Cultuurnetwerk Nederland Pabo Slotconferentie

Page 1

Live Magazines 06 december 2012 Domstad vergadercentrum, Utrecht

MEER DAN

10

J AAR STER K

Eindconferentie werpt blik op de toekomst

Alles over de Creatieve Actie Methodologie

Hoe word ik geniaal? (in slechts 30 minuten)

De filosofische kunstdetective helpt


INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 3 Sfeerbeeld 4

Ingang 5

Spoedcursus Rob Urgert

6

Lezing Paul Delnooz

8

Lezing Barend van Heusden

10

Lezing Dirk Monsma

14

Sfeerbeeld 12

Overhandiging eindpublicatie Pabo

16

Eerste ronde deelsessies

18

Tweede ronde deelsessies

20

Sfeerbeeld 17

Blik op de toekomst

21

Sfeerbeeld 22 Met welk gevoel ga je weg

23

DEZE LIVE MAGAZINES EDITIE IS GEMAAKT DOOR: Redactie, grafisch ontwerpers: Julius van der Vaart Joost van der Steen Schrijvers: Martijn Brugman Nynke de Jong Fotograaf: Masha Bakker Matijevic

2

SLOTCONFERENTIE PABO

Live Magazines速 is een concept waarbij we tijdens een congres, brainstormsessies, workshops of evenement ter plekke live een magazine maken dat dezelfde dag nog af is. www.livemagazines.nl Live Magazines速 is een geregistreerd merk & concept van O.K. PARKING


VOORWOORD

Voorwoord

6 december 2012. Buiten op de stoep van het Cursusen vergadercentrum Domstad in Utrecht ligt verse sneeuw. De eerste sneeuw van dit seizoen. Als directeur van Cultuurnetwerk Nederland Piet Hagenaars de Eindconferentie Paboproject 2002-2012 opent, is de zaal nog niet helemaal vol. Vertraagde treinen en files op de wegen zorgen voor de nodige oponthoud. Met zo’n vol programma als vandaag is wachten er helaas niet bij. Het is al een hele opgave om op één dag tien jaar aan kennis en ervaring de revue te laten passeren. We kunnen eigenlijk wel zeggen dat dat ondoenlijk is. Juist daarom ligt er ook het boek ‘Cultuureducatie op de pabo’. Het wordt vandaag gepresenteerd en legt de belangrijkste uitkomsten van het Paboproject op papier vast.

Een onderzoeksproject dat tien jaar duurt verlangt een passend slotstuk. Dat is de Eindconferentie in onze ogen wel geworden. Keynotes van Paul Delnooz (over de Creatieve Actie Methodologie), Barend van Heusden (over wat cultuuronderwijs kan bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen) en Dirk Monsma (over het belang van cultuureducatie) leverden veel nieuwe inzichten op. Tijdens de twee sessierondes kwam bovendien veel praktische kennis boven tafel. De Eindconferentie Paboproject 2002-2012 alleen al levert meer dan genoeg argumenten op om het cultuuronderwijs op de Pabo ook in de toekomst te blijven stimuleren. Laat staan het project zelf.

SLOTCONFERENTIE PABO

3


SFEERBEELD

4

SLOTCONFERENTIE PABO


Bij de ingang

BIJ DE INGANG

Miriam Burgers van de HU Theo Thijssen: ‘Ik heb in mijn werk als muziekdocente veel te maken met kunsteducatie; op onze school bieden we een minor aan over dit onderwerp. Ik ben daarom heel erg benieuwd hoe andere Pabo’s hiermee bezig zijn.’

‘Ik hoop nieuwe inspiratie op te doen. Bijblijven op je vakgebied, van alles horen wat ik weer kan overbrengen op mijn eigen studenten’. Monique van Oers (links) van de Fontys Pabo in Eindhoven heeft zin in de dag. Haar collega Silvia Kooman (rechts) valt haar bij: ‘Het is ook echt een meerwaarde om collega’s uit de rest van het land te spreken en ervaringen uit te wisselen. Binnen Fontys heb ik wel contact met docenten van andere locaties, maar hier spreek ik ook collega’s uit bijvoorbeeld de Randstad. Dat is het leuke van deze dag.’

