INTERVIEW: BEWUST LEVEN MET BLOGGERS MEREL EN JAMIE P. 32
Het dagelijks leven nĂŠt een stukje makkelijker
Alles over het verbouwen van wiet
P.36
P. 14
Zo schrijft singersongwriter Sylvia Aimee nummers P. 20
VOORWOORD
Een woord vooraf Ook zo benieuwd wie die twee dames op de cover zijn? Het zijn Jamie (22) en Merel (27), twee Amsterdamse meiden die bloggen over hun groene doen en laten. Groen? Ja, bewust leven door te kiezen voor een duurzame en ecologische levensstijl. De groene meisjes, zoals ze zichzelf noemen, eten geen dierlijke producten, dragen tweedehands kleding en richten hun huis in met kringloopmeubels. In deze DOEN. vind je op pagina 32 het verhaal achter hun succesblog. Leef ik zelf eigenlijk wel groen? Ik beken eerlijk dat ik lang niet aLtijd stil sta bij de keuzes die ik maak. Als ik een stukje vlees naar binnen kauw, denk ik nooit aan de koe die het ooit was. Maar de mogelijkheden van kringloopwinkels heb ik wel ontdekt. Een poos geleden kocht ik in een Zwolse kringloop nog een aantal boeken van goede schrijvers. Kosten? Zo’n vijftig cent per boek. Ideaal voor een gretige lezer, en de berooide student moet soms creatief zijn. In dit nummer vertelt Lisanne precies wat zij onder creativiteit verstaat. Creatief zijn gaat volgens haar namelijk veel verder dan breien en vingerverven. Het gaat ook over je denkwijze, de manier waarop je problemen aanpakt en oplossingen vindt. Durf jij te zeggen dat je creatief bent? Lees gauw de column op pagina 11. Intussen vraag ik me af: hoe breng ik die vindingrijkheid in de praktijk? Op pagina twaalf geeft ontwerpster Emmy Polkamp een aantal tips voor liefhebbers van doe-het-zelven. Ze liet zich inspireren door Zuid-Amerikaanse sloppenwijken. Verder vertelt ze waarom je altijd een tegenslag nodig hebt bij een DIYproject. Zoek je verder nog kooktips of kledingadvies? Zoek vooral de groene meisjes eens op YouTube op. Maar lees vooral eerst dit nummer.
Sian Wierda, hoofdredacteur
02 DOEN.
INHOUDSOPGAVE
IN DIT BLAD
Lifestyle IN DIT BLAD 18 Platzak op reis 101tv-Roadtripper Koen Brouwer tipt dat je vooral bij stelletjes moet liften
Persoonlijk
Recensie
Hoe creatief ben je in een week? Een vindingrijk verhaal in 7 dagen
Mieke recenseert het boek ‘Zó doe je dat.’ Multifunctioneel!
4 Lief dagboek
24 Tien boeken in één
Hobby
Hobby
Onderzoeker Maikel Galama verzamelde 2.000 ordners familieleden
Hoe produceerde Vincent Bouritius een horrorfilm van D1.500?
8 Verborgen verwanten
26 Lowbudgetfilm
Column
Tips
Lisanne legt uit waarom creativiteit belangrijk is
Help, mijn band is lek! Hoe fix ik snel mijn fiets?
11 Alles begint met ideeën
28 Leg het aan banden
Persoonlijk
Lifestyle
Een portret van succesvol DIY’er Emmy Polkamp
Een trend onder de loep: hoe combineer je wc-rollen met usb-kabels?
12 Huis van een schoenendoos
30 Cycle it up!
Hobby
Lifestyle
Hoe gemakkelijk is het om je eigen wiet te verbouwen?
Bloggers Merel en Jamie vertellen over bewust en duurzaam leven
14 Wiet met een luchtje
32 Ik ben een groentje
Tips
Column
Een rustgevend gezichtsmasker van yoghurt om lekker te ontspannen.
Merijn toetst de wegwerpmaatschappij: waarom niet repareren?
17 Beautytips
35 Zijn we verloren?
Muziek
Tips
Op welke manier schrijft singer-songwriter Sylvia Aimee haar sounds?
De beste adviezen om je leven nét wat aangenamer te maken.
20 Zingen op de wc
36 Life hacks
DOEN. 03
PERSOONLIJK
Oud wordt weer nieuw Een week lang houd ik in een dagboek bij hoe je iets ouds in iets nieuws kan veranderen. Zo kan je bijvoorbeeld nog leuke dingen doen met je kapotte spijkerbroek en laat ik zien dat je niet meteen alles hoeft weg te gooien wat je niet meer nodig hebt. DOOR CHRISTEL VAN DER SPOEL Maandag 3 maart We leven in een enorme weggooimaatschappij. Is iets kapot of hebben we het niet meer nodig? Dan gaat het in één rechte lijn de prullenbak in. In de eerste instantie wilde ik de drie lege jampotjes daarom ook weggooien. Maar deze keer zag ik ze niet als iets wat in mijn weg stond maar als potentiële glazen kunstwerkjes. Met een paar simpele dingen kan je jampotjes omtoveren tot iets leuks. Neem een paar lintjes, sierhartjes, secondelijm, touw, kaarsjes en andere leuke decoratiespullen. Zelf heb ik met secondelijm lint aan de bovenkant van het potje geplakt en met touw de sierhartjes vastgeknoopt. Je bent er maar vijf minuten mee bezig en je hebt meteen een leuk resultaat. Ik gebruik de jampotjes nu als kaarsen- of pennenhouder.
“Met een paar simpele dingen kan je jampotjes omtoveren tot iets leuks”
04 DOEN.
PERSOONLIJK
Woensdag 5 maart
Dinsdag 4 maart Vandaag moest ik werken, dat doe ik een in gezellig Spaans restaurant. Om sfeer te creëren moet er natuurlijk op iedere tafel een kaarsje staan en iedere dag moeten er weer nieuwe kaarsjes in de houders. Terwijl ik de lege waxinelichthoudertjes weg wil gooien, gaat de telefoon. Ik leg de houdertjes snel op de bar, zodat ik met mijn vrije hand de reservering in de agenda kan noteren. Omdat het nog erg rustig is, speel ik aan de bar met de houdertjes en opeens krijg ik een prachtidee. Vlug verzamel ik alle houdertjes en stop ze in mijn tas. Als ik om half elf thuis ben, ga ik meteen aan de slag met mijn nieuwe project. Ik wil van lege waxinelichthoudertjes een nieuw waxinelichthoudertje maken. Stap 1: Zorg dat je minimaal 8 lege houdertjes hebt en vouw deze naar binnen zodat er een blaadje ontstaat. Stap 2: Lijm twee blaadjes vervolgens schuin aan elkaar met secondelijm (zie afbeelding). Ik kwam er al snel achter dat de secondelijm zowel mijn grootste vriend als –vijand was. Het droogt lekker snel, maar het kwam mij meerdere malen voor dat mijn vingers aan elkaar waren geplakt. Daarom gebruikte ik een wasknijper om de blaadjes bij elkaar te houden, totdat de lijm was gedroogd. Stap 3: Lijm alle blaadjes schuin aan elkaar, op deze manier ontstaat er een bloempje. Stap 4: leg of lijm er vervolgens een waxinelichtje op en je houdertje is klaar!
In tegenstelling tot veel van mijn leeftijdsgenoten ben ik gek op breien. Ik heb al ontelbare sjaals gebreid die ik, eerlijk gezegd, nooit om heb. Ik vind het altijd leuk om mijn breicreaties aan mijn oma -de breigoeroe- te laten zien. Maar gewoon breien met katoen of wol is voor mijn oma soms net iets te mainstream. Zo gebruikt zij allerlei materialen om mee te breien en te haken. Zo ook plastic tassen. Vroeger liep ik altijd naar zwemles met mijn, door oma gebreide, plastic zwemtas. Onder het mom: ‘Wat oma kan, kan ik ook’, verzamelde ik vandaag alle plastic tassen die ik in huis kon vinden. Volgens oma is breien de perfecte manier om je te ontspannen. Daarom nestel ik mij in mijn bed en doe de televisie aan om Beverly Hills 90210 te kijken. Ik gooi alle verknipte tasjes naast mij op bed en ‘begin’ te breien. Vijf minuten later ben ik al ten einde raad! Het plastic knapt hierdoor ben ik al meerder keren opnieuw begonnen. Het is zwaar en ik heb enorme last van duimspierpijn. ‘Dit had oma mij niet verteld, tot zover relaxen’, denk ik. Maar ik geef de moed niet op en ga door met breien. Een enorme duimspierpijn, gekleurde vingers en een lichte frustratie later, heb ik mijn ‘tas’ ein-de-lijk af! En het resultaat mag er, voor een eerste keer, zeker zijn. Daarnaast heb ik vandaag weer een nieuwe levensles geleerd. Probeer nóóit je oma te evenaren als het gaat om breien. Zo’n uitdaging eindigt altijd in teleurstelling.
DOEN. 05
PERSOONLIJK
“Uren later heb ik amper wat weten te produceren en is mijn avontuur geëindigd met een paar minuscule lapjes” Donderdag 6 maart ‘Haken, dat is zo makkelijk Christel.’ Ik hoor het mijn moeder nog zo zeggen. ‘Het gaat ook veel sneller dan breien en als je een steek laat vallen dan is dat helemaal niet erg.’ Mijn moeder heeft net als ik periodes waarin ze enthousiast aan een nieuw project begint. Quilten, breien, naaien, bakken, etc. het is allemaal al eens voorbijgekomen. En nu zit ze in haar haakperiode. Met veel enthousiasme worden de haaknaalden en de bolletjes katoen erbij gepakt. Het haken gaat erg snel, maar steken opzetten lijkt me nog niet zo moeilijk. Terwijl mijn moeder begint met haken, kijk ik toe naar wat ze allemaal aan het doen is. In tegenstelling tot mijn moeder, raak ik de draad kwijt, figuurlijk dan. Flitsend snel haakt ze haar naald in het lapje dat ze in, volgens mij vijf seconden, geproduceerd heeft. Wanhopig probeer ik te volgen wat ze doet, maar ik geef het, nog wanhopiger, na een paar seconden al op. ‘Misschien is het makkelijker als jij het nu gewoon gaat proberen’, zegt hoor ik. ‘Oké’, denk ik, ‘here goes nothing.’ Onzeker pak ik de haaknaald aan en probeer zelf wat te produceren. Al snel heb ik door dat er een enorm obstakel in de weg zit naar mijn haakcarrière. Mijn moeder is namelijk linkshandig en ik rechts. Ik probeer te spiegelen wat zij aan het doen is. Heel langzaam pak ik de draad -letterlijk en figuurlijkop. Uren later heb ik amper wat weten te produceren en is mijn avontuur geëindigd met een paar minuscule lapjes. Misschien heb ik er de vingers gewoon niet voor. Maar wie niet waagt, wie niet wint.
06 DOEN.
Vrijdag 7 maart Het wordt weer lente en dat betekent dat het weer tijd is voor een grote schoonmaak. In mijn kamer kom ik allemaal kapotte broeken tegen. Daar kan ik wat leuks van maken! Wat heb je nodig: Oude broek, (stof)schaar, naaimachine (naald en draad zou eventueel ook kunnen, maar dan heb je wel redelijk wat geduld nodig), eventueel wat leuke lintjes. Knip ongeveer 40 centimeter van de broekspijp af en keer deze binnenstebuiten. Naai de door jouw gekozen onderkant aan elkaar. Zorg er vervolgens voor dat hij niet meer binnenstebuiten zit. Zet de onderkant plat op tafel en rol de bovenste tien centimeter naar beneden. In principe is je tasje nu al klaar, als je het leuk vindt kan je altijd nog leuke versieringen toevoegen. Check onze site om het filmpje hiervan te zien.
PERSOONLIJK
Zondag 9 maart Zondag stond in Huize Van der Spoel vroeger bekend als lekkere hapjesdag. Die traditie is helaas afgeschaft, papa moet aan zijn cholesterol denken en mama is haar hoofdstuk van gezond(er) leven ingeslagen. Maar soms wil ik op zondag even terug naar die mooie tijd van een overvloed aan lekker eten. Daarom besluit ik om op zoek te gaan naar wat lekkers. Ik kijk eerst in de koelkast. Hmm, niks te vinden behalve melk, salades en andere gezonde dingen. Gezond is goed, alleen heb ik daar nu niet zo’n zin in. In de andere keukenkastjes kan ik zo snel ook niks vinden. ‘Dan maak ik zelf wel wat!’ denk. Gelukkig hebben we altijd bloem en eieren in huis. De basis als je iets wilt bakken. Maar verder, wat hebben we nog meer? Nutella! Het enige vetmakertje dat op dit moment in huis is. Kan ik met alleen deze ingrediënten iets lekkers bakken? Het antwoord is JA! Ik heb heerlijke nutellacakejes gemaakt.
