11 minute read
IT biedt álle kansen
ENERGIE BESPAREN DOOR SLIM SAMEN TE WERKEN IT biedt álle kansen
Energie besparen is een hot issue. Zeker in Amsterdam. Wil de stad de klimaatdoelstellingen van 2025 halen dan is er werk aan de winkel. Gelukkig liggen de kansen ook voor het oprapen. “En bedrijven willen ook aan de slag. Wij koppelen enthousiasme aan concrete initiatieven.”
Functie: Challenge Lead Energie Woonplaats: Heemstede Burgerlijke staat: Getrouwd Beste boek: De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch Beste film: La vita e bella Motto/lijfspreuk: Alleen ga je sneller, samen kom je verder
Door te kijken naar je krachten, ontdek je misschien juist ook je zwaktes. Of beter gezegd: ga je zien waar je grootste kansen liggen. Laat Amsterdam nou tot de mondiale top behoren als het op datacenters aankomt. En dus tegen een exponentieel groeiende energievraag aankijken. “De verwachting is dat in 2030 datastromen wereldwijd twintig keer zo groot zijn. De energiebehoefte van datacenters zal naar verwachting verdubbelen. Goed om daar nu al op in te spelen”, zegt Marjolein Bot, Challenge Lead Energie bij de Amsterdam Economic Board.
Grote stap met LEAP Bot is een van de krachten achter het initiatief LEAP: Lower Energy Acceleration Program, dat behalve door de Amsterdam Economic Board ook wordt gedragen door NLDigital, Green IT Amsterdam, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Doel van dit pilotprogramma is om bij de datacenters - en dan met name bij de gebruikers ervan - een enorme stap te zetten in energiebesparing. “Datacenters lenen zich daar bij uitstek voor. Het energiegebruik is er hoog, maar daar waar het dataservers betreft niet per se heel efficiënt”, legt Bot uit.
Heel kort samengevat zit dat zo: het stroomverbruik bij de datacenters is constant, terwijl de stroombehoefte van dataservers dat niet is. “Daar valt dus winst te behalen: twintig tot veertig procent energiebesparing bij dataservers moet mogelijk zijn, is de verwachting. Qua oplossingen moet je dan
denken aan powermanagement (het efficiënt inregelen van servers), maximaal benutten van de servercapaciteit, beter monitoren van het energieverbruik en het zuiniger inrichten van software.”
Win-win Binnen de pilot LEAP richten de onderzoekers zich in de eerste plaats op powermanagement en de server idle coëfficiënt: de mate waarin een server wél energie verbruikt maar geen IT-werk verricht. De resultaten van de inmiddels opgestarte pilot komen in april beschikbaar. “De verwachtingen zijn hooggespannen. Klopt de hypothese, dan willen we dat deze server idle coëfficiënt de nieuwe standaard wordt voor datacenters”, zegt Bot.
Slim, groen en gezond zijn de drie belangrijkste pijlers onder alle activiteiten van de Amsterdam Economic Board. De organisatie wil samenwerking tussen bedrijven stimuleren, bedrijven bij elkaar brengen, innovatie aanjagen en zo de uitvoering van veelbelovende kansen versnellen. “De nadruk ligt wat ons betreft echt op mobiliseren en doen, en minder op praten. Actie en het liefst concrete resultaten dus. We halen kracht uit het enorme netwerk van bedrijven, onderwijsinstellingen en overheidsinstanties. Samen kunnen we hele grote stappen zetten.” <
PETER HEUVELINK
Functie: Directeur AM Noordwest Woonplaats: Amstelveen Burgerlijke staat: Duurzaam gelukkig samenwonend
AM DURFT HET AAN: ÉCHTE DUURZAAMHEID Groen en sociaal leven in ‘het nieuwe dorp’
‘En langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter, dan dat nooit voorbij zou gaan’. We gaan niet helemaal terug naar ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld. Maar als het aan AM ligt, wordt onze stedelijke leefomgeving wél groener en socialer. Kennen we elkaar weer, in de buurt. Maken we weer een wandelingetje, leggen we contact. Dat, in combinatie met de nieuwste technieken op het gebied van energieneutraal bouwen.
Het ontwikkelen van duurzame en inspirerende leefomgevingen is de passie en drive van AM. Gedurfde oplossingen bedacht door het AM-team van 180 mensen zorgen ervoor dat groene en sociale duurzaamheid een prettig geheel vormen. “Wij leggen de lat daarmee behoorlijk hoog”, beaamt directeur AM Noordwest Peter Heuvelink. “Wij zijn één van de grootste gebiedsontwikkelaars van Nederland. We richten ons op voorzieningen, wonen en werken in economische kerngebieden, zoals de Randstad. Wij verlenen heel integraal service en ontwikkelen grote gebieden in één keer, vaak samen met partners. Maar één gebouw of kantoor komt ook voor.”
