zo weten we onderhand dat onze biodiversiteit steeds meer onder druk komt te staan. Dit is natuurlijk afschuwelijk. De gevolgen hiervan zijn niet te overzien. Toch gaat deze ontwikkeling te langzaam om als een acute crisis te worden beschouwd. Daarom haalt ze nauwelijks de media en voelt de politiek geen urgentie om er iets aan te doen. Hoe anders is dat met de 'stikstofcrisis'. Sinds is besloten dat er een norm moet worden gehandhaafd en economische ontwikkelingen in het gedrang komen, buitelen politici, media en andere belanghebbenden over elkaar heen. Het probleem is, zo lijkt het, ook niet zozeer de stikstof of de verwoestende impact daarvan op de natuur, maar meer het feit dat we niet meer ongegeneerd kunnen bouwen, telen, rijden en uitstoten onder het mom van economische groei. Een andere crisis die veel aandacht krijgt, betreft de recente normen rondom PFAShoudende grond. Ineens kunnen we niet meer zomaar grond verplaatsen van het ene naar het andere project. Ook hierdoor komen bouwprojecten en andere ontwikkelingen stil te liggen en komt de heilige economische groei in het gedrang. Het goede aan een crisis als deze is mijns inziens dat we eindelijk met de neus op de feiten worden gedrukt, namelijk dat er echt iets moet veranderen aan de wijze waarop we met elkaar en de planeet omgaan. Als je weet dat alles op aarde met elkaar in verbinding

staat en dat het in feite gaat om de natuurlijke balans van ecosystemen, dan kun je op je klompen aanvoelen dat ons huidige menselijke handelen wel moet leiden tot de ene crisis na de andere. Maar waarom zou je telkens een volgende crisis riskeren, in plaats na te denken over de vraag hoe je kunt sturen op kwaliteit en waardecreatie door natuur als uitgangspunt te nemen? Zo is het hebben van een boerenbedrijf naast een natuurgebied helemaal geen probleem en het bouwen van een woonwijk ook niet, als je bijvoorbeeld kijkt naar stikstofuitstoot. Het is namelijk heel goed mogelijk om per saldo meer stikstof te binden wanneer de boer anders gaat boeren, namelijk circulair en natuurinclusief. Datzelfde geldt voor de ontwikkelaar van woonwijken die door de commissie Remkes wordt geadviseerd modulair, energieneutraal, circulair en natuurinclusief te bouwen en beter gebruik te maken van innovatieve technieken en materialen. Met de juiste gebiedsgerichte aanpak en een integrale duurzame visie kun je zelfs aantoonbaar bijdragen aan een oplossing door stikstof te binden. Maar dan richten we ons weer alleen maar op dit ene punt, terwijl er zoveel andere zaken spelen. Je wilt nu juist af van impulsief ingegeven symptoombestrijding en werken aan meervoudige waardecreatie; anders verhelpen we het ene probleem en creëren we het volgende. Zo is ‘nul op de meter’ de nieuwe standaard in de nieuwbouw, mede ingegeven door de

NL Greenlabel

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31315/blij-metde-crisis crisis op het gebied van energie. Maar zaken als ecologie en gezondheid krijgen vervolgens nauwelijks aandacht, waardoor woonwijken in feite helemaal niet duurzaam zijn en onze problemen alleen nog maar vergroten. Hetzelfde geldt voor de bekende hittestress en wateroverlast, waarbij we weer pleisters gaan plakken, terwijl deze problemen makkelijk aan de voorkant voorkomen hadden kunnen worden. Als je natuur, landschap en de mens boven geld en bouwen stelt, krijg je vanzelf heel andere projecten, die niet alleen economisch gewin opleveren, maar ook antwoord geven op andere belangrijke vraagstukken in de wereld. Zo kun je wat ons betreft prima buiten de lijntjes bouwen als je daarmee een positieve bijdrage levert aan klimaat, biodiversiteit, lokale economie en landschap. Gelukkig zijn de Nationale Omgevingsvisie en de Omgevingswet in aantocht, maar de implementatie daarvan is voor veel gemeenten en provincies lastig. Zelf denk ik dat dit wel meevalt. Je komt naar mijn idee al een heel eind als je met gezond verstand nadenkt over de vraag hoe je samen kunt komen tot een gezonde, groene en duurzame leefomgeving. Ook zijn er tegenwoordig tools die kunnen helpen om de opgave integraal meetbaar te maken en zelfs te koppelen aan de internationale sustainable development goals van de Verenigde Naties. Zo worden ambities ook werkelijkheid. Ik ben heel benieuwd welke crisis zich als volgende aandient, maar liever denk ik samen met u na over het voorkomen ervan!

www.stad-en-groen.nl

23


Dit zijn ze: alle genomineerden voor De Gouden Gieter in de categorie Beste Product. Deze bedrijven zonden allemaal een product in dat volgens hen klimaatproblemen -droogte ĂŠn wateroverlast- het beste tegengaat. Een vakjury zal alle inzendingen beoordelen en tijdens de Vakbeurs Klimaat op donderdag 21 november in Houten zal de prijsuitreiking plaatsvinden.

Auteur Linde Kruese

Genomineerden Gouden Gieter 2019 ACO - SpongeTop De effecten van klimaatverandering zijn merkbaar. Er valt meer regen in korte tijd waardoor riolen de extreme waterhoeveelheden niet aankunnen. Bovendien zorgen de warmere zomers voor stedelijke opwarming, het zogeheten Urban Heat Island Effect. De ACO Spongetop is de klimaatrobuuste oplossing die wateroverlast voorkomt en verkoeling biedt op warme dagen. De Spongetop heeft een capillaire werking en vormt de basis voor een groendak. Doordat de Spongetop het hemelwater opneemt en vasthoudt komt er slechts een klein deel in vloeibare vorm van het dak af, waardoor de riolering wordt ontlast en wateroverlast wordt voorkomen. De sedum op de Spongetop zorgt voor de verdamping van het regenwater, hierdoor wordt stedelijke opwarming voorkomen. Bovendien is deze groene dakbedekking een belangrijke voedselvoorziening voor insecten die zorgt voor meer biodiversiteit in de stad.

ACO - SpongeTop 48

7/2019

Kortom, dankzij de SpongeTop wordt de riolering ontlast, voorkom je wateroverlast, zorg je voor meer biodiversiteit en verkoeling op warme dagen.

Amfibia Solutions Water Wall Het Water Wall concept laat op een creatieve en eenvoudige manier laat zien hoe maatregelen rondom waterbeheer, klimaat en ecologie in de stad aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Het draagt bij aan zichtbaarheid en kennis over klimaatadaptatie en geeft meer waarde aan het regenwater, zowel bij particuliere tuinen als in de openbare ruimte. Bij de woning op de foto is de regenpijp afgekoppeld en wordt het waardevolle regenwater gebufferd in het buizensysteem. Door gebruik te maken van hoge, blinde muren is er altijd voldoende druk om het regenwater slim te gebruiken en daarmee leidingwater te besparen. Er zijn diverse kraantjes gemonteerd op verschillende hoog-

tes, waardoor vele toepassingen mogelijk zijn. Klimplanten kunnen via de muur groeien zodat de Water Wall een aantrekkelijke, levende muur wordt.


9 min. leestijd

Agro de Arend - Lite-NET

Connected Green

Lite-Net is een product dat op een verantwoorde manier de nazorg biedt voor jonge bomen. Lite-Net is een bio-afbreekbaar net dat om de kluit van bomen of heesters wordt geplaatst. Het net neemt water op bij het watergeven en geeft dit af wanneer de boom of heester water nodig heeft. Lite-Net bestaat uit polymelkzuur (PLA), dat na vijf seizoenen afbreekt. Door Linenet te gebruiken is het minder vaak nodig om water te geven. Door het biologisch afbreekbare product te gebruiken gaan we verantwoordelijk om met de natuur. Lite-Net is ook te verkrijgen op rol en strips. De rollen zijn geschikt voor taluds, dijken, gazons, groendaken en sportvelden. De strips kunnen door de bodem gemengd worden en in plantenbakken worden toegepast, dit gaat tegelijkertijd verdichting tegen.

Connected Green helpt groenvoorzieners en opdrachtgevers om te besparen op watergift, projectbezoeken en inboet. Het systeem werkt met draadloze sensoren die op strategische plekken onzichtbaar in groenprojecten worden weggewerkt. Deze sensoren zijn verkrijgbaar in verschillende lengtes zodat het bodemvocht altijd wordt gemeten op worteldiepte.

Bera – Urbanscape Green Roll

Binnen Connected Green worden projecten aangemaakt (bijvoorbeeld per groenproject, straat/plein of wijk), die worden verdeeld in verschillende indicatiebomen, -bakken of -vakken met een sensor. De sensoren worden ingesteld op basis van de combinatie van grondsoort en boom/ plantsoort. Zowel medewerkers van de opdrachtgever als medewerkers van de groenvoorziener meekijken kunnen met de gegevens meekijken of alerts ontvangen. Dit geldt zowel voor te droge als te natte situaties. Connected Green biedt naast de optimalisatie van watergift ook in inzichten die helpen bij het verbeteren van groeiplaatsen. Tijdens de laatste zomers heeft het systeem zich in meer dan 200 projecten bewezen.

Urbanscape Green Roll is een product dat zorgt voor een extra wateropslag onder de grasmat. Urbanscape Green Roll is gemaakt van natuurlijk materiaal: gesteente waarvan lange vezels zijn vervaardigd. Deze vezels zorgen voor wateropslag, afgifte van water naar behoefte en ze reduceren het verdampen van water bij hoge temperaturen. Het systeem verbetert de wortelgroei, wat resulteert in een beter groeiende en sterker ontwikkelde plant. Urbanscape Green Rolls is ontworpen voor particuliere tuinen, sportvelden, bedrijven, begraafplaatsen en de openbare ruimte.

Covergreen - 30 x 30 plantenmat Groen in de tuin is een mooie en eenvoudige manier om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Maar daarbij komt ook onderhoud en soms een stuk kale grond kijken. Covergreen komt daarom met de oplossing: de plantenmat van 30x30 cm. Wel groen, geen onderhoud, met een ruime keuze aan beplanting. En de stoeptegel wordt erdoor vervangen. De plantenmatten vangen fijnstof en CO2 op en leveren er zuurstof voor terug. Een groene bodem kan water opvangen, waar het bij tegels en beton moet worden afgevoerd. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat voldoende groen de omgevingstemperatuur naar beneden kan brengen, juist in stedelijke gebieden. En: groene hoekjes zijn belangrijk voor de bijen, vlinders en vogels, die steeds minder leefruimte hebben in de stedelijke omgeving.

www.stad-en-groen.nl

49


Field Factors - Bluebloqs Met Bluebloqs wil Field Factors mensen bewust maken van de waarde van water; zoet water is de belangrijkste grondstof op aarde. Als het regent wil je niet dat het afvoert via het riool, maar dat het hergebruikt wordt op de plek waar het is gevallen. In het buitengebied regelt de natuur dat, in de stedelijke omgeving moeten we dat hergebruik van water organiseren. Bluebloqs is een technologie die geïnspireerd is op de natuur. Bluebloqs is een rainwater harvesting solution voor de bebouwde omgeving. Het waardevolle water blijft zo in de wijk. Bluebloqs is ruimtelijk inpasbaar waardoor plantenvakken een driedubbele functie krijgen: 1) Het maakt de stad groen 2) Het water blijft beschikbaar 3) Met zitranden om de Bluebloqs biofilter wordt er een aangename verblijfsplek gecreëerd

Altop Kunststoftechniek – Draintalent Draintalent meet neerslag, temperatuur en luchtvochtigheid met grote nauwkeurigheid. Het reageert daarmee autonoom op weersomstandig­ heden. Daarnaast houdt het systeem ook rekening met de zoninstraling en wind, die invloed hebben op de mate waarin de grond van nature droogt. Deze nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid zijn de basis van de goede werking. De benodigde sensoren, waaronder de regensensor en de conductiesensor, zijn door het team van Draintalent ontwikkeld. Het systeem bevochtigd de bodem van onder uit, waardoor een sproeiinstallatie overbodig wordt. Bovendien wordt de grond gelijkmatig behandeld, waardoor er geen verschillen ontstaan binnen het oppervlak. Het bevochtigen is dus effectiever en efficiënter. Het systeem verzamelt daarnaast cloud-based informatie. Hierdoor kunnen de instellingen continu worden verbeterd. Voortdurend wordt er met een team van engineers doorontwikkeld op zowel componentenbasis als softwarebasis. Er kunnen remote updates doorgevoerd worden om het proces constant te blijven verbeteren.

Dutch Power Company - Conver MC106 maaiverzamelboot De maaiverzamelboten van Conver zijn ontwikkeld om waterplanten en drijfvuil uit watergangen en meren te verwijderen. Niet alleen drijvende planten als Lemna (kroos) en Eichhornia crassipes (waterhyacinth), maar ook wortelende planten als Elodea (waterpest) kunnen worden geoogst. De Conver MC106 is met een laadcapaciteit van 18 m3 de grootste uit de serie maaiverzamelboten. Standaard uitgevoerd met een in hoogte verstelbare U-vormige maai-installatie met transportband naar het dek. Nieuw op de MC106 is de uitwisselbare voorzijde waarbij gekozen kan worden tussen de maai-verzamelinstallatie met transportband of een kraanponton. Hierdoor is de MC106 een hybride machine te noemen met multifunctionele inzetbaarheid.

50

7/2019


GreenMax - AquaBag

G.J. De Blois - Intelligente Peilgestuurde Drainage Met de X1-terrastegels van Tilesystems kiest men bewust voor een slimme, praktische en innovatieve oplossing voor uw duurzaam buitenterras of openbare ruimte. De combinatie van de beste keramische buitentegels, een drainerend systeem en unieke verbinding is revolutionair en nog nergens ter wereld vertoond. Het systeem is op een slimme wijze met elkaar verbonden. Hierdoor kunnen we stellen dat uw terras of openbare ruimte uiteindelijk één geheel zal gaan vormen. Omdat alle delen op

een eenvoudige wijze in elkaar geschoven worden, is de plaatsing gemakkelijk, snel en tegen relatief lage kosten te realiseren. Naast de aanlegvoordelen heeft het systeem de revolutionaire mogelijkheid om al het hemelwater zelf af te voeren tot zelfs 65 l/m2 per minuut. De X1 is voor elke tuin de enige klimaatadaptieve oplossing in de vorm van terrastegels die zelf 100% het water afvoeren. De terrastegel is door zijn dikke keramische toplaag krasvast, kleurvast en in diverse designs verkrijgbaar.

Bij jonge aanplant is het ontzettend belangrijk dat deze snel en goed aanslaan. Voorkom verdroging of overbewatering van nieuwe aangeplant met de Aquabag. De Aquabag is een soort druppelzak, met een inhoud van 75 liter. In zes tot tien uur zal deze rustig leegdruppelen rondom de stam van de boom of bij struiken. Dit voorkomt dat water wegloopt, de boom of struik heeft hierdoor rustig de tijd om het water op te nemen. De zak is eenvoudig rondom de boom te bevestigen door deze vast te ritsen. Het is ook mogelijk om meerdere Aquabags aan elkaar te ritsen. Vul de Aquabag één à twee keer per week met schoon water zodat de gaatjes niet verstopt raken. Bij angst voor schimmels of zuurstoftekort bij de stam/stamhals kan de zak ook om de boompaal aangebracht worden. Op deze manier druppelt het water alsnog bij de kluit maar de stam blijft vrij.

Water Innovation Consulting - Hemel(s)water Regen wordt nu door de waterschappen zo snel mogelijk naar zee afgevoerd zodat we droge voeten houden. Dit beleid staat onder druk nu zoet water schaars wordt. Maar ook door klimaatveranderingen. Lange droogte geeft zoutwaterintrusie dankzij zeespiegelstijging en hevige regenval leidt tot overlast door huidige rioolsystemen hier niet voor ontworpen zijn.

Het proces werkt op zwaartekracht en gebruikt geen chemicaliën. De regenval op het oppervlak van Nederlandse gebouwen is ongeveer gelijk aan de totale drinkwaterproductie van 1 miljard m3. Volledige toepassing van Hemel(s)water levert een significante bijdrage aan klimaatproof, naast meer groene gebieden en het onttegelen van tuinen. De technologie is ontwikkeld en gecertifieerd door Albert Jansen (WIC). Megens Installaties doet de constructie en installatie.

Hemel(s)water is een antwoord op deze uitdagingen. Door opvang van water van eigen dak en het water direct duurzaam te zuiveren met membranen worden alle water gebruiksmogelijkheden rond en in gebouwen haalbaar, van drink-, proces- tot gietwater.

www.stad-en-groen.nl

51


Hydrorock - Hydrorock infiltratieblokken Van de bodem zal in de toekomst steeds vaker verwacht worden dat deze flexibel inspeelt op de omstandigheden. Maar met een ondergrond die bestaat uit zand, klei of leem is dat eenvoudiger gezegd dan gedaan. Hydrorock probeert daar op in te spelen. De infiltratieblokken zijn gemaakt van steenwol dat is omhuld met een membraan van filter-

doek. Het materiaal bestaat uit gesponnen draden van het vulkanische gesteente basalt en bestaat voor 94% uit lucht. Daarmee hebben de blokken dus tot 94% capaciteit om water op te slaan. De blokken zijn licht van gewicht en eenvoudig in een sleuf te plaatsen, waarna ze het regenwater absorberen dat door de bodem zakt tijdens natte periodes. Tijdens periodes wanneer het droog is en de grond niet verzadigd is, scheiden de blokken het water vervolgens af, waardoor het in het natuurlijke systeem terechtkomt. Het vormt dus een oplossing voor piekbelasting.

Lageschaar Prairie Garden Het Prairie Garden beplantingssysteem van Lageschaar Vaste Planten is duurzaam en past goed binnen deze veranderende vereisten van de natuur. Prairie Garden is een stabiel systeem dat weinig tot geen onkruid toelaat. De bovenste acht centimeter wordt afgedekt met een speciaal samengesteld mengsel van lavagesteente. Dit lavagranulaat houdt kiemend onkruid grotendeels tegen en zorgt voor een goede waterhuishouding voor de planten. Het heeft een waterbergend vermogen waardoor een Prairie Garden goed bestand is tegen extreme hoosbuien en overvloedig water, en voorkomt

52

7/2019

uitdroging van de grond in droge periodes. Prairie Garden van Lageschaar is zeer geschikt voor gebruik in een klimaatbestendige tuin, heeft een natuurlijke uitstraling en een positief effect op de biodiversiteit. Met ruim dertig kant-en-klare vaste planten combinaties en keuze uit kleur, hoogte en bloeiperiode is Prairie Garden flexibel in te zetten en daarmee in elke ruimte en voor elke oppervlakte toepasbaar.

Joosten Ecodak Joosten Ecodak combineert blauwe en groene daken met groenconcepten op straatniveau. De afvoer van hemelwater wordt afgekoppeld van de riolering, regenwater wordt gebufferd op het dak en geĂŻnfiltreerd in groeiplaatsen voor bomen voor de deur. Welke functie een dak ook krijgt, ruimte voor de natuur, verstandig omgaan met hemelwater, opwekken van energie, tegengaan van opwarming van de aarde of extra vierkante meters; de duurzaamheid wordt niet alleen bepaald door de plantjes, maar juist door de gebruikte kunststoffen, een doordachte constructie en het waterbeheersysteem. De roots van Joosten Ecodak liggen in de kunststoffen en het watermanagement. Het bedrijf doet al jaren onderzoek naar de technische, ecologische en economische voordelen van ecodaken, onder meer in samenwerking met de TU/e. Het liefst schuift het team van Joosten Ecodak al in de ontwerpfase van het ecodak aan om samen met de opdrachtgever te komen tot een duurzaam, circulair en budgetverantwoord ontwerp.


Lapinus Rockwool Rockflow Rockflow is een innovatief watermanagementsysteem dat de neerslag van extreem zware regenbuien snel en effectief buffert om het daarna gedoseerd te infiltreren in de bodem of af te voeren naar het rioolsysteem. Dit is hoe Rockflow werkt:

MetroPolder - Polderdak Het Polderdak verandert een plat dak in een slimme waterberging. Het dak vangt de regen op in een krattensysteem op het dak. Slimme dakstuwen gebruiken weerdata en weersvoorspellingen om te bepalen of ze het water vasthouden of rustig afvoeren. Planten op het dak gebruiken het opgeslagen regenwater om te groeien en het dak te koelen. Het Polderdak vermindert hiermee wateroverlast, beperkt hittevorming en bespaart op drinkwatergebruik. En een gieter voor de planten heb je dus eigenlijk ook niet meer nodig. Het Polderdak kan toegepast worden in combinatie met een groendak, daktuin of zonnepanelen.

1. Modulaire Rockflow elementen worden aangebracht onder het maaiveld. 2. Een buizensysteem brengt het hemelwater snel in het Rockflow pakket. 3. De holle ruimte tussen de steenwol vezels wordt vervolgens geheel gevuld met water. De Rockflow elementen kunnen tot 95% van hun volume aan water opnemen. 4. Terwijl de Rockflow elementen van onderaf gevuld worden met water, wordt de lucht bovenin via het ontluchtingskanaal verdreven. Zo kan de buffer zich altijd snel genoeg vullen. 5. Het systeem kan zo worden ingericht dat het volume binnen 24 uur weer volledig beschikbaar is. Dat kan via infiltratie, vrije uitloop of een combinatie van beide. Zo zorgt Rockflow voor een natuurlijke vertraging van het regenwater.

www.stad-en-groen.nl

53


Ploegmakers – Miscanthus mulch

Raingo – Regenwaterplan

Mulchen verbetert de bodemstructuur doordat het de mulchlaag verwerkt wordt tot een luchtigere bodem. Dit is op zich niets nieuws. De oplossing van Ploegmakers zit hem in het feit dat er gebruik wordt gemaakt van Miscanthus (olifantsgras). Miscanthus is een gewas dat op riet lijkt en razendsnel groeit, hetzit boordevol vezels, waardoor het een positieve uitwerking heeft op de bodemgesteldheid en de zuurgraad van de grond. Miscanthus mulch is een effectieve onkruidbestrijder en resulteert in een laag uitvalpercentage in nieuwe plantvakken. De teelt van Miscanthus vermindert op verschillende manieren de uitstoot van broeikasgassen. Voor het telen van olifantsgras is namelijk geen kunstbemesting nodig. Het gehakselde olifantsgras kan lokaal worden geteeld en geoogst, wat CO2-uitstoot van transport beperkt. Daarnaast geeft Miscanthus vier keer zoveel CO2 op als een groot bos. De resten van de mulch van olifantsgras blijven tot drie jaar na het aanbrengen aanwezig.

Raingo gelooft dat droogte en piekbuien kansen bieden om de leefomgeving prettiger te maken. Het bedrijf wil regenwater niet langer bestempelen als afval, maar als waardevolle grondstof. Een goede eerste stap is dan ook om alle regenpijpen los te koppelen. Maar volgens het bedrijf ben je er hiermee niet. Ook dit kan problemen in in de tuin en in wijken gaan opleveren door toenemende piekbuien. Oplossing hiervoor is een Regenwaterplan voor iedere tuin. In een regenwaterplan wordt inzichtelijk welke oplossingen er zijn om piekbuien het hoofd te bieden. Raingo berekent door middel van dakoppervlakte, tuinoppervlakte, grondsoort, riolering, situatie buren, verstening, percentage groen, grondwaterstand en andere indicatoren hoe groot de opslagbuffer in de tuin moet zijn. Een persoonlijk gesprek op locatie, een analyse van de technische tekeningen, grondboringen en een schouw van de omgeving vormen de basis van elk Regenwaterplan.

Rain(a)way - Flood Bold Vergroenen en hemelwater infiltreren in het stedelijk gebied, dat is de uitdaging. Met de Rain(a)way Flood Bold-tegel bieden we een

oplossing. Deze esthetische tegel geïnspireerd door Japan heeft een unieke vorm, kan regenwater infiltreren en vergroenen. De Flood Bold maakt het mogelijk om te vergroenen op een

nieuwe wijze: in de open ruimten kan namelijk gras of mos groeien. De Flood Bold is berijdbaar en is perfect voor parkeerplaatsen, infiltratiestroken of goten. Deze tegel geeft elk project een unieke uitstraling. Regenwater kan infiltreren door de holle ruimten in de tegel, die gevuld kunnen worden met verschillende drainerende vullingen. Voordelen: • draagt bij aan de oplossing voor overstromingen in het stedelijk gebied; • bergt en infiltreert regenwater; • veelzijdig toepassingsgebied door mogelijkheden voor verschillende vullingen; • draagt bij aan de oplossing voor hittestress; • makkelijk toepasbaar door de standaard tegelmaat.