Zaterdag 8 maart Net als ik heeft de hond de zomer ook in haar bol en dat betekent dat er overal in de tuin weer gaten te vinden zijn. Het ene groter dan het ander. Lui bedenk ik me dat ik nu alle gaten weer dicht moet gooien. Maar in plaats daarvan kan ik ook wat leuks met de gaten doen. Ik besluit de nieuwe plantjes van mijn ouders in een paar van haar gaten te stoppen. Uiteraard graaf ik er nog een paar extra bij, anders ziet de bloemverdeling en een beetje vreemd uit. Iets anders waar de hond last van heeft als de zomer er aankomt zijn losse haren. Iedere dag moet ik het wilde beest temmen en haar proberen te borstelen. Het aantal losse haren om de bult groeit. Van de hoeveelheid haar zou ik een trui kunnen breien, maar dat gaat me net iets te ver.
Wat heb je nodig? 2 eieren, 280 gram Nutella 60 gram bloem Muffinvormpjes. Doe alle ingrediënten in één kom en roer het goed. Vervolgens stop je het mengsel gelijkmatig in de vormpjes en doe je ze in een voorverwarmde over van 200 graden voor ongeveer 20 minuten.
“Kan ik met alleen deze ingrediënten iets lekkers bakken? Het antwoord is JA!”
DOEN. 07
HOBBY
De appel valt niet ver van de boom Net als wij hebben onze voorouders een eigen verhaal. Mensen met een fraai en bewogen leven of juist een tragisch en beroerd bestaan. Het is een eindeloos reservoir aan verhalen dat onze identiteit bepaalt. Door je voorgeslacht uit te zoeken, is het graf van je voorouder niet meer onbeduidend, maar ligt er een mens met een verhaal. DOOR SIAN WIERDA Is een stamboom onderzoeken saai? “Helemaal niet”, zegt Maikel Galama (66) uit Workum. Deze gepensioneerde winkeleigenaar bouwde zijn eigen familiearchief. Volgens Galama is het onderzoek naar verwanten interessant voor oud en jong. “Als je jezelf wilt leren kennen, moet je naar het verleden kijken.” In een oude kruidenierswinkel in het noorden van Workum woont Maikel Galama. Onder de klokgevel van het pand wappert een Friese vlag, achter de ramen ligt een bordje: ‘Stamboomonderzoek. Ingang om de hoek.’ Na een poortje volgt de achtertuin, waar een paar bemoste tegels je naar een rood schuurtje leiden. Het langgerekte hok staat tot aan het plafond vol mappen en boeken in houten stellages.
Schuur “Ik heb hier zo’n tweeduizend ordners,” vertelt Galama. De blauwe en rode mappen zijn voor de katholieke familieleden, de andere personen zijn in witte ordners opgeborgen. “Je kunt
wel zien wat mijn familie was,” zegt Galama als hij naar een bijna volledig blauwe kast wijst. Hij bewaart kopieën van aktes en persoonskaarten, rouwadvertenties en foto’s van grafstenen. Een archief van Friesland, verstopt onder de schaduw van de Workumse Sint-Werenfriduskerk aan de overkant. Sinds een paar jaar is het privéarchief van Galama vrij toegankelijk. De Workummer verkoopt boeken, elpees en cd’s en helpt anderen met het onderzoeken van hun familie. “Morgen geef ik weer een spoedcursus aan een vrouw”, vertelt Galama. Vanaf april tot oktober is zijn schuur open voor iedereen die zich in stamboomonderzoek interesseert. En dat is volgens Galama helemaal geen kleurloze hobby. Stamboomonderzoek is best hip!
“Ik heb hier zo’n tweeduizend ordners” Jeugd Maikel Galama is een vlak na de Tweede Wereldoorlog geboren Fries. Nadat hij de middelbare school in Bolsward afrondde, zette hij zijn zinnen op de sportacademie in Groningen. Maar studeren deed er voor de jongeren dankzij de roerige jaren zestig niet meer toe, en de langharige Galama startte een kringloopwinkel. Vanuit die handel kwam hij in aanraking met de wereld van de natuurvoeding. Galama werd eigenaar van acht natuurvoedingswinkels en hielp mee met het opzetten van een restaurant met biologische gerechten. Twaalf jaar geleden stopte Galama met werken en in 2011 verhuisde hij van Groningen naar Workum.
Deze alfabetisch geplaatste ordners bevatten duizenden Friezen.
08 DOEN.
HOBBY
Maikel Galama voor de computer waar hij alle grafstenen van Friesland probeert te indexeren.
Familieziek De eerste keer dat Galama aandacht besteedde aan de geschiedenis van zijn familie was toen hij na de dood van zijn vader een aantal schoenendozen met foto’s vond. Aangezien er geen namen op de portretten stonden, is hij met zijn moeder gaan praten. “Zo is de klik naar mijn familie ontstaan. Mijn moeder vertelde wie er op de foto’s stonden, al kende ze niet alle familieleden.” Daarna benaderde een familielid Maikel Galama die zijn hulp wilde bij het schrijven van een boek over de Galama’s. “Ik dacht: je bent gek. Ik ben helemaal niet familieziek”, geeft Galama aan. Desondanks reed hij naar het Fries historisch en letterkundig centrum Tresoar in Leeuwarden. Hij zocht de aktes van naamsaanname op – vanaf 1811 verplichtte Napoleon elk hoofd van een familie een achternaam te kiezen. “Daar kwam ik erachter dat er zowel Galama’s als Galema’s zijn. Ik werd nieuwsgierig en maakte een stapel kopieën om thuis te onderzoeken.” Vanaf die periode reed Galama vrijwel elke woensdag van Groningen naar Leeuwarden. “Mijn speurwerk riep vragen op. Ieder antwoord gaf ook weer een nieuwe vraag.” Met drie familieleden ontdekte hij alle uithoeken van zijn geslacht, wat in 1999 in een boek over de Galama’s resulteerde. Tien jaar later bracht hij een letterlijk vuistdikke pil uit, over de familie van zijn moeder.
Puzzelen
“Ik dacht: je bent gek. Ik ben helemaal niet familieziek” almaar doorgroeit.” Maikel Galama vergelijkt de puzzelstukjes met familieleden in een grote stamboom. “Het goed laten passen van die stukjes is de uitdaging.” Niet alleen voor grijze mannen, maar ook zeker voor jongeren. “Je leert jezelf kennen.” “Je begint dichtbij als aankomend onderzoeker”, zegt Galama. “Je gaat eerst eens rond in je eigen familie. Vraag je grootouders bijvoorbeeld eens wie hun grootouders waren.” Geboorteaktes zijn pas na honderd jaar openbaar, huwelijksaktes na
Meer informatie: www.cbg.nl: De website van het Centraal Bureau voor de Genealogie, het centrum voor Nederlands stamboomonderzoek. www.wiewaswie.nl: De landelijke website voor onderzoek in digitale, openbare persoonsgegevens. www.nl.geneanet.org en www.genealogieonline.nl: Kijk of je stamboom al door anderen is uitgezocht op internet.
“Het onderzoeken van je familie is net puzzelen. Je begint een keer met honderd stukjes, wat al gauw in duizend verandert en
DOEN. 09
HOBBY
vijfenzeventig jaar en overlijdensaktes na vijftig jaar. “Dat is helaas de privacywetgeving van de burgerlijke stand.” Je grootouders zal je daarom nooit op internet vinden, maar bij je overgrootouders maak je al een grotere kans. Verder zijn ook familieadvertenties en persoonskaarten een goede bron. Veel oude kranten zijn gemakkelijk op internet te vinden. In een rouwadvertentie staan naast de overleden persoon vaak ook de kinderen vermeld. “Vanaf 1938 zijn er persoonskaarten, een bevolkingsregistratie. Op deze kaartjes staan de ouders, kinderen en adressen genoteerd.” Voor het opvragen van zo’n persoonskaart moet je wel vier euro betalen. Ten slotte geeft Galama als tip eerst te kijken naar al bestaande stamboomboeken. Misschien is er al lang een verhaal over je familie geschreven, zonder dat je het weet.
Grafstenen Naast het stamboomonderzoek heeft Galama nog een minstens zo belangrijke hobby: het fotograferen van grafstenen. Oude zerken zijn vaak een grote informatiebron, hoewel je daarmee op moet passen. “De overlijdensdatum van mijn grootvader klopte bijvoorbeeld niet op zijn grafsteen”, legt Galama uit. Tegenwoordig is er graftombe.nl, een website die informatie van begraafplaatsen digitaliseert en ter beschikking stelt voor belangstellenden. “Maar die site is helemaal nog niet compleet. Indijk is bijvoorbeeld gewoon overgeslagen, een gehucht in het westen van Friesland. Daar liggen nog acht versleten grafstenen rond een klokkenstoel. Onleesbaar volgens graftombe.nl, maar ik heb de stenen ontcijferd en wel in mijn bestanden opgenomen.” Tegenwoordig vormen de grafstenen voor Galama de basis van zijn bezigheden, hij doet het rustig aan en stelt zich niet zozeer doelen. Bovendien heeft hij al zo’n driehonderdduizend foto’s gemaakt. Meestal springt Galama op zijn fiets naar de kerkhoven. “Een poos geleden ben ik naar Nijland gegaan, waar ik alle 331 stenen heb gefotografeerd. Als ik alles compleet heb, kan ik de stenen indexeren.”
Einde onderzoek Soms houdt je stamboom gewoon ergens op omdat je geen informatie vindt. Wat zijn de grootste hindernissen in het onderzoeken? Middenklassers Van rijke, adellijke mensen is genoeg te vinden. Ook criminelen en armen werden door de kerk geregistreerd, omdat ze bijvoorbeeld bijstand kregen. Maar van Jan Modaal is vaak niets te vinden. Buitenlanders Bronnen buiten Nederland zijn vaak een barrière voor onderzoek. Bijvoorbeeld door strenge privacywetgeving. Verloren bronnen Sommige archieven zijn nou eenmaal verloren gegaan in de tijd. Verdwenen, vernietigd bij een brand of weggespoeld door een overstroming.
DOEN. 10
Het schuurtje: de stamboomtempel van Workum
De kick “Ik ben van de oude én de nieuwe stempel”, zegt Galama. De aktes van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters zijn al grotendeels op internet te vinden, zelfs met scans erbij. Toch haalt Galama zijn neus niet op voor ouderwetse papieren archieven. “Het naast elkaar leggen van bronnen is ontzettend belangrijk. Je moet altijd controleren of de gegevens wel kloppen, want vroeger maakten mensen ook fouten.” Maikel Galama vraagt zich wel af waar zijn archief belandt als hij ooit overlijdt. Iemand moet én de interesse én de ruimte voor zijn papieren bezitten. “Maar ik kan echt niet weggooien wat ik gekopieerd heb. Laatst vond ik in een kringloopwinkel in Koudum een boek over de familie Poiesz voor vijftig cent. Dan denk ik: wauw, dat is voor mij.” Houdt het ooit op? “Na tweeëntwintig jaar ben ik nog steeds lerende. Er komen telkens weer nieuwe bronnen beschikbaar en van andere stamboomonderzoekers kan ik ook veel leren.” Galama is erg actief op fora over familiegeschiedenis. Hij helpt anderen en anderen helpen hem. Soms complimenteert iemand hem met een ontdekking. “Daar kick je dan op”, lacht hij. En dus stapt Galama weer ferm zijn archief binnen, omringd door duizenden familieleden.
COLUMN
Crea Bea Thea Theo ik
DOOR LISANNE VAN DE BUNT Creativiteit. Eén woord, twaalf letters. Maar wat betekent het eigenlijk? Persoonlijk denk ik meteen aan Crea Bea, zo’n vrouw in een zelfgemaakte lapjesjas die haar ziel en zaligheid blootlegt in gevingerverfde olieverfschilderijen en aquareltekeningen. En aan Crea Thea, Bea’s zus, die ongeveer elk instrument kan bespelen dat bestaat. En Crea Theo, Thea’s man, die ongeveer alles kan breien, van onderbroeken tot sjaals. Toch is creativiteit niet alleen tekenen, schilderen of muziek maken. Van Dale definieert het begrip creativiteit dan ook als ‘scheppend vermogen’. Bij creativiteit draait het niet per se om de uitwerking, maar net zo goed om de denkwijze. Als er geen creatieve breinen zouden bestaan, wat zouden de creatieve handen dan moeten maken? Nou, niets dus. Alles begint met een idee.