Vanuit één groot kantoor in Utrecht bestiert AM al haar projecten. “Voorheen zaten we in verschillende regio’s, maar nu vindt er veel meer kruisbestuiving plaats tussen onze werkeenheden gericht op de regio’s Midden, Noordwest, Zuidwest en AM Red (zorg, voorzieningen en commercieel vastgoed): we hebben alle expertise (planeconomie, marktonderzoek, concepts) op één plek en kunnen van elkaar leren. Dat zorgt voor minder ruis op de lijn én we dagen onze adviseurs uit op hun specialisme: wij kunnen er écht inhoudelijk wat van zeggen als een gemeente of woningcorporatie met een plan komt. Dat is een groot verschil ten opzichte van andere partijen, die het toch vaak van externe inhuur moeten hebben.”
‘Wat voegen we toe?’ Aan voorbeelden van iconische projecten heeft AM geen gebrek. Zo verrijst in Rotterdam De Zalmhaven, met 215 meter – vooralsnog – de hoogste woontoren van de Benelux. In Utrecht is DeBuurt een project waarin alles samenkomt: een duurzame en sociale leefomgeving waar mensen elkaar ontmoeten. “Ook buurthuizen, winkels, cafés en zorginstellingen kunnen onderdeel zijn van een nieuwbouwplan. Ja, daar bemoeien wij ons ook mee, evenals de looproutes en het ‘leven op straat’: wat gebeurt er buiten de gebouwen? Wat wij neerzetten, moet de samenleving echt dienen.”
Wie denkt dat projectontwikkelaars vooral graag ‘stenen stapelen’ komt bij AM bedrogen uit. “Bij elke opgave denken wij: hoe kunnen we hier een gave woon- en werkomgeving van maken? We doen geen kunstje, onze aanwezigheid moet iets toevoegen.”
Stadmakers in het Amstelkwartier In het Amstelkwartier realiseerde AM middels haar projecten een woonomgeving die geschikt is voor heel verschillende groepen mensen. “Van studenten, tot starters en gezinnen. Er staan zowel sociale woningen als het hogere segment. Door die mix te creeëren wordt het een meer inclusieve wijk. Het door derden genomen initiatief van het XO hotel voegt een prachtig verhaal toe, de groene omgeving - door plantenbakken en moestuinen - maakt het plaatje compleet. Met de diversiteit in programmering van onze projecten hebben we echt iets toegevoegd aan de levendigheid en community van Amstelkwartier. Evenals de stadmakers die er actief zijn: bewoners die de wijk verder willen brengen. Hoe mooi is dat.”
Bajes Kwartier In het Bajes Kwartier in Amsterdam – de voormalige Bijlmerbajes - worden vijf van de zes torens gesloopt, één of twee torens daarvan worden netjes ontmanteld. De materialen daarvan die in de nieuwe gebouwen kunnen worden gebruikt, worden opgeslagen. Er worden materialen gebruikt voor het maken van designmeubelen en de overige materialen worden mogelijk verwerkt tot nieuwe grondstof of op een andere manier hergebruikt. “Een behoorlijk ambitieus plan, maar we hebben met het hele team de ambitie uitgesproken
veel meer te doen dan de standaard en écht duurzaam te willen acteren.”
Er blijft één toren staan: de ‘groene toren’. AM heeft een living lab op deze locatie, dit betreft een samenwerking met Hogeschool Amsterdam. “Het idee is dat daar dé vernieuwing qua gezondheid en duurzaamheid wordt bedacht. We hebben beloofd dat je, wonend in het Bajes Kwartier, twee jaar ouder wordt dan gemiddeld. Dat doen we onder andere door mensen in beweging te houden: trappen zichtbaar plaatsen, maar liften om de hoek. Centraal in de wijk een parkeergarage plaatsen, waardoor mensen een stukje moeten lopen… Je kunt van alles bedenken, en dat doen we dan ook.”
Sociale duurzaamheid Heuvelink vervolgt: “Je moet een gebied ook zodanig inrichten dat mensen elkaar kunnen ontmoeten en zich veilig voelen met elkaar. Zo druk je ook eenzaamheid de kop in. Een leefomgeving blijft dan langer prettig om in te wonen. Dat is óók duurzaamheid. Als we ons ergens fijn voelen, passen we ook beter op die omgeving en blijft het langer goed en mooi.” AM weet uit ervaring dat een mooie mix van mensen zorgt voor die sociale cohesie. Het creeëren van gezamenlijke voorzieningen helpt daarbij: een parkeerterrein, een parkomgeving, zorgvoorzieningen binnen het plan, etc. “Daarover zijn we voortdurend in gesprek met de partijen waarmee we samenwerken, en met opdrachtgevers zoals gemeentes en woningcorporaties. Maar óók met de – toekomstige – bewoners. Wij brengen de dialoog op gang, willen interactie met de mensen. Samenwerken zit in ons DNA. Wij zijn voortdurend in gesprek.”