Pim de Kort, Windesheim Flevoland: ‘Ik hoop meer te weten te komen over hoe de Pabo’s het curriculum voor kunstzinnige vorming opnieuw gaan inrichten. Het dilemma van cultuureducatie kom ik in mijn werk als docent beeldende kunst ook tegen. Wij geven muziekles, beeldende vorming, toneel en een beetje dans. Maar waar pas je de cultuureducatie in?’

SLOTCONFERENTIE PABO

5


SPOEDCURSUS ROB URGERT

Geniaal in 30 minuten

‘Volg je hart,wees niet bang en denk ‘out of the box’’

6

SLOTCONFERENTIE PABO


SPOEDCURSUS ROB URGERT

Cabaretier Rob Urgert (‘Van alle BN’ers ben ik de minst bekende’) maakt het zichzelf niet makkelijk. Hij geeft zichzelf een half uur om een antwoord te geven op de vraag: Hoe word ik geniaal? Urgert vliegt voorbij aan Congo de chimpansee, Michelangelo, het knuffelhormoon, Linus Pauling, de homo copiens, Vincent van Gogh en de pil van Drion

om uiteindelijk op tamelijk geniale wijze de vraag te beantwoorden. Volg je hart, wees niet bang en denk ‘out of the box’. Dat laatste oefent hij met de zaal. ‘Een vogel met een c’, zegt Urgert. Hij kijkt de zaal in. ‘Roept u maar. Out of the box he!’. De zaal komt los. ‘Een nachtegaal’, roept iemand. Een ander: ‘Conny Mus’.

SLOTCONFERENTIE PABO

7


LEZING PAUL DELNOOZ

Dwing studenten hun creatieve vermogens aan te spreken Het is een vraag die je vaak hoort: wat is het belang van cultuureducatie? Daar een antwoord op geven is niet altijd makkelijk. Zeker niet als ze je dwingen dat belang af te zetten tegen dat van rekenen en taal. Misschien dat de presentatie van Paul Delnooz juist daarom zo interessant is. Aan de hand van zijn Creatieve Actie Methodologie legt hij uit hoe je het opleidingsniveau kan verhogen door creatieve en kritisch denkende leerlingen en studenten op te leiden. En laat daar nu juist de kracht van cultuureducatie liggen. Het is inderdaad wonderlijk. Paul Delnooz legt uit hoe jonge kinderen creatief zijn, hoe die creativiteit op de middelbare school verdwijnt zodat, als diezelfde kinderen naar het hbo gaan, ze nog slechts achteroverleunend informatie opnemen. Het heeft te maken met het traditioneel onderwijs waar alles draait om het klassikaal overdragen van kennis, aan het einde getoetst met een tentamen. Delnooz hanteert

8

SLOTCONFERENTIE PABO

in zijn Creatieve Actie Methodologie een heel ander uitgangspunt. Delnooz: ‘Onze hersenen zijn niet gemaakt om dingen uit het hoofd te leren maar om problemen op te lossen. Laat studenten en leerlingen dus een praktisch probleem oplossen.‘ Dat blijkt voor studenten niet eenvoudig merkt Delnooz op. ‘We vragen ze: Welk probleem zou je willen oplossen? Vierdejaars hbo-studenten hebben wel een paar weken nodig om zo’n praktisch probleem te vinden.’ De volgende stap is de student zijn creatieve vermogen aan te laten boren om het probleem op te lossen. Om dat te stimuleren creëert Delnooz doelbewust chaos. ‘We proberen continue verwarring te zaaien in de hoofden van studenten. We bieden ze geen zekerheden maar onzekerheden. Hun waarnemingen stellen we ter discussie. Bij sommige studenten geeft het zo veel verwarring dat ze niet meer weten wat ze moeten doen. Maar door geen oplossingen aan te dragen maar juist vragen stellen en dingen ter discussie te stellen, dwing je ze uiteindelijk om


LEZING PAUL DELNOOZ

keuzes te maken.’ Delnooz weet op die manier na zes tot acht weken intensieve training de studenten kritischer en creatiever te maken.

belevingswereld van de leerlingen. Zowel de motivatie van de leerlingen als hun niveau blijken dan toe te nemen ten opzichte van de lesmethode met boek.’