Urenlang kan ik in de weer zijn met potloden om een portrettekening te maken die zo echt mogelijk lijkt. Als ik dan even geen zin meer heb, ren ik naar boven om gitaar of piano te spelen of duik ik achter mijn laptop om bijvoorbeeld columns als deze te schrijven. Ik denk dus dat ik kan zeggen dat ik creatief ben. Toch benijd ik mensen die creatief kunnen denken, want hoewel ik goed ben in de uitwerking, laten ideeën vaak op zich wachten. Ieder mens is dus op zijn of haar manier creatief. Misschien ben je niet goed in schilderen, maar ben je een kunstenaar in het inpakken van cadeautjes. Of misschien ben jij altijd degene die met originele ideeën en invalshoeken komt. Creativiteit leeft overal. Dus de volgende keer dat iemand je vraagt om je kwaliteiten en je heet geen Crea Bea, Crea Thea of Crea Theo, wees dan niet bang om toch te zeggen: “Ik ben creatief.”
“Ik hoor bij de groep
uitvoerende creatievelingen” Dat zien we ook terug in de kunst. Aan het begin van de Twintigste Eeuw zond Franse kunstenaar Marcel Duchamp een op zijn achterkant liggend, porseleinen urinoir in naar een tentoonstelling van de Société des Artistes Indépendants. Op het woordje ‘Fontaine’ (vertaling: fontein) na, veranderde Duchamp niets aan het urinoir. Hij wilde met zijn Readymade mensen laten nadenken over de factoren die iets tot kunst maken. Hij was daarmee de stichter van de conceptuele kunst: het idee voor kunst is belangrijker dan de uitvoering ervan. Ik hoor – misschien moet ik hier nu ‘jammer genoeg’ zeggen – bij de groep uitvoerende creatievelingen. Zo ben ik geboren, denk ik. Het begon met zandtaartjes, toen knutselwerkjes en later raamstickers – die waren de bom. Toch heb ik dat alles ingeruild voor mijn nieuwe liefdes: tekenen, schrijven en muziek maken.
PORTRETTEKENING GAVIN DEGRAW
DOEN. 11
PERSOONLIJK
Emmy Polkamp: atechnische DIY’er
Emmy Polkamp is een DIY’er in hart en nieren. Als DIY’er maakt ze haar eigen meubels en andere creaties. Ze verkoopt haar werk om geld in het laatje te brengen. Langzaamaan vestigt ze haar naam in de DIY-wereld. Ze reist voor projecten de wereld over en werd ook al door het tv-programma Koffietijd geïnterviewd. Maar ze zet zich naar eigen zeggen het liefste in voor DIY-projecten waar de wereld mee verbeterd kan worden. Ze woont nu sinds een jaar in haar eigen atelier in Den Bosch. Maar waar komt haar interesse voor DIY en creativiteit vandaan? DOOR SJOERD RISPENS
Creatieve invloeden Het is bepaald geen toeval dat Emmy aan de Kunstacademie is gaan studeren. Ze komt namelijk uit een echt kunstenaarsnest. Haar opa was beeldhouwer en haar vader heeft ook op de Kunstacademie gezeten. Zelf is ze van jongs af aan ook al creatief. “Het zit gewoon in me. Toen ik klein was wilde ik bijvoorbeeld een poppenhuis, maar ik ben dat eerst zelf gaan maken van een schoenendoos en dat was hartstikke leuk.” Uiteindelijk kreeg ze een echt poppenhuis, maar het geeft aan dat Emmy het leuk vond om zelf dingen te maken. “Daarnaast merk ik ook dat ik niet zonder DIY kan. Als ik er een week niet mee bezig ben, wor den mensen helemaal gek van me. Dan is het tijd om weer wat te gaan maken.”
12 DOEN.
Haar atelier heeft ze vanaf de laminaatvloer zelf ingericht en opgeknapt. Toen ze er kwam, was het een enorme rotzooi. Tijdens het inrichten ging ze eerst naar de winkel om te kijken van welk materiaal bijvoorbeeld meubels waren gemaakt. Toen ze dat wist, ging ze zelf aan de slag en had ze voor veel minder geld even mooie en goede producten en meubels. En precies daarin zit haar liefde en interesse voor DIY.
PERSOONLIJK
Maar meubels, kopjes en vazen zijn niet de enige dingen die Emmy maakt. Haar producties zijn enorm divers. Ze haalt overal inspiratie uit, maar nog het meeste uit de natuur. De materialen waar ze het meeste mee werkt, zijn keramiek, metaal en hout. Een productie begint bij haar altijd met een fascinatie en die heeft ze aan de lopende band. Wanneer ze voor haar werk iets wil maken, verzamelt ze allerlei voorwerpen en legt die op een hoop of naast elkaar. Dan kan ze urenlang naar de voorwerpen kijken, totdat ze inspiratie heeft en begint ze te bouwen en knutselen. Daar kunnen dan de meest uiteenlopende producties uit voort komen, die ze voor geld verkoopt of in haar eigen huis neerzet. Wereldverbeteraar Emmy verkoopt haar werk, maar dat heeft niet haar prioriteit. Het belangrijkste voor haar is dat ze er gelukkig van wordt en het niet gaat vervelen. Ze vindt het heel leuk als mensen haar werk, bijvoorbeeld een vaas, zouden willen kopen. Maar als niemand die vaas hoeft te hebben, staat die prima in haar eigen atelier. “Een tijdje terug ben ik in een favela geweest, een sloppenwijk in Zuid-Amerika. Ik was daar met collega’s aan een grootschalig project bezig. In die favela was nauwelijks straatverlichting. Criminelen deden daar hun voordeel mee. Wij gingen daar via DIY elektriciteit opwekken, zodat er betere verlichting kwam. Dat doe ik eigenlijk het liefste. Ik wil met mijn projecten de wereld verbeteren. Ik vind ook dat wanneer iets verandert, iedereen daar voordeel van moet hebben.”
Emmy’s atelier, voor en na de verhuizing
Oud en nieuw Emmy werpt een lange blik door de kamer om te kijken hoeveel van haar meubels ze zelf heeft gemaakt. “Zes…nee wacht, vijf! Ja, vijf. De kast en vier stoelen. Het is ook weer niet zo dat ik al mijn meubels zelf maak. Ik ga ook vaak naar de kringloopwinkel voor een bank. Ik vind het ook erg leuk om oud en nieuw met elkaar te combineren. Dat wil niet zeggen dat ik ooit zelf nog eens een bank of tafel ga maken.”
“Als ik er een week niet mee bezig ben, worden mensen helemaal gek van me” Niet moeilijk doen En dat terwijl ze eigenlijk helemaal niet zo technisch is ingesteld. “Ik maak dan wel meubels, maar vaak moet ik in de werkplaats staan om er achter te komen hoe ik met materiaal moet werken”, lacht ze. “Daarom vind ik wat betreft DIY de zeefdruktechniek wel heel erg fijn. Zeefdrukken maakt meteen goed zichtbaar hoe alles werkt en daarnaast is het ook heel erg snel. Ik raad iedereen om dat veel te gebruiken.” Bij zeefdrukken wrijf je inkt door een zeef heen. Dat kan gebruikt worden op papier, hout, glas en textiel. Als je goed bent in schilderen of tekenen, heb je met het zeefdrukken in een handomdraai je zelfgemaakte schilderij aan de muur hangen. Dat bespaart een trip naar de posterwinkel. “Je moet het jezelf ook niet lastig gaan maken”, voegt Emmy toe. “Ik heb eens een rotatiegietmachine gemaakt, die met tape aan elkaar hing. Simpel en primitief, maar hij werkte prima. Dat is ook belangrijk van DIY, je kunt op een simpele manier hele goedwerkende dingen maken.”
“Je kunt op een simpele manier hele goedwerkende dingen maken” Tips Emmy zou graag zien dat meer mensen aan DIY gaan doen. Ze verzekert dat wanneer je met je eigen handen iets maakt, je daar een veel beter gevoel van krijgt. “Neem de IKEA, die geeft je altijd het gevoel alsof je zelf iets toevoegt aan wat je koopt. Een kast bijvoorbeeld, die moet je wel zelf in elkaar zetten maar eigenlijk koop je een kant-en-klaar meubelstuk.” Ze heeft ook nog tips voor DIY-liefhebbers: “Het allerbelangrijkste is om je niet tegen te laten houden door een obstakel. Want dat ga je echt wel tegenkomen en dat kan van alles zijn. Je hebt bepaalde materialen niet in huis, het lukt niet, het is toch anders dan je dacht. Op dat moment moet je niet opgeven, want eigenlijk begint het dan pas. Een DIY-project begint wanneer je bij een obstakel terechtkomt. Dan moet je je idee aanpassen en dat is echt DIY, zo doe ik het ook altijd.”
DOEN. 13
HOBBY
Groen goud
DOOR LUUC RENEMA
Nederwiet. Groen goud, zo wordt het ook wel genoemd door de liefhebbers en kwekers van dit bijzondere plantje dat al gauw zijn gewicht in goud waard is. DOEN. nam de proef op de som en onderzocht wat de productie van zo’n plantje allemaal met zich meebrengt. Een oud stoffig winkeltje in Amsterdam, de hoofdstad van ons land waar mensen van over de hele wereld naartoe komen om de Nederlandse tolerantie met eigen ogen te aanschouwen. Hier begint de zoektocht naar de productie van het groene goud: wiet. De eigenaar, die niet met naam en toenaam genoemd wil worden, zit al ruim dertig jaar in het vak en weet precies wat nodig is om zelf een mini-kwekerij te beginnen. “Als je echt compleet wil beginnen en dan hebben we het over een kleine plantage van ongeveer een vierkante meter, kost je als je het écht veilig wil doen rond de zeshonderd euro”, begint de man als hij gevraagd wordt naar de kosten. “Maar dan doe je het echt op een professionele manier en heb je dat bedrag er met twee oogsten wel uit. We hebben het dan over een lamp inclusief kap, een zekering, want je wil alles veilig doen, een tent en een klein luchtzuiveringssysteem. Je wil namelijk niet dat de buren het ruiken en geloof me…” De man kijkt me goed in de ogen. “Wiet stinkt.”
14 DOEN.
Het klinkt allemaal ontzettend spannend, zo’n eigen wietkwekerij. Wettelijk gezien is het zelfs verboden, zeker op het moment dat de planten onder een lamp staan. Daarom heb ik besloten om niet zelf een plant te kopen, maar anderen te volgen die wél het risico lopen om in handen van politie of zelfs grote criminele organisaties te raken. Inderdaad, wiettelers zijn een geliefd doelwit van criminele organisaties en dat is voor een deel te wijten aan de regelgeving in Nederland, maar daarover later meer. Met het starterspakket van de growshop is nog steeds niet alles binnen. Er zijn nog planten nodig. Die zijn op veel plaatsen te verkrijgen. Het gros van de coffeeshops heeft zelfs zaadjes in hun assortiment opgenomen. Dat mag ook. Daarbij zijn kwekers ook een bron voor een beginnend plantje. Een voorbeeld van een kweker is de Friese Doede, die in de documentaire Nederwiet (NCRV) zijn verhaal doet. De grote man is al ruim veertig jaar teler en heeft dus veel ervaring met het kweken van de wietplant. Voor ongeveer veertig euro halen Hans Pool en Maaik Krijgsman zestien wietplantjes, die onder de hoede van Doede in drie weken van zaadjes zijn uitgegroeid tot beginnende plantjes. Het kopen van een bakje zaadjes in coffeeshop The Greenhouse (Amsterdam) is goedkoper, dat kost in totaal ongeveer vijftien euro voor vijf zaadjes. Het telen van wiet is eigenlijk heel simpel. Het werkt net zoals elke andere plant. Het zaadje gaat in een pot met grond, een beetje water erbij en that’s it. Gewoon buiten laten staan is natuurlijk niet de snelste manier van telen en daar komt het starterspakket van de Growshop om de hoek kijken.
