Crematorium UITZICHT - Het verhaal van een unieke plek

Page 1

Crematorium UITZICHT Het verhaal van een unieke plek


Geef me water Dan maak ik dit venster Voor je schoon met grote halen veeg ik de stilte van je af We kijken samen zie je? Niets wordt weer iets Lucht raakt grond Grond wordt uitzicht uitzicht inzicht Geef me water Dan toon ik je hoop, UITZICHT op de dag Waar het ergste voorbij is En het mooiste Weer moet komen.


4

5

Psilon - Intergemeentelijke vereniging voor Crematoriumbeheer Ambassadeur Baertlaan 5 8500 Kortrijk


6

UITZICHT… een plaats om afscheid te nemen Lieven Lybeer

“Crematorium UITZICHT zorgt voor een rustig kader waar mensen afscheid nemen van hun naasten. Iedereen kan bij ons terecht in een omgeving die openstaat voor elke levensvisie.” Deze eerste twee zinnen uit onze brochure vatten kort maar krachtig samen waar UITZICHT voor staat.

Over de naam werd niet lang getwijfeld. UITZICHT. Vindt u dit een vreemde naam? Kom dan eens ter plaatse kijken. Het gebouw is aan de straatkant gelegen, maar biedt een prachtig uitzicht op de vallei. Dit uitzicht begeleidt de bezoeker nadat men afscheid heeft genomen van zijn dierbare.

Het was al lange tijd duidelijk dat er in onze regio nood was aan een crematorium. In 2005 sloegen 22 gemeenten uit Midden- en Zuid-West-Vlaanderen de handen in elkaar en richtten Psilon op, de intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer. Crematorium UITZICHT is ons eerste project. Na zes jaar van intense voorbereidingen kon UITZICHT in oktober 2011 starten met haar dienstverlening.

In het crematorium brengen we vier functies samen. Naast de ruimtes waar ontmoeting centraal staat (onthaalruimte, condoleanceruimtes en familiekamers) moesten er ook ruimtes zijn voor het afscheid zelf. En dat zowel voor plechtigheden in besloten kring als voor grotere gelegenheden. Onze eigen medewerkers kregen een deeltje van het gebouw en ook de technische ruimtes voor de crematie nemen vanzelfsprekend een belangrijke plaats in.

Een plaats waar afscheid wordt genomen van een naaste en waar het lichaam wordt gecremeerd, vraagt om een bijzondere en tegelijk ingetogen architectuur. Met de steun van de Vlaamse Bouwmeester werd een internationale architectuurwedstrijd uitgeschreven. Het architectenteam Souto de Moura Arcquitectos & SumProject kwam als laureaat uit de bus. Met een ontwerp van een gebouw dat in het terrein verzonken was en een groen dak dat een tafel in het landschap vormde, was de keuze snel gemaakt. Nu we het resultaat zien, kunnen we alleen maar trots zijn om met deze architecten in zee te zijn gegaan.

In deze publicatie laten we u even binnenkijken in ons huis. Marc Dubois, architect en hoofddocent Luca Departement Architectuur Gent & Brussel, gaat dieper in op de figuur Eduardo Souto De Moura en zijn invloed op de hedendaagse architectuur. Hij verduidelijkt voor u ook het concept van dit mooie gebouw. Jan Sabbe, directeur van het crematorium, brengt u het verhaal achter de stenen. Hij toont de verschillende stappen die de voorbije jaren zijn gezet. Hij getuigt hoe de afscheidsceremonies verlopen en hoe deze ervaren worden door de betrokken families. Fotograaf Tom Swijns zet de vele woorden in deze publicatie om in enkele treffende portretten van deze bijzondere plaats.

Ondertussen is UITZICHT bijna een jaar actief. De medewerkers kregen van bij de start de moeilijke taak om deze plaats een echte ziel te geven. Want daar gaat het uiteindelijk over: we willen er zijn voor families en vrienden die geconfronteerd worden met een overlijden. Daarom ook hoopt Psilon met dit project haar steentje bij te dragen tot een respectvolle samenleving, een samenleving waar plaats is voor afscheid en begrip voor verdriet. Maar ook: waar ruimte is voor hoop. Lieven Lybeer - voorzitter Psilon oktober 2012

7


8

Antwoorden op aangeboden locatie Een serene plek voor afscheid Marc Dubois

Afscheid nemen van onze overleden familie, vrienden en kennissen blijft steeds een moment van ingetogenheid en van bezinning over ons eigen bestaan op deze wereld. Gedurende eeuwen werd het dode lichaam begraven in de aarde, pas in de 20ste eeuw werd het cremeren geleidelijk aanvaard in onze Westerse cultuur. In sommige landen is dit ontstaan begin vorige eeuw. In het Zwitsers stadje La Chauxde-Fonds werd reeds in 1910 een crematorium in gebruik genomen. De beschildering gebeurde door L’Eplattenier, de leraar van de jonge Charles-Eduard Jeanneret, later beroemd geworden als Le Corbusier1. Toen werd reeds de vraag gesteld hoe dit nieuw type van gebouw er moet uitzien. Het overstijgt het louter technische van het verbranden en gelijktijdig is het iets anders dan een kerkgebouw of een zaal in een cultuurcentrum. Een zoektocht naar een nieuwe typologie. In een uitvoerig interview met Kris Coenegrachts, directeur van het crematorium Westlede in Lochristi (Gent), wordt de evolutie van de crematoria in België geschetst 2. In het begin lag het accent op de crematie en niet op de afscheidsplechtigheid. Het aantal crematies steeg de voorbije veertig jaar op indrukwekkende wijze. In 1979 vonden in België 5.287 crematies plaats, in 2010 maar liefst 50.909. Dit is een stijging van 5 naar 50 % van het aantal sterfgevallen in België. Geconfronteerd met deze toename en met een ander maatschappelijk gebruik was er dringend nood aan bijkomende crematoria in Vlaanderen.