Krakeling DNA Om ervoor te zorgen dat het plaatje klopt en alle aspecten zijn meegenomen, werkt AM met de ‘krakeling’. “In dit proces voor gebiedsontwikkeling zijn alle stappen uitgewerkt: het initiatief, de analyse, en het DNA van het plan: ontworpen en uitgewerkt met de stakeholders. Elk project kent een aantal essenties, om er een kloppend ecosysteem van te kunnen maken. Achter elk van die essenties
staan 10 gouden regels, om het DNA van het project en de essenties te bewaken. Zodra die zijn vastgelegd wijken we er niet meer vanaf. Als één van de essenties bijvoorbeeld is: ‘het creëren van een vakantiegevoel bij de bewoners van de nieuwe woningen’, zoals dit bij Landgoed Wickevoort het geval is, kan dat er uiteindelijk bijvoorbeeld uitzien als grote veranda’s aan de woningen.”
Ongedwongen collectief ‘Ongedwongen collectief’ is ook een voorbeeld van één van de essenties van Landgoed Wickevoort. “Dit houdt in dat je een plan zo uitwerkt dat het uitnodigt om contact te maken met anderen en gezamenlijk ergens gebruik van te maken, maar dat je daar niet toe gedwongen wordt. Denk aan woningen waarvan de voorzijdes allemaal aan een openbaar gebied grenzen dat uitnodigt om die openbare ruimte te gebruiken. Of een zorgfaciliteit van SEIN midden in dit woonplan waar je als vanzelf naartoe getrokken wordt. Ook de zorgbewoners maken gewoon onderdeel uit van de wijk: ze kunnen contact maken, van beide kanten, maar het hoeft niet.” Door middel van bijvoorbeeld een huisje voor gereedschappen en een app voor community building – mede-geïnitieerd door AM – weten buurtbewoners elkaar straks ook te vinden. “We creëren laagdrempelige manieren om elkaar te helpen: in de app vraag je je buurtgenoten bijvoorbeeld of één van hen de hark in gebruik heeft die jij even nodig hebt. Die hark is onderdeel van jullie gezamenlijke gereedschappenopslag in het ‘huisje’. Dat is ook duurzaam: niet ieder huishouden hoeft elk type gereedschap aan te schaffen: gebruik wordt belangrijker dan bezit. ‘Groen’ en sociaal duurzaam!”
Landgoed Wickevoort in Cruquius Het kan nog verder gaan. Landgoed Wickevoort in Cruquius is een toonbeeld van inclusiviteit én je kunt er zomaar geiten en kippen aantreffen. “Gedurfde duurzaamheid houdt op deze locatie in dat we openbare ruimte beschikbaar stellen aan stadsboeren. In een
Bajes Kwartier – Kalverstraat
zone aan de rand van de wijk, en straks ook door de wijk, zijn nu Ada en Martin aan het boeren, telen en pionieren. Wie in Wickevoort wil komen wonen, wordt ook gevraagd na te denken over wat hij zelf meebrengt naar de wijk. “We vragen bijvoorbeeld aan mensen die zich hebben ingeschreven voor een woning op deze locatie: wat kom je brengen? Wat zou je willen doen in de wijk? Vaak willen mensen wel vrijwilligerswerk doen, of de boer helpen. We kennen voorbeelden van andere projecten waarbij bewoners hun sportschoolabonnement opzegden omdat ze fit genoeg werden van het helpen en sjouwen bij de stadsboer!” De voorbeelden roepen beelden op van vroeger; gaan we terug naar ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld? Heuvelink lacht. “Ja, zoiets. Maar dan wel met de oplossingen van nu, binnen een stedelijke omgeving en gericht op de toekomst.”
Badhoevedorp Een mooi voorbeeld van een langlopend project is de nieuwbouw in Badhoevedorp. “Daar is twintig jaar geleden samen met het Rijk, de provincie en de gemeente de ambitie uitgesproken om de snelweg A9 om te leggen, om Badhoevedorp heen. Het is heel gedurfd om bestaande infrastructuur volledig te veranderen, het levert risico’s op die partijen niet alleen kunnen dragen: dit bereik je alleen in samenwerking waarbij ieder de risico’s draagt die zij kan beheersen. De leefbaarheid in het dorp is sterk verbeterd door de omlegging, in het hart van het dorp is ruimte vrij gekomen. Daar verrijst een woonwijk met een park. De eerste fase van 150 woningen is opgeleverd, we zijn nu bezig met de tweede fase. Daar verkennen we de mogelijkheid van nul op de meter woningen én biodiversiteit, onder andere met een vleermuizenhotel.”
‘Kennis durven delen’ De ontwikkelingen die AM doormaakt blijven niet onopgemerkt. Het ontmantelen van de woontorens in het Bajes Kwartier heeft bijvoorbeeld echt als voorbeeld gediend voor andere projectontwikkelaars: het wordt nu op grotere schaal toegepast. “Gedurfde duurzaamheid houdt ook in kennis durven delen. Wij gaan ervan uit dat de uitkomst van samenwerking altijd beter wordt dan wat je alleen had kunnen bereiken. We hebben het over leefomgevingen waar mensen heel lang gebruik van gaan maken, wij zijn er slechts te gast. Het is onze taak de best mogelijke oplossingen te bedenken, in samenwerking met anderen. Gráág in samenwerking.” <