“Je wil namelijk niet dat de buren het ruiken en geloof me… wiet stinkt”
HOBBY Na drie weken kunnen de wietplanten verplaatsen naar de tent. Op een vierkante meter kunnen ongeveer vijftien planten staan die uiteindelijk een oogst van ongeveer 200-250 gram opleveren. Boven de planten hangt de lamp en het luchtzuiveringssysteem in de tent zorgt ervoor dat buren geen argwaan krijgen. Het enige waar je nog voor moet waken is spint. Dit zijn een soort kleine insecten die ervoor zorgen dat je planten helemaal onder een soort spinnenwebben komen te zitten. Dit kan al vrij snel gebeuren en zorgt ervoor dat de oogst zo goed als verpest is. Dat kan voorkomen worden door de planten eerder te knippen, maar dat gaat ten koste van de kwaliteit. Een andere optie is om het spint te verwijderen met een bestrijdingsmiddel. Dat meng je met wat water en spuit je over de planten. Dit stofje is niet schadelijk wanneer je besluit om de planten op te roken, maar of het gezond is betwijfelen we. Het oogsten van de wietplantjes is op zich geen moeilijke klus. De timing wel. Meestal staat op een verpakking met zaadjes vermeld wanneer de planten het beste geknipt kunnen worden. Daarnaast kun je ook zelf bekijken wanneer het tijd is om te oogsten. De blaadjes van de plant moeten in ieder geval volgroeid zijn. Knip de takken van de plant en hang deze aan een waslijn in een ruimte waar het tussen de tien en achttien graden Celsius is. Hier moeten de takken ongeveer een week drogen, waarna je de toppen kan gaan snoeien. Knip zoveel mogelijk takjes weg, ook in de top. Uiteindelijk houd je dan het rookbare van de plant over.
Wietplanten zijn wettelijk gezien verboden om in huis te hebben. Dat is in principe vreemd, want hoe komen de coffeeshops dan aan hun wiet? De politie zegt hierover: “Het is een fabeltje dat je vijf planten in huis mag hebben. Zodra wij jou betrappen kun je de planten vrijwillig afstaan en kom je er zonder bekeuring vanaf. Heb je meer dan vijf planten of is er enige vorm van professionaliteit aanwezig, dan wordt er wel degelijk een proces verbaal opgemaakt.” Wiet kweken is dus in principe illegaal, tenzij er geen enkele vorm van professionaliteit aan te pas komt. Met het starterspakket van de growshop ben je dus al in overtreding. “Tien jaar geleden zou ik dit pakket nog gewoon los in jouw auto leggen”, vertelt de man van het winkeltje in Amsterdam. “Dat kan nu gewoon niet meer. Dit soort spullen zorgen ervoor dat jouw wietteelt als professioneel wordt gezien en dan ben je strafbaar. Daarom doen we er een mooi zakkie omheen.” Dat maakt het verhaal eigenlijk alleen maar vreemder. Hoe kan het dat er wel wiet verkocht mag worden, maar dat het hele produceren ervan illegaal is? “De Opiumwet staat haaks op de realiteit”, zucht kweker Doede. “De regels moeten aangepast worden aan de realiteit, niet andersom. Nu zorgt het er alleen maar voor dat de eerlijke kweker de dupe wordt van scheve regelgeving.” Want het is al even gezegd, de kwekers van wietteelt zijn onder vergrote belangstelling van criminele organisaties komen te staan. “Bendes zijn net ondernemingen”, vertelt de politie. “Ze sporen wietplantages op en rippen de oogst.”
“Het is een fabeltje dat je vijf planten in huis mag hebben”
DOEN. 15
HOBBY
Wat wordt daar nu eigenlijk mee gezegd? De eerlijke kwekers worden dus het doelwit van criminele organisaties, die de oogst rippen en er met de opbrengst vandoor gaan. Doede pleit ervoor dat de wietteelt wordt gelegaliseerd, want gek genoeg is de productie van wiet illegaal maar is de verkoop ervan wel legaal in coffeeshops. Legalisering van de wietteelt in Nederland zou dus de criminaliteit in Nederland verlagen, want de laatste jaren is de criminaliteit ten aanzien van kwekers flink vergroot en daarbij schuwen de organisaties geen enkele vorm van geweld. Het komt regelmatig voor dat de politie vermoorde kwekers aantreft bij lege plantages.
Voorlopig weet ik niet zo goed wat ik ermee aan zou moeten. Met de vijftien planten van Doede en het starterspakket van de growshop produceer je ongeveer 200 tot 250 gram wiet. Dat levert je een bedrag van ongeveer 800 euro bij een coffeeshop op, maar je kunt natuurlijk ook voor jezelf produceren. Je moet het risico alleen durven lopen en dat durf ik niet. Met vijftien planten zal je geen verhoogd risico ten aanzien van criminelen lopen, maar de politie ligt op de loer. Je bent gewaarschuwd.
En dat is nog niet alles, zelfs een soort van mensenhandel wordt niet geschuwd. De bendes plukken arme mensen uit voornamelijk Zuid-Oost Azië en zet deze in een huis met een grote plantages. Ze zijn dan een soort van tuinman en hebben als enige taak het huis te bewaken, met het risico dat ze gepakt worden door de politie. “Het gebeurt regelmatig dat wij mensen oppakken die als een soort van bewaker worden ingezet voor de plantages”, aldus de politie. “Die mensen hadden niks. Criminelen bieden hun de kans om een beter leven te leiden. Het enige risico dat ze lopen is dat zij opdraaien voor de straf die staat op het begane misdrijf.” Gek genoeg loopt Nederland in feite achter in de legalisering van wietteelt. Uruguay heeft namelijk als eerste land ter wereld de wietteelt gelegaliseerd. Dat heeft zo zijn voor- en tegenstanders opgeleverd. De één zegt dat de criminaliteit daadwerkelijk is gedaald, de ander zegt dat het aantal criminele organisaties die zich toespitsen op hennepteelt alleen maar stijgt. Zo zal ook Nederland zo zijn voor- en tegenstanders hebben. Minister Opstelten is echter duidelijk. Hij zegt dat de wietteelt in Nederland niet wordt gereguleerd, tot ongenoegen van Doede. “Ik probeer hier echt een doorbraak in te forceren, want dit levert Mexicaanse taferelen op. Het kan zo maar dat er morgen een stel gewapende mannen hier voor de deur staat. Ben ik mijn leven dan zeker? De regels moeten snel worden aangepast.”
16 DOEN.
Meer informatie: www.wiet-zaden.nl: Website voor de recreatieve kweker van 1 tot 5 wietplanten, met of zonder lamp(en). www.wietkweken.com: Wiet kweken van A tot Z. Hier vind je alle informatie, inclusief uitleg van begrippen. www.jointjedraaien.nl: Complete website, met allerlei handige tips en trucs voor de beginnende en gevorderde blower. www.superwiet.nl: Website waar het hele kweekproces nauwkeurig wordt beschreven.
TIPS
Beautytips Je kent het wel: je hebt een drukke dag gehad en je wil ’s avonds even op adem komen met een rustmomentje voor jezelf. Precies op dat moment heb je natuurlijk niets in huis. De winkels zijn al dicht en om uren lang iets te maken, daar heb je ook geen zin in. Gelukkig valt er veel te knutselen met dagelijkse producten. DOOR CAITLIN DE RUIJTER
Banaan gezichtsmasker: Wat heb je nodig: - schaaltje - eetlepel - vork - 1 banaan - honing - kopje melk of yoghurt Bereiding: Prak de banaan plat met de vork en meng het daarna met een eetlepel honing. Voeg er nog een kopje melk aan toe als je een droge huid hebt of een kopje yoghurt als je juist een vette huid hebt. Laat het vijftien minuten intrekken en daarna spoel je het af met lauw water. Dit masker is ideaal voor de gevoelige huid.
Avocado haarmasker: Wat heb je nodig: - mixer - aardappelschilmes - eetlepel - 1 hele avocado, rijp - 2 eetlepels yoghurt - 1 eetlepel honing Bereiding: Snij de avocado doormidden en haal de pit eruit. Lepel de avocado uit en doe de inhoud in een blender. Voeg de twee eetlepels yoghurt en de eetlepel honing eraan toe en mix net zolang tot het een smeuĂŻge goedje is. Maak je haar nat en breng daarna het masker door het gehele haar aan. Na vijftien minuten kun je het weer uitspoelen. Zacht en glanzend haar is verzekerd!
DOEN. 17
LIFESTYLE
Sightseeing voor sloebers Roadtrippen voor beginners
Voor vele jongeren is een spannende reis vol avontuur een onbereikbare droom aan een fatsoenlijke slaapplek en vervoer ben je vaak bakken met geld kwijt. Geld dat je als student nog niet hebt. Maar een warme zonvakantie in Barcelona of cultuur snuiven in Jeruzalem hoeft niks te kosten, als je het creatief genoeg aanpakt. Ik spreek met Koen Brouwer, professioneel roadtripper voor het 101tv-programma Lieve Bertha over de ins en outs van de kunst van het roadtrippen en over zijn ervaringen als rondreizende straatmuzikant met zijn beste vriend Rens. DOOR JOPPE VARKEVISSER
Met een grote glimlach loopt Koen op zijn slippers richting de roestige poort van het schoolplein. “Welkom in mijn huis!” zegt hij opgewekt, lachend naar zijn zonovergoten anti-kraakparadijs. Eenmaal binnengekomen is het eerste dat me opvalt een kartonnen bordje aan de muur met “DEAD SEA – ISRAEL” erop
18 DOEN.
geschreven – naast het lekkere weer zijn enige zichtbare souvenir uit het Midden-Oosten. Hoewel het klaslokaal dat Koen thuis noemt grotendeels leeg is, heeft de kamer toch een gezellige sfeer door de vele souvenirs aan de muren en door de hangmat die de kamer in tweeën splitst. Onder het genot van een kop thee heldert Koen een veelvoorkomend misverstand over reizen op: geld is een minder groot obstakel dan mensen vaak denken. “Als ik op reis ga, geef ik eigenlijk nooit meer geld uit dan dat ik had uitgegeven als ik thuisgebleven was. Thuis moet je ook eten kopen, dus die kosten houd je. Maar je kan zo veel besparen op vervoer en overnachtingen. Ik weet altijd wel manieren te vinden om gratis te reizen en te overnachten: liften is gewoon easy. Overnachten is ook niet heel moeilijk – Je gaat couchsurfen (zie kader) of je vraagt gewoon aan mensen op straat of je bij hen kan blijven slapen.”
“Geld is een veel minder groot obstakel dan mensen denken”
LIFESTYLE Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat je zoiets durft en dat je de juiste mensen benadert. Vooral dit laatste gaat volgens Koen vaak fout. “Ik heb een keer urenlang zonder succes in Soho in Londen aan willekeurige mannen staan vragen of ik bij ze kon slapen,” vertelt Koen met een lach op zijn gezicht “Nou kwam ik er na een paar uur achter dat Soho de ‘gay-buurt’ van Londen is en dat mijn vraag waarschijnlijk heel anders geïnterpreteerd werd dan bedoeld … Maar we durfden het in ieder geval wel!” Koen valt bijna van zijn stoel van het lachen, en hij weet zijn kopje thee nog net van een val te redden. “Op het eerste gezicht weet je natuurlijk nooit wat voor iemand je tegenover je hebt als je zoiets aan iemand vraagt, maar je moet een beetje op je gevoel af gaan. Meisjes zeggen eigenlijk vrijwel altijd nee als we het ze vragen, en dat snap ik ook wel. Ik zou het ook niet erg leuk vinden als twee gasten ineens aan mijn vriendin vragen of ze daar zouden mogen blijven pitten.” Koen heeft wel een goede tip voor wie je wél zou kunnen vragen. “Stelletjes! Stelletjes vinden zoiets veel sneller goed; die zijn seksueel niet geïnteresseerd in jou, hoe raar dat ook klinkt. Dan laat je ook gelijk zien dat het je echt puur om het slapen gaat.”