‘Onze hersenen zijn niet gemaakt om dingen uit het hoofd te leren’

Experimenten wijzen ook uit dat, in het kort gezegd, het cognitieve vermogen van kinderen groeit als je ze in de les laat knutselen en gelijk blijft als je ze op de klassieke manier les geeft. Bovendien beïnvloedt knutselen hun gedrag in positieve zin. Delnooz: ‘Als je kinderen dwingt om stil te zitten en dingen uit het hoofd te leren zonder dat hersenen daar voor geschikt zijn komen ze in opstand.’

De Creatieve Actie Methodologie is bewezen in experimenten. ‘We hebben een stuk of 20 van dit soort experimenten gedaan en ze bewijzen allemaal dat je op alle fronten vooruitgang boekt als je het anders doet’, zegt Delnooz. Als voorbeeld noemt hij een experiment met een rekendocent. ‘De docent legt het lesboek aan de kant en gaat praten met de kinderen. Ter plekke bedenkt hij sommen die aansluiten op de

Onze conclusie: door een beroep te doen op het creatieve vermogen van leerlingen en studenten valt er in het onderwijs nog veel te winnen.

SLOTCONFERENTIE PABO

9


LEZING BAREND VAN HEUSDEN

Cultuur in de Spiegel:

werken met het DNA van Cultuur Barend van Heusden, hoogleraar cultuur en cognitie aan de Rijksuniversiteit Groningen, sprak met een van zijn studenten, een Pabostudent die nu de master Cultuureducatie volgde. De jongen vertelde hem dat zijn medestudenten van de PABO allemaal van mening zijn dat de cultuureducatie een ondergeschikte rol speelt in het basisonderwijs. Het blijft bij knutselen en een enkele keer een voorstelling bezoeken. De focus ligt ook niet op expressie en zelfontplooiing, maar op het uitvoeren van een opdracht . ‘Er moest een kuikentje gemaakt worden’. Wanneer Van Heusden dat voorbeeld geeft, moet de zaal lachen. Ja, dat geknutselde kuikentje kennen we allemaal wel. Maar hoe verander je het curriculum in het basisonderwijs? Hoe gaan we van het geknutselde kuikentje naar een andere beleving van kunst en cultuur? Hoe kan cultuuronderwijs bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen in het primair en het voortgezet onderwijs? Maar om die vragen te beantwoorden moet je eerst een aantal basale vragen stellen: wat is cultuuronderwijs? En waarom zou je cultuuronderwijs geven? En tenslotte: hoe geef je goed cultuuronderwijs? De onderzoeksgroep ‘Cultuur in de Spiegel’ van de RUG is al jaren bezig met deze vraag. Ze doen onderzoek naar

10

SLOTCONFERENTIE PABO

een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, gericht op kinderen van 4 tot 18 jaar.

BETEKENIS GEVEN AAN EEN VERANDERENDE WERKELIJKHEID Laten we bij het begin beginnen. ‘Cultuur is een proces’, zo stelt Van Heusden. ‘Een proces waarbij het geheugen wordt ingezet om vorm en betekenis te geven aan een veranderende werkelijkheid’. En bij dat geheugen begint alles. Ieder organisme beschikt over een geheugen, maar wij als mensen kunnen als enige het verschil ervaren tussen een herinnering en het hier en nu. Dat is een kenmerk van cultuur, dat wij dat verschil ervaren en erop kunnen reflecteren. Dat geeft voordelen en nadelen. ‘Doordat wij het verschil ervaren tussen herinnering en hier en nu hebben we een tijdsbesef, en doordat we het onderscheid zien hebben we een onuitputtelijke bron aan herinneringen waarmee we situaties kunnen interpreteren en creatief kunnen zijn’, zo stelt Barend van Heusden. ‘Maar dit besef geeft ook onzekerheid en angst. Wij mensen weten dat we sterfelijk zijn, en we weten dat we niet alles weten. Dat kan je onzeker maken. Maar het belangrijkste: door dit besef ontwikkelen we een zelfbewustzijn, omdat we ons herinneren hoe we waren in een herinnering.’