54

7/2019


Optigrün - Retentiedak Smart Flow Control Binnen veel omgevingsvergunningen is de regel ‘Waterhuishouding en klimaatverandering’ opgenomen: de waterhuishoudkundige situatie dient de gevolgen van klimaatverandering te kunnen opvangen. Dat betekent dat door nieuwbouw geen wateroverlast mag ontstaan. Door een retentielaag WBR toe te passen kan al het regenwater geborgen worden het dak. Daarnaast wordt deze waterberging slim aangestuurd. Met behulp van een Smart Flow Control wordt water, indien nodig, afgevoerd. In principe staat er altijd een x aantal mm water in de retentieboxen, zodra weerdata de verwachting afgeeft dat er meer neerslag zal vallen dan dat er opgenomen kan worden in de retentieboxen zal de Smart Flow Control het overtollige deel 24 uur vooraf vertraagd laten afvoeren. Dit vooraf ‘ledigen’ zal richting een opslagtank in de kelder/technische ruimte zijn. Zodat dit water tijdens droogte weer terug gepomp kan worden richting de retentieboxen als bevloeiing van de daktuin. Zo is er een gesloten waterkringloop.

RootBarrier - Watertapes De RootBarrier Watertape is een 100% biologisch afbreekbaar tape op basis van jute, voorzien van een eenzijdige 100% biologisch afbreekbare coating met een gewicht van 240 g/m². Deze coating bestaat uit een superabsorber en een bindmiddel. Door invloed van water lost de superabsorber langzaam op van de tape en migreren de geldeeltjes in de omliggende grond. Het migreren van de geldeeltjes in de aarde zorgt ervoor dat de omringende bodem vochtig blijft, doordat de geldeeltjes langer water vasthouden dan de grond zelf. Door het installeren van de RootBarrier® Watertapes kan een optimale en langdurige bevochtiging van de bodem worden bereikt. Bomen, struiken en/of hagen hoeven hierdoor minder vaak te worden voorzien van water. Alle onderdelen zijn 100% biologisch afbreekbaar: na ca. drie jaar zal het proces in gang worden gezet waarna, afhankelijk van de bodemgesteldheid en het klimaat, na circa vijf jaar het product grotendeels door de grond is opgenomen.

www.stad-en-groen.nl

55


RootBarrier® RollRib® • Verkrijgbaar op rol met een lengte van 21 en 75 meter • Flexibele toepassing: lineair, rondom en vierkant • Snel en eenvoudig te snijden en plaatsen • Te gebruiken op korte afstand van de boom • Grondverankering door geïntegreerde ribben

WORTELGELEIDING

RootBarrier® Arbretio

NIEUW

• Snel en makkelijk aan te brengen, tijd- en kostenbesparend

• Goede verankering in substraten en normale bodemomstandigheden • Geen zichtbare verankering, kant en klaar eindbeeld • Geen boompalen nodig (zeer praktisch m.b.t. kabels en leidingen) • 100% biologisch afbreekbaar

ONDERGRONDSE KLUITVERANKERING

RootBarrier® Watertapes

NIEUW

• Zorgt voor optimale en langdurige bevochtiging van de bodem • Verkrijgbaar op rol met een lengte van 25 en 50 meter • Houdt langer water vast dan de grond zelf • Waterbuffer, ca. 40 liter per m² • 100% biologisch afbreekbaar

BEWATERING KING RootBarrier

T +31 (0) 320 215 805

sales@rootbarrier.nl

kingrootbarrier.com

www.weedfreeservice.nl

Uw partner voor milieuvriendeliijk onkruidbeheer en exotenbestrijding Voor al uw exotenbestrijding zoals: Berenklauw Japanse duizendknoop Watercrassula Water navel Actief in heel Nederland

Riddersmaweg 1, 9291 NC Kollum • 085 - 303 8276 • info@weedfreeservice.nl


Tilesystems X – X1 Terrastegel Met de X1 terrastegels van Tilesystems kiest men bewust voor een slimme, praktische en innovatieve oplossing voor een buitenterras of openbare ruimte. De X1 Terrastegel combineert keramische buitentegels met een drainerend systeem. Het systeem is op een slimme verbonden waardoor het terras of openbare ruimte uiteindelijk één geheel zal gaan vormen. Omdat alle delen in elkaar geschoven worden is de plaatsing

Water2Keep - Rainblock gemakkelijk, snel en tegen relatief lage kosten te realiseren. Naast de aanlegvoordelen heeft het systeem de mogelijkheid om al het hemelwater zelf af te voeren tot 65 liter per m2 per minuut. De terrastegel is door zijn dikke keramische toplaag, kras vast, kleurvast en in diverse designs verkrijgbaar.

De Rainblock is een wateropslag en erfafscheiding in één. Door de holle modules te stapelen en onderling te verbinden, kun je op een klein oppervlak en bovengronds grote hoeveelheden regenwater opslaan en bufferen. Bij vier modules kun je 660 liter op een halve vierkante meter opslaan. Dat is net zoveel als in acht regentonnen met een inhoud van 80 liter. Bij droogte is het belangrijk dat er voldoende regenwater beschikbaar is om het gebruik van kraanwater te besparen. Het systeem is eenvoudig te plaatsen en aan te sluiten op de regenpijp. Via het meegeleverde kraantje is het water direct beschikbaar voor de tuin. Bij volle modules kan het teveel aan regenwater in de bodem gebracht worden via een aangesloten infiltratiesysteem. Regenwater blijft zo op de plek waar het ook valt. De Rainblock kan ook tegen een wand of muur geplaatst worden.

www.stad-en-groen.nl

57


Kees van Ham van de gemeente Tilburg nam het eerste exemplaar namens alle Nederlandse gemeentes in ontvangst.

Wat is de Groenste Gemeente van Nederland? Â

Er is geen ontkomen meer aan; om de gevolgen van de klimaatcrisis te bestrijden, zullen we meer bomen aan moeten planten. Dat moet in landelijke, maar ook juist in stedelijke gebieden. De vraag is: hoe presteren de Nederlandse gemeenten op het gebied van vergroenen?

Auteur: Willemijn van Iersel

58

7/2019

Daarover hebben vakblad Stad + Groen en Cobra Groeninzicht zich gebogen. Met een uitgebreide dataset satellietmetingen is bepaald hoe het groen in de grootste 32 gemeenten van Nederland eruit ziet. De resultaten werden in de vorm van het Tree Paper 2019 gepresenteerd op 24 oktober tijdens de Boom Innovatie Dag in Udenhout. Kees van Ham van de gemeente Tilburg nam het eerste exemplaar namens alle Nederlandse gemeentes in ontvangst.


2 min. leestijd

ACTUEEL

Welke gemeente bouwt het hardst aan de weg van de vergroening? Tree Paper Het Tree Paper 2019 bevat een overzicht van het groen in de 32 Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. De focus ligt op bomen, want, zo schrijft hoofdredacteur Hein van Iersel in het voorwoord: ‘bomen zijn alleskunners’. Ze spelen een cruciale rol in de strijd tegen het veranderende klimaat. Ze koelen, zuiveren, bevorderen de waterhuishouding en hebben een positieve invloed op de biodiversiteit én onze gezondheid. Mede-initiatiefnemer Joost Verhagen: ‘Bij het samenstellen van het boek is gebruikgemaakt van de Cobra Bomenmonitor. Dit instrument kent alle miljoenen Nederlandse bomen en is in staat om zaken als fijnstofafvang, CO2-opname en boomkroonoppervlakte te bepalen.’ Winnaars Een echte winnaar is in de eerste editie van het Tree Paper 2019 nog niet aangewezen. Apeldoorn heeft bijvoorbeeld het meeste bomen op zijn grondgebied, maar de gemeente Ede heeft weer het meeste bomen per hoofd van de bevolking. Alphen aan de Rijn is procentueel het minst versteend van alle

32 grootste gemeentes. Het uiteindelijke doel van het Tree Paper is om inzichtelijk te maken welke gemeente er in geslaagd is om zijn groen werkelijk te laten stijgen. Medeauteur Karlijn Klei en vakredacteur van vakblad Stad + Groen: ‘Alle begin is moeilijk. De cruciale vraag is straks natuurlijk: welke gemeente bouwt het hardst aan de weg van de vergroening.’ De gepresenteerde data zijn verzameld met o.a. remote sensing: meetmethoden waarbij metingen op (grote) afstand gedaan worden aan de hand van luchtfoto’s en satellietbeelden. Zo werd voor elke gemeente het aantal bomen, het aantal bomen hoger dan 18 meter en het boomkroonoppervlak bepaald – zowel totaal als per vierkante meter gemeenteoppervlak. Met algoritmen en machine learning op de boomdata werd ook berekend in welke mate de bomen jaarlijks het broeikasgas CO2 opnemen en hoeveel ze er totaal van hebben vastgelegd, wat ze aan schadelijk fijnstof afvangen en hoeveel liters hemelwater ze met hun bladerdaken bufferen voor het op de grond en in het riool verdwijnt. Tenslotte werd ook de mate van verstening, hittestress en de hoeveelheid groene tuinen vastgesteld. Het doel is om elk jaar een Tree Paper uit te brengen, zodat vergroeningsprestaties van gemeenten in beeld worden gebracht. Interesse in het Tree Paper 2019? Mail naar lieke@nwst.nl.

TREE PAPER Hoe succesvol Karlijn Klei,

vergroenen de

Jarren

lien Droge Verbeek, Eve

erland?

eenten van Ned

32 grootste gem

2019

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31309/wat-is-degroenste-gemeente-van-nederland

www.stad-en-groen.nl

59


Vergeten we het kind in de Omgevingswet? De Omgevingswet is een feit, alleen is het nog de vraag wanneer die ingaat. Begin december weten we zeker of de Omgevingswet op 1 januari 2021 wordt ingevoerd. Welke plaats heeft het kind hierin en hoe worden kinderen in de participatie gehoord? En de speelruimte? Sneeuwt die onder in thema’s als leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit of gezondheid? Ik pleit voor spelen als thema of programma! Auteur: Elske Oost

(VER)KEN HET SPEELVELD Wat is er nu vastgelegd? De eerste stap is weten wat er nu over spelen staat in het bestemmingsplan, de APV en de beleidsvisies. Welke ruimtelijke claims hebben we daarin gelegd? Deze informatie moet straks een plek krijgen binnen de kerninstrumenten van de Omgevingswet. Tenminste, als dat helpt voor je speelvisie. Wellicht valt er meer te halen dan er nu is vastgelegd: meer kansen op speelwinst voor de kinderen (circa 20% van de bevolking is 0-18 jaar). Want daar doen we het toch voor. Verken de zes kerninstrumenten De Omgevingswet geeft ons straks zes kerninstrumenten, te weten: omgevingsvisie, programma, omgevingsplan (gemeenten), algemene rijksregels voor activiteiten (waaronder het Besluit activiteiten (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)), omgevingsvergunning en projectbesluit. Veel van deze

60

7/2019

instrumenten zijn op het eerste gezicht een ver-van-mijn-bedshow als het gaat om spelen. Ik denk dat we vooral de instrumenten omgevingsvisie en programma eens goed moeten verkennen voor het boeken van speelwinst. Bij het omgevingsplan is het van belang dit zo in te richten dat we alle ruimte hebben voor spelen in de openbare ruimte. Zeker als we invulling geven aan het doel van de Omgevingswet: Minder en overzichtelijke regels, meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk en vertrouwen als uitgangspunt. De fysieke leefomgeving staat centraal; hoe mooi is dat? Dit klinkt als een prima uitgangspunt voor het gesprek over en met buiten spelende kinderen! Het Bal en Bbl, de omgevingsvergunning en het projectbesluit zijn instrumenten waar we als speelspelers in principe weinig mee van doen zullen hebben, tenzij we iets willen realiseren dat niet past binnen de algemene regels of de regels in het omgevingsplan.

Verdedigen tegen het niets Hiermee komen we meteen in een soort spagaat. Spelen is dus ‘alles’ of, met een beetje pech, ‘niets’. Als we helemaal niets doen met de kerninstrumenten, verworden deze tot een gril van de participatie binnen een thema als gezondheid of leefbaarheid. Want stel dat de meerderheid van de volwassenen spelende kinderen maar lastig vindt, vooral die van 12-18 jaar. NIMBY (not in my backyard) is een bekend begrip en vaak de oorzaak van het niet aanbieden van een speelplek in een plantsoen, zelfs niet voor 0-5 jarigen. Als men dit helemaal laat afhangen van de tolerantie, brengt dat risico’s met zich mee, mogelijk zelfs schending van de kinderrechten (artikel 31 Kinderrechtenverdrag). We willen dus beschermen tegen het ‘niets’, maar niet verzanden in het borgen van ‘alles’. Bovendien dient bij wijziging van het omgevingsplan gemotiveerd te worden dat er een participatieproces is doorlopen. De vorm daarvan is vrij. Wie nemen er deel? Ook kinderen? Of alleen de volwassenen die tijd hebben om te participeren? Welk kind bemoeit zich nu met het bestemmingsplan of begrijpt de werking daarvan? Geen enkel kind, toch. Laten we dat dan ook vooral niet willen, straks. Denk nog even aan het doel van de Omgevingswet en plaats spelen in het juiste perspectief.


6 min. leestijd

ACHTERGROND wiel gemaakt dat goed laat zien waar kindvriendelijkheid allemaal in doorwerkt.

PAS DE JUISTE REGELS TOE Spelen is vrijheid Spelen is zo veel meer dan een ruimteclaim an sich. Voor een kind is de hele openbare ruimte speelruimte; die begint zodra het de voordeur uit stapt. Dit is toch logisch? Denk maar aan de plaatsen waar u zelf speelde toen u tien jaar was. Precies: overal waar je op ontdekkingstocht kon en al dan niet mocht. Willen we dat zou houden, of gaan we door in de huidige lijn van speelgevangenissen waar kinderen alleen binnen de begrenzing van een speelplek welkom zijn? De Omgevingswet is er om speelruimte te geven, dus ook voor spelen.

dat de bevolkingssamenstelling wijzigt en de huidige situatie daar nu al niet op aansluit, of als er geen geld is om de huidige situatie veilig in stand te houden? Is 3 procent speelruimte wel genoeg in een nieuwbouwwijk waar 45 procent van de bewoners kinderen zijn? In Leidsche Rijn blijkt duidelijk van niet. Of zorgt 20 m2 stoeptegels per kind wel voor een gevarieerd speelaanbod? Hoeveel vierkante meter heeft een scharrelkip ook alweer? Bij spelen gaat het om een goede combinatie van kwantiteit en kwaliteit, afhankelijk van de ruimtelijke opbouw en de bevolkingssamenstelling. Die past niet in een altijd actuele planregel. Gerben Helleman (Urban Springtime) heeft een mooi

(Omgevings)visie op spelen Praten we over inpassing in de omgevingsvisie, dan zijn er twee opties. De eerste is om spelen te laten ondersneeuwen door de thema’s leefbaarheid of gezondheid. Het is dan een kleine ambitie onder een grotere noemer, waardoor we spelen eigenlijk niet meer echt benoemen. Doorvertaald naar het omgevingsplan is er dan één enkele planregel, in de trant van: ‘Er mag een speelplek komen, mits …’ Ik verwacht dat de opstellers van een omgevingsvisie, die vaak niets met kinderen of spelen hebben, dit in veel gemeenten een logische zet vinden, gezien de wijze waarop spelen nu vaak is georganiseerd: het wordt ‘erbij gedaan’ bij het groen. De tweede optie is om dit niet te laten gebeuren. Er zijn vast gemeenten met lef, die willen overwegen om speelruimte voor alle leeftijden (bewegen, ontmoeten, spelen en sporten in de openbare ruimte) te formuleren als een zelfstandig thema met heldere ambities. Uiteraard is daarmee het planregeldilemma nog niet opgelost. Het blijft lastig om in het omgevingsplan hieraan zinnige en actuele planregels te koppelen die de ambities borgen en waarmaken. In de kern komt dit doordat het voornamelijk gaat om kwalitatieve inrichtingsprincipes voor rood, groen, grijs en blauw, en niet voor de ruimte zelf. Ook nu zijn hier geen (bestemmingsplan)regels voor. Verder waren we al tot de conclusie gekomen dat planregels eigenlijk een ander doel dienen, en zelfs kunnen leiden tot het inperken van speelruimte of tot discus-

Verstrikt in planregels Naast bestemmingsplaninformatie moeten nu ook milieuregels en regels uit verordeningen (bijvoorbeeld APV) in een plan opgenomen worden. Kortom: alle activiteiten met betrekking tot het gebruik en beheer van de fysieke leefomgeving. Welke plaats neemt de activiteit spelen dan in? De kern van de regels zal gericht zijn op het beperken van fysieke schade aan de leefomgeving. En spelen draagt alleen maar bij aan leefbaarheid. Niet voor niets pleit de president van het bestuur van de IPA (International Play Association), mevrouw Robyn MonroMiller, voor het koppelen van spelen aan alle zeventien Werelddoelen voor een betere wereld in 2030. Spelen zou verweven moeten zijn met alle planregels. We raken erin verstrikt; een regel door de regels heen lijkt niet te kunnen. Bovendien: hoe stel je regels op die actueel zijn voor het betreffende gebied, als je weet

www.stad-en-groen.nl

61


Vakmanschap & Innovatie

• • • • • • • •

Bomen / beplantingen rooien Bomen snoeien Verhuur verreiker met zaagkop Stobben frezen Klepelen takhout / begroeiing Transport groenafval Groenrecycling In- en verkoop stamhout

62

7/2019

Heideweg 3, 5472 LC Loosbroek Telefoon +31(0)413 - 22 41 00 • info@vanweertrondhout.nl www.vanweertrondhout.nl


ACHTERGROND

sies die we met volwassenen voeren over iets wat kinderen nodig hebben. SPEEL HET SPEL Inkoppertjes Van belang is dat we bij het omzetten van de oude plannen alle beperkende speelregels laten vervallen. Dus geen bouwvergunningen meer voor speeltoestellen of JOP’s. Als kinderen willen spelen of een speeltoestel willen, dan kan dat, en zolang er geen overlast is bewezen, gaat dat gewoon door. Als bewoners een speeltoestel willen, moeten ze bewijzen dat de kinderen dat nodig hebben (is dit een grapje, of toch niet?), of het gewoon melden en voldoen aan maatwerkvoorschriften of een maatwerkbesluit. Pak de huidige spelregels er eens bij, poets weg wat niet in de doelstelling van de Omgevingswet past en voeg toe hoe je excessen voorkomt binnen de vrijheid van de Omgevingswet. Uiteraard blijft het Attractiebesluit gewoon van kracht, dus ook voor bewoners die iets doen in de openbare ruimte! Laten we er snel voor zorgen dat kinderen, spelen en ruimte onderwerp van gesprek worden in het implementatieproces van de Omgevingswet, waar alle overheden in Nederland nu hard mee aan het werk zijn. Als ik nu op de website www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl zoek op ‘speelplek’, is er één hit en die gaat over bezonning. Ook in de voorbeeldstaalkaarten is geen enkele hit voor ‘spelen’, ‘speelplek’ of ‘speelruimte’, en de staalkaarten worden gepresenteerd als de bouwstenen. Een MER (milieu-effectrapportage) is heel normaal, maar moeten we niet net zo hard pleiten voor een SER (speeleffectrapportage), zowel voor de informele als de formele speelruimte?

gaan we doen? Ons voorstel is om te kijken of kindvriendelijkheid misschien een programma kan zijn, voor die gemeenten die kinderen echt belangrijk vinden voor de toekomst van hun steden en dorpen. Te denken valt aan de leden van het netwerk Child Friendly Cities. Dit programma betreft circa 20 procent van de bevolking en heeft daarmee duidelijk bestaansrecht. Het biedt bovendien de mogelijkheid om doelstellingen voor langere termijn vast te stellen die over alle thema’s heen gaan. Het kunnen en mogen spelen en echte kinderparticipatie zijn dan geborgd. Dit kan ook prima gemeten worden; criteria genoeg, en vraag de kinderen maar! Studiemiddag omdenken Moeite met omdenken? Op dinsdag 11 februari 2020 organiseert OBB een studiemiddag Omgevingswet en spelen. Daar maken we de volgende stap in het praktisch maken van speelruimte binnen de Omgevingswet.

Deskundigen als Juul Osinga (oprichter Netwerk Jong Leefomgeving) en Jantje Beton gaan ons daarbij helpen. Dit themagesprek organiseren wij om samen de Omgevingswet en spelen praktischer te maken. Voorinschrijven kan via omgevingswet@obb-ingenieurs.nl. Om de kosten te dekken, wordt een bijdrage van circa € 100,- gevraagd. Begin december weten we of de Omgevingswet ingaat per 2021. Wij staan in ieder geval klaar om u te voorzien van advies. Of het nu gaat om de omgevingsvisie, het omgevingsplan of voor de durfallen in een programma, dat maakt niet uit. Wij leveren een maximale inbreng van speelexpertise bij uw Omgevingswetproces.

Ing. Elske Oost-Mulder

OBB Speelruimtespecialisten

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31325/vergetenwe-het-kind-in-de-omgevingswet

Sprong in het diepe Ook op dit punt zitten we in een spagaat. Wat

www.stad-en-groen.nl

63


Verbod op oxoplastic wellicht einde ‘afbreekbaar’ maaidraad Nieuwe zoektocht nodig naar milieuvriendelijk alternatief kunststof Biologisch afbreekbaar maaidraad lijkt een mooie oplossing voor de circa 10.000 kilometer maaidraad die alleen al in Nederland jaarlijks wordt versleten. Maar de toeslagstoffen in kunststof die het afbreekbaar zouden maken, doen niet wat de fabrikanten van deze zogeheten oxoplastics beloven. Plastic blijft plastic, ook na het versneld uiteenvallen tot microformaat. Auteur: Bart Mullink

De regeringsleiders in de Europese Unie hebben besloten oxoplastics te verbieden. Deze kunststoffen die door de toevoeging van katalysatoren versneld uiteenvallen, zijn in hun ogen helemaal geen oplossing voor het plasticafvalprobleem. Daardoor hangt de toekomst van als afbreekbaar verkocht oxomaaidraad zoals Biotrim aan een zijden draadje. Wie dagelijks met bosmaaiers werkt, weet hoe snel het kan gaan. De draad slingert met hoge

64

7/2019

snelheid rond en raakt daarbij begroeiing, tegels, stoepranden en andere harde objecten. Hij slijt door de wrijving en doordat kleine stukjes afbreken. Nico Henkens van Stierman De Leeuw schetst de praktijk: ‘Op een bosmaaier gaat circa 10 meter; op het eind is daarvan circa een halve meter over. Die kun je bij de vuilnis doen. De rest is in stukjes verspreid in de omgeving en komt in de grond, of via het riool uiteindelijk in zee.’ Het is de moeite waard, is zijn overtuiging, te zoeken naar een milieuvriendelijk alternatief. Oxokunststof lijkt dat bij nader inzien echter niet te zijn. Oxoplastic is een kunststof waaraan katalysatoren zijn toegevoegd die de afbraak moeten bevorderen. Dat gebeurt in eerste instantie door zonlicht en vervolgens door oxidatie. Uiteindelijk blijven microplastics over. Anders dan bij traditionele plastics, zo stellen de fabrikanten, worden die echter snel door microben verder afgebroken. Dat is belangrijk, want die microplastics veroorzaken ernstige schade aan het leven in zee en bedreigen ook de gezondheid van de mens. Ze komen in de voedselketen terecht en worden niet afgebroken. Omdat microben – anders dan de lobby stelde – oxo-

plastic evenmin verder bleken af te breken, werd het Europese verbod aangekondigd. Eerder wisten de lobbyisten sommige andere landen, waaronder Saoedi-Arabië, de VAR en Pakistan, juist wel te bewegen om oxoplastic te omarmen. De beschreven versnelde ontleding kan plaatsvinden als sprake is van de juiste omstandigheden (met zon en zuurstof ). Oppervlakkig gezien is dat een pluspunt, maar als het klopt dat hierdoor nog meer microplastic in de oceanen komt, is het juist een groot minpunt. Nu al meldt de Plastic Soup Foundation dat bij een groot deel van de vissen in de oceaan microplastics in het lichaam voorkomen. Biotrim Oxomaaidraad is onder verschillende namen op de markt, waaronder Biotrim. Het lijkt tot nu toe weinig te worden verkocht in Nederland. Ook los van de discussie erover kwam de verkoop niet echt van de grond. Volgens aanbieders is er af en toe een klant die erom vraagt, doorgaans met het oog op aanbestedingsvoorwaarden. Henkens is bezorgd en vraagt zich af welke kant het nu op moet. Het argument om