Emmanuel Van Lierde, auteur van het interview, benadrukt de belangrijke keuze die in Vlaanderen werd gemaakt om de crematie niet te privatiseren en de verantwoordelijkheid te geven aan de intercommunales, verenigingen van steden en gemeenten. De invloed van Kris Coenegrachts bij de uitbouw van de nieuwe projecten is van cruciaal belang geweest. Hij profileerde zich in Sint-Niklaas als een voorbeeldige bouwheer met een nieuwe kijk op alle aspecten die een hedendaags crematorium moet omvatten, van puur technische elementen tot het inzicht dat een dergelijk gebouw moet beantwoorden aan hoge architectonische kwaliteiten. Zijn inbreng bij de andere projecten is cruciaal geweest. Bij het aantreden van b0b Van Reeth in 1999 als eerste Vlaamse Bouwmeester werd het concept van een beperkte wedstrijd gelanceerd. Coenegrachts begreep direct dat deze “Open Oproep” formule de garantie gaf om het architectonische op een hoger niveau te brengen. Voor zowel de de nieuwe crematoria Hofheide (Holsbeek), Heimolen (Sint-Niklaas) en UITZICHT (Kortrijk) werd beroep gedaan op de formule die de Vlaamse Bouwmeester introduceerde. In Sint-Niklaas werd het ontwerp van Claus en Kaan Architecten uit Nederland geselecteerd3. In Leuven werd gekozen voor het project van Coussée & Goris Architecten & RCR Arquitectes uit Spanje, voor Kortrijk viel de keuze op het project van de Portugees Eduardo Souto de Moura & SumProject uit Porto.

Architectuur bezit één grote troef die andere cultuuruitdrukkingen zoals muziek, mode of literatuur niet bezitten. Een gebouw neemt een stuk aardbodem in bezit, het geeft een betekenis aan deze specifieke plek. In het Engels heeft het woord “FOUNDATION” een dubbele betekenis, vooreerst het gedeelte van een constructie, nodig om een gebouw een stabiele band met de aardbodem te geven. Daarnaast verwijst het woord naar een stichting, het geven van een betekenis aan een plek. Sommigen noemen dit “bouwgrondkunst”, het correct omgaan met de site. Het gaat er om de aanwezige elementen zoals terreinvorm, oriëntatie, bereikbaarheid zo te gebruiken dat er een logische configuratie ontstaat waardoor het gebouw één wordt met de directe omgeving. Het is de locatie zo aanwenden dat het eindresultaat een binding heeft met het terrein. Vaak wordt deze werkwijze omschreven als het omgaan met de “genius loci”, de geest van de plek. De architect moet zoeken om wat hij maakt een correcte verankering te geven, een eindresultaat dat naast de algemene randvoorwaarden ook de bijzondere eigenschappen van de plaats moet opnemen in het ontwerp. Werk van Eduardo Souto de Moura In 1992 kreeg architect Álvaro Siza Vieira (°1933) als eerste Portugees de Pritzkerprijs voor architectuur. Negentien jaar later ontving zijn meest getalenteerde ex-medewerker en vriend Eduardo Souto de Moura (°1952) dezelfde prestigieuze onderscheiding.

9


10

De directe voeling om een project te verankeren op een gekregen locatie is ook het centrale thema van de twee eerste meesterwerken van Souto de Moura: het marktgebouw in Braga (1980/1984) en het Casa das Artes, een cultureel centrum in Porto (1981/1991)4. Met een minimum aan elementen wordt de locatie getransformeerd. De zoektocht om de aanwezige kenmerken van de site te vatten en in balans te brengen met wat men zal toevoegen blijft de sleutel om Souto de Moura’s oeuvre te benaderen. Hoe kan iemand met zo weinig architectonische middelen iets maken dat meer is dan een gebouw? Voor Casa das Artes ontdubbelde hij in feite de bestaande tuinmuur

om een interieur te maken. Geen confrontatie tussen de statige villa en de nieuwbouw. Voor zijn inbreng kiest hij als het ware voor een camouflage strategie. Door radicaal te kiezen om het gebouw in de langs richting en op de zijgrens van het perceel in te planten is hier ook het lineaire sterk aanwezig zoals in zijn marktgebouw. Deze attitude blijft een constante in het verder verloop van Souto de Moura’s oeuvre. Het project van Casa das Artes omschrijven als “minimaltisch” is dan ook onterecht, het gaat in feite om “opgeladen eenvoud”. Een streven naar een discrete perfectie!

Meer dan een gebouw Toen ik voor het eerst het ontwerp zag van het crematorium dacht ik direct aan het cultureel centrum in Porto, het project dat nauwelijks zitbaar is en dit omdat de site het vraagt. De omgeving dicteert hoe een architect moet handelen. In het crematorium zit ook een knipoog naar het hellend toegangsvlak dat Siza introduceerde in zijn zwembad in Leça da Palmeira, één van Siza’s eerste meesterwerken en naar het werk van Paulo Mendes da Rocha, de Braziliaanse architect voor wie hij een grote waardering heeft. Het ontwerpen is voor Souto de Moura steeds het zoeken naar het geschikte antwoord voor de specifieke plaats. Daarom fascineert zijn oeuvre. Zoals Siza gaat hij op reis met een grote dosis aan sensibiliteit om een gebouw te verankeren op de aangeboden locatie. Deze benadering staat ver weg van veel architecten die enkel bekommerd zijn om het ontwikkelen van een herkenbare schriftuur die men overal kan toepassen. De keuze om het crematorium in te planten op Hoog Kortrijk naast de serene begraafplaats ontworpen door Bernardo Secchi & Paola Vigano lag voor de hand. De meeste wedstrijdinzendingen kozen voor een inplanting aan de zijkant van het terrein of zoals Secchi onderaan het hellend terrein. Souto de Moura opteerde om het geheel aan de straatzijde in te planten en in het verlengde van het ceremoniegebouw van de begraafplaats. Dit liet toe het gehele gebouw ondergronds aan te brengen. Vanaf de Ambassadeur Baertlaan is enkel een lange

en lage betonnen muur zichtbaar. Deze horizontale band wordt in harmonie gebracht met een vertikaal volume, de schouw. Dit betonnen element met een getorste volumetri kreeg een andere behandeling van het oppervlak. De schouw is meer dan een louter technische aangelegenheid, zij fungeert tevens als landmark, als een visueel accent om het crematorium langs de weg te kunnen herkennen. Koen Van Synghel omschreef het als “een megaliet, een Keltische oersteen”.5 Alhoewel zij dezelfde functie hebben zijn de nieuwe crematoria van Sint Niklaas en Kortrijk erg verschillend. In Sint-Niklaas is er een radicale opsplitsing tussen het ceremoniegedeelte en het technisch gedeelte met de ovens. Er werd gekozen voor de twee uithoeken van het kerkhof. De cafetaria om samen te komen na de plechtigheid werd opgenomen binnen het bouwvolume met de twee aula’s. In Kortrijk zijn ceremonie- en ovengedeelte bij elkaar gebracht en worden de voorzieningen voor familietafels in een afzonderlijke nieuwbouw ondergebracht die zal worden opgetrokken tussen de parking en de begraafplaats. Voor dit onderdeel maakte Souto de Moura ook een ontwerp. Voor sommigen behoort een crematorium thuis op een industriezone, terwijl de opdrachtgever terecht koos voor de directe band tussen de begraafplaats en het crematorium, een niet te splitsen eenheid van