“Dat heeft me ook wel geleerd om altijd vertrouwen te houden dat het toch wel goed komt” Je moet altijd goed uit je ogen blijven kijken en je antennes op scherp zetten, vooral bij het liften. “Ik heb vaak genoeg besloten om niet bij iemand in te stappen, ook al zijn ze wel voor ons gestopt. Als ze als een malloot reden, of naar alcohol ruiken of zo, stap ik gewoon niet in. Het is ook heel belangrijk om goed op je spullen te letten: zorg er voor dat iemand niet zomaar kan wegrijden met je tas als je in of uit aan het stappen bent. Vergeet ook vooral niet precies uit te zoeken waar je heen moet. Desnoods met een kaart er bij; dan kan je altijd kritisch blijven en zorgen dat je niet meegenomen wordt naar een plek waar je niet naartoe wil. En zorg ook altijd dat je op een goede plek wordt afgezet, want er is niks zo erg als ‘s nachts in the middle of nowhere afgezet worden zonder slaapplek. Dan wordt het slapen in de bosjes.” Koen denkt nog geregeld terug aan wat hij zelf de indrukwekkendste nacht in zijn reisleven noemt: een nacht in het Duitse Heilbronn, waar hij en Rens ooit strandden. “Het hostel waar we zouden slapen bleek niet meer te bestaan. Tja, daar sta je dan midden in de nacht. Toen vonden we stomtoevallig in een Biergarten een extreem dronken man die op dat moment aan het vreemdgaan was en duidelijk niet meer in staat was zelf naar huis te rijden. Dus wij zijn er bij gaan zitten, en boden aan om hem thuis te brengen in zijn auto, hopend op een slaapplek. Helaas wilde hij dat niet; zijn vrouw mocht natuurlijk niet weten wat hij aan het doen was. Wel gaf hij ons een briefje van vijftig euro voor een taxi naar het duurste hotel in de stad. ‘Ik betaal wel! Geef de portier mijn naam en het komt goed,’ zei hij.” “Wij waren natuurlijk arme reizigers, dus dat we staken dat vijftigje in eigen zak we zijn gaan lopen. De portier vertelde ons echter – begrijpelijk – dat hij niets kon met de belofte van een dronken man wiens naam hij niet kende. Verslagen liepen we het hotel uit, toen plots de portier aan kwam rennen met tranen in zijn ogen. Hij was zelf ook kunstenaar en hij kon het niet over
CouchSurfing: wat is het? CouchSurfing is een in 2003 opgezette site waar mensen hun bank of bed beschikbaar stellen voor reizigers (surfers) om een aantal nachten op te logeren, om dan vervolgens verder te reizen en weer bij iemand anders te belanden. Reizigers die in een bepaalde omgeving onderdak zoeken kunnen zich dan ook aanmelden en een afspraak maken met een potentiële gastheer- of dame (host). De regel is dan dat hier niet voor betaald mag worden – doorgaans bedanken reizigers hun hosts door voor ze te koken of door ze een klein kadootje te geven. Wel wordt er verwacht dat eventuele omkosten vergoed worden. Lidmaatschap van de site is gratis, en surfers en hosts plaatsen na afloop van hun afspraak vaak een korte recensie over elkaar. Dit maakt het voor toekomstige hosts en surfers makkelijker om te weten met wat voor persoon ze te maken zullen hebben. Ook couchsurfen? Ook in Nederland is een levendige CouchSurf-community! Ga naar http://www.couchsurfing. org voor meer informatie.
zijn hart verkrijgen om ons weg te sturen. Toen gaf hij ons zijn laatste briefje van twintig, en we hadden precíes genoeg voor een overnachting in het ibis-hotel aan de overkant, terwijl we om één uur nog balend voor het hostel stonden. Dat heeft me ook wel geleerd om altijd vertrouwen te houden dat het toch wel goed komt.” Met een stralende glimlach vertelt Koen over al zijn avonturen in Londen, Parijs, Genève, Jeruzalem, Kopenhagen, en Berlijn. “Je ontmoet gewoon zo veel mensen als je op reis gaat. En hoewel je niet altijd contact blijft houden met die mensen, blijven de herinneringen voor altijd. De wijsheid die je opdoet en de prachtige verhalen waar je mee thuis komt pakt niemand je ooit meer af.” Wil je meer weten over Koen en zijn reizen? Kijk dan op 101tv naar Lieve Bertha, of surf naar www.lievebertha.nl.
DOEN. 19
ACHTERGROND
20
COLUMN
Puzzelen met melodieën “Everything is so unfair, you’re not here and I’m not there”, zingt een spotzuivere stem bij 3FM. Het is de zeventienjarige singer-songwriter Sylvia Aimee met haar zelfgeschreven nummer ‘Not Going Anywhere’. DOEN. sprak haar over het schrijven van eigen nummers. DOOR LISANNE VAN DE BUNT
21
MUZIEK
Waar begin je als je een liedje wilt schrijven? “Dat is voor iedereen anders. Bij mij werkt het niet om met mijn gitaar te gaan zitten en tegen mezelf te zeggen: ‘Oké, nu ga ik een liedje schrijven!’ Daar komt meestal niets uit. Een melodie, een stukje tekst of een combinatie daarvan kan op de meest willekeurige momenten ontstaan. Vaak krijg ik ideeën tijdens de les, dan vraag ik of ik even naar het toilet mag, zet mijn voice recorder aan en brabbel het concept in mijn telefoon. Dit veroorzaakt vaak rare blikken van omstanders, maar ook het begin van een nieuw nummer. Zodra ik thuis ben, pak ik mijn gitaar erbij en zoek ik de akkoorden die passen onder de melodie die ik in mijn telefoon heb gebrabbeld. Deze akkoorden speel ik heel vaak ach-
“Je schrijft vaak over dingen die je zelf meemaakt: verliefdheid, verdriet, een gebroken hart” ter elkaar en daar begin ik dan dingen overheen te zingen, met als basis het idee dat ik tijdens de les kreeg. Vanaf daar gaat het altijd anders. De ene keer heb ik de coupletten, maar mis ik het refrein, de andere keer is het andersom. Het komt nooit allemaal in één keer. Een liedje schrijven is eigenlijk het maken van een grote puzzel, stukje voor stukje kom je verder en op een gegeven moment valt het allemaal in elkaar.”
Moet je een bepaalde emotie dan ook voelen om erover te kunnen schrijven? Kun je bijvoorbeeld alleen een liefdesliedje schrijven als je verliefd bent? “Ik denk wel dat je de oprechtheid terug kan horen in een nummer als de schrijver de emotie zelf voelt, maar het moet niet. Ik schreef op mijn dertiende bijvoorbeeld al liefdesliedjes, terwijl ik nog niets van liefde afwist. Maar ik ben een dromer, dus ik schreef die nummers toch. Het ging meer over mijn beeld van liefde, mijn dromen, het verhaal van een romantische komedie. Een emotie kun je ook oproepen door een film te kijken of een boek te lezen.”
Hoe belangrijk is het dat songteksten rijmen? “Ik vind het persoonlijk pakkender klinken. Als ik zelf een nummer schrijf, ben ik er niet bewust mee bezig, maar mijn liedjes rijmen meestal wel. Op een gegeven moment schrijf je zoveel, dat je in teksten gaat denken. En wat ik verzin, rijmt altijd. Ik schrijf op wat ik voel en dat komt er dus vaak in rijmvorm uit, maar dat kan voor een ander anders zijn. Dat betekent niet per definitie dat een nummer beter of slechter is.”
Is het moeilijk om een nieuwe ‘sound’ te vinden, om te schrijven wat anderen niet al geschreven hebben?
“Daar is geen vaste regel voor. Ik doe het eigenlijk altijd tegelijk, omdat de tekst meestal al aan een melodie verbonden is in mijn hoofd. Ik denk ook dat de melodie dan het beste overeenkomt met de emotie van de tekst, waardoor het nummer sterker wordt.”
“Als je dat gaat proberen is dat inderdaad heel erg lastig, maar als je vanuit je hart schrijft en het verhaal van jou is, is het altijd eigen. Ik probeer niet om een bepaalde sound te creëren. Ik vind het veel leuker om ieder genre uit te proberen in plaats van me te beperken tot één hokje. Ik vind ook dat bij elke emotie een ander soort nummer hoort. Voor woede of wanhoop vind ik rock bijvoorbeeld beter passen dan country, wat voor liefdesliedjes weer heel goed werkt. Ik vind het persoonlijk het leukst om mijn grenzen op te zoeken en lekker te experimenteren. Ik dwing mezelf geen bepaalde sound af, ik schrijf wat ik voel en wat er dan uitkomt zien we na afloop.”
Waar haal je de inspiratie vandaan voor een nummer?
Hoe weet je of een nummer goed is of niet?
“Dat kan echt van alles zijn. Natuurlijk schrijf je vaak over dingen die je zelf meemaakt: wanneer je verliefd wordt, wanneer je hart gebroken wordt, wanneer je blij bent, wanneer je verdrietig bent. Maar ik kan ook geïnspireerd raken door verhalen in films of verhalen die ik om me heen hoor. Eigenlijk alles wat me raakt en me aan het denken zet, kan het onderwerp van mijn nieuwste nummer worden. Ik schrijf over dingen die ik graag kwijt wil. In plaats van er dagenlang over te piekeren, schrijf ik het van me af.”
“Voor mij is de definitie van een goed nummer een nummer waarin ik het gevoel dat ik op dat moment had niet beter had kunnen beschrijven. In mijn nummers wil ik graag momenten uit mijn leven vastleggen, zodat ik later precies weet hoe ik me toen voelde. Als ik het niet beter had kunnen zeggen, is het nummer voor mij meer dan geslaagd. Of het dan ook voor anderen een goed nummer is, is altijd lastig. Wat dat betreft kan ik ook niet objectief naar mijn nummers luisteren. Het zijn mijn verhalen, stukjes van mijn ziel als het ware, hoe dramatisch dat
Is het beter om te beginnen met de tekst of met de muziek?
Wie? O, die! Naam: Sylvia Aimee Geboortedatum: 5 mei 1996 Woonplaats: Midwoud Opleiding: VWO6 aan Copernicus SG in Hoorn Grote voorbeeld: Taylor Swift Ken je van: optredens in en rondom Hoorn, 3FM ‘Blijf Je Buiten Of Kom Je Binnen Spelen?’, de Wereld Draait Door en vanaf aankomend seizoen misschien van De Beste Singer-Songwriter Van Nederland!
Live bij ‘Blijf Je Buiten Of Kom Je Binnen Spelen’ van 3FM
DOEN. 22
MUZIEK
Hoe onderscheid je jezelf van de miljoenen andere muzikanten op de wereld? “Simpelweg door jezelf te zijn. Je bent namelijk uniek en dus anders dan anderen. Natuurlijk zijn er in mijn geval nog duizenden andere blonde meisjes met gitaren die liedjes schrijven en zingen, maar jezelf blijven is heel erg belangrijk. Je moet doen wat je leuk vindt en wanneer je dat doet, komt het goed. Misschien staat er geen miljoenenpubliek op je te wachten, maar mensen zullen je oprechtheid en enthousiasme waarderen en ik ben ervan overtuigd dat je jouw publiek dan vanzelf vindt. Dat zijn dan misschien driehonderd mensen en geen drie miljoen, maar dat zijn dan wel driehonderd mensen die jou en je nummers goed vinden. Dat is naar mijn mening veel belangrijker. Doe wat je zelf leuk vindt en als anderen dat ook leuk vinden, is dat te gek. Zo niet, dan is dat ook niet erg.”
“Probeer jezelf geen grenzen op te leggen” Heb je last van podiumvrees en hoe kun je daar overheen komen?
ook klinkt. Ik denk dat kiezen tussen twee nummers voor mij hetzelfde is als kiezen tussen twee kinderen voor een moeder: onmogelijk. Gelukkig heb ik veel mensen om me heen die me feedback geven op mijn nummers.”
Hoe pak je het vervolgens aan als je dat geweldige nummer geschreven hebt? Hoe regel je bijvoorbeeld een optreden? “Wat ik aan het begin deed, is op zoek gaan naar wedstrijden en open podia in de buurt. Op die manier leer je heel veel mensen kennen, die in ‘het wereldje’ van evenementen en muziek zitten.
“Kiezen tussen twee nummers is voor mij hetzelfde als kiezen tussen twee kinderen voor een moeder”
“Gelukkig heb ik nooit echt podiumvrees gehad. Al heb ik bij wedstrijden wel altijd meer spanning dan bij een gewone gig, omdat je bij wedstrijden echt beoordeeld wordt en je het gewoon extra graag goed wil doen. Maar hoe meer je optreedt, hoe natuurlijker het is. Het belangrijkste is om veel te oefenen, dan krijg je steeds meer vertrouwen in je eigen kunnen.”
Welke tip zou je willen geven aan mensen die ook singersongwriter willen worden? “Ga ervoor, geef het de tijd en durf te falen. Het is heel belangrijk om vol te blijven houden, ook als het niet gelijk lukt. Het kost vaak tien pogingen om echt een goed nummer te schrijven. Dat is niet erg, door te experimenteren leer je wat werkt en wat niet. De structuur van een liedje hoeft niet altijd hetzelfde te zijn, teksten hoeven niet te rijmen en een nummer hoeft geen drie minuten lang te zijn. Probeer jezelf dus geen grenzen op te leggen. Zet al je gevoelens en gedachten op papier en ga daarna pas kritisch naar je nummer kijken.”