7 min. leestijd

ACTUEEL Biotrim te gebruiken, is vermindering van de plasticvervuiling. Dat leeft ook onder zijn doelgroep, weet hij: het milieu staat branchebreed op de agenda. ‘Je ziet het aan de opmars van accumachines, natuurlijke olie en minder schadelijke brandstoffen.’ Opdrachtgevers geven met aanbestedingseisen bedrijven een duwtje in de goede richting. Henkens: ‘Maar nog niet met maaidraad. Daarvoor heb ik bijvoorbeeld bij Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer tot nu toe geen enthousiasme bespeurd. In de huidige omstandigheden is dat misschien maar beter ook’, overweegt hij. Toeslagstoffen die dienen als afbraakkatalysator maken oxoplastics (nylon is ook een plasticsoort) marginaal duurder. Dat het een nicheproduct is, zorgt voor nog een extra prijsopslag. Op de totale projectkosten betekent het nog altijd niet veel, maar in een aanbestedingsmarkt waarin de laagste prijs leidend is, gaan partijen voor het goedkoopste. Dat een specifieke soort maaidraad bovendien nauwelijks voorkomt als gunningscriterium, ziet Henkens als de belangrijkste verklaring voor de beperkte interesse onder afnemers. Teleurstellend Neem een bedrijf als Krinkels. Dat gebruikt vrijwel nooit Biotrim, verklaart Daan van Schijndel, hoofd tendermanagement van deze grootste groenaannemer van Nederland. Als reden voor het links laten liggen van dit type maaidraad noemt hij de teleurstellende resultaten in combinatie met de hogere prijs. De resultaten hebben overigens eerder te maken met productkenmerken; oxonylon verschilt qua eigenschappen in principe niet van regulier nylon. Van Schijndel licht toe: ‘Wij gebruiken het normale stervormige maaidraad het meest, vanwege de effectiviteit. Biologisch afbreekbaar maaidraad hebben we één of twee keer gebruikt, in Noord-Holland, omdat er in het

‘Minuscule stukjes maaidraad ga je niet bij elkaar rapen’

bestek maatschappelijk verantwoord inkopen werd gevraagd.’ Maar biologisch afbreekbaar maaidraad als specifieke eis ziet hij nooit in bestekken. Biologische afbreekbaarheid dus, die in het geval van oxoplastic ook nog wordt betwist, met als resultaat het aangekondigde verbod. Maar voor maaidraad geldt dat het sowieso in het milieu terechtkomt. Hiermee behoort het tot de groep van plasticproducten waarvoor recycling is uitgesloten. Afgesleten ministukjes maaidraad ga je niet bij elkaar rapen. Is oxoplastic in zo’n geval wél beter? Een samenwerkingsverband van zestien Europese nationale milieuagentschappen adviseerde in een eind vorig jaar verschenen rapport tegen het gebruik van bio-afbreekbaar plastic, uitgezonderd een paar van die categorieën. Behalve aan maaidraad valt dan bijvoorbeeld te denken aan ontstekingslont. Een dergelijke nuance is in de uitspraken van de Europese politiek tot nu toe niet te vinden. De Nederlandse regering houdt het heel kort: ‘Verwacht wordt dat het verbod over één jaar van kracht wordt’, is het enige wat een woordvoerder kan melden. Een zogeheten restrictievoorstel voor dit verbod wordt momenteel uitgewerkt door het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) en nadert zijn voltooiing. Afnemers Het is na jaren van discussie en lobbywerk een spectaculaire wending. De breed gedragen kritiek van bedrijven, onderzoeksinstituten en milieuorganisaties groeide. De kritiek kwam ook van de aanvankelijke afnemers van oxoplastic, die opdracht gaven voor onderzoek naar de vraag of het product zijn belofte wel waarmaakt. Allemaal hekelden ze de volgens hen onterechte claims van de producenten wat betreft het milieuvriendelijke karakter. ‘Producenten hebben nooit kunnen aantonen dat deze kunststoffen niet schadelijk zijn voor het milieu’, stellen nu ook de Europese regeringen eensgezind. Voor Donar Groen is de twijfel over oxoplastics een reden om Biotrim ook nu al niet meer te verkopen. ‘Ik ben geen deskundige op dit gebied’, onderstreept Ralph van der Hulst van deze leverancier van groengereedschap. ‘Maar ik hoor dat er plannen zijn om het materiaal zelfs te verbieden. Het wordt verkocht als biologisch afbreekbaar en dat is een beetje misleidend. Het breekt af tot kleine stukjes. Die zie je niet, maar ze zijn er nog wel en ze zijn zeer

Ralph van der Hulst

Donar Groen

Nico Henkens

Stierman De Leeuw

Daan van Schijndel

Krinkels

www.stad-en-groen.nl

65


Alles over Groenbeheer ondersteunt beleidsmakers en groenbeheerders bij het bereiken van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte tegen acceptabele beheerkosten.

Waarmee kunnen wij u van dienst zijn?

De sleutel tussen beleid en beheer

Onder andere: bestandsbeheer • ontwerpen inrichtingsadvies • groeiplaatsonderzoek • RAW-bestekken • Bomen Effect Analyses • Planmatig Beheer • directievoering en toezicht • inventarisaties • assetmanagement

(info@)allesovergroenbeheer.nl of bel ons op 0497 - 534044 Veldhoven · Ede · Assen

steden

parken

sportvelden

Het duurzaamste bomengranulaat van Nederland!

Bomengranulaat ECO ✓ ✓ ✓ ✓

Ideaal voor bomen in stedelijk gebied. Bestand tegen zware verkeersbelasting. Bestaat volledig uit duurzame grondstoffen. Voedingsdeel: unieke combinatie van klei, organische stof, meststoffen en broadleaf.

Heicom is producent van bodemverbeterende producten. Het is onze missie om steden, parken en sportvelden echt groen te houden, door de kwaliteit van de bodem te verbeteren en de natuur in haar kracht te zetten. www.heicom.nl


ACTUEEL

Uitzondering is alleen nog denkbaar als ‘minst slechte’ oplossing schadelijk. Dan is grotere stukken oprapen of uit het water filteren misschien nog beter.’ Beter Michael Stephen van de Oxo Biodegradable Plastics Association bestrijdt niet dat het oxoplastic dat in de natuur belandt milieuonvriendelijk is, maar stelt dat het wel veel minder slecht is dan traditioneel plastic. Zijn argument: de droom van een plasticvrije natuur staat in schril contrast met de werkelijkheid van een gigantische stroom plastic die jaarlijks wordt gedumpt en enorme schade teweegbrengt. ‘Misschien zal er ooit geen plastic meer bestaan. Maar tot die tijd moeten we zorgen dat het sneller afbreekt.’ De claim van snelle afbraak tot onschuldige stoffen voldoet volgens de critici niet aan de gangbare wetenschappelijke standaarden. De indruk bestaat bovendien dat de industrie met oxoplastic vooral probeert de acceptatie van het omvangrijke plasticgebruik te redden. De lobby noemt het niet voor niets een niet-disruptieve oplossing. De plasticindustrie kan blijven draaien en de vele werknemers daarin behouden hun baan, zo verklaart Stephen. Net als andere plastics draagt oxoplastic niettemin bij aan de plasticsoep die het zeeleven bedreigt. Het valt weliswaar sneller uiteen en is dan onzichtbaar, maar niet afwezig. Het eindigt als microplastic, net als ander plastic, alleen veel

sneller. De industrie heeft niet aannemelijk kunnen maken dat oxoplastic meer doet dan dat. Microplastic belandt in de voedselketen en er bestaan zorgen dat dit een ernstige bedreiging vormt voor de gezondheid. Als eerste voor het leven in zee, maar ook voor mensen die bijvoorbeeld zeedieren eten. Microplastic wordt ook verspreid door de lucht en komt zo via de longen bij mens en dier binnen. Over de precieze effecten bestaan bij wetenschappers nog veel vragen, mede doordat de productie van plastic en dus ook het afval nog een relatief recent gegeven is. Bewijzen Dat oxoplastic onder invloed van uv-licht en zuurstof sneller dan ander plastic fragmenteert, lijkt wel duidelijk. Wat betwist wordt, is de claim dat het tijdens dit proces transformeert tot een onschuldig biologisch materiaal dat door micro-organismen wordt verteerd. De producenten stellen dit, maar leveren er geen bewijs voor, zo luidt de kritiek. De EU zoekt de oplossing van het plasticafvalprobleem sowieso in een heel andere richting. Om te beginnen in reductie van het gebruik (denk aan het verbod op plastic tassen en ander wegwerpmateriaal), vervolgens in zo veel mogelijk hergebruik van plasticproducten die blijven bestaan (in plaats van na één keer gebruiken weggooien) en ten slotte in recycling. Plasticafval wordt dan weer een waardvolle grondstof. Recyclingbedrijven hebben al verklaard dat oxoplastic, met zijn toevoegingen, in het ingezamelde plastic voor onacceptabele problemen zal zorgen. Geen alternatief Geen recycling betekent onder meer dat die laatste halve meter oxomaaidraad niet bij het plasticafval moet. Bert Davelaar van Its for Trees (onderdeel van Poel Bosbouw) kijkt vanwege de vele bezwaren tegen oxoplastic liever uit

naar een echt milieuvriendelijk alternatief. ‘Ik zou graag iets anders zeggen, maar dat is er nog niet. Er is nagedacht over de mogelijkheid van bioplastics, van natuurlijke grondstoffen, maar voor maaidraad voldoen die geen van alle’, stelt hij. Ze zijn bijvoorbeeld niet sterk genoeg. ‘Je loopt met bosmaaiers tegen specifieke problemen aan, die te maken hebben met de draaisnelheid, centrifugale kracht, trillingen, wrijving en warmte. Door wrijving kan zo’n draad ook flink warm worden.’ De techniek is volgens hem de beperkende factor als het gaat om een milieuvriendelijk alternatief. Als er een goede oplossing komt, zal die zeker breed omarmd worden, is zijn overtuiging. ‘De markt is er klaar voor. Op dat gebied is veel veranderd in vrij korte tijd. Tien jaar geleden riepen wij dat de tijd voor accumachines was aangebroken. Iedereen zei toen nog: je bent gek, die ga je niet verkopen. Inmiddels is het de helft van de markt. Waarom ze een goed idee zijn, hoeven we nauwelijks uit te leggen.’ De bereidheid om rekening te houden met het milieu is enorm toegenomen, meent hij. ‘Natuurlijk, als een aanbestedende dienst ergens niet om vraagt, gaat de aannemer gauw voor het goedkoopste. Maar bestekken worden steeds vaker zo gemaakt dat je in punten stijgt als je er blijk van geeft groen te kunnen denken en werken.’ Een goede zaak, vindt hij. Maar voor milieuvriendelijk maaidraad als specifieke eis is het wat hem betreft te vroeg. Volgens Henkens kan het uit milieuoogpunt een idee zijn om te kijken naar alternatieven voor maaidraad. Bij onkruidbestrijding in bestrating slijt de draad rap, terwijl er diverse plasticvrije alternatieven zijn zoals staalborstels. Ook vindt hij het denkbaar om terug te gaan naar de al jaren uit de gratie zijnde maaimessen. Die kunnen maaidraad in veel situaties goed vervangen, stelt hij. ‘Niet direct naast paaltjes en muurtjes, maar verder wel. Ze vragen minder vermogen; dat betekent minder energieverbruik en minder slijtage, en er komt geen plastic in het milieu.’ Opdrachtgevers zijn volgens hem als eerste aan zet om zulke ontwikkelingen van de grond te krijgen.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31317/verbodop-oxoplastic-wellicht-einde-afbreekbaarmaaidraad Bron: RIVM www.stad-en-groen.nl

67


Stedelijk gebied klimaatadaptief ontwerpen en inrichten – gewoon aan de slag! Niet méér groen, maar vooral effectief groen Stadbewoners ervaren vooral overlast tijdens hittegolven vanwege de duur dat stenige oppervlakken stralingswarmte afgeven, in combinatie met weinig functioneel groen. Dat viel te beluisteren tijdens een kennissessie van Tree-O-Logic op landgoed Zonheuvel in Doorn. Maar … hoe kunnen we hier het best op inspelen met groenaanplant? Auteur: Broer de Boer

Tree-O-Logic en de gemeente ‘s-Hertogenbosch werken aan een strategie die de beleidsmatige doelstellingen in het kader van de klimaatopgave vertaalt naar een praktisch toepasbare aanpak voor vergroening. De inzet is duurzame vergroening door middel van gerichte aanplant van bomen. Het streven is de komende vier jaar de aanplant van bomen te verdubbelen. Tijdens de kennissessie werden volop praktisch toepasbare ervaringen gepresenteerd door landschapsarchitect Wiebke Klemm, eigenaar van

68

7/2019

UrbanGreenScape, op basis van haar inzichten op het gebied van ontwerp. Ook het beheren van en vergroenen met bomen en ander groen in de gemeente ’s-Hertogenbosch kwam aan de orde. Want: ‘Een klimaatbestendig en waterrobuust Nederland in 2050 vormt de kern van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie’, en daar speelt deze Brabantse gemeente adequaat op in. Het klimaat verandert en de groenbeheerder ontkomt niet aan meebewegen. Nu al vragen boomkwekers hun klanten welke bomen zij over tien jaar willen planten. De Universiteit

Wageningen heeft een bomenlijst ontwikkeld met soorten die beter bestand zijn tegen het veranderende klimaat, bijvoorbeeld tegen droogte en warmte (zie hier: http://edepot.wur. nl/460540). Verkoelend effect Landschapsarchitect Wiebke Klemm onderzocht de effecten van stedelijk groen op het stadsklimaat, onder andere het verkoelende effect van bomen. Zij legde tijdens deze kennissessie uit hoe stedelijk groen het stadsklimaat beïnvloedt, dus de objectieve lucht- en stralingstemperatuur, maar ook de subjectieve temperatuurbeleving en het gedrag van stadsbewoners. ‘De kennis uit mijn promotieonderzoek kan direct benut worden door ontwerpers en landschapsarchitecten die in de openbare ruimte werkzaam zijn’, was één van haar conclusies.


6 min. leestijd

ACTUEEL

‘De kennis uit mijn promotieonderzoek kan direct benut worden door ontwerpers en landschapsarchitecten’ Wiebke Klemm

Landschapsarchitect

Ontwerprichtlijnen Op basis van de meet- en interviewresultaten ontwikkelde deze landschapsarchitect in totaal negen ontwerprichtlijnen voor klimaatbestendig groen in de stad. De richtlijnen omvatten de schaalniveaus stad, park en straat. Voor parken betekent dat bijvoorbeeld het creëren van verschillende microklimaten, zodat parkbezoekers zelf kunnen kiezen waar ze willen verblijven. Een vuistregel is een onderverdeling in 40 procent zonnig, 20 procent halfschaduw en 40 procent schaduw. Dit kan gerealiseerd worden door grasvelden, solitaire bomen, boomgroepen of bosschages slim en afwisselend te positioneren. Ook bij het plaatsten van zitelementen, zoals parkbanken, is het belangrijk parkbezoekers keuzes aan te bieden met zonnige en schaduwrijke plekken. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat de grens tussen zon en schaduw vaak een favoriete plek is om te zitten of te liggen. Ook deze plekken kunnen gecreëerd worden door slim te ontwerpen.

Jan Winter

Eén van de ontwerprichtlijnen voor straten is het positioneren van bomen met grote boomkronen in straten met hoge instraling. Dat zijn brede woonstraten, waar de zon gedurende de dag lange tijd op de verharding en de gevels straalt. ‘Tien procent méér boomkronen verlaagt de stralingstemperatuur (Tmrt) in de straat met 1 graad Celsius.’ Bijzonder is de situatie van straten met een hoge verkeersdrukte. Als bomen daar te dicht op elkaar staan, vormen de boomkronen een tunnel waarin fijnstof blijft hangen en de luchtkwaliteit verslechtert. Een andere manier om de temperatuurbeleving van voetgangers in straten te verbeteren,

is door gras, struiken en klimplanten aan te leggen. ‘Leg dus vegetatie aan in privé- en openbare ruimten met een verschillende groeihoogte, want het waarnemen van groen op verschillende hoogte kan de temperatuurbeleving verbeteren’, aldus Klemm. ‘Er hoeven niet overal bomen geplant te worden om schaduw te creëren; ook gebouwen bieden schaduw in de loop van de dag en voetgangers zoeken deze op!’ Effectief groen Klemm pleit dus niet alleen voor méér groen, maar vooral voor effectief groen: ‘Kijk goed naar lokale omstandigheden, zoals de aanwezigheid

Het klimaat verandert en de groenbeheerder ontkomt niet aan meebewegen

Kees Flier

www.stad-en-groen.nl

69


KYBYS & Stedelijk gebied Duurzame inrichting van onze leefomgeving. Daar weten we bij KYBYS alles van. We maken cultuur- en civieltechnische plannen voor een aantrekkelijke buitenruimte, met oog voor kwaliteit, functie en beeld. In onze plannen houden we rekening met beheer, budget en wensen van de gebruikers.

KYBYS, ...voor ingenieu[r]s advies. Naast Stedelijk gebied is KYBYS actief op het gebied van: SPORT > NATUUR EN WATER > BEGRAAFPLAATSEN

> Vestiging Boxtel Bosscheweg 107-8 - Postbus 371 - 5280 AJ Boxtel telefoon: +31 (0)411 678 055 e-mail: info@kybys.nl - www.kybys.nl


ACTUEEL wateropslag voor groen.’ Belangrijk in de bredere zin des woords is in ieder geval dat er meer en beter gecommuniceerd moeten worden over de verschillende functies van bomen in de stad. Vaak ontbreekt het begrip bij bewoners. Zij ervaren overlast door bladverlies, vogelpoep en dergelijke, maar zijn zich niet echt bewust van de waarde voor het klimaat en de leefbaarheid in hun straat. Ook hier geldt: geen one size fits all-oplossingen voor een hele wijk, maar met bewoners samen het juiste groenontwerp voor de juiste plek maken.

van zon en schaduw in de loop van een dag. Maar kijk ook naar het gebruik van de openbare ruimte door voetgangers, om te bepalen waar bomen nodig zijn. En voorzie de bomen die je plant van goede groeiomstandigheden en irrigatie tijdens de hete zomermaanden.’ Daarbij is het volgens haar ook belangrijk om in ontwerpen van stedelijke buitenruimte meerdere doelen te koppelen. Groene, aantrekkelijke buitenruimtes zorgen niet alleen voor minder overlast door water en hitte, maar verbeteren ook de leefbaarheid, biodiversiteit en gezondheid in de wijk. Voor het ontwerpen van goede, integrale buitenruimte is naast kennis over klimaatbestendigheid ook kennis nodig van

andere disciplines (flora en fauna, luchtkwaliteit en geluid). Natuurlijk spelen ook alle bovengrondse functies, zoals verblijven, recreëren, verkeer en parkeren, evenals ondergrondse functies (kabels, leidingen en afval) een rol bij het ontwerpen, aanleggen en beheren van ‘slimme’ groene buitenruimtes. ‘Juist het gedeelte onder de grond wordt bij klimaatbestendige aanplant van steeds groter belang’, hield Klemm haar gehoor voor. ‘We moeten ook denken aan voldoende water in de bodem voor onze bomen; dat kan eenvoudig door voet- en fietspaden (zonder borden) af te wateren naar bermen waarin bomen staan. Maar ook technische oplossingen zijn mogelijk, zoals ondergrondse

Verdubbeling aanplant Tree-O-Logic en de gemeente ‘s-Hertogenbosch ontwikkelden een praktisch toepasbare strategie. Deze moet de doelstellingen in het kader van de klimaatopgave vertalen naar beleid en praktijk. De gemeente Den Bosch speelt namelijk voortvarend in op het klimaatvraagstuk. Deze gemeente trekt de komende vier jaar 1 miljoen euro extra uit voor de aanplant en het onderhoud van jaarlijks 600 bomen. Het bestaande quotum was al 600 stuks. Voor Tjeerd van Tol, projectleider van het vergroeningsproject, Jan Winter, kapitaalbeheerder bomen en Kees Flier van Tree-O-Logic was dit een ambitieuze en complexe uitdaging: ‘Als dienst wilden we eind 2019 al zichtbare en tastbare resultaten kunnen laten zien, zodat de Bossche bevolking kennis kan nemen van de besteding van – uiteindelijk – hun geld.’ Uiteindelijk zetten ze in op

In de tool Treedash zijn de baten van de bomen gevisualiseerd. www.stad-en-groen.nl

71


Bespaar met draadloze sensoren Bezoek ons in DE SLIMME WIJK Hal 4

Onzichtbaar te plaatsen zonder Wifi, SIM of 220 volt. Eenvoudig dashboard met projectstructuur, gebruikersbeheer en logboek.

Bespaar tot 50% op projectbezoeken, watergift en inboet

CONNECTED

GREEN

www.connectedgreen.nl

De krachtpatsers onder de berijdbare drainagesystemen

ND 600 serie Drainagesystemen • Direct aanbrengen van funderingslaag of gestort beton op drainagesysteem mogelijk door speciaal filterweefsel.

www.nophadrain.nl

• Geschikt om met trilplaat op te werken door hoge druksterkte en speciaal filterweefsel.

• Extreem hoge druksterkte tot ca. 1.200 kPa zorgt ervoor dat noppen niet vervormen tijdens hoge belastingen waardoor de drainage optimaal blijft. • Dunne opbouw; minder kunststof op het dak.

• 3-in-1 sandwichelement op rol zorgt voor gemak bij aanleg. • Opties voor warme, ongeïsoleerde en omgekeerde daken.


ACTUEEL nen we ook iets laten zien over de kwaliteiten van bomen en groen. Maar Treedash kan ook informatie van verschillende datasets visualiseren. Ten slotte kunnen we ook de stedelijke hittekaart in de lagen van onze applicaties verwerken. Overigens is het vaak lastig om op hitteplekken extra bomen aan te planten.’ Ook blijkt dat de geplante bomen op de circa 25 locaties in Den Bosch pas na veertig jaar een substantiële extra bijdrage leveren aan de fijnstofreductie en het vastleggen van CO2. Van Scherpenzeel: ‘Dat betekent dat er sprake moet zijn van een goede sortimentskeuze en duurzaam ingerichte groeiplaatsen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de extra aanplant een rol gaat spelen in het welzijn van de bevolking en het tegengaan van het stedelijk hitte-eilandeffect.’

De grens tussen zon en schaduw is vaak een favoriete plek om te zitten of te liggen een driesporenbeleid, zoals Kees Flier aangaf: aanplant op braakliggende, maar economisch onaantrekkelijke terreinen die nu in beheer zijn bij de afdeling Grondzaken. ‘Gelijktijdig wordt op wijkniveau een inventarisatie uitgevoerd van plaatsen waar bomen aangeplant kunnen worden, onder meer rondom speelplaatsen en op schoolpleinen. Het derde spoor is het betrekken van burgers bij dit project en het stimuleren van burgerinitiatieven’, aldus Kees Flier.

Kansenkaart boomaanplant Marc van Scherpenzeel, adviseur bij Tree-OLogic, liet vervolgens zien hoe een ‘kansenkaart boomaanplant’ werd ontwikkeld voor de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Bij de start van dit project werd vanuit de GIS-applicatie een ‘potentiële-locatiekaart’ aangemaakt, waarmee straks gekeken kan worden op welke locaties

de 600 bomen aangeplant kunnen worden. Op die kaart waren de verschillende voor aanplant relevante (GIS-)onderlagen ingeladen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een bovengronds hoogspanningstracé door de stad, waaronder aanplant van bomen verboden is. Met behulp van een slim ‘paspoort’ zijn nu voor de eerste twee wijken de potentiële locaties in kaart gebracht en buiten getoetst. Hierbij wordt beoordeeld of de plekken duurzaam geschikt zijn, hoeveel bomen er aangeplant kunnen worden, welk sortiment toegepast kan worden en of er groeiplaatsverbetering nodig is en ten slotte wordt gekeken naar de mogelijke omlooptijd van de aanplant. Dit resulteerde in een kaart met groene en rode stippen, locaties waar wel of geen aanplant mogelijk is. Dashboard ‘Treedash’ Een interessant aandachtspunt in Den Bosch was de vraag of de effecten van de maatregelen op het klimaat beter inzichtelijk waren te maken, zoals met de recentelijk in Nederland gelanceerde tool i-Tree. Mede daartoe bouwde Tree-O-Logic een dashboard binnen het eigen platform Treedash. Dit is een platform dat op dynamische wijze laagdrempelig informatie zichtbaar maakt. Dit dashboard brengt data, vastgelegd via boombeheersystemen, eenvoudig en zeer inzichtelijk en handelbaar in beeld. Van Scherpenzeel liet zien wat de effecten zijn van de nieuwe aanplant op fijnstofopname en CO2-vastlegging, zowel voor de korte als de middellange termijn. Van Scherpenzeel: ‘Zo kun-

Communicatie verbeteren Tijdens de kennissessie werd in de wandelgangen onder meer doorgesproken over de noodzakelijke communicatie met bewoners over bomen. Zowel rooien als planten in de directe leefomgeving, bijvoorbeeld in hun straat, zorgt voor onbegrip bij bewoners. Naast schaduw levert een boom ook ongemak. Dat was in augustus 2019 aan de orde bij een uitspraak in een tv-uitzending van de Rijdende Rechter. Een nieuw facet in de bebouwde omgeving is dat bomen die (te)hoog worden de productie van zonne-energie belemmeren. ‘Communicatie met bewoners wordt nog veel belangrijker’, was te beluisteren in het gezelschap. Veel bewoners weten maar weinig van bomen en de bijbehorende problematiek. Wat zonnecellen betreft, is men gauw gerustgesteld door de mededeling dat de boom als hij eenmaal volwassen is niet boven de dakrand uit zal komen. Daarop verzuchtte iemand: ‘Het functieprofiel van een chlorofylbeheerder bestaat dus uit het beheer van stedelijk groen van circa vier meter tot zeven meter hoog, tot de dakrand.’ Maar ook de ondergrond die de boom qua ruimte inneemt, is onderbelicht. Daar moet uit boomtechnisch oogpunt veel meer aandacht voor komen!