11


12

plaats en tijd. Het was dan ook de moeilijke taak van opdrachtgever en architect om een waardig gebouw te ontwerpen met hoge architectonische kwaliteiten en er voor te zorgen dat de strengste milieunormen worden gerespecteerd. Een gebouw met een serene sfeer Het licht hellend pad leidt naar een lager gelegen pleintje met in het midden een boom en in de hoek een kleine fontein. Dit verdiept voorplein is net een buitenkamer, een ommuurde plek waar als het ware het plafond is weggenomen. De toegangsdeur is in de hoek gesitueerd, een vergissing van deur is niet mogelijk. In deze “voorkamer” staat een werk van de Portugees Petro Cabrita Reis (°1956), een kunstenaar die ook in de permanente collectie van het Antwerps Middelheim park is opgenomen. Hij werd gekozen door de kunstcel van de Vlaamse Bouwmeester en in samenspraak met Souto de Moura. Voor velen zal de eerste confrontatie vragen, zelfs een vorm van irritatie, oproepen. Cabrita Reis liet een muur in snelbouwstenen optrekken om deze nadien gedeeltelijk te laten vernielen. Door het kapot kappen van de egale rode vlakken ziet men de inwendige structuur van de baksteen. Het werk sluit aan bij het eeuwenoud beeld van de mens die uit klei werd gemoduleerd naar beeld en gelijkenis. Dit op het eerste gezicht voor velen “zinloos” werk legt de band tussen leven en dood, tussen wat is gecreëerd en wat wordt vernield. De keuze van Cabrita Reis staat, misschien eerder toevallig, ook in relatie tot eeuwenoude

traditie van baksteenproductie in de streek van Kortrijk. Maar daar ligt nu juist het fundamenteel verschil tussen een architect en een kunstenaar. Een architect moet een dienstbaar werk afleveren, een kunstenaar heeft de vrijheid om een muur een andere, diepere zingeving toe te voegen. De muur verliest hier haar functionele betekenis, zij wordt een opgeladen beeld met connotaties die in verband staan met leven en dood. Gezien de frequentie van gebruik en de mogelijkheid om gelijktijdig meerdere afscheidsplechtigheden te organiseren moet het organigram van een crematorium perfect zijn, moet het geheel een heldere routing en ruimteherkenning bezitten om de sereniteit van de plechtigheden niet te storen. De architecten wisten perfect te voldoen aan de wens van de bouwheer een gebouw te bekomen met een beperking van gangen en weinig signalisatie. De ruime inkomhal is de plaats van samenkomst voor de plechtigheid en is van groot belang. Het is vaak een moment van weerzien en intense emoties. De houten bevloering en de bepleisterende muren zorgen ervoor dat het interieur een intimiteit bezit zonder een te huiselijk karakter op te roepen. Vanuit een klein hoekraam wordt een visuele band met het landschap gelegd. Elk onderdeel wordt ingezet om een serene sfeer te bekomen. Het licht komt zenitaal in de grote aula, juist op de plaats waar tijdens de ceremonie de kist wordt geplaatst. De kleine aula heeft een

uitzicht op een kleine binnenpatio die hij in een schets omschrijft als een ‘jardin d’hiver’. Naast de aula’s en de bijhorende familiekamers en ruimte voor begroeting bezit het gebouw een veelheid aan ruimtes nodig voor de uitbating van dit gebouw. De kantoor- en ontvangstruimte zijn gesitueerd rond een ingesloten binnentuin. Het tweede deel van het project is het technisch gedeelte met de oven- en filterruimte, de koelruimtes, de bergingen en de bijkomende technische ruimten. De bereikbaarheid voor de begrafeniswagens gebeurt via een schuin oplopende weg. Er is tevens een wachtruimte voorzien voor de bestuurders en uitvaartondernemers, gelegen aan de afzonderlijke dienstingang. Tussen dit technisch- en het ceremonie-gedeelte is een lange gang voorzien om de kist en de bloemen tot in de aula’s te brengen. Na de plechtigheid verlaten de aanwezigen de grote aula via de condoleanceruimte en komt men in de overdekte buitenruimte. Voor de kleine aula is een gang voorzien richting exterieur. Om de overgang te verzachten is het linker muurvlak reeds in beton uitgevoerd. Eens buiten komt men in een lang overdekt pad richting de begraafplaats. De sfeer is bijzonder, men ervaart het mooie, glooiend landschap op ooghoogte. Door het ingraven van deze zone ontstaat een intense visuele betrokkenheid met de aardbodem, het is net of wij met onze blik de aarde strelen, om dan plots door een andere kijkhoogte een andere relatie aan te gaan met de wereld. Het besef is er dat wij na onze dood een andere verbondenheid met de aarde zullen aannemen.

Het is meer dan een mooi uitzicht op het landschap, het concept gaat verder en laat ons nadenken. In al zijn projecten is er een “radicaliteit van de lijn” aanwezig. Het gaat er niet om een spectaculair groot gebaar te maken, maar veeleer om met een zuivere lijnvoering een zeer gedoseerde sfeer te bekomen. Met een uiterste aandacht ontwierp hij alle details. Een van de legendarische uitspraken van Mies van der Rohe is: “Indien God bestaat dan is hij aanwezig in de details”. Het detail is voor Souto de Moura niet iets bijkomstig, iets dat een “futiliteit” is. Het is juist het tegenovergestelde, in het detail wordt het grote concept vastgehouden. De zorg om

13


14

alles uit te lijnen vroeg van de aannemers een grote nauwkeurigheid bij de uitvoering. Het eindresultaat ziet er eenvoudig uit, maar om deze subtiliteit te bereiken wordt van alle partners die betrokken zijn bij de bouw een grote inzet gevraagd. Het gaat dus veel verder dan het aanreiken van een concept, om het uitzetten van de grote lijnen, bouwen is ook de zorg voor het kleinste detail. Souto de Moura ontwierp ook de zitbanken in de aula. In deze ruimte nemen wij individueel maar ook in groep afscheid. Het is een bewuste keuze, een zitbank combineert het individuele met de verbondenheid van dat moment. Voor het ander meubilair of verlichting koos hij voor creaties van zijn vriend en leermeester Álvaro Siza. De kracht van de stilte Met het ingraven van het gebouw wordt niet enkel het uitzicht op het landschap gerespecteerd, het heeft ook een uitgesproken filosofische connotatie. Het legt onrechtstreeks de band tussen de mens en de aarde, het teruggeven van het levenloos lichaam aan de aarde, is het nu op de traditionele wijze of door de as-verstrooiing. Meermaals stelde ik mij de vraag waarom wij een grotere fascinatie bezitten voor de bijna ascetische zuiverheid van de Romaanse bouwkunst dan voor een overladen barokarchitectuur. Vermoedelijk heeft dit te maken met de wereld waarin wij leven, een samenleving