In 2012 ben ik begonnen met optreden, in dat hele jaar heb ik negen optredens gedaan. In 2013 waren dat al 29 optredens. Die groei kwam vooral doordat ik dat jaar een lokale singer-songwriter contest heb gewonnen, waardoor ik ineens veel naamsbekendheid binnen de lokale muziekscene kreeg. Ik werd toen ook ineens gevraagd om op te treden. Wat dat betreft is het een sneeuwbaleffect: hoe meer je doet, hoe meer mensen je leert kennen en hoe meer dingen je vervolgens weer mag doen. Je moet er wel op uit durven gaan en jezelf in nieuwe omgevingen durven presenteren. Ik heb zo veel leuke mensen ontmoet door muziek! Dat is echt een van de leukste dingen aan muziek maken.”
Wanneer mag je jezelf een singer-songwriter noemen? “Dit vond ik zelf ook altijd een lastige kwestie. Ik heb mezelf heel vaak afgevraagd: ‘Ben ik nu singer-songwriter of niet?’ Toen zei iemand op een gegeven moment tegen me: ‘Je schrijft liedjes en je zingt ze, dus dan ben je singer-songwriter!’ Zo simpel is het. Je bent gewoon wat je zelf wilt zijn. Het is belangrijk dat je plezier hebt in wat je doet en het label dat je daar dan aan verbindt, maakt eigenlijk niet zo heel veel uit.”
Sylvia Aimee laat Giel Beelen steil achteroverslaan bij De Wereld Draait Door
DOEN. 23
RECENSIE
Zó doe je dat: een goed doe-het-zelf boek zijn Kookboeken, survivalboeken, knutselboeken: allemaal boeken die je vertellen hoe je iets moet doen en allemaal over een specifiek onderwerp. Maar wat nou als je niet tien verschillende boeken wilt kopen? Je wilt bijvoorbeeld weten hoe je een ei bakt, hoe je iets van origami vouwt en hoe je zelf een kompas kunt maken. Het boek ‘Zó doe je dat’ leert je hoe je al die verschillende dingen zelf doet. DOOR MIEKE VAN VEEN Echt, vergeet alle andere doe-het-zelf-boeken, met ‘Zó doe je dat’ heb je het beste doe-het-zelf-boek in huis. Tenzij je per se alles wilt weten over koken, dan kan je beter een kookboek kopen. Maar wat maakt ‘Zó doe je dat’ nu zo goed en klopt alles aan het boek, of zijn er ook minpuntjes te vinden?
De creëerders Als ik zou zeggen: “de schrijvers van dit boek zijn” dan ben ik niet goed bezig. Ik vind namelijk dat dit boek niet geschreven is, maar gemaakt. Dat komt door de vele illustraties die in dit boek zijn afgedrukt, maar daarover later meer. Dit boek is gemaakt door Derek Fagerstrom en Lauren Smith. Zij waren altijd al bezig met het verzamelen en uitwisselen van bijzondere kennis en besloten daarom hun ideeën te bundelen in een boek. Met de hulp van een boel andere mensen, genaamd de The Show Me Team (de naam refereert naar de Engelse versie van het boek: ‘Show Me How’) creëerden Derek en Lauren ‘Zó doe je dat’.
500 doe-dingen Volgens de makers bestaat ‘Zó doe je dat’ uit: 500 onmisbare, overbodige en (best wel) handige dingen die je écht moet kunnen. Daar ben ik het volkomen mee eens en het aantal klopt ook. Het zijn echt 500 doe-dingen, waarvan nummer 1: ‘Dit boek gebruiken’ en nummer 500: ‘Een handstand fingerflip maken’ is.
Noem maar op De onderwerpen lopen erg uiteen. Van worstelen met een krokodil tot het bakken van een ei en van het maken van graancirkels tot het jongleren met drie ballen. Het ene onderwerp is wat makkelijker uit te voeren dan het andere, maar dat maakt dit boek juist leuk. Je kunt bij wijze van spreken je grenzen verleggen, zo van ‘dat kan ik echt niet’ het dan toch proberen en dan zien dat het wel degelijk kan.
Voor iedereen wat wils Doordat de onderwerpen zo divers zijn, is er voor iedereen wat wils. Het was een goed idee van Derek en Lauren om de onderwerpen in categorieën in te delen. Zo kun je voor jezelf de keuze maken in welke categorie je iets wilt doen. Voor moeders zijn bijvoorbeeld nummer 303: ‘Een baby inbakeren’, nummer 304: ‘Een baby laten boeren’ en nummer 306: ‘Een katoenen luier omdoen’ handig. Voor milieubewusten is nummer: 249 ‘Natuurlijk schoonmaken’ weer handig en reisliefhebbers hebben wat aan nummer 370 en 371: ‘Dames-/herenkleding voor op reis vouwen’. Nummer 249: Natuurlijk schoonmaken
24 DOEN.
RECENSIE
Illustraties overal Wat voor mij dit boek zo aantrekkelijk maakt, is dat het een illustratief boek is. Elk onderwerp wordt stap voor stap uitgelegd door middel van afbeeldingen. Bij sommige doe-dingen word niet eens gebruik gemaakt van tekst, dan staat er niets onder de illustraties. Dat is ook niet erg, want de illustraties spreken voor zich.
Iets negatiefs? Ik vind het lastig om iets negatiefs te noemen. Als ik dan toch iets moet noemen, dan vind ik dat de benodigdheden soms onduidelijk zijn. De benodigdheden worden ook geïllustreerd, maar omdat er geen tekst bij staat, vind ik het soms lastig om het voorwerp te herkennen. Maar daar is het register achter in het boek voor. Daar staan alle gebruikte benodigdheden met tekst. Als je iets niet herkent, kun je het daar opzoeken. Zo verandert het negatieve weer in iets positief, want er is een oplossing. Maar het register is niet duidelijk geordend. De benodigdheden zijn per kleur geordend, dus soms is het best nog wel zoeken voordat je er een hebt gevonden.
Kortom Ik kan dit boek iedereen aanraden. Je kunt er leuke ideeën uit opdoen en je leert er echt iets van. Niet alles lijkt op het eerste moment zo doe-het-zelf-achtig. Bij nummer 84 bijvoorbeeld, ‘stukken rundvlees identificeren’, krijgt je niet snel het idee van ‘dat ga ik doen’. Maar het is wel iets wat je straks misschien kan, vlees herkennen. Ook zijn er genoeg onderwerpen die je waaschijnlijk nooit zult gebruiken, zoals nummer 452: ‘Een haai van je afslaan’. Maar goed, je weet maar nooit. Misschien zal je
Een deel van de benodigdhedenlijst
het wel ooit moeten opnemen tegen een haai, dan is het toch handig om ‘Zó doe je dat’ in huis te hebben. Als je nou niet gelooft dat de dingen in ‘Zó doe je dat’ ook echt uitvoerbaar zijn. Kijk dan eens op onze site, daar zie je onder andere hoe ik nummer 143: ‘Je haar stijlvol opsteken’ uitvoer.
Draai je gezicht naar de haai. Stomp hem tegen de slaap. Stomp hem op zijn neus. Pak met je hand de kieuwen. Steek de haai in zijn ook. Vlucht. Behandel wonden meteen.
DOEN. 25
HOBBY
Je droom verfilmen Veel mensen hebben de droom hun eigen boek te schrijven of eigen film te maken. Vaak blijft het bij dromen, want zelf zoiets professioneels maken kost veel geld en tijd. Maar is dat wel zo? Is het mogelijk om een goede film te maken met een budget dat veel kleiner is dan die van beroemde blockbusters? Doen. sprak met Vincent Bouritius, Hij is 22 jaar en de producent van de horrorfilm Nederdood. Hij maakte een horrorfilm met een budget van slechts 1500 euro. DOOR CAITLIN DE RUIJTER Als ik Vincents kamer binnen kom, zie ik gelijk de enge maskers uit zijn film aan zijn kast hangen. “Tof hè, elke keer als ik daarnaar kijk dan krijg ik gelijk kriebels om het allemaal weer te doen.” Tof zou mijn omschrijving niet zijn, maar als hij eenmaal begint over iets wat met zijn film te maken heeft, is alles ‘tof’, ‘fantastisch’ en ‘geweldig’. Dat komt omdat enthousiasme volgens hem al het halve werk is: “Ja, dat is het meest belangrijk tijdens het maken van een film. Dat je er voor de volle honderd procent voor gaat. Dan heb je niet eens veel geld nodig, zelfs niet voor hele dure apparatuur. Ik heb al het materiaal gefilmd met een fotocamera met filmfunctie. Wel een duurdere fotocamera natuurlijk, maar
lang niet zo duur als een professionele filmcamera.” “Maar is de beeldkwaliteit dan wel goed?” vraag ik hem bedenkelijk. Het lijkt mij dat beelden toch minder scherp zijn. “De kwaliteit is prima”, antwoord hij zonder twijfel. “Als je een statief gebruikt of als je een vaste hand hebt, dan is het beeld haarscherp. Waarom zou je dan meer geld uitgeven aan een dure camera? Allemaal overbodig hoor.” “Oké dus een camera kost niet zoveel, maar dan ben je er nog niet. Ik neem aan dat attributen ook veel geld kosten.” “Ja, daar zit eigenlijk het meeste geld in. Ik maakte een horrorfilm, dus ik had wel nepledematen nodig die ik kon rondgooien. En bloed, heel veel bloed. Maar dat kun je bij feestwinkels halen en
“Enthousiasme is het meest belangrijk”
26 DOEN.
HOBBY als je bietensap op kleding gooit en dat laat opdrogen, lijkt het ook net echt. Het enige wat geld kostte was een rookmachine, maar eigenlijk heb ik die kosten weer terugverdiend met de verkoop van dvd’s. Ik hield zelfs geld over.” “Er heeft ook een aantal mensen aan je film meegewerkt. Dat moet wel wat gekost hebben lijkt mij?” vraag ik. “Die hebben allemaal vrijwillig meegedaan.” Hij lacht om mijn sceptische blik. “Ja misschien heb ik daar geluk mee gehad, maar dat was ook wel een beetje het idee van de film. Vanaf het begin was het wel het plan om de filmproductie zo groot mogelijk te maken. Het meewerken bij een grote film helpt altijd bij het zoeken naar volgend werk. Zo hadden we mensen die een toneelopleiding volgden en ook een aantal die een opleiding deed tot visagiste. Dan staat het meewerken aan mijn film leuk op je cv en je doet de nodige ervaring op.” “Maar het kost die mensen wel veel tijd.” “Ja, dat zeker, en geld ook nog. De mensen die de zombies spelen, hebben speciale lenzen in die ze zelf hebben moeten kopen. Je moet dus ook niet te bescheiden zijn en bij je medewerkers en figuranten aangeven dat je zelf veel geld en tijd in de film stopt. Dan hebben de meeste mensen er wel begrip voor en zijn ze bereid om zelf ook wat mee te betalen.”
“Zonder enige twijfel zou ik het opnieuw doen” persoon in zijn film krijgen?” “ Ik denk het wel, zolang je het maar goed onderbouwt. Edo vond het bijvoorbeeld heel erg tof wat ik deed. Hij vond dat er te weinig mensen zijn die zulke projecten starten en zo het initiatief nemen. Dus voor je het weet, ben je de trotse eigenaar van een film waar een bekende acteur in meespeelt.”