LEZING BAREND VAN HEUSDEN

Maar wanneer komt dit besef? De schrijver Vladimir Nabokov vertelt in zijn autobiografie hoe hij op vier­ jarige leeftijd, wanneer hij met zijn ouders in een vakantiehuisje is, ineens beseft dat hij in de tijd leeft. Dat hij vier jaar oud is, en zijn moeder 28 en zijn vader 30. En dat zij dus verder in de tijd leven dan hij. ‘Tussen hun derde en vierde levensjaar komen kinderen de cultuur in; dan realiseren ze zich dat ze in de tijd leven.’

EEN UNIEKE COMBINATIE Maar wat is dan die cultuur waar we tussen ons derde en vierde levensjaar bekend mee raken? Van Heusden geeft ons het DNA van cultuur: waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse. Deze vier vaardigheden kun je zien als een cirkel, als een systeem. Alles begint met waarneming, en in het ideale geval eindig je met een analyse van je culturele uiting. Van Heusden zei al dat het zelfbewustzijn de basis is voor ons bewuste handelen. ‘En cultuuronderwijs is onderwijs in cultureel bewustzijn.’ Dat cultuuronderwijs valt uiteen in drie componenten: allereerst draait het om cultureel zelfbewustzijn, wat je nodig hebt om te kunnen reflecteren op cultuur. Daarnaast moet je je de vier basisvaardigheden eigen maken: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren. En tot slot heb je kennis en beheersing van media nodig, bijvoorbeeld taal, beelden of je eigen lichaam. Cultuuronderwijs is de unieke combinatie van deze drie vaardigheden. En die vaardigheden, die men in het cultuuronderwijs leert, kunnen ingezet worden bij andere vakken. Zo is cultureel bewustzijn ook van waarde bij het bestuderen van filosofie en geschiedenis, zijn de basisvaardigheden ook van waarde voor het werken in de design en technieksector en kan beheersing van media, zoals je eigen lijf, ingezet worden bij het sporten. Cultuuronderwijs is dus van waarde voor heel veel vakken binnen het onderwijs. Maar om het cultuuronderwijs te laten floreren, moeten we wel op een andere manier naar kunst kijken. ‘We zouden niet naar kunst moeten kijken, maar met kunst naar het leven moeten kijken’, aldus Van Heusden. ‘Kunst is een gebruiksvoorwerp. Een schilderij is net zo goed een

gebruiksvoorwerp als een hamer. Niet het kunstvoorwerp moet centraal zijn, maar wat je ermee doet.’

RITMES, SAMENSPEL EN PARTITUREN Om het culturele DNA te illustreren geeft van Heusden het voorbeeld van het muziekonderwijs. Alles begint met waarneming: ritmes, geluiden en klanken. Verbeelding komt terug in het gebruik van de stem en het instrument, en bij samenspel. Bij de conceptualisering leer je de begrippen en de muziekgeschiedenis. En in de analyse leer je tenslotte het notenschrift en het lezen van een partituur. Dat is prachtig beredeneerd, maar waarom zou je aan cultuuronderwijs doen? ‘Omdat het cultureel bewustzijn ten grondslag ligt aan ons handelen. En dat handelen proberen we via het onderwijs te sturen’. Je kunt mensen via cultuuronderwijs dus veranderen, stelt Van Heusden: ‘Er is niks waar dictaturen zo dol op zijn

‘Er is niks waar dictaturen zo dol op zijn als cultuuronderwijs’ als cultuuronderwijs, omdat je via cultuuronderwijs mensen kunt sturen.’ Het onderzoek van Cultuur in de Spiegel gaat door met het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn voor cultuurontwikkeling. ‘Wij bieden geen methode’, besluit Barend van Heusden, ‘we kunnen alleen zeggen: als je cultuuronderwijs geeft moet je hier rekening mee houden. Docenten kunnen onze aanwijzingen dan aanpassen op je leerlingen.’ Nu we weer met de neus op de feiten zijn gedrukt, en hebben gehoord hoe ver de invloed van cultuuronderwijs kan reiken, kunnen we niet wachten tot herfst 2013, wanneer Cultuur in de Spiegel haar eindoordelen zal presenteren.