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31322/stedelijkgebied-klimaatadaptief-ontwerpen-en-inrichten---gewoon-aan-de-slag

www.stad-en-groen.nl

73


Nieuw: DTA, technische adviesbladen voor duurzaam groenbeheer Tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte op 2 en 3 oktober in de Jaarbeurs te Utrecht introduceerde DCM Nederland zijn Technische adviesbladen voor duurzaam groenbeheer openbare ruimte, afgekort: DTA. Met dit project wil DCM de duurzaamheid en kwaliteit van de aanleg en het onderhoud van openbaar groen naar een hoger niveau tillen. Auteur: Jeroen Poldermans

74

7/2019

De noodzaak van DTA Groenbeheerders van gemeenten, adviesbureaus en landschapsarchitecten roepen al jaren om standaardisering van duurzaam groenbeheer. Op basis van vijftig jaar expertise komt DCM nu met een passend antwoord. DTA is ontwikkeld opdat bij duurzaam groenbeheer niet steeds opnieuw het wiel uitgevonden hoeft te worden. De DTA-bladen zijn ontwikkeld voor groenbeleidsmakers, groenbeheerders, landschapsarchitecten, adviseurs en bestekschrijvers. Ze bevatten voor iedere specifieke beplanting het juiste advies omtrent duurzame aanleg en aanplant. Daarnaast staan er adviezen in voor elk type bodem. ‘In moederbestekken wordt duurzaamheid tegenwoordig standaard genoemd. De sportvelden in en rondom Katwijk zijn allang overgegaan op duurzaam onderhoud. Ook bij het groenonderhoud van de woonwijken stimuleren wij als gemeente duurzaamheid. Met DTA zijn de plannen beter overdraagbaar naar de operationele partijen’, aldus Willem van Duijn van de gemeente Valkenburg/Katwijk a/d Rijn. ‘Vaak zien we dat iedere hovenier zijn eigen methode heeft bij groenaanleg. Met DTA proberen we ervoor te zorgen dat het in één keer goed gebeurt, zodat

Voorafgaand aan de officiële introductie gaven Gerrit Klop, bodemkundig adviseur van DCM, en Peter Laan, salesdirector, tijdens een meeting op 11 september op de DCM-locatie in Katwijk aan de Rijn uitleg over de noodzaak en ambities van DTA aan een groep betrokkenen. Deze groep bestond uit: • Eltjo Rendering – Boomkwekerij Rendering • Willem van Duijn – Gemeente Katwijk (ZH) • Jos Smit – Smit Groenadvies • Jeroen Poldermans – Stad + Groen het staat voor de toekomst’, benadrukt Gerrit Klop. Beginnen bij de bodem Bij de aanplant en aanleg van bomen, planten, heesters, bloembollen en andere beplanting komt in de praktijk nog te vaak uitval en inboet voor. Dit heeft veelal te maken met de (on) vruchtbaarheid van de bodem. Door het toepassen van de juiste bewerkingen in combinatie met de juiste bodemverbeterende producten en bemesting, kan de vruchtbaarheid van de bodem worden verbeterd, en daarmee de


5 min. leestijd

ACHTERGROND EEN FRAGMENT UIT DTA: De groeivoorwaarden in de bodem zijn: 1. een optimale kruimelige bodemstructuur met grove en fijne poriën 2. een optimale zuurgraad (pH) 3. aanwezigheid van voedingselementen 4. de juiste EC (geleidbaarheid) De bodemstructuur: voor een goede wortelontwikkeling is het belangrijk dat de bodem geen storende lagen bevat. Een storende laag is meestal een verdichte harde laag met nauwelijks poriën. Deze laag is ondoordringbaar voor wortels en geeft problemen in de water- en luchthuishouding. Ook een schrale oppervlakkige zandlaag kan verstoring van de groei geven. Bij een verdichting van de bodem groter dan 3 MpA/cm2 is goede wortelgroei nauwelijks mogelijk. Bij bomen komt dit vaak tot uiting in opdrukken van verharding door oppervlakkige wortelgroei.

Pas na een bodemanalyse kun je vaststellen of bepaalde wensen bij een groenproject haalbaar zijn

groeiomstandigheden. Een geslaagde aanplant begint bij het optimaliseren van de groeivoorwaarden in de bodem. Het eerste blad heet daarom ook DTA 0: DCM Technisch advies Groeivoorwaarden in de bodem. Volgens Jos Smit van Smit Groenadvies begint groenontwerp bij een goede analyse van de bodemsamenstelling: ‘Pas na een bodemanalyse kun je vaststellen of bepaalde wensen bij een groenproject haalbaar zijn. Op basis daarvan stellen wij een advies samen voor de ontwerpkeuze. Het uiterlijk van bijvoorbeeld een nieuwbouwwijk is afhankelijk van de bodemsamenstelling.’

Kostenbesparend Een van de adviezen in de DTA-bladen is om in het geval van schrale grond toch gebruik te blijven maken van de bestaande grond, maar deze te verbeteren. Vanuit duurzaam oogpunt is dit vaak een betere keuze en daarnaast bespaart het kosten. Als de bodem vruchtbaarder wordt en daarmee de groeiomstandigheden worden verbeterd, leidt dit tot een betere aanslag en minder uitval en inboet. Het resultaat is minder onderhoudskosten en tevreden opdrachtgevers. DTA is ook kostenbesparend als het gaat om de inzetbaarheid van personeel: het kan worden gebruikt als handboek bij het trainen van nieuw personeel.

Het bevat voor iedere specifieke beplanting het juiste advies voor duurzame aanleg en aanplant Gerrit Klop

DCM

Eltjo Rendering

Boomkwekerij Rendering

www.stad-en-groen.nl

75


khaar.indd 1

SNOWEX ZOUTSTROOIERS

SP-6000 platformuitvoering

• Kunststofcontainer • Alles elektrisch aangedreven • Traploos instelbaar, met trillingsmechanisme • Volume vanaf 118 kg tot 2.000 kg Vraag een vrijblijvende demonstratie aan...

Telefoon (0416) 35 57 70 – info@lankhaartechniek.nl

www.lankhaartechniek.nl

Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk 28-11-16 14:02

Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Bedrijven die in het bezit zijn van een Groenkeur-certificaat tonen hiermee aan dat zij kwaliteit serieus nemen en dat zij voldoen aan de eisen die opdrachtgevers en andere belang­ hebbenden aan hen stellen. Een bedrijf met Groenkeur heeft zijn zaken intern goed op orde. Het stelt de opdrachtgever centraal en werkt voort­ durend aan het verbeteren van de kwaliteit. Opdrachtgevers weten zich hierdoor verzekerd van vakwerk dat tot uitdruk­ king komt in de aantoonbare kwaliteit van de uitvoering van het project én het eindproduct.

‘Met Groenkeur in een bestek voldoen opdrachtgevers aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’

Stichting Groenkeur Postbus 1010

info@groenkeur.nl

3990 CA Houten

www.groenkeur.nl

030 – 659 5663

@groenkeur


ACHTERGROND DCM NEDERLAND DCM ontwikkelt en produceert al meer dan vijftig jaar organische meststoffen, bodemverbeteraars en kwaliteitspotgronden. De Katwijkse producent voert een proactief beleid op het vlak van ecologie en maatschappij. Duurzaam groenbeheer is een kernbegrip voor het bedrijf. Bij DCM worden meststoffen vervaardigd volgens een uniek concept. Vanwege de kwaliteit, traceerbaarheid en duurzaamheid gaat aan de aankoop van grondstoffen een grondig selectieproces vooraf. Dankzij expertise op het gebied van ruim veertig grondstoffen kan voor elk type beplanting en elk seizoen een nauwkeurig geselecteerde meststof worden samengesteld. Het duurzame resultaat voldoet aan de eisen van duurzaam inkopen en verloopt volgens het cradle-to-cradleprincipe. Innovatie is een andere belangrijke drijfveer. Het onderzoekscentrum van DCM streeft naar de ontwikkeling van nieuwe hoogwaardige producten, die tegemoetkomen aan de steeds veranderende vraag rondom

bodemvruchtbaarheid. DCM realiseert een jaarlijkse productie van 30.000 ton. Meer informatie vindt u op www.dcm/info.nl SMIT GROENADVIES Smit Groenadvies is een middelgroot adviesbureau, dat praktische ondersteuning biedt bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Deze ondersteuning vindt plaats bij de keuzes die worden gemaakt als het gaat om ontwerp, materialen en beplanting. Daarnaast begeleidt Smit Groenadvies ook het beheer en het onderhoud na de oplevering tijdens de nazorgperiode. Onder de opdrachtgevers bevinden zich overheden, woningcorporaties, projectontwikkelaars, stedenbouwkundige bureaus, aannemingsbedrijven, greenkeepers, verenigingen, scholen en particulieren.

BOOMKWEKERIJ RENDERING Boomkwekerij Rendering produceert en levert een breed assortiment boomkwekerijproducten aan de professionele gebruiker van groen. De kwaliteit van het product, de duurzame productiewijze en zorgvuldige aflevering zijn de centrale thema’s in de bedrijfsvoering. Belangrijke teelten zijn de productie van solitairen en meerstammigen, laanbomen op eigen wortel (Ulmus) en inheemse bomen van autochtone herkomst. Tot de klantenkring behoren groenvoorzieners, hoveniers, overheden, architecten en collega-kwekers in binnen- en buitenland. Als DCM-dealer levert Rendering uit voorraad een breed scala aan DCM-producten en wordt het DTA-project ondersteund. Meer informatie vindt u op www.rendering.nl

Elk jaar komt er een upgrade, dankzij de communicatie met en de input van de vele partners in het werkveld

DTA gelanceerd op Vakbeurs Openbare Ruimte De DTA-bladen zijn vanaf eind september beschikbaar. Wilt u deze ontvangen, stuur dan een e-mail naar jbe@dcm-info.nl. De officiële lancering van het DTA-project vond plaats op de Vakbeurs Openbare Ruimte, waar DCMmedewerkers tekst en uitleg gaven over hun ambitieuze missie.

In hoeverre is DTA duurzaam? ‘Wij willen meedenken met onze klanten en hen goede instructies geven’, vertelt Eltjo Rendering van Boomkwekerij Rendering. ‘Via de adviezen van DCM bieden wij onze klanten handvatten voor een geslaagde duurzame aanplant. Zo druppelt de expertise op het gebied van duurzaam groenbeheer via DTA door naar onze eindgebruikers.’ De bodemverbeteraars die worden geadviseerd, zijn ontwikkeld door DCM. Het merendeel is 100 procent organisch en de grondstoffen bestaan hoofdzakelijk uit reststromen die afkomstig zijn uit de voedingsindustrie. DCM streeft naar een maximaal gebruik van organische reststromen. De meststoffen en bodemverbeteraars zorgen voor een sterke activering van het bodemleven. Daardoor wordt de

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31342/nieuwdta-technische-adviesbladen-voor-duurzaamgroenbeheer

bodem vruchtbaarder, groeien planten beter en zijn deze weerbaarder tegen ziekten en plagen. De CO2-opname zal hierdoor verbeteren en de biodiversiteit toenemen. Toekomstbestendigheid van DTA Gerrit Klop benadrukt tijdens onze meeting dat DTA een dynamisch en innovatief adviesstelsel is. Elk jaar zal er een upgrade komen dankzij de communicatie met en de input van de vele partners in het werkveld. De missie is: nationaal gestandaardiseerd duurzaam groenbeheer volgens de DTA-instructiebladen. Peter Laan vult aan: ‘We gebruiken producten in de DTA’s die vrijwel allemaal 100 procent organisch zijn. Gemeenten zijn volop bezig met duurzaamheid en de DTA’s sluiten hier perfect op aan.’

www.stad-en-groen.nl

77


Assetmanagement: wat is er eigenlijk anders? Een praktische vraag uit de markt ‘Wat is er bij “assetmanagement” anders dan bij een goed functionerend beheerpakket groen?’ Een klant mailde ons met deze vraag. Hoe geef je daar een duidelijk en kort antwoord op? Er zijn boeken over volgeschreven en er worden maandenlange cursustrajecten aangeboden. Maar het is gelukt, op twee A4-tjes. Auteur: Ceciel van Iperen

78

7/2019

De klant gaf aan: ‘Ik heb in mijn beheerpakket de actuele arealen, goede werkpakketten die zijn afgestemd op de gewenste beeldkwaliteit en een begroting die is afgestemd op de middelen. Ook wordt jaarlijks de PDCA-cyclus doorlopen, met een schouw van verzorging en technische kwaliteit.’ Dat is een goed begin. Assetmanagement biedt volgens ons een zinvolle aanvulling. Daarom eerst een korte uitleg over twee relevante aanvullingen en daarna het antwoord.


3 min. leestijd

MANAGEMENT Wat is er bij assetmanagement ‘anders’? In grote lijnen biedt werken volgens assetmanagement een aantal veranderingen en aanvullingen. Hierover is al veel geschreven. De punten hieronder geven een snel beeld. Als een organisatie assetmanagement wil gaan toepassen, kunnen er op twee vlakken veranderingen optreden: 1. Het proces: een ander werkproces in de gehele beheerorganisatie. 2. De inhoud: andere inhoud, zoals aanvullende plannen, diensten, producten, indicatoren, prestatie-eisen en afwegingen. Ander werkproces – zes processtappen Assetmanagement is een procesmatige manier van werken. Beheerorganisaties die niet met assetmanagement werken, zijn meestal georiënteerd op de uitvoering van duidelijk omschreven en afgebakende activiteiten. De organisatie functioneert prima zolang de bestaande, goed op elkaar afgestemde activiteiten steeds opnieuw worden herhaald. Maar hoe ga je om met een dynamische omgeving? Wensen van burgers en bedrijven veranderen, net zoals de wetgeving, technische mogelijkheden, omgevingsfactoren, politieke wensen etc. Een organisatie kan hier tijdig en op de juiste manier op inspelen door aan verschillende knoppen te draaien, elk met hun eigen kostenplaatje en hun eigen effecten. Assetmanagement is het instellen van de verschillende knoppen, zodanig dat het gewenste resultaat wordt bereikt. Om dit te kunnen bereiken, worden verschillende processtappen doorlopen. Assetmanagement is dus een procesmatige manier van werken, een benadering die verder kijkt dan de eigen afdeling, want alle processen

Bron: CROW-iAMPro.

binnen de organisatie worden op elkaar afgestemd. Daarnaast wordt afstemming gezocht met beheerders buiten de eigen organisatie. Zo ontstaat een optimalisatie van ketens. Hiervoor is een cyclus van zes processtappen uitgewerkt, gevisualiseerd in het CROWassetmanagementmodel iAMPro. Hiermee ontstaat een beter overzicht over het totale beheerproces, omdat alle betrokken afdelingen volgens vaste processtappen werken, en een integrale afstemming tussen vakgebieden en afdelingen. Andere inhoud Bij assetmanagement staat de vraag ‘waarom, met welk doel beheren we?’ centraal. Dat betekent niet alleen het doel ‘behalen kwaliteitsniveau B’, maar juist de vraag daarachter: hoe moet een object functioneren, welk effect of doel wil de organisatie ermee bereiken? Anders gezegd, welke prestaties moeten de objecten leveren? Wat zijn onze ambities, beleidsdoelen of organisatiewaarden, wat staat er in het coalitieakkoord en hoe kunnen de objecten in de openbare ruimte daaraan bijdragen? Hoe moeten ze worden beheerd zodat ze optimaal bijdragen? Het beheer is daarmee gebaseerd op de organisatiewaarden, bijvoorbeeld leefbaarheid of biodiversiteit. Hierdoor is meer focus mogelijk in het beheer en in de afwegingen. Afweging tussen kosten, prestaties en risico’s Assetmanagement is een manier om keuzes, ook in het beheer, te onderbouwen. Door systematisch bij elke afweging de aspecten kosten, prestaties en risico’s te betrekken, wordt inzichtelijk wat de optimale keuze is. Daarbij spelen onder meer de volgende zaken een rol: • Bij de kosten moeten alle soorten kosten worden meegenomen en moet worden gekeken naar de totale levenscyclus van objecten, inclusief vervanging. • Als duurzaamheid belangrijk is, moet het beleid richtlijnen bevatten over energiebronnen en energieverbruik, materiaalkeuze en hergebruik van materialen, wat doorwerkt in het beheer. • Om de ambities te kunnen realiseren, moeten de assets voldoen aan prestatie-eisen. • Om tot de gewenste prestaties te kunnen komen, is ook inzicht nodig in de risico’s van falen; dit vereist een risicobeleid van de organisatie. Welke risico’s zijn acceptabel en welke niet? Veel organisaties leggen dit vast in

een risicomatrix, zodat per geval te bepalen is of maatregelen nodig zijn om mogelijke risico’s te beheersen. Een – hopelijk – praktisch antwoord Als je op een rij zet wat een goed beheerpakket al biedt, zien we de volgende aanvullingen bij het werken volgens assetmanagement. • Het areaal is goed in beeld; daarmee is aan een basisvoorwaarde van assetmanagement voldaan. - Is alle benodigde objectinformatie opgenomen? Mogelijk is het voor een goede afweging tussen kosten, prestaties en risico’s nodig om extra kenmerken op te nemen. • De kosten van het huidige beheer zijn goed in beeld. - Zijn er bij de berekening van kosten ook zaken als renovatie/afschrijving meegenomen, is er gekeken naar de totale levensduurkosten? Zijn de kosten afgestemd op alle gewenste prestaties en geaccepteerde risico’s? • De prestaties zijn nog beperkt benoemd. - Is er een onderbouwde en systematische vertaling gemaakt van de beleidsdoelstellingen naar de gewenste beheerprestaties, inclusief prestatie-eisen, prestatie-indicatoren en meetmethoden? • De risico’s zijn nog niet/beperkt benoemd. - Wordt er risicogestuurd gewerkt? Is er bijvoor beeld een risicomatrix gemaakt, waarbij ook de acceptabele grenzen zijn aangegeven? De website van iAMPro was één van de bronnen: www.iampro-portaal.nl/

Ceciel van Iperen

Alles over Groenbeheer

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31323/assetmanagement-wat-is-er-eigenlijk-anders www.stad-en-groen.nl

79


De Roemeense delegatie in Harderwijk. Op de voorgrond Pieter Wesselink van Nophadrain

Groen integreren in stedelijk gebied Nederlands-Roemeens partnerschap richt zich op publieke en private partijen voor groenere steden in Roemenië In het kader van Urban Landscapes Romania bezocht een Roemeense delegatie in september een aantal bijzondere projecten in Nederland, zoals Strijp S in Eindhoven, de daktuin van evenementenlocatie Inspyrium in Cuijk en het Crescent Park in Eindhoven. Daarnaast waren de Roemenen erg benieuwd naar de relatie tussen overheid en commerciële bedrijven: hoe vliegen die gezamenlijk een project aan? Auteur: Sylvia de Witt

80

7/2019

Zeven Nederlandse bedrijven gaan zich gezamenlijk toeleggen op de omvorming van stedelijk Roemenië tot een weelderige groene oase. Op 15 april 2019 werd hiertoe een consortium gevormd van Boomkwekerij Ebben, JUB Holland, Van den Berk Boomkwekerijen, Molter BV, Nophadrain, VIC Landscapes en Seuren Rozen. Er wordt samengewerkt in een driejarig PIB-verband (partners international business), dat wordt ondersteund door Anthos en Agriprogress en wordt gecoördineerd door Pieter Helfferich van Agriprogress. Het gaat om een project van drie jaar. In samenwerking met lokale partijen en met de inzet van de economische en landbouwafdeling van de Nederlandse ambassade wordt concreet vormgegeven aan het positioneren van Nederlandse technologie, plantmateriaal en kennis in Roemenië. Onder de noemer ‘Urban Landscapes Romania’ gaan de zeven Nederlandse bedrijven met het marktpotentieel van Roemenië aan de slag door de inzet van een palet aan activiteiten. Het is een project van drie jaar, gericht op lokale overheden, groene bedrijven en kennisinstellingen. ‘Voor het beheer van stedelijke groene ruimte in Roemenië zijn de producten en expertise nodig die de consortiumleden in huis hebben’,

zegt Pieter Helfferich. ‘Deze zeven bedrijven vullen elkaar perfect aan; ze hebben alle benodigde competenties om samen met Roemeense partners groen van hoge kwaliteit te implementeren in stadsconcepten.’ Losse eilandjes Naast deelname aan verschillende beurzen en symposia in Roemenië zullen ook matchmaking-activiteiten worden georganiseerd. Van 23 tot 27 september bezocht een Roemeense delegatie ons land. De delegatie bestond uit Roemenen uit drie verschillende steden, waaronder Boekarest. Er waren onder meer leden van de Orde van Architecten, medewerkers van universiteiten en beheerders van parken in het district Boekarest. ‘De Roemeense delegatie was benieuwd naar een aantal dingen, zoals de relatie tussen overheid en commerciële bedrijven: hoe die gezamenlijk een project aanvliegen en starten’, zegt Victor Dijkshoorn van VIC Activating landscape. ‘Er zijn in Roemenië amper bedrijven die het groen onderhouden, terwijl er wél groen wordt aangelegd. Ze hebben ook nog nooit gehoord van burgerparticipatie. Ze waren er wel in geïnteresseerd, want ze horen geluiden als: “Ik


5 min. leestijd

ACTUEEL betaal belasting; waarom wordt die alleen maar aan de idealen van de burgemeester besteed en niet aan onze wijk?” Dus dat begint daar ook wat van de grond te komen.’ De Roemenen hadden vele vragen: Hoe wordt een plan geïnitieerd? In hoeverre hou je rekening met wat de bewoners ervan vinden, wanneer houdt dat op? Hoe richt je een open ruimte integraal in zonder dat er allemaal losse eilandjes ontstaan? En hoe ga je om met waterproblematiek? Want Roemenië heeft ook te maken met hevige regenbuien.’ Dijkshoorn: ‘Er zijn dus wel overeenkomsten met Nederland, maar de bureaucratie is daar veel groter dan hier en dat maakt het lastig. Maar het gaat om de vraag: hoe kijken wij integraal naar groen? Geen afzonderlijke bedrijven die alleen maar hun plantjes leveren, maar ook een oplossing om die planten een plek te geven in de openbare ruimte.’ Gevarieerd programma Ieder bedrijf van het consortium verzorgde zijn eigen deel van het weekprogramma, dat er dus erg gevarieerd uitzag. Op dinsdag werd gestart bij JUB Holland in Noordwijkerhout en in Noordwijk kon men een project van Molter bekijken. ‘s Middags toog de delegatie naar Rotterdam, om enkele bijzondere projecten met eigen ogen te zien: verschillende daktuinen van Novadrain, het dak met zonnepanelen van het Centraal Station. Dinsdagavond werd er gebarbecued op het dak bij Ebben Boomkwekerijen. Woensdag ging de delegatie naar Van den Berk Boomkwekerijen en vervolgens naar Strijp-S in

Eindhoven, waar een appartementencomplex met verticale tuinen is gebouwd. Donderdag hield een architect een presentatie in Amersfoort over de renovatie van een voormalig industrieel gebied, en konden de Roemenen de visie van de ontwikkelaar horen op het plein dat daar gerealiseerd is. Daarna toog de delegatie naar het gemeentehuis in Harderwijk, waar gemeentelijk landschapsontwerper Niek Heijboer samen met Dijkshoorn een presentatie gaf over het dit jaar aangelegde Crescent Park, in het hart van de nieuwbouwwijk Harderweide. Onalledaags speel- en doepark Het Crescent Park is ontworpen door Heijboer en aangelegd door VIC Activating Landscapes, samen met aannemer Hoornstra-Ophof. In het nieuwe park staat duurzaamheid voorop. ‘En het is uiteraard ook duurzaam aangelegd, met elektrische graafmachines’, zegt Dijkshoorn. Rondom het park ligt een vijver waarin water wordt opgeslagen voor droge periodes. Dijkshoorn: ‘Daardoor is deze vijver niet altijd even groot en even diep. Het lijkt een beetje op eb en vloed, maar dan zonder regelmaat. In januari 2019 zijn de werkzaamheden begonnen. Er worden nog wat waterbouwkundige werken gemaakt door Hoornstra-Ophof, maar eind oktober is het echt helemaal af.’ Met een wandelroute van bijna vier kilometer, een hondenstrand, mud run-obstakels, een gestrand piratenschip, een kabelbaan en een eigen regenvariant van eb en vloed heeft Harderwijk een heel bijzonder en duurzaam speel- en doepark. Het Crescent Park heeft

straks een grote variatie aan beplanting: eiken, dennen en berken, maar ook moerascipressen, elzen en wilgen. Het aangelegde struweel heeft naast esthetische waarde ook de functie van een natuurlijke filter, die bijdraagt aan de binding van fijnstof en CO2. De waterkanten hebben een natuurlijk karakter en ook de fauna wordt een handje geholpen doordat er een oeverzwaluwwand is gecreëerd, een ijsvogelbroedwandje en een insectenhotel. De oeverzwaluwwand is het prachtige resultaat van de samenspraak tussen vogelbeschermers, ontwerper, bouwers en de gemeente. Anders dan huis- en boerenzwaluwen, die aan gevels of in stallen een nest maken van modder en strootjes, graven oeverzwaluwen een nest in verticale zandwanden. Vroeger vonden ze deze plekken in afkalvende steilwanden langs rivieroevers, maar dat is tegenwoordig niet meer mogelijk. Als alternatieve broedplek kiezen oeverzwaluwen zandafgravingen, tijdelijke

Presentatie over het Crescent Park in het Huis van de Stad Harderwijk

‘We hebben geniale dingen gezien, die ook in Nederland nog geen gemeengoed zijn’ Roemeense delegatie luisterd naar de presentatie over het Crescent Park

www.stad-en-groen.nl

81


Vaarwel Japanse Duizendknoop reuzenberenklauw, heermoes, ridderzuring en alle andere onkruiden. Want vanaf nu zijn deze onkruiden met machines van Rootwave tot diep in de wortel te bestrijden. Elektrisch Rootwave stuurt een elektrische lading door de plant. De weerstand van de plant genereert warmte waardoor deze vanuit de wortel doodgekookt wordt. Invasieve exoten Rootwave is uitermate geschikt voor het bestrijden van invasieve exoten tot in de wortel. Zonder chemicaliĂŤn, zonder schade aan de omgeving. Vraag vandaag nog een vrijblijvende demonstratie aan.