met een permanente stortvloed aan beelden. Er is nood aan plaatsen waar wij tot stilte kunnen komen, waar de overweldigende wereld van visuele prikkels wordt verbannen. Architectuur heeft de potentie om stilte en rust te genereren, een plaats van ingetogenheid. Architectuur kan een diep religieuze ervaring en emotie oproepen, zelfs bij ongelovigen. De kapel van Luis Bárragan in Mexico-City of de kerk van Álvaro Siza Vieira nabij Porto zijn getuigenissen van architecten die ruimte kunnen maken waar stilte en licht het wezenlijke zijn van hun creatie. In tegenstelling tot andere cultuuruitingen van de mens kan bouwkunst het licht zichtbaar maken. Licht als de essentie van alles, zonder licht is zelfs geen leven, laat staan architectuur. Het hunkeren naar spectaculaire beelden, naar exhibitionistisch vormgeweld is afwezig bij Souto de Moura. Geen vormentaal die dynamiek wil suggereren en vervolgens een gemummificeerd resultaat oplevert. Zijn oeuvre is wars van sensatiebelustheid en volgens Helio Piñon ‘nergens vervuild door een hang naar virtuositeit’6. Geen formeel lijnenspel, wel een basisvorm die de geest van de plaats weet vast te houden. Daarom is het project van het crematorium in Kortrijk een glasheldere uitdrukking van zijn visie op architectuur. Dit komt ook te voorschijn in de vele schetsen die hij maakte tijdens de ontwerpfase, tekeningen die trachten vat te krijgen op het ruimtelijk geheel van exterieur en vooral interieur.

Interessante gebouwen ontstaan ook door bouwheren met visie, personen die inzien dat bouwen meer is dan louter construeren. Het is het besef dat men iets laat ontstaan met een maatschappelijke dimensie. Een verantwoordelijkheid en ambitie om de gemeenschap een uitzonderlijk bouwwerk te geven waarop men trots mag zijn, dat men met enige fierheid kan doorgeven aan de volgende generatie. Bouwen is meer dan voldoen aan praktische en technische behoeftes, het is het creëren van een nieuw stuk bouwkundig erfgoed. Architect Marc Dubois Hoofddocent Luca Departement Architectuur Gent & Brussel oktober 2012

Stanislaus Von Moos, Arthür Rüegg, Le Corbusier before Le Corbusier, Yale University Press, New Haven, Londen, 2002.

1 2

Emmanuel Van Lierde, Zonder taboes afscheid nemen, in: Weekblad Tertio, 11 december 2008.

3

Marc Dubois, Crematorium Heimolen - Claus en Kaan Architecten, uitgeverij Prototype Editions, Amsterdam, 2010.

4

Audrey Contesse, Onthutsende neutraliteit, in : A Plus, nr. 219, augustus-september 2009, pp. 32-36.

Maarten Delbeke, Crematorium Heimolen Sint-Niklaas / Op zoek naar een programma, in: Jaarboek Architectuur Vlaanderen – editie 2010, VAI, Antwerpen, 2010, pp. 292-301. 4

Antonio Esposito, Giovanni Leoni, Eduardo Souto de Moura, uitgeverij Electa, Milano, 2003.

Francesc Zamora Mola, Eduardo Souto de Moura Architect, uitgeverij Librero, Kerkdriel, 2009. Koen Van Synghel, Ode aan het landschap, in: De Standaard, 15 oktober 2011.

5

Hélio Piñon, Modern en (dus) juist authentiek, in: Francesc Zamora Mola / Eduardo Souto de Moura Architect, Librero, Kerkdriel, 2009, pp. 6-9.

6

15


familiekamer 16

17

onthaal condoleance

donatorium

uitgang grote aula

inkom

familiekamer

kleine aula

condoleance

Ambassadeur Baertlaan


18

Het verhaal van een unieke plek Jan Sabbe

Vijftien jaar geleden wees de toenmalige burgemeester Emmanuel de Bethune er al op: “In het zuidelijke deel van West-Vlaanderen is er nood aan een openbaar crematorium, als antwoord op de toenemende vraag naar crematies.” Hij had gelijk. Tegelijk vormde de grote afstand naar de bestaande crematoria van Lochristi of Brugge een drempel. Een passende locatie vinden in de streek was niet moeilijk: het masterplan Hoog Kortrijk (B. Secchi 1991) en het bestemmingsplan voor de nieuwe begraafplaats (Stad Kortrijk 1994) voorzagen immers een crematorium in de onmiddellijke omgeving van de reeds bestaande begraafplaats. De Kortrijkse burgemeester en zijn collega’s van de Conferentie van Burgemeesters van het arrondissement Kortrijk waren unaniem akkoord om werk te maken van dit maatschappelijk project. De streekintercommunale Leiedal kreeg al snel de opdracht om een verkennende studie uit te voeren. Onze ambitie was duidelijk. Dit project moest méér zijn dan een louter bouwproject. Het bood een totaalkader aan alle families die geconfronteerd worden met afscheid en verlies. Esthetische kwaliteit, onthaal en dienstverlening op maat van elke familie, bereikbaarheid en beschikbaarheid stonden daarbij voorop. Het crematorium zou een ‘veilige haven’ worden, waar mensen van elke levensvisie op een respectvolle wijze afscheid konden nemen van hun naaste.

“Crematorium UITZICHT zorgt voor een rustig kader waar mensen afscheid kunnen nemen van hun naasten. Iedereen kan bij ons terecht in een omgeving die openstaat voor elke levensvisie.”

Door en voor de gemeentebesturen Openbare besturen, - in ons geval de verenigde gemeentebesturen uit Zuid- en Midden-West-Vlaanderen - staan garant voor een onafhankelijke en serene dienstverlening. Dat dit een openbaar initiatief moest worden, was dan ook snel duidelijk. De eerste voorbereidingen startten vanuit de 12 gemeenten van het arrondissement Kortrijk. Op vraag van de Vlaamse overheid werd de scope voor het crematoriumproject uitgebreid naar de gemeentebesturen uit het zuiden van West-Vlaanderen. Zij werden uitgenodigd om mee vorm te geven aan deze nieuwe dienstverlening. In 2004 vormden 24 gemeentebesturen uit de regio’s Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt het voorbereidend overlegorgaan voor de oprichting van een nieuwe intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer. Leiedal mocht het secretariaat voor dit overlegorgaan verzorgen. 24 burgemeesters of schepenen uit evenveel gemeenten zouden samen de juiste motivering en ambitie afbakenen, een ondernemingsplan opstellen en een bestuursplan met statuten voorbereiden. Burgemeester Stefaan De Clerck leidde de debatten. Bij elke stap werd telkens zorgvuldig teruggekoppeld naar elke gemeenteraad.