SLOTCONFERENTIE PABO

11


SFEERBEELD

12

SLOTCONFERENTIE PABO


SFEERBEELD

SLOTCONFERENTIE PABO

13


LEZING DIRK MONSMA

Dirk Monsma doet onderzoek naar cultuureducatie, en heeft zich in zijn pas verschenen boek ‘Geef mij een potlood en ik ga tekenen’ op de culturele levensloop gericht. Hij interviewde talloze kinderen, kunstdocenten, musici en wetenschappers over hun eerste culturele ervaringen. Hij heeft gemerkt dat je goed kennis kunt vergaren door met mensen te praten. ALLEMAAL DOOR HET JAMMEN Zo sprak hij Randell Heye, de trompettist van Kyteman. Randell vertelde dat hij al op jonge leeftijd trompet speelde, maar dat daar op school weinig mee werd gedaan. Randell leerde het echte muziek maken pas op latere leeftijd: ‘Eigenlijk ontdekte ik pas wat muziek was toen ik leerde hoe ik moest jammen’. En daarmee ontdekte hij ook wie hij was als persoon. Allemaal door het jammen. En nu laat de muziek hem niet meer los: ‘Ik hoor eigenlijk de hele dag een melodie in mijn hoofd’, vertelde hij aan Monsma.

14

SLOTCONFERENTIE PABO

Wie ook wilde vertellen over zijn culturele levensloop, was dirigent Jaap van Zweden. Hij begon op zijn zevende met vioolspelen, en werd daarbij erg gepusht door zijn vader. Waarom Van Zweden voor de viool koos, was vooral uit praktisch oogpunt. Een piano was ook mooi, maar die was zo lastig mee te slepen, en bovenal: dan speelde je toch vaak alleen. Terwijl Van Zweden al bij zijn vader - die ook musicus was - had gezien dat ‘samen muziek maken een powerful onderneming was.’ Van Zweden vervolgt: ‘Samen spelen geeft saamhorigheid, met zijn allen één zijn. Daarom vind ik het zo belangrijk om op scholen samen te zingen.’

‘IK VIND HET WEL MOOI, MET CREATIVITEIT ENZO.’ Naast gelauwerde muzikanten sprak Dirk Monsma ook met jongeren die nog een heel muzikaal leven voor zich hebben. Bijvoorbeeld Wiek, een tienjarige jongen die de bas speelt, maar later liever architect wil worden. Monsma vraagt hem wat hij van


LEZING DIRK MONSMA

Geef mij een potlood en ik ga tekenen. Dirk Monsma over de culturele levensloop muziek maken vindt: ‘Ja.... ik weet niet...ik vind het wel mooi... met creativiteit enzo... dat je allerlei dingen zomaar kan bedenken enzo. Daarom wil ik later graag architect worden. Dan kun je iets groots ontwerpen. Bij muziek kun je ook zelf ontwerpen en bedenken. En je hebt er je creativiteit voor nodig’.

HET HANGT IN DE LUCHT In al deze gesprekken die Monsma heeft gevoerd blijkt dat de gezinsachtergrond nog altijd een belangrijke determinant is, maar dat de school, de media en de invloed van vrienden ook steeds groter worden. Kinderen zitten langer op school en hebben via de media toegang tot allerhande kunstuitingen. Maar als het kind niet van huis uit gestimuleerd wordt om zich cultureel te ontwikkelen, dan kan een goede juf of meester een wereld van verschil maken. Bijvoorbeeld bij hoogleraar Barend van Heusden, de vorige keynotespreker. Hij vertelde aan Monsma hoe zijn docent de klas meenam naar het toneelstuk ‘Wachten op de Godot’ van Samuel Beckectt. Van