“Oké we hebben dus de apparatuur en de acteurs. Mis ik dan nog wat?” “De montagesoftware. Daar zit eigenlijk nog meer tijd in dan het filmen en dat zijn de laatste grote kosten. Dat is echter een eenmalige investering. Je kunt hele dure programma’s kopen, maar met eentje van tweehonderd euro kun je net zo goed alles aan elkaar plakken. Je kunt de kosten nog meer drukken door het met gratis consumenten editingprogramma’s als Windows Movie Maker van Microsoft te doen, maar dan is de professionaliteit wel echt verdwenen”, zegt hij grijzend. “De laatste kostenposten zijn dan nog de dvd’s die je moet branden, Vincent pakt een map uit de kast en laat foto’s van de draaimaar dat zijn ook niet veel kosten.” Alle uitgaven hebben we nu dagen zien. Op de ene foto veel bloed en afgehakte ledematen, gehad maar ik vraag me nog een ding af. “Houd je nog iets van maar op de andere ook lachende acteurs. Ik zie veel verschillende de verkoop over op deze manier of kost het project je toch geld?” mensen, maar eentje valt mij op: Edo Brunner. Een bekende “Je doet eerst wel een investering, maar je verdient veel terug. acteur, bekend van onder andere Dennis P. en de Griezelbus, die Ik heb zelfs nog best wat verdiend aan het hele gedoe”, lacht ook in professionele bioscoopfilms speelt. Hoe komt hij in zijn Vincent. “Het was meer geweest als ik het bewerkingsprogramma film terecht? Vincent lacht als ik hem ernaar vraag. “Zoals ik al niet had hoeven kopen, maar mocht ik nog een film maken dan zei, enthousiasme is het meest belangrijk tijdens het maken van heb die onkosten niet meer. Nee, zorg dat je op de radio komt en een film. Ik heb hem op Facebook een privébericht gestuurd en dat er een interview met jou in de plaatselijke krant komt en je ben hem toen een beetje gaan spammen. Dus steeds updates stu- verkoop schiet omhoog.” “Zou je het nog een keer doen?” is de ren over de plannen die ik had en wat ik wilde doen. Uiteindelijk laatste vraag die ik heb. “Zonder enige twijfel zou ik het opnieuw stemde hij ermee in om mee te doen en is er een opnamedatum doen. Deel twee staat zelfs al in de steigers.” geprikt.” “Dus met een beetje werk kan iedereen een bekend
Vincent tijdens de opnames van zijn film Nederdood
DOEN. 27
TIPS
Lekke band?
Als het je nog nooit is overkomen, mag je van geluk spreken. De meeste Nederlanders hebben ooit wel eens een lekke band gehad. Je band laten plakken kost geld, het verschilt per bedrijf hoe veel je betaalt, de prijzen variĂŤren tussen de e5,- en e50,-. Terwijl een bandenplaksetje gemiddeld e6,- kost waarmee je ongeveer 12 keer een lekke band kunt plakken. Dus: doe-het-zelf! DOOR MIEKE VAN VEEN
Voordat je begint, heb je natuurlijk een lekke band nodig.
Daarna zet je je fiets op de kop.
Draai het ventiel los.
Gebruik de bandenlichters om de buitenband los te maken. Dit doe je door de ene kant van de bandelichter onder de band te zetten en de andere kant vast te haken aan een spaak.
Heb je dat een paar keer gedaan, dan kun je op een gegeven moment, zo met de bandelichter onder de buitenbandband langs gaan en hem losmaken.
Probeer vervolgens de binnenband onder de buitenband te halen.
Benodigdheden: g Bandenplaksetje met inhoud: fLijm (1) fBandenplakkers (2) fSchuurpapiertje (3) fBandenlichters (4)
3 2 2
g Emmer met water 1 g Fietspomp 4 Stop het ventiel weer terug op de binnenband en pomp de binnenband lichtjes op.
28 DOEN.
TIPS
Plak hem zelf! Leg de binnenband in de emmer met water en haal de band door het water totdat je luchtbelletjes ziet.
Haal de band uit de emmer, schuur de plek waar de bubbeltjes uitkwamen en doe vervolgens wat lijm op de plek.
Pak vervolgens een bandenplakkert, doe daar ook wat lijm op en plak hem op het gaatje.
Controleer of het gaatje is gedicht, door de band ietsjes op te pompen en de band nog een keer in de emmer met water te doen. Komen er geen luchtbelletjes, dan is het gaatje gedicht.
Dan ga je de binnenband weer onder de buitenband doen. Zorg ervoor dat de binnenband een beetje is opgepompt, zo voorkom je dat de binnenband gedraaid in je buitenband gaat zitten.
Vervolgens zoek je het gat waar je het ventiel doorheen moet steken en je drukt hem daar doorheen.
Draai het onderste ringetje om het ventiel. Dit zorgt ervoor dat de binnenband op zijn plek blijft zitten.
Daarna plaats je de binnenband weer onder de buitenband.
Vervolgens vouw je de buitenband terug over de binnenband. Je zult merken dat het laatste stukje lastig gaat, dus daar gebruik je de bandenlichters voor.
Om te zien of de binnenband goed onder de buitenband zit, til je de buitenband een beetje op en controleer je dit.
Als laatst rest het je nog dat je de band oppompt en voelt of er genoeg lucht in de band zit.
Dan is je band geplakt en kun je weer gaan en staan waar je wilt.
DOEN. 29
LIFESTYLE
Creatief met oude troep Op het eerste gezicht lijkt het bewaren van kurken vrij zinloos. Wat moet je ermee? Nou, je kunt er veel meer mee dan je denkt. Met behulp van een zakmes, wat potgrond en een plantje kun je van de kurken prima een klein bloempotje van maken. Lijm een magneetje aan de kurk vast en je hebt de perfecte decoratie voor op de koelkast. Gebruikte materialen hoeven niet perse rotzooi te zijn. Upcyclen is namelijk helemaal hip. DOOR LIESBETH VAN DER PIJL
Het begrip upcyclen is nog niet zo lang bekend. Wie begin vorig jaar op Google deze term had opgezocht had weinig resultaten gekregen. Behalve een link naar een Wikipediapagina met een vage uitleg over het onderwerp was er nog nauwelijks wat over te vinden. Dat is nu wel anders. Het internet staat vol met inspiratie en goede ideeën om je spulletjes zo leuk mogelijk te upcyclen. Maar wat is upcyclen eigenlijk precies?
Wat is het? Upcyclen is, in tegenstelling tot recyclen, het gebruiken van (afval)producten en er op een creatieve manier een nieuw voorwerp van te maken zonder de materialen af te breken. Je zou kunnen zeggen het ‘updaten’ en hergebruiken van een oud product. Zo kun je bijvoorbeeld van een aantal oude vorken de tanden op een bijzondere manier omkrullen en deze aan een houten plank bevestigen. Vervolgens buig je het handvat om en heb je een bijzondere kapstokje. Of maak kerstballen van gloeilampen die niet mee werken. Het enige wat je hoeft te doen is ze versieren. En hoe? Dat kun je natuurlijk helemaal zelf invullen. Upcyclen kan met werkelijk alles.
Zelf aan de slag? Er is er op het internet ontzettend veel te vinden over upcycling wat betreft ideeën en inspiratie. Hieronder staan een aantal van de beste inspiratiebronnen op een rijtje: www.upcyclethat.com Upcycle That is een Engelse website die zich volledig richt op upcycling en staat vol met ideeën en inspiratie. Je kunt aangeven welke materialen je wil gebruiken of wat voor doel het object moet hebben en op basis daarvan laat de site je een aantal ideeën zien. Ook zie je op de website waar de beheerders hun inspiratie vandaan halen. Tenslotte behandelt de site het verhaal achter bepaalde objecten, die door andere upcyclers zijn gemaakt. www.upcyclemagazine.com Dit is eveneens een Engelse site die vol staat met ideeën voor de leukste upcycle projecten. Het is een online magazine dat ingedeeld is in een aantal categorieën, waaronder kleding, koken en tuin. www.recyclart.org Op deze derde site vind je geen uitleg over hoe je bepaalde objecten moet upcyclen, maar vooral veel inspiratie. De site staat vol met ideeën en vaak wordt er nog verwezen naar de originele pagina. Op deze pagina staat in de meeste alsnog in een stappenplan beschreven hoe je het object moet upcyclen. www.youtube.com Tenslotte is er natuurlijk altijd nog YouTube als inspiratiebron voor upcycle ideeën. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een tutorial over te vinden.
DOEN. 30
LIFESTYLE
Waarom? Naast het feit dat het gewoon leuk is om creatief bezig te zijn, is het upcyclen van je oude spulletjes ook nog eens goed voor het milieu. Daarnaast is het zeer voordeling voor de portemonnee. Dat is fijn, zeker in deze tijden van crisis. In plaats van geld uit te geven aan bijvoorbeeld nieuwe meubels of decoraties voor je huis, gebruik je namelijk spullen die je al in huis hebt. Je bespaart dan niet alleen geld, maar je hebt ook spullen in huis om trots op te zijn, spullen die niemand anders heeft. Het upcyclen van je oude spullen is natuurlijk wel iets waar je even voor moet gaan zitten en de tijd voor moet nemen. Maar dat kan juist wel even goed zijn, zeker nu het leven steeds meer gevuld is met allerlei bezigheden is en we steeds minder vrije tijd lijken te hebben. Daarnaast is het eindresultaat vaak een beloning op zich. Dus: upcyclen maar!
Een keukenrol voor al uw snoeren De meeste mensen hebben thuis een la of doos waar alle snoeren en kabels ingaan die ze niet zo vaak gebruiken. Gezien de lading apparatuur die je in een huis vindt, is dit vaak een goed gevulde doos. Dan wil het natuurlijk nog wel eens het geval zijn dat, wanneer je op zoek bent naar een bepaald kabeltje, dit flink in de knoop zit met de duizenden andere snoeren die in diezelfde doos liggen. Komt je dit bekend voor? De oplossing is vrij simpel. Het enige wat je hoeft te doen is een poosje al je wc- en keukenrollen verzamelen. Wanneer je een aantal opgebruikte wc- en keukenrollen hebt verzameld wordt het tijd om je snoeren uit elkaar te halen. Deze vouw je stuk voor stuk netjes op, totdat je er een mooi bundeltje van hebt gemaakt. Vervolgens pak je de keukenrollen en een klein mesje erbij. Afhankelijk van de lengte en de dikte van je bundeltje, snijd je een stuk van de keukenrol af. Vervolgens trek je het opgevouwen snoer door de op maat gemaakte rol heen en voilĂ : probleem opgelost. Voor de mooiigheid kun je er voor kiezen de wc- of keukenrol te versieren. Kijk voor meer leuke upcycle ideeĂŤn op onze website of www.upcyclethat.com journalistiekzwolle.nl/tijdschriften
DOEN. 31
LIFESTYLE
Ga voor groen Veganistisch leven saai? Absoluut niet. Met de blog De Groene Meisjes laten Merel en Jamie zien dat veganistisch leven lekker en leuk is. Daarnaast bloggen ze over dierproefvrije cosmetica, biologische en fairtrade-producten, vintage kleding en kringloopwinkels. DOOR CHRISTEL VAN DER SPOEL
Wat is jullie definitie van groener leven? Een groener leven is een duurzamer leven: bewuster bezig zijn met wat je doet, eet, drinkt, koopt, draagt, enzovoorts. Dat zit in allerlei aspecten van het leven: van hoe je reist tot waar je je boodschappen doet. We zeggen bewust ‘groener’ omdat wij niet vinden dat wij heel groen zijn. We noemen onszelf ‘mintgroen’. Het kan altijd groener! Maar voor ons is het belangrijk dat het leven comfortabel blijft, dus donkergroen worden wij nooit. Toch zijn we al veel groener dan heel veel mensen om ons heen, zijn wij van mening. Waarom zijn jullie groener gaan leven? Het begon met vegetarisch eten. Dat werd op een gegeven moment veganistisch eten. Toen we daar eenmaal mee bezig waren dachten we: het moet niet alleen om eten gaan. Er zijn nog meer
32 DOEN.
terreinen in het leven waarop je groener kan worden. Vervolgens keken we kritisch naar andere dingen zoals afval scheiden, reizen, energie besparen, spullen tweedehands kopen, enzovoorts. Waarom zijn jullie gaan bloggen over groener leven? We begonnen met bloggen over veganistisch eten. Op het moment dat wij zelf vegan gingen eten, waren er nog geen hippe of jonge groene blogs. We zagen dat het in Amerika juist heel erg hip was om te schrijven over vintage kleding, tweedehands spullen en veganistisch eten. ‘Wat de Amerikanen kunnen, kunnen wij ook’, dachten we. En zo zijn we begonnen met bloggen. Kort gezegd zijn we gaan bloggen omdat het er nog niet was. We hoopten mensen te inspireren en namen de lezers mee op onze eigen zoektocht naar een groener leven.
LIFESTYLE
Wat inspireert jullie iedere keer weer om recepten te bedenken? Van alles! Door te kijken naar de groente van het seizoen, de nieuwste vegan producten in de (bio-)winkel, maar ook door blogs, tijdschriften en kookboeken te lezen. We proberen er altijd weer een ‘groene meisjes draai’ aan te geven. Aan inspiratie hebben we gelukkig nog nooit gebrek gehad.