Elke gemeente voorzag om minstens drie besprekingen te wijden aan dit nieuwe project, alvorens zich definitief te engageren. Op 22 maart 2005 onderschreven 21 gemeenten de oprichtingsakte voor de intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer in ZuidWest-Vlaanderen, met de roepnaam ‘Psilon’. Kort daarop werd de vereniging erkend door de Vlaamse overheid en kon het echte werk beginnen. “De vereniging heeft tot doel het oprichten en besturen van een of meerdere crematoria op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Zoals bepaald in art. 12,§2,3°lid van het decreet neemt de vereniging voor dit doel de volledige bevoegdheid over van de deelnemende gemeenten. Zij mag alle verrichtingen doen die rechtstreeks met dat doel verband houden. De werking van de vereniging is niet beperkt tot de bevolking van haar deelnemende gemeenten. De raad van bestuur kan, onder meer inzake de tarieven voor de te leveren prestaties, bijzondere voorwaarden vaststellen voor de inwoners van de deelnemende gemeenten.” (art. 4 oprichtingsstatuten)

Alles valt of staat met een goed ontwerp Het bouwen van een crematorium vraagt extra empathie. Het zoeken naar een geschikte architect was dan ook de eerste belangrijke opdracht. De beslissing om hiervoor samen te werken met de Vlaams Bouwmeester was niet meer dan logisch.

19


20

“De bouwers van een crematorium moeten zich realiseren, dat ze een ruimte, een site, een gebouw, creëren waar, voor de naastbestaanden in het bijzonder, maar ook voor de gehaaste bezoeker, een snede wordt gemaakt in het dagdagelijkse bestaan. Het moet een bewuste snede zijn die het

bood aan beeldende kunst en poëzie. Daarenboven moest nagedacht worden over een logische organisatie van een uitvaart. Deze start bij het aankomen op de parking en eindigt bij de uiteindelijke asbestemming in de directe omgeving van het crematorium.

dagdagelijkse ritme krachtig doorbreekt. Een ruimte die opeist én kansen biedt. Die opeist dat het gewone leven op dit bijzondere moment even buiten wordt gesloten en die helpt om fundamentele gedachten en gevoelens vorm te laten krijgen. Een ruimte die beschermend kansen biedt om met het diepste bezig te zijn: de dood als deel van het leven.” (Open Oproep Vlaams Bouwmeester – april 2005)

Het crematorium als gebouw moest vier functies omvatten: (1) een ceremonieel publiek gebeuren, (2) een plaats voor de technische crematie, (3) een plaats waar families en naasten elkaar ontmoeten en (4) een administratief en operationeel onderdeel. Daarnaast werd een bijzondere aandacht gevraagd voor de beleving van het crematorium als kwalitatieve plaats. Het gebouw moest optimaal geïntegreerd worden in de omgeving van de bestaande begraafplaats van Hoog Kortrijk. Het moest een sfeervolle intimiteit uitstralen die ook ruimte

Ten slotte hield het bouwprogramma ook rekening met enkele randfactoren. Zo moest het gebouw verenigbaar zijn met zijn omgeving. Dat wil zeggen met zowel de reeds bestaande begraafplaats, het sportcentrum, de prachtige vallei als de woongebieden rondom. De aanwezige parking en de technische voorzieningen zouden vanaf nu ook gemeenschappelijk worden gebruikt. En omdat we zo weinig mogelijk hinder willen veroorzaken in onze onmiddellijke omgeving werd ook gevraagd om gebruik te maken van de best beschikbare milieutechnieken. Een doorgedreven kostprijsbewaking, zowel binnen het bouwprogramma als binnen de vooropgestelde operationele werking, was onontbeerlijk. Niet minder dan 150 architectenteams wilden de uitdaging aangaan. Na opeenvolgende selectierondes, in samenspraak met de Vlaamse Bouwmeester en Psilon, kregen uiteindelijk vier ontwerpteams de kans

om een voorstudie te maken: • T.V. Souto De Moura Arquitectos Lda (Porto)/ Groep Planning (Brussel) • Marie-Josée Van Hee (Gent) • Studio Associato Secchi - Vigano (Milaan) • T.V. Tom Van Mieghem / Ghislain Lams (Oostende)

dat het bouwconcept beantwoordt aan het vooropgestelde budget, bevestigt de Raad van Bestuur de aanstelling van het studiebureau T.V. Souto De Moura Arquitectos Lda | Groep Planning cv (inmiddels onder de nieuwe naam: SumProject).

De architecten werden geselecteerd op basis van hun visie, motivatie, referenties en teamsamenstelling. Ze kregen allen dezelfde dubbele opdracht: ‘Maak een studie van de inplanting van de bouwplaats in de brede omgeving en een ontwerpschets van het crematorium en het afscheidscentrum.’ Enkele maanden later kwam T.V. Souto De Moura Arquitectos Lda | Groep Planning cv als laureaat uit de bus. Dit ontwerpteam tekende een crematorium langs de Ambassadeur Baertlaan. Het sobere en compacte gebouw was nagenoeg volledig in het hellende terrein verzonken. Het zag uit over de begraafplaats, het geplande beeldenpark en een nieuw aan te leggen vijver. Voor de familieontmoeting en de rouwmaaltijden voorzag de ontwerper een apart gebouw, los van het ceremoniële gebouw. Wanneer ook blijkt

crematorium en de cafetaria vormen een drie-eenheid. het zijn drie specifieke

“Het ontwerp van de studiebureau T.V. Souto De Moura Arquitectos Lda | Groep Planning cv vormt een sterke eenheid. Het donatorium, het plekken die volgens een kruisvormig assenstelsel de nieuwe functies volledig integreren in het originele concept. Het concept van de T.V. is het enige dat de gehele site in een logisch en betekenisvol verband brengt.” (uit het gunningsverslag Vlaams Bouwmeester – november 2005)

Zoekend ontwerpen De krijtlijnen voor het crematorium waren vastgelegd in de bekroonde wedstrijdopdracht. De concrete planuitwerking was de volgende uitdaging. De architecten lieten zich hiervoor bijstaan door verschillende technische studiebureaus. Ook de nauwe samenwerking met de opdrachtgever Psilon en met het stadsbestuur Kortrijk was bijzonder belangrijk.