Heusden was sprakeloos. ‘Oh, kun je de wereld ook op deze manier bekijken?’ Of voor rapper Ali B. die in een videofragment vertelt over zijn juf Miriam, die

‘Samen spelen geeft saamhorigheid, met zijn allen één zijn’ op een ochtend in de klas een zangspelletje deed. Ali bleek de beste van de klas. Die dag greep de muziek hem, en het heeft hem nooit meer losgelaten. ‘Het hangt in de lucht’, besluit Dirk Monsma zijn betoog. ‘Het pushen van cultuuronderwijs, het pushen van filosofie. Ik ben ervan overtuigd dat er een omwenteling komt in het denken over onderwijs. Het moet anders.’

SLOTCONFERENTIE PABO

15


OVERHANDIGING EINDPUBLICATIE PABO

Overhandiging eindpublicatie

Dominique Hoozemans: ‘De cultuurwerkplaatsen hebben een prachtig doorkijkje gegeven in cultuur en hoe dat wordt vormgegeven binnen scholen. Het project houdt op, maar een docentennetwerk heeft elkaar altijd nodig en zo blijven wij elkaar inspireren.

16

SLOTCONFERENTIE PABO

Bij de Pabo’s ligt een taak om een verbinding te maken tussen de kennisbasis en het curriculum. Daar ligt een uitdaging. Maar uiteindelijk is het de leraar die er toe doet. Al die leraren vormen immers samen de school.’


SFEERBEELD

SLOTCONFERENTIE PABO

17


EERSTE SESSIERONDE

Eerste sessieronde vol kunst, drama en filosofie Als we in zaal 2.38 bij de sessie Samenwerking met partners binnensluipen is docent Petra van der Veer van de Marnix Academie aan het woord. Studenten van haar ontwikkelden de afgelopen periode lesmateriaal voor de stichting Vrede van Utrecht. Die stichting organiseert een cultureel programma rondom de herdenking van de Vrede van Utrecht in 2013. Petra vertelt over de samenwerking tussen de Marnix Academie en andere organisaties.

Knaapen over De filosofische kunstdetective. Mieke: ‘We merkten dat er voor studenten een vrij hoge drempel ligt om met leerlingen over kunst te filosoferen. Ze vinden dat ze er niet genoeg vanaf weten of weten niet welke vragen ze moeten stellen. Daar is vervolgens een leerteam mee aan de slag gegaan.’ Dat leverde onder andere een website vol lesmateriaal op.

FORT

Student Mariëlle Rougoor neemt het woord. Ze toont ons een van de lessen die ze ontwikkeld heeft. ‘Ik heb vier onderwerpen uit de Canon van Nederland genomen en bij elk van die vier een kunstwerk gezocht.’ Via de video van het nummer Black & White van Michael Jackson komt Mariëlle uit bij een schilderij waarop een groep mensen met opgestoken paraplu’s is te zien. Ze begint vragen te stellen aan de zaal. Wat voor kleuren we zien. Wat voor vormen. De vragen gaan steeds dieper. Mariëlle: ‘Zien de mensen onder de paraplu’s er hetzelfde uit?’ Interessant. We kunnen ze niet zien. Al snel brandt er een filosofische discussie los over behoorlijk existentiële vragen als ‘Waaraan herken je een mens? ‘Als je hem als zodanig herkent!’, roept iemand. Een ander: ‘Mao is in gebalsemd, kun je hem nog een mens noemen?’ Weer een ander: ‘Heeft het niet eerder te maken met het bewustzijn?’ De zaal is voor even het doel van de sessie vergeten. Ze gaat volledig op in het filosoferen.