Wat is een lekker veganistisch recept voor mensen die zijn of haar stukje vlees eigenlijk niet kunnen missen? We gebruiken eigenlijk weinig vervangers. Maar zoiets als het recept voor Indiaas Naanbrood met kipstuckjes van de vegaslager kan geschikt zijn. Ook in de chili sin carne mis je het vlees niet denk ik niet. Maar ik moet eerlijk zeggen dat wij daar nooit zo mee bezig zijn. Wij maken recepten die we zelf lekker vinden en denken niet echt over na of dit geschikt is voor een niet-vegetariër.
“Wat de Amerikanen kunnen, kunnen wij ook, dachten we. En zo zijn we begonnen met bloggen”
Wat doet het met jullie dat jullie zoveel mensen insreren met jullie blog? Ja, dat is een enorme eer! We zijn iedere dag weer heel blij met alle reacties en nieuwe volgers, te gek is dat. Inmiddels lezen 80.000 unieke bezoekers per maand onze blog. Dat is gewoon moeilijk om voor te stellen: zoveel mensen. We krijgen heel veel lieve mailtjes, foto’s en berichtjes van lezers die ons dan willen vertellen dat we ze inspireren om iets groens te doen. Bijvoorbeeld een recept maken, een restaurant - dat wij hebben aangeraden - bezoeken of iets tweedehands kopen. Dat vinswnwe geweldig.
Wat zijn jullie tips om groener te leven? Alle kleine beetjes helpen écht. Neem je eigen boodschappentas mee naar de winkel, eet een paar avonden in de week zonder vlees of vis, draai je kachel lager en trek een trui aan, kijk eerst op Marktplaats.nl of in de kringloopwinkel of ze iets hebben wat je nodig hebt voordat je naar IKEA rent, probeer onze recepten eens, gebruik dierproefvrije cosmetica, recycle, scheid je afval en laat je auto eens staan.
Jullie werken en studeren fulltime en tegelijkertijd houden jullie je blog fulltime bij, hoe combineren jullie dat? Jamie werkt en studeert, ik werk vier dagen in de week. Dat is heftig, we zijn alle avonden, alle weekenddagen en alle vakantiedagen fulltime met het blog bezig. En sowieso tussen de bedrijven door: thank God for smartphones! Het combineren van dat alles lukt omdat we het geweldig vinden om te doen. Anders waren we al lang gestopt, af en toe is het gekkenhuis, maar het lukt altijd weer. En bij welke winkels doen jullie graag je boodschappen? Waarom? Onze boodschappen doen we zoveel mogelijk bij de biowinkel, zoals Ekoplaza of de Estafette. En op de biologische markt. We vinden het heel belangrijk om zoveel mogelijk biologisch en fairtrade te eten. Maar we kopen ook ‘gewoon’ dingen op de reguliere markt en bij de Albert Heijn hoor. Als we het geld ervoor hadden, deden we alles 100 procent biologisch. Als jullie niet zelf koken, waar eten jullie dan graag? Er zijn heel veel restaurants waar we graag eten. In Amsterdam is er gelukkig veel te kiezen. Onze lievelingsrestaurants zijn: StudioK voor een heel goed drie gangen vegan menu, de CousCousClub voor - je raadt het al - geweldige vegan couscous, de Pizzabakkers voor lekkere vegan pizza en DopHert is de new kid in town: een volledig veganistische lunchroom. Daar zijn we heel blij mee. Wat vinden jullie het beste recept op jullie blog en waarom? Het beste is lastig om te zeggen, maar de meest geliefde recepten zijn: hummus, bananenbrood, raw cheesecake, baked oats, chili sin carne en sushibowl. Waarom? Ik denk omdat het stuk voor stuk heerlijke en heel erg makkelijke recepten zijn.
DOEN. 33
LIFESTYLE
Nieuwsgierig geworden naar de recepten van De Groene Meisjes? Dan kan je meteen aan de slag. Ze deelden namelijk twee heerlijke recepten met ons. Raw Cheesecake (vegan, gluten- en suikervrij)
Wat heb je nodig? 170 gram rauwe pecannoten 170 gram rauwe cashewnoten 4 grote medjooldadels (ongeveer 100 gram) 2 eetlepels kokosolie 250 gram rood fruit Springvorm met 16 cm doorsnede Keukenmachine Wat moet je doen? 1. Leg de cashewnoten in een bakje met water en laat ze weken. 2. Laat de kokosolie au bain marie smelten 3. Doe de pecannoten en de ontpitte dadels, met 1 eetlepel gesmolten kokosolie, in de keukenmachine en laat draaien tot het een mooie, gladde massa is geworden. 4. Verdeel het pecannotenmengsel over de bodem van de springvorm. Duw het goed aan. 5. Spoel de keukenmachine om doe nu de cashewnoten en de andere eetlepel kokosolie erin. Laat weer draaien tot het een mooi mengsel is geworden. 6. Verdeel nu de cashewnotenlaag over de pecannotenlaag in de springvorm. 7. Zet de springvorm voor 2 uurtjes in de vriezer. 8. Pureer het fruit (als je voor vriezerfruit kiest laat je dit eerst ontdooien) 9. Haal de springvorm na 2 uur uit de vriezer en verdeel het fruit over de taart 10. Maak de springvorm open en aanschouw: je prachtige vegan cheesecake is klaar.
Chili sin Carne (voor 2 grote porties)
Wat heb je nodig? 1 ui (gesnipperd) 2 teentjes knoflook (in ministukjes gesneden) 1 halve paprika 1/2 eetlepel komijn 1 halve eetlepel gedroogde koriander 1 halve eetlepel chilipoeder 1/4 theelepel chipotlepoeder (lastig te krijgen, soms kom je het bij een toko tegen, maar je kan het ook vervangen door cayennepoeder) 1/4 theelepel kaneel 1/4 theelepel oregano 1 blik kidneybonen (niet in saus!) 1 halve cup maïs 1 blik (400 ml) gezeefde tomaten zout naar smaak verse koriander zak tortilla chips naturel (liefst van de biowinkel) 2 avocado’s 1 halve citroen 1 theelepel knoflookzout (verkrijgbaar bij de toko) Wat moet je doen? 1. Bak de ui voor ongeveer 8 minuten in een pan. 2. Voeg vervolgens alle kruiden, knoflook en de paprika (in blokjes gesneden) toe met een klein scheutje water. 3. Voeg na een minuut alle andere ingrediënten toe. Let op: de gezeefde tomaten moet je in de pan een beetje prakken. 4. Kook 10 minuten. (Maak ondertussen de guacemole.) 5. Schep op de borden en serveer met guacemole, verse koriander en tortillachips. Hoe je de guacemole maakt: 1. Schil en ontpit de avocado’s en stop ze in de keukenmachine. 2. Pers een halve citroen uit boven de avocado’s en voeg 1 theelepel knoflookzout toe. 3. Laat de keukenmachine draaien totdat het een gladde massa is geworden. 4. Je houdt waarschijnlijk guacemole over. Lekker voor bij de borrel, met de tortillachipjes die je ook overhoudt.
34 DOEN.
COLUMN
Hulpeloos DOOR MERIJN OLTHOF
Ik ben hulpeloos. Hulpeloos als het om technische dingen gaat in ieder geval. Ik weet wel ongeveer hoe je een gloeilamp vervangt, maar dan houdt het ook op. Onlangs zei de televisie ineens ‘poef ’ en hij deed het niet meer. Stuk.
En dan kan er wel een economische crisis zijn maar de welvaart in Nederland is hoog genoeg om gelijk een nieuw shirt te kopen als er een gaatje zit in de oude. Verder doet bijna niemand meer zijn of haar eigen belastingaangifte, want waarom zou je je eigen belastingaangifte doen als het ook voor jou gedaan kan worden. De gedachte dat men geld mis kan lopen wordt door de meesten naïef weggewuifd. ‘Want dat zal toch niet gebeuren’? En dat maakt mij benieuwd naar de volgende generatie jongeren, zeg over een jaar of 10/ 15. De generatie die niet eens meer op straat voetbald maar de hele dag achter een scherm zit. De generatie die elkaar alleen nog spreekt via Whatsapp of met een headset tijdens het gamen.
“Bovendien zijn mensen lui geworden, niemand heeft meer zin om uit te zoeken hoe iets on elkaar zit”
Twee opties over: een bedrijf bellen om te kijken of de tv te repareren valt of een nieuwe kopen. Tijd om een kosten-baten plaatje te schetsen. ‘Hoeveel kost het om de televisie te repareren, en hoe lang gaat hij dan weer mee?’ Toen bedacht ik mij ineens: ‘Ik heb geen flauw idee wat er stuk is en hoe het gerepareerd moet worden.’’ Eigenlijk is dat te gek voor woorden, ik weet niet wat er stuk is aan mijn televisie. Ik schrok van mijn gedachtengang. ‘Vervangen of laten repareren’. Nu is het bij een televisie niet het meest vreemde voorbeeld omdat dat gewoon een heel ingewikkeld apparaat is. Maar het geeft wel aan dat ik, en waarschijnlijk vele anderen, er niet eens meer over nadenken om zelf iets te repareren. Er moet direct een specialist ingeschakeld worden die waarschijnlijk lachend het probleem verhelpt voor een veel te hoog uur-tarief. Dat is gewoon hoe het nu is. Het is zo goedkoop om iets te vervangen dat het maken van een product geen zin heeft. Als iets stuk is wordt het vervangen, en met een beetje geluk gerecycled. En eigenlijk is dat heel raar, want vroeger repareerden mensen alles gewoon zelf. Iedereen heeft/ had wel een opa die van alles en nog wat kan maken. Van huishoudelijke dingen tot fietsen en caravans.
Maar misschien kunnen wij er niks aan doen dat we niets zelf meer maken of repareren. Misschien wordt alles nu wel gewoon zo gemaakt dat stuk stuk is. Stuk is nieuw kopen, je kan dan immers weer mee met de nieuwe technologiën. Voetballers maken zich niet meer druk om het feit dat er ieder seizoen nieuwe schoenen gekocht moeten worden. Vroeger hoefden er pas nieuwe kicksen aangeschaft te worden als de noppen versleten waren, nu laat al het plastic los. Maar dat is niet erg. Cristiano Ronaldo heeft ook nieuwe schoenen in een nieuwe kleur, dus die wil jij ook. De jeugd kan zich niet eens meer voorstellen om vier voetbalseizoenen op dezelfde zwarte schoenen te lopen. De telefoon laadt niet meer op, tijd voor een nieuwe. Want je gaat toch geen geld investeren in een ‘oude’ telefoon. Bedrijven lachen zich suf, in plaats van investeren in een goed, degelijk product met een lange houdbaarheid, wordt dat geld nu gepompt in reclames. Als er een grote ramp gebeurt, en er is geen stroom of water meer, zijn we allemaal hopeloos. Reddeloos verloren. Want er kan dan niet even gegoogled worden ‘hoe overleef ik een ramp’.
“Ik schrok van mijn gedachtengang” Ergens is het allemaal misgegaan. Een cultuur omslag. Jongeren nemen gewoonweg niet meer de moeite om iets te repareren. Het kan toch snel vervangen worden door een nieuw product uit China. Waarom zou je nog de moeite doen om iets te repareren, nieuw bestellen is makkelijker en dan heb je in ieder geval weer een nieuw product, in plaats van iets wat maar zo weer stuk kan gaan. Bovendien zijn mensen lui geworden, niemand heeft meer zin om uit te zoeken hoe iets in elkaar zit.
DOEN. 35
TIPS
LifeHacks. . . LifeHacks zijn handige tips om je leven een stuk makkelijker te maken. Deze low-budget tips zijn bedoeld om je duurzamer en efficiĂŤnter te laten leven, je huis netter te houden, en om je nieuwe dingen te leren. In de DOEN. staat elke twee weken een samenvatting van de beste tips. Lege glazen zijn aardige low-budget speakers
Doritos zijn uitstekend om vuurtjes mee aan te steken
34 DOEN.
TIPS
Een kapotte audio-jack is een foolproof stiltemodus
Gebruik een broekenhanger om kookboeken mee open te houden
Leg je telefoon onder een flesje water en je hebt gelijk mooie sfeerverlichting
Droge spaghetti is ideaal om diepe kaarsen mee aan te steken Doe een natte tissue om een flesje heen en leg het in de vriezer. Supersnel superkoud! DOEN.. 35
38
Sjoerd Rispens Mieke van Veen Joppe Varkevisser Merijn Olthof Luuc Renema Christel van der Spoel Liesbeth van der Pijl Lisanne van de Bunt Caitlin de Ruyter Sian Wierda
Colfon
Volgende week in DOEN.
Volgende week
3fm DJ Barend van Deelen probeerde een maand lang te leven van slechts 120 euro.
Hield hij dit vol?
39