21


22

Het bleek al gauw geen evidentie om het volledige bouwprogramma in te passen in de contouren zoals vooropgesteld door het wedstrijdontwerp. De technische installaties vroegen immers naar grote, hoge ruimtes. De ceremoniële aula’s en de onthaalvoorzieningen vroegen dan weer om een bijzondere aandacht voor bereikbaarheid, bezoekerscirculatie en sfeer. Bovendien bleek ook de bodemstabiliteit, door de waterhoudende kleigronden, een bijkomend obstakel. De oplossing lag in het bouwen op twee ondergrondse bouwlagen. Een niveau voor alle onthaal- en ceremonieactiviteiten, en een tweede niveau voor de technische voorzieningen en crematie-installaties. Plannen werden uitgewerkt, de stabiliteit berekend en bestekken voorbereid. Finaal bleek evenwel dat de optie voor twee bouwlagen niet houdbaar was wegens te duur, te complex en operationeel onpraktisch. Een grondige herwerking van het ganse bouwconcept drong zich op. Een intense communicatie tussen Porto, Brussel en Kortrijk volgde. Eduardo Souto de Moura bewaakte consequent de contouren van het crematoriumgebouw, een driehoekige spie binnen het assenstelsel met de begraafplaats. Binnen deze contouren slaagden de ontwerpers

er toch in om alle functies logisch en intelligent in te passen op één bouwlaag, met een budgetbesparing van zowat 40% ten opzichte van de vorige ontwerpoefeningen. In maart 2007 keurde de Raad van Bestuur het bouwontwerp goed, voor het bedrag van 4.082.922 euro (netto bouwkost). NIMBY en andere fenomenen Het inplanten van een crematorium op Hoog Kortrijk vroeg een zorgvuldige en open communicatie met de omwonenden. Dat niet iedereen even enthousiast was en is over het crematorium op Hoog Kortrijk hoeft niet gezegd. Net zoals bij veel andere projecten in Vlaanderen werd door omwonenden met ongerustheid gereageerd op een nieuwe buur. Psilon ging al zeer vroeg het gesprek aan met de buurtbewoners en -gebruikers, zelfs lang voor de start van de officiële openbare onderzoeksprocedures. Onze bedoeling was om tijdig de bekommernissen en suggesties vanuit de omgeving, te kunnen integreren in het globale project. Zo organiseerden we, in de loop van 2006 en samen met het stadsbestuur Kortrijk, drie open informatievergaderingen. We gingen

op die vergaderingen dieper in op het ontwerponderzoek en, niet minder belangrijk, op de milieubekommernissen. In diezelfde periode startte ook een overlegprocedure met een delegatie van omwonenden, het stadsbestuur en de crematoriumvereniging. Bedoeling was om systematisch alle openstaande vragen rond de impact op de omgeving van het crematoriumproject Hoog Kortrijk (milieu, gezondheid, verkeersontsluiting, parkeren,…) te beantwoorden en te evalueren. De resultaten van deze overleggesprekken zijn vertaald in een uitgebreide ‘antwoordennota’ die door iedereen kan geconsulteerd worden op de website van de vereniging. Maar niettegenstaande deze uitvoerige consultaties bleef er toch een grote weerstand bestaan bij een aantal omwonenden. Zij verenigden zich in een actiecomité dat beroep aantekende tegen de bouw- en milieuvergunning. Nadat de administratieve beroepsprocedures waren afgerond, met telkens een gunstige bevestiging van bouw- en milieuvergunning, koos dit actiecomité voor de juridische weg. Het gevolg was een jarenlang juridisch welles-nietes spel, dat tot op vandaag nog niet afgerond is. Een jammerlijke keuze.

Psilon heeft, vanaf de eerste MER-studies in 2006, aangetoond dat de hinder van dit crematorium miniem is. Ook de raad van bestuur van Psilon heeft altijd strikte engagementen nageleefd op het vlak van milieu- en omgevingskwaliteit. Uit de administratieve en gerechtelijke procedures is bovendien nooit gebleken dat er objectief sprake zou kunnen zijn van enige milieuoverlast. Sinds de ingebruikname van het crematorium, in oktober 2011, bewijst Psilon nu ook in de realiteit dat de vermeende hinder op vlak van milieu en mobiliteit absoluut beperkt, zoniet verwaarloosbaar is. En toch blijven we werken aan een positief imago en vertrouwenwekkende communicatie omtrent het crematiegebeuren. We doen dit via nieuwsbrieven voor de buurt, door de informatie die op onze website te vinden is en door de vele ‘bedrijfsbezoeken’. Eind september 2011 waren 350 buurtbewoners aanwezig op een exclusief einde-werfbezoek. Zij kregen de kans om het crematoriumgebouw en de technische installaties van nabij te bekijken. De respons was overtuigend positief. Niet veel later kregen we ruim 5.000 mensen over de vloer tijdens de Open Bedrijvendag 2011.

23


24

Een administratieve marathon Tussen de oplevering van het bouwontwerp in maart 2007 en de eigenlijke start van de bouwwerken in februari 2010, lag een hobbelige procedurele weg. Bouw- en milieuvergunningsaanvraag met hun geëigende administratieve en juridische procedures duurden bijna twee volle jaren. De subsidievastleggingen en technische calculaties vroegen eveneens hun tijd. Bouwplannen werden verfijnd en uitgewerkt naar bestekken en technische detailleringen. Het bestek voor het crematoriumgebouw omvat uiteindelijk niet minder dan 64 plannen met architecturale en technische detailtekeningen. En dan. Eindelijk… Eind 2008 werden de eerste aanbestedingen gelanceerd voor de bouw van het crematorium. Na een bevestiging van de nodige subsidiëring door de Vlaamse overheid konden de werken in december 2009 worden toegewezen. Tussen de start van de echte bouwwerken op 22 februari 2010 en de finishing touch in september 2011 lagen 19 maanden. Negentien maanden waarin de vorderingen aan het gebouw nauwgezet werden opgevolgd. Immers, wanneer men bezig is met dergelijke hoogwaardige architectuur moeten