Een voorbeeld uit de praktijk. In Fort de Bilt is de stichting Vredeseducatie gehuisvest. In de bomvrije kazerne is een interactieve tentoonstelling ingericht over vooroordelen, het zondebokverschijnsel en het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Petra: ‘Minorstudenten bezochten het fort in het kader van cultuureducatie en burgerschapsvorming. Daarna zijn de studenten met hun stageklas naar het fort gegaan. Vanuit het perspectief van de oorlog zijn de klassen vervolgens gaan nadenken over pesten en vooroordelen.’ Op basis van wat daar uit kwam heeft Petra samen met de studenten een les educatief drama opgezet. De studenten gaan die binnenkort op de scholen geven. Over educatief drama is Petra overigens erg enthousiast. Ze heeft het opgepikt in Engeland. Leerlingen kruipen in de rol van personen uit het verleden en worden zo uitgedaagd vanuit die rol beslissingen te nemen. Lijkt ons heel interessant, zo’n gedramatiseerde geschiedenisles.

DETECTIVE We lopen snel door naar een van de andere sessies. Iselinge Hogeschool heeft in twee cultuurwerkplaatsen cultuureducatie geïntegreerd met andere vakken. We vallen midden in een presentatie van Mieke

18

SLOTCONFERENTIE PABO

EXISTENTIËLE VRAGEN

Mariëlle maakt er uiteindelijk een einde aan. Ze zegt: ‘Jullie mogen van mij in de pauze weer verder hoor.’ Eerst wil ze nog kwijt hoe fanatiek leerlingen uit groep 8 op basis van de kunstwerken aan het filosoferen gaan. Want daar is het haar uiteindelijk toch om te doen.


EERSTE & TWEEDE SESSIERONDE

SLOTCONFERENTIE PABO

19


TWEEDE SESSIERONDE

Een nieuw netwerk en aan alle knoppen draaien In Noord-Nederland hebben ze het goed voor elkaar, zo leren we wanneer we bij de deelsessie ‘Leren van en met elkaar’ naar binnen sluipen. Anja Morsink- de Jong , docente aan de Pabo van de NHL in Leeuwarden, vertelt vol trots over het Netwerk van het Noorden. Dit netwerk is opgezet omdat verschillende docenten meer wilden doen met de ideeën van Stichting Toeval Gezocht, een stichting die kinderen benadert als wetenschappers in de dop. Toeval Gezocht stelt dat kinderen al vanaf de geboorte vol potentie zitten, en zij worden daarom van meet af aan gezien als volwaardige cultuurbouwers. Een prachtig uitgangspunt, maar wanneer de meeste Toeval Gezocht-activiteiten plaatsvinden in de Randstad, kom je daar als Noorderling toch net iets moeilijker mee in aanraking. Dat moest anders. Vandaar dat Morsink samen met mensen uit het speciaal onderwijs, de kinderopvang, het basisonderwijs, de NHL en een aantal kunstenaars het Netwerk van het Noorden oprichten, om de ideeën van Toeval Gezocht te introduceren in de Noordelijke provincies. Morsink- de Jong spitst zich toe op het Netwerk Fryslân, want daar maakt ze zelf deel vanuit. Er bleven in dat netwerk zo’n vijftien enthousiastelingen over, die algauw begonnen met het vormgeven van twee concrete projecten. Een brainstorm gaf meer duidelijkheid over de te varen koers. Het thema werd ‘water’, omdat je daarmee alle kanten op kunt, en water immers onlosmakelijk verbonden is met deze provincie. De doelgroep werd de onderbouw van de basisschool, omdat het project daar het beste in het jaarprogramma te passen viel. Het werd namelijk een groot kunstproject: de kinderen zouden acht weken lang, twee dagen per week bezig zijn. De omvang gaf nog een probleem: de Pabo-studenten hadden moeite met zoveel tijd vrijmaken. Ze hadden allemaal al een eigen stageschool en vonden het moeilijk om