Uw specialist voor betrouwbare techniek Merumerbroekweg 5, Herten +31 (0) 475 202 133 info@ramm.nl ramm.nl

Kwaliteit ontstaat zelden door toeval

www.smitsrinsma.nl

De ingenieurs van de buitenruimte


ACTUEEL

Victor Dijkshoorn met Niek Heijboer

‘Er zijn amper groenonderhoudsbedrijven, terwijl er wél groen wordt aangelegd. Ze hebben ook nog nooit gehoord van burgerparticipatie’ zanddepots en bouwputten. Een klein steilwandje is al voldoende. Dit levert regelmatig conflicten op met de bouwende aannemer of het grondverzetbedrijf. De oeverzwaluw is namelijk een beschermde soort en de broedplek mag dus niet verstoord of weggegraven worden. Met deze oeverzwaluwwand in het Crescent Park heeft deze vogel een perfecte broedplek gekregen. Profiteren van Nederlandse ervaring Volgens Dijkshoorn vonden alle leden van de Roemeense delegatie dit park het summum, omdat hier alles samenkomt in een integrale oplossing. ‘Er is ook echt gekeken hoe je zowel de natuurlijke bewoners als de mensen daar samen een plek kunt geven. Op zo’n manier kijk je heel anders naar een park. Als er in Roemenië parken worden aangelegd, zijn ze bij wijze van spreken al blij met een duur bankje of een mooie lantarenpaal. Hier werd gekeken hoe je iets kunt creëren waardoor de mens wordt verleid om er gebruik van te maken en

waar de natuurlijke bewoner ook nog graag wil verblijven.’ Honorius E. Circa, gemeentesecretaris in Boekarest, vindt het inderdaad heel indrukwekkend en tegelijkertijd ook

verbazingwekkend wat hij deze week allemaal heeft gezien in Nederland. ‘Het waren werkelijk geniale projecten, die ook hier in Nederland nog geen gemeengoed zijn, zoals het zonnedak op het centraal station in Rotterdam.’ Verder roemt Circa de daktuin van evenementenlocatie Inspyrium in Cuijk van Boomkwekerij Ebben, waar de delegatie heeft gebarbecued. Ook het stadhuis in Harderwijk, dat twee jaar geleden geheel is gerenoveerd en sindsdien Huis van de Stad heet, vindt hij prachtig. ‘De transparantie en duurzaamheid van het gebouw, gecombineerd met de bloemenpracht buiten. We proberen wat van deze Nederlandse ervaring op te pikken en die mogelijk ook toe te passen in onze gemeentes. Wij kunnen in Roemenië dezelfde soort projecten uitvoeren, maar met het managementmodel hier kun je sneller en beter dingen realiseren voor de gemeenschap. Onze bureaucratie is wat gecompliceerd; je hebt verschillende goedkeuringen nodig om iets te bereiken. Maar als je weet wat je moet doen, waar je moet zijn en wat de stappen zijn, dan gaat het wel lukken. Wat me het meest is bijgebleven, is de openheid en de manier waarop de ontwerpers, aannemers en bewoners betrokken zijn bij de gemeente. Goed om te zien hoe gemeentes hier rekening houden met hun bewoners en dingen doen voor de bewoners.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31310/groenintegreren-in-stedelijk-gebied

Roemeense delegatie met op de voorgrond Honorius E. Circa, city manager in Boekarest

www.stad-en-groen.nl

83


‘Vos Capelle is gegroeid, maar de oprechtheid, service en vakkundigheid zijn gebleven’ Vos Capelle viert 75-jarig bestaan Vos Capelle bestaat 75 jaar en dat werd op 4 oktober gevierd met de opening van een nieuwe loods. De kleinzoons van oprichter Johan Vos, Ronnie, Jeroen en Kees jr., zitten nu in de directie en schudden handen. Ook de tweede generatie (waaronder Co Vos), die het bedrijf groot maakte, was aanwezig. Meer dan 400 klanten en leveranciers kwamen Vos Capelle

Het was een drukte van jewelste; de loods was voor een kwart in gebruik als receptieruimte. Op de grens van buiten naar binnen stonden eettentjes; binnen stond een grote bar. Een podium in de hoek was gereserveerd voor alle cadeaus en bloemstukken. De directie en medewerkers mengden zich tussen de gasten en namen felicitaties in ontvangst. In een hoek zat de tweede generatie met andere familieleden aan een grote tafel comfortabel bij elkaar. Dat Vos Capelle een familiebedrijf is, straalde ervanaf.

feliciteren. Het vakblad ging in gesprek met enkele trouwe klanten. Auteur: Karlijn Santi Raats

84

7/2019

Van Brabant naar heel Nederland Patrick Graafmans, uitvoerder bij De Enk Groen & Golf voor alle golfbanen in het zuiden van Nederland en verantwoordelijk voor de inkoop van bemesting, graszaad en gewasbeschermingsmiddelen: ‘Destijds deed Heijmans Sport en Groen al zaken met Vos Capelle. Ik ken Co Vos nog van vroeger. Hij kwam altijd naar de golfbanen toe. Toen werkte Vos Capelle volgens

mij nog voornamelijk in Brabant; nu werken ze landelijk. Vijfenhalf jaar geleden werd Heijmans Sport en Groen overgenomen door De Enk Groen & Golf. Ik heb ook daarna altijd goed contact gehad met Vos Capelle, via salesmanager Bart van Kollenburg, maar ook via adviseur Johan Aalderink en verkoper binnendienst John Ophorst. Momenteel is ons vaste aanspreekpunt Wout Muilwijk. Hem ken ik al jarenlang uit de markt.’ Bijna totale inkoop bij Vos Capelle De Enk Groen & Golf is een belangrijke klant van Vos Capelle. ‘We kochten altijd al groot in voor onze 22 golfbanen, gemeentelijke sportvelden en twee professionele voetbalstadions, Johan Cruijff Arena en Gelredome. Maar sinds anderhalf jaar geleden een marktpartij is wegviel, is bijna onze totale inkoop naar Vos Capelle overgegaan. Wij kopen er Vosca- en ICL-meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, biostimulanten voor de bestrijding van


3 min. leestijd

ADVERTORIAL ziektes en het weerbaar maken van de grasplant, graszaad en aanverwante artikelen. Vos Capelle heeft namelijk ook het dealerschap van Barenburg gekregen.’ Graafmans spart regelmatig met Vos Capelle. ‘Dat kan, ook al zijn ze een commerciële partij. Met hun adviezen zijn ze heel professioneel. Ze zijn goed op de hoogte van wat wel en niet is toegelaten.’ Service Hoewel Vos Capelle flink gegroeid is vergeleken met tien, vijftien jaar geleden, is er aan service niet ingeboet. ‘We krijgen altijd op tijd geleverd. Wij doen elk jaar totaalinkopen, maar dit jaar zijn we overeengekomen dat we onze bestelling gespreid geleverd krijgen. Dat is waarschijnlijk meer werk voor Vos Capelle, maar ze blijven dienstbaar. Dat is erg goed.’ Kwaliteit Voor De Enk is watermanagement een hot issue. Bijna alle baanonderdelen worden behandeld met wetting agents. ‘We hebben in samenwerking met Vos meerdere wetting agents getest. Hetzelfde geldt voor verschillende zeewieren. Het aanbod is enorm, maar de kwaliteit kan erg variëren. Vos Capelle zal nooit blind producten in zijn assortiment opnemen. Ze doen vooraf altijd gedegen testen met verschillende producten.’ De Enk Groen en Golf is een vernieuwende partij en vindt dat Vos Capelle goed bij haar past. ‘Wij hebben kwaliteit hoog in het vaandel staan, omdat we voorop willen lopen. Daar horen goede en duurzame producten bij. Bij Vos Capelle is de prijs-kwaliteitverhouding uitstekend.’

Patrick Graafmans

de Enk

Werkrelatie met ander derdegeneratiebedrijf Bij Gebr. Van Esch is sinds twee jaar met Ton en Inge de derde generatie aan het roer. Volgens Jos van Esch (de tweede generatie) kocht zijn vader Jan van Esch al in bij Vos Capelle. ‘Toen mijn broer Hans en ik in de jaren tachtig het bedrijf overnamen, werkten we intensief samen met Co Vos. De derde generatie, Ton en Inge, zetten de relatie voort met de eveneens derde generatie bij Vos Capelle.’ Gebr. van Esch onderhoudt tweehonderd voetbalvelden in Brabant. Ook renoveert het bedrijf sportvelden. ‘We zijn een aannemersbedrijf, maar natuurlijk fluctueert de hoeveelheid werk. Aanlegprojecten zijn vaak kleinschalig; dan gaat het bijvoorbeeld om losse sproeiers. Het onderhoud van de sportvelden gaat altijd door, dus de inkoop van graszaad en meststoffen bij Vos Capelle is stabiel.’ Persoonlijk klantcontact Van Esch: ‘Zelf ken ik de nieuwe directie niet, maar het blijft een benaderbaar en ouderwets Brabants familiebedrijf. Ik vind Bart van Kollenburg een beetje de nieuwe Co Vos als het gaat om klantcontact. Maar alle medewerkers zijn persoonlijk en gemoedelijk. De instelling is niet: gauw iets verkopen en weghollen. Men probeert altijd samen tot een oplossing te komen of samen iets moois te maken.’ Gastspreker op scholen Gert-Jan Hilarius kwam in 2010 bij HGM werken. Hij werd projectleider groen en is inmiddels verantwoordelijk voor alle noordelijke golfbanen en sportvelden. Directeur Hans Schaap kocht al in bij Vos Capelle. Hilarius kende Bart

Jos van Esch

Gebr. Van Esch

‘Vos Capelle doet vooraf altijd gedegen testen met verschillende producten’

Gert-Jan Hilarius

Gazonbemesting.nl

www.stad-en-groen.nl

85


1926651-Van Berkel Advertentie_190X135mm_GROEN.indd 1

03-04-19 13:30


ADVERTORIAL terug. Hij zegt het ook eerlijk als Vos Capelle een product niet heeft en vertelt dan waar ik het wel kan krijgen. Als er iets misgaat, komt hij, of adviseur Wout Muilwijk; er komt in elk geval direct iemand langs. Dan discussiëren we. Soms lopen de meningen uiteen, maar dat geeft niet, want dat geeft stof tot nadenken. Daaruit ontstaan de beste oplossingen.’

Tafel met de familie Vos

Stabiliteit Vos Capelle straalt niet meer uit dat het een familiebedrijf is, vindt Hilarius. Maar dat vindt hij niet erg; integendeel: ‘Natuurlijk weet ik dat het een familiebedrijf is, maar dat is ondergeschikt geworden aan de omvang en de stabiliteit van dit mooie bedrijf. De oprechtheid, service en vakkundigheid zijn er niet op achteruitgegaan; dat is wat telt.’ Aannemer Bart van Wijlen is altijd tevreden als hij moet samenwerken met Vos Capelle. ‘Wij hebben allebei veel expertise. We zien elkaar niet als concurrenten; we vullen elkaar aan en kunnen samen snel schakelen bij een opdrachtgever.’

‘Als Vos Capelle het niet heeft, dan heeft niemand het’ van Kollenburg ook al jarenlang. ‘Scholen met (hoofd)greenkeepersopleidingen nodigen geregeld gastsprekers uit. Een van hen was Bart van Kollenburg.’ Webwinkel De service vindt Hilarius bijzonder goed. En hij het kan weten, aangezien hij zelf een webwinkel heeft: Gazonbemesting.nl. ‘Ik bestel voor mijn bedrijf veel online bij Vos Capelle via een persoonlijk account. Voor elke situatie hebben ze een product. Het assortiment is heel breed; denk aan handschoentjes, regenpakken. Alles wordt netjes verpakt en zit dan bij het Barenbrug-graszaad, de Marathon Sportlijn of de bemesting. Al na anderhalve dag wordt de bestelling geleverd. Ik bestel vaak ’s avonds. Als iets niet voorradig is, krijg je netjes een telefoontje. Als Vos Capelle het niet heeft, dan heeft niemand het.’ Met open vizier sparren HGM koopt groot in bij Vos Capelle. Hilarius: ‘Voor de golfbanen en sportvelden, maar ook onze bedrijfskleding en de Belrobotics-

robotmaaiers komen bij Vos Capelle vandaan. De robotmaaiers zetten we in op sportvelden in Smallingerland en Ooststellingwerf. De medewerkers van Vos Capelle zijn kundig en hebben kennis van zaken. Ik kan contactpersoon Bart van Kollenburg bellen of appen; hij belt altijd

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31346/vos-capelle-is-gegroeid-maar-de-oprechtheid-serviceen-vakkundigheid-zijn-gebleven

Algemeen directeur Ronnie Vos neemt felicitaties in ontvangst.

www.stad-en-groen.nl

87


DUA John Deere

Minder gewicht dankzij zeskantig staal Dücker DUA-maaiarm met frontbevestiging op trekker Een trekker waarbij de maaiarm op het front van de trekker zit, hoeft niet verbouwd te worden. De bestuurder hoeft niet achterom naar het werk te kijken, kan zowel links als rechts werken en vanuit één beweging ook eenvoudig achter bomen maaien. Dat kan allemaal met de Dücker UNA-maaiarm. Deze wordt dan ook steeds populairder. Auteur: Heidi Peters

DUA hydraulische maaiarm 700/800 Dücker heeft hydraulische maaiarmen met een reikwijdte van 6,80 meter, de DUA 700, en met een reikwijdte van 7,80 meter, de DUA 800. In tegenstelling tot veel andere maaiarmen worden de DUA 700 en 800 niet opgebouwd op de tussen- of achteras, maar op het front van de trekker. Bevestiging op DIN-plaat De maaiarm wordt bevestigd op het front van de trekker, meer specifiek op de DIN-plaat. Martin Kruse van Kruse Ootmarsum: ‘Als maaiarmen al op het front worden bevestigd, is dat meestal op de hefarm, maar op de DIN-plaat zit de Dücker zo dicht mogelijk op de trekker. In Duitsland is frontaanbouw vrij gebruikelijk; voor Nederland is het juist vrij uniek, vooral

88

7/2019

bevestiging op de DIN-plaat. Deze manier van frontaanbouw heeft meerdere voordelen. Een groot voordeel is dat je de trekker niet hoeft te verbouwen, zoals bij tussenasaanbouw. Je kunt de hele constructie makkelijk zelf aan- en afkoppelen. Binnen een kwartier ligt de maaiarm eraf en kun je de trekker weer gebruiken voor datgene waar je hem dan voor nodig hebt. En tot slot kun je dankzij deze constructie gemakkelijk achter bomen maaien. Voor de bestuurder is het fijn dat hij niet achter zich hoeft te kijken hoe het de machine vergaat, zoals bij achteraanbouw.’ Maximaal toelaatbaar gewicht De DUA wordt in de meeste gevallen bij Dücker op de trekker geïnstalleerd, maar een mechanisatiebedrijf in de regio kan dit ook uitvoeren.

Kruse Ootmarsum is al meer dan twintig jaar, sinds 1996, exclusief importeur van Dücker voor Nederland en België. Martin Kruse: ‘De fabriek zit net over de grens bij Enschede. In Duitsland is Dücker groot; in Nederland kwam het merk destijds amper voor. Maar de afgelopen 23 jaar dus wel; vooral de vraag naar maaiarmen met frontbevestiging groeit. Dücker is daarin gespecialiseerd, onder andere.’ Martin Kruse: ‘Bij elke verkochte machine worden de gewichten berekend: het totaalgewicht van de combinatie en de asdruk op de voor- en achteras. Op basis van de vrijgegeven gewichten van de trekkerfabrikant kan worden berekend of de maaiarm op de daarvoor bedoelde trekker kan. Een oplossing voor lichtere trekkers is om de hydrauliek en de pompen achterop de driepuntshef te monteren en de maaiarm voorop.’ Zeskant: lichter en sterker Dücker heeft patent op de zeskantige vorm van de maaiarm. Door deze vorm is de constructie extra sterk en minder kwetsbaar voor verdraaiingen en verbuigingen. ‘Door de combinatie van speciaal licht staal en de vorm is de maai-


4 min. leestijd

ADVERTORIAL

‘Ontkoppelen is makkelijk; hij ligt er zo af’ arm relatief licht en tegelijkertijd ijzersterk’, aldus Martin. Aan de maaiarmen kunnen een maaier, onkruidborstel, radiaal onkruidborstel, heggenschaar, veegmachine en bermfrees gekoppeld worden. De maaiarm kan dus het hele jaar ingezet worden. Het hydraulische gedeelte is standaard uitgerust met een hogedrukpomp met een capaciteit van 72 l/min bij 350 bar druk. Hierdoor heeft de klepelmaaier geen moeite met zwaarder werk en trekt de maaier goed door in zware gewassen. Soepel om obstakels maaien De maaiarmen van Dücker zijn uitgerust met een sideshiftframe. Dit betekent dat de maaiarm naar links en rechts verschoven kan worden. Ook is het mogelijk om links en rechts te werken als dat wenselijk is, en om met het verkeer mee te rijden. De machine gaat eenvoudig om obstakels heen en de stand van de maaiarm blijft gelijk. Het is niet nodig om de stand van de maaiarm aan te passen. Pendelende werking volgt de bodem De klepelmaaier, die eenvoudig aan- en afgekoppeld kan worden, is uitgerust met het gepatenteerde Dücker-Tasttronic. Dit systeem, dat gemonteerd wordt op de klepelbak, meet de druk- en de torsiekrachten van de klepelmaaier ten opzichte van de bodem. Deze metingen worden via een Can-busbediening doorgegeven aan de computer van de maaiarm. Op basis van deze gegevens volgt de maaier de bodemomstandigheden exact, zowel in hoogte als pendelend. Martin vult aan: ‘Het is zelfs mogelijk om kantendruk te geven. Stel dat je een iets oplopende of aflopende berm aan het maaien bent, dan kun je vanuit de cabine meer kantendruk op de bak geven, zodat je bijvoorbeeld makkelijker een heel steil talud kunt maaien. Wanneer je 50 kg meer druk wilt geven, kun je dat bijvoorbeeld verdelen over 30 kg links en 20 kg rechts. Dat is echt uniek.’

Wat vindt de klant? ‘Hartstikke fijn’, aldus Hendrik Baging, chauffeur op de trekker van de gemeente Noordenveld. ‘Wij hebben deze maaiarm nu ruim een jaar. We hadden al een maaiarm van Dücker, waar we heel tevreden over zijn. Toen de gemeente op zoek ging naar een nieuwe maaiarm, kwam deze Dücker DUA 700 uit de bus.’ Noordenveld is een boomrijke gemeente. Een belangrijk criterium was dat de maaiarm niet zo hoog was, zodat de giek niet tussen de takken zou komen. Hendrik: ‘Dit is een fijne, compacte machine. Bij transport blijft het geheel binnen de trekker. Wij rijden veel op betonnen fietspaden. Dat is normaal gesproken krapjes, maar met deze maaiarm kunnen de fietsers er gewoon langs.’ Nooit meer achteromkijken Hendrik is erg content met de positie van de maaiarm op het front van de trekker: ‘Hele dagen zat je achterom te kijken; nu heb je het werk mooi voor je. Je kunt links en rechts werken met deze maaiarm, en dat doen we

dan ook. In de winter gebruiken we de trekker voor het strooien van zout. Deze Dücker is ook handig af te koppelen; de maaiarm ligt er zo af. Ook als je vlak bij de trekker maait, blijft de arm laag, tot bijna onder de cabine van de trekker.’ Moeiteloos aan de overkant maaien Het maaien van de berm aan de overzijde van een sloot of greppel vraagt iets anders van de maaiarm. ‘Dat werkt heel fijn met deze Dücker. Op de bediening kun je instellen dat de maaier door middel van de sideshift de vorm van de sloot volgt, zodat er nooit te veel of te weinig druk op de berm is. Dat is heel handig. En niet te vergeten’, sluit Hendrik af, ‘de blazer die op de maaiarm zit. Dat is een optie, niet standaard, maar ik ben blij dat de gemeente hiervoor heeft gekozen. Deze blaast de weg schoon na het maaien. Erg fijn.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31314/mindergewicht-dankzij-zeskantig-staal

DUA Valtra

www.stad-en-groen.nl

89


Referentiebeelden voor het beoogde eindresultaat

Megadaktuin op de Peperklip als maatregel voor een leefbaar Rotterdam ‘Stad in de stad’ levert 7000 vierkante meter groen Op de Peperklip in Rotterdam komt een groen, natuurvriendelijk dak van 7000 vierkante meter. De aanleg is onderdeel van een grote opknapbeurt van het iconische sociale-huurwoningcomplex. Groenaannemer Van der Tol en daktuinadviseur SmitsRinsma werken voor dit project samen in een bouwteam met de opdrachtgever, Vestia, en de bouwaannemers. Auteur: Bart Mullink

De dakdekker heeft de vernieuwing van het dak netjes op tijd klaar, precies op het geplande tijdstip. Dat is belangrijk, want de medewerkers van groenaannemer Van der Tol staan al in de startblokken. Het oude, stevige pakket ballastgrind gaat niet terug op het dak. In plaats hiervan komt er substraat voor de daktuin. Dit moet snel worden aangebracht, omdat het meteen de nieuwe noodzakelijke ballast vormt. Zonder die ballast kan de nieuwe dakbedekking met het eronder liggende isolatiemateriaal bij een beetje najaarsstorm gemakkelijk wegwaaien. Het is dus belangrijk dat niet alleen de dakdekker, maar ook de groenaannemer meegaat in de strakke planning. Vanaf de start van het werk aan de daktuin, in de tweede helft van oktober, moet deze in circa negen weken gerealiseerd worden. Mits de planning van het bouwteam daadwerkelijk wordt nageleefd, levert de gekozen ketensa-

90

7/2019

menwerking voordelen op voor alle partijen, verklaart Danny Lubbers. Lubbers neemt als bureaupartner bij adviesbureau SmitsRinsma de afdeling daktuinen voor zijn rekening. ‘Op het dak zijn al veiligheidsvoorzieningen aangebracht voor de dakdekker. Zaken als tijdelijke dakrandbeveiliging en aanlijning zijn gereed; dat werk hoeven we niet opnieuw te doen. Dat scheelt in de kosten en daarvan profiteert de opdrachtgever ook weer.’ Voor alle woningcorporaties, en zeker voor Vestia, geldt dat ze elk dubbeltje twee keer moeten omdraaien. Dat is voor hen reden om scherp te zijn op het vermijden van onnodige en onverwachte kosten, weet Lubbers. ‘Mede daarom hebben we al in de ontwerpfase met de hoofdaannemer en het dakdekkersbedrijf om de tafel gezeten, om precies in beeld te krijgen wat er allemaal nodig is tijdens de uitvoering.’


5 min. leestijd

ACTUEEL

BEKEND EN BEKROOND De Peperklip is een woongebouw dat werd ontworpen door architect Carel Weeber. Het telt zo’n 600 sociale huurwoningen en dankt zijn naam aan de vorm, die gelijkenis vertoont met een paperclip. Het gebouw kwam gereed in 1982. In de jaren negentig onderging het zijn eerste opvallende renovatie. De aanleiding was toen de sociale onveiligheid rond de in totaal acht onderdoorgangen naar de binnentuin, waar onverlaten tamelijk anoniem hun gang konden gaan om vervolgens gemakkelijk een veilig heenkomen te zoeken. Dat probleem bleek effectief te bestrijden door de onderdoorgangen af te sluiten, op één openbare toegang na. Weeber kreeg lof voor zijn succesvolle poging om met een spraakmakend ontwerp goed wonen bereikbaar te maken voor mensen met weinig geld. Vanwege de omvang en de gevarieerde bewonerssamenstelling wordt het gebouw wel omschreven als een stad in een stad, die het karakter van Rotterdam met zijn vele nationaliteiten weerspiegelt. Aansluitend op de huidige renovatie krijgt de binnentuin weer een grote opknapbeurt. Die neemt de gemeente voor haar rekening: de tuin is en blijft openbaar groen.

Neerslag Met de daktuin levert Vestia haar bijdrage aan de lokale aanpak van de waterproblematiek. In Rotterdam is dat een prominent onderwerp. Lubbers: ‘Na forse neerslag krijgt de stad, feitelijk een polder, te maken met een grote hoeveelheid water die er ineens uit moet, met wateroverlast als gevolg. Door daktuinen aan te leggen, kun je de waterstromen wat vertragen.’ Het is een variant op de campagne ‘stenen eruit, planten erin’. Planten erop – op gebouwen – blijkt dus ook te kunnen. ‘Een bijkomend voordeel van groene daken is dat ze op warme dagen zorgen voor wat verkoeling in de stad, omdat de zon niet direct op de dakbedekking staat. Bovendien gaat de dakbedekking daardoor ook langer mee, als het goed is. En verder’, vervolgt hij, ‘brengen we hiermee wat natuurwaarden de stad in.’ Omdat het dak op de Peperklip niet toegankelijk is voor mensen, kunnen ook schuwere vogelsoorten zoals de

scholekster zich er thuis voelen. De daktuin komt op de drie lagere gebouwdelen die zich langs de binnentuin uitstrekken. Alleen vanaf de hoger gelegen verdiepingen op de kopse kanten hebben de bewoners er zicht op. Vestia spreekt liever niet van een tuin, maar van een biodivers natuurdak. Dit om misverstanden te voorkomen over het begrip tuin, dat het beeld kan oproepen van een plek waar ook bewoners terecht zouden kunnen. Bijkomstigheid De projectsom voor het bouwkundige groot onderhoud van de Peperklip is afgetikt op ruim 17 miljoen euro; het groene dak kost circa 260.000 euro. Eronder liggen de vernieuwde dakbedekking en de isolatie. De nieuwe dakisolatie houdt de warmte bijna vijf keer zo goed tegen als de oude. De aluminium kozijnen uit 1982 bleken hun beste tijd te hebben gehad en worden eveneens vervangen, waardoor

Ontwerpschets, met de gewichten er vast bij

www.stad-en-groen.nl

91


Van Dyck Marcel Belgium NV | Provinciebaan 71 | BE-2235 Houtvenne T +32 16 69 91 56 | F +32 16 69 62 53 | info@vandyck.be | www.vandyck.be 92

7/2019


ACTUEEL

De Peperklip met binnentuin, daaromheen de platte daken die worden ingericht als ‘biodivers natuurdak’

Danny Lubbers

SmitsRinsma

meteen de isolatie verbetert. Niet alleen door de kozijnen zelf, maar ook omdat de originele dubbele beglazing nu kan worden verruild voor HR++-glas. De gevel heeft al een grote schilderen schoonmaakbeurt gekregen. Alle asbesthoudende gevelbeplating is verwijderd. Binnen in het gebouw worden de portieken verfraaid. Om de ventilatie (energie-)efficiënter te maken, wordt de luchtafzuiging vraaggestuurd op basis van CO2-metingen. ‘De daktuin is een bijkomstigheid die wordt meegenomen in al deze activiteiten. Vóór kerst zullen alle werkzaamheden aan de Peperklip erop zitten, is de verwachting.’ Gewicht Bij het ontwerpen was de beperkte belastbaarheid van het dak een uitdaging, schetst Lubbers. ‘De eerste ideeën bleken daarom te ambitieus. Bij de dakconstructie was geen rekening gehouden met een toekomstige invulling als daktuin. Wel bleek er veel grind op te liggen, dat diende ter bescherming van de dakbedekking. Het gewicht van deze ballast was dus in elk geval te vervangen door een groen equivalent. De belastbaarheid bleek bovendien groter bij de randen van het dak en rond de dragende

elementen. Aan de hand van het ter plaatse maximaal toegestane gewicht kon het dak zo worden verdeeld in vlakken. Daarmee konden we een ontwerp maken met als begrenzing de ter plaatse maximale belasting.’ Het definitieve tuinontwerp werd daarna beoordeeld en goedgekeurd door de bouwkundig constructeur. Het opzoeken van de grenzen was nodig, legt hij uit, om tot een gevarieerd tuinbeeld te kunnen komen. ‘In een minimumvariant had het bij een sedumdak moeten blijven. Dat maken we op sommige plaatsen, maar op andere kan meer substraat komen, waardoor we ook andere planten kunnen laten groeien, bijvoorbeeld kruiden die we inzaaien. Op de plaatsen waar we de meeste grond kwijt kunnen, hebben we de vaste planten gepland.’ Verder komt er op sommige delen alleen split. Zo ontstaat een soort steppe; dat is een biotoop die gunstig is voor bepaalde vogelsoorten, bijvoorbeeld de scholekster. Die wil juist nestelen in een dergelijke omgeving en niet tussen ruige vegetatie.’ Onderhoud Beheer en onderhoud maken deel uit van het contract, maar de insteek is, legt Lubbers uit, om hier weinig werk van te hebben. ‘Met dat doel is de tuin ontworpen. Die kan uit zichzelf functioneren en zal zich ook spontaan verder ontwikkelen. We zullen er vooral op moeten

toezien dat daarbij geen onveilige situaties ontstaan, bijvoorbeeld door takken die door kraaien heen en weer gesleept worden en die van het dak af kunnen vallen. Al denk ik niet dat zoiets snel zal gebeuren. Er zal vooral af en toe iemand het dak op moeten om te controleren of de afvoeren nog goed doorlopen. We zullen de natuurlijke ontwikkeling de komende jaren zorgvuldig monitoren. Wellicht zullen bepaalde planten verdwijnen en komen er andere bij. Denk aan kruidengroei of zaden die met vogels meekomen. Mogelijk moeten we ook een keer wat beplanting vervangen. Maar dat proberen we minimaal te houden; we zullen zo weinig mogelijk sturen.’ Een bescheiden onderhoudspad, dat deel uitmaakt van het ontwerp, dient hoofdzakelijk om het dak goed toegankelijk te houden voor werkzaamheden aan de ventilatieschachten. Om te bereiken dat de spontane ontwikkeling in de gewenste richting verloopt, is de vegetatie zorgvuldig door Van der Tol afgestemd op de beschikbare biotopen, legt Lubbers nog uit. ‘Dat is toch wel bijzonder ten opzichte van andere daktuinen. Meestal wordt het dak ingericht met een standaardmix van zes tot tien sedumsoorten. Wij kiezen hier voor meer soorten planten dan alleen sedum. We laten meer planten groeien die ook geschikt zijn voor deze locatie. Qua warmtebestendigheid en in lange droogteperiodes doet sedum het natuurlijk wel goed. Maar regelmatig gras en onkruid weghalen, zoals elders vaak wordt gedaan, blijft hier achterwege. We grijpen alleen in als het systeem anders niet meer functioneert.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31318/megadaktuin-op-de-peperklip-als-maatregel-voor-eenleefbaar-rotterdam

Het oude beeld: grindballast

www.stad-en-groen.nl

93


‘Vanuit een sterke aandeelhoudersstructuur verwacht ik een mooie toekomst voor Donker Groep’ CEO Anja Kanters geeft medewerkers figuurlijk én letterlijk eigenaarschap Donker Groen heet voortaan Donker Groep en is innovatief, koersvast en ambitieuzer dan ooit. Deze kenmerken tekenen het in 1961 opgerichte groenbedrijf met 850 medewerkers, actief vanuit 24 locaties, en zijn CEO, Anja Kanters (61). Als een keizer die de democratie teruggeeft aan het volk, heeft ze 75 procent van de bedrijfsaandelen beschikbaar gesteld voor medewerkers. Hiervan is inmiddels 80 procent verkocht. Daar zit natuurlijk een verhaal achter. Vakblad Stad en Groen gaat hierover de diepte in met de stuurvrouw. Auteur: Karlijn Santi Raats

94

7/2019

Laten we beginnen bij de nieuwe naam, die overigens al een poosje geleden gelanceerd is. Donker werd in 1961 opgericht door hovenier Hessel Donker, die midden jaren tachtig het directeursstokje aan toenmalig medewerkster Anja Kanters overdroeg. ‘We zijn al langer georganiseerd in drie divisies, maar dat gaf in de markt te weinig herkenning. Vandaar de namen Donker Design, Donker Interieur en Donker Groen.’ Door het gebrek aan herkenning kregen de medewerkers op hun beurt te weinig erkenning. Hun divisies waren al jaren volwassen en draaiden praktisch autonoom. Maar Donker Groen bleef de mastodont, terwijl bij Donker Design dertig landschapsontwerpers, architecten en groeningenieurs werken. Donker Interieur telt zelfs meer dan vijftig collega’s met grijze cellen en groene vingers. ‘Donker Interieur en Donker Design zijn geen kleintjes’, merkt Kanters op. ‘Donker Interieur verkoopt niet alleen plantenbakken. Een bewijs van ons

talent voor groen interieur is de eerste prijs in de strijd om de Eilo-award van de European Interior Landscaping Organisation, die we vorige week binnensleepten voor de spectaculaire groene gevels en wanden in en buiten de NHL Stenden Hogeschool. En vorig jaar won Donker Design de European Landscape Award voor de circulaire daktuinen bij ABN Amro op de Amsterdamse Zuidas. We zijn enorm trots op deze internationale erkenning.’ Bij de nieuwe profilering hoort een nieuwe website, en pakkende slogans: ‘Groen maakt gelukkig’ (Groen), ‘Het groene gevoel van buiten’ (Interieur) en ‘Landscape solutions inspired by nature’ (Design). De ontwikkeling bij Donker Groep ging steeds meer gepaard met verbreding van het producten dienstenaanbod. Kanters: ‘Wij willen integraal kunnen leveren, van ontwerp tot realisatie en onderhoud. Als je zorgt dat je bekend bent als specialist op het gebied van alle groene inrichtingsvraagstukken, kom je aan de voor-


8 min. leestijd

ACTUEEL Er zijn 850 medewerkers, die Kanters lang niet allemaal meer persoonlijk kent. Hoe houdt Kanters alles bij elkaar? ‘Dat kan ik niet alleen. Maar dankzij mensen om mij heen met dezelfde drijfveren ontstaat een sterke verbinding, een cultuur. Ik ga ook het land door om met mijn mensen in gesprek te gaan. Zo praat ik met vestigingsmanagers en met hun binnenteams. Tijdens onze toolbox-meetings, korte periodieke werkoverleggen ter bevordering van de werkveiligheid, spreek ik minimaal één keer per jaar met alle medewerkers in groepen. Projectbezoeken combineren we als directie met veiligheidsinspecties. We organiseren workshops en hebben een vergaderstructuur waarin we elkaar landelijk of functiegericht spreken en ervaringen uitwisselen. Daar besteden we serieus aandacht aan.’

‘Als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen’

De indrukwekkende schoolgebouwen van de NHL Stenden Hogeschool zijn de afgelopen jaren intensief vergroend. Donker verzorgde met dochteronderneming Green Fortune zowel binnen als buiten spectaculaire groene gevels en wanden. Kanters: ‘Uitgangspunt bij het ontwerp was het creëren van een gezonde groene studieomgeving voor de studenten en leraren, want groen is gezond en heeft een positieve invloed op de concentratie, sociale omgang, luchtzuivering, stressvermindering en daarmee de algehele gezondheid. Het resultaat: een bijzondere ruimtebeleving in het gebouw, niet alleen prachtig om te zien en goed voor de akoestiek, maar ook met een duidelijke functionele toegevoegde waarde. Dat was reden voor de jury van de European Interior Landscaping Organisation (Eilo) om in deze tweejaarlijkse competitie aan Donker Groep de Golden Leaf uit te reiken, de eerste prijs uit dertig nominaties.’ kant aan tafel. Je kunt dan duidelijk maken wat je aan elkaar hebt als deskundigen met betrekking tot vormgeving, ecologie, biodiversiteit, stedenbouw en planologie. De winst schuilt in samenwerking; het heeft volgens ons weinig zin om de kennis van alle disciplines in huis te hebben.’ Alle neuzen dezelfde kant op Kanters stimuleert jong talent om carrière te maken en ziet graag dat medewerkers het onderste uit de kan halen. Ze creëert daar-

voor graag mogelijkheden. Kanters: ‘Nieuwe talenten brengen we samen binnen de Donker Academy. Naast verdieping van hun vakmanschap krijgen ze ook les op het gebied van leiderschap, samenwerken en veranderen. Verder biedt de Donker Academy leerwerktrajecten en trajecten voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.’ Nieuwe vestigingen worden opgericht voor netwerkverdichting, maar vooral ook voor de jonge talenten die staan te trappelen om als pionier een vestiging op te starten. De vestigingen draaien nagenoeg autonoom.

‘De vestigingen zijn geografisch georganiseerd en kennen een ideale, maar ook maximale grootte; dat is de reden waarom we soms opsplitsen. De regionale vestigingsleiders zijn eindverantwoordelijk voor klanten, kwaliteit, omzet en resultaat en dragen daarnaast ook bij aan de strategische ontwikkelopgaven van Donker Groep. Alle vestigingen zijn geclusterd binnen rayons. De rayonleiders, die vanuit hun groene expertise zijn doorgegroeid, bezitten bij ons een sterke combi van managementvaardigheden en vakmanschap. Ik ben ook blij met de borging van de eindverantwoordelijkheid binnen ons directieteam. Als algemeen directeur ben ik sinds ruim een jaar de gelukkige aanvoerder van drie professionele directeuren. Dit zijn gepassioneerde mannen die met hun teams de commercie, operatie en ondersteuning verder brengen naar een duurzame toekomst. Ons doel is om in 2035 100 procent circulair te functioneren.’ Transparantie De mensen binnen de organisatie vormen het skelet van het bedrijf. Kanters: ‘Zij creëren de

www.stad-en-groen.nl

95


open bedrijfscultuur die Donker Groep kenmerkt. Vanwege de schaalgrootte zal er altijd apenrots-gedrag zijn, dat niet altijd zichtbaar is. Maar onze bedrijfscultuur trekt vooral mensen aan die zich herkennen in onze waarden en drijfveren. Iemand die politiek gaat bedrijven, wordt snel genoeg herkend en aangesproken op zijn of haar gedrag. Die mensen moeten – bij voorkeur samen – in de spiegel kijken, zich realiseren waar ze mee bezig zijn of hoe ze overkomen. Misdragingen en machtsvertoon worden niet getolereerd. Dat wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor mensen met een mening; die worden juist met open armen ontvangen.’ Sterke persoonlijkheden Waarom lukt het in de branche soms niet om de toegevoegde waarde van groen duidelijk te maken? ‘Om aan tafel te komen, is het van belang om de juiste markt te vinden, c.q. door de markt gevonden te worden. Aan dode paarden moet je niet trekken; wij richten ons op partijen die wél willen. Om mee te doen, hebben we niet alleen expertise nodig, maar ook sterke persoonlijkheden die van competitie houden. Natuurlijk willen we winnen. En verliezen is lastig, maar minder pijnlijk als we weten dat we er alles aan gedaan hebben. Het is zaak om vanuit autoriteit onze deskundigheid over te brengen bij de opdrachtgever. Ook daarvoor hebben we mensen nodig die een sterke mening hebben en deze kunnen onderbouwen.’ Een voorbeeld van de autoriteit die Donker Groep weet uit te stralen, was de rol die het bedrijf speelde in het bouwteam voor de grote circulaire daktuinen bij Circl, bij het ABN Amrohoofdkantoor op de Amsterdamse Zuidas. Het hoofd ontwerp van Donker Design was daarbij de kartrekker voor Donker Groep.

‘Opdrachtgever ABN Amro wilde een “circulaire daktuin” voor zijn circulaire paviljoen genaamd Circl, dat op de Zuidas naast het hoofdkantoor ligt. Het resultaat is een veelhoekig ontwerp, dat de natuurkracht symboliseert die haar oorspronkelijke plaats weer inneemt in de stenige Zuidas. De tuin is zo ontworpen dat de medewerkers er kunnen verblijven, maar ook werken. Zo is er veel aandacht geschonken aan diverse plekken: bankjes van inlands hout, grappig hergebruikte tegels voor zitplaatsen om te lunchen, maar ook vergadertafels en statafels. We zitten immers al veel te veel. Lange beplantingslijnen verbinden het hoofdkantoor met het paviljoen en zijn groene gevels. De plantenborders zijn verhoogd en opgesloten met cortenstaal, scharnierbaar voor hergebruik. Meer dan 50 duizend planten en 100 duizend bollen zijn duurzaam en biologisch gekweekt, zonder plastic potjes en niet in het buitenland geteeld. De nieuw ontwikkelde ‘fietsbank’ is een icoon geworden voor de mogelijkheden op het gebied van recycling. De ELCA (European Landscape Contractors Association) heeft dit project beloond met de tweejaarlijkse ELCA international Trend Award 2018/2019.’

96

7/2019

Professionalisering Twee van de drie mannen in de directeursfuncties waren voorheen werkzaam bij grote bedrijven en namen vandaaruit een hoge mate aan professionaliteit met zich mee. Na de grote autonome groeistappen was Donker toe aan deze professionaliseringsslag. Kanters: ‘Er is een slag gemaakt op het gebied van automatisering, maar ook met betrekking tot financiële sturing en voorspelbaarheid, waarbij dashboards en kpi’s behulpzaam zijn. Sturing heeft in dit geval geen negatieve bijklank. Medewerkers hebben recht op controle. Iedereen wil van tijd tot tijd weten hoe de vlag erbij hangt.’ ‘De automatiseringsupdate is geen sinecure. Die moet worden gevoed vanuit de praktijk, met als


ACTUEEL hoofdvraag: wat is het ideale werkproces? Het is voor de betrokken IT’ers een hele kluif om al die informatie op te halen bij zowel binnen- als buitenmedewerkers.’ ‘Bij de operationele tak benutten we de benchmarkmogelijkheid meer. Er wordt meer planmatig gewerkt en vanuit structuren, zoals de kwaliteitscyclus PDCA (Plan, do, check, act). Hiermee verbetert de kwaliteit en dalen de faalkosten.’ ‘Tot slot brengt de directeur Markt en Innovatie dankzij vele jaren bij Donker en zijn eigen passie veel expertise en creativiteit met zich mee. Bij ons zijn de voor- en achterkant van het bedrijfsproces als het ware losgeknipt, voor een goede span of control, maar ook voor gezonde tegenspraak en hogere effectiviteit.’

Haar ideaal had wat voeten in de aarde

Kanters: ‘Actuele duurzame en trendzettende projecten die op dit moment in ontwikkeling zijn, betreffen het Clausplein in Eindhoven en de Pontkade in Amsterdam. Twee heel verschillende, maar bijzondere daktuinen, waarbij actuele maatschappelijke thema’s een grote rol spelen. Zo worden er veel materialen hergebruikt en spelen urban heating, waterretentie, duurzaamheid en circulariteit een grote rol. De vraag naar dit soort projecten neemt een grote vlucht bij Donker, enerzijds door de grote expertise op dit gebied, anderzijds omdat opdrachtgevers zich er steeds meer van bewust worden dat ze projecten ook op een andere manier kunnen benaderen. Dit geeft momenteel een enorme meerwaarde aan ons vak, omdat we hiermee onderdeel kunnen zijn van de oplossing van veel grote maatschappelijke problemen op het gebied van klimaat en duurzaamheid.’

Medewerkers als mede-eigenaars Het bijeenhouden van een grote club is een uitdaging waar twee kanten aan zitten. Kanters is een rechtvaardige en menselijke stuurvrouw, die betrokkenheid en eigendom van de medewerkers hoog in het vaandel heeft staan. Anderzijds is ze als CEO gepokt en gemazeld en heeft ze geleerd om op grote beslismomenten haar eigen intuïtie serieus te nemen. Ze is zich ervan bewust dat ze zich op spannende momenten weleens liet leiden door haar ratio en de mening van collega’s die ze hoog inschat, bijvoorbeeld bij de selectie van cruciale medewerkers of het al dan niet doorzetten van grote investeringen. ‘Ik hoor nog steeds anderen aan, maar bij twijfel besluit ik zelf. Als ik fouten maak, dan zijn het mijn fouten. Ik kan nu gelukkig wel bogen op sterke rechterhanden in het directieteam. We vullen elkaar aan. Een voorbeeld: ik heb de neiging om me te laten leiden door mijn enthousiasme. Daardoor schat ik resultaten soms te rooskleurig in. De financieel directeur kan dan vragen: Waaruit blijkt dat? Het is een rode draad in mijn loopbaan bij Donker Groep dat ik goede mensen om mij heen verzamel. Niemand is perfect, maar een team kan wel perfect zijn. Dat is echt onze kracht, waar ik altijd op heb gestuurd. Dat zie ik terug in de hele organisatie, zeker ook in de leiding bij directie, rayon-, vestigings- en projectleiders. Ik ben trots op al mijn teams!’ Vertrouwen op haar intuïtie betekent niet dat Kanters met oogkleppen op loopt of haar ideaal van transparantie verliest; integendeel. Dit jaar heeft ze 75 procent van de aandelen vrijgegeven voor medewerkers, zodat er naast figuurlijk ook letterlijk eigenaarschap bestaat. Dat kon na uitkoop van de erven van de oprichter en mindering op haar eigen pakket van 49 procent. ‘Als een huidige of toekomstige medewerker mede-eigenaar is, is hij of zij veel meer betrokken bij het bedrijf. Voor degenen die dat te ingewikkeld vinden, hebben we ook een winstdelingsregeling. Want meedoen is ook echt meedelen bij ons’, zo verklaart Kanters. Ze maakt er geen theater van, maar haar ideaal had wat voeten in de aarde. Ze moest een juridische strijd aangaan voor dit gebaar, aangezien de oude aandeelhouders tegensputterden. Kanters stuurde verstandig aan op mediation en het uitkopen van de oude aandeelhouders. Bij de jaarlijkse ‘handelsronde’ kunnen medewerkers nu dus mede-eigenaar worden. Kanters behoudt zeggenschap.

Betrokkenheid ondanks schaalgrootte In de ruim dertig jaar dat zij DGA is, wilde Kanters de familiewaarden die het groenbedrijf kenmerken behouden, door de opererende vestigingen zo klein mogelijk te houden en zo dicht mogelijk bij de klant. Kleinschaligheid waarborgt vaak betrokkenheid. Door het invoeren van co-ownership voor medewerkers wil Kanters de betrokkenheid maximaliseren en vasthouden, om ook in de toekomst een top drie-speler te blijven. Ze verklaart: ‘Als ik wegga, zijn er heel veel aandeelhouders. Vanuit die sterke structuur verwacht ik dan een mooie toekomst voor Donker Groep.’ Ze rept niet over de belangstelling van private equity, de recente overname van een andere top drie-speler of de hoogmoed waarmee een schoonmaakbedrijf in het verleden in de groene markt opereerde. Maar iedereen weet waar ze het over heeft: ‘Ik wil niet dat wij worden opgekocht, opgesplitst en ter ziele gaan. Dit bedrijf moet met onze kernwaarden blijven zoals het nu is. Mocht zo’n verkoop in de toekomst ooit wel verstandig blijken, dan heb ik gezorgd voor een toegeruste directie en raad van commissarissen die daar in samenspraak over kunnen beslissen.’ Toekomst Wil Kanters nog over de grens groeien? ‘We zijn al een aantal jaren succesvol werkzaam in België op het gebied van ontwerp, aanleg en onderhoud van parken en speelplekjes en we hebben Duitsland op de lijst staan. Maar allereerst willen we de zaken thuis op orde hebben voordat we serieus naar het buitenland gaan. Het primaire doel is sterke divisies en eigenaarschap als werkende formule, onder het motto: als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31338/vanuiteen-sterke-aandeelhoudersstructuur-verwachtik-een-mooie-toekomst-voor-donker-groep

www.stad-en-groen.nl

97


Achter de geraniums zitten kan altijd nog! Van ambtenaar tot pensionado tot kwaliteitscontroleur bij Griffioen Na veertig jaar lang verscheidene functies bij de gemeente Haarlem te hebben bekleed, kreeg Lex

troles bij Greentocolour-projecten van Griffioen Wassenaar.

Wijnbeek in 2017 zijn welverdiende pensioen. Maar hij is er de man niet naar om stil te zitten. Sinds een jaar voert hij voor Griffioen Wassenaar in het hele land kwaliteitscontroles uit bij Greentocolour-projecten. Vier decennia zat Wijnbeek bij de gemeente Haarlem aan de kant van de opdrachtgever. ‘Nu zit ik letterlijk aan de andere kant van de tafel.’ Auteur: Sylvia de Witt

Volgens de Japanse traditie heeft iedereen een Likigai: een reden van bestaan. Die geeft je leven betekenis en zorgt ervoor dat je blijft meedraaien in de maatschappij. Dus waarom zou je na je pensioen stoppen met doen waar je goed in bent of wat je leuk vindt? Dit is ook het motto van Haarlemmer Lex Wijnbeek. Hij

98

7/2019

piekerde er niet over om als pensionado achter de spreekwoordelijke geraniums te blijven zitten en richtte in januari van dit jaar zijn eigen bedrijf Lex Wijnbeek Groenadvies op. Als zzp'er is hij, naast het verrichten van werkzaamheden voor andere opdrachtgevers, twee dagen in de week zoet met het uitvoeren van kwaliteitscon-

Overal een verhaal bij Hoe zag zijn werkzame leven er voor zijn pensioen dan uit? Wijnbeek blikt even terug. Na het afronden van zijn studie bosbouw sloeg hij een andere richting in. Wijnbeek ging werken bij Heidemij (het huidige Arcadis), waar de Bomendienst werd opgericht. In die jaren zwierf hij voor zijn werk door heel Nederland en ook wel in het buitenland. Het waren mooie jaren, maar wat hem altijd wel frustreerde, was dat hij nooit het eindresultaat zag van zaken waar hij heel intensief mee bezig was geweest – behalve als hij toevallig eens in de buurt was. ‘Daarnaast was ik op een bepaald moment ook het hotelleven wel zat’, zegt Wijnbeek. ‘Ik had wat contacten bij de gemeente Haarlem


5 min. leestijd

INTERVIEW en kon daar uiteindelijk beginnen bij de net opgerichte bomendienst. In eerste instantie hield ik me bezig met de inventarisatie van alle bomen in Haarlem, waardoor mijn kennis over bomen enorm werd uitgebreid. Na een aantal jaren werd ik sectiechef en stuurde ik de hele bomengroep aan: de monteurs, de timmerman, de technische club, de kwekerij. Dat was een heel leuke functie. Op een gegeven moment werd ik hoofd Groen en de laatste jaren was ik gebiedsverbinder Haarlem Zuidwest.’ Wijnbeek vertelt dat hij lange tijd echt trots was dat hij voor de gemeente Haarlem mocht werken, totdat hij van de ene reorganisatie in de andere terechtkwam en Haarlem uiteindelijk een regiegemeente werd. Wijnbeek: ‘Hoewel mijn werk inhoudelijk enorm leuk was, vond ik dat niet de fijnste tijd. Veel gemeentes zijn regiegemeentes geworden. Je ziet dan veel kennis verloren gaan.’ Twee jaar geleden sloot hij zijn 40-jarige carrière bij de gemeente Haarlem af met een drukbezochte afscheidsreceptie in de Gravenzaal van het stadhuis.

‘Ik woon nog steeds in Haarlem. Als ik nu door deze stad rijd, heb ik echt overal een verhaal bij, omdat ik ermee te maken heb gehad.’ Ontzorgen Toen Wijnbeek nog bij de gemeente Haarlem werkte, had Bert Griffioen (die op 1 september het directeursstokje van Griffioen Wassenaar overdroeg aan Stefan Verbunt) hem al eens gevraagd wat hij ging doen als hij straks met pensioen was. ‘Ik ga eerst eens even wennen, maar ik ga in ieder geval niet stilzitten’, luidde destijds zijn antwoord. Op een dag was het zover: Wijnbeek was officieel met pensioen. Enige tijd daarna hadden Bert Griffioen en Wijnbeek weer eens contact en kwam Griffioen met een voorstel waar Wijnbeek wel over na wilde denken. Wijnbeek werkt nu zo’n twee dagen per week voor Griffioen als controleur van Greentocolourprojecten. ‘Ik heb het zó naar mijn zin. Het zijn praktisch altijd gemeentes die opdracht geven voor een Greentocolour-project, en het uiteindelijk ook zelf onderhouden als het

‘De expertise zit in Wassenaar, dus maak er gebruik van’

onderhoudscontract na een jaar is afgelopen. Maar er zijn ook gemeentes die een onderhoudscontract voor drie jaar of langer afsluiten. Het concept dat Griffioen aanbiedt, is: laat je ontzorgen. Toen ik nog voor de gemeente Haarlem werkte, deed ik dat ook. Ik gaf bedrijven opdrachten en liet mij ontzorgen. Zelf heb je er de mensen, de apparatuur en de kennis niet voor. De expertise zit in Wassenaar, dus maak er gebruik van.’ ‘De ontwerpers van Griffioen Wassenaar bedenken een concept, dat uiteindelijk wordt gerealiseerd door geselecteerde partners die het GtC-concept echt doorgronden en beseffen dat we voor kwaliteit gaan. Ik controleer of deze aannemers het werk naar behoren doen. Bert heeft altijd tegen mij gezegd: “Lex, ik wil geen gezeur. Ik heb een goede naam in Nederland hoog te houden, dus wees kritisch.” En dat ben ik dus ook.’ Planten worden gerespecteerd De plantenborders in de Amsterdamse Robert Scottstraat liggen er nu voor het tweede jaar. We zien onder meer #LAlchemilla, Persicaria, Anemone, Salvia, Phlomis, Aster$L, zonnehoed, geranium en daglelie in diverse kleuren. Wijnbeek is zeer tevreden over het onderhoud. Alles ziet er fantastisch uit, vindt hij. ‘Het Greentocolour-concept van Griffioen is enorm uitgebalanceerd en sterk. Zo zag ik net voor jouw komst een hond door een border lopen en daar ook plassen. Dat zal best vaker voorkomen, maar deze planten kunnen ertegen.’ Met de aanwezigheid van meerdere scholen is de Robert Scottstraat niet bepaald een stille straat, maar het groen wordt hier volgens Wijnbeek met rust gelaten. ‘We weten allemaal dat vuil vuil aantrekt. Maar de borders hier zien er zo gelikt uit, dat de planten gerespecteerd worden. Ook tegen het flatgebouw aan zijn geveltuintjes aangelegd; dat zegt toch wel iets. Dat betekent dat er bewoners zijn die veel om groen geven. De sociale controle werkt hier dus goed. De planten ontwikkelen zich hier fantastisch; na twee jaar moet het groen hier gesloten zijn. Als het zover is, heb je weinig onkruidgroei. Greentocolour ziet er fantastisch uit en kost weinig onderhoud. Voor de opdrachtgever is het alleen al uit economische overwegingen heel interessant.’ Bij de projecten die hij door het hele land controleert, komt Wijnbeek ook weleens dingen tegen die wat minder fraai zijn, zoals graaf-

www.stad-en-groen.nl

99


De machine met een schone toekomst ALLTREC 4810T 

Hoge capaciteit tot 30 kWh

Lange actieradius

 

Eenvoudige bediening

Weinig onderhoudskosten

100% elektrisch

Geen CO2 uitstoot

 

Fluisterstil

Prettige leefomgeving

Schonere wereld

komst

idbestrijder met een toe

AIR E-Variator dé onkru

Energieweg 9-11 5145 NW Waalwijk www.weedcontrol.nl

WeedControl Specialist in gifvrij onkruidbeheer

3 NIEUWE RADIOGRAFISCHE WERKTUIGDRAGERS IN HET ASSORTIMENT!

+31 (0)345 585050 www.wimvanbreda.nl

mechanisatie in weg-, berm- en slootonderhoud

Oudenhof 14 4191NW Geldermalsen


INTERVIEW

‘Er zijn in deze straat meerdere scholen, maar het groen wordt hier met rust gelaten’ schade door kabelleggers of door het verkeer. Ook komt het een enkele keer voor dat men simpelweg vergeten is ergens onderhoud te plegen. Soms is dat logisch, meent hij: ‘Er wordt niet gewerkt met frequentiebestekken, maar met beeldbestekken. De aannemer probeert dan zo lang mogelijk niets te doen, want anders kost het hem geld. Dat is begrijpelijk, maar het moet niet zo zijn dat hij gaat zitten wachten totdat er een signaal uit Wassenaar komt. De aannemer moet ervoor zorgen dat het project op A-kwaliteitsniveau blijft. En dat gaat hier en daar weleens fout.’

Andere pet op Veertig jaar zat Wijnbeek bij de gemeente Haarlem aan de kant van de opdrachtgever. ‘Nu zit ik aan de andere kant van de tafel. Afgelopen voorjaar waren we van Griffioen bij de gemeente Haarlem. Ik zat op dat moment ook echt letterlijk aan de andere kant van de tafel, met een heel andere pet op. Ik vind dit heel leuk. Ik merk steeds, zoals bij het maandelijks overleg in Wassenaar, dat er veel sneller beslissingen worden genomen. Er worden punten aangekaart: “Hoe doen we dit? Wat zijn de voors en de tegens? Nou, dan doen we het zo.” Bij de gemeente heb ik heel wat afvergaderd. Ik

snap dat wel; gemeentes hebben zich aan allerlei regels te houden. Vooral de laatste decennia is er een enorme overkill aan regelgeving; dat zie je ook in de zorg. Dat is het grote verschil met het bedrijfsleven. Maar als overheid raak je hierdoor je creativiteit kwijt. Je mag niks, je kan niks. Vroeger kon ik bij de gemeente nog alle kanten op; ik kon een bepaald budget naar eigen inzicht creatief besteden. Uiteraard op verantwoorde wijze, want het is gemeenschapsgeld. Maar ik kon er mijn eigen invulling aan geven en dat is nu weg. Daarom vind ik wat ik nu doe bij Griffioen ontzettend leuk. Als zzp’er heb ik ook andere opdrachtgevers, maar het leeuwendeel van het werk zit bij Griffioen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31327/achter-degeraniums-zitten-kan-altijd-nog

www.stad-en-groen.nl

101


‘Groenonderhoud en stadsdistributie worden de komende vijf jaar voor veel partijen een serieuze uitdaging’ Goupils verminderen fijnstof in de binnenstad, zijn compact en hebben een hoog laadvermogen Goupil-dealer Voets Tractoren en Werktuigen Hoofddorp/Middenmeer gelooft al een decennium lang heilig in emissievrije werkvoertuigen, maar is blij dat het zero-emissiegedachtegoed zich nu uitbreidt. Paul Steenkist van Voets: ‘We zijn op weg naar een betere wereld.’ Auteur: Karlijn Santi Raats

102

7/2019

Niet nieuw, wel groei Voets Hoofddorp/Middenmeer is al sinds 2010 Goupil-dealer in de provincie Noord-Holland voor importeur Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit. Steenkist: ‘Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit is al sinds 2005 actief op het gebied van elektrische voertuigen. Samen leveren we al jarenlang Goupils en andere elektrische voertuigen aan gemeenten, groenaannemers, recreatieparken, zorginstellingen en ziekenhuizen, de industrie, stadslogistiek en facilitair vastgoedonderhoud. De gemeente Amsterdam rijdt in de binnenstad al negen jaar met Goupils, inmiddels 23 in totaal. Ook online-supermarkt Picnic rijdt in Amsterdam rond in een groot aantal Goupils. Maar de vraag naar zero emissie wordt nu meer gemeengoed en begint bij wijze van spreken bijna de norm te worden. Steeds meer steden gaan op slot; groenonderhoud en stadsdistributie worden de komende vijf jaar voor veel partijen een serieuze uitdaging. Maar dat is een

goede zaak. We zetten stapjes op weg naar een betere wereld.’ Marktpartijen krijgen te maken met zero-emission-eisen Groenvoorziener IJmond Groen uit Beverwijk, een organisatie met rond de 150 medewerkers, rijdt met veertien Goupils. Ook grootgroenvoorziener De Heer land en water uit Polsbroek heeft geïnvesteerd in een compleet elektrische voertuigenvloot, voorzien van Empasheetwatersysteem voor onkruidbestrijding. Daaronder zijn drie Goupils, die zijn geleverd door Voets Hoofddorp. Voets ziet niet alleen een groeiende vraag bij groenvoorzieners; ook grond- en wegenbouwbedrijven en aannemers zetten een deel van hun bedrijfsvoertuigenvloot om naar elektrisch. ‘Bedrijven als KWS Amsterdam en BAM tonen duidelijk interesse, nu binnensteden zero-emission-eisen stellen. Ook organisaties als Pantar en diverse Noord-


4 min. leestijd

ZERO EMISSIE Hollandse gemeenten lopen voorop met het gebruik van onze elektrische werkvoertuigen.’ Minder fijnstof Er bestaat nog onduidelijkheid over de hoeveelheid CO2-uitstoot die vrijkomt bij het produceren van accu’s en stroom. ‘Niemand weet wat de precieze CO2-uitstoot daarvan is voor elektrische voertuigen. Wel zie je dat er dankzij elektrische voertuigen minder fijnstof in de stad is. Dat is op zich al heel fijn. En in Nederland produceren we steeds meer groene energie, zoals wind- en zonne-energie.’ Is er al veel vraag naar zonnepanelen? ‘Dat valt mee. Naast Picnic hebben we tot nu toe één klant gehad die wensen op dat gebied had, Vishandel Jan van As. Samen met Carrosseriebedrijf Harderwijk hebben we voor deze klant een gekoelde bak ontwikkeld die voorzien is van zonnepanelen. ’s Nachts wordt hij opgeladen via het stroomnetwerk en overdag wordt de bak bijgekoeld door deze zonnepanelen. Met deze Goupil staan we op de Horecava, de horecabeurs van 13 t/m 16 januari 2019 in de Rai in Amsterdam. Maar zonnepanelen zijn nooit genoeg om elektrische voertuigen helemaal op te laden. Een deel van de stroom zal altijd ergens anders betrokken moeten worden.’ Kleine ruimtes Goupils verminderen niet alleen de hoeveelheid fijnstof in de binnenstad, ze zijn ook compact en kunnen door hun korte draaicirkel op plekken komen die voor andere voertuigen lastig bereikbaar zijn. Teunis de Heer, uitvoerder bij De Heer land en water, zei daar eerder over in Vakblad Stad en Groen: ‘Voorheen hadden we een werkbus, maar daarmee waren de mogelijkheden om te parkeren of een park in te rijden beperkt.’ Steenkist: ‘Het is een echt werkvoertuig voor in de stad, waar de ruimte beperkt is. De compactheid van Goupils is een groot voordeel, dat de snelheidsbeperking van maximaal 50 km/uur compenseert. Dat laatste vormt feitelijk nooit een beperking voor gebruikers; de meesten werken ermee vanuit een centrale verzamelplaats voor voertuigen in de stad. In deze hubs kunnen de Goupils opgeladen worden.’ G4 Momenteel worden er volgens Steenkist vooral veel G4's verkocht. Dat is de 100 procent

Paul Steenkist

Wur-onderzoeker

‘De G4 is een alleskunner; met zijn modulair chassis kan hij makkelijk worden omgebouwd’

AANSCHAFSUBSIDIE Partijen die de aanschaf van een Goupil overwegen, kunnen aanspraak maken op subsidie via de Mia-Vamil-regeling. Daarnaast verstrekken sommige gemeenten subsidie voor duurzame bedrijfsvervoersmiddelen. Zo stelt Amsterdam vanaf 1 december 2 miljoen euro subsidie beschikbaar voor de aanschaf van uitstootvrije bedrijfswagens door ondernemers.

www.stad-en-groen.nl

103


OUD MAAKT PLAATS VOOR NIEUWER, STEVIGER, LICHTER EN KRACHTIGER… IP56

WATERBESTENDIG

56V

1568Wh

VALT ES T EN DOORS TAAN (1,5 M)

VENT ILAT IE OM DE AC C U KOEL T E HOU DEN TOT

1000 C YC LI

De tijden zijn veranderd, zo ook het hedendaagse gereedschap. Ons nieuwe aanbod voor de professionele markt is al het bewijs dat u nodig hebt. Uitgerust met de meest technologisch geavanceerde lithium-ion-accu die er bestaat en met evenveel vermogen als een benzinemotor. Een accu die is gemaakt om lang mee te gaan en die geschikt is voor de zwaarste taken, de hele dag door. En met een IP56-weerbestendigheidsclassificatie houdt zelfs de zwaarste regenbui u niet tegen om de klus te klaren. Blijf niet bij het bekende. Stap over op de kracht van EGO.

HET PROFESSIONELE ASSORTIMENT VAN EGO. OVERTREFT ALLES! #powerreimagined

Ga naar egopowerplus.nl of bel met 0575 59 9999 voor meer informatie.


ZERO EMISSIE

‘Door de korte draaicirkel komen ze op plekken die voor andere voertuigen lastig bereikbaar zijn’ elektrische Goupil, die leverbaar is met lithiumaccu (ook verkrijgbaar met loodzuuraccu) en een actieradius heeft van 120 kilometer op een volle accu. Goupils zijn verkrijgbaar met landbouwkenteken, dan mag je er maximaal 25 km/ uur mee rijden, en met een normaal kenteken, waarvoor een maximumsnelheid geldt van 50 km/uur. Sinds juli 2019 is er overigens ook een kleiner model op de markt, de G2. Dit voertuig houdt wat betreft prijs en kenmerken het midden tussen de G4 en een golfkar. Breed toepasbaar Steenkist: ‘De G4 is een alleskunner. Met zijn modulair chassis kan hij makkelijk worden omgebouwd en voor veel toepassingen worden ingezet. De G4 is ook verkrijgbaar in een 55 cm langere versie. Afhankelijk van de opbouw geeft dat een hoger laadvermogen; bij pickupopbouw is ruim 1.100 kg toegestaan. Er kan een

geremde aanhanger tot 1.400 kilo achter. Door de extra lengte kunnen er nog meer combinaties gemaakt worden in de opbouw. Zo leveren we Goupils met een kiepende laadbak en met een gesloten bak.’ Een-tweetje De samenwerking tussen Voets Hoofddorp/ Middenmeer en Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit is al jarenlang net zo’n succes als de G4. ‘Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit gaat voor een optimale relatie met de klant, door per provincie met een dealer samen te werken. Ze zijn zeer betrokken bij al hun dealers en houden goed in de gaten dat de lijntjes kort blijven. Dat vinden wij erg prettig. De samenwerking is hecht en dat komt de klant zeker ten goede’, aldus Steenkist. ‘Bovendien geloven zij net als wij oprecht in een emissievrije omgeving.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31328/ groenonderhoud-en-stadsdistributie-wordende-komende-vijf-jaar-voor-veel-partijen-eenserieuze-uitdaging

www.stad-en-groen.nl

105


Diner pensant biedt (stik)stof tot nadenken De natuurinclusieve stad als antwoord op de stikstofproblematiek? Momenten waarop je geniet van lekker eten en drinken, lenen zich uitstekend voor een gesprek over zaken die er echt toe doen, zoals groen. Midden op de (verder verlaten) beursvloer van de Vakbeurs Openbare Ruimte vond een diner pensant plaats, met als vraagstuk van de avond: is de natuurinclusieve stad een antwoord op de stikstofproblematiek? Geen lichte kost, maar door het samenvoegen van groen en grijs ontstaat er kruisbestuiving. Auteur: Willemijn van Iersel Foto's: Vakbeurs Openbare Ruimte

106

7/2019

Penser, wat letterlijk nadenken betekent, is het doel van de avond. Op groene events blijft het soms bij een beetje preken voor eigen parochie. Iedere groenprofessional is op de hoogte van de waarde van groen en is al dagelijks bezig om onze leefomgeving te vergroenen. Tijdens het diner pensant was een bonte mengeling van mensen aanwezig. Groen zat naast grijs, zij aan zij met wetenschappers, milieuorganisaties, (hoge) ambtenaren, projectontwikkelaars, landschapsarchitecten, ecologen en ga zo maar door. Tijdens het diner merkte Egbert Roozen, directeur van de VHG, scherp op: ‘Niemand is tégen groen, maar het blijft soms een beetje bij “knuffelprojectjes”. Ik zoek de grote slag.’ Tijdens de avond werd vaak geconcludeerd dat groen het kind van de rekening is. Een uitspraak die Arne Weverling, VVD-Tweede Kamerlid met groen in de portefeuille, deed in zijn welkomstwoord: ‘Groen is altijd het kind van de rekening, terwijl groen iets is wat je moet doen. Iedereen wordt blij van groen én groen moet meer zichtbaar zijn. Dat is misschien bij mijn partij geen automatisme, maar er is nu een momentum.’

Weverling diende vorig jaar een motie in waarin hij de regering verzocht om te komen met voorstellen voor slimme oplossingen voor meer groen in steden en dorpen. Ook Emiel Reiding, directeur Nationale Omgevingsvisie van BZK, heette het selecte groepje mensen welkom en vertelde over de Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI genoemd. Vanaf 2021 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Daarbij hoort ook één visie op de leefomgeving: de NOVI. Met de NOVI neemt het Rijk het voortouw voor een langetermijnvisie op de toekomst en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving in Nederland. Want, zo zegt Reiding: ‘We moeten inventiever omgaan met onze omgeving.’ In de sheets van Reidings presentatie volgden stuk voor stuk prachtige gebouwen en stedelijke omgevingen waar het wemelde van het groen: denk aan de Singapore Gardens of Bosco Verticale in Milaan. Het gezelschap werd vervolgens ingedeeld aan tafels, waar genoten werd van een heerlijk diner, maar vooral ook samen werd nagedacht


5 min. leestijd

ACTUEEL Op woensdag 2 oktober ontmoetten zo’n honderd uitgenodigde professionals elkaar midden op de beursvloer van de Vakbeurs Openbare Ruimte. Het was een gewilde uitnodiging, die de organisatoren NL Greenlabel, Heijmans, Arcadis, De Groene Stad, IVN, ExpoProof en DuurzaamDoor hadden doen uitgaan. Groen is vaak een sluitpost op de begroting; er wordt primair ‘vanuit de stenen’ geredeneerd. Dat moet en kan anders, aldus Lodewijk Hoekstra van NL Greenlabel, initiatiefnemer van dit diner. ‘In duurzame gebiedsontwikkeling is juist het samenspel dat leidt tot een integrale aanpak voor groen en grijs zo interessant.’ over groen en waar de waarde van groen keer op keer werd beaamd. Mijn tafel stond onder leiding van Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar Climate Design & Sustainability aan de TU Delft. Samen gingen we nadenken over de vraag hoe de natuurinclusieve stad realiseerbaar wordt. Dobbelsteen gaf direct toe dat hij als bouwkundige groen niet altijd op één had staan, maar dat hij merkte dat daar langzaamaan verandering in komt, ook bij de faculteit. ‘De helft van alle promovendi is op dit moment bezig met groen.’ Aan de tafel van ondergetekende zaten verder: Gijs Kok, Rani Izhar, Marja van Reijn, Egbert Roozen, Robbert Uittenbogaard, Anneke de Witte, Marc Raessen en Vincent van der Gun. Tijdens het eerste deel van de avond ontstond er consensus aan onze tafel: groen moet je doen, en natuurinclusief bouwen is een mooie trend waarin groen meer op de voorgrond kan treden en niet meer dient als sluitpost. Maar

Lodewijk Hoekstra

allen zijn het er ook over eens dat er nog veel te winnen is. Zo gaat de transitie naar natuurinclusief bouwen volgens landschapsarchitect Rani Izhar niet snel genoeg: ‘Het wordt nu vaak nog gezien als een extraatje, terwijl het de norm zou moeten zijn.’ Marja van Reijn is werkzaam bij projectontwikkelaar RMP Development en vult Izhar aan: ‘We zijn met zijn allen soms belerend ten opzichte van elkaar, maar alle sectoren maken fouten. Én laten we stoppen met op elkaar te wachten tot iemand het duurzame initiatief neemt.’ Het diner werd onderbroken door een aantal lezingen in de collegezaal. Eerst sprak Esther Rommel, lid van Gedeputeerde Staten voor de VVD in Noord-Holland. Opvallend: een tweede VVD’er op een diner waar je misschien in eerste instantie andere partijen verwacht. Ook dit

Tafelvoorzitter Andy van den Dobbelsteen vult de input van de tafel in.

toonde aan dat groen een inhaalslag aan het maken is; groen is geen hobby meer. Rommel is recent begonnen en heeft PAS in haar portefeuille; ze kon dan ook niet lang blijven. Daarna sprak Kees Diepeveen, wethouder van onder andere openbare ruimte in Utrecht. Diepeveen vertelde trots over het nieuwe juweeltje van zijn gemeente: Wonderwoods. Verder verklapte Diepeveen dat Utrecht 180 graden is gedraaid bij het inrichten van de openbare ruimte: ‘Het uitgangspunt is groen én onverhard, tenzij …’ Een mooi uitgangspunt, waarbij groen niet wordt gereduceerd tot sluitpost en esthetische versiering. Bob Ursem verraste de zaal met een lezing over natuur in relatie tot stikstof en fijnstof. Zijn lezing begon met uitleg over de redenen waarom groen in de bebouwde wereld cruciaal

Arne Weverling www.stad-en-groen.nl

107


NIEUW XYLOCHIP 150E

13 kW vermogen 5 uur gebruikstijd op volle accu Laden via 220V of auto-laadpaal

100% ELEKTRISCH 0% CO2 UITSTOOT Oplossingen voor probleemloos landschapsonderhoud

VIER JAARGETIJDEN, EEN HOLDER 365 dagen vegen, maaien, opzuigen en schuiven. De voertuigen van Holder zijn veelzijdig en kunnen op verschillende manieren gecombineerd worden. Meer weten over maximale efficiëntie? Kijk op www.mechancultuurtechniek.nl of bel +31 (0)342 45 95 41


Lukraak groen plaatsen om fijnstof af te vangen is geen goed idee is. Deze redenen zijn bekend bij iedereen in de groensector, maar toch kwamen ze binnen toen Ursem ze vol enthousiasme presenteerde. Groen is van belang voor waterbeheersing, temperatuurregulatie, gezonde lucht, sociaal leefbare wijken én het verhoogt de waarde van een wijk. Groen wordt soms tegenover economie geplaatst, maar groen is ook economisch interessant. Als wetenschappelijk directeur van de botanische tuin van de TU Delft ging Ursem dieper in op de verschijnselen fijnstof en stikstof. ‘Fijnstof ontstaat door verbrandingsprocessen. Er bestaat normaal fijnstof en ultrafijn fijnstof. Ultrafijn fijnstof is per definitie altijd ontstaan door menselijk toedoen en is ook het meest schadelijk.’ Zo is volgens Ursem door het plaatsen van katalysatoren in auto’s het aandeel schadelijk fijnstof alleen maar toegenomen. Simpel gezegd: de katalysator verfijnt fijnstof slechts tot het niet meer meetbaar is, maar des te dieper doordringt in onze longen. Zijn brandbrief over deze misser naar de toenmalige minister bleef onbeantwoord.

Ursem behandelde verder nog goede fijnstofafvangers, zoals Hedera helix (3-5% afvangst), naaldbomen (5-7%), mossen (5-7%) én grote bomen. Maar lukraak groen plaatsen om fijnstof af te vangen, is dan weer geen goed idee. Verkeerd geplaatst groen kan ervoor zorgen dat fijnstof zich ophoopt, zoals een en dezelfde boomsoort die een hele weg omsluit. Kortom: kies voor een wisselend en open bomenbestand waar de wind frisse lucht kan brengen. De wetenschappelijk directeur benadrukte in zijn lezing dat er oplossingen voorhanden zijn voor de stikstofcrisis, namelijk op natuur gebaseerde technologieën, zoals het wassen van gassen voor het ammoniakprobleem. Simplistisch gezegd: hierbij wordt ammoniakgas ‘gewassen’ door microwaterdruppels die ontstaan door electrospraying of ultratrillingverdamping. Het resultaat is een ammoniakreductie van 99,99 procent; de menselijke neus detecteert alleen nog een geur. Een andere oplossing is het plaatsen van azollakroosvaren (Azolla filiculoides), een ingeburgerde exoot die heel efficiënt fosfaat en stikstof uit de grond kan halen. De plant kan daarna dienstdoen als vervanger voor kunstmest, eiwittenbron en veevoer. Het aanleggen van azollakrooskwekerijen is volgens Ursem dan ook een uitstekende oplossing voor ons kleine landje. Maar ook elzen, bijvoorbeeld Alnus glutinosa, Alnus incana en Alnus viridis, nemen stikstof op uit de lucht door de aanwezigheid van Frankia-bacteriën. Frankia kan met behulp van het enzym nitrogenase stikstof uit de lucht binden en zo beschikbaar maken voor planten. Hierdoor kan de els ook op stikstofarme gronden groeien.

Ursem sloot zijn lezing af met de opmerking: ‘NL Greenlabel denkt vanuit de natuur en in duurzame oplossingen. Het Nederlandse stikstofprobleem kan met verschillende aanpakken worden beteugeld. Waar de overheid denkt aan drastische maatregelen, zoals een bouwstop, halvering van de veestapel en beperking van de automobiliteit, biedt de natuur interessante alternatieven gebaseerd op technologie.’ De zaal kreeg nog wat (stik)stof tot nadenken in deel twee van het diner. Ursem: ‘Gebiedsontwikkeling kan gewoon doorgaan, omdat het mogelijk is over de hele brandbreedte per saldo meer stikstof te binden dan er uitgestoten wordt, mits vooral groen én natuur, naast een biogeïnspireerde technologische aanpak, het vertrekpunt zijn en de ambities op dit vlak geborgd worden.’ In deel twee van het diner vroegen de tafelvoorzitters de aanwezigen: ‘Wat kun jij doen?’ Er klonken verschillende antwoorden over de tafel, maar het viel op dat er verlangend naar de overheid werd gekeken voor extra regelgeving op het gebied van natuurinclusief bouwen. Vincent van der Gun, strategisch adviseur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, temperde dat verlangen: ‘Wij zijn juist terughoudend met extra regelgeving, maar kijken of we gezamenlijk tot een samenhangende groenvisie kunnen komen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31321/dinerpensant-biedt-stikstof-tot-nadenken

www.stad-en-groen.nl

109


Brabantse innovatiedrift in de werkplaats van J. van Esch Ton van Esch, hoofd van het werkplaatsteam en familie van de eigenaars van het gelijknamige aannemersbedrijf J. van Esch, laat mij de werkplaats zien. In deze werkplaats wordt iedere dag weer gewerkt aan innovatieve oplossingen om de productiviteit te verhogen en tegelijkertijd een verduurzamingsslag te maken. ‘Want het verhogen van de productiviteit is bijna altijd een verduurzaming.’

Auteur: Willemijn van Iersel

Ik spreek Ton van Esch op ‘zijn’ vestiging in Cromvoirt. Van Esch heet me welkom met een kopje thee, maar hij zit duidelijk niet graag stil. Hij neemt mij direct mee voor een rondleiding over het bedrijf. Kortom, de thee moet even wachten. Met bescheiden trots in zijn stem vertelt Van Esch me hoe de vestiging Cromvoirt langzaamaan steeds een beetje verder is gegroeid. Op de vraag van wie het woonhuis is dat pontificaal midden tussen het kantoor en de werkplaats staat, antwoordt hij lachend: ‘Dat is mijn huis en de kinderen die je nu hoort lachen, horen ook bij mij.’ Tijdens de wandeling naar de werkplaats gaat Van Esch dieper in op wat het begrip duurzaamheid voor hem inhoudt. Zo beredeneert Van Esch: ‘In mijn ogen is eenmaal per jaar een stuivertje Roundup duurzamer dan een brandstof slurpende onkruidbestrijdingsmachine die vier keer per jaar rond moet.’ Intussen komen we aan bij de werkplaats waar Jan Verstijnen als innovatiemonteur druk aan de slag is. Verstijnen werkt nu zo’n zes jaar bij J. van Esch, waarvan eerst vier jaar in de buitendienst en de afgelopen twee jaar als

110

7/2019

‘Duurzaamheid kan soms een drupje Roundup zijn in plaats van een brandstof en water slurpende onkruidbestrijder’

‘innovatiemonteur binnendienst’. Verstijnen: ‘Monteurs en gebruikers hebben goede ideeën over hoe dingen anders of beter kunnen, maar de uitvoering is wat anders. Ik zorg ervoor dat ideeën praktisch worden vertaald naar mooie nieuwe innovaties. Door mijn ervaring in de


3 min. leestijd

ACTUEEL

buitendienst begrijp ik de ideeën en kan ik ze snel omzetten in een gedegen ontwerp.’ Zo’n 75 procent van de tijd werkt Verstijnen aan innovaties en het doorontwikkelen van materieel om efficiënter en veiliger te kunnen werken. De overige 25 procent van zijn werktijd wordt besteed aan normale reparaties en storingen. Bermspoorwisser Op de werf ligt ter verbetering een bermspoorwisser, een mooie innovatie uit de werkplaats van J. van Esch, ook wel ‘sporenwisser’ genoemd. Het is een hulpstuk dat aan de Herder Connector past en sporen uitwist die gereden zijn naast bijvoorbeeld N-wegen. Het hulpstuk werd ontwikkeld uit veiligheidsoogpunt en in het kader van efficiëntie. Bij het gebruik van de sporenwisser heb je geen mobiele kraan en tractor met kieper meer nodig, alleen een tractor met arm. Van Esch:

‘Hiermee kun je beschadigde bermen snel herstellen, zonder dat er langdurige wegafzettingen nodig zijn.’ Er wordt dus duurzaam en veilig gewerkt. Waar mogelijk investeert J. van Esch ook in elektrische apparaten. Het bedrijf is ervan overtuigd dat de elektrificatie niet te stoppen is en een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Dit is merkbaar aan het feit dat opdrachtgevers dergelijke eisen steeds vaker in het bestek laten opnemen. Verticuteren in weer en wind Een andere innovatie is de compleet zelf ontwikkelde sportveld-verticuteermachine. Van Esch: ‘Wij liepen tegen het probleem aan dat deze belangrijke handeling met de huidige machines teveel weersafhankelijk is. In natte omstandigheden gaat de productie, maar ook

www.stad-en-groen.nl

111


De Groene Sector Vakbeurs 2020 Mis h! et niet

Hét kennis- en netwerkmoment voor de groene branche

14, 15 en 16 januari 2020 Evenementenhal Hardenberg

Bezoek onze nieuwe website: www.groenesector.nl

@ degroenesectorvakbeurs @ GS_EH #GSHB2020 @ degroenesectorvakbeurs in @ degroenesectorvakbeurs #GSHB2020

Hako Citymaster 600: Professioneel, multifunctioneel inzetbaar en compact

Hako B.V. • Industrieweg 7 • 6673 DE Andelst • +31 (0) 488-473333 info@hako.nl • www.hako.nl


ACTUEEL

Ton van Esch

kwaliteit achteruit. Met meer dan 200 sportvelden in ons beheer is het voor ons bedrijf van groot belang dat deze handeling snel én makkelijk gaat. Dit werktuig is dan ook in ontwikkeling om het minder weersafhankelijk te maken en de kwaliteit en snelheid te vergroten.’ Bijna alle verticuteermachines die één werkgang maken, zuigen het ‘verticuteermaaisel’ op. Dit proces levert problemen op wanneer het gras vochtig of nat is. Verticuteren in één werkgang in weer en wind was dan ook de droom, een droom die dankzij de innovatieve blik van Verstijnen komend seizoen werkelijkheid wordt. De precieze werking van de Van Eschverticuteer wil Ton van Esch niet weggeven. ‘Je moet de concurrentie niet slimmer maken dan nodig’, zegt de Brabander lachend.

Telescopische transportband

Telescopische transportband Een laatste innovatie waar Van Esch mij langs loodst, is een telescopische transportband,

die gebruikt zal worden voor de grondbank in Tilburg. Deze transportband werkt volledig elektrisch en kan indien gewenst in twee delen opgedeeld worden. De band heeft een maximale reikwijdte van maar liefst 22 meter en kan op 12 meter hoogte grond lossen. De nieuwe transportband moet de vervoersstroom bij de grondbank verder terugdringen en draagt zo bij aan de verduurzaming van het Brabantse groenbedrijf. We zijn terug op het kantoor, bij mijn inmiddels koude thee, die nu prima dienstdoet als ‘icetea’ – een kwestie van innovatief denken.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31335/brabantse-innovatiedrift-in-de-werkplaats-van-j.-vanesch

www.stad-en-groen.nl

113


Groen, groener, groenst De oogst aan innoverende groenprojecten Aanleg beleeftuin De Reehorst De vernieuwde buitenruimte bij De Reehorst in Reeuwijk is een voorbeeld van een moderne beleeftuin. Verheij maakte op basis van een creatief overleg met betrokkenen vanuit alle lagen van De Reehorst een plan, waarin aan de hand van 9 thema’s van dagbeleving de buitenruimte rondom De Reehorst optimaal zou worden ingericht. Met als drijfveer: een waardevolle tuin creëren die de kwaliteit van leven voor bewoners echt vergroot. Daarbij speelden naast ‘bekende’ elementen als beweging, zintuiglijke beleving en muziek onder andere ook cultuur, eten en drinken en complementaire zorg een grote rol. Het project is op 4 oktober jongstleden officieel opgeleverd. De bewoners van De Reehorst zijn veelal getroffen door dementie en hebben intensieve zorg nodig. Door de nieuwe buitenruimte worden zij uitgenodigd om meer buiten te zijn. De drie tuinen rondom de locatie bieden hier volop belevingsgerichte mogelijkheden voor. Elke tuin heeft een unieke functie. In de zijtuin staat ‘schoonheid’ centraal, in de voortuin ‘toegankelijkheid’. De achtertuin is een themarijke beleeftuin. Daarnaast heeft Verheij in samenwerking met een specialist in de zorg advies uitgebracht over inrichting van dagbesteding in de beleeftuin. De tuin is een belevingsgericht instrument voor allerlei gelegenheden

114

7/2019

en groepen. Een kleindochter kan haar oma opzoeken. Een plaatselijke muziekvereniging kan bij De Reehorst langskomen. De fysiotherapeut kan er bewoners behandelen. De kok kan er ingrediënten voor de maaltijd halen. En er kan nog veel meer. In beleeftuin is een wadi aangebracht als een van de oplossingen voor waterberging. Verheij voert voor een aantal locaties van Zorgpartners Midden-Holland ook het groenonderhoud uit.

Aanneemsom: 139.760,00 Opdrachtgever: Zorgpartners Midden-Holland Contactpersoon opdrachtgever: Janneke Pillen-Dorst, 0182-393222, j.pillen@zorgpartners.nl Architect: Lagendijk Architecten Contactpersoon architect: Joost van Dam, 0185-357077 Aannemer: Verheij Integrale groenzorg Contactpersoon aannemer: Martin van Asperen, 06-23011081, m.vanasperen@verheijbv.nl


PROJECTEN

Opdrachtgever: Pi-Groep Zorg Aannemer: Snoek Puur Groen

Custom made insectenhotel in Zandvoort Ze zijn er in alle soorten en maten. Samen met cliënten van de dagbesteding van Pi-Groep Zorg heeft Snoek Puur Groen deze cottage gemaakt voor de allerkleinste bewoners van Qurios Zandvoort. Dit circulaire insectenhotel

is gemaakt van afval en trekt ontzettend veel bekijks. Mooi meegenomen is dat deze ook nog precies bij de stijl van het park past en dat het natuurlijk een ontzettend fijn onderkomen is voor insecten.

Groene bushokjes Utrecht Mobilane heeft in opdracht van Reclame Bureau Limburg meer dan 300 bushokjes in de stad Utrecht voorzien van groene sedumdaken. De groene daken zijn gerealiseerd met MobiRoof cassettes; cassettes met 6-8 soorten sedum. De vetplantjes kunnen goed tegen droogte en zijn daardoor makkelijk te onderhouden. Het sedum filtert de lucht, vangt fijnstof af en verbetert op deze manier de kwaliteit van de lucht. Daarnaast vergroten groene daken ook de biodiversiteit in de stad. Dit is belangrijk voor insecten zoals vlinders en bijen. Ook vangen de cassettes het regenwater op en zorgen ze voor verkoeling bij hoge temperaturen. De bushokjes zijn niet onopgemerkt gebleven. Wereldwijd heeft de media over dit project geschreven. Zo schrijft The Independent “Holland covers hundreds of bus stops with plants as gift to honeybees”. Ook bekende media zoals eveneens Britse The Guardian, de IndiaTimes uit India en de Duitse Stern hebben hier aandacht aan gegeven.

Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Naam opdrachtgever: Reclame Bureau Limburg Marco Ramaekers Aannemer: Mobilane

www.stad-en-groen.nl

115


Aanneemsom: +/- 40.000 euro Naam opdrachtgever: Gemeente Urk Naam aannemer: Krinkels

Eco-zone Staartweg Urk In opdracht van de gemeente Urk heeft Krinkels in het voorjaar de Eco-zone Staartweg aangelegd op Urk. Hierin werd samengewerkt met Stichting Flevolandschap en Waterschap Zuiderzeeland. De Staartweg is de scheiding tussen de bebouwde kom en het daar achtergelegen natuurgebied ‘het Staartwegreservaat’. Om de biodiversiteit in dit scheidingsgebied te vergroten is besloten om een plasdrasgebied te creëren. Glooiende duurzame oevers vormen plasdrasgebied. Het werk is gestart met ruimte maken voor het plasdrasgebied.

Hiervoor is een strook van bomen en struiken gerooid. Van de vrijkomende stobben is een stobbenwal gemaakt. Aan de zijde van het Staartwegreservaat is de bestaande watergang aangepast door het realiseren van duurzame oevers. In deze duurzame oevers zijn glooiingen aangebracht door verschillende hoogtes te hanteren. Tijdens het afgraven van de duurzame oevers zijn de rietpollen in het depot gezet, deze zijn bij de aanleg weer teruggeplaatst in het plasdrasgebied. Als gevolg van het afgraven van de duurzame oevers kwam een grote hoe-

veelheid grond vrij (3.400 m3). Deze grond is door Krinkels verwerkt in een nieuwe grondwal achter de duurzame oevers en in verschillende bospaden. Bijzonder aan dit project is dan ook het hergebruik van de verschillende natuurlijke grondstoffen. Het eindresultaat geeft een mooi natuurlijk beeld. Vanaf de Staartweg op Urk kijkt men nu een verfraaid natuurgebied in, waar mens en dier van kunnen genieten.

Plaatsen kunststof boombunkers in Ede De Grotestraat in Ede onderging een facelift. In het straatbeeld horen ook 11 stevige Iepen. Door deze te plaatsen in een kunststof boombunker met watermanagement systeem en speciaal substraat, zullen de bomen minstens 40 jaar het winkelend publiek verwelkomen. Het groen wordt teruggebracht door de plaatsing van elf iepen. De iepen worden geplaatst in boombunkers. Een soort ondergrondse, omgekeerde bloempot. De bunker wordt onder de bestrating aangebracht en is niet te zien. De opdracht is gegund aan Gebra Infra. Voor het ontwerp van de boombunkers schakelde Gebra groeiplaatsspecialist Joosten Kunststoffen in. De uit kunststof onderdelen opgebouwde ondergrondse constructie van de GreenBlue Urban RootSpace boombunker, beschermt de wortels van de boom en vangt druk van het verkeer alsook zijwaartse krachten op. Er ontstaat een stabiel grondpakket waarbinnen de wortels alle vrijheid hebben zich te ontwikkelen.

Opdrachtgever: Gemeente Ede Architect: Joosten Kunststoffen Aannemer: Gebra Infra

116

7/2019

In nauwe samenwerking met de gemeente Ede en gespecialiseerde bedrijven, is de groeiplaats voor de elf iepen nader uitgewerkt. Boomexpert Willem Koot van Quercus heeft de juiste bomen al maanden van tevoren voorbereid op hun leven in de stad. BvB substrates zorgde voor een juist afgestemd mengsel van voedingsstoffen en structuur voor de wortels in de bunker.


PROJECTEN Groene gevel voor circulair bedrijfspand in Woerden In juni 2019 heeft Groenendijk Bedrijfskleding een volledig circulair verbouwd bedrijfspand in Woerden in gebruik genomen. Centraal in hun bedrijfsvoering staat duurzaamheid. Dit dragen ze niet alleen uit met de producten die ze verkopen. Bij de verbouwing zijn alle bestaande materialen van het pand hergebruikt en is er verder gebruik gemaakt van duurzame materialen. De groene gevel, die door Sempergreen is geïnstalleerd op de buitengevel, sluit mooi aan bij deze ambitie en geeft het multifunctionele pand een groene uitstraling. De Outdoor SemperGreenwall van 123 m2 is in januari geïnstalleerd en is opgebouwd uit modulaire Flexipanels. De panels zijn voorbegroeid in de kas van Sempergreen met een zorgvuldig geselecteerde plantenmix, afgestemd op de situering van het project. Zo wennen de planten aan verticaal groeien en bieden ze direct een groen aanblik na installatie. Een automatische irrigatiesysteem zorgt ervoor de groene buitenvel wordt voorzien van de juiste hoeveelheid water en voedingsstoffen. Daarnaast is de SemperGreenwall ook voorzien van een vorstbeveiligingssysteem met sensor. Wanneer de temperatuur onder het vriespunt komt, stopt de watervoorziening automatisch. Dit zorgt ervoor dat de wortels van de planten niet bevriezen wat garandeert dat de SemperGreenwall het hele jaar door blijvend groen is.

Opdrachtgever: Groenendijk Bedrijfskleding Aannemer: Sempergreen

Herinrichting Strandweg Lauwersoog De Strandweg in Lauwersoog is de recreatieve ruggengraat van het Lauwersmeergebied. De diversiteit van het gebied is met een aantal basale ingrepen visueel ervaarbaar gemaakt, zowel op de plek zelf als vanuit de wijdere omgeving. Op een aantal plekken zijn de bosschages die de Strandweg flankeren verwijderd. Hierdoor ontstaat vanaf de Strandweg zicht op het Lauwersmeer. Vanuit de omgeving, in het bijzonder de N361, wordt het Lauwersmeer direct zichtbaar. Ter hoogte van het dorp wordt de zichtrelatie tussen dorp en meer hersteld. Op deze plek krijgt het dorp nieuwe openbare parkruimte. Dit park biedt overzicht en takt aan op alle bijzondere kwaliteiten van de omgeving. De Strandweg doorkruist het park en biedt de weggebruikers zicht op het dorp, het meer, het omringende groen en de vakantiehuisjes van de camping. Met deze aanpak van de Strandweg worden de bestaande kwaliteiten en recreatieve voorzieningen beter ontsloten. Bovendien is het een flexibele onderligger voor toekomstige recreatieve ontwikkelingen. Het ontwerpproces is in samenspraak met bewoners gedaan.

Aanneemsom: ca €700.000,- excl. btw Opdrachtgever: Voormalige gemeente de Marne (huidige gemeente Het Hogeland) Contactpersoon opdrachtgever: mevrouw K. de Graaf Architect: LAOS andschapsarchitecten i.s.m. InvraPlus Contactpersoon architect: Mathijs Dijkstra

www.stad-en-groen.nl

117


HOOFDREDACTIONEEL

Geen romantische date met mij, maar een professionele date met een specialist

Daten en Schaften Tijdens mijn wandelingen in de Brand, een natuurgebied in mijn nieuwe woonplaats, kwam ik dikwijls een echte ouderwetse schaftkeet tegen. De keet stond er behoorlijk verlaten bij en na ontmoeting nummer tien besloot ik de eigenaar op te sporen. Via het kenteken was de verbaasde eigenaar zo achterhaald. ‘Deze keet heb ik vorig jaar al aan een dagbesteding geschonken, het overschrijven van het kenteken is er alleen nooit van gekomen.’ Om een lang verhaal kort te maken: de keet is nu van mij. De keet is gestript, geverfd, opgeknapt en omgedoopt tot De Groene Keet van NWST. Vorige maand tijdens de Boom Innovatie Dag maakte de keet zijn debuut en konden bezoekers zich aanmelden voor dates in deze keet. Geen romantische date met mij, maar een professionele date met een team van groenspecialisten. Het idee is vergelijkbaar met de snelle schets- en ontwerpdiensten in tuincentra. Daar kun je als consument snel de blik van een professional over jouw vraag laten gaan. Professionals kijken toch met een andere blik naar een vraagstuk. In de Groene Keet

21 november nemen wij onze Groene Keet weer mee de Vakbeurs Klimaat in Houten. Dat wordt nog spannend een echte schaft/date-keet van zo’n 1500 kilo te gaan verplaatsen. Onze kantoor auto, een witte Aygo, heeft al bedankt voor deze opdracht. Op de vakbeurs Klimaat zal weer een leger aan professionals voor u klaarstaan om veel groen gerelateerde en klimaat adaptieve vraagstukken te beantwoorden. Wij verwelkomen u donderdag 21 november graag in onze Keet in Houten! Met vriendelijk groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur

De eerste reacties op onze nieuwe keet waren zeer positief, de datingfrequentie lag alleen nog wat laag kun je als ambtenaar of groenprofessional terecht met een korte vraag. De eerste reacties op onze nieuwe keet waren zeer positief, de datingfrequentie lag alleen nog wat laag.

118

7/2019

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/31348/daten-en-schaften


De partners van

Stad + Groen

connecting green and infrastructure

AHA de Man uw golfbaan op zijn best

TRIPLE A LIGHTING

NL Gebieds label


TEST GRATIS HET GEMAK VAN ™ FLEET SERVICES NU MET CARBON CALCULATOR!

HUSQVARNA FLEET SERVICES™: NU EERSTE 6 MAANDEN GRATIS Met Husqvarna Fleet Services™ weet u altijd welke machines in bedrijf zijn, waar ze zijn, wanneer ze aan de beurt zijn voor service of vervanging, hoeveel CO2 uitstoot ze produceren - en veel meer. Al deze informatie bespaart u tijd en geld, en geeft ruimte om uw bedrijf te laten groeien. Monteer een sensor op uw machines (zelfs als deze van een andere fabrikant is) of investeer in onze professionele Automowers® met ingebouwde connectibiliteit. Precies zo simpel als het hoort te zijn! Probeer Husqvarna Fleet Services™ nu 6 maanden gratis. Kijk op HUSQVARNA.COM/NL/FLEETSERVICES


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.