ook de kleinste details kloppen. Een dagelijke supervisie van de bouwwerf was geen overbodige luxe. En om de zes weken kwamen Eduardo Souto de Moura en/of assistent André Campos langs om alle details kwalitatief na te zien en zo nodig, in overleg met de bouwheer, bij te sturen. Het resultaat is een crematoriumgebouw van uitzonderlijk niveau. Een verdienste van vele mensen die dagelijks in de weer waren om dit prachtige staaltje werk af te leveren. De Europese gedachte was nooit veraf: samen met vele Vlaamse werklui en de Vlaamse en Portugese ontwerpers ontmoetten we Poolse parketplaatsers, Roemeense stukadoors, Italiaanse ovenbouwers, Noord-Franse bouwvakkers, Portugese meubelmakers, een Russisch plafonneerder, een Kroatische isolatieplaatser. En ondanks de vele problemen waar we in die tijd mee geconfronteerd werden, is het een ervaring geworden om nooit meer te vergeten. In de zomer van 2011 begon Psilon zich voor te bereiden om het gebouw in gebruik te nemen. De eerste crematie vond plaats op 17 oktober 2011. Er is meer dan je ziet Tegelijk met de bouw van het crematorium werd ook gezocht naar

een passend kunstwerk dat de sfeer van deze unieke plaats zou aanvullen en versterken. Het werk moest als het ware in dialoog gaan met de architectuur van het gebouw. We hebben voor deze zoektocht samengewerkt met de Kunstcel van de Vlaamse overheid, in dialoog met de architecten en met het bestuur van Psilon. Uiteindelijk hebben we gekozen voor het kunstwerk ‘Looking at Silence’ van Pedro Cabrita Reis. Het werk bestaat uit een imposante ‘gedachtenismuur’, op het voorplein van het crematorium. Deze bakstenen muur werd ter plaatse bewerkt en gesculpteerd. Zo ontstaat een ‘passage du temps’, een vergankelijkheid. Pedro Cabrita Reis weerde met opzet elke religieuze symboliek en wil met ‘de muur tegen muur’ veeleer een reflectiekader tonen, die mensen van elke levensbeschouwing kan aanspreken. De kleur en textuur van de bakstenen muur creëren een vibratie die discreet en stil afstraalt op de bezoekers van het crematorium. Recent werd dit kunstwerk bekroond met de ‘Prijs Bouwmeester 2012’. Het liet 21 andere inzendingen achter zich. De jury loofde in haar motivatie het vormingsproces, waarbij de kunstintegratie ontstaat vanuit een dialoog

met de bouwheer, de architect, de kunstenaar en de gebruikers van het crematorium. De eenvoud maar tezelfdertijd ook de gelaagdheid van het werk van Pedro Cabrita Reis, creëert een interessante spanning met de architectuur en met de onthaalfunctie van het crematorium. Een bijzonder gebouw met bijzondere mensen Het organiseren van de nieuwe dienstverlening kan niet zonder een grondige voorbereiding. Er werd een selectie gemaakt van medewerkers en er werd gezorgd voor een degelijke opleiding. Tal van procedures werden op punt gezet en relaties met uitvaartverzorgers werden aangescherpt. We zorgden voor een menselijk onthaal, een op maat gesneden begeleiding van de ceremonies en een gezond financieel beheer. Psilon kon hierbij onvoorwaardelijk rekenen op het advies en de hulp van de collega’s van de intercommunale Westlede (crematorium Lochristi). Deze support was uitermate belangrijk om een vlotte en foutloze start van onze dienstverlening te kunnen waarborgen. En een secure personeelsselectie leverde ons een deskundig medewerkersteam op. Tine Bloeyaert (administratief deskundige), Kristof Van Rafelghem en Bob Lamont (technisch medewerkers), Elsje

25


26

Harinck en Anja Deldaele (onthaal en ceremoniebegeleiding) en Mady Decuypere (administratieve ondersteuning) pionieren dagelijks mee in het zoeken en uitwerken van een passende begeleiding voor alle families en/of uitvaartverzorgers. Onze medewerkers getuigen allen van een professionele degelijkheid, een polyvalente inzet gekoppeld aan een gezonde dosis sociale maturiteit. Een doorleefde missie Dit eerste project van Psilon kreeg de sprekende naam: UITZICHT. De naam verwijst naar het weidse landschap rondom en naar ‘uitzicht’ als afscheid. Afscheid als overgang naar een andere dimensie waar overledene voorgoed ‘uit het zicht’ verdwijnt. En als laatste ook: een plaats voor hoop. Hoop op uitzicht. De missie van crematorium UITZICHT bepaalt de leidraad voor onze werking. “Crematorium UITZICHT zorgt voor een rustig kader waar mensen afscheid kunnen nemen van hun naasten. Iedereen kan bij ons terecht in een omgeving die open staat voor elke levensvisie. Naast een crematorium willen we meer zijn: een kwaliteitsvolle dienstverlening in een architecturaal tijdloos gebouw, een aparte ontmoetingsruimte voor rouwmaaltijden en een plaats voor kunst. Psilon, de vereniging voor crematoriumbeheer van 22 gemeenten uit Zuid- en Midden-West-Vlaanderen, stelt haar project ten dienste van de samenleving. Een samenleving die vraagt naar ruimte voor afscheid en begrip voor rouw. Maar ook: plaats voor hoop. Hoop op uitzicht.”

We brengen deze missie in de praktijk door enkele bepalende punten te respecteren. Zo voorzien we altijd voldoende ruimte voor elke familie die een afscheid wil organiseren in UITZICHT. We proberen die mensen ook bij te staan bij het organiseren van het afscheidsmoment en houden rekening met hun persoonlijke wensen en levensovertuiging. We zoeken samen met hen naar passende muziek of een mooie aankleding van de afscheidsruimte. We gaan een open partnership aan met uitvaartondernemers en zijn beschikbaar voor zowel de ondernemer zelf, de familie als de geïnteresseerde bezoeker. Indien mensen de asurne bij zich willen houden, proberen we dat binnen een redelijke termijn rond te krijgen. We schenken aandacht aan kleine – vaak onuitgesproken – verzuchtingen van nabestaanden en behandelen elke overledene, zonder onderscheid, correct en op een respectvolle manier. En hoewel UITZICHT zich in de eerste plaats richt tot de families van overledenen en hun uitvaartondernemers, zijn ook mensen die gewoon geïnteresseerd zijn in het afscheidsgebeuren, welkom. Een lage drempel en een open communicatie blijven ontzettend belangrijk om een positief beeld te creëren omtrent crematie in het algemeen en dit crematorium in het bijzonder. Het UITZICHT-team maakt dan ook graag tijd vrij voor het onthaal van bezoekers, zowel individueel als in groep. In het eerste jaar van onze werking, telden we wekelijks zo’n drie tot vier groepsbezoeken. Medewerkers van bevolkingsdiensten, studenten uit

zorgopleidingen, socio-culturele verenigingen, seniorenverenigingen, etc. Telkens willen wij deze mensen breed informeren, desgewenst ook adviseren, bij hun zoektocht naar passende omgangsvormen of wilsbeschikking bij overlijden.

bijzondere uitvaartdienst met live muziek, de opvang van jonge ouders bij de crematie van een overleden kind,… We kunnen het verdriet niet wegnemen, maar we hopen dat we door onze houding alles misschien wat meer draagbaar kunnen maken.