20

SLOTCONFERENTIE PABO

voor dit project hun school te verlaten. Daarnaast zat hun studieprogramma ook al behoorlijk dichtgetimmerd. Vandaar dat de medewerking van studenten Beeldende Kunst en Vormgeving werd gevraagd. Die combinatie bleek heel verfrissend: de studenten van de verschillende opleidingen bleken heel anders naar het project te kijken. Maar wat waren die projecten dan? Eentje vond plaats op OBS De Wielen in Leeuwarden, en heette ‘It Wielefjild’. Naast de school was een veld met een hek eromheen. De kinderen moesten op een andere manier naar het veld gaan kijken: wat konden ze er allemaal nog meer mee? Na weken praten, tekenen en uitproberen kwamen daar uiteindelijk onder andere een boomhut en een beestjestuin uit. Een inspirerend verhaal, maar we moeten verder. Want in de volgende ruimte vertellen Els Alberts en Niekje van de Lavoir over de Cultuurmonitor Pabo en PO. Hierbij is de kwaliteitsdriehoek cultuureducatie ontwikkeld: een driehoek waarin de dynamiek en de relaties zichtbaar worden van de actoren die bepalend zijn voor de kwaliteit van cultuureducatie. De deelsessiedeelnemers mogen een lijstje maken met punten die volgens hen nodig zijn voor een ambitieus cultuureducatieplan. Vervolgens mogen ze stickers plakken in de driehoek: voor elk punt een stickertje. ‘Kom op!’ spoort Els ze aan. ‘Plakken dames!’ Hoe zijn hun plakplaatjes verdeeld? De meeste mensen werken in groepjes van twee, en hebben de stickers over de hele driehoek verspreid. Een mevrouw die alleen werkt kijkt beteuterd naar haar vel. Alle stickers zitten bovenin. ‘Ik was nog niet verder gekomen dan de inhoud’. Niekje stipt aan wat uit deze opdracht duidelijk wordt: je zult aan alle knoppen moeten draaien, wil je een verandering teweegbrengen. Hoe klein die verandering in het cultuuronderwijs ook zal zijn. ‘Je kunt een prachtig curriculum opstellen, maar als je geen goede docenten hebt om dat curriculum uit te voeren, werkt het niet’. Aan alle knoppen draaien dus. Dat kunnen de deelnemers meenemen naar hun eigen scholen.


Blik op de toekomst

Piet Hagenaars directeur Cultuurnetwerk Nederland. ‘Pabo’s hebben vaak te weinig tijd om studenten voldoende mee te geven over muziek, kunst, dans en drama. Dat terwijl meer vakmanschap, kennis en inzicht nodig zijn om zulke vakken te geven.

BLIK OP DE TOEKOMST

Hoe zou zo’n leerlijn eruit moeten zien? Die vragen gaan wij niet meer beantwoorden. Daar gaat de SLO zich mee bezighouden. Samen met heel veel partijen in het werkveld. Dat laat de intentie zien om leerkrachten de kwaliteit te geven om cultuureducatie te onderwijzen.’

SLOTCONFERENTIE PABO

21


SFEERBEELD

22

SLOTCONFERENTIE PABO


MET WELK GEVOEL GA JE WEG

Met welk gevoel ga je weg

Arno van Riet van Pabo Thomas More: ‘Ik ben optimistisch. De sprekers van vandaag hebben weer benadrukt dat ook de wetenschap en de politiek het belang van cultuureducatie inzien. En als we zien naar wat er verwacht wordt van het kind van de toekomst, dan gaat cultuureducatie nog een belangrijke rol spelen. Bovendien was mijn directeur vandaag aanwezig, en die heeft dus ook al deze verhalen gehoord.’

Petra van der Veer van Marnixacademie Utrecht: ‘Als ik bij een bijeenkomst van Cultuurnetwerk ben geweest, ben ik altijd weer helemaal geïnspireerd. Ik ben niet gek! Cultuureducatie is wel belangrijk! Zelfs het ministerie vindt het! En dan kom ik terug op school, en dan merk ik weer dat, door de studiedruk en het belang van de kennisbasis, het cultuuronderwijs weer snel wegzakt. Maar op dit moment denk ik nog: het gaat me lukken! Ik ga subsidie aanvragen en een mooi project bedenken!’

Inge Hekman van Fries Museum/ Prinsessehof / NHL Leeuwarden: ‘Noem het ‘realistisch sentiment’. Er zijn de afgelopen jaren prachtige dingen gebeurd en op poten gezet. Ik kan me niet voorstellen dat we daar niet verder mee gaan. Zoveel kennis en ideeën gooi je niet weg.’

SLOTCONFERENTIE PABO

23



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.