Bij dit alles gaat een grote aandacht naar de externe communicatie. In brochures, via de website (www.crematoriumuitzicht.be), enz. wordt gezocht naar de juiste woorden en beelden, de goede toon, de passende kleuren. De ontwikkeling van een serene kwaliteitsvolle huisstijl en de opmaak van een huisgedicht illustreren deze gevoelige aandacht.

“Als tijdloos teken maakt een crematorium ruimte voor de dood en voor

Maar onze ambitie reikt nog verder. Crematorium UITZICHT wil een open huis zijn voor wie zoekt naar rust en diepgang omtrent rouw en afscheidsbeleving. Wij willen op korte termijn onze werking verbreden met lezingen, kunstevocaties, poëzie- en muziekvoorstellingen, levensbeschouwelijke dialoog. Een eerste aanzet hiertoe voorzien we in de novemberdagen van 2013. Aandacht als teken van respect Het UITZICHT-team heeft het voorrecht te mogen werken in een uitzonderlijk gebouw met een uitzonderlijke dienstverlening. Tijdens ons eerste werkjaar hebben we vele intense, en niettegenstaande het soms onuitsprekelijk verdriet van vele mensen, vaak mooie momenten mogen beleven. Een liefdevol familiegesprek, een

reflectie over de eindigheid van het leven. Het is een transitieplaats waar het laatste afscheid overgaat in rouwverwerking. Dit vraagt een kader van rust en sereniteit.” (eerste voorzitter Frans Destoop – 2005)

De grote inzet van dit team, dat steeds zoekend is naar de juiste benadering op maat van elke overledene, wordt bijzonder gewaardeerd. Een discreet bedankingskaartje, een onverwachts schouderklopje of een spontaan bezoekje van een nabestaande enkele weken na een uitvaartdienst. Het laat ons steeds opnieuw geloven in onze goede aanpak, het geeft ons de kracht om telkens beter te willen doen. Elke glimlach of knipoog is een bevestiging van onze warme, zorgzame aandacht voor iedere familie of ondernemer. We willen in de toekomst graag op deze manier verder werken, in dialoog met de vele partners in het uitvaartgebeuren. De toon is gezet. Het klinkt goed. Jan Sabbe oktober 2012

27


28

wat cijfers

technische fiche

Bouwheer Psilon, intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer in ZuidWest-Vlaanderen: voorzitter Lieven Lybeer – ondervoorzitter Marc Vanwalleghem – directeur Jan Sabbe Ontwerpteam TV Souto De Moura Arquitectos Lda / SumProject cv: Eduardo Souto de Moura, André Campos, Paul Lievevrouw, Bart Canfyn, Eran Mordohovich, Jan Kalhöfer, Bernard Deconinck Adviseurs bouwheer Jean Pierre Vanacker, Evi Corne, Tim Fastré Technische studiebureaus Ingenium – elektriciteit en klimatisatie AnteaGroup – industriële installaties SGS Belgium nv – milieu-impactstudie

Aanneming Furnibo nv – aannemer bouwwerken en zichtbeton Detrac nv – aannemer inrichting en afwerking Elektro Debeuckelaere nv – elektriciteit M. Deweer & Zn bvba – sanitair Chauffage Declercq nv – HVAC GEM-Matthews International S.R.L. – crematieovens en rookgaszuivering Meubilair Souto De Moura Arquitectos Lda – ontwerp meubilair Serafim Pereira Simões Sucessores Lda – meubilair Kunstwerk Pedro Cabrita Reis

Investering • totale investering: 9,7 miljoen euro • crematoriumgebouw: 6 miljoen euro • ovens en filterinstallatie: 1,5 miljoen euro • onthaalgebouw (o.m. koffietafels): 1,2 miljoen euro • heraanleg parking en omgevingswerken: 1,0 miljoen euro Kapitaalinbreng • 22 vennoten-gemeenten: (samen) 2,2 miljoen euro • subsidies Vlaamse overheid: 2,3 miljoen euro • leningen: 5,2 miljoen euro Crematies • aantal crematies: - aanvang: 2.200 à 2.500 crematies/jaar - verwachting: 3000 crematies/jaar (of 10 crematies/werkdag) • maximum: 3.065 crematies/jaar (milieuvergunning) • technische installatie: 3 crematieovens met rookgaszuiveringsinstallatie

29

Ceremonies • aantal ceremonies: - aanvang: 300 uitvaartdiensten per jaar - verwachting: toename tot 600 ceremonies per jaar - of 1 op 5 crematies met ceremonie in UITZICHT - of gemiddeld 2 ceremonies/werkdag • afscheidsruimtes: - de Aula: 200 zitplaatsen (+ 160 staand) - het Salon: 50 zitplaatsen - afscheidsruimte begraafplaats Hoog Kortrijk: 110 zitplaatsen - inkomhal: 400 staand Medewerkers • medio 2012: 7 medewerkers (6,20 VTE) • verwachting medio 2014: 9 medewerkers


30

31


32

33


34

35


36

37


Colofon

Coördinatie en eindredactie Evi Corne / Jan Sabbe / otwee.be

Ambassadeur Baertlaan 5 B-8500 Kortrijk tel +32 (0)56 28 29 30 fax +32 (0)56 28 18 34

Fotografie rienenvue.com

info@crematoriumuitzicht.be www.crematoriumuitzicht.be

Vormgeving David Oosterlynck (DOgraphicDesign.be)

N

Kortrijk centrum

E17 Gent tee

es

iks

orn

Do

N323

eg

nw (N 50 )

R8

sa ba s Am

ne

lu

xla

ca

watertoren

thlo

n

e og

‘t H

E403

sd re

ef

an

ap

Be

ha

nt

ide

n

laa

dy

ne

n Ke

De

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op

an tla Ba er de ur

s oli

E17 Rijsel es

welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

ep Kin

EI

Pr

de uitgever.

E17 - afrit 2 Kortrijk-Zuid

O XP

Laureaat Prijs Bouwmeester 2012 in de categorie Kunst in Opdracht met het project ‘Looking at Silence’ van de Portugese kunstenaar Pedro Cabrita Reis.

Doornik

P sportcampus Lange Munte

begraafplaats Hoog Kortrijk

crematorium UITZICHT

V.U. Lieven Lybeer, Ambassadeur Baertlaan 5, 8500 Kortrijk

Uitgever Psilon - Intergemeentelijke vereniging voor Crematoriumbeheer

39

Sc

